Jaarboekje 2010 - IJsclub Vlietland

37
die er in het winterhalfjaar voor zorgt dat het in ons deel van Europa zacht en
wisselvallig is. Is de luchtdruk bij IJsland hoog en die bij de Azoren laag, dan
geeft de NAO-index negatieve waarden aan. In dat geval is de kans groot dat
de westcirculatie geblokkeerd raakt. Onder voorwaarden – de drukgebieden
moeten op de juiste plaats komen – kan het in de winter koud en stabiel
winterweer worden’ (bron: http://www.meteo-bleiswijk.nl/nao-index.html).
Het plaatje onderaan de vorige pagina laat de afnemende invloed van de
westcirculatie van de laatste maanden zien. Laten we uitgaan van enige
trendmatigheid voor de komende wintermaanden.
Conclusie:
De laatste jaren is de smelting van zee-ijs en groenlandijs sterk toegenomen
met als gevolg veel zoet water aan de oppervlakte van de noordelijke
zeegebieden en snelle ijsgroei in de late herfst en wintermaanden.
Dit zorgt voor veranderende druksystemen; de laatste twee jaren was er
sprake van een zogenaamde ‘gesplitste poolwervel’. Het standaard
hogedrukveld boven de pool splitste zich (zie de winterberichten op de site).
De westcirculatie (ook wel de straalstroom geheten) met bijbehorende
depressietreinen werden mede hierdoor verdrongen naar Zuid-Europa, wat de
noordelijke koude luchtmassa’s naar het zuiden dreef. Te vaak ging dit in
onze omgeving de laatste drie jaar gepaard met een noordnoordoosten
windrichting. Door zee-invloed leidde die in ons westelijk kustgebied tot
dooistoringen (met afgelopen jaar veel sneeuw), terwijl Europa meer
landinwaarts koude winters beleefde. Uit de NAO-index van de laatste
maanden lijkt ook dit jaar dit patroon zich weer in te zetten. We gaan dus
weer voor de koude variant deze winter.
Dit wordt nog eens versterkt door de zonnevlekkenstand, waar ik vorig jaar
uitgebreid over schreef. Nog steeds is de zonneactiviteit heel laag en wordt
de 12-jaarscyclus opgerekt ten opzichte van de standaard lengte. Mogelijk is
dit een cyclus van hogere orde die langer duurt en tot deze versterking leidt.
Al met al liggen de verwachtingen dus weer goed voor ons als ijsclub. We
kunnen er wel vanuit gaan, dat onze 5.700 leden komende winter weer op de
ijsbaan zullen schaatsen. Zaterdag 9 oktober jl. tijdens de jaarlijkse
‘opzoomerdag’ sprak ik een bekend KNSB-shorttrack-organisator, uiteraard
lid van onze vereniging. Hij ging voor minimaal 20 dagen schaatsijs op de
ijsbaan. We hebben elkaar de hand gegeven.
Aad van Winden