Rapportage Beheersbaarheid van Brand - Gemeente Helmond
Rapportage Beheersbaarheid van Brand - Gemeente Helmond
Rapportage Beheersbaarheid van Brand - Gemeente Helmond
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bouwtechnisch Adviesburo Ad Wouters b.v.<br />
Bepaling vuurbelasting<br />
Principes voor het bepalen <strong>van</strong> de vuurbelasting<br />
In het voorgaande zijn drie met elkaar samenhangende begrippen geïntroduceerd:<br />
- de vuurlast in een brandcompartiment, het totaal in tonnen vurenhoutequivalent (ton vh) of in GJ;<br />
- q, de gemiddelde vuurbelasting per vierkante meter gebruiksoppervlakte, in kg vh/m2 of in<br />
MJ/m2;<br />
- qm, de maatgevende vuurbelasting, primair in kg vh/m2 of in MJ/m2, bepaald over de<br />
aaneengesloten 1000 m2 <strong>van</strong> de bruto grondoppervlakte waar(boven) zich de grootste bijdrage aan<br />
de vuurlast bevindt.<br />
In deze drie grootheden worden in principe dezelfde soorten bijdragen aan de verbrandingsenergie<br />
meegeteld. Dat zijn constructieonderdelen en de inventaris (vast en variabel), voor zover deze<br />
binnen de verwachte brandduur kan/kunnen bijdragen aan de brand. Deze brandbare delen <strong>van</strong> de<br />
constructie en de inventaris worden daarbij geteld in de mate waarin ze verbrandingsenergie<br />
kunnen afgeven. Het gaat daarbij om de bruto verbrandingsenergie. Dit is in principe een fysischchemische<br />
materiaaleigenschap. Het tempo waarin stoffen aan een brand deelnemen, doet er bij de<br />
bepaling <strong>van</strong> de vuurlast of de vuurbelasting niet toe. Het gaat om de verbrandingsenergie die<br />
tijdens de te verwachten brand uiteindelijk kan vrijkomen. Bijvoorbeeld brandvertragend<br />
behandelde (kunst)stoffen moeten als regel wel worden meegeteld, omdat ze na enige tijd kunnen<br />
(mee)branden. Materialen die niet tot het brandcompartiment behoren, maar zich aangrenzend<br />
daaraan bevinden, hoeven niet te worden meegeteld indien ze zich achter een scheiding met<br />
voldoende brandwerendheid bevinden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de verbrandingswaarde <strong>van</strong> de<br />
dakafwerking (isolatie, dakbedekking) moet worden meegeteld, behalve wanneer dat ligt op een<br />
dakvloer die <strong>van</strong> zichzelf voldoende brandwerendheid heeft en waar<strong>van</strong> de aansluitingen en details<br />
zodanig zijn afgewerkt dat er geen voortijdige doorslag kan plaatsvinden. Op een zelfde wijze moet<br />
bijvoorbeeld brandbaar isolatiemateriaal in wanden wel of niet worden meegeteld.<br />
Verbrandingswaarden die niet of niet volledig meetellen<br />
Stoffen, materialen en producten die gedurende de te verwachten brand niet of nauwelijks kunnen<br />
deelnemen aan de verbranding, kunnen buiten beschouwing worden gelaten. Voorbeelden hier<strong>van</strong><br />
zijn:<br />
- Verbrandingswaarde in natte of vochtrijke producten (eerst moet het water verdampen). Dit geldt<br />
niet als het vocht zelf brandbaar is (oliën, vetten, alcohol, brandbare oplosmiddelen). Sterke drank<br />
moet bijvoorbeeld worden meegerekend bij 36 volumeprocent alcohol en meer.<br />
- Levende have; de energie-inhoud daar<strong>van</strong> wordt niet verrekend. De grootte <strong>van</strong> dierverblijven is<br />
binnen de Methode BvB beperkt tot 2500 m2.<br />
- Aluminium in vaste vorm (niet als poeder of in pastavorm). In de omstandigheden <strong>van</strong> een<br />
binnenbrand in een gebouw, brandt vast aluminium nauwelijks mee (bij hoge temperaturen of<br />
hogere zuurstofgehaltes kan het echter wel deelnemen en veel energie afleveren);<br />
- Andere stabiele metalen in vaste vorm hoeven ook niet worden meegeteld;<br />
- Vuurlastbijdragen in de constructieve vloer <strong>van</strong> het brandcompartiment (laagste niveau) nemen<br />
doorgaans niet/nauwelijks deel. Indien ze kunnen deelnemen aan de brand, moeten ze gedeeltelijk<br />
worden meegeteld. Ondergrondse isolatie onder een betonvloer hoeft uiteraard niet worden<br />
meegeteld.<br />
Verbrandingswaarden die volledig of gedeeltelijk worden meegenomen<br />
Afgezien <strong>van</strong> de hiervoor genoemde uitzonderingen, moeten alle aanwezige bijdragen aan de<br />
vuurbelasting worden meegenomen. Onderstaand volgt een niet limitatieve opsomming:<br />
- Alle brandbare constructieonderdelen die tot de permanente vuurbelasting worden gerekend,<br />
inclusief dakbedekking en (dak/gevel)isolatie voor zover die kan deelnemen.<br />
- De permanente vuurbelasting in de laagste vloer <strong>van</strong> het brandcompartiment moet voor 1/3<br />
worden meegerekend indien deze kan meedoen in een brand.<br />
- De (variabele) vuurbelasting in afwerking, inrichting en meubilair.<br />
- De vuurbelasting in de vorm <strong>van</strong> goederen en producten in zowel productie (installaties) als in op-<br />
of overslag. Ook eventueel voertuigen die in het brandcompartiment aanwezig kunnen zijn.<br />
Bepalend voor het ontwerp, voor de vergunningverlening en voor de controle is de vuurbelasting die<br />
in werkelijkheid maximaal aanwezig is. De Toepassingsinstructie BvB geeft nader houvast voor het<br />
bepalen <strong>van</strong> de vuurlast/vuurbelasting ten behoeve <strong>van</strong> de Methode BvB.<br />
12190VL121031 13