notulen - Gemeente Helmond

11 e vergadering 7 november 2006 Gemeenteraad
Bij aanvang van de vergadering zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, A.W. van Bokhoven, mevrouw
J.F.T. de Bruijn-van der Vleuten, M. Chahim, J.F.C. Damen, W.M.H. Dams, C.W. Davies, S. Ferwerda, R.S.
Groenendal, D. Ibrovic, mevrouw N.K.C. de Jager, J.F.J. Kuypers, mevrouw M.M. de Leeuw-Jongejans, E.R.
Luyben, R. van der Made, mevrouw M.A.J. Mattheij-van Woensel, mevrouw A.J. van Mierlo, T.J. van Mullekom,
mevrouw E. Niessen-Noordraven, A.J. Pellemans, mevrouw A.M. Raaijmakers-van de Pol, M.P.J.
Rieter, J.H.J.M. Roefs, L.M.M. Smits, mevrouw J.M.G. Spierings-van Deursen, A. Spruijt, F.P.C.J.G.
Stienen, P.C.M. van Stiphout, P.G.M. Tielemans, M.A. Tijani, T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, mevrouw
E.P.W. de Voogd-van Dortmont, E. de Vries, Y. Yeyden en mevrouw N. van der Zanden.
Afwezig is het lid: L. den Breejen.
Voorts zijn aanwezig de wethouders: C.J. Bethlehem, J.F. Boetzkes, R.A.C. van Heugten, mevrouw B.M.
Houthooft-Stockx en S.H. Yeyden.
VOORZITTER: drs. A.A.M. Jacobs, burgemeester,
GRIFFIER: mr. J.P.T.M. Jaspers.
De VOORZITTER opent de vergadering.
Hierna spreekt hij de volgende woorden, die door de aanwezigen staande worden aangehoord:
Leden van de gemeenteraad, dames en heren op de publieke tribune!
Op 14 oktober jl. is de heer Sjef Raymakers, drager van de gouden erepenning van onze stad, op de
gezegende leeftijd van 96 jaar overleden.
De heer Raymakers was een vooraanstaand Helmonder. De heer Sjef Raymakers heeft zich op vele
terreinen ingezet. Ik noem bijvoorbeeld het economische, culturele, sociale en politieke terrein.
Kijkend naar het politieke terrein is de heer Sjef Raymakers ruim 41 jaar actief geweest in de Helmondse
politiek, waarvan 20 jaar als wethouder. De heer Raymakers was van 5 september 1939 tot 7 september
1982 raadslid, overigens met een onderbreking van september 1946 tot juni 1948. De heer Raymakers, in
hart en nieren KVP’er, werd op 16 mei 1958 benoemd als wethouder van financiën, gemeentebedrijven,
slachthuis en reinigingsdienst. Als wethouder van financiën had hij zich tot doel gesteld dat de Helmondse
begroting sluitend moest zijn. Mede dankzij het beleid van de heer Raymakers is dat uiteindelijk ook gelukt.
Naast raadslid en wethouder is de heer Raymakers ook voor een korte periode waarnemend burgemeester
van Helmond geweest (1 juni 1965 tot 1 januari 1966). Daarnaast is de heer Sjef Raymakers lid geweest van
provinciale staten.
Kijkend naar de raadscommissies waar de heer Sjef Raymakers deel van heeft uitgemaakt, blijkt dat hij een
voorliefde had voor financiën, het grondbedrijf, juridische zaken en cultuur.
Deze interesses heeft hij ook op het maatschappelijk vlak tot uitdrukking laten komen. De heer Sjef Raymakers
heeft veel functies bekleed. Zonder volledig te zijn noem ik er een aantal: voorzitter van het Wit Gele
Kruis, commissaris van woningbouwvereniging De Hoop, commissaris van het Helmonds Muziekcorps,
bestuurslid Leeszaal en Bibliotheek en medeoprichter en eerste voorzitter van de Rotary Helmond.
Voor zijn inzet en verdienste is de heer Sjef Raymakers op zijn zestigste verjaardag (12 maart 1970),
benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Wij gedenken Sjef Raymakers als een statig en gedistingeerd man met bijzondere karaktertrekken.
Ik wil u vragen om een moment van stilte en in uw gedachten stil te staan bij het overlijden van Sjef
Raymakers. Moge zijn familie de kracht vinden om het verlies te dragen.
(Hierop nemen de aanwezigen staande enige ogenblikken van stilte in acht.)
Nadat de aanwezigen weer zijn gaan zitten, spreekt de voorzitter als volgt:
Dames en heren! Bericht van verhindering is ingekomen van de heer den Breejen.
Blz. 1

1. Aanwijzing van een lid als bedoeld in artikel 16 van het reglement van orde 2002.
De VOORZITTER trekt nummer 5, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij mevrouw
Van Mierlo.
2. Vaststelling ontwerpagenda.
De ontwerpagenda wordt zonder stemming vastgesteld.
3. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 3 oktober 2006.
Deze notulen worden zonder stemming ongewijzigd vastgesteld.
4. Behandeling ingekomen stukken en mededelingen zoals vermeld op de bij deze agenda behorende lijst.
Mevrouw VAN MIERLO (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie zou graag ingekomen stuk 37, de brief van de
oudercommissie Dierdonk van 24 september inzake de kinderopvang in Dierdonk, ter behandeling aan de
commissie samenlevingszaken willen voorleggen.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! De fractie van Helder Helmond stelt voor de ingekomen stukken 38 (een
verzoek van de Monumentenwerkgroep Helmond d.d. 28 september 2006) en 42 (een brief van de
Heemkundekring Helmond met betrekking tot het behoud van enkele panden) op een of andere manier te
betrekken bij de bespreking in de vergadering van de commissie ruimtelijk fysiek. Onze fractie weet dat het
de bedoeling is deze stukken te behandelen in de commissie cultuur, maar wij zouden willen voorstellen ze
ook in de commissie ruimtelijk fysiek mee te nemen.
De VOORZITTER: Ik neem aan dat de ingekomen stukken 38 en 42 bij de leden van de commissie ruimtelijk
fysiek bekend zijn en automatisch bij de behandeling van dit punt in de commissie ruimtelijk fysiek aandacht
zullen krijgen. Ik denk dat wij dat niet expliciet hoeven uit te spreken. Desalniettemin is deze zaak nu nog
eens onder de aandacht gebracht.
Er wordt voorgesteld ingekomen stuk 37 in de commissie samenlevingszaken te bespreken. Ik neem aan dat
de raad zich daarin kan vinden.
Zonder stemming wordt, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen bij de ingekomen stukken 37, 38
en 42, met betrekking tot de ingekomen stukken en mededelingen besloten overeenkomstig hetgeen
daarover is voorgesteld.
5. Voorstel tot het vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant.
Raadsvoorstel 151.
6. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening Klachtenregeling 2006.
Raadsvoorstel 153.
7. Voorstel tot het vaststellen van een voorbereidingsbesluit en een zelfstandige projectprocedure art. 19, lid 1,
WRO voor de splitsing van een kavel, bouw van twee nieuwe woningen en de splitsing van een boerderij
aan de Rijt 3.
Raadsvoorstel 138.
8. Voorstel tot het vaststellen van het voorbereidingsbesluit Haeghensteijn.
Raadsvoorstel 148.
9. Voorstel tot het vaststellen van de overeenkomst Ruimte voor Ruimte.
Raadsvoorstel 152.
10. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het sluiten van een overeenkomst met Centraal
Beheer Achmea in het kader van het plaatsen van 300 jongeren zonder startkwalificatie op een leerbaan
(begrotingswijziging 29-2006).
Raadsvoorstel 130.
Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
Blz. 2

11. Voorstel tot het vaststellen van het tracé combinatiemasten Brandevoort (begrotingswijziging 31-2006).
Raadsvoorstel 149.
De VOORZITTER: Dames en heren! Het advies van de commissie ruimtelijk fysiek over het onderhavige
voorstel was unaniem. Het zou daarom een hamerstuk zijn, maar om technische redenen hebben leden van
de commissie middelen, ondersteuning en economie met betrekking tot dit voorstel een voorbehoud
gemaakt.
Mevrouw VAN MIERLO (VVD): Voorzitter! In de commissie middelen, ondersteuning en economie hebben
wij met betrekking tot het voorstel inderdaad een technisch voorbehoud gemaakt, maar na behandeling van
het onderwerp in de vergadering van de commissie ruimtelijk fysiek kunnen wij met deze zaak akkoord gaan.
Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
12. Voorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan Brandevoort II.
Raadsvoorstel 150.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! In de commissie ruimtelijk fysiek is besloten dat het onderhavige voorstel
unaniem zou worden goedgekeurd. De commissie vond dat het wat te snel zou gaan, als een dergelijk
verregaand bestemmingsplan als hamerstuk zou worden vastgesteld. Niet alleen de fractie van Helder
Helmond, maar ook de stad, het ambtelijk apparaat en iedereen die bij de voorbereiding van dit tweede
voorstel over deze parel in de gemeente Helmond is betrokken, zijn blij dat de kogel door de kerk is, zodat
de gemeente aan de slag kan gaan.
De heer ROEFS (CDA): Voorzitter! Het voorstel dat aan de orde is, behelst een afronding van het
masterplan. Brandevoort I is een succes geworden en de uitdaging is nu Brandevoort II ook te doen slagen.
Dit gebied is niet het gemakkelijkste gebleken wegens doorsnijdingen van spoorlijnen en
hoogspanningsleidingen en door de stankcirkels van agrarische bedrijven. Met deze zaken wordt door de
gemeente op een zorgvuldige manier omgegaan. De spoorlijn is met het nieuwe station een kans geworden.
De CDA-fractie kan instemmen met het woningbouwprogramma waarin ook ruimte is voor sociale
woningbouw.
Uit de zienswijzen komt naar voren dat veel mensen bezorgd zijn over de toekomst van hun woning c.q.
bedrijf. Voor die problematiek is in het plan volop aandacht. Wij dringen erop aan dat in het vervolg – tijdens
en na de onderhandelingen – met de positie van de aldaar gesitueerde bedrijven op een zorgvuldige manier
wordt omgegaan.
Wij wensen de betrokkenen alle succes bij de nadere uitwerking van dit bestemmingsplan.
De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Het bestemmingsplan Brandevoort II borduurt voort op het succes van
Brandevoort I. De PvdA-fractie is content met het voorliggende bestemmingsplan. In het plan is sprake van
25% betaalbare woningen, 15% sociale huurwoningen en 10% sociale koopwoningen. Onze fractie is van
mening dat deze getallen onderling nog mogen verschuiven, zolang er maar wordt vastgehouden aan 25%
betaalbare woningen.
Wij hebben in de vergadering van de commissie ruimtelijk fysiek een opmerking gemaakt om te bekijken of
er een goede fietsverbinding van Mierlo naar het station Brandevoort mogelijk is. Dat blijkt zo te zijn, dus
daarover zijn wij gerustgesteld. Het plan is groot en ingrijpend, maar het is vooral ook een prima plan.
De heer VAN HEUGTEN (wethouder): Voorzitter! Ik wil de raad danken voor de waardering die voor het
onderhavige voorstel en de inspanningen van de betrokken ambtelijke organisatie wordt uitgesproken. Ik wil
nog eens benadrukken dat in het voortraject – het overleg met de provincie, de waterschappen en alle
betrokkenen, alsmede het uitvloeisel van de MER – er een belangwekkende hoeveelheid werk aan het plan
is voorafgegaan. Er zijn in de Helmondse pers columnisten die dat feit niet onder ogen zien. Dit soort
plannen lijkt zich vanzelf te ontwikkelen, maar er ligt een hele wereld achter. Een aantal fracties heeft terecht
opgemerkt dat het voor Helmond belangrijk is dat de gemeente dit bestemmingsplan realiseert.
Ik zal de dank van de raad aan de ambtelijke organisatie overbrengen.
Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Blz. 3

13. Voorstel tot bestendiging van het voorkeursrecht op gronden gelegen in het ontwerpbestemmingsplan
Brandevoort II.
Raadsvoorstel 139.
Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14. Voorstel tot het vaststellen van het accommodatieknelpuntenonderzoek 2 e tranche en het beschikbaar
stellen van een krediet voor de geprioriteerde knelpunten.
Raadsvoorstel 133.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Onze fractie was in de commissie op zoek naar het advies van de Raad
voor de Sport. Dat is inmiddels aan de stukken toegevoegd. De fractie van Helmondse Belangen kan
derhalve met het voorstel instemmen.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! De fractie van Helmond Aktief draagt, zonder uitzondering, alle
sportverenigingen een warm hart toe. Helmond Aktief is bijzonder blij met het door het college opgezette
sportloket. Jarenlang heeft Helmond Aktief voor een sportloket gepleit. Het sportloket zal worden bemand
door één of meer professionals die in de ruimste zin van het woord verstand van sport en breedtesport
hebben.
Het onderhavige raadsvoorstel, lid 2, luidt: "Kennis te nemen van het advies van de Raad voor de Sport."
Helmond Aktief wil geen kennis nemen van het advies van de Raad voor de Sport. De Raad voor de Sport
wordt gehandhaafd als een extra bureaucratisch orgaan. Dat kost veel geld. Dat geld kan beter rechtstreeks
worden gebruikt om het sportloket nog professioneler te maken. Met het sportloket kan elke sportvereniging
in Helmond zijn voordeel doen. Daarbij komt nog dat men aangesloten is bij de landelijke sportbonden.
Wat voegt de Raad voor de Sport toe aan het Helmondse sportleven? Uit eigen ervaring kan ik zeggen:
niets! De Raad voor de Sport heeft geen structuur in zijn vergaderingen, geen kernpunten op de agenda en
voert geen gezamenlijk inkoopbeleid, bijvoorbeeld voor de aanschaf van doelnetten, kalk, speelballen et
cetera. De Raad voor de Sport komt ook zijn afspraken niet na.
De nieuwe structuur – een professioneel sportloket – maakt de Raad voor de Sport overbodig. Gezien het
feit dat lid 2 van het raadsbesluit het raadsbesluit mede samenvat, zal Helmond Aktief tegenstemmen.
De heer GROENENDAL (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie gaat akkoord met het voorstel. In de
raadscommissie is toegezegd dat er, onder andere op initiatief van de Raad voor de Sport, een
vervolgonderzoek naar knelpunten bij sportverenigingen komt. Dat onderzoek zou onze fractie ook willen
richten op de relatie tussen het aantal leden, de kosten en het ruimtebeslag van de voorzieningen. Dat
onderzoek zou criteria moeten opleveren voor beleid dat is aangepast aan de actuele ontwikkelingen. Met
deze gegevens is het mogelijk een nieuwe beleidsvisie te formuleren, waarin een relatie wordt gelegd tussen
demografische gegevens, het maatschappelijk belang van sport voor burgers en de beschikbaarheid,
omvang en kwaliteit van de sportvoorzieningen. Ik wil aan de wethouder vragen of hij kan bevestigen dat er
zo'n onderzoek komt.
De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! De heer Van Mullekom noemt de Raad voor de Sport
overbodig. Vooralsnog denkt het college daar anders over. De Raad voor de Sport adviseert B. en W.
Verder wil ik er niet op ingaan.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Ik dadelijk wel, voorzitter.
De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Van het niet-nakomen van afspraken door de Raad voor de
Sport ben ik niet op de hoogte.
De heer Groenendal wil graag dat er onderzoek gedaan wordt naar de relatie tussen het aantal leden van
een sportvereniging, de kosten en het ruimtebeslag. Het college is bezig met een nota Ruimte voor
sportaccommodaties. Het onderzoek dat de heer Groenendal wenst, wil ik daar op een later moment in
meenemen.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! In het voorjaar is Erica Terpstra in Helmond in het
Rabobankgebouw geweest. Daar werden toen o.a. de problemen bij Klein Arsenal aangekaart. De heer
Boetzkes – toen nog raadslid – zei bij die gelegenheid dat hij van mening was dat de Raad voor de Sport
overbodig was. Verschillende mensen zijn daar getuige van geweest.
Blz. 4

De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik was op dat moment wel degelijk wethouder. Ik heb toen
gezegd dat de Raad voor de Sport overbodig was in relatie tot een heel ander orgaan. Dat had te maken
met het gebruikersplatform dat ik met betrekking tot de WMO wilde instellen. Het college heeft in het kader
van de WMO te maken met adviserende instanties die wellicht in aantal te groot zijn. In dat verband heb ik
gezegd dat een en ander misschien anders zou moeten. Ik heb nooit gezegd dat de Raad voor de Sport weg
moest.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Indien gewenst, wil ik mensen oproepen die kunnen getuigen
dat de heer Boetzkes dat wel heeft gezegd.
De VOORZITTER: Het lijkt mij dat wij hier over problemen van een heel andere aard spreken.
Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De heer Van Mullekom verkrijgt op zijn verzoek aantekening in de notulen, dat hij zich met de genomen
beslissing niet heeft verenigd.
15. Voorstel om akkoord te gaan met de verzelfstandiging van het Halt-bureau Helmond e.o. in de stichting Halt
Oost-Brabant.
Raadsvoorstel 134.
De heer GROENENDAL (PvdA): Voorzitter! De fractie van de PvdA gaat akkoord met de verzelfstandiging
van Halt. In de aan de raadscommissie voorgelegde toelichting op het onderhavige besluit stond nog een
paragraaf over de na verzelfstandiging van Halt vrijkomende financiën. In het voorliggende voorstel is de
desbetreffende paragraaf weggelaten. Ik neem aan dat het college ervan uitgaat dat, zoals in de raad is
afgesproken, vrijkomende middelen naar de algemene middelen gaan en dat dit punt daarom niet in het
besluit hoeft te worden opgenomen.
In het voorstel wordt niet vermeld welke werkzaamheden Halt de komende vier jaar gaat doen. De dienst
zegt dat de werkzaamheden van de afgelopen jaren gewoon zullen doorgaan en dat er, nadat
verzelfstandiging een feit is, bij de aanbesteding over vier jaar nieuwe contracthandelingen zullen
plaatsvinden. Dit betekent dat Halt Oost-Brabant vier jaar de gelegenheid krijgt om de organisatie op orde te
krijgen. Dat is veel vrijheid. Reorganisaties verlopen echter meestal niet probleemloos. Daarom wil ik de
wethouder om de toezegging vragen of hij de komende vier jaar de vinger aan de pols houdt en of hij
zonodig met aanvullend beleid en met financiën voor preventietaken wil komen als daar, naar aanleiding van
actuele maatschappelijke ontwikkelingen en de evaluatie van Halt, reden toe is. Ik vraag dit mede, omdat
nog geenszins helder is welke organisatorische en praktische gevolgen de ontwikkeling van een
Veiligheidshuis in Helmond zal hebben voor de uitvoering van preventietaken in het kader van integraal
jeugdbeleid en integraal veiligheidsbeleid.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! In de vergadering van de commissie
samenleving kon de fractie van de HSP zich vinden in de aanvulling die de PvdA-fractie daar op het onderhavige
besluit voorstelde. Nu de zaak anders is gelopen, heeft onze fractie daar contact over gehad. Ik kan
mij erin vinden dat een en ander over vier jaar nog eens wordt bekeken, om te zien wat er noodzakelijk is.
Dat betekent dat ook ik in de commissie samenleving een voorbehoud had gemaakt.
De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Gevraagd wordt om de vinger aan de pols te houden en een
evaluatie na vier jaar over de preventietaken met betrekking tot de jeugd…
De heer GROENENDAL (PvdA): Volgens mij wordt er ieder jaar een jaarverslag gemaakt en wordt er
gemonitord.
De heer BOETZKES (wethouder): Ik neem aan dat het verslag ieder jaar in de raad wordt besproken.
De heer GROENENDAL (PvdA): Het is prettig als dat gebeurt. Ik wil echter dat er conclusies aan worden
toegevoegd, aan de hand waarvan de raad kan zeggen of wij het van belang vinden dat er nog nieuwe
dingen gebeuren.
De VOORZITTER: Het jaarverslag van Halt wordt ter kennis gebracht van de commissie algemene en
bestuurlijke aangelegenheden. Wij zullen ook andere zaken evalueren als het Veiligheidshuis een aantal
Blz. 5

jaren functioneert. De raad heeft altijd de ruimte om daar nader richting aan te geven bij het stellen van
prioriteiten. Er zijn vele momenten waarop prioriteiten kunnen worden uitgesproken.
De heer GROENENDAL (PvdA): Mijn angst is dat het geld straks weg is en dat er dan een probleem
ontstaat, omdat het werk dan niet meer kan worden gedaan.
De VOORZITTER: Geld is niet zomaar weg. U kunt altijd zien waar het naar toe gaat.
Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
16. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de noodopvang van vreemdelingen zonder recht op
voorzieningen (begrotingswijziging 24-2006).
Raadsvoorstel 135.
De heer DAMEN (VVD): Voorzitter! De VVD-fractie heeft bij het onderhavige voorstel een voorbehoud
gemaakt. Het is voor onze fractie onduidelijk wat in deze kwestie de positie van de gemeente precies is,
gezien de inbreng van het rijk in deze materie. Voor ons geldt nog steeds dat de mensen die geen recht
hebben in Nederland te verblijven, ook geen recht hebben op voorzieningen. Toch begrijpen wij dat een
aantal van deze mensen tussen de wal en het schip raakt. Daarom gaan wij, om humanitaire redenen en om
negatieve nevenverschijnselen te voorkomen, akkoord met het voorstel.
Wij willen desalniettemin twee dingen onder de aandacht van het college brengen.
1. De VVD-fractie hecht zeer aan het substantieel afbouwen van deze subsidie, zoals bij de beantwoording
van de vragen met betrekking tot de begroting 2007 (die nog aan de orde komt) in eerste instantie door
het college is beloofd. Wij zullen daar in de toekomst, zoals men dat van ons is gewend, streng op
toezien.
2. De VVD-fractie vraagt het college via de VNG de problematiek rond de opvang van deze mensen bij het
rijk onder de aandacht te blijven brengen.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! Met betrekking tot het voorstel dat aan de orde
is, heeft de HSP-fractie geen voorbehoud gemaakt, maar dat neemt niet weg dat ik de behoefte voel om
“Chapeau!” te zeggen tegen de mensen die ons in de commissie goed hebben geïnformeerd en de dingen
duidelijk hebben uitgelegd. Wij waren daar zeer tevreden over.
De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp dat mevrouw De Voogd doelt op de insprekers van
de Stichting Vluchteling Als Naaste (VAN). Ik ben heel blij met haar woorden, want ik heb zelf veel respect
voor deze club.
De heer Damen vraagt naar de substantiële…
De heer DAMEN (VVD): Ik heb geen vragen gesteld, maar opmerkingen gemaakt. Daartussen bestaat
verschil.
De heer BOETZKES (wethouder): Over de substantiële afname van de subsidie voor vreemdelingen die
zonder recht op voorzieningen in de noodopvang zitten, zijn binnen het college afspraken gemaakt. Deze
opdracht heb ik overgebracht naar de Stichting VAN. Er wordt aan gewerkt.
Met het onder de aandacht brengen van deze problematiek bij het rijk via de VNG, is het college druk bezig.
Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
17. Voorstel tot het vaststellen van de Marktverordening 2006 en het Implementatieplan kwaliteitsimpuls markt
en warenmarkt.
Raadsvoorstel 132.
De VOORZITTER: Dames en heren! Voor het agendapunt dat aan de orde is, hadden zich twee insprekers
gemeld, maar zij hebben zich teruggetrokken.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Er is hard gewerkt om in het kader van de kwaliteitsimpuls centrum ook
de Markt mee te nemen. In het verleden werd de Markt ook wel de huiskamer van de stad genoemd. Twee
wethouders hebben zich daar sterk voor gemaakt. In die zin kan men zich afvragen of over tien jaar een
tegen die tijd hopelijk nieuwe raad zich weer met de Markt bezig zal houden. Hopelijk gebeurt dat niet, want
dan zal de burger zich afvragen of er niet vele miljoenen de Markt in gaan. Dat zou voor de kwaliteitsimpuls
Blz. 6

wel leuk zijn, maar laten wij hopen dat dit voorlopig de laatste impuls is, behalve als er wat vernieuwingen
nodig zijn.
De fractie van Helder Helmond wil zich beperken – omdat wij in het voorgaande traject zeer uitvoerig met
deze zaak zijn bezig geweest – tot de openstelling die is verlengd van 12.30 uur tot 16.00 uur. Dit is ook het
heikele punt van het voorstel. Door het college is – na een evaluatie – de openstelling tot 16.00 uur
voorgesteld als opmaat naar 17.00 uur.
De VOORZITTER: De heer Rieter mag dadelijk, zoals hem goeddunkt, rustig zijn verhaal doen. Echter, hij
moet weten het punt dat hij noemt, thans niet ter besluitvorming voorligt. Wat ter besluitvorming voorligt, zijn
de Marktverordening 2006 en het Implementatieplan kwaliteitsimpuls…
De heer SMITS (HB): Voorzitter! De openingstijden staan expliciet in artikel 1 van de Marktverordening
2006.
De VOORZITTER: Het is bij wet geregeld dat het vaststellen van de openings- en sluitingstijden behoort tot
de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van het college. In artikel 160 van de Gemeentewet staat dit
expliciet vermeld.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Dat vind ik prima, maar dan heb ik als raadslid – ik heb een en ander al in
mijn brief van september jl. gesteld – het gevoel dat ik tot maart 2010 bezig kan zijn om te bekijken of de
raad wat deze zaak betreft kan meedenken.
Voorzitter, u weet drommels goed dat de sluitingstijd van de markt een onderwerp is dat in de stad leeft.
Sterker nog, het onderwerp heeft recentelijk nog in de media aandacht gekregen doordat ondernemers
hierover een petitie hadden opgesteld. Ik vind overigens dat de toon en de teneur daarvan voor de
marktkooplui ronduit schofferend is.
Ik roep de raad op het probleem dat nu ter sprake is, gezamenlijk te tackelen. Als de raad daartoe vanavond
een initiatiefvoorstel had moeten indienen, dan betreur ik dat ten zeerste, want dan heb ik het gevoel dat ik
door het college of door anderen dom wordt gehouden. Gezien de commissievergadering is het duidelijk dat
er een probleem rondom de vaststelling van de nieuwe sluitingstijd voor de markt is. Het college moet in dit
geval de raad de weg wijzen en aangeven hoe deze zaak op een ander moment kan worden geregeld.
Gehoord de opmerking van de heer Smits, beluister ik dat hij het met mij eens is dat over deze zaak
vanavond moet worden gesproken. Mijn vraag is of de overige raadsleden het daarmee eens zijn. Anders
kan de raad beter zijn mond houden, want dan heeft vergaderen verder weinig zin.
De VOORZITTER: Ik ontneem de heer Rieter op dit punt het woord niet en ik houd hem ook niet voor een
domoor. Echter, uit zijn brief van 22 september jl. valt te citeren: "De uitvoering is gemandateerd aan het
college." Ik moet derhalve concluderen dat de heer Rieter weet dat deze zaak aan het college is
gemandateerd.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Los van het feit dat deze zaak aan het college is gemandateerd, vind ik
dat de raad hierover een uitspraak moet doen.
De VOORZITTER: Ik heb niet gezegd dat de heer Rieter over deze zaak geen mening mag hebben. Ik heb
gezegd dat de kwestie van de openings- en sluitingstijden van de markt niet ter besluitvorming aan de raad
voorligt.
De heer RIETER (HH): Er staat heel expliciet in het voorstel dat 16.00 uur de sluitingstijd van de markt is. De
fractie van Helder Helmond vindt – en wij hebben tijdens de afgelopen commissievergadering begrepen dat
meer fracties onze mening delen – dat de sluitingstijd van de markt 15.00 uur zou moeten zijn. Dat doet
recht aan het overleg dat in het verleden is gevoerd met onder andere de marktadviescommissie. Dat zou
tevens de Helmondse markt voor wat het tijdstip van sluiting betreft in overeenstemming brengen met
markten in andere steden. Ik wil hierop inzetten en bekijken of de raad het in meerderheid met mij eens is.
Als de raad besluit de verordening vast te stellen in de vorm waarin deze aan de raad voorligt, dan huldigen
wij het democratische principe en leggen wij ons daarbij neer. Wij zijn echter voornemens een amendement
in te dienen, waarin expliciet wordt gevraagd de sluitingstijd van de markt op 15.00 uur te stellen.
De VOORZITTER: De heer Rieter heeft mij nog steeds niet horen zeggen dat er iets verkeerd is aan zijn
bijdrage. Niettemin houd ik eraan vast aan dat wat ik heb gezegd, ook niet verkeerd is.
Blz. 7

De heer KUYPERS (SDH-OH): Voorzitter! De SDH-OH-fractie begrijpt niet waarom de sluitingstijd van de
markt is gewijzigd van 17.00 uur naar 16.00 uur. Hoeft dat feit ook niet meer ter sprake te komen?
De VOORZITTER: De heer Kuypers krijgt dadelijk op zijn vragen antwoord van de desbetreffende
portefeuillehouder.
De heer KUYPERS (SDH-OH): Hebt u mijn vraag wel goed begrepen, voorzitter?
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Nu gaat het zelfs mij duizelen. Ik begrijp dat het vaststellen van de
openingstijden van de markt een delegatiebevoegdheid is van het college.
De VOORZITTER: De openingstijden van de markt zijn niet gedelegeerd. De bevoegdheid van het college
om deze tijden vast te stellen, is bij Gemeentewet geregeld, in artikel 160.
De heer FERWERDA (D66): Prima. Een en ander houdt niet in, dat de gemeenteraad geen oordeel zou
kunnen hebben over het besluit dat het college ten aanzien van dit punt heeft genomen. Het zou zelfs zo
kunnen zijn dat argumenten van de raad het college doen besluiten het besluit over de openingstijden van
de markt te herzien.
De VOORZITTER: Dat is allemaal correct.
De heer FERWERDA (D66): Derhalve past het over dit onderwerp te discussiëren, anders voel ik mij – met
anderen – voor de gek gehouden. In de commissie ruimtelijk fysiek ging het heel expliciet over de markt en
de sluitingstijd ervan. Het college had dat onderwerp niet hoeven te behandelen, als de raad er toch niets
over mag zeggen.
De VOORZITTER: Laat ik vooropstellen dat de raad nooit door het college voor de gek wordt gehouden. Ik
heb alleen duidelijk willen maken wat ik heb tegen de formulering van de heer Rieter dat vanavond de
openings- en sluitingstijden van de markt ter besluitvorming voorliggen. Dat is niet het geval. Ik heb ook
expliciet gezegd dat de heer Rieter over deze zaak wel een mening mag hebben.
De heer FERWERDA (D66): Dan zijn wij het weer helemaal met elkaar eens.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ondanks dat er vanavond over deze zaak geen besluit wordt genomen,
wil ik proberen vanavond toch tot een raadsuitspraak te komen, waardoor de sluitingstijd van de markt van
16.00 uur naar 15.00 uur zou kunnen worden verschoven. Ik heb daar de volgende motieven voor:
1. De marktadviescommissie, een adviescommissie van het college, heeft unaniem 15.00 uur als
sluitingstijd voorgesteld. Het college heeft dat advies helaas niet overgenomen, maar wel is de
sluitingstijd van 17.00 uur naar 16.00 uur verschoven.
2. Wij hadden het college daarover inmiddels een brief geschreven en daar hebben wij vandaag antwoord
op gekregen. Dit antwoord behelst een verduidelijking dat met de keuze voor 16.00 uur zoveel mogelijk
tegemoet wordt gekomen aan alle belangen, niet in de laatste plaats aan die van de bezoekers en de
consument in het centrum van Helmond. Dat is vanzelfsprekend prima, maar er zijn ook mensen die al
sinds jaar en dag - en misschien al sinds eeuwen - op de markt dan wel Markt te vertoeven. De markt
en de Markt zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als door ondernemers wordt gezegd dat de
ambulante handel tot 17.00 uur mag blijven en anders weg zou moeten, dan vind ik dat een vrij brutale
en zelfs schofferende uiting.
3. Verder heeft er in het Eindhovens Dagblad van 9 oktober jl. een overzicht gestaan van alle markten die
tot 17.00 uur open zijn. Daaruit blijkt dat de meeste markten veel later beginnen, sommige om 10.00 uur,
maar de meeste pas om 11.00 of 12.00 uur, of nog later. Er zijn in deze regio inderdaad markten die tot
17.00 uur open zijn, maar die beginnen later. Onze fractie zou de laatste zijn om te vragen of de markt in
Helmond later zou moeten beginnen, want die moet, zo vinden wij, al om 8.30 uur open gaan.
4. Helder Helmond is op 23 september jl., naar aanleiding van het voornemen van het college om de markt
voortaan om 16.00 te sluiten, de markt op geweest en heeft daar – geheel onwetenschappelijk – de
mensen aangesproken en gevraagd wat men van 16.00 of 15.00 uur als sluitingstijd vond. Massaal koos
men voor 15.00 uur en sommigen zeiden zelfs spontaan een openstelling tot 12.30 uur lang genoeg te
vinden. Onze fractie is zich ervan bewust dat de gevolgde methode van interviewen onwetenschappelijk
is. Zeker is dat de mensen die niet naar de markt komen, niet zijn gehoord. Echter, als deze mensen
zouden worden geënquêteerd, is de vraag of zij daarna wél zullen gaan.
Blz. 8

5. Een probleem dat wij onderkennen en dat ik ook in de commissie middelen, ondersteuning en economie
heb genoemd, is het schoonmaken van de markt. Dat is een probleem dat nadrukkelijk wordt
gesignaleerd. De overlast die daardoor ontstaat, moet worden opgelost en zou worden opgelost als de
markt tot 17.00 of 16.00 uur duurt. Het blijkt dat het opruimen van het marktgebeuren om 12.30 uur
begint op de Koninginnewal en de Ameidewal en pas het laatst plaatsvindt op de Markt zelf. Wellicht zou
de oplossing van dit probleem zijn, indien met het schoonmaken op de Markt zou worden begonnen. Dat
zou moeten worden uitgeprobeerd alvorens tegen de marktkooplui een draconische maatregel te nemen
als de markt tot 16.00 uur openstellen.
Een en ander is voor ons reden om een amendement in te dienen. Daarin komt zowel het schoonmaken van
de Markt als het verschuiven van de sluitingstijd naar 15.00 uur aan de orde.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik heb de heer Rieter willen helpen door te zeggen dat de kwestie van
de sluitingstijd van de markt niet ter besluitvorming voorligt. Een uitspraak daarover van de raad kan daarom
alleen bij motie worden verkregen. Het wordt dus een motie, waarvan, naar ik aanneem, de tekst
gelijkluidend blijft.
De motie luidt als volgt:
"Motie inzake de vaststelling van de Marktverordening 2006 en het Implementatieplan.
De gemeenteraad van de gemeente Helmond in vergadering bijeen op 7 november 2006
Overwegende
1. Dat de afgelopen maanden zorgvuldig is gewerkt aan de voorbereiding ter
vaststelling van voornoemde verordening en plan;
2. Daarbij nadrukkelijk de mening van de Marktadviescommissie is gevraagd;
unaniem is geadviseerd om maximaal de eindtijd van de zaterdagse
weekmarkt tot 15.00 uur te verlengen;
3. Na een evaluatie over een jaar in overleg met partijen te bezien of de eindtijd
verder opgerekt kan worden naar 17.00 uur of zelfs teruggebracht kan
worden naar een eerder tijdstip;
4. En het opruimen van de marktkramen op de Markt verbetering behoeft.
Verzoekt het college
1. De eindtijd van de wekelijkse zaterdagmarkt te bepalen op 15.00 uur;
2. Voortaan te beginnen met het opruimen van de marktkramen op de Markt en
daarna pas op de Koninginnewal en Ameideplein.
En gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie is ondertekend door de heren Rieter en Van Bokhoven.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik wil echt niet verder ingaan op het gehakketak of de openings- en
sluitingstijden door het college dan wel door de gemeenteraad worden bepaald, maar als wij raadsbesluit 1
lezen, dan besluit de raad vanavond het volgende:
1. in te trekken de Marktverordening 1995, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 5 september 1995, bijlage
141;
2. Vast te stellen de Marktverordening 2006.
Het college beroept zich op artikelen uit de Gemeentewet. Ik denk echter dat juristen eens moeten
nakijken hoe het college de stukken samenstelt, want de door mij genoemde punten staan duidelijk in
het raadsvoorstel.
De VOORZITTER: Sedert 1995 is er het een en ander gebeurd. Er is een duaal systeem gekomen. Door de
Gemeentewet is geregeld hoe de verantwoordelijkheidsverdeling ligt. Ik heb zo-even artikel 160 genoemd. In
artikel 1, lid h, staat dat de warenmarkt krachtens een besluit van het college van B. en W. op een bepaalde
plaats, dag en tijd wordt gehouden.
De heer SMITS (HB): Als ik daar het raadsbesluit naast leg – het is vanzelfsprekend voer voor juristen –
staat daar duidelijk: "De raad van de gemeente Helmond, gezien het voorstel van Burgemeester en
Wethouders van de zesentwintigste september jl., gelet op de bepalingen van artikel 147, lid 1, en artikel
149 van de Gemeentewet, besluit…" Deze artikelen zouden ook eens bij de besluitvorming over deze zaak
moeten worden bekeken.
De VOORZITTER: Er kan pas een nieuwe verordening worden vastgesteld, als de oude wordt ingetrokken.
Als de raad de nieuwe verordening niet vaststelt, blijft de oude gewoon van kracht.
Blz. 9

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik heb, evenals de heer Rieter, hetzelfde gevoel als mogelijk ook anderen
hier in de zaal hebben, want in de commissievergadering is uitgebreid bij dit agendapunt stilgestaan, vooral
bij het punt van het verschuiven van de sluitingstijd van de markt. Een tweetal insprekers deed zijn best in de
commissievergadering uit te leggen dat het voorliggende voorstel voor de marktkooplieden niet acceptabel
was. Maar zoals wij als commissieleden merkten, waren de twee wethouders niet van hun voetstuk te
krijgen; hun voorstel moest en zou de eindstreep halen. Dat het met onwillige honden slecht hazen vangen
is, weten wij allemaal. Als de raad het voorstel van het college aanneemt, dan zal dat door de marktkooplui
niet met luid gejuich worden ontvangen. Overigens ook niet door de winkeliers in het centrum, zoals gisteren
in de krant stond, want die willen liever dat de markt tot 17.00 uur open blijft. Ik denk zelfs dat sommigen het
voorstel niet zullen uitvoeren en voor eigen rechter zullen gaan spelen. Ik heb ook al signalen opgevangen
dat sommigen zullen afhaken.
Voorzitter! Het gaat om een meningsverschil van een uurtje. Moeten wij daarvoor vrezen en onze markt op
het spel zetten? De markt was en is de trekker van het centrum. Een trekker, waardoor op zaterdagochtend
winkeliers maar liefst 60% van hun wekelijkse omzet halen. De markt is een van de beste Helmondse
evenementen. De markt is stadspromotie pur sang.
Nu de markt een nieuwe ondergrond en een nieuwe opstelling heeft gekregen, moet de gemeente niet al te
drammerig zijn en niet moeilijk doen. Maar niet elke verandering is een verbetering. Wat ons betreft zou de
gemeente zich achter de marktkooplieden moeten scharen. Uiteindelijk maken die de markt uit. De
gemeente moet faciliteiten bieden, zodat de kooplieden de markt kunnen maken tot de markt zoals wij die
van vroeger kennen: gezellig, met goede waar en uitnodigend. Volgens de fractie van Helmondse Belangen
zetten wij die goede zaken door dit conflict onnodig op het spel. Dat is ons de inzet van het conflict absoluut
niet waard.
Ik zei al dat elke verandering nog geen verbetering is. Helmondse Belangen streed ooit voor het behoud van
het Helmondse gemeentewapen. Onze slogan was toen dat wij het gemeentewapen moesten houden zoals
het was. Wij zijn blij dat het gemeentewapen is gebleven. Als wij het resultaat zien van de combinatie
huisstijl en gemeentewapen, dan denken wij daar goed aan te hebben gedaan. Misschien moet iets
soortgelijks voor de markttijden gaan gelden, met daarbij de gedachte dat iedereen eerst aan de nieuwe
opstelling van de markt en de herinrichting moet wennen. Er moet worden geprobeerd rust in de tent te
krijgen, want zoals het nu gaat, gaat het niet goed.
Wij weten best dat de leidinggevenden van het centrummanagement de vooruitstrevendste Helmonders van
het jaar zijn, maar als wij nu zouden moeten kiezen, dan zouden wij kiezen voor de marktkooplieden en niet
voor het voorstel van het college.
De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Vooropgesteld dat de VVD-fractie akkoord gaat met de raadsbesluiten 1
en 2, wil onze fractie toch graag aandacht vragen voor een tweetal punten.
1. Wij zouden graag zien dat, als de markt om 16.00 uur sluit, het opruimen en schoonmaken pas vanaf
16.00 uur plaatsvindt en dat er handhavend wordt opgetreden als deze regel niet wordt nageleefd. Deze
regel bevordert de leefbaarheid van de markt en komt het winkelend publiek ten goede.
2. Wij nemen aan dat bij de evaluatie, over een jaar, de verkeersveiligheid tijdens het afbreken van de
kramen en het schoonmaken van de Markt wordt betrokken.
De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie kan met de onderhavige verordening instemmen. Onze
fractie wil uiteraard de marktmensen niet schofferen. Een discussiepunt is of het verschuiven van de
sluitingstijd meer omzet oplevert. Dat zal na een jaar moeten worden bezien.
In Den Bosch is vijf jaar geleden een soortgelijke discussie gevoerd. Daar heerste destijds een enorme
weerstand onder de marktmensen tegen het verschuiven van de sluitingstijd. Ik heb onlangs in Den Bosch
met een aantal van hen over deze zaak gesproken en men zei dat het verschuiven van de sluitingstijd
voldoende omzet heeft opgeleverd. Ik hoop dat het in Helmond ook zo zal zijn. Uit onderzoeken blijkt dat er
mensen zijn die 's middags naar de markt zouden willen, omdat ze daar 's ochtends geen tijd voor hebben.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Hoewel de openstelling van de markt een bevoegdheid van het college
is, is de sluitingstijd het hete hangijzer van het onderhavige voorstel. Dat is begrijpelijk, als je ingekomen
stuk 35 leest. Ingekomen stuk 35 is een petitie die door dertig winkeliers is ondertekend. Deze winkeliers
doen in deze petitie opvallend harde en scherpe uitspraken. Het is een uitgebreid stuk, maar de teneur ervan
is dat de sluitingstijd van de markt 17.00 uur moet zijn. Zo niet, dan moet de markt uit het centrum van
Helmond verdwijnen.
De SP-fractie vond dit een dermate scherpe opstelling, dat wij afgelopen zaterdag een aantal
ondertekenaars van de genoemde petitie hebben bezocht. De namen van de ondertekenaars werden in een
aanhangsel van de petitie vermeld. Wij hebben in totaal acht ondernemers bezocht, waarvan er zeven de
Blz. 10

petitie ondertekend hadden en één ondernemer dat niet gedaan had. Wij waren nieuwsgierig waarom deze
ondernemer de petitie niet had ondertekend.
Het viel ons op dat van de zeven ondertekenaars niemand de petitie volledig onderschreef. Er waren er
hoogstens twee – ik wil geen namen noemen – die de stellingname die in de petitie werd verwoord enigszins
konden steunen, maar die lang niet zo ver wilden gaan dat de markt uit het centrum van Helmond zou
moeten verdwijnen als die niet om 17.00 uur zou sluiten. Sterker nog, wij constateerden dat een aantal
winkeliers zich van de stellingname uit de petitie distantieerde, hoewel hun naam met bedrijfsstempel er
onder stond. Nog sterker is, dat sommige van de ondervraagde winkeliers de petitie helemaal niet hadden
gelezen.
Deze gang van zaken heeft ons heel erg verbaasd. Onze conclusie is, dat deze handtekeningenactie geen
eerlijk beeld geeft van wat er bij de ondernemers leeft. Wat er bij hen wel leeft, is veel genuanceerder. Eén
ondernemer op de Markt zei ons er geen problemen mee te hebben wanneer de markt tot 12.30 uur open
blijft en de situatie gewoon blijft zoals deze nu is.
De marktkooplui zelf hebben twee bezwaren. Het belangrijkste daarvan is dat zij denken dat als zij daar
langer staan – tot 16.00 uur – zij de extra kosten daarvan niet kunnen terugverdienen. Zij zeggen dat, als het
Helmondse centrum zo veel publiek zou kunnen trekken, de openstelling tot 16.00 uur al jaren een feit zou
zijn geweest. De marktkooplui vinden de verschuiving van de sluitingstijd van de markt derhalve een veel te
groot risico. Het andere bezwaar behelst sociale overwegingen.
Als wij al deze zaken overzien, de reacties die wij de afgelopen zaterdag van zeven ondernemers hebben
gekregen en ook de bezwaren van de marktkooplui, dan is onze conclusie dat de beste oplossing is de zaak
te laten zoals die nu is.
Van veel winkeliers hebben wij te horen gekregen, dat zij overlast ondervinden van het opruimen van de
markt. Wij denken dat het mogelijk moet zijn het opruimen van de markt sneller, efficiënter en beter te laten
verlopen. Als aan dat probleem serieus een mouw wordt gepast en de openingstijden zouden blijven zoals
ze nu zijn, dan denken wij dat er veel problemen zouden zijn opgelost en dat er veel onderlinge
tegenstellingen zouden zijn weggenomen.
Tot slot een opmerking over de procedure. Ik begrijp dat op het moment dat deze zaak uitgebreid in de
commissie is besproken, het college nog geen besluit over het verschuiven van de sluitingstijd van de markt
had genomen. Het college heeft de behandeling in de commissie afgewacht. Daarom vind ik het heel raar
dat het college, alvorens het genoemde besluit te nemen, niet ook de bespreking van deze zaak in de raad
heeft afgewacht. Op deze constatering zou de SP-fractie graag een reactie willen krijgen.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Vanavond stelt de raad de Marktverordening 2006 en het
Implementatieplan kwaliteitsimpuls vast. Met de Marktverordening is de D66-fractie akkoord. Met betrekking
tot het Implementatieplan hebben wij de volgende opmerkingen.
De discussie rond het Implementatieplan van de markt en de warenmarkt is teruggebracht tot een discussie
over de vraag tot hoe lang de zaterdagmarkt in Helmond moet duren: tot 12.30 uur, 15.00 uur, 16.00 uur of
17.00 uur. Daarover bestaat tussen belanghebbenden geen overeenstemming. Grof gezegd zijn de
marktkooplui voor handhaving van de huidige regeling (markt open tot 12.30 uur), zijn de winkeliers voor een
dagmarkt (tot 17.00 uur), is het college voor een tussenoplossing (tot 16.00 uur), is een minderheid in de
raad voor een uurtje minder dan het college (tot 15.00 uur) en vindt het publiek het allemaal wel best. In
ieder geval bestaat er onder de burgers geen meerderheid die staat te springen om een verlenging van de
markttijden.
De argumenten die de diverse partijen naar voren brengen, zijn verschillend. De meerderheid van de
marktkooplui denkt met de verlenging van de duur van de markt geen stuiver méér te verdienen, maar wel
meer kosten kwijt te zijn en in ieder geval meer tijd. De winkeliers zien in een dagmarkt een mogelijkheid om
hun omzet te vergroten. Het college denkt met een dagmarkt de aantrekkelijkheid van Helmond als
winkelstad te vergroten en daarmee het stadshart te versterken. Uit onderzoek blijkt dat met de komst van
een dagmarkt het wekelijks bezoek aan de markt beperkt zal groeien. Het is dus maar de vraag of een
verlenging van de markttijden zoveel bijdraagt aan de gewenste versterking.
De operatie upgrading van het winkelcentrum nadert zijn voltooiing en wij moeten constateren dat deze in
fysieke zin, ondanks de nodige scepsis die wij in het begin hadden, een succes is geworden. Je loopt met
plezier in het centrum rond en je mist – en dat is ook prettig – de middagmarkt nog niet. Het college verwerpt
de suggestie van een deel van de raad om het compromis van 15.00 uur te omarmen, omdat dan de markt
zal worden geruimd op een tijdstip dat het meeste publiek in de stad rondloopt. Dat vindt onze fractie een
argument dat hout snijdt. Of dit argument niet zal gelden als er een uurtje later zal worden geruimd en
geveegd, is voor ons zeer de vraag.
Onze conclusie is, dat er op dit moment onvoldoende draagvlak is om tot een dagmarkt te komen. Wij
constateren dat met spijt. Maar wij zien uiteindelijk ook veel nadelen in de compromissen die zijn voorgesteld
Blz. 11

en wij hebben grote vraagtekens bij de vermeende positieve impulsen die het verlengen van de markttijden
op het koopgedrag van mensen zouden hebben. Die relatie is er een-twee-drie niet te leggen.
Alles overwegende, adviseren wij het college de huidige markttijden te handhaven, maar zijn streven naar
een dagmarkt niet op te geven. Voor het realiseren daarvan moet onzes inziens echter worden gezocht naar
nieuwe formules die ruimte laten voor differentiatie, die zowel het aanbod zelf als de tijdstippen waarop het
wordt aangeboden betreft. Maar het is helaas nu niet het moment dit ter discussie te stellen, gezien de
gegeven patstelling. Het slechtste dat kan worden gedaan, is het nu doordrukken van een plan waar
uiteindelijk niemand gelukkig mee is.
De heer KUYPERS (SDH-OH): Voorzitter! In de eerste plaats moet ervan worden uitgegaan dat de
upgrading van de Markt een enorm succes is geweest. Iedereen die daar nu rondloopt, is uiterst tevreden.
De SDH-OH-fractie heeft kunnen vaststellen dat over een paar maanden zelfs de doeken aangepast gaan
worden, zodat het aanzicht van de Markt nog zal verbeteren.
Wat is eigenlijk een dagmarkt? Natuurlijk moet de Marktverordening worden aangepast, want 1995 is lang
geleden. Houdt die aanpassing in dat de dagmarkt tot 15.00 uur, tot 16.00 uur of tot 17.00 uur duurt? Een
dagmarkt is voor onze fractie een markt die 's ochtends om 7.30 uur of 8.00 uur begint en tot 14.00 uur
duurt. Dat is een hele werkdag. Om 6.00 uur moeten de marktkooplui al gaan rijden om tijdig op de markt
aanwezig te kunnen zijn. Waarom zou de raad nu in allerijl op het voorstel van het college moeten besluiten
om de sluitingstijd te verschuiven van 17.00 uur naar 16.00 uur – dat is twee keer een half uur – en waarom
is de wens van de marktkooplui, de mensen die er moeten werken – vijf keer een half uur – onvoldoende?
Dat begrijp ik niet.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! De fractie van de HSP heeft natuurlijk wel
begrepen dat de bedoeling van het besluit letterlijk is wat er in het besluit staat. Ik ben het echter met de
collega's in de raad eens dat wij, nadat wij in de commissie samenlevingszaken heel uitvoerig over deze
zaak hebben gesproken, ook in deze raadsvergadering iets over het nu voorgelegde besluit mogen zeggen.
De commissievergadering hoeft beslist niet te worden overgedaan.
Met name de marktkooplieden, na alles wat zij bij de discussie over de eindtijd van de markt hebben
gehoord, zullen zich afvragen wie nu toch voor welke parochie staat te preken. Voor de marktkooplui is het
onbegrijpelijk wat raad en college nu doen.
In het Eindhovens Dagblad stond: Eindtijd markt 17.00 uur, of anders in Helmond maar geen markt meer.
Dan vraag ik mij af waar in Helmond het respect voor de medemens blijft.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Deze zaak is uitvoerig in de commissie besproken. Er zijn toen
ongeveer dezelfde argumenten aangevoerd die nu worden genoemd. Het college heeft dit onderwerp,
samen met de marktkooplieden en met het centrummanagement, uitvoerig besproken. Het college heeft in
deze zaak ook zeer overwogen gehandeld. Uiteindelijk heeft het college een standpunt ingenomen; niet
alleen over de openingstijden, waar de zaak zich nu op toespitst, maar over het geheel. Er is een complete
kwaliteitsslag geweest. Sommige raadsleden hebben daar in hun betoog melding van gemaakt. De
kwaliteitsslag wordt door de bezoekers van de markt als zeer positief ervaren. Ik denk dat dit gegeven op
zichzelf al een compliment voor mijn voorganger is. Raad en college hebben de intentie gehad – dat is in
januari duidelijk uitgesproken – in de richting van een dagmarkt te werken. In de “Visie op de Markt en
warenmarkt” staat vermeld dat gestreefd wordt naar een sluitingstijd van de warenmarkt om 17.00 uur. Dat
streven probeert het college ten uitvoer te leggen. Dat doet het college niet van achter zijn bureau, maar in
overleg met betrokkenen.
Een van de eerste zaken waarmee ik mij sinds mijn aantreden als wethouder heb beziggehouden, is dit
onderwerp. Er is zorgvuldig over deze zaak gesproken, ook binnen de marktadviescommissie. De partijen
hebben elkaar de tijd en de ruimte gegeven en hebben de zaak over de vakantie heen getild, maar ooit moet
er iets worden besloten. Dat heeft het college gedaan. De argumenten voor dat besluit zijn duidelijk.
Het uitgangspunt is, zoals eigenlijk door de raad is meegegeven, een dagmarkt met een sluitingstijd om
17.00 uur.
Er wordt gepoogd een kwaliteitsslag te maken om het evenement weekmarkt naar een hoger niveau te tillen,
niet alleen qua uitstraling, maar ook qua bezoekersaantal en qua verhoging van de omzet. Vanzelfsprekend
wordt er door het college overlegd met het centrummanagement en de in het centrum gevestigde winkeliers.
Veel raadsleden hebben over deze laatste groep opmerkingen gemaakt. Daar wil ik graag op reageren.
Het is niet zo dat de winkeliers in het centrum uitmaken of er al dan niet marktkooplieden op de Markt mogen
staan. De uitspraak daarover in de krant vond ik zeer ongepast en ik wil benadrukken dat het college van
mening is dat de marktkooplieden in het centrum moeten blijven.
Blz. 12

De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder zegt de uitspraak in de krant zeer ongepast te vinden.
Wij hebben geprobeerd deze uitspraak te verifiëren en zijn bij zeven winkeliers op bezoek geweest om deze
zaak te bespreken. Ik heb zojuist verteld wat onze bevindingen zijn. Niet alleen zijn de opmerkingen
ongepast, maar de opmerkingen sporen niet met de meningen van de door ons bezochte winkeliers. Deze
winkeliers onderschrijven de petitie helemaal niet. Wat vindt de wethouder van onze bevindingen?
Overigens was bij de genoemde petitie een begeleidende brief van het centrummanagement gevoegd.
De heer YEYDEN (wethouder): Hetgeen de heer Verbakel zegt, klopt. Deze zaak ligt echter genuanceerd. Al
is maar één ondernemer van mening dat de markt uit het centrum weg moet wanneer de sluitingstijd van
17.00 uur wordt verschoven, dan vind ik die mening toch al ongepast. De heer Verbakel heeft gezegd dat
bezoeken van de SP-fractie aan de ondertekenaars van de petitie, c.q. ingekomen stuk 35 van de
onderhavige agenda, duidelijk maakten dat maar twee ondertekenaars de zojuist genoemde mening
onderschreven en dat anderen dat niet deden.
De heer VERBAKEL (SP): Ik heb gezegd dat de mening van twee ondertekenaars die wij hebben
gesproken, een beetje in die richting ging. Eigenlijk heeft geen van hen de zojuist geformuleerde mening
ronduit onderschreven. Dan is het toch merkwaardig hoe het met zo’n petitie gaat?
De heer YEYDEN (wethouder): Ik wil niet dat de indruk wordt gewekt dat de winkeliers tegen de
marktkooplui zijn. Dat is niet zo.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Dan staat het centrummanagement misschien tegenover de
marktkooplui?
De heer YEYDEN (wethouder): Helemaal niet.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Mag ik citeren uit een stuk dat zich in dezelfde map bevond? Namens het
centrummanagement wordt daarin het volgende gezegd: "Voor mij en voor u niets nieuws. Handelen voor
het te laat is!” Ondertekenaar was de heer De Wit. Dat staat in het stuk dat de raadsleden bij de brief van de
winkeliers ontvingen.
Als de wethouder zegt dat de winkeliers niet tegen de marktkooplui zijn, vraag ik mij af of het soms het
centrummanagement is dat tegen de marktkooplui is. Misschien moet er eens over worden gesproken hoe
een en ander voortaan moet worden begeleid.
De heer YEYDEN (wethouder): De heer Rieter mag concluderen wat hij wil, maar de centrummanager
waarmee ik deze kwestie uitvoerig heb besproken, onderschrijft niet dat de markt weg moet, als de
sluitingstijd wordt verschoven.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Wie maakt eigenlijk, met betrekking tot dit onderwerp, formeel en
informeel de dienst uit?
De heer YEYDEN (wethouder): Wat bedoelt de heer Ferwerda?
De heer FERWERDA (D66): Als ik de heer Rieter uit het stuk van het centrummanagement hoor citeren, dan
vraag ik mij af of de verhoudingen tussen het centrummanagement en het college wel kloppen. De
wethouder wordt toch niet door de centrummanager opgeroepen om over dit onderwerp zijn poot stijf te
houden? Dat hoop ik tenminste niet.
De heer YEYDEN (wethouder): De centrummanager maakt niet uit wat er in het centrum gebeurt. De raad
heeft het college een mandaat over de openingstijden van de markt gegeven. Het college neemt de
verantwoordelijkheid daarvoor op zich en wil die gewoon dragen.
De heer FERWERDA (D66): De wethouder is aanspreekbaar op de openingstijden van de markt. Het is de
bevoegdheid van het college om de markttijden vast te stellen. Dat is zo-even nog heel nadrukkelijk door de
burgemeester gezegd. Als ik die uitspraak in relatie zie tot het briefje waaruit de heer Rieter daarnet
citeerde, gaat het mij bij deze zaak enigszins duizelen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil niet discussiëren over wie al dan niet een petitie heeft
ondertekend. Waar het college hier in de raad verantwoording voor aflegt, is het feit dat het college een
besluit heeft genomen. Dat besluit luidt anders dan wat een aantal ondernemers ons heeft geschreven.
Blz. 13

Overigens moet men, als men een handtekening heeft gezet, niet flauw doen en op een later moment, als
iemand daarnaar komt informeren, zeggen dat men het anders heeft bedoeld. Dat is weglopen voor de
verantwoordelijkheid die je neemt als je je handtekening zet. Dat onderwerp is hier echter niet aan de orde.
Het college heeft besloten om de sluitingstijd van de markt op 16.00 uur vast te stellen. Dat is de
verantwoordelijkheid die het college op zich heeft genomen. Dat is niet gebeurd onder druk van wie dan ook,
maar is een eigen afweging binnen het college geweest.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik hoop dat het zojuist gestelde duidelijk is.
De PvdA-fractie is het eens met het voorstel zoals het er nu ligt. Deze fractie noemt als goed voorbeeld Den
Bosch.
De VVD-fractie gaat met het voorstel akkoord en wil nadrukkelijk dat er pas vanaf 16.00 uur 's middags
wordt opgeruimd en schoongemaakt. Bij de evaluatie, na een jaar, wil men dat de verkeersveiligheid wordt
meegenomen.
De SP-fractie zegt dat de kosten van latere sluitingtijden van de markt niet gegarandeerd worden
terugverdiend. Verder zijn er sociale argumenten tegen langere openstelling. Deze fractie stelt voor de
sluitingstijd te laten zoals deze nu is. Het standpunt van het college is duidelijk: het college wil de sluitingstijd
veranderen.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ook uit het rapport dat het college als bijlage bij dit voorstel voegt,
valt niet lezen dat er een relatie is tussen meer omzet en langere openingstijden van de markt. De
wethouder kan derhalve in zijn antwoord niet zeggen dat, als de markt langer open is, er meer omzet wordt
gedraaid. Dat is niet bewezen.
De heer YEYDEN (wethouder): Dat is een aanname. Bewijzen kan ik het niet.
De heer FERWERDA (D66): In andere steden is niet te zien dat langere openingstijden meer omzet tot
gevolg hebben.
De heer YEYDEN (wethouder): Als de markt langer open blijft, betekent het dat meer mensen in de
gelegenheid worden gesteld naar de markt te komen.
De heer FERWERDA (D66): Dat is iets anders dan dat er meer omzet wordt gedraaid. Het zou best zo
kunnen zijn dat mensen die 's ochtends moeilijk naar de markt kunnen komen, het gemakkelijk vinden
's middags te gaan. Dat betekent echter nog niet méér omzet voor de handelaars.
De heer YEYDEN (wethouder): De heer Ferwerda vraagt van mij het onmogelijke. Moet ik soms garant
staan voor de omzet van marktkooplui?
De heer FERWERDA (D66): De wethouder noemde in eerste instantie in zijn beantwoording de vergroting
van de omzet als argument. Hij zei dat er meer omzet zou komen.
De heer YEYDEN (wethouder): Is het geen legitieme aanname dat, wanneer meer mensen naar de stad
komen, er meer wordt besteed?
Mevrouw VAN MIERLO (VVD): Voorzitter! Er is gezegd dat de marktkooplui in Den Bosch heel blij zijn met
de verlengde openingstijden. Die blijdschap zal worden veroorzaakt door de toename van de omzet en niet
doordat de kooplieden langer op de markt staan.
De heer YEYDEN (wethouder): Uiteraard.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Laten wij de situatie betreffende de markt in Den Bosch helder houden. De
man die bij de commissiebehandeling het voorbeeld van Den Bosch opvoerde, heeft duidelijk gezegd dat
men de marktkooplui in Den Bosch in fasen heeft kunnen overtuigen dat 17.00 uur een goede sluitingstijd
voor de markt was. Doordat de stad meer mensen trekt, boekt de markt betere resultaten. Dat is dus een
andere situatie dan hier in Helmond.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik vind het heel leuk dat Den Bosch met Helmond wordt vergeleken, maar
die vergelijking gaat mank. De marktkooplui in fasen overtuigen, is wat mij betreft een argument van
likmevestje.
Blz. 14

De heer YEYDEN (wethouder): Ik vind dat de heer Rieter zichzelf en Helmond niet te kort moet doen.
Helmond is een behoorlijk grote stad die zeker mensen trekt.
De heer RIETER (HH): Dat wil ik helemaal niet ontkennen en ik wil daarin helemaal met de wethouder
meegaan. Stel dat wij uiteindelijk de situatie krijgen dat de markt tot 17.00 uur open is. Dat schept een
prachtig beeld van de stad, ware het niet dat om dat doel te bereiken er in positieve zin met mensen moet
worden gestoeid. Dat doel kun je bereiken door de maatregel in fasen en in goed overleg in te voeren.
Dit wordt niet alleen door de marktadviescommissie gezegd, maar ook door de markooplui, want die zullen,
als later blijkt dat zij door openstelling tot 17.00 uur meer omzet hebben gekregen, beslist geen dief van hun
eigen portemonnee willen zijn.
De VOORZITTER: Mijnheer Rieter, ik moet u vragen zich te beperken in uw interrupties. Als u de band
terughoort, zult u er van schrikken hoe vaak interrupties beginnen met "in de commissie…" Ik hoor dat u met
uw argumenten in herhaling valt en dat is niet de bedoeling van interrupties. Ik zou u willen vragen in
commissievergaderingen…
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Dan vraag ik de wethouder met steekhoudende argumenten te komen. U,
voorzitter, hebt zelf gezegd dat het college er niet is om de raad een rad voor ogen te draaien.
De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Vanzelfsprekend zijn steden niet met elkaar te vergelijken, maar toch is
de situatie in Helmond en Den Bosch gelijk, waar ook in Den Bosch de marktkooplui vooraf zeiden dat een
latere sluitingstijd van de markt geen omzetgroei zou opleveren. In Helmond en Den Bosch bestond dus
dezelfde weerstand. In Den Bosch blijkt dat een aantal omzetten met 30 à 40% is gestegen. Er wordt
gezegd dat Helmond een zwak centrum heeft, maar dat bestrijd ik. Bovendien is Helmond in het centrum
aan het investeren. Men wenst kwaliteit op allerlei gebied. De markt ís kwaliteit.
Uit onderzoek blijkt dat er mensen zijn die graag naar de markt willen, maar ’s morgens niet kunnen,
bijvoorbeeld omdat zij kinderen hebben die naar sportverenigingen gaan. Het kan ook niet zo zijn dat op
basis van een voorafgaand marketingonderzoek vooraf garanties zijn te geven dat er een omzetgroei komt.
Dat kan bij geen enkele onderneming. Elke onderneming loopt risico's. Ik ben ervan overtuigd dat de markt
in Helmond sterk is en ik geloof dat, als de sluitingstijd om 16.00 uur is, er een omzetgroei voor de
marktkooplui valt te verwezenlijken.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (HSP): Voorzitter! De raad is nu bezig de commissievergadering
over te doen. Daar baal ik van. Toch wil ik nog een enkel punt uit de commissievergadering naar voren
brengen. Daar is door de marktkooplieden duidelijk gezegd dat - hoewel zowel door de raad als door het
college wordt geroepen dat, als de markt langer open is, de marktkooplieden meer verdienen -, het feit dat er
huishoudens zijn die het winkelen verleggen tot na de middag omdat men 's ochtends niet naar de markt kan
komen, op zichzelf niet meer geld oplevert.
Verder zou ik de raad dringend willen verzoeken de commissievergadering niet over te doen.
De VOORZITTER: Deze oproep ondersteun ik graag.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Vanzelfsprekend verricht het college deze inspanningen voor alle
Helmonders. Voor het college zijn de Helmonders het belangrijkst.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder vergeet een vraag. Ik heb begrepen dat het college het
besluit pas na de commissievergadering heeft genomen en eerst de behandeling in de commissievergadering
heeft afgewacht.
De VOORZITTER: Dat is niet juist. Het besluit is genomen vóór de commissievergadering.
De heer VERBAKEL (SP): Dus vóór de discussie in de commissievergadering heeft het college al besloten
de markt om 16.00 uur te sluiten?
De VOORZITTER: Ja. Na de commissievergadering heeft dit punt nogmaals op de agenda gestaan.
De heer VERBAKEL (SP): Hoe heeft het college dat besluit beredeneerd?
De VOORZITTER: Dat was de heer Yeyden aan het uitleggen.
Blz. 15

De heer VERBAKEL (SP): Dat heb ik gemist.
De heer YEYDEN (wethouder): Het college heeft partijen – centrummanagement, marktkooplui,
ondernemers et cetera – bij het besluit betrokken. Voorafgaand aan de commissievergadering heeft het
college besloten dat de sluitingstijd van de markt om 16.00 uur is. Daarover is ook gecommuniceerd met een
afvaardiging van de marktadviescommissie. Vervolgens is een en ander in de commissie besproken en
vandaag komt deze zaak in de raadsvergadering aan de orde.
De heer TIELEMANS (SDH-OH): Voorzitter! Ik voel mij geroepen iets over de gang van zaken te zeggen.
Terecht heeft de voorzitter gesproken over de Gemeentewet en de wijziging van verhoudingen die sinds de
dualisering is ingetreden. Het college mag zich vanzelfsprekend op de Gemeentewet beroepen. Er bestaat
echter ook zoiets als bestuurscultuur, dat wil zeggen de wijze waarop college, raad en burgers met elkaar
omgaan. Ik vraag mij af wat de zin van de hele santenkraam is om als het besluit al vaststaat en
onherroepelijk is, de zaak alsnog in de commissie en in de raad te bespreken. Dan houden raad en college
elkaar voor de gek. Wij moeten eens van dit circus afkomen. Ik kijk nu in de richting van de heer Stienen, die
op dit moment heel stil is. De heer Stienen heeft een pleidooi gehouden om de bestuurscultuur in de stad op
te kloppen en daar met een frisse blik naar te kijken. Ik zou graag zijn opvatting over deze zaak vernemen,
want wat ik nu over de bestuurscultuur hoor, vind ik ontnuchterend en teleurstellend.
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Yeyden heeft nog geen gelegenheid gehad om zijn verhaal af
te ronden. Daarna kunnen wij misschien een debat houden over bestuurscultuur.
De heer STIENEN (CDA): Ik ben het helemaal met de heer Tielemans eens.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Er ligt ook nog een motie, die waarschijnlijk straks in stemming
zal worden gebracht.
De fractie van SDH-OH vraagt zich af wanneer een dagmarkt een dagmarkt is, als die tot 14.00 uur of als die
tot 17.00 uur open is. Die fractie vraagt zich tevens af waarom het college heeft beslist dat 16.00 uur en niet
17.00 uur de sluitingstijd is.
Het college heeft voor 16.00 uur gekozen, omdat het heeft geluisterd naar de marktkooplieden en de
ondernemers en is tegemoetgekomen aan hun wensen. Wij zullen de situatie na een pilotjaar evalueren. De
sluitingstijd waar het college uiteindelijk naar streeft, is 17.00 uur. Wij zullen op twee momenten in 2007
meten wat de effecten zijn. Daarna worden er criteria vastgesteld.
In 2007 zal de gemeente een promotiecampagne voeren, niet alleen in Helmond, maar ook in de omgeving.
Het doel daarvan is de markt goed onder de aandacht te brengen.
De heer KUYPERS (SDH-OH): Voorzitter! De sluitingstijd van de markt is nu al vijf maal een half uur langer,
als de sluitingstijd 15.00 uur wordt. Ik spreek dus niet over een eindtijd van 16.00 of 17.00 uur. Waarom
geen sluitingstijd om 15.00 uur en dan na een korte periode evalueren?
De heer YEYDEN (wethouder): Om 15.00 uur is de drukte in het centrum op haar hoogtepunt en worden
bijvoorbeeld de parkeergarages en parkeermeters het meest intensief gebruikt. Dat is de reden waarom het
college voor 16.00 uur heeft gekozen.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik heb onlangs in een interview gezegd dat het in de
gemeenteraad vaak om gebakken lucht gaat. Ik geloof dat ik daarin word gesteund door de heer Tielemans.
Met die steun ben ik heel blij.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik heb de vragen van de fractie van Helder Helmond naar mijn
mening redelijk beantwoord.
De fractie van de D66-fractie stelt voor de situatie te handhaven zoals die nu is, maar op een later tijdstip de
markttijden te verlengen. De reden daarvoor is dat er op dit moment een patstelling zou zijn.
Mevrouw De Voogd zegt dat de zaak al uitvoerig is besproken in de commissie en zij vraagt meer respect
van de mensen voor elkaar .
Ik denk dat ik alle vragen heb beantwoord.
De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Ten aanzien van de vragen die ik in mijn bijdrage heb gesteld, kan ik niet
anders dan concluderen dat de wethouder die vragen heeft herhaald, maar er geen reactie op heeft
gegeven.
Blz. 16

De VOORZITTER: Dat is juist. Ik denk dat de wethouder bedoeld heeft te zeggen dat wij beide punten zullen
meenemen. Ik heb de toezeggingen genoteerd dat, als de markt om 16.00 uur sluit, het opruimen en
schoonmaken pas vanaf 16.00 uur plaatsvindt en dat er handhavend wordt opgetreden als deze regel niet
wordt nageleefd en verder dat bij de evaluatie, over een jaar, de verkeersveiligheid tijdens het afbreken en
het schoonmaken van de markt wordt betrokken.
De heer DAMS (VVD): Oké.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat na zoveel interrupties er nog
behoefte is aan een tweede termijn. Ik wil de raad daar echter niet van afhouden.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik geloof dat er nog een motie onderweg is.
De voorzitter zegt de indruk te hebben dat de ondernemers die de al eerder genoemde petitie hebben
ondertekend, daar nu hard voor weglopen nadat zij daar door ondervragers van de SP-fractie mee werden
geconfronteerd. Wij zijn bij zeven ondernemers langs geweest en wij hadden de indruk dat er oprecht en
rechttoe rechtaan werd gereageerd. De ondernemers liepen er niet hard voor weg.
De VOORZITTER: Ik heb gevraagd over het punt dat de heer Verbakel nu noemt, vanavond niet te veel te
discussiëren, want het staat niet op de agenda. Ik heb ook gezegd dat het college op dit punt afhankelijk is
van de beschikbare schriftelijke communicatie. Wanneer naar iemands beweegredenen voor het
ondertekenen van een petitie wordt gevraagd, vind ik het niet van guts getuigen als de ondervraagde zegt,
als een ander daarnaar vraagt, nergens van af te weten. Hij of zij moet dan het lef hebben zijn of haar
handtekening in te trekken. Ik kan niet communiceren over stukken die hier niet bekend zijn, of die misschien
wel bekend zijn, maar anders moeten worden gelezen.
De heer VERBAKEL (SP): Ik vertel u alleen wat onze bevindingen zijn geweest. Wij hebben de indruk dat
het organiseren van de petitie en het ondertekenen daarvan in de gauwigheid is gedaan en dat de ondertekenaars
zich niet hebben gerealiseerd wat zij ondertekenden.
Er is aangekondigd dat na een jaar een evaluatie wordt gehouden. Als men bij die evaluatie merkt dat het
doemscenario van de marktkooplui uitkomt, is het college dan bereid het besluit om de markt om 16.00 uur
te sluiten terug te draaien?
De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! De wethouder zegt te willen handelen in het belang van de
inwoners van Helmond, maar de GroenLinks-fractie ziet niet hoe het vergroten van het risico dat
marktkooplieden de Helmondse markt gaan verlaten, in het belang kan zijn van de inwoners van Helmond.
Wij onderstrepen nog steeds het eerder genomen raadsbesluit te streven naar een dagmarkt. Het verhaal
dat de marktkooplieden in de commissie hebben gehouden, vond onze fractie echter heel redelijk en logisch,
namelijk dat het risico voor marktkooplieden te groot is om in één keer naar 16.00 of 17.00 uur te springen.
Ons lijkt dat het verstandig is in fasen te groeien naar een dagmarkt.
Verder denken wij dat er veel verbeterd kan worden bij het opruimen van de markt.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Waar ik erg van ben geschrokken is, dat het college al een
standpunt had ingenomen en dat het daarna nog even wat met de commissie over een en ander wilde
praten. Ik vind dat onbetamelijk gedrag van het college, ook al heeft het college het recht over bepaalde
zaken te besluiten. Ik sluit mij geheel aan bij de woorden van de heer Tielemans. Het is niet de cultuur van
de gemeenteraad van Helmond zulke publiekgevoelige zaken – want dat zijn het – op deze manier te
behandelen.
De VOORZITTER: Dames en heren! De raad heeft nog nooit op een andere wijze voorstellen voorgelegd
gekregen dan op de wijze zoals het nu gegaan is. Ik begrijp niet wat de heer Ferwerda bedoelt. Het is altijd
zo dat in de commissie een voorstel voorligt van het college…
De heer FERWERDA (D66): Er is in het onderhavige geval één punt aan toe te voegen en dat is, dat het
vaststellen van de markttijden aan het college is.
De VOORZITTER: Is het niet fantastisch dat de raad dan toch de gelegenheid krijgt om erover te spreken,
ondanks het feit dat het college het besluit niet om advies hoefde voor te leggen?
De heer FERWERDA (de D66-fractie): Nee voorzitter, dat vind ik niet fantastisch.
Blz. 17

De VOORZITTER: Opener kan het niet. Ik zou wensen dat de werkgroep dualisering met zo'n voorstel was
gekomen.
De heer FERWERDA (D66): Het college heeft zijn reden gehad om op deze wijze te handelen. Het is
vervelend dat de raad moet nadenken over die reden.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan de raad verzekeren dat hetgeen de heer Ferwerda nu
suggereert, geen moment deel heeft uitgemaakt van de discussie binnen het college.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Deze discussie maakt het voor een aantal partijen noodzakelijk de
volgende motie in te dienen:
"Motie.
De gemeenteraad in vergadering bijeen dd. 7 november 2006,
Gehoord de beraadslaging,
Overwegende dat het besluit van het college van burgemeester en wethouders om te komen tot een
uitbreiding van de markttijden, ondanks veelvuldig overleg met betrokkenen, leidt tot grote verdeeldheid
tussen partijen die direct of indirect betrokken zijn bij de uitvoering en/of gevolgen van deze maatregel
Van mening dat voor uitvoering van deze maatregel een groot draagvlak voorwaarde is voor het doen
welslagen ervan.
Verzoekt het college zijn besluit om te komen tot uitbreiding van de markttijden voor een jaar op te schorten,
Deze periode te gebruiken voor onderzoek naar de mogelijkheden en realisering van een dagmarkt en het
creëren van voldoende draagvlak voor dit initiatief
En gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie is ondertekend door de heren Verbakel, Van Mullekom, Rieter en mijzelf.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik heb zojuist al gezegd dat Helmond geen Den Bosch is. Ik heb niet
gezegd dat Helmond een zwakke markt heeft.
Wij moeten de markt niet heiliger maken dan zij is. Zij is weliswaar heilig, maar winkelen gebeurt ook in de
Veestraat, de Kerkstraat, de Centrumpassage en de Ameidestraat. Een bezoek aan de stad loopt niet alleen
via de Markt, maar via meerdere wegen, bijvoorbeeld de Kegelbaan. Zoals ik daarnet bij interruptie al heb
gesteld, hoeft het verlengen van de markttijd tot 17.00 uur geen probleem te zijn. Mits goed gefaseerd en
geëvalueerd, zou er best tot dat tijdstip markt kunnen zijn, want ook marktkooplui zijn geen dief van hun
eigen portemonnee. Vooralsnog hebben de marktkooplui mij ervan overtuigd dat het nu snel doorvoeren van
de sluitingstijd naar 16.00 uur zowel sociale als economische/financiële problemen oplevert. Ik denk dat ik ze
daarin gelijk moet geven.
Refererend aan de opmerking van de wethouder dat hij denkt het verschil te middelen door de eindtijd van
de markt op 16.00 uur te stellen, wil ik hem vragen of hij even wil stilstaan bij het feit dat er van 12.30 uur
naar 17.00 uur wordt gegaan. Als er dan bij middeling wordt uitgekomen op 16.00 uur, dan is dat wel erg
dicht bij 17.00 uur. Ik vraag mij dan ook af wie de wethouder voor de gek zit te houden.
De centrummanager de heer De Wit heeft voorgesteld voorlopig 15.00 uur als sluitingstijd aan te houden,
maar daar nadrukkelijk bij aan te geven dat de marktkooplui er wel rekening mee moeten houden dat bij een
goede evaluatie de sluitingstijd 17.00 uur wordt. Er zijn van bepaalde partijen volop positieve intenties
aanwezig. Desondanks onderschrijft de HH-fractie de motie van de D66-fractie om uit de patstelling te
komen.
De VOORZITTER: Ik veronderstel dat de heer Rieter bij het onderschrijven van deze tweede motie, zijn
eigen motie intrekt.
De heer RIETER (HH): Dat weten wij nog niet, voorzitter, want de motie van de D66-fractie gaat verder dan
de onze. De marktkooplui hebben overeenstemming bereikt om tot een sluitingstijd van 15.00 uur te komen.
Mogelijk willen wij onze eerste motie in stemming brengen als de motie van de D66-fractie wordt afgewezen.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik wil de gemeenteraad er nadrukkelijk mee confronteren dat de
raad in januari 2006 al een beslissing heeft genomen waarmee een heel duidelijke visie op de markt is
vastgelegd. De openingstijden uit het onderhavige voorstel komen niet uit de lucht vallen. Ik snap dan ook
absoluut niet dat de heer Ferwerda komt met een voorstel om, met het oog op overleg, nog een jaar te
wachten, alsof het college helemaal geen overleg heeft gevoerd met marktkooplieden en ondernemers.
Blz. 18

De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! De motie is volstrekt helder. Óf de situatie blijft zoals die nu is, óf het
college doet alle moeite voor een dagmarkt, waar wat meer tijd voor nodig is, gezien het feit dat er nu geen
draagvlak voor is. Daartussen bevindt zich volgens deze motie niets: geen 15.00 uur en geen 16.00 uur.
De heer YEYDEN (wethouder): De heer Ferwerda denkt door nog een jaar te wachten…
De heer FERWERDA (D66): Gedurende dat jaar wacht het college niet, maar probeert het draagvlak te
vinden, zo groot als maar enigszins mogelijk is. Als ik zie hoe de reacties op het voorstel tot nu toe zijn,
bestaan er openingen om een groter draagvlak te krijgen. Als dat draagvlak er niet is, adviseer ik het college
de zaak zo te laten als die nu is.
De heer YEYDEN (wethouder): Kennelijk moet ik het voorstel van de heer Ferwerda interpreteren als volgt:
het college gaat nog een jaar lang spreken met de betrokkenen en als dat niets oplevert, blijft de sluitingstijd
van de markt zoals die nu is. Welke waarde heeft het besluit van de raad dan dat in januari 2006 is
genomen?
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Er blijkt nadrukkelijk uit de communicatie, of de miscommunicatie, dat er
geen draagvlak is voor het verschuiven van de sluitingstijd van de markt. Na het besluit van de oude raad
legt de nieuwe raad, op grond van voortschrijdend inzicht en op basis van feiten, het college vandaag deze
wijze motie voor. Het is nu aan het college om te kiezen.
De VOORZITTER: Ik houd best van theater hoor, daar niet van, maar ik vind dat men helder moet zijn. De
heer Ferwerda stelt een motie op. Ik dacht dat hij die motie zo-even snel had geformuleerd, maar die lag al
een tijdje klaar. Ik concludeer dat de discussie die zojuist is gevoerd, niet van invloed is geweest op de tekst
van de motie. De heer Ferwerda heeft dat niet laten blijken, want hij vond de beantwoording van de
wethouder reden om deze motie in te dienen. Echter, de motie lag al ondertekend klaar. Dat geeft niets…
De heer FERWERDA (D66): Ho, ho, ho! U moet niet iets suggereren dat niet zo is, voorzitter!
De VOORZITTER: U suggereerde iets, mijnheer Ferwerda, ik niet. Een zin uit de motie luidt: "Verzoekt het
college zijn besluit om te komen tot uitbreiding van de markttijden voor een jaar op te schorten".
De heer FERWERDA (D66): Ja, of zoveel korter als…
De VOORZITTER: Nee, dat staat er niet. Dat voegt de heer Ferwerda nu toe.
De heer FERWERDA (D66): Zo mag u dat interpreteren. Als u eerder een besluit kunt krijgen, moet u dat
vanzelfsprekend doen.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter, ik vervolg mijn beantwoording.
Vervolgens is het college in gesprek gegaan met de marktkooplieden, de ondernemers en de
marktadviescommissie. Met name met de marktadviescommissie heeft het college uitvoerig gediscussieerd.
Toen is er niet alleen over de openingstijden gesproken, maar ook over de promotiecampagne en de
marketing. De herinrichting van de Markt is ook goed bekeken, dus het college heeft niet stilgezeten. Nu
komt er een moment dat deze hele operatie teniet zou worden gedaan omdat raad en college van mening
verschillen over het tijdstip waarop de markt moet sluiten. Dat verschil van mening zou één uur behelzen,
16.00 uur of 17.00 uur. Echter, het verschil van mening behelst niet één uur, want de raad streeft naar een
sluitingstijd van 17.00 uur en de marktondernemers hebben gezegd met 15.00 uur akkoord te gaan. Het
college heeft voor een sluitingstijd daar precies tussenin gekozen – 16.00 uur. Dat moet voor beide partijen
toch acceptabel zijn? Ik snap het niet. Met welke opdracht wil de raad mij weg sturen?
De heer FERWERDA (D66): Met de opdracht om te bekijken of het in Helmond mogelijk is om een dagmarkt
te creëren die tot 17.00 uur open is. Alle voorstellen die daar tussenin zitten, zijn krakkemikkige voorstellen.
Dat zijn compromissen geweest waarvan het college zelf ook eigenlijk zou moeten zeggen dat ze ongewenst
zijn, want bij een sluitingstijd van 16.00 uur wordt er al om die tijd met de bezems aan de slag gegaan. Een
ander voorstel was om de sluitingstijd op 15.00 uur te stellen. Om alle onduidelijkheid weg te krijgen, zijn er
twee mogelijkheden: of wij houden de markt zoals die nu is, of er komt een dagmarkt die duurt tot 17.00 uur.
Blz. 19

De heer YEYDEN (wethouder): De heer Ferwerda wordt op zijn wenken bediend, want hetgeen het college
voorstelt is om één jaar lang tot 16.00 uur markt te houden en daarna, met een goede evaluatie, deze
eindtijd op te rekken naar 17.00 uur.
De heer FERWERDA (D66): Het college heeft geen draagvlak van de belangrijkste partners in dit geheel.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik concludeer dat er geen nieuwe argumenten ter tafel komen. Wij
moeten niet blijven proberen elkaar te overtuigen, want de argumenten zijn gewisseld .
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik wil graag nog één ding zeggen. Er is een krantenartikel
geweest dat geheel was gewijd aan de overkoepelende organisatie van marktondernemers. Door deze
organisatie is heel nadrukkelijk gesteld dat de zaken anders zouden moeten worden aangepakt, want als het
op dezelfde manier zou doorgaan, zou er straks alleen nog maar een grote, eenvormige, grijze markt zijn.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder vergeet alweer een vraag van mij te beantwoorden. Als
er over een jaar wordt geëvalueerd en er blijkt dan dat het sluiten van de markt om 16.00 uur helemaal niet
werkt, wordt het besluit dan ingetrokken en wordt de markt dan weer zoals die nu is?
De heer YEYDEN (wethouder): Ja, dan wordt alles teruggedraaid naar de huidige situatie.
De VOORZITTER: Dames en heren! Er liggen twee moties ter tafel. De motie-Ferwerda is het meest verstrekkend.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij zullen voor de helderheid onze motie intrekken om tot een eenduidig
besluit te komen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de motie-Rieter is ingetrokken.
Hierna wordt de motie-Ferwerda in stemming gebracht en met 20 tegen 16 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de leden: mevrouw Van Mierlo, Dams, Groenendal, Van Stiphout, Davies, mevrouw De
Jager, Damen, mevrouw Niessen-Noordraven, Yeyden, mevrouw De Leeuw-Jongejans, Stienen,
mevrouw Raaijmakers-van de Pol, Chahim, Ibrovic, Tijani, Pellemans, mevrouw De Bruijn-van der
Vleuten, Roefs, mevrouw Mattheij-van Woensel en Luyben.
Voor stemmen de leden: Smits, mevrouw Spierings-van Deursen, mevrouw De Voogd-van Dortmont,
Van de Ven, Tielemans, Bekkers, Kuypers, Van der Made, Ferwerda, Van Mullekom, Verbakel,
mevrouw Van der Zanden, De Vries, Spruijt, Rieter en Van Bokhoven.
Daarop wordt raadsbesluit 1 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de
leden van de SP-fractie hebben tegengestemd.
Vervolgens wordt raadsbesluit 2 bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de
aanwezige leden van de fracties van CDA, PvdA en VVD hebben voorgestemd.
18. Voorstel tot het vaststellen van de Helmondse Brainportagenda.
Raadsvoorstel 136.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter De SP-fractie heeft in de commissie bij dit onderwerp een voorbehoud
gemaakt, hetgeen met twee zaken heeft te maken. Enerzijds met de democratische inbedding – de
bestuurlijke verantwoording – en anderzijds met de inhoudelijke kant. Er wordt een hoop geld in de
Helmondse Brainport gepompt, maar hoe inzichtelijk is het voor de raad wat er met dat geld gebeurt?
Wij denken dat de bestuurlijke verantwoording niet veel beter kan worden geregeld dan nu het geval is.
Inhoudelijk blijft deze zaak lastig, omdat het moeilijk is te volgen wat de merites zijn van elke euro die de
gemeente in de Helmondse Brainport stopt. Desalniettemin heeft deze zaak ook sociale aspecten, waar
onze fractie het op zichzelf mee eens is. De vraag is alleen hoe een en ander precies in de praktijk gaat
uitpakken.
Alle plussen en minnen op een rij gezet hebbend, stemmen wij met het collegevoorstel in.
Blz. 20

De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! De GroenLinks-fractie is niet onverdeeld positief over de
Helmondse Brainportagenda en de Brainport in het algemeen. Onze fractie is er niet van overtuigd dat de
Brainport een oplossing zal bieden voor de Helmondse werkloosheid. Ongetwijfeld gaat de wethouder straks
spreken over het multiplier-effect, maar dat willen wij eerst zien en dan pas geloven. Voorlopig willen wij
echter Brainport het voordeel van de twijfel geven, ook al omdat één van de pijlers waarop Brainport is
gestoeld, scholing is. Wij hopen er het beste van, maar hebben ten opzichte van de Helmondse Brainport
een kritische houding.
De heer STIENEN (CDA): Voorzitter! Wij spreken over een belangrijk agendapunt. De CDA-fractie
ondersteunt het onderhavige voorstel, maar datgene wat de SP-fractie verontrust, is ook voor ons een punt
van zorg.
Volgens het besluit zal onze fractie het college mandateren om voor ons initiatieven te nemen om onze
Helmondse agenda met de Stichting Brainport te communiceren. Ik realiseer mij dat de gemeenteraad
daarvoor pas aanstaande donderdag de financiën beschikbaar gaat stellen.
Onze fractie dringt erop aan – gelezen het stuk dat in concept als agenda voorligt – om meer concrete
resultaten op de Brainportagenda te krijgen, waar de raad de investeringen in terugziet. De woorden die nu
in de concept-Brainportagenda staan – "versterken", "ontwikkelen", "ontsluiten", "intensiveren" en
"aanhaken" doen ons een beetje vrezen dat de Brainport een ambtelijke organisatie gaat worden, waar heel
veel papier in omgaat en waar heel veel wordt gepraat, maar waar de concrete resultaten niet de
uiteindelijke doelstelling zijn. Wij zouden het college willen meegeven en opdragen meer concrete resultaten
op de agenda te krijgen. Wij weten dat de Eindhovense CDA-fractie in de Eindhovense gemeenteraad een
motie inzake Brainport voorbereidt, waar de € 16 miljoen, in de bewoordingen die ik zojuist bezigde, aan het
Eindhovense college van B. en W. wordt overgedragen. Wij hopen dat het college deze zaak voor Helmond
net zo gaat opnemen.
De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie ziet deze Brainportagenda als een kans, mede gezien
het feit dat de landelijke overheid er fors geld in investeert. De investering die de gemeente doet, is lokaal
gezien ook fors, maar is minimaal in het licht van het totaal.
Er wordt geld gestopt in een project dat onze fractie ziet zitten, maar wij wensen een tussentijdse evaluatie
van meetbare resultaten, dus van de projecten. Als de wethouder deze tussentijdse evaluatie kan
toezeggen, dan is onze fractie content en gaan wij met het onderhavige voorstel akkoord.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik wil raad danken voor de complimenten. Ik zal ze overbrengen
aan het ambtelijk apparaat.
Hoe zijn de resultaten nog concreter te maken, concreter te beschrijven en hoe loopt de verdere procedure?
Voor ons ligt de Helmondse Brainportagenda. Wij hebben in grote lijnen beschreven wat de gemeente gaat
doen. Dat zullen wij, financieel onderbouwd, vertalen in projecten. Die zullen wij de commissie middelen,
ondersteuning en economie ter bespreking aanbieden. Daarmee denkt het college tegemoet te komen aan
de wens van de raad om duidelijk inzage te hebben in wat er met de gelden gaat gebeuren.
Uiteraard is het zo dat de Helmondse Brainportagenda met de Stichting Brainport afgestemd gaat worden en
dat er voor de regio een totale Brainportagenda komt. De Helmondse Brainportagenda, die vanavond wordt
vastgesteld, zal onze agenda blijven en van daaruit zal het college komen met concrete voorstellen die met
de raad zullen worden besproken.
Hiermee denk ik ook de vragen van de fracties van PvdA, CDA en SP te hebben beantwoord. Als het college
projecten gaat opzetten, hebben die een financiële paragraaf. Het college zal een verzoek om de financiën
indienen bij Stichting Brainport. Daarmee heeft de raad duidelijk inzicht in de besteding van het geld. Dat
betekent dat wat wij nu investeren, maar er komt ook veel subsidie van andere instanties binnen. Dus als het
goed is, wordt het: 1 + 1 = 3.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Dit is typisch een project van eerst geloven en dan kunnen zien. Op
zichzelf is dat niet slecht, want de doelstellingen zijn prachtig. Wel is mijn vraag of de wethouder zich een
moment kan voorstellen waarop gezegd moet worden: wij kappen ermee. Ik hoop niet dat er zo'n moment
komt, want ik hoop dat er uit dit project voor de stad positieve impulsen voortkomen. Ik stel mijn vraag,
omdat kan blijken dat wij hiermee niet op de goede weg zijn en omdat dit soort projecten vaak de neiging
heeft maar door te rollen.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Met projecten worden effecten beoogd. Als er geen effecten meer
zichtbaar zijn, is voor mij het moment gekomen om te zeggen dat ermee doorgaan geen zin meer heeft.
Blz. 21

De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! De D66-fractie sluit zich dan maar in grote mate aan bij de woorden
van de heer Stienen.
De VOORZITTER: Mijnheer Ferwerda, er is sowieso een moment in 2010 gepland – u kent het rapport
Brainport Navigator 2013 – om de totale Brainportstructuur te evalueren en te bekijken op welk punt van
ontwikkeling de Brainport zich dan bevindt en hoe een en ander verder moet. Dat moment komt dus, maar
zoals de heer Yeyden al opmerkte, kan vanuit Helmonds perspectief een dergelijk moment eerder dan in
2010 zijn.
Zonder stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Hierna sluit de voorzitter, om 21.16 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 4 december 2006.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
De griffier,
Blz. 22