notulen - Gemeente Helmond

De VOORZITTER: Opener kan het niet. Ik zou wensen dat de werkgroep dualisering met zo'n voorstel was
gekomen.
De heer FERWERDA (D66): Het college heeft zijn reden gehad om op deze wijze te handelen. Het is
vervelend dat de raad moet nadenken over die reden.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan de raad verzekeren dat hetgeen de heer Ferwerda nu
suggereert, geen moment deel heeft uitgemaakt van de discussie binnen het college.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Deze discussie maakt het voor een aantal partijen noodzakelijk de
volgende motie in te dienen:
"Motie.
De gemeenteraad in vergadering bijeen dd. 7 november 2006,
Gehoord de beraadslaging,
Overwegende dat het besluit van het college van burgemeester en wethouders om te komen tot een
uitbreiding van de markttijden, ondanks veelvuldig overleg met betrokkenen, leidt tot grote verdeeldheid
tussen partijen die direct of indirect betrokken zijn bij de uitvoering en/of gevolgen van deze maatregel
Van mening dat voor uitvoering van deze maatregel een groot draagvlak voorwaarde is voor het doen
welslagen ervan.
Verzoekt het college zijn besluit om te komen tot uitbreiding van de markttijden voor een jaar op te schorten,
Deze periode te gebruiken voor onderzoek naar de mogelijkheden en realisering van een dagmarkt en het
creëren van voldoende draagvlak voor dit initiatief
En gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie is ondertekend door de heren Verbakel, Van Mullekom, Rieter en mijzelf.
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik heb zojuist al gezegd dat Helmond geen Den Bosch is. Ik heb niet
gezegd dat Helmond een zwakke markt heeft.
Wij moeten de markt niet heiliger maken dan zij is. Zij is weliswaar heilig, maar winkelen gebeurt ook in de
Veestraat, de Kerkstraat, de Centrumpassage en de Ameidestraat. Een bezoek aan de stad loopt niet alleen
via de Markt, maar via meerdere wegen, bijvoorbeeld de Kegelbaan. Zoals ik daarnet bij interruptie al heb
gesteld, hoeft het verlengen van de markttijd tot 17.00 uur geen probleem te zijn. Mits goed gefaseerd en
geëvalueerd, zou er best tot dat tijdstip markt kunnen zijn, want ook marktkooplui zijn geen dief van hun
eigen portemonnee. Vooralsnog hebben de marktkooplui mij ervan overtuigd dat het nu snel doorvoeren van
de sluitingstijd naar 16.00 uur zowel sociale als economische/financiële problemen oplevert. Ik denk dat ik ze
daarin gelijk moet geven.
Refererend aan de opmerking van de wethouder dat hij denkt het verschil te middelen door de eindtijd van
de markt op 16.00 uur te stellen, wil ik hem vragen of hij even wil stilstaan bij het feit dat er van 12.30 uur
naar 17.00 uur wordt gegaan. Als er dan bij middeling wordt uitgekomen op 16.00 uur, dan is dat wel erg
dicht bij 17.00 uur. Ik vraag mij dan ook af wie de wethouder voor de gek zit te houden.
De centrummanager de heer De Wit heeft voorgesteld voorlopig 15.00 uur als sluitingstijd aan te houden,
maar daar nadrukkelijk bij aan te geven dat de marktkooplui er wel rekening mee moeten houden dat bij een
goede evaluatie de sluitingstijd 17.00 uur wordt. Er zijn van bepaalde partijen volop positieve intenties
aanwezig. Desondanks onderschrijft de HH-fractie de motie van de D66-fractie om uit de patstelling te
komen.
De VOORZITTER: Ik veronderstel dat de heer Rieter bij het onderschrijven van deze tweede motie, zijn
eigen motie intrekt.
De heer RIETER (HH): Dat weten wij nog niet, voorzitter, want de motie van de D66-fractie gaat verder dan
de onze. De marktkooplui hebben overeenstemming bereikt om tot een sluitingstijd van 15.00 uur te komen.
Mogelijk willen wij onze eerste motie in stemming brengen als de motie van de D66-fractie wordt afgewezen.
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ik wil de gemeenteraad er nadrukkelijk mee confronteren dat de
raad in januari 2006 al een beslissing heeft genomen waarmee een heel duidelijke visie op de markt is
vastgelegd. De openingstijden uit het onderhavige voorstel komen niet uit de lucht vallen. Ik snap dan ook
absoluut niet dat de heer Ferwerda komt met een voorstel om, met het oog op overleg, nog een jaar te
wachten, alsof het college helemaal geen overleg heeft gevoerd met marktkooplieden en ondernemers.
Blz. 18