7 april 2009 - Gemeente Helmond

4e raadsvergadering, 7 april 2009, 19.30 uur Gemeenteraad
Bij aanvang van de vergadering zijn aanwezig de leden: mevrouw J.F.T. de Bruijn-van der Vleuten, M.
Chahim, J.F.C. Damen, W.M.H. Dams, S. Ferwerda, R.S. Groenendal, D. Ibrovic, mevrouw N.K.C. de Jager,
J.F.J. Kuypers, mevrouw M.M. de Leeuw-Jongejans, S.W. van Lierop, E.R. Luyben, R. van der Made,
mevrouw M.A.J. Mattheij-van Woensel, mevrouw A.J. van Mierlo, T.J. van Mullekom, mevrouw E. Niessen-
Noordraven, A.J. Pellemans, R.R.J.B. Peters, mevrouw A.M. Raaijmakers-van de Pol, M.P.J. Rieter,
J.H.J.M. Roefs, L.M.M. Smits, mevrouw J.M.G. Spierings-van Deursen, A. Spruijt, P.C.M. van Stiphout,
T.J.W. van de Ven, J.G.M. Verbakel, mevrouw E.P.W. de Voogd-van Dortmont, E. de Vries, Y. Yeyden en
mevrouw N. van der Zanden.
Later komen de leden: C.W. Davies, H.M.J.M. van Dijk en M.A. Tijani.
Afwezig zijn de leden: H.F.J. Bekkers en L. den Breejen.
Voorts zijn aanwezig de wethouders: C.J. Bethlehem, mevrouw B.M. Houthooft-Stockx, J.F. Boetzkes,
F.P.C.J.G. Stienen en S.H. Yeyden.
VOORZITTER: drs. A.A.M. Jacobs, burgemeester.
GRIFFIER: mr. J.P.T.M. Jaspers.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede dat bericht van verhindering is ingekomen van de
heren Bekkers en Den Breejen en dat de heren Van Dijk en Tijani hebben laten weten dat zij later ter
vergadering zullen komen.
1. Aanwijzing van een lid als bedoeld in artikel 16 van het reglement van orde 2002.
De VOORZITTER trekt nummer 3, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij mevrouw
Mattheij-van Woensel.
2. Vaststellen van de ontwerpagenda.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Wij hebben een motie opgesteld over vissen in het centrum en willen graag
dat die behandeld wordt in deze vergadering.
De VOORZITTER: Dat heb ik gezien. De motie wordt aan de agenda toegevoegd en zal aan de orde gesteld
worden na de behandeling van de punten die op de agenda staan vermeld.
Hierna wordt, met inachtneming van de toegevoegde motie, de ontwerpagenda zonder stemming
vastgesteld.
3. Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 3 februari 2009.
Deze notulen worden, met inachtneming van de door de heer Van der Made en mevrouw De Voogd-van
Dortmont ingezonden tekstuele opmerkingen, zonder stemming ongewijzigd vastgesteld.
(De heer Davies komt, te 19.33 uur, ter vergadering.)
4. Behandeling van de lijst van ingekomen stukken en mededelingen zoals vermeld op de bij de agenda
behorende lijst.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Nr. 11 op de lijst van VNG-stukken die ingekomen zijn via de e-mail, is een
ledenbrief d.d. 19 maart 2009 met als titel: Toelichting afstandscriterium coffeeshops tot scholen.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 1

Voorgesteld is om deze ledenbrief voor kennisgeving aan te nemen. In deze brief wordt duidelijk een afstand
genoemd die er moet zijn tussen coffeeshops en scholen. Mijn vraag is of het college deze afstand gaat
opnemen in de beleidsregels met betrekking tot de coffeeshops. Of klopt die afstand niet?
De VOORZITTER: Dames en heren! De afstand tussen coffeeshops en scholen die in de VNG-ledenbrief
genoemd wordt als criterium, is 250 m. De raad heeft echter een afstand van 300 m opgenomen in de
criteria die zijn vastgesteld voorafgaand aan de advisering over de locaties. Ik zou die afstand voorlopig
willen handhaven en niet met 50 m willen verminderen. Dat zou overigens geen andere keuze hebben
opgeleverd.
De heer SMITS (HB): Het blijft een ledenbrief, hè?
De VOORZITTER: Het blijft inderdaad een ledenbrief. Maar zoals zo vaak, lopen wij vooruit op de rest van
het land!
De heer SMITS (HB): De ledenbrief is gericht aan zowel het college als de raad. De raad mag dus voor
zichzelf bekijken wat hij daarmee doet. 250 m zou ik wel een goede afstand vinden in dezen.
De VOORZITTER: Ik meen niet dat de ledenbrief relevant is voor de besluitvorming tot nu toe. Wij komen
binnenkort terug bij de raad op de besluitvorming.
Zonder stemming wordt met betrekking tot de ingekomen stukken en mededelingen besloten
overeenkomstig hetgeen daarover is voorgesteld.
5. Voorstel tot ontslag en benoeming van een burgercommissielid namens Helder Helmond.
Raadsvoorstel 40.
Zonder stemming wordt overeenkomstig dit voorstel besloten.
De VOORZITTER: Dames en heren! De heer Rieter heeft gevraagd of hij het woord mag voeren naar
aanleiding van het agendapunt dat wij zojuist hebben behandeld. Ik geef hem daarvoor de gelegenheid.
De heer RIETER (HH): Mijnheer de voorzitter! Ik wil graag van deze gelegenheid gebruikmaken om de heer
Thijs van Wetten te danken voor het vele werk dat hij namens Helder Helmond heeft gedaan en voor wat hij
daarmee heeft betekend voor ons, de raad en de gemeenschap. Wij laten hem niet graag gaan, maar
respecteren natuurlijk zijn keuze.
Daarnaast wil ik mevrouw Henriëtte Verouden graag feliciteren met haar benoeming. Ik wens haar namens
onze fractie veel succes toe met haar werk in de commissie Samenleving.
(Spreker overhandigt daarop mevrouw Verouden-Berens en de heer Van Wetten ieder een boeket
bloemen.)
6. Voorstel tot aanwijzing van wethouder S.H. Yeyden als plaatsvervangend regioraadslid SRE.
Raadsvoorstel 43.
7. Voorstel tot het vaststellen van het bestuurlijk convenant Stichting Kunstkwartier en de gemeenten
Helmond, Geldrop-Mierlo en Nuenen ca.
Raadsvoorstel 38.
Zonder stemming wordt overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.
8. Voorstel om akkoord te gaan om te kunnen stemmen in een willekeurig stemlokaal.
Raadsvoorstel 42.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 2

De heer SMITS (HB): Voorzitter! Dit voorstel werd op voorstel van de voorzitter van de commissie ABA
schriftelijk afgedaan. Ik heb lang zitten wachten op de antwoorden, maar die kwamen gisteren per e-mail
binnen, en vanavond lagen ze hier op de desk. Ik heb intussen niet stilgezeten, maar dat weet u. Ik heb
namelijk eens gekeken op zoekmachine Google en wat trefwoorden ingetikt. Dit om na te gaan waar het
raadsvoorstel precies over gaat, want ik vond dat een beetje onduidelijk.
Ons is gebleken dat de minister gemeentes heeft opgeroepen om weer deel te nemen aan het experiment
stemmen in een willekeurig stemlokaal. Die oproep geldt zeker voor gemeentes die tijdens de eerste
experimentele ronde verstek hebben laten gaan. Verder kwam ik tot de constatering dat naar aanleiding van
het eerste experiment wat aanpassingen zijn aangebracht. Zo dient degene die straks een stempas
aanbiedt, zich standaard te identificeren. Verder krijgt de stempas een unieke code of beeldmerk, zodat
fraude wordt bestreden. En er is medegedeeld dat, in tegenstelling tot het eerste experiment, er geen
vergoeding van het ministerie kan worden verwacht en dat deelname vrij staat. De kosten daarvan moeten
door de gemeente zelf worden betaald. In de antwoorden die wij gisteren hebben gekregen, heb ik wel iets
gezien over de kosten, maar het is mij niet duidelijk geworden wat voor onze gemeente de extra kosten zijn
voor het deelnemen aan het experiment.
Onze fractie heeft tijdens het vorige experiment met stemmen in een willekeurig stemlokaal eigen ervaringen
opgedaan. Daarbij hebben wij wat zaken aangetroffen waarvan wij vinden dat ze eigenlijk fraudegevoelig
zijn, waardoor wij niet zo blij waren met het geheel. Maar goed, dat is een eigen waarneming, en die hoeft
natuurlijk niet door iedereen gedragen te worden.
Wij verwachten dat het bij de komende EU-verkiezingen wel zal loslopen met het stemmen in een willekeurig
stemlokaal. Wij verwachten namelijk (daar zijn wij niet de enigen in) dat de opkomst dan heel laag zal zijn,
waardoor de meerwaarde van de mogelijkheid om te stemmen in een willekeurig stemlokaal niet zo geweldig
groot zal zijn. Wij denken zelfs dat het een extra belasting zal betekenen voor onze vertegenwoordigers in
de stemlokalen. Zij zullen daar dan van 7.30 uur tot 21.00 uur aanwezig moeten zijn. Daarna krijgen ze nog
een extra last erbij vanwege het feit dat er weer met het potloodje gestemd moet worden, namelijk het tellen
van de stembiljetten.
Kortom, wij zijn echt niet gelukkig met het feit dat de gemeente Helmond weer deelneemt aan het
experiment stemmen in een willekeurig stemlokaal. Onze fractie zegt dan ook: Wij hebben als gemeente al
eens deelgenomen aan een experiment daarmee, laat nu andere gemeentes maar eens ervaring opdoen.
Ook wil ik graag het bedrag horen vanavond dat voor onze gemeente gemoeid is met de deelname aan het
experiment. Het gaat daarbij om kosten waar de gemeente niets aan heeft, behalve dan de deelname aan
het experiment. Conclusie: onze fractie is niet blij met het feit dat het straks in juni mogelijk is om bij de
Europese verkiezingen te stemmen in een willekeurig stemlokaal.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik ben verrast door de vraag wat de deelname aan het experiment
stemmen in een willekeurig stemlokaal de gemeente Helmond gaat kosten. Ik vind het niet bij sturen op
hoofdlijnen horen dat ik hier precies kan vertellen hoeveel wij zouden kunnen besparen en hoeveel extra
daarvoor besteed moet worden.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! De vorige keer hebben wij voor de deelname aan het experiment een
bedrag gekregen van (ik zeg het uit mijn hoofd) € 50.000,--.
De VOORZITTER: € 15.000,--, dacht ik.
De heer SMITS (HB): Oké, € 15.000,--. Dat bedrag kregen wij om de extra kosten te dekken die met de
deelname aan het experiment gemoeid waren. Deze keer krijgt de gemeente niets.
De VOORZITTER: Inderdaad. De reden daarvoor is dat het de bedoeling is dat de bijgestelde procedure
straks, nog voor de komende gemeenteraadsverkiezingen, verankerd wordt in de wetgeving. Dan is het in
het hele land mogelijk om in een willekeurig stemlokaal te stemmen. Gebleken is dat dat niet alleen tijd
bespaart binnen de stembureaus, maar ook veel minder papieren rompslomp met zich meebrengt. Ook onze
medewerkers zijn heel positief over het feit dat de gemeente deelneemt aan het experiment. Dat bespaart de
medewerkers namelijk een hele hoop ergernis. Per saldo was het resultaat van het stemmen in een
willekeurig stemlokaal alleen maar plus, plus, plus, met misschien een kleine min in de vorm van een futiel
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 3

edrag voor de extra kosten. Uit het feit dat ik dat bedrag niet eens weet, mag u afleiden dat het nauwelijks
om iets gaat.
De heer SMITS (HB): Dan herhaal ik, voorzitter, dat uit het eerste experiment duidelijk is gebleken dat ook
de rijksoverheid heeft gezien dat er aanpassingen aangebracht moeten worden in de procedure, vergeleken
met de vorige verkiezingen. Zo is men straks verplicht zich te identificeren en moet er een beeldmerk
aangebracht worden op de stempas. Het geld is dan niet eens zo belangrijk.
De VOORZITTER: Het is een experiment...
De heer SMITS (HB): Wij verschillen van visie daarover. Wij mogen natuurlijk een eigen mening daarover
hebben als fractie. Wat ons betreft, hoeft de gemeente Helmond niet mee te doen aan het experiment.
Daarom is onze fractie tegen het voorstel.
(De heer Van Dijk komt, te 19.41 uur, ter vergadering.)
De VOORZITTER: Dat is prima. Voor alle duidelijkheid merk ik op dat het bij het vorige experiment met
stemmen in een willekeurig stemlokaal zo was dat wanneer de leden van het stembureau een kiezer niet
kenden, die kiezer verplicht was zich te legitimeren. Dat moest dus ook al in de vorige situatie. Nu is de
verplichting om zich te legitimeren in het experiment meegenomen. Dat zal straks ook bij wet verplicht
worden; mensen moeten zich dan kunnen legitimeren, willen zij kunnen deelnemen aan de verkiezingen. Ik
ben van mening dat de aangebrachte veranderingen verbeteringen zijn. Ik heb dan ook veel vertrouwen in
het nieuwe experiment en ik heb er vertrouwen in dat een en ander straks zal worden verankerd in de wet.
Zonder stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De leden van de HB-fractie krijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen
beslissing niet hebben verenigd.
9. Voorstel tot de invoer van een stallingsverbod Kasteellaan, Havenplein en Kerkstraat
(begrotingswijziging 22-2009).
Raadsvoorstel 39.
De heer VAN DER MADE (GL): Mijnheer de voorzitter! Voor het oplossen van het probleem dat er tijdens
uitgaansuren volop fietsen worden gestald buiten de stallingen, heeft het college gekozen voor het invoeren
van een stallingsverbod. Naar de mening van de GL-fractie zou de beste oplossing voor dit probleem zijn het
uitbreiden van de stallingscapaciteit dicht bij de horecazaken, eventueel met een bijdrage van de
horecazaken zelf. Zoals eerder gezegd in een andere vergadering, vindt de GL-fractie de camerabewaking
slechts een schijnbewaking tegen fietsendiefstal. Weliswaar is dit onderwerp een inhoudelijke bevoegdheid
van het college, maar om uiting te geven aan haar onvrede over deze aanpak, zal de GL-fractie toch tegen
de voorgestelde begrotingswijziging stemmen.
De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Tijdens de bespreking van het voorstel in de
commissie MO&E hebben wij een technisch voorbehoud gemaakt, omdat wij inhoudelijke vragen hadden die
wij op dat moment niet kwijt konden vanwege het feit dat wij alleen een financiële inbreng konden leveren.
Vandaar dat ik nu even de bijdrage van ons commissielid Mea van Vugt hier neerleg. Wij hadden namelijk
enkele kleine vragen met betrekking tot het voorstel:
- Wij vragen ons af, gezien het tijdstip, of de veiligheid van de stadswachten gegarandeerd is. Is dat
goed georganiseerd, gezien het beperkte budget dat daarvoor staat?
- Onze volgende vraag is of de camera’s zo geplaatst kunnen worden, dat de kwaliteit van de beelden
zodanig is dat daarmee ook diefstallen kunnen worden opgelost. Wij vragen dit vanwege het wachten
op snelle internetverbindingen.
- Tot slot vragen wij ons af of er nog een evaluatietraject komt, bijvoorbeeld in 2010.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 4

De heer SMITS (HB): Mijnheer de voorzitter! Op zich kunnen wij als HB-fractie instemmen met het voorstel,
maar waar het ons nu om gaat, is de handhaving. Die is op de uitgaansavonden toebedeeld aan
medewerkers van de Stichting Stadswacht Helmond (ook de heer Van Stiphout refereerde daaraan). Het
raadsvoorstel signaleert al dat ondanks de bijgeleverde middelen er “geen ruimte binnen de huidige sterkte
van de stadswachten” is. Oftewel: zij hebben er geen tijd voor. De personele ruimte voor de extra
openstelling van de fietsenstalling Traverse zou tijdens uitgaansavonden binnen de huidige capaciteit
kunnen worden afgedekt, een en ander in afwachting van de camerabewaking. Kortom, wij staan in principe
sympathiek tegenover het voorstel, maar er is naar ons gevoel geen gedegen handhaving. Wij denken dat
daarmee het kind weer met het badwater wordt weggegooid.
Overigens, wie betaalt de kosten van het afvoeren, opslaan en beheren van verwijderde fietsen? Misschien
kan daar iets over verteld worden.
De heer RIETER (HH): Mijnheer de voorzitter! Wij delen de opmerking die de fractie van GL maakte over
schijnveiligheid. Als HH-fractie snappen wij het probleem van de overal in het uitgaanscentrum vrijelijk
geparkeerde fietsen. Wel willen wij graag vragen of er door het voorliggende voorstel niet een stuk sociale
onveiligheid wordt gecreëerd wanneer jonge mensen, met name meisjes, maar ook vrouwen een eind
moeten lopen om ergens achteraf hun fiets op te halen.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Bij ons kwamen twee praktische vragen over het voorstel op, twee
typische commissievragen. Allebei gaan ze over het stallingsverbod tijdens de uitgaanstijden:
1. De eerste vraag gaat over de fietsenstalling Kasteellaan. Gaat het stallingsverbod ook voor deze
fietsenstalling gelden? Wij vermoeden dat wij het antwoord wel weten, maar voor alle duidelijkheid
willen wij deze vraag toch stellen.
2. De tweede vraag is waarom er niet is gekozen voor aansluiting op het stallingsverbod in het centrum
wat betreft de uitgaanstijden? Het gebied waar wij nu over spreken, ligt immers om de hoek van het
centrum. Waarom is daar geen aansluiting bij gevonden?
Tot slot nog een opmerking. Ik heb begrepen van mijn collega dat deze vragen niet aan de orde mochten
komen in de vergadering van de commissie MO&E (ik was daar zelf niet bij). Wij vragen ons af waarom de
vragen niet in de commissie aan de orde mochten komen.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Het aantal stallingsplaatsen is zoveel mogelijk
uitgebreid in het centrum. Op de Watermolenwal hebben wij verschillende nieuwe fietsenstallingen kunnen
realiseren, daar waar mogelijk.
Tegen de heer Verbakel zeg ik dat het natuurlijk gewoon mogelijk is om fietsen te stallen in de fietsenstalling
Kasteellaan. Dat blijft ook mogelijk. De reden om op de vrijdag- en zaterdagavond in het onderhavige gebied
anders om te gaan met het stallingsverbod dan in het winkelcentrum, is de overlast die vooral op de vrijdag-
en zaterdagavond gesignaleerd is. Omdat dit punt samenhangt met veiligheidsoverwegingen, zult u daar
aanstonds op ingaan, voorzitter.
Wij hebben een berekening gemaakt van het aantal stallingsplaatsen dat tijdens de uitgaansuren nodig is
om de overlast te beperken en ervoor te zorgen dat de mensen hun fiets in ieder geval weg kunnen zetten.
Daarvoor is nodig dat de stalling onder de Traverse opengesteld wordt. De verlichting in die stalling is
inmiddels al geoptimaliseerd (zo zeg ik als reactie op de opmerkingen van de heer Rieter). Bovendien gaat
het niet om een grote loopafstand. Men zal best wel eens de berg fietsen hebben gezien die er op vrijdag-
en zaterdagavond ligt. Dat is natuurlijk ook niet altijd zo’n pretje. Het blijft een lastige opgave om voldoende
stallingsplaatsen te maken, maar uit tellingen blijkt dat als de fietsenstalling Traverse op vrijdag- en
zaterdagavond opengesteld wordt, er voldoende plaats is voor het aantal fietsen dat daar op die tijden
gestald wordt.
De Kerkstraat is meegenomen in het voorstel, omdat het stallingsverbod aldaar nog niet was meegenomen
in de totale afweging in het kader van de kwaliteitsimpuls centrum. Inmiddels heeft ook de Kerkstraat een
kwaliteitsimpuls ondergaan, en een stallingsverbod maakt daar onderdeel van uit. Dat hebben wij nu in één
moeite meegenomen.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik zal reageren op de vragen die gesteld zijn over de stadswachten,
met name door fracties van HB en de PvdA. Gevraagd is of de veiligheid van de stadswachten in de
fietsenstallingen kan worden gegarandeerd. Daar zou ik natuurlijk ja op kunnen antwoorden, maar wij
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 5

hebben gisteren niet voor niets een grote landelijke manifestatie gehad van mensen die werkzaam zijn in de
hulpverlening en voor de veiligheid, zoals brandweermensen, ambulancepersoneel, stadswachten en politie.
Landelijk hebben wij problemen gezien met betrekking tot de veiligheid voor dit soort hulpverleners, maar
gelukkig hebben wij die nog niet gekend in onze regio, hoewel dat morgen anders kan zijn. Ook in Helmond
hebben wij die problemen nog niet gekend ten aanzien van onze stadswachten, maar garanderen kun je op
dit punt niets, want dwazen lopen overal rond. De manifestatie van gisteren heeft volgens mij duidelijk
gemaakt dat wij als maatschappij/gemeenschap niet accepteren dat mensen tijdens de uitoefening van hun
hulpverlenings- dan wel toezichttaken worden lastiggevallen door mensen die daar niets mee te maken
hebben. Wij zullen daar zeker attent op zijn.
Verder sprak de heer Van Stiphout over de kwaliteit van de beelden van de bewakingscamera’s. Ik geloof
dat wij volgende week het geheel nieuwe systeem officieel in werking gaan stellen.
De heer BETHLEHEM (wethouder): Inderdaad.
De VOORZITTER: Dat betekent dat wij dan een optimale kwaliteit van de beelden kunnen garanderen. Ook
zullen tijdens de uitgaansavonden, met name op vrijdagavond, de camerabeelden actief uitgelezen worden.
Dan kan ook direct, waar dat nodig is, de politie aangestuurd worden om adequaat op te treden. In die zin
zijn de problemen op dit punt opgelost.
De heer Van Stiphout vroeg om het stallingsverbod na een jaar te evalueren. Daarvoor kijk ik even naar
wethouder Houthooft; volgens mij kunnen wij dat wel doen.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik denk dat het altijd verstandig is om te bekijken wat het
resultaat is. Wij moeten zeker kijken of er voldoende fietsenstallingen zijn om een en ander op te vangen.
De VOORZITTER: Vervolgens de vraag over de capaciteit binnen de Stichting Stadswacht Helmond. Wij
zullen moeten kijken welke additionele capaciteit wij nodig hebben in verband met het voorstel. Het zal
binnen de bestaande formatie opgelost moeten worden. Dat betekent gewoon dat er een reshuffling van
uren moet plaatsvinden. Daar zullen wij ons afzonderlijk over moeten buigen.
Verder heb ik begrepen dat het ophalen en opslaan van fietsen budgettair neutraal verloopt, omdat de niet
opgehaalde fietsen uiteindelijk worden verkocht. Beide zaken zijn financieel ongeveer in evenwicht met
elkaar. Dat is dus allemaal geregeld.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! In de eerste instantie heb ik het feit aan de orde gesteld dat onze
vragen over het voorstel in de commissie MO&E buiten de orde werden verklaard (zo heb ik begrepen van
mijn collega). Waarom was dat nodig?
De VOORZITTER: Ik heb gehoord dat men in die commissie van mening was dat de beantwoording van
vragen omtrent de veiligheid een zaak is van de commissie ABA. Het voorstel was echter niet geagendeerd
voor de commissie ABA. Daarom hebben wij dit keer moeten toestaan dat de betrokken vragen rechtstreeks
in de raad worden behandeld. De volgende keer zullen wij echter zeer goed bekijken of bepaalde punten niet
een zaak zijn voor de commissie ABA.
De heer SMITS (HB): Als wij u hadden uitgenodigd, voorzitter, voor de vergadering van de commissie
MO&E, dan hadden de vragen beantwoord kunnen worden. De commissie MO&E is een echt financiële
commissie. Er zijn technische commissies en er is een financiële commissie. In die laatste commissie horen
technische vragen helaas niet thuis, in dit geval ook niet omdat u niet aanwezig was, voorzitter.
Zonder stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De heer Van der Made krijgt op zijn verzoek aantekening in de notulen, dat hij zich met de genomen
beslissing niet heeft verenigd.
10. Voorstel tot het vaststellen van het verdeelbesluit buurtbudgetten stedelijke vernieuwing 2009.
Raadsvoorstel 37.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 6

De VOORZITTER: Dames en heren! U hebt een gecorrigeerde versie van het raadsvoorstel ontvangen. In
de commissie had de HH-fractie een technisch voorbehoud gemaakt. Is die fractie nu tevreden met de
gecorrigeerde versie van het voorstel?
De heer RIETER (HH): Wij zijn daar tevreden mee.
De VOORZITTER: Dan is de heer Smits ontevreden, zie ik. Tja, zo is dat; ik kan het niet helpen!
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Wij zijn niet ontevreden, maar willen toch even kijken naar het voorstel. Op
zich is dat geen schokkend raadsvoorstel, laat ons wel wezen, maar ik wil daar wel een paar opmerkingen
over maken.
De eerste opmerking is dat gelden worden toebedeeld aan klankbordgroepen. Dat lijkt hartstikke fijn te zijn,
want wethouder Stienen heeft in de publiciteit nogal wat bedenkingen naar voren gebracht ten aanzien van
de burgerparticipatie, oftewel de klankbordgroepen. Ik ben nu blij dat wij het geld daarvoor komend jaar toch
kunnen besteden.
Verder blijven de Binnenstad en Helmond West hun dubbele basisbedrag houden. Dat dubbele bedrag
hebben ze vroeger gekregen, omdat het toen beheerprioriteitsgebieden waren, zodat wij daar dubbele
aandacht voor hadden. Gezien echter het feit dat deze wijken ook al mogen beschikken over de
zogenaamde Vogelaargelden - en daarbij gaat het om € 300.000,-- - zou het dubbele basisbedrag over
andere wijken kunnen worden verdeeld. Wij hebben daarvoor geen amendement of iets dergelijks opgesteld,
maar stellen wel de vraag waarom niet is ingespeeld op het feit dat de Binnenstad en Helmond West al
Vogelaargelden krijgen? Het college heeft tenslotte besloten die gelden in deze twee wijken te besteden. Dat
is prima, want die wijken hebben de gelden hard nodig, zoals wij weten, maar waarom is in het
verdeelbesluit dan nog steeds het dubbele basisbedrag van € 12.000,-- opgenomen voor deze twee wijken?
Vroeger (ik praat nu over echt lang geleden) stond in het verdeelbesluit ook een budget voor de
zogenaamde buurtpreventieprojecten. Is dat budget nu overgeheveld naar programma 1 (Veiligheid), of
waar is dat gebleven? Misschien kan ik daar een antwoord op krijgen.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Ik begin mijn beantwoording met deze laatste
vraag. Volgens mij is er geen apart potje voor de buurtpreventieprojecten. Dat zal dus opgenomen moeten
worden in de budgetten waar wij nu over spreken.
De heer SMITS (HB): Het gaat om € 10.000,--, wethouder.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ja. Dat is verwerkt in het totaalbudget.
Dan de vraag over de Vogelaargelden. Aan de inzet daarvan waren condities verbonden. De eerste tranche
van de Vogelaargelden hebben wij destijds toegewezen, zoals dat ook bepaald was, aan de
achterstandswijken. Dat was de conditie. Wij hebben voorgesteld om de tweede tranche van de
Vogelaargelden op een betere manier over de overige wijken te verdelen.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Het is op zich leuk om te horen dat de tweede tranche van de
Vogelaargelden ook over andere wijken verdeeld wordt.
Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag waarom in het verdeelbesluit de dubbele basisbedragen
zijn blijven staan voor de Binnenstad en Helmond West. Die wijken zijn immers al rijkelijk bedeeld met het
bedrag van drie ton.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Zoals u weet, worden de Vogelaargelden tijdelijk verstrekt.
Wij zijn er daarom nog steeds van uitgegaan dat bepaalde wijken extra ondersteuning nodig hebben, zoals
dat ook voorheen werd beslist.
De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Wat ik nu ga zeggen, had ik al in de eerste instantie naar voren willen
brengen, maar u hebt toen niet gezien dat ik het woord wilde voeren.
De PvdA-fractie kan zeker instemmen met de voorgestelde verdeling van de basisbedragen, ook met het
dubbele basisbedrag voor de Binnenstad en Helmond West. Daar is tenslotte de meeste sociale
problematiek, dus daar is ook het meeste geld nodig.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 7

De gemeente stelt volgens het voorstel een bedrag beschikbaar voor buurtconciërges, namelijk € 8.500,--.
Wij hebben daarover informatie gehad over de e-mail. Tijdens de voorjaarsnotabehandeling in 2008 heeft de
PvdA-fractie een motie ingediend waarin een bedrag van € 60.000,-- was opgenomen voor met name het
inzetten van buurtconciërges in Helmond Noord, maar ook in Helmond West. Als je gaat herstructureren,
dan moet je er namelijk voor waken dat je de sociale problematiek niet in andere wijken neerlegt. Mijn eerste
vraag luidt dan ook: Lopen er in dezen dingen naast elkaar of langs elkaar?
Er wordt een bedrag van bijna € 20.000,-- voorgesteld voor de aanpak van knelpunten in de woonomgeving.
Destijds hebben wij het ook gehad over een leefbaarheidsfonds. Dat is inmiddels een jaar tot anderhalf jaar
geleden, maar ik heb daar nooit meer iets van vernomen. Daarom verneem ik nu graag of nog iets te
verwachten valt van een dergelijk fonds. Ik vraag dit, omdat dat direct raakvlakken heeft met het onderwerp
dat nu aan de orde is.
Voor het overige kunnen wij instemmen met het voorstel. Wel willen wij graag een andere keer de uitvoering
evalueren van de motie die wij hebben ingediend met betrekking tot de twee buurtconciërges, namelijk in
Helmond West en Helmond Noord.
(De heer Tijani komt, te 20.00 uur, ter vergadering.)
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Ik durf niets te zeggen over het
leefbaarheidsfonds waarover de heer Davies sprak. Ik dacht niet dat dat aan de orde is.
Wel kan ik even ingaan op wat de heer Davies zei over de buurtconciërges. De buurtconciërges die wij in
Helmond hebben, zijn in dienst van de SWH. Hun loon wordt dus ook betaald door de SWH, die jaarlijks
subsidie ontvangt van de gemeente Helmond voor al haar activiteiten, dus ook voor de buurtconciërges. Die
zijn onderdeel daarvan. Dat is ook via de e-mail gecommuniceerd met de raad. Daarbij hebben wij
aangegeven dat er in Helmond nog drie buurtconciërges werkzaam zijn in twee wijken, te weten in de
Binnenstad (2 fte´s) en Helmond Noord (één medewerker).
De VOORZITTER: In de Binnenstad Oost heb ik dat kunnen zien, omdat ik een dag met ze ben gaan
werken.
De heer DAVIES (PvdA): Het is wellicht handig om het hele verhaal van de buurtconciërges en het effect
daarvan een keer te evalueren, maar daarop kom ik terug in de commissie RF.
Zonder stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11. Voorstel tot het vaststellen van de notitie sportpark Brandevoort (begrotingswijziging 12-2009).
Raadsvoorstel 28.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Mijnheer de voorzitter! Dit dossier zag er aanvankelijk uit
als weer één van de hoofdpijndossiers voor wat betreft een sportaccommodatie binnen het Helmondse.
Blijkbaar ontkomen wij daar niet aan. Op dit moment zijn wij de hoofdpijn een beetje kwijt, maar wie weet wat
er nog aan hoofdpijn gaat volgen!
De uitvoerige discussie in de commissie Samenleving zal ik eenieder hier besparen. Gelukkig was de
wethouder bereid, uiteraard na opdracht van de commissieleden, om een oplossing te gaan zoeken gericht
op tijdelijke aanpassingen aan zowel velden als opstallen, niet meer en niet minder. Dat feit vind ik belangrijk
genoeg om even hier neer te leggen. De verdere brede discussie over sport krijgen wij binnenkort. Gezien
dit gegeven, kan ik mij vinden in het voorliggende voorstel. Ik was nog niet in de gelegenheid geweest om
daar kond van te doen.
De heer VAN DIJK (SDH-OH): Mijnheer de voorzitter! Zoals ik al heb aangegeven in de vergadering van de
commissie Samenleving van vorige maand, blijkt de Nota Ruimte voor Sport wel degelijk een heel goede
bron van informatie te zijn over het heden en de toekomst van de voetbalverenigingen in Helmond. De cijfers
lieten zien dat zowat iedere club tot 2020 redelijk stabiel blijft. Uitzondering daarop is RKSV Mierlo-Hout, die
door de groei van Brandevoort is uitgegroeid tot bijna 1500 leden. De rechtvaardiging van een sportpark in
Brandevoort zelf wordt hiermee aangetoond.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 8

De keuze voor een definitief sportpark aan de Kaldersedijk lijkt niet optimaal te zijn in verband met het
aanleggen van de benodigde voetbalvelden in de toekomst. Echter, de fractie van SDH-OH wil Brandevoort
niet met een dossier Helmond Sport opzadelen, en kan daarom instemmen met het voorstel zoals het er nu
ligt. Wij zijn bereid om SV Brandevoort twee jaar de kans te geven om zich als voetbalclub te bewijzen. Over
twee jaar kunnen wij spijkers met koppen slaan met betrekking tot het aanleggen van een compleet nieuw
sportpark. Blijkt dit een succes te zijn, dan maken wij een doorstart naar een definitieve situatie. Mocht het
niet van de grond gekomen zijn, dan kunnen de aanwezige velden door de omnivereniging verder worden
gebruikt.
De heer RIETER (HH): Mijnheer de voorzitter! Allereerst merk ik op dat wij blij zijn met het gegeven dat de
huidige tijdelijke locatie aan de Kaldersedijk straks ook de definitieve locatie wordt voor de omnivereniging.
De wethouder heeft dat uiteindelijk, na lang doorvragen, toegegeven én toegezegd in de commissie. Wellicht
kan de wethouder dat hier en nu herbevestigen.
De HH-fractie zit in relatie tot het voorstel met een aantal zaken in haar maag:
1. Wij vinden in algemene zin dat er in principe eigenlijk teveel voetbalverenigingen zijn in Helmond. Wij
zien dan ook liever één of meer samenwerkingsverbanden, liefst fusies, van bestaande voetbalclubs. In
die zin was Ruwe Putten met PVV wellicht een aardige poging, maar wel op de verkeerde plek en op de
verkeerde manier.
2. Op de tweede plaats vinden wij, zeker in deze tijd van economische crisis, dat wij gemeenschapsgeld
verantwoord moeten uitgeven. 1,5 ton voor een tijdelijke, tweejarige oplossing vinden wij in principe niet
verantwoord.
Deze twee zaken tegen het licht houdend bij de afweging ten aanzien van voorliggend raadsvoorstel, brengt
ons tot de volgende overwegingen. Er wordt gelukkig, voor zover wij begrepen hebben, op dit moment door
de jeugd uit Brandevoort gevoetbald, alleen gebeurt dat bij naastgelegen clubs, namelijk in Mierlo-Hout,
Stiphout en Mierlo. Desondanks willen wij als gemeente volgens het voorstel aan de huidige locatie aan de
Kaldersedijk tijdelijk invulling geven voor SV Brandevoort. De HH-fractie is wel bereid om nu al geld naar
voren te laten halen voor een blijvende investering aan de Kaldersedijk. Is dat mogelijk? Kortom, de HHfractie
is meer dan bereid om te laten investeren, zelfs nu al, in een sportcomplex voor Brandevoort. Wij
vinden echter dat de wijk, indien er niet nu al duurzaam geïnvesteerd kan worden, best twee jaar zou
kunnen wachten. Wij wachten de reactie van de wethouder hierop in de eerste instantie af.
De heer SPRUIJT (SP): Voorzitter! Ik heb begrepen dat het gesprek met de KNVB inmiddels geweest is. De
KNVB staat welwillend tegenover het geven van dispensatie als er ook uitzicht is op een definitieve
oplossing. Mag ik er nu van uitgaan dat ja zeggen tegen het voorliggende besluit, eigenlijk niets anders kan
betekenen dan ja zeggen tegen de definitieve inrichting, inclusief voetbal, van de locatie aan de
Kaldersedijk? Wellicht kan het college dan nu een tipje van de sluier van de voorjaarsnota alvast oplichten.
Het college zal het daar ongetwijfeld in Brussel over gehad hebben, met name over waar het geld vandaan
gehaald moet worden.
Overigens heb ik begrepen dat de KNVB niet zomaar extra beleggingen op een kunststofveld toestaat, en
dat moet er later toch komen. Is duidelijk hoe dit zit, want medegebruik door andere sporten is toch één van
de criteria om kunststofvelden aan te leggen? Daarnaast kan de sport in Brandevoort zonder
kunststofvelden niet heel erg lang vooruit.
Tot slot. In de commissie hebben wij aangegeven geen grote noodzaak te zien om nu overhaast de
beslissing over Sportpark Brandevoort te nemen. Wij bekijken het toch liever in zijn geheel, samen met de
Nota Ruimte voor Sport, zodat wij kunnen kijken hoe wij de knelpunten voor heel Helmond kunnen oplossen.
Wij zien op dit moment dan ook meer in het voormalige scenario 2, waarbij de voetballers uit Brandevoort
gebruik zouden gaan maken van een nieuwe voetbalgelegenheid op Ruwe Putten en waar PVV dan naartoe
zou verhuizen. Kort gezegd: het scenario-Boetzkes. Omdat wij daar meer in zien, zullen wij tegen het
voorstel stemmen.
De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Op 9 februari jl. is in de commissie Samenleving
aangegeven dat er binnen de raad een voorkeur was om een voetbalvereniging ressorterend onder de
omnivereniging te Brandevoort, te faciliteren. Hierop is door wethouder Boetzkes een aanpassing gemaakt,
en nu ligt er het voorstel om in te stemmen met het toekennen van maximaal € 150.000,-- uit de post
Onvoorzien Incidenteel om een tijdelijke voorziening mogelijk te maken. Hierdoor kan in 2009-2010
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 9

gevoetbald worden, maar voor de verdere inrichting van het sportpark zal in de voorjaarsnota geld
gereserveerd moeten worden. Wij realiseren ons dat met deze keuze wel de wijkactiviteit gerealiseerd wordt;
een stedelijke oplossing moet echter nog worden uitgewerkt. Het is voor de verantwoordelijke wethouder niet
gemakkelijker geworden. Wij hebben als fractie voor deze wijkoplossing gekozen - en zijn nu blij met het
voorliggende voorstel - omdat wij het belangrijk vinden de wijk in dezen te ondersteunen. Wij hechten eraan
dat knelpunten, met name bij de hockeyclub, ook bekeken en opgelost gaan worden.
Wat de omnivereniging betreft, kan de gemeente de gesprekken over het beheer en de manier van
exploitatie nu gaan starten. Wij hebben in een eerdere instantie aangegeven dat wij eraan hechten dat het
opstellen van een gebruiks- en huurdersovereenkomst gestalte gaat krijgen met omnivereniging Brandevoort
en dat gekeken wordt naar alle nieuwe sportinitiatieven, zodat die gebruik kunnen maken van de velden. Kijk
verder naar de basisscholen en de buitenschoolse opvang en kijk naar de mogelijkheden om de scouting bij
het geheel te betrekken. Wij gaan ervan uit dat nu de gesprekken hierover kunnen starten en hebben er alle
vertrouwen in dat het college dat in goed overleg zal gaan doen.
De heer VAN DER MADE (GL): Mijnheer de voorzitter! Enkele maanden geleden kon de fractie van GL zich
niet vinden in het eerste voorstel van het college ten aanzien van Sportpark Brandevoort. De reden daarvoor
was met name dat wij van mening zijn dat KNVB-competitievoetbal binnen Brandevoort mogelijk moet zijn.
De commissie Samenleving stuurde de wethouder terug met de opdracht om vanaf komend seizoen voetbal
mogelijk te maken, en dat ook blijvend mogelijk te maken, binnen de wijk. Het voorstel dat nu voorligt, leek
daar in eerste instantie aan te voldoen. Bij de behandeling in de commissie echter bleek dat zelfs zonder de
onnodige tennisbanen, op deze plaats de ruimte voor een volwaardige voetbalclub van de te verwachten
omvang te klein is. En sowieso zal de investering van € 150.000,-- die nu gevraagd wordt, geen duurzame
zijn. De bron van het probleem is dat er in de plannen voor Brandevoort te weinig ruimte voor sport is
gereserveerd. Ik vraag wethouder Stienen of hij mogelijkheden ziet om die fout te herstellen. Ten tweede wil
ik graag van wethouder Boetzkes horen waarom niet gekozen is voor een grotere investering op dit moment,
bijvoorbeeld in kunstgras, die wel duurzaam is op deze plek.
De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! De relatie tussen voetbal en politiek is in onze gemeente, ondanks
de vele overeenkomsten met het spel, verre van gemakkelijk. Dat blijkt ook weer uit het dossier Brandevoort,
waarvan wij vanavond het voorlopige einde beleven.
Het is niet primair aan het college te danken dat er dan toch uiteindelijk gevoetbald kan worden in
Brandevoort. Dat is vooral te danken aan de wijkraad Brandevoort, die o.i. ijzersterke argumenten had
waarom sport voor een wijk in opbouw zo belangrijk is, en aan de gemeenteraad, die zich onder meer door
deze argumenten heeft laten overtuigen. Dat daarbij ook 2010 ongetwijfeld in diverse politieke
achterhoofden een rol speelt, zal niet door iedereen ontkend kunnen worden! Daarnaast - en dat is niet
onbelangrijk - lag er het simpele feit dat al vanaf den beginne in de opzet van Brandevoort meegenomen
was dat zich in een wijk van 18.000 inwoners een eigenstandige sportvoorziening zou dienen te ontwikkelen.
Toch, voorzitter, toch schuurt er wat. Dat komt doordat wij op diverse beleidsterreinen als politiek niet goed
kunnen omgaan met de relatie wijkbelang-stedelijk belang. Het is natuurlijk heel legitiem om bij het bepalen
van je piketpalen voor het beleid de hele stad in ogenschouw te nemen, ook op het gebied van sport en
sportvoorzieningen. Maar dat wordt niet begrepen als dat de schijn heeft van gelegenheidspolitiek, in
combinatie met een slechte communicatie.
In het weekblad van Brouwhuis, de Corridor, van maart jl. stond een oproep om te komen tot een wijkpartij
die mee wil doen aan de eerstvolgende raadsverkiezingen. Waarom een wijkpartij? Omdat er volgens de
initiatiefnemers onvoldoende door de politiek geluisterd wordt naar Brouwhuis. Zo heeft iedere wijk in
Helmond wel haar argumenten om een eigen partij op te richten: Stiphout omdat daar maar niets gebeurt,
Rijpelberg omdat dat verdoemde stadion er niet moet komen, en ga zo maar door. Wij zullen in dit huis eens
goed moeten nadenken over hoe dat komt, die drang. Ten minste is nodig heel helder te maken hoe
besluiten in de gemeenteraad tot stand komen, hoe ons stelsel werkt, dat er geen een-op-een relatie is
tussen kiezer en gekozene en dat de raad zelfs besluiten kan nemen die wellicht niet worden gedragen door
een meerderheid van de Helmonders, maar wel door een meerderheid van de gekozen raad. Het “u vraagt
en wij draaien”, dat her en der door een politieke partij tot slogan is verheven, bestaat namelijk niet. Het
belangrijkste in dit alles lijkt toch te zijn: een goede en open communicatie. Op dit terrein is nog veel te
winnen, te beginnen op deze plek.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 10

De heer SMITS (HB): Mijnheer de voorzitter! De heer Ferwerda sprak zojuist wijze woorden. Daar moeten
wij eens over nadenken, maar het gaat nu over het Sportpark Brandevoort.
Toen wij een maand geleden de notitie over het Sportpark Brandevoort moesten behandelen, ontstond er
beroering, omdat de Nota Ruimte voor Sport eerst aan de orde zou moeten zijn, want daarin zou het
antwoord staan met betrekking tot de ruimte voor sport in Brandevoort. Toen echter die nota werd
uitgedeeld, zagen velen dat de uitgangspunten niet zouden leiden tot een eigen voetbalvereniging of dat
men aan de rand van de wijk Brandevoort een sportpark zou gaan aanleggen. Dat paste niet in de filosofie
van de omnivereniging Brandevoort. Nu ligt er het voorstel om toch een sportpark aan te leggen, en de
eerste voorziene locatie daarvoor is aan de Kaldersedijk. Oftewel: alle principes overboord, geen oog voor
de Nota Ruimte voor Sport en in feite schikken naar de wil van omnivereniging Brandevoort, om zodoende
vanaf het nieuwe seizoen te kunnen voetballen onder de vlag van de KNVB. De coalitiefracties hebben
elkaar gevonden in het voorstel, dus de omniverenigingsvlag (als die er al zou zijn) kan uit.
In de commissievergadering opperde ons burgercommissielid de heer Hamacher een tussenoplossing,
namelijk de jeugd laten voetballen op de locatie aan de Kaldersedijk en de senioren laten voetballen op de
nieuwe locatie Ruwe Putten. Dat idee vond echter weinig steun, ondanks dat deze oplossing een
verlengstuk zou zijn van de wijze waarop Mierlo-Hout jarenlang het jeugdvoetbal in Brandevoort heeft
ingevuld.
Nu komen wij volgens het voorstel tot een investering van € 150.000,-- in een tijdelijke oplossing. Het is niet
echt duidelijk hoe dat bedrag is samengesteld. Wij zien wel een aantal zaken die moeten gebeuren, maar
hoe en wat het precies allemaal inhoudt, weten wij niet. Het is een heel mooi rond bedrag, € 150.000,--,
maar het is zelfs in het raadsvoorstel nog niet duidelijk of dat bedrag inclusief of exclusief BTW mag worden
gebruikt. Kortom, wij vinden het een beetje broddelwerk, hoofdzakelijk gericht op het zo snel mogelijk
kunnen opstarten van de voetbaltak binnen de omnivereniging Brandevoort. Het past helemaal niet binnen
de Nota Ruimte voor Sport, die wij binnenkort hier moeten gaan vaststellen. Maar goed, wij zullen zien hoe
de omnivereniging de overgang van het jeugdvoetbal, dat vroeger in Mierlo-Hout werd georganiseerd, snel
zal realiseren en hoe de senioren waarschijnlijk hun voetbalplunje op zondag gaan aantrekken.
Eén ding is voor onze fractie wel duidelijk, namelijk dat naar analogie van andere stadsdelen, elke wijk in
onze gemeente een voetbalvereniging mag huisvesten. Dus: in het verlengde van Brouwhuis, Stiphout,
Mierlo-Hout, Noord, Oost en West krijgt nu ook Brandevoort de gelegenheid om een voetbalvereniging te
huisvesten.
Onze fractie is van mening dat een investering die feitelijk voor twee jaar bedoeld is - oftewel € 75.000,-- per
jaar voor enkele voetbalteams - wel heel royaal is. Maar omdat alternatieven ook niet zo snel voorhanden
zijn, moeten wij het voorstel het voordeel van de twijfel geven en zullen wij daarmee instemmen. Dat laat
onverlet natuurlijk dat als de raad straks de Nota Ruimte voor Sport gaat vaststellen, wij onze eigen visie
weer zullen inbrengen. Dat mag duidelijk zijn.
De VOORZITTER: Dames en heren! Hoewel de heer Van Mullekom zich in eerste instantie niet had
aangemeld als spreker, wil hij nu toch iets zeggen. De reden daarvoor is dat hij goed heeft geluisterd naar
wat er gezegd is.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Dat ik alsnog het woord wil voeren, komt eigenlijk door de
woorden van de heer Ferwerda. Ik ben het niet met hem eens dat wij niet genoeg voor de wijken zouden
doen etc. etc. Ik kan het volgende vertellen. Na een verzoek in 2003 van Helmond Aktief aan de Grontmij -
want wij hadden toen al een vooruitziende blik wat Brandevoort en het voetbal aldaar betreft - is onze fractie
nu blij dat er een voetbalaccommodatie gerealiseerd wordt. In 2003 hadden wij de Grontmij gevraagd om
gratis een ontwerpplan te maken. Dat heeft de Grontmij ook uitstekend gedaan, in een dik, lijvig rapport.
Daarin was ook een voetbalaccommodatie ingetekend plus de kleedlokalen met alles erop en eraan, waarbij
tevens de kosten werden aangegeven. Ik heb toen het rapport in meervoud aan het college aangeboden
voor het dossier, precies voor de plek waar nu de voetbalvelden in Brandevoort gerealiseerd zijn. Wanneer
de heer Ferwerda dan zegt dat er niet goed geluisterd wordt naar de wijken of dat wij als raadsleden niet
voldoende doen richting de wijken, dan...
De heer FERWERDA (D66): Nee, nee...
De heer VAN MULLEKOM (HA): ...hoor ik daar niet bij.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 11

De heer FERWERDA (D66): Mijnheer Van Mullekom! Dat heb ik niet gezegd en daar gaat het niet om. Het
gaat mij om de vraag hoe je een goede discussie kunt krijgen en elkaar kunt begrijpen als er geen discussie
is over enerzijds de stedelijke voorzieningen en anderzijds de wijkvoorzieningen. Daarbij is er
miscommunicatie. Dat is wat anders dan wat u zei.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Ik heb geen last van miscommunicatie. Ik zit de hele dag op een
damesfietsje in de stad en ren als eenmansfractie van hot naar haar. Ik ben heel blij dat de raad
waarschijnlijk zal instemmen met het voorstel, zodat Brandevoort een eigen voetbalaccommodatie krijgt. En
ik ben hartstikke trots dat Helmond Aktief aan de basis heeft gestaan van een compleet dossier voor de
realisering van een voetbalaccommodatie in Brandevoort. Het college kan alleen maar zeggen en bewijzen
dat dat zo is en dat wij indertijd het rapport van de Grontmij hebben aangeboden.
De heer BOETZKES (wethouder): Mijnheer de voorzitter! Mevrouw De Voogd verwees naar de behandeling
van het voorstel in de commissie. Toen hebben wij een beetje chaotische discussie gehad met elkaar. Die
discussie wil ik niet overdoen, en ik neem aan dat ook de raad dat niet wil. Uit die discussie is in ieder geval
de opdracht aan mij gekomen om ervoor te zorgen dat er gevoetbald kan worden in Brandevoort, en wel
door een eigen club. Daarbij heb ik toegezegd dat het mijn bedoeling is om ervoor te zorgen dat er de
komende twee jaar KNVB-waardig competitievoetbal gespeeld kan worden in Brandevoort. Om daarvoor
dispensatie te krijgen, hebben wij perspectief moeten bieden aan de KNVB. Daarmee heeft al een goed
gesprek plaatsgevonden.
Ik wil graag enkele dingen noemen die wij moeten doen om dispensatie te krijgen:
- Er moet een tijdelijke accommodatie komen, in de vorm van units, voor kleedkamers,
scheidsrechterlokaal en ontvangstruimte.
- Er moet een hoofdveld met dug-outs en publieksafrastering zijn. Die zijn overigens herbruikbaar, zodat er
voor een deel dus ook sprake is van een duurzame investering, zo zeg ik tegen de heren Rieter en Van
der Made.
- Het hoofdveld moet verschoven worden voor een uitloopzone. Dat is een KNVB-eis.
Als wij in augustus a.s. gereed willen zijn met deze zaken, dan zullen wij echt in mei moeten beginnen met
de werkzaamheden, met name de cultuurtechnische aanpassingen. De offertes voor de units zijn
opgevraagd (voor zowel kopen als huren; daar zijn wij nog niet uit). De huidige kleedlokalen willen wij gaan
gebruiken voor de trainingen. Dit in verband met de hoge stroomkosten die de units met zich meebrengen.
Verder vindt er nog groot onderhoud plaats aan de velden, namelijk van eind juni tot aan het begin van de
volgende competitie, inclusief een rustperiode. Dit laatste is niet onbelangrijk, omdat SV Brandevoort in juni
een voetbaltoernooi gepland heeft. Die moet daarvoor dan een andere locatie zoeken; een mogelijk
alternatief is Mierlo-Hout. Voorts hebben wij al vrijstelling gevraagd aan TenneT om aan de noordzijde van
het sportpark tijdelijk een accommodatie te kunnen plaatsen, conform de bouwvergunning. Daarmee zijn
geen problemen te verwachten. Wij bouwen namelijk binnen hetgeen het huidige bestemmingsplan
aangeeft, namelijk een accommodatie van maximaal 200 m2.
Intern is er heel goed overleg tussen de afdelingen voor sport en vastgoed, alsmede met de Stichting
Sporten en Bewegen Brandevoort. Dit laatste overleg vindt tweewekelijks plaats. Bij de voorjaarsnota zullen
wij terugkomen op de definitieve invulling van het Sportpark Brandevoort; daar ga ik nu nog niet op in. Dat is
ook niet de bedoeling, zoals in het format staat.
Hiermee heb ik volgens mij antwoord gegeven op de belangrijkste vragen en opmerkingen, behoudens de
opmerking over het scenario-Boetzkes. Dat vond ik wel een leuke. Misschien kunnen wij, als de Nota Ruimte
voor Sport aan de orde komt, toch met elkaar een duurzame oplossing zoeken voor de stedelijke
sportproblematiek.
De VOORZITTER: Dames en heren! De woorden die de heer Ferwerda zojuist sprak, dienen de
verschillende fracties zich aan te trekken. Als college kunnen wij daar nauwelijks antwoord op geven.
De heer FERWERDA (D66): Wat ik wil, is dat wij in de raad een keer een discussie hebben over wat ik
aangaf. De reden daarvoor is dat er iets raars gaat gebeuren in Helmond. Het is m.i. een signaal dat een
wijk het noodzakelijk vindt om een wijkpartij op te richten. Een wijkpartij!
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 12

De VOORZITTER: Daar bestaan in Nederland al heel fraaie voorbeelden van. Die zijn ook ooit geëvalueerd.
Daaruit is gebleken dat partijen die zich organiseren rondom een deel van een gemeente dan wel rondom
een bepaald onderwerp, daardoor juist minder scoren. Het ontbreekt ze aan overtuigingskracht om de
politieke partijen breed te overtuigen. Maar als u zegt dat u dit een heel aardig onderwerp lijkt om er een
openbaar raadsdebat over te houden in de aanloop naar de volgende gemeenteraadsverkiezingen, wie let u
dan om daartoe het initiatief te nemen? Op zichzelf is dit best een boeiend onderwerp.
De heer DAVIES (PvdA): Voorzitter! Daarop inhakend, merk ik op dat de heer Ferwerda natuurlijk gelijk
heeft met wat hij opmerkte in de eerste instantie. Immers, de stedelijke sportproblematiek aan de westkant
van onze gemeente is nog niet opgelost. Die komt straks terug (ook de wethouder zei dat) in de Nota Ruimte
voor Sport. Het gaat daarbij inderdaad om een interessante discussie, namelijk het wijkbelang tegenover het
stedelijk belang. Wordt vervolgd.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Ik ben het daar wel enigszins mee eens, maar ik ben van mening dat er op
dit moment belangrijkere zaken zijn die een rol spelen in Helmond. Daarom ben ik verschrikkelijk blij met het
initiatief van de CDA-fractie met betrekking tot wat er volgende week donderdag staat te gebeuren. Helaas
ben ik dan verhinderd, want dat is mijn geboortedag (ouderen komen overdag op die geboortedag, en niet
meer ’s avonds, en dat vind ik in dit geval heel jammer). Ik ben van mening dat datgene waar het CDA
initiatief betrekking op heeft, prioriteit verdient, naast andere zaken in de Helmondse samenleving. Het door
de heer Ferwerda bedoelde debat kun je altijd nog voeren; dat behoeft niet per se voor de komende
gemeenteraadsverkiezingen te gebeuren.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Voorzitter! In de eerste termijn heb ik een vraag gesteld over de
investeringsbijdrage van € 150.000,--, namelijk of dat bedrag inclusief of exclusief BTW is (volgens mij had ik
die vraag ook al gesteld in de commissie MO&E). Wij hebben begrepen dat het exclusief BTW zou zijn. Dat
scheelt natuurlijk 19% van de investering.
Verder stel ik vast dat wij de Nota Ruimte voor Sport voor ons uit schuiven. Ook de wethouder doet dat in
feite. De heer Davies zei: Wordt vervolgd. Ja absoluut, dat wordt vervolgd.
De heer SPRUIJT (SP): Mijnheer de voorzitter! Het is jammer dat de wethouder geen tipje van de sluier van
de voorjaarsnota wilde oplichten. Ik begrijp dat de KNVB al wel onder de sluier heeft mogen kijken, want
volgens mij is die van meer dingen op de hoogte dan wij.
Wat ik mij verder afvraag, is wat het college na twee jaar gaat doen met betrekking tot het Sportpark
Brandevoort. En wat gaat de gemeenteraad doen als die straks gaat besluiten over de Nota Ruimte voor
Sport zoals die voorligt, namelijk zonder een eigen voetbalaccommodatie in Brandevoort? Gaat SV
Brandevoort dan weer verdwijnen? Ik denk niet dat iemand het aandurft om dat te gaan vertellen.
Uit de woorden van de wethouder maak ik nog steeds op dat het beter is om het voorstel nu niet aan te
nemen.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! De heer Spruijt gaf nadrukkelijk aan dat de KNVB al onder de sluier van de
voorjaarsnota heeft mogen kijken en dat de KNVB daardoor meer zou weten dan wij. Hoe komt hij aan die
wijsheid?
De heer SPRUIJT (SP): Eén van de eisen van de KNVB voor het geven van dispensatie was volgens mij dat
er uitzicht moet zijn op een langetermijnvisie. Dan moet er toch iets uit de voorjaarsnota tevoorschijn komen,
want dan zal er extra geld bij moeten.
De heer SMITS (HB): Ja, maar u stelt zo stellig dat de KNVB het al zou weten. Ook ik heb het raadsvoorstel
gelezen. Daarin wordt inderdaad de visie voor de langere termijn genoemd, maar dat u in verband daarmee
een connectie legt met de KNVB, begrijp ik niet goed.
De heer SPRUIJT (SP): De KNVB heeft als eis dat er uitzicht moet zijn op een definitieve locatie. Ik neem
aan dat als die definitieve locatie er niet is, er ook geen dispensatie gegeven zal worden. De wethouder of
zijn ambtenaren hebben dus met het verhaal moeten komen dat er minimaal uitzicht is om op de huidige
locatie voort te gaan.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 13

De heer VAN DER MADE (GL): Mijnheer de voorzitter! Ik wil een opmerking maken in de richting van de
heer Ferwerda. Na de gemeentelijke herindeling was de partij Rosmalens Belang de grootste partij in de
raad van de gemeente Den Bosch. Dat had vooral te maken met het opkomstpercentage. Misschien is de
deelname van een wijkpartij wel heel goed voor de opkomst bij de verkiezingen, maar dat terzijde.
De VOORZITTER: Maar vier jaar later was die partij alweer weg, hè.
De heer VAN DER MADE (GL): Inderdaad.
Voorzitter! In de eerste instantie had ik twee vragen gesteld, één aan wethouder Stienen en één aan
wethouder Boetzkes. Die vragen zijn allebei niet beantwoord, en daarom zal ik ze even herhalen. Ik heb
gezegd dat er in de plannen voor Brandevoort oorspronkelijk te weinig ruimte voor sport is gereserveerd.
Mijn vraag aan wethouder Stienen was of hij mogelijkheden ziet om die fout te herstellen. En aan wethouder
Boetzkes heb ik gevraagd waarom er op dit moment niet gekozen is voor een grotere investering,
bijvoorbeeld in kunstgras, wat wel een duurzame investering zou zijn.
De heer RIETER (HH): Mijnheer de voorzitter! Laat mij helder stellen dat de HH-fractie vindt dat Brandevoort
een eigen voetbalaccommodatie kan en mag hebben, ondergebracht bij een omnivereniging. Wij vinden
alleen - ook in de eerste termijn heb ik dat gezegd - dat wij nu duurzaam zouden moeten investeren. Ik haak
dan ook graag aan bij de woorden van de heer Van der Made. Ik vraag de wethouder daarom of overwogen
is om meer geld naar voren te halen, bijvoorbeeld om een permanent kunstgrasveld aan te leggen.
Kan de wethouder vertellen of het bedrag van € 150.000,-- (of dat nu exclusief of inclusief BTW is) in zijn
geheel geïnvesteerd wordt in tijdelijke voorzieningen? Of is een deel ook blijvend? Hiermee refereer ik deels
aan een vraag die de heer Smits in de eerste termijn stelde, namelijk waaruit het bedrag is opgebouwd,
bijvoorbeeld voor het verleggen van het veld en de tijdelijke accommodaties. Wij zijn van mening - ook dat
heb ik in de eerste termijn verteld - dat wij in deze tijd van economische crisis een voorbeeld moeten geven
aan de burgers. Dat betekent dat wij geld niet zomaar moeten stoppen in iets dat anderhalf tot twee jaar
duurt. Dat moeten wij met name niet doen, omdat de mensen uit Brandevoort elders in de stad kunnen
voetballen. Ik geef een klein voorbeeld. Als je in Helmond Noord in de noordwesthoek woont, dan moet je
een aardig eindje fietsen om te kunnen voetballen op De Braak, want daar is dan je sportterrein.
De heer BOETZKES (wethouder): Mijnheer de voorzitter! Op de vraag van de heer Smits kan ik zeggen dat
het bedrag van € 150.000,-- exclusief BTW is.
De heer Spruijt heeft mij twee keer gevraagd een tipje van de sluier van de voorjaarsnota op te lichten. Zijn
conclusie is deels goed. Met de KNVB is de afspraak gemaakt dat wij wel degelijk perspectief te bieden
hebben. Dat loopt echter vooruit op de voorjaarsnota. Met de goedkeuring daarvan door de raad zal het
perspectief dan ook waarheid worden. Het lijkt mij dat het zo zal gaan. Het tipje is wat mij betreft dus
duidelijk.
Verder vroeg de heer Spruijt om het advies van mij op te volgen. Daarop is mijn antwoord ja. Ik heb echter
gewezen op het scenario dat verbonden is aan de Nota Ruimte voor Sport. Ik vroeg om bij de behandeling
daarvan gezamenlijk een duurzame stedelijke oplossing te vinden.
De heren Van der Made en Rieter vroegen waarom er niet direct duurzaam geïnvesteerd wordt in het
Sportpark Brandevoort. Dat is niet mogelijk, omdat wij nog niet weten hoe het park eruit komt te zien en
gebruikt gaat worden. Om dan nu al een plastic veld of kunstgras (het is maar hoe je het noemt!) aan te
leggen, zou kapitaalverlies kunnen opleveren. Grotendeels gaat het dus om een tijdelijke situatie die een
investering vraagt die tenietgedaan wordt. Dat geldt echter deels ook niet, zoals ik in de eerste instantie heb
aangegeven, namelijk niet voor het hoofdveld, de dug-outs en de publieksafrastering. Die zijn namelijk
herbruikbaar.
De heer SPRUIJT (SP): Voorzitter! Ik wil nog een vraag stellen, namelijk wat de wethouder precies verteld
heeft aan de KNVB. Ik begrijp dat hij stiekem verteld heeft dat er een definitieve oplossing komt op het
Sportpark Brandevoort, terwijl een meerderheid van de raad daar nog niet heel zeker van is op dit moment.
De heer BOETZKES (wethouder): Dat is zo. Wij hebben uitzicht gegeven op een mogelijk nieuwe situatie.
“Perspectief” heb ik dat genoemd. Dat is in voorbereiding en dat zal worden voorgelegd aan de raad in de
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 14

voorjaarsnota. Dat heeft de KNVB genoeg vooruitzicht gegeven om dispensatie te geven, onder de
voorwaarden die ik in de eerste termijn genoemd heb.
De VOORZITTER: De KNVB is ook niet de meest duidelijke organisatie. Die kan ons nog niet eens
garanderen dat wij volgend jaar een Jupiler League hebben. En dan hebben wij het over professionals!
Ik vraag nu of wethouder Stienen nog iets wil toevoegen. Gaat u het tekort aan sportaccommodaties in
Brandevoort herstellen?
De heer STIENEN (wethouder): Misschien kan ik een skai veld aanleggen, wie weet? Ik probeer het toch
maar een beetje ludiek te houden!
Ik weet niet of er een fout zat in het plan voor Brandevoort. In het bestemmingsplan stond wel een sportpark
ingetekend, maar niet van de omvang die wij nu denken nodig te hebben op basis van de
omnisportvereniging. De raad mag ervan uitgaan dat ik inmiddels creatief aan het kijken ben naar het
plangebied Brandevoort II, met name De Marke. Dat doe ik om na te gaan of daar een oplossing voor de
sportvoorzieningen voor een wijk van 18.000 inwoners gerealiseerd kan worden. Wat betreft de vraag hoe
die oplossing eruit komt te zien, moet de raad mij nog even de vrije hand geven. Ik ben in gesprek met
schoolbesturen over combinaties met scholen, waar ook sportvelden voor nodig zijn. Die oplossing verkeert
op dit moment in een ontwikkelingsfase/gespreksfase. Daar kan ik nu niets over zeggen, maar uiteraard zal
ik nog samen met wethouder Boetzkes daarover communiceren.
De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik heb nog een vraag aan wethouder Boetzkes. SV Brandevoort
heeft mij verzekerd dat er op de huidige locatie zeker nog ruimte is voor twee of drie velden.
De heer BOETZKES (wethouder): Ik heb daarover met verschillende mensen gesproken. Er zijn
verschillende mensen met verschillende oplossingen in de ruimtesfeer. Ik heb die mensen toegezegd dat ik
alle opties zal bekijken. Wij wensen het hele park een optimaal en multifunctioneel gebruik toe. Daar komen
wij later nog over te spreken met de raad.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Ik wil de heer Stienen nog een advies geven. Als hij de
hoogspanningsleidingen onder de grond laat leggen, dan heeft hij 68 ha over om sportaccommodaties aan
te leggen.
De VOORZITTER: Ik geloof niet in die berekening.
Het voorstel wordt daarop bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de
aanwezige leden van de fracties van de SP en HH hebben tegengestemd.
12. Voorstel tot het vaststellen van het Beleidskader WMO subsidieprogramma 2010.
Raadsvoorstel 36.
De heer VAN DER MADE (GL): Mijnheer de voorzitter! Tussen het majeure dossier “Voetballen in
Brandevoort” en het klapstuk van vanavond, “Vissen in het centrum”, moeten wij snel nog even de kaders
voor het WMO-subsidieprogramma aftikken!
Bijna drie jaar geleden hebben wij over de eerste stappen in de WMO-uitvoering uitgebreid gediscussieerd.
Een belangrijk punt daarbij was het uitgangspunt dat de gemeente niet meer geld uitgeeft aan de uitvoering
van de WMO dan zij er van het rijk voor krijgt. Dit uitgangspunt van budgettaire neutraliteit blijft de basis voor
de kaders voor 2010. Ik heb de notulen van de vergadering van drie jaar geleden nog eens nagelezen. Ik
kan het iedereen aanraden. Wethouder Boetzkes werd van links aangevallen door de fracties van de SP en
GL en van rechts door de fracties van de SDH-OH en de VVD. Hij moest regelmatig door wethouder
Bethlehem en u, burgemeester, gesteund of gecorrigeerd worden. Uiteindelijk bleef één argument, voor de
meerderheid van deze raad althans, overeind, namelijk: in het overgangsjaar 2007 moest de
onderhandelingspositie van de gemeente richting het rijk sterk zijn, dus voorlopig geen extra geld naar de
zorg. Wij zijn nu drie jaar verder. Hoe staat het met de onderhandelingen? Helmond blijft een
nadeelgemeente, maar legt er nog steeds geen geld bij. De toenmalige fractievoorzitter van SDH-OH
constateerde terecht: Het college stuurt op kostenbeheersing en heeft daarbij drie mogelijkheden: goedkoper
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 15

inkopen, versobering van de zorg of volumebeheersing. Niemand valt buiten de boot, zegt wethouder
Boetzkes nog steeds. Helaas moeten wij - gezien de ontwikkelingen rond de huishoudelijke verzorging, de
ondersteunende begeleiding, de activerende begeleiding en de maatschappelijke opvang - wel constateren
dat de boot langzaam aan het zinken is. Het moge duidelijk zijn dat de fractie van GL zich niet kan vinden in
de grote beperking die de budgettaire neutraliteit op de WMO-kaders legt. Alleen door kwaliteit van zorg en
welzijn voorop te stellen, in plaats van die volgend te laten zijn na het geld, kan Helmond fatsoenlijk voldoen
aan haar zorgplicht.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Mijnheer de voorzitter! Allereerst mijn complimenten aan
het college. Ondanks het gegeven dat de uitvoeringsbevoegdheid over het subsidieprogramma WMO
voortaan bij het college ligt, heeft het college de kaderstellende rol van de raad zeer serieus genomen. En zo
hoort het ook.
De kaders, inclusief de geschetste ontwikkelingen per prestatieveld, zijn uitvoerig besproken binnen de
diverse gremia, en tijdens de presentaties is toegezegd dat de op- of aanmerkingen meegenomen zouden
worden, voor zover mogelijk. Dat is natuurlijk rekbaar. Binnen de marge van het bereikbare kan ik als
eenmansfractie geen verdere bijstellingen met betrekking tot het WMO-subsidieprogramma 2010 toevoegen,
en ik kan mij vinden in het voorliggende besluit.
Wel heb ik mij - dat wil ik hier graag nog even neerleggen - verbaasd vanmorgen toen ik in het Eindhovens
Dagblad nog eens de mening van de fractie van de SP las. Ik moet zeggen dat ik dat betreur. De SP-fractie
heeft in de commissie hetzelfde uitvoerig ingebracht. Ik vind het jammer dat ik dat weer terug moest vinden
in de krant op de ochtend voor de raadsvergadering. Ik respecteer de mening van de SP-fractie - dat heb ik
altijd gezegd - maar ik vind het een beetje jammer om die in de krant te lezen, omdat wij die ook al in de
commissie hadden besproken.
De VOORZITTER: De krant moest vol; die was ook weer vol!
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Mijnheer de voorzitter! In de commissievergadering hebben
wij al uitgebreid gesproken over de WMO. Nu hebben wij nog een laatste puntje, en dat is het tijdvak van de
kaderstelling. Graag willen wij hierbij de toezegging dat wij kaderstellende beleidsnota’s vallende onder de
WMO-paraplu, voor 1 april behandelen, zodat de daadwerkelijke uitvoering in de door de gemeenteraad
aangegeven richting in het direct daaropvolgende jaar al kan plaatsvinden.
De heer GROENENDAL (PvdA): Mijnheer de voorzitter! De fractie van de PvdA is akkoord met het
voorgelegde kader voor het WMO-subsidieprogramma. Wij complimenteren de wethouder voor het feit dat
hij er, ondanks de omvang en complexiteit van de problematiek, toch in slaagt het schip in hoofdlijnen op
koers te houden. Er worden immers in Helmond, ondanks de turbulentie en onzekerheden in de economie
en de samenleving, toch stappen gezet die leiden tot een meer integrale benadering van die problematiek
vanuit de negen prestatievelden. Natuurlijk is op onderdelen nog verbetering mogelijk en noodzakelijk, maar
de inzet van het college in het kader van de WMO is gericht op het zo goed mogelijk bedienen van mensen
met noodzakelijke voorzieningen. Wij zijn daarom tevreden over de inzet en de resultaten van de wethouder
in dit dossier. Wij constateren dat er duidelijke kaders zijn geformuleerd en dat die kaders, ook in vergelijking
met andere gemeenten, relatief helder en duidelijk zijn en grotendeels door de raad worden ondersteund.
Dat er vervolgens door allerlei omstandigheden druk op de voorzieningen komt, is niet het college of de
wethouder in het bijzonder aan te rekenen. De oorzaken daarvan zijn ook helder: meer mensen die
gebruikmaken van voorzieningen, landelijke ontwikkelingen met betrekking tot subsidiestromen en
bezuinigingen en natuurlijk de kredietcrisis. Allemaal zaken waar wij ons toe moeten verhouden en dus
rekening mee moeten houden, maar waarin wij niet de sturende partij zijn.
Waar wij wel sturend in kunnen zijn en mogelijk extra inspanningen kunnen realiseren, moeten wij dat als
raad doen. In de raadscommissie hebben wij reeds aangegeven dat de beleidskaders SMART´er en
inspirerender moeten worden geformuleerd. Het college heeft toegezegd dat het daar aandacht aan zal
geven. Daar wachten wij dan ook op. Ook heeft het college toegegeven dat voor een aantal geformuleerde
doelstellingen nog geen indicatoren beschikbaar zijn en gezegd dat er een nulmeting volgt als een indicator
bekend is. Wil het college toezeggen dat de raad voor eind 2009 geïnformeerd wordt met betrekking tot de
nieuwe indicatoren en nulmetingen?
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 16

Een volgend punt is dat wij met het vaststellen van de kaders het college de opdracht geven om de kaders
concreet te maken in de uitvoering. Dat vraagt om een vertaalslag van kaders naar formulering van
werkopdrachten en programma’s van eisen voor instellingen die subsidie van de gemeente ontvangen.
Onlangs ontvingen wij ter kennisname het programma van eisen voor het WMO-subsidieprogramma. Wij
zouden het op prijs stellen dat dit programma van eisen in de raadscommissie Samenleving wordt toegelicht,
zodat wij kunnen zien hoe het college de vertaalslag van de kaders naar de werkopdrachten vorm geeft. Dit
geeft ons informatie over de beoordeling van de uitvoering achteraf en betrekt de raad bovendien beter bij
de uitvoering van beleid in de stad. Ook wordt zo sturen vanuit de raad beter mogelijk.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Mag ik een kleine bijdrage leveren vanaf mijn zetel in deze zaal en een heel
korte vraag stellen aan de wethouder?
De VOORZITTER: Dat kan dan hoogstens een interruptie zijn.
De heer SMITS (HB): Ik denk dat de wethouder blij zal zijn met mijn opmerking. Ik heb namelijk het bericht
van het ministerie/de staatssecretaris gelezen dat voor de thuiszorg € 130 miljoen extra ter beschikking
staat, terwijl er ook € 130 miljoen naar de gemeenten gaat in verband met de zorgverlening in het kader van
de AWBZ en de bezuinigingen daarop. Misschien bieden deze gelden een oplossing die wij straks kunnen
gebruiken voor de problemen die wij zogenaamd hebben, althans volgens de SP.
De VOORZITTER: Ik zie de wethouder nog niet verheugd kijken!
De heer BOETZKES (wethouder): Mijnheer de voorzitter! Zoals in de commissie al is gezegd, heeft de
voorliggende nota voor 90% dezelfde inhoud als de eerder vastgestelde WMO-nota. Met name het 13+beleid
moest nog een plaats krijgen. Verder was gevraagd - en dat is vanavond herhaald - om het beleid
SMART´er te formuleren.
De raad heeft onlangs ter kennisname de programma’s van eisen toegestuurd gekregen. De PvdA-fractie
vroeg om die gedetailleerd te bespreken.
De heer GROENENDAL (PvdA): Het gaat mij niet om het bespreken van de programma’s van eisen. Ik wil
graag een toelichting hebben op de manier waarop u de kaders hebt omgezet in opdrachten aan de
instellingen.
De heer BOETZKES (wethouder): Oké. Ik stel voor om de programma’s van eisen aanstaande woensdag
voor te leggen aan de commissie, om te kijken hoe de commissie daar tegenover staat en hoe wij daarmee
moeten omgaan. Dan kunt u al zien hoe serieus wij omgaan met de inbreng van de raad.
Voorzitter! Verder vroeg de heer Groenendal om de raad voor 1 januari 2010 te informeren over nieuwe
indicatoren. Dat is wat mij betreft geen probleem.
De fractie van GL maakte een opmerking over een zinkende boot. Ik weet niet waar de heer Van der Made
het over had. Ik denk dat hij vooruitloopt op een bepaalde discussie. Ook mevrouw De Voogd deed dat door
te verwijzen naar een artikel dat vandaag in het Eindhovens Dagblad stond en waarin staat dat er geen
sprake zou zijn van tariefsverhoging. Ik zou even de discussie over de voorjaarsnota afwachten, zodat ik met
mijn verhaal kan komen. Ik snap niet waar het verhaal van SP-fractie vandaan komt.
De heer Smits had het over extra middelen van het ministerie. Ik heb begrepen dat dat een sigaar uit eigen
doos gaat worden.
De heer SMITS (HB): Nee, geen sigaar uit eigen doos. Er zijn gemeenten die in het kader van de thuiszorg
geld hebben overgehouden, namelijk € 260 miljoen. Dat geld gaat mevrouw Bussemaker nu verdelen
(tweemaal € 130 miljoen) over gemeentes die tekort kwamen op de thuiszorg en vanwege de bezuiniging op
de AWBZ. Ik zou zeggen: doe daar uw voordeel mee.
De heer BOETZKES (wethouder): Als ik de kans krijg om daar gebruik van te maken, dan zal ik dat zeker
niet nalaten.
Voorzitter! Mevrouw Raaijmakers heeft gevraagd om kaderstellende beleidsnota’s die vallen onder de WMOparaplu,
voor 1 april te bespreken. Daar kan ik bevestigend op antwoorden; dat zeg ik toe.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 17

De VOORZITTER: Voor 1 april 2010.
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Het gaat mij om de vaste cyclus. Het is mijn bedoeling dat
wij voortaan voor 1 april de beleidsnota’s behandelen, zodat het college die het jaar daarop kan uitvoeren.
De VOORZITTER: Ja, een maand eerder dan nu.
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Perfect.
De VOORZITTER: Volgend jaar is in maart de eerste raadsvergadering na de verkiezingen. Gelet daarop,
meen ik dat wij dan moeten mikken op februari. Dat lijkt mij beter. Volgend jaar zullen wij ons richten op
behandeling van de WMO-beleidsnota in februari.
Mevrouw VAN DER ZANDEN (SP): Mijnheer de voorzitter! Ik wil reageren op de opmerking die mevrouw De
Voogd in de eerste instantie maakte. Ik betreur het dat zij het stukje van vanmorgen in de krant niet goed
gelezen heeft. Dat stukje was een reactie op het komende aanbestedingsbeleid. In de afgelopen periode
hebben wij het daarover gehad in de bijeenkomsten. Het aanbestedingsbeleid staat totaal los van het besluit
dat wij vanavond gaan nemen. Dit besluit gaat over het subsidieprogramma WMO, en dat betreft een totaal
andere discussie dan de discussie over het aanbestedingsbeleid.
Verder constateer ik dat de wethouder nog geen antwoord heeft gegeven op de vraag van de heer Van der
Made met betrekking tot de financiën en het feit dat de WMO-uitvoering financieel op slot zit. Ook ik ben
benieuwd wat voor antwoord de wethouder daarop gaat geven.
De heer BOETZKES (wethouder): Volgens mij heb ik daar een duidelijk antwoord op gegeven, namelijk dat
u de voorjaarsnota moet afwachten. Daar kan ik niet op vooruitlopen.
De VOORZITTER: Ja, ik heb dat vandaag al vaker gehoord! Ik begrijp niet de onbedwingbare
nieuwsgierigheid.
De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Nu begint het mij te duizelen. De wethouder zegt dat het beleidskader
voor het WMO-subsidieprogramma 2010, dat nu op de agenda staat, niet gaat over het onderwerp dat de
fractie van GL heeft aangesneden, namelijk dat de zaak financieel op slot zit. Dit betreft het oude beslispunt
6. De wethouder zegt dat het voorliggende beleidskader daar niets mee te maken heeft.
De heer BOETZKES (wethouder): Er zit niets op slot. Er werd verwezen naar een artikel in de krant waarin
gesproken wordt over tariefsverhoging. Daarover heb ik gezegd: Loop daar niet op vooruit, want daarover
komt een presentatie bij de voorjaarsnota.
De heer VERBAKEL (SP): Daarover bestaat volledige verwarring. In het verleden heeft de raad beslispunt 6
aangenomen. Dat beslispunt houdt in dat de gemeente aan de WMO-uitvoering niet meer geld uitgeeft dan
ze van het rijk voor die uitvoering krijgt. De fractie van GL stelt dat aan de orde bij de behandeling van het
onderhavige agendapunt. Uit de reactie van de wethouder begrijp ik dat hij zegt dat dit agendapunt niets met
beslispunt 6 te maken heeft. Zeg ik dit goed?
De heer BOETZKES (wethouder): Dat is niet aan de orde nu. Wat er destijds beslist is, is nog steeds beslist.
De heer VERBAKEL (SP): U betoogt dat het er niets mee te maken heeft.
De heer VAN DER MADE (GL): De verwarring is volgens mij dat in de kaders die wij nu wederom vaststellen
voor de WMO-uitvoering, geen andere lijn gevolgd wordt dan de lijn die voor 2007, 2008 en 2009 gevolgd is.
Maar ook in de kaders die wij nu vaststellen, staat wel degelijk dat alle budgetten voor de WMO gebaseerd
zijn op budgettaire neutraliteit. Oftewel: de gemeente legt er geen geld bij ten opzichte van wat de gemeente
krijgt van het rijk. Dat is de lijn waar de fracties van GL en de SP al vanaf 2006 tegen zijn. Dat is nog steeds
zo, en dat is voor mij in ieder geval reden om tegen de kaders voor 2010 te zijn.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 18

De heer VERBAKEL (SP): Oké, dan zou de wethouder moeten zeggen: De fractie van GL heeft gelijk; de
voorliggende nota bevestigt het oude beslispunt 6. Maar dat zegt de wethouder niet.
De heer VAN DER MADE (GL): Zo heeft de fractie van GL gelijk; dat klopt! Voor de rest luister ik graag naar
het antwoord van de wethouder.
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): In het verleden hebben wij al vaker een debat gevoerd over
dit onderwerp, ook met de SP-fractie. De voorliggende nota is een paraplunota. Het gaat daarbij om
integraal beleid. De nota gaat niet alleen over de vier geldstromen waar beslispunt 6 over gaat. Nee, er zit
ook geld bij voor het integraal jeugdbeleid. Het gaat dus ook gewoon om GSB-middelen.
De heer VAN DER MADE (GL): U heeft helemaal gelijk dat het daar niet alleen over gaat.
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Precies.
De heer VAN DER MADE (GL): Maar beslispunt 6 maakt wel degelijk onderdeel uit van de kaders die nu
aan de orde zijn. In de eerste paragraaf na de inleiding, in de tweede alinea op pagina 3 van de nota, staat:
Alles wat u hier leest, heeft budgettaire neutraliteit als uitgangspunt. Dat staat er.
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Mevrouw Van der Zanden van de SP-fractie heeft het zojuist
prima verwoord. Ik was het gewoon helemaal eens met wat zij hierover zei. Het stuk dat vanmorgen in de
krant stond, betreft de discussie die wij aanstaande woensdag in de commissie Samenleving gaan voeren.
Dat is een geheel ander type discussie, ook qua financiën, dan de discussie over het voorliggende stuk.
De VOORZITTER: Ik adviseer in deze discussie eenieder om nog eens het raadsvoorstel te lezen. Dat bevat
drie heel korte alinea’s, en daar staat precies in wat bedoeld wordt. Als wij de discussie niet beperken tot de
nota, maar daar ook het voorstel bij betrekken, dan is de zaak wat mij betreft helemaal helder.
De heer VERBAKEL (SP): Nog een stemverklaring, voorzitter. De reactie van mevrouw De Voogd op het
opiniestuk dat vandaag in de krant stond, toont hoeveel verwarring er bestaat over het onderwerp dat nu aan
de orde is. Op dit moment neemt wethouder Boetzkes opnieuw een bepaalde verwarring niet weg. Er komt
geen duidelijkheid. Gezien deze stand van zaken, willen wij aangetekend hebben dat wij tegen het voorstel
zijn.
De VOORZITTER: Ik kan overigens zeggen dat de pagina waarop dat opiniestuk stond, de pagina is die ik
altijd het beste lees van het Eindhovens Dagblad. Die pagina sla ik altijd meteen op. De verwarring is
ontstaan - ook mevrouw Raaijmakers zei dat - doordat de discussie over de WMO meerdere elementen
betreft. Vandaag hebben wij het slechts over een deel van de vier elementen. Het juridische stuk heeft een
veel breder karakter, maar daar komen wij nog op terug. Daarover heeft de heer Boetzkes gezegd: Wacht
even op de voorjaarsnota, want dan zal ik het allemaal precies toelichten.
Zonder stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De aanwezige leden van de fracties van de SP en GL krijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat
zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd.
Motie HB-fractie inzake vissen in het centrum.
De heer SMITS (HB): Voorzitter! Als HB-fractie namen wij enige maanden geleden via een B. en W.besluitenlijst
kennis van een visverbod in het gebied tussen de Kasteelbrug en de Havenbrug.
De heer RIETER (HH): Parkbrug.
De heer SMITS (HB): Het is de Kasteelbrug, mijnheer Rieter. De Parkbrug is wat anders; die ligt
waarschijnlijk bij de Warande.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 19

Voorzitter! Wij vonden het collegebesluit over het visverbod vreemd en vroegen via de griffie de nodige
stukken op. Die kregen wij, maar ook kregen wij van de afdeling BJZ (Bestuurs- en Juridische Zaken) de
juridische achtergronden en de reden waarom dit visverbod op legale wijze door het college was ingevoerd.
Mede vanuit onze visie dat vissen in het centrum helemaal geen verbod nodig heeft, zijn wij wat verder op
zoek gegaan naar de juridische achtergrond. Wij kwamen uit bij het ministerie van LNV (dat is helemaal
geen probleem, want dat gaat gewoon via de e-mail). Toen vernamen wij dat de gegeven juridische
gemeentelijke achtergrond, waarin de artikelen 21 en volgende van de Visserijwet werden aangevoerd, op
dit soort sportvisserij helemaal geen betrekking heeft en dat de gemeentelijke overheid gewoon autonoom is
in de besluitvorming hierover. Zelfs werd gezegd dat de APV daarvoor gebruikt zou kunnen worden. Goed,
voor onze fractie was dat reden om het college wat schriftelijke vragen over het visverbod voor te leggen.
Eind vorige week kregen wij een uitgebreid juridisch antwoord. De afdeling BJZ had alle registers
opengetrokken; het kon niet op! Onze fractie zou het aan het verkeerde eind hebben, maar wie had dat
anders verwacht? Toch moest er nog het een en ander worden geregeld, zo konden wij duidelijk in de brief
lezen (want het verbod moest nog definitief worden om het te kunnen instellen), waaronder een nog aan te
leveren overeenkomst. En men zou de vispas nog moeten aanpassen voor het komende jaar, want dit jaar
was dat jammer genoeg niet meegenomen. Uiteindelijk heeft het college de procedure toch goed doorlopen
volgens de brief. Nogmaals: wie had anders verwacht?
Het antwoord van het college begon met een uitzonderlijke aanhef, want daarin schrijft het college dat er een
verschil in visie is tussen het college en onze fractie met betrekking tot het toestaan van het vissen in het
centrum. Juist, voorzitter, een verschil in visie. Daar komen wij samen niet uit. Vandaar dat wij als HB-fractie
de gemeenteraad, toch het hoogste bestuursorgaan van onze gemeente, graag de vraag willen voorleggen
of onze visie terecht is, of dat de visie van het college wordt ondersteund. Wat de uitkomst van vanavond
ook zal zijn, laat ons nu al met elkaar afspreken dat wij ons gaan wijden aan andere belangrijke bestuurlijke
taken voor onze stad en zeker niet te veel energie gaan stoppen in dit soort naar onze inzichten (ik gebruik
het woord maar) non-issues. Er zijn belangrijker dingen te bedenken in deze periode, waarin werkloosheid,
kredietcrisis, voorjaarsnota, woningmarkt, wijkontwikkelingsplan Helmond West, stadion De Braak, de
zaterdagmarkt, Suytkade, Groene Loper, wijkaccommodatiesbeleid, de WMO, de sportboulevard,
hoogspanningsmasten, Ruimte voor Sport en Groene Peelvallei veel belangrijker zijn, al zal menig
Helmonder, zeker de sportvissers, dit onderwerp natuurlijk wel heel erg belangrijk vinden. Daarom dien ik
graag de volgende motie in:
“Motie.
Onderwerp: vissen in het centrum.
De raad, bijeen op 7 april 2009.
Gehoord de beraadslaging
Overwegende:
- sportvissen in het centrum geen overlast veroorzakende activiteit is.
- de wet deregulering juist het invoeren van zulke specifieke verboden in de weg staat.
- handhaving op dit onderdeel zo weinig prioriteit zal krijgen, dat invoering van dit verbod buiten de orde
gesteld kan worden (en zelfs zinloos is).
- het instellen van visverboden door gemeentelijke overheden hoge uitzonderingen inhouden.
- het vissen in het centrum juist van een specifiek ontspannend karakter kan worden gesproken waarbij de
sociale samenhang tussen de omgeving en verschillende doelgroepen (horeca en winkelend publiek )
juist versterkend kan werken.
Roept het college op
om het voorziene visverbod tussen de Havenbrug en Kasteelbrug op te heffen en betreffende visvereniging
te belasten met het verstrekken van de nodige visakten voor diegenen dit in dit gebied willen sportvissen
en gaat over tot de orde van de dag.”
Deze motie is ondertekend door mevrouw Spierings-van Deursen en mijzelf.
De VOORZITTER: Ik kan het niet volgen, mijnheer Smits. U gaf allerlei argumenten waarom u de motie niet
zou moeten indienen, maar vervolgens dient u de motie alsnog in.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 20

De heer SMITS (HB): Nee, dan hebt u niet goed geluisterd. Ik handhaaf de motie gewoon en verzoek u de
motie in beraadslaging te brengen.
De VOORZITTER: Maar u wilt er eigenlijk niet over discussiëren.
De heer SMITS (HB): Ik wil er best over discussiëren; ik wil wel achter deze microfoon blijven staan als dat
moet.
De VOORZITTER: Maar u had een waslijst van veel belangrijker dingen.
De heer SMITS (HB): Die zijn inderdaad veel belangrijker, ja.
De VOORZITTER: Mevrouw Houthooft! Reageert u op de motie of zal ik dat doen?
De heer SMITS (HB): Tot welke portefeuille behoort het onderwerp van de motie?
De VOORZITTER: Wij doen het samen; wij doen alles samen in ons college, ook in dit geval.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Mijnheer de voorzitter! Uiteraard gaat het bij het visverbod
om een collegebesluit. Wat dat betreft, is het ook een gezamenlijk besluit.
Dat een visverbod is voorgesteld tussen de Havenbrug en de Kasteelbrug, heeft te maken met de
kwaliteitsimpuls voor het centrum. Jarenlang hebben wij eraan gewerkt om de kwaliteit van het centrum te
verhogen. Dat niet alleen, want wij zijn ook bezig met de kwaliteitsimpuls voor de Traverse. Ook dat is een
onderdeel van de kwaliteit van het centrum. En wij zijn bezig met een kwaliteitsimpuls voor het stadspark,
kasteelpark of hoe je het ook wilt noemen. Kortom, het gaat om een samenhangend geheel waarmee wij de
kwaliteit van ons centrum op een dusdanige manier willen verhogen, dat wij gedacht hebben dat vissen daar
niet direct nodig is. In totaal gaat het om 200 m visverbod op een kanaal van 7500 m door de stad. Dus: op
7500 m mag iedereen vrij vissen (want dat is gemeentelijk water), maar voor een klein deel hebben wij
besloten om er niet te laten vissen.
Wat betreft het vissen in gemeentelijk water, gaat het om een besluit uit 2005. Voorheen mocht er niet gevist
worden in het deel van het kanaal tussen de Eikendreef en Keyserinnedael. Omdat daar vragen over gesteld
werden door de sportvisserij, hebben wij besloten om dat deel kleiner te maken en ook voor Keyserinnedael
vissen toe te staan. Alleen in het stukje tussen de brug bij Obragas en de brug bij het Kasteel willen wij niet
toestaan dat er gevist wordt. De reden daarvoor is echt en alleen de kwaliteitsimpuls, niet dat wij een hekel
zouden hebben aan vissers. Ik wijs erop dat de laatste jaren verschillende vijvers (ik dacht zes) zijn
toegevoegd aan de wateren waar gevist kan worden in Helmond. Eigenlijk kun je in Helmond op heel veel
plaatsen vissen. Overigens zijn er ook behoorlijk wat tegenstanders van vissen. Met hun standpunt zijn wij
echter niet meegegaan. Wij hebben gezegd: Er mag gevist worden in Helmond, alleen in een heel klein stuk
mag niet gevist worden. Ik hoop dat de raad de kwaliteitsimpuls voor het centrum mee wil nemen in zijn
beoordeling van de motie door de motie niet te steunen.
De VOORZITTER: Dat past ook in het dierenwelzijnsbeleid. Door het verbod is er immers nog een stukje
waar de vissen zich veilig kunnen voelen.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Nee, voorzitter, ik heb het niet over het dierenwelzijnsbeleid
(de heer Ferwerda weet ook hoe andere mensen kunnen reageren, maar daar gaat het niet om). In Helmond
mag overal gevist worden, alleen in een klein stuk van het kanaal niet en op enkele plaatsen in Dierdonk
niet.
De heer DAMS (VVD): Mijnheer de voorzitter! In tegenstelling tot wat de wethouder zei, is onze fractie van
mening dat het vissen in het centrum geen afbreuk doet aan de kwaliteit van het centrum als zodanig.
Integendeel, want wij zien daar een bepaalde verlevendiging van het stadsbeeld in. Die verlevendiging is
gestoeld op rustige mensen, want per definitie zijn vissers rustige mensen; kabaal verstoort immers de vis.
Hiermee onderschrijf ik ten volle de constatering van de HB-fractie dat sportvissen in het centrum geen
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 21

overlast veroorzaakt. Aan de andere kant constateer ik toch - vanuit het motto: geen pier in mijn bier! - dat
vissen tussen de Havenbrug en de Veestraatbrug m.i. wat minder gelegen is.
Conclusie: ik kan niet akkoord gaan met de motie zoals die er nu ligt. Zou echter de HB-fractie in overweging
nemen om de motie te amenderen in de zin van ons betoog, dan zouden wij op duale wijze akkoord kunnen
gaan met een herziene versie.
De heer DAVIES (PvdA): Ik heb een concrete vraag aan de heer Dams. Begrijp ik goed dat wat hij zei,
betekent dat er gevist mag worden tussen de Kasteelbrug en de Veestraatbrug?
De heer DAMS (VVD): Wat onze fractie betreft wel.
De heer DE VRIES (SP): Mijnheer de voorzitter! De wethouder heeft in haar betoog vijf of zes keer het
woord “kwaliteit” genoemd. Wij vragen ons af in hoeverre vissers afbreuk doen aan de kwaliteit. De
wethouder stelde dat vissen niet nodig is om bij te dragen aan de kwaliteit, maar ik zou dat om willen
draaien.
Een andere vraag is wat nu precies het bezwaar van het college is tegen de vissers in het centrum. Kan het
college die vraag concreet beantwoorden?
Wij wachten af of de motie in haar huidige vorm of geamendeerd in stemming zal worden gebracht.
De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Mijnheer de voorzitter! Er zijn grote dossiers en er zijn kleine dossiers,
maar ze zijn allemaal belangrijk. Nu gaat het over het vissen. Intern heeft onze fractie wel eens gesproken
over de vraag waarom er niet gevist zou mogen worden in een deel van het kanaal. Aan de andere kant is
de argumentatie van de wethouder natuurlijk begrijpelijk, want ergens moet je een grens hebben.
Het deed mij deugd dat de heer Smits vol verve een lang betoog hield over hoe het zou moeten. Kort en
krachtig zou misschien wat meer gepast geweest zijn, maar onze fractie kan instemmen met de suggestie
die de VVD-fractie deed. De reden daarvoor is dat ook wij sterk voor een levendig centrum zijn. De laatste
jaren wordt het centrum steeds levendiger en is daar steeds meer te doen. Wanneer vissen toegestaan
wordt tussen de Kasteelbrug en Veestraatbrug, dan kunnen wij daar van harte mee instemmen.
Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! De CDA-fractie sluit zich graag bij dit standpunt aan.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wil graag nog iets toevoegen aan deze discussie, omdat er ook wat
is gezegd ten aanzien van de veiligheid.
Het beeld is gecreëerd dat iets verboden wordt. Dat is niet waar. Het verbod is wat teruggebracht. Er is dus
sprake van een verruiming, in plaats van een beperking. Men stelt steeds dat het huidige college besloten
heeft om een visverbod in te stellen, maar dat verbod was er al, vanaf 2005. Dat was toen mede het initiatief
van de toenmalige wethouder de heer Tielemans, die nu ineens een andere mening heeft. Maar hij heeft nu
ook een andere jas aan, dus dat kan.
Waar het indertijd om ging bij de kwaliteitsimpuls, is dat in het betrokken gebied voorrang werd gegeven aan
de belangen van de horeca. Wij hebben inmiddels een aantal keren moeten optreden vanwege vissers die
op de platforms zaten die waren bedoeld om de horecafunctie te versterken in het gebied. Daar deed zich
spanning voor. Ik vrees dat die spanning terugkeert op het moment dat het vissen daar toegestaan wordt.
Overigens gaat het niet alleen om een pier in het bier. Nee, er zijn ook mensen die bij het ophalen van een
hengel ineens aan de haak geslagen werden, om maar een voorbeeld te noemen. Dat is ook gebeurd.
Wanneer je ervoor kiest om iets voorrang te geven, dan kies je ook voor een stukje verbieden van een
andere activiteit. Wanneer men het bijvoorbeeld heeft over het tegengaan van geluidsoverlast, dan zou dat
betekenen dat met name in de zomerperiode een aantal festiviteiten niet langer kan worden toegestaan op
het Havenplein.
De heer KUYPERS (SDH-OH): Voorzitter! Kan wat u zei, niet gebeuren als men voorbij de Kasteelbrug is?
Zou je, als daar wordt gevist, geen haakje kunnen krijgen? Dat is natuurlijk onzin.
De VOORZITTER: Daar gebeuren andere dingen. Ik wil alleen maar aangeven...
De heer DAVIES (PvdA): Toen ik 20 was, heb ik daar wel eens een mooie juffrouw aan de haak geslagen!
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 22

De VOORZITTER: Ik vind dat een prachtig voorbeeld, maar dan heb je geen hengeltje nodig!
De heer VAN DE VEN (SDH-OH): Voorzitter! U haalt er van alles bij. Dat is complete flauwekul. Eerst haalt u
de heer Tielemans erbij, omdat hij nu een andere jas aan heeft en voor het vissen is. Compleet flauwekul.
En dat iemand met zijn hengeltje aan een jas is gekomen, vind ik complete onzin. Ik kom wekelijks een paar
keer langs het gebied waar wij nu over spreken. Als ik daar langs kom, met mijn kleinkinderen, dan vinden
ze het prachtig om het vissen te zien. Ikzelf vind het ook prachtig. Ik begrijp het probleem niet.
De VOORZITTER: Ik heb alleen gezegd dat de suggestie is gewekt dat wij iets beperken, terwijl dat al
beperkt was. Wij maken dat alleen ruimer. Ook heb ik gezegd dat er andere belangen zijn. Die hebben bij de
afweging destijds hier in de raad voorrang gekregen. Ook u was daar toen bij. U gaf toen de horecabelangen
in dat gebied een hogere prioriteit dan andere activiteiten in dat gebied. Daar hebben wij voor gekozen.
Voorts heb ik gewezen op een aantal spanningen die het vissen heeft opgeleverd en heb ik aangegeven dat
er ook positieve kanten aan ons besluit zitten. Maar als u 100 m verderop gaat, kunt u ook met uw
kleinkinderen naar het vissen gaan kijken, want dan lopen ze geen enkel gevaar. Wat ik heb gezegd, wilde ik
even toevoegen, omdat ik er uit het oogpunt van de veiligheid bezwaar tegen heb als twee strijdige functies
tot problemen leiden.
De heer SMITS (HB): Wist u, voorzitter (maar toen was u waarschijnlijk nog in Brunssum) dat wij een
wethouder hebben gehad die Etienne Hesen heette. Die zei ooit in een commissievergadering: Er komt nooit
iemand op de vlonders. Als je nu ziet wat er allemaal op de vlonders zit, dan zou je de vissers...
De VOORZITTER: Bent u dan niet heel erg tevreden dat er zoveel activiteiten op de vlonders zijn?
De heer SMITS (HB): Ja natuurlijk, maar toen de heer Hesen die visie destijds verkondigde, waren wij daar
al op tegen.
Verder kom ik graag even terug op de bijdrage van de heer Dams en de fracties die zich daarbij aangesloten
hebben. Politiek is gewoon geven en nemen. Het amenderen van een motie die je hebt ingediend, is
natuurlijk hartstikke leuk. Ik heb gezien dat de meeste vissers zitten tussen de Veestraatbrug en de
Havenbrug. Bij het Havenplein levert de pier geen gevaar op voor het bier. Ik roep het college graag op om
het voorziene visverbod tussen de Veestraatbrug en de Kasteelbrug op te heffen. Met andere woorden: wij
willen onze motie amenderen, maar handhaven die wel.
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp dat vrijwel alle raadsleden van mening
zijn dat er gevist moet kunnen worden in het kanaal tussen de Veestraatbrug en de Kasteelbrug. Ik neem
aan dat zij het ook normaal zouden vinden wanneer er in de grachten van Amsterdam of Utrecht gewoon
gevist wordt, midden in de stad.
De VOORZITTER: Ik ga daar niet vissen.
Dames en heren! Ik stel vast dat de indieners de motie willen wijzigen. In het dictum daarvan willen zij
opnemen dat het visverbod tussen de Veestraatrug en Kasteelbrug wordt opgeheven en dat de betreffende
visvereniging wordt belast met het verstrekken van de nodige visakten voor diegenen dit in dit gebied willen
sportvissen. Ik stel voor om in de motie meteen ook maar mee te nemen dat de controle wordt uitgeoefend
door die visvereniging.
De heer SMITS (HB): Daar zijn handhavers voor, dat weet u. Wie handhaaft er eigenlijk? Dat moet u weten.
Volgens mij doen dat de stadswachten. Als het de APV betreft, weten wij het allemaal, maar nu gaat het
waarschijnlijk om de politie.
De VOORZITTER: Het gaat niet om de APV.
De heer SMITS (HB): Het visverbod valt inderdaad niet onder de APV. Als u het weet, mag u mij vertellen
wie het visverbod gaat handhaven.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 23

De VOORZITTER: Wij moeten de politie verzoeken het toezicht uit te oefenen. Verder stel ik voor om in de
motie te spreken over het bestaande visverbod, in plaats van over het voorziene visverbod.
De heer SMITS (HB): Oké.
De VOORZITTER: Dames en heren! Dan stel ik vast dat het gewijzigde dictum van de motie als volgt luidt:
“Roept het college op om het bestaande visverbod tussen de Veestraatbrug en Kasteelbrug op te heffen en
de betreffende visvereniging te belasten met het verstrekken van de nodige visakten voor diegenen dit in dit
gebied willen sportvissen.”
De heer SMITS (HB): Deze wijziging kost mij wel moeite.
De gewijzigde motie wordt hierna bij handopsteken aangenomen, waarbij de voorzitter constateert dat de
heer Ferwerda heeft tegengestemd.
De VOORZITTER: Dames en heren! Om het heuglijke feit te vieren dat de motie is aangenomen, nodig ik u
graag uit bij West-Ende!
Hierna sluit de VOORZITTER, om 21.14 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in zijn vergadering van 12 mei 2009.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 24

NOTULEN
van het vragenuur, gehouden op dinsdag 7 april 2009 om 19.00 uur.
VOORZITTER: drs. A.A.M. Jacobs, burgemeester;
GRIFFIER: mr. J.P.T.M. Jaspers, raadsgriffier.
De VOORZITTER opent het vragenuur.
1. Vragen van de heer Rieter inzake de Gaviolizaal.
De heer RIETER (HH): Mijnheer de voorzitter! Onze fractie stelt geen vragen om vragen te stellen. Dat werd
gisteren namelijk even gekscherend vermeld. De aanleiding voor onze vragen is in dit geval het feit dat na
een klein halfjaar de bezoekersaantallen van de in oktober 2008 heropende Gaviolizaal tegenvallen. Dat
gegeven baart de HH-fractie grote zorgen. Waarom? Om de volgende redenen:
1. Omdat wij volgende week in het kader van de presentatie over wat wij gaan doen met het industrieel
erfgoed in brede zin (Hollands Blauw), iets te horen gaan krijgen waar ook de orgels waarschijnlijk
onderdeel van uitmaken. Ik ben van mening dat je daar ook nu al naar kunt kijken.
2. Een volgende reden is het feit dat ik bij de behandeling van de begroting voor 2009, in november 2008,
heb gevraagd of het niet mogelijk was om een glossy folder, in ieder geval een kleurrijke folder te maken
om de orgels landelijk wervend onder de aandacht te brengen. Er werd toen gezegd dat daarvoor geen
geld uitgetrokken zou worden. Wie schetst echter mijn verbazing over het feit dat zo’n folder al bestaat,
en wel van begin af aan, namelijk oktober 2008.
Deze zaken zijn reden voor het stellen van de volgende vragen aan het college:
1. Deelt u de zorg dat er maar weinig bezoekers naar de Gaviolizaal komen?
2. Bent u bereid aan een kentering daarvan te werken?
3. Er blijkt al van meet af aan toch een kleurrijke infofolder te zijn, waar de fractie van Helder Helmond al
eerder naar gevraagd had. Is deze inmiddels al rondgestuurd in den lande naar te verwachten
bezoekersgroepen, zoals ouderenorganisaties, personeelsverenigingen van gemeenten, etc.?
4. Zijn bijvoorbeeld omroepen of programma’s als Kanaal Helmond, Regionaal Omroep Brabant,
Brabant10 en misschien wel een programma als Man bijt hond enz. al ingeschakeld voor een actieve
promotie?
5. Heeft u zelf nog andere acties in gedachten c.q. in voorbereiding ter uitvoering, bijvoorbeeld het inzetten
van een promotiebureau?
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Voorzitter! Staat u mij toe dat ik de heer Rieter wat
aanvullende informatie aanreik over het onderwerp van zijn vragen?
De VOORZITTER: U brengt mij nu in verlegenheid, mevrouw De Voogd. U mag de heer Rieter
interrumperen. Als u de informatie aanreikt in de vorm van een interruptie, dan kan ik dat niet tegenhouden.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Dan wil ik graag interrumperen, voorzitter; dank u wel voor
de tip!
Mijnheer Rieter! Ook ik werk hard om te bereiken dat er meer bezoekers naar de Gaviolizaal gaan, dat zal u
bekend zijn. Aangezien de pr is ondergebracht bij ´t Speelhuis, lopen mijn activiteiten via bepaalde lijntjes en
de heer Inniger. Vandaag nog heb ik met hem gesproken, omdat de lijst waar ik het destijds over had,
namelijk van de KBO-adressen, is uitgewerkt. De bedoeling is dat er ook daar activiteiten ontwikkeld worden
en dat binnen een week een mailing naar al deze adressen wordt gezonden.
Wat ik heel erg bijzonder vind, is het volgende. Vanochtend is er contact geweest met de heer Jordans, een
facilitair medewerker van de Gaviolizaal. Hij wist te melden dat er een duidelijke toename is van bezoeken
van kleine groepen (dus nog niet van heel grote groepen) en dat er jl. zaterdag een gezellige drukte was.
Deze gegevens wil ik de heer Rieter niet onthouden. Ik meld ze om aan te geven dat er mensen zijn die met
hem meedenken als het gaat om de Gaviolizaal.
De VOORZITTER: Dames en heren! Ik kan daaraan toevoegen dat ik de burgemeesterskringbijeenkomst
van februari jl. gehouden heb in de Gaviolizaal. Dat was een groot succes en leverde veel bewondering op
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 25

van mijn collega’s. Overigens heb ik niet gedanst, want dat wilde ik de orgels niet aandoen! Het was echter
wel een genoegen om daar te zijn, laat mij dat vooropstellen.
De heer BETHLEHEM (wethouder): Mijnheer de voorzitter! Aanvullend op wat mevrouw De Voogd zei, kan
ik vertellen dat de constatering klopt dat bezoeken van groepen aan de Gaviolizaal toenemen. Men komt er
steeds meer achter dat men een middag gezellig kan vertoeven in de Gaviolizaal. De markt daarvoor zijn wij
nadrukkelijk aan het bewerken. Daarvoor zal ook actief gemaild worden.
De spontane bezoekers van de Gaviolizaal komen met name in het weekend. Dat zijn meestal losse
bezoekers, geen stellen. Het aantal van dergelijke bezoekers valt helaas erg tegen, zo constateer ik met de
heer Rieter. Ik heb uit laten zoeken hoe dat in het verleden was, maar toen was het eigenlijk hetzelfde. Ook
in het verleden hadden wij namelijk last van afnemende aantallen bezoekers van de Gaviolizaal. Er werd
zelfs gekscherend gezegd: De mensen komen van de Ameideflat en gaan weer terug, en dat is zo’n beetje
de groep waar wij de bezoekers moeten zoeken. Daarom is destijds besloten om in het kader van de
bezuinigingen de Gaviolizaal te sluiten. Uiteraard bekijken wij op dit moment wat wij kunnen doen om het
aantal bezoekers van de Gaviolizaal te vergroten. Hiermee heb ik de tweede vraag van de heer Rieter
beantwoord.
De derde vraag van de heer Rieter betreft de kleurenflyer. Die ligt er, en die zal nu breder in het land
verspreid worden, gericht gemaild/bezorgd. Zoals mevrouw De Voogd al heeft aangegeven, zullen wij ook
het door haar bedoelde adressenbestand gebruiken om landelijk ouderenorganisaties erop te wijzen dat er
in Helmond een geweldig iets te zien is. Destijds hebben wij de omroepen uitgenodigd bij de heropening.
Daar is weinig respons op geweest. Wel heeft inmiddels Omroep Brabant geïnformeerd, maar meer omdat
die had gehoord dat het niet zo goed gaat met het bezoek aan de Gaviolizaal. Ik heb de omroep verzocht
om geen programma te maken waarin aangetoond zou worden dat de belangstelling wat afnam. Ik heb
liever een programma waarin naar voren komt hoe grote groepen zich daar vermaken. Dat is nog in beraad,
maar ik hoop wel dat wij Omroep Brabant nog een keer kunnen gebruiken als een plusje.
Wij hebben voor de Gaviolizaal geen budget waarmee wij bureaus kunnen inhuren die voor ons de mailings
verzorgen. In principe ligt de pr-taak bij ´t Speelhuis. Die taak heeft ´t Speelhuis ook in het verleden gehad
en heeft die nu weer opgepakt. De taak moet nu weer even opgestart worden tussen alle andere activiteiten
door.
Een volgende activiteit waar wij op dit moment mee bezig zijn om het aantal bezoekers aan de Gaviolizaal te
laten toenemen, betreft de mensen die stadswandelingen in Helmond verzorgen. Wij hebben gemerkt dat zij
met behoorlijke groepen door de stad gaan en het heel prettig vinden om af te sluiten in de Gaviolizaal. Ik
heb gezegd/aangeboden - en dat is inmiddels opgepakt door de heer Bongaarts, hoofd van de afdeling
Kunst en Cultuur - dat wij ervoor zullen zorgen dat de Gaviolizaal open is als zij laten weten hoe laat
ongeveer een stadswandeling met een aantal personen eindigt. Dan zullen er een paar vrijwilligers zijn om
de orgels te laten spelen. Zo proberen wij heel langzaam leven te brengen in de Gaviolizaal.
Zoals de heer Rieter aangaf, maken de orgels onderdeel uit van de, zeg maar, historisch-erfgoedervaring die
wij in Helmond willen realiseren. Het gaat daarbij dus niet om een museum of een pretpark. Het was eigenlijk
de bedoeling dat de orgels direct van hun oude plek naar hun nieuwe plek zouden gaan en slechts één keer
verplaatst zouden moeten worden, maar waarschijnlijk zal dat niet een-op-een mogelijk zijn. Wij bekijken nu
heel langzaam of er een gemakkelijk en goed alternatief is voor de orgels. Wil je iets realiseren op dit
gebied, dan praat je namelijk al gauw over vier of vijf jaar. Wij hopen (en dat is natuurlijk een negatieve
hoop) dat de werkzaamheden in De Waart wat langer op zich laten wachten. Dat hopen wij althans voor de
orgels, maar niet voor het opknappen van De Waart (maar nu zit ik een beetje een medebestuurder te
vervangen). Mijn collega heeft aangegeven dat de zaak waarschijnlijk niet gelijk na drie jaar gesloten zal
worden, maar aan de andere kant moeten wij rekening houden met de mogelijkheid dat er snelheid gemaakt
wordt. Dan moeten wij toch iets met de orgels kunnen doen, want dat verdienen ze uiteraard wel.
De VOORZITTER: Dames en heren! Wenst u nog te reageren op dit antwoord van de wethouder?
De heer RIETER (HH): Nee, voorzitter. Wel merk ik nog op dat ik blij ben met de toelichting die mevrouw De
Voogd gaf. Daarmee gaf zij aan dat er schot in de zaak zit, ook vanuit ´t Speelhuis.
Hierna sluit de VOORZITTER het vragenuur.
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 26