7 april 2009 - Gemeente Helmond

inkopen, versobering van de zorg of volumebeheersing. Niemand valt buiten de boot, zegt wethouder
Boetzkes nog steeds. Helaas moeten wij - gezien de ontwikkelingen rond de huishoudelijke verzorging, de
ondersteunende begeleiding, de activerende begeleiding en de maatschappelijke opvang - wel constateren
dat de boot langzaam aan het zinken is. Het moge duidelijk zijn dat de fractie van GL zich niet kan vinden in
de grote beperking die de budgettaire neutraliteit op de WMO-kaders legt. Alleen door kwaliteit van zorg en
welzijn voorop te stellen, in plaats van die volgend te laten zijn na het geld, kan Helmond fatsoenlijk voldoen
aan haar zorgplicht.
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Mijnheer de voorzitter! Allereerst mijn complimenten aan
het college. Ondanks het gegeven dat de uitvoeringsbevoegdheid over het subsidieprogramma WMO
voortaan bij het college ligt, heeft het college de kaderstellende rol van de raad zeer serieus genomen. En zo
hoort het ook.
De kaders, inclusief de geschetste ontwikkelingen per prestatieveld, zijn uitvoerig besproken binnen de
diverse gremia, en tijdens de presentaties is toegezegd dat de op- of aanmerkingen meegenomen zouden
worden, voor zover mogelijk. Dat is natuurlijk rekbaar. Binnen de marge van het bereikbare kan ik als
eenmansfractie geen verdere bijstellingen met betrekking tot het WMO-subsidieprogramma 2010 toevoegen,
en ik kan mij vinden in het voorliggende besluit.
Wel heb ik mij - dat wil ik hier graag nog even neerleggen - verbaasd vanmorgen toen ik in het Eindhovens
Dagblad nog eens de mening van de fractie van de SP las. Ik moet zeggen dat ik dat betreur. De SP-fractie
heeft in de commissie hetzelfde uitvoerig ingebracht. Ik vind het jammer dat ik dat weer terug moest vinden
in de krant op de ochtend voor de raadsvergadering. Ik respecteer de mening van de SP-fractie - dat heb ik
altijd gezegd - maar ik vind het een beetje jammer om die in de krant te lezen, omdat wij die ook al in de
commissie hadden besproken.
De VOORZITTER: De krant moest vol; die was ook weer vol!
Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Mijnheer de voorzitter! In de commissievergadering hebben
wij al uitgebreid gesproken over de WMO. Nu hebben wij nog een laatste puntje, en dat is het tijdvak van de
kaderstelling. Graag willen wij hierbij de toezegging dat wij kaderstellende beleidsnota’s vallende onder de
WMO-paraplu, voor 1 april behandelen, zodat de daadwerkelijke uitvoering in de door de gemeenteraad
aangegeven richting in het direct daaropvolgende jaar al kan plaatsvinden.
De heer GROENENDAL (PvdA): Mijnheer de voorzitter! De fractie van de PvdA is akkoord met het
voorgelegde kader voor het WMO-subsidieprogramma. Wij complimenteren de wethouder voor het feit dat
hij er, ondanks de omvang en complexiteit van de problematiek, toch in slaagt het schip in hoofdlijnen op
koers te houden. Er worden immers in Helmond, ondanks de turbulentie en onzekerheden in de economie
en de samenleving, toch stappen gezet die leiden tot een meer integrale benadering van die problematiek
vanuit de negen prestatievelden. Natuurlijk is op onderdelen nog verbetering mogelijk en noodzakelijk, maar
de inzet van het college in het kader van de WMO is gericht op het zo goed mogelijk bedienen van mensen
met noodzakelijke voorzieningen. Wij zijn daarom tevreden over de inzet en de resultaten van de wethouder
in dit dossier. Wij constateren dat er duidelijke kaders zijn geformuleerd en dat die kaders, ook in vergelijking
met andere gemeenten, relatief helder en duidelijk zijn en grotendeels door de raad worden ondersteund.
Dat er vervolgens door allerlei omstandigheden druk op de voorzieningen komt, is niet het college of de
wethouder in het bijzonder aan te rekenen. De oorzaken daarvan zijn ook helder: meer mensen die
gebruikmaken van voorzieningen, landelijke ontwikkelingen met betrekking tot subsidiestromen en
bezuinigingen en natuurlijk de kredietcrisis. Allemaal zaken waar wij ons toe moeten verhouden en dus
rekening mee moeten houden, maar waarin wij niet de sturende partij zijn.
Waar wij wel sturend in kunnen zijn en mogelijk extra inspanningen kunnen realiseren, moeten wij dat als
raad doen. In de raadscommissie hebben wij reeds aangegeven dat de beleidskaders SMART´er en
inspirerender moeten worden geformuleerd. Het college heeft toegezegd dat het daar aandacht aan zal
geven. Daar wachten wij dan ook op. Ook heeft het college toegegeven dat voor een aantal geformuleerde
doelstellingen nog geen indicatoren beschikbaar zijn en gezegd dat er een nulmeting volgt als een indicator
bekend is. Wil het college toezeggen dat de raad voor eind 2009 geïnformeerd wordt met betrekking tot de
nieuwe indicatoren en nulmetingen?
Notulen gemeenteraadsvergadering 7 april 2009 Blz. 16