Catalogus archeologische onderzoeken gemeente Heeze-Leende
Catalogus archeologische onderzoeken gemeente Heeze-Leende
Catalogus archeologische onderzoeken gemeente Heeze-Leende
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
veldkartering gedaan. Van vier boor<strong>onderzoeken</strong> zijn nog geen resultaten<br />
bekend en in alle andere gevallen is geen archeologisch vervolgonderzoek<br />
geadviseerd, al dan niet wegens een sterk verstoorde bodem.<br />
<strong>Heeze</strong> is historisch bekend vanaf de 12de eeuw. Uit historische kadastrale en<br />
topografische kaarten blijkt dat er in het plangebied in ieder geval vanaf de<br />
vroege 19de eeuw een woonhuis stond. De relictenkaart van De Bont geeft<br />
aan dat het plangebied ligt in een weinig veranderde kern die is ontstaan voor<br />
1840, deels voor 1500.<br />
Op basis van het bureauonderzoek heeft het plangebied een hoge<br />
<strong>archeologische</strong> verwachting voor resten uit de periode van het Laat-<br />
Paleolithicum tot en met de Nieuwe Tijd indien er inderdaad sprake is van een<br />
hoge zwarte enkeerdgrond. Indien het plangebied in het beekdal blijkt te liggen<br />
kan de verwachting naar beneden worden bijgesteld tot laag.<br />
Tijdens het veldwerk zijn in het plangebied vijf boringen gedaan. De<br />
bovengrond bestaat uit een 60 cm tot 1 m dikke laag matig humeus bruin en<br />
veelal gevlekt zand met een geringe hoeveelheid puin en/of baksteen. In twee<br />
boringen bevindt zich onder deze laag een 20 tot 40 cm dikke beekdalbodem in<br />
de vorm van een koffiebruine zandlaag. In de overige boringen bevindt de<br />
verstoorde bovengrond zich direct op de C-horizont bestaande uit grijsgeel of<br />
grijswit (dek)zand in de vorm van een beekafzetting behorend tot de Formatie<br />
van Singraven. Het grondwaterpeil bevindt zich op een diepte van 90 cm tot<br />
1,10 m onder maaiveld en de grondwatertrap moet dan ook worden bijgesteld<br />
van VI naar III. Op basis van het booronderzoek wordt geconcludeerd dat er<br />
binnen het plangebied sprake is van een verstoorde lage enkeerdgrond op een<br />
beekdalbodem. Er zijn geen <strong>archeologische</strong> indicatoren aangetroffen. Om deze<br />
redenen wordt aan het plangebied een lage <strong>archeologische</strong> verwachting<br />
toegekend en het rapport besluit met het advies om geen archeologisch<br />
vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren.<br />
Selectieadvies Geen vervolgonderzoek<br />
Selectiebesluit conform het selectieadvies<br />
Literatuur Berkhout 2008<br />
Diepte bouwvoor verstoord tot 100 cm onder maaiveld<br />
GEMEENTE <strong>Heeze</strong>-<strong>Leende</strong><br />
Plaats <strong>Heeze</strong><br />
Onderzoeksmelding nr. 32841<br />
Jaartal 2009<br />
Coördinaten 168382 / 377000<br />
Toponiem Kapelstraat<br />
Onderzoeksnaam <strong>Heeze</strong>-<strong>Leende</strong> (NB) - <strong>Heeze</strong>, Kapelstraat74<br />
Onderzoekstype Booronderzoek<br />
Motief Bouwwerkzaamheden<br />
Uitvoerder Bureau Interdisciplinaire Landschapsanalyse<br />
Toelichting Het veldonderzoek bestond uit een vijftal boringen met een edelmanboor<br />
(diameter boorkop 15 cm) tot minimaal 1,5 m en maximaal 1,65 m -mv. Door<br />
omstandigheden, zoals de aanwezige verharding, konden de boringen niet<br />
optimaal verspreid over het gebied gezet worden. Het opgeboorde sediment is<br />
gezeefd op een maaswijdte van 4 x 4 mm; het residu is onderzocht op<br />
<strong>archeologische</strong> indicatoren.<br />
Uit her booronderzoek en de veldinspectie blijkt de bodem te bestaan uit een<br />
ophoogpakket van 45 tot 110 cm recent antropogeen verstoord en/of<br />
opgebracht materiaal dat bestond uit humeuze lagen en/of lagen geel<br />
ophoogzand. Hieronder werd een 18 tot 90 cm dikke antropogeen beïnvloede,<br />
humeuze laag (begraven A-horizont?) aangetroffen met direct daaronder de C-<br />
horizont. De top van de C-horizont lag in het oostelijke deel van het plangebied<br />
42 à 49 cm hoger dan in het noordwestelijke deel. Hierdoor rijst het vermoeden<br />
dat ook de humeuze lagen onder het ophoogpakket zich niet in situ bevinden.<br />
Bovendien blijken aanliggende percelen opvallend hoger te liggen en in<br />
westelijke richting wel op te lopen. Archeologisch indicatoren zijn niet<br />
gevonden.<br />
30