Activiteitenverslag - Jan De Nul

2010
JAARVERSLAG
activiteitenverslag

Inhoudstafel
1 Woord van de Raad van Bestuur 4
2 Bedrijfsprofiel 6
3 Activiteitenverslag per regio 28
4 Investeringen 58
5 Veiligheid, Gezondheid, Kwaliteit en Milieu 66
6 Financiële kerncijfers 74
7 Jaarrekening 80
8 Bijlagen 88
activiteitenverslag 2010 | 3

activiteitenverslag 2010 | 4
1.
Woord van de
Raad van Bestuur
2010 heeft, zoals verwacht, alle kenmerken vertoond van een overgangsjaar. Terwijl
we de crisis van 2008-2009 niet hebben gemerkt in de cijfers van 2009 door de
inertie en het vertragingseffect die eigen is aan de infrastructuurmarkt, is het effect
ervan toch voelbaar geworden in 2010, zij het uitgevlakt en getemperd!
Een aantal grote projecten bleven langer in de studiefase, andere werden gewoon
uitgesteld tot de inkomstenstroom van de havens opnieuw normaal en stabiel
geworden was. Door de hoge prijs van oliën en gassen zijn enerzijds de productie-
kosten fel gestegen, anderzijds draait de offshorebusiness op volle toeren. Het
valpijpschip ‘Simon Stevin’ is dan ook onder een gunstig gesternte op de markt
gekomen. De leercurve was kort en zeer intens.
Het pijnpunt in onze steile klim blijft personeel – zowel varend als niet varend. Veel
jonge mensen nemen de verantwoordelijkheid voor uitvoering van projecten en/
of opvolging van schepen terwijl hun ervaring eerder beperkt is. De andere en
meer ervaren staff moet en blijft dan ook een tand bijsteken om dit groeiproces
onder controle te houden en de investeringen die de motor zijn van deze groei
optimaal te laten renderen. Omdat we voelen dat de groei beheersbaar blijft en
dat de markt opnieuw in zijn gewone doen komt, zijn we dan ook niet gaan inbinden
op de investeringen die passen in onze interne markteconomische logica.
De vooruitzichten voor 2011 zijn bemoedigend en wij gaan ervan uit dat de bezet-
tingsgraad van de schepen opnieuw maximale waarden zal bereiken.

activiteitenverslag 2010 | 6
2.
Bedrijfsprofiel
Jan De Nul Group is wereldwijd bekend om zijn bagger- en land winnings-
projecten. Aanleg en onderhoud van havens, verdiepen van kanalen,
baggeren van rots of zandbanken in volle zee, aanleg van rotsbescherming
rond offshorepijpleidingen en platforms... De firma werkte al talrijke
presti gieuze projecten van wereldformaat af en ook voor 2011 staan er
projecten van dergelijke omvang op stapel.
Voor de civiele werken mikt het bedrijf verder op complexe projecten en
werkt hiervoor een structuur uit die klanten een totaal pakket op maat
aanbiedt. Van ontwerp tot uitvoering worden alle sleutelactiviteiten door
ingenieurs en materieel van de groep uit gevoerd, of het nu gaat om
gebouwen, waterzuiveringsinstallaties, rioleringen en leidingen, kaai-
muren, tunnels, bruggen, wegen of sluizen.
Verder is Jan De Nul Group, met Envisan, gespecialiseerd in de behande-
ling, reiniging en verwerking van sedimenten, bodem, grondwater en
specifieke afvalstoffen. In de loop van 2010 werden bij Envisan een aantal
vernieuwingen doorgevoerd om de profilering op de markt te verbeteren
en de slagkracht te verhogen.

activiteitenverslag 2010 | 8
2.1 Activiteiten en
marktontwikkeling
2.1.1 Bagger
De hoofdactiviteiten van Jan De Nul Group zijn zonder
twijfel de bagger- en mariene werken. De groep is in staat
om de meest complexe baggerwerken uit te voeren, ongeacht
het soort baggerwerk of de omvang van het werk.
Volgende activiteiten kunnen worden onderscheiden binnen
de divisie bagger- en mariene werken:
1. Verdiepings- en havenuitbreidingswerken
De groei van de wereldhandel dwingt havens ertoe om hun
capaciteit te vergroten: gaande van de verdieping van bestaande
havenbekkens en toegangskanalen om grotere
schepen te kunnen ontvangen tot de creatie van compleet
nieuwe havens. Deze nieuwe havens worden ontwikkeld om
aan de continu stijgende vraag naar grondstoffen en de
groeiende wereldhandel tegemoet te komen. Zo worden
voor primaire grondstoffen zoals steenkool, ijzererts en
andere basismaterialen en voor de olie- en gashandel overal
ter wereld nieuwe havens gebouwd.
2. Onderhoudsbaggeren
Verwijdering van slib om waterwegen, kanalen en havens
op diepte te houden valt onder de noemer van onderhoudsbaggeren.
Deze baggerwerken zijn de meest klassieke
baggerprojecten en daardoor ongetwijfeld ook de minst in

het oog springende tak van onze baggeractiviteiten. Dit
type werken stond aan de wieg van de ontwikkeling van de
sleephopperzuiger. Bovendien zijn ze van levensbelang voor
de havens. Niet alleen in België, maar wereldwijd worden
jaarlijks zeer omvangrijke onderhoudsprojecten aanbesteed.
Jan De Nul Group beschikt over een zeer gevarieerde vloot
van moderne sleephopperzuigers die hen toelaat om zowel
in diepe als ondiepe wateren onderhoudswerken uit te voeren.
Het meest omvangrijke werk is zonder enige twijfel het
onderhoud van de Río Paraná in Argentinië waar Jan De Nul
Group de rivier over een lengte van 800 km onderhoudt.
3. Landwinning
Voor de creatie van land wordt zand, gebaggerd uit zee, opgespoten.
Vaak heeft de land winning als doel de kust te beschermen
of zones voor residentieel, recreatief of industrieel
gebruik te creëren. Een subcategorie van landwinning is
strandregeneratie, waarbij zand op bestaande stranden
opge spoten wordt om erosie te verhelpen of tegen te gaan.
De projecten die daarbij nog steeds het meest in het oog
springen zijn ongetwijfeld de landwinningprojecten voor de
kust van Dubai waar in het verleden flink wat zand werd
opgespoten voor de aanleg van Palm Island II (Jebel Ali) en
het Waterfront Project.
4. Rotsbescherming
Ter bescherming van de oevers tegen de getijdenwerking
en de golfslag wordt rots aangevoerd. Bij landwinning wordt
eerst met de aangevoerde rotsen een golfbreker gevormd
die de omtrek van het eiland uitzet. Daarna wordt de inhoud
van het eiland via diverse technieken met zand opgespoten
of volgestort. Bij haveninfrastructuurwerken worden golfbrekers
of oeverbescherming aangelegd.
5. Offshorediensten
Bij de gespecialiseerde diensten voor de offshore olie- en
gasmarkt behoort het baggeren van aanlandingen voor offshore
pijpleidingen, inclusief installeren van cofferdams, steenstorten
en egaliseren van de zeebodem voor de installatie
activiteitenverslag 2010 | 9
van pijpleidingen, ingraven van olie- en gasleidingen in
sleuven, stabiliseren van olieplatformen en funderen van
windmolens d.m.v. steenstorten en ballasten en uitgraven
van zogenaamde ‘Glory Holes’.
De specifieke eisen van de offshore-industrie vergen ge specia
liseerd materieel. Jan De Nul Group heeft ondermeer
sleephopperzuigers met een diepbaggerinstallatie die baggeren
tot 155 m diepte mogelijk maakt, cutterzuigers om
harde rots te baggeren, dynamisch gepositioneerde steenstorters
en een valpijpschip.
Evolutie van de baggermarkt
Sinds 2000 is de omvang van de baggermarkt quasi verdrievoudigd.
Eind 2009 werd de globale omzet van de
bagger industrie geschat op ongeveer EUR 11 miljard tegenover
EUR 4 miljard eind 2000. In vergelijking met 2008 steeg
de omzet in 2009 met ongeveer 7 %. De evolutie van de
bagger markt verschilt echter sterk van land tot land. Zo
kende de bagger activiteit in het Midden-Oosten in 2009
een sterkte terugval (-30 %) t.o.v. 2008. Daartegenover lieten
de Chinese en Austra lische markt sinds 2000 een spectaculaire
groei op tekenen. Deze groei wordt in China gedreven
door het groeiende aandeel van China in de internationale
handel, terwijl de groei van de Australische bagger-en
offshore markt wordt gedreven door de export van grondstoffen.
Ook in Europa is de omzet van de baggermarkt
toege no men van EUR 800 miljoen in het jaar 2000 tot EUR
1.900 mil joen in 2009.

activiteitenverslag 2010 | 10
Het Midden-Oosten, Europa en Latijns-Amerika vertegenwoor
digden samen zowat tweederde van de open wereldmarkt.
in miljoen Open Gesloten Totaal Totaal Totaal
euro markten markten 2008 2009 %
Midden-Oosten 1.822 283 3.085 2.105 19 %
Europa 1.853 28 1.810 1.881 17 %
China 80 2.420 1.515 2.500 23 %
Azië 651 261 455 912 8 %
Afrika 561 87 100 648 6 %
India 614 0 210 614 6 %
Noord-Amerika 15 760 560 775 7 %
Latijns-Amerika 997 33 25 1.030 9 %
Australië 464 3 10 468 4 %
TOTAAL 1 7.058 3.876 10.225 10.993 100 %
1) waarvan stenenwerken EUR 739 mln
(Bron: International Association of Dredging Companies)
Outlook
In Latijns-Amerika worden verschillende projecten ontwikkeld
om de haveninfrastructuur te verbeteren. Zo wil de Braziliaanse
overheid de komende 5 jaar volop investeren in haar
havens. Intussen heeft de ’Special Secretariat of Ports’ een
contract getekend met een consortium bestaande uit Jan
De Nul Group en Dratec (Braziliaans bedrijf) voor het uitdiepen
van de havens van Aratu en Salvador.
De uitbreiding van het Panamakanaal heeft Cuba ertoe
bewo gen om zijn 3 belangrijkste havens uit te breiden en te
moderniseren. Voor de financiering heeft Cuba een beroep
gedaan op China en de Bolivariaanse Republiek van Venezuela.
Gedurende 30 jaar werden deze havens niet onderhouden
waardoor de diepgang beperkt was. Dit was een van
de belangrijkste redenen waarom de cargovolumes zijn
terug gevallen van 12 miljoen ton in 1982 tot 3 miljoen ton in
2010.
In Peru zijn voor de komende 4 jaar USD 3 miljard investeringen
gepland in de haven van Callao door de toegenomen
transportvraag van metalen, natuurlijk gas en koffie.
In Afrika worden havenontwikkelingsprojecten veelal door
andere landen gefinancierd.
In Europa is het aantal havenprojecten gedaald, maar er
wordt wel verder geïnvesteerd in de verdieping en het
onder houd van bestaande havens.
Ook in Azië is het aantal havenprojecten gedaald in vergelijking
met de voorgaande jaren. In India heeft de ontwikkeling
van nieuwe terminals in Jawaharlal Nehru en Tuticorin vertraging
opgelopen.
9.000
8.000
7.000
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
1980 1985 1990 1995 2000 2005 2006 2007 2008 2009
MILJOENEN TON GELADEN International seaborne trade, 1980-2009
Ruwe olie en producten
De vijf grootste bulkladingen
Container
Ander bulk
(Bron: UNCTAD, Review of Maritime Transport 2010)
De evolutie van de baggermarkt is onlosmakelijk verbonden
met de ontwikkeling van onderstaande ‘drivers van de baggeractiviteiten’:

De wereldhandel
Van 2000 tot 2008 nam het scheepstransport, gemeten in ton,
toe met gemiddeld 36,5 %. Als gevolg van de economische
crisis was er in 2009 echter een beperkte terugval met 4,5 %.
Toch moet men de capaciteit van de bestaande havens
opvoeren en volledig nieuwe havens bouwen. Bovendien
worden schepen steeds groter waardoor de bestaande
haven infrastructuur moet worden aangepast. Jan De Nul
Group is uit stekend gepositioneerd om zowel onderhouds-
als verdiepingsbaggerwerken uit te voeren, en beschikt ook
over de nodige kennis en materieel voor de uitvoering van
volledige haveninfrastructuurprojecten.
Bevolkingsaangroei en verstedelijking
De wereldbevolking blijft permanent groeien, vooral in de
steden. Hierbij komt dat acht op tien steden in een kustzone
gelegen zijn, goed voor een populatie van 3 miljard mensen.
De bevolkingsdruk in deze gebieden geeft aanleiding tot
land winningprojecten en de kwetsbaarheid van gebieden
gele gen in kuststreken noopt tot kustverdediging. Deze
activiteitenverslag 2010 | 11
tendens wordt nog versterkt door de gestage stijging van
het zeeniveau.
Energie
Ondanks de vele initiatieven rond hernieuwbare energiebronnen
blijven fossiele brandstoffen essentieel om onze
energie noden in te vullen. Offshore ontginningen dwingen
tot de aanleg van pijpleidingen, waarbij de baggerindustrie
– naast het maken van sleuven in de zeebodem en aanlandingen
aan de kust, om na de plaatsing van de leidingen, deze
met stenen af te dekken - instaat voor de aanleg van een
nieuwe LNG en olieterminal.
Het groeiende milieubewustzijn geeft aanleiding tot alternatieve
energieprojecten. Hieronder vallen ook windmolenparken
op zee. Jan De Nul Group biedt voor dergelijke
projecten gedetailleerde ontwerpen van funderingen aan,
alsook het plaatsen van windmolens.

activiteitenverslag 2010 | 12
In 2009 vertegenwoordigde energiegerelateerd baggeren
ongeveer 18 % van de baggermarkt.
Toerisme
Watergebonden toeristische activiteiten zijn een belangrijke
vorm van inkomsten in verschillende landen: bescherming
en verbetering van stranden, aanleg van jachthavens en
cruiseterminals zijn diverse uitingen van watergebonden investeringen
waar belangrijke baggeractiviteiten mee gemoeid
zijn.
Door de economische recessie kwam het internationaal toerisme
in 2009 licht onder druk te staan, maar ondanks deze
lichte terugval blijven de lange termijn verwachtingen zeer
positief.
Omzet van de algemene baggermarkt per drijfveer
Handel (5.089)
Toerisme (516)
Energievraag (2.015)
Bevolking en Verstedelijking (2.217)
Kustverdediging (1.097)
2008 2009 % verschil
Handel
Bevolking en
5.080 5.089 +0 %
Verstedelijking 1.805 2.217 +23 %
Kustverdediging 695 1.097 +58 %
Energievraag 2.015 2.015 +0 %
Toerisme 630 516 -18 %
TOTAAL 10.225 10.934 +7 %
(Bron: IADC ‘Development of Drivers’)

2.1.2 Civiel
Naast baggeren is Jan De Nul Group ook een belangrijke
speler in de sector van de civiele werken. Jan De Nul heeft
een stevige marktpositie in België en speelt dankzij de
sy nergie tussen de verschillende activiteiten ook een steeds
grotere rol op het wereldtoneel. Binnen de tak civiele bouw,
focust de groep vooral op complexe, multidisciplinaire projecten.
Hiervoor beschikt Jan De Nul over een eigen studiebureau
gespecialiseerd in ontwerp en constructie.
1. Waterbouw
Op wereldvlak is Jan De Nul Group betrokken bij de meest
prestigieuze projecten in de water- en havenbouw, zowel in
het ontwerp als in de uitvoering van droog grondverzet,
kaai muren, golfbrekers, oeververdediging, spaarbekkens,
enz. Voorbeelden zijn het Ras Laffan Port Expansion Project
in Qatar en het New Port Complex in Duqm (Oman). Recent
werden ook contracten ondertekend voor de ontwikkeling
en uitbouw van verschillende havens in Latijns-Amerika. Een
van de meest in het oog springende projecten is ongetwijfeld
activiteitenverslag 2010 | 13
het ontwerp en de bouw van een derde set sluizen in het
Panamakanaal. In België werkt Jan De Nul Group actief mee
aan de uitbouw van de havens van Antwerpen, Zeebrugge
en Gent, onder andere door de bouw of renovatie van
dokken, kaaimuren en sluizen.
2. Waterzuiverings- en leidinginfrastructuur
Jan De Nul Group is de laatste decennia ook uitgegroeid tot
een expert op het gebied van afvalwaterzuiverings- en rioleringsinfrastructuur,
installaties voor drinkwaterbehandeling,
gas- en waterleidingen en dit zowel in de burgerlijke bouwkunde
als in de elektromechanische uitrusting. Het zijn
typisch projecten waarvoor meer complexe contractvormen
gebruikt worden zoals D&B (Design & Build), DBFM (Design,
Build, Finance, and Maintain), BOOT (Build Own Operate
Transfer), al dan niet in samenwerking met een publieke
partner (PPS). In 2010 werden onder andere het waterzuiveringsstation
van Essen afgewerkt, alsook de collector
‘La Chevratte’ in Virton.

activiteitenverslag 2010 | 14
3. Transportinfrastructuur
Vooral in België heeft Jan De Nul al een aantal belangrijke
projecten rond transportinfrastructuur op zijn palmares staan.
Momenteel wordt ondermeer gewerkt aan de indrukwekkende
Schuman spoorwegtunnel in Brussel. Maar ook vanuit het
buitenland komt steeds meer vraag naar de unieke ervaring
van Jan De Nul Group. Zo was de groep ook hoofd aannemer
in het ‘Manifa Field’ project in Saudi-Arabië, een Design &
Build project waarbij 27 nieuw aangelegde eilanden verbonden
werden met 41 km snelweg, een 2,4 km lange viaduct
en verschillende bruggen.
4. Gebouwen
Gebouwen nemen een aparte plaats in binnen het civiel
bedrijf. Naast het beheersen van de bouwkundige aspecten
vereisen dergelijke projecten bovendien een doorgedreven
kennis van bijzondere technologieën, afwerkingstechnieken
en materialen. Jan De Nul Group kan bogen op een aantal
belangrijke realisaties zoals het concertgebouw in Brugge.
Lopende projecten zijn de bouw van verschillende nieuwe
rust- en verzorgingstehuizen (RVT), de renovatie en uitbreiding
van het Sint-Andriesziekenhuis van Tielt, en in 2011 zal
ook de bouw van de nieuwe zetel van de Europese Raad en
de Raad van de Europese Unie (Residence Palace) in Brussel
van start gaan.
De financiële en economische crisis heeft er de laatste jaren
voor gezorgd dat de Belgische bouwsector een wat moeilijkere
periode heeft doorgemaakt. 2010 was het derde jaar
op rij met een negatieve groei (-1,2 %). Er wordt echter
verwacht dat de sector vanaf 2011 opnieuw zal kunnen aanknopen
met een positieve groei van +1,2 %. Bovendien
heeft de civiele bouw het de afgelopen jaren ook steeds
beter gedaan dan de bouwsector in het algemeen, dankzij
toegenomen overheidsinvesteringen in het kader van het
relanceplan.
Op wereldniveau gaat de havenuitbouw – in het bijzonder in
Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië - onverminderd verder. De
investeringen in havens zijn een direct gevolg van de toename
van het wereldwijde havenverkeer, de steeds grotere
schepen en de snelle economische ontwikkeling van de
BRIC landen.

2.1.3 Milieu
De milieuactiviteiten van de groep worden uitgevoerd via
dochteronderneming Envisan, gespecialiseerd in de behande
ling, reiniging en verwerking van sedimenten, bodem,
grond water en specifieke afvalstoffen. In de loop van 2010
werden bij Envisan een aantal vernieuwingen doorgevoerd
om de profilering op de markt te verbeteren en de slagkracht
te verhogen. Concreet zijn de activiteiten van Envisan
vanaf dit jaar georganiseerd binnen drie groepen van activiteiten.
1. Sedimentbehandeling en milieubaggeren
De milieutechnische aspecten gerelateerd aan de baggerwerkzaamheden
worden steeds belangrijker. In deze context
ontstond de term ‘milieubaggeren’. Envisan ontwikkelde in
samenwerking met de andere divisies binnen Jan De Nul
Group specifieke tuigen en technieken om met grote nauwkeurigheid
op een efficiënte en milieuvriendelijke manier
sedimenten te verwijderen van waterlopen, kanaalbodems
of havengebieden. De behandeling van de sedimenten gebeurt
ofwel met mobiele installaties op de plaats van het
baggeren zelf – zoals toegepast in het kader van een groot-
activiteitenverslag 2010 | 15
schalig project voor het uitbaggeren van kanalen en rivieren
in Wallonië – ofwel in een van Envisans eigen reinigingscentra.
In deze centra kunnen de baggersedimenten door
middel van uiteen lopende technieken worden ontwaterd en
gereinigd, waarna ze in de meeste gevallen in bouwkundige
toepassingen kunnen worden gebruikt.
2. Bodem- en grondwatersanering
Sinds 1992 is Envisan actief in het saneren van verontreinigde
bodems en verontreinigd grondwater. Voor zowel overheidsinstanties
als private ondernemingen worden sanerings -
concepten uitgewerkt en gerealiseerd. Dit zijn vaak multidisci
plinaire projecten die een doorgedreven en geïntegreerde
aanpak vergen waarbij civiele bouwkunde, hydrogeologie
en milieutechno logie worden gecombineerd. Envisan beschikt
over een uitgebreid gamma van installaties en technieken
die in functie van de specifieke problematiek kunnen
worden ingezet. Daarnaast exploiteert Envisan diverse grondver
wer kings centra waar de ontgraven verontreinigde grond
verwerkt kan worden.

activiteitenverslag 2010 | 16
Envisan profileert zich ook meer en meer als gespecialiseerde
partner bij de sanering en herontwikkeling van brownfields.
Hierbij wordt, al dan niet via een publiek-private samenwerking,
geopteerd voor een totaalaanpak waarin sanering
en rehabilitatie van het terrein worden gegarandeerd.
3. Behandelen van specifieke afvalstoffen
Doorheen de jaren heeft Envisan diverse technieken ontwikkeld
om speciale afvalstoffen (asbest, mijnafval, olie- en
raffinaderijproducten etc.) te behandelen of te verwerken.
Voor de remediëring van met olie vervuilde sedimenten
afkomstig van petroleumraffinage heeft Envisan unieke
des kundigheid aan boord. In dit kader is in de loop van het
jaar onder meer een state-of-the-art fabriek opgestart in
Roemenië.
Het internationale karakter van Envisan is de laatste jaren
sterk gegroeid. De trend naar duurzame ontwikkeling en
milieu bewustzijn wordt onder impuls van de Wereldhandelsorganisatie
in bepaalde groeilanden omgezet in lokale
wetten en de uitbouw van actieve milieuadministraties.
Wereld wijd stijgt hierdoor de vraag naar milieuwerken en
milieutechnologie, terwijl de bestaande technische capaciteit
niet even snel wordt uitgebreid. Hierdoor kan verwacht
worden dat er de volgende jaren nieuwe markten zullen ontstaan.
Envisan wil hierop inspelen en heeft een concreet
strategisch actieplan uitgewerkt. Envisan wil niet alleen zijn
leidende markt positie in Vlaanderen behouden en zijn activiteiten
in Frankrijk, Italië, Roemenië en Wallonië verder uitbreiden,
maar ook op een doelgerichte manier projecten
realiseren in een aantal andere regio’s van de wereld waar
de milieusector nog in zijn kinderschoenen staat.

2.2 Kerncijfers 2010
2.2.1 Evolutie van de omzet & EBITDA
2010 was voor Jan De Nul Group een overgangsjaar. Zoals
werd aangekondigd in het jaarverslag 2009 werd in 2010 de
weerslag gevoeld van de economische en financiële crisis.
Toch werd nog steeds een omzet gerealiseerd van EUR
1,8 miljard, i.e. net onder het niveau van 2008.
Het investeringsprogramma van de groep ging ook in 2010 op
volle kracht verder met de oplevering van 9 nieuwe schepen:
4 splijtbakken, 2 zelfvarende cutterzuigers, 1 megahopper,
1 splijthopperzuiger en het grootste valpijpschip ter wereld.
Het inzetten van bijkomend personeel voor de nieuwe
schepen, terwijl deze nog niet konden worden geëxploiteerd,
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
30 %
25 %
20 %
15 %
10 %
5 %
0 %
activiteitenverslag 2010 | 17
liet zich uiteraard voelen op kostenniveau. De EBITDA
evolueerde aldus van EUR 493 miljoen in het topjaar 2009
naar EUR 374 miljoen in 2010. De EBITDA-marge hield
echter vrij goed stand en verzwakte slechts van 23,4 % in
2009 naar 20,7 % in 2010.
De nettowinst van Jan De Nul Group daalde van EUR
253 mil joen in 2009 (12 % nettowinstmarge) tot EUR 113 miljoen
in 2010 (6 %). Dit is het gevolg van de sterk toege nomen
afschrijvingen (van EUR 174 miljoen in 2009 naar EUR 256
mil joen in 2010, of +47 %). Een logisch gevolg van het investeringsprogramma.
Omzet
EBITDA%

Azië en Midden-Oosten
Europa
activiteitenverslag 2010 | 18
Australië
Latijns-Amerika
2.2.2 Omzet naar activiteit
Afrika
24 % Azië en Midden-Oosten
De kernactiviteit van de groep is ook in 2010 nog steeds de 33 % Europa De baggerwerken kunnen verder worden opgesplitst in
bagger- en mariene werken. De omzet bestond in 2010 voor onder houdsbaggerwerken, verdiepingsbagger werken, land-
ca. 18 % uit civiele werken, voor 4 % milieuactiviteiten en 25 % Latijns-Amerika
winning, offshorewerken en stenenwerken, respectievelijk
voor 78 % uit baggerwerken.
13 % Australië 10 %, 45 %, 14 %, 8 % en 1 % van de omzet.
5 % Afrika
18 % Civiel
4 % Milieu
78 % Baggerwerken
1 % Stenenwerken
8 % Offshore
14 % Landwinning
45 % Verdiepingsbaggeren
10 % Onderhoudsbaggeren

activiteitenverslag 2010 | 19
20% Masters of Science
27% Masters of Industrial Science
9% University degrees
2.2.3 Regionale verdeling van de omzet
5% Licentiates
Met 70 % van de omzet in 2008 en 49 % in 2009, waren Azië 26% structuur Graduates om de economische groei van deze regio te onder-
en het Midden-Oosten in het verleden steeds met voor
sprong de belangrijkste regio's voor Jan De Nul Group, in
steunen zal deze opmars verder stimu leren. De toename van
13% Other
het aandeel van Europa (van 20 % naar 33 %) valt te verklaren
het bijzonder voor de grootschalige baggerprojecten. In door een sterke bagger- en civiele activiteit en de productie
2010 daalde het belang van Azië en het Midden-Oosten als van eigen baggerspecifiek materiaal. Deze verschuiving in
regionale afzetmarkt tot 24 % van de omzet als gevolg van de regionale verdeling van de omzet is een bewijs van de
de financiële crisis. Latijns-Amerika kende
Azië en Midden-Oosten Australië daarentegen een
sterke opmars en vertegenwoordigde in 2010 al 25 % van de
geografische flexibiliteit van Jan De Nul Group en zal zich
ook in 2011 verder zetten. Het orderboek bevat ook nu al
omzet (12 % in Europa 2009). De nood aan nieuwe haven infra-
Afrika
Latijns-Amerika
heel wat Latijns- Amerikaanse orders.
24 % Azië en Midden-Oosten
33 % Europa
25 % Latijns-Amerika
13 % Australië
5 % Afrika
18 % Civiel
4 % Milieu
78 % Baggerwerken
1 % Stenenwerken

activiteitenverslag 2010 | 20
2.3 Orderportefeuille
Het orderboek groeide vooral in de laatste maanden van
2010 nog heel sterk aan, waardoor het totale orderboek eind
2010, inclusief civiele werken en milieuwerken, ongeveer EUR
3,1 miljard bedroeg tegenover EUR 2,6 miljard eind 2009.
De binnengehaalde werken bevinden zich in alle uithoeken
van de wereld, van Zuid-Amerika en de Caraïben, over Afrika
en Europa tot Zuidoost-Azië en Australië. De projecten zijn
bovendien ook zeer verscheiden van aard: van de verdieping
van bestaande havens tot de ontwikkeling van onbebouwde
terreinen; van grote klanten uit de olie- en gasindustrie tot
exporteurs van mineralen; van havenbedrijven die in handen
zijn van de overheid tot nieuwe privé-ondernemingen.
Tot de belangrijkste contracten die in 2010 werden binnengehaald
behoren ondermeer de bagger- en landwinningswerken
voor de Formosa Plastics Group in Taiwan. Deze
wer ken omvatten onder andere het opspuiten van 2.000
hec tare land en de creatie van de nieuwe haven van Son
Duong. Verder haalde Jan De Nul Group het contract binnen
voor de upgrade van de Elizabeth II kaai in Sierra Leone
(gefinancierd door de Wereldbank) en worden er o.a.
bagger werken uitgevoerd in de haven van Tuticorin (India),
Bremerhaven (Duitsland), Bohai Bay (China).
De offshore-afdeling haalde o.a. contracten binnen in
Austra lië, de Bahama’s, de Noordzee, Papoea-Nieuw- Guinea,
India en Rusland. Deze opdrachten omvatten onder meer
baggerwerken op de zeebodem voor de installatie van pijpleidingen,
stabiliseren en afdekken van pijpleidingen en de
renovatie van een olieterminal. De opdrachtgevers zijn hier
Chevron, Statoil, Gazprom en Technip.
De Civiele Divisie kon in 2010 ondermeer het contract
binnen halen voor de bouw van een nieuwe sluis in Ivoz-
Ramet.
Geografisch merkt Jan De Nul Group sinds 2009 een toe -
nemend belang van Latijns-Amerika in het orderboek en eind
2010 vertegenwoordigen ook Azië en Australië een steeds
groter deel. Anderzijds vertegenwoordigt het Midden-
Oosten een steeds kleiner deel in het orderboek terwijl het
Europese aandeel zich vrij stabiel toont. Uiteraard is de
Civiele Divisie heel belangrijk voor het aandeel van Europa
in het totale orderboek.
Het grote gewicht van Latijns-Amerika in de orderpor tefeuille
is een gevolg van de projecten in ondermeer Panama
(kanaal en sluizen), Brazilië (o.a. Salvador-Aratu), Peru (Haven
van Callao), Argentinië (o.a. Bahía Blanca en de rivieren
Río Paraná en Río de la Plata), Mexico (haven van Lazaro
Cardenas en haven van Veracruz) en de Bahama's (ver plaatsen
van een pijplijn voor Statoil).
De grootste milieugerelateerde werken in portefeuille zijn het
Amoras project nabij de haven van Antwerpen (België) en
het meerjarencontract met Petrom betreffende de sanering
van 200.000 m³ oliehoudende afvalproducten in Pitesti (Roemenië).
Laatstgenoemd project is het grootste milieuproject
in Roemenië en een van de grotere milieuprojecten in Europa.

activiteitenverslag 2010 | 21

activiteitenverslag 2010 | 22
2.4 Personeel
Personeelsevolutie
6.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
2.789
2004
3.002
2005
3.728
2006
4.203
2007
4.985
2008
5.034
2009
Resultaten van de Randstad Award: Jan De Nul
t.o.v. de gemiddelde scores van de 172 bedrijven
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Werkzekerheid
Financieel gezond
Werksfeer
Loon
Jan De Nul
Evenwicht
Toekomst
Gemiddelde 172 bedrijven
Jobs
Milieu / samenleving
Opleidingen
5.416
2010
Management
2010 was niet alleen het jaar van de Randstad Award, waarmee
Jan De Nul zichzelf opvolgde als meest aantrekkelijke
werkgever van België, het was ook een jaar waarin de groep
met maar liefst netto 382 mensen aangroeide. Bij die
382 rekent de firma de 500 ste ingenieur, uniek in België. Jan
De Nul Group sloot 2010 af met een totaal personeelsbestand
wereld wijd van 5.416 werknemers, met een gemiddelde
leeftijd van 38 jaar.
Dat Jan De Nul Group 500 ingenieurs tewerkstelt, kan op zich
geen verrassing zijn, als hoogtechnologisch bedrijf in volle
groei. Wereldwijd wordt Jan De Nul Group geconfronteerd
met technische problemen. Elk land, elk project heeft zijn
eigenheid waardoor elk technisch probleem telkens opnieuw
in zijn context moet worden geplaatst. De ingenieurs vinden
in elk van deze disciplines hun uitdaging: in de bagger-,
offshore, de civiele of milieusector, voor de uitvoering van
projecten, de studiedienst of de calculatie, in de Benelux of
wereldwijd.
Naar aanleiding van de aanwerving van de 500 ste ingenieur
heeft de personeelsdienst van Jan De Nul Group een boek
uitgegeven met als titel ‘Durvers & Doeners’. In dit boek
worden verschillende ingenieurs in de verschillende afdelingen
aan het woord gelaten. Het boek illustreert de diversiteit
van de job van een ingenieur binnen het bedrijf.

Testimonial
Jan Pieter De Nul
"Alles in vraag stellen: het is voor mij altijd een tweede
natuur geweest. Het is ook wat Jan De Nul Group
heeft gemaakt tot wat het vandaag is. Dat, samen met
ambi tie en hard werk.
Beredeneerd durven en vervolgens de wilskracht hebben
om het effectief te doen: dat zijn kwaliteiten die
onze mensen hebben. Je moet iets van een onder -
nemer hebben om bij Jan De Nul Group aan je trekken
te komen. Vooruit willen. Elke dag een ander probleem
oplossen. Commercieel zijn, technisch scherp, snel.
Want één ding is zeker: in onze sector komt iedereen
ooit in de problemen. We werken in moeilijke landen,
aan moeilijke werken. Het verschil met een minder
performant bedrijf is dat ons team in zo’n geval zegt:
het zal moeilijk zijn, maar we lossen het samen op.
activiteitenverslag 2010 | 23
Mensen vertrekken hier niet op verlof als het moeilijk
wordt.
Er zijn vaak momenten dat ik voel: deze machine, dit
team werkt. Ik geloof ook dat er geen beter bedrijf is
om als ingenieur te werken dan het onze. In geen
enkele andere industrie is het takenpalet zo breed,
van een CAD/CAM-tekenaar tot een milieuadviseur,
van Aalst tot Panama.
Dat we hartje 2010 de 500 ste ingenieur in dienst mochten
nemen, is voor mij dan ook bijzonder. Er zijn niet
veel bedrijven in België die zoveel ingenieurs hebben.
Aan zeventien van onze ingenieurs vroegen we wat het
strafste was dat ze ooit met hun team realiseerden. De
waaier aan verhalen die opdoken spreekt voor zich.
Mijn vader, de ingenieur waarmee het ooit begon,
kwam uit de eerste Vlaamse lichting burgerlijk ingenieurs
van Gent in ’36. En toen kwam de tweede in
dienst: Mijnheer Ruben, wiens kleinzoon vandaag nog
altijd bij ons werkt. Sindsdien is er veel veranderd: de
werken werden groter, spectaculairder. Onze verantwoordelijkheid
ook.
Het verhaal stopt niet met de 500 ste : de groei van ons
bedrijf gaat door. En dat is dankzij die groep van
mensen die er elke dag tegenaan gaan. Dat we vandaag
die 500 ste in dienst nemen, komt omdat die 499
anderen er zijn. En ze zijn allemaal even belangrijk."

activiteitenverslag 2010 | 24
Bemanning
Met het in de vaart komen van de grote cutterzuigers ‘Ibn
Battuta’ en ‘Zheng He’, de splijtbakken ‘Santiago’, ‘Trinidad’,
‘Victoria’ en ‘Astrolabe’ en de hopperzuigers ‘De Lapérouse’
en ‘Leiv Eiriksson’, nam de vloot een enorme sprong vooruit.
Er werden in 2010 320 nieuwe crewleden aangeworven in
om deze schepen en het bijhorende nieuwe hulp materieel
te bemannen.
De eerste opdrachten van het valpijpschip ‘Simon Stevin’, in
de vaart vanaf februari 2010, waren een groot succes. Het
bewijst dat onze baggerbemanning van alle markten thuis is
en door theoretische vorming in combinatie met gedegen
ervaring deze nieuwe uitdaging met glans heeft doorstaan.
Met als toemaatje felicitaties van de nieuwe offshoreklanten.
De groei van de baggerafdeling is nog niet voltooid, dus de
aanwervingen en opleidingen gaan gewoon door. Hierbij
blijkt dat de nieuwe vloot een enorme uitstraling heeft. De
doorgroeimogelijkheden en variatie aan opdrachten zijn bijgevolg
zeer ruim.
Opleiding
De nieuwe rekruten worden aan boord grondig opgevolgd
en door crew-departement en trainingsdepartement gestimu
leerd om zich zo snel mogelijk in de activiteiten te ver diepen.
Zij worden uitgenodigd op diverse in-house trainingen
om zo hun inzicht in en kennis van het baggerproces te
versnellen. Waar nodig wordt bijgestuurd, wat maakt dat er
weinig uitval is bij de geselecteerde mensen.
De bagger-, cutter-, backacter-, machine- en vaarsimulatoren
die Jan De Nul Group hiervoor ter beschikking heeft, blijken
inmiddels van onschatbare waarde in het opleidingstraject
van deze mensen.

activiteitenverslag 2010 | 25

activiteitenverslag 2010 | 26
Ongeval DN31
Op 8 december 2010 lieten 3 bemanningsleden het leven bij
een ongeval op de Zeeschelde. Het baggervaartuig ‘DN31’
kwam in aanvaring met een tanker. De veel kleinere ‘DN31’
kapseisde onmiddellijk na de botsing. De 3 bemanningsleden
met jarenlange trouwe dienst bij de firma, hadden in
het koude Schelde water geen schijn van kans. Een zwarte
dag voor Jan De Nul Group en alle medewerkers. Het
onder zoek naar de omstandig heden van het ongeval is nog
lopende. Twee van de overleden opvarenden werden intussen
geborgen. Een derde bemanningslid blijft tot op heden
vermist. Het verlies voor de betrokken families is groot.
Gijzeling in Kameroen
Piraterij en gijzelingen nemen ondertussen verder toe en zijn
voor de sector een echte plaag geworden. Voor elk project
en elke overvaart door risicogebieden worden, door een
daartoe speciaal opgerichte cel binnen Jan De Nul Group,
steeds de grootste voorzorgsmaatregelen genomen.
Dit kon echter niet verhinderen dat in augustus 2010 Nigeriaanse
rebellen de kustwateren van Kameroen opzochten
en het schip ‘Amerigo Vespucci’ enterden. Zij slaagden erin
twee bemanningsleden te overmeesteren en mee te voeren.
Na een slopende periode van drie weken werden de twee
betrokken bemanningsleden vrijgelaten en kon de firma hen
opvangen. Sindsdien werd de waakzaamheid op site nog
vergroot.

Testimonial
Maarten Beckers
“Direct na mijn stage bij Jan De Nul Group wist ik: dit
is wat ik wil doen. Hier werken allemaal mensen met
dezelfde levensfilosofie, die hetzelfde denken en
vooruit willen. Wat mij het meeste aanspreekt is de
variatie van de job. Het ene jaar kan je op een project
in Zuid-Amerika wer ken, het jaar erop kan je naar
Australië gaan en met totaal andere dingen bezig zijn.
Zoveel verschillende culturen ontdekken, vind ik echt
een uitda ging. Als jonge ingenieur kan je hier direct
veel ervaring opdoen.
Jan De Nul Group staat erom bekend dat het nieuwe
werk nemers meteen veel verantwoordelijkheid geeft.
activiteitenverslag 2010 | 27
Als superintendent zal ik ervoor moeten zorgen dat
alles op het schip loopt zoals gepland. Wakker heb ik
daarvan nog niet gelegen, maar het is natuurlijk wel
spannend. Pas twee weken voor vertrek zal ik weten
naar welk project ik word gestuurd.
Gelukkig zal ik er niet alleen voor staan. Hier werken
ingenieurs die al twintig jaar op schepen staan en
waar je kunt op rekenen. Zij weten waarover ze spreken.
Ik denk dat het er vooral op aankomt om veel
overleg te plegen, en dan een beredeneerde beslissing
te nemen. Je staat daar zelf natuurlijk ook niet
zonder bagage: alle nieuwe ingenieurs krijgen eerst
een opleiding van zes weken.
Mijn droom is om door te groeien naar een meer econo
mische functie, zoals project manager. Kosten berekenen,
prijzen onder controle houden, dat interes seert
mij. Maar eerst sta ik te popelen om na vijf jaar studeren
te zien hoe het eraan toegaat in de praktijk. Op de
universiteit draait alles rond theorie, rond wetenschap
pen. Ik ben blij dat ik die theorie nu echt kan
ervaren.
Ik denk niet dat ik mij anders voel dan de 499 andere
ingenieurs, maar het getal 500 zegt wel veel over het
bedrijf. Om in België nog een firma te vinden met zoveel
ingenieurs, moet je ver zoeken.”

activiteitenverslag 2010 | 28
3.
Activiteitenverslag
per regio
In 2009 merkten we al een geografische verschuiving van de activiteiten
naar vooral Latijns-Amerika en Australië. Deze trend werd ook in 2010
bevestigd. Zo opende Jan De Nul Group in Perth (Australië) een nieuw
kantoor. Nieuwe projecten werden binnengehaald over de hele wereld,
van Zuid-Afrika en de Caraïben, over Afrika en Europa, tot Zuid oost-Azië
en Australië. Latijns-Amerika blijft de sterkst groeiende regio, maar ook
Afrika en Azië winnen aan belang.
De projecten die in 2010 werden binnengehaald, zijn heel verscheiden:
van de verdieping van bestaande havens tot de ontwikkeling van onbe-
bouwde terreinen; van grote klanten uit de olie- en gasindustrie tot
exporteurs van mineralen; van havenbedrijven die in handen zijn van de
overheid tot nieuwe privé-ondernemingen.

activiteitenverslag 2010 | 30
3.1 Bagger
3.1.1 België
In 2010 werden de onderhoudsbaggerwerken op de Zeeschelde
en de Westerschelde voortgezet, net als in de
vaar passen en de havens van Oostende en Zeebrugge.
Daarnaast werd ook de verruiming van de Westerschelde
gerealiseerd, die een tijonafhankelijke vaart naar de haven
van Antwerpen mogelijk maakt voor schepen met een diepgang
tot 13,10 meter. De omzet voor deze verdiepingswerken
bedroeg EUR 73 miljoen. De belangrijkste tuigen
van Jan De Nul Group die voor de onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken
werden ingezet, waren de sleephopperzuigers
‘Alexander von Humboldt’, ‘Manzanillo II’ en ‘Pinta’.
De contracten lopen voor de Schelde nog tot midden 2013
en voor de kust tot eind 2011.
In het Kluizendok in Gent heeft de cutterzuiger ‘Ortelius’ de
allerlaatste baggerwerken voor de aanleg van het Kluizendok
succesvol beëindigd. Aan de ingang van het dok moest
de noordelijke parallelkaai (ca. 500.000 m³) nog gebaggerd
worden tot 13 m waterdiepte en opgespoten over een
afstand van meer dan 4 km. De werken werden uitgevoerd
aan een dok in volle exploitatie, waarbij de persleiding de
kaaiplateaus van de verschillende concessionarissen moest
kruisen en er geen hinder mocht zijn voor de drukke scheepvaart.
Hierna had de ‘Ortelius’ zijn volgende werk in de achterhaven
van Zeebrugge waar het Zuidelijk Kanaaldok wordt
verlengd. Eenmaal afgewerkt zal er ongeveer 2,4 miljoen m³
gebaggerd en opgespoten zijn op de verschillende stortterreinen
in de buurt. De grootste uitdaging is het bergen
van de grote hoeveelheid ondraagkrachtige grond.
In juni 2010 werden de laatste korrels gebaggerd van de
nieuwe vaargeul naar Oostende. In een gebied bezaaid met
oud oorlogsmateriaal (vooral UXO) werd het werk ruimschoots
binnen de voorziene termijnen afgewerkt.
De cutterzuiger ‘Hendrik Geeraert’ is inmiddels voor het 5 de
jaar op rij bezig met het uitvoeren van de onderhoudsbaggerwerken
in de kustjachthavens van Nieuwpoort, een contract
dat loopt tot mei 2012. Binnen het grootste tijgebonden
jachthavencomplex van West-Europa slaagt Jan De Nul
Group erin baggerwerken uit te voeren verspreid over verschillende
locaties en dit op zeer moeilijk bereikbare plaatsen
tussen vaste afmeerconstructies. Persafstanden tot
1.000 m zijn voor het schip common practice geworden.

activiteitenverslag 2010 | 31

activiteitenverslag 2010 | 32
3.1.2 Rest van Europa
14
15
12
13
17
16
18
6
5
4
3
2
1
11
10
9
8
.
Voor een overzicht van de projecten: 8.2 Projecten 2010, p. 100-103
7

Op 12 februari 2010 is, na jaren politieke en juridische discussies,
de verdieping van de Westerschelde opgestart, het
Nederlandse deel van de Schelde. Voor deze werken zijn er
strenge randvoorwaarden van kracht om het meergeulensysteem
met hoofdgeulen, nevengeulen, slikken, schorren,
platen en ondiepe watergebieden te behouden. Een van de
gevolgen hiervan is dat alle verdiepingsspecie op drie welbepaalde
stortzones aan de rand van zandplaten in de
Schelde moet worden aangebracht, zodat er nieuwe, voor
de natuur waardevolle, gebieden van ondiep water worden
gecreëerd. Een beperkt gedeelte kan worden geklept door
de sleephoppers, maar het overgrote gedeelte wordt door
de hoppers opgespoten via een drijvende leiding naar een
sproei ponton, dat zorgt voor een egale spreiding van de opgespoten
specie tot twee meter onder het laagwaterniveau.
Van de 7,7 miljoen m³ in Nederland te baggeren zand was na
drie maanden al 3 miljoen m³ gebaggerd. Gezien het poli tieke
belang van deze werken werd de oorspronkelijk geplande
uitvoeringstermijn van twee jaar gereduceerd tot één jaar.
Nog op de valreep werd begin december de Nederlandse
werkportefeuille uitgebreid met de strandsuppletie Zoutelande
(ca. 850.000 m 3 ) die ons werd opgedragen, dit bovenop
de in juli opgedragen suppleties in Egmond-aan-Zee (ca.
900.000 m 3 ). Deze werken zullen in 2011 uitgevoerd worden.
Cuxhaven, gelegen aan de monding van de Elbe in Noord-
Duitsland heeft een aantal jaar geleden resoluut voor hernieuwbare
energie gekozen. Deze haven is door haar grote
natuurlijke waterdiepte en de goede weg- en spoorverbindingen
ideaal gelegen als uitvalsbasis voor de bouw van windmolenparken
in de Noordzee. Jan De Nul Group heeft er in
de winter van 2009-2010 een terrein van 90 hectare opgespoten.
Het contract omvatte het afgraven, afvoeren en opslaan
van 150.000 m³ klei uit een oude dijk en het opspuiten
van 2,5 miljoen m³ zand. Op deze terreinen bouwt men
activiteitenverslag 2010 | 33
binnenkort montagehallen waar de allergrootste types ’offshore’
windmolens geassembleerd zullen worden. Voor de
uitvoering van dit project werd oorspronkelijk de middelgrote
hopperzuiger ‘Alexander von Humboldt’ voorzien.
Achteraf werd beslist om alsnog ’s werelds grootste sleephopperzuiger
‘Cristóbal Colón’ in te zetten. De succesvolle
realisatie van dit werk toont aan dat schaalvergroting niet
noodzakelijk een beperking van de inzetbaarheid betekent.
De goede manoeuvreerbaarheid en vrij beperkte diep gang
van deze mastodont, gecombineerd met een enorm laadvermogen
hebben ervoor gezorgd dat de werken sneller dan
gepland konden worden opgeleverd. De aanvankelijke scepsis
van de lokale scheepvaartautoriteiten over de inzet van
de ‘Cristóbal Colón’ op een van de drukst bevaren scheepvaartroutes
ter wereld bleek ongegrond.
In Spanje werden twee lopende projecten beëindigd: in
Valencia het project voor de verdieping van de havengeul
en in Bilbao het opspuiten van terreinen achter de nieuwe
kaaimuur AZ1.
In Tarragona werd gestart met het project Muelle de la
Química. In een eerste fase werd de nieuwe cutterzuiger
‘Zheng He’ gemobiliseerd voor het baggeren van een sleuf
voor de nieuwe kaaimuur en het opspuiten van een eerste
terrein in de Muelle de Andalucia. Eind 2011 volgt een
tweede fase voor het opspuiten van de terreinen achter de
Muelle de la Química.
In Cyprus werd op 7 juli 2010 een overeenkomst ondertekend
met J&P-Athena- Cybarco Marina Lemesou Joint
Venture voor het uitvoeren van grondverbeteringswerken
onder de te bouwen golf brekers en kaaimuren van een
luxueuze nieuwe jachthaven te Limassol. Voor dit precisiewerk
mobiliseerde Jan De Nul Group de zeer wendbare en
ondiepliggende sleephopperzuiger ‘Pinta’.

activiteitenverslag 2010 | 34
3.1.3 Latijns-Amerika
50
54
55
53
56 57
51 52
58 59 60
47
48
61 63
62
49
46
31
35
36
32
33
34
39
37 38
41 42
45
40
44
43

De voornaamste baggeractiviteit in Panama gedurende 2010
was het contract voor de verbreding en verdieping van de
Atlantische toegang van het Panamakanaal. Door de inzet
van verschillende types schepen (vijf schepen op het piekmoment)
was het mogelijk om eind 2010 al tweederde van
het project te realiseren. Dit contract heeft ook een aantal
spin-offs mogelijk gemaakt, zoals het verwijderen van slappe
grond aan de Paci fic zijde van het nieuwe sluizenproject, een
onderaan neming voor het uitbaggeren van de footprint van
de cofferdam voor het PAC4 project, het verdiepen van de
toegang en zwaaikom van de installaties van Panama Ports
Company aan de Atlantische zijde en uiteindelijk de toekenning
van het droog uitgraven en baggeren van het noordelijke
toegangskanaal tot de Stille Oceaan. Dit laatste werk
houdt het springen en uitgraven van 4 miljoen m³ rots in
waarvan een gedeelte onder water.
In Honduras werden in het voorjaar van 2010 de opspuitingswerken
voor de eerste fase van de nieuwe containerterminal
in Puerto Cortes beëindigd met de cutterzuiger ‘Dirk
Martens’.
activiteitenverslag 2010 | 35
In Mexico heeft Jan De Nul Group zijn marktaandeel in een
krimpende markt vrij goed kunnen behouden. In Manzanillo
is de uitbreiding van de commerciële haven voltooid. Ook de
heraanleg van de stranden van Cancún en Playa del Carmen
in Quintana Roo werd met succes beëindigd. Er werd ook
gestart met een onderhoudswerk in de haven van Veracruz
die, na de doortocht van de orkaan Karl, aanzienlijk dichtgeslibd
was. Op de val reep werd tevens nog een contract in
de haven van Lazaro Cardenas binnengehaald waar de concurrentie
al een tijdje vaste voet aan de grond had. In 2011
komen er mogelijk nog uitbreidingen in dezelfde haven.
In het voorjaar van 2010 werd in Colombia het contract voor
het baggeren van een toegangskanaal en een zwaaikom
voor een nieuwe containerterminal in Buenaventura beëindigd.
De ingezette schepen zijn vervolgens in Panama en
Zuid-Amerika aan de slag gegaan. Eind 2010 werd nog een
klein contract uitgevoerd in Cartagena waar de cutterzuiger
‘Marco Polo’ het toegangskanaal heeft verbreed.

activiteitenverslag 2010 | 36
In 2007 werd door de Braziliaanse overheid een nationaal
baggerprogramma aangekondigd voor de Braziliaanse
havens. Dit investeringsprogramma moet de concurrentiepositie
van de havens versterken. In 2010 werden twee
bestaande projecten van het nationale baggerprogramma
(PAC1) voor de havens van Brazilië verder uitgevoerd. Van
het eerste project voor de verbreding en de verdieping van
het toegangskanaal van Río Grande do Sul zijn de verdiepingswerken
voltooid. Nu volgt nog het onderhoudsbaggeren in
2011 en 2012. Het tweede project in Aratu en Salvador werd
met succes voltooid en opgeleverd. Aansluitend werd in
Aratu nog een project uitgevoerd voor het verdiepen en verbreden
van het toegangskanaal en de zwaaikom van
Cotegipe. Het bagger werk voor de Embraport terminal in
Santos is verder vertraagd en wordt pas in 2011 gestart. In
2010 werden in totaal vier nieuwe grote projecten aangenomen
waarvan de uitvoering start in 2011. Een eerste project
onder het PAC1 programma omvat het verdiepen van de
haven van Itajaí. Een tweede project betreft de baggerwerken
voor een nieuwe basis voor de Braziliaanse marine in
de haven van Itaguaí. Een derde project voor LLX, vlakbij de
marinebasis in Itaguaí, waar een nieuwe ijzerertshaven wordt
gebouwd. En ten slotte, eveneens voor LLX, het opspuiten
van de nieuwe haventerreinen van Porto do Açu waar een
nieuw logistiek en industrieel centrum, inclusief haven, wordt
gebouwd. Deze werken vereisen de inzet van een aantal
middelgrote en grote hopperzuigers en verzekeren nu al
een sterke bezetting van de vloot in 2011 en 2012.
In Argentinië is Jan De Nul Group's concessiemaatschappij
Hidrovía SA gestart met de werkzaamheden voor de uitbreiding
van de concessie van de Río Paraná en Río de la Plata
naar het noorden, tot een totale lengte van 1.400 km. De
concessie is uniek omdat een privé-firma instaat voor het
onderhoud van de navigatiediepte en tol heft op de schepen
die gebruik maken van de vaargeul. Momenteel worden de
plannen voor de verdieping tot 36 voet afgerond. De onderhoudscontracten
in Bahía Blanca en Quequén zijn beëindigd.
Het onderhoudscontract van Río de la Plata loopt af in het
voorjaar van 2011. In de haven van Buenos Aires werd de
tweede fase van het contract voor de verbreding en verdieping
van het havenbassin beëindigd. In de loop van 2010
werd het contract toegekend door YPF voor het baggeren
van een aanlegsteiger en zwaaikom voor LNG tankers. Gezien
de enorme tijdsdruk werd de splinternieuwe cutterzuiger
‘Ibn Battuta’ gemobiliseerd. Ook de hopper zuiger ‘Niña’
werd ingezet. Ondertussen werd het baggerwerk beëindigd
en zal in 2011 nog de oeverbescherming worden aangelegd.
In Peru zijn in de loop van 2010 de goede vooruitzichten
voor verdere werkzaamheden in Callao ook gerealiseerd. In
de loop van het jaar werd het contract ‘Obras Comunes’
toegewezen. Onder dit contract moeten de toegangsgeul
en de zwaaikom worden verbreed en verdiept tot 16 m.

activiteitenverslag 2010 | 37

activiteitenverslag 2010 | 38
3.1.4 Afrika
24 23
25
22
21
19
20
.
26

In Kameroen heeft de ‘Amerigo Vespucci’ verder het toegangskanaal
van Douala verdiept en onderhouden. Deze
werken zijn gestart in 2009 en op een treurige manier in de
aandacht gekomen door de ontvoering van twee bemanningsleden
van de ‘Amerigo Vespucci’. Mede dankzij de goede
samenwerking met de lokale autoriteiten heeft de gijzeling
een goede afloop gekend.
In de haven van Ambriz (Angola) staat een oude staalwerkplaats
van Petromar. In 1982, op het hoogtepunt van de
burger oorlog, werd deze site volledig verlaten. Petromar
begon in 2009 aan de renovatie van de haven en haar werkplaatsen.
Het opnieuw openen van het volledig verzande
toegangkanaal is het eindpunt van deze renovatie. Het
bagge ren van dit toegangskanaal was een bijzondere uitdaging,
omdat het buitenste deel van dit kanaal onderhevig
is aan de lange deining van de Atlantische Oceaan. Enkel
Jan De Nul Group was met zijn grote zware zeegaande
cutters en de grote splijtbakken van de klasse ’l’Aigle’ in
staat om dit werk uit te voeren.
activiteitenverslag 2010 | 39
Er werden eveneens enkele kleinere contracten uitgevoerd
in Sierra Leone, in het bijzonder het onderhoud van de haven
en de ferry terminals in Freetown en de verdieping van de
rivier vanaf Freetown tot Marampa voor een ijzererts mijnbouwfirma.
In Liberia werd voor Arcelor Mittal Liberia de haven van
Buchanan terug naar zijn oorspronkelijke diepte gebracht.
Verder heeft de cutterzuiger ‘Vesalius’ in Mar Chica, Marokko
de toegang naar de lagune uitgevoerd en afgewerkt.
In oktober 2010 werd het contract getekend tussen Seychelles
Petroleum Company, Seychelles Ports Authority en Jan De Nul
Group voor het uitdiepen van de toegangsgeul en zwaaicirkel
naar de haventerminal op Eve Island in Praslin, Seychellen.
Het project voorziet in het uitbaggeren van koraalzand
en het gecontroleerd bergen ervan aan land. Hiermee
bevestigt Jan De Nul Group zijn sterke positie in de regio.

activiteitenverslag 2010 | 40
3.1.5 Australië
65
66
70
71
69
68
64
67
72

Het Koniambo Nickel Project werd in april binnen budget en
binnen de gestelde contractuele termijn opgeleverd. Amper
één maand later meerde het eerste vrachtschip aan in deze
nieuwe haven om de eerste module van de nikkelraffinaderij
af te leveren. De grootste verwezenlijking van Jan De Nul
Group is dat het ontgraven van 7 miljoen m³ specie in een
van ’de mooiste koraalriffen ter wereld' werd uitgevoerd
zonder enige stillig omwille van het overschrijden van de
uiterst strikte milieueisen. Hiervoor kreeg Jan De Nul Group
felicitaties van alle betrokkenen.
In oktober voltooide Jan De Nul Group zijn aandeel in het
Botany Bay Expansion Project. Dit omvatte de aanleg van
een nieuwe containerterminal van 63 hectare. Consortiumpartner
Baulderstone werkt nu verder tot eind maart 2011
om de grond te verdichten tot de contractuele vereisten en
dan zal het hele platform aan de Sydney Ports Corp. worden
overgedragen. Vervolgens zal de terminal worden opgeleverd
en zullen Hutchinson Wampoa van Hong Kong en Patricks van
Australië het platform uitrusten en 20 jaar lang exploiteren.
Ook op deze klus scoorde het milieubeleid van Jan De Nul
Group uitstekend. Tijdens een ministeriële audit werd zelfs
gesteld dat dit “het bewijs is dat grote infrastructuurwerken
activiteitenverslag 2010 | 41
wel degelijk kunnen worden uitgevoerd met een grote zorg
voor het milieu en de omwonenden”.
In december werd het tweede luik van het Rapid Growth
Project van BHP Billiton tot een goed einde gebracht. Het
werk werd zelfs twee weken voor de contractuele eindterm
opgeleverd. Voor beide klussen, de ontwikkeling van Harriet
Point en Nelson Point, werd in totaal zo’n 9,5 miljoen m³ gebaggerd.
Het grootste deel van de specie werd aan land
geperst en dit over afstanden die het uiterste vergden van
de pompen van de cutterzuiger ’Leonardo da Vinci’.
Omdat dit voor Jan De Nul Group de eerste grote opdracht
was voor BHP Billiton, het grootste mijnconcern ter wereld,
kan dit de deur openen voor meer opdrachten, zoals de
bouw van een gloednieuwe multi-purpose haven in Abbot
Point, Queensland, Australië.
Eind 2010 verkreeg Jan De Nul Group nog extra werk van
Fortescue Metals Group (FMG). Deze nieuwe opdracht heeft
betrekking op het ontsluiten van Southwest Creek, een nog
niet ontwikkelde, ondiepe zijtak van het havenbassin van
Port Hedland. FMG gaat daar nog 2 extra terminals ontwikkelen
naast de drie bestaande die Jan De Nul Group voor
hen al baggerde. Deze derde klus benadrukt alweer de nauwe
samenwerking tussen deze twee familiebedrijven.

activiteitenverslag 2010 | 42
3.1.6 Zuidoost-Azië
.
74
75
73
77 78 79
67

In oktober werd na 2 aanbestedingen de uitbreiding van de
haven van Tuticorin in zuidelijk India gegund aan Jan De Nul
Group. Deze klus wordt een hele uitdaging, want het betreft
het ontgraven van 3,4 miljoen m³ harde tot zeer harde grond.
Het werk startte nog net vóór oudejaar en zou medio 2011
klaar moeten zijn. Om dit te realiseren wordt naast de grootste
cutterzuiger ter wereld, de ’J.F.J. De Nul’ ook nog de nagelnieuwe
cutterzuiger ’Zheng He’ gemobiliseerd. Dit zal de
eerste opdracht zijn waarbij deze twee cutters uit de vloot
van Jan De Nul Group zij aan zij zullen werken.
Op 21 augustus 2010 werd door Jan De Nul Group in China
een overeenkomst onder tekend met CCCC Tianjin Dredging
Company Ltd. met het oog op het uitvoeren van een aantal
havenprojecten in China’s noordwestelijk gelegen baai van
Bohai. Jan De Nul Group werd door CCCC Tianjin Dredging
Company Ltd. benaderd voor het inzetten van zijn unieke
grotere schepen. Deze schepen zijn uitermate geschikt gezien
de omvang van de projecten, het behalen van een aantal
deadlines en de economie van mega- versus middelgrote
baggerschepen. Uiteindelijk werd gekozen voor de sleep-
activiteitenverslag 2010 | 43
hopperzuiger ‘Vasco da Gama’. De ‘Vasco da Gama’ werkte
trouwens eerder in 2004-2005 in de haven van Tianjin eveneens
in de Bohai-baai.
Op 22 december 2010 ondertekende Jan De Nul Group een
contract met Formosa Ha Tinh Steel Mill Corporation voor
het opspuiten van een terrein van 2.200 ha en het graven van
de nieuwe haven van Son Duong in de provincie Ha Tinh van
Vietnam. De gebaggerde grond zal dienen voor de aanleg
van terreinen van een gloednieuwe staalfabriek.
De Formosa Plastics Group verkoos Jan De Nul Group
boven alle andere concurrerende baggergroepen voornamelijk
omdat ze beschikt over de grootste en krachtigste
baggerschepen ter wereld. Het project vereist het baggeren
van een kleine 100 miljoen m³ waaronder een aanzienlijke
hoeveelheid rots. Om dit project te realiseren in amper twee
jaar tijd voorziet Jan De Nul Group dan ook de inzet van
’s werelds krachtigste en zelfvarende cutter zuigers, de
‘J.F.J. De Nul’ en de ‘Ibn Battuta’, alsook van de grootste
sleephopper zuiger, de ‘Leiv Eiriksson’.

activiteitenverslag 2010 | 44
3.1.7 Midden-Oosten
.
30
27
29
28

Ten opzichte van voorgaande jaren was Jan De Nul Group in
2010 veel minder actief in het Midden-Oosten. Het grootste
wapenfeit in deze regio was dan ook het binnenhalen van
een groot contract in Irak ter waarde van EUR 50 miljoen. Dit
werk werd gefinancierd door de Japanse overheid en werd
uitgevoerd voor het Ministerie van Transport. Het werk omvatte
het weer op diepte brengen van Irak’s enige diepwater
haven Umm Qasr. Deze haven is een zeer belangrijke levensader
voor de bevoorrading van Irak. De haven was dichtgeslibd
door de continue toevoer vanuit Tigris en Eufraat en
door een gebrek aan onderhoudsbaggeren gedurende de
voorbije jaren. Dit contract was speciaal in verschillende
opzichten, niet in het minst omwille van de precaire veiligheidstoestand
in het land, die zich nog steeds in de naweeën
van de oorlog van 2003 bevindt. Bovendien was het de eerste
keer in de geschiedenis van Jan De Nul Group dat een
project in Irak werd uitgevoerd. Uiteraard werd de hoogste
prioriteit gegeven aan het veilig transporteren en logeren
van de mensen in het land. Tijdens de uitvoering van het
project, die 9 maanden heeft geduurd, hebben zich geen
activiteitenverslag 2010 | 45
noemenswaardige gevaarlijke feiten voorgedaan. Dankzij
de goede inzet van de crew van beide schepen - de ‘Taccola’
werd ingezet in de ondiepe en moeilijk bereikbare stukken
en de ‘Francis Beaufort’ stond in voor het bulkbaggeren van
het project - werd dit project binnen het vooropgestelde
tijdschema succesvol afgewerkt.
De enige andere activiteit in het Midden-Oosten was de
voort zetting van het havenverdiepingsproject in Duqm
(Oman) waar Jan De Nul Group al sinds 2007 aan het werk is.
Het project was eind 2010 voor 90 % afgewerkt, maar uitbreidingen
zijn mogelijk. Heel wat verschillende schepen
passeerden in Oman de revue, zoals de ‘J.F.J. De Nul’, de
‘Leonardo da Vinci’, de ‘Juan Sebastián de Elcano’ en de
‘Francis Beaufort’. Ook de gloednieuwe splijtbakken ‘Astrolabe’
en ‘Santiago’ kregen hun maidentrip op dit polyvalente
werk. Zo voeren er eind 2010 maar liefst 7 baggerschepen
tegelijk rond! Ook de megahopper ‘Leiv Eiriksson’ (46.000 m³)
zal worden ingezet in 2011 om de voortgang van het werk te
bespoe digen.

activiteitenverslag 2010 | 46
3.1.8 Offshore
31
17
11
19
.
30
68
65
71
76

2010 was een belangrijk jaar voor de offshore-afdeling van
Jan De Nul Group met de oplevering van het valpijpschip
‘Simon Stevin’. De ‘Simon Stevin’ voer onmiddellijk richting
Australië om er de ‘free spans’ onder de Pluto pijpleiding op
een diepte van 80 meter te corrigeren. Met de bestelling van
een zusterschip van ‘Simon Stevin’ zet Jan De Nul Group zijn
ambitie op de offshoremarkt kracht bij. Dit nieuwe valpijpschip
zou vanaf 2013 operationeel moeten zijn.
Het Manifa Field Causeway bouwproject, dat in februari 2007
van start ging voor een waarde van meer dan USD 1 miljard,
werd in 2010 voltooid. Het project betreft het ontwerp en de
bouw van een ongeveer 41 km lange opgespoten toegangsweg
en daarmee verbonden zijwegen en het opspuiten en
beschermen met stenen van 25 booreilanden en 2 waterinjectie-eilanden.
Dit omvat ook het ontwerp en de bouw van
bruggen, baggerwerken, aanmeerzones en de verwijdering
van bestaande onderzeese pijpleidingen. Een van de grote
activiteitenverslag 2010 | 47
uitdagingen van het Manifa Project was de enorme omvang
van het werkgebied. De hele werkzone is meer dan 80 kilometer
lang. Tijdens piekperiodes werkten niet minder dan
3.000 personen, supervisors en arbeiders aan dit project.
Dicht bij het werkgebied bouwde Jan De Nul Group daarom
de Manifa Habitat met verblijfs accommodatie voor meer
dan 2.000 personen.
In totaal is ongeveer 12 miljoen ton stenen naar de Manifa
site getransporteerd. Dagelijks werden 600 vrachtwagens en
aanhangwagens gelost aan de materiaalopslagzone en aan
de aanlegsteigers. Daarbij werden verschillende steengroeven
ontgonnen, 5 m onder het zand in de woestijn. De verste
locatie was ongeveer 500 km landinwaarts gelegen. Een
verkeersmanagementplan werd opgesteld in overleg met
Saudi Aramco en de Saudische autoriteiten om de vrachtwagens
veilig naar de site te begeleiden.

activiteitenverslag 2010 | 48
Feiten en Cijfers
60 % van de totale hoeveelheid rotsbescherming
werd in een periode van 10 maanden geïnstalleerd;
Er werd 115 km rotsbeschoeiing aangebracht,
of bijna tweemaal de lengte van de Belgische kust;
De grootte van 1 eiland bedraagt 265 op 340 m,
of 9 voetbalvelden;
Bijna 40 verschillende nationaliteiten werkten samen
om van het project een succes te maken. Ongeveer
2.400 Saudische visa werden aan Jan De Nul Group
werkkrachten uitgedeeld;
Dagelijks werden meer dan 6.000 maaltijden bereid in
de hoofdkeukens; daarbij werd elke dag 2.000 kilogram
vis en vlees gebruikt om maaltijden te verstrekken aan
6 verschillende nationaliteiten.
In opdracht van Saipem werden bagger- en steenstortwerken
aan de nieuwe gasuitvoerhaven bij Arzew (Algerije) uitgevoerd.
De sleephopperzuiger ‘Pinta’ heeft eerst de ongeschikte
grond onder de fundering van een caissongolfbreker
verwijderd en baggerwerken uitgevoerd aan een werkhaven
voor het lossen van stenen.
Vervolgens werd een stenenfundering aangebracht door
het valpijpschip ‘La Boudeuse’. Dit vereiste de heel nauw-
keurige installatie van een afwerklaag om te zorgen voor een
vlak funderingsbed voor de te installeren caissons.
De caissonfunderingen werden met succes geïnstalleerd
binnen de toegelaten verticale tolerantie van 10 cm. Daaropvolgend
werden de caissons gevuld met gebaggerd zand
om stabiel te zijn tegen de winterstormen. Onder tussen
werden stenen geplaatst op de hellingen van de fun de rin gen
om deze te beschermen tegen erosie. Hierdoor is een nieuwe
golfbreker ontstaan om de haven te beschermen.
In 2011 zal de offshore-afdeling van Jan De Nul Group ondermeer
actief zijn in Papoea-Nieuw-Guinea voor het uitbaggeren
van een geul om een pijpleiding aan te leggen in de
Omati rivier. Hiervoor zal Jan De Nul Group de schepen
‘Sebastiano Caboto’ en ‘Galilei’ inzetten. Daarnaast zal in
het Noord Tapti gasveld in India voor 24 km aan sleuven
tussen boorplatformen worden uitgebaggerd, en zal aan de
oostkust van Rusland, in Sakhalin, worden gestart met het
baggeren van een havendok met toegangsgeul. Het succes
van de offshore-afdeling werd onlangs nog in de verf gezet
door de toekenning van het Gorgonproject in Australië. Dit
project, met een waarde van meer dan EUR 100 miljoen, zal
in 2012 van start gaan en omhelst hoofdzakelijk steenstortwerken
voor de ontwikkeling van een de grootste gasvelden
ter wereld.

Testimonial
Diego Naessens
Toen de ‘Simon Stevin’ eindelijk vertrok voor zijn eerste
opdrachten in Australië keek de hele baggerwereld
met argusogen toe: Jan De Nul Group had dan wel de
grootste steenstorter ooit gebouwd, maar zou de volledig
geautomatiseerde valpijp ook werken? Op zijn
maiden trip moest het schip stenen dumpen voor een
kruising van twee pijpleidingen. Dat is in de beste omstandigheden
al precisiewerk, maar op dit project was
de foutenmarge ook nog eens flinterdun. De ‘Simon
Stevin’ had maar nét genoeg stenen mee, en moest
dus uiterst precies storten.
Ingenieur Diego Naessens: "De ‘Simon Stevin’ kan
33.600 ton stenen laden in één keer en kan tot op
2.000 meter diepte werken. Het werkt sneller en productiever
dan alle andere schepen, want de valpijp is
compleet geautomatiseerd en heeft de grootste diameter
van de wereld. Bovendien heeft het de grootste
ROV (remote operation vehicle) ter wereld en kan het
ook in slecht weer werken, dankzij een soort bewegende
tafel die de pijpen altijd recht houdt ten opzichte
van de zee. Maar toen de ‘Simon Stevin’ vertrok
naar Australië had het nog geen enkele steen gestort.
Wij waren dus doodsbenauwd, want als er zich een
panne of technische fout voordeed, had heel de
wereld dat gezien.
activiteitenverslag 2010 | 49
Het begon al met de logistiek. Wij hadden zomaar
even 33.600 ton stenen nodig voor twee projecten,
dat zijn minstens 800 volgeladen trucks. Omdat volladen
in Singapore niet was gelukt, besloten we om
het schip te laten omvaren naar Dubai. Daar kregen
we een ware zondvloed op ons dak - terwijl het daar
maar 2 of 3 dagen per jaar regent. De hele steengroeve
was overstroomd, het stormde zo hard dat we
niet meer met de boot van de steengroeve konden
terugkeren naar land. Dat was spannend, want we
wisten dat de stenen snel klaar moesten liggen.
Gelukkig hebben we het gehaald: we hebben het
schip in de geplande vier dagen kunnen inladen.
Onderweg naar Australië zat iedereen natuurlijk op
hete kolen om te starten met het werk. Voor de twee
projecten, allebei op een serieuze diepte, hadden we
maar net genoeg stenen. En aangezien je zo ver van
de kust niet zomaar kan bijladen, moesten we zeer
precies werken. Eén keer hebben we een blokkade
gehad van de transportband die de stenen moest vervoeren
en lag er opeens een paar m 3 stenen in het
schip. Dan spat de stress hoog op.
Voor de crossing waren strikte toleranties: alle stenen
die we boven de uitgestippelde lijn dumpten, zouden
we zelf weer moeten weghalen. Uiteindelijk is het ons
gelukt om precies te werken. De stenen waren gemiddeld
15 cm dik, en toch hebben we een gemiddelde
nauwkeurigheid van 5 cm gehaald. Er zijn er niet veel
die ons dat kunnen nadoen.
Achteraf hebben we voor onze klanten met onze ROV
een video gemaakt van het werk onder water. Voor mij
was het super om mijn werk eens met eigen ogen te
zien. De meeste klanten zijn karig met complimenten,
maar deze klant heeft een brief gestuurd om ons te
feliciteren met het succesproject. Dat is voor mij het
grootste bewijs: de ‘Simon Stevin’ is nummer één, en
is het waard om nummer één te zijn.”

activiteitenverslag 2010 | 50
3.2 Civiel
De civiele tak van Jan De Nul Group is permanent op een
40-tal werven actief. Het type werken dat hierbij wordt uitgevoerd
is heel divers. In 2010 werkte de Civiele Divisie
ondermeer aan de volgende projecten:
waterzuiveringsstations (in Roux, Waver en Mornimont);
ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen (o.a. in Zele,
Hoeilaart en Berlare);
bruggen (o.a. in Aalst, Libramont en Lummen);
rioleringen (o.a. Virton, Ittre en Seraing);
tunnelbouw in Brussel;
kaaimuren (in Kortrijk, Gent en Antwerpen).
Sinds juni 2008 werkt Jan De Nul Group aan een van de
meest complexe werven in België: het vergroten en moderniseren
van het ondergrondse metrostation Schuman en het
graven van een 1,25 km lange metrotunnel die de recht -
streekse verbinding zal vormen tussen de Europese wijk in
Brussel en de nationale luchthaven. Dankzij het gebruik van
bijzondere uitvoeringstechnieken zoals het ondervangen en
opvijzelen van bestaande funderingen en het uitvoeren van
zettingscompenserende grondinjecties, kunnen deze werken
volledig ondergronds worden uitgevoerd onder de Europese
wijk zonder hinder aan de oppervlakte. Eind 2010 was ongeveer
de helft van het contract met een totale waarde van
EUR 210 mil joen uitgevoerd. Verwacht wordt dat de tunnel
midden 2012 afgewerkt zal zijn en dat het nieuwe Schuman
station eind 2014 in dienst zal kunnen worden genomen.
Tegelijkertijd startte Jan De Nul Group in juni 2010 met een
tweede tunnelproject in Brussel: de Leopold III tunnel met
een lengte van meer dan 500 meter. Het contract heeft een
waarde van bijna EUR 20 miljoen.
In 2011 zal voor Jan De Nul Group ondermeer het project
‘Résidence Palace’ van start gaan. Het betreft de bouw van
de nieuwe zetel van de Europese Raad en van de Raad van
de Europese Unie. Het geplande gebouw zal een oppervlakte
hebben van ongeveer 71.000 m², waarvan 17.000 m²

activiteitenverslag 2010 | 51

activiteitenverslag 2010 | 52
ondergronds. De opdracht heeft een waarde van EUR
180 mil joen, waarvan ongeveer een derde door Jan De Nul
Group zal worden uitgevoerd. Daarnaast zal in 2011 ook de
belangrijke werf ‘Kempense noord-zuidverbinding’ tussen
Geel, Kasterlee en Turnhout van start gaan. Dit project heeft
een contractwaarde van ruim EUR 120 miljoen waarvan de
helft voor rekening van Jan De Nul Group.
In de landen buiten België focust de Civiele Divisie op projecten
die complementair zijn met de bagger- en milieuactiviteiten
binnen Jan De Nul Group. Zo sleepte Jan De Nul
in consortium een prestigieus contract in de wacht in
Panama voor de bouw van twee nieuwe sluizencomplexen
op het Panamakanaal. Dankzij de nieuwe sluizen zullen er
containerschepen van 12.000 TEU doorheen het Panamakanaal
kunnen varen. De werken startten in 2010 en moeten
voltooid zijn in 2014, exact 100 jaar na de historische opening
van het Panamakanaal. Momenteel wordt er dagelijks zo'n
80.000 m³ grond uitgegraven. In 2011 zullen ver volgens de
beton werken van start gaan. Hiervoor werden 2 betoncentrales
ontworpen en gebouwd met een productiecapaciteit
van elk 600 m³ beton per uur. Het contract heeft
een waarde van maar liefst USD 3,2 miljard en werd toegewezen
aan een consortium waartoe naast Jan De Nul ook
Sacyr Vallehermoso (Spanje), Impregilo (Italië) en Cusa
(Panama) behoren.

Testimonial
François-David Jonard
Een tunnel maken van 1,5 km lang onder centrum
Brussel én het Station Brussel Schuman vernieuwen
was de opdracht. Het project kadert in het Gewestelijk
Expres Net (het GEN) dat snelle treinverbindingen
voorziet tussen Brussel en de ruime periferie en van
cruciaal belang zal zijn voor de mobiliteit in en rond
Brussel.
Schuman, legt François-David Jonard uit, is momenteel
een van de grootste werven in België: "Het is een
gigantisch project. Op de werf werken elke dag zo’n
250 mensen. Elke maand gaat er een factuur van
EUR 6 of 7 miljoen naar de klant. Qua omzet is dat
enorm voor België. De organisatie vraagt dan ook
veel tijd en energie."
Het project is bovendien een technisch hoogstandje.
"We moesten absoluut vermijden dat de gebouwen
op het Schumanplein zouden verzakken. Daar hingen
grote schadeclaims aan vast. Dus bedachten we een
systeem met vijzels, waardoor de gebouwen bij eventuele
grondverzakking toch op hun plaats zouden blijven
staan. Dat systeem wordt constant gemeten en
gecontroleerd.
Bij een gewone werf bestudeer je verschillende opties
activiteitenverslag 2010 | 53
om een beter rendement te halen, maar de techniek
die je moet gebruiken is meestal gekend. Hier vragen
we ons om de 50 meter af: Hoe pakken we dit aan?
Dat de werken doorgaan in het centrum van Brussel,
maakt het er niet eenvoudiger op. Om niet te veel
l awaai te maken voor de bewoners, gebruiken we aangepaste
machines. Om een tunnel te graven heb je
ook veel plaats nodig, vooral voor de ingang. Maar
hier kon dat niet, want Brussel is volgebouwd. Dit werd
opgelost door de contouren van de tunnel eerst uit te
graven met de hand! Soms voelt het als werken in een
mijn, maar voor graafmachines is eenvoudigweg geen
plaats. Die tunnelcontouren worden nu verstevigd en
pas dan kunnen we de volledige tunnel uitgraven. Die
techniek werd 10 jaar geleden toegepast op Brussels
Airport, bij de graafwerken onder de tarmac. Die ervaring
kwam nu goed van pas.
Om vlak onder de bodem te kunnen werken, worden
zettingscompenserende grondinjecties uitgevoerd,
een netwerk van ondergrondse pijpen waarin we
beton specie kunnen spuiten als de grond dreigt te
verzakken. Daarmee wordt de grond eigenlijk opgetild.
De techniek is tot nu toe alleen maar toegepast
bij de aanleg van het station in Antwerpen.
Als iemand mij aan het einde van mijn studies had verteld
dat ik binnen de 10 jaar zo'n groot project zou
leiden, had ik het nooit geloofd. Dat gevoel heb ik al
meer gehad bij een nieuw project: 'Dit is misschien
nét iets te groot voor mij'. Maar dan ga je er toch mee
door en dat maakt het werk ook zo boeiend. Ik voel
mij ook goed ondersteund. Tot op het hoogste manage
mentniveau weet men waar ik mee bezig ben.
Knopen worden snel doorgehakt en dat motiveert,
want je verliest geen tijd aan nutteloze zaken. Ik heb
ook een grote verantwoordelijkheid, wat stimulerend
werkt. Maar het mooiste vind ik nog steeds het
uiteinde lijke resultaat van een project."

activiteitenverslag 2010 | 54
3.3 Milieuwerken
Havengebonden milieuprojecten
Met het AMORAS project in de Antwerpse haven staat
Envisan mee aan de top van de nieuwste ontwikkelingen in
sedimentbehandeling. Een consortium, waarin Envisan een
leidende rol speelt, staat in het voor het ontwerp, de bouw en
de exploitatie van een van de grootste sedimentverwerkings
installaties in de wereld. Het AMORAS project voorziet
in voldoende verwerkings- en opslagcapaciteit voor de
2.500.000 m 3 aan sedimenten (ca. 500.000 ton droge stof) die
jaarlijks worden uitgebaggerd om de diepgang voor de
scheepvaart in de Antwerpse haven te garanderen. Op 30
september 2010 werd de eerste fase van het project, namelijk
de effectieve bouwfase van de verwerkingsinstallatie, afgesloten.
Alle hoofdonderdelen doorlopen momenteel een
eerste, droge testfase. In een tweede testfase zullen alle
com ponenten met water worden getest. De laatste test -
campagne gebeurt met de materie waarmee de verschillende
componenten in de exploitatiefase in contact komen.
De verwerkingsinstallatie zal midden 2011 operationeel zijn.
Een mobiele verwerkingsinstallatie voor baggersedimenten
Transport over waterwegen is altijd van groot economisch
belang geweest. Het periodiek uitvoeren van baggerwerkzaamheden
is daarbij vaak noodzakelijk om de vaardiepte op
peil te houden. Door veranderingen in de milieuwet geving
wordt het overeenkomstig onderhoud van havens en binnenwateren
echter almaar complexer. Gecontamineerde sedimenten
moeten dikwijls worden behandeld vooraleer ze
naar hun eindbestemming kunnen worden gebracht, wat de
kosten sterk doet toenemen. Verwerkingsinstallaties voor
baggersedimenten zijn nog altijd schaars en bovendien
liggen deze vaak ver van de baggerlocatie. Daarom bouwde
Envisan een mobiele verwerkingsinstallatie.
De mobiele installatie werd medio 2010 ontwikkeld en geïnstalleerd
op twee speciaal daarvoor bestemde duwbakken.
De verwerkingsinstallatie is eenvoudig bereikbaar doordat ze
inzetbaar is op de waterwegen. Schepen met baggerspecie
positioneren zich naast de installatie en kunnen rechtstreeks
in de installatie worden gelost. Na de behandeling worden

activiteitenverslag 2010 | 55

activiteitenverslag 2010 | 56
de ontwaterde sedimenten met behulp van een transportband
rechtstreeks in een schip gestort, dat op zijn beurt de
koeken vervoert naar hun uiteindelijke bestemming. Medio
2010 werd de installatie al een eerste keer met succes ingezet
in Wallonië. Het volledige project omvat een contract
voor 1 jaar, driemaal verlengbaar met 1 jaar waarbij een
totale hoeveelheid van 320.000 m³ moet worden behandeld.
Verwerking speciale afvalstoffen
Envisan investeert niet alleen in West-Europa. Ook in Oost-
Europa wordt ingezet op nieuwe ontwikkelingen. Envisan
startte in maart 2008 met de uitvoering van een belangrijk
meerjarencontract in opdracht van Petrom voor de sanering
van zo’n 200.000 m 3 aan oliehoudende afvalproducten op-
geslagen in een aantal lagunes rond de raffinaderij in Pitesti
(Roemenië). De toetreding van Roemenië tot de Europese
Unie heeft de noodzaak gecreëerd om afvalstoffen conform
de Europese wetgeving te verwerken. De vervuiling betreft
hoofdzakelijk oliehoudend slib maar er zijn ook aanzienlijke
hoeveelheden verontreinigde grond en verontreinigd water
te verwerken. Het is het grootste milieuproject in Roemenië
en een van de grotere milieuprojecten in Europa. De verwerkingsinstallatie
van Envisan die uniek is in zijn soort en een
hele reeks van state-of-the-art technieken integreert, beantwoordt
aan de meest stringente standaarden voor veiligheid,
kwaliteit en milieu. De installatie werd in de tweede
helft van 2010 in gebruik genomen.

Testimonial
Peter Joos
Toen Envisan in 2007 in Arpechim (Roemenië) startte
met de bouw van een oliebehandelingsinstallatie,
hield ingenieur Peter Joos zijn hart vast. “Problemen
dienden zich vrijwel onmiddellijk aan: wereldwijd was
geen aannemer te vinden met ervaring in dit soort
afval verwerking. Ook de samenwerking met lokale
onder aannemers liep stroef. Daarnaast waren er problemen
met de bouwgrond en ook de werk om stan digheden
waren zwaar.”
De grote uitdaging van het project was echter het
concept van de installatie: wat begon met een verbrandingsoven,
eindigde als een complete afvalverwer
kingsfabriek. En omdat de onderaannemers
één voor één afhaakten, kwam het hele project bij
Envisan terecht.
Peter Joos: "Het olieslib in Arpechim was afkomstig
van een raffinaderij, die het jarenlang in een naburig
natuurgebied had gedumpt. Het was schrijnend om te
zien: lagunes vol vieze brij, een verschrikkelijke stank
en wat verderop schapen die langs de oevers graasden.
Ons voorstel was om de sedimenten te verbranden -
ruim 200.000 m 3 op drie jaar tijd. Het olieslib leende
activiteitenverslag 2010 | 57
zich echter niet tot verbranding: er zat te veel water en
restafval in, zoals olievaten en plastic zakken. Voor het
olieslib de oven in kon, moest het gescheiden worden
van het afval en het water. Wat we nodig hadden was
een thermische installatie, een voorbereidingsinstallatie,
een ontwateringsinstallatie met centrifuges, een
waterzuiveringsinstallatie... Met sommige van die
installaties hadden wij geen ervaring.
Bijkomend bleek dat de onderaannemers onvoldoende
ervaring hadden: de proeven die zij met de centrifuges
hadden uitgevoerd kenden weinig succes. Dus kochten
we zelf een labocentrifuge, voegden addi tieven toe
en onderzochten hoe we sedimenten van water en afval
moesten scheiden.
Uiteindelijk zijn we met enkele collega’s naar Roemenië
vertrokken om met een geïmproviseerde installatie
labo testen te doen. Met deze kennis op zak waren we
gewapend om de installatie aan te kopen en te bouwen.
Dát is een belangrijke les geweest: als het gaat
over een product waar nog niemand mee gewerkt
heeft, doe je beter zelf het nodige veldwerk.
Op een avond was er telefoon van de werf: 'Het regent
hier verschrikkelijk, de boel staat op het punt te overstromen!'
Het gevaar was dat cruciale onderdelen,
zoals de hoogspanningscabine, zouden onderlopen.
We hebben tot 3 u 's nachts gepompt tot het water
onder controle was. Een ongeluk komt nooit alleen: in
alle bedrijvigheid maakte iemand een manipulatiefout
en zette een verkeerde klep open. Gevolg: een groot
olielek. Daar stonden we dan, tot de knieën in het
water met een laag vuile olie bovenop. In die smurrie
gingen we op zoek naar de slangen om de pompen
op aan te sluiten. Achteraf kan je daar mee lachen,
want het had allemaal veel erger kunnen zijn. Het is bij
Jan De Nul Group zoals in een voetbalteam: L'union
fait la force. Als het serieus is, kan je op elkaar rekenen."

activiteitenverslag 2010 | 58
4.
Investeringen
2010 was een belangrijk investeringsjaar voor Jan De Nul Group. Het investerings-
programma 2007-2012 van de vloot bereikt zijn hoogtepunt. 9 grote schepen
werden in 2010 opgeleverd, waar onder het grootste valpijpschip ter wereld
‘Simon Stevin’, de mega hopper ‘Leiv Eiriksson’ en twee grote zelfvarende cutter-
zuigers ‘Ibn Battuta’ en ‘Zheng He’. Het origineel investeringsprogramma werd
verder uitgebreid met de bestelling van ondermeer een tweede valpijpschip en
twee hoppers.
Naast de vloot, wordt er ook continu geïnvesteerd in droog materieel, waar door
Jan De Nul Group kan uitpakken met een indrukwekkend materieelpark.
Ten slotte stond 2010 ook in het teken van de afwerking van het nieuwe kantoor-
gebouw in Luxemburg.

activiteitenverslag 2010 | 60
4.1 Vloot
Recordaantal leveringen
2010 was een uitzonderlijk jaar: in totaal zijn 9 grote schepen
geleverd aan Jan De Nul Group. Daarnaast werden nog een
aantal kleinere werkboten en pontons aan de vloot toegevoegd.
Begin 2010 heeft de scheepswerf La Naval in Bilbao (Spanje)
het valpijpschip ‘Simon Stevin’ overgedragen; dit is met
grote voorsprong het grootste en meest gesofistikeerde valpijpschip
op de markt. Ondertussen zijn steenstortwerken
uitgevoerd in Australië en in Noorwegen.
Midden 2010 heeft dezelfde scheepswerf de ‘Leiv Eiriksson’
geleverd. Deze 46.000 m 3 megahopper is het zusterschip
van de ‘Cristóbal Colón’.
Scheepswerf Uljanik Brodogradiliste in Pula (Kroatië) heeft
twee zelfvarende cutterzuigers opgeleverd: de ‘Ibn Battuta’
en de ‘Zheng He’. Deze zware en krachtige cutterzuigers zijn
onmiddellijk aan het werk gegaan in Argentinië en Spanje.
Met deze twee schepen heeft Jan De Nul Group nu veruit
de grootste vloot van grote en krachtige cutterzuigers. Deze
positie zal nog worden versterkt zodra de twee zusterschepen,
‘Fernão de Magalhães’ en ‘Niccolò Machiavelli’ in
2011 worden geleverd.
In China werden niet minder dan 5 schepen geleverd: de
3.700 m 3 splijtbak ‘Astrolabe’, de 1.800 m 3 splijtbakken
‘Santiago’, ‘Trinidad’ en ‘Victoria’, en de 3.700 m 3 splijthopper
zuiger ‘De Lapérouse’. Daarenboven zijn nog eens
5 werk boten (DN203 tot DN207) gebouwd door de Xinhe
werf in Tianjin.

activiteitenverslag 2010 | 61

activiteitenverslag 2010 | 62
Lopende en nieuwe opdrachten
Op diverse werven in de wereld wordt verder gebouwd aan
de lopende en nieuwe opdrachten.
STX Shipbuilding & Offshore in Pusan (Korea) bouwt de
6.000 ton zijsteenstorter ‘Willem de Vlamingh’ en de 7.500 m 3
hopperzuigers ‘Al-Idrisi’ en ‘Vitus Bering’. Ondertussen is de
‘Willem de Vlamingh’ reeds tewatergelaten en is de kiel van
de ‘Al-Idrisi’ gelegd. Levering van deze schepen zal plaatsvinden
in 2011.
In Spanje zal de 30.500 m 3 hopper ‘Charles Darwin’ begin
2011 worden opgeleverd. Dit schip vult de vloot megahoppers
van de groep aan.
Uljanik Brodogradiliste werkt nog aan twee zelfvarende
cutter zuigers. Bovendien heeft Jan De Nul Group in 2010
opdracht gegeven voor de bouw van twee grote hopperzuigers,
met een inhoud van 14.000 m 3 . De cutterzuigers
worden in 2011, en de hopperzuigers in 2012 geleverd.
Xinhe Tianjin is nog bezig met de bouw en de afwerking van
zeven schepen: de 3.400 m 3 hopperzuigers ‘Alvar Nuñez
Cabeça de Vaca’ en ‘Sebastiano Caboto’, en vijf 3.700 m 3
splijtbakken, ‘Boussole’, ‘Arent’, ‘Leeuw’, ‘Marquis de Prié’
en ‘Tiger’. Leve ringen worden verwacht in 2011 en 2012.
In 2011 worden nog eens tien schepen geleverd, wat zelfs
meer is dan in 2010.
Hoppercapaciteit
400.000
350.000
300.000
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
0
200.000
180.000
160.000
140.000
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
Beuninhoud (m 3 )
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Cuttercapaciteit
Totaal geïnstalleerd vermogen (kW)
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013

Testimonial
Ruben De Lille
Als Jan De Nul Group een nieuw schip ontwerpt, horen
daar werkmethodes bij. De afdeling Automa tisering
zet die methodes om in de praktijk en tekent de juiste
bestu ringssystemen en sensoren bij op de plannen.
Dat is niet altijd even simpel. Toen de Nieuw bouwdivisie
voor het cutter schip ‘Kaerius’ 4 jaar geleden
een sensor wou die 10 cm onder water kon meten,
bleek deze niet te bestaan.
Ingenieur Ruben De Lille: "Die sensor moest dienen
om de zware spudpaal op de ‘Kaerius’ onder water te
detecteren tijdens het hijsen. Dat is heel belangrijk
voor de veiligheid van de bemanning, want als de
spud te hoog of te laag door de koker wordt geleid,
kan hij er gewoon uitvallen en zo'n ding weegt 60 ton.
Dus moesten we op zoek naar een sensor die op 10
cen timeter afstand onder water metaal kon detecteren.
Na contact met enkele leveranciers, bleek dat
zo'n sensor niet bestond.
Het gebeurt wel eens dat ik ’s nachts droom over een
probleem op het werk en dat gebeurde toen ook . Zo
kwam ik op het idee om de sensor zelf waterdicht te
maken door er een plastic doos rond te bouwen en
alles op te gieten met hars. Toen het ontwerp werd
getest bleek de sensor te schakelen op 7 cm. Dat het
activiteitenverslag 2010 | 63
geen 10 cm zou zijn, hadden we verwacht, want dat
lukt alleen in een perfecte vacuümomgeving. Samen
met afdeling Nieuwbouw hebben we hier en daar iets
aangepast op de plannen van de ‘Kaerius’ en zo het
probleem opgelost.
Van die sensor hebben we er nu al 8 in gebruik. We
stoppen er meteen 2 in de waterdichte doos, zodat
we steeds een back-up hebben. En tot nu toe werken
die prima. Natuurlijk zijn we er trots op dat het een
eigen ontwerp is.
Problemen worden hier steeds in team besproken. Zo
werd ik ooit opgebeld door de hoofdmachinist van de
‘James Cook’: de diesel haalde zijn vermogen niet
meer. In zo’n situatie bel je normaal gezien een externe
service engineer, maar er was de volgende weken
niemand beschikbaar. Bij Jan De Nul Group is het
motto dan: we lossen dat zélf wel op.
Met een team van vier man zijn we rond de tafel gaan
zitten. Wij trokken de kast van de regel-elektronica
open en daar zaten zeker 100 potentiometers in om
de motor te finetunen. Een systeem uit 1991. Niemand
van ons had een idee aan welk van die knopjes we
moesten draaien. Door samen te redeneren en te elimineren
werd uiteindelijk beslist welke meter het
moest zijn.
Toen het moment was aangebroken, hebben we
elkaar eens recht in de ogen gekeken. Dat zijn spannende
situaties, ook voor de hoofdmachinist. Hij was
relatief nieuw, maar hij was wél verantwoordelijk voor
de appa ratuur aan boord. Toen de elektricien met zijn
schroevendraaier aan de potentiometer draaide, ging
het mis: we verloren vermogen! Bleek dat we naar de
verkeerde kant hadden gedraaid. Dat hebben we gelukkig
direct kunnen herstellen.
Jan De Nul Group is een firma voor teamwerkers. Als
je bereid bent om te luisteren naar het team, dan leer
je hier elke dag bij."

activiteitenverslag 2010 | 64
4.2 Droog materieel
Om zijn doelstellingen te kunnen waarmaken investeert Jan
De Nul Group niet enkel in zijn vloot, maar ook in gespecialiseerd
materieel voor de afdelingen civiele bouw en milieuwerken
De ‘droge’ vloot bestaat vandaag ondermeer uit:
100 dumpers – geknikt en star – met nuttig
laad vermogen 40 tot 100 ton;
100 hydraulische graafmachines,
eigen gewicht 20 tot 250 ton;
20 torenkranen;
50 bulldozers en wielladers;
30 heavy-duty rupskabelkranen (van 50 tot 200 ton);
40 hydraulische telescoopkranen.
Sinds 2010 is Jan De Nul Group bovendien partner in het
consortium dat de nieuwe sluizen op het Panamakanaal
bouwt. Jan De Nul Group staat onder andere in voor het
beheer van de technische afdeling en de aankoop, het onderhoud
en de herstelling van graafmachines, trucks, dumpers,
telescopische kranen, bulldozers op rupsbanden of op
wielen, betoncentrales, breek- en zeefinstallaties, brandstofopslag,
elektriciteitsopwekking…
Ook in de Milieu Divisie heeft Jan De Nul Group
de laatste jaren fors geïnvesteerd in ondermeer:
materieel voor on-site en in-situ sanering;
kamerfilterpersen voor de ontwatering van sediment;
ponton(s) en vaartuigen met mobiele installaties voor het
opbaggeren, ontwateren en zuiveren van sedimenten;
thermische verwerkingsinstallatie voor de behandeling
van olieslib.

4.3 Kantoor Luxemburg
Naast de investeringen in de vloot en droog materieel, stond
2010 ook in het teken van het nieuwe kantoorgebouw.
Het kantoor in het Groothertogdom Luxemburg - dat
intussen feestelijk werd geopend - omvat 5.470 m² bureauruimte,
4.815 m² parking en 2.258 m² technische ruimtes en
bedrijfsarchieven. In de toekomst zal een baggersimulator
worden geïnstalleerd voor de opleiding van toekomstig personeel.
Jan De Nul Group trekt duidelijk de groene kaart met dit
activiteitenverslag 2010 | 65
ultramoderne uiterst milieubewuste gebouw. Het energieverbruik
zal stevig de kop worden ingedrukt door het optimale
gebruik van geveltechnieken: de aanwending van een
dubbele gevel kan ervoor zorgen dat er maximale warmte
wordt afgevoerd in de zomer en gerecupereerd in de winter.
Het optimaal aanwenden van de natuurlijke lichtinval door
strate gische reflectie en het gebruik van lichte interieurkleuren
zal eveneens het elektriciteitsverbruik beïnvloeden,
net als het gebruik van bewegings- en lichtsensoren voor de
binnen belichting en de optimale ventilatie van de kantoorruimtes.

activiteitenverslag 2010 | 66
5.
Veiligheid,
Gezondheid,
Kwaliteit en Milieu
Veiligheid, Gezondheid, Kwaliteit en Milieu staan bij Jan De Nul Group
hoog aangeschreven. De firma hecht het grootste belang aan het VGKM-
beleid, waar continu aan wordt gewerkt.
Veiligheid en welzijn op de werkvloer krijgen de absolute prioriteit en de
werknemers worden voortdurend opgeleid. Ondanks al deze inspannin gen
stond 2010 jammer genoeg ook in het teken van een aantal dramatische
gebeurtenissen, meer bepaald de kaping van de sleephopper zuiger
‘Amerigo Vespucci’ in Kameroen en het ongeval met de ‘DN31’ in
Antwerpen. In beide gevallen werd door het crisisteam alle aandacht
besteed aan het informeren, communiceren en opvangen van de slacht-
offers en hun familie.

activiteitenverslag 2010 | 68
De wereld van de baggeraars is een competitief marktsegment
en eist niet alleen kennis en vaardigheden, maar
ook vertrouwen van de klant in de onderneming. Veiligheid,
Gezondheid, Kwaliteit en Milieu spelen daarin een centrale
rol. Winstmarges alleen zijn niet meer de belangrijkste drijfveer.
Als internationale speler heeft Jan De Nul Group ook
oog voor een VGKM-beleid op hoog niveau. De snelle groei
van de groep brengt op dat vlak voortdurend nieuwe uitdagingen.
Aan de veiligheid van onze werknemers en de operationele
beheersmaatregelen wordt bijzonder veel aandacht besteed.
De medewerkers die wereldwijd voor Jan De Nul Group
aan de slag zijn, hebben recht op veilige en gezonde werkomstan
digheden. Desondanks werd de firma in 2010 geconfronteerd
met enkele ernstige incidenten.
In de nacht van 12 op 13 september 2010 werd de sleephopper
zuiger ‘Amerigo Vespucci’ overvallen door een zwaar
bewapende bende nabij de haven van Douala in Kameroen.
Het crisisteam van Jan De Nul Group werd samengeroepen
en alle desbetreffende diensten, werkgevers, autoriteiten en
families werden zo spoedig mogelijk ingelicht. Na dagenlange
onderhandelingen werden de twee ontvoerde bemannings
leden gezond en wel vrijgelaten. Dankzij de nauwe
samenwerking met de Kameroense en Luxemburgse autoritei
ten is deze gijzeling succesvol beëindigd.
Op woensdag 8 december 2010 gebeurde in België op de
Schelde, ter hoogte van Doel, een ernstig scheepvaartongeval.
Een tanker van ongeveer 150 m lang en 20 m breed
voer de ‘DN31’ aan. De kleine baggerboot werd letterlijk
overvaren en kapseisde onmiddellijk. Een gecoördineerde
zoekactie naar de drie vermiste opvarenden werd opgezet.
Twee van de opvarenden werden dood aangetroffen en al
geborgen. Het derde vermiste bemanningslid werd nog niet
teruggevonden. De precieze toedracht van dit incident
wordt nog steeds onderzocht.

Interne evaluatie heeft aangetoond dat Jan De Nul Group
adequaat en alert gereageerd heeft op deze noodsituaties.
Het bedrijf anticipeert en reageert op dergelijke gebeurtenissen
volgens een formeel vastgelegde ‘operation mode’.
Het management is zich bewust van het belang van een
goede voorbereiding op een noodsituatie en neemt zijn verantwoordelijkheid
om die steeds te verbeteren.
Het in detail rapporteren van 'near-misses', 'opportunities
for improvement' en ongevallen vormt een erg belangrijke
schakel bij het inventariseren en evalueren van risico’s. In
2010 is de algemene invoering van een uniforme, elektronische
rappor te ring betreffende arbeidsongevallen en incidenten
van start gegaan onder de noemer ‘iRep’. Dit is een
software systeem om incidenten te melden, te beheren en
op te volgen op drie niveaus: schip, project en bedrijf. iRep
verzekert een uniforme, correcte rapportering en onderzoek
van incidenten conform de internationale normen en waar-
activiteitenverslag 2010 | 69
borgt ook dat eventuele slachtoffers opgevolgd worden. Op
die manier kunnen globale cijfers binnen Jan De Nul Group
beter gespecificeerd worden.
Naast de hoger genoemde initiatieven, werden in 2010
nog andere veranderingen en verbeteringen in het VGKM-
systeem doorgevoerd:
Bij het opstarten van nieuwe projecten wordt een specifiek
QA-HSE Implementation Plan toegepast. Dit plan moet
een brug slaan tussen onze standaard VGKM handboeken,
plannen en procedures en de specifieke projecteisen op
wetgevend of contractueel vlak. Het Implementation Plan
doet dienst als een soort overbruggingsdocument en
toont de bereidheid aan van Jan De Nul Group om de
projectvoorwaarden maximaal te respecteren. Het verstrekt
de gedocumenteerde structuur voor een geïntegreerd
zorgsysteem.

activiteitenverslag 2010 | 70
Daarnaast werd de procedure voor risicoanalyse (Risk
Matrix) eenvormig gemaakt voor alle activiteiten onder
Jan De Nul Group. Het is de bedoeling om er op die
manier voor te zorgen dat de risicoanalyses op een uniforme
wijze worden benaderd en uitgevoerd.
Op het vlak van kwaliteitszorg werd de documentenstroom
van de civiele werken op nationaal niveau geüniformeerd
gezien de noodzaak om het beheer van de
diverse documenten gecontroleerd te verwerken. Dit
heeft als voordeel dat er geen admini stratieve besognes
ontstaan in geval van een personeels rotatie op een werf.
Daarnaast wordt de overdracht naar de archiefdienst
eenvoudiger en wordt vermeden dat documenten in
duplo worden bewaard. Dezelfde structuur wordt gehanteerd
op zowel nationale als internationale bagger-,
milieu- en civiele projecten, wat een bijkomend voordeel
biedt bij gecombineerde werken.
Jan De Nul Group blijft anderzijds zijn pijlen voortdurend
richten op de VGKM- opleiding van de medewerkers.
Het slagen van de managementsystemen is namelijk
afhankelijk van de betrokkenheid van alle werknemers
binnen Jan De Nul Group. Vanuit dat beginsel werd een
tweedaagse interne Safety Management Cursus geïni-
tieerd voor alle officieren, kapiteins en bedienden. Een
bedrijfsspecifieke en praktische opleiding die alle belangrijke
aspecten van de (maritieme) veiligheid behandelt.
Het doel van de Safety Management Cursus is om de
ervaring en kennis uit te wisselen die we over de jaren
van werken in verschillende veeleisende omgevingen en
met moeilijke eisen hebben verzameld. Ook het opleidingsschema
van de QA-HSE advisors werd verder ontwikkeld
want zij blijven de adviserende spilfiguren in het
welzijnsbeleid van Jan De Nul Group. Zij leveren een
belangrijke bijdrage tot de implemen tatie van het beleid
zowel bij de hiërarchische lijn als op de werkvloer.
Op vlak van veiligheid blijkt alvast het succes van de acties.
Een opmerkelijke daling van het aantal arbeids ongevallen in
2010 geeft aan dat de preventieve maatregelen op beleidsniveau
hun vruchten al afwerpen. Één en ander zal onge twijfeld
een positief effect hebben op de relatie met de klant. Want
als het bedrijf er verder in slaagt om de poten tiële risico’s
gebonden aan de nieuwe uitdagingen tot een minimum te
beperken, zal dit extra vertrouwen wekken bij de klant. Verder
zal de eigen expertise en het vermogen om snel te reageren
op belangrijke veranderingen, dit ver trouwen ten
overvloede ondersteunen.

activiteitenverslag 2010 | 71

activiteitenverslag 2010 | 72
Ongevallenstatistiek Maritieme Divisie 2006-2010
1 BLOOTSTELLINGSUREN: Jan De Nul Group
2 ONGEVAL MET WERKVERLET: Ongeval met minimum 1 dag werkverlet tot gevolg, de dag van het ongeval niet inbegrepen.
3 FREQUENTIEGRAAD: - Berekend als aantal ongevallen met werkverlet per miljoen uren blootstelling.
- bij de berekening wordt ervan uitgegaan dat de bemanning aan boord 24 uur per dag risico loopt.
4 ERNSTGRAAD: - Berekend als aantal verloren kalenderdagen per 1.000 werkuren.
5 RECORDABLE INJURIES: Alle ongevallen exclusief EHBO ongevallen
6 TRI RATIO: Berekend als het totale aantal recordable injuries per miljoen uren blootstelling.
* Drie dodelijke ongevallen veroorzaakt door het scheepvaartongeval door derden: inbegrepen in 2.
Jan De Nul Group streeft naar een incidentvrij maritiem
werkmilieu, met een scherpe nadruk op het verminderen
van het aantal arbeidsongevallen met werkverlet. Dit wordt
vertaald in een KPI (Key Performance Indicator), waarop jaarlijks
doelstellingen voor de individuele activiteiten worden
vastgesteld. In 2010 registreerde de maritieme divisie 31
2006 2007 2008 2009 2010
Blootstellingsuren per jaar 1 7.997.880 8.147.843 10.308.791 10.754.632 11.377.507
Ongevallen met werkverlet 2 27 37 33 43 31*
Frequentiegraad 3 (LTI ratio) 3,38 4,5 3,2 3,99 2,72
Verloren kalenderdagen 1.823 1.010 1.224 2.118 1.097
Werkelijke ernstgraad 4 0,23 0,12 0,12 0,19 0,10
Dodelijke ongevallen geen geen geen geen geen*
Recordable injuries 5 56 63 79 87 63
TRI ratio 6 7,01 7,73 7,66 8,08 5,54
onge vallen met werkverlet, arbeidsongevallen waarbij het
slachtoffer de dag na de verwonding niet meer kan werken.
Dit is een daling van 28 % ten opzichte van 2009 en resulteert
in een frequentiegraad van 2,72. De ernstgraad van 0,1 weerspiegelt
de sterke daling van het aantal verloren kalenderdagen
in 2010.

Testimonial
Quinten Schaumont
Het noordwesten van Australië staat bekend voor zijn
cyclonen: eens in de tien jaar passeert er een storm
van vierde of vijfde categorie. Toen Jan De Nul Group
er in Port Hedland aan de haven kwam bouwen, was
het veiligheidsteam dus goed voorbereid. Maar toen
een cycloon recht door de stad trok, werd het wel erg
spannend.
Ingenieur Quinten Schaumont leidde het team dat instond
voor de veiligheid: "Specialisten kunnen het pad
dat cyclonen volgen tegenwoordig vrij goed voorspellen.
Op de weerberichten die we elke dag volgden,
zagen we snel dat er zich een drukgebied aan het
ontwikkelen was, dat wel eens onze richting zou kunnen
uitkomen. Maar onze Australische mede werkers
maakten zich niet druk en zij hadden tenslotte meer
ervaring met cyclonen, dus wij waren er nogal gerust
in. Toen die storm naderde, veranderde dat gevoel.
Het oog van de cycloon zou recht door het stadje
gaan waar we logeerden, aan 250 kilometer per uur."
Gelukkig was het team goed voorbereid. "Voor de
‘Leonardo da Vinci’ had de technische dienst speciaal
een ronddraaiend anker geïnstalleerd, zodat de cutterzuiger
met de windrichting kon meedraaien terwijl het
activiteitenverslag 2010 | 73
wél stevig verankerd bleef. Zolang het cycloongevaar
in fase groen zit, moet je alleen maar voorbereidingen
treffen: voorraden in slaan, voedselpakketten voor de
bemanning, extra gsm's en batterijen en zandzakken
voorzien. Daarna komt fase geel en moet je de gsm’s
uitdelen, de voedsel pakketten aan boord brengen en
al het materiaal vastzetten. De laatste voorbereidingen
waren een race tegen de klok. Constant kwamen we
samen om de weerberichten op te volgen en om ons
actieplan te bespreken.
Een paar uur voor de cycloon arriveert, wordt alarmfase
rood afgekondigd. Dan mag je niks meer doen,
dan is het kop in kas en schuilen. Enkele bemanningsleden
zijn aan boord gebleven, de rest vertrok meteen
naar zijn hotel of huis. Simpel was dat niet, om de
laatste mensen in recordtempo met kleine bootjes van
het schip af te krijgen. Toen schoot het wel door mijn
hoofd: 'Gaan we dit overleven?' De lucht kleurde rood
van het stof, daarna begon het te stortregenen.
Ik ben nét op tijd thuis geraakt. In een ander deel van
de stad was de elektriciteit al uitgevallen. Dat was een
spannende tijd: afwachten hoe de storm verliep en
regel matig bellen met de bemanning. De hele nacht
heeft de orkaan huisgehouden, het geraas was oorverdovend.
Bij ons is de schade al met al beperkt gebleven. Er
waren een paar dingen weggewaaid, maar het project
was niet verwoest. Onze klant had minder geluk: twee
medewerkers kwamen onder een omvergeblazen
container terecht en hebben het niet overleefd.
Zo'n cycloon meemaken is niet niks, maar we hebben
er veel uit geleerd: dat je in zulke moeilijke situaties
nooit mag panikeren, dat je geduldig moet zijn, dat
je met iedereen moet blijven communiceren. De
vol gende keer zullen we nog veel beter voorbereid
zijn."

activiteitenverslag 2010 | 74
6.
Financiële
kerncijfers
Door de ‘postcyclische’ natuur van zijn activiteiten, realiseerde Jan
De Nul Group in 2010 een ietwat lagere omzet in vergelijking met het
recordjaar 2009. Evenwel bleef de EBITDA-marge op hoog niveau.
Boven dien evolueerden de kernratio’s van de balans positief met onder-
meer een versterkte solvabiliteit, en bleef de schuldgraad onder controle
terwijl maar liefst negen nieuwe schepen werden opgeleverd. Het stevige
orderboek bevestigt dan weer de goede vooruitzichten voor de toekomst.

activiteitenverslag 2010 | 75

activiteitenverslag 2010 | 76
6.1 Resultatenrekening
Zoals al werd aangekondigd in het jaarverslag 2009 werd in
2010 de weerslag gevoeld van de economische en financiële
crisis. Toch werd nog steeds een omzet gerealiseerd van
EUR 1,8 miljard, i.e. net onder het niveau van 2008.
EBITDA daalde van EUR 493 miljoen in het topjaar 2009 tot
EUR 374 miljoen in 2010. De EBITDA-marge hield echter vrij
goed stand en verzwakte slechts van 23,4 % in 2009 naar
20,7 % in 2010. Gezien de no-dividend politiek van Jan
Kerncijfers resultatenrekening in absolute cijfers en relatief ten opzichte van de omzet 1
De Nul Group is de cashflow volledig vrij om binnen het
bedrijf aan te wenden, ondermeer en niet in het minst voor
de financiering van het ambitieuze investeringsprogramma.
De nettowinst van Jan De Nul Group daalde van EUR 253
mil joen in 2009 (12 % nettowinstmarge) tot EUR 113 miljoen
in 2010 (6 %). Dit is het gevolg van de oplevering van
9 schepen in 2010 en de daarmee gepaard gaande stijging
in afschrijvingen (van EUR 174 miljoen in 2009 naar EUR
256 miljoen in 2010, ofte +47 %).
in miljoen euro 2006 2007 2008 2009 2010
Omzet 1.191 1.830 1.883 2.103 1.801
Brutoresultaat 298 456 389 493 374
Brutoresultaat na afschrijvingen 191 331 234 319 117
Nettoresultaat 182 338 79 253 113
Operationele Cashflow 328 439 315 440 360
in % van omzet 2006 2007 2008 2009 2010
Brutoresultaat 25 25 21 23 21
Brutoresultaat na afschrijvingen 16 18 12 15 7
Nettoresultaat 15 18 4 12 6
Operationele Cashflow 28 24 17 21 20
1 BRUTORESULTAAT = Inkomsten – kosten, exclusief afschrijvingen, financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBITDA)
BRUTORESULTAAT NA AFSCHRIJVINGEN = Inkomsten – kosten, exclusief financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBIT)
CASHFLOW = Nettoresultaat exclusief wijzigingen in omzettingsverschillen, in provisies voor risico’s en kosten en waardeverminderingen en afschrijvingen op oprichtingskosten,
materiële vaste activa en immateriële vaste activa.

6.2 Balans en kernratio’s
Het balansprofiel van Jan De Nul Group werd in 2010 nog
verder versterkt. Ondanks de moeilijke marktomstandigheden
en de volgehouden investeringen (in schepen, het
nieuwe Luxemburgse hoofdkantoor en droog materieel) kon
de groep eind 2010 een verstevigde solvabiliteit voorleggen
van 50,5 % (t.o.v. 48 % eind 2009). Bovendien blijkt uit onderstaande
grafiek dat ondanks het agressieve investe ringsprogramma,
nog meer dan 80 % van de vaste activa (schepen,
gebouw in Luxemburg…) gefinancierd worden met eigen
vermogen. Indien we de schepen afzonderlijk bekijken,
loopt de ratio kapitaal / schepen zelfs op tot 130 %.
IN MILJOEN EUR
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
2004
2005
Vaste activa
2006
Kapitaal en reserves
2007
2008
2009
Solvabiliteitsratio
Kapitaal / Vaste activa
2010
140 %
120 %
100 %
80 %
60 %
40 %
20 %
0 %
activiteitenverslag 2010 | 77
Deze evolutie is te danken aan de mooie winstmarges die
door de groep worden gerealiseerd, in combinatie met een
volledige winstreservering. Bovendien bevat de balans geen
goodwill en nauwelijks intangibles. De vastleggingsgraad
steeg sterk van 52,4 % eind 2009 naar 61,8 % eind 2010. Dit is
een rechtstreeks gevolg van de oplevering van verschillende
schepen waardoor de ‘Plant and machinery’ steeg van EUR
882 miljoen eind 2009 tot meer dan EUR 1,5 miljard eind
2010.
Bovendien kunnen we stellen dat de huidige boekwaarde
van de vaste activa, en van de schepen in het bijzonder, een
onderschatting is van de reële waarde. Dit als een logisch
gevolg van het feit dat gedurende de laatste 10 jaar geen
enkele herwaardering werd geboekt, terwijl de afschrijvingspolitiek
van de groep (schepen worden lineair afgeschreven
over een periode van 12-20 jaar) ervoor heeft gezorgd dat
de schepen gebouwd voor 2007 bijna volledig zijn afgeschreven.
De netto financiële schuld nam licht toe van 8,1 %
van het balanstotaal eind 2009 tot 9,9 % eind 2010. In combinatie
met de gerealiseerde EBITDA betekent dit een stijging
van de netto financiële leverage van 0,6 x tot 0,9 x.
Current ratio neemt af van 1,47 x eind 2009 tot 1,11 x eind
2010 maar blijft comfortabel, en de cashpositie laat toe de
KT financiële schuld volledig terug te betalen.
Financiële ratio's 1 2006 2007 2008 2009 2010
Solvabiliteitsratio 0,55 0,53 0,47 0,48 0,50
Acid Ratio 2,49 1,63 1,52 1,24 1,05
Current Ratio 2,22 1,61 1,60 1,47 1,11
Nettoschuld / EBITDA -0,64 -0,27 0,23 0,55 0,92
1 SOLVABILITEITSRATIO = (Kapitaal en Reserves + Minderheidsbelangen) / Totaal Actief
ACID RATIO = (Vlottend Actief – Voorraden) / Kortetermijnschulden (

activiteitenverslag 2010 | 78
6.3 Bezettingsgraad van de vloot
Het opleveren van dit recordaantal nieuwe schepen (met de
bijhorende proefvaarten) in een zeer korte tijdsspanne,
ver taalde zich in een minder continue exploitatie in 2010
met als gevolg een lagere statistische bezettingsgraad.
Deze bezettingsgraad wordt berekend op basis van een
weging naar CIRIA waarde, waardoor de nieuwe grote
Gemiddelde bezettingsgraad
gewogen met CIRIA-waarde
schepen extra doorwegen. De bezettingsgraad daalde van
93,5 % in 2009 naar 86,1 % in 2010.
Voor 2011 wordt een betere bezettingsgraad verwacht, aangezien
deze nieuwe schepen nu al geboekt zijn voor het uitvoeren
van het orderboek op langere termijn, evoluerend
van Q1 2012 tot Q4 2012
TOTALE VLOOT HOPPERVLOOT CUTTERVLOOT
2007 96 % 99 % 96 %
2008 98 % 99 % 95 %
2009 93 % 93 % 88 %
2010 86 % 83 % 87 %
Cijfers zijn gewogen gemiddelde met CIRIA-waarde
Bezetting = (aantal uren dat een schip is toegewezen aan een project + grote reparaties en dokkingen + mobilisatie + projectgerelateerde stillig)/ (aantal uren per jaar)

Testimonial
Jo Roelants
PPS, of Publiek-Private samenwerking. Achter dit drieletterwoord
gaan gigantische budgetten en keiharde
concurrentie schuil. "PPS is een relatief nieuwe markt
in ons land," zegt Jo Roelants. "De overheid gaat zo
efficiënter om met grote investeringen voor infrastructuurwerken.
"
Jan De Nul Group had al een paar keer meege dongen
naar PPS-projecten, tot nu toe zonder succes. De inzet
voor het project Noord-Zuid Kempen was dan ook
groot. "Twee jaar werkten we aan de aanbesteding,
voor een totaalbedrag van meer dan EUR 2 miljoen. De
druk op het team was groot: een inventieve oplossing
zoeken die ons kon onderscheiden van de rest.
Nog voor we het bestek van de Vlaamse Overheid
ontvingen, zochten we naar de juiste partners: een
wegenbouwer, een extern studiebureau en aannemers
voor de stalen bruggen. Om het verschil te kunnen
maken moet je je omringen met de beste mensen.
Dus moet je snel zijn.
Je moet vooral innovatief uit de hoek komen, in dit
geval met een alternatief voor bruggen met opleggingen.
Dit type brug bestaat uit steunpunten waarop
platen liggen die de thermische bewegingen op-
activiteitenverslag 2010 | 79
vangen. Dit systeem is goed, maar vraagt veel onderhoud.
Voor dit project ontwierpen wij een nieuw type
brug: integraalbruggen die uit één stuk bestaan. Ze
zijn duurder om te bouwen, maar goedkoper in onderhoud.
In een PPS moet je ook hiermee rekening houden.
Met een goed idee alleen kom je er niet: zo’n aanbesteding
is vooral een kwestie van punten en komma’s
op de juiste plaats zetten. De eerste, technische
offerte moest al na amper 3 maanden ingeleverd
worden. Pas 10 minuten voor de deadline kwamen we
in Antwerpen aan. Maar onze voorstellen sloegen aan,
want we kwamen als beste uit de eerste ronde. Met
een team van 30 man werkten we daarna verder, soms
met verhitte discussies tot gevolg. Het bestek van de
overheid bestond uit duizenden bladzijden en bijzonder
veel voorwaarden. Aan alles voldoen, is praktisch
onmogelijk, maar iedereen had hetzelfde doel: het
project binnenhalen. En toen wonnen we ook de 2de
ronde van de 3 resterende partijen.
De laatste week voor het einddossier, stijgt de spanning.
Je zit dagelijks samen de prijs te verfijnen. Overdag
werk je, 's avonds bekijk je het resultaat. Je begint
met 6 uur slaap, 4 uur en de laatste nacht haal je amper
2 uur. Je wilt niets aan het toeval overlaten en
je wordt er volledig door opgeslorpt. Maar je moet
nuchter blijven, want anders laat je de prijs te hard
zakken.
Pas de laatste vrijdag voor het paasverlof kregen we
de verlossende telefoon: Jan De Nul Group was voorkeurs
bieder. Ik heb direct het hele team geïnformeerd.
Het is de allereerste keer dat het concept van integraalbruggen
op zo'n grote schaal in België gebruikt
zal worden. Voor ons was dit de manier om boven de
andere deelnemers uit te steken. Ondertussen werd
dit type bruggen zelfs in een presentatie 'Bruggen van
de toekomst' opgenomen."

activiteitenverslag 2010 | 80
7.
Jaarrekening

activiteitenverslag 2010 | 82

Verslag van de geconsolideerde jaarrekeningen
Volgend op onze aanstelling door de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders hebben we de bijgevoegde geconsolideerde jaarrekeningen
van JAN DE NUL GROUP* gecontroleerd, be staande uit
de geconsolideerde balans op 31 december 2010 en de geconsolideerde
winst-en-verliesrekening voor het jaar eindigend op die
datum en een samenvatting van de gebruikte boekhoud kundige
principes en andere verklarende toelichtingen.
Raad van Bestuur verantwoordelijk voor
de geconsolideerde jaarrekeningen
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de voorbereiding en
de eerlijke voorstelling van deze geconsolideerde jaarrekeningen in
overeenstemming met de wettelijke vereisten en de regelgeving
van Luxemburg met betrekking tot de voorbereiding van de geconsolideerde
jaarrekeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat: het
ontwerpen, uitvoeren en handhaven van de interne controle met
betrekking tot de voorbereiding en de eerlijke voorstelling van de
geconsolideerde jaarrekeningen vrij van materiële fouten, hetzij omwille
van bedrog of vergissing; het selecteren en toepassen van de
geschikte boekhoudkundige principes; en het maken van billijke
boekhoudkundige ramingen.
Verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor
(Réviseur d’entreprises agréé)
Het is onze verantwoordelijkheid om een opinie te geven over deze
geconsolideerde jaarrekeningen, gebaseerd op onze audit. We
hebben onze audit uitgevoerd overeenkomstig de Internationale
Normen voor de uitvoering van audits zoals die worden toegepast
in Luxemburg door de Commission de Surveillance du Secteur Financier
gewijzigde vorm. Deze normen eisen dat we de ethische vereisten
naleven en onze audit zodanig plannen en uitvoeren dat met
redelijke zekerheid kan worden gesteld of de jaarrekeningen vrij zijn
van materiële fouten.
Een audit omvat het uitvoeren van procedures om bewijsmateriaal
te bekomen dat de bedragen en onthullingen in de geconsolideerde
jaarrekeningen ondersteunt. De geselecteerde procedures zijn afhankelijk
van het oordeel van de Bedrijfsrevisor, inclusief de be oorde
ling van het risico op materiële fouten in de geconsolideerde
activiteitenverslag 2010 | 83
jaarrekeningen, hetzij omwille van bedrog of vergissing. Bij het beoordelen
van dat risico, beschouwt de Bedrijfsrevisor de interne
controle relevant voor de voorbereiding en de eerlijke voorstelling
van de jaarrekeningen met de bedoeling om geschikte auditprocedures
te ontwerpen maar niet relevant om een opinie te geven over
de doeltreffendheid van de interne controle.
Een audit omvat ook een beoordeling van de gebruikte boekhoudkundige
principes en de billijkheid van de boekhoudkundige
ramingen uitgevoerd door de Raad van Bestuur, evenals een evaluatie
van de algehele voorstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen.
We zijn van oordeel dat het bewijsmateriaal dat we verzameld
hebben voor deze audit, voldoende en geschikt is om een basis
voor onze auditopinie te vormen.
Opinie
Naar onze mening, geven de geconsolideerde jaarrekeningen een
waarheidsgetrouw en eerlijk beeld van de financiële toestand van
JAN DE NUL GROUP* op 31 december 2010 en van de resultaten
van haar activiteiten voor het jaar eindigend op die datum, in overeenstemming
met de wettelijke vereisten en de regelgeving van
Luxemburg met betrekking tot de voorbereiding van de geconsolideerde
jaarrekeningen.
Verslag van andere wettelijke vereisten en regelgeving
Het geconsolideerde verslag van het management, welke de verantwoordelijkheid
is van de Raad van Bestuur, is in overeenstemming
met de geconsolideerde jaarrekeningen.
Luxemburg, 26 mei 2011
Thierry REMACLE
Bedrijfsrevisor
(Réviseur d’Entreprises Agréé)
Grant Thornton Lux Audit S.A.
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra SA
Grant Thornton Lux Audit S.A. 83, Pafebruch L-8308 Capellen Luxembourg Tel.: +352 40 12 99 Fax: +352 40 05 98 www.gtlux.lu

activiteitenverslag 2010 | 84
Geconsolideerde balans op 31 december 2010
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxemburg: B 73.723
ACTIVA 2010 2009
VASTE ACTIVA 2.156.634.428,29 1.773.808.973,47
Immateriële vaste activa 5.412.700,40 5.621.861,94
Concessies. octrooien. licenties. handelsmerken & gelijkaardige rechten 5.412.700,40 5.621.861,94
Verworven door de vennootschap 5.412.700,40 5.621.861,94
Materiële vaste activa 2.141.704.049,98 1.758.480.124,38
Terreinen en gebouwen 64.425.804,82 33.048.393,91
Installaties. machines en uitrusting 1.572.763.869,40 881.892.585,96
Overige materiële vaste activa 13.939.071,12 12.104.216,74
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 490.575.304,64 831.434.927,77
Financiële vaste activa 9.096.541,14 9.382.081,98
Effecten aangehouden als vaste activa 1.458.600,00 1.399.600,00
Andere leningen 7.637.941,14 7.982.481,98
Vennootschappen geconsolideerd volgens de netto vermogensmethode 421.136,77 324.905,17
VLOTTENDE ACTIVA 1.301.204.986,63 1.576.639.043,43
Voorraden 242.438.133,11 321.006.278,90
Grond- en verbruiksstoffen 84.028.774,76 103.935.611,15
Werken in uitvoering 158.390.076,81 217.070.667,75
Vooruitbetalingen 19.281,54 0,00
Vorderingen 890.985.657,53 921.098.690,97
Handelsvorderingen 808.232.805,80 794.836.640,25
op ten hoogste 1 jaar 727.514.869,80 679.913.403,80
op meer dan 1 jaar 80.717.936,00 114.923.236,45
Vorderingen op ondernemingen waarmede een deelnemingsverhouding bestaat 20.088.241,95 22.273.529,09
op ten hoogste 1 jaar 20.088.241,95 22.273.529,09
Overige vorderingen 62.664.609,78 103.988.521,63
op ten hoogste 1 jaar 62.664.609,78 103.988.521,63
Verhandelbare effecten 0,00 0,00
Andere verhandelbare effecten 0,00 0,00
Liquide bankmiddelen 167.781.195,99 334.534.073,56
OVERLOPENDE REKENINGEN 5.153.877,72 7.018.231,98
TOTALE ACTIVA 3.462.993.292,64 3.357.466.248,88
De bijgevoegde toelichtingen zijn een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekeningen. (Uitgedrukt in EUR)
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A.

activiteitenverslag 2010 | 85
Geconsolideerde balans op 31 december 2010
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxemburg: B 73.723
PASSIVA 2010 2009
EIGEN VERMOGEN 1.748.744.180,27 1.611.197.620,52
Geplaatst kapitaal 450.000.000,00 450.000.000,00
Uitgiftepremies 19.080.411,00 19.080.411,00
Reserves (32.926.481,09) (37.067.870,49)
Wettelijke reserve 5.363.058,65 2.306.855,65
Consolidatiereserve (38.289.539,74) (39.374.726,14)
Overgedragen resultaat 1.242.583.086,70 992.411.326,06
Minderheidsparticipatie 101.669.156,90 107.395.811,36
Translatieverschillen (144.353.946,53) (173.850.021,05)
Resultaat voor het jaar 112.691.953,29 253.227.963,64
VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN 150.537.860,69 163.186.297,09
Voorziening voor belasting 45.857.830,98 40.249.547,70
Andere voorzieningen 104.680.029,71 122.936.749,39
SCHULDEN 1.323.427.709,63 1.420.953.582,15
Bedragen verschuldigd aan kredietinstellingen 512.252.727,47 607.724.069,88
op ten hoogste 1 jaar 123.729.801,18 104.168.309,71
op meer dan 1 jaar 388.522.926,29 503.555.760,17
Betalingen ontvangen op rekening voor zover zij
niet afzonderlijk op de voorraden in mindering worden gebracht 329.653.141,10 211.547.337,98
op ten hoogste 1 jaar 329.653.141,10 211.547.337,98
Handelsschulden/schulden op aankoop en voorziening van diensten 425.122.890,23 519.918.618,10
op ten hoogste 1 jaar 425.122.890,23 519.918.618,10
Schulden aan ondernemingen waarmede een deelnemingsverhouding bestaat 41.011,55 83.148,15
op ten hoogste 1 jaar 41.011,55 83.148,15
Schulden met betrekking tot belastingen en sociale lasten 18.794.572,13 18.216.800,47
Schulden met betrekking tot belastingen 13.598.271,11 14.566.854,81
Schulden met betrekking tot sociale lasten 5.196.301,02 3.649.945,66
Andere schulden - te betalen binnen het jaar 37.563.367,15 63.463.607,57
op ten hoogste 1 jaar 37.563.367,15 63.463.607,57
OVERLOPENDE REKENINGEN 240.283.542,05 162.128.749,12
TOTALE PASSIVA 3.462.993.292,64 3.357.466.248,88
(Uitgedrukt in EUR)

activiteitenverslag 2010 | 86
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening voor
het boekjaar eindigend op 31 december 2010
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxembourg: B 73.723
KOSTEN 2010 2009
BEDRIJFSKOSTEN
Goederen en diensten 1.203.580.496,15 1.527.244.982,52
Handelsgoederen. grond- en hulpstoffen 764.840.860,80 1.128.787.313,29
Andere externe kosten 438.739.635,35 398.457.669,23
Personeelskosten 251.884.753,71 225.917.324,64
Bezoldigingen 182.600.752,87 156.016.081,63
Sociale lasten met betrekking tot bezoldigingen 46.056.558,10 42.551.781,04
Andere personeelskosten 23.227.442,74 27.349.461,97
Afschrijvingen en waardeverminderingen 256.281.313,18 174.257.682,17
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten en op materiële en immateriële vaste activa 243.111.509,56 173.949.412,23
Afschrijvingen en waardeverminderingen op vlottende activa 13.169.803,62 308.269,94
Andere bedrijfskosten 25.092.508,20 17.456.141,84
FINANCIËLE KOSTEN
Afschrijvingen en waardeverminderingen op financiële activa en op verhandelbare effecten als vlottende activa 0,00 308.425,37
Betaalde interesten en gelijkaardige kosten 36.068.240,69 50.543.854,29
Andere te betalen interesten en kosten 36.068.240,69 50.543.854,29
UITZONDERLIJK KOSTEN EN BELASTINGEN
Uitzonderlijke kosten 4.231.328,88 5.248.680,78
Inkomstenbelasting 18.299.845,76 20.054.592,97
Andere belastingen niet vermeld in bovenstaande items 11.861.528,41 12.133.552,22
Verlies van de geconsolideerde vennootschappen berekend volgens de netto vermogensmutatiemethode 38.009,28 0,00
Aandeel van de minderheidsparticipaties in de jaarlijkse winst 6.517.923,54 9.662.883,71
RESULTAAT
Opbrengst voor het jaar 112.691.953,29 253.227.963,64
TOTAAL KOSTEN 1.926.547.901,09 2.296.056.084,15
De bijgevoegde toelichtingen zijn een integraal onderdeel van deze geconsolideerde jaarrekeningen. (Uitgedrukt in EUR)
*JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra S.A.

activiteitenverslag 2010 | 87
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening voor
het boekjaar eindigend op 31 december 2010
Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxembourg: B 73.723
OPBRENGST 2010 2009
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Netto omzet 1.800.695.893,39 2.103.222.107,68
Eigen werk gekapitaliseerd (58.680.590,94) 105.709.352,82
Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering 58.900,27 20.060.222,88
Andere bedrijfsopbrengsten 112.107.076,80 34.472.675,46
FINANCIËLE OPBRENSTEN
Opbrengsten uit participaties 0,00 934.244,63
Andere participaties 0,00 934.244,63
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten 60.979.754,53 28.986.892,88
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten 60.979.754,53 28.986.892,88
UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN EN BELASTINGEN
Uitzonderlijke opbrengsten 11.386.867,04 2.339.003,15
Opbrengst van de geconsolideerde vennootschappen berekend volgens de netto vermogensmutatiemethode 0,00 331.584,65
Aandeel van de minderheidsparticipaties in het jaarlijkse verlies 0,00 0,00
RESULTAAT
TOTAAL OPBRENGSTEN 1.926.547.901,09 2.296.056.084,15
(Uitgedrukt in EUR)

activiteitenverslag 2010 | 88
8.
Bijlagen

activiteitenverslag 2010 | 90
8.1 Overzicht schepen
2013
JDN8626
Dynamisch gepositioneerd valpijpschip met flexibele valpijp
Vermogen: 36.000 ton - In aanbouw 2013
2012
JDN8041
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 14.000 m 3 - In aanbouw 2012
PEDRO ÁLVARES CABRAL
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 14.000 m 3 - In aanbouw 2012
2008 - 2011
WILLEM DE VLAMINGH
Zelfvarende zijdelingse steenstorter
Vermogen: 6.500 ton - In aanbouw 2011
AL-IDRISI
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 7.500 m 3 - In aanbouw 2011
VITUS BERING
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 7.500 m 3 - In aanbouw 2011
JDN8626
JDN8041
JDN8040
WILLEM DE VLAMINGH
AL-IDRISI
VITUS BERING

SEBASTIANO CABOTO
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - In aanbouw 2011
ALVAR NUÑEZ CABECA DE VACA
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - In aanbouw 2011
NICCOLÒ MACHIAVELLI
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - In aanbouw 2011
FERNÃO DE MAGALHÃES
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - In aanbouw 2011
ARENT
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - In aanbouw 2011
MARQUIS DE PRIÉ
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - In aanbouw 2011
LEEUW
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - In aanbouw 2011
TIGER
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - In aanbouw 2011
activiteitenverslag 2010 | 91
SEBASTIANO CABOTO
ALVAR NUÑEZ CABECA DE VACA
NICCOLÒ MACHIAVELLI
FERNÃO DE MAGALHÃES
ARENT
MARQUIS DE PRIÉ
LEEUW
TIGER

activiteitenverslag 2010 | 92
CHARLES DARWIN
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 30.500 m 3 - Bouwjaar 2011
BOUSSOLE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2011
LEIV EIRIKSSON
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 46.000 m 3 - Bouwjaar 2010
IBN BATTUTA
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - Bouwjaar 2010
ZHENG HE
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 23.520 kW - Bouwjaar 2010
DE LAPÉROUSE
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2010
SIMON STEVIN
Dynamisch gepositioneerd valpijpschip met flexibele valpijp
Vermogen: 36.000 ton - Bouwjaar 2010
ASTROLABE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2010
IBN BATTUTA
ZHENG HE
CHARLES DARWIN
BOUSSOLE
LEIV EIRIKSSON
SIMON STEVIN
DE LAPÉROUSE
ASTROLABE

SANTIAGO
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 2010
TRINIDAD
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 2010
VICTORIA
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 2010
CRISTÓBAL COLÓN
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 46.000 m 3 - Bouwjaar 2009
POSTNIK YAKOVLEV
Dipper
Bouwjaar 2009
CONCEPCIÓN
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 2009
PETRUS PLANCIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 1.300 kW - Bouwjaar 2008
MIMAR SINAN
Dipper
Bouwjaar 2008
activiteitenverslag 2010 | 93
CRISTÓBAL COLÓN
SANTIAGO
TRINIDAD
VICTORIA
CONCEPCIÓN

activiteitenverslag 2010 | 94
2004 - 2007
HONDIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 8.330 kW - Bouwjaar 2007
KAERIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 8.330 kW - Bouwjaar 2007
VITRUVIUS
Dipper
Bouwjaar 2007
LE GUERRIER
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2007
LE SPHINX
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2007
DE BOUGAINVILLE
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2006
HENDRIK GEERAERT
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 350 kW - Bouwjaar 2006
HONDIUS
KAERIUS
HENDRIK GEERAERT
LE GUERRIER
LE SPHINX
DE BOUGAINVILLE
BRUGGE

L’ETOILE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2006
IL PRINCIPE
Dipper
Bouwjaar 2005
LA BOUDEUSE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2005
L’AIGLE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 3.700 m 3 - Bouwjaar 2005
2002 - 2003
J.F.J. DE NUL
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 27.240 kW - Bouwjaar 2003
FRANCIS BEAUFORT
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 11.300 m 3 - Bouwjaar 2003
FILIPPO BRUNELLESCHI
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 11.300 m 3 - Bouwjaar 2003
activiteitenverslag 2010 | 95
LIEBHERR
L’ETOILE
IL PRINCIPE
LA BOUDEUSE
JFJ DE NUL
L‘AIGLE
FRANCIS BEAUFORT
FILIPPO BRUNELLESCHI

activiteitenverslag 2010 | 96
JUAN SEBASTIÁN DE ELCANO
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 16.500 m 3 - Bouwjaar 2002
TACCOLA
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 4.400 m 3 - Bouwjaar 2003
FRANCESCO DI GIORGIO
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 4.400 m 3 - Bouwjaar 2003
1991 - 2001
VASCO DA GAMA
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 33.000 m 3 - Bouwjaar 2000
ALEXANDER VON HUMBOLDT
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 9.000 m 3 - Bouwjaar 1998
CAPITAN NUÑEZ
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 6.000 m 3 - Bouwjaar 1977 / 1998
GERARDUS MERCATOR
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 18.000 m 3 - Bouwjaar 1997
JUAN SEBASTIAN DE ELCANO
VASCO DA GAMA
ALEXANDER VON HUMBOLDT
TACCOLA
FRANCESCO DI GIORGIO
GERARDUS MERCATOR
CAPITAN NUÑEZ
256-C

NIÑA
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - Bouwjaar 1997
PINTA
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.400 m 3 - Bouwjaar 1997
1965 - 1990
activiteitenverslag 2010 | 97
RAMBIZ
Hijsschip
Bouwjaar 1995 RAMBIZ
JEROMMEKE
Dipper
Bouwjaar 1994
JAMES COOK
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 11.750 m 3 - Bouwjaar 1992
POMPEÏ
Zelfvarende zijdelingse steenstorter
Bouwjaar 1988
MANZANILLO II
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 4.000 m 3 - Bouwjaar 1988
KEEP CLEAR
OF PROPELLERS
KEEP CLEAR
OF PROPELLERS
JAN DE NUL
LIEBHERR
WATER LEVEL
JAMES COOK
NIÑA
PINTA
JEROMMEKE
FUELDAYTANK
WATERTANK
POMPEI
MANZANILLO II

activiteitenverslag 2010 | 98
LEONARDO DA VINCI
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 20.250 kW - Bouwjaar 1985
AMERIGO VESPUCCI
Splijthopperzuiger
Beuninhoud: 3.500 m 3 - Bouwjaar 1985
NORMA
Hijsschip
Bouwjaar 1969/1985 NORMA
JAMES ENSOR
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 3.600 m 3 - Bouwjaar 1980
VESALIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 9.260 kW - Bouwjaar 1980
GALILEI 2000
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 2.320 m 3 - Bouwjaar 1979
MARCO POLO
Zelfvarende snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 16.115 kW - Bouwjaar 1979
MAGELLANO
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 2.000 m 3 - Bouwjaar 1979
CONCENTRATIE SNELHEIDSMETER R.A. BRON
AMERIGO VESPUCCI
JAMES ENSOR
MARCO POLO
LEONARDO DA VINCI
GALILEI 2000
MAGELLANO

VERRAZZANO
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 2.000 m 3 - Bouwjaar 1979
ORTELIUS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 5.140 kW - Bouwjaar 1965/1978
WESELTJE
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 1974
NIJPTANGH
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 1974
GEELVINCK
Zelfvarende splijtbak
Beuninhoud: 1.800 m 3 - Bouwjaar 1974
DIRK MARTENS
Snijkopzuiger
Totaal geïnstalleerd dieselvermogen: 2.370 kW - Bouwjaar 1972
SANDERUS
Sleephopperzuiger
Beuninhoud: 5.300 m 3 - Bouwjaar 1967
activiteitenverslag 2010 | 99
ORTELIUS
VERRAZZANO
WESELTJE
NIJPTANGH
GEELVINCK
SANDERUS

activiteitenverslag 2010 | 100
8.2 Projecten 2010
EUROPA
BENELUX
1. Haven van Oostende en Zeebrugge: Onderhoudsbaggerwerken
in de Noordzee, in de maritieme toegang en
in de havens.
2. Schelde: Onderhouds- en verdiepingsbaggerwerken in
de Westerschelde en de Zeeschelde tussen Vlissingen en
de nieuwe zeesluis in Wintam.
3. Kustjachthaven van Nieuwpoort: Onderhoudsbaggerwerken.
4. Kluizendok Gent: Baggerwerken met de cutterzuiger
‘Ortelius’.
5. Haven van Zeebrugge : Baggerwerken met de cutterzuiger
‘Ortelius’ in het Zuidelijk insteekdok van de achterhaven.
6. Haven van Oostende: Verdiepingsbaggerwerken in de
Noordzee voor de nieuwe vaargeul naar Oostende.
CYPRUS
7. Haven van Limassol: Baggeren van de zachte laag onder
de fundering van de golfbreker.
DUITSLAND
8. Haven van Hamburg: Onderhoudsbaggerwerken met
storten in de Noordzee.
9. Monding van de Ems: Onderhoudsbaggerwerken.
10. Haven van Cuxhaven: Landwinning voor de 3de en 4de
fase van de offshore basis.
NOORWEGEN
11. Troll P12: Steenstorten op zee met het valpijpschip
‘Simon Stevin’.
SPANJE
12. Haven van Tarragona: Baggeren van de sleuf voor de
nieuwe kaaimuur Química en opspuitwerken op de
terreinen achter de kaaimuren Andalucia en Química.
13. Haven van Barcelona: Renovatie van Muelle Prat,
Bagger- en afbraakwerken rond de ingestorte kaaimuur
van Muelle Prat.
14. Haven van Valencia: Beschermingswerken voor de
uitbreiding van de haven.
15. Haven van Castellon: Baggeren van het toegangskanaal
en zuidelijk bekken.
16. Haven van Bilbao: Hydraulisch opvullen van kaaimuur
AZ3 en landwinning voor de kaai met zand afkomstig uit
Muskiz.
VERENIGD KONINKRIJK
17. Total Islay Project: Voorbereiding van de zeebodem en
uitvoeren van baggerwerken.
18. New Tyne: Oeververbinding.
AFRIKA
ALGERIJE
19. Haven van Arzew: Baggerwerken, steenstorten als
fundering voor caissons, opvullen van caissons en
plaatsen van bescherming tegen erosie.
ANGOLA
20. Haven van Ambriz: Baggerwerken voor de heropening
van het toegangskanaal.

KAMEROEN
21. Haven van Douala: Baggerwerken in het toegangskanaal.
MAROKKO
22. Baai van Mar Chica: Baggerwerken en landwinning voor
een nieuwe lagunedoorgang van 300 m.
SIERRA LEONE
23. Marampa Project: Baggerwerken in de Sierra Leone Rivier
over een afstand van 6 km tot op een diepte van -4 m CD,
landwinning van 630.000 m 3 .
24. Haven van Freetown: Baggerwerken van het toegangskanaal
en voor de kaaimuur aan aanlegplaatsen 1 - 6,
baggeren van de Tagrin RoRo Ferry Terminal en de Kissy
RoRo Ferry Terminal, dumpen van het gebaggerde
materiaal in de monding van de Sierra Leone Rivier.
LIBERIA
25. Haven van Buchanan - Western Range DSO IJzerertsproject:
Bagger- en opruimwerken van puin en obstakels
in de haven.
SEYCHELLEN
26. Eve Island: Baggerwerken in het toegangskanaal van
de haventerminals van Seypec (Seychelles Petroleum
Company) en SPA (Seychelles Port Authority). Landwinning
van gebaggerd materiaal voor gebruik als vulling.
MIDDEN-OOSTEN
IRAK
27. Haven van Umm Qasr: Uitdiepen van de bestaande haven
tot op een diepte van -12,5 m.
OMAN
28. Haven van Duqm: Aanleg van nieuwe haven en droogdokkencomplex.
activiteitenverslag 2010 | 101
KATAR
29. Haven van Mesaieed: Uitbreiding van de Gabro
aanlegplaats.
SAUDI-ARABIË
30. Manifa Field Causeway and Island Construction Project:
Ontwerp en bouw van 27 booreilanden aan het Manifa
Oilfield, Saudi-Arabië, verbonden door een opgehoogde
hoofdweg en daarmee verbonden zijwegen, inclusief
bruggen en duikers.
LATIJNS-AMERIKA
BAHAMA'S
31. South Riding Point - Pipeline Modification Project:
Vervangen van de pijpleiding en verbeteren van de
terminal.
TRINIDAD EN TOBAGO
32. Haven van Galeota: Bouw van een nieuwe haven in
Galeota, Baggeren van een toegangskanaal, landwinning
voor de toekomstige kaaimuren en bouw
van de kaaimuren.
ARGENTINIË
33. Río Paraná / Río de la Plata Waterwegconcessie.
34. Haven van La Plata: Baggerwerken.
35. Haven van Bahía Blanca: 5-jarig contract voor onderhoudsbaggerwerken
in het kanaal en de aanlegplaatsen.
36. Haven van Quequén: 3-jarig contract voor onderhoudsbaggerwerken
in het kanaal en de aanlegplaatsen.
37. Haven van Buenos Aires: Baggerwerken in de
binnenhaven.
38. Project GNL Escobar: Baggerwerken, opvullen en
kustbescherming.

activiteitenverslag 2010 | 102
BRAZILIË
39. Haven van Río Grande: Baggerwerken voor de
havenuitbreiding.
40. Havens van Salvador en Aratu: Verdiepingsbaggerwerken
aan de toegangskanalen en enkele
aanlegplaatsen.
41. Haven van Itaguaí - EBN Estaleiro e base Naval: Bagger-
en landwinningswerken voor de uitbouw van een
scheepswerf en basis voor de Braziliaanse onderzeeërs.
42. Haven van Itaguaí - LLX Porto Sudeste: Baggerwerken
voor de nieuwe ijzerertsterminal.
43. LLX Porto do Açu: Landwinning van 5.250.000 m 3 .
44. Haven van Cotegipe: Verbreden van het toegangskanaal
en de draaicirkel van de haventerminal van Cotegipe.
45. Haven van Aracruz, Barra do Riacho: Verdieping van het
toegangskanaal, de draaicirkel en de aanlegplaatsen van
de haven van Barra do Riacho, baggerwerken voor
nieuwe installaties.
COLOMBIA
46. Baai van Cartagena: Verbredingsbaggerwerken van
het toegangskanaal naar de baai van Cartagena
(sector Bocachica) van 84 m naar 132 m, uitbaggeren
van de Coral Rock om het toegangskanaal naar de
baai van Cartagena.
47. TCBuen Containerterminal: Verdiepingsbaggerwerken
in het toegangskanaal en de draaikom.
48. Haven van Tumaco: Onderhoudsbaggerwerken.
HONDURAS
49. Haven van Puerto Cortés: Bagger- en landwinningswerken
voor de nieuwe containerterminal i.o.v. ENP.
MEXICO
50. Havens van Ensenada, Mazatlán en Manzanillo:
Verdiepings- en onderhoudsbaggerwerken.
51. Haven van Veracruz: Baggerwerken voor de oostelijke
uitbreiding van de draaicirkel.
52. Cancún: Strandopspuitingswerken.
53. Haven van Lazaro Cardenas: Baggeren van de draaicirkel,
baggeren en landwinning van 2.250.000 m 3 , en
2.000.000 m 3 droog grondverzet.
PANAMA
54. Panamakanaal: Verbreding en verdieping van het
Atlantische en noordelijke toegangskanaal naar het
derde sluizencomplex.
55. Panamakanaal: Ontwerp en bouw van het derde
sluizencomplex.
56. Haven van Cristóbal: Baggeren van de draaicirkel voor
de terminal van Panama Ports Company.
57. Panamakanaal: Baggeren van zacht materiaal langs de
westkant van het Panamakanaal en offshore dumpen.
58. Panamakanaal: Uitgraven van het noordelijke toegangskanaal
voor het 3de sluizencomplex aan de zijde van de
Stille Oceaan (gedeeltelijk droog grondverzet, gedeeltelijk
baggeren).
59. Panamakanaal - PAC4: Baggeren van een sleuf van
1,1 km lang en met variabele diepte en breedte voor
de installatie van een cellenwand in het Miraflores meer,
dumpen op 2,2 km afstand en 25 m hoger dan het
baggergebied.
60. Panamakanaal: Chartercontract voor hydraulische
graafmachine voor baggerwerken in de vaargeul.

PERU
61. Haven van Callao: Baggerwerken voor de Callao
Containerterminal.
62. Melchorita - Peru LNG Export Project: Baggerwerken,
dumpen van gebaggerd materiaal in vooraf bepaalde
stortzones, aanleg van golfbreker.
63. Haven van Callao: Verdieping en verbreding van het
toegangskanaal naar de haventerminal.
OCEANIË
AUSTRALIË
64. Haven van Port Botany: Havenuitbreidingswerken.
65. Pluto LNG Project: Offshore steenstorten ter
bescherming van de pijpleiding en correctie van de vrije
overspanning.
66. Dampier - Pluto LNG Kanaal: Verbrijzelen van rots over
een afstand van 3 km.
67. Haven van Newcastle: Verdiepingsbaggerwerken
68. Gorgon Project: Onderwatersteenstorten langs de
pijpleidingen en verbindingsroutes voor de westkust van
Barrow Island in waterdieptes van -12 tot -60 m LAT.
69. Haven van Port Hedland: Baggerwerken voor een
derde aanlegplaats bij Anderson Point, bagger- en
landwinningswerken, baggeren in zeer ruwe gronden
met pompafstanden tot 4 km.
70. Haven van Port Hedland - Rapid Growth Project 5 & 6:
Baggeren en landwinning, baggeren van 4 nieuwe
aanmeerplaatsen en vertrekkanalen in de ijzerertsterminal
in Harriet and Nelson Point.
71. Devil Creek Development Project: Bouw van een
pijplijnoverbrugging voor de Reindeer pijpleiding en
steenstorten met valpijpschip.
activiteitenverslag 2010 | 103
NIEUW-CALEDONIË
72. Haven van Koniambo: Baggerwerken in het toegangskanaal
en havenbekken in het kader van het Koniambo
Nickel Project.
AZIË
CHINA
73. Haven van Tianjin: Chartercontract voor de TSHD
‘Vasco da Gama’, verbreden en verdiepen van het
toegangs kanaal.
INDIA
74. Haven van Tuticorin: Verdieping en uitbreiding van het
bestaande toegangskanaal en aanleg van een nieuw
havenbekken.
MALEISIË
75. Johor Bahru - Lido Boulevard: Landwinning van 50 ha
met residentiële doeleinden.
RUSLAND
76. Eiland Sakhalin – Sakhalin II Project: Steenstorten voor
herstellingswerken aan de PA-A, PA-B en LUNA
platformen en de offshore pijpleidingen.
SINGAPORE
77. Pulau Ubin en Pulau Tekong: Landwinning voor de
aanleg van beide eilanden (Deel 1).
78. Jurong Island Terminal (Fase 4): Landwinning.
79. Pasir Panjang Terminal (Fase 3 & 4): Landwinning.

activiteitenverslag 2010 | 104
50
54
55
53
56 57
51 52
58 59 60
47
48
61 63
62
49
46
31
35
36
32
33
34
39
37 38
41 42
45
40
44
43
14
15
12
22
24 23
25
13
17
16
18
6
5
4
3
2
1
21
11
19
20
10
9
8

.
7
30
27
29
26
28
74
75
73
77 78 79
70
71
65
66
69
68
activiteitenverslag 2010 | 105
76
64
67
72

activiteitenverslag 2010 | 106
8.3 Bijschriften
p.7 Kantoor DMM - Capellen (Luxemburg)
p.8 Sleephopperzuiger Cristóbal Colón bij
het binnenvaren van de baai in Rio De Janeiro (Brazilië)
p.9 Valpijpschip Simon Stevin aan het werk
p.11 Bouw van nieuwe haven
droogdokkencomplex - Duqm (Oman)
p.14 Uitbreiding ziekenhuis - Tielt (België)
p.14 Droog grondverzet met Hitachi 1900 -
Uitbreiding en verbreding van de toegang
tot de Atlantische Oceaan (Panama)
p.15 Verwerkingscentrum RC&TOP- Hulsdonk (België)
p.16 Sanering gipsberg - Zelzate (België)
p.16 Olielagunes - Pitesti (Roemenië)
p.29 Uitbreiding en verbreding van de
toegang tot de Atlantische Oceaan (Panama)
p.30 Cutterzuiger Ortelius Kluizendok - Gent (België)
p.31 Sleephopperzuiger Alexander von Humboldt
Westerschelde (België)
p.32 Sleephopperzuiger Cristóbal Colón
aan het werk in Cuxhaven (Duitsland)
p.34 Baggeren van de draaicirkel in de haven
van Lazaro Cardenas (Mexico)
p.35 Uitbreiding en verbreding van
de toegang tot de Atlantische Oceaan (Panama)
p.35 Cutterzuiger Marco Polo - Verdiepingsbaggerwerken van
het toegangskanaal naar de baai van Cartagena (Colombia)
p.36 Cutterzuiger Hondius - Verdiepingsbaggerwerken aan de
toegangskanalen en enkele aanlegplaatsen in de havens
van Salvador en Arratu (Brazilië)
p.36 Sleephopperzuiger De Bougainville - Callao (Peru)
p.37 Cutterzuiger Ibn Batutta op de Río Paraná (Argentinië)
p.38 Baggerwerken voor de heropening van
het toegangskanaal - Ambriz (Angola)
p.39 Baggerwerken voor de heropening van
het toegangskanaal - Ambriz (Angola)
p.40 Havenuitbreiding in Port Botany (Australië)
p.41 Havenuitbreiding in Port Botany (Australië)
p.41 Rapid Growth Project 5 & 6 - Port Hedland (Australië)
p.42 Sleephopperzuiger Vasco da Gama
p.43 Sleephopperzuiger Leiv Eiriksson
p.44 Cutterzuiger J.F.J. De Nul aan het werk
in de haven van Duqm (Oman)
p.45 Sleephopperzuigers Taccola & Francis Beaufort
Uitdiepen van de bestaande haven van Umm Qasr (Irak)
p.46 Manifa Field Causeway and Island Construction Project -
Manifa (Saudi-Arabië)
p.47 Valpijpschip Simon Stevin aan het
Moliqpak platform in Sakhalin (Rusland)

p.48 Valpijpschip La Boudeuse
p.48 Vullen van caissons in Arzew (Algerije)
p.50 Spoorverbinding Schuman-Josaphat - Brussel (België)
p.50 RVT Rusthuis - Zele (België)
p.51 Tuikabelbrug Noordbrug - Kortrijk (België)
p.52 Noordelijk toegangskanaal tot de Stille Oceaan (Panama)
p.54 Mobiele installatie voor ontwatering
en sedimentbehandeling
p.54 AMORAS baggerportiek - Antwerpen (België)
p.55 Sedimentbehandeling AMORAS - Antwerpen (België)
p.56 Arpechim Verwerkingsinstallatie voor de sanering
van oliesliblagunes - Pitesti (Roemenië)
p.59 Sleephopperzuiger Charles Darwin
p.60 Cutterzuiger Zheng He
p.60 Cutterzuiger Fernao de Magelhaes
p.60 Splijthopperzuiger De Lapérouse
p.61 Sleephopperzuiger Leiv Eiriksson
activiteitenverslag 2010 | 107
p.62 Sleephopperzuigers Arent-Boussole-Sebastiano
Caboto-Alvar Nuñez Cabeça de Vaca op de
scheepswerf in Xinhe (China)
p.64 Droog grondverzet met Hitachi 1900 - Uitbreiding en
verbreding van de toegang tot de Atlantische Oceaan
(Panama)
p.65 Kantoor DMM - Capellen (Luxemburg)
p.67 Bouw van nieuwe haven en droogdokkencomplex
Duqm (Oman)
p.71 Bouw van het derde sluizencomplex op het
Panamakanaal (Panama)

activiteitenverslag 2010 | 108

Jan De Nul Group (SOFIDRA SA)
BELGIË
Ondernemingen Jan De Nul NV
Tragel 60, 9308 Hofstade-Aalst I België
T Nat. Divisie: +32 53 73 15 11
Int. Divisie: +32 53 73 17 11
F +32 53 78 17 60 +32 53 77 28 55
info@jandenul.com
FRANKRIJK
Sodraco International SAS
32, place de la Gare, 59000 Lille I Frankrijk
info@sodraco.com
ITALIË
Jan De Nul (Italia) S.p.A.
Via Matteucci 38/F, 56124 Pisa I Italië
T +39 050 54 24 35 F +39 050 97 39 03
italy.office@jandenul.com
RUSLAND
Jan De Nul NV Russian Branch
Office A 415, Business Center Senator
V.I., 18th Line, 31, 199178 Saint-Petersburg
Rusland
T +7 812 332 50 64 F +7 812 332 50 63
russia.office@jandenul.com
NEDERLAND
Dredging and Contracting Rotterdam BV
P.O. Box 18024, 4601 ZA Bergen op Zoom
Zuid-Oostsingel 24D,
4611 BB Bergen op Zoom I Nederland
T +31 164 26 64 44 F +31 164 26 04 54
info@dcrnl.com
GROOT-BRITTANNIË
Jan De Nul (UK) Ltd.
Richmond House, High Street
Ascot Berks SL5 7HG I Groot-Brittannië
T +44 1344 627 010 F +44 1344 627 139
uk.office@jandenul.com
LUXEMBURG
Dredging and Maritime Management SA
34-36, Parc d’Activités Capellen
L-8308 Capellen
Luxemburg
T +352 39 89 11 F +352 39 96 43
info@dmmlux.com
ARGENTINIË
Hidrovia SA
Corrientes 316, Piso 2
(C1043AAQ) Buenos Aires I Argentinië
T +54 11 43 20 69 00 F +54 11 43 20 69 11
argentina.office@jandenul.com
dragado@hidrovia-sa.com.ar
BRAZILIË
Jan De Nul do Brasil Dragagem Ltda.
Av. Das Americas 700, Bloco 1, sala 201
22640-100 Barra da Tijuca, Rio de Janeiro, RJ
Brazilië
T +55 21 2132 73 71 F +55 21 2132 73 75
brasil.office@jandenul.com
MEXICO
Mexicana De Dragados SA de CV
Paseo de las Palmas No. 405 – Desp. 1104
Lomas de Chapultepec, 11000 México, D.F.
Mexico
T +52 55 53 95 59 60 F +52 55 53 95 58 75
info@mexicanadedragados.com
NIGERIA
Dredging and Reclamation Jan De Nul Ltd.
164B Ikeja Way, Dolphin Estate
Ikoyi, Lagos I Nigeria
T +234 1 269 67 66 F +234 1 269 67 68
nigeria.office@jandenul.com
SAUDI-ARABIË
Jan De Nul Saudi Arabia Co. Ltd.
P.O. Box 76616, Al-Khobar-31952 I Saudi-Arabië
T +966 3 887 72 35 F +966 3 887 72 53
activiteitenverslag 2010 | 109
MAURITIUS
Jan De Nul Pacific Ltd.
Suite 220, 2nd Floor
St. James Court, St. Denis Street
Port Louis I Mauritius
T +230 210 69 97 F +230 210 66 61
mauritius.office@jandenul.com
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN
Jan De Nul Dredging Ltd.
Office 116, Sultan Business Center
P.O.Box 28805, Bur Dubai, Dubai I V.A.E
T +971 4 335 55 47 F +971 4 335 53 56
middle.east.office@jandenul.com
jandenul@emirates.net.ae
INDIA
Jan De Nul Dredging India Pvt. Ltd.
No. 2 (1st Floor), 25th East Street
Kamaraj Nagar, Thiruvanmiyur
Chennai 600041 I India
T +91 44 2445 63 23 / 24 F +91 44 2445 63 25
info@jdnindia.com
FILIPPIJNEN
Jan De Nul NV Philippine Branch
The Excelsior Building, Room 303
161 Roxas Boulevard, Baclaran
Paranaque City 1700, Manila I Filippijnen
T +63 2 879 80 42 F +63 2 879 82 39
philippines.office@jandenul.com
SINGAPORE
Jan De Nul (Singapore) Pte. Ltd.
400, Orchard Road, # 18-06 Orchard Towers
238875 Singapore
T +65 6 235 27 90 F +65 6 235 27 91
singapore.office@jandenul.com
AUSTRALIË
Jan De Nul Australia Pty. Ltd.
Level 3, 9 Colin Street
West Perth, WA 6005 I Australië
T +61 8 9226 1882 F +61 8 9481 5922
australia.office@jandenul.com

activiteitenverslag 2010 | 110
This report is also available in English.
Ce rapport est également disponible en français.
Este informe también está disponible en español.
Dieser Bericht ist auch auf Deutsch erhältlich.
La presente relazione è anche disponibile in lingua italiana.
Contact: voor verduidelijking omtrent de gegevens in dit jaarverslag kan men zich
wenden tot Paul Lievens - Financiële Dienst - paul.lievens@jandenul.com
Verantwoordelijke uitgever: Jan De Nul Group
correspondentieadres: 34-36, Parc d’Activités Capellen, 8308 Capellen, Luxembourg

Jan De Nul Group (Sofidra SA)
Luxemburg
info@jandenulgroup.com
www.jandenul.com
Raad van Bestuur
J.P.J. De Nul, Dirk De Nul, Julie De Nul
Gérard Becquer, Paul Lievens, Johan Van Boxstael