Huishoudelijk_Reglement_2013-07 - Koninklijke Belgische Korfbal ...

5 - Het bondssecretariaat bezorgt binnen de 8 kalenderdagen aan de secretaris van het comité het reeds bestaande
dossier.
Al de partijen dienen opnieuw gelegenheid te krijgen hun standpunt te verdedigen.
6 - De uitspraak van het comité moet gedaan worden binnen de vier weken na ontvangst van het beroep op het
bondssecretariaat. Kan het comité zijn onderzoek niet binnen deze termijn beëindigen, dan meldt het tijdig de
reden(en) hiervan aan de Raad van Bestuur, die langs de Bestuurlijke Mededelingen de clubs inlicht. De
vooropgestelde termijn van vier weken is niet bindend. Het niet in acht nemen van deze periode door het comité
ingevolge moeilijkheden tijdens het onderzoek of ten gevolge omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, kan in
geen geval worden ingeroepen als een reden tot ongeldigheid van de uitspraak, of als reden tot cassatie. Het is de
bedoeling dat de afhandeling der zaken zo snel mogelijk geschiedt.
7 - De secretaris van het comité geeft de betrokken club(s) en de betrokken personen schriftelijk kennis van de
uitspraak, alsmede van de gronden waarop zij berust.
Een afschrift van de gemotiveerde uitspraak, tezamen met het volledig dossier, wordt tezelfdertijd aan het
bondssecretariaat gezonden. De gemotiveerde uitspraak wordt tevens in het eerstvolgende nummer van de
Bestuurlijke Mededelingen gepubliceerd.
Alle besluiten ingevolge beroepen tegen de uitspraak van het Disciplinair Comité zijn van uitvoerende kracht
minimum 14 kalenderdagen na schriftelijke kennisgeving van de uitspraak aan de betrokkenen (poststempel
geldend).
8 - Voor elk aanhangig gemaakt beroep zullen 50 k dossierkosten ten laste gelegd worden.
De ten laste gelegde dossierkosten worden niet aangerekend indien het beroep wordt gewonnen.
9 - Verzoek tot cassatie tegen de uitspraak van de onontvankelijkheid van het beroep of tegen de uitspraak van het
Comité voor behandeling van Beroepen geschiedt volgens de bepalingen voorzien in art. 50 van dit Huishoudelijk
Reglement.
Art. 50 : Cassatiecomité:
1 - Het Cassatiecomité behandelt elk verzoek tot cassatie ingediend tegen een uitspraak van het Comité voor
behandeling van Beroepen of tegen een met toepassing van punt 4.3.b. van Bijlage 2 aan het Reglement van
Wedstrijden “Procedure behandeling tuchtzaken Disciplinair Comité” aanvaarde minnelijke schikking.
Het Cassatiecomité kan enkel verbreken op grond van:
- procedurefouten;
- verkeerde interpretatie van de reglementen K.B.K.B. en/of de spelregels.
2 - Enkel een opgelegde straf uitgedrukt in wedstrijdblokken of die minder is dan drie maanden wordt opgeschort tot de
onontvankelijkheid van het verzoek tot cassatie wordt bevestigd, of tot de uitspraak van het Cassatiecomité wordt
bekend gemaakt.
3 - Het comité bestaat uit minstens drie leden, benoemd door de Raad van Bestuur, die tevens bepaalt wie als voorzitter
zal optreden.
Een lid van de Raad van Bestuur kan niet als lid van het Cassatiecomité benoemd worden.
Geen der leden van het comité mogen noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks betrokken zijn bij een te behandelen
cassatie. Indien dit het geval is kunnen zij geen zitting hebben.
4 - Elk verzoek tot cassatie moet, op straffe van nietigheid, gemotiveerd, met vermelding van de gronden tot cassatie,
door de clubsecretaris, het individuele lid, de geaffilieerde (in het geval van art. 15 van dit reglement), of de
recreant, binnen de 10 kalenderdagen na bekendmaking van de uitspraak van het Comité voor behandeling van
Beroepen of ingeval van een minnelijke schikking 10 kalenderdagen na publicatie in de Bestuurlijke
Mededelingen, per ter post aangetekend schrijven aan het bondssecretariaat gezonden worden.
Betreft het een verzoek tot cassatie tegen een beroep van een uitspraak van het Disciplinair Comité, dan dient het
aangetekend schrijven tevens het eigenhandig geschreven, gedateerd en ondertekend akkoord te vermelden van elke
betrokkene tegen wiens opgelegde straf verzoek tot cassatie wordt ingediend. Is de betrokkene minderjarig, dan
moet het verzoek tot cassatie medeondertekend voor akkoord door een wettelijke vertegenwoordiger van deze
betrokkene met vermelding van zijn naam, voornaam, geboortedatum, adres en nationaliteit.
5 - Het bondssecretariaat bezorgt binnen de 8 kalenderdagen aan de secretaris van het comité het reeds bestaande
dossier. De secretaris van het Cassatiecomité geeft de betrokken partijen kennis van het cassatieverzoek. Al de
partijen krijgen gelegenheid hun standpunt toe te lichten.
6 - Bij verbreking behandelt het Cassatiecomité het beroep opnieuw en krijgen al de partijen opnieuw de gelegenheid
hun standpunt ten gronde te verdedigen. Het Cassatiecomité doet in laatste aanleg uitspraak
7 - De uitspraak van het comité moet gedaan worden binnen de vier weken na ontvangst van het verzoek tot cassatie op
het bondssecretariaat. Kan het comité zijn onderzoek niet binnen deze termijn beëindigen dan meldt het tijdig de
reden(en) hiervan aan de Raad van Bestuur, die langs de Bestuurlijke Mededelingen de clubs inlicht. De
vooropgestelde termijn van vier weken is niet bindend. Het niet in acht nemen van deze periode door het comité
ingevolge moeilijkheden tijdens het onderzoek of ten gevolge omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, kan in
Editie: 2012-11 Huishoudelijk Reglement 14 van 30