24.09.2013 Views

voorjaar 2012 - Epo

voorjaar 2012 - Epo

voorjaar 2012 - Epo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

uitgeverij epo <strong>voorjaar</strong> <strong>2012</strong> www.epo.be<br />

ik léés nooit boeken, ik verslind ze


EPO geeft jaarlijks een 35-tal boeken uit over politieke, economische, sociale,<br />

sociaal-culturele, sociaalpsychologische en historische thema’s. Origineel<br />

Nederlandstalige non-fi ctie, maar ook vertalingen. EPO behoort niet tot<br />

een grote uitgeversgroep en kiest voor een onafhankelijke koers. Dat is de<br />

beste garantie voor het behoud van het profi el. In onze boeken geen offi ciële<br />

waarheden en geen eenheidsdenken, maar feitelijke analyses, achterkanten<br />

van het offi ciële gelijk, de ontrafeling van mythes. Onze boeken richten zich<br />

daarbij niet tot een kleine groep specialisten, maar tot een breed publiek.<br />

<br />

<br />

Loïc Wacquant<br />

Paria’s<br />

van de stad<br />

Ze zeggen<br />

dat ik<br />

niet goed<br />

wijs ben<br />

Woord vooraf<br />

Jo Vandeurzen<br />

[2]<br />

RE<br />

BEL<br />

LEN<br />

PAUL VERREPT<br />

twee vrienden<br />

LARRIOS<br />

ANNE<br />

MORELLI<br />

[RED.]<br />

REBELLEN<br />

VAN DE GALLIËRS TOT DE ANDERSGLOBALISTEN<br />

MICHAEL<br />

PARENTI HOE DE<br />

RIJKEN<br />

DE WERELD<br />

REGEREN<br />

Johan Op de Beeck<br />

Napoleons<br />

nachtmerrie<br />

:<br />

hoe de keizer<br />

en zijn soldaten<br />

ten onder gingen<br />

in Rusland<br />

GROND<br />

STOF<br />

FEN<br />

RAF<br />

CUSTERS<br />

8 9 1 1<br />

2<br />

7<br />

1 2<br />

7<br />

2<br />

3<br />

8<br />

6<br />

3<br />

3 6<br />

4<br />

7<br />

5<br />

4<br />

4<br />

5<br />

5<br />

6<br />

Lucas Catherine<br />

En de Mens<br />

schiep god


Verschijningskalender <strong>voorjaar</strong> <strong>2012</strong><br />

januari<br />

Ze zeggen dat ik niet goed wijs ben, Felix Sperans<br />

Twee vrienden, Paul Verrept (Larrios)<br />

februari<br />

Hoe de rijken de wereld regeren, Michael Parenti<br />

Jaap Kruithof. Teksten voor de toekomst, geselecteerd door Rik Pinxten, Ronald<br />

Commers en Luc Desmedt (red.)<br />

Paria’s van de stad, Loïc Wacquant<br />

Kleine verhalen over solidarteit, Lieven Vanhoutte, met foto’s van René Van<br />

Cauwenberge<br />

maart<br />

Architectonica. Een thuis voor mensen met dementie, Erik Stroobants en Patrick Verhaest<br />

Electrabel & co. Waarom jouw energie zo duur is, Tom De Meester<br />

En de Mens schiep god, Lucas Catherine<br />

april<br />

De diepte van de Bosporus. Een biografi e van Turkije, Peter Edel<br />

Napoleons nachtmerrie. 1812: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in Rusland,<br />

Johan Op de Beeck<br />

Rebellen. Van de Galliërs tot de andersglobalisten, Anne Morelli (red.)<br />

De Arabische revolutie, Sami Zemni (red.) (i.s.m. MENARG)<br />

mei<br />

Grondstoffen, Raf Custers<br />

Min Zhu. Democratie met Chinese karakteristieken, Ng Sauw Tjhoi


maatschappij<br />

<br />

<br />

Rik Pinxten, sinds 1983<br />

professor culturele antropologie<br />

aan de Ugent, studeerde<br />

onder Jaap Kruithof aan<br />

de Gentse universiteit.<br />

Moraalfi losoof Ronald<br />

Commers is emeritus<br />

gewoon hoogleraar aan<br />

de universiteit van Gent.<br />

Hij was 25 jaar lang een<br />

naaste medewerker van Jaap<br />

Kruithof.<br />

Luc Desmedt is<br />

licentiaat psychologische<br />

wetenschappen. Hij was<br />

25 jaar directeur van de<br />

Humanistisch-Vrijzinnige<br />

Vereniging.<br />

isbn 978 94 91297 20 5<br />

nur 740<br />

a-boek<br />

hardcover, 15 x 22,5 cm<br />

ca. 400 pagina’s<br />

ca. € 35,00<br />

verschijnt februari <strong>2012</strong><br />

[4]<br />

Coverfoto: © Filip Claus<br />

Geselecteerd door Rik Pinxten,<br />

Ronald Commers en Luc Desmedt (red.)<br />

Jaap Kruithof<br />

Teksten voor de toekomst<br />

Professor Jaap Kruithof (1934-2009) was de moraalfi -<br />

losoof en politieke doordenker die mensen een geweten<br />

schopte. Hij kon een groot publiek begeesteren met zijn<br />

doorgedreven analyses over hoe alles, tot en met mens en<br />

natuur zelf, ondergeschikt geraakt is aan marktdenken en<br />

winstbejag.<br />

Dit boek is een bundel van artikels en stukken uit zijn<br />

boeken. Ze tonen hoe eigentijds en bruikbaar Kruithof<br />

wel is gebleven, bijvoorbeeld met zijn ideeën over het<br />

neoliberalisme. Een nieuwe generatie kan er de inspiratie<br />

in vinden voor een brede en hoopvolle kijk die vandaag<br />

zozeer ontbreekt in het snelle mediadenken. De doordachte<br />

gedrevenheid en de grote culturele interesse van<br />

Jaap Kruithof dompelen de lezer onder in een proces van<br />

confrontatie en herkenning. Dat leidt tot een gewetensvolle<br />

zoektocht naar meer rechtvaardigheid en politiekmorele<br />

eerlijkheid in een wereld die dikwijls alleen maar<br />

materialistisch is en koud.


Anne Morelli (red.)<br />

Rebellen<br />

Van de Galliërs tot de andersglobalisten<br />

Ongewenste mistoestanden. Of ze zich nu voordoen op<br />

economisch, sociaal, politiek of institutioneel vlak, de bevolking<br />

in ons land reageert er vaak gelaten op. Nochtans<br />

bewijzen collectieve acties uit het verleden dat de loop<br />

van de geschiedenis wel degelijk veranderd kan worden.<br />

Van boerenopstanden tot stakingen die aan de basis liggen<br />

van onze sociale zekerheid, van het ‘verzet’ van de Galliërs<br />

tot de acties van de andersglobalisten.<br />

Negentien vermaarde historici uit het noorden en het<br />

zuiden van ons land leggen díe bladzijden uit onze geschiedenis<br />

bloot waarvan de offi ciële bronnen – onveranderlijk<br />

die van de gevestigde macht – geen gewag maken.<br />

Een geschiedenis die inspiratie biedt aan iedereen die zich<br />

weigert neer te leggen bij onaanvaardbare toestanden.<br />

Oospronkelijke titel : REBELLES ET SUBVERSIFS DE NOS RÉGI-<br />

ONS. DES GAULOIS JUSQU’À NOS JOURS. Couleurs livres, 2011.<br />

Uit het frans vertaald door Nancy Seghers.<br />

geschiedenis<br />

RE<br />

BEL<br />

LEN<br />

ANNE<br />

MORELLI<br />

[RED.]<br />

REBELLEN<br />

VAN DE GALLIËRS TOT DE ANDERSGLOBALISTEN<br />

Anne Morelli is doctor<br />

in de geschiedenis en<br />

professor aan de ULB. Zij<br />

publiceerde eerder bij EPO<br />

o.a. de bestseller De grote<br />

mythen uit de geschiedenis van<br />

België, Vlaanderen en Wallonië<br />

(1996) en Rubino. De aanslag<br />

op Leopold II (2009).<br />

isbn 978 94 91297 23 6<br />

nur 680<br />

a-boek<br />

paperback, 15 x 22,5 cm,<br />

geïllustreerd<br />

ca. 384 pagina’s<br />

ca. € 25,00<br />

verschijnt april <strong>2012</strong><br />

[5]


geschiedenis<br />

Johan Op de Beeck<br />

Napoleons<br />

nachtmerrie<br />

:<br />

hoe de keizer<br />

en zijn soldaten<br />

ten onder gingen<br />

in Rusland<br />

Johan Op de Beeck<br />

was journalist en nieuwsanker<br />

bij de VRT, TV Limburg en<br />

Kanaal Z. Hij maakte tv-documentaires<br />

en presenteerde<br />

talkshows en debatprogramma’s.<br />

Vandaag is hij publicist<br />

en communicatieadviseur. Hij<br />

publiceerde eerder bij EPO<br />

het succesvolle Blues. Seks,<br />

moed en tegenspoed (2010).<br />

Isbn 978 94 91297 24 3<br />

Nur 680<br />

A-boek<br />

Paperback, 15 x 22,5 cm,<br />

met fotokaternen in kleur<br />

Ca. 380 pagina’s<br />

Ca. € 25,00<br />

Verschijnt april <strong>2012</strong><br />

[6]<br />

Johan Op de Beeck<br />

Napoleons nachtmerrie<br />

1812: hoe de keizer en zijn soldaten ten onder gingen in<br />

Rusland<br />

1812: het leger van Napoleon marcheert Rusland binnen.<br />

Het wordt het strafste verhaal uit de moderne Europese<br />

geschiedenis, een verhaal dat twee jaar later met de<br />

ondergang van de ongenaakbaar gewaande Napoleon en<br />

van het Frankrijk van de Revolutie zijn climax bereikt. De<br />

helden van dit relaas waren ook soldaten van bij ons, uit<br />

België en Nederland. Ze beleefden een tragedie op kolossale<br />

schaal. Sommigen overleefden de vreselijke tocht door<br />

de Russische winter en schreven onthutsende memoires.<br />

Johan Op de Beeck combineerde een groot aantal van<br />

die ooggetuigenverslagen met een politieke en militaire<br />

analyse van een confl ict dat de toekomst van Europa heeft<br />

veranderd. Want de gevolgen van 1812 hebben mee bepaald<br />

hoe de volgende tweehonderd jaar zijn verlopen.<br />

Spannende non-fi ctie voor iedereen.


Lucas Catherine<br />

En de Mens schiep god<br />

De meeste werken die tegenwoordig religie bekritiseren,<br />

beperken zich tot het gewelddadige karakter van geinstitutionaliseerde<br />

godsdiensten. Of ze houden het bij een<br />

kritiek op hun conservatieve of achterlijke moraal. Echte<br />

kritiek op het mechanisme dat godsdienst produceert, gebeurt<br />

nog zelden. Waar de negentiende eeuw bulkte van de<br />

kritiek op de historiciteit van de Bijbelverhalen en terecht<br />

de historiciteit van Jezus van Nazareth in vraag stelde, is dit<br />

nu een niche voor specialisten. Atheïsten zijn daar blijkbaar<br />

niet langer in geïnteresseerd. Lucas Catherine wel.<br />

Het mythische karakter van alle godsdiensten, en zeker<br />

van het christendom, is het onderwerp van zijn boek. De<br />

verhalen van het Oude Testament zijn allemaal gebaseerd<br />

op nog oudere verhalen die als mythen circuleerden in het<br />

Midden-Oosten. En de Mens schiep god is een boek voor<br />

wie ‘verstand heeft en geen godsdienst’ zoals de Arabische<br />

fi losoof Abu Ala al Ma’ari al schreef rond het jaar 1000.<br />

Dit is een herziene uitgave van DE GELAAGDE RELIGIE dat<br />

vijftien jaar geleden verscheen.<br />

maatschappij<br />

8 9 1 1<br />

2<br />

7<br />

1 2<br />

7<br />

2<br />

3<br />

8<br />

6<br />

3<br />

3 6<br />

4<br />

7<br />

5<br />

4<br />

4<br />

5<br />

5<br />

6<br />

Lucas Catherine<br />

En de Mens<br />

schiep god<br />

Lucas Catherine<br />

schrijft over de islam en de<br />

Arabische wereld. Eerder<br />

publiceerde hij bij EPO o.a.<br />

Islam voor ongelovigen (1997),<br />

Gaza. Geschiedenis van de Palestijnse<br />

tragedie (samen met<br />

Charles Ducal, 2009), De Israëllobby<br />

(2010) en Wandelen<br />

naar Kongo (2006).<br />

Isbn 978 94 91297 25 0<br />

Nur 740<br />

A-boek<br />

Paperback, 12,5 x 20 cm<br />

Ca. 200 pagina’s<br />

Ca. € 17,00<br />

Verschijnt maart <strong>2012</strong><br />

[7]


maatschappij<br />

Loïc Wacquant<br />

Paria’s<br />

van de stad<br />

Loïc Wacquant is<br />

professor aan de Universiteit<br />

van California in Berkeley en<br />

onderzoeker aan het Europees<br />

Centrum voor Sociologie en<br />

Politieke Wetenschappen in<br />

Parijs. Zijn boeken zijn verschenen<br />

in twintig talen. EPO<br />

publiceerde eerder van hem<br />

Straf de armen. Het nieuwe beleid<br />

van de sociale onzekerheid (2010,<br />

2 e geactualiseerde druk).<br />

Isbn 978 94 91297 21 2<br />

Nur 740<br />

W-boek<br />

Paperback, 15 x 22,5 cm<br />

Ca. 400 pagina’s<br />

Ca. € 28,50<br />

Verschijnt februari <strong>2012</strong><br />

[8]<br />

Loïc Wacquant<br />

Paria’s van de stad<br />

PARIA’S VAN DE STAD neemt de lezer mee naar het zwarte<br />

getto van Chicago en de banlieues in Frankrijk. Aan de<br />

hand van oorspronkelijk veldwerk, statistisch onderzoek<br />

en historische gegevens bewijst Loïc Wacquant dat er grote<br />

verschillen zijn tussen de stedelijke marginaliteit in Europa<br />

en in de VS. Aan weerszijden van de oceaan bepalen vooral<br />

het overheidsbeleid en de structuren van de staat hoe klasse,<br />

ras en woonplaats elkaar beïnvloeden.<br />

Dit boek werpt een nieuw licht op de explosieve mix van<br />

toenemende armoede, onvoorstelbare rijkdom en straatgeweld<br />

in de grote steden van de Eerste Wereld. Het reikt<br />

onmisbare instrumenten aan om stedelijke marginaliteit te<br />

herdefi niëren en het publieke debat over sociale ongelijkheid<br />

en burgerschap een nieuwe impuls te geven.<br />

Oorspronkelijke titel: URBAN OUTCASTS. Polity Press, 2008.<br />

Uit het Engels vertaald door Tineke Jager, Dries Rombouts<br />

en Geert Verschueren<br />

Loïc Wacquant komt in<br />

MAART <strong>2012</strong> naar Nederland<br />

en België voor lezingen


Michael Parenti<br />

Hoe de rijken de wereld<br />

regeren<br />

Een klein groepje mensen, goed voor minder dan 1% van<br />

de wereldbevolking, dat ervan droomt om van de hele planeet<br />

een derdewereldgebied te maken: het had het script<br />

van de nieuwe sciencefi ctionfi lm van George Lucas kunnen<br />

zijn maar het is helaas het vertrekpunt van het nieuwe boek<br />

van Michael Parenti. Helaas: omdat Parenti niet aan fi ctie<br />

doet. Waarom zou je, als de realiteit spectaculairder is? Als je<br />

effectief te maken krijgt met een elite die een nieuwe wereldorde<br />

wil scheppen waarin het kapitaal alles overheerst,<br />

waar geen openbare sector meer bestaat en waar over vakbonden<br />

niet meer gesproken wordt? ‘Ze willen korte metten<br />

maken met een welvarende, geletterde, effi ciënt georganiseerde<br />

arbeidersklasse, maar ook met een hoogopgeleide<br />

middenklasse die eigen plannen en ambities koestert’, waarschuwt<br />

de auteur. Zeg niet dat u het niet wist.<br />

Oorspronkelijke titel: THE FACE OF IMPERIALISM. Paradigm Publishers,<br />

2011. Uit het Engels vertaald door Jan Reyniers.<br />

Michael Parenti spreekt op<br />

Mind The Book, ZONDAG 11<br />

MAART <strong>2012</strong>, Vooruit, Gent<br />

politiek<br />

MICHAEL<br />

PARENTI<br />

HOE DE<br />

RIJKEN<br />

DE WERELD<br />

REGEREN<br />

Michael Parenti is<br />

doctor in de politieke wetenschappen<br />

en een van de<br />

belangrijkste progressieve<br />

denkers in de VS. Zijn boeken<br />

zijn in meerdere talen<br />

vertaald. Bij EPO verschenen<br />

eerder van hem o.a. Democratie<br />

voor de elite (2008) en<br />

God en zijn demonen (2011).<br />

Isbn 978 94 91297 19 9<br />

Nur 740<br />

A-boek<br />

Paperback, 12,5 x 20 cm<br />

Ca. 184 pagina’s<br />

Ca. € 18,00<br />

Verschijnt februari <strong>2012</strong><br />

[9]


maatschappij<br />

GROND<br />

STOF<br />

FEN<br />

RAF<br />

CUSTERS<br />

Raf Custers is historicus<br />

en journalist. Hij werkt als<br />

researcher voor de Groupe de<br />

recherche pour une stratégie<br />

économique alternative<br />

(GRESEA). Al dertig jaar<br />

maakt hij reportages over<br />

volkeren die hun eigen lot<br />

in handen nemen, vooral in<br />

Afrika. Hij publiceerde eerder<br />

Blinde cargo. De verstekelingen<br />

van de Elise D. (EPO, 1996)<br />

en is co-auteur van Mediaactivisme.<br />

Don’t hate the media,<br />

be the media (EPO, 2004).<br />

Isbn 978 94 91297 26 7<br />

Nur 740<br />

A-boek<br />

Paperback, 15 x 22,5 cm<br />

Ca. 280 pagina’s<br />

Ca. € 20,00<br />

Verschijnt mei <strong>2012</strong><br />

[10]<br />

Raf Custers<br />

Grondstoffen<br />

Iemand zei ooit: grondstoffen zijn niet, ze worden. Pas<br />

als je er iets mee maakt – fl atscreens, windmolens, gsm’s –<br />

krijgen grondstoffen waarde. Europa kan niet zonder.<br />

Zonder brandstof vallen auto’s stil. Maar zonder grondstoffen?<br />

Dan zijn er eenvoudigweg geen auto’s. Neem nu<br />

koper. Weet u hoeveel kilometer koperdraad er in één<br />

auto zit? En veel van dat koper komt uit Afrika. Goed,<br />

denk je dan, een troef voor Afrika, het continent hoort er<br />

beter van te worden.<br />

In een dozijn Afrikaanse verkenningen, van Hotel 6600<br />

Volt in Katanga tot de grootste waterkering in Mali, zoekt<br />

Raf Custers uit of Afrika er inderdaad beter van wordt.<br />

Hij gaat ervoor door het stof in Laayoun, trapt op zere<br />

tenen in Kivu en ziet hoe een van ’s werelds mijnreuzen<br />

in Zuid-Afrika de stroom aftapt. De rush naar grondstoffen<br />

heeft Afrika al gehad. De faire deals: die moeten nog<br />

komen...<br />

Met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor<br />

Bijzondere Journalistiek<br />

In samenwerking met GRESEA


Lieven Vanhoutte<br />

Met foto’s van René Van Cauwenberge<br />

Kleine verhalen over<br />

solidariteit<br />

Vakbondswerking is meer dan alleen maar vergaderingen<br />

en congressen. Dat bewijst dit boek, dat een inspirerende<br />

wandeling biedt doorheen dertig jaar syndicaal engagement<br />

en internationaal activisme. Vanuit de ontwapenende<br />

beschrijving van persoonlijke contacten en belevenissen<br />

geeft de auteur een unieke inkijk op een brede waaier van<br />

internationale samenlevingsproblemen.<br />

Lieven Vanhoutte bouwt zijn visie op vanuit de mens, eerder<br />

dan vanuit grenzen of structuren. Internationale solidariteit<br />

krijgt daardoor een gezicht. Ook letterlijk, door<br />

de samenwerking met fotograaf René Van Cauwenberge.<br />

De concrete verhalen schetsen het onrecht waar vakbonden<br />

wereldwijd tegen vechten. Waardig werk en een waardig<br />

leven zijn niet enkel een holle slogan. Het is ook het<br />

verhaal van Ekki, Bongi en Atef, het is het verhaal van<br />

hun strijd.<br />

Met de steun van de Algemene Centrale van het ABVV<br />

maatschappij<br />

<br />

<br />

<br />

Lieven Vanhoutte is<br />

sociaal pedagoog, journalist<br />

en coördinator Europese en<br />

internationale actie van de<br />

Algemene Centrale van het<br />

ABVV. Zijn reisblogs vormden<br />

de basis voor dit boek.<br />

René Van Cauwenberge<br />

is gewestelijk<br />

voorzitter van de Algemene<br />

Centrale van het ABVV-<br />

Vlaams-Brabant. Hij organiseert<br />

al jaren internationale<br />

solidariteitsprojecten. Zijn<br />

eenvoudige foto’s geven<br />

vaak beter dan paginalange<br />

teksten de realiteit weer.<br />

Isbn 978 94 91297 22 9<br />

Nur 740<br />

A-boek<br />

Paperback, 17 x 21 cm, met<br />

fotokaternen in kleur<br />

184 pagina’s<br />

€ 15,00<br />

Verschijnt februari <strong>2012</strong><br />

[11]


gezondheid<br />

Felix Sperans<br />

Ze zeggen<br />

dat ik<br />

niet goed<br />

wijs ben<br />

Woord vooraf<br />

Jo Vandeurzen<br />

Felix Sperans is psychiatrisch<br />

patiënt. Hij publiceerde<br />

meerdere boeken,<br />

waaronder Bij de psychiater<br />

(EPO, 1997, met Marc De<br />

Hert).<br />

Isbn 978 94 91297 18 2<br />

Nur 895<br />

A-boek<br />

Paperback, 12,5 x 20 cm<br />

168 pagina’s<br />

€ 17,50<br />

Verschijnt januari <strong>2012</strong><br />

[12]<br />

Felix Sperans<br />

Met een voorwoord van minister Jo Vandeurzen<br />

Ze zeggen dat ik<br />

niet goed wijs ben<br />

Felix Sperans houdt niet van details. Felix heeft enkel<br />

oog voor de hoofdlijnen van het leven. Benieuwd hoe hij<br />

als psychiatrisch patiënt dan wel tegen het leven aankijkt<br />

en de ‘helaasheid’ ervan overwint? Dan moet u zijn levensverhaal<br />

zeker lezen.<br />

Waar kom ik vandaan? Wat kom ik hier doen? Waar ga ik<br />

naartoe? Voor wie wakker ligt van deze grote vragen, of<br />

het niet meer ziet zitten in dit leven, is dit boek een must.<br />

Psychiatrische patiënten, hun omgeving en hulpverleners<br />

zullen zich door dit boek verbonden voelen met ervaringsdeskundige<br />

Felix. En voor wie niet nadenkt over zin<br />

en onzin van leven en dood of geen ervaring heeft met<br />

de psychiatrie: u zal verwonderd opkijken als u de wereld<br />

van Felix betreedt.<br />

Ze zeggen dat ik niet goed wijs ben, een boek dat niemand<br />

onberoerd zal laten.


Paul Verrept<br />

Twee vrienden<br />

- U hebt warme handen. Een stevige handdruk. Daar<br />

hou ik van.<br />

- Laat u me nu met rust!?<br />

- Rust. U hebt gelijk. Ik moet even rusten. Het was een<br />

verre tocht.<br />

- Welke tocht?<br />

- Mijn tocht naar u.<br />

Paul Verrept schreef Twee vrienden voor de acteurs Sara De<br />

Bosschere en Luc Nuyens. Het is een spetterende dialoog<br />

tussen meneer A en meneer B. Een koddige ode aan een<br />

vriendschap die wringt maar onvermijdelijk is...<br />

De Roovers en Villanella maakten een mooie theatervoorstelling<br />

van TWEE VRIENDEN!<br />

prentenboek<br />

PAUL VERREPT<br />

twee vrienden<br />

LARRIOS<br />

Paul Verrept is schrijver,<br />

illustrator en grafi sch<br />

ontwerper.<br />

Isbn 978 94 91297 17 5<br />

Nur 280<br />

A-boek<br />

Paperback, 12,5 x 20 cm,<br />

volledig in kleur<br />

80 pagina’s<br />

€ 11,95<br />

Verschijnt januari <strong>2012</strong><br />

[13]


genomineerd voor de groene waterman prijs<br />

Jan Blommaert<br />

De heruitvinding van de samenleving<br />

[14]<br />

‘Jan Blommaert is zonder twijfel de Vlaamse Noam<br />

Chomsky. Als geen ander weet hij de verborgen mechanismen<br />

van onze neoliberale samenleving bloot te leggen<br />

en alternatieven te formuleren. Net zoals bij Chomsky<br />

zal hij steeds meer gemarginaliseerd worden, want “the<br />

truth is inconvenient”.’ – Björn Siffer<br />

De heruitvinding van de samenleving<br />

Jan Blommaert<br />

Isbn 978 94 91297 07 6 | 160 pagina’s | € 15,00


genomineerd voor de groene waterman prijs<br />

4 sterren in DE STANDAARD DER LETTEREN<br />

Korneel De Rynck (tekst), Frederik Buyckx (foto’s)<br />

De tuin van Tito<br />

Een reis langs de spoorlijn Belgrado-Sarajevo<br />

‘Een boeiend en revelerend reisverhaal vol pakkende<br />

en oprechte getuigenissen.’ – De Standaard der Letteren<br />

‘Een mooie, eerlijke en gevoelige beschrijving van het leven in<br />

de post-Joegoslavische landen. Het boek geeft de sfeer op de<br />

Balkan vroeger en vandaag voortreffelijk weer, met respect voor<br />

alle bevolkingsgroepen, en vooral voor de gewone mensen die<br />

het pad van de auteur hebben gekruist. Een relaas dat leest als<br />

een trein.’ – Stefan Blommaert, VRT-journalist en<br />

Oost-Europa-kenner<br />

De tuin van Tito. Een reis langs de spoorlijn Belgrado-Sarajevo<br />

Korneel De Rynck en Frederik Buyckx<br />

Isbn 978 94 91297 06 9 | 320 pagina’s | € 24,50<br />

[15]


Ze zeggen dat ik niet<br />

goed wijs ben<br />

[16]<br />

Nieuwe titels<br />

_____<br />

Hoe de rijken de wereld<br />

regeren<br />

Paria’s van de stad Kleine verhalen over<br />

solidarteit<br />

Napoleons nachtmerrie<br />

Twee vrienden<br />

Jaap Kruithof<br />

Rebellen<br />

En de Mens schiep god Grondstoffen


herdrukken<br />

JEF MAES<br />

Uw sociale zekerheid in gevaar<br />

Isbn 978 90 6445 759 3 | Nur 740<br />

Paperback, 12,5 x 20 cm | 160p. | € 15,00<br />

VIJFDE DRUK<br />

GILBERT DE SWERT<br />

Het pensioenspook<br />

Isbn 978 90 6445 864 4 | Nur 740<br />

Paperback, 15 x 22,5 cm | 240p. | € 18,50<br />

TWEEDE DRUK<br />

JAN BLOMMAERT<br />

Socialisme voor (her)beginners<br />

Isbn 978 90 6445 650 3 | Nur 740<br />

Paperback, 12,5 x 12,5 cm | 120p. | € 6,50<br />

DERDE DRUK<br />

PETER VERMEULEN, ANNEMIE MERTENS,<br />

KOBE VANROY<br />

Autisme en normale begaafdheid<br />

in het onderwijs<br />

Co-editie met Autisme Centraal (VDA) en uitgeverij Acco<br />

Isbn 978 90 6445 715 9 | Nur 895<br />

Paperback, 12,5 x 20 cm | 224p. | € 19,00<br />

TWEEDE DRUK<br />

[17]


Links boert achteruit En zo zijt ge via de schoonheid van Anniekske Boetiekske en de smeerlapperij van de gipsberg en het slibstort in de jaren 90 beland. In de voorbije hoofdstukken hebt ge beschreven hoe de socialen in de jaren 70 en 80 bijna heel<br />

hun zuil verloren zagen gaan en hoe dat pas in 1988 zijn consequenties had in het stemhokje. Hoe de oude en verbitterde burgemeester Danschutter misprijzend naar zijn opvolger John Schenkels keek en strijk en zet minder gegeneerd konkelfoesde<br />

met de rivaal van Schenkels, schepen Eric De Wispelaere. Ge hebt ook uitgelegd hoe Van Acoleyen en cie. een vaste plaats afdwongen in ’t fabrieksdorp. Er was de werking rond Sidmar met Dirk Goemaere, de oud-student van Jaap Kruithof die door de<br />

directie werd afgedankt omdat het werkvolk hem als délégué verkoos. Er waren alle mogelijke acties met Zelzate als decor. Maar de jaren 90 draaien anders uit dan de halve eeuw daarvoor waarin rood troef was. Uw voorgevoelen over overspannenheid<br />

en burn-out wordt waar. Zelzate wordt bijna geschrapt als Vlaamse domicilie van Ana Chronisme: links leeft nog in ’t fabrieksdorp maar boert toch achteruit. Eigenlijk zijn de socialen het koningsdrama rond Livien Danschutter nooit te boven gekomen. Zeg<br />

gerust dat met King Lear niet alleen charisma maar ook ideologie uit de partij verdwijnt. John Schenkels is een pragmatische manager met een goed diploma en dito stel hersens maar is nooit vakbondssecretaris geweest. En of hij het volk oproept om op te<br />

stappen met de verdrukte scharen om vorsten en groten tot brij te vertrappen, daar hebt ge ook zo uw twijfels over. Ge denkt dan aan die keer dat hij in Noorderlicht schreef dat een socialistisch partijblad zeker geen polemiek mag voeren, noch aanvallend mag<br />

zijn. Het zinnetje blijft u intrigeren. Als hij zo denkt, hoe moet hij zijn partijafdeling dan besturen? Veel jaren nadat Schenkels een coalitie sloot met de toenmalige PVV waarschuwde boegbeeld Louis Tobback zijn partijgenoten voor akkoorden met de liberalen:<br />

ge begint met paars maar eindigt bont en blauw. Nu, ge wilt het belang van die ideologische vervelling ook niet overdrijven. Au fond draaide de oprichting van scheurlijst Zelzate Oost en West niet daarover maar over de misnoegdheid van Danschutter en De<br />

Wispelaere. Het ZOW-programma is een dunne kopie van dat van de socialen maar dan overgoten met een revanchistisch sausje: het oosten van Zelzate, de meest rijke en minst volkse kant, wordt voorgetrokken! En ge denkt: typisch Zelzaats. Terwijl het Blok<br />

door Vlaanderen marcheert met een boodschap die de witten opdraait tegen de bruinen, komt in Zelzate een partij op die wijst op het verschil tussen de twee kanten van Zelzate. Dat de boodschap aanslaat bij de verkiezingen van 1994 zegt vooral veel over de<br />

populariteit van Danschutter en De Wispelaere. ZOW overtuigt 20,4 % van de Zelzatenaren en wordt in één klap de tweede partij. De SP verliest 9,4 %. In ’t Noorderlicht zijn er die hun klak opeten van colère. Om het nog wranger te maken, Schenkels en cie.<br />

nemen naast de liberalen ook ZOW in de coalitie op. Dat leidt alras tot woelige zittingen van het schepencollege. ‘Een keer moeten de ZOW-schepenen zelfs met dwang aan een schepencollege deelnemen. Burgemeester Schenkels stuurt zelfs politie naar de<br />

spijbelaars.’ Zo stond het in De Morgen. Heeft het einde van de grote verhalen ook Zelzate bereikt, nu de ontzuiling toch stilaan zijn werk heeft gedaan? Och, de malaise van links is algemeen. De CVP verliest 8,62 %, het ACW was met het politiek pensioen van<br />

meneer Laureys al veel van zijn macht verloren, en de PVDA verliest 2,12 %. ‘Het was eigenlijk ongeloofl ijk dat de mensen nog voor ons stemden’, zegt Frans Van Acoleyen droog als ge hem vraagt hoe het kwam dat zijn partij ternauwernood haar enige zetel<br />

wist te behouden. En als hij uw verbazing ziet, vertelt hij wat de verkiezingscampagne van 1994 inhield: drie plakrondes en dan nog enkel op de gemeentelijke borden. Het verkiezingsprogramma schreef hij op een namiddag en een nacht. ‘Tegen halfnegen ’s<br />

morgens was ik klaar en reed ik naar het partijhuis in Brussel om het te laten lay-outen en drukken.’ En ge vraagt nog meer verwonderd waar de dadendrang bleef waar het Groenplein-zoals-gij-het-kent mee is opgetrokken. Hij bekijkt u alsof hij denkt dat ge<br />

ermee aan het lachen zijt en antwoordt vierkant dat het louter gemeentelijk werk van de partij, het actief zijn rond losliggende dals in de Dorpsstraat, met de jaren nog achteruit was gegaan. En het was al zo pover! Hij werpt ertegenin: ‘We brachten wel zaken<br />

zoals Objectief naar voor in de gemeenteraad, de petitie voor automatisch stemrecht voor vreemdelingen na vijf jaar verblijf in België.’ Hij vertelt dat hij toen Eddy Wally himself deze petitie liet tekenen en dat die er zijn foto op plakte om hem ervan te overtuigen<br />

dat het de onvervalste handtekening betrof van the one and only. Maar Van Acoleyen kan niet buiten komen of hij krijgt de vraag voor de voeten geworpen hoe het voelt om het enige gemeenteraadslid van zijn partij in België te zijn. Buiten Zelzate schopt de<br />

PVDA electoraal geen deuk in een pak boter. ‘Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb’, zingen Van Acoleyen, Van Acker en Segers wel eens in die dagen. ‘De druk op de praktijk was bijna immens’, zegt Roland Van Acker. ‘We zaten constant met een dokterstekort en<br />

een nieuwe vinden...’ Hij vertelt u een historie over een lief en beleefd doktertje in beroepsopleiding dat op een schone dag met de noorderzon verdween. Zonder boe of bah dienster geworden in Spanje. En dan hadden ze eens een vrouw op ’t Groenplein, dat<br />

ondanks alle hoogdravende principes die daar in de lucht hangen, toch een mannenbastion was. ‘Bijna tien jaar lang hebben we dag en nacht de gaten moeten vullen in de praktijk.’ Het punt is dat er ternauwernood tijd overbleef om zich de kop te breken over<br />

hoe al dat werk een politieke invulling of uitwerking te geven. Het was zoals in de processie lopen zonder dat de klokken geluid werden. En als er dan al tijd overschoot zat Van Acoleyen in Brussel om mee het beleid uit te stippelen van alle groepspraktijken van<br />

Geneeskunde voor het Volk.De val van de Berlijnse Muur als oorzaak voor het achteruitboeren van links, ook aan het zeekanaal Gent-Terneuzen? Van Acoleyen aarzelt even. Maar ge blijft hem ermee lastigvallen, als een wesp die het op de confi tuurpot gemunt<br />

heeft. Het in elkaar storten van het Oostblok was toch niet de meest gezellige periode van de PVDA, die achteraf gezien vooral content was dat ze niet uiteenbrokkelde zoals andere zusterpartijen? De dokter bevestigt: die discussie over de Muur en het<br />

ineenstorten van het Oostblok speelde zeker mee. Media en politiek probeerden alle geweld en problemen in de schoenen van de PVDA te schuiven. Frank Vandenbroucke, in die periode voorzitter van de SP, zei dat de leiders van de PVDA zich honderd meter<br />

onder de grond moesten ingraven, want op dergelijke diepte is geen overleven mogelijk. Zoiets laat zijn sporen na. Dat Philiep De Vuyst hierover op Sadaci werd aangesproken, ge kunt u er eigenlijk wel iets bij voorstellen. Toch was dat voor Van Acoleyen absoluut<br />

niet de belangrijkste reden voor de achteruitgang. ‘Vele mensen hebben oren naar een andere maatschappij, die niet gebukt gaat onder de dictatuur van de maximale winst, maar zij willen ook directe resultaten zien. Zij willen zien hoe we de problemen bij<br />

manier van spreken voor hun deur aanpakken en tegelijk de band met de grotere wereld zien. Ja, er bleef de gratis geneeskunde, maar daarmee alleen bouw je geen geloofwaardigheid op als politieke partij.’ Er was ook de dominante koers van de partijleiding<br />

om vooral de grote wereldpolitiek aan te pakken en u daarmee op de borst te trommelen. Het mondde uit in een bondgenootschap met Dyab Abou Jahjah en zijn AEL in plaats van de politieke emmer op te pakken waar hij staat. En alsof hij het heeft over het<br />

hoogtepunt van een ziektetoestand, fl apt de dokter eruit: ‘Blufpolitiek!’ Ge voelt met uw ellebogen aan: het is een lading die veel dekt en ge bedenkt erbij dat hier misschien wel sprake is van de twee kanten van dezelfde te hard gebakken biefstuk: van de ene<br />

kant het harde gewroet dat bekneld geraakt in de helaasheid van de dagdagelijksheid zonder perspectief, van de andere kant het harde politieke geroep in de woestijn, zo hard dat ge er uw stem door verliest: ‘Is daar nog iemand?’Het enige echt vrolijke verhaal<br />

over het begin van de jaren 90 komt van Bert Van Acoleyen. Over hoe hij met broer Karel en broeder Karl Segers de overwinning van België tegen Nederland op het WK voetbal 1994 – een prutsgoal van Albert en een wereldmatch van Preud’homme – gaat vieren<br />

over de grens in Sas-van-Gent. Rode vlag uit de auto en maar Ollanders provoceren, tot Yvan De Bock toe, die ge nog kent van zijn pitbull en van zijn verhalen over de Sidmar en de vroegere velodroom rechtover zijn huis maar die ook om een niet meer te<br />

achterhalen reden een Nederlandse nummerplaat heeft. Bert Van Acoleyen: hij heeft dan wel geen baard, hij is zijn vader waard. Of nee, ook rode duivel Segers heeft u een vrolijk verhaal te vertellen. Een intermezzo. Want in 1992, twee jaar voor het WK voetbal<br />

in de VS, is het weer van dat: de Orde van Geneesheren dreigt opnieuw met een deurwaarder tegen het Groenplein en nu is Karl Segers de gebeten hond. De bezetting van zijn huis aan de Koningin Astridlaan is een heel ander verhaal dan het circus bij de Van<br />

Acoleyens. ‘We beslisten: er wordt door geen deurwaarder iets opgeschreven, we houden dat in een zo vroeg mogelijk stadium tegen’, zegt de gebeten hond. ‘Ik had geen zin om mijn inboedel bij Puck, Piet en Pol te stallen en te vervangen door wat kartonnen<br />

dozen en een bierkrat om op te eten.’ Het is dus een kwestie van organiseren, want er moet altijd volk in huis zijn voor als de deurwaarder voor de deur staat: om die toe te houden, waarmee we de deur bedoelen. Op twee dagen tijd ontstaat er een<br />

telefoonpiramide van Zelzatenaren die direct gebeld kunnen worden. In de top zitten de gepensioneerden, helemaal onderaan de mensen waar ge het minst op kunt rekenen. In totaal doen tachtig mensen mee aan de bezetting. En ge denkt: wat een idee. Ge<br />

kijkt eens naar Karl Segers en schiet in de lach. Niet dat het die weken altijd een zottekot is aan de Astridlaan. Er zijn ook rustige momenten, zoals met Fons en Stanny, twee gepensioneerden van Sidmar en onverschrokken oud-strijders van de eerste bezetting.<br />

‘Het is te hopen dat de deurwaarder nu niet met vijf fl ikken komt opdagen. Jullie zijn ook niet meer van de jongsten’, meent Karl. Fons haalt daarop drie spiekes uit zijn vest: ‘Ha, dan steken we dat hier onder de deur en drinken we op ons gemak nog een zjat<br />

koffi e.’ Ge antwoordt dat ge het een schone historie vindt en dat er veel te leren valt van de ouden van dagen maar dat ge er toch voor moet zijn, zo twee weken lang tussen 5 en 21 uur in uw huis mensen laten bivakkeren. Dat ge bij de gedachte alleen al in ’t<br />

zweet schiet. Yvan De Bock van rechtover de velodroom zet zich eens goed recht: ‘’t Was wree gezellig: klapke doen, pintje drinken.’ Maar hij voegt eraan toe: ‘Ik denk dat het voor Karl minder gezellig was, van ’s morgens tot ’s avonds volk in de living...’ De rode<br />

duivel knikt: ‘Zwijg, jong, ge zit daar in een puinhoop en uw privéleven is nul.’ Altijd volk in huis en – ge zult het altijd zien − allemaal rokers. Terwijl er bij u thuis niemand rookt en ge zelf dokter zijt. Maar ge kunt die mensen dat toch niet ontzeggen, ze zitten<br />

daar toch voor u? ‘Mijn vrouw is met de kinderen een paar dagen elders gaan slapen, en die twee weken waren ook echt de limiet. Veel langer houdt een mens dat niet vol.’ Als de deurwaarder na veertien dagen nog altijd niks van zich heeft laten horen, dooft<br />

de bezetting uit. Die van Zelzate hebben opnieuw hun werk gedaan. Stilte op Sidmar In ’t Noorderlicht wordt gevloekt, op ’t Groenplein gesparteld om boven water te blijven en op Sidmar is het precies niet meer hetzelfde zonder Goemaere. Maar dat geldt ook<br />

omgekeerd. Goemaere, die met zijn fabriek bijna een relatie onderhoudt zoals Romeo met Julia, heeft na zijn ontslag jarenlang het gevoel weggerukt te zijn. Een vis die op het droge is getrokken en hapt en hapt. Een duif die in de vleugel is geschoten. Hij kruipt<br />

onder auto’s, brengt tijd door met zijn dochters Leen en Ann, verdwaalt met zijn vrouw in de Noordzee omdat de motor van zijn Alupol uitgevallen is en hij de hand-GPS nog altijd niet uit de verpakking heeft gehaald, kortom doet de dingen die Dirk Goemaere al<br />

heel zijn leven doet en probeert zo de verkeerde gedachte tegen te houden als zou alles nutteloos zijn in de wereld. Is het daarom ook dat hij en zijn vrouw met zoveel passie en vuur een tangocursus volgen? Hij antwoordt u met een vers van Borges: ‘Het enige<br />

belangrijke van tango is dat wat wij eraan geven.’ Hij en zijn vrouw trekken voor hun twintigste huwelijksverjaardag zelfs naar Buenos Aires en de Rio de la Plata, ge kent dat, zo’n once in a lifetime ontdekkingsreis. Naar het land waar de conquistadores hun<br />

slag thuishaalden en de gaucho zingend zijn eenzaamheid bedwingt. Op een blauwe maandag belanden ze in een Andesstadje waar Ons Heer nog nooit geweest is maar waar dus wel een plaatselijk danscafé floreert. Als ze zich samen met enkele locals op de<br />

dansvloer wagen, komt tot hun verbazing iedereen rond hen staan. Ze krijgen applaus. Of ze hun demonstratie verder kunnen zetten? Het rad draait. Het kan niet anders. Wij willen meer zijn dan een werktuig dat zich zo dom eentonig beweegt. Wij willen tango.<br />

De koe eet gras, herkauwt, eet weer gras en herkauwt weer tot ze geslacht wordt. Wij willen meer zijn dan een koe. Mensen dansen. Via een bijscholing van de VDAB geraakt Goemaere de Viking als bediende bij Belgacom binnen. Het is een hele aanpassing en<br />

het duurt maanden, nee jaren, voor hij zijn draai vindt. Weet ge wat dat is als ge de volcontinu gewoon zijt geweest? Ook voor Rita en de kinderen is het wennen. Hebt ge er al op gelet dat het begin van ieder werk aarzelend is, lijk de naaister eerst nog niet goed<br />

weet hoe ze haar kleedje zal naaien? Zo is het ook met Goemaere. Maar van de fabriekspoort van Sidmar is hij nooit weggeweest. Minstens één keer per maand deelt hij daar pamfl e t ten uit en iedereen kent hem daar nog, surtout bij de vakbond. Toch kunt ge<br />

moeilijk zeggen dat de PVDA nog ingeplant is op de fabriek zoals dat in de jaren 80 het geval was. De periode van ‘de vier’ vergeelt met de dag, ge kunt daar niet op blijven teren. Het zijn stille jaren, waarin iedereen denkt dat alles weer op z’n oude pootjes is<br />

terechtgekomen en Sidmar weer gewoon een stille, nijvere gieterij in Vlaanderen kan worden. Op de radio hoort ge toneelspeelster Chris Lomme vertellen over oorlogsnachten waarin ze in de kelder schuilde en over de brave man die daar wijwater uit een fl es<br />

dronk, in de hoop dat Gods welwillende hand de gelovende schuilenden zou beschermen tegen de vallende bommen. Die hoop! Maar Goemaere prefereert het ongeduld. Hij vindt dat het tijd is dat het zich verspreidt over de wereld om diegenen een lesje te<br />

geven die ons vandaag stropen en ons tegelijk met hoopvolle verwachtingen vervullen voor morgen. Die zeggen dat ge u moet plooien tot de de stormwind van de crisis is overgewaaid. Alsof het een natuurlijke wind is die over u stormt, en niet een door mensen<br />

veroorzaakte. ‘Ik denk dat veel revoluties verloren zijn gegaan door te veel geduld’, zegt hij met de overtuiging van iemand die weet dat hij gelijk heeft, het gelijk dat aan de kant staat van wie voorstelt een nieuwe wereld te bouwen voordat het te laat is. En<br />

daarbij vindt hij de tijd aan z’n zijde want de maanden gaan voorbij. Totdat... er is altijd een ‘totdat’ om ons op het juiste spoor te zetten, alsof ook de tijd na lang wachten dan zijn geduld verloren heeft. Intussen schrijft Ludo Martens, de toenmalige partijvoorzitter<br />

van de PVDA, in Brussel over het Manifest van Marx en Engels dat het ‘150 jaar jong is, in een geschiedenis die meet met eeuwen’. Martens heeft het over ‘een onweerstaanbare comeback’ van Marx. Daar is in Zelzate op dat moment nog weinig van te merken.<br />

Als het blijft stinken, verliest ook de tijd zijn geduld En dan die eeuwige geur! De ene heeft het daar moeilijk mee, de andere past zich aan. Frans Van Acoleyen vertelde u dat zijn ouders bij elk bezoek aan Zelzate uit de auto stapten en verontrust vroegen:<br />

naar wat ruikt dat hier toch? Er valt wel iets te zeggen voor dat onbehagen. Reuk is uw primitiefste zintuig. Noem het een detectiesysteem voor de oudste prikkels: als het stinkt moet ge u uit de voeten maken. Maar wat het meest stinkt is daarom nog<br />

niet het meest gevaarlijk. Voor veel Zelzatenaren is de stank de geur van thuiskomen geworden. Ook voor Frans Van Acoleyen, die u toevertrouwde: ‘Wanneer we na een vakantie van de Gentse R4 de Kennedylaan opdraaien ter hoogte van de graansilo’s<br />

dan knikken mijn vrouw en ik instemmend: home sweet home, we ruiken onze thuis.’Ge denkt: moest Zelzate een normaal dorp zijn, dan begon hier het relaas over hoe Zelzate groen werd. Niet dus. In een gemeente waar de helft van de mensen zijn boterham<br />

verdient bij gif spuwende fabrieken moet ge niet met geitenwollensokkenverhalen afkomen. Groene nimfen worden hier zonder pardon buiten gedragen. Zelfs over de vuiligheid van het Teerkot moeten ze niet te veel roepen. Meer dan honderd Zelzatenaars<br />

verdienen er hun boterham. En sponsort het Teerkot de ambitieuze Zelzaatse fusieploeg van John Schenkels niet? En zit daar ook geen gepensioneerde directeur in het bestuur? Ge voelt het, het is op eieren lopen in dit hoofdstuk. Zoals overal waar mensen voor<br />

de onmogelijke keuze staan: propere longen of jobs? Maar in ’t fabrieksdorp ligt alles nog net iets gevoeliger, daar woedt de discussie al zo lang. Het Teerkot laat Zelzate niet stikken Ge steekt aan de Markt de R4 over en trekt het park in. Het is eind augustus<br />

en hier en daar ziet ge al wat bladeren op de grond liggen. Boven u jagen donkere wolken en onder u is de grond zompig, ze zuigt uw schoenen bij iedere stap in de modder. Maar het park straalt. Er wonen vogels tussen de Vredekaai en de Kanaallaan, ge hoort<br />

dat aan het gekwetter rond de grote visvijver. Maar hier staat ook het fameuze bordje: ‘Verboden voor spelende kinderen’, al zijt ge nog vlakbij de Lange Markt. Ge bevindt u in de achtertuin van het Teerkot, dat al in Zelzate-West heeft gelegen: voor de<br />

verlegging van het kanaal, en al in Zelzate-Oost: na de verlegging, al in Engelse en Duitse handen is geweest en al door het leven is gegaan als Burt-Boulton & Haywood, als Société Chimique de Selsaete, als Sopar en als VFT. En nu offi cieel Rutgers<br />

Belgium heet. Het Teerkot ligt in de woonkern van het fabrieksdorp, het hoort bij Zelzate zoals Boudewijn vroeger bij Fabiola, of zoals een snor bij een rijkswachter. Al van in 1887 destilleren ze er teer en al bijna even lang vervuilt het Teerkot het kanaal<br />

en de bodem met teerhoudend afval. Mocht er een onderzoek gebeuren naar het benul van dat soort vervuiling in steden en gemeenten, Zelzate zou met de vinger in de neus zegevieren. Neem nu de PAK’s en MAK’s. Vraag gelijke welke gezwinde grijsaard<br />

waar deze wetenschappelijke afkortingen voor staan en hij zal u met uitgestreken gezicht antwoorden: polycyclische aromatische koolwaterstoffen en monocyclische aromatische koolwaterstoffen. Hebt ge een slimme voor u, dan vertelt hij u dat PAK’s<br />

de zwaardere moleculen zijn die vrijkomen bij het ‘kraken’ en destilleren van teer. Wanneer ze in de lucht terechtkomen, verspreiden ze zich niet ver van de bron van uitstoot en vallen weer neer op de bodem. De MAK’s daarentegen zijn de vluchtige stoffen<br />

die vrijkomen: benzeen, maar ook tolueen en xyleen. Zowel PAK’s als MAK’s bevatten kankerverwekkende elementen. De eerste experimentele kankers werden in 1938 opgewekt door de binnenzijde van konijnenoren regelmatig in te smeren met teer. Het is<br />

ook geen toeval dat de teer in de sigarettenrook de oorzaak is van het groot aantal longkankers. Roken is een teer onderwerp en het Teerkot is dat ook. De geur die rond het Teerkot hangt? Ge krijgt er tranen van in de ogen en het stinkt. Zo zoudt ge alvast het<br />

parfum kunnen omschrijven dat van 12 tot 17 november 1988 aan één stuk in de lucht hing. Toen ook al! De dokters klopten overuren en eens bekomen schreef Karl Segers aan de provinciegouverneur Herman Balthazar: ‘Ik stelde vast dat meerdere patiënten<br />

kloegen over geprikkelde ogen en keel. Enkele carapatiënten vertoonden toegenomen kortademigheid en ik zag een paar zieke kindjes met piepende ademhaling die nooit tevoren deze klacht hadden vertoond.’ Onze jonge dokter voor het Volk vroeg zich af of<br />

er een verband was met de verhoogde graad van luchtverontreiniging. Eerder al had kinderarts Jef Casneuf van het Parkplein het over ‘de Zelzaatse ziekte’ bij kinderen met slepende oorontstekingen en luchtwegenklachten. Gezondheidsinspecteur dokter Anne<br />

Smis onderzocht in opdracht van de provincie de meetgegevens van het Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie. Ze antwoordde Karl Segers in verstaanbaar dokterslatijn: Ik kan zeker stellen dat een chronisch verblijf in een gebied met concentraties SO 2 hoger<br />

dan 100 à 125μg/m³ een toegenomen incidentie verwekt van chronisch respiratoire klachten. (…) Gezien de concentraties, gemeten door IHE in de loop van de maand november, herhaalde overschrijdingen tonen van zowel S0 2 , zwevende deeltjes als carcinogene<br />

koolwaterstoffen, dient m.i. een grondige controle en sanering van de uitstoot van deze polluenten als oplossing worden naar voor geschoven. Op het Groenplein wisten ze weeral waarover spreken tijdens de middagpauze: de Zelzaatse lucht verhoogde niet<br />

enkel de kans op chronische bronchitis maar was ook kankerverwekkend. Zeg dat een autoriteit als de provinciale gezondheidsinspecteur het gezegd had. De verbazing was dan ook groot dat gouverneur Balthazar tergend lang wachtte met zijn antwoord. En<br />

toen hij dan antwoordde, bagatelliseerde hij de meetresultaten over de hele lijn. ‘Binnen de wettelijke normen’, klonk het. En de verhoogde waarden voor koolwaterstoffen dan? De gouverneur antwoordde met een kromme zin: ‘Daar zijn geen normen voor, daar<br />

het meetstation enkel het totaal aan organische componenten meet en niet de individuele samenstelling, is het moeilijk hieromtrent een besluit te trekken.’ Daarna bleef het stil. Noch de gouverneur, noch de nationale staatsecretaris van Leefmilieu, noch de<br />

betrokken Vlaamse minister vond het de moeite te reageren. Dik twee jaar later, in de lente van 1991, vraagt en krijgt het Teerkot een nieuwe lozingsvergunning. Dan rapporteert toxicoloog professor Schepens dat er PAK’s in de lucht zitten. Dus toch! Volgens de<br />

oude metingen is het aroma van de koolwaterstoffen in de Zelzaatse lucht uit het zuidwesten afkomstig. Maar het Teerkot staat in het noorden van het fabrieksdorp?! Dus zijn er twee bronnen van die koolwaterstoffen. Eén die komt aangewaaid uit het zuidwesten,<br />

de Gentse Kanaalzone. En één vlakbij, in het noorden van de woonkern. Het resultaat is een onvervalste cocktail. Dat rijke bouquet krijgt gezelschap van de stikstofoxyden van het toenemende verkeer en van de schoorstenen van de Sidmar die ook een zomerse<br />

bron van ozon opleveren. De cocktail is van groot belang in de fi jnstofkwestie. Meetstations meten jaar na jaar waarden die de normen ruimschoots overschrijden. Het wordt stilaan duidelijk dat deze deeltjes fi jn stof de dragers zijn waar de chemische cocktail<br />

aan vastkleeft. En hoe kleiner de deeltjes hoe gevaarlijker, want de kleinste dringen tot diep in de longen door, en ook in de kleine bloedvaten die het hart van zuurstof voorzien. Kent gij gemeenten waar een Sevesobedrijf van de omvang van het Teerkot op<br />

tweehonderd meter van de Markt ligt? Moest het Teerkot vandaag gebouwd worden, het zou in geen honderd jaar pal in de dorpskern liggen. Maar ondertussen zit ge er natuurlijk mee. Een tikkende tijdbom die werk geeft aan tweehonderd man. Terwijl ge hem<br />

eraan herinnert dat meneer Laureys en zijn Aktiecomité in de jaren 70 nog ijverden om het Teerkot te verplaatsen naar een industrieterrein, repliceert rode duivel Segers: ‘Voor ons moet de Teerfabriek kunnen blijven draaien want werk is voor mensen een<br />

absolute voorwaarde om maatschappelijk te overleven. Maar ze moet wel voldoen aan de milieuvoorwaarden.’ De slibberg groeit Het fabrieksdorp en het milieu: het is een soap vol nukken en grollen en bokkensprongen en stuiptrekkingen. En als ge denkt dat<br />

ge het ergste gehad hebt, gebeurt er altijd wel iets ergers. Dat is zo in het leven, dat is zo op uw werk maar dus ook in dit hoofdstuk. Neem nu Callemansputte. Eerst moet minister De Batselier groen licht geven voor nog maar eens een paar honderduizend ton<br />

giftig slib van het hele Gentse havengebied. En daarna zijn opvolger Baldewijns, ook al een SP’er, nog een keer. Ondanks negatieve adviezen van de Provinciale Milieucommissie en de Gezondheidsdienst. De put had een berg gebaard en die berg werd hoger en<br />

hoger. Als toetje waar alle lijnen van de soap in samenkomen, krijgt Zelzate later nog eens 70.000 kubieke meter extra kanaalslib dat zo giftig is dat het eigenlijk thuishoort in een klasse 1 stort voor giftige stoffen. Die 70.000 ton komt van... het Teerkot, dat een<br />

slibbank in het zeekanaal vergiftigd heeft met PAKS. Baldewijns levert de importvergunning want het giftige slib ligt stroomopwaarts van het Teerkot: op Nederlands territorium. 14 augustus 1996, de dag voor Maria Hemelvaart. Het fabrieksdorp wordt wakker<br />

met het bericht dat er een nieuwe uitbreiding van het slibstort komt. Burgemeester Schenkels organiseert rap een hoorzitting voor de bevolking in aanwezigheid van enkele ambtenaren en met de Gentse Havenschepen en huidige burgemeester Termont. Het wordt<br />

een woelige bijeenkomst. Termont heeft het imago van een peperkoeken knuffelbeer die iedereen klapjes op de schouder geeft en gratis pintjes, maar die avond heeft hij precies niet goed gegeten. Hij loopt rood aan, klopt op tafel en brult dat de werkgelegenheid<br />

van 50.000 mensen en van de helft van de Zelzaatse bevolking in het gedrang komt als de slibbanken niet verdwijnen. Het venijn zit ’m in de staart. Temidden de discussie kondigt Termont zijn plan aan om de vervuilende industrie te concentreren in het noorden<br />

van de Gentse haven. Dat wil zeggen: aan de rand van Zelzate. De aanwezigen weten niet wat ze horen. De milieuraadsvoorzitter en ex-Rode Valk Freddy De Vilder, de coming man van de sp.a die ge in dit boek al een paar keer tegen het lijf zijt gebotst en nog<br />

veel zult tegengekomen, probeert de pil wat te vergulden en lanceert het idee om het slib voor het storten te laten ontgiften door planten. Geen mens die er erg in heeft. In het fabrieksdorp zijn ze het beu. ‘De Zelzatenaren stelden woedend vast, dat hun gemeente<br />

langzamerhand is uitgegroeid tot de vuilbak van de hele kanaalzone’, vat Het Nieuwsblad achteraf samen. De zuurste grap komt nog van de Vlaamse regering die in de nasleep van de hoorzitting een decreet uitvaardigt waardoor giftig slib van de ene dag op de<br />

andere niet giftig meer is. Het is een vreemde manier om het gezaag over de stortvergunning voor de slibbank bij het Teerkot te doen stoppen, maar het is een manier. Het Volk titelt: ‘Wet maakt kanaalslib niet langer giftig’. Het protest ebt uiteindelijk wat weg,<br />

maar de slibberg groeit. Op 13 mei 1997 springt een verroeste pijp van het baggerslib open en de smurrie verspreidt zich langs riolen en afvoergrachten. Maak u niet ongerust, Zelzate máákt van zijn tak. En meneer Laureys krijgt opvolging, en wel van... dokter<br />

Karl Segers. Die zamelt met de steun van de milieuraad op een paar dagen 2.300 protesthandtekeningen in. Hij zorgt ook voor een dossier waarover Het Volk schrijft dat het ‘goed gedocumenteerd het bedrog, de leugens en de chantage aan de kaak stelt rond<br />

de zopas toegekende milieuvergunning voor de slibput’. En op een zaterdag planten driehonderd mensen duizend boompjes op de slibdijk. De gemeenteschool doet mee. Freddy De Vilder ziet het aan met een mengeling van tevredenheid en afgrijzen. Groenten<br />

uit Zelzate Ge voelt daarbij hoe waar het is wat ge in de titel van dit hoofdstuk hebt geschreven: dat ook de tijd soms zijn geduld verliest. Zo’n moment breekt aan als de jaren 90 al in hun tweede helft zitten. Eerst nog bedeesd en aarzelend, zoals ook de lente<br />

begint met één zwaluw die te vroeg op de afspraak is. Op 3 april 1997 verleent de Bestendige Deputatie, met gunstig advies van het schepencollege, een nieuwe milieuvergunning voor het Teerkot. Ge voegt er hier gauw aan toe dat de tijd ook een gevoel voor<br />

timing heeft. Want krek diezelfde dag verschijnen de resultaten van een bodemonderzoek van het park en de visvijver in de achtertuin van het Teerkot. Met de hoge concentraties van PAK’s in de bodem heeft burgemeester Schenkels geen andere keuze: het<br />

park moet dicht. Een paar weken later raken ook de metingen bekend van benzeen in de lucht. Er worden regelmatig reuzehoge dagpieken opgetekend. Er bestaat geen twijfel over dat het Teerkot de bron is. De zaak stinkt. De voorzitter van de milieuraad,<br />

Freddy De Vilder zoals ge weet, is zonder medeweten van de andere leden van de raad gaan samenzitten met de directie van VFT. En het schepencollege heeft voor zijn krakkemikkige advies een prof onder de arm genomen die er zelfs in slaagt om het<br />

veiligheidsrisico van een Sevesobedrijf in een dorpskom te minimaliseren. ‘Een barbecue is schadelijker voor de gezondheid dan de uitstoot van het Teerkot’, zegt Freddy De Vilder op een debat, nadat hij de PVDA en haar ‘confl ictmodel’ nog eens uitgebreid<br />

tussen zijn boterham heeft gelegd. En de bewoners die wakker liggen van de mogelijke waardevermindering van hun huizen ‘wisten toch op voorhand waar ze kwamen wonen’? De man van VFT besluit: ‘In ons bedrijf hebben we zelfs geen beroepsziekten. Als<br />

er al gevaar voor de gezondheid zou zijn, dan toch wel eerst binnen het bedrijf?’ Schaakmat en einde debat. Een bedrijf waar geen beroepsziekten voorkomen, heeft een serieus argument om de risico’s voor omwonenden te minimaliseren. Daarom hebt ge<br />

geschreven over de eerste zwaluw die te vroeg komt en nog een late aprilvrieskou riskeert. Jaren later komt de aap uit de mouw. Dan krijgt dokter Segers een aantal oudere patiënten met blaaskanker over de vloer. Allemaal hebben ze een half leven op het<br />

Teerkot gewerkt. Uit hun ziektegeschiedenis zal de dokter opmaken dat ze vroeger nog last hadden van teerwratten, weinig kwaadaardige huidkankers als gevolg van blootstelling aan teerprodukten. ‘Omdat die patiënten behandeld waren voor een<br />

beroepsgebonden aandoening, dacht ik dat een erkenning bij het Fonds voor Beroepsziekten een fl uitje van een cent zou zijn’, vertelt Karl Segers. ‘Normaal gesproken hadden die mensen daar al een dossier.’ Niet dus. Wat zou blijken? Voor zijn werknemers met<br />

teerwratten had het bedrijf een overeenkomst met de afdeling bestralingen van het UZ te Gent. ‘Het Teerkot betaalde de regelmatige behandelingen en controles. Het liet zijn mensen zelfs tijdens de werkuren met een taxi naar het UZ brengen. Iedereen tevreden<br />

natuurlijk, maar vooral het Teerkot.’ Beroepsziekten, meneer, dat kennen wij hier niet. Hoe dan ook, Segers en die van ’t Groenplein konden in de prille lente van 1997, toen dat allemaal nog niet bekend was, niet direct overtuigen. Maar in augustus van datzelfde<br />

jaar 1997 is het ongeduld van de tijd gegroeid en staan de non-believers toch in hun ondergoed wanneer de specialisten van de provincie in de groenten van ’t fabrieksdorp veertig keer meer PAK’s meten dan in de sla, kervel en prei van andere gemeenten.<br />

Kousenvoet Schenkels, hij is dan al tien jaar burgemeester, moet een nieuw, drastisch politiebevel uitvaardigen. Vanaf 6 augustus is het, naast het gesloten park, in heel Zelzate ook gedaan met het eten van eigen gekweekte groenten. Eerst het water, dan de<br />

lucht, nu ook de groenten. Ge ziet zelfs mensen die zich anders alleen maar uitdrukken in het dialect van De Katte, denken: Wat zal het volgende zijn? Want de Belgische en Hollandse tv kamperen dagen voor het gemeentehuis, Freek de Jonge zingt dat ge uw<br />

dorst moet gaan lessen in een Zelzaatse sloot en het Europees Parlement discuteert in zeven talen over ’t fabrieksdorp. Uw gemeente op de kaart zetten, heet dat. John Schenkels zucht als ge hem eraan doet denken, hij wil die gedachte wegschoppen zoals ge<br />

stampt naar een hond die u al bassend achterna zit. Hij was het eigenlijk al vergeten. ‘Ik word getipt, ik laat dat onderzoeken, en het klopt. Ik ermee naar de gouverneur: “Meneer de gouverneur, wat moet ik daarmee doen?” “In de openbaarheid brengen”, zegt<br />

die. Maar eerst ben ik naar VFT getrokken en heb ik dat probleem voorgelegd aan de directie. Dat werd me later aangewreven. Ik was zogezegd ingepakt en verkocht. Maar als ge een probleem hebt, dan moet ge dat toch proberen oplossen? Maar neen, de PVDA<br />

voerde campagne dat de PAK’s hier aan de bomen groeien. Je kan daar uren over discuteren, maar als je niet de wil hebt om iets op te lossen...’ Waarmee hij maar wil zeggen dat de zaak uiteindelijk op een gunstige manier zou zijn afgelopen als daar niet de<br />

grimmigheid van ’t Betonplein was geweest. En de burgemeester, die zo goed kan goochelen met de pragmatiek, vertelt dat hij die eerste dagen dacht: ik ga hier een standbeeld krijgen. Een standbeeld? Ondank, ja! Dat is ’s werelds loon. ‘Ik werd vooral<br />

achtervolgd door de media. Op een avond kom ik thuis van een heel drukke hoorzitting over de PAK’s en ik was echt kapot. Constant op mijn fl ank aangevallen, niet te geloven! Mijn vrouw zegt: “Kom, we drinken een aperitiefje in het opblaasbaar zwembadje<br />

van de kinderen.” Terwijl we in het water zitten staat daar toch wel een cameraploeg van VT4 te fi lmen zeker! Toen heb ik naar de procureur des konings gebeld. Twee dagen later vroeg een journalist of het klopte dat mijn dochter bij VFT mocht beginnen werken<br />

in ruil voor... Wat een periode, jong.’ Nu zult ge zeggen dat een burgemeester niet alles is, dat een burgemeester boven zich een gouverneur heeft of een minister, aan wie hij eerbied en respect verschuldigd is, en dat boven die minister weer een staatshoofd<br />

staat, een koning, aan wie men evenveel zo niet meer eerbied en respect verschuldigd is. Al is dat, het moet gezegd, wat die laatste betreft dikwijls een zaak van protocol. Hoe waar dat allemaal is, blijkt uit het feit dat na een regen van telefoontjes en<br />

et de rivaal van Schenkels, schepen Eric De Wispelaere. Ge hebt ook uitgelegd hoe Van Acoleyen en cie. een vaste plaats afdwongen in t fabrieksdorp. Er was de werking rond Sidmar met Dirk Goemaere, de oud student van Jaap Kruithof die door d<br />

rectie werd afgedankt omdat het werkvolk hem als délégué verkoos. Er waren alle mogelijke acties met Zelzate als decor. Maar de jaren 90 draaien anders uit dan de halve eeuw daarvoor waarin rood troef was. Uw voorgevoelen over overspannenhe<br />

n burn-out wordt waar. Zelzate wordt bijna geschrapt als Vlaamse domicilie van Ana Chronisme: links leeft nog in ’t fabrieksdorp maar boert toch achteruit. Eigenlijk zijn de socialen het koningsdrama rond Livien Danschutter nooit te boven gekomen. Ze<br />

erust dat met King Lear niet alleen charisma maar ook ideologie uit de partij verdwijnt. John Schenkels is een pragmatische manager met een goed diploma en dito stel hersens maar is nooit vakbondssecretaris geweest. En of hij het volk oproept om op t<br />

appen met de verdrukte scharen om vorsten en groten tot brij te vertrappen, daar hebt ge ook zo uw twijfels over. Ge denkt dan aan die keer dat hij in Noorderlicht schreef dat een socialistisch partijblad zeker geen polemiek mag voeren, noch aanvallend ma<br />

jn. Het zinnetje blijft u intrigeren. Als hij zo denkt, hoe moet hij zijn partijafdeling dan besturen? Veel jaren nadat Schenkels een coalitie sloot met de toenmalige PVV waarschuwde boegbeeld Louis Tobback zijn partijgenoten voor akkoorden met de liberale<br />

e begint met paars maar eindigt bont en blauw. Nu, ge wilt het belang van die ideologische vervelling ook niet overdrijven. Au fond draaide de oprichting van scheurlijst Zelzate Oost en West niet daarover maar over de misnoegdheid van Danschutter en D<br />

Wispelaere. Het ZOW-programma is een dunne kopie van dat van de socialen maar dan overgoten met een revanchistisch sausje: het oosten van Zelzate, de meest rijke en minst volkse kant, wordt voorgetrokken! En ge denkt: typisch Zelzaats. Terwijl het Blo<br />

oor Vlaanderen marcheert met een boodschap die de witten opdraait tegen de bruinen, komt in Zelzate een partij op die wijst op het verschil tussen de twee kanten van Zelzate. Dat de boodschap aanslaat bij de verkiezingen van 1994 zegt vooral veel over d<br />

opulariteit van Danschutter en De Wispelaere. ZOW overtuigt 20,4 % van de Zelzatenaren en wordt in één klap de tweede partij. De SP verliest 9,4 %. In ’t Noorderlicht zijn er die hun klak opeten van colère. Om het nog wranger te maken, Schenkels en ci<br />

emen naast de liberalen ook ZOW in de coalitie op. Dat leidt alras tot woelige zittingen van het schepencollege. ‘Een keer moeten de ZOW-schepenen zelfs met dwang aan een schepencollege deelnemen. Burgemeester Schenkels stuurt zelfs politie naar d<br />

pijbelaars.’ Zo stond het in De Morgen. Heeft het einde van de grote verhalen ook Zelzate bereikt, nu de ontzuiling toch stilaan zijn werk heeft gedaan? Och, de malaise van links is algemeen. De CVP verliest 8,62 %, het ACW was met het politiek pensioen va<br />

eneer Laureys al veel van zijn macht verloren, en de PVDA verliest 2,12 %. ‘Het was eigenlijk ongeloofl ijk dat de mensen nog voor ons stemden’, zegt Frans Van Acoleyen droog als ge hem vraagt hoe het kwam dat zijn partij ternauwernood haar enige zet<br />

ist te behouden. En als hij uw verbazing ziet, vertelt hij wat de verkiezingscampagne van 1994 inhield: drie plakrondes en dan nog enkel op de gemeentelijke borden. Het verkiezingsprogramma schreef hij op een namiddag en een nacht. ‘Tegen halfnegen<br />

orgens was ik klaar en reed ik naar het partijhuis in Brussel om het te laten lay-outen en drukken.’ En ge vraagt nog meer verwonderd waar de dadendrang bleef waar het Groenplein-zoals-gij-het-kent mee is opgetrokken. Hij bekijkt u alsof hij denkt dat g<br />

rmee aan het lachen zijt en antwoordt vierkant dat het louter gemeentelijk werk van de partij, het actief zijn rond losliggende dals in de Dorpsstraat, met de jaren nog achteruit was gegaan. En het was al zo pover! Hij werpt ertegenin: ‘We brachten wel zake<br />

oals Objectief naar voor in de gemeenteraad, de petitie voor automatisch stemrecht voor vreemdelingen na vijf jaar verblijf in België.’ Hij vertelt dat hij toen Eddy Wally himself deze petitie liet tekenen en dat die er zijn foto op plakte om hem ervan te overtuige<br />

at het de onvervalste handtekening betrof van the one and only. Maar Van Acoleyen kan niet buiten komen of hij krijgt de vraag voor de voeten geworpen hoe het voelt om het enige gemeenteraadslid van zijn partij in België te zijn. Buiten Zelzate schopt d<br />

VDA electoraal geen deuk in een pak boter. ‘Als ik ooit eens vijf minuten tijd heb’, zingen Van Acoleyen, Van Acker en Segers wel eens in die dagen. ‘De druk op de praktijk was bijna immens’, zegt Roland Van Acker. ‘We zaten constant met een dokterstekort e<br />

en nieuwe vinden...’ Hij vertelt u een historie over een lief en beleefd doktertje in beroepsopleiding dat op een schone dag met de noorderzon verdween. Zonder boe of bah dienster geworden in Spanje. En dan hadden ze eens een vrouw op ’t Groenplein, da<br />

ndanks alle hoogdravende principes die daar in de lucht hangen, toch een mannenbastion was. ‘Bijna tien jaar lang hebben we dag en nacht de gaten moeten vullen in de praktijk.’ Het punt is dat er ternauwernood tijd overbleef om zich de kop te breken ove<br />

oe al dat werk een politieke invulling of uitwerking te geven. Het was zoals in de processie lopen zonder dat de klokken geluid werden. En als er dan al tijd overschoot zat Van Acoleyen in Brussel om mee het beleid uit te stippelen van alle groepspraktijken va<br />

eneeskunde voor het Volk.De val van de Berlijnse Muur als oorzaak voor het achteruitboeren van links, ook aan het zeekanaal Gent-Terneuzen? Van Acoleyen aarzelt even. Maar ge blijft hem ermee lastigvallen, als een wesp die het op de confi tuurpot gemu<br />

eeft. Het in elkaar storten van het Oostblok was toch niet de meest gezellige periode van de PVDA, die achteraf gezien vooral content was dat ze niet uiteenbrokkelde zoals andere zusterpartijen? De dokter bevestigt: die discussie over de Muur en h<br />

eenstorten van het Oostblok speelde zeker mee. Media en politiek probeerden alle geweld en problemen in de schoenen van de PVDA te schuiven. Frank Vandenbroucke, in die periode voorzitter van de SP, zei dat de leiders van de PVDA zich honderd mete<br />

nder de grond moesten ingraven, want op dergelijke diepte is geen overleven mogelijk. Zoiets laat zijn sporen na. Dat Philiep De Vuyst hierover op Sadaci werd aangesproken, ge kunt u er eigenlijk wel iets bij voorstellen. Toch was dat voor Van Acoleyen absolu<br />

et de belangrijkste reden voor de achteruitgang. ‘Vele mensen hebben oren naar een andere maatschappij, die niet gebukt gaat onder de dictatuur van de maximale winst, maar zij willen ook directe resultaten zien. Zij willen zien hoe we de problemen b<br />

anier van spreken voor hun deur aanpakken en tegelijk de band met de grotere wereld zien. Ja, er bleef de gratis geneeskunde, maar daarmee alleen bouw je geen geloofwaardigheid op als politieke partij.’ Er was ook de dominante koers van de partijleidin<br />

m vooral de grote wereldpolitiek aan te pakken en u daarmee op de borst te trommelen. Het mondde uit in een bondgenootschap met Dyab Abou Jahjah en zijn AEL in plaats van de politieke emmer op te pakken waar hij staat. En alsof hij het heeft over h<br />

oogtepunt van een ziektetoestand, fl apt de dokter eruit: ‘Blufpolitiek!’ Ge voelt met uw ellebogen aan: het is een lading die veel dekt en ge bedenkt erbij dat hier misschien wel sprake is van de twee kanten van dezelfde te hard gebakken biefstuk: van de en<br />

ant het harde gewroet dat bekneld geraakt in de helaasheid van de dagdagelijksheid zonder perspectief, van de andere kant het harde politieke geroep in de woestijn, zo hard dat ge er uw stem door verliest: ‘Is daar nog iemand?’Het enige echt vrolijke verha<br />

ver het begin van de jaren 90 komt van Bert Van Acoleyen. Over hoe hij met broer Karel en broeder Karl Segers de overwinning van België tegen Nederland op het WK voetbal 1994 – een prutsgoal van Albert en een wereldmatch van Preud’homme – gaat viere<br />

ver de grens in Sas-van-Gent. Rode vlag uit de auto en maar Ollanders provoceren, tot Yvan De Bock toe, die ge nog kent van zijn pitbull en van zijn verhalen over de Sidmar en de vroegere velodroom rechtover zijn huis maar die ook om een niet meer t<br />

chterhalen reden een Nederlandse nummerplaat heeft. Bert Van Acoleyen: hij heeft dan wel geen baard, hij is zijn vader waard. Of nee, ook rode duivel Segers heeft u een vrolijk verhaal te vertellen. Een intermezzo. Want in 1992, twee jaar voor het WK voetb<br />

de VS, is het weer van dat: de Orde van Geneesheren dreigt opnieuw met een deurwaarder tegen het Groenplein en nu is Karl Segers de gebeten hond. De bezetting van zijn huis aan de Koningin Astridlaan is een heel ander verhaal dan het circus bij de Va<br />

MAAK KENNIS MET DRUKKERIJ EPO<br />

ORIGINEEL EN KWALITEITSVOL DRUKWERK<br />

VRAAG UW GRATIS OFFERTE WWW.DRUKKERIJ-EPO.BE<br />

MAIL drukkerij@epo.be<br />

van opmaak tot verzending<br />

kleine, middelgrote & grote oplagen<br />

tijdschriften, brochures, boeken, folders, ...<br />

ecologisch verantwoorde manier van werken<br />

Drukkerij<br />

Lange Pastoorstr. 25-27<br />

2600 Berchem<br />

T 03 239 61 29<br />

drukkerij@epo.be


EPO<br />

vertegenwoordigt de volgende fondsen in België:<br />

Bas Lubberhuizen, Benerus, Books@home, Bulaaq, Cimic, Coppens & Frenks,<br />

Coutinho, De Contrabas, De Draak, de Graaff, Etnicom, GetBasic-Indymedia,<br />

het balanseer, IJzer, KIT Publishers, Lavita, Marxistische Studies, Maopé Books,<br />

Maven, Nieuwezijds, Octavo Publicaties, Papieren Tijger, Pels & Kemper,<br />

Pinguin Productions, Pirola, ReCreatief Fietsen, De Rêverie, School TV-<br />

Nederland, Serena Libri, Solidariteitsfonds, SWP uitgeverij - Niño, Thema,<br />

Thoth, De Toorts, Tornado Editions, ‘t Verschil, 11.11.11-uitgeverij, Uitgeverij<br />

Jan van Arkel, Van Gruting, Voetnoot, Walewein, Zirimiri Press<br />

EPO verdeelt volgende culturele & literaire tijdschriften:<br />

Cinemagie, De Brakke Hond, Deus ex Machina, DWB, Etcetera, Filmmagie,<br />

Gagarin, Kluger Hans, NY, Oikos, Pianowereld, Poëziekrant, Sampol, Spiegel<br />

der Letteren, Staalkaart, Streven, Vlaanderen, ZL<br />

EPO verzorgt in opdracht van Bayard de marketing en promotie van<br />

en ,<br />

kwaliteitstijdschriften voor peuters en kleuters<br />

EPO verzorgt in opdracht van SWP Uitgeverij de marketing en promotie van<br />

, vakblad voor de kinderopvang<br />

[19]


Uitgever<br />

Jos Hennes<br />

e-mail: jos.hennes@epo.be<br />

tel: +32 (0)3 287 08 75<br />

Assistent-uitgever en pers<br />

Thomas Blommaert<br />

e-mail: thomas.blommaert@epo.be<br />

tel: +32 (0)3 239 68 74<br />

Marketing, promotie en<br />

vertegenwoordiging België<br />

Tim Vermast<br />

e-mail: tim.vermast@epo.be<br />

tel: +32 (0)3 239 68 74<br />

gsm: +32 (0)492 58 91 44<br />

EPO Uitgeverij en Distributie<br />

Lange Pastoorstraat 25-27<br />

2600 Antwerpen (Berchem)<br />

tel: +32 (0)3 239 68 74<br />

fax: +32 (0)3 218 46 04<br />

e-mail: uitgeverij@epo.be<br />

web: www.epo.be<br />

Ik léés nooit boeken, ik verslind ze<br />

www.epo.be<br />

Vertegenwoordiging Nederland<br />

Gerard Pels<br />

Bordeslaan 90<br />

5223 MS ‘s-Hertogenbosch<br />

kvk: 17190172<br />

tel: +31 (0)73 657 72 82<br />

gsm: + 31 (0)623 76 91 42<br />

e-mail: info@gerardpels.nl<br />

web: www.gerardpels.nl<br />

www.boekdiensten.nl<br />

Distributie Nederland<br />

Centraal Boekhuis bv Culemborg<br />

Scholtens, Sittard<br />

ontwerp: compagnie paul verrept | druk: drukkerij epo

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!