Omgevingsanalyse - Gemeente Laarne

1. Algemeen Bestuur
1.1 Demografische gegevens
1.1.1 Situering van de gemeente in Oost‐Vlaanderen
Op 30 december 1976 legde de federale overheid de fusie tussen Laarne en Kalken vast.
Sindsdien worden dus alle bestuurlijke beslissingen voor beide gemeenten genomen. De
fusiegemeente wordt geclassificeerd als middelgrote gemeente.
Volgens de sociaal‐economische typologie van de Oost‐Vlaamse gemeenten uit 2007 kan
Laarne gecategoriseerd worden als landelijke gemeente met een sterke demografische
groei 1 . De gemeente behoort tot het bestuurlijk arrondissement Dendermonde. Gent doet
dienst als zorgregio 2 regionale stad en Wetteren als zorgregio kleine stad 3 .
1.1.2 Cijfers voor de totale bevolking 4
Dat Laarne een gemeente in ontwikkeling is valt duidelijk af te leiden uit een evaluatieschets
van de loop van de bevolking. Wanneer we vijf jaar terug gaan in de tijd, en dit vergelijken
met de huidige situatie kunnen we een stijging van het bevolkingscijfer waarnemen.
Totale
bevolking
2007 2008 2009 2010 2011 2012
11.768 11.851 11.976 12.135 12.066 12.121
Ook de prognose voor de komende jaren toont aan dat Laarne beperkt blijft groeien.
Totale
bevolking
2013 2014 2015 2016 2017
12.175 12.224 12.207 12.314 12.354
1 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 17
2 De algemene zorgregio’s die vermeld worden, hebben betrekking op de steden waarnaar de inwoners zich
kunnen richten in verband met gezondheidszorg. Per tak binnen de gezondheidszorg kunnen echter wel
verschillen optreden.
3 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 13
4 Gemeentelijke profielschets Laarne, Agentschap voor Binnenlands Bestuur en Studiedienst van de Vlaamse
Regering, p. 3 en 4
6

Op deze grafiek kunnen we de bevolkingsaangroei voor middelgrote gemeente
volgen 5 . Laarne volgt dus de algemene tendens van de middelgrote gemeenten met de
jaarlijkse bevolkingsaangroei. We merken wel op dat de groei van de middelgrote
gemeenten duidelijk geleidelijker verloopt dan in de centrumsteden en in Vlaanderen.
5
Binnenband: een band tussen binnenlands bestuur en de lokale besturen, themanummer: Vlaamse
profielschets, agentschap voor binnenlands bestuur, p.7
7

Op bovenstaande kaart wordt de bevolkingsevolutie voor de volledige provincie in beeld
gebracht 6 . We zien dat Laarne zich in het oranjebruine gebied bevindt. Dit duidt aan dat de
gemeente tussen 2000 en 2010 een kleine percentuele toename van het aantal inwoners
ondervond.
We kunnen de bevolkingscijfers ook opdelen per leeftijdscategorieën. Dit zal later relevant
zijn wanneer we verder ingaan op ontgroening‐ en vergrijzingstendensen. Met deze cijfers
wordt duidelijk dat het merendeel van de Laarnse bevolking tot de actieve bevolkingsgroep
behoort. Vooral de leeftijdscategorie van 35 tot 64 jaar is sterk vertegenwoordigd.
1000
800
600
400
200
0
totale bevolking
0‐4 jaar
5‐9 jaar
10‐14 jaar
15‐19 jaar
20‐24 jaar
25‐29 jaar
30‐34 jaar
35‐39 jaar
40‐44 jaar
45‐49 jaar
50‐54 jaar
55‐59 jaar
60‐64 jaar
65‐69 jaar
70‐74 jaar
75‐79 jaar
80‐84 jaar
85‐89 jaar
90‐94 jaar
95 en meer
Wanneer we deze gegevens clusteren per leeftijdsgroep en dit vergelijken met het totale
bevolkingsaantal, bereiken we volgende gegevens. Deze percentages duiden aan dat Laarne
rond het Oost‐Vlaamse gemiddelde balanceert 8 .
0‐18 jaar 19‐59 jaar 60‐plus Totaal
2011 Laarne
2011
20.25% 55.26% 24.49% 100%
Arrondissement
Dendermonde
2011 Provincie
20.65%
55.22%
24.14%
100%
Oost‐
Vlaanderen
20.71%
55.19%
24.10%
100%
Uit deze cijfers blijkt dat het een algemene tendens is in Oost‐Vlaanderen dat het aantal
jongeren de minderheid uitmaken van de bevolking. Ook de 60‐plussers behoren voorlopig
tot een minderheid. Het grootste deel van de bevolking behoort tot de beroepsactieve
bevolking. De huidige cijfers wijzen er echter op dat de doorstroom van jeugd naar
beroepsbevolking kleiner zal worden. De overgang van beroepsactieven naar 60‐plussers zal
daarentegen in stijgende lijn gaan.
6 Sociale situatieschets provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 32
7 Algemene Directie Statistiek, Lokale statistieken, www.lokalestatistieken.be
8 Sociale situatieschets Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 26 (Deze gegevens zijn volgens
andere leeftijdsgroepen ingedeeld, zodat de percentages ietwat afwijken van de gegevens die verkregen
werden via Studiedienst van de Vlaamse regering die gebruikt werden voor de grafiek ’totale bevolking 2011’)
8
totale bevolking
7

Wanneer we de bevolkingsprognoses bekijken, merken we dat deze tendensen bevestigd
worden 9 . Binnen de categorie 0‐18 jaar zal er wel een stijging zijn van het aantal geboorten
tussen 2010 en 2020. Vanaf 2020 zal het aantal geboorten terug dalen. De oudere bevolking
zal daarentegen een voortdurende groei kennen.
Laarne 0‐18 jaar 19‐59 jaar +60 jaar Totaal
2010 2 407 (20.03%) 6 713 (55.87%) 2 894 (24.08%) 12 015
2020 2 416 (19.42%) 6 650 (53.46%) 3 374 (27.12%) 12 440
2030 2 358 (18.61%) 6 480 (51.15%) 3 830 (30.23%) 12 668
Arrondissement
Dendermonde
0‐18 jaar 19‐59 jaar +60 jaar Totaal
2010 39 463 (20.53%) 106 597
(55.45%)
46 173 (24.02%) 192 234
2020 40 275 (20.20%) 104 601
(52.46%)
54 520 (27.34%) 199 396
2030 39 695 (19.62%) 100 138
(49.50%)
62 467 (30.88%) 202 300
Oost‐
Vlaanderen
0‐18 jaar 19‐59 jaar +60 jaar Totaal
2010 295 704 789 871 342 271 1 427 847
(20.71%) (55.32%) (23.97%)
2020 311 729 795 449 395 647 1 502 826
(20.74%) (53.93%) (26.33%)
2030 306 315 763 405 452 900 1 522 619
(20.12%) (50.14%) (29.74%)
Via deze cijfers kunnen we deze tendens ook meer kaderen:
• We zien dat het provinciaal cijfer ‘jeugd’ (tussen 0 en 18 jaar) stabiel zal blijven over
de jaren heen. Dit in tegenstelling tot het arrondissement Dendermonde en Laarne,
waar de cijfers voor deze categorie dalen, zeker vanaf 2020
• Ten gevolge van de mindere instroom van de categorie ‘jeugd’ merken we ook dat
het aandeel van de beroepsactieve bevolking daalt in Laarne en het arrondissement
Dendermonde. We merken echter ook op dat ondanks de grotere instroom jongeren
in de provincie, ook het aandeel in de beroepsactieve bevolking daalt. Laarne doet in
deze dus beter dan de provincie, aangezien zij met een mindere instroom aan
jongeren, toch een hoger percentage in de beroepsbevolking hebben in vergelijking
met de provincie. Toch mag de daling op een termijn van twintig jaar niet onderschat
worden (gemiddeld 2% per tien jaar)
9 Sociale situatieschets Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 33
9

• Het aantal 60‐plussers ligt in de gemeente Laarne hoger dan het provinciaal
gemiddelde. We bemerken dat over een termijn van tien jaar het aantal 60plussers
gemiddeld 3% stijgt. Deze tendensen liggen gelijklopend met het arrondissement
Dendermonde en de provincie.
Op volgende kaartjes werden de evoluties per leeftijdscategorie in kaart gebracht.
vergrijzing die zich blijft manifesteren.
Op deze kaart 10 , die de evolutie van het aantal jongeren in van 2010 tot 2030 in kaart brengt, zien we
dat de aangroei in Laarne in de middelste categorie wordt geclassificeerd. Dit houdt in dat op een
termijn van twintig jaar het aantal jongeren in de gemeente ligt daalt of ongeveer gelijk blijft. We
kunnen uit deze kaart ook afleiden dat heel wat andere Oost‐Vlaamse gemeenten met een nog
geringere toename van het aantal jongeren te kampen zal hebben. Een even groot aantal gemeenten
kent echter ook een lichte groei in het aantal jonge inwoners.
10 Sociale situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p.35
10

Op dit kaartje 11 zien we ook de tendensen over de leeftijdsgroep 19 tot en met 59 jaar bevestigd.
Laarne kampt, net als het overgrote deel van de Oost‐Vlaamse gemeenten met een daling van de
beroepsactieve bevolking. We bemerken echter wel dat Laarne bij de beter scorende gemeenten
hoort (licht groen), met een beperkte daling. Dit in tegenstelling tot het merendeel van de Oost‐
Vlaamse gemeente die te kampen hebben met een veel grotere daling
11 Sociale situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 36
11

Deze kaart toont de aangroei van het aantal 60plussers gezien over twintig jaar. We merken dat
Laarne zich opnieuw in de middelste categorie bevindt. Dit wil zeggen dat in Laarne een gemiddelde
stijging van het aantal ouderen zal plaatsvinden op een termijn van twintig jaar. Toch kan hierin de
grootste kentering gesitueerd worden.
12

1.1.3 Bevolkingscijfers per geslacht
Onze totale bevolking kan ook volgens leeftijd en geslacht in kaart worden gebracht. Deze
opdeling is van belang om een zicht te krijgen op de samenstelling van onze lokale
gemeenschap 12 .
95 en meer
90‐94 jaar
85‐89 jaar
80‐84 jaar
75‐79 jaar
70‐74 jaar
65‐69 jaar
60‐64 jaar
55‐59 jaar
50‐54 jaar
45‐49 jaar
40‐44 jaar
35‐39 jaar
30‐34 jaar
25‐29 jaar
20‐24 jaar
15‐19 jaar
10‐14 jaar
5‐9 jaar
0‐4 jaar
0 100 200 300 400 500
Wanneer we deze cijfers per geslacht bundelen en deze omzetten in percentages zien we
dat de verhouding tussen mannen en vrouwen binnen de gemeente bijna in evenwicht is.
Wanneer we clusters maken per leeftijdsgroep merken we dat voornamelijk bij de groep 60+
een groter percentage vrouwen aanwezig is 13 .
0‐18 jaar 16‐59 jaar 60+ jaar totaal
Man 1 222 3 385 1 406 6 013
Vrouw 1 249 3 357 1 582 6 188
Percentage M 49.45% 50.21% 47,05% 49.28%
Percentage V 50,55% 49.79% 52.95% 50,72%
12 Studiedienst van de Vlaamse Regering, cijfers van de bevolking per gemeente, www4.vlaanderen.be
13 Sociale situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 26
13
aantal vrouwen
aantal mannen

Met deze percentages van de totale bevolking houden we gelijke tred met het
arrondissement Dendermonde, de Provincie Oost‐Vlaanderen en het Vlaamse gewest 14 :
Gemeente
Laarne
Man 6 013
(49.28%)
Vrouw 6 188
(50.72%)
Totaal 12 201
(100%)
1.1.4 Bevolkingsdichtheid 15
Arrondissement
Dendermonde
95 308
(49.23%)
98 290
(50.77%)
193 598
(100%)
14
Provincie
Oost‐
Vlaanderen
710 527
(49.91%)
742 058
(51.09%)
1 452 585
(100%)
Vlaams
Gewest
3 113 369
(49.36%)
3 193 649
(50.64%)
6 307 016
(100%)
Wanneer we het bevolkingsaantal delen door de oppervlakte van onze gemeente,
berekenen we de bevolkingsdichtheid.
Laarne: 12.201 inwoners / 32.1km² = 380.09 inwoners per km²
In vergelijking met Wetteren (zorgregio regionale stad) is Laarne relatief minder bevolkt.
Wetteren: 23.774 inwoners / 36.7 km² = 647.79 inwoners per km²
Onze gemeente weet haar landelijke karakter dus te bewaren.
14 Statistieken van de Provincie Oost‐Vlaanderen, http://www.oost‐
vlaanderen.be/public/welzijn_gezondheid/sociale_planning/statistieken/gemfiches/index.cfm
15 Sociale situatieschets Provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 37‐38

1.1.5 Private huishoudens 16
Een huishouden bestaat uit een persoon die alleen leeft, of uit twee of meer personen, al
dan niet met elkaar verwant, die in dezelfde woning wonen en er samenleven. In de cijfers
wordt dus rekening gehouden met alleenstaanden, huishoudens (al dan niet met kinderen),
en éénoudergezinnen 17 .
Gemeente Aantal private
huishoudens
Aantal
alleenstaanden
Laarne 5 062 1 328 26.23%
Wetteren 10 432 3 523 31.18%
Arrondissement
Dendermonde
81 106 22 730 28.03%
Provincie Oost‐
Vlaanderen
611 500 187 156 30.61%
Aantal
private
huis‐
houdens
Aantal
huishoudens
met kinderen
ten opzichte
van het totaal
aantal
huishouden
(0‐19 jaar)
%
huishoudens
met kinderen
(0‐19 jaar)
15
%
alleenstaanden
18
Aantal
éénouderge‐
zinnen met
kinderen ten
opzichte van
het aantal
huishoudens
met kinderen
(0‐19 jaar)
%
éénoudergezinnen
met kinderen
(0‐19 jaar)
Laarne 5 062 1 536 30.34% 163 10.61%
Arr. Dender‐
monde
81 106 24 228 29.87% 3 306 13.64%
Oost‐
Vlaanderen
611 500 178 743 29.23% 25 548 14.29%
Uit deze vergelijkende tabellen kunnen we afleiden dat Laarne minder alleenstaande private
huishoudens telt dan de andere opgenomen actoren. We zien ook dat in vergelijking met het
arrondissement en de provincie er iets meer huishoudens zijn met kinderen.
De tendens van minder alleenstaanden binnen de gemeente wordt ook bevestigd door het
opmerkelijk lager liggende percentage van éénoudergezinnen met kinderen ten opzichte van
het arrondissement en de provincie 19 .
16
Huishoudens met alternatieve woonvormen zitten in de cijfers vervat, maar kunnen niet afzonderlijk
opgevraagd worden.
17
In de cijfers zitten ook de aantallen van gezinnen in co‐ouderschap vervat. De persoon waar het kind is
ingeschreven valt onder de cijfers van éénoudergezinnen. De persoon waar het kind niet staat ingeschreven
valt onder de categorie alleenstaanden.
18
Het percentage van het aantal alleenstaanden wordt al volgt berekend: aantal alleenstaanden/aantal private
huishoudens.

Nochtans wordt, in vergelijking met de cijfers van de provincie en van het Vlaamse Gewest,
niet meer in het huwelijk getreden 20 . Dit kan verklaard worden door het feit dat veel koppels
kiezen voor het wettelijk of het feitelijk samenwonen.
Laarne Provincie
Oost‐
Vlaanderen
Absoluut Aantal per Absoluut Aantal per
1000
1000
16
Vlaams
Gewest
Absoluut Aantal per
1000
49 4 5812 4 25 048 4
Hoewel Laarne op jaarbasis vrij goed scoort, mag de evolutie van de cijfers over
alleenstaanden en éénoudergezinnen niet uit het oog verloren worden. Hieruit kunnen we
immers een tendens afleiden, waarmee we ook in de toekomst rekening zullen moeten
houden 21 .
19 Sociale situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 55‐56
20 Jaarverslag gemeente Laarne 2011, gemeente Laarne, p. 9
21 Omgevingsanalyse Woonebeleidsplan Woonplus, deel 2,p. 4

2007 Huishoudens
met kinderen
Laarne 1 470
(100%)
Arrondissement 23 741
Dendermonder (100%)
Oost‐
172 846
Vlaanderen (100%)
2010 Huishoudens
met kinderen
Laarne 1 523
(100%)
Arrondissement 24 085
Dendermonde (100%)
Oost‐
177 571
Vlaanderen (100%)
Waarvan
éénoudergezinnen
123
(8.36%)
2 969
(12.50%)
24 174
(13.99%)
Waarvan
éénoudergezinnen
170
(11.16%)
3 304
(13.72%)
25 344
(14.27%)
17
Huishoudens
zonder
kinderen
3 340
(100%)
54 431
(100%)
414 904
(100%)
Huishoudens
zonder
kinderen
3 501
(100%)
56 230
(100%)
428 435
(100%)
Uit deze tabellen en hun vergelijking kunnen we enkele zaken afleiden:
Waarvan
alleenstaanden
1 173
(35.12%)
20.879
(38.36%)
174 386
(42.03%)
Waarvan
alleenstaanden
1 289
(36.82%)
22 225
(39.53%)
184 126
(42.98%)
• Wanneer de cijfers van 2007 en 2010 met elkaar vergeleken worden, zien we dat het
percentage éénoudergezinnen gestegen is in de gemeente (van 123 naar 170 is een
stijgingsgraad van 38%). We merken echter tegelijk op dat ondanks deze stijging
Laarne nog steeds onder het gemiddelde van het arrondissement Dendermonde en
de provincie ligt.
• We bemerken tegelijk dat de stijging van het aantal huishouden in het
arrondissement Dendermonde en de provincie trager is geëvolueerd dan in Laarne
vanaf 2007 tot en met 2010.

• De gezinsverdunning die wordt aangehaald in de omgevingsanalyse van het
Woonbeleidsplan van Woonplus, moeten we dus nuanceren: het is inderdaad zo dat
het aantal éénoudergezinnen enorm is gestegen, waardoor we in Laarne van een
gezinsverdunning kunnen spreken. Toch tonen deze cijfers ook aan dat we het nog
beter doen dan het arrondissement Dendermonde en de provincie. De aangehaalde
tendens moet evenwel in het oog gehouden worden. De stijging kan immers
inhouden dat de vraag naar woningen de komende jaren zal blijven stijgen
• De groei van het aantal huishoudens zonder kinderen loopt ongeveer gelijk met de
rest van de actoren.
Deze cijfers zullen ook aangehaald worden wanneer we verder ingaan op het beleidsdomein
grondgebonden beleid.
1.1.6 Loop van de bevolking
1.1.6.1 Algemene loop van de bevolking
Elke gemeente kent een natuurlijk verloop van de bevolking. De stijging van het totale
bevolkingsaantal hangt hiermee samen. Wanneer we de algemene loop van de bevolking
van de afgelopen vijf jaar in kaart brengen, merken we een constante stijging op.
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Geboorten 124 108 120 138 134 138
Aankomsten 583 553 734 624 640 615
Overlijdens 112 101 109 112 105 107
Vertrekkers 461 529 654 523 508 581
Totale
aangroei
+134 +31 +80 +127 +161 +65
1.1.6.2 Natuurlijk saldo
De hierboven vermelde actoren kunnen ook afzonderlijk geanalyseerd worden. Zo kunnen
we het natuurlijk saldo en de migratiestromen los van elkaar bekijken.
Het natuurlijk saldo verkrijgen we door het geboortecijfer te verminderen met het
sterftecijfer. Via onderstaande tabel wordt duidelijk dat Laarne een gestage natuurlijke
aangroei kent van de bevolking. Het sterftecijfer ligt namelijk al jaren lager dan het
geboortecijfer 22 .
22
Studiedienst van de Vlaamse regering, cijfers van de bevolking per gemeente, Loop van de bevolking,
www4.vlaanderen.be
18

Wanneer wij onze cijfers vergelijken met een gelijkwaardige gemeente Wichelen, zien we
dat hun natuurlijke aangroei tussen 2006 en 2010 23 over het algemeen negatief was. Laarne
blijft dus een aantrekkelijke gemeente voor jonge gezinnen.
Natuurlijk accres
Laarne
Natuurlijk accres
Wichelen
1.1.6.3 Begraafplaatsen en lijkbezorging
2006 2007 2008 2009 2010
8 9 25 29 30
‐25 6 ‐6 ‐2 5
De inwoners van Laarne die overlijden, krijgen ook een laatste rustplaats binnen de gemeente. Er is
zowel een begraafplaats in Laarne als in de deelgemeente Kalken. In de gemeente werden in 2011
108 nieuwe concessies afgesloten. Uit onderzoek in het kader van de ontwikkeling van een nieuwe
visie rond de begraafplaatsen blijkt dat de gemeente zal geconfronteerd worden met een tekort ten
aanzien van asbestemmingen.
Voor de lijkbezorging zijn verschillende mogelijkheden binnen de gemeente, die conform de cijfers
en de wijze van begraven als volgt kunnen weergegeven worden:
Lijkbezorging Laarne 2010 aantal
Overlijdens 111
Gewone begravingen 44
Begravingen op het urnenperk 18
Asverstrooiingen 5
Bijzettingen in het columbarium 30
Bijzettingen in de grafkelders 0
1.1.6.4 Migraties
De bevolkingsaangroei wordt daarnaast ook bepaald door het aantal mensen die van buiten
de gemeente in Laarne komen wonen. Ook de mensen die Laarne verlaten worden in
rekening gebracht.
Interne
inwijking
Interne
uitwijking
Intern
migratiesaldo 24
Externe
inwijking
2006 2007 2008 2009 2010
531 566 589 582 601
504 500 494 485 572
27 66 95 97 29
9 38 21 41 19
23 De cijfers van 2010 zijn de meest recente die ter beschikking zijn via de Studiedienst van de Vlaamse regering
24 Intern migratiesaldo: interne inwijking – interne uitwijking
19

Veranderd
register 25
0 0 3 2 11
Herinschrijving
na schrapping
13 9 11 13 5
Immigraties 26 22 47 35 56 35
Externe
uitwijking
11 26 19 14 16
Ambtshalve
geschrapt
15 16 13 13 7
Emigraties 27 26 42 32 27 23
Extern
migratiesaldo 28
‐4 5 3 29 12
120
100
80
60
40
20
0
35
30
25
20
15
10
5
0
‐5
‐10
intern migratiesaldo
2010 2009 2008 2007 2006
extern migratiesaldo
2010 2009 2008 2007 2006
25
Het gaat hier om vreemdelingen die overgaan van wachtregister naar vreemdelingenregister of naar
bevolkingsregister.
26
Immigraties: de som van externe inwijking, verandering van register en herinschrijving na schrapping
27
Emigraties: de som van de externe uitwijkingen en de ambtshalve schrappingen
28
Extern migratiesaldo: immigraties ‐ emigraties
20
intern migratiesaldo
extern migratiesaldo

We merken dus dat Laarne zich de afgelopen jaren ontwikkeld heeft tot een gemeente waar
mensen graag wonen en willen komen wonen. Zeker in 2009 merken we een piek in zowel
de interne migratie als de externe migratie 29 . Zoals eerder vermeld zal deze tendens zich de
komende jaren blijven doorzetten.
Er kan ook opgemerkt worden dat veel oud‐inwoners van onze gemeente na verloop van tijd
terugkeren naar de gemeente. Op deze tendens kan echter moeilijk een cijfer geplakt
worden.
1.1.6.5 Attesten en documenten via E‐loket
Het E‐Loket werd reeds enkele jaren geleden in gebruik genomen. Deze applicatie zorgt ervoor dat
de burgers zelf enkele documenten kunnen aanvragen, zonder hiervoor naar de gemeentelijke
diensten te moeten. De aangevraagde documenten worden naar de burger thuis opgestuurd.
Volgende documenten kunnen digitaal aangevraagd worden:
• Attest van gezinssamenstelling
• Adreswijziging
• Aanvraag bewijs aangifte van vertrek naar het buitenland
• Aanvraag van een historiek van adressen
• Bewijs van woonst
• Bewijs van inschrijving op een adres
• Registratie van de laatste wilsbeschikking
• Aanvraag nationaliteitsbewijs
• Aangifte van een verklaring voor het afstaan van organen
• Aanvraag voor een attest van de verklaring voor het afstaan van organen
• Wijziging van beroep
• Reistoelating voor minderjarigen
• Wettelijk samenwonen
• Attesten en uittreksel burgerlijke stand
• Uittreksels uit het strafregister.
• Volmacht voor de verkiezingen
• Attest voor tijdelijke afwezigheid buitenland (noodzakelijk bij verkiezingen)
• Attest als schipper, marktkramer en kermisreiziger (noodzakelijk bij verkiezingen)µ
Deze toepassing kan nog verder uitgewerkt worden.
29
Gemeentelijke profielschets Laarne, Agentschap voor binnenlands bestuur en de Studiedienst van de
Vlaamse regering, p. 7
21

1.1.6.6 Vreemdelingen / Diversiteit
Een kleine minderheid van de lokale bevolking van Laarne behoort tot de categorie
‘vreemdeling’. Toch is er sprake van een lichte stijging.
Niet‐Belg naar
nationaliteit
(aantal)
Niet‐Belg naar
nationaliteit %
22
Niet‐Belg naar
nationaliteit bij
geboorte
(aantal)
Niet‐Belg naar
nationaliteit bij
geboorte %
Laarne 136 1.11 280 2.29
Arrondissement
Dendermonde
4 995 2.56 10 962 5.66
Oost‐
Vlaanderen
65 065 4.51 126 282 8.75
Een deel van deze inwoners verkregen in 2010 een immatriculatie (model A of B) of een
elektronische vreemdelingenkaart.
Immatriculatie model A Immatriculatie model B Elektronische
vreemdelingenkaarten
28 26 26
Een immatriculatie model A wordt afgeleverd aan vreemde onderdanen (personen uit niet
EU‐landen). Deze kaarten moeten in het eerste jaar per drie maanden verlengd worden.
Vanaf het volgende jaar moeten deze kaarten zelfs per maand afgeleverd worden. Het kan
dus zijn dat bepaalde personen meerdere kaarten per jaar ontvangen. Het aangegeven cijfer
kan dus een vertekend beeld geven op het aantal vreemdelingen.
Een immatriculatie model B wordt afgeleverd aan EU‐onderdanen in functie van een
gezinshereniging met een niet‐Europeaan. Dit attest wordt op dit moment nog maar weinig
uitgereikt, aangezien de wetgeving sinds 2010 grondig werd gewijzigd.
Een elektronische vreemdelingenkaart wordt afgeleverd wanneer een dossier positief wordt
beoordeeld. Afhankelijk van de procedure zal ook het model van elektronische
vreemdelingenkaart wijzigen. De geldigheid van deze kaart loopt tussen 1 en 5 jaar
afhankelijk van de procedure.
Ook kinderen onder de twaalf jaar kunnen een identiteitsbewijs krijgen, dat maximaal 3 jaar
geldig is (afhankelijk van de geldigheidsduur van de verblijfskaart van de ouders. Kinderen
boven de twaalf jaar krijgen een verblijfsstatuut op basis van het statuut van hun ouders
(een Attest van immatriculatie of een elektronische kaart)

Over het algemeen kunnen we over de afgelopen drie jaar volgende tendens waarnemen:
Jaar Totaal aantal
inwoners
23
Totaal aantal
vreemdelingen
Percentage
vreemdelingen ten
opzichte van de
totale bevolking
2009 12 135 126 1.03%
2010 12 068 136 1.12%
2011 12 113 160 1.32%
Om inzicht te krijgen in het aantal immigranten in Laarne en hun afkomst, werd volgende
tabel opgevraagd 30 :
Land van herkomst
aantal Land van herkomst
Aantal
(Europese Unie)
(niet‐Europese Unie)
Duitsland 3 Noorwegen 1
Oostenrijk 1 Zwitserland 1
Denemarken 1 Oekraïne 5
Spanje 4 Rusland 9
Finland 1 Filipijnen 1
Frankrijk 5 China 2
Verenigd Koninkrijk 4 Thailand 3
Griekenland 1 Afghanistan 1
Hongarije 3 Irak 2
Ierland 4 Iran 2
Polen 17 Syrië 2
Portugal 3 Turkije 2
Italië 8 Mauritius 1
Nederland 44 Oeganda 1
Litouwen 1 Zuid‐Afrika 4
Rwanda 1
Algerije 3
Marokko 1
Tunesië 3
Canada 1
USA 3
Cuba 1
Brazilië 1
Van Russische
afkomst
5
Van Iraakse afkomst 5
TOTAAL 100 61
30 De tabel die opgevraagd werd door de bevolkingsdienst heeft als situatiedatum 23/08/2012.

1.1.7 Ratio’s
1.1.7.1 Ontgroening
Onder ontgroening of groene druk verstaan we de verhouding tussen de jeugdige bevolking
(van 0 tot 19 jaar) en de bevolking op beroepsactieve leeftijd (van 20 tot 59 jaar). We
merken dat in Laarne iets minder jeugdige bevolking woont in vergelijking met het
arrondissement Dendermonde en de provincie.
Jeugdige bevolking Beroepsactieve
bevolking
Ontgroening (%)
Laarne 2010 2 553 6 567 38.88%
Arr. Dendermonde
2010
41 683 104 376 39.94%
Oost‐Vlaanderen
2010
312 178 773 398 40.36%
Laarne 2020 2 538 6 529 38.87%
Arr. Dendermonde
2020
42 315 102 562 41.26%
Oost‐Vlaanderen
2020
327 663 779 518 42.03%
Laarne 2030 2 487 6 351 39.16%
Arr. Dendermonde
2030
41 830 98 005 42.68%
Oost‐Vlaanderen
2030
322 891 746 828 43.23%
Uit de prognose kunnen we wel afleiden dat, ook al daalt het aantal bewoners in de
leeftijdscategorie tot 19 jaar op lange termijn, we toch een vrij stabiele verhouding kunnen
behouden tussen jeugd en beroepsbevolking. Dit houdt in dat ook de beroepsbevolking in
Laarne zal dalen op lange termijn 31 .
Laarne scoort iets minder hoog dan het arrondissement Dendermonde en de provincie.
31
Cijfers verkregen via het Bedrijfsinformatieplatform van de Vlaamse Regering: http://vobip‐
publiek.vlaanderen.be/
24

1.1.7.2 Doorstromingscoëfficiënt
Met dit percentage wordt de verhouding in beeld gebracht tussen de potentiële instroom op
de arbeidsmarkt (leeftijdsgroep van 10 tot 24 jaar) en de uitstroom uit de arbeidsmarkt
(leeftijdsgroep van 50 tot 64 jaar).
Potentiële
instroom
Uitstroom doorstromingscoëfficiënt
Laarne 2010
Arr.
1 978 2 508 78.87%
Dendermonde
2010
Oost
32 138 38 766 82.90%
Vlaanderen
2010
239 311 276 140 86.66%
Laarne 2020 2 881 2 624 109.79%
Arr.
31 296 41 745
Dendermonde
2020
74.96%
Oost‐
Vlaanderen
2020
226 971 305 300 74.34%
Laarne 2030 1 912 2 578 74.17%
Arr.
Dendermonde
2030
32 084 39 762 80.69%
Oost‐
Vlaanderen
2030
248 448 295 830 83.98%
We zien dat de doorstromingscoëfficiënt in 2010 veel lager lag dan het percentage van het
arrondissement Dendermonde en de provincie. In Laarne was er dus minder instroom op de
arbeidsmarkt dan in het arrondissement Dendermonde en de provincie Oost‐Vlaanderen.
Volgens de berekeningen van de prognoses in 2020 zal deze instroom sterk stijgen. De
potentiële instroom op de markt zal op dat moment de uitstroom uit het werkveld
overstijgen. Eenmaal in 2030 zal de potentiële instroom en de uitstroom zich terug
stabiliseren naar het percentage van 2010. We merken dan op dat we opnieuw onder het
gemiddelde van het arrondissement en de provincie dalen 32 .
Op de cijfers die specifiek betrekking hebben op de kinderaanwas zal dieper ingegaan
worden in beleidsdomein 8: ‘zorg en opvang’
32
Cijfers verkregen via het Bedrijfsinformatieplatform van de Vlaamse Regering: http://vobip‐
publiek.vlaanderen.be
25

1.1.7.3 Vergrijzing
Vergrijzing is een zeer algemene term, die dus een wijd bereik heeft. Zo moeten we naast de
grijze druk ook rekening houden met interne vergrijzing, de afhankelijkheidsratio, de
familiale zorgindex en de mantelzorgratio. Al deze cijfers kunnen ons een genuanceerder
beeld aanreiken over de bevolkingsgroep +60 jaar.
1.1.7.4 Grijze druk
Onder deze term verstaan we de algemene verhouding tussen ouderen en de actieve
bevolking. Hier merken we dat een duidelijke vergrijzing optreedt. Voor 100 personen waren
er in 2011 43 personen ouder dan 60 jaar. Ook naar de toekomst toe zien we dat deze
tendens zich doorzet. Met deze prognose moet rekening gehouden worden wanneer we het
lokaal sociaal beleid, het seniorenbeleid en de ouderenzorg toelichten 33 . Ook in het
arrondissement en in de provincie merken we een duidelijke vergrijzingscurve op.
Laarne Arrondissement
Dendermonde
Oost‐Vlaanderen
2011 43% 43% 43%
2020 50% 52% 49%
2030 59% 62% 59%
1.1.7.5 Interne vergrijzing
Onder deze rubriek gaan we de bevolking ouder dan 60 jaar nog verder opdelen. Hierbij
maken we gebruik van de verhouding van de leeftijdsgroep +80 jaar op de leeftijdsgroep 60‐
79 jaar. Analoog met de algemene vergrijzing, merken we dat ook de het aantal +80 jarigen
in Laarne blijft stijgen. Ook hier tonen de prognoses aan dat de waarden zullen blijven
stijgen. Zeker in het Vlaamse gewest mag een grote stijging verwacht worden (tot een
verdrievoudiging) 34 .
Ook dit moet zeker meegenomen worden bij de verdere analyse rond ouderenzorg binnen
de gemeente.
Laarne Arrondissement
Dendermonde
Oost‐Vlaanderen
2011 19.08% 19.98% 21.44%
2020 19.8% 22.08% 23.08%
2030 22.11% 23.22% 23.59%
33 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 33
34 SVR‐Rapporten, De nieuwe bevolkingsvooruitzichten 2007‐2060, Studiedienst van de Vlaamse regering, p. 31
26

1.1.7.6 Familiale zorgindex
Met dit cijfer kan nagegaan worden hoe de verhouding tussen het aantal hoogbejaarden (80
plussers) en het aantal personen in de leeftijdsgroep tussen 50‐59 jaar. Deze laatste groep is
een benadering van het aantal kinderen van die hoogbejaarden die geconfronteerd worden
met de zorgtaak. Laarne heeft op 100 personen tussen 50 en 59 jaar dus 32.80
hoogbejaarden. Hiermee scoort Laarne beter dan het arrondissement en de provincie. Toch
zal ook hier rekening gehouden moeten worden met een blijvende stijging.
Op basis van deze tabel zien we dat tegen 2030 1 op 2 senioren hoogbejaard zal zijn 35 .
Leeftijdsgroep Hoogbejaarden Familiale zorgindex
tussen 50 en 59 jaar (80+)
Laarne 2010 1 717 533 31.04%
Arr. Dendermonde
2010
26 911 9 147 33.99%
Oost‐Vlaanderen
2010
191 791 71 628 37.35%
Laarne 2020 1 788 668 37.36%
Arr. Dendermonde
2020
28 645 12 041 42.04%
Oost‐Vlaanderen
2020
210 604 91 320 43 36%
Laarne 2030 1 743 846 48.53%
Arr. Dendermonde
2030
26 375 14 508 55.01%
Oost‐Vlaanderen
2030
197 509 106 844 54 .10%
1.1.7.7 De afhankelijkheidsratio
Met deze verhouding kunnen we nagaan in welke mate de niet‐actieve bevolking drukt op
de actieve bevolking. Hiervoor maken we volgende bewerking:
Leeftijdsgroep 0‐18 jaar + leeftijdsgroep +60 jaar / leeftijdsgroep 20‐59 jaar
Dit geeft volgende tabel:
Laarne Arrondissement Provincie
Dendermonde Oost‐Vlaanderen
2010 78% 80% 80%
2020 87% 90% 89%
2030 95% 102% 99%
35
Cijfers verkregen via het Bedrijfsinformatieplatform van de Vlaamse Regering: http://vobip‐
publiek.vlaanderen.be
27

We merken op dat er een grote last ligt op de schouders van de actieve bevolking. Per 100
actieve bewoners, zijn er 78 inwoners die tot de niet‐actieve bevolkingsgroepen (jeugd en
ouderen) behoren. We zien ook dat in de loop van de komende twintig jaar de
afhankelijkheidsratio blijft stijgen. We zagen immers eerder dat onze beroepsbevolking
veroudert, zodat veel huidige beroepsactieven tegen 2030 in pensioen zullen zijn.
1.1.8 Senioren
1.1.8.1 Inspelen op de behoeften van senioren
Senioren nemen een steeds prominentere plaats in in onze samenleving. De komende jaren zal de
groep gepensioneerden nog groter worden. Het is dus van belang een beleid uit te stippelen waar op
alle vlakken plaats is voor de senior en zijn of haar behoeften. Door integraal te werken kunnen
gemeentelijke initiatieven elkaar ondersteunen en kan er een warme gemeente gecreëerd worden
waar plaats is voor jong en oud. Om de behoeften van de senioren in kaart te brengen werd in 2008
een grootschalig seniorenbehoeftenonderzoek georganiseerd met de Vrije Universiteit Brussel als
partner.
1.1.8.2 Profiel van de senior
Volgens de resultaten van het seniorenonderzoek, kan de gemiddelde leeftijd van de senior in Laarne
vastgesteld worden op 70.9 jaar. In navolging van de enquêtes kan ook afgeleid worden dat 53.9%
van de deelnemers een vrouw is. Als logisch gevolg hiervan is 46.1% van de bevraagde senioren van
het mannelijke geslacht.
Het profiel van de senior wordt echter niet enkel bepaald door leeftijd en geslacht. Ook de
burgerlijke staat en de gezinssamenstelling hebben invloed op hun profiel en zal illustratief zijn op
vlak van de uiteindelijke resultaten.
Burgerlijke staat Percentage van de bevraagde senioren
Gehuwd 71.9%
Weduw(e)naar 17.3%
Nooit gehuwd 5.2%
Gescheiden 4.0%
Samenwonend 1.6%
Kloosterling(e) 0%
Als laatste indicator werd ook navraag gedaan naar het gemiddelde maandinkomen per gezin.
Hierover kan volgende tabel opgemaakt worden
Nettomaandinkomen Percentage binnen deze grenzen
500‐999 euro 17.1%
1000‐1499 euro 39.6%
1500‐1999 euro 21.7%
2000‐2499 euro 10.1%
2500‐3999 euro 8.4%
4000‐4999 euro 1.2%
Meer dan 5000 euro 2.0%
28

Daarbij werd ook nagegaan in welke mate de senioren rondkomen met hun maandelijkse inkomen.
Indicatie Percentage
Zeer moeilijk 4.5%
Moeilijk 9.8%
Eerder moeilijk 21.8%
Eerder gemakkelijk 35.9%
Gemakkelijk 21.3%
Zeer gemakkelijk 6.6%
Deze indicaties geven aan dat 27.9% van de senioren vlot rondkomt met zijn of haar inkomen. 57.7%
balanceert op de grens tussen gemakkelijk en moeilijk rondkomen. 14.3% van de ondervraagde geeft
aan moeilijk te kunnen rondkomen met het maandinkomen. Aangezien heel wat senioren
geconfronteerd worden met gezondheidsproblemen of nood hebben aan huishoudelijk hulp, dient
hier op termijn zeker rekening mee gehouden te worden. Deze percentages houden wel geen
rekening met andere inkomsten, zoals bijvoorbeeld roerende goederen.
1.1.8.3 Wonen voor senioren
Aangezien de vergrijzing een trend is die zich globaal doorzet, dient de overheid in te zetten op het
langer zelfstandig houden van de senioren. Hierbij wordt voornamelijk gedacht aan langer zelfstandig
wonen. Tijdens het seniorenbehoeftenonderzoek werden daarom ook enkele vragen gesteld rond
‘wonen’.
Zo kwam naar voor dat de gemiddelde leeftijd van de woning 45.9 jaar is. 85.1% van de
ondervraagde geeft aan dat hij of zij eigenaar is van de woning. Slechts 15% huurt een woning,
woont in bij kinderen of kiest voor alternatieve woonvormen.
Wanneer gepolst wordt naar de tevredenheid over de woning, merken we dat slechts 20% van de
ondervraagden vindt dat hun woning volledig aangepast is aan zijn of haar noden. 80% van de
senioren ondervindt enige vorm van onaangepastheid in de woning. Wanneer we rekening houden
met het feit dat 36.1% van de ondervraagde het niet altijd even gemakkelijk heeft om rond te komen
met het inkomen, mag het niet verwonderen dat niet kan geïnvesteerd worden in het aanpassen van
de woning.
Volgende elementen worden aangegeven als oorzaken van de onaangepastheid:
• Trappen
• Afstand tot voorzieningen
• Te groot
• Inbraakgevoelig
• Afstand tot kinderen
Zeker de inbraakgevoeligheid van de woning zorgt voor een algemeen onveiligheidsgevoel bij 39.6%
van de ondervraagde senioren.
29

1.1.8.4 Senioren in de gemeenschap
Senioren moeten hun plek krijgen binnen de samenleving. Zij ondervinden vaak hinder van druk
verkeer, waarbij weinig rekening gehouden met de specifieke noden van senioren. Een laatste
belangrijke indicator is het feit dat heel wat senioren aangeven dat zij weinig kennissen hebben in
hun woonwijk. Ook op dit vlak kan de gemeente een ondersteunende rol spelen.
Toch blijkt dat 72.6% van de ondervraagden lid is van een vereniging. 27.4% is geen lid, maar van dit
percentage wil 36.9% wel lid worden van een vereniging.
Heel wat senioren komen ook weinig buiten: de meest voorkomende activiteiten zijn:
• Televisiekijken: 76.4%
• Luisteren naar de radio: 75.2%
• Wandelen: 71.8%
• Tuinieren: 67.7%
• Op café of uit eten gaan: 51.8%
• Winkelen voor het genoegen: 42.9%
Uit de meeste van deze activiteiten blijkt ook dat heel wat senioren juist die activiteiten doen,
waarbij zij inderdaad weinig mensen ontmoeten.
Niet alle senioren zijn echter huismussen. Vaak staan zij in voor hulp aan mensen: zo vangen zij vaak
kleinkinderen op of springen zij in om boodschappen te doen. Daarnaast is 16% van de senioren ook
actief als vrijwilliger. 20.8% van de ondervraagden geeft aan vrijwilligerswerk te willen doen.
1.1.8.5 Hulp voor senioren
Een dagje ouder worden, houdt ook in dat sommige acties minder gemakkelijk kunnen uitgevoerd
worden. Hulp van derden is daarom vaak noodzakelijk. Hulp in het huishouden, hulp bij persoonlijke
verzorging en hulp bij persoonlijke verplaatsingen zijn de meest voorkomende vragen. Hiervoor doen
senioren vaak beroep op de partner, de kinderen of poetsdienst/bejaardenhulp.
Wanneer effectief beroep gedaan wordt op poetshulp of bejaardenhulp komen ook vaak heel wat
frustraties naar boven. 19.2% van de senioren die op regelmatige basis hulp nodig hebben, klagen
over het feit dat deze hulp te duur is. Zeker wanneer we zien dat een deel van de senioren het
moeilijk heeft om rond te komen met hun pensioen, moet hiermee rekening gehouden worden.
Bovendien duidt 15.4% van de senioren er op dat de gevraagde hulp op verkeerde uren valt. Als
laatste wordt ook aangegeven dat de verkregen hulp vaak niet toereikend is (13.8%).
Over de gemeentelijke dienstverlening is men over het algemeen tevreden. Toch vragen de
ondervraagde senioren dat aandacht blijft besteed worden aan hun specifieke noden. Zeker met
betrekking tot mobiliteit dient steeds een terugkoppeling gemaakt te worden naar de behoeften van
de senior. Enkele punten van ontevredenheid zijn immers:
• De staat van de voetpaden: 29.9%
• Aanbod van het openbaar vervoer: 20.9%
• Verkeersveiligheidsbeleid.
30

1.1.9 Besluit
Laarne wordt volgens de sociaal‐economische typologie van Oost‐Vlaanderen
gecatalogiseerd als “landelijke gemeente met sterke demografische groei”. De hierboven
voorgestelde cijfers tonen inderdaad aan dat Laarne in volle ontwikkeling is.
Met een steeds stijgende natuurlijke groei en een positief extern migratiesaldo wordt
duidelijk dat Laarne een gemeente is waar mensen graag wonen. Aangezien de instroom van
buitenaf ook steeds blijft stijgen, mag de gemeente gerust zeggen dat ook buitenstaanders
graag in Laarne willen wonen.
Laarne is tevens een gemeente waar veel gezinnen met kinderen wonen. Het aantal
alleenstaanden en éénoudergezinnen met kinderen ligt opmerkelijk lager dan het
percentage van het arrondissement en de provincie.
Natuurlijk heeft de gemeente ook af te rekenen met enkele demografische problemen. We
merken bijvoorbeeld dat de vergrijzing een blijvende tendens is en dat de niet‐actieve
bevolking in de toekomst meer zal drukken op de beroepsbevolking. Toch doet onze
gemeente globaal gezien duidelijk beter dan het arrondissement Dendermonde en de
provincie Oost‐Vlaanderen.
Deze trend dient echter een plaats te krijgen in het beleid van de toekomst. Er zullen immers
steeds meer senioren zijn, en binnen deze groep ook steeds meer interne veroudering.
31

1.2 Sociaal-economische situatieschets
1.2.1 De arbeidsmarkt in absolute cijfers 36
De lokale bevolking van de gemeente kan naast leeftijd en geslacht ook ingedeeld worden in een
groep ‘beroepsactieve bevolking’ en ‘niet‐beroepsactieve bevolking’. Aangezien we onder deze
paragraaf werken met absolute cijfers zijn vergelijkingen met andere gemeenten niet mogelijk. In
een volgende paragraaf zal vergelijken wel mogelijk zijn, aangezien we dan verder ingaan op de
ratio’s rond de lokale arbeidsmarkt.
Wanneer we spreken over beroepsbevolking wordt gewerkt met de leeftijdsgroep 15 tot 64 jaar. Dit
is ietwat afwijkend van eerder gebruikte leeftijdscategorieën. Deze afwijking zorgt voor een meer
totaal beeld van de arbeidsmarkt omdat ook rekening kan gehouden worden met onder meer
leercontracten.
Vooraleer over te gaan op het cijfermateriaal, zijn eerst nog enkele verduidelijkingen nodig op vlak
van terminologie:
• Bevolking op beroepsactieve leeftijd: alle inwoners van de gemeente tussen de leeftijd 15
jaar en 64 jaar.
• Beroepsbevolking: personen die aan het werk zijn, die beschikbaar zijn voor een job of die
actief op zoek zijn naar werk.
• Niet‐beroepsactieven: personen die niet aan het werk zijn, niet beschikbaar zijn voor een job
of niet actief op zoek zijn naar werk. (Het getal wordt berekend door het verschil tussen de
bevolking en de beroepsbevolking).
• Werkenden: de som van loontrekkenden, zelfstandigen en helpers
• Jobs: de som van het aantal loontrekkende jobs, jobs van zelfstandigen en jobs van helpers
Voor Laarne verkrijgen we volgende absolute cijfers 37 :
Inwoners op
arbeidsleeftijd
(15‐64 jaar)
Beroepsbevolking Niet‐
beroepsactieven
32
Werkenden Aantal jobs
Laarne 8 070 5 971 2 098 5 712 3 096
Op onderstaand kaartje kunnen we zien dat Laarne behoort tot de bleek ingekleurde gemeenten.
Aangezien we werken met absolute getallen, geeft dit een ietwat vertekend beeld. Laarne is immers
een landelijke middelgrote gemeente, waar voornamelijk ingezet wordt op wonen.
36 Sociale situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 284
37 De gegevens opgenomen in de sociale situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen dateren uit 2009

1.2.2 De arbeidsmarkt in ratio’s
Door de gemeentelijke ratio’s rond arbeid in kaart te brengen kunnen we gemakkelijker de
gemeentelijke cijfers vergelijken met andere actoren. Ook deze cijfers dateren van 2009
Ook voor deze rubriek zijn eerst enkele definities nodig om de leesbaarheid van de tabellen te
bevorderen.
• Activiteitsgraad: met deze parameter kunnen we nagaan welk deel van de bevolking op
beroepsactieve leeftijd zich aanbiedt op de arbeidsmarkt (dus een job heeft of actief een job
zoekt)
• Werkzaamheidsgraad: het aandeel werkende personen in de bevolking op beroepsactieve
leeftijd
• Werkloosheidsgraad: het aandeel niet‐werkende werkzoekenden in de beroepsbevolking
• Jobratio: jobs per 100 inwoners op beroepsleeftijd
Wanneer we de ratio’s van Laarne vergelijken met de cijfers van het arrondissement, de provincie en
het Vlaamse gewest, krijgen we volgende tabel. Ook bijgevoegde kaartjes geven een goed beeld over
de plaats die Laarne inneemt binnen de provincie 38 .
38 Situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 288
33

activiteitsgraad werkzaamheidsgraad Werkloosheidsgraad jobratio
Laarne 74.00% 70.78% 4.35% 38.37%
Wetteren 73.20% 68.55% 6.35% 67.53%
Arr.
Dendermonde
72.39% 68.28% 5.67% 50.87%
Oost‐
Vlaanderen
72.35% 66.02% 6.73% 63.11%
Vlaams Gewest 70.89% 65.94% 6.98% 66.83%
Uit deze cijfers kunnen we heel wat informatie halen over onze bevolking. Zo merken we dat onze
bevolking in vergelijking met de andere actoren een grotere vertegenwoordiging hebben op de
arbeidsmarkt .
Op onderstaande kaart van de provincie Oost‐Vlaanderen zien we zelfs dat Laarne een van de
hoogste werkzaamheidsgraden van de provincie heeft. Het merendeel van de bevolking op
beroepsactieve leeftijd behoort dus tot de groep ‘werkende personen’ 40 .
39 Situatieschets van de provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 289
40 Sociale situatieschets provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 290
34
39

Ook op vlak van werkloosheid scoort Laarne beter dan buurgemeente Wetteren en de gemiddelden
van het arrondissement Dendermonde, de provincie en het Vlaamse gewest 41 .
41 Sociale situatieschets provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 291
35

Enkel op vlak van jobratio scoort onze gemeente opmerkelijk lager dan de andere gemiddelden. Er
zijn dus veel minder jobs pers 100 inwoners dan in vergelijking met Wetteren, het arrondissement
Dendermonde, Oost‐Vlaanderen en het Vlaamse gewest 42 .
1.2.3 Niet werkende werkzoekenden: evoluties 43
Op dit kaartje kunnen we zien dat het werkloosheidscijfer in Laarne relatief laag ligt. Het aantal ‘Niet
Werkende WerkZoekenden ‘ ligt in Laarne dus tussen de 35 en 384. Het gaat hier wel om absolute
cijfers, waardoor een ietwat vertekend beeld kan ontstaan.
42 Sociale situatieschets provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 292
43 Sociale situatieschets provincie Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 294‐297
36

Wanneer de evolutie van de afgelopen tien jaar van het aantal niet‐werkende werkzoekenden in
kaart wordt gebracht, zien we echter dat er in Laarne een zeer sterke stijging van de werkloosheid
plaatsvond.
Wanneer we een verdere opdeling maken in de werkloosheidscijfers tussen mannen en vrouwen,
merken we ook dat Laarne te kampen heeft met een sterke stijging van de werkloosheid bij vrouwen.
37

Wanneer we de werkloosheidscijfers van de afgelopen twee jaar opvragen bij VDAB, krijgen we
volgend overzicht voor de gemeente Laarne 44 .
December
2011
38
% December
2010
Geslacht Man 107 47.3% 110 47.6%
Vrouw 119 52.7% 121 52.3%
Totaal aantal
werklozen
226 100% 231 100%
Leeftijd < 25 jaar 48 21.2% 40 17.32%
25 tot 50 jaar 108 47.8% 117 50.65%
Ouder dan 50 70 31.0% 74 32.03%
Studieniveau Laaggeschoold 104 46.0% 114 49.35%
Middengeschoold 74 32.7% 71 30.74%
hooggeschoold 48 21.2% 46 19.91%
Werkloosheidsduur < 1 jaar 129 57.1% 120 51.95%
1 tot 2 jaar 38 16.8% 40 17.32%
Meer dan 2 jaar 59 26.1% 71 30.74%
Arbeidsgehandicapten 39 17.30% 51 22.08%
Wanneer we de absolute getallen van 2010 en 2011 met elkaar vergelijken, kunnen we een zicht
krijgen op de fluctuatie op de arbeidsmarkt. Dit kunnen we doen door de cijfers van 2010 te delen
door de cijfers van 2011 (zo krijgen we zicht op de index)
December
2010
December
2011
Geslacht Man 110 107 ‐2.8%
Vrouw 121 119 ‐1.7%
Totaal aantal
werklozen
231 226 ‐2.2%
Leeftijd < 25 jaar 40 48 +20%
25 tot 50 jaar 117 108 ‐7.7%
Ouder dan 50 74 70 ‐5.4%%
Studieniveau Laaggeschoold 114 104 ‐8.8%
Middengeschoold 71 74 +4.2%
hooggeschoold 46 48 +4.3%
Werkloosheidsduur < 1 jaar 120 129 +7.5%
1 tot 2 jaar 40 38 ‐5.0%
Meer dan 2 jaar 71 59 ‐16.9%
Arbeidsgehandicapten 51 39 ‐23.5%
44 http://arvastat.vdab.be/arvastat/werkloosheid_results.jsp
%
%

Uit deze tabel kunnen we volgende conclusies trekken:
• Op korte termijn zijn we een minieme daling van het aantal werklozen (2.7%).
• De werkloosheid bij jongeren onder de 25 jaar is zeer sterk gestegen (20%)
• De werkloosheid in de leeftijdscategorieën boven de 25 jaar is licht gedaald.
• De werkloosheid bij laaggeschoolden is gedaald. Bij middengeschoolden en hooggeschoolden
is de werkloosheid gestegen.
• De werkloosheid op korte termijn (minder dan één jaar) is gestegen. De werkloosheid op
lange termijn is sterk gedaald.
• Op het aantal niet‐werkende werkzoekenden met een arbeidshandicap zal ingegaan worden
bij de analyse van het beleidsdomein ‘zorg en opvang’.
1.2.4 Besluit
Volgens de absolute gegevens van 2010 ,zijn er relatief weinig mensen in Laarne die werkloos zijn.
Met deze cijfers scoren we beter dan het gemiddelde van Wetteren, het arrondissement
Dendermonde en de provincie Oost‐Vlaanderen. Wel is het zo dat er een stijging waar te nemen is in
de periode 2000‐2010 van de niet werkende werkzoekenden.
Het is echter wanneer we de evolutie van de afgelopen tien jaar bekijken dat we de meest
interessante waarnemingen kunnen doen. Zo zien we duidelijk op de kaartjes dat in Laarne een heel
sterke groei optrad bij het aantal niet‐werkende werkzoekenden. Samen met Lochristi en
Destelbergen heeft Laarne het hoogste cijfer ten oosten van Gent. Voornamelijk in de industriële
sector werden heel wat jobs geschrapt.
Bij het opdelen van het aantal werklozen volgens geslacht, merken we dat in de afgelopen tien jaar
een sterke stijging plaatsvond bij het aantal vrouwelijke niet‐werkende werkzoekenden . Hiermee
behoren de gemeente ook tot de op één na hoogste stijgingscategorie.
Toch merken we (aan de hand van de cijfers 2011‐2010) dat er een lichte daling van de werkloosheid
plaatsvindt zowel bij de vrouwen als de mannen.
39

2. Grondgebonden beleid
2.1 Mobiliteit 45
2.1.1 Geografische ligging
Wanneer we een kaart van de provincie Oost‐Vlaanderen bekijken, zien we dat Laarne gesitueerd ligt
in het centrum van de provincie. De gemeente sluit aan op het grootstedelijk gebied Gent.
De buurgemeenten van Laarne zijn: Lochristi in het oosten, Lokeren en Berlare in het oosten,
Wichelen en Wetteren in het zuiden en Destelbergen in het westen.
Op basis van de morfologische structuur kunnen we Laarne terugvinden tussen de stedelijke
gebieden Gent, Lokeren en Wetteren. Het dorpszicht van Laarne wordt gekenmerkt door
lintbebouwing.
Laarne ligt daarnaast op een knooppunt van tal van belangrijke invalswegen:
• De E17 Gent‐Antwerpen ligt ten noorden van de gemeente. Er zijn op‐ en afritten aanwezig.
• De R4 (Ring rond Gent) ligt ten westen van de gemeente. Ook hier zijn op‐ en afritten
voorzien.
• De N449: de gewestweg richting E40 en Lochristi
• De N445: provincieweg Zele Gent
• De N407: provincieweg Wetteren‐Overmere‐Lokeren.
Ten zuiden van de gemeente bevinden zich de spoorlijnen Gent‐Mechelen en Gent‐Brussel. De
dichtstbijzijnde stations zijn Wetteren en Schellebelle.
Ten zuiden van de gemeente vinden we ook de Schelde terug.
45 Verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan Laarne, beleidsplan gemeente Laarne.
40

Volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen behoort Laarne tot de categorie’buitengebied’. Dit
wil zeggen dat in onze gemeente de open ruimte overweegt. Vanuit de Vlaamse overheid werden
ook doelstellingen aan deze benaming gekoppeld:
1. het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies
2. het tegengaan van versnippering van het buitengebied
3. het bundelen van de ontwikkelingen in de kernen van het buitengebied
4. het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen
5. het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied
6. het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem
7. het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied
Volgens het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost‐Vlaanderen moet Laarne in twee delen
gecategoriseerd worden: één deel behoort tot het Oost‐Vlaams kerngebied, een ander deel ligt
tussen het kerngebied en het E17‐netwerk. Een deel van de ontsluiting van het kleinstedelijk gebied
Wetteren gebeurt dus ook langs Laarnse wegen. Daarom erkende de provincie een deel van de N445
en de N449 als secundaire weg type II.
Ook binnen de gemeente speelt men met het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan in op de troeven
van de ligging van Laarne. Onze positie in Oost‐Vlaanderen heeft immers heel wat mogelijkheden:
Laarne is zowel goed bereikbaar, ligt in de nabijheid van het grootstedelijk gebied Gent en ligt aan de
groene ader van de Scheldevallei.
Volgens het gewestplan kan Laarne als volgt ingedeeld worden:
• twee woongebieden: Kalken en Laarne + Zand + woonuitbreidingsgebieden. De twee
kerngebieden zijn tevens ingekleurd als woongebied met cultuur‐historische en esthetische
waarde.
• Het gehucht Eekhoek is ingekleurd als woongebied met landelijk karakter
• Industriegebied naast de dorpskern van Laarne; kleine KMO‐zone langs de Nerenweg en de
Dendermondesteenweg in Kalken
• Dienstverleningsgebied langs de autosnelweg
• Het grootste deel van de gemeente is ingekleurd al agrarisch gebied. Het westelijk deel is
daarnaast ook ingetekend als landschappelijk waardevol
• De Kalkense Meersen en het gebied rond de verkeerswisselaar E17‐R4 is ingekleurd als
natuurgebied met wetenschappelijke waarde. De Kalkense Meersen zijn ook ecologisch
waardevol.
• Het kasteeldomein van Laarne wordt ingekleurd als natuurgebied.
• Langs de Zevensterrestraat bevindt zich een ontginningsgebied
• Aan de Bochtenstraat (ter hoogte van het voetbalveld) werd een klein deel ingekleurd als
gebied voor dagrecreatie.
41

2.1.2. De bestaande verkeersinfrastructuur
2.1.2.1. Autoverkeer
Aangezien Laarne wordt geclassificeerd als ‘buitengebied’ mag het niet verbazen dat heel wat
inwoners zich met de auto verplaatsen naar het werk. In de gemeente zien we dat per 1000 inwoners
493 auto’s aanwezig zijn 46 . Laarne heeft enkele belangrijke wegen op haar grondgebied door beheerd
worden door het Vlaamse gewest. Het gaat om de E17, de N445, de N407 en de N449
De E17 en de R4 zijn structuurbepalend voor de gemeente. De andere gewestwegen vormen de
verbinding met de buurgemeenten, het grootstedelijk gebied Gent en het economisch knooppunt
Zele.
De andere wegen worden door de gemeente zelf beheert. Enkele cruciale wegen zijn:
• Eekhoekstraat (verbinding R4 met de dorpskern van Laarne)
• Kasteeldreef‐Dorpsstraat
• Mellestraat
• Wegvoeringsstraat‐Meirhoekstraat
• Molenstraat‐Lange Meire‐Steentjestraat
• Lepelstraat‐Kerkstraat
• Colmanstraat
• Nerenweg‐Kalkendorp
• Kruisenstraat‐Koffiestraat
• Schriekstraat‐Husseveldestraat
Naast deze hoofdzakelijk gemeentelijke wegen, zijn er ook parkeerterreinen aangelegd binnen de
gemeente. Deze zorgen ervoor dat er binnen de gemeente gestructureerd geparkeerd kan worden.
Toch werd de afgelopen jaren duidelijk dat niet alle parkeerinfrastructuur voldoet aan de vraag.
Zeker voor de Keistraat en de Schoolstraat voldoet het huidige aantal parkeerplaatsen niet aan de
vraag tijdens drukke momenten.
Laarne Kalken
Steentjestraat Vaartplein
Kerkwegel – Achterstraat Kouterstraat
Keistraat Skala
Sporthal Kalkendorp
Kasteel van Laarne
Schoolstraat
Daarnaast kan ook nog op veel plaatsen langs de weg geparkeerd worden. Hiervoor zijn veelal aparte
parkeerstroken aangelegd.
46 Gemeentelijke profielschets Laarne, Agentschap voor Binnenlands Bestuur en Studiedienst van de Vlaamse
Regering, p. 78
42

2.1.2.2 Openbaar vervoer
Laarne heeft zelf geen spoorvoorzieningen. Inwoners die gebruik willen maken van de spoorlijnen
Gent‐Mechelen en Gent‐Brussel dienen zich te verplaatsen naar Wetteren. Inwoners die de lijn Gent‐
Antwerpen willen gebruiken kunnen opstappen in Lokeren en Beervelde
Inwoners van Laarne kunnen voor hun verplaatsingen ook gebruik maken van het openbare
busvervoer. Doorheen de twee dorpskernen rijden drie buslijnen:
• 34 (Wetteren‐Gent‐Sint‐Martens‐Latem‐ De Pinte) rijdt via Laarne
• 36 (Zele‐Gent‐Sint‐Martens‐Latem‐ De Pinte) rijdt via Kalken
• 37 (Wetteren‐Kalken‐Overmere‐Lokeren) rijdt via Kalken
Al deze buslijnen voorzien een doortocht doorheen de gemeente om de 60 minuten. Buslijn 34 rijdt
tijdens de spitsuren elk half uur. Er is ondertussen een herziening van de buslijnen doorgevoerd.
De Lijn voorziet ook een belbus in de gemeente.
2.1.2.3 Voorzieningen voor voetgangers en fietsers
Langs de meeste gemeentelijke wegen zijn voet‐ en fietspaden voorzien.
Aangezien Laarne een groene gemeente is, is zij heel aantrekkelijk voor recreatieve fietsers. Zowel
vanuit de gemeente als vanuit de provincie werden reeds heel wat inspanningen gedaan voor de
uitbouw van het fietsnetwerk. Volgende elementen dienen als uitgangspunt voor het provinciaal
fietsbeleid:
• Een combinatie van een recreatief en een utilitair fietsnetwerk
• De fietsverbindingen moeten een samenhangend geheel vormen
• Per deelgemeente wordt een centraal startpunt gekozen, van waaruit de fietsverbinding
wordt ingezet
• Het provinciaal fietsnetwerk moet een net van hoofdassen zijn, waaraan de lokale
infrastructuur kan gekoppeld worden.
• De fietsverbindingen moeten direct, veilig, aantrekkelijk en comfortabel zijn
• Tussen de onbebouwde kommen dient het fietsverkeer gescheiden te worden van het
autoverkeer. In de bebouwde kom moet het fietsverkeer gemengd worden met het
autoverkeer.
• Conflicten moet zoveel mogelijk vermeden worden.
43

2.1.2.4 Ongevallenanalyse
Uit de ongevallenanalyse die werd gemaakt voor de opmaak van het nieuwe gemeentelijke
mobiliteitsplan kunnen we afleiden dat in Laarne vrij veel ongevallen gebeuren. Zeker langs de
gewestwegen gebeuren vrij veel ongevallen (kruispunt Heirweg‐Rivierstraat en kruispunt Heirweg –
Steentjestraat). Hieronder kan een algemene status gevonden worden van het aantal ongevallen in
de gemeente 47 .
Aantal ongevallen Aantal ongevallen Aantal ongevallen
2000
2005
2010
Laarne 70 = 100% 71 = 101.4% 69 = 98.6%
Vlaams gewest 33 023 = 100% 31 429= 95.2% 28 361 = 85.9%
Wanneer we het absolute aantal van 2000 als uitgangspunt nemen, merken we dat de percentuele
cijfers voor Laarne opmerkelijk hoger liggen dan de cijfers in het Vlaamse gewest. Dit hoger cijfer kan
echter wel verklaart worden door het feit dat Laarne heel wat belangrijke verkeerswegen op het
grondgebied heeft. Het blijft daarom van groot belang om te in te zetten op een betere structurering
van het verkeer.
Wanneer we het aantal fietsongevallen in kaart brengen, merken we eenzelfde tendens op:
Aantal ongevallen met Aantal ongevallen met Aantal ongevallen met
fietsers in 2000 fietsers in 2005 fietsers in 2010
Laarne 9 = 100% 10 = 111.1% 10 = 111.1%
Vlaams gewest 5 938= 100% 5 557= 93.6% 5 909 = 99.5%
Bij deze cijfers moeten we wel opmerken dat het aantal ongevallen sterk kan verschillen van jaar tot
jaar. Daarom werd een overzicht van tien jaar als bijlage toegevoegd.
2.1.2.5 Mogelijke oorzaken van de verkeersonveiligheid
Zoals reeds aangehaald in de geografische situering van de gemeente, komt in Laarne heel wat
lintbebouwing voor. Dit heeft als gevolg dat de woonkernen vaak gebruikt worden als
verbindingsweg met de belangrijke invalswegen. Het gebruik van de wagen wordt dus in de hand
gewerkt. Vooral de dorpskern van Laarne wordt vaak gebruikt als verbindingsweg tussen het
industrieterrein Veldmeers en de R4.
Ook het feit dat de infrastructuur niet aangepast is aan haar functie zorgt vaak voor de nodige
ongevallen en verkeersproblemen.
Ook qua fietsvoorzieningen heeft de gemeente nog werk voor de boeg. Hoewel al een grote
inspanning werd gedaan voor het veiliger maken van de wegen, zal toch nog ingezet moeten worden
op veilige oversteekplaatsen (vooral langs de gewestwegen) voor fietsers en voetgangers.
Voor voetgangers kan ook nog extra aandacht besteed worden aan de veiligheid in gebieden die druk
bezocht worden (vb. schoolomgeving).
47 Gemeentelijke profielschets Laarne, Agentschap voor binnenlands bestuur en Studiedienst van de Vlaamse
regering, p. 76. De cijfers dienen als volgt gelezen te worden: het aantal van 2000 wordt beschouwd als het
startpunt, zijnde 100%. De cijfers van 2005 en 2010 worden hiermee percentueel vergeleken, waardoor een
stijging of daling kan vastgesteld worden.
44

Deze factoren worden aangeduid op volgende kaart:
Uit de studie die werd uitgevoerd naar aanleiding van het nieuwe mobiliteitsplan (in 2012), blijkt dat
de gemeente voornamelijk dient in te zetten op:
• Verzekeren van de veiligheid:
Op lange termijn zal gestreefd worden naar een slachtoffervrij verkeerssysteem. Hiervoor
zullen nog extra inspanningen gedaan worden voor het verkeersveiliger maken van de
infrastructuur. Er zal ook nog meer ingezet worden op een doordacht snelheidsbeleid.
• Vrijwaren van de bereikbaarheid
Laarne zal blijven inzetten op het vlot bereikbaar blijven van de economische knooppunten.
Aangezien veel auto‐ en vrachtwagenverkeer momenteel tijdens de spitsuren plaatsvindt, zal
ingezet worden op een betere spreiding van de verplaatsingen.
• Verbeteren van de verkeersleefbaarheid
Het vele verkeer zorgt ook in Laarne voor de nodige ongemakken. Luchtverontreiniging,
geluid en trillingen en geurhinder zetten de verblijfskwaliteit onder druk. Deze elementen
hebben ook hun maatschappelijke neerslag: wie op een plaats met weinig hinder wil wonen
betaald een heel pak meer dan mensen die op plaatsen wonen waar de hinder een stukje
hoger ligt. De fietspadenprojecten en het ingevoerde snelheidsplan die de gemeente
voorzien, vormen reeds een eerste aanzet.
45

• Garanderen van de toegankelijkheid
Wanneer de huidige situatie in kaart wordt gebracht, merken we dat de toegang tot
mobiliteit op dit moment zeer ongelijkmatig verdeeld wordt. Om deze ongelijkheid te laten
afnemen, zal een herverdeling van de mobiliteit nodig zijn. Bij nieuwe projecten in het
openbaar domein zal rekening gehouden worden met toegankelijkheid voor alle
weggebruikers. Er kan ook ingezet worden op het ontwikkelen van verkeersknopen. Deze
punten zijn gebieden waar weggebruikers van het ene vervoersmiddel naar het andere
kunnen overstappen 48 .
• Terugdringen van de schade aan milieu en natuur
Het drukke verkeersnet heeft ook invloed op de kwaliteit van het leefmilieu. Emissies,
fossiele brandstoffen en het bedreigen van de algemene biodiversiteit vormen maar enkele
problemen over heel Vlaanderen. Laarne probeert al geruime tijd de negatieve invloeden van
het verkeer op de natuur te beperken. Men probeert landelijke gebieden zo veel mogelijk te
vrijwaren van autoverkeer. Ook de trage wegen en de tractorsluis in de Kalkense Meersen
zijn enkele voorbeelden van inspanningen die reeds geleverd werden.
2.1.2.6 Het verkeersnetwerk per vervoerswijze: mogelijke ontwikkelingen
• Auto‐ en vrachtverkeer
De auto zal in Laarne steeds een belangrijke rol spelen. De gemeente zal echter wel werken aan een
ontlasting van het vrachtverkeer in de dorpskern van Laarne. Men zal ook blijven streven naar het
stimuleren van het gebruik van andere vervoersmodi.
Dit zal gebeuren door het ontmoedigen van het autoverkeer voor korte afstanden. Voor het
autoverkeer over lange afstand zal ingezet worden op het uitbouwen van een overzichtelijk en
leesbaar autonetwerk.
Door de wegen te categoriseren (hoofdweg, primaire weg, secundaire weg en lokale wegen) en
hieraan een duidelijk snelheidsregime te koppelen. Een groot deel van het grondgebied werd reeds
opgenomen in een ‘zone 50’.
De gemeente zal ook inzetten op het verkeersveiliger maken van de kruispunten met de
gewestwegen. Er zal ook gekeken worden naar mogelijkheden om het verkeer langs de primaire
wegen veiliger te maken voor fietsers en voetgangers.
• Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer vormt een belangrijk alternatief voor de auto op middellange afstand.
Vervoersmaatschappij de Lijn werkte reeds een visie voor 2020 uit met betrekking tot het
optimaliseren van het openbaar vervoersnetwerk. Zeker ter bestrijding van de vervoersarmoede is
het van belang dat het openbaar vervoer in de gemeente verder wordt uitgebouwd.
48 Toekomsten voor investeringen in de publieke ruimte, Politeia en VVSG, p. 49
46

Voornamelijk het busvervoer richting Wetteren station en richting Gent zijn belangrijke insteken. De
Lijn voorziet hiervoor twee nieuwe lijnen: Gent‐Destelbergen‐Kalken‐Berlare‐Dendermonde en Gent‐
Destelbergen‐Laarne‐Overmere‐Zele‐Temse. Deze laatste lijn is van groot belang voor het de
verbinding tussen de dorpskernen Laarne en Kalken. Op deze lijn zal Zele ook een knooppunt vormen
richting Lokeren en Aalst.
• Fietsnetwerk
Laarne zal in de komende jaren inzetten op de fiets als belangrijkste vervoersmiddel voor korte
verplaatsingen. Voornamelijk voor woon‐ en schoolverplaatsingen zal de fiets een belangrijke rol
vervullen. Ook voor het voor‐ en natransport naar het openbaar vervoer zal meer ingezet worden op
de fiets.
Het bestaande fietsnetwerk kan zowel voor functionele als voor recreatieve verplaatsingen gebruikt
worden. Laarne zal verder blijven inzetten op het optimaliseren van het fietsroutenetwerk. Er wordt
wel een opdeling gemaakt tussen bovenlokale en lokale fietsroutes. Voor de bovenlokale fietsroutes
kunnen subsidies aangevraagd worden.
Bovenlokale fietsroutes Lokale fietsroutes
Heirweg‐Dendermondesteenweg Kapellestraat
Provinciebaan‐Vaartstraat‐Vromondstraat‐ Berlindestraat‐Kapellestraat
Gaverstraat
Rivierstraat Zevensterstraat‐Kerkstraat
Eekhoekstraat‐Kasteeldreef‐Dorpsstraat‐ Brandemanstraat‐Lepelstraat
Molenstraat‐Wegvoeringstraat‐Meirhoekstraat
Lange Meire‐Steentjestraat Meirestraat‐Steenbeekstraat
Mellestraat Uitbergsestraat
Bergstraat‐Kerkstraat Leeweg‐Veldmeerstraat
Nerenweg‐Kalkendorp Schriekstraat‐Husseveldestraat
Keistraat‐Termstraat‐Preekheerstraat
Kouterstraat‐Koffiestraat
Colmanstraat
Zevensterstraat
• Voetgangersnetwerk
Ook voetgangers behoren tot een belangrijke groep van weggebruikers. Voor afstanden van minder
dan één kilometer binnen de dorpskernen (woon‐school en woon‐winkel) gaan veel mensen te voet.
Enkele aandachtspunten zijn:
Oversteekbaarheid
Korte doorsteken langs voetwegen
De voetwegen moeten aantrekkelijk zijn (sociale functie)
Comfort van de voetwegen, ook voor andersvaliden
Verdere opvolging van het project rond trage wegen
47

2.1.3 Gemeentelijke dienstverlening rond mobiliteit
Naast de analyse van de gemeentelijke infrastructuur en haar mogelijkheden, moet aandacht
besteed worden aan de dienstverlening binnen het domein mobiliteit.
2.1.3.1 Rijbewijzen
Laarne is een residentiële gemeente. De meerderheid van de inwoners werkt dan ook niet binnen de
gemeentegrenzen. Vaak is de auto het meest aangewezen vervoersmiddel. Dit merken we ook aan
het aantal rijbewijzen dat werd afgeleverd in 2010.
• Aantal gewone rijbewijzen: 541
• Aantal internationale rijbewijzen:
‐ originelen: 54
• Aantal voorlopige rijbewijzen:
‐ Model 3 (voor alle cat., behalve B):
Originelen: 51
Duplicaten: 3
Totaal: 54
‐ Model 18
Originelen: 43
Duplicaten: 1
Totaal: 44
‐ Model 36
Originelen: 129
Duplicaten: 5
Totaal: 134
2.1.3.2 Mindermobielenvervoer
Sinds 2005 is er een gemeentelijk initiatief rond mindermobielenvervoer actief. Dit initiatief draait op
een groep vrijwillige chauffeurs die qua administratie en verzekering gemeentelijk worden
ondersteund.
Alle inwoners van Laarne‐Kalken die niet over een wagen beschikken of er tijdelijk geen gebruik van
kunnen maken, maar zich zonder hulp kunnen verplaatsen, kunnen een beroep doen op het
mindermobielenvervoer. Het overgrote deel van de gebruikers zijn 60‐ plussers en maken gebruik
van het vervoer voor medische afspraken (ziekenhuis, dokter, tandarts, kinesist,….)
Het gaat hier om zittend vervoer in de personenwagen van de vrijwilliger. Begeleiding kan worden
voorzien indien dit nodig blijkt. De ritten hebben een medisch karakter (geen rolstoelvervoer, geen
taxivervoer, geen boodschappendienst).
In 2011 werden 685 ritten uitgevoerd (een 80‐tal ritten meer dan in 2010) voor een totaal van 21.981
km (ruim 3.900 km meer dan 2010) door 9 vrijwillige chauffeurs. In totaal sloten 129 inwoners aan
(38 koppels, 91 alleenstaanden).
Voor aangepast vervoer (met rolstoel) wordt doorverwezen naar de Dienst Aangepast Vervoer van
het MPI Sint‐Lodewijk. Deze verzorgden voor inwoners van Laarne in 2011 409 ritten. Voor deze
dienstverlening voorziet het gemeentebestuur jaarlijks een subsidie van om en bij de 1500 euro.
48

2.1.3.3 Octoplusplan
De gemeente probeert ook haar jonger inwoners te motiveren om zich veilig voort te bewegen
binnen de gemeente. Het is immers van belang dat kinderen reeds van jongs af aan inzicht krijgen in
mobiliteit en verkeersveiligheid. Hiervoor neemt Laarne deel aan het Octopusplan. Deze actie is
gestoeld op volgende principes:
1. Veiligheid: de routes naar school en de directe schoolomgeving moeten veilig ingericht
worden
2. Ontplooiing: kinderen moeten zich zelfstandig leren verplaatsen in het verkeer. Verkeers‐ en
mobiliteitseducatie zijn een must.
3. Participatie: een aangename en kindvriendelijke schoolomgeving trekken de aandacht van
kinderen en zorgen ervoor dat ze graag willen wandelen en fietsen.
4. Gezondheid: om gezond op te groeien hebben kinderen nood aan beweging en fysieke
activiteit. Actief transport zorgt daarnaast ook voor een gezonde psychologische en sociale
ontwikkeling.
Om deze doelstellingen op een herkenbare en kindvriendelijke manier te verwezenlijken zet de
gemeente in op volgende acties:
1. De knelpunten en schoolroutes worden online in kaart gebracht. Hierbij worden ook
suggesties gedaan om de mogelijke knooppunten weg te werken.
2. Lesmethode verkeer, afgestemd op kleuters en leerlingen van het lager onderwijs
3. Educatieve en sensibiliserende materialen.
4. Herkenbaar staatmeubilair. Elk jaar wordt meubilair aangekocht voor één school binnen de
gemeente.
5. Monitoring van effecten
6. Vergelijken van klassen, scholen en gemeenten
7. Communicatie en automatische rapportage.
Volgende specifieke acties worden jaarlijks herhaald in Laarne:
1. De Strapdag: Deze actie kadert binnen de ‘Week van de Mobiliteit’ en vindt elk jaar plaats in
september. Op deze dag worden kinderen gestimuleerd om te voet of met de fiets naar
school te komen.
2. De verkeersweek: Tijdens deze week (in mei) wordt in heel Vlaanderen aandacht besteed
aan verkeer en hoe we ons veilig kunnen voortbewegen in het verkeer. Hiervoor wordt nauw
samengewerkt met de lokale politie.
3. Laat je zien: Deze actie spitst zich specifiek toe op verlichting en fluo in het verkeer. Een
correcte fietsverlichting en het dragen van fluorescerend materiaal vormen de basis voor een
veilige verkeerssituatie. In Laarne vindt deze actie plaats in november.
4. De grote verkeerstoets: De Vlaamse Stichting Verkeerskunde richt elk jaar een verkeerstoets
in voor kinderen van het vijfde leerjaar. Met deze test worden hun vaardigheden in het
verkeer getoetst, en weten leerkrachten en ouders hoe ver hun kinderen reeds staan met
hun verkeersvaardigheden.
5. OOG‐Overleg: Het ‘Overleg Onderwijs – Gemeentebestuur’ bespreekt de verkeerssituatie in
de omgeving van de scholen en bekijkt waar verbetermogelijkheden noodzakelijk zijn.
49

2.2 Natuur en milieubeleid
2.2.1 Afval en containerpark
Laarne probeert haar inwoners zoveel mogelijk bewust te maken van milieuproblematiek. Zo blijft
men het recycleren en composteren promoten. De inwoners kunnen van de gemeente steeds
terecht op het containerpark voor het inzamelen van afvalstoffen. Ook de kringloopwinkel staat
regelmatig in de kijker.
Uit onderstaande tabel, die ingedeeld is volgens categorie, kunnen we aflezen hoeveel afval in
Laarne wordt geproduceerd 49 .
Huis aan huis ophaling 2011 Afvalstoffen in ton Kilogram per inwoner
Huisvuil 1133.260 93.388
Grofvuil 0.040 0.003
GFT 1237.540 101.981
Snoeihout 29.720 2.449
Papier/karton 654.920 53.970
PMD 144.957 11.945
Houtafval 14.960 1.233
TOTAAL 18 160.437 264.969
Containerparkt 2011 Afvalstoffen in ton Kilogram per inwoner
Grofvuil 545.500 44.953
Snoeihout 644.560 53.116
Groenafval 344.100 28.356
Glas 324.837 26.769
Papier/karton 325.140 26.794
Klein gevaarlijk afval 41.216 3.397
plastiekfolies 10.820 0.892
Boomstronken 67.460 5.559
PMD 172.451 14.211
Puin 1 272.600 102.367
Autobanden 2.218 0.183
metaal 150.880 12.433
houtafval 523.500 43.140
Isomo 6.922 0.570
Harde plastiek 92.780 7.646
A.E.E.A 103.253 8.509
Luiers 3 828.364 315.481
TOTAAL 7 895.686 650.654
49 Gegevens voor 2011 werden verkregen via de intercommunale OVAM
50

Gezien de toename van de bevolking, kan een stijging van het afval per inwoner opgemerkt worden.
Toch zien we dat Laarne minder goed scoort in vergelijking met de andere actoren 50 :
2000 2005 2010
Totaal kg Kg
per
inw
Totaal kg Kg
per
inw
51
Totaal Kg Kg per
inw
Laarne 8 004 797 690 7 032 749 599 8 136 831 665
Arr.
Dendermonde
112 960 508 606 101 179 137 536 106 308 066 549
Oost‐
Vlaanderen
767 469 812 563 761 790 703 548 746 064 706 517
Vlaams Gewest 3 330 923 521 560 3 332 308 361 548 3 303 265 576 525
Toch merken we dat het recyclagebeleid dat Laarne probeert door te voeren zijn effect niet mist. Zo
merken we dat de cijfers voor 2011 in licht dalende lijn zijn geëvolueerd.
Totaal aantal kg afval 2011 Aantal kg per inwoner 2011
Laarne 7 895 686 650.654
Bij het vergelijken van de cijfers zien we ook dat de gemeente beter scoort dan de andere actoren
wat betreft hergebruik van goederen. Bovendien kan in Laarne ook de sterkste stijging van de
verschillende actoren waargenomen worden in het aantal kilogram per inwoner dat hergebruikt
wordt 51 .
Hergebruik
in ton
2000 2005 2010
Hergebruik
in kg per
inwoner
Hergebruik
in ton
Hergebruik
in kg per
inwoner
Hergebruik
in ton
Laarne 27.15 2.34 21.66 1.85 69.55 5.68
Arr.
Dendermonde
491.71 2.64 645.02 3.41 773.01 4.00
Oost‐
Vlaanderen
3 399.94 2.49 6 536.24 4.70 7 394.07 5.12
Vlaams
gewest
17 416.88 2.93 29 036.91 4.78 32 741.61 5.20
Hergebruik
in kg per
inwoner
50 De cijfers die werden opgenomen voor het maken van de vergelijking zijn afkomstig uit de gemeentelijke
profielschets van Laarne, Agentschap voor binnenlands bestuur en studiedienst van de Vlaamse Regering, p. 46
51 Gegevens werden verkregen via de website van Lokale Statiestieken, http://aps.vlaanderen.be/lokaal

2.2.2 Kwaliteit van het grondwater
De gemeente leverde reeds grote inspanningen met betrekking tot het optimaliseren van water in al
haar facetten. Zo kunnen burgers nog een subsidie aanvragen voor hemelwaterinstallaties en
infiltratievoorzieningen wanneer deze niet kaderen in een nieuwbouw 52 . Deze investeringen zijn van
belang, aangezien we in de toekomst meer en meer te maken zullen krijgen met vochtige winters en
droge zomers met felle buien. Het zal dus van belang zijn om bewuster te leren omgaan met water 53 .
Ook voor de baangrachten en buffering bij wateroverlast werd reeds het nodige gedaan 54 . De
gemeentediensten staan in voor het onderhoud van deze grachten. De onbevaarbare waterlopen
staan onder het beheer van de Polder van Belham.
Laarne zet op dit moment en in de komende jaren ook in op rioleringswerken. Het rioleringsstelsel
wordt geleidelijk aan uitgebreid in samenwerking met Aquafin‐VMM en RioP (De Watergroep).
Inwoners krijgen ook adviezen bij het aansluiten van het afvalwater op de riolering en het scheiden
van hemelwater via een afkoppeling. De nodige subsidies worden hiervoor voorzien. Bovendien geldt
ook voor de aanleg van rioleringen dat er zo optimaal mogelijk wordt omgegaan met het regenwater.
Door de aanleg van een dubbel rioleringsstelsel wordt het vuile water los van het regenwater
afgevoerd. Op die manier kan het regenwater creatief gebruikt worden in de open ruimte 55 .
Wanneer we de cijfers rond rioleringsgraad, aansluitingsgraad en zuiveringsgraad bekijken, kunnen
we volgende vergelijking maken:
Laarne Arrondissement
Dendermonde
52
Oost‐Vlaanderen Vlaams gewest
Rioleringsgraad 56 66.4% 83.9% 84.5% 86.9%
Aansluitingsgraad 57 98.6% 86.9% 78.9% 83.8%
zuiveringsgraad 58 63.1% 69.0% 65.9% 70.7%
Deze cijfers tonen aan dat Laarne nog vele inspanningen zal moeten leveren bij het uitbouwen van
het rioleringsnetwerk. We merken wel dat de aansluitingsgraad opmerkelijk hoger ligt dan bij de
andere actoren. Dit duidt aan dat er in de gemeente toch een zeker bewustzijn rond
waterproblematiek is gegroeid 59 .
52 Bij verbouwingen en nieuwbouw is het aanleggen van een waterput verplicht via Europese regelgeving
53 Toekomsten voor investeren in de publieke ruimte, Politeia en VVSG, p. 37
54 Beleidsprogramma 2007‐2012 gemeente Laarne, p. 49
55 Toekomsten voor investeren in publieke ruimte, Politeia en VVSG, p. 45
56 Rioleringsgraad is het percentage dat aangeeft hoever de rioleringswerken binnen de gemeente gevorderd
zijn.
57 Aansluitingsgraad is het percentage dat aangeeft hoeveel mensen daadwerkelijk aangesloten zijn op het
rioleringsnetwerk
58 De zuiveringsgraad is het percentage van de inwoners waarvan het afvalwater, na transport via het
rioleringsnetwerk effectief gezuiverd wordt in een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
59 Deze cijfers dateren uit 2009. Er is in de afgelopen drie jaar echter heel wat geïnvesteerd in rioleringswerken.

Om deze taak tot een goed einde te brengen trad Laarne toe tot RioP (De Watergroep). Deze
toetreding heeft heel wat opportuniteiten voor de gemeente 60 :
1. Het tijdig halen van de Vlaamse afvalwaterdoelstellingen die voortvloeien uit de Europese
Kaderrichtlijn Water.
2. De gemeentelijke rioleringstaken worden overgenomen.
3. De medefinanciering en aanvraag van subsidies gebeurt door RioP
Daarnaast staat De Watergroep ook in voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke
rioolpompstations en afvalwaterzuiveringsinstallaties.
Ook rond grondwater worden in Laarne de nodige acties ondernomen. Zo werden reeds
verschillende sensibiliseringacties rond bodem‐ en grondwaterverontreiniging ondernomen. Er wordt
tevens een register van grondwaterwinning bijgehouden. Samen met dit register wordt ook ingezet
op het terugdringen van grondwaterverontreiniging door mest. Er moet ook blijven ingezet worden
op het sensibiliseren van de inwoners wat betreft bodemverontreiniging. Dat dit resultaten heeft,
merken we uit volgende cijfers:
Ammoniakemissies (in ton)
1990 150.85
1995 125.35
2000 98.54
2005 81.59
2010 65.76
2.2.3 Aanleg en onderhoud van waterlopen
Naast riolering wordt er op vraag van de hoger overheidsinstanties steeds meer werk gemaakt van
een beleid rond grachten en het opvangen en vasthouden van water in natuurlijke infrastructuur. De
grachten die zich op openbaar domein bevinden, worden onderhouden door de gemeente. Dit houdt
in dat deze grachten steeds voldoende vrij gemaakt moeten zijn om het nodige water te slikken.
De onbevaarbare waterwegen (categorie 3) worden verzorgd door de Vereniging van Vlaamse
Polders en Wateringen. Grondgebied Laarne valt voor het grootste deel onder de bevoegdheid van
de Polder van Belham. Een klein deel van het grondgebied (Meerskant, Lagen Heirweg…) valt onder
rechtstreeks toezicht van de Provincie. De Polder heeft een autonoom bestuur.
2.2.4 Natuurgebieden en andere natuur waarden
2.2.4.1 De Kalkense Meersen
Zoals eerder vermeld worden de Kalkense Meersen erkent als natuurgebied met wetenschappelijke
waarde en ecologisch waardevol. Bovendien vormt deze groene long voor een grote toeristische
aantrekkingskracht. Ook de Damvallei biedt heel wat mogelijkheden op ecologisch vlak. Voor beide
natuurgebieden wordt nauw samengewerkt met Natuurpunt en het Agentschap voor Natuur en Bos.
60 Uw waterbeheer in goede handen, jaarverslag 2011, Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, p. 49‐51
53

Ook de realisatie van het Sigmaplan (realisatie van een omzetting tot wetland,gecombineerd met een
beperkt overstromingsgebied met dijk), heeft een grote invloed op het gebied,. De ontsluiting van de
Kalkense Meersen wordt immers gestimuleerd dankzij de heraanleg van de dijk langs de Schelde.
Deze heraanleg kadert eveneens in een visie waarbij het water beter kan beheert worden op de
plaats waar het neerkomt. Een deel van het water blijft door de dijk beschikbaar in de Schelde, een
ander deel blijft bewaart in de Meersen zelf 61 .
In de Kalkense Meersen vinden heel wat landbouwactiviteiten plaats. Men moet dan ook blijven
inzetten op het stimuleren van beheersovereenkomsten (dit in samenwerking met de provincie en
het Regionaal Landschap). Een degelijke participatie in het Regionaal Landschap blijft dus
noodzakelijk.
2.2.4.2 Kleine landschapselementen
De gemeente zet ook in op meer kleinschalige projecten die het dagelijkse leven van de inwoners
aangenamer kunnen maken. Zo werd reeds een inventaris gemaakt van de kleine
landschapselementen. Voor de inwoners die hierop inspelen, worden ook subsidies verstrekt.
Zwaluwnesten‐ en kasten Kleine landschapselementen
Aantal dossiers 10
Totaal bedrag aan subsidies 337.50 euro 3573 euro
Zoals reeds aangehaald in het hoofdstuk rond mobiliteit, spelen ook de trage wegen een belangrijke
rol bij het ontwikkelen van een ecologische omgeving voor de inwoners van Laarne. Zowel voor
Laarne als voor Kalken werden deze wegen reeds in kaart gebracht. Ook het onderhoud van de
bermen draagt bij tot een meer leefbare gemeente.
2.2.4.3 Sensibilisatie
De gemeente zet zelf ook actief in op de verdere uitbouw van een aangename en groene gemeente.
Hiervoor worden volgende sensibiliseringsacties uitgewerkt:
• Aanplanting van geboortebossen (in Laarne aan de sporthal en in Kalken, naast het nieuwe
bedrijventerrein aan de Dendermondesteenweg).
• Opwaardering en heraaplanting van de boomgaard aan het Kasteel van Laarne.
• Gebruik van FSC gelabeld hout voor renovatieprojecten.
• Actie ‘Laat ons aangenaam wonen’: via deze actie worden de burgers er attent op gemaakt
dat lawaai soms kan zorgen voor veel frustratie. Door de burger te informeren over hoe
geluidshinder beperkt kan worden, kunnen heel wat burenruzies vermeden worden.
• De Krak: de mascotte van de campagne rond zwerfvuil; opgezet door intercommunale
VERKO
• Een maal per jaar kunnen landbouwers uit de regio hun landbouwfolie binnen brengen bij
het containerpark van Wetteren. Hiervoor hoeven zij slechts €1 te betalen.
61 Toekomsten voor investeren in publieke ruimte, Politeia en VVSG, p. 44
54

• Alle inwoners van Laarne hebben recht op drie uur milieuadvies. Mensen met bouw‐ of
verbouwplannen kunnen aan het informatieloket in Gent terecht met al hun vragen. De
cheques voor deze informatiesessies zijn te verkregen bij de milieudienst in Laarne.
(Milieuadvieswinkel)
• Laarne tekende daarnaast ook een milieucontract met de Provincie. Dit contract houdt in dat
de een team van provinciale deskundigen de gemeentedienst kan bijstaan op technisch
wetenschappelijk, juridisch, beleidsmatig of educatief vlak.
• Actie ‘Vergroot de hoop’: deze actie loopt elk jaar in juni en heeft tot doel zoveel mogelijk
taxussnoeisel in te zamelen voor de strijd tegen kanker. Inwoners van Laarne
• Bestrijding van ongewenste planten en dieren: Sommige dieren en planten kunnen in onze
omgeving een zekere vorm van overlast veroorzaken. Dit omdat ze gevaarlijk zijn voor de
gezondheid, hinderlijk voor een goede afwatering of gewoon storend voor de aanwezige
fauna en flora. Vb exoten, zwerfdieren, wespen… Zo sloot de gemeente een overeenkomst
met RATO vzw, een initiatief van de provincie Oost‐Vlaanderen voor het bestrijden van
ratten op het openbaar domein.
• Regionaal Landschap Schelde‐Durme: De landschaps‐, natuur‐ en erfgoedwaarden van de
streek van Schelde en Durme zijn het beschermen waard.
• De Minaraad organiseert ook jaarlijks enkele activiteiten die inspelen op hedendaagse
aangelegenheden (Low Impact Man, paddenoversteek, World cleanup day…)
2.2.5 Algemene hinder (zowel door eigen activiteiten als door particulieren)
De gemeente streeft ernaar om de hinder die de eigen activiteiten soms met zich meebrengen zoveel
mogelijk te beperken. Dit gebeurt zowel op vlak van jeugd en cultuur, ruimtelijke ordening als
verkeer.
Er moet ook blijvend ingezet worden op het reduceren van lichthinder, geurhinder en geluidshinder.
Verkeer en mobiliteit vormt ook in dit opzicht een belangrijk item. Zeker aangezien het overgrote
deel van de bevolking niet binnen de gemeente werkt, en er dus veel verkeer richting stad
plaatsvindt, moeten we proberen te streven naar een optimalere benutting van het wegennet.
Daarnaast wil de gemeente ook de eigen uitstoot van broeikasgassen terugbrengen met 10% ten
opzichte van 2004. Hiervoor worden de nodige inspanningen gedaan wat betreft eventueel gebruik
van hernieuwbare energie. Waar mogelijk wordt ook geprobeerd op een energiezuinige manier te
bouwen of te verbouwen.
Ook naar de inwoners van de gemeente toe wordt een stimulans geboden voor het plaatsen van een
zonneboiler en fotovoltaïsche zonnepanelen. In 2011 werden 112 dossiers ingediend voor het
bekomen van een subsidie voor deze ingrepen. De milieudienst betaalde hiervoor 42 000 euro 62 .
62 Deze premie werd op 31 januari opgehoffen door de gemeenteraad.
55

Dat deze maatregelen hun effect niet missen, kunnen we afleiden uit volgende vergelijkende cijfers:
Energieverbruik
per inwoner
(MWh) 2005
Energieverbruik per
inwoner (MWh)
2009
56
CO2emissie per
inwoner (in ton)
2005
Laarne 7.9 7.3 1.98 1.82
Arr.
Dendermonde
8.6 8.2 2.06 1.92
Oost‐
Vlaanderen
8.8 8.2 2.13 1.96
Vlaams
Gewest
9.3 8.7 2.22 2.07
2.2.6 Milieuvergunningen
Een van de belangrijkste taken van de milieudienst is het verschaffen van milieu‐ en
natuurvergunningen.
CO2emissie per
inwoners (in ton)
2009
Milieuvergunningen zijn noodzakelijk voor ‘hinderlijke inrichtingen’. Deze zijn opgedeeld in drie
categorieën (klasse 1: zeer hinderlijk, klasse 2: matig hinderlijk en aktenames door het college van
burgemeester en schepen). De afgelopen jaren werden volgende vergunningen verleent.
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Klasse 1 1 3 2 1 1 2
Klasse 2 5 16 11 3 5 5
Aktenames 27 34 21 21 14 13
Natuurvergunningen zijn noodzakelijk wanneer ingrepen gebeuren in een waardevol landschap (vb
het weghalen van kleine landschapselementen). Hieronder vallen onder meer boomkappingen.
2008 2009 2010
Ingediende aanvragen 15 14 10
Vergunde kappingen 15 11 9
Geweigerde
kappingen
0 3 1

2.3 Groenbeheer en netheid
2.3.1 Groenwerken
De gemeente streeft al sinds 2009 naar een beleid waarin rekening wordt gehouden met een afbouw
van het gebruik van pesticiden. Bij (her)aanleg van wegen, pleinen… wordt meer en meer gewerkt
met onderhoudsarme verhardingselementen. Dit heeft een gunstige invloed op een beperking van
bodemverontreiniging.
Ook het verder onderhoudsvriendelijk maken van de groene perken behoort tot het takenpakket.
Door gebruik van streekeigen planten, siergrassen en taluds kan een gemakkelijk onderhoud van het
groen gegarandeerd worden. Dit komt ook ten goede aan de leefomgeving. Grote
onderhoudswerken (klepelmaaien en onderhoud buitencomplex sporthal) wordt reeds enkele jaren
uitbesteed.
De publieke ruimte vaart goed bij de aanleg van groene buffers, parken en groene pleinen. De
groene elementen zorgen in de zomer voor natuurlijke schaduw en beperken de hoeveelheid fijn stof
in de lucht. Daarnaast mag ook de vrijetijdsfunctie van het groen niet onderschat worden. Een
groene omgeving gaat immers hand in hand met sport en ontspanning. Ook de randfaciliteiten, zoals
zitbanken en vuilbakjes, dragen bij tot een meer aangename leefomgeving 63 .
2.3.2 Begraafplaatsen
De gemeentelijke begraafplaatsen vormen ook een belangrijk item binnen de gemeentelijke
onderhoudswerken. De burger wil immers zijn overleden familieleden in een rustige, sfeervolle en
nette omgeving gedenken. Het is daarom van belang dat de begraafplaatsen vanuit een welbepaalde
visie verder worden ontwikkeld en worden onderhouden.
In 2012 startte de gemeente met een nieuwe ontwikkelingsvisie op de twee begraafplaatsen die de
gemeente telt. Bij het opmaken van deze visie zal voornamelijk aandacht besteed worden aan het
feit dat de begraafplaatsen een ontmoetingsplaats moeten zijn, die de bezoeker de rust en tijd gunt
om te rouwen en om te gaan met het geleden verlies. Dit wil de gemeente realiseren door het
landschap af te stemmen op de wensen en noden van de gemeenschap.
Tegelijk moet ook aandacht besteed worden aan het (her)gebruik van de beschikbare
begraafplaatsen. Gezien de verouderende bevolking, moet de gemeente zich ook voorbereiden op
een stijgende noodzaak aan begraafplaatsen. Door effectief gebruik te maken van de beschikbare
ruimte, kan het nieuwe beeld van de begraafplaatsen behouden worden en kan deze ruimte ook
haar publieke functie optimaal uitoefenen.
Ook participatie zal bij de opmaak van deze visie een belangrijke rol spelen. Aan de begraafplaatsen
hangen immers heel wat emoties vast. Niemand wil immers dat een familiegraf wordt weggehaald,
63 Toekomsten voor investeren in publieke ruimte, Politeia en VVSG, p. 52‐53.
57

zonder enige inspraak. Een goed doordachte communicatiestrategie zal nodig zijn om dit project
kenbaar te maken aan de bevolking 64 .
De gemeente startte vorig jaar ook met de inventaris van de waardevolle graven op beide
begraafplaatsen. Deze inventaris kadert binnen de Vlaamse regels en werd meegenomen in de
opmaak van de nieuwe beleidsvisie rond begraafplaatsen. De gemeente neemt de zorg voor het
funeraire erfgoed op zich.
64 Toekomsten voor investeren in publieke ruimte, Politeia en VVSG, p. 99.
58

2.4 Ruimtelijke ordening
2.4.1 Profiel van de gemeente
Laarne is sinds 1976 een fusiegemeente die bestaat uit twee deelgemeenten: Laarne en Kalken.
Deze dorpskernen ontstonden volledig onafhankelijk van elkaar.
Het ontstaan van Laarne is eerder vaag. Historische vondsten wijzen erop dat er reeds in de Gallo‐
Romeinse menselijke activiteiten aanwezig waren. Het is echter pas in de 10 de eeuw dat zich een
definitieve ontwikkeling kon doorzetten.
Kalken heeft daarentegen een langere geschiedenis. Dankzij archeologische vondsten weten we dat
er langs de Scheldeboorden reeds een Gallo‐Romeinse nederzetting gevestigd was (’t Rot)
In het kader van de opmaak van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan werd de ruimtelijke
ontwikkeling van de afgelopen eeuwen in kaart gebracht. Uit deze studie kwam naar voor de dat
structuur de laatste twee eeuwen weinig evolueerde. Belangrijke punten hierbij zijn:
• De Kalkense Vaart is reeds in gebruik sinds 1777
• Kalken ligt sinds eind 19 de eeuw niet meer aan de Schelde (dit ten gevolge van de
rechttrekking van de rivier)
• De Kalkense Meersen zijn qua oppervlakte en qua vorm goed bewaard gebleven. Dit in
tegenstelling tot de Meersen aan de Damvallei die plaats moesten ruimen voor het
klaverblad van de E17
• Het beken‐ en grachtenstelsen kent een regelmatig patroon en is onveranderd gebleven
sinds 1777
2.4.2 Bestaande structuur op macroschaal
Macrostructurerende elementen zijn ruimtelijke elementen die Laarne verbinden met haar
omgeving. Het is immers logisch dat er zich binnen de gemeente ook tendensen uit de omgeving
doorzetten. Twee elementen zijn hiervoor bepalend: de nabijheid van de Schelde en de stad Gent.
Laarne is gelegen in de Vlaamse Vallei, meer bepaald in de Zandstreek. Dit gebied heeft uiterst
kwetsbaar grondwater.
Laarne behoort tot het buitengebied en wordt gekenmerkt door een hoog percentage
landbouwgrond. Er vindt heel wat tuinbouw onder glas en plastiek plaats. Het economisch centrum
voor dit tuinbouwgebied ligt in de buurgemeente Lochristi.
Daarnaast maakt Laarne ook deel uit van een gebied met hoge ecologische waarde: de vallei van de
Zeeschelde.
59

2.4.2.1 Laarne binnen een nederzettingsstructuur
Net als in de rest van Vlaanderen kunnen we in Laarne ook een metamorfose in het dorpsbeeld zien.
Het is immers een algemene tendens dat de afstand tussen activiteitencentra steeds groter wordt.
Deze metamorfose zorgt ervoor dat er een nieuw ruimtelijk beleid gevoerd moet worden.
We merken dat er meer en meer in het kader van “schaalvergroting” gedacht wordt. Deze
mentaliteitswissel zorgt ervoor dat we anders gaan denken over het platteland en haar feitelijke
toestand.
• Het autonoom dorp evolueert naar een woondorp
• De bevolkingssamenstelling wordt meer homogeen
• De inwoners hechten minder belang aan rots maar willen voornamelijk trots zijn op
hun dorp.
Om deze schaalvergroting te kunnen inbedden in de uitwerking van een nederzettingsstructuur
moeten we werken met een regionale woningmarkt 65 . Laarne maakt deel uit van de regionale
woningmarkt “stadsgewest Gent”. Enkele kenmerken van de regionale woningmarkt, waar rekening
dient mee gehouden te worden bij de verdere ontwikkeling van Laarne zijn:
• De verkoopprijs van de bouwgronden per vierkante meter zijn de hoogste van Oost‐
Vlaanderen
• Hoe verder verwijderd van het centrum van de regionale woningmarkt, hoe lager de
prijzen.
• De zuidoostelijke rand van Gent (waar Laarne zich bevindt) staat gekend als “zeer
duur”
65 Een regionale woningmarkt ontwikkelt zich doordat migraties niet meer ondernomen worden omwille van
motieven in verband met de werkplaats, maar omwille van motieven die te maken hebben met de
woonomstandigheden. De woonplaats valt steeds minder samen met de werkplaats.
60

Zoals eerder aangehaald onder het hoofdstuk mobiliteit wonen er in de gemeente heel wat mensen
die in andere gemeenten of steden werken. Hierdoor ontstaat heel wat verkeer:
• Woon‐werkverplaatsingen
• Woon‐schoolverplaatsingen
• Woon‐vrijetijdsverplaatsingen
• Medische verzorging
• Handelsactiviteit.
2.4.3 Bestaande structuur op schaal van de gemeente
2.4.3.1 Fysische basisstructuur
Laarne maakt deel uit van de Vlaamse vallei en bevindt zich tussen de 5 en de 7 meter boven de
zeespiegel. Bodemkundig behoort onze gemeente tot de Vlaamse Zandstreek. Enkel in de meersen
komt een zware kleigrond voor, wat de meersen hun typische uitzicht geeft.
De zandbodem staat onder invloed van permanent grondwater op betrekkelijk geringe diepte. Dit
water is onderhevig aan regelmatige seizoenschommelingen. De ontwatering van het gebied gebeurt
via een uitgebreid, doch onnatuurlijk afwateringssysteem (grachten en sloten), aangezien het gebied
van nature slecht afwatert.
De Kalkense Meersen en de Damvallei vormden van oudsher het overstroombare areaal. Door de
indijking van de Schelde verloren deze gebieden echter hun relatie met de rivier. Hierdoor is er een
permanent hoge grondwatertafel. De ontwatering van de meersen gebeurt dan ook via door de
mens gegraven systemen. Door het permanent heersende overstromingsgevaar is de Scheldevallei
grotendeels onbewoond gebleven.
2.4.3.2 Nederzettingsstructuur
Laarne combineert verschillende typologieën van nederzetting op haar grondgebied:
• Hoofdkernen Laarne en Kalken
• Gehuchten: Eekhoek, Zand, Steentje, Heesvelde, Hussevelde
• Woonlinten: zowel als uitlopers van een kern als geïsoleerde woonlinten
• Verspreide bebouwing: het grootste deel van deze bebouwing ligt volgens het gewestplan in
agrarisch gebied en is dus zonevreemd.
• Kleine woonconcentraties: ook hier gaat het vaak om zonevreemde bebouwing
Op de nederzettingsstructuur zal in een volgende paragraaf, die ingaat op “wonen”, verder toegelicht
worden.
61

2.4.3.3 Ruimtelijk‐economische structuur
Een van de belangrijkste facetten binnen de gemeentelijke structuur is de economische dynamiek.
De economische ontwikkeling kan invloed hebben op het ruimtelijk beleid en omgekeerd.
Het is daarom van belang op de samenhang tussen de ruimten die samenhangen met economische
activiteiten in kaart te brengen.
• Bedrijventerreinen:
1. Veldmeers: Deze industriezone herbergt voornamelijk bedrijven van lokale aard.
2. Dendermondesteenweg. Dit bedrijventerrein is nog in aanleg
• Geïsoleerde bedrijven:
Er bevinden zich zowel geïsoleerde bedrijven in de woongebieden als buiten de
woongebieden. Deze zijn zeer verscheiden van aard. We kunnen wel een concentratie van
geïsoleerde bedrijven vaststellen langs de Dendermondesteenweg, de Vaarstraat en
Kalkendorp. Een groot aantal van deze bedrijven zijn zonevreemd.
• Kleinhandel en commerciële diensten
Naast de verspreide kleinhandel, kunnen we in Laarne twee kernwinkelgebieden
terugvinden. Een bevindt zich in de Dorpsstraat‐Lepelstraat te Laarne, het tweede bevindt
zich in de kern, Vaartstraat, Kalkendorp, Koffiestraat‐Kruisenstraat
• Agrarisch gebied
De agrarische nederzettingen zijn sterk verweven met de landelijke lintbebouwing. Enkel ten
zuidwesten van de hoofdkern Laarne kunnen we een concentratie van landbouwbedrijven
waarnemen. Het gaat hier voornamelijk om serrebedrijven
62

2.4.3.4 Toeristisch‐recreatieve structuur
Laarne is een aantrekkelijke gemeente om te vertoeven. Zowel het landelijke en groene landschap
als het culturele erfgoed lokken heel wat toeristen naar onze gemeente. Om deze toestroom op te
vangen is het van belang dat de gemeente ook inzet op recreatieve voorzieningen.
Enkele belangrijke recreatiegebieden zijn (ook zonevreemd):
• Het Prullenbos (opgenomen op het gewestplan)
• Jeugdherberg De Valk (zonevreemd)
• Jeugdlokalen van de Chiro (op het gewestplan)
• Het voetbalterrein van Hoger Op Kalken (op het gewestplan)
• De speelterreintjes verspreid over het grondgebied van Laarne en Kalken
• De sporthal (geregulariseerd)
• Visvijver de Zevenster (zonevreemd)
• Tennisterrein De Heide (zonevreemd)
• Jeugdterrein Hoogstraat (reeds geregulariseerd)
• Het terrein van de Calckine Ruiters
In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt de opmerking gemaakt dat Laarne te maken heeft
met een tekort aan en een probleem van zonevreemdheid van terreinen en gebouwen voor sport‐,
recreatie‐, en jeugdactiviteiten.
63

2.4.3.5 Landschappelijke structuur
Naast de geografische en antropogene factoren speelt ook het landschap een belangrijke
structurerende rol. Bakens, reliëfkenmerken, terreinovergangen of juist gave landschappen typeren
het landschap.
Op landschappelijk vlak behoort Laarne tot het straatdorpengebied van het Lokerse. De historische
landschapselementen op basis waarvan Laarne tot het straatdorpengebied van het Lokerse behoort,
zijn sinds kort opgenomen in de landschapsatlas van de Vlaamse Gemeenschap.
In deze atlas is sprake van ankerplaatsen, relictzones, punt‐ en lijnrelicten. Ankerplaatsen zijn
complexen van gevarieerde erfgoedelementen die een geheel vormen dat ideaal‐typische
kenmerken vertoont. Relictzones zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt‐of lijnrelicten,
zichten, ankerplaatsen en zones waarin de connectiviteit tussen de waardevolle
landschapselementen belangrijk zijn voor de gehele landschappelijke waardering. Puntrelicten zijn
afzonderlijke objecten die in hun onmiddellijke omgeving waardevol zijn (vb. monumenten, solitaire
bomen). Lijnrelicten zijn lijnvormige landschapselementen die van cultuurhistorische waarde zijn.
Elementen opgenomen in de landschapsatlas
Ankerplaatsen Katteneie en Schalieveld
Slot van Laarne
Kalkense Meersen en Heisbroek
Relictzones Damvallei
Viergemete, Slot van Laarne, Prullenbos,
Gransvelde
Scheldevallei van Wetteren tot Uitbergen
Puntrelicten Hoeve Katteneie
Aumansmolen
Dorpskern Laarne
Slot van Laarne
Sint‐Denijskerk Kalken
Huis met voormalige koetsenhuizen
Café Den Hert
Berlindekapel Laarne
Boerenhuis van voormalige hoeve
Huis van Ruytenshof
Hoe De Drie Linden
Lijnrelicten Kasteeldreef Laarne
Kalkense Vaart
2.4.3.6 Nieuwe Landschappen
De traditionele landschappen hebben reeds enkele jaren plaats moeten ruimen voor de nieuwe
tendensen. In Laarne ontstonden doorheen de jaren reeds enkele nieuwe landschappen:
• Rurbane lanschappen: ingewikkelde complexen van residentiële bewoning, industrie en
handelszaken met resten van het oorspronkelijke agrarische landschap
64

• Woonlandschappen: hier spreken we over kasteelparkverkavelingen (vb. Heidestraat), open‐
veld‐verkaveligen en kleine landeigendomverklavelingen (vb. Kouter).
• Industrielandschappen: terreinen speciaal gekozen voor het inrichten van nieuwe
industrievestigingen.
65

2.4.4 Planningscontexten
2.4.4.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
Zoals eerder vermeldt in het hoofdstuk rond grondgebonden beleid, behoort Laarne tot het
buitengebied. . Het ruimtelijk structuurplan van Vlaanderen wil deze buitengebieden behouden en
waar mogelijk versterken. Vanuit Vlaanderen worden volgende richtlijnen opgelegd.
• Woonbebouwing moet worden opgevangen in de uitgeruste kernen. De minimum
woondichtheid werd vastgelegd op 15 won/ha.
• De economische activiteiten moeten zoveel mogelijk gebundeld worden in stedelijke
gebieden. Lokale (ambachtelijke) bedrijventerreinen mogen maximaal 5 ha groot zijn
• Op vlak van natuur streeft de Vlaamse overheid naar een integraal waterbeheer. Ook de
kleine landschapselementen hebben een grote waarde voor de natuurlijke ontplooiing van
de gemeente.
• Op vlak van landbouw stelt de Vlaamse overheid de afbakening van de beroepslandbouw
vast.
2.4.4.2 Gewestplan
Laarne valt onder het gewestplan “Het Gentse en de Kanaalzone”
2.4.4.3 Sectorale initiatieven
• Vogelrichtlijngebied: De Vlaamse Executieve heeft op 17/10/1988 een aantal
beschermingszones aangeduid inzake het behoud van de vogelstand. Een klein deel van de
zone “Durme en de middenloop van de Schelde” bevindt zich op het grondgebied Laarne, in
de Kalkense Meersen.
• Habitatrichtlijngebied: Op 4 mei 2001 duidde de Vlaamse regering 38 habitatgebieden aan. In
Laarne zijn er twee zulke gebieden aangeduid (Schelde en Durme‐estuarium van de
Nederlandse grens tot Gent). We vinden één gebied rond de Mostbeek en de
Meerskantpoelen en één rond de Kalkense Meersen (loop samen met het
Vogelrichtlijngebied)
• Projecten in het kader van ecologisch impulsgebied: Via de Vlaamse Landmaatschappij
werden enkele beheersovereenkomsten uitgewerkt inzake milieubescherming en
natuurbeheer.
• Afbakening VEN‐Gebieden: Sinds 2003 werd het Vlaams Ecologisch Netwerk goedgekeurd.
Zowel de Damvallei als delen van de Kalkense Meersen werden hierin opgenomen.
66

2.4.4.4 Ruimtelijk structuurplan Oost‐Vlaanderen
Volgende uitspraken in het ruimtelijk structuurplan Oost‐Vlaanderen zijn relevant voor Laarne:
• Laarne en Kalken zijn geselecteerd als hoofddorpen.
• Grootschalige ontwikkelingen zijn voor Laarne ongewenst. Daarom wordt de ontsluiting van
het gebied op een lager niveau gehouden. De ontsluiting richt zich naar de randen van het
gebied (E17‐R4‐ N449 Rivierstraat – N445 Heirweg Dendermondesteenweg)
• De Kalkense Meersen en de Damvallei werden geselecteerd als GEN (Grote Eenheden
Natuur) en GENO (Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling). De Maanbeek werd opgenomen
als ecologische infrastructuur van bovenlokaal belang. Er zijn geen
natuurverbindingsgebieden in Laarne.
• Laarne vormt een uitbreidingsgebied voor de Sierteelt die zich centraliseert rond Gent
• Een beleid rond open landbouwgebieden moet gericht zijn op bestendigen van agrarisch
grondgebruik
• Op toeristisch vlak behoort Laarne tot het netwerk van Gents rivierengebied
2.4.4.5 Ruimtelijk beleid op lokaal niveau
Ook op lokaal niveau wordt gewerkt aan een visie rond de verdere ontwikkeling van de
gemeentelijke infrastructuur.
De afgelopen jaren werden volgende Bijzondere Plannen van Aanleg (gedeeltelijk) uitgevoerd:
• BPA Nerenweg (gedeeltelijk uitgevoerd)
• BPA Centrumwijk Kalken (uitgevoerd)
• BPA Industriezone Veldmeersstraat (uitgevoerd)
• Sectoraal BPA: zonevreemde bedrijven (9 deelplannen goedgekeurd)
• Sectoraal BPA: zonevreemde recreatie (2 deelplannen goedgekeurd)
• BPA Colmanstraat
Er werden op basis van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan ook enkele ruimtelijke
uitvoeringsplannen opgemaakt:
• RUP Steentjestraat
• RUP industriegebied Veldmeers
• RUP Sporthal
• RUP Kruisenstraat‐Kouterstraat
• RUP Lokaal bedrijventerrein Dendermondsesteenweg
• RUP Herstructurering Dendermondsesteenweg
• RUP De Voorde behorende tot omgeving Kalkense Meersen
• RUP Eekhoekstraat – Van De Velde NV
• RUP schrapping woonuitbreidingsgebieden
• RUP Verfijning agrarische gebieden
• RUP Dorpskern Laarne
67

Ook van belang zijn de rooilijnplannen die werden opgemaakt. Op deze plannen wordt duidelijk waar
de grens tussen het openbaar domein en de privé‐eigendommen zich bevindt. Deze plannen werden
opgemaakt om de breedte van de wegen te kunnen garanderen. Dit houdt ook in dat als een woning,
die voor de rooilijn staat, wordt afgebroken, deze enkel terug kan gebouwd worden achter de
aangegeven rooilijn.
Voor volgende straten werd een rooilijnplan opgemaakt:
• Rooilijnplan buurtweg 3: Koffiestraat‐Kruisenstraat
• Rooilijnplan buurtweg 1: Wegvoeringstraat – Meirhoekstraat
• Rooilijnplan buurtweg 63: Bosstraatje
• Rooilijnplan buurtweg .23: Bieststraat, Kleine Molenstraat
• Rooilijnplan buurtweg 9: Colmanstraat
• Rooilijnplan buurtweg 4: Nerenweg
• Rooilijnplan Gewestweg Rivierstraat
• Rooilijnplan buurtweg 102: Ekerstraat
• Rooilijnplan Provincieweg Gent‐Zele
• Rooilijnplan buurtweg 3: Eekhoekstraat
• Rooilijnplan Provincieweg Lokereen‐Wetteren
Naast infrastructuur heeft de gemeente ook een gemeentelijk natuurontwikkelingsplan opgemaakt.
Dit plan richt zich voornamelijk op het beschermen, herstellen en ontwikkelen van bijzondere natuur‐
en landschapswaarden in geselecteerde aaneengesloten gebieden in de gemeente.
2.4.5 Visie van de gemeente
2.4.5.1 Basisdoelstellingen
1. Leefbaarheid van het wonen verbeteren: Het woonpatrimonium in Laarne is relatief
verouderd. Om de leefbaarheid te verhogen moet daarom voornamelijk geïnvesteerd
worden in het verhogen van de kwaliteit van de woonfunctie. Ook de nieuwe basisrechten
voor wonen in een agrarisch gebied moeten op gemeentelijk vlag bevestigd worden.
2. Kansen geven aan land‐ en tuinbouw: Laarne heeft een landelijk karakter. Het is daarom niet
verwonderlijk dat aan land‐ en tuinbouw de nodige kansen gegeven worden. Het is echter
wel van belang dat zij het landelijke uitzicht van de gemeente geen industrieel karakter krijgt.
Daarom wordt een onderscheid gemaakt tussen intensieve glastuinbouw die het gebied geen
industrieel karakter geeft. In andere gebieden kan enkel landbouw die het karakter van het
landschap niet wijzigt. Nog elders staat landbouw in functie van de natuurfunctie.
3. Natuur als kader voor een gezonde leefomgeving: De waardevolle natuurelementen moeten
door de gemeente beschermd worden. Men wil ook inzetten op een koppeling tussen natuur
en maatschappij, zodat de leefomgeving in de gemeente wordt geoptimaliseerd.
4. Behoud en ondersteuning van de economische dynamiek: Laarne probeert haar lokale
economie zoveel mogelijk te ondersteunen door de nodige plaats te voorzien voor
bedrijventerreinen.
5. Verbetering van de verkeersleefbaarheid en bereikbaarheid van Laarne: Om deze doelstelling
te bereiken werd een nieuw mobiliteitsplan opgemaakt.
68

6. Verbeteren van de kwaliteit en leesbaarheid van het landschap: Door het intensieve gebruik
van de openbare ruimte gaat heel wat kwaliteit van de openbare ruimte verloren. Het beleid
moet daarom uitgaan van een visie waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van
de landschappen.
2.4.5.2 Ontvoogding van de gemeenten 66
Laarne startte tijdens de vorige legislatuur ook met de vergunningsontvoogding. Hiervoor dient de
gemeente aan enkele voorwaarden te voldoen.
• een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
• een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar
• een conform verklaard plannenregister
• een vastgesteld vergunningenregister
• een register van de onbebouwde percelen.
Momenteel voldoet de gemeente aan vier van de vijf voorwaarden. Enkel het register van
onbebouwde percelen dient nog verder opgemaakt en afgewerkt te worden.
66 Informatie verkregen via www.vlaanderen.be en www.ruimtelijkeordening.be
69

2.5 Wonen
Via de demografische analyse in beleidsdomein 2 (Algemeen Bestuur), kwamen we tot de vaststelling
dat er een gestage groei van de Laarnse bevolking plaatsvindt. Deze groei gaat onvermijdelijk
gepaard met ‘wonen’. We moeten echter ook aandacht besteden aan de diversiteit van de bevolking
en de invloeden die dit kan hebben op wonen. Op basis van het beschikbare materiaal proberen we
enkele conclusies te formuleren.
2.5.1 Beschikbare oppervlakte en prijzen
2.5.1.1 Bebouwde en onbebouwde percelen in Laarne 67
Laarne is een landelijke gemeente met nog relatief veel open ruimte. Een deel van deze open ruimte
kan nog steeds gebruikt worden voor bebouwingen. Op basis van de gegevens van het kadaster
kunnen we volgende inventarisatie maken:
Totaal onbebouwde
oppervlakte (in ha)
Totaal bebouwde
oppervlakte (in ha)
2000 2005 2010
2 497
2 452
2 427
(100%)
(98.2%)
(97.2%)
528
572
599
(100%)
(108.3%)
(113.3%)
We merken dus dat er op tien jaar tijd ongeveer dertien procent extra bebouwde oppervlakte in
gebruik werd genomen in Laarne. Ook de cijfers uit het jaarverslag van 2010 wijzen op een stijging
van het aantal bebouwingen of verbouwingen in de gemeente 68 :
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Ingediende
verkavelingsaanvragen
38 39 30 35 30 41
Percelen voor andere
woningbouw
12 20 2 35 11 19
Vergunde verkavelingen 5 9 1 3 8 4
Geweigerde
verkavelingsvergunningen
2 2 0 3 2 0
Gewijzigde
verkavelingsvergunningen
23 26 22 23 23 22
Weigering van gewijzigde
verkavelingsvergunningen
7 1 4 5 0 3
67 Gemeentelijke profielschets gemeente Laarne, Agentschap voor Binnenlands Bestuur en Studiedienst van de
Vlaamse Regering, p. 41‐42
68 Jaarverslag 2010 gemeente Laarne, gemeente Laarne, p. 22
70

Naar analogie met andere gemeenten, steeg ook in Laarne de verkoopprijs van bouwgrond per
vierkante meter.
Laarne Belfiuscluster Vlaams Gewest
2000 €54.9
€44.00
€55.1
(100%)
(100%)
(100%)
2005 €117.9
€87.4
€110.8
(214.7%)
(198.5%)
(201.1%)
2010 €164.2
€136.1
€155.4
(299.2%)
(309.2%)
(282.2%)
Stijging op tien jaar +199.2% +209.2% +182.2%
We merken dat op tien jaar tijd de prijzen van de bouwgrond bijna verdrievoudigd zijn. Deze tendens
is ook waarneembaar in gelijkaardige gemeenten volgend de Belfiuscluster en het Vlaamse gewest.
Hoewel de grondprijs in Laarne relatief hoog ligt volgens deze cijfers, merken we ook dat in
vergelijking met andere Oost‐Vlaamse gemeenten Laarne nog relatief goedkope bouwgronden heeft.
Laarne behoort tot de tweede categorie met prijzen tussen de €134.15 en de €171.86 per vierkant
meter. Dit kunnen we aantonen op basis van onderstaand kaartje 69 :
69 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 314
71

Ook de evolutie van de bouwgrondprijzen is naar analogie met de rest van de provincie vrij laag. Ook
hier kan een kaartje van Oost‐Vlaanderen enige duidelijkheid scheppen. Laarne behoort hier
eveneens tot de tweede categorie met een index 275.40% tot 343.68%. Laarne vormt op die manier
een schakel met Berlare, Zele en Hamme 70 .
Deze prijsevolutie heeft natuurlijk ook een invloed op het koopgedrag van bouwgrond in de
gemeente. Op basis van een vergelijking 2000‐2009 wat betreft het aantal transacties per 1000
inwoner kunnen we volgende tendens waarnemen 71 :
Verkochte grond per
1000 inwoners
2000 2005 2009
Aantal inwoners 11 610 11 595 12 135
Aantal transacties 25 42 15
Verhouding 2.15 3.62 1.24
Opvallend is dus dat het aantal transacties daalt, terwijl er wel meer vergunningen voor verbouwing
afgeleverd worden. Dit kan er op wijzen dat veel mensen starten met het aankopen van een
bouwgrond, maar deze eerst enkele jaren braak laten liggen, vooraleer met het eigenlijke
bouwtraject te starten. Dit kan ook aangetoond worden door de cijfers met betrekking tot het aantal
nieuwbouwwoningen per 1000 huishoudens in 2009. In dat jaar werden gemiddeld 21.88 woningen
gebouwd per 1000 inwoners 72 .
70 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 315
71 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 18
72 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 12
72

2.5.2 Bestaand patrimonium in Laarne
2.5.2.1 Woonstabiliteit
De vastgoedmarkt is een markt die voortdurend in beweging is. Om een zicht te krijgen op de
gemeentelijke invulling van het patrimonium is het van belang in kaart te brengen in welke mate
inwoners van Laarne verhuizen.
De woonstabiliteit van een gemeente toont aan hoeveel personen in het afgelopen jaar verhuisd zijn:
Woonstabiliteit 2010 Aantal (absoluut) Aantal (relatief in %)
Laarne 976 8.043%
Arrondissement Dendermonde 17 433 9.055%
Oost‐Vlaanderen 141 652 9.890%
We kunnen vaststellen dat de woonstabiliteit in Laarne opmerkelijk lager ligt dan in het
arrondissement Dendermonde en in de Provincie. Dit lage percentage wijst er op dat mensen die in
Laarne wonen ook graag in de gemeente blijven 73 .
2.5.2.2 Woningtypes binnen de gemeente
Totaal aantal
woningen 2010
Laarne Oost‐Vlaanderen Vlaanderen
gesloten bebouwing 697
191 619
690 972
(13%)
(29%)
(23%)
Halfopen bebouwing 1 460
143 632
553 759
(27%)
(22%)
(19%)
Open bebouwing 2 597
184 834
870 753
(49%)
(28%)
(29%)
Appartementen 355
111 573
660 198
(7%)
(17%)
(22%)
Handelshuizen 168
22 617
96 255
(3%)
(3%)
(3%)
Totaal 5 325 660 228 2 956 628
Door deze analyse van de typewoningen in Laarne komt opnieuw naar voor dat we een landelijke
open gemeente zijn. Het aantal gesloten bebouwingen ligt immers opvallend lager dan in de rest van
de provincie of in Vlaanderen. De aantallen van de halfopen en open bebouwingen liggen dan weer
opvallend hoger. De appartementbouw ligt in Laarne ook ver onder de gemiddeldes van Oost‐
Vlaanderen en Vlaanderen 74 .
73 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 9
74 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 11
73

2.5.2.3 Ouderdom en comfort van de woningen
Laarne heeft een relatief oud patrimonium. Van de 5 023 woningen zijn er 1 412 (of 28.11%)
gebouwd voor 1945. Een ietwat kleiner deel van de woningen dateert van na 1990 (1 102 of 21.94%).
Het kleinste deel van de woningen dateert van na 2000 (1 102 of 11.15%). Toch bemerken we dat in
vergelijking met het arrondissement Dendermonde en de provincie, Laarne nog relatief goed
scoort 75 :
totaal Voor Na 1990 Na 2000 % voor % na % na
1945
1945 1990 2000
Laarne 5 023 1 412 1 102 560 28.11% 21.94% 11.15%
Arr.
Dendermonde
78 769 24 226 14 471 6 078 30.76% 18.37% 7.72%
Oost‐
Vlaanderen
555 983 200 889 96 812 40 099 36.13% 17.41% 7.21%
Het is ook van belang om naar het comfort van de woningen te kijken, willen we een goed beeld
krijgen van het bestaande patrimonium en vastgoedmarkt. Vooraleer volgende tabel te bekijken,
moeten eerst enkele termen verder verklaard worden:
• klein comfort: stromend water, toilet met waterspoeling en bad of douche
• middelmatig comfort: bovenop klein comfort centrale verwarming
• groot comfort: bovenop middelmatig comfort een keuken van minsten 4m², een auto en een
telefoon
Aanwezig comfort in
%
Laarne Oost‐Vlaanderen Vlaanderen
Groot comfort 46% 46% 55%
Middelmatig comfort 7% 12% 14%
Klein comfort 39% 33% 24%
Zonder comfort 6% 6% 5%
onbekend 2% 3% 2%
Een eerste belangrijk punt is dat Oost‐Vlaanderen in het algemeen veel lager scoort op het vlak van
aanwezig comfort dan de rest van de Vlaanderen. Zeker op vlag van klein comfort zien we dat er in
Laarne opvallend meer woningen dan in de rest van Vlaanderen. Ook de vergelijking met Oost‐
Vlaanderen toont aan dat op vlag van klein comfort er opvallend meer woningen in Laarne zijn.
Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat de meest recente cijfers dateren van 2001.
Op tien jaar tijd zullen immers al heel wat oudere woningen afgebroken of verbouwd zijn, zodat de
percentages al iets beter zouden moeten liggen ten opzichte van 2001. Er zal toch nog een extra
inspanning moeten gedaan worden op de minder comfortabele woningen aan te passen aan
hedendaagse noden en behoeften 76 .
75
Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 334. De cijfers zijn ietwat afwijkend
gezien de andere bron voor het cijfermateriaal
76
Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 11‐12
74

Toch merken we dat er heel wat inspanningen gedaan worden om het bestaande patrimonium om te
vormen tot hedendaagse woningen. Dit kunnen we afleiden uit volgende cijfers uit de
omgevingsanalyse van het woonbeleidsplan 77 :
Aantal renovaties
per 1000
huishoudens per
jaar
1997‐2003 2004‐2009 1997‐2009 Evolutie
Laarne 8.23 7.06 7.67 ‐14.26%
Arr.
Dendermonde
7.41 7.88 7.63 +6.31%
Oost‐Vlaanderen 7.99 8.03 8.01 + 0.41%
Vlaams Gewest 6.79 7.02 6.90 +3.44%
Volgende zaken kunnen afgeleid worden uit bovenstaande tabel:
1. Sinds 1997 tot 2009 is er een dalende tendens zichtbaar in het aantal renovatieprojecten in
Laarne. Men komt echter van een zeer hoog niveau in vergelijking met het Vlaamse gewest.
2. De renovatie‐inspanningen liggen vandaag nog steeds hoger dan in de rest van Vlaanderen,
maar wel iets lager dan in Oost‐Vlaanderen.
2.5.2.4 Premies voor renovatie
• De Vlaamse Verbeterings‐ en Aanpassingspremie
Personen die aan een woning verbeterings‐ of aanpassingswerken uitvoert kunnen in aanmerking
komen voor een premie. De inkomensgrenzen zoals zijn vastgesteld vanaf 1 januari 2011. Het
inkomen mag drie jaar voor de aanvraag niet meer bedragen dan 27.200 euro. De woning moet de
hoofdverblijfplaats zijn en heeft een niet‐geïndexeerd kadastraal inkomen van maximaal 1200 euro.
De woning moet minstens 20 jaar oud zijn en moet gelegen zijn in het Vlaamse gewest.
Men kan maximaal drie verbeterings‐ of aanpassingspremies krijgen binnen een periode van 10 jaar.
Bovendien mogen geen twee aanvragen betrekking hebben op eenzelfde onderdeel van de
verbeterings‐ of aanpassingswerkzaamheden. Voor eenzelfde woning kan binnen een periode van 10
jaar na de uitbetaling van een renovatiepremie geen verbeteringspremie voor
verbeteringswerkzaamheden meer toegekend worden.
Het premiebedrag hangt af van de verbeteringswerken die men uitvoert.
Aantal toegekende
Verbeterings‐ en
Aanpassingspremies
2007 2008 2009 2010
Laarne 23 12 27 19
77 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 13
75

Het aantal toegekende verbeterings‐ en aanpassingspremies van 2007 tot en met 2010 samengeteld
en gedeeld door het aantal inwoners maal duizend geeft de volgende verhoudingen:
Verbeterings‐ en
Aanpassingspremies succesratio in
2010
76
uitbetaald bedrag
in 2010 in euro
Laarne 56,00% 16.300 16,67
Wetteren 83,93% 46.750 20,74
Wichelen 66,67% 31.300 28,84
provincie Oost‐Vlaanderen 67,99% 2.018.440 20,58
• De Vlaamse Renovatiepremie
aantal aanvragen
per 1.000
huishoudens in
2007‐2010
De woning waarvoor de renovatiepremie wordt aangevraagd, moet minstens 25 jaar oud zijn en
gelegen zijn in het Vlaamse Gewest. De renovatiepremie wordt berekend op basis van voorgelegde
facturen. Deze facturen moeten betrekking hebben op werkzaamheden die uitgevoerd zijn door een
geregistreerde aannemer of op de aankoop van materialen of uitrustingsgoederen die door de
aanvrager zelf zijn verwerkt of geplaatst. De totale kostprijs van de werkzaamheden die in
aanmerking kunnen worden genomen, moet minstens 10.000 euro bedragen, exclusief btw. Er
komen voor aanvragen 8 categorieën van werkzaamheden in aanmerking: funderingen en muren,
draagvloeren, daken, buitenschrijnwerk, centrale verwarming, elektriciteit, sanitaire installaties en
trappen.
aantal toegekende
renovatiepremies
2007 2008 2009 2010
Laarne 37 45 55 45
renovatiepremies
succesratio in
2010
uitbetaald bedrag
in 2010 in euro
Laarne 89,66 255.930 37,45
Wetteren 77,66 381.500 29,30
Wichelen 82,86 340.680 54,22
provincie Oost‐Vlaanderen 79,13 31.913.570 37,35
aantal aanvragen
per 1.000
huishoudens in
2007‐2010

In vergelijking met het Oost‐Vlaamse gemiddelde worden in Wetteren tevens minder
renovatiepremies aangevraagd, in Laarne ongeveer als gemiddeld en in Wichelen beduidend (veel)
meer. Anderzijds ligt de succesratio in Laarne beduidend boven het Oost‐Vlaamse gemiddelde, in
Wichelen ligt de succesratio iets hoger dan gemiddeld, Wetteren laat het gemiddelde optekenen.
2.5.2.5 Prijzen van het vastgoed
• Gewone woonhuizen
De prijzen van het vastgoed kunnen opgedeeld worden volgens volgende woningtypes 78 :
‐ Gewone woonhuizen
‐ Villa’s, bungalows en landhuizen
‐ Appartementen, flats en studio’s
Gewone huizen 2000 2010 evolutie
Laarne 102 906 206 098 200.28%
Arr. Dendermonde 79 482 167 951 211.31%
Oost‐Vlaanderen 78 599 178 461 227.05%
Vlaams Gewest 84 772 192 336 226.89%
We bemerken hier een prijsstijging van ongeveer 200%. We bemerken dat de percentages van de
andere actoren hoger liggen dan in Laarne (dus de stijging is hoger). De prijzen liggen in Laarne
echter toch nog steeds opmerkelijk hoger.
Wanneer we deze stijging plaatsen binnen Oost‐Vlaanderen 79 , merken we dat Laarne in het bruine
gebied wordt ingebed. Dit duidt er op dat de gewone huizen in Laarne aan een vrij hoge prijs
verkocht worden. Dezelfde tendens is merkbaar voor de andere gemeenten in de buurt van Gent
(met uitzondering van Evergem en Destelbergen)
78 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 318.
79 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 320
77

• Villa’s, bungalows en landhuizen
Villa’s, bungalows,
landhuizen 80
2000 2010 evolutie
Laarne 233 981 270 958 115.80%
Arr. Dendermonde 263 284 309 435 117.53%
Oost‐Vlaanderen 271 783 324 112 119.25%
Vlaams Gewest 272 486 342 025 125.52%
We zien dat Laarne een opvallend lagere prijs heeft wat betreft villa’s, bungalows en landhuizen.
Toch is ook hier een duidelijke prijsstijging te zien. Dezelfde prijsstijging heeft zich ook in de rest van
Vlaanderen doorgezet. We merken wel dat in Laarne meer en meer grote villa’s te koop komen te
staan.
Op deze kaart is duidelijk te zien dat Laarne als enige gemeente in centraal Oost‐Vlaanderen lagere
prijzen hanteert voor villa’s, bungalows… 81
80 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 318.
81 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 320 en p. 321
78

• Appartementen, flats en studio’s
Appartementen, flats
en studio’s
2000 2010 evolutie
Laarne Niet gekend 189 959 Niet gekend
Arr. Dendermonde 72 840 173 300 237.92%
Oost‐Vlaanderen 84 683 191 218 225.80%
Vlaams Gewest 92 979 195 502 210.26%
Wat evolutie van de prijzen voor appartementen betreft kunnen we geen vergelijking maken met de
andere opgenomen actoren aangezien de gegevens voor Laarne niet gekend zijn voor 2000.
Wat de cijfers van 2010 betreft, zien we dat de prijzen voor appartementen opvallend hoger zijn dan
in de rest van het arrondissement Dendermonde, maar dat de cijfers toch ook opvallend lager liggen
dan in Oost‐Vlaanderen en Vlaanderen in het algemeen 82 .
3.5.2.6 Huurwoningen op de private markt
De recentste gegevens in verband met de hoogte van de huurprijzen dateren uit 2001 (Socio‐
economische enquête). Echter leeft de sterke indruk dat de huurprijzen sedertdien sterk gestegen
zijn. Gezien hun veelvuldige contacten met cliënten die een woonnood ervaren kunnen de OCMW’s
beschouwd worden als bevoorrechte getuigen rond de grootteorde van de huurprijzen op de private
markt.
82 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 318 en p. 321.
79

In Laarne wordt vastgesteld dat het in deze gemeente steeds moeilijk geweest is om een goede en
betaalbare woning te vinden. Tegenover twintig jaar geleden wordt bovendien vastgesteld dat hele
reeksen oudere en minder goed uitgeruste woningen welke aan een goedkopere huurprijs verhuurd
werden door afbraak of verkoop ondertussen uit het huurpatrimonium verdwenen zijn. Het aanbod
aan betaalbare huurwoningen is heel klein waardoor veel mensen uit kansengroepen
noodgedwongen in de omliggende gemeenten op zoek gaan naar een huurwoning.
Het OCMW van Laarne kan aan cliënten een huishuursteun verlenen. Het gaat niet om een recht
maar om een gunst waarbij telkens op basis van het individuele dossier een beslissing genomen
wordt. In de loop van 2007 kende het OCMW van Laarne 9 keer een huishuursteun toe, in de loop
van 2008 8 keer, in de loop van 2009 7 keer en in de loop van 2010 9 keer.
Het Sociaal Verhuurkantoor Laarne‐Wetteren‐Wichelen (verder afgekort als SVK) huurt al sedert
1998 woningen op de private huurmarkt in (van 1998 tot 30 april 2011 huurde men in de drie
gemeenten samen al 129 woningen in) en heeft dus een goed zicht op de evoluties in de grootteorde
van de huurprijzen op de private huurmarkt.
Tien jaar geleden kon het SVK nog regelmatig woningen in huur nemen aan huurprijzen van
(omgerekend) 200 à 250 euro, vooral in Wetteren maar ook in Laarne en Wichelen. Het moet wel
gezegd dat het hierbij om oudere en kwalitatief mindere woningen ging. In deze prijsklasse zijn
vandaag geen huurwoningen meer te vinden, overigens zijn deze woningen ondertussen ook bijna
allemaal uit het SVK‐patrimonium verdwenen omdat ze kwalitatief niet (meer) voldeden.
Tot voor een vijftal jaar geleden kon men nog regelmatig woningen (twee slaapkamers) aan 300 à
350 euro in huur nemen, maar ook dit marktsegment is opgedroogd. Vandaag is ook het segment
met prijzen rond 400 euro opgedroogd. Woningen welke toch nog in die prijsklassen aangeboden
worden vertonen duidelijke gebreken (en worden door het SVK niet meer in huur genomen).
Vandaag huurt het SVK een degelijke eengezinswoning (vaak gerenoveerd) met twee slaapkamers in
voor prijzen rond 500 euro, voor een drieslaapkamerwoning wordt dit 575 à 600 euro.
Een degelijk appartement (twee slaapkamers) kan door het SVK ingehuurd worden vanaf een 400
euro.
De huurprijzen aan dewelke het SVK woningen inhuurt liggen in Laarne, Wetteren en Wichelen in
dezelfde grootteorde.
Echter moet opgemerkt worden dat het SVK wat betreft de betaling van de huishuur een 100%
betrouwbare huurder is. Met deze wetenschap in het achterhoofd zal het SVK dan ook steeds
trachten af te dingen op de eerst gevraagde huurprijs wat veelal ook lukt.
Men kan dus stellen dat globaal gezien, het SVK haar patrimonium huurt aan een lagere huurprijs
dan particuliere huurders.
Vraag is ook of in een eerste contact tussen een eigenaar en een kandidaat‐huurder de eerst
genoemde huurprijs wel overeenkomt met de gewenste huurprijs, zeker als de kandidaat‐huurder in
kwestie tot bepaalde kansengroepen behoort. Het instellen van een reglement op de toepassing van
de verplichte affichering van de huurprijs zou dit deels kunnen verhelpen.
80

2.5.2.7 Huurwoningen op sociale huurmarkt 83
• Huurprijzen op de sociale huurmarkt
Sedert invoering van het Kaderbesluit is een nieuwe huurprijsberekening van kracht die gebaseerd is
op het inkomen en de markthuurwaarde van de woningen. De gemiddelde reële huurprijs is op 31
december 2009 € 246,80. In 2010 is de gemiddelde reële huurprijs € 244,09. Dit is een daling van €
2,71. Nieuwbouw en renovatie van woningen zijn verlieslatend. Dit heeft een negatieve invloed op
de resultaten van de voorbije boekjaren.
Uithuiszettingen van huurders komen de laatste jaren meer voor. Er waren geen
uithuiszettingsprocedures in 2008, 4 in 2009, 9 in 2010 en momenteel al 8 in 2011. Positief is dat we
proberen, in samenwerking met het OCMW, de huurders niet effectief uit te drijven als ze bereid zijn
alle kosten te vereffenen. Zo waren er in 2009 4 effectieve uithuiszettingen, 6 in 2010 en in 2011 nog
slechts 2.
Met ons huidig patrimonium (765 woongelegenheden) mag slechts een halftijds maatschappelijk
werker in rekening gebracht worden. Samenwerking met de OCMW’s van Wetteren en Wichelen is
noodzakelijk 84 .
Via volgende tabel kan een overzicht gecreëerd worden van de sociale huurmarkt in Laarne 85 :
Bindend
Sociaal
Objectief
Gerealiseerde
sociale
huurwoningen
(2008‐2010)
%
gerealiseerde
huurwoningen
81
SHM SVK Totaal % sociale
woningen in
vgl met de
huishoudens
Laarne 85 16 18.89% 138 10 148 3.05%
De sociale woningen kunnen als volgt opgedeeld worden 86 :
Type sociale huurwoningen Aantal woningen voor
Laarne
%
Eengezinswoningen met één slaapkamer 18 13%
Eengezinswoningen met twee slaapkamers 1 0.7%
Eengezinswoningen met drie slaapkamers 99 71.7%
Eengezinswoningen met vier slaapkamers 12 8.7%
Appartementen met twee slaapkamers 4 2.9%
Appartementen met drie slaapkamers 4 2.9%
Appartementen met vier slaapkamers 0 0%
Totaal woningen met één slaapkamer 18 13.0%
Totaal woningen met twee slaapkamers 5 3.6%
Totaal woningen met drie of meer
slaapkamers
115 83.3%
83 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 22
84 SHM Eigen Dak, tekstfragment is integraal overgenomen
85 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Oost‐Vlaanderen, p. 326.
86 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 3, p. 11

Er moet wel rekening mee gehouden worden dat er in de oudere sociale huurwoningen er vaak één
kamer werd opgeofferd om een badkamer of keuken, zodat deze niet meer als slaapkamer kan
bestempeld worden 87 . Daarnaast is het ook zo dat voor de verouderde sociale woningen een
herberekening van de rationele bezetting te overwegen is. Waar vroegere woningen vier
slaapkamers hadden, komen het aantal vierkante meter nu niet meer overeen met de huidige
normen.
• Gezinssituaties huurders
In Laarne bestaat de groep zittende huurders voor 78% uit huishoudens zonder kinderen. Tellen we
hier de huishoudens met slechts één kind bij komen we aan 91% van het aantal zittende huurders,
dit terwijl 13% van het patrimonium in Laarne één slaapkamer telt en 17% van het patrimonium uit
woongelegenheden met één of twee slaapkamers bestaat.
9% van de zittende huurders bestaat uit gezinnen met twee of meer kinderen, dit terwijl 83% van het
patrimonium drie slaapkamers of meer telt. Een groot aantal zittende sociale huurders in Laarne
woont wat betreft de rationele bezetting in een te grote woning. Op te merken hierbij is wel dat
kandidaat‐huurders ervoor kunnen kiezen om ook een woning met één slaapkamer op overschot
toegewezen te krijgen 88 .
Samenstelling gezin zittende huurders % zittende huurders
Alleenstaanden 49.28
Alleenstaanden met 1 kind 4.35
Alleenstaanden met 2 kinderen 1.45
Alleenstaanden met 3 kinderen 1.45
Alleenstaanden met 4 of meer kinderen 0
Koppel zonder kinderen 28.26
Koppel met 1 kind 8.7
Koppel met 2 kinderen 2.17
Koppel met 3 kinderen 3.62
Koppel met 4 of meer kinderen 0.72
Huishoudens zonder kinderen 77.54
Huishoudens met kinderen 22.46
Waarvan met 1 kind 13.04
Waarvan met 2 of meer kinderen 9.42
De groep kandidaat‐huurders telt meer gezinnen met kinderen dan de groep zittende huurders, toch
bestaat de groep kandidaat‐huurders nog voor de helft uit alleenstaanden, 60 tot 65% van de groep
kandidaat‐huurders bestaat uit gezinnen zonder kinderen.
Samenstelling gezinnen kandidaat huurders % kandidaat huurders in Laarne
Alleenstaanden 52.76%
Alleenstaanden met 1 kind 11.06%
Alleenstaanden met 2 kinderen 8.54%
Alleenstaanden met 3 kinderen 2.51%
Alleenstaanden met 4 of meer kinderen 1.01%
Koppel zonder kinderen 11.06%
87 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 3, p. 11
88 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 3, p. 13
82

Koppel met 1 kind 5.03%
Koppel met 2 kinderen 5.53%
Koppel met 3 kinderen 2.01%
Koppel met 4 of meer kinderen 0.50%
Huishoudens zonder kinderen 63.82%
Huishoudens met kinderen 36.18%
Waarvan met 1 kind 16.08%
Waarvan met 2 of meer kinderen 20.10%
• Leeftijd van de huurders
Onderstaande tabel geeft de leeftijdscategorie weer van de zittende sociale huurders uitgedrukt in
procenten.
Leeftijdscategorie Leeftijdscategorieën zittende huurders in
Laarne
18‐29 jaar 1.45%
30‐54 jaar 41.30%
55‐64 jaar 23.91%
65 + 33.33%
Onderstaande tabel geeft de leeftijdscategorie weer van de kandidaat‐huurders uitgedrukt in
percenten.
Leeftijdscategorie Leeftijdscategorieën kandidaat huurders in
Laarne
18‐29 jaar 24.62%
30‐54 jaar 49.75%
55‐64 jaar 14.07%
65 + 11.56%
• Conclussie
Er vallen grote verschillen op in de profielen van de zittende huurders en de kandidaat‐huurders. In
Laarne is 33% van het aantal zittende huurders 65‐plusser, 57% is 55‐plusser. De wachtlijst
daarentegen bestaat voor 12% uit 65‐plussers en 26% uit 55‐plussers. Jongere huurders (tot 29 jaar)
maken amper anderhalf procent uit van het totale huurdersbestand terwijl deze groep een kwart van
de wachtlijst uitmaakt.
Het bindend sociaal objectief stelt voorop dat er tegen 2020 6% van het patrimonium sociaal is. Dit
houdt in dat er 85 huurwoningen en 40 koopwoningen moeten gerealiseerd worden. Hierover moet
om de twee jaar gerapporteerd worden. Opmerkelijk is dat wanneer in Laarne voldaan wordt aan het
sociaal objectief, er toch maar 43% van de personen op de wachtlijst voor sociale woningen wordt
weggewerkt 89 .
2.5.2.8 Patrimonium gemeente Laarne en OCMW Laarne
Het gemeentebestuur en het OCMW beschikken over een eigen patrimonium aan
woongelegenheden bedoeld om bepaalde doelgroepen al dan niet tijdelijk te huisvesten.
89 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 3, p. 16
83

Het gemeentebestuur beschikt over twee eengezinswoningen welke verhuurd worden aan
respectievelijk het SVK en het OCMW. Het SVK verhuurt deze woning aan woonbehoeftige gezinnen,
het OCMW zet de woning in als noodwoning.
Het OCMW beschikt dus op het eigen grondgebied over één noodwoning onderverdeeld in twee
entiteiten. In de loop van 2009 zijn beide entiteiten samen 108 dagen bezet gebleven, in de loop van
2010 104 dagen.
2.5.2.9 Bestrijding van krotwoningen
• Ongeschikt‐ en onbewoonbaarverklaringen
Indien de woning ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaard wordt komt ze terecht op de inventaris
van ongeschikte en onbewoonbare woningen. De woningen die op de inventaris
ongeschikt/onbewoonbaar en/of verwaarloosd voorkomen worden door het gewest met een
jaarlijkse heffing belast. Bovenop de gewestelijke heffing heft Laarne ook 50 opcentiemen. De
gemeente kan ook beslissen een eigen heffing in te stellen. In dit geval zal de houder van het zakelijk
recht dus tweemaal belast worden, gewestelijk en gemeentelijk.
In Laarne vinden nauwelijks woningonderzoeken plaats, slechts in drie andere Oost‐Vlaamse
gemeenten vinden nog minder onderzoeken plaats (gemeten in verhouding tot het aantal
huishoudens). Ook het aantal woningen opgenomen in de inventaris ongeschikt/onbewoonbaar of
verwaarloosd ligt opvallen laag in Laarne.
• Wooninspectie
Naast de administratieve procedure ongeschikt/onbewoonbaarverklaring verzorgd door het
agentschap Wonen‐Vlaanderen kunnen verhuurders van ongeschikte of onbewoonbare
woongelegenheden ook strafrechterlijk aangepakt worden. Deze strafrechterlijke procedure wordt
verzorgd door de Vlaamse Wooninspectie binnen het agentschap Inspectie RWO.
De Vlaamse Wooninspectie treedt op tegen de meest ernstige vormen van krotverhuur waarbij een
aantal prioriteiten vastgelegd zijn. Ongeschikte en onbewoonbare woningen die verder verhuurd
worden of woningen met gebreken die ernstige veiligheids‐ of gezondheidsrisico’s inhouden of
woningen die op flagrante wijze overbewoond zijn zijn hiervan voorbeelden.
Onderstaande tabel vermeldt in absolute cijfers het aantal geverbaliseerde panden en
woonentiteiten in de drie gemeenten.
Aantal geverbaliseerde
panden en entiteiten
(Laarne)
Laarne
2007 2008 2009
Aantal panden 0 1 0
Aantal woonentiteiten 0 2 0
Aantal woonentiteiten per
1000 woningen
0 0.4 0
In 2010 werden in Laarne geen woningen geverbaliseerd.
84

• Leegstand
Een lijst van de leegstaande woningen maakte tot 31 december 2009 deel uit van de inventaris
ongeschikt / onbewoonbaar / verwaarloosd. Door het decreet Grond‐ en Pandenbeleid werd op 1
januari 2010 de gewestelijke leegstandslijst overgeheveld naar de gemeenten en omgevormd tot een
gemeentelijk leegstandsregister. Het bijhouden van de leegstand op het gemeentelijk grondgebied
werd hiermee een decretale verplichting. Hiertoe was de gemeente verplicht een
leegstandsreglement op te maken. Men kan in dat reglement een heffing op leegstand invoeren
maar dat is geen verplichting.
In het kader van de intergemeentelijke samenwerking werkten de gemeenten Laarne, Wetteren en
Wichelen gezamenlijk een leegstandsreglement uit. Dit reglement werd goedgekeurd op de
gemeenteraden van 25 februari in Laarne en Wetteren en van 31 maart in Wichelen.
Voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2013 wordt er een jaarlijkse belasting gevestigd op
woongelegenheden en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn
opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Het vaststellen gebeurt aan de hand van een administratieve akte die gemotiveerd wordt door het
aankruisen van verschillende indicaties van leegstand. Deze indicaties van leegstand zijn in het
reglement vastgelegd. Het reglement legt de vrijstellingsgronden vast die mensen kunnen inroepen
tegen de heffing
De basisheffing bedraagt 1.300 euro voor een volledig gebouw of woonhuis, 100 euro voor een
kamer en 650 euro voor overige woongelegenheden. Ze wordt vermenigvuldigd met het aantal
periodes van 12 maanden dat het ononderbroken opgenomen is in het leegstandsregister met een
maximum van factor 5.
Voor Laarne werd reeds een leegstandsregister opgemaakt. Op dit moment wordt dit ook voor
Kalken gedaan. Daarbij moet opgemerkt worden dat het register jaarlijks kan aangepast worden op
basis van controlebezoeken.
• Recht op voorkoop
Het recht van voorkoop is een instrument dat aan bepaalde actoren het wettelijk recht geeft om bij
de verkoop van een onroerend goed in de plaats te treden van de koper. De verkoper zal zich
bijgevolg onder dezelfde voorwaarden verbinden met de begunstigde en niet met de oorspronkelijke
koper.
Dit recht van voorkoop geldt voor alle woningen welke geïnventariseerd zijn als ongeschikt,
onbewoonbaar, leegstaand of verwaarloosd en voor de woningen welke gelegen zijn in de
zogenaamde bijzondere gebieden welke bepaald worden door de Vlaamse regering. Op gemotiveerd
voorstel van de gemeente kan de minister woningbouwgebieden als een bijzonder gebied erkennen.
Het voorkooprecht kan uitgeoefend worden door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen
(VMSW), de sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale bouw‐ en kredietmaatschappijen binnen
hun werkgebied en de gemeente en het OCMW, echter enkel met het oog op sociale huisvesting. Een
woning of onbebouwd perceel dat verworven is op basis van het recht van voorkoop, moet dus
steeds worden aangewend met het oog op sociale woningbouw (huur‐ of koopwoningen).
Tot op vandaag hebben Laarne noch Wichelen beroep gedaan op het recht van voorkoop.
85

SHM Eigen Dak heeft tot nu toe het recht op voorkoop een tiental jaar geleden één keer uitgeoefend.
Algemeen hanteert men het principe dat men het uitoefenen van het recht op voorkoop wil
overwegen indien op de aangeboden locatie een project van minimum zes woongelegenheden kan
gerealiseerd worden of wanneer het betreffende pand paalt aan een eigendom van de maatschappij.
• Conformiteitsattest
Het conformiteitsattest is een officiële verklaring dat de woning voldoet aan de opgelegde
veiligheids‐, gezondheids‐ en woonkwaliteitsnormen. Het attest is niet verplicht en kan enkel
aangevraagd worden door de verhuurder. Het is de bedoeling de verhuurder die een kwalitatieve
woning wenst te verhuren de mogelijkheid te bieden de conformiteit van de woning officieel te laten
vaststellen. De verhuurder heeft dus de mogelijkheid dit attest aan te vragen bij het College van
Burgemeester en Schepenen, het wordt uitgereikt door de burgemeester.
Het attest is tien jaar geldig, ook na overdracht van het zakelijk recht. Het hangt met andere woorden
'vast' aan het pand. Alle woningen die als hoofdverblijfplaats worden verhuurd kunnen een
conformiteitsattest krijgen.
Het conformiteitsattest vervalt echter als de woning ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaard
wordt.
Voor het afleveren van een conformiteitsattest kan de gemeente een retributie van maximaal 62,50
euro vragen, te verhogen met 12,50 euro per kamer vanaf de zesde kamer en met een maximum van
1250 euro. De gemeente kan beslissen om het attest kosteloos of tegen een lagere vergoeding te
verstrekken.
De gemeenteraad van Laarne zal zich in het najaar beraden over de retributie voor het afleveren van
een conformiteitsattest. In de loop van 2010 werden in Laarne geen conformiteitsattesten uitgereikt
• Sociaal beheersrecht
Het sociaal beheersrecht heeft als doel om de leegstand en verkrotting te bestrijden en tevens om
leegstaande of verkrotte woningen opnieuw op de woningmarkt te brengen aan sociale
voorwaarden.
Het sociaal beheersrecht houdt in dat een woning onttrokken wordt aan het zeggenschap van de
eigenaar en in beheer gegeven wordt van een sociale woonorganisatie. Dit kan de gemeente zijn, het
OCMW, de VMSW, de sociale huisvestingsmaatschappijen, het Vlaams Woningfonds of een sociaal
verhuurkantoor. Deze kan in de woning dan de nodige werken uitvoeren en moet de woning verder
sociaal onderverhuren. Er is geen toestemming van de eigenaar vereist. Deze behoudt het
eigenaarschap maar verliest het genotrecht en het recht om de woning te beheren. Het beheersrecht
moet minimaal voor negen jaar uitgeoefend worden. In functie van de kosten van de uitgevoerde
werken kan de periode van negen jaar verlengd worden.
Voordat het sociaal beheer ingaat krijgt de eigenaar van een leegstaande, conforme woning de kans
om vrijwillig in te tekenen op het aanbod van een huurcontract. De huurprijs bedraagt op jaarbasis
maximaal viermaal en minimaal eenmaal het bedrag van het geïndexeerde kadastraal inkomen.
De eigenaar van een te renoveren woning krijgt de kans om vrijwillig in te tekenen op het aanbod van
een renovatiehuurcontract. Tussen de eigenaar en de publieke initiatiefnemer worden zowel
86

afspraken over de verhuur als de renovatie vastgelegd. De huurprijs op jaarbasis bedraagt minimaal
het bedrag van het geïndexeerde kadastraal inkomen. Een maximumhuurprijs is niet bepaald.
De eigenaar heeft één maand de tijd om het aanbod te aanvaarden. Bij weigering of stilzwijgen
verwittigt men de eigenaar schriftelijk dat men binnen drie maanden het sociaal beheersrecht wil
uitoefenen. Als de nodige werkzaamheden na die drie maanden nog altijd niet zijn uitgevoerd of als
de woning dan nog altijd leegstaat, wordt van rechtswege het sociaal beheer opgelegd en deelt men
de verwerving van het sociaal beheersrecht schriftelijk mee.
Het sociaal beheersrecht kan uitgeoefend worden betreffende woningen die als ongeschikt en/of
onbewoonbaar geïnventariseerd zijn, woningen waarvoor de gemeente het conformiteitsattest heeft
geweigerd en woningen die zijn opgenomen zijn in de inventaris leegstand.
Tot op vandaag is het sociaal beheersrecht in de gemeenten Laarne, Wetteren en Wichelen nog nooit
uitgeoefend. Overigens wordt het instrument buiten Antwerpen en Gent niet of nauwelijks
toegepast.
• Gemeentelijk en intergemeentelijk woonoverleg.
De Vlaamse Wooncode stelt dat de gemeente een coördinerende en initiërende rol speelt inzake het
lokaal woonbeleid. Een belangrijk instrument hierin is het gemeentelijk en intergemeentelijk
woonoverleg.
In een gemeentelijk woonoverleg bespreekt de gemeente samen met sociale woonorganisaties, het
OCMW en andere woonactoren de doelstellingen rond wonen en huisvesting op korte en
middellange termijn en de relaties daarvan met sociale woonprojecten.
In de drie gemeenten maken naast de gemeente en het OCMW de sociale huisvestingsmaatschappij
Eigen Dak, de Sociale Bouw‐ en kredietmaatschappij Dendermonde, het Sociaal Verhuurkantoor
Laarne‐Wetteren‐Wichelen, DDS, de Woonplus‐coördinator en de Vlaamse Maatschappij voor
Sociaal Wonen deel uit van het gemeentelijk woonoverleg. Wonen Oost‐Vlaanderen en de provincie
Oost‐Vlaanderen zetelen met raadgevende stem in het overleg.
Het allereerste woonoverleg te Laarne vond plaats op 16 september 2009. In de loop van 2010 kwam
het drie keer samen.
In het kader van de intergemeentelijke samenwerking rond wonen en huisvesting Woonplus richten
de drie gemeenten samen ook een intergemeentelijk woonoverleg in. Dit vond een eerste maal
plaats op 15 juni 2010, het kwam dat jaar verder nog eenmaal samen.
2.5.2.10 Toepassing van het grond‐ en pandendecreet Laarne
• Bindend sociaal objectief – te realiseren sociale huurwoningen
Volgens de nulmeting telt Laarne op 31 december 2007 122 sociale huurwoningen en 10 woningen
verhuurd door een sociaal verhuurkantoor, samen 132 eenheden. Laarne heeft op 1 januari 2008
4.860 huishoudens wat betekent dat er 2,72% sociale huurwoningen zijn. Dit is minder dan 9%, dus
het bindend sociaal objectief geldt. Volgens de formule moet Laarne dan voor 2020 81 sociale
huurwoningen realiseren. Laarne heeft minder dan 3% sociale huurwoningen wat leidt tot een
inhaalbeweging van 4 bijkomende sociale huurwoningen, te realiseren voor 2025.
87

• Bindend sociaal objectief – te realiseren sociale koopwoningen en kavels
Verder bepaalt het bindend sociaal objectief dat in Laarne tegen 2020 40 sociale koopwoningen
moeten gerealiseerd worden. Oorspronkelijk waren dit 38 sociale koopwoningen en 2 sociale kavels
maar Laarne heeft gevraagd om deze twee kavels om te zetten naar 2 bijkomende woningen wat
goedgekeurd werd. Het gemeentebestuur was van mening dat deze omzetting te verantwoorden is
gezien het tekort aan sociale koopwoningen en het realiseren van slechts 2 kavels zou leiden tot een
onrealistisch grote vraag in vergelijking met het aanbod.
De gemeenteraad heeft zich in zitting van 28 december 2009 verder akkoord verklaard met het
voorstel van de deputatie met betrekking tot het behalen van het bindend sociaal objectief.
Na de nulmeting zijn reeds twee projecten van Eigen Dak in samenwerking met het gemeentebestuur
gerealiseerd, zijnde 16 huurwoningen in het project Kordewagenstraat‐Nerenweg en 37 sociale
huurwoningen in het project Zandvleuge‐Boombosstraat. In het project Kordewagenstraat‐Nerenweg
zijn tevens na de nulmeting 14 koopwoningen gerealiseerd.
Onder voorbehoud van de goedkeuring van de bouwvergunning kan nog vermeld worden dat er 12
woongelegenheden aangemeld zijn bij de VMSW welke zouden gerealiseerd worden bij de
verbouwing van het oude rusthuis.
Tegenover de nulmeting bleef het op 31 december 2010 aantal woningen verhuurd door het SVK in
Laarne staan op 10, dit betekent dus geen bijkomende realisaties door het SVK.
Samen zijn dit 65 huurwoningen en 14 koopwoningen. Er moeten dus nog 20 huurwoningen (16
tegen 2020, 4 tegen 2025) en 26 koopwoningen (allen tegen 2020) gerealiseerd worden.
Bindend sociaal objectief Huurwoningen Koopwoningen
In totaal te realiseren 85 40
Reeds gerealiseerd 53 14
Reeds gepland 12 90
Nog te realiseren 20 (+12) 26
Noot: Wonen‐Vlaanderen heeft opgemerkt dat volgens de VMSW de 14 gerealiseerde koopwoningen
in de nulmeting zouden zitten wat betekent dat er nog 40 sociale koopwoningen moeten
gerealiseerd worden.
• Sociale last
Op datum van 11 mei 2011 is in de gemeente Laarne nog geen sociale last opgelegd aan een
verkavelingsproject.
Laarne heeft geen eigen reglement sociale last opgesteld. Op 31 december 2010 kenden acht Oost‐
Vlaamse gemeenten zulk een reglement.
90 Deze woningen werden aangemeld als huurappartementen op de site Oud Rusthuis. Omwille van
ontwikkelingen op de site werden deze sociale huurappartementen omgezet naar sociale koopwoningen. Op
dat moment werden ze afgemeld bij de VMSW. Binnen de nieuwe plannen was er plaats voor 5 sociale
koopwoningen. Dit idee werd voorlopig on‐hold gezet. Dit heeft als gevolg dat nog 12 extra huurwoningen
moeten gerealiseerd worden tegen 2020, waarvan 5 met uitstel tot 2025.
88

• Normen bij RUP’s en BPA’s
Op datum van 11 mei 2011 is dit instrument in de gemeente Laarne nog niet toegepast.
2.5.3 Enkele tendensen rond wonen
• De Vlaamse wetgever legt al enkele jaren strenge normen op rond woningbouw. Ook in de
komende jaren zullen heel wat normen nog strenger worden.
• Door deze nieuwe regelgeving groeit stilaan een bewustzijn rond duurzaam leven en wonen.
Er is ook een groeiende interesse in het ondernemen hierin.
• Daarnaast valt ook een stijgende interesse in alternatieve woonvormen op te merken
(kangoeroewoningen, aanleunwoningen, groepswonen…)
• Ook de energieprijzen zullen in de loop der jaren blijven stijgen.
• De nieuwe regelgeving voorziet ook dat stedenbouwkundige vergunningen in de toekomst
digitaal kunnen aangevraagd worden. Hiervoor zullen de nodige informaticatoepassingen
noodzakelijk zijn. Ook een verdere uitbouw van GIS lijkt opportuun (voor het in kaart
brengen van naakte gegevens zoals semi‐publieke gronden en woonuitbreidingsgebieden).
• Door de steeds strenger wordende regelgeving omtrent huurwoningen worden steeds meer
huurwoningen uitgestoten uit de private markt. Dit heeft als gevolg dat de markt steeds
kleiner wordt en de huurprijzen dus stijgen.
• Door de strenger wordende regelgeving ontstaat een nieuwe kwetsbare groep: inwoners van
de gemeente die een kwalitatief onvoldoende woning bezitten maar niet de middelen
hebben deze te renoveren.
• Opvallend is ook dat de grote percelen en alleenstaande villa’s steeds meer verlaten worden.
De vraag is echter of deze nog betaalbaar zijn voor de huidige generatie.
2.5.4 Nutsvoorzieningen in de gemeente
2.5.4.1 Elektriciteit en gas
De inwoners van Laarne kunnen via het gemeentebestuur instappen in een groepsaankoop 100%
groene stroom die wordt aangeboden via de Provincie Oost‐Vlaanderen. De gemeente tekende reeds
twee keer in voor dit project. Vorig jaar stond Laarne op de 5 de plaats wat betreft het aantal
deelnemers in de provincie.
Daarnaast startte men ook met een informatiecampagne: Gas‐Elektriciteit: durf vergelijken. De lokale
burgers kunnen met hun energiefactuur langskomen op het gemeentebestuur. Dienst Wonen en
Welzijn helpt de burgers om hun energiefactuur te vergelijken met de andere spelers op de markt.
Ook de gemeente heeft een engagement aangegaan om haar gebouwen te voorzien van groene
stroom. Hiervoor gingen zij sinds begin 2012 een contract aan met Nuon. De vorige leverancier van
elektriciteit was Electrabel. Jaarlijks betaalde de gemeente hiervoor 100 000 euro.
Voor gas werd Luminus aangesteld als leverancier. In 2010 betaalde de gemeente 71 000 euro op
jaarbasis. In 2011 werd dit bedrag teruggebracht tot 57 000 euro.
De leidingen voor gas en elektriciteit worden nog steeds voorzien door Eandis.
89

3. Veiligheid
3.1 Politiezone Wetteren-Laarne-Wichelen
3.1.1 Dienstverlening
De politiezone staat in voor de veiligheid van de burgers. Om de dienstverlening zo optimaal mogelijk
te laten verlopen bestaat de politiezone uit verschillende wijkteams en dienstverlening. De wijkteams
die relevant zijn voor Laarne zijn:
• Laarne wijk 1
• Laarne wijk 2
• Laarne wijk 3
De wijkpost is gelegen in Kalken, Nerenweg 3.
Daarnaast staat de politiezone ook nog in voor andere dienstverlening die van belang is voor de
burgers in de zone:
• Onthaal: voor het neerleggen van klachten, aangiften doen van verlies van officiële
documenten…
• De sociale cel: deze dienst staat in voor bemiddeling tussen verschillende partijen, voor
slachtofferbejegening en psychosociale problemen. Ook het tegengaan van spijbelen behoort
tot het takenpakket van deze dienst.
• Interventiedienst: deze dienst staat in voor eerstelijnhulp (101)
• Lokale recherche: deze dienst doet verder onderzoek naar lopende zaken. Zij treden meestal
op in het kader van diefstal, inbraak, zedenfeiten en drugsdelicten.
• Verkeer: de agenten binnen deze dienst staan in voor de verkeersveiligheid in de zone.
Snelheidscontroles, toezicht in schoolomgevingen en verkeerspatrouilles behoren tot hun
taken.
De gemeente voorziet een jaarlijkse bijdrage in de middelen van de politiezone die 7% bedraagt van
het totale gemeentelijke budget. Deze bijdrage is naar analogie met de uitgaven van andere
middelgrote gemeenten in Vlaanderen, die een gemiddelde bijdrage van 8.29% leveren.
3.1.2 Politiereglement
Laarne maakte in overleg met Wetteren en Wichelen (politiezone) een politiereglement op waarbij
regels worden vastgesteld om de openbare orde te handhaven. Daarnaast werd ook een
belastingsreglement opgemaakt voor tussenkomst van de lokale politie.
Reden Belasting
Nodeloos alarmeren van de politie door een alarminstallatie €100
Overbrengen aangehouden personen naar Aalst €100
Vervoer van dronken personen €100
Vervoer van aangehouden personen naar het politiekantoor €100
90

3.1.3 Criminaliteit in Laarne 91
3.1.3.1 Geregistreerde diefstallen en afpersingen per 1000 inwoners
2010 Laarne Belfiuscluster
Geregistreerde diefstallen en
afpersingen
190 4 017
Totale bevolking 12 135 298 528
Promille 15.7 13.5
We merken hier op dat het aantal diefstallen in Laarne iets hoger ligt dan in vergelijkbare
gemeenten.
3.1.3.2 Geregistreerde misdrijven tegen de lichamelijke integriteit per 1000 inwoners
2010 Laarne Belfiuscluster
Misdrijven tegen de
lichamelijke integriteit
34 1 205
Totale bevolking 12 135 298 528
promille 2.8 4.0
Het aantal misdrijven tegen de lichamelijke integriteit lag in 2010 lager dan in gelijkaardige
gemeenten in Vlaanderen.
3.1.3.3 Geregistreerde gewelddadige misdrijven tegen eigendom per 1000 inwoners
2010 Laarne Belfiuscluster
Misdrijven tegen eigendom 83 2 059
Totale bevolking 12 135 298 528
promille 6.8 6.9
Het aantal misdrijven tegen eigendom ligt in Laarne gelijk met het gemiddelde van gelijkaardige
gemeenten in Vlaanderen.
Deze cijfers geven een indicatie van de criminaliteit in een bepaald jaar. De cijfers kunnen echter van
jaar tot jaar variëren.
91
Gemeentelijke profielschets van Laarne 2011, Agentschap voor Binnenlands Bestuur en Studiedienst van de
Vlaamse Regering, p. 73‐75
91

3.2 Brandweer
3.2.1 Gratis tussenkomsten brandweer
De brandweer staat in voor een uitgebreid takenpakket waarbij hulpverlening aan burgers in nood
centraal staat. Volgende taken staan op hun lijst van gratis dienstverlening:
1 Elke vorm van brandbestrijding
2 Vervoer en zorgen aan een verstikte of een drenkeling, toedienen zuurstof.
3 Hulp bij ontploffingen
4 Bevrijden van personen ingesloten in een lift
5 Evacueren van personen die gevlucht zijn op een dak
6 Bevrijding van personen bedolven onder puin of afbraak
7 Bevrijding van personen geklemd onder of in een voertuig
8
Dringend vervoer van een zieke of van een slachtoffer van een ongeval, op de openbare
weg of een openbare plaats
9 Bevrijding van geëlektrocuteerde personen
10 Bevrijding van een rioolwerker
11 Ophalen of dreggen van een persoon uit een put, kanaal of vijver
12 Opruimen van belemmeringen op de rijweg, die gevaar bieden voor personen en goederen
13 Bevrijding van een persoon geklemd in een machine
14
Leegpompen van kelders ingevolge van overstroming, of lekkage aan de openbare
waterleiding die onder de weg geïnstalleerd is
15 Interventie bij een gebouw waar schadelijke gassen ontsnappen
16 Interventie bij gebouwen met een stoomontsnapping
17 Interventie bij een oververhitte verwarmingsketel
18
Verversen van lucht in lokalen of gebouwen waar rook, schadelijke gassen, enz. zijn
binnengedrongen
19 Interventie voor een vliegtuig dat in moeilijkheden verkeerd of eventueel crash
20 Interventie bij overstroming of ramp
21 Opsporen van radioactieve bronnen welk een gevaar opleveren voor de bevolking
22 Neutraliseren van een laag koolwaterstoffen of zuren
23
Onschadelijk maken of vernietigen van wespen‐ en bijennesten of zwermen, welke een
gevaar opleveren voor de bevolking. M.O. 17/11/1970
3.2.2 Betalende tussenkomsten van de brandweer
De brandweer voert ook enkele taken uit waarvoor de burgers een retributie dienen te betalen:
1. voor het gebruik van producten zoals water, schuim, detergenten of olieabsorberende
producten en salvagegoederen : tegen kostprijs
2. voor opdrachten door derden verricht op verzoek van de brandweerdienst : tegen kostprijs
3. voor het onschadelijk maken of vernietigen van wesprennesten of zwermen : 30,00 EUR
4. voor falend technisch alarm van algemene automatische branddetectiesystemen : 250,00
EUR
92

5. uitschakelen van alarminstallaties
6. uitvoeren van brandwacht en brandweerbewaking bij o.a. vuurwerk, evenementen : 60,00
EUR
7. redden van huisdieren : 30,00 EUR
8. Voor alle brandpreventieopdrachten : 50,00 EUR/persoon/dag
Laarne doet voor haar burgers beroep op het vrijwillig brandweerkorps van Wetteren. Hiervoor
betalen zij jaarlijks een bijdrage aan de provincie, die op haar beurt de bijdrage doorstort naar de
verschillende Oost‐Vlaamse politiecorpsen. In 2011 bedroeg de gemeentelijke bijdrage €369 355.
93

3.3 Dierenbescherming
Zwerfdieren (honden en katten) kunnen soms voor problemen zorgen voor de veiligheid van de
burgers. Zij veroorzaken soms overlast of kunnen gevaarlijke situaties veroorzaken. Burgers kunnen
overlast van zwerfdieren melden aan de lokale politie. Ook meldingen over dierenmishandeling
kunnen aangegeven worden bij de politie.
Om deze dieren op te vangen sloot de gemeente een overeenkomst met de Koninklijke Maatschappij
voor Dierenwelzijn vzw, te Gent. Deze maatschappij komt gevangen zwerfkatten en honden ophalen
en verzorgen de dieren in het asiel.
Vogels en kleine wilde zoogdieren kunnen overgebracht worden naar het Vogelasiel te Merelbeke.
Oude en verwaarloosde paarden kunnen terecht bij The Old Horse Lodge, het enige asiel in
Vlaanderen voor deze dieren.
94

3.4 Rampenplanning
De gemeentelijke diensten moeten ook in tijden van nood paraat staan voor hun burgers. Het
immers in moeilijke situaties steeds belangrijk om de burger goed te informeren en onnodige onrust
te vermijden. Omdat het in rampsituaties nodig is efficiënt op te treden, heeft de gemeente reeds
een scenario opgemaakt over hoe men moet reageren in tijden van crisis. Het gaat hier om
gecoördineerde plannen, aangezien een samenwerking tussen alle dienstverlenende instanties
noodzakelijk is.
Wanneer zich een ramp afspeelt binnen de gemeente, kunnen volgende plannen in werking treden:
1) Het multidisciplinair nood‐ en interventieplan
• Het algemeen nood‐ en interventieplan (ANIP)
• Het bijzonder nood‐ en interventieplan (BNIP)
2) De monodisciplinaire interventieplannen
• BIP : het monodisciplinair interventieplan van de brandweer (discipline 1)
• Het MIP/PSIP : het medisch interventieplan en het psycho‐sociaal interventieplan van discipline 2.
• Het PIP : het politioneel interventieplan van de politie, discipline 3.
• Het LIP : het interventieplan van discipline 4, de civiele veiligheid
• Het monodisciplinair plan van discipline 5, communicatie
3) De interne noodplannen
4) Andere : evacuatieplannen
De redactie van het gemeentelijk ANIP van de gemeente Laarne ligt in handen van de ambtenaar
noodplanning die op advies van de gemeentelijke veiligheidscel dit plan vorm geeft.
95

3.5 Gewapend bestuur: bestuurlijke aanpak van criminaliteit en overlast
3.5.1 Regelgeving rond gewapend bestuur
Veiligheid in de gemeente is een belangrijk werkpunt voor het bestuur. Naast de politie als
ordehandhaver, heeft ook de gemeente een functie bij het vrijwaren van de openbare orde.
Gewapend bestuur is de algemene term voor de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en overlast.
Door adequaat in te grijpen bij ongeregeldheden en anderzijds een bestuurlijk veiligheidsbeleid uit te
werken kan de leefbaarheid en veiligheid in de gemeente verhoogd worden. Het is wel belangrijk dat
het bestuurlijk beleid is afgestemd op het gerechtelijk beleid.
Openbare overlast kan als volgt gedefinieerd worden: “individuele, materiële gedragingen die het
harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de
inwoners van de gemeente kunnen beperken op een manier die de normale druk op het sociale
leven overschrijdt.”
De gemeente is dus enkel bevoegd voor de materiële openbare orde. De gemeente mag wel
ingrijpen wanneer de morele wanorde zich zo manifesteert dat zij dreigt te ontaarden in materiële
wanorderlijkheden.
De bevoegdheid van de burgemeester met het oog op het behoud van de openbare orde is enkel
toepasbaar met een individuele draagwijdte (dus gericht naar één bepaald persoon of een beperkt
aantal personen, op een welbepaalde plaats). Het is echter belangrijk dat de hogere regelgeving ten
alle tijden wordt nageleefd.
Ondanks het feit dat er geen precieze definitie is van de bevoegdheid van de burgemeester, is het
belangrijk er rekening mee te houden dat een bestuurlijke politiemaatregel wel onderworpen is aan:
• De grondwet
• De internationale rechtsnormen
• Algemene rechtsbeginselen en beginselen van behoorlijk bestuur
• Bestuurlijk toezicht en haar beroepsprocedures
• De gemeente kan geen maatregelen nemen wanneer een andere bevoegde overheid reeds
bijzondere maatregelen getroffen heeft.
3.5.2 Gemeentelijke administratieve sancties
Het verstoringen van zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en openbare rust kunnen door de
gemeente gesanctioneerd worden. Er is geen tussenkomst van het parket of van een strafgerecht
nodig. Het systeem zou er voor moeten zorgen dat het gevoel van straffeloosheid wordt tegen
gegaan. Openbare overlast kan als volgt gedefinieerd worden: “de openbare overlast heeft
betrekking op, voornamelijk individuele, materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de
menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners van een gemeente,
een wijk een straat, kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven
overschrijdt. Men kan openbare overlast beschouwen als lichte vormen van verstoring van de
openbare rust, veiligheid, gezondheid en zindelijkheid”.
96

Er zijn vier administratieve sancties:
• Administratieve geldboetes (met een maximum van €250 en €125 voor minderjarigen vanaf
16 jaar)
• Administratieve schorsing van een toelating of vergunning afgeleverd door de gemeente
• Administratieve intrekking van een toelating of vergunning afgeleverd door de gemeente
• Administratieve sluiting van een instelling, tijdelijk of definitief.
In Laarne worden de administratieve sancties verwerkt door een sanctionerend ambtenaar van de
provincie, die werd aangesteld via de gemeenteraad. Zij volgen de dossiers, overgemaakt door de
politie, op en bepalen de administratieve sanctie. Deze wordt nadien ter kennis gegeven aan het
college van burgemeester en schepenen. Per dossier betaalt de gemeente €55 dossierkosten aan de
provincie.
Voor de afgelopen vijf jaar kunnen we volgende tabel opmaken:
Jaartal Aantal dossiers
2008 3
2009 3
2010 7
2011 5
2012 (tot september) 5
3.6 Cameracontrole
De gemeente heeft drie controlecamera’s op haar grondgebied: twee in de Keistraat (aan het
speelplein en aan de IBO) en in aan het speelplein en de tennisterreinen aan de Nerenweg. De
beelden worden respectievelijk zeven dagen voor Laarne en dertig dagen voor Kalken bewaard. Bij
klachten kunnen de beelden gebruikt worden als bewijsmateriaal. In Laarne is het wel zo dat de
camera twintig posities per minuut filmt. Dit houdt echter wel in dat per gefilmde positie er
negentien andere posities niet gefilmd worden.
97

4. Ondernemen en werken
4.1 Toerisme
4.1.1 Imago van de gemeente
Laarne manifesteert zich reeds enkele jaren als “Heksengemeente”. Zeker sinds 2007, na de viering
van vierhonderd jaar heksenverbranding in Laarne, staat onze gemeente gekend als dé
heksengemeente in Laarne. Het openluchtspektakel “HeksenVuur” betekende de ultieme herdenking
van deze heksenprocessen. Daarnaast werd in 2007 ook een Heksengilde opgericht die vanaf dan de
ambassadrice voor de gemeente werd.
4.1.2 Toeristische troeven van de gemeente
4.1.2.1 Het Kasteel van Laarne
Het Slot van Laarne is één van de best bewaarde, bewoonde waterburchten van België. Het Slot is
eigendom van de vzw Koninklijke Vereniging der Historische Woonsteden en Tuinen van België. Het
kasteel dateert uit de dertiende eeuw en werd in de zeventiende eeuw grondig verbouwd.
Restauraties volgend in 1962 en 1991. Naast de unieke architectuur van het gebouw kan het slot ook
uitpakken met uitzonderlijke meubels, wandtapijten en schilderijen en de zilvercollectie d’Allemagne.
Het Kasteel van Laarne is in de toeristisch seizoen elke zondag te bezoeken om 15.00u
4.1.2.2 De Kalkense Meersen
De Meersen vormen een waardevol natuurgebied op het grondgebied van Laarne, Wetteren,
Wichelen en Berlare. Niet alleen vormt dit gebied een groene long voor de gemeente, het biedt ook
plaats aan weidevogels en biedt plaats aan de typische fauna en flora van de rivierduinen van de
Schelde.
De Kalkense Meersen zijn hét gebied voor rustige wandelingen en fietstochten. Het gebied werd ook
erkent op Vlaams en Europees niveau.
• Vlaanderen
o Vengebied
o Natuurreservaat
o Prioritair gebied in de gewenste Bos‐ en Natuurlijke structuur
o Stiltegebied
o Ankerplaats
o Ecologisch impulsgebied plan Blauwborst
• Europa
o Habitatrichtlijngebied
o Vogelrichtlijngebied
o Deel van het Natura 2000‐netwerk
98

4.1.2.3 Daguitstappen
Er zijn in Laarne ook heel wat monumenten en kunst te bezoeken. Hiervoor werd een
daguitstappenmap uitgewerkt door de dienst Interne zaken en communicatie.
Volgende monumenten zijn een bezoekje waard:
• Oud gemeentehuis Laarne
• Berlindekapel
• Mouterij
• Sint‐Machariuskerk
• Sint‐Denijskerk
• Aumansmolen
• De Omhelzing
• Het Hinkelspel
• Sculptuur voor Kalken
• Parktuin de Bremders
• Paardenmelkerij ’t Kattenheye
4.1.2.4 Fietsen en wandelen in Laarne
Volgende wandel‐ en fietspaden brengen inwoners en toeristen langs de mooiste plekjes van de
gemeente. De wandel‐ en fietskaarten zijn te koop aan de balie van het gemeentehuis in Laarne:
Wandelen Fietsen
Ridderpas (13 km) Heksenpas (20.3km)
Reigerpad (9 km) Kastelenroute (48 km; Toerisme Oost‐
Vlaanderen)
Monumentenpad (15 km) Turfputtenroute (34 km; Scheldeland)
Kalkense Meersen (6, 8 of 9 km) Gordelroute (35 km)
Kruidenwandeling (6 km) Floraliënroute (Toerisme Oost‐Vlaanderen)
Damvallei (8 km) Mountainbikeroute Destelbregen‐Laarne (Bloso)
Natuurwandeling doorheen de Kalkense
Meersen
4.1.3 Verblijfsaccommodatie
In de gemeente zijn er enkele Bed & Breakfasts die onze toeristen een onvergetelijk verblijf
bezorgen:
• Dultenpoelhof
• ’t Groene Genoegen
• B&B Annekin
• Domein Kattenheye
• Jeugdherberg De Valk
99

4.1.4 Partners van de gemeente voor toerisme
4.1.4.1 Regionale partners
Laarne staat in voor het toerisme op haar eigen grondgebied. Om onze gemeente nog extra in de
kijker te plaatsen, stapte de gemeente ook in in enkele regionale werkgroepen. Daarnaast zijn er ook
nog enkele andere partners via welke het toerisme in Laarne bekend gemaakt kan worden:
• Toerisme Scheldeland
• Toerisme Oost‐Vlaanderen
• Gent: Bloemenregio
• Natuurpunt
• Toerismeraad Laarne
• Op de Siertoer
4.1.4.2 Internationale partners
Laarne sloot tijdens de vorige legislatuur enkele internationale verbanden, jumelages genaamd. Op
dit moment heeft Laarne twee zustergemeenten in het buitenland, zijnde Gagnières in Frankrijk en
Fenyeslitke in Hongarije. Er vonden reeds enkele uitwisselingen plaatsen tussen kinderen en
jongeren van de verschillende gemeenten.
100

4.2 Plaatselijk WerkgelegenheidsAgentschap
Zoals eerder vermeld in de omgevingsanalyse heeft Laarne en relatief lage werkloosheid.
activiteitsgraad werkzaamheidsgraad Werkloosheidsgraad jobratio
Laarne 74.00% 70.78% 4.35% 38.37%
Wetteren 73.20% 68.55% 6.35% 67.53%
Arr.
Dendermonde
72.39% 68.28% 5.67% 50.87%
Oost‐
Vlaanderen
72.35% 66.02% 6.73% 63.11%
Vlaams Gewest 70.89% 65.94% 6.98% 66.83%
Wanneer we deze 4.35% verder gaan ontleden, verkrijgen we volgende tabel:
December
2011
101
% December
2010
Geslacht Man 107 47.3% 110 47.6%
Vrouw 119 52.7% 121 52.3%
Totaal aantal
werklozen
226 100% 231 100%
Leeftijd < 25 jaar 48 21.2% 40 17.32%
25 tot 50 jaar 108 47.8% 117 50.65%
Ouder dan 50 70 31.0% 74 32.03%
Studieniveau Laaggeschoold 104 46.0% 114 49.35%
Middengeschoold 74 32.7% 71 30.74%
hooggeschoold 48 21.2% 46 19.91%
Werkloosheidsduur < 1 jaar 129 57.1% 120 51.95%
1 tot 2 jaar 38 16.8% 40 17.32%
Meer dan 2 jaar 59 26.1% 71 30.74%
Arbeidsgehandicapten 39 17.30% 51 22.08%
Wanneer we de absolute getallen van 2010 en 2011 met elkaar vergelijken, kunnen we een zicht
krijgen op de fluctuatie op de arbeidsmarkt. Dit kunnen we doen door de cijfers van 2010 te delen
door de cijfers van 2011 (zo krijgen we zicht op de index)
December
2010
December
2011
Geslacht Man 110 107 ‐2.8%
Vrouw 121 119 ‐1.7%
Totaal aantal
werklozen
231 226 ‐2.2%
Leeftijd < 25 jaar 40 48 +20%
25 tot 50 jaar 117 108 ‐7.7%
Ouder dan 50 74 70 ‐5.4%%
Studieniveau Laaggeschoold 114 104 ‐8.8%
Middengeschoold 71 74 +4.2%
%
%

hooggeschoold 46 48 +4.3%
Werkloosheidsduur < 1 jaar 120 129 +7.5%
1 tot 2 jaar 40 38 ‐5.0%
Meer dan 2 jaar 71 59 ‐16.9%
Arbeidsgehandicapten 51 39 ‐23.5%
De gemeente ondersteunt het Plaatselijk werkgelijkheidsagentschap om personen die langdurig
werkloos zijn toch een nieuwe kans te geven op de arbeidsmarkt. De PWA heeft volgende
doelstelling:
PWA’ers kunnen ingezet worden voor huishoudelijke hulp, om boodschappen te doen of om het
onderhoud van de tuin te doen. Mensen die langdurig werkloos zijn kunnen zich dus inschrijven voor
het realiseren van deze klusjes.
Het PWA‐bureau staat dus in de voor bemiddeling tussen werkzoekende en werkgever. Er wordt
nauw samengewerkt met RVA Dendermonde.
102

4.3 Landbouw en nijverheid in de gemeente
4.3.1 Aanwezige infrastructuur
Een van de belangrijkste facetten binnen de gemeentelijke structuur is de economische dynamiek.
De economische ontwikkeling kan invloed hebben op het ruimtelijk beleid en omgekeerd.
Het is daarom van belang op de samenhang tussen de ruimten die samenhangen met economische
activiteiten in kaart te brengen.
• Bedrijventerreinen
Veldmeers: Deze industriezone herbergt voornamelijk bedrijven van lokale aard.
Dendermondesteenweg. Dit bedrijventerrein is nog in aanleg
• Geïsoleerde bedrijven
Er bevinden zich zowel geïsoleerde bedrijven in de woongebieden als buiten de woongebieden. Deze
zijn zeer verscheiden van aard. We kunnen wel een concentratie van geïsoleerde bedrijven
vaststellen langs de Dendermondesteenweg, de Vaarstraat en Kalkendorp. Een groot aantal van deze
bedrijven zijn zonevreemd.
• Kleinhandel en commerciële diensten
Naast de verspreide kleinhandel, kunnen we in Laarne twee kernwinkelgebieden terugvinden. Een
bevindt zich in de Dorpsstraat‐Lepelstraat te Laarne, het tweede bevindt zich in de kern, Vaartstraat,
Kalkendorp, Koffiestraat‐Kruisenstraat
• Agrarisch gebied
De agrarische nederzettingen zijn sterk verweven met de landelijke lintbebouwing. Enkel ten
zuidwesten van de hoofdkern Laarne kunnen we een concentratie van landbouwbedrijven
waarnemen. Het gaat hier voornamelijk om serrebedrijven.
Het landbouwareaal bestond in 2008 uit volgende oppervlakte cultuurgrond 83 :
Oppervlakte
cultuurgrond (in ha)
2000 2005 2008
1 588 1 523 1 600
83 Gegevens werden verkregen via de website van de Studiedienst van de Vlaamse Regering,
http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/landbouw/kk_rapport_landbouw.html
103

Volgens deze tabel kan opgemerkt worden dat het aandeel van de landbouw in Laarne stilaan aan
het verkleinen is. Op acht jaar tijd zijn immers 49 landbouwbedrijven verdwenen in de gemeente.
Aantal
landbouwbedrijven
Bedrijven
met minder
dan 10 ha
cultuurgrond
104
Bedrijven
tussen de 10
en de 30 ha
cultuurgrond
Bedrijven
tussen de 30
en 50 ha
cultuurgrond
Bedrijven
met meer
dan 50 ha
cultuurgrond
2000 143 92 38 11 2
2005 122 77 30 13 2
2008 94 Niet gekend Niet gekend Niet gekend Niet gekend
Het totaal aantal ondernemers binnen de gemeente kan als volgt in kaart gebracht worden:
2000 2005 2010
BTW‐plichtige
Natuurlijke Personen
679 603 599
BTW‐plichtige
Rechtspersonen
284 323 381
TOTAAL 963 926 980
Starters BTW‐plichtige
Natuurlijke Personen
34 35 46
Starters BTW‐plichtige
Rechtspersonen
18 9 29
TOTAAL 52 44 75
Stopzetting BTW‐
plichtige Natuurlijke
Personen
57 25 44
Stopzetting BTW‐
plichtige
Rechtspersonen
4 4 2
TOTAAL 61 29 46
VOLLEDIG TOTAAL 1 076 999 1 101
We zien dat de economie in Laarne, na een dip gekend te hebben in 2005, zich terug op positieve
wijze ontwikkeld.

Onderstaande kaart geeft de spreiding van de landbouwbedrijven in Laarne weer, waarbij een
opdeling wordt gemaakt tussen landbouw en veeteelt, serrebedrijven en tuinbouwbedrijven 92 .
4.3.2 Tewerkstelling in Laarne 93
De tewerkstelling wordt over het algemeen in hoofdsectoren ingedeeld. Deze zijn de primaire sector
(levert grondstoffen en voedsel), de secundaire sector (bedrijven die de grondstoffen van de
primaire sector verwerken), de tertiaire sector (bedrijven die instaan voor de verkoop van de
producten uit de secundiare sector) en de quartaire sector (niet commerciële gesubsidieerde en of
collectief gefinancierde dienstverlening).
Voor Laarne ligt de verhouding tussen de hoofdsectoren als volgt:
2007 2008 2009 2010
Primaire sector 58 47 53 67
Secundaire sector 644 657 582 554
Tertiaire sector 542 572 644 672
Quartaire sector 368 393 386 402
Totaal 1 612 1 669 1 665 1 695
92 Gemeentelijke Ruimtelijk Structuurplan Laarne, Gemeente Laarne 2004, p. 56
93 www.lokalestatistieken.be
105

We zien dus dat het absolute aantal werkende personen binnen de gemeente de afgelopen jaren is
vermeerderd. Er is voornamelijk een stijging van het aantal jobs in de tertiaire en quartaire sector.
Wanneer we deze werknemers opdelen volgens hoofdindustriegroep, kan volgende opdeling
gemaakt worden:
2007 2008 2009 2010
Energetische
goederen
/ / / /
Halffabrikaten 278 285 257 233
Uitrustingsgoederen 18 22 26 25
Duurzame
verbruiksgoederen
5 7 7 10
Niet‐duurzame
verbruiksgoederen
139 121 93 77
Andere
bedrijfstakken
1 172 1 234 1 282 1 350
4.3.3 Gemiddelde inkomsten per inwoners 94
Onderstaande tabel geeft het gemiddeld netto fiscaal inkomen weer. Bron is het Steunpunt sociale
planning van de provincie Oost‐Vlaanderen.
gemiddeld netto fiscaal
inkomen aanslagjaar 2009 in
euro
gemiddeld inkomen per
aangifte
gemiddeld inkomen per
inwoner
mediaan inkomen per
aangifte
Laarne
106
Oost‐
Vlaanderen
30.207 28.082
17.565 16.394
22.752 21.620
Het gemiddeld netto fiscaal inkomen per aangifte ligt in Laarne beduidend hoger dan het gemiddelde
in Oost‐Vlaanderen. Het mediaan inkomen per aangifte geeft de middelste waarde weer. Als het
mediaaninkomen per aangifte lager is dan het gemiddelde inkomen per aangifte wijst dit op het feit
dat er meer lagere dan hogere inkomens zijn. Dit is het geval in Laarne. In Laarne is het verschil
tussen beide cijfers ook hoger dan groter dan het Oost‐Vlaamse gemiddelde.
Samen met het hoge gemiddeld inkomen in Laarne zou dit erop kunnen wijzen dat Laarne relatief
veel inwoners met hogere inkomens telt maar dat er ook nog een grote groep slechts een beperkt
inkomen geniet.
94 Omgevingsanalyse Woonbeleidsplan Laarne‐Wetteren‐Wichelen deel 2, p. 9

Onderstaande tabel geeft nog enkele cijfers welke een licht werpen op de socio‐economische situatie
in Laarne 95.
aantal fiscale aangiftes
onder de 10.000 euro
aanslagjaar 2008 in %
aantal leefloontrekkers per
1.000 inwoners (2009)
aantal titularissen met
voorkeursregeling in de
ziekteverzekering 2009 in %
Laarne Vlaanderen
14,6 15,9
1,8 4,0
8,4 8,8
Op twee van de drie aangehaalde indicatoren scoort Laarne beter dan het Vlaamse gemiddelde. Het
valt op dat er in de gemeente een geringe aantal leefloontrekkers wonen.
Het aantal titularissen met voorkeursregeling in de ziekteverzekering ligt in Laarne lager dan in
Vlaanderen. Toch gaat het gemeten in absolute cijfers nog om een aanzienlijk deel van de bevolking
welke slechts over een bescheiden inkomen beschikt. Het aandeel fiscale aangiftes onder de 10.000
euro bevestigt dit vermoeden 96 . Ook hier moeten de cijfers genuanceerd worden, aangezien geen
onderscheid gemaakt wordt tussen zelfstandigen en werknemers.
Op deze tendens zal verder ingegaan worden in het beleidsdomein “Zorg en opvang”
95 Gemeentelijke profielschets Laarne 2011
96 Omgevingsanalyse woonbeleidsplan Laarne Wetteren Wichelen, deel 2, p. 8
107

4.3.4 Relatie tussen het bestuur en de plaatselijke handelaars
De plaatselijke handelaars vormen, naast de landbouwbedrijven, de economische kracht van de
gemeente. De kleine zelfstandigen zorgen er ook voor dat de inwoners van Laarne zich niet al te ver
moeten verplaatsen om in hun dagelijkse noden te voorzien. Het is daarom van belang dat de
gemeente goede relaties onderhoudt met deze handelaars.
Unizo Laarne‐Kalken (dat werd heropgericht in 2012) wil een partner zijn van het bestuur en wil ook
de winkeliers dichter bij de burger brengen. Zo werden reeds enkele acties georganiseerd:
• Met belgerinkel naar de winkel (met slotmanifestatie)
• Dag van de klant
Daarnaast zijn de plaatselijke handelaars ook een partner voor het bestuur wat betreft het
aankondigen van gemeentelijke activiteiten.
4.4 Wekelijkse markt
Laarne organiseert reeds tien jaar een wekelijkse marktdag op vrijdag. Er werden 18 contracten
afgesloten. De kramen bieden textiel, voedingswaren, bloemen en kranten aan. Op een normale
marktdag zijn alle ingeschreven marktkramers aanwezig. Vaak zijn er zelfs nog enkele kramen extra
aanwezig. Deze hebben geen vaste standplaats en worden enkel aanvaard wanneer het product dat
zij aanbieden nog niet aanwezig is op de markt. Hiervoor vraagt de gemeente standgeld aan de
marktkramers.
108

5. Cultuur en Vrije Tijd
5.1 Cultuur in Laarne
5.1.1 Decretale opdrachten
5.1.1.1. Gemeenschapsvorming
Het cultuurbeleid is decretaal bepaald in het decreet houdende het stimuleren van een kwalitatief en
integraal cultuurbeleid. Enkele basisprincipes in dit decreet zijn 97 :
• Lokale gemeenschapsvorming
Op een actieve wijze activiteiten opzetten met lokale actoren of er aan deelnemen, met als doel de
kwaliteit te verhogen en het publieksbereik te vergroten. Daarnaast speelt ook het ondersteunen van
organisatoren een belangrijke rol.
• Aandacht voor moeilijk bereikbare doelgroepen
• Gebruik van gemeentelijke infrastructuur door culturele actoren
De gemeente heeft als taak om infrastructuur ter beschikking te stellen van het lokale culturele
leven en dit bij voorkeur aan lage tarieven, zodat het verenigingsleven en de amateurskunsten
hier optimaal gebruik van kunnen maken.
• Sociale samenhang:
Er dient een samenhang te zijn tussen de gemeentelijke werking, het gebruik van infrastructuur en
het lokale netwerk.
Om een cultuurbeleid op deze manier te ontwikkelen is het van belang om duiding te geven aan de
burger. Zowel diversiteit, eigenheid en vrijheid en samenhang moeten hierbij centraal staan 98 .
Daarnaast is het ook van belang om nauw aan te sluiten bij het dagelijkse leven. Buurten en wijken
vormen immers meer en meer een brandpunt bij het sociaal‐culturele leven. Het is dan ook van
belang om hierop in te zetten 99 .
97
Het sociale van cultuur, Lokaal cultuurbeleid en gemeenschapsvorming, Cultuur Lokaal, VCOB en Kunst en
Democratie vzw, p. 12‐13
98
Het sociale van cultuur, Lokaal cultuurbeleid en gemeenschapsvorming, Cultuur Lokaal, VCOB en Kunst en
Democratie vzw, p. 35
99
Het sociale van cultuur, Lokaal cultuurbeleid en gemeenschapsvorming, Cultuur Lokaal, VCOB en Kunst en
Democratie vzw, p. 39
109

5.1.1.2 Cultureel erfgoeddecreet 100
Naast het sociaal‐cultureel werk, heeft de Vlaamse regering ook regels vastgelegd voor het omgaan
met erfgoed. Ook dit facet vormt immers een belangrijk onderdeel binnen het beleidsdomein
‘cultuur’. In het Cultureel Erfgoeddecreet staan volgende punten centraal:
• Het ondersteunen en subsidiëren van cultureel‐erfgoedorganisaties
• Beschermen van cultureel erfgoed
• Het uitwerken van een integraal cultureel‐erfgoedbeleid met aandacht voor de andere
beleidsdomeinen (jeugd, toerisme, senioren…)
• Het beleid dient daarnaast ook complementair te zijn. Het beleid van de verschillende
bestuursniveaus moet dus op elkaar afgestemd zijn.
Hierbij gaat het enkel over roerend en immaterieel erfgoed.
Erfgoed is een belangrijke schakel om de gemeenschapsvorming te stimuleren. Door in te zetten om
het immateriële komt de burger meer en meer in contact met het verleden dat verbonden is met het
dagelijkse leven. We zouden het verleden een bindmiddel kunnen noemen dat er voor zorgt dat de
mensen zich kunnen vinden in één verleden, waardoor ze in de huidige maatschappij hun
gemeenschappelijke roots kunnen erkennen 101 .
5.1.2 Beleid in Laarne
5.1.2.1 Gemeentelijke activiteiten
In Laarne is er geen specifiek Cultuurbeleidsplan. Er is dan ook geen cultuurbeleidscoördinator in
dienst. De belangen van de verenigingen en andere culturele actoren worden behartigd door de
dienst Vrije Tijd & Jeugd. Voor de culturele werking werd een deskundige Cultuur aangeworven. Er
wordt wel een cultuurbegroting opgemaakt voor de dagelijkse werking van de cultuurdienst. Hierbij
wordt gestreefd naar een evenwicht tussen lokale activiteiten en bovenlokale verwezenlijkingen. Er
wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een integrale aanpak van de gemeentelijke culturele
activiteiten.
Onder deze dagelijkse werking staan volgende zaken opgelijst:
- Gedichtendag 2011 (januari): samenwerking met de lokale handelaars
- Week van de Amateurkunsten (april‐mei): samenwerking met de scholen
- Vertelavond Zomerzonnewende (21 juni): samenwerking met andere verenigingen
- Vlaanderen Feest! (juli)
- Open Monumentendag (september): samenwerking met raad voor toerisme en met de
vereniging voor lokale geschiedenis
- Poëzieprijs Melopee (september)
- Kunstenweekend Kalken (oktober): lokale kunstenaars
- Tentoonstelling Sinksenkermis (Pinksterweekend): lokale kunstenaars
- Tentoonstellingen gemeentehuis (doorheen het jaar): lokale kunstenaars
100
www.kunstenerfgoed.be
101
Het sociale van cultuur, Lokaal cultuurbeleid en gemeenschapsvorming, Cultuur Lokaal, VCOB en Kunst en
Democratie vzw, p. 60‐61
110

Daarnaast probeert de dienst Vrije Tijd & Jeugd ook in te zetten op kansen die zich tijdens het jaar
zelf aanbieden of op zaken die op lange termijn de culturele beleving kunnen stimuleren:
• Opstart participatieproject Kalken
Via een dialoog tussen de bewoners van Kalkendorp en een aantal geïnteresseerde kunstenaars, ging
het bestuur op zoek naar een passend beeld voor de dorpskern in deelgemeente Kalken. Na het
uitwerken van een plan van aanpak en het beoordelen van de ingediende dossiers, kozen de
bewoners en het bestuur voor een beeld van Johan Parmentier. De creatie en de plaatsing van het
beeld vonden plaats in juli 2012
• Project funerair erfgoed
Een belangrijk deel van cultuur bestaat uit erfgoed. Ook op dit vlak wil Laarne graag een inspanning
doen. Daarom werd in 2011 het startschot gegeven voor een project rond inventarisering van het
gemeentelijke funeraire erfgoed. Dit project wordt verder uitgewerkt in 2012.
• Beeldenstroom
Laarne probeert het culturele leven ook een meer regionale uitstraling te geven. Daarvoor sloegen zij
de handen in elkaar met de buurgemeenten Berlare, Wetteren en Wichelen (Cultuuroverleg
Scheldeland). In 2011 werd het startschot gegeven voor de opstart van een nieuwe editie
“Beeldenstroom”. Wat oorspronkelijk bedoeld was als een fietsroute op de dijk langs de Schelde,
werd voor de nieuwe editie overgeschakeld naar een lusvormige route in de Kalkense Meersen. Als
onderwerp voor de editie van 2012 werd gekozen voor biologische en ecologische kunst.
• Erfgoedconvenant “Land van Dendermonde”
In de loop van 2010 werd – in samenwerking met de gemeenten Wetteren, Wichelen, Berlare,
Dendermonde, Hamme, Buggenhout, Lebbeke en Zele – naarstig gewerkt aan de opmaak van een
erfgoedbeleidsplan ‘Land van Dendermonde’. Dit dossier werd in 2011 voorgelegd aan de
subsidiërende overheid. Eind 2011 werd het dossier goedgekeurd door de Vlaamse Gemeenschap.
De opstart van de erfgoedcel gebeurt in 2012.
5.1.2.2 Partners voor het lokale cultuurbeleid
Voor de uitwerking van bovenlokale projecten die een langdurig effect hebben, is Laarne lid van twee
samenwerkingsverbanden: Cultuuroverleg Scheldeland voor Beeldenstroom en Erfgoedcel Land van
Dendermonde voor het behoud en beheer van het regionale erfgoed.
Ook voor kleinere projecten die inspelen op de actualiteit wordt contact opgenomen met de nodige
partners (vb. Bart Baele elixir Guislain, waarbij samen werd gewerkt met museum Dr. Guislain)
De Vereniging voor Lokale Geschiedenis Kalken en Laarne is tevens een belangrijke speler in het
lokale cultuur‐ en erfgoedbeleid. Zij hebben zicht op belangrijke tendensen en tradities die het
bewaren waard zijn. De gemeente sloot een ook vrijwilligersovereenkomst met deze vereniging die
betrekking heeft op onderzoek naar historisch waardevolle gebouwen in het kader van sloop of
111

verbouwing. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het afleveren van stedenbouwkundige
vergunningen.
5.1.2.3 Ondersteuning van de lokale verenigingen
Een belangrijk onderdeel van het takenpakket van de dienst Vrije Tijd & Jeugd bestaat erin de lokale
verenigingen te ondersteunen. Deze verenigingen teren voornamelijk op vrijwilligers. Vandaar het
belang om deze mensen te blijven stimuleren en te ondersteunen. De gemeente telt ongeveer 150
erkende verenigingen. De dienstverlening naar deze verenigingen houdt volgende zaken in:
• Een jaarlijkse subsidie voor het afgelopen werkjaar (van september tot augustus).
De sociaal‐culturele verenigingen worden onderverdeeld in verschillende categorieën
o Buurtwerking 15 verenigingen
o Sociaal‐culturele verenigingen 23 verenigingen
o Vrije Tijd 21 verenigingen
o Sociale dienstverlening 11 verenigingen
o Erfgoed 1 vereniging
o Instrumentale muziek
o Vocale muziek
o Toneel alle kunstverenigingen 8 verenigingen
o Kunstonderwijs
• Het ontlenen van gemeentelijk materiaal en gemeentelijke zalen
o Opmaak van overeenkomsten
o Bijhouden van de agenda’s voor materiaal en zalen
o Bijhouden van de betalingen
o Afhalen van sleutels
• Logistieke ondersteuning van de werking van lokale verenigingen
o Maken van kopieën (+/‐ 130 443 kopieën op jaarbasis)
o Afspraken maken met de technische dienst voor het opbouwen van materiaal
o Aanvragen van extra materiaal voor grote activiteiten
5.1.2.4 Beschikbaar materiaal en zalen
Naast tafels en stoelen beschikt de gemeente over een uitgebreid materiaalarsenaal. Hiermee
kunnen de meeste aanvragen gedekt worden. Het is echter wel zo dat het opzetten en het afbreken
van dit materiaal heel veel tijd in beslag neemt.
Daarnaast beschikt de gemeente ook over enkele zalen die ter beschikking staan van de
gemeentelijke verenigingen:
• Keistraat
• Paviljoen
112

• Skala
• Schoolhuis
Met deze locaties kan in de toekomst nagegaan worden of er een mogelijkheid bestaat deze te
groeperen als gemeenschapscentrum. Op die manier kan meer ingespeeld worden op de
gemeenschapsvormende noden van de bevolking. Bovendien moet dan ook een cultuurbeleidsplan
ingediend worden om subsidies van de Vlaamse overheid te kunnen verkrijgen. Dit kan ook een
vormgevend element zijn voor het lokale cultuurbeleid.
5.1.2.5 Ondersteuning van de amateurskunsten
Volgens onderzoek beoefent 27% van de Vlamingen op frequente basis een creatieve hobby. De
belangrijkste activiteiten zijn fotografie, instrumenten bespelen, schrijven, tekenen en multimedia.
Bovendien moet duidelijk zijn dat de leeftijd van de amateurkunstenaars kan variëren van jong tot
oud 102 . Ook in Laarne wordt hierop ingespeeld. Zo zijn er verschillende toneelverenigingen die zich
richten naar kinderen, jongeren en volwassenen. Daarnaast bieden ook heel wat andere
verenigingen kunstonderwijs aan (vb. de harmonieën en Muziekatelier). De gemeente ondersteunt
deze verenigingen eveneens met subsidies en accommodatie. Daarnaast zijn er jaarlijks enkele
toonmomenten ingepland voor de beeldende amateurkunstenaars in de gemeente (Sinksenkermis,
Week van de Amateurkunsten…)
5.1.2.6 Cultuurraad
De cultuurraad vormt een belangrijk orgaan wat participatie in het cultuurbeleid betreft. Alle
beleidskeuzes die betrekking hebben op cultuur dienen voorgelegd te worden aan de cultuurraad,
waarna een advies volgt. In Laarne heeft dit voornamelijk betrekking op de erkenning van
verenigingen en het organiseren van activiteiten zoals Vlaanderen Feest! en de algemene
vergaderingen. De vertegenwoordigers van deze raad kunnen zich kandidaat stellen na de
herinstallatie van de gemeenteraad.
102 Amateurskusnten in beeld gebracht, vzw Forum voor Amateurkunsten, p. 18‐19
113

5.2 Bibliotheek
5.2.1 Beleid in Laarne
De werking van de gemeentelijke bibliotheek kadert eveneens in het decreet Lokaal Cultuurbeleid.
De bibliotheek heeft twee vestigingen: één in Laarne en één in Kalken. Als uitgangspunt voor de
bibliotheek gelden volgende elementen:
5.2.1.1 Democratie
Algemeen is ernaar gestreefd de beleidsvoering in de bibliotheek zo democratisch mogelijk te
laten verlopen. De beheerraad is paritair samengesteld, er werd een enquête gehouden onder
de bevolking (die o.m. resulteerde in een extra openingsuur in het filiaal) en vooral het
systeem van de aankoopsuggesties werkt goed. De ideeënbus kent echter minder succes: die
bestaat maar blijft leeg.
5.2.1.2 De bibliotheek als centrum voor cultuurspreiding en cultuurparticipatie
Algemeen zijn de doelstellingen opgenomen onder dit hoofdstuk goed bereikt. Het aantal
bibliotheekbezoekers stagneerde of steeg lichtjes, er waren uitbreidingsactiviteiten, bijna
dagelijks werden nieuwe boeken ingevoerd,…
5.2.1.3 De bibliotheek als centrum voor informatievoorziening en kennisbevordering
Dank zij een goed uitgebouwde collectie non‐fictieboeken, het (gratis) beschikbaar stellen van
het internet, een goede bewegwijzering in het filiaal, kan de bibliotheek inderdaad beschouwd
worden als centrum voor informatievoorziening en kennisbevordering
5.2.1.4 Educatie
De studie‐informatie werd regelmatig bijgehouden en vernieuwd in de bib en een aantal
klasprojecten zijn heropgestart. Wat CD‐Roms betreft, merken we de laatste jaren een dalende
trend. De vraag rees dan ook of het de moeite bleef om te blijven investeren in cd‐roms.
5.2.1.5 Ontmoetingsplaats
De bib is een aangename plaats om te vertoeven en de uitbreidingsactiviteiten zorgden voor
een imago‐verbetering van de bibliotheek.
5.2.1.6 Cultureel erfgoed
Om dit te verwezenlijken is er een nauwe samenwerking met de Vereniging voor Lokale
Geschiedenis van Kalken en Laarne (Castellum)
Hierbij wordt, net zoals bij op cultureel vlak, gestreefd naar een integrale werking (zowel met jeugd,
cultuur, onderwijs en senioren)
De gemeentelijke bibliotheekraad werkt nauw samen met het gemeentelijk personeel voor de
opvolging van het beleid.
114

5.2.2 Activiteiten georganiseerd door de bibliotheek
De bibliotheek organiseert jaarlijkse enkele terugkerende activiteiten. Deze organisaties hebben als
doel de burger (zowel jong als oud) dichter bij de (werking van de) bibliotheek te brengen. Volgende
zaken worden jaarlijks geprogrammeerd:
‐ Jeugdboekenweek
‐ Kinder‐ en Jeugdjury
‐ Zomerzonnewende (samenwerking met dienst Vrije Tijd & Jeugd)
‐ Zomeractiviteit voor kinderen
‐ Boekenverkoop
‐ Verwendag
‐ Uitstap naar de boekenbeurs
‐ Week van de Smaak
‐ Lezingen in het kader van het samenwerkingsverband Leesdijk.
‐ Voorleesweek
5.2.3 Dagelijkse werking van de bibliotheek
De bibliotheek zet naast deze activiteiten natuurlijk ook in op haar dagelijkse doelgroepenwerking.
Daarbij is het van belang een collectie te ontwikkelen die inspeelt op de belangstelling van de
doelgroepen. Zo is er een onderscheidt qua collectie voor verschillende leeftijdsgroepen
‐ Peuters en kleuters
‐ Jonge kinderen (6‐9)
‐ Leeftijd 10‐12
‐ Adolescenten
‐ Volwassenen
Deze opdeling wordt aangehouden voor alle onderdelen van de collectie
‐ Boeken
‐ DVD’s
‐ Gezelschapspelen
Het aantal actieve leners per leeftijdscategorie kan als volgt in beeld gebracht worden
2006 2011 Verschil Verschil in %
Jeugd 999 1250 251 25.13%
Volwassenen 1426 1542 116 8.13%
Totaal 2425 2792 367 15.13%
Tegelijk kan ook het aantal ontleningen in kaart gebracht worden
Aantal
ontleningen
2006 2011 verschil Verschil in %
92 114 106 962 14 848 16.12%
We kunnen dus stellen dat het aantal leden van de bibliotheek gestegen is, net als het aantal
ontleningen per lener.
115

De bib stelt ook enkele computers ten dienste van haar publiek. Via deze infrastructuur kan de
bibliotheekbezoeker de digitale uitleencatalogus raadplegen. Daarnaast kan ook nog gebruik
gemaakt worden van een pc voor opzoekingen. Naast het ter beschikking stellen van computers voor
opzoekingen, probeert de bibliotheek haar gebruikers ook te bereiken via een goede, overzichtelijke
communicatie. Hiervoor werd een blog uitgewerkt waarop alle activiteiten tijdig worden
aangekondigd.
5.2.4 Gebruikers van de bibliotheek
De bibliotheek richt zich in de eerste plaats naar de lokale bevolking. Volgende opdeling kan gemaakt
worden op basis van leeftijd en geslacht
leeftijd Mannen
Kalken
(lid bib)
Vrouwen
Kalken
(lid bib)
Mannen
Laarne
(lid bib)
Vrouwen
Laarne
(lid bib)
116
Totaal
Mannen
(lid bib)
Totaal
Vrouwen
(lid bib)
% leden
van de
bib
(mannen)
% leden
van de
bib
(vrouwen)
0‐5 158 172 190 176 348 348 14.66% 13.51%
6‐10 149 154 151 161 300 315 45.67% 54.92%
11‐15 157 138 206 176 363 314 55.10% 77.39%
16‐20 161 135 197 190 358 325 34.64% 56.31%
21‐25 161 165 164 165 325 330 5.54% 23.64%
26‐30 155 176 174 165 329 341 5.78% 12.90%
31‐35 214 200 213 190 427 390 7.96% 16.15%
36‐40 181 194 252 265 433 459 7.62% 26.80%
41‐45 219 205 273 269 492 474 9.35% 20.68%
46‐50 214 210 265 239 479 449 8.56% 18.04%
51‐55 198 177 217 234 415 411 4.34% 9.73%
56‐60 209 183 235 207 444 390 5.18% 10.77%
61‐65 163 145 160 177 323 322 6.19% 7.45%
66‐70 114 137 169 147 283 284 3.53% 7.04%
71‐75 104 123 127 158 231 281 3.46% 3.56%
76‐80 89 118 100 129 189 247 5.29% 8.50%
81‐85 53 79 45 91 98 170 4.08% 8.24%
86‐90 16 32 13 36 29 68 0.00% 2.94%
+91 6 20 4 16 10 36 0.00% 2.78%
Totaal 2721 2763 3155 3191 5876 5954 13.55% 21.95%
Een algemeen waarneembare tendens is dus dat er meer vrouwen dan mannen lid zijn van de
gemeentelijke bibliotheek 103 .
103 Bibliotheekbeleidsplan 2008‐2013, bijlage 1, Wie is lid van de bibliotheek, p. 16

5.3 Jeugdbeleidsplan Laarne
5.3.1 Cijfers en jongeren 104
Laarne Jongens Meisjes totaal % ten opzichte
van de totale
bevolking
0‐2 jaar 207 236 443 3.63%
3‐5 jaar 194 202 396 3.25%
6‐11 jaar 341 348 689 5.65%
12‐17 jaar 405 394 799 6.55%
18‐24 jaar 489 449 938 7.69%
0‐19 jaar 1 294 1 310 2 604 21.34%
0‐24 jaar 1 636 1 629 3 265 26.76%
Wanneer we het percentage van de jeugdige bevolking ten opzichte van de totale bevolking
vergelijken met de percentages in het arrondissement Dendermonde en de provincie bekomen we
volgende tabel:
Laarne Arrondissement
Dendermonde
Oost‐Vlaanderen
% 0‐19 jaar 21.34% 21.80% 21.87%
% 0‐24 jaar 26.76% 27.47% 27.66%
We merken dus dat Laarne iets onder het gemiddelde balanceert in vergelijking met het
arrondissement Dendermonde en Oost‐Vlaanderen.
104 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 77
117

Op de kaart op vorige pagina wordt duidelijk wat reeds onder algemeen beleid werd vastgesteld:
Laarne heeft een relatief beperkte instroom van jonge mensen. Iets meer dan een kwart van de
bevolking is jonger dan 24 jaar 105 .
Uit verder cijfermateriaal blijkt ook dat slechts 0.70% van de inwoners van 0 tot 24 jaar een andere
nationaliteit hebben 106 .
Daarnaast is het ook verhelderend om even te kijken naar de evolutie van de afgelopen tien jaar wat
betreft jongeren onder de 24 jaar. We bemerken aan de hand van onderstaande kaart dat in Laarne
het aandeel van de jongeren onder 24 jaar licht gedaald is 107 .
105 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 79
106 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 80
107 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 89
118

5.3.2 Gemeentelijk beleid voor jongeren
5.3.2.1 Aandachtspunten uit het decreet
Het gemeentelijk beleid inzake jeugd is geënt op de basisprincipes van het decreet houdende de
ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijke, het intergemeentelijke en het provinciaal
jeugd‐ en jeugdwerkbeleid. Enkele basisbegrippen zijn 108 :
• Sociaal‐cultureel werk
Onder dit luik vallen allerhande activiteiten die inspelen op het vormen, ontplooien en de creatieve
stimulans die het jeugdwerk kan nastreven.
• Niet –commerciële doelen
Het jeugdwerk hoort thuis in de non‐profit sector. Opbrengsten moeten dus met andere woorden
opnieuw in de vereniging geïnvesteerd worden
• Jeugd
De bevolking tussen 3 en 25 jaar.
• Vrije Tijd
Het jeugdwerk speelt zich af buiten de onderwijs‐ en gezinstijd.
• Educatieve begeleiding
Het spelen moet zoveel mogelijk gekoppeld worden aan het educatieve
• Vrijwillige basis
Iedere deelnemer aan het jeugdwerk doet dit op vrijwillige basis
Het is hierbij ook belangrijk dat de gemeente zowel inzet op het eerstelijns jeugdwerk (zelf
activiteiten organiseren) als op het tweedelijns jeugdwerk (ondersteuning bieden aan bestaand
jeugdwerk).
5.3.2.2 Implementatie in de gemeente
Het gemeentelijk jeugdbeleid heeft als doel deze basisbegrippen de implementeren in haar
dagelijkse werking. Daarom werden volgende beleidsdoelstellingen verwezenlijkt:
• Ondersteuning van het particuliere jeugdwerk
Hierbij wil de gemeente voornamelijk inspelen op de bestaande jeugdwerkinitiatieven. Door
materiële en financiële ondersteuning wil men de vrijwilligers in het jeugdwerk gemotiveerd
houden.
108 Cijferboek Jeugd, lokaal jeugdbeleid 2011‐2013, Vlaamse overheid, p. 57
119

• Overleg tussen de verschillende jeugdverenigingen blijven stimuleren
De jeugdraad vormt een belangrijke schakel tussen het bestuur en de verenigingen. Dankzij delegatie
in de jeugdraad kunnen de verenigingen hun visie geven over het bestaande beleid en eventuele
verbeteringen aanbevelen bij het bestuur. Het is daarnaast ook het ideale moment om de
verschillende activiteiten van de verenigingen onderling te communiceren.
• Aandacht voor kwalitatieve begeleiders in het jeugdwerk
Hiervoor kent de gemeente elk jaar kadervormingsubsidies aan.
• Ondersteuning en verdere uitwerking van een gevarieerd en kwalitatief jeugdwerk
Dde gemeente staat zelf in voor enkele jeugdactiviteiten. Speelplein Rollebolle, de grabbelpas en de
buitenschoolse activiteiten behoren tot deze dagelijkse werking. Jaarlijks wordt ook een dag voor de
jeugdvrijwilligers georganiseerd.
• Een inclusieve werking voor alle kinderen
Om alle kinderen de kans te geven deel te nemen aan gemeentelijke activiteiten lanceerde de
gemeente in 2011 de prikkelbon. Via deze bon kan een korting van €5 bekomen worden bij de
inschrijving voor gemeentelijke activiteiten. Op termijn is het ook de bedoeling dat kinderen hiermee
korting kunnen krijgen bij alle jeugdverenigingen.
Daarnaast zet de gemeente ook in op de beleidsprioriteiten die via de Vlaamse overheid worden
vastgelegd. Zowel brandveiligheid als jeugdcultuur staan daarom op het programma. Op basis van
deze doelstellingen krijgt de gemeente jaarlijks een subsidie toegekend, na het indienen van een
verantwoordingsnota.
5.3.3 Gemeentelijke dienstverlening voor jongeren
De gemeente werkt volgens de principes van het jeugdbeleidsplan. Om alles vlot te laten verlopen
heeft de gemeente een deskundige jeugd in dienst genomen. Deze werkt samen met de deskundige
cultuur aan een integraal jeugdbeleid. De dienst Vrije Tijd & Jeugd werkt vanuit het gemeentehuis te
Laarne
5.3.3.1 Logistieke taken
De dagelijkse werking van de dienst Vrije Tijd & Jeugd, met de klemtoon op jeugd, bestaat uit
volgende zaken:
‐ Berekenen van de subsidies
‐ Logistieke ondersteuning van de jeugdverenigingen: kopieën, materiaal en zalen
(uitleendienst).
‐ Kennismaking van schoolkinderen met het gemeentehuis
120

5.3.3.2 Organiseren van gemeentelijke activiteiten
• Speelplein Rollebolle
Aantal per dag
(gemiddeld)
2007 2008 2009 2010 2011
3‐5 jaar 38 32 38 35 35
6‐12 jaar 63 55 55 56 65
+12 jaar / 5 12 15 17
We merken dat de gemeentelijke speelpleinwerking elk jaar aan populariteit wint. Dit heeft
natuurlijk ook gevolgen voor de veiligheid van de kinderen op de locatie waar de activiteiten
doorgaan. Extra maatregelen en begeleiding zijn noodzakelijk.
• Dag van de jeugdvrijwilliger
De dag van de jeugdvrijwilliger wordt jaarlijks georganiseerd op de lokale jeugdactoren in de
bloemetjes te zetten. Het gaat hier om een ontspannamiddag met ’s avonds een maaltijd.
• Grabbelpas
De formule van de Grabbelpas werd in 2012 herzien. Waar de voorafgaande jaren werd ingezet op
activiteiten voor een halve dag, konden de kinderen nu inschrijven voor volle dagen. Hiervoor werd
overgeschakeld naar kampformule, waarbij kinderen konden inschrijven per week.
• Naschoolse activiteiten
Sinds september 2012 kunnen leerlingen van de gemeentelijke basisschool zich inschrijven voor
naschoolse activiteiten. Deze worden georganiseerd door de jeugddienst in samenwerking met de
directie van het gemeentelijk onderwijs en kaderen in het decreet rond Flankerend Onderwijsbeleid.
5.3.4 Infrastructuur voor de jeugd
5.3.4.1 Jeugdverenigingen
De meeste lokale jeugdverenigingen hebben eigen terreinen met lokalen. Enkel Jeugdhuis Sjatoo en
FOS De Stokstaartjes maken gebruik van gemeentelijke accommodatie. De jeugdverenigingen krijgen
wel middelen ter beschikking voor het aanpassen van het infrastructuur door middel van
infrastructuursubsidies. Deze worden jaarlijks met de werkingssubsidies uitbetaald. De gemeente telt
7 jeugdverenigingen en 4 kunstverenigingen voor kinderen
‐ 126 e FOS De Stokstaartjes KSJ Laarne
‐ Chiro Den Averaan Kalken Muziekatelier Kalken
‐ Jeugdhuis Sjatoo Speelplein Rollebolle
‐ Jeugdtoneel Caucitens Speelplein Bokal
‐ Jeugdtoneel Darmika Toneelgroep Parazar
‐ KAJ Kalken
121

5.3.4.2 Openluchtrecreatie
Voor kinderen en jongeren wordt daarnaast ook in de ruimtelijke planning plaats gemaakt. Zo
werden de afgelopen jaren heel wat speelpleintjes/hangplekken aangelegd.
‐ Speelterrein Keistraat Laarne
‐ Speelterrein Sporthal Laarne
‐ Speelterrein wijk Jozef Van De Veldestraat, Kalken
‐ Speelterrein wijk Groten Akker, Kalken
‐ Speelterrein wijk Hofland, Kalken
‐ Speelplaats Gemeenteschool Laarne
‐ Speelplaats Gemeenteschool Kalken
Daarnaast werd ook reeds onderzoek gedaan naar het creëren van een speelbos aan het Kasteel van
Laarne.
122

5.4 Sportbeleid
5.4.1 Sportbeleid in Laarne
5.4.1.1 Aandachtspunten in het decreet
Het lokale sportbeleid wordt net als bij de meeste andere vrijetijdsdiensten vastgelegd op basis van
de decretale bepalingen die werden opgenomen in het decreet van 9 maart 2007 houdende de
subsidiëring van gemeente‐ en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het
voeren van een Sport voor Allen‐beleid. De basisvoorwaarden in dit decreet zijnµ
‐ Opmaak van een sportbeleidsplan
‐ Oprichting van een autonome sportraad
‐ Aanstelling van een sportgekwalificeerde ambtenaar
Doordat de gemeente voldoet aan deze voorwaarden ontvangen zij een subsidie van €1.5 per
inwoner. Daarbij moet de gemeente zelf ook nogmaals 50% bijleggen.
Met deze subsidies en gemeentelijke bijdrage dienen enkele vaste uitgaven gedaan te worden:
‐ Subsidiëring van de sportverenigingen
‐ Subsidiëring van de andersgeorganiseerde sport
‐ Ondersteuning van de toegankelijkheid tot sport en de diversiteit tot sport
‐ Investeringen in sportinfrastructuur
‐ Impulsbeleid (met extra bijdrage tot €0.8) om de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders te
verhogen bij de sportverenigingen.
Er wordt eveneens een sportraad opgericht die een belangrijke invloed heeft bij de opmaak,
uitvoering en evaluatie van het sportbeleidsplan. De sportraad bestaat uit vertegenwoordigers van
clubs, scholen en andere organisaties die rond sport werken. Daarnaast zijn de gemeentelijke
deskundigen aanwezig
5.4.2 Gemeentelijke dienstverlening rond sport
5.4.2.1 Situering van de dienst
De gemeentelijke sportdienst is een autonome gemeentelijke dienst. De sportdienst functioneert als
buitendienst en bevindt zich in het Sportcentrum Veldmeers. Het team bestaat uit een diensthoofd,
een sportpromotor en drie zaalwachters. Zij staan in voor de contacten met de verenigingen, de
verhuur van de accommodatie, promotie en informatie over sport en het coördineren van de
algemene sportwerking binnen de gemeente. Voor de ondersteuning van de dagelijkse werking
wordt op regelmatige basis beroep gedaan op externe partners (o.a. Vlabus)
123

5.4.2.2 Organiseren van gemeentelijke activiteiten
De sportdienst organiseert daarnaast ook zelf een aantal sportactiviteiten:
‐ Schoolsportdagen
‐ Scholenveldloop
‐ Sportdag voor 50 plussers
‐ Fietstocht voor de derde graad
‐ Sportkampen in de vakanties
‐ Vormingen en sportacademie
‐ Sportklassen en schoolsportclubweken
‐ Dag van de sportclubs
‐ Huldiging van de Laarnse Sportlaureaten
De sportdienst promoot ook deelname aan landelijk georganiseerde activiteiten (BLOSO), provinciale
activiteiten en activiteiten georganiseerd door de burensportdienst.
Laarne zet daarnaast ook in op een inclusief sportbeleid. De prikkelbon is dan ook geldig voor de
activiteiten die de sportdienst organiseert. Ook senioren worden meer en meer aangezet om te
blijven sporten en bewegen. Men probeert tevens een sportaanbod te voorzien voor personen met
een handicap.
5.4.3 Enkele cijfers
5.4.3.1 Seniorensportdag
Op deze dag, krijgen senioren de mogelijkheid om van verschillende sporten te proeven:
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Deelnemers 101 72 79 78 82 131
We merken dat de aflopen drie jaar de interesse voor sport bij ouderen is gestegen.
5.4.3.2 Kinder‐ en jeugdkampen
2005 2006 2007 2008 2009 2010
Krokus 80 80 87 81 85 120
Pasen 80 99 110 98 96 118
Zomer 123 121 133 135 212 209
Kerst 60 45 68 56
kriebelmania 28 39 28 27 38 20
In de schoolvakanties organiseert de sportdienst activiteiten voor kinderen. Als regel geldt dat de
activiteiten afwisselend met de jeugddienst worden georganiseerd (dus één week in de Paasvakantie
voor jeugd en één week voor sport). In de kleine vakanties worden zowel door sport‐ als
jeugdactiviteiten georganiseerd. In de zomer wisselen de sportkampen speelplein Rollebolle af. Op
basis van deze tabel merken we een stijging op wat betreft deelnemers in de krokus‐ en
paasvakantie. De activiteiten in de zomervakantie worden ervaren ongeveer een status quo.
124

5.4.4 Ondersteuning van de sportverenigingen
5.4.4.1 Financiële ondersteuning
Lokale erkende sportverenigingen kunnen beroep doen op gemeentelijke, financiële subsidies en dit
op basis van een “autonoom subsidiereglement” daterende van 27/12/2001. De subsidies kunnen
volgende vormen aannemen:
• BASISSUBSIDIES
In functie van hun erkenning op gelijke forfaitaire grondslag wordt aan de plaatselijke organisaties
een basissubsidie toegekend. In 2006 bedroeg de subsidiepot ter verdeling van de basissubsidies
1100,00 euro wat neerkwam op ongeveer 65,00 euro per rechthebbende vereniging.
• WERKINGSSUBSIDIES
Aan de erkende plaatselijke organisaties worden werkingssubsidies toegekend op grond van de door
hen ontwikkelde activiteiten. In 2006 bedroeg de totale subsidiepot ter verdeling van de
werkingssubsidies 9900 euro.
• BIJZONDERE SUBSIDIES
Door de gemeenteraad kan, na advies van de sportraad, een bijzondere subsidie toegekend worden
aan de erkende plaatselijke organisaties voor sportactiviteiten van uitzonderlijke aard.
• INFRASTRUCTUURSUBSIDIE
De vereniging die infrastructuurwerken ter verbetering van haar eigen accommodatie binnen de
gemeente uitvoert kan een subsidie van 50% bekomen voor werken waarvan de kostprijs minimum
9915,74 euro bedraagt. Het maximum bedrag waarop een toelage kan verkregen worden wordt
bepaald op 24789,35 euro. De kostprijs van de werken moet bewezen worden aan de hand van
facturen die moeten ingeleverd worden bij het gemeentebestuur.
5.4.4.2 Logistieke ‐ materiële ondersteuning
Alle erkende Laarnse verenigingen uit de gemeente kunnen naast een financiële ondersteuning ook
beroep doen op een uitgebreide uitleendienst van de gemeente en een aantal logistieke
ondersteuningen. Deze ondersteuningen lopen gelijk met de ondersteuning voor jeugd‐ en
sociaalculturele verenigingen.
5.4.5 Gemeentelijke sportinfrastructuur
5.4.5.1 Overdekte en openbare sportinfrastructuur
• Sporthal
‐ 1 sportzaal (45 x 32x 7m)
‐ 1 polyv. zaal (13 x 12m x 3,5m)
‐ 1 turn/sportzaal (22 x 12 x 4,20m)
‐ 1 klimmuur (28 x 7m)
‐ 10 kleedkamers (8 groepsklk. / 2 indiv.)
‐ 2 vergaderlokalen
125

‐ bureelruimte sportdienst
‐ 1 cafetaria
‐ Sport‐/turnzaal gemeenteschool Laarne (ca 20 x 10 x 4m)
‐ Sport‐/turnzaal gemeenteschool Kalken (ca 14 x 6 x 3,5 m)
5.4.5.2 Openlucht en openbare sportinfrastructuur
‐ Petanquebaan (1 stuk x 15m x 3m) Dienstencentrum ’t Binnenhof OCMW Laarne
‐ Petanquebaan (2 stuks x 15m x 3m) Rusthuis OCMW Kalken
‐ Sport‐ en recreatiecentrum
• 2 competitie voetbalvelden (natuurgras) (*)
• 1 natuurgras oefenveld
• 2 tennisterreinen
• 1 sprintbaan (140m x 6 banen /sintel) (*)
• 1 verspring/landingskuip
• 1 Finse looppiste 600m (incl. verlichting)
• 1 beachvolleyterrein (*)
• 1 bolbaan (*)
• 3 petanquebanen (*)
• 2 mountainbikeroutes (start/aankomst)
• 2 speelzones
• 1 polyvalent plein (asfalt)
‐ Sport‐/speelplein De Boomtuin Kalken
• 1 tennisbaan (asfalt – 36 x 18 m)
• 1 basket/skate‐terrein (asfalt ‐ 21 x 11 m )
• speeltuigen
‐ Sport-/speelplein De Keikop Laarne
• 1 skateterrein (asfalt ‐ 22 x 6m)
• 1 trapveld/basket –terrein (asfalt‐ 22 x 12m)
• 1 trapveld (natuurgras – 20 x 14m)
• speeltuigen
‐ Sport-/speelterrein Lagere school Laarne
• 1 basketterrein (klinkers ‐ ca 16 x 13m)
• 1 trapveld (klinkers‐ ca 16 x 8m)
‐ Sport-/speelterrein Lagere school Kalken
• 2 trapvelden van ong. 12 x 22 m (betondallen)
‐ Tennisveld Kerkakker
• 1 asfaltbaan
5.4.5.3 Private sportinfrastructuur
‐ Bolbaan (ca 10 x 3 x 2,30 m) Café Den Hert
Steentjesstraat 3
9270 Laarne
‐ Boogschutterstand (ca 15,5 X 3 x 2,50m) Sportlokaal ‘t Fonteintje
Achterstraat 33
9270 Laarne
‐ Boogschutterstand (ca 17 X 3 x 2,50m) Sportlokaal ‘t Gas
Brandemanstraat 41
9270 Laarne
‐ Boogschutterstand (ca 20 x 4 x 3 m) Sportlokaal ’t Hof van Vlaanderen
Heirweg 100
126

9270 Kalken
‐ Boogschutterstand Sportlokaal Den Après Sport
Koffiestraat 70
9270 Kalken
‐ Petanquebaan (1 x 12mx2,50) overdekt Café The Shooters
Dorpsstraat 6
9270 Kalken
‐ Sport‐/ turnzaal (14 x 5 x 2,80 m) Basisschool van het Gemeenschapsonderwijs
Nerenweg 7
9270 Kalken
‐ Sport‐/ turnzaal (17,5 x 7,5 x 4,00 m) Vrije Lagere School Kalken
Kouterstraat 14
9270 Kalken
‐ Sport‐/ turnzaal (16,5 x 10,5 x 4,50 m) Vrije Lagere School Laarne
Wegvoeringsstraat 1
9270 Laarne
127

5.5 Gemeentelijke adviesraden
5.5.1 Burgerparticipatie
De gemeentelijke adviesraden vormen de schakel tussen de burger en het bestuur. Zij bespreken het
beleid en formuleren indien nodig adviezen over de beleidsmaterie. Bovendien staan de adviesraden
ook garant voor de nodige burgerparticipatie en terugkoppeling naar de vereniging of buurtwerking.
Een schakel die dus op een goede manier dient in stand te worden gehouden.
In Laarne zijn volgende adviesraden actief:
‐ Beheersorgaan openbare bibliotheek
‐ Cultuurraad
‐ Gecoro
‐ GROS
‐ Jeugdraad
‐ Jumelagecomité
‐ Land‐en Tuinbouwraad
‐ Lokaal Overleg Kinderopvang
‐ Minaraad
‐ Seniorenraad
‐ Sportraad
‐ Toerismeraad
‐ Verkeerscommissie
‐ Welzijnsraad
‐ Woonoverleg
Laarne startte in 2013 met een proefproject rond een nieuwe samenstelling van de cultuurraad in
samenwerking met Locus en De Wakkere Burger. Na het doorlopen van het traject zal de nieuwe
werking geïmplementeerd worden en zal nagegaan worden of de principes ook toepasbaar kunnen
gemaakt worden voor de andere adviesraden.
128

5.6 Feesten en plechtigheden
5.6.1 Jaarlijks terugkomende activiteiten
In Laarne wordt veel belang gehecht een traditie. Om deze in stand te houden worden jaarlijks
verschillende feesten en plechtigheden georganiseerd:
‐ Ontvangst van de nieuwe inwoners: jaarlijks
‐ Ontvangst van de verdienstelijke inwoners: jaarlijks
‐ Ontvangst van de 50 jarigen en 60 jarigen: jaarlijks
‐ Ontvangst van jubilerende verenigingen
‐ Ontvangst van jubilarissen
‐ Receptie ter gelegenheid van huwelijken
‐ Receptie ter gelegenheid van de communies
‐ Receptie ter gelegenheid van tentoonstellingen en officiële openingen
‐ Uitreiking cadeaubonnen ter gelegenheid van de bebloemingswedstrijd
‐ Uitreiking cadeaubonnen ter gelegenheid van de kerstverlichting
‐ Organisatie van Laarne en Kalkenkermis
‐ Organisatie van de bloemenmarkt
‐ Organisatie van de Kerstmarkten
‐ Organisatie van de grote jaarmarkt
‐ Organisatie van het seniorenfeest
‐ Organisatie van het lentefeest
‐ Organisatie van het personeelsfeest
‐ Organisatie van de nieuwjaarsreceptie voor personeel en voor verenigingen
‐ Ondersteuning van de organisatie van de kleine jaarmarkt
5.7 Erediensten
De gemeente kent twee parochies met hun kerkfabriek. Deze krijgen jaarlijks een toelage van de
gemeente. Deze bedraagt 1% van het totale gemeentelijke budget. Tegenover deze bijdrage staat dat
de kerkfabriek een jaarverslag en een financiële nota in bij de gemeente.
De gemeente is eigenaar van de pastorij in Kalken. In Laarne is de kerkfabriek eigenaar van de
pastorij.
Om een goede samenwerking tussen de gemeente en de kerkfabrieken te blijven garanderen zal een
afsprakennota opgesteld worden.
129

6. Leren en onderwijs
6.1 Situatie in Laarne
6.1.1 Kleuteronderwijs
Het onderwijs in Laarne is gericht op gewoon kleuter‐ en basisonderwijs. Op het grondgebied zijn
drie schoolgemeenschappen werkzaam: gemeentelijk onderwijs, vrij onderwijs en
gemeenschapsonderwijs. Er zijn zes vestigingen op de gemeente:
‐ Gemeentelijke Basisschool De Windwijzer Laarne
‐ Gemeentelijke Basisschool De Windwijzer Kalken
‐ Vrije Basisschool Sint‐Macharius Laarne
‐ Parochiale kleuterschool Steentjesstraat (Vrije Basisschool Sint‐Macharius Laarne)
‐ Vrije Basisschool Sint‐Denijs Kalken
‐ Gemeenschapsonderwijs De Zonnebloem, Kalken
Volgende leerlingenopdeling kon in september 2012 opgetekend worden:
Aantal
kleuters
De
Zonnebloem
De
Windwijzer
Laarne
De
Windwijzer
Kalken
130
Vrije
Basisschool
Steentje
Vrije
Basisschool
Laarne
68 72 12 55 81 137
OPMERKING: In Kalken werd pas in september 2012 gestart met kleuteronderwijs.
Vrije
Basisschool
Kalken
Op basis van de gegevens opgenomen in de Sociale Situatieschets van de Provincie Oost‐Vlaanderen
kunnen we het totale aantal kleuters opdelen in verschillende groepen: volgens geslacht en volgens
soort onderwijs dat zij volgen (gewoon en buitengewoon onderwijs):
Gewoon onderwijs Buitengewoon onderwijs
% jongens 48.59% 60.00%
% meisjes 51.41% 40.00%
Er is dus een kleine meerderheid meisjes aanwezig in het gewone onderwijs.
Wanneer we het aantal kleuters vergelijken met het totaal aantal lagere schoolkinderen zien we dat
in Laarne 41.81% van het leerlingenbestand bestaat uit kleuters. Wanneer we dit percentage
vergelijken met de cijfers van het arrondissement Dendermonde (38.48%) en de provincie Oost‐
Vlaanderen (38.79%) merken we dat het aantal kleutertjes in Laarne iets boven het gemiddelde ligt.

Kinderen die ingeschreven zijn voor het buitengewoon onderwijs kunnen terecht in Wetteren,
Lokeren of Dendermonde 109 .
6.1.2 Lager Onderwijs
De scholen die hierboven werden aangehaald, richten zich naast kleuters, ook naar kinderen die
lager onderwijs volgen. Enkel de Parochiale school, die een afdeling is van de Vrije Basisschool Sint‐
Macharius, richt zich enkel op kleuters.
Volgende leerlingenaantallen konden begin september opgetekend worden
Aantal
leerlingen
De
Zonnebloem
De
Windwijzer
Laarne
De
Windwijzer
Kalken
131
Vrije
Basisschool
Steentje
Vrije
Basisschool
Laarne
67 81 75 / 267 174
Opvallend is het groter aantal leerlingen op de Vrije Basisscholen.
109 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 96
Vrije
Basisschool
Kalken

Ook voor het lager onderwijs kunnen we een opdeling maken tussen gewoon en buitengewoon
onderwijs. Deze opdeling is gebaseerd op de schoolgegevens van 2011
Gewoon onderwijs Buitengewoon onderwijs
% jongens 49.25% 56.67%
% meisjes 50.75% 43.33%
Aangezien het kleuteraantal in Laarne iets hoger ligt dan gemiddeld in het arrondissement en de
provincie is het logisch dat het percentage van het aantal kinderen in het lager onderwijs (58.19%)
lager ligt dan de gemiddelden in het arrondissement (61.52%) en de provincie (61.22%).
Ook voor buitengewoon lager onderwijs kunnen ouders terecht in Wetteren, Lokeren, Zele en
Dendermonde 110 .
6.1.3 Secundair Onderwijs
Voor het volgen van secundair onderwijs in de Laarnse jeugd aangewezen op scholen buiten de
gemeente. Het merendeel volgt lessen in Wetteren of Gent 111 .
110 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 97
111 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 114
132

6.2 Beleid in Laarne rond onderwijs
6.2.1 Financiën
Voor het gemeentelijk onderwijs voorziet de gemeente voldoende middelen in de jaarlijkse
budgetten. Het totaal voorziene budget behelst ongeveer 10% van het gemeentebudget. In dit
percentage zit echter wel een budget verwerkt, met betrekking tot loonkost dat niet moet
uitgegeven worden aangezien het merendeel van het personeel rechtstreeks betaald wordt door de
Vlaamse Overheid (61% van het budget). Het bijkomende personeel wordt wel door de gemeente
betaald en zit dus eveneens vervat in het totale bedrag dat voor onderwijs voorzien wordt.
6.2.2 Ochtend‐ en avondtoezicht
Kinderen kunnen ook voor de lesdag reeds terecht op de gemeentescholen. Het toezicht gebeurt ’s
ochtends en ’s avonds door de leerkrachten op basis van een beurtrol. Volgende toezichturen
worden gehanteerd
Laarne ’s Morgens ‘s Avonds
Maandag Vanaf 08.00u Tot 16.00u
Dinsdag Vanaf 08.00u Tot 16.00u
Woensdag Vanaf 07.30u Tot 12.30u
Donderdag Vanaf 08.00u Tot 16.00u
Vrijdag Vanaf 08.00u Tot 16.00u
Kalken ’s Morgens ‘s Avonds
Maandag Vanaf 07.30u Tot 16.00u
Dinsdag Vanaf 07.30u Tot 16.00u
Woensdag Vanaf 07.30u Tot 12.25u
Donderdag Vanaf 07.30u Tot 16.00u
Vrijdag Vanaf 07.30u Tot 16.00u
‘s Avonds kunnen de kinderen inschrijven voor een half uur toezicht waarbij huiswerkbegeleiding
wordt voorzien. Dit toezicht is betalend en duurt tot 16.30u. In Kalken kunnen leerlingen ook
inschrijven voor Franse lessen.
Het gemeentelijk onderwijs startte dit jaar in overleg met de jeugddienst met een programma voor
avondactiviteiten. Aangezien het hier gaat om een proefproject gaan de activiteiten enkel door in
Laarne. Leerlingen van de afdeling Kalken zijn echter ook welkom.
133

6.2.3 OOG‐Overleg
De gemeente en het onderwijs zijn belangrijke partners. Daarbij is het van belang dat niet enkel het
gemeentelijke onderwijs wordt ondersteunt. Rond belangrijke thema’s (vb. mobiliteit), dient het
bestuur een stimulans te geven aan alle onderwijspartners. Daarom organiseert de gemeente reeds
enkele jaren op regelmatige basis een OOG‐Overleg (Overleg Onderwijs‐Gemeentebestuur). Tijdens
deze vergaderingen worden voornamelijk thematieken rond veiligheid aangekaart die voor alle
partners van belang zijn, zodat het bestuur op een adequate manier kan anticiperen op de vragen.
Enkele realisaties zijn:
‐ Strapdag (september)
‐ Laat je zien (van de herfstvakantie tot de krokusvakantie)
‐ Verkeersweek (mei): met een groot fietsexamen (6 de leerjaar) en een grote verkeerstoets (5 e
leerjaar)
‐ Opmaak van een schoolrouteplan en evaluatie van de algemene verkeerssituatie.
6.2.4 Gemeentelijke ondersteuning voor het onderwijs
6.2.4.1 Busvervoer
Laarne is in het bezet van twee bussen die kunnen ingezet worden voor het vervoer van leerlingen.
Dagelijks wordt één bus ingezet in Laarne en één bus in Kalken, voor het ophalen en afhalen van
kinderen aan de scholen. Alle onderwijsnetten kunnen beroep doen op de gemeentelijke schoolbus.
Kinderen moeten wel ingeschreven zijn voor de busronde.
Sinds 2012 kunnen kinderen die de schoolbus nemen genieten van een korting. Waar het
basisbedrag voor de bus normaal gezien €1 per rit is, kunnen ouders nu een abonnement aankopen
voor €86 voor een heel jaar.
De bussen worden daarnaast ook ingezet voor het vervoer naar en van het zwembad voor de
zwemlessen. Hiervoor worden ritten voorzien naar Sint‐Amandsberg, Wachtebeke, Wetteren,
Merelbeke en Oostakker.
134

7. Zorg en Opvang
7.1 OCMW
Een groot deel van het beleid rond zorg voor kansengroepen valt onder de bevoegdheid van het
OCMW. Hiervoor ontvangen zij een bijdrage van de gemeente. Deze toelage bedraagt 11% van het
totale budget van de gemeente. Het OCMW bevat volgende diensten:
‐ Algemene administratie, financiën en personeelsdienst
‐ Sociale dienst
‐ Kinderopvang
‐ Thuisdiensten
‐ Dienstencentrum
‐ Seniorenvoorzieningen
7.1.1 Kansengroepen
Het OCMW richt zich tot de lokale kansengroepen. In Laarne kunnen hiervoor volgende cijfers
aangehaald worden in verband met ‘Recht op maatschappelijke integratie’ en ‘Leefloon’. 112
RMI aantal
Mannen 6
Vrouwen 15
0‐19 jaar 1
20‐59 jaar 16
60+ 4
Totaal 21
Promille van de bevolking 1.69
Het relatieve aantal kan vergeleken worden met het arrondissement Dendermonde (3.27 promille),
Provincie Oost‐Vlaanderen (6.42 promille) en Vlaanderen (4.68 promille). We merken hier dat Laarne
opvallend lager scoort dan de rest van de actoren. Dit kan ook afgeleid worden uit volgende kaart:
112 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 372
135

Voor het Leefloon kunnen volgende gegevens dienst doen:
Leefloon aantal
Mannen 6
Vrouwen 14
0‐19 jaar 1
20‐59 jaar 15
60+ 4
Totaal 19
Promille van de bevolking 1.58
Ook hier merken we terug een opvallend lager percentage dan in het Arrondissement Dendermonde
(2.91 promille) en de provincie Oost‐Vlaanderen (5.83 promille)
136

7.1.2 Kinderopvang
Laarne heeft twee buitenschoolse opvanginitiatieven: ’t Keikopje in Laarne en ’t Weike in Kalken.
Daarnaast telt de gemeente ook een vijftal andere opvangmogelijkheden (onthaalouders en
kinderdagverblijven). Volgens de bevolkingsprojecties van de komende jaren zal een het aantal
peuters en kleuters in de komende tien jaar met zes procent stijgen met een hoogtepunt in 2020.
Naar 2030 toe zal het geboortecijfer terug dalen naar het niveau van 2010 113 .
Op bovenstaande kaart is te zien dat Laarne in vergelijking met de provincie vrij veel plaatsen ter
beschikking heeft voor opvang van kinderen tussen 0 en 2 jaar. De meeste opvangplaatsen worden
verzorgd door onthaalouders. Een ander deel wordt voorzien door Zelfstandigde
Kinderdagverblijven. Een kleine minderheid van de kinderen vindt een opvangplaats bij zelfstandige
onthaalouders 114 .
113 Gegevens verkregen via de Studiedienst van de Vlaamse Regering
114 Sociale Situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 127
137

Voor kinderopvang voor kinderen tussen 3 en 11 jaar kunnen ouders terecht bij de IBO’s. 12% van de
kinderen tussen 3 en 11 jaar kunnen via dit initiatief een opvangplaats vinden. Hiermee scoort
Laarnein vergelijking met de rest van de provincie vrij goed. Toch merken we dat de vraag naar
opvang blijft stijgen. 78% van de kinderen kan immers geen gebruik maken van opvang. De vraag is
dan natuurlijk wel welk aandeel van deze kinderen een opvanginitiatief nodig zou hebben 115 .
7.1.3 Senioren
7.1.3.1 Cijfers en ratio’s
Op dit kaartje kunnen we zien dat in Laarne ongeveer een kwart van de bevolking ouder is dan zestig
jaar. Met deze cijfers bevindt Laarne zich in de middelste categorie.
115 Sociale Situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 127
138

We merken echter dat de afgelopen tien jaar een duidelijke stijging in het aantal senioren kan
waargenomen worden. Deze stijging is meer uitgesproken dan in de meeste buurgemeenten, met
uitzondering van Lochristi 116 .
Zoals ook reeds aan bod kwam in het tweede beleidsdomein “Algemeen Beleid”, heeft Laarne ook
een stijgend aantal personen ouder dan 80 jaar in haar bevolking. Wanneer we de interne vergrijzing
nogmaals bekijken, verkrijgen we volgende tabel
Laarne Arrondissement
Dendermonde
Oost‐Vlaanderen
2011 19.08% 19.98% 21.44%
2020 19.8% 22.08% 23.08%
2030 22.11% 23.22% 23.59%
Daarnaast is het ook van belang om de cijfers rond de familiale zorgindex er nogmaals bij te nemen.
Deze geven immers een benadering van het aantal kinderen van hoogbejaarden die geconfronteerd
worden met de zorgtaak.
116 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 158
139

Op basis van deze tabel zien we dat tegen 2030 bijna 1 op 2 senioren hoogbejaard zal zijn 117 .
Leeftijdsgroep
tussen 50 en 59
jaar
140
Hoogbejaarden
(80+)
Familiale
zorgindex
Laarne 2010 1 717 533 31.04%
Arr. Dendermonde 2010 26 911 9 147 33.99%
Oost‐Vlaanderen 2010 191 791 71 628 37.35%
Laarne 2020 1 788 668 37.36%
Arr. Dendermonde 2020 28 645 12 041 42.04%
Oost‐Vlaanderen 2020 210 604 91 320 43 36%
Laarne 2030 1 743 846 48.53%
Arr. Dendermonde 2030 26 375 14 508 55.01%
Oost‐Vlaanderen 2030 197 509 106 844 54 .10%
Als laatste is het ook van belang om even te kijken naar de mantelzorgratio. Deze ratio gaat in op de
verhouding tussen het aantal potentiële zorgdragers en het aantal potentiële zorgvragers.
Leeftijdsgroep Hoogbejaarden Mantelzorg
tussen 40 en 79 jaar (80+)
Laarne 2010 5 951 533 8.96%
Arr. Dendermonde
2010
93 569 9 147 9.76%
Oost‐Vlaanderen
2010
668 044 71 628 10.72%
Laarne 2020 6 291 668 10.62%
Arr. Dendermonde
2020
98 087 12 041 12.28%
Oost‐Vlaanderen
2020
718 519 91 320 12.71%
Laarne 2030 6 482 846 13.05%
Arr. Dendermonde
2030
100 301 14 508 14.36%
Oost‐Vlaanderen
2030
739 419 106 844 14.45%
Het aantal ouderen die hulp krijgen van hun kinderen zal dus in de loop van de jaren blijven stijgen.
We merken wel dat Laarne onder het gemiddelde van het arrondissement en de provincie blijft. Toch
mag deze stijging niet onderschat worden. Mantelzorg vraagt immers een grote inspanning van de
zorgdragers.
117
Cijfers verkregen via het Bedrijfsinformatieplatform van de Vlaamse Regering: http://vobip‐
publiek.vlaanderen.be

7.1.3.2 Voorzieningen van het OCMW
Het OCMW speelt ook een belangrijke rol in de zorg voor senioren. Zo richt de werking van het
Dienstencentrum ’t Binnenhof zich voornamelijk naar senioren. Via cursussen, maaltijden en andere
activiteiten probeert het dienstencentrum in te spelen op de bestaande noden van senioren.
Gezien de algemene en interne vergrijzing van de bevolking in Laarne heeft het OCMW ook ingezet
op de verzorging van ouderen. Hiervoor werd in 2011 een nieuw woon‐ en zorgcentrum in gebruik
genomen in Kalken. Het Woon‐Zorgcentrum richt zich op zwaar hulpbehoevende residenten. Er
kunnen 95 bewoners opgevangen worden.
Gezien het beperkte aantal bedden dat het OCMW ter beschikking heeft, is het ook van belang om in
te zetten op thuiszorg. Dankzij een goede ondersteuning aan huis, wordt al het mogelijke gedaan om
kwetsbare senioren zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Voorbeelden van deze thuiszorg zijn:
poetshulp en maaltijdbedeling.
Samen met het nieuwe Woon‐ en zorgcentrum werd ook een dagverblijf voor hulpbehoevenden
opgestart. De hulpbehoevende kan overdag terecht in dit dagverblijf, zodat zij toch zo lang mogelijk
zelfstandig kunnen blijven functioneren.
Het OCMW heeft daarnaast ook een 35‐tal bejaardenwoningen ter beschikking (25 in Kalken en 10 in
Laarne).
Deze dienstverlening is van groot belang voor de gemeente gezien de algemene vergrijzing die al
geruime tijd haar intrede heeft gedaan. Op basis van de prognoses mogen we een blijvende stijging
van het aantal ouderen verwachten in de komende jaren 118 .
118 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 162
141

7.1.3.3 Voorzieningen door private partners
In 2010 startte Armonea met de bouw van een privaat Woonzorgcentrum in de Schoolstraat. Dit
woonzorgcentrum biedt plaats aan 60 residenten. In 2013 zal, na een uitbreiding nogmaals plaats
gecreëerd worden voor 30 extra zorgbehoevenden.
In maart 2012 werden 29 service flats worden geopend. Op dit moment staat de bouw van nogmaals
22 extra service flats gepland. Deze service flats zorgen er voor dat senioren, net als thuis in alle
onafhankelijkheid en privacy kunnen wonen.
7.1.3.4 Tegemoetkomingen aan senioren
Door de overheid werden enkele bijstandsregelingen in de wetgeving ingeschreven met betrekking
tot het inkomen van ouderen op pensioengerechtigde leeftijd die door omstandigheden geen of
geen voldoende loopbaan hebben kunnen uitbouwen. Het gaat om een gewaarborgd inkomen en
een inkomensgarantie voor ouderen. Daarnaast is ook een tegemoetkoming mogelijk wanneer een
verminderde zelfredzaamheid wordt vastgesteld bij bejaarde personen. Het gaat hier om de
tegemoetkoming voor hulp bij bejaarden. Volgende cijfers zijn voor Laarne gekend:
GI + IGO THAB % GI + IGO % THAB
Laarne 104 187 4.89 8.79
Arr.
Dendermonde
1 784 3 546 5.23 10.40
Oost‐Vlaanderen 13 589 23 905 5.27 9.26
Vlaams Gewest 56 231 100 303 4.96 8.84
Op basis van deze cijfers merken we dat Laarne zich onder het Vlaamse gemiddelde bevindt, wat
betreft het aantal rechthebbenden op bijstand voor senioren.
142

7.2 Doelgroepen
7.2.1 Zorgbehoevenden
7.2.1.1 Personen met een handicap
Voor een gemeente is het van belang om dienstverlening te ontwikkelen die zich richt op alle
groepen in de bevolking. Een deel van de bevolking bestaat uit personen met een handicap. In Laarne
wonen 208 personen met een handicap. Dit komt overeen met 17 personen met een handicap per
duizend inwoners in Laarne 119 .
In Laarne is geen specifiek zorgaanbod voor personen met een handicap.
Een aantal van de personen met een handicap komen in aanmerking voor een
integratietegemoetkoming om een inkomensvervangende tegemoetkoming. In Laarne zijn er 112
personen die in aanmerking komen voor zulke tegemoetkoming. Dit komt overeen met 11 personen
op duizend inwoners.
7.2.1.2 Verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering
Deze tegemoetkoming zorgt er voor dat bepaalde rechthebbenden een lagere persoonlijke bijdrage
moeten betalen bij ziekenhuisverblijf, voor de raadgeving van een arts of voor geneesmiddelen. Deze
regeling geldt voor volgende categorieën van rechthebbenden:
‐ Wezen, invaliden, gepensioneerden en weduwen
‐ Gedurende minstens één jaar volledig werklozen ouder dan 50 jaar
‐ Gehandicapte kinderen met een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste
66%
‐ Rechthebbenden op het leefloon
‐ Rechthebbenden op een gelijkaardige hulp van het ocmw
‐ Personen die een inkomensgarantie voor bejaarden genieten
‐ Rechthebbenden op één van de uitkeringen van gehandicapten volgens de wet van
27/02/1987
In Laarne kunnen 1 275 personen genieten van de voorkeursregeling in de ziekteverzekering. Het
gaat om 10% van de totale bevolking.
Daarnaast hebben 65 personen recht op het omnio‐statuut. Met deze beschermingsmaatregel wordt
het voorkeurstarief voor geneeskundige verzorging uitgebreid naar personen uit gezinnen met een
laag inkomen.
119 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 199
143

7.2.1.3 Ondersteuning in de thuiszorg
Thuiszorg vormt een belangrijk aspect in de gezondheidszorg. Er wordt immers naar gestreefd om
personen met zorgbehoeften zo lang mogelijk thuis te laten functioneren. Doorvoor werden diensten
rond gezinszorg en thuiszorg in het leven geroepen. In Laarne wordt gemiddeld 2.76 uur aan
thuiszorg gepresteerd. Hiermee scoort Laarne hoger dan het arrondissement Dendermonde (2.28
uur), de provincie (2.46 uur) en het Vlaamse gewest (2.48 uur)
7.2.2 Huishoudens in een kwetsbare positie
Alleenstaanden en éénoudergezinnen bevinden zich vaak in een kwetsbare positie. In Laarne kunnen
we volgende cijfers noteren:
Alleenstaanden 15 tot 19
jaar
30 tot 59
jaar
60 tot 79
jaar
144
80 plussers Totaal % t.o.v
aantal
huishoudens
Laarne 85 540 474 229 1 328 26.23%
Arrondissement 1 842 9 491 7 610 3 786 22 28.02%
Dendermonde
729
Oost‐Vlaanderen 21 103 79 021 57 404 29 604 187
132
30.60%
We merken dus dat Laarne zich nog steeds onder het gemiddelde van het arrondissement en de
provincie bevindt. Toch merken we dat er een in de laatste drie jaar een stijging is geweest van
ongeveer zes procent 120 .
120 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 401

Ook de éénoudergezinnen zijn in Laarne sinds 2007 gestegen met 26 procent 121 .
7.2.3 Sociale Huisvesting
7.2.3.1 Sociale huurmaatschappij Eigen Dak
SHM Eigen Dak wijst haar woningen conform het kaderbesluit Sociale Huur. Eerst wordt rekening
gehouden met de rationele bezetting van de toe te wijzen woning, in tweede instantie gelden enkele
absolute voorrangregels, in derde instantie gelden enkele optionele voorrangregels. Verder wordt
toegewezen op basis van de chronologie.
Als optionele regel wordt voorrang verleent aan inwoners van de gemeente waar de toe te wijzen
woning gelegen is wat verder gedefinieerd wordt als “drie jaar gewoond in de gemeente gedurende
de laatste zes jaar”.
Wat de optionele toewijzingsregels betreft kunnen kandidaat‐huurders indien zij dit wensen ook een
woning met één slaapkamer op overschot toegewezen krijgen.
De toewijzing van woningen gebeurt in de verhuringscommissie. In de toewijscommissie zetelen de
voorzitter en ondervoorzitter van de maatschappij en verder drie bestuurders. De
verhuringscommissie wordt uitgebreid met een vertegenwoordiger van de gemeente Laarne en/of
Wichelen als er een woning in die gemeenten moet toegewezen worden.
Op te merken hierbij is dat in Laarne sedert halverwege de zeventiger jaren elke realisatie van Eigen
Dak gebouwd is op gronden welke eigendom zijn van het gemeentebestuur en via een recht van
opstal door Eigen Dak kunnen aangewend worden om er sociale woningen te realiseren.
121 Sociale situatieschets van Oost‐Vlaanderen 2011, Provincie Oost‐Vlaanderen, p. 406
145

Eind 2010 werd door SHM Eigen Dak en Wonen Oost‐Vlaanderen een proefproject gerealiseerd
waarbij een uitgebreide analyse gemaakt werd van het patrimonium, de kandidaat‐huurders en de
huurders, dit om een antwoord te kunnen vinden op de vraag ‘Voor wie moeten wij woningen
bouwen, wie is ons doelpubliek?’ De resultaten werden door Wonen Oost‐Vlaanderen voorgesteld
op het intergemeentelijk woonoverleg van 7 december 2010.
7.2.3.2 Sociaal VerhuurKantoor Laarne‐Wetteren‐Wichelen
Vandaag huurt het SVK uitsluitend woningen op de private huurmarkt in om deze verder te verhuren
aan kandidaat‐huurders die voldoen aan de voorwaarden zoals voorzien in het kaderbesluit sociale
huur. Het SVK is verder nog eigenaar van één woning die verhuurd wordt aan het OCMW van
Wetteren welke ze inzet als LOI‐woning.
Kandidaat‐huurders mogen in de periode van drie jaar voor de inschrijving geen woning volledig in
volle eigendom of volledig vruchtgebruik gehad hebben. Wat betreft de inkomensgrenzen kijkt men
naar de inkomsten van drie jaar voor de inschrijving, dit is het referentiejaar. Voor inschrijvingen in
2011 (inkomsten 2008) bedragen deze grenzen 19.169 euro voor alleenstaanden zonder personen
ten laste, 20.775 euro voor alleenstaande gehandicapten en 28.753 euro voor anderen.
Was er geen inkomen tijdens het referentiejaar wordt gekeken naar het inkomen van het voorlaatste
jaar. Was er dan ook geen inkomen wordt gekeken naar het inkomen van het voorbije jaar. Desnoods
komt het huidig inkomen in aanmerking.
Kandidaat‐huurders moeten verder ingeschreven zijn in het bevolkings‐ of vreemdelingenregister. Is
men slechts ingeschreven in het wachtregister kan men zich niet inschrijven. Men moet de
Nederlandse taal spreken of bereid zijn deze aan te leren. Verplichte inburgeraars voldoen aan deze
plicht. Verder moet de kandidaat‐huurder meerderjarig zijn.
• Toewijzing van de SVK‐woningen
Het SVK wijst haar woningen conform het kaderbesluit Sociale Huur.
Eerst wordt rekening gehouden met de rationele bezetting van de toe te wijzen woning, in tweede
instantie gelden enkele absolute voorrangregels zoals een huurder die zelf een woning aanbrengt.
Verder geldt het SVK‐puntensysteem waarbij aan elke kandidaat een puntenaantal wordt toegekend
op basis van zijn inkomen, de reden waarom men herhuisvesting zoekt en het aantal kinderen ten
laste. Voor het criterium ‘inkomen’ worden 20 (equivalent leefloon) tot 5 punten toegekend, voor
het criterium ‘woonnood’ 20 tot 0 punten. Om de woonnood objectief te kunnen bepalen is een
limitatieve lijst vastgelegd van bepaalde welomschreven situaties waaraan een bepaald puntenaantal
gekoppeld is. Per kind ten laste wordt één punt toegekend. Tenslotte wordt bij de toewijzing van een
woning bij een gelijk puntenaantal gekeken naar de inschrijvingsvolgorde op de wachtlijst.
Inwoners van het werkingsgebied krijgen zes extra punten toegekend. In 2009 vonden 25
toewijzingen plaats waarvan 2 aan niet‐inwoners, in 2010 13 toewijzingen, allen inwoners.
Wat de optionele toewijzingsregels betreft kunnen kandidaat‐huurders indien zij dit wensen ook een
woning met één slaapkamer op overschot toegewezen krijgen. In Laarne zijn momenteel 10 SVK‐
woningen in gebruik.
146

Conclussie
Laarne is op vele vlakken en groeiende en bloeiende gemeente. Met deze omgevingsanalyse werd
hierop nogmaals de nadruk gelegd. Toch moeten we er ons van bewust zijn dat groei ook nieuwe
problemen en nieuwe uitdagingen met zich meebrengt. Meer inwoners betekend immers minder
plaats, een zwaardere druk op de leefomgeving en op de leefkwaliteit. Het bestuur zal dan ook een
evenwicht moeten vinden tussen vernieuwing en traditie, een moeilijke oefening in deze moderne
maatschappij die steeds meer vraagt op kortere termijn.
147