Samenvatting van de preek over zondag 13, vraag en ... - cgkede.nl

Samenvatting van de preek over zondag 13, vraag en antwoord 34, van de
Heidelberger catechismus
Lezen: 1 Petrus 1 : 13 - 25
In de veelheid van namen ligt de heerlijkheid van Koning Jezus. Elk van die namen is
een prediking op zich, al zullen we de volle inhoud ervan nooit kunnen peilen.
We zagen al de namen/titels: Jezus, Christus, Gods eniggeboren Zoon.
Nu de vierde naam/titel: ‘onze Heere’.
‘Gods Zoon’: dat laat zien in welke verhouding Hij tot God de Vader staat.
‘Onze Heere’: dat laat zien in welke verhouding Hij tot de Zijnen staat.
‘Heere’ (met kleine letters) wil zeggen: Eigenaar, Gebieder, Meester. In de taal van
het N.T. : Kurios.
Thema: Jezus heeft als Kurios de Zijnen gekocht
1. waaruit Hij hen gekocht heeft
Ook de Romeinse keizer werd kurios genoemd. Wie Jezus als Kurios beleed, moest
dat vaak met de dood bekopen. Daarom kan niemand zeggen dat Jezus de Kurios is,
dan door de Heilige Geest (1 Cor. 12:3).
Deze belijdenis is de kern van het geloof (Rom. 10:9)
Ook vandaag is deze belijdenis actueel. Wie is uw Heere? Door wie of wat worden
we geleid en beheerst?
Jezus is Kurios gewòrden, op basis van Zijn lijden en sterven (Hand. 2:36).
Filipp. 2 laat dezelfde lijn zien: door Zijn gehoorzaamheid tot de dood van het kruis
heen heeft God Hem uitermate verhoogd en Hem een Naam boven alle naam
gegeven.
Deze Naam behoort tot het loon op Zijn middelaarswerk.
Nu gaat het erom dat Hij ook mijn Heere wordt. We moeten namelijk van eigenaar
veranderen. Alleen Jezus de Kurios kan ons vrijmaken van zonde en satan, waaraan
we onszelf uitgeleverd hebben.
Wij denken van nature dat het de hoogste vrijheid is om zonder God en gebod in de
wereld te staan. Dat is onze oerzonde. We zijn ‘ingevouwen in onszelf’ (Luther).
Door de Heilige Geest gaan je ogen open: ik ben niet vrij, maar slaaf!
Christus heeft al de Zijnen uit de heerschappij van zonde en duivel verlost.
Hoe ‘werkt’ satans heerschappij? Soms openlijk: satan op klompen (vervolging, spot,
haat). Vaker op een bedekte manier: satan op kousenvoeten (influisteringen,
verdachtmaking van Gods Woord, omturnen van je denken).
Juist als de Geest in ons leven werkt, komt satan erop af, zoals een kaper op een vol
schip afkomt.
Alleen Kurios Jezus maakt ons vrij. De grondslag daarvoor ligt op Golgotha. Daar
heeft Christus voor de zonde betaald en daar heeft Hij de oude slang de kop
vermorzeld. Zonde en satan hebben in het leven van de gelovige geen rechten meer
(zie Rom. 6:11).
De Heere leert ons strijden in de geestelijke wapenrusting. In Christus ligt de
overwinning al vast.
2. waarmee Hij hen gekocht heeft
‘Niet met goud of zilver, maar met Zijn dierbaar bloed’ (zie 1 Petr. 1:18,19).
Op de zonde die wij tegen de Heere begaan hebben, staat geen geldboete. Dan zou
Christus ook niet nodig zijn, want we konden het zelf wel. Maar de deur naar het

Vaderhuis gaat niet met geld open. Onze zondeschuld kunnen we er nooit mee
aflossen. Op de zonde staat de eeuwige dood (Rom. 6:23).
Maar wat een wonder: God heeft Zelf de weg geopend. God zendt Zijn Zoon de dood
in. Jezus stelt Zich Borg voor de Zijnen.
Zijn bloed is dierbaar, kostbaar. Zijn bloed is Zijn leven. Het bloed van Gods lieve
Zoon, dat Zijn heilig oog kan behagen. Dierbaar, ook voor elke gelovige: het bloed uit
Zijn zij spreekt van zonde mij vrij.
Er is kracht in Jezus’ bloed tot reiniging van al onze zonden en tot beschaming van
satan.
‘Wie is het die verdoemt? Christus is het Die gestorven is!’ (Rom. 8:34a).
De gelovigen zijn duur gekocht (1 Cor. 6:20).
Voor de vrijkoop wordt o.a. wel het beeld gebruikt van de koning die zijn soldaten
vrijkoopt uit krijgsgevangenschap. Zo koopt Jezus de Zijnen vrij uit de macht van
zonde en satan. Hij betaalt de prijs aan Zijn Vader: Gods heilig recht eiste de dood
van de zondaar.
Nu is er vrijheid voor ieder die in Hem gelooft!
3. waartoe Hij de Zijnen gekocht heeft
De gelovigen zijn kinderen van God, maar ook dienstknechten (slaven) van hun
Kurios: bereid om Hem te dienen.
Ze zijn ‘Hem tot een eigendom gemaakt’. Dat betekent:
a. voor Zijn rekening genomen. Zijn eigendomsmerk staat op hun ziel en
lichaam. Al wat van Hem is, is ‘aangetekend’;
b. voor Zijn dienst bestemd; geroepen om Hem toegewijd te zijn.
Wie Hem erkent als Heere, heeft de sleutels van hart en leven Hem in handen
gegeven.
Op welke post dan ook maar worden we geroepen om deze Heere te dienen. Met
een onverdeeld hart, want ‘niemand kan twee heren dienen’ (Matt. 6:24).
En: met blijdschap. Zulk dienen is geen last, maar een lust.
In dit dienen ligt de voorsmaak van de hemel (zie Openb. 22:3).
Als Jezus onze Kurios is geworden, klinkt de oproep: verheerlijk dan God in uw
lichaam en in uw geest, die van God zijn (1 Cor. 6:20).
Het komt erop aan om niet alleen te zèggen: Hij is mijn Heere, maar om de wil van
Zijn Vader te dóen ( Matt. 7:21).
Zoals bisschop Polycarpus van Smyrna: ‘Hoe kan ik nu de Koning verloochenen Die
mij gekocht heeft?’
Enkele vragen voor persoonlijke of gemeenschappelijke bezinning
1. De belijdenis ‘Jezus is Kurios’ kon christenen vroeger het leven kosten. Hoe is
dat vandaag? ‘Kost’ het geloof ons ook wat?
2. Jezus de Kurios heeft de heerschappij van satan gebroken. Maar waarom zien
we daar voor ons gevoel zo weinig van?
3. Hoe zou het komen dat ‘de vrijkoop door het bloed van Christus’ voor steeds
meer mensen in christelijke kring een vreemde gedachte aan het worden is?
4. Op welke manier kunnen we de Heere verheerlijken in onze geest en in ons
lichaam?
Voor de kinderen: waarom moest de Heere Jezus sterven aan het kruis?
En wat wil je graag doen als Hij je gered heeft?