25.09.2013 Views

Groentemail Beitem - Jaargang 4 - Inagro

Groentemail Beitem - Jaargang 4 - Inagro

Groentemail Beitem - Jaargang 4 - Inagro

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Voorwoord<br />

<strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong><br />

Tweemaandelijkse nieuwsbrief<br />

<strong>Jaargang</strong> 4 nr. 4<br />

Juli 2007<br />

Met de verkiezingen van 10 juni werd het<br />

politieke landschap flink door elkaar<br />

geschud. Terwijl op federaal niveau J. L.<br />

Dehaene probeert de weg vrij te maken<br />

voor een formateur, is op Vlaams niveau<br />

de nieuw samengestelde Vlaamse regering<br />

van start gegaan. Dat de nieuwe ministerpresident<br />

Peeters ook de bevoegdheid voor<br />

landbouw overneemt werd in heel wat<br />

berichtgevingen niet vermeld. Hopelijk is<br />

dit slechts een “vergetelheid” en geen<br />

teken van verminderde erkenning voor de<br />

landbouwsector.<br />

Het is U misschien niet ontgaan dat de<br />

feestelijkheden bij verschillende<br />

instellingen bezig met land- en tuinbouw<br />

elkaar opvolgen: de opening van het<br />

nieuwe Proefstation in Sint-Katelijne-<br />

Waver, de viering van 60 jaar<br />

Bodemkundige Dienst van België en van 75<br />

jaar landbouw- en visserijonderzoek aan<br />

wat nu ILVO noemt. Uit de vele toespraken<br />

kan afgeleid worden dat vanuit al deze<br />

organisaties de bekommernis en inzet voor<br />

de land- en tuinbouw groot blijft. Hopelijk<br />

West-Vlaamse Proeftuin voor Industriële Groenten vzw<br />

is dit ook de (toekomstige) nieuwe<br />

verantwoordelijken op politiek vlak niet<br />

ontgaan.<br />

Vanuit het POVLT hopen wij in oktober ons<br />

feestjaar “50 jaar POVLT” af te sluiten met<br />

de opening van het gerenoveerde<br />

hoofdgebouw.<br />

Op het land- en tuinbouwbedrijf is het<br />

ondertussen wachten op beter weer. Het<br />

aanhoudende natte weer bemoeilijkt heel<br />

wat werkzaamheden. En zeggen dat we in<br />

april juist verlangden naar een regenbui.<br />

De seizoenen, het is toch altijd weer<br />

onvoorspelbaar en elk jaar anders…<br />

Mia Demeulemeester


Pagina 2 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Inhoud<br />

Voorwoord.........................................................................................................1<br />

Inhoud..............................................................................................................2<br />

Bemesting voor teelten in het najaar: hoe aanpakken?.................................................3<br />

Rassenproef herfstbroccoli 2006..............................................................................5<br />

Rassenproef late winterprei 2006-2007.....................................................................6<br />

Rassenproef winterbloemkool 2006-2007..................................................................7<br />

Groene selderij in de zomerteelt voor aanvoer op de verse markt....................................8<br />

Venkel in de herfstteelt....................................................................................... 11<br />

Rassenonderzoek bij alternatieve courgette............................................................. 12<br />

Bladknippen en neuzen verwijderen bij zwaar ontwikkelde Elsantaplanten in vollegrond geeft<br />

goed resultaat .................................................................................................. 15<br />

Drift reduceren en bufferzonereglementering: ook iets voor u?!.................................... 18<br />

In the picture: geïntegreerde teelt. Wat mag u van ons verwachten?............................. 22<br />

Bloeiende kolenvelden........................................................................................ 24<br />

Ziekte- en plaagnieuws van het veld...................................................................... 25<br />

Agenda........................................................................................................... 26<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 3 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Bemesting voor teelten in het najaar: hoe aanpakken?<br />

Bemesting vormt op dit moment van het<br />

jaar een belangrijke vraag: hoeveel moet<br />

ik bemesten voor mijn teelt in het najaar<br />

en wanneer wordt dit best toegediend?<br />

Met het nieuwe mestdecreet moet rekening<br />

gehouden worden dat de totale<br />

toegediende hoeveelheid stikstof niet<br />

overschreden wordt. Voor bepaalde<br />

tuinbouwteelten mag tot 275 kg N/ha via<br />

kunstmest toegediend worden. Voor twee<br />

opéénvolgende N behoeftige groenten in<br />

hetzelfde jaar mag de totaal toegediende N<br />

345 kg bedragen.<br />

De hoeveelheid stikstof die een gewas kan<br />

opnemen is vrij goed bekend (ongeveer<br />

250 kg N/ha bij kolen en prei). Bovendien<br />

moet er steeds 50 tot 80 kg N/ha aanwezig<br />

zijn om geen remming in de N-opname te<br />

hebben (=buffer).<br />

Dit is echter niet de hoeveelheid die moet<br />

gegeven worden. Tijdens de zomer kan er<br />

namelijk veel stikstof vrijkomen uit het<br />

organisch materiaal (organische mest,<br />

oogstresten, groenbemesters, ... ). Dit<br />

wordt in de praktijk in veel gevallen niet<br />

meegerekend, met enorm hoge reststikstof<br />

in het najaar voor gevolg.<br />

De algemene vuistregel “METEN = WETEN”<br />

is van het grootste belang. De kennis van<br />

de bodemvoorraad stikstof betekent al een<br />

hele stap bij het opstellen van het<br />

bemestingsplan.<br />

Op dit moment staat het uitplanten van<br />

bloemkool en prei voor oogst in het najaar<br />

op de werkplanning. Omwille van de<br />

specifieke teeltkarakteristieken, verdienen<br />

bloemkool en prei een aparte bespreking.<br />

Bloemkool<br />

Bloemkool wordt gekenmerkt door een<br />

periode van intense bladvorming, gevolgd<br />

door de koolvorming. Het is juist tijdens de<br />

bladvorming dat er voldoende stikstof in de<br />

bodem dient voorradig te zijn om een<br />

kwaliteitsvol product te kunnen afleveren.<br />

Een grondstaal nemen gebeurt best zo kort<br />

mogelijk voor de teelt op twee dieptes (0-<br />

30 cm en 30-60 cm). De kennis van het<br />

koolstofgehalte is van belang om de<br />

verwachte vrijstelling uit de bodemhumus<br />

in te schatten. Warme en vochtige<br />

zomermaanden kunnen aanzienlijke<br />

hoeveelheden stikstof door mineralisatie<br />

uit bodemhumus vrijstellen, vooral op rijke<br />

gronden.<br />

Indien bloemkool de tweede teelt is dit<br />

jaar, moet er zeker rekening gehouden<br />

worden met de N-nalevering uit<br />

oogstresten. Immers, bijvoorbeeld uit<br />

gewasresten van eerste vrucht bloemkool<br />

kunnen tot ruim 85 eenheden stikstof<br />

worden vrijgesteld. Aangezien deze stikstof<br />

maar in de loop van het groeiseizoen zal<br />

vrijkomen, dient bij het planten een<br />

bepaalde hoeveelheid direct opneembare<br />

stikstof voorzien te worden.<br />

Frequent wordt gebruik gemaakt van<br />

bandbemesting (bij het planten) of<br />

rijenbemesting (na het planten) voor een<br />

vlotte weggroei van de plantjes. Bij<br />

bandbemesting wordt een strook van<br />

ongeveer 20 cm breed, 10 cm langs beide<br />

zijden van de plantjes bemest in de directe<br />

nabijheid van de wortels. Rijenbemesting<br />

wordt vaak toegepast in combinatie met<br />

schoffelen. Hierbij valt de meststof langs<br />

één zijde van de planten.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 4 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Rijenbemesting Bandbemesting<br />

Enerzijds levert toepassen van deze<br />

technieken een besparing van de totale<br />

hoeveelheid stikstof op aangezien slechts<br />

een derde van de totale oppervlakte van<br />

het perceel bemest wordt. Anderzijds<br />

bevindt de stikstof zich op de plaats waar<br />

de plant ze direct kan opnemen, dicht bij<br />

de wortels. Bij staalname na band- of<br />

rijenbemesting wordt een mengmonster<br />

genomen dat een gemiddelde voorraad N<br />

voor gans het perceel weergeeft. De<br />

verhouding van het aantal keren dat er<br />

moet gestoken worden in de rij en tussen<br />

de rijen is evenredig met de afstand die al<br />

dan niet bemest is (bv. 20 cm bemest en<br />

50 cm niet bemest betekent 2 maal in de<br />

rij en 5 maal tussen de rij bemonsteren of<br />

een veelvoud van deze verhouding).<br />

Bijmestsystemen kunnen slechts beperkt<br />

corrigerend werken omwille van de korte<br />

groeiduur van de bloemkool. Immers ruim<br />

60 % van de totale stikstofopname gebeurt<br />

tijdens de eerste helft van het<br />

groeiseizoen. Een staalname tijdens de<br />

teelt van bloemkool (ong. 4 weken na<br />

planten) dient dus om kleine bijsturingen<br />

toe te laten.<br />

Prei<br />

Voor het uitplanten van prei wordt vaak<br />

nog een organische bemesting (stalmest of<br />

drijfmest) toegepast. Ongeveer één maand<br />

na de toediening van organische mest is de<br />

ammoniakale stikstof praktisch volledig<br />

naar nitrische stikstof omgezet. Na één<br />

maand kan je via een grondstaal dan<br />

effectief weten welke hoeveelheid stikstof<br />

direct beschikbaar is uit de organische<br />

mest voor het gewas.<br />

Bij het planten is er vaak een voldoende<br />

stikstofvoorraad in de bodem aanwezig.<br />

Pas vanaf zes weken na planten begint het<br />

gewas meer stikstof op te nemen. Een<br />

staalname (laag 0-30 cm en 30-60 cm)<br />

kan dus gemakkelijk uitgesteld worden tot<br />

deze periode. Aangezien het lange<br />

groeiseizoen van prei kan de stikstof in<br />

meerdere fracties worden toegediend.<br />

Rijenbemesting in prei<br />

Alle bemesting toedienen voor het planten<br />

blijkt weinig zinvol. Een grote<br />

neerslaghoeveelheid op korte periode kan<br />

er immers voor zorgen dat de stikstof tot<br />

op een diepte doorspoelt zodat deze niet<br />

meer opneembaar is door de prei. Bij<br />

controlestalen in het najaar kan deze<br />

hoeveelheid dan natuurlijk ook<br />

teruggevonden worden.<br />

Bovendien wordt door het nieuwe<br />

mestdecreet bijbemesting met kunstmest<br />

mogelijk tot half november. Zelf na de<br />

winter kan bij hergroei van de planten<br />

reeds een bijbemesting met minerale<br />

meststoffen gebeuren vanaf half januari.<br />

Prei leent zich dus ideaal om te werken<br />

met bijbemesting om sturing tijdens de<br />

teelt, na analyse van de bodemvoorraad,<br />

zo efficiënt mogelijk te laten verlopen.<br />

Franky Coopman<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 5 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Het Provinciaal Labo stuurt de resultaten van de stikstofanalyse met advies per mail of fax<br />

door binnen de 3 werkdagen opdat zo snel mogelijk kan bemest worden (indien<br />

koolstofgehalte reeds gekend is).<br />

Een volledig uitgewerkte handleiding hoe staalname na band- of rijenbemesting best gebeurt<br />

is terug te vinden op de website van het POVLT (www.povlt.be) en dan verder doorklikken op<br />

‘labo’.<br />

Voor meer info:<br />

Franky.Coopman@West-Vlaanderen.be<br />

051/27 33 03<br />

Rassenproef herfstbroccoli 2006<br />

Deze rassenproef werd in samenspraak<br />

met de Vlaamse Overheid, Departement<br />

Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling<br />

Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO)<br />

aangelegd te <strong>Beitem</strong> op een<br />

zandleembodem. Er werd gezaaid op 4 juli<br />

in trays en geplant op 8 augustus op een<br />

afstand van 70 cm op 49 cm. Verschillende<br />

rassen vertoonden op de plantbakken een<br />

aantasting door Alternaria. Door de<br />

vochtige, tamelijk zachte augustusmaand<br />

en door de warme, droge herfstmaanden<br />

waren de groeiomstandigheden voor deze<br />

teeltperiode zeer gunstig. De oogst liep<br />

van 16 oktober tot 20 november.<br />

Individuele rasbespreking<br />

De hiernavolgende bespreking gebeurt in<br />

volgorde van vroegheid.<br />

Monterey (S&G): 76 groeidagen. Minder<br />

goed ogend gewas met weinig, kleine en<br />

bleke bladeren. Mooi bolrond maar iets<br />

minder vast scherm met zeer weinig<br />

holheid, rozetvorming en doorwas. Geen<br />

aantasting door Alternaria op plantbak.<br />

Laagste stukgewicht en opbrengst. Hoog<br />

percentage vertakte planten.<br />

BRO0302 (Clause): 77 groeidagen. Goed<br />

ogend, matig uniform gewas met ruime<br />

bladschakeling. Het scherm is vast, met<br />

zeer weinig doorwas maar met zeer veel<br />

rozetten. Weinig holle en dunne steel.<br />

Geen aantasting door Alternaria op<br />

plantbak.<br />

Belstar (Bejo): 78 groeidagen. Uniform<br />

gewas met veel, grote en donkere en kort<br />

geschakelde bladeren. Het scherm is vast<br />

en bolrond met dikke stam en met weinig<br />

rozetvorming en zeer weinig doorwas.<br />

Zware aantasting door Alternaria op<br />

plantbak. Hoog stukgewicht en opbrengst.<br />

Volta (Takii): 79 groeidagen. Zeer goed<br />

ogend gewas met grote, donkere, zeer kort<br />

geschakelde bladeren. Vast, eerder plat<br />

scherm zonder doorwas maar met zeer<br />

holle stam.<br />

Monaco (S&G): 80 groeidagen. Goed<br />

ogend gewas met iets blekere bladkleur.<br />

Eerder plat scherm met iets dikkere stam<br />

en met zeer veel doorwas. Hoogste<br />

stukgewicht. Hoog percentage<br />

ongroeizame en zeer hoog percentage<br />

afgestorven planten in deze proef.<br />

CLX3502 (Clause): 81 groeidagen. Minder<br />

goed ogend gewas met kleine, weinig<br />

talrijke en kort geschakelde bladeren. Vast,<br />

iets bleker scherm met dikke stam. Zeer<br />

zware aantasting door Alternaria op<br />

plantbak. Hoog percentage vertakte<br />

planten.<br />

Lord (Seminis): 81 groeidagen. Goed<br />

ogend gewas met donkere, grote en kort<br />

geschakelde bladeren. Iets platter scherm<br />

met rozetvorming en wat doorwas. Lage<br />

opbrengst. Zeer hoog percentage<br />

ongroeizame en afgestorven planten.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 6 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Ironman (Seminis): 82 groeidagen. Goed<br />

ogend gewas met donkere bladeren. Zeer<br />

vast scherm met soms holle stam. Zware<br />

aantasting door Alternaria op plantbak.<br />

Hoogste opbrengst.<br />

BR 1506 (Uniseeds): 83 groeidagen. Goed<br />

ogend gewas met zeer korte<br />

bladschakeling. Mooi bolrond scherm met<br />

weinig rozetten en zeer weinig doorwas en<br />

weinig holle stammen. Tamelijk zware<br />

aantasting door Alternaria op plantbak.<br />

Laag stukgewicht. Hoog percentage<br />

boorders en ongroeizame planten.<br />

Rassenproef late winterprei 2006-2007<br />

Deze rassenproef werd in samenspraak<br />

met de Vlaamse Overheid, Departement<br />

Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling<br />

Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO)<br />

aangelegd te <strong>Beitem</strong> op een<br />

zandleembodem. Er werd gezaaid op 15<br />

april in openlucht en geplant op 25 juli op<br />

een afstand van 65 cm op 10 cm. De<br />

bemesting bestond uit 27 ton<br />

runderstalmest en vlak voor het planten uit<br />

104 E/ha ammoniumnitraat. Deze prei kon<br />

door het zachte najaar en vooral de<br />

vorstvrije winter ongestoord doorgroeien<br />

tot aan de oogst. De opbrengst was dan<br />

ook hoog. Op 20 maart 2007 werd een<br />

bijbemesting uitgevoerd met 80 E/ha<br />

kalknitraat. De oogst vond plaats op 2 april<br />

2007.<br />

Korte rasbespreking<br />

De rasbespreking gebeurt in alfabetische<br />

volgorde (tussen haakjes de relatieve<br />

opbrengst ten opzichte van het<br />

proefgemiddelde)<br />

Gavia (Enza): Zaadvast ras. Goed ogend,<br />

iets heterogener gewas met opgerichte<br />

groeiwijze en mooi gesloten blad. De<br />

schacht is vast en mooi glad. Lage<br />

opbrengst (89%), hoog percentage wegval<br />

en laagste percentage Flandria-kwaliteit.<br />

Harston F1 (Nunhems): Goed ogend,<br />

sterk opgericht gewas met donkere, iets<br />

Besluit<br />

Onder deze groeiomstandigheden kwam de<br />

cultivar Monaco er als beste uit naar<br />

gemakkelijk halen van een stukgewicht<br />

van minimum 500 gr, van goede kwaliteit;<br />

ook de opbrengst was bij dit ras iets hoger<br />

dan het gemiddelde.<br />

Danny Callens<br />

Lennart Vanquickenborne<br />

smallere bladeren. Beperkte inwendige<br />

schotvorming. De schacht vertoont een<br />

lichte knobbel, is vast en mooi wit.<br />

Gemiddelde opbrengst (104%). Hoog<br />

percentage Flandria-kwaliteit.<br />

Kenton F1 (Nunhems): Zeer goed ogend,<br />

uniform en zeer sterk opgericht gewas.<br />

Cylindrische en vaste schacht met zeer<br />

lange overgang. Vertoonde reeds<br />

behoorlijk wat sleet. Hoogste opbrengst<br />

(115%) en hoogste Flandria-kwaliteit.<br />

RZ 38-221 F1 (Rijk Zwaan): Goed ogend<br />

gewas met blekere, minder goed gesloten<br />

en brede bladeren. Behoorlijke inwendige<br />

schotvorming. De schacht is mooi<br />

cylindrisch, vast, mooi wit en glad.<br />

Gemiddelde opbrengst (104%).<br />

Artemis F1 (S&G): Goed ogend en<br />

uniform gewas met open bladstand.<br />

Behoorlijke inwendige schotvorming. De<br />

schacht vertoont een knobbelvorm maar is<br />

zeer vast, glad en met zeer korte<br />

overgang. Gemiddelde opbrengst (99%).<br />

Laag percentage Flandria-kwaliteit.<br />

Triton (S&G): Goed ogend, uniform gewas<br />

weinig opgericht en bleek gewas. Zeer<br />

beperkte inwendige schotvorming. De<br />

schacht is vast en mooi wit. Gemiddelde<br />

opbrengst (104%).<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 7 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Fahrenheit F1 (Seminis): Goed ogend,<br />

uniform en sterk opgericht gewas met<br />

weinig sleet. De schacht vertoont een<br />

knobbel, maar is glad met zeer lange<br />

overgang. Lange inwendige schotvorming.<br />

Laagste opbrengst (84%).<br />

HT 14208 F1 (Hortiplan): Goed ogend en<br />

goed opgericht gewas met brede bladeren.<br />

De schacht vertoont een knobbelvorm, is<br />

vast en glad maar met een knobbel en<br />

lange overgang. Behoorlijke inwendige<br />

schotvorming. Gemiddelde opbrengst<br />

(95%).<br />

Besluit<br />

Onder de gegeven omstandigheden gaf het<br />

ras Kenton de hoogste opbrengst. Ook<br />

naar kwaliteit toe scoorde Kenton het best;<br />

het is tevens een ras dat laat overgaat tot<br />

schotvorming. Ook Harston en Triton<br />

behaalden goede resultaten in deze proef.<br />

Danny Callens<br />

Rassenproef winterbloemkool 2006-2007<br />

Deze rassenproef werd in samenspraak<br />

met de Vlaamse Overheid, Departement<br />

Landbouw en Visserij (DLV), Afdeling<br />

Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO)<br />

aangelegd te <strong>Beitem</strong> op een<br />

zandleembodem. Er werd gezaaid op 20<br />

juli in perspotten. Door het aanhoudende<br />

natte weer in augustus kon pas geplant<br />

worden op 8 september op een afstand van<br />

70 op 53 cm. De planten kenden door het<br />

zeer zachte najaarsweer een vlotte groei<br />

zodat ze goed ontwikkeld de winter in<br />

gingen. De winter 2006-2007 was<br />

gekenmerkt door de afwezigheid van enige<br />

vorst. Vanaf eind februari kregen de lager<br />

gelegen delen van het veld last van natte<br />

bodemomstandigheden. De proef werd<br />

tegen duiven beschermd met netten. Op<br />

27 februari werd bemest met 100 E/ha<br />

kalknitraat en op 27 maart werd bijbemest<br />

met nog eens 50 E/ha. De oogst begon op<br />

2 april en liep bij de laatste rassen tot 7<br />

mei 2007. Door de zeer droge aprilmaand<br />

werd op 17 april 20 l/m² water beregend.<br />

De latere rassen kenden door een betere<br />

gewasontwikkeling de beste kwaliteit. De<br />

cultivar Cendis (Nickerson Zwaan) ging half<br />

januari over tot de vorming van boorders.<br />

Individuele rasbespreking<br />

De hiernavolgende bespreking gebeurt in<br />

volgorde van vroegheid.<br />

Lennart Vanquickenborne<br />

CLX 33403 (Clause): 208 groeidagen.<br />

Minder goed ogend, uniform gewas met<br />

bleke en kleine bladeren; weinig<br />

zelfdekkend. Gele, platovale, losse en<br />

grove kool met veel losse bloemhoofdjes.<br />

Laagste stukgewicht en percentage<br />

Flandria-kolen. Hoog percentage<br />

afgestorven kolen.<br />

Mascaret (Clause): 208 groeidagen.<br />

Minder goed ogend, uniform gewas met<br />

kleine, bleke en openstaande bladeren;<br />

zeer weinig zelfdekkend. Iets platovalere,<br />

geelachtige, losse en grovere kool. Weinig<br />

losse bloemhoofdjes. Gemiddelde<br />

opbrengst.<br />

Burt (Bejo): 220 groeidagen. Iets minder<br />

goed ogend gewas met donkere, gekrulde<br />

openstaande bladeren; zeer weinig<br />

zelfdekkend. Iets gelere, losse, platovale<br />

kool met veel losse bloemhoofdjes. Laag<br />

percentage Flandria. Hoog percentage<br />

boorders en afgestorven kolen.<br />

Marcher (S&G): 220 groeidagen. Goed<br />

ogend gewas met donkere en grote<br />

bladeren; goed zelfdekkend. Hoogronde,<br />

witte en fijne kool met weinig losse<br />

bloemhoofdjes. Hoogste opbrengst en hoog<br />

stukgewicht, alsook hoog percentage<br />

Flandria-kolen.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 8 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Corella (Bejo): 221 groeidagen. Goed<br />

ogend, uniform en bladrijk gewas; goed<br />

zelfdekkend. Bolronde, vaste kool, mooi<br />

wit en fijne kool met weinig losse<br />

bloemhoofdjes en weinig geel blad.<br />

Laagste kg-opbrengst en zeer hoog<br />

percentage afgestorven planten. Behoorlijk<br />

percentage Flandria kolen.<br />

Dalton (Bejo): 221 groeidagen. Iets<br />

minder goed ogend gewas met kleine,<br />

gekrulde bladeren. Vaste kool met weinig<br />

losse bloemhoofdjes maar veel geel blad.<br />

Hoogste stukgewicht. Zeer hoog<br />

percentage afgestorven planten.<br />

Fortrose (Bejo): 222 groeidagen. Zeer<br />

goed ogend gewas met effen bladeren;<br />

zeer goed zelfdekkend. Bolronde, vaste,<br />

witte en fijne kool. Hoge opbrengst en<br />

hoogste percentage Flandria-kolen.<br />

Chester (Bejo): 229 groeidagen. Goed<br />

ogend, opgericht gewas met grote en<br />

donkere bladeren; zeer goed zelfdekkend.<br />

Vaste, witte en schiftgevoelige kool met<br />

weinig losse bloemhoofdjes. Lage<br />

opbrengst, hoog percentage boorders en<br />

afgestorven kolen.<br />

Mayline (S&G): 236 groeidagen. Goed<br />

ogend, uniform, sterk opgericht gewas met<br />

donkere bladeren; goed zelfdekkend. Fijne<br />

en vaste kool. Laag stukgewicht en hoog<br />

percentage ongroeizame kolen.<br />

Besluit<br />

Onder de gegeven groeiomstandigheden<br />

werden met alle beproefde rassen in deze<br />

periode slechts matige tot minder goede<br />

resultaten bekomen. Er kwamen<br />

omzeggens geen problemen voor met<br />

doorwas, holle stronken, gebarsten kolen<br />

of schift. Fortrose gaf het hoogste<br />

percentage Flandria-kolen, een goede<br />

opbrengst en stukgewicht.<br />

Danny Callens<br />

Lennart Vanquickenborne<br />

Groene selderij in de zomerteelt voor aanvoer op de verse<br />

markt<br />

In 2006 werd de waarde onderzocht van<br />

veertien cultivars van groene selderij in de<br />

zomerteelt voor aanvoer op de verse<br />

markt. De onderzochte rassen waren:<br />

Claret (Seminis), Darklet (Seminis), Icarus<br />

(Ilvo), Granada (Tozer), Imperial (Rijk<br />

Zwaan), Kylian (Rijk Zwaan), Lino<br />

(Clause), Mexico (Tozer), Monterey<br />

(Tozer), Tango (Bejo), Topseller (Takii),<br />

Victoria (Tozer), RZ49-03 (Rijk Zwaan) en<br />

SVR06017113 (Seminis). Claret fungeerde<br />

hierbij als standaard.<br />

Het onderzoek geschiedde in<br />

samenwerking met en werd gesubsidieerd<br />

door de Vlaamse Overheid, Departement<br />

Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame<br />

Landbouwontwikkeling.<br />

Het zaaien geschiedde op 4 mei in<br />

zaaibakken. Op 30 mei werden de planten<br />

verspeend in perspotten. Het poten volgde<br />

op 11 juli, 68 dagen of 10 weken na het<br />

zaaien, op een afstand van 40 cm tussen<br />

en 30 cm in de rij. De plantdichtheid<br />

bedroeg aldus 83.333 planten per ha. De<br />

proefaanleg geschiedde volgens een<br />

blokkenschema (Fishermetode) met vier<br />

parallellen.<br />

De oogst greep plaats op 19 oktober, 100<br />

dagen of 14 weken na het poten.<br />

Bijzonderste bevindingen<br />

De groeiwijze was het meest gesloten bij<br />

Lino, Granada en Monterey; het minst bij<br />

Darklet.<br />

De bladkleur was meest donkergroen bij<br />

Icarus, SVR06017113, Claret en Imperial;<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 9 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

het minst bij Topseller, Granada en Tango.<br />

Mexico en Victoria gaven de langste<br />

planten; Darklet de kortste.<br />

De steel was het langst bij Mexico en<br />

Victoria; het kortst bij Darklet.<br />

De steel was het breedst bij Lino en<br />

Monterey; het smalst bij Icarus en<br />

SVR06017113.<br />

De doormeter van de voet was het grootst<br />

bij Topseller, Tango, Imperial en Darklet;<br />

het kleinst bij Claret en Icarus.<br />

Het percentage planten met zijscheuten lag<br />

het hoogst bij Claret, Imperial en<br />

Topseller; het laagst bij RZ49-03.<br />

De kg-opbrengst veilingklaar was het<br />

hoogst bij Icarus, Victoria, Lino, Granada,<br />

Imperial, Kylian en Tango; het laagst bij<br />

Claret, Darklet en SVR06017113.<br />

Het stukgewicht veilingklaar was het<br />

hoogst bij Tango, Mexico, Monterey,<br />

Imperial, Victoria, en Topseller; het laagst<br />

bij Claret, Icarus, Darklet en<br />

SVR06017113.<br />

De sortering zowel naar aantal als naar<br />

gewicht was het zwaarst bij Imperial,<br />

Victoria, Tango, Mexico, Monterey en<br />

Topseller; het lichtst bij Claret en Darklet.<br />

Beschrijving van de onderzochte<br />

rassen<br />

Claret (Seminis): laatrijp gewas. Zeer<br />

donkergroene bladkleur. Zeer opgerichte<br />

plant. Gemiddelde plantlengte. Middellange<br />

steel. Zeer donkergroene steel. Zeer stevig<br />

loof. Zeer veel planten met zijscheuten.<br />

Bladeren normaal groot en zeer diep<br />

ingesneden. Kleinere doormeter van de<br />

voet. Iets gevoelig voor optreden van<br />

boorgebrek. Matig stukgewicht. Matige kg-<br />

opbrengst. Fijnere sortering.<br />

Darklet (Seminis): vrij laatrijp gewas.<br />

Donkergroene bladkleur. Meer opengaande<br />

groeiwijze. Kortere plant. Kortere steel.<br />

Zeer donkergroene steel. Zeer stevig loof.<br />

Bladeren normaal groot. Zeer diepe<br />

ingesneden. Vrij brede diameter van de<br />

voet. Zeer veel planten met zijscheuten.<br />

Vrij hoog stukgewicht. Matige productie.<br />

Icarus (Ilvo): tamelijk laatrijp gewas.<br />

Zeer donkergroene bladkleur. Opgerichte<br />

plant. Gemiddelde plantlengte. Middellange<br />

steel. Stevig loof. Bladeren normaal groot.<br />

Zeer diep ingesneden. Donkere steelkleur.<br />

Kleine doormeter van de voet. Vrij veel<br />

planten met zijscheuten. Gemiddelde<br />

sortering. Zeer hoge kg-opbrengst.<br />

Granada (Tozer): vroeg tot zeer vroegrijp<br />

gewas. Opgerichte groeiwijze. Blekere<br />

bladkleur. Bladeren normaal groot. Zeer<br />

diep ingesneden. Middellange plant.<br />

Middellange steel. Donkergroene<br />

steelkleur. Vrij veel planten met<br />

zijscheuten. Gevoeliger voor boorgebrek.<br />

Vrij brede diameter van de voet. Hoog<br />

stukgewicht. Vrij zware sortering. Zeer<br />

hoge productie.<br />

Imperial (Rijk Zwaan): half vroegrijp<br />

gewas. Zeer donkergroene bladkleur.<br />

Opgerichte groeiwijze. Zeer stevig loof.<br />

Langere plant. Langere stam. Bredere<br />

doormeter van de voet. Donkergroene<br />

steelkleur. Bladeren matig groot. Diep<br />

ingesneden. Zeer veel planten met<br />

zijscheuten. Zeer zware sortering. Zeer<br />

hoog stukgewicht. Zeer hoge kgopbrengst.<br />

Kylian (Rijk Zwaan): opgerichte<br />

groeiwijze. Minder donkergroene bladkleur.<br />

Vrij laatrijp gewas. Bladeren normaal groot<br />

en diep ingesneden. Zeer stevig loof.<br />

Langere plant. Langere stam. Matig<br />

optreden van zijscheuten. Zeer<br />

donkergroene steel. Middelbrede<br />

doormeter van de voet. Vrij zware tot<br />

zware sortering. Hoog stukgewicht. Zeer<br />

hoge productie.<br />

Lino (Clause): bladkleur donkergroen. Half<br />

vroegrijp gewas. Zeer opgerichte<br />

groeiwijze. Langere plant. Langere steel.<br />

Doormeter van de voet gemiddeld. Zeer<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 10 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

stevig loof. Bladeren normaal tot iets<br />

groter. Zeer diep ingesneden.<br />

Donkergroene kleur van de steel. Matig<br />

optreden van zijscheuten. Vrij zware<br />

sortering. Vrij hoog stukgewicht. Zeer hoge<br />

kg-opbrengst.<br />

Mexico (Tozer): tamelijk laatrijp gewas.<br />

Zeer donkergroene bladkleur. Vrij<br />

opgericht tot opgericht gewas. Zeer lange<br />

plant. Zeer lange steel. Gemiddelde<br />

doormeter van de voet. Zeer stevig loof.<br />

Bladeren klein. Zeer diep ingesneden.<br />

Donkergroene kleur van de steel. Iets<br />

gevoelig voor boorgebrek. Zware tot zeer<br />

zware sortering. Hoog stukgewicht. Hoge<br />

productie.<br />

Monterey (Tozer): laatrijp gewas.<br />

Donkergroene tot zeer donkergroene<br />

bladkleur. Sterk opgericht gewas.<br />

Middellange plant. Middellange steel. Zeer<br />

stevig loof. Bladeren normaal groot. Diep<br />

ingesneden. Zeer donkergroene steel. Iets<br />

gevoelig voor boorgebrek. Middelbrede<br />

doormeter van de voet. Veel planten met<br />

zijscheuten. Zware sortering. Hoog<br />

stukgewicht. Hoge kg-opbrengst.<br />

Tango (Bejo): vroegrijp gewas. Blekere<br />

bladkleur. Sterk opgericht gewas. Zeer<br />

stevig loof. Middellange plant. Middellange<br />

steel. Bladeren tamelijk groot en diep<br />

ingesneden. Donkergroene steelkleur.<br />

Matig planten met zijscheuten. Vrij brede<br />

diameter van de voet. Zeer hoog<br />

stukgewicht. Zeer zware sortering. Zeer<br />

hoge productie.<br />

Topseller (Takii): half vroegrijp gewas.<br />

Blekere bladkleur. Vrij opgerichte plant.<br />

Middellange plant. Donkergroene steel.<br />

Middellange steel. Bladeren diep<br />

ingesneden. Donkergroene steel. Grotere<br />

diameter van de voet. Zeer veel planten<br />

met zijscheuten. Zware sortering. Hoog<br />

stukgewicht. Hoge kg-opbrengst.<br />

Victoria (Tozer): eerder laatrijp gewas.<br />

Donkere bladkleur. Opgerichte groeiwijze.<br />

Bladeren zeer diep ingesneden. Lange<br />

plant. Lange stelen. Zeer stevig loof.<br />

Donkergroene steel. Veel planten met<br />

zijscheuten. Zeer zware sortering. Zeer<br />

hoog stukgewicht. Zeer hoge productie.<br />

RZ49-03 (Rijk Zwaan): laatrijp gewas.<br />

Donkergroene bladkleur. Bladeren tamelijk<br />

groot. Zeer diep ingesneden. Opgerichte<br />

groeiwijze. Middellange plant. Middellange<br />

steel. Zeer donkergroene steel. Weinig<br />

planten met zijscheuten. Gemiddelde<br />

doormeter van de voet. Gemiddelde<br />

sortering. Hoog stukgewicht. Hoge kg-<br />

opbrengst.<br />

SVR06017113 (Seminis): tamelijk laatrijp<br />

gewas. Zeer donkergroene bladkleur.<br />

Bladeren tamelijk groot en diep<br />

ingesneden. Middellange plant. Middellange<br />

steel. Zeer stevig loof. Zeer donkergroene<br />

steelkleur. Gemiddelde diameter van de<br />

voet. Gevoeliger voor boorgebrek. Matig<br />

planten met zijscheuten. Gemiddelde<br />

sortering. Matig stukgewicht. Matige<br />

productie.<br />

Besluiten<br />

In de gegeven proefomstandigheden in<br />

2006 gaven de volgende cultivars de beste<br />

resultaten in de normale teelt van groene<br />

selderij voor afzet op de verse markt:<br />

Granada, Icarus, Imperial, Kylian, Lino,<br />

Tango en Victoria.<br />

Luc Vanparys<br />

Marc Vanheule<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 11 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Venkel in de herfstteelt<br />

In 2006 werd de geschiktheid onderzocht<br />

van negen cultivars van venkel in de<br />

herfstteelt. De onderzochte rassen waren:<br />

Amigo (Clause), Astra (Rijk Zwaan), Carmo<br />

(Clause), Claro (Clause), Cristal (Gautier),<br />

Di Sarno (Semiorto), Orion (Bejo),<br />

Perfection (Gautier) en Solaris (Bejo).<br />

Solaris fungeerde hierbij als standaard.<br />

Het onderzoek geschiedde in<br />

samenwerking met en werd gesubsidieerd<br />

door de Vlaamse Overheid, Departement<br />

Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame<br />

Landbouwontwikkeling.<br />

Het zaaien geschiedde op 7 juli in<br />

perspotten van 4 cm. Het poten vond<br />

plaats op 31 juli, 24 dagen na het zaaien.<br />

De plantafstand bedroeg 40 cm tussen en<br />

25 cm in de rij. De plantdichtheid bedroeg<br />

aldus 1.000 planten per are.<br />

De oogst gebeurde op 15 november, 106<br />

dagen na het poten.<br />

Schietgevoeligheid<br />

Bij de oogst bedroeg het percentage<br />

schieters gemiddeld 1,06 % van de gepote<br />

planten en 1,13 % van de geoogste<br />

planten.<br />

Het percentage schieters was het hoogst<br />

bij Carmo, Cristal, Di Sarno en Perfection:<br />

respectievelijk 2,98 %, 1,79 %, 1,79 % en<br />

1,79 % van de gepote planten.<br />

Bij Astra, Claro en Orion kwamen werden<br />

geen schieters vastgesteld.<br />

Oogstgegevens en opbrengst<br />

Het percentage afgestorven planten lag het<br />

hoogst bij Astra, Carmo en Claro; het<br />

laagst bij Di Sarno, Orion en Perfection.<br />

Het percentage marktbare venkel was het<br />

hoogst bij Solaris, Di Sarno en Perfection;<br />

het laagst bij Astra, Amigo en Claro.<br />

Het percentage te kleine bollen was het<br />

hoogst bij Claro, Amigo en Orion; het<br />

laagst bij Di Sarno en Solaris.<br />

Het percentage gebarsten bollen was het<br />

hoogst bij Orion, Amigo en Astra; het<br />

laagst bij Cristal, Di Sarno, Perfection en<br />

Solaris.<br />

Het percentage te platte bollen was het<br />

hoogst bij Cristal en Di Sarno; het laagst<br />

bij Solaris en Carmo.<br />

Het percentage bollen aangetast door rot<br />

was het hoogst bij Astra; het laagst bij Di<br />

Sarno.<br />

De kg-opbrengst was het hoogst bij<br />

Solaris, Di Sarno en Perfection; het laagst<br />

bij Astra en Amigo.<br />

Het gemiddeld stukgewicht van de<br />

marktbare bollen was het hoogst bij<br />

Solaris, Di Sarno, Claro, Perfection en<br />

Orion; het laagst bij Amigo.<br />

Solaris, Di Sarno en Orion gaven de<br />

zwaarste sortering. De sortering was het<br />

lichtst bij Amigo en Carmo.<br />

Beoordeling van de onderzochte<br />

rassen<br />

Amigo (Clause) : goede tot zeer goede<br />

gewasstand. Uniform tot zeer uniform<br />

gewas. Vrij opgerichte gewasgroei.<br />

Bolkleur mooi wit. Bolvorm rond. Enig<br />

optreden van zijscheuten. Gevoelig voor<br />

barsten. Weinig optreden van smet. Weinig<br />

bruine rand. Laag stukgewicht. Lage kg-<br />

opbrengst.<br />

Astra (Rijk Zwaan): matige gewasstand.<br />

Matige uniformiteit. Vrij opgerichte<br />

gewasgroei. Bolkleur mooi wit. Bolvorm<br />

rond. Enig optreden van zijscheuten.<br />

Gevoelig voor optreden van barsten. Enig<br />

optreden van smet. Weinig bruine rand.<br />

Lage productie. Eerder laag stukgewicht.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 12 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Carmo (Clause): goede tot zeer goede<br />

gewasstand. Uniform tot zeer uniform<br />

gewas. Zeer opgerichte groeiwijze.<br />

Opgerichte gewasgroei. Bolkleur vrij wit.<br />

Bolvorm mooi rond. Enige zijscheuten.<br />

Gevoelig voor optreden van barsten.<br />

Gevoelig voor optreden van smet. Enig<br />

optreden van bruine rand. Productie matig.<br />

Eerder laag stukgewicht.<br />

Claro (Clause): goede gewasstand.<br />

Uniform gewas. Zeer opgerichte groeiwijze.<br />

Bolkleur mooi wit. Bolvorm mooi rond.<br />

Weinig optreden van zijscheuten. Vrij<br />

gevoelig voor barsten. Weinig optreden<br />

van smet. Weinig gevoelig voor bruine<br />

rand. Productie matig. Matig stukgewicht.<br />

Cristal (Gautier): goede tot zeer goede<br />

gewasstand. Uniform gewas. Vrij<br />

opgerichte gewasgroei. Bollen vrij wit en<br />

vrij rond. Weinig optreden van zijscheuten.<br />

Weinig gevoelig voor barsten. Enige<br />

neiging tot vorming van platte bollen.<br />

Weinig optreden van smet en van bruine<br />

rand. Productie eerder matig. Matig<br />

stukgewicht.<br />

Di Sarno (Semiorto): zeer goede<br />

gewasstand. Zeer goede uniformiteit.<br />

Groeiwijze vrij opgericht. Bolkleur vrij wit.<br />

Bolvorm mooi rond. Zeer weinig<br />

zijscheuten. Weinig barsten. Zeer weinig<br />

smet. Weinig bruine rand. Productie vrij<br />

hoog tot hoog. Vrij hoog stukgewicht.<br />

Orion (Bejo): goede tot zeer goede<br />

gewasstand. Uniform gewas. Zeer<br />

opgerichte groeiwijze. Bol mooi wit. Bol<br />

mooi rond. Weinig optreden van<br />

zijscheuten. Weinig smet. Weinig bruine<br />

rand. Gevoelig voor optreden van barsten.<br />

Productie matig. Matig stukgewicht.<br />

Perfection (Gautier): zeer goede<br />

gewasstand. Goede uniformiteit.<br />

Opgerichte groei. Bolkleur vrij wit. Bolvorm<br />

mooi rond. Weinig optreden van<br />

zijscheuten. Vrij weinig optreden van<br />

barsten. Weinig smet. Weinig bruine rand.<br />

Productie matig tot vrij hoog. Matig<br />

stukgewicht.<br />

Solaris (Bejo) : zeer goede gewasstand.<br />

Zeer uniform gewas. Zeer opgerichte<br />

groeiwijze. Bolkleur mooi wit. Bolvorm<br />

mooi rond. Solaris had bijna geen last van<br />

zijscheuten. Heel weinig last van barsten.<br />

Vrijwel geen bruine rand en smet. Hoog<br />

stukgewicht. Hoge kg-opbrengst. Hoog<br />

percentage marktbare bollen.<br />

Besluiten<br />

In de gegeven proefomstandigheden in<br />

2006 gaf de cultivar Solaris de beste<br />

resultaten in de herfstteelt van venkel.<br />

Luc Vanparys<br />

Francis Jans<br />

Rassenonderzoek bij alternatieve courgette<br />

In 2006 werd de waarde onderzocht van<br />

negen cultivars van alternatieve courgette<br />

in de normale teelt in open lucht. De<br />

onderzochte rassen waren: Parador<br />

(Tozer), Eight Ball (Tozer), Geode<br />

(Gautier), Gold Spike (Seminis), One Ball<br />

(Tozer), Ronda (Tozer), Ronde de Nice<br />

(Gautier), Soleil (Enza) en Taxi (Seminis).<br />

Parador fungeerde hierbij als referentie.<br />

Het onderzoek geschiedde in<br />

samenwerking met en werd gesubsidieerd<br />

door het Ministerie van de Vlaamse<br />

Gemeenschap, Administratie Beheer en<br />

Kwaliteit Landbouwproductie.<br />

Het zaaien geschiedde op 22 mei 2006 in<br />

perspotten van 6 cm. Het poten vond<br />

plaats op 2 juni, 13 dagen na het zaaien,<br />

op een afstand van 1,30 m tussen en 0,77<br />

m in de rij. De plantdichtheid bedroeg<br />

aldus 100 planten per are.<br />

De bloei ving aan op 23 juni bij Parador, op<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 13 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

25 juni bij Eight Ball; op 27 juni bij One<br />

Ball; op 28 juni bij Taxi; op 29 juni bij<br />

Geode en op 30 juni bij Gold Spike, Ronda,<br />

Ronde de Nice en Soleil.<br />

De oogst ving aan op 3 juli bij Eight Ball en<br />

One Ball; op 5 juli bij Parador, Geode en<br />

Gold Spike; op 7 juli bij Ronda en Taxi en<br />

op 9 juli bij Ronde de Nice en bij Soleil. De<br />

oogst werd bij alle rassen stopgezet op 11<br />

september.<br />

Plant- en gewaskenmerken<br />

Bij Parador, Geode, Gold Spike, Ronda en<br />

Ronde de Nice waren de bladeren groen<br />

met veel witte vlekken. Bij Ronda en<br />

Ronde de Nice was het blad daarenboven<br />

spichtig en bij Gold Spike kleurde het<br />

oudste blad geel.<br />

Eight Ball en One Ball vertoonden een vrij<br />

donkergroen en egaal gekleurd blad.<br />

Bij Soleil was het blad groen tot geelgroen<br />

en kleurde het oudste blad geel.<br />

Rond half augustus waren alle rassen sterk<br />

gelegerd.<br />

Optreden van ziekten en<br />

beschadigingen<br />

Op 28 juli werd reeds bij alle rassen<br />

aantasting waargenomen van echte<br />

meeldauw of witziekte (Erysiphe<br />

cichoracearum en Sphaerotheca fuliginea).<br />

Deze aantasting was zeer gering bij<br />

Parador, Geode, Ronda, Ronde de Nice,<br />

Soleil en Taxi; beperkt bij Gold Spike en<br />

One Ball en iets groter bij Eight Ball.<br />

Op 4 augustus was de aantasting gering bij<br />

Ronde de Nice, Ronda, Taxi en Geode; iets<br />

groter bij Parador, Gold Spike en Soleil en<br />

het zwaarst bij One Ball en Eight Ball.<br />

Op 18 augustus was de aantasting zeer<br />

zwaar bij Eight Ball, One Ball, Ronde de<br />

Nice en Ronda; zwaar bij Geode; vrij zwaar<br />

bij Parador en Gold spike en geringst bij<br />

Soleil en Taxi.<br />

Opbrengst<br />

Geode, Parador, Ronda, Ronde de Nice en<br />

Gold Spike gaven het hoogste aantal<br />

marktbare vruchten per are; One Ball, Taxi<br />

en Eight Ball het laagste.<br />

Geode, Parador, Gold Spike, Ronda en<br />

Ronde de Nice gaven de hoogste kgopbrengst;<br />

One Ball, Soleil, Taxi en Eight<br />

Ball de laagste kg-opbrengst.<br />

Geode, Eight Ball, Ronde de Nice en<br />

Parador gaven het hoogste percentage<br />

marktbare vruchten; One Ball en Soleil het<br />

laagste.<br />

Het percentage te kromme vruchten was<br />

het hoogst bij Soleil, Parador en Taxi.<br />

Het percentage misvormde vruchten lag<br />

het hoogst bij Soleil; het laagst bij Geode<br />

en Eight Ball.<br />

Het percentage vruchten met<br />

kleurafwijking was het hoogst bij One Ball<br />

en Eight Ball; het laagst bij Soleil, Gold<br />

Spike en Parador.<br />

Het percentage te spitse vruchten was het<br />

hoogst bij One Ball, Ronda en Parador; het<br />

laagst bij Eight Ball en Geode.<br />

Het percentage dubbele vruchten was het<br />

hoogst bij Ronda en Ronde de Nice; het<br />

laagst bij Soleil, Geode en Eight Ball.<br />

Het percentage vruchten met<br />

groeischeuren was het hoogst bij Gold<br />

Spike, Soleil en One Ball. Bij Geode en<br />

Eight Ball kwamen geen vruchten voor met<br />

groeischeuren.<br />

Vruchtkenmerken<br />

De beschrijving van de vruchten van de<br />

onderzochte cultivars luidt als volgt:<br />

- langwerpige vruchten:<br />

Parador (Tozer): vruchtkleur donkergeel.<br />

Veel spikkels. Kleine spikkels. Weinig lange<br />

en veel korte haren. Vruchten lang en vrij<br />

dun. Conisch. Versmalling in de nek. Veel<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 14 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

en kleine zaden. Litteken na<br />

bloemafspening matig qua grootte.<br />

Langere vruchtsteel. Vruchtsteel<br />

donkergeel.<br />

Gold Spike (Seminis): vruchtkleur<br />

donkergeel. Veel en kleine witte spikkels.<br />

Geen lange haren. Weinig korte haren.<br />

Vruchten vrij lang en eerder smal. Matig<br />

veel en kleine zaden. Matige lengte van de<br />

vruchtsteel. Vruchtsteel donkergeel. De<br />

bloem laat bij afspening een matig litteken<br />

achter. Het bloemlitteken vormt soms een<br />

soort kegeltje. De top van het<br />

vruchtuiteinde is soms groen.<br />

Soleil (Enza): vruchtkleur donkergeel.<br />

Weinig witte spikkels. Spikkels klein. Geen<br />

lange en geen korte haren. Vruchten<br />

eerder kort en matig dik. Conisch.<br />

Versmalling in de nek. Matig veel<br />

zaadvorming. Kleine zaden. Langere<br />

vruchtsteel. Vruchtsteel groen. Grootte van<br />

bloemlitteken vrij matig.<br />

Taxi (Seminis): vruchtkleur geel. Veel<br />

witte spikkels. Kleine spikkels. Weinig<br />

lange en veel korte haren. Vruchten eerder<br />

lang en eerder dik. Conisch. Versmalling in<br />

de nek. De bloem laat bij afspening een<br />

klein litteken achter. Matig veel en kleine<br />

zaden. Langere vruchtsteel. Vruchtsteel<br />

donkergeel.<br />

- ronde courgettes:<br />

Eight Ball (Tozer): vruchtkleur<br />

donkergroen. Veel spikkels. Kleine<br />

spikkels. Ronde tot hoogronde vruchten.<br />

Geen lange en weinig korte haren. De<br />

bloem laat bij afspening een matig litteken<br />

achter. Matig veel en kleine zaden. Korte<br />

vruchtsteel.<br />

Geode (Gautier): vruchtkleur lichtgroen.<br />

Veel spikkels. Spikkelgrootte matig klein.<br />

Ronde tot hoogronde vruchten. Geen lange<br />

en weinig korte haren. Matig bloemlitteken.<br />

Matig veel zaadvorming. Kleine zaden. Vrij<br />

lange vruchtsteel.<br />

One Ball (Tozer): vruchtkleur donkergeel.<br />

Veel spikkels. Matige spikkelgrootte. Ronde<br />

tot hoogronde vruchten. Geen lange en<br />

geen korte haren. Bloemlitteken na<br />

afspening matig. Matig veel en kleine<br />

zaden. Kortere vruchtsteel. Heel wat<br />

vruchten hebben een groene krans aan de<br />

steel en het bloemlitteken. Bij 9,36 % van<br />

de vruchten werd de kleurafwijking als te<br />

erg beschouwd.<br />

Ronda (Tozer): lichtgroene vruchtkleur.<br />

Veel spikkels. Matige spikkelgrootte.<br />

Vruchten rond tot hoogrond, soms eerder<br />

platrond. Geen lange en weinig korte<br />

haren. De bloem laat bij afspening een<br />

matig litteken achter. Matig veel en kleine<br />

zaden. Matige lengte van de vruchtsteel.<br />

Ronde de Nice (Gautier): lichtgroene<br />

vruchtkleur. Veel spikkels. Matige<br />

spikkelgrootte. Vruchten rond tot<br />

hoogrond. Geen lange haren. Weinig korte<br />

haren. De bloem laat bij afspening een<br />

matig litteken achter. Veel zaadvorming.<br />

Kleine zaden. Lengte van de vruchtsteel<br />

matig.<br />

Besluiten<br />

In 2006 werden negen cultivars van<br />

alternatieve courgette onderzocht in de<br />

normale teelt.<br />

Hierbij waren vier rassen met donkergele<br />

langwerpige vruchten: Gold Spike,<br />

Parador, Soleil en Taxi. Van deze rassen<br />

werden de beste resultaten bekomen met<br />

Parador.<br />

Bij de rassen met ronde vruchten was er<br />

een diversiteit in kleur: Geode, Ronda en<br />

Ronde de Nice gaven lichtgroene vruchten.<br />

Het ras Geode gaf hierbij de beste<br />

resultaten<br />

One Ball gaf donkergele vruchten.<br />

Bij Eight Ball waren de vruchten<br />

donkergroen.<br />

Luc Vanparys<br />

Francis Jans<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 15 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Bladknippen en neuzen verwijderen bij zwaar ontwikkelde<br />

Elsantaplanten in vollegrond geeft goed resultaat<br />

Het areaal openluchtteelt Elsanta in<br />

vollegrond vermindert elk jaar. Traditioneel<br />

bereiken de prijzen in juni een dieptepunt.<br />

Daarbij komt nog dat een onbeschermde<br />

teelt wordt blootgesteld aan het weer. Dit<br />

jaar regende het zowat om de twee dagen<br />

tijdens de oogst in juni. Dit gegeven, en<br />

het feit dat de planten zeer zwaar<br />

ontwikkeld waren, waren oorzaak van<br />

meer uitval door Botrytis, regenschade en<br />

misvorming.<br />

Na het najaar van 2005 was ook het najaar<br />

van 2006 uitzonderlijk warm en zomers.<br />

Zo bleef de groei van de planten in de<br />

vollegrondsteelt lang doorgaan wat<br />

resulteerde in een zwaar ontwikkeld gewas<br />

bij het ingaan van de winter. Bij een<br />

zomers najaar als dit van 2005 en 2006<br />

mag ervan worden uitgegaan dat de<br />

bloemaanleg en bloeminductie van de<br />

planten ook optimaal is. Bij Elsanta<br />

gebeurt deze namelijk tijdens het najaar<br />

bij korter wordende dagen.<br />

Wanneer dan ook de bloeiperiode optimaal<br />

verloopt, zoals tijdens de maand april van<br />

2007, kunnen topopbrengsten worden<br />

gehaald. Hierbij dient echter te worden<br />

opgemerkt dat hoge opbrengsten dikwijls<br />

gepaard gaan met een weelderig gewas<br />

met zeer veel vruchten die kleiner zijn en<br />

moeilijker te plukken door de massa<br />

bladeren die de trossen bedekken.<br />

Omdat dit gegeven tijdens de pluk van<br />

2006 reeds een groot probleem was op<br />

veel bedrijven met vollegrondsaardbeien,<br />

werd beslist om op de Proeftuin een proef<br />

aan te leggen waarbij de mogelijkheden<br />

werden nagegaan om de planten minder<br />

zwaar de winter te laten ingaan.<br />

Het proefperceel werd op 12 juli 2006<br />

ontsmet met Shell DD ter hoogte van de<br />

ruggen (bandontsmetting). Op 24 augustus<br />

werd er geplant aan 3,33 planten/m². De<br />

planten stonden op 40 cm afstand in de rij<br />

en er stonden 2 rijen per rug.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 16 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

De planten binnen deze proef waren<br />

enerzijds verse planten en anderzijds A+<br />

frigoplanten, waar tijdens het najaar de<br />

bloemtrossen werden weggenomen. Het<br />

teeltsysteem met frigoplanten is in de<br />

praktijk niet courant, maar werd in de<br />

proef toch meegenomen om de reactie van<br />

de plant na te gaan.<br />

Bij deze planten werd, net vóór de winter,<br />

ofwel een deel van het blad weggenomen,<br />

ofwel het aantal neuzen uitgedund (met<br />

een deel blad), ofwel werd geen ingreep<br />

gedaan. Bij de objecten waar neuzen<br />

werden weggenomen, bleven maximaal 3<br />

neuzen per plant behouden. Bij het<br />

bladknippen werd ongeveer de helft van<br />

het (oudste) blad weggenomen.<br />

Onderstaande tabel geeft een overzicht<br />

van de verschillende objecten.<br />

Object Planttype bladknippen Wegnemen neuzen<br />

1 Verse plant 27/11/2006 27/11/2006<br />

2 Verse plant geen (= standaard) geen (= standaard)<br />

3 Verse plant 27/11/2006 geen<br />

4 Frigoplant A+ 27/11/2006 27/11/2006<br />

5 Frigoplant A+ geen geen<br />

De oogst begon op 15 mei 2007 en<br />

eindigde op 28 juni 2007. Er waren in<br />

totaal 12 oogstbeurten.<br />

Onderstaande tabellen geven de<br />

opbrengstgegevens weer. De gegevens zijn<br />

uitgedrukt in gram per plant. De<br />

plantdichtheid was 3,33 planten/m².<br />

Object Opbrengst Sortering in gram/plant<br />

g/plant %<br />

relatief<br />

4A & 3A 2A & A B & C Misv. &<br />

besch.<br />

1 1205 85 177 584 244 137 63<br />

2 1416 100 140 619 308 217 131<br />

3 1310 93 151 641 276 165 77<br />

4 680 48 406 130 26 82 36<br />

5 1076 76 561 204 75 169 67<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be<br />

Rot


Pagina 17 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Object Opbrengst klasse I vruchten<br />

(4A, 3A, 2A en A)<br />

Totaal uitval<br />

(misvormd, beschadigd, rot)<br />

Opbrengst in g/plant % Opbrengst in gram/plant %<br />

4A & 3A 2A & A Totaal relatief Misv. &<br />

besch.<br />

Rot Totaal relatief<br />

1 177 584 761 100 137 63 200 57<br />

2 140 619 759 100 217 131 348 100<br />

3 151 641 792 104 165 77 242 70<br />

4 406 130 536 71 82 36 118 34<br />

5 561 204 765 101 169 67 236 68<br />

De hoogste opbrengst werd bekomen bij<br />

die planten waar tijdens het najaar geen<br />

blad of neuzen werden weggenomen (=<br />

standaard). Dit was zowel het geval bij de<br />

verse planten als bij de frigoplanten.<br />

Bij de objecten met verse planten was er<br />

een totaal opbrengstverlies van 7 %<br />

wanneer enkel blad werd weggenomen.<br />

Wanneer echter neuzen en blad werden<br />

weggenomen steeg het opbrengstverlies<br />

naar 15 %.<br />

Bij de frigoplanten was er een totaal<br />

opbrengstverlies van 28 % wanneer<br />

neuzen en blad werden weggenomen.<br />

Wanneer echter het aandeel klasse I<br />

vruchten in rekening wordt gebracht, blijkt<br />

dat bij de objecten met verse planten er<br />

geen minopbrengst was wanneer blad<br />

en/of neuzen werden weggenomen. Bij<br />

object 3 (enkel blad knippen) waren zelfs 4<br />

% meer grote vruchten. Daarnaast was er<br />

veel minder uitval wanneer blad of neuzen<br />

werden weggenomen, respectievelijk 30 %<br />

en 43 %.<br />

De totale meeropbrengst bij de planten die<br />

ongemoeid werden gelaten ging dus<br />

volledig verloren aan beschadigde,<br />

misvormde en rotte vruchten.<br />

Bij de frigoplanten bleef het verlies aan<br />

klasse I vruchten behouden wanneer blad<br />

en neuzen werden weggenomen, dit in<br />

tegenstelling tot de verse planten. Een<br />

directe verklaring hiervoor is niet gekend.<br />

Besluit<br />

Bij een grondteelt met verse Elsanta<br />

planten, die sterk ontwikkeld zijn vóór de<br />

winter, is het aan te raden om de planten<br />

te verlichten door neuzen en een gedeelte<br />

blad weg te nemen.<br />

In deze proef gebeurde dit net vóór de<br />

planten in rust de winter in gingen. Dit<br />

leidde tot een goed resultaat met even veel<br />

grote vruchten, iets minder kleine vruchten<br />

en vooral minder uitval.<br />

Wat het resultaat zou zijn van voornoemde<br />

ingrepen in een vroeger stadium of na de<br />

winter werd in dit onderzoek niet<br />

nagegaan.<br />

Bladknippen en neuzen wegnemen bij de<br />

frigoplanten gaf in deze proef geen beter<br />

resultaat, maar dit teeltsysteem is dan ook<br />

geen courant systeem dat in de praktijk<br />

terug te vinden is.<br />

Johan Simoen<br />

Dennis Desmet<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 18 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Drift reduceren en bufferzonereglementering: ook iets voor u?!<br />

Inleiding<br />

Gewasbeschermingsmiddelen worden door<br />

de consument vaak geassocieerd met<br />

“vergif”. Berichtgeving rond de<br />

residuproblematiek, accidentele<br />

verontreinigingen van het oppervlakte-<br />

water door spuitoplossingen en drift van<br />

spuitnevels naar een naburig perceel of in<br />

de gracht, hebben het gebruik van<br />

gewasbeschermingsmiddelen een negatief<br />

imago bezorgd. Onder druk van een steeds<br />

kritischer wordende maatschappij voert de<br />

overheid een streng erkenningenbeleid<br />

niettegenstaande gewasbeschermingsmiddelen<br />

nog steeds noodzakelijk zijn voor<br />

een economisch verantwoorde en<br />

rendabele productie.<br />

De code van goede praktijk veronderstelt<br />

dat een landbouwer bij een bespuiting van<br />

volleveldsgroenten in de nabijheid van een<br />

waterloop, steeds een bufferzone van één<br />

meter respecteert en van drie meter bij<br />

boomgaarden, ongeacht de toegepaste<br />

techniek of het toegepaste middel. Met het<br />

oog op een verbetering van de<br />

waterkwaliteit én het behoud van de<br />

erkenning van bepaalde<br />

gewasbeschermingsmiddelen mits<br />

verantwoord gebruik, werd de<br />

bufferzonereglemetering in het leven<br />

geroepen. De te respecteren breedte is<br />

steeds vermeld op het etiket van het<br />

gewasbeschermingsmiddel<br />

Project<br />

Wordt geopteerd voor het bespuiten met<br />

de klassieke spuittechniek, dit betekent<br />

met een klassiek spuittoestel zonder<br />

driftreducerende doppen, dan kan de<br />

breedte van de bufferzone variëren van 2<br />

tot 200 meter. Deze kan verminderd<br />

worden door het inzetten van een<br />

driftreducerende spuittechniek. De<br />

mogelijkheden zijn divers, maar<br />

onvoldoende gekend onder de<br />

landbouwers. Daarom sloegen het POVLT<br />

(<strong>Beitem</strong>), het PCG (Kruishoutem) en het<br />

PSKW (Sint-Katelijne-Waver) de handen in<br />

elkaar. In het kader van het DLV-ADLOproject<br />

“Demonstratie en Voorlichting rond<br />

driftreductie, puntvervuiling en<br />

bescherming van de toepasser” wordt aan<br />

de hand van demonstraties en<br />

voordrachten geprobeerd landbouwers<br />

voor te lichten en te sensibiliseren.<br />

Praktisch worden zij ondersteund door de<br />

expertise van het ILVO-Agrotechniek<br />

(Merelbeke) die verkregen werd uit een<br />

grootschalig onderzoeksproject omtrent<br />

drift van gewasbeschermingsmiddelen<br />

i.s.m. UGent (Dept. Gewasbescherming) en<br />

KULeuven (Dept. Biosystemen),<br />

gefinancierd door IWT Vlaanderen.<br />

Drift?<br />

Drift is de ongewenste verplaatsing van<br />

gewasbeschermingsmiddelen buiten het te<br />

behandelen perceel naar bijvoorbeeld<br />

oppervlaktewateren of naburige percelen,<br />

tengevolge van wind. Er kan een<br />

onderscheid gemaakt worden tussen<br />

dampdrift en druppeldrift. Laatstgenoemde<br />

vertegenwoordigt het belangrijkste aandeel<br />

in de totale hoeveelheid drift, is<br />

voornamelijk afhankelijk van de toegepaste<br />

techniek en de weersomstandigheden en<br />

kan eenvoudiger gereduceerd worden.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be<br />

Drift<br />

Drift veroorzaakt schade aan fauna en flora<br />

in wegbermen en oppervlaktewater. Ook<br />

de kans op ongewenste residu’s in de<br />

gewassen van de aangrenzende percelen<br />

verhoogt. Bovendien komt er een lagere<br />

dosering op het te behandelen perceel<br />

terecht en is er een slechte<br />

verdelingsgraad in het veld, waardoor de


Pagina 19 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

biologische efficiëntie van het product<br />

verlaagt. Redenen genoeg dus om drift wat<br />

nader te bekijken en om te proberen drift<br />

te reduceren.<br />

Invloedsfactoren<br />

De druppelgrootte speelt een zeer<br />

belangrijke rol in de hoeveelheid drift.<br />

Immers, hoe groter de druppel, hoe sneller<br />

hij valt, hoe kleiner de kans op drift.<br />

Druppelgrootte is afhankelijk van doptype,<br />

dopgrootte en spuitdruk. Hoe kleiner de<br />

TABEL 1: Meest voorkomende doptypes en hun driftgevoeligheid<br />

Doptype Werveldop Standaard<br />

spleetdop<br />

Druppelgrootte Veel kleine<br />

driftgevoelige<br />

druppels<br />

Driftrisico<br />

Hoog<br />

Opmerkingen Hoog driftrisico<br />

door gebruik bij<br />

hoge spuitdruk;<br />

veel gebruikte dop<br />

in de fruitteelt.<br />

dop (kleurencode) en/of hoe hoger de<br />

spuitdruk, hoe meer drift er wordt<br />

veroorzaakt voor éénzelfde doptype.<br />

Daarnaast speelt ook het doptype een<br />

belangrijke rol; er is dan ook een groot<br />

gamma doptypes op de markt.<br />

Onderstaand werd een overzicht<br />

opgenomen van de meest voorkomende<br />

doptypes, gerangschikt in dalende volgorde<br />

van driftgevoeligheid, met hun<br />

belangrijkste kenmerken.<br />

Ketsdop Driftreducerende<br />

spleetdop<br />

Afhankelijk van Weinig kleine Grovere druppels<br />

spuitdruk (2-4 bar) vloeistofdruppels door aanwezigheid<br />

restrictorplaatje<br />

Driftrisico hoger bij<br />

hogere spuitdruk<br />

DRIFT<br />

Plaatje veroorzaakt<br />

een drukval,<br />

waardoor iets<br />

grotere druppels<br />

worden gevormd.<br />

Luchtmengdop Luchtondersteunende<br />

spuitdop<br />

Grovere druppels<br />

door vorming van<br />

met lucht gevulde<br />

vloeistofdruppels<br />

Vloeistof en lucht (onder<br />

druk) komen samen in de<br />

dop<br />

Hoge druppelsnelheden,<br />

dus beperkte drift<br />

Bron: Ilvo/Agrotechniek<br />

Opmerking: Kantdoppen werden niet in dit overzicht opgenomen. Deze doppen begrenzen het spuitbeeld aan<br />

het uiteinde van de spuitboom, zodat de laatste gewasrij nog net bespoten wordt. Hiermee kan een<br />

driftreductie van 30 tot 50 % gerealiseerd worden bij correct gebruik. Aangezien deze doppen niet opgenomen<br />

werden in de bufferzonereglementering, wordt hierop niet verder ingegaan.<br />

Weersomstandigheden hebben een<br />

belangrijke invloed op drift. Hoe hoger de<br />

windsnelheid, hoe meer drift. Bespuitingen<br />

bij windsnelheden van meer dan 18<br />

km/uur (3 beaufort) dienen vermeden te<br />

worden. Ook bij een windrichting in de<br />

richting van een waterloop, wordt een<br />

bespuiting langs die waterloop beter<br />

uitgesteld.<br />

Bij warm weer met een lage<br />

luchtvochtigheid verdampt bij een<br />

bespuiting het water uit vloeistofdruppels,<br />

waardoor deze lichter en dus<br />

driftgevoeliger worden.<br />

Ook door een hogere rijsnelheid, wat meer<br />

turbulentie met zich meebrengt, verhoogt<br />

de kans op drift.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be<br />

Laag<br />

Wanneer bespuiten?<br />

Een bespuiting wordt het best uitgevoerd<br />

op een moment met weinig wind, bij een<br />

hoge luchtvochtigheid en een eerder lage<br />

temperatuur. In de praktijk komt dit er<br />

vaak op neer dat de bespuiting het best ‘s<br />

morgens of in de vooravond wordt<br />

uitgevoerd.<br />

Driftreducerende maatregelen<br />

(Bron: ILVO – Agrotechniek)<br />

In de eerste plaats kan drift gereduceerd<br />

worden door te kiezen voor de juiste dop.<br />

Met een kleinere dop verhoogt de kans op<br />

drift. Een standaard spleetdop met grootte<br />

ISO 02 veroorzaakt 136 % meer drift dan<br />

een standaard spleetdop met grootte ISO<br />

03.<br />

Bij het kiezen voor een dop met lagere


Pagina 20 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

driftgevoeligheid, verhoogt het<br />

driftreductiepotentieel. Een driftreducerende<br />

spleetdop (ISO 03)<br />

vermindert de hoeveelheid drift met 38 %<br />

ten opzichte van een standaard spleetdop<br />

van dezelfde grootte. Met een<br />

luchtmengdop (ISO 03) wordt een<br />

driftreductie van 90 % opgemeten ten<br />

opzichte van een standaard spleetdop (ISO<br />

03), onder dezelfde weersomstandigheden.<br />

Ook spuitboomhoogte, spuitdruk en<br />

rijsnelheid hebben een niet te<br />

onderschatten invloed op drift. De<br />

spuitboomhoogte verlagen, doet de drift<br />

dalen. De optimale spuitboomhoogte voor<br />

een goede verdeling van de spuitvloeistof<br />

bij een dopafstand van 50 cm en een<br />

tophoek van 110 °, is 50 cm. Bij winderige<br />

weersomstandigheden kan de spuitboomhoogte<br />

eventueel verlaagd worden tot 35<br />

cm indien de spuitboom voldoende stabiel<br />

is, zodat een goede verdeling van de<br />

spuitvloeistof in het gewas behouden blijft.<br />

Met een traditionele spuitboom wordt het<br />

best een rijsnelheid van maximum 8<br />

km/uur aangehouden. De minste drift<br />

wordt vastgesteld bij een rijsnelheid van 6<br />

km/uur. Bij een spuitboom met<br />

luchtondersteuning mag de rijsnelheid<br />

hoger zijn.<br />

Bij het verlagen van de spuitdruk van 3 bar<br />

naar 2 bar wordt 43% minder drift<br />

vastgesteld.<br />

Bij het spuiten met luchtondersteuning<br />

wordt een luchtstroom gecreëerd waarmee<br />

de druppels als het ware ín het gewas<br />

worden geblazen. Hierdoor heeft de wind<br />

minder invloed op de spuitvloeistof,<br />

waardoor, afhankelijk van het doptype,<br />

een driftreductie van 50 % tot 95 % kan<br />

gerealiseerd worden ten opzichte van een<br />

bespuiting met een standaard spleetdop<br />

zonder luchtondersteuning.<br />

Bespuiting met luchtondersteuning<br />

Bespuiting zonder luchtondersteuning<br />

Met behulp van luchtondersteuning kan het<br />

effect van de wind dus worden<br />

gecompenseerd. Andere voordelen zijn een<br />

betere vloeistofverdeling en een betere<br />

bedekking van het gewas, waardoor een<br />

lagere concentratie van het product nodig<br />

is. De bespuiting is minder weers-<br />

afhankelijk en er kan een lager<br />

watervolume worden ingezet, terwijl de<br />

bespuiting met hogere rijsnelheid kan<br />

worden uitgevoerd.<br />

Alternatieven om drift te verminderen, zijn<br />

het uitvoeren van een bespuiting in banden<br />

of rijen, het afschermen van de spuitboom,<br />

waardoor de invloed van de wind wordt<br />

gereduceerd, elektrostatisch spuiten en<br />

precisiespuiten. Ten slotte dient te worden<br />

vermeld dat hagen, kunstmatige schermen<br />

en rietschermen langs een waterloop<br />

belangrijke driftreducerende<br />

randstructuren zijn. De hoeveelheid<br />

driftreductie is afhankelijk van de<br />

doorlatendheid, de dikte, de hoogte en de<br />

homogeniteit van deze randstructuren.<br />

Bufferzonereglementering<br />

De drink- en grondwaternorm voor<br />

gewasbeschermingsmiddelen bedraagt 0,1<br />

µg/l. Dit betekent dat er slechts één<br />

milliliter actieve stof op 10.000 m³ water<br />

mag gevonden worden. Om deze norm te<br />

behalen, kunnen bepaalde middelen enkel<br />

hun erkenning behouden mits ze veilig en<br />

verantwoord worden toegepast. Daarom<br />

werd de bufferzonereglementering<br />

ingevoerd.<br />

Alle gebruikers van fytoproducten dienen<br />

de bufferzones vermeld op het etiket van<br />

het toegepaste product, te respecteren.<br />

Eind 2006 waren reeds 101 actieve stoffen<br />

erkend met bufferzone, waarvan 55<br />

herbiciden, 16 insecticiden/acariciden en<br />

30 fungiciden. De kans dat je als<br />

landbouwer hiermee geconfronteerd wordt,<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 21 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

is dus groot.<br />

De bufferzone is de niet-behandelde strook<br />

naast een wateroppervlak (beek, vijver,<br />

sloot met water, drainage kanalen, enz.).<br />

De breedte wordt gemeten vanaf de laatst<br />

bespoten rij tot de oever van de waterloop.<br />

Breedte van een bufferzone<br />

Op het etiket van een middel is het<br />

mogelijk dat één van volgende bufferzones<br />

vermeld wordt: 2 meter met klassieke<br />

techniek, 5 meter met klassieke techniek,<br />

10 meter met klassieke techniek, 20 meter<br />

met klassieke techniek, 20 meter met 50<br />

% reducerende techniek, 20 meter met 75<br />

% reducerende techniek, 20 meter met 90<br />

% reducerende techniek. Deze werden in<br />

onderstaande tabel in blauw aangeduid.<br />

Daarnaast zijn er vier klassen van<br />

spuittechnieken (klassiek, 50%, 75% en<br />

90%), in de tabel in groen aangeduid, die<br />

uiteindelijk bepalen welke bufferzone-<br />

breedte dient gerespecteerd te worden<br />

(geel). Dit betekent dat indien er<br />

bijvoorbeeld op het etiket vermeld staat<br />

dat de bufferzone 20 meter bedraagt met<br />

een 90% reducerende techniek, deze<br />

bufferzone met de klassieke techniek<br />

zomaar eventjes 200 meter bedraagt…! Zo<br />

wordt een spuittoestel met<br />

luchtondersteuning in de driftreductieklasse<br />

75 % ingedeeld en een<br />

afgeschermde spuitboom in de klasse 50<br />

%; aan een rijen/beddenspuit wordt een<br />

driftreductie van 75 % toegekend, terwijl<br />

dit voor een overkapte rijen/beddenspuit<br />

90 % bedraagt. De voorbeelden gelden<br />

indien de toestellen uitgerust zijn met<br />

standaard spuitdoppen.<br />

Een klassiek spuittoestel met<br />

standaarddoppen levert 0% reductie.<br />

TABEL 2: Bufferzonereglementering: hoe de te respecteren bufferzone bepalen?<br />

BUTISAN S in prei<br />

Vermeld op het etiket:<br />

Bufferzone van :<br />

Techniek Techniek Techniek<br />

Klassieke techniek<br />

met 50 % met 75 % met 90 %<br />

reductie reductie reductie<br />

2 m 5 m 10 m 20 m 20 m 20 m 20 m<br />

De door de landbouwer toegepaste spuittechniek Effectief te respecteren bufferzone op basis van de gebruikte techniek<br />

Klassieke techniek 2 m 5 m 10 m 20 m 30 m 40 m 200 m<br />

50% 1 m 2 m 5 m 10 m 20 m 30 m 40 m<br />

75% (vb. rijenbespuiting met standaarddoppen) 1 m 2 m 2 m 5 m 10 m 20 m 30 m<br />

90% (vb. luchtondersteuning met driftreducerende doppen) 1 m 1 m 1 m 1 m 5 m 10 m 20 m<br />

Met een aangepast spuittoestel en/of<br />

aangepaste spuitdoppen mag de<br />

landbouwer de opgegeven breedte dus<br />

reduceren gebruik makend van<br />

bovenstaande tabel.<br />

Verder werd er een lijst opgesteld waarin<br />

de meeste driftreducerende doppen<br />

vermeld worden, in combinatie met het<br />

type spuittoestel. Deze lijst geeft het<br />

percentage reductie weer voor een<br />

bepaalde dop bij een bepaald toestel. Deze<br />

lijst wordt regelmatig aangepast door een<br />

technisch comité en kan u terugvinden in<br />

de brochure “maatregelen ter beperking<br />

van de verontreiniging van<br />

oppervlaktewater door<br />

gewasbeschermingsmiddelen” of op de<br />

website www.fytoweb.fgov.be.<br />

Zo dient bij het inzetten van Butisan S in<br />

prei een bufferzone van 10 meter<br />

gerespecteerd te worden, indien de<br />

behandeling met een klassiek spuittoestel<br />

met standaarddoppen wordt uitgevoerd.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 22 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Kiest de landbouwer echter voor een<br />

onkruidbehandeling op de rij en<br />

mechanische onkruidbestrijding tussen de<br />

rij, een techniek die 75 % reductie geeft,<br />

dan mag de bufferzone gereduceerd<br />

worden van 10 meter naar 2 meter. Wordt<br />

de behandeling echter uitgevoerd met een<br />

toestel met luchtondersteuning én<br />

driftreducerende Teejet TT doppen ISO 04,<br />

dan mag de bufferzone gereduceerd<br />

worden tot 1 meter.<br />

Veel landbouwers kennen de<br />

bufferzonereglementering en/ of<br />

driftreducerende technieken niet of<br />

onvoldoende. Met dit artikel hopen wij dan<br />

ook u op goede weg gezet te hebben.<br />

Mocht u nog vragen hebben, aarzel dan<br />

niet contact met ons op te nemen.<br />

S. Pluym, D. Callens (POVLT, <strong>Beitem</strong><br />

051/27.33.03)<br />

L. De Reycke (PCG, Kruishoutem,<br />

09/381.86.86)<br />

J. De Nies, L. De Rooster (PSKW, Sint-<br />

Katelijne-Waver 015/30.00.69)<br />

D. Nuyttens, E. Brusselman, M. D’hoop<br />

(Ilvo/ Agrotechniek, Merelbeke,<br />

09/272.27.82)<br />

Dit project wordt medegefinancierd door de<br />

Europese Unie en de Afdeling Duurzame<br />

Landbouwontwikkeling van het departement<br />

Landbouw en Visserij<br />

In the picture: geïntegreerde teelt. Wat mag u van ons<br />

verwachten?<br />

Al geconfronteerd geweest met residuoverschrijdingen?<br />

Kent u de gevolgen van<br />

het pesticidenreductieplan? Volgt u de<br />

intrekking van de erkenning van middelen<br />

op de voet? We kunnen er niet om heen:<br />

de druk van de maatschappij op de<br />

landbouwsector om het gebruik van<br />

gewasbeschermingsmiddelen te vermijden<br />

of te verminderen, is zeer groot. Maar kan<br />

de landbouwer van vandaag daar het hoofd<br />

aan bieden? Moet hij ongenuanceerd het<br />

gebruik van gewasbeschermingsmiddelen<br />

afzweren om een speler op de markt van<br />

vraag en aanbod te kunnen blijven? Of<br />

kiest hij beter voor een economisch<br />

rendabele en kwaliteitsvolle productie, mits<br />

geïntegreerd te behandelen?<br />

Al deze vragen zijn ook bij de overheid niet<br />

in dovemansoren terecht gekomen. Steeds<br />

meer worden zowel vanuit Vlaamse als<br />

vanuit de Europese hoek initiatieven<br />

ondersteund die gericht zijn op<br />

geïntegreerde bestrijdingsmethodes in<br />

diverse teelten. Niet alleen loopt er in het<br />

POVLT het ADLO-project “Reductie van<br />

gewasbeschermingsmiddelen,” ook binnen<br />

het interregionaal project “Groentetuin van<br />

Europa” worden diverse proeven aangelegd<br />

die erop gericht zijn zo verantwoord<br />

mogelijk om te springen met pesticiden.<br />

En we zijn ambitieus. Dit jaar staan in het<br />

kader van bovenvermelde projecten de<br />

gewassen prei, bloemkool, wortel, boon en<br />

knolselder in de kijker.<br />

Prei<br />

In de teelt van prei werden in Menen,<br />

Reningelst en Zonnebeke proefvelden<br />

aangelegd in praktijkpercelen. Een deel<br />

van het perceel behandelt de teler<br />

vollevelds volgens eigen inzichten: de<br />

behandelingsfrequentie en de middelenkeuze<br />

worden aan zijn oordeel<br />

overgelaten. Een deel van het perceel<br />

wordt opgevolgd door de medewerkers van<br />

het proefcentrum. Daarbij streven we naar<br />

een zo optimaal en minimaal mogelijk<br />

gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.<br />

We beschikken daarbij over een waaier van<br />

mogelijkheden. Vooreerst opteren we<br />

steevast voor een ras dat minder gevoelig<br />

blijkt te zijn voor bepaalde ziekten en/of<br />

plagen. Vervolgens wordt waar mogelijk<br />

mechanische onkruidbestrijding toegepast.<br />

We volgen de waarschuwingsberichten<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 23 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

nauwkeurig op, vooraleer over te gaan tot<br />

een bespuiting. Daarbij kiezen we ervoor<br />

om zo lang mogelijk in stroken te<br />

behandelen.<br />

Vooral in het begin van de teelt gaat bij<br />

het vollevelds behandelen van gewassen<br />

met een ruime plantafstand veel middel<br />

verloren, omdat het tussen de rijen of<br />

ruggen terecht komt. Indien echter in<br />

stroken wordt behandeld, kan naargelang<br />

de bodembedekkingsgraad van het gewas,<br />

de breedte van de stroken worden<br />

aangepast door de hoogte van de<br />

spuitboom te laten variëren. Op die manier<br />

worden de middelen op de meest efficiënte<br />

wijze ingezet.<br />

Tevens houden we rekening met de impact<br />

van de middelen op mens en milieu en<br />

kiezen we waar mogelijk telkens het<br />

middel met de minste belasting. Op die<br />

manier hopen we aan het einde van de rit<br />

een kwalitatief evenwaardig product en<br />

een gelijk rendement als de teler te<br />

kunnen behalen.<br />

Bloemkool en knolselder<br />

In bloemkool gaan we op dezelfde manier<br />

tewerk en zullen we analoge methodes<br />

inzetten als bij prei. Bijzondere aandacht<br />

gaat uit naar de koolvlieg. Daarom zullen<br />

we opteren voor gecoate planten in<br />

combinatie met een plantbakbehandeling<br />

met Tracer. Vervolgens zal het<br />

waarschuwingsbericht nauwlettend in het<br />

oog gehouden worden.<br />

Ook in knolselder is een identieke proef<br />

opgezet, waarbij de focus ligt op de<br />

behandeling van bladvlekkenziekte<br />

(Septoria). Momenteel worden tegen deze<br />

ziekte nog steeds kalenderbespuitingen<br />

uitgevoerd. We trachten na te gaan of deze<br />

kunnen gereduceerd worden op basis van<br />

veldwaarnemingen.<br />

Wortel<br />

Bij wortel vergelijken we de efficiëntie van<br />

zaadcoating met de behandeling van een<br />

proefmiddel op het zaad en hetzelfde<br />

proefmiddel op de rug. Tevens ligt er als<br />

referentie een object met afdekking in deze<br />

proef. We testen eveneens de efficiëntie<br />

van verschillende middelen tegen<br />

wortelvlieg. De beslissing om te<br />

behandelen wordt bepaald op basis van de<br />

waarnemingen met gele plakvallen. Er<br />

werden 5 gele plakvallen in het proefveld<br />

geplaatst; de vliegen worden wekelijks<br />

geteld. De wortelen werden op 25 mei<br />

gezaaid. De eerste vlucht was op dat<br />

moment reeds zo goed als voorbij. Ook dit<br />

kan als een teeltmaatregel om de inzet van<br />

gewasbeschermingsmiddelen te<br />

verminderen, worden beschouwd.<br />

Bepaalde rassen hebben immers een<br />

kortere vegetatieduur nodig.<br />

Boon<br />

In de bonenteelt verdwijnt het middel<br />

Ronilan. Manieren om de efficiëntie van<br />

ziektebestrijding te optimaliseren zijn<br />

daarom zeer actueel. We gaan bij<br />

stamslaboon na wat de invloed is van het<br />

al dan niet toevoegen van een uitvloeier en<br />

van het toegepaste spuitvolume op de<br />

efficiëntie van ziektebestrijding in boon.<br />

Daarbij zullen een proefmiddel en Rovral<br />

worden uitgetest. Ook de invloed van de<br />

uitvloeier Trend wordt daarbij onder de<br />

loep genomen.<br />

Tevens wordt een proef aangelegd om de<br />

invloed na te gaan van het toevoegen van<br />

diverse uitvloeiers aan Basagran bij de<br />

bestrijding van onkruiden in boon.<br />

In de loop van het seizoen zal u de<br />

mogelijkheid krijgen om al deze proeven te<br />

bezichtigen. Wij hopen hiermee goed<br />

ingespeeld te hebben op wat de<br />

landbouwer van vandaag wakker houdt en<br />

zullen u dan ook graag verwelkomen op<br />

onze proefveldbezoeken.<br />

Saskia Pluym<br />

Danny Callens<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 24 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Bloeiende kolenvelden<br />

Effecten van functionele biodiversiteit op de plaagbeheersing door de<br />

natuurlijke vijanden van bladbeschadigers in koolgewassen<br />

Begin 2007 startte een IWT-project om het<br />

effect van eenjarige bloeiende planten op<br />

de populatieontwikkeling van natuurlijke<br />

vijanden van gewasbeschadigers in kolen<br />

te bestuderen.<br />

Komen er met een bloemenrand meer of<br />

andere natuurlijke vijanden van<br />

beschadigers van onze koolgewassen voor<br />

in het veld? Of blijven de aanwezige<br />

nuttige organismen langer leven en kunnen<br />

ze zo meer gewasbeschadigers<br />

vernietigen? Dit zijn maar enkele van de<br />

vragen waarop we een antwoord zoeken.<br />

Het doel van een bloemenrand is om<br />

natuurlijke vijanden van een onderkomen<br />

en voldoende voedsel te voorzien (nectar,<br />

pollen,...). Vanuit de bloemenrand gaan de<br />

natuurlijke vijanden zich over een bepaalde<br />

afstand het kolenveld in bewegen.<br />

Wanneer we weten over welke afstand de<br />

organismen zich verplaatsen kan in een<br />

later stadium het bloemenmengsel ook in<br />

een aantal stroken tussen het gewas<br />

uitgezaaid worden zodat de bloemen het<br />

perceel volledig dooraderen en de<br />

natuurlijke vijanden het volledige perceel<br />

kunnen bestrijken. Of dit praktisch<br />

haalbaar is en of een dergelijk systeem in<br />

staat is te verhinderen dat de economische<br />

schadedrempel voor de plaaginsecten<br />

overschreden wordt, moet uit dit<br />

onderzoek blijken.<br />

Om het effect van de bloemenranden te<br />

onderzoeken leggen de drie proefcentra<br />

voor de groenteteelt de volgende jaren<br />

proefvelden aan met spruitkolen en witte<br />

kolen. Om een beeld te vormen over de<br />

aanwezigheid en soortenrijkdom van de<br />

verschillende natuurlijke vijanden zullen de<br />

perc elen bemonsterd worden op predators<br />

en parasieten van gewasbeschadigers.<br />

Afgezette eitjes zullen verzameld en verder<br />

uitgekweekt worden. Ook zullen we nagaan<br />

in hoeverre natuurlijke vijanden in staat<br />

zijn om bepaalde plagen onder controle en<br />

dus onder bepaalde schadedrempels te<br />

houden.<br />

De coördinator van het project is het Labo<br />

voor Agrozoölogie van de Ugent. Zij zullen<br />

instaan voor de correcte determinatie van<br />

de bemonsterde insecten. Verder zal Ugent<br />

onder laboratoriumomstandigheden de<br />

interactie tussen het plaaginsect en zijn<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 25 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

natuurlijke vijand(en) bestuderen en de<br />

selectiviteit van de in de koolteelt erkende<br />

insecticiden voor de belangrijkste<br />

geïnventariseerde predators en<br />

parasitoïden uittesten.<br />

Aan het einde van het project zal bekeken<br />

worden hoe de verkregen informatie in een<br />

gangbare koolteelt kan ingepast worden en<br />

hoe de opgedane kennis kan geïntegreerd<br />

worden in het door LAVA gecoördineerde<br />

Ziekte- en plaagnieuws van het veld<br />

Wortel<br />

De wortelvlieg wordt dit jaar opgevolgd<br />

door een 135-tal telers op 1 of meerdere<br />

velden. In de tweede helft van mei werden<br />

op enkele percelen redelijk wat<br />

wortelvliegen geteld. Omwille van de<br />

minder goede weersomstandigheden werd<br />

de laatste weken op geen enkel veld de<br />

drempel overschreden. Wat beter weer kan<br />

echter al voldoende zijn voor een volgende<br />

vlucht van de wortelvlieg.<br />

Bij koude en vochtige weers-<br />

omstandigheden is er kans op aantasting<br />

door Alternaria, die loofverbruining<br />

veroorzaakt. Bij warm en droog weer kan<br />

witziekte de kop opsteken. Een<br />

ziektebehandeling tegen Alternaria is op dit<br />

moment zeker nuttig. Zie onderstaande<br />

tabel voor werkingsspectrum van de<br />

erkende middelen.<br />

middel Alternaria witziekte Sclerotinia<br />

Geyser e.a. x x<br />

Horizon e.a. x x<br />

Nativo x x x<br />

Ortiva x x<br />

Ortiva Top x x<br />

Rovral x<br />

Signum x x<br />

Systhane x<br />

Zwavel x<br />

en gefinancierde waarnemings- en<br />

waarschuwingssysteem in koolgewassen.<br />

Dit project gaat door in het kader van het<br />

IWT<br />

Coördinator: Labo voor Agrozoölogie,<br />

vakgroep gewasbescherming, Universiteit<br />

Gent FBW<br />

Projectpartners:<br />

PCG Kruishoutem<br />

PSKW Sint-Katelijne-Waver<br />

POVLT <strong>Beitem</strong><br />

Koolgewassen<br />

De koolvliegdruk is op dit moment erg<br />

laag. De volgende vlucht kunnen we<br />

binnenkort verwachten. De weers-<br />

omstandigheden waren de voorbije weken<br />

ideaal voor de ontwikkeling van ziekten.<br />

Op sommige velden wordt valse meeldauw<br />

gevonden op de onderste bladeren. Ook<br />

Alternaria wordt hier en daar vastgesteld,<br />

evenals witte roest. Hou uw gewas in de<br />

gaten en behandel indien nodig. De<br />

vochtige weersomstandigheden van de<br />

afgelopen periode waren eveneens ideaal<br />

voor de slakken. Tijdig ingrijpen is erg<br />

belangrijk om verdere vermenigvuldiging<br />

tegen te gaan. Er vliegen opnieuw sinds<br />

een tweetal weken veel mineervliegen rond<br />

op de velden. De larven van deze<br />

mineervliegen kunnen behoorlijk wat<br />

schade veroorzaken aan de bladeren. Of<br />

deze mineervlieglarven ook schade aan de<br />

spruitjes zullen veroorzaken, is nog zeer de<br />

vraag.<br />

Mineervliegschade<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be


Pagina 26 <strong>Groentemail</strong> <strong>Beitem</strong> jaargang 4 nr. 4<br />

Prei<br />

In de tweede helft van juni was er al<br />

behoorlijk wat druk van preimot.<br />

Momenteel is de druk heel wat lager. De<br />

tripsdruk is op dit moment niet al te hoog,<br />

maar dit kan snel veranderen als de<br />

weersomstandigheden wat beter worden.<br />

Agenda<br />

Hier en daar werd al roest waargenomen<br />

op de zaaibedden. Op sommige<br />

productievelden werd papiervlekkenziekte,<br />

zij het in beperkte mate, vastgesteld.<br />

Nathalie Plovie<br />

Danny Callens<br />

Demonamiddag mechanische onkruidbestrijding in prei en kolen, 1 augustus 2007<br />

Meer uitleg : zie folder in bijlage<br />

Bemestingsboulevard voor de vollegrondsgroenteteelt, 31 augustus 2007<br />

Bemestingsbeurs : 12.00 – 14.00 uur en 16.00 – 18.00 uur<br />

Studienamiddag : 14.00 – 16.30 uur<br />

Meer uitleg : zie folder in bijlage<br />

Demobezoek hergebruik en ontsmetting van water, 1 oktober 2007<br />

Op maandagnamiddag 1 oktober 2007 “Goed geboerd, ook zonder diep<br />

wordt in de namiddag een bezoek<br />

georganiseerd aan het aardbeibedrijf van<br />

K. Depraetere te Geluwe en het<br />

witloofbedrijf van S. Gheeraert te<br />

Poperinge. Op beide bedrijven wordt een<br />

toelichting gegeven van het gebruikte<br />

ontsmettingssysteem (UV of langzame<br />

zandfilter) waarvan de werking opgevolgd<br />

wordt in het kader van het ADLO project<br />

grondwater”.<br />

Voor meer info:<br />

Dominique Huits en Sigrid De Ketelaere:<br />

051/27.33.88 (Kenniscentrum Water voor<br />

land-en tuinbouw, PIVAL)<br />

Sabien Pollet: 051/27.33.04 (West-<br />

Vlaamse Proeftuin voor Industriële<br />

Groenten)<br />

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in enige vorm of wijze, zonder voorafgaande schriftelijke<br />

toestemming van de uitgever. Het Provinciaal Onderzoeks - en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw en de West-Vlaamse<br />

Proeftuin voor Industriële Groenten vzw zijn niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die zouden kunnen ontstaan bij het<br />

gebruik van de gegevens uit deze opgave.<br />

Uw naam en adres zijn opgenom en in een adresbestand dat enkel gebruikt wordt binnen de werking van het Provinciaal Centrum voor<br />

Land- en Tuinbouw (wet van 8/12/1992). Indien uw adres onjuist of niet meer relevant is, kan u de verbetering of de verwijdering ervan<br />

vragen.<br />

POVLT • Ieperseweg 87 • B-8800 Rumbeke-<strong>Beitem</strong> • Telefoon 051 27 32 00 • Fax 051 24 00 20 • E-mail povlt@west-vlaanderen.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!