26.09.2013 Views

In den Heere gerust - Stichting Oude Groninger Kerken

In den Heere gerust - Stichting Oude Groninger Kerken

In den Heere gerust - Stichting Oude Groninger Kerken

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>In</strong> <strong>den</strong> <strong>Heere</strong><br />

<strong>gerust</strong><br />

Groningen 2011<br />

K e e s K u g e l<br />

Tien grafzerken uit de<br />

zeventiende eeuw<br />

in de provincie Groningen


<strong>In</strong>leiding<br />

Al jaren bevindt zich in mijn bibliotheek het boek Gro­<br />

ninger Ge<strong>den</strong>kwaardighe<strong>den</strong> (1977) van A. Pathuis, mede-<br />

werker van het toenmalige Rijksarchief te Groningen.<br />

<strong>In</strong> dit boek zijn teksten, wapens en huismerken uit het<br />

tijdperk 1298-1814 opgenomen die zich in de provincie<br />

Groningen bevin<strong>den</strong>. Een groot deel van deze teksten<br />

bevindt zich op grafzerken, binnen en buiten kerk-<br />

gebouwen. De heer Pathuis (overle<strong>den</strong> in 1996) heeft<br />

verschei<strong>den</strong>e malen, per fiets, per auto en per solex de<br />

kerken van onze provincie bezocht en onvermoeibaar en<br />

minutieus de door hem aangetroffen teksten genoteerd.<br />

De kilometerteller van zijn solex wees in 1969 meer dan<br />

zesduizend kilometer aan.<br />

Toen ik in 008 met het fotograferen van de in de buitenlucht liggende<br />

grafzerken van de provincie Groningen (tot 18 0) begon, heb ik<br />

dikwijls aan Pathuis gedacht en – hoewel ik hem niet heb gekend –<br />

vlei ik me met de gedachte op beschei<strong>den</strong> wijze in zijn voetsporen te<br />

mogen tre<strong>den</strong>. Ik realiseer me dat ik zowel de eerbied voor ons <strong>Groninger</strong><br />

culturele erfgoed, waarvan deze zerken deel uitmaken, alsook<br />

een zekere verzamelwoede met hem deel.<br />

Wie interesseert zich voor de vele oude grafzerken die nog aanwezig<br />

zijn op de Groningse kerkhoven? Hoewel de belangstelling voor dit<br />

historische erfgoed de laatste jaren lijkt toe te nemen, doet de toestand<br />

van vele zerken rond de Groningse kerkgebouwen vermoe<strong>den</strong><br />

dat er niet veel naar wordt omgekeken.<br />

Menigmaal trof ik kapitale zerken aan uit de vroege zeventiende<br />

eeuw, bedekt met een laag modder en mos, groen uitgeslagen of<br />

zelfs, in een enkel geval, bedekt met een laag uitwerpselen van een


torenvalk die zijn rustplaats had in de kerkmuur boven de zerk. De<br />

teksten van veel zerken zijn slecht leesbaar. Bovendien zorgt de aanwezigheid<br />

van scheuren, met name bij vorst ’s winters, voor een snelle<br />

verslechtering van hun toestand.<br />

Ik heb mijn fotoverzameling van de in de buitenlucht liggende<br />

grafzerken tot 18 0 overgedragen aan de <strong>Stichting</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Groninger</strong><br />

<strong>Kerken</strong>, die hiervan gebruik zal maken op de website.<br />

<strong>In</strong> dit boekje wor<strong>den</strong> tien opmerkelijke grafzerken uit de zeventiende<br />

eeuw getoond en beschreven. Het gaat om de oudste nog in de<br />

provincie Groningen aanwezige zerken. Ik hoop dat deze publicatie<br />

een bijdrage levert aan het onder de aandacht brengen van dit unieke<br />

<strong>Groninger</strong> erfgoed.<br />

Kees Kugel


Klein Maarslag<br />

Kornelius Wiersema 1609<br />

Tussen Schouwerzijl en Mensingeweer ligt Groot Maarslag, een grotendeels<br />

intact gebleven wierde. Rijdt men nog iets verder richting<br />

Mensingeweer, dan voert een smalle weg links volgens een richtingbordje<br />

naar een ‘historische begraafplaats’. Wie deze weg volgt,<br />

komt tot zijn verwondering aan bij het kerkhof van Klein Maarslag.<br />

Op een wierde liggen diverse grafzerken, waaronder enkele zeer oude.<br />

Tot 180 stond hier een kerk, waarvan nog slechts het kerkhof<br />

rest.<br />

Hier ligt een van de oudste zich in de buitenlucht bevin<strong>den</strong>de grafzerken<br />

van de provincie Groningen. We lezen daarop de naam van<br />

Kornelius Wiersema, geboren in 1 0 en overle<strong>den</strong> op juni 1 0 .<br />

Kornelius Wiersema was een zoon van Garbrand Derks Wiersema.<br />

Deze Garbrand is begraven in de kerk van Oostum. Ook zijn grafzerk<br />

is bewaard gebleven. Hij overleed in 1 0. De zoon van Kornelius<br />

Wiersema heette ook Garbrant. Hij overleed in 1 . Zijn grafsteen<br />

ligt naast die van zijn vader op Klein Maarslag.<br />

De grafzerk van Kornelius Wiersema lag ruim twee eeuwen in de kerk<br />

8<br />

die op de wierde Klein Maarslag stond. Waarschijnlijk is de zerk bij de<br />

afbraak van de kerk buiten neergelegd, waar hij nu dus alweer ruim<br />

twee eeuwen ligt.<br />

Kornelius Wiersema bewoonde als landbouwer en zijlrechter de<br />

boerderij Rollingeweer, gelegen halverwege tussen Mensingeweer<br />

en Schouwerzijl. <strong>In</strong> 1 is in de kloosterrekeningen te lezen dat hij<br />

10 grazen land in gebruik had (een gras is 0, hectare). Rollingeweer<br />

is een oude kloosterboerderij, gelegen onder de klokslag van Klein<br />

Maarslacht, vroeger behorend bij het klooster van Aduard. Na de Reductie<br />

– de verovering van de stad Groningen door Maurits en de<br />

overgang van stad en ommelan<strong>den</strong> naar het protestantisme in 1 –<br />

ging de boerderij Rollingeweer over in han<strong>den</strong> van de provincie. De<br />

boerderij is tweehonderd jaar bewoond geweest door de familie<br />

Wiersema en wordt nog steeds bewoond.<br />

Op de zerk van Kornelius Wiersema staat de volgende tekst:<br />

Anno 1609, de 23 junius, is <strong>den</strong> E. und fromen Kornelius Wiersema Christelick<br />

in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong>n entslapen, sin seele leeft in Godt.<br />

Alles wat Ghi biddet in Juw Gebedt, so Ghit gelovet, so wert Ghit entfangen.<br />

Mat. Ant. 21 C.


Het wapen van de familie Wiersema op de zerk toont een omgewende pelikaan<br />

met opgeheven vleugel en drie jongen. Verder zien we een halve adelaar en drie<br />

klaverbla<strong>den</strong>. De pelikaan die zijn jongen voedt met zijn eigen bloed door zich-<br />

zelf in de borst te pikken, is het symbool van Christus, die zijn leven geeft voor<br />

hen die in hem geloven.<br />

Eenum<br />

Willem Ubbena 1631 / Reint Ubbena 1639<br />

Aan de oostzijde van de kerk van Eenum liggen twee kapitale grafzerken,<br />

waarop de namen van Willem Ubbena en Reint Ubbena vermeld<br />

staan. Curieus is dat beide zerken, die eerder misschien in de kerk<br />

hebben gelegen, door Pathuis in <strong>Groninger</strong> Ge<strong>den</strong>kwaardighe<strong>den</strong> wor-<br />

Het Huis te Eenum op de kwartierstaat van Alberda-Horenken.<br />

<strong>den</strong> genoemd met de aanduiding: onder gras. Kennelijk waren ze destijds<br />

in de grond gezakt, een verschijnsel dat zich regelmatig voordoet.<br />

Soms zijn zerken onder het maaiveld verdwenen, soms wor<strong>den</strong><br />

ze weer naar boven gehaald.<br />

Willem Ubbena, overle<strong>den</strong> op 1 juli 1 1, is de vroegste hoveling<br />

van het Huis te Eenum die in de archieven wordt genoemd. Het oude<br />

borgterrein lag ten oosten van de kerk. Het Huis te Eenum staat afgebeeld<br />

op de geschilderde kwartierstaat van Alberda-Horenken, die<br />

zich op de Menkemaborg bevindt.<br />

Willem Ubbena was getrouwd met de Friese dame Bouk van Botnia,<br />

die in 1 overleed. Over haar wordt nog gemeld dat zij als weduwe<br />

tien deimt hooiland in gebruik had op de Schilt en tien grazen bij de<br />

Grauwe Dijk bij Overschild. De oppervlakte van een deimt verschilt<br />

van streek tot streek, maar meestal wordt een stuk land van 0, hectare<br />

bedoeld. Een deimt kon in één dag gemaaid wor<strong>den</strong>. Willem was<br />

een zoon van burgemeester Willem Ubbena van Groningen, die na<br />

het verraad van Rennenberg in 1 80 wegens zijn staatsgezindheid gevangen<br />

werd gezet en twee jaar later naar Em<strong>den</strong> wist te ontkomen.<br />

Op de grafzerk van Willem Ubbena is te lezen:<br />

Ao 1631, <strong>den</strong> 17 july, is in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong> <strong>gerust</strong> <strong>den</strong> edelen erentfesten Willem<br />

Ubbena, joncker und hoevelinck toe Eenum, wiens diele Godt genedic si.<br />

Mors ultima linea rerum.<br />

10 11


Het laatste citaat is van de Romeinse schrijver Quintus Horatius Flaccus<br />

en komt uit zijn Epistlae, het eerste boek, nummer XVI. De volledige<br />

regel luidt bij Horatius: Mors ultima linea rerum est en de betekenis<br />

is: De dood is het eindpunt van alles.<br />

Na de dood van Willem Ubbena in 1 1 erfde zijn broer Reint Ubbena<br />

het Huis te Eenum. Hij stierf in 1 . <strong>In</strong> Spijk waren twee borgen,<br />

Reint Ubbena woonde op de meest oostelijk gelegen borg. <strong>In</strong><br />

Spijk had hij 0 grazen binnen- en buitendijks land in gebruik. Zijn<br />

eerste vrouw heette Johanna Coenders. Vanaf 1 8 was hij getrouwd<br />

met Anna Walta. Bij de boedelscheiding in 1 erfde zijn dochter<br />

Evertien (de vrouw van Herman Clant van Warfhuizen) het Huis te<br />

Eenum met hof, schuur, stratinge, put, poort, grachten, laan, grond waar<br />

huis en hof op staan, plantages, begraven tuininge, 37 grazen land en alle<br />

rechten. Waarschijnlijk heeft Reint Ubbena nooit in het Huis te Eenum<br />

gewoond.<br />

Rottum<br />

Jan Klasen Knol 1662 / Duirke Harmens 1672<br />

Rottum is een wierdedorp dat tussen Kantens en Usquert ligt. De<br />

wierde heeft een hoogte van ,8 meter. De eerste bewoners vestig<strong>den</strong><br />

zich hier op een kwelderwal langs de Fivel in de zesde eeuw voor<br />

Christus. Rond 1 00 werd te Rottum het klooster Juliana gesticht. De<br />

kloosterkerk is in 188 afgebroken. Op de fundamenten werd in 188<br />

de huidige kerk gebouwd.<br />

Wie over het kerkhof van Rottum loopt, ziet op de grafzerken opvallend<br />

vaak de naam Knol. Het gaat hier om de naam van een oud,<br />

aanzienlijk boerengeslacht, dat al heel vroeg met geslachtsnaam en<br />

familiewapen voorkomt op de graven. Als stamvader wordt beschouwd<br />

Claes Harmens ‘offte Knol’, landbouwer en paar<strong>den</strong>koopman<br />

te Startenhuizen. De naam Knol is afkomstig uit de rechtspraak.<br />

Met ‘knol’ wordt de dingstede (of gerichtsheuvel) bedoeld: het land<br />

aan de noordzijde van de kerk. Hier werd recht gesproken. De nabijgelegen<br />

boerderij had zijn naam aan die plaats ontleend. Waarschijnlijk<br />

was de betekenis van de naam later niet meer bekend, want in het<br />

wapen van de familie Knol zijn drie afbeeldingen van het landbouwgewas<br />

knol te zien. Knollen in een andere betekenis dus.<br />

Jan Klasen Knol leefde van 1 tot 1 . Hij was landbouwer en<br />

woonde op de boerderij van zijn ouders. Als provinciemeier (pachter<br />

1 1


van land van de provincie Groningen) had hij het beheer over honderd<br />

grazen land. <strong>In</strong> 1 kocht hij van Feyo Sickinge de boerderij<br />

Hayemaheerd te Warffum, voor 1 . 0 carolusgul<strong>den</strong>s. Deze boerderij<br />

verkocht hij door aan zijn zoon Derck Jans Knol (1 0-1 1 ).<br />

Jan Klasen Knol trouwde met Duirke Harmens. Zij kregen acht kinderen:<br />

zes jongens en twee meisjes. Na zoveel eeuwen liggen hun<br />

grafzerken nog steeds naast elkaar op het kerkhof van Rottum.<br />

Een van de zonen van Jan Klasen Knol en Duirke Harmens, Claes<br />

Jans Knol, woonde op de boerderij Op ter Borg in Wirdum, van oorsprong<br />

een kloosterboerderij. Over hem is bekend dat hij zich in 1<br />

verzet heeft tegen de rondtrekkende troepen van de bisschoppen<br />

van Münster en Keulen.<br />

De tekst van de grafzerk van Jan Klasen Knol luidt:<br />

Anno 1662, <strong>den</strong> 30 apryll, is <strong>den</strong> eerbaren Jan Klasen Knol seer chrystentlycken<br />

in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong>n <strong>gerust</strong>, verwachtendie een salige opeerstandinge in<br />

Christo.<br />

Het wapen van de familie Knol. Rechts: een dwarsbalk, bela<strong>den</strong> met drie klaverbla<strong>den</strong>,<br />

de dwarsbalk vergezeld van drie knollen met afgesne<strong>den</strong> loof. Links: gedeeld<br />

- een omgewende gezichtswassenaar, vergezeld van een ster (I) en een dwarsbalk,<br />

vergezeld van drie klaverbla<strong>den</strong> (II). Helmteken: een knol met afgesne<strong>den</strong> loof.<br />

Zerk van Jan Klasen Knol<br />

Garrel sweer<br />

Sicco Tammen 1630 / Aeltien Rufelaert 1644<br />

De plaats Garrelsweer heeft een zeer oude geschie<strong>den</strong>is. Aan de huidige<br />

Hervormde Kerk is dat niet af te zien, want deze is ‘pas’ gebouwd<br />

in 1 1 . De naam van de plaats is waarschijnlijk afgeleid van de persoonsnaam<br />

Gerlev. Gerleviswerd, later Garrelsweer, betekent dus de<br />

wierde van Gerlev.<br />

<strong>In</strong> 10 wordt Garrelsweer voor het eerst in een oorkonde vermeld.<br />

De Duitse keizer Hendrik IV schonk aan de aartsbisschop van Hamburg<br />

het recht om in Gerleviswert een markt te hou<strong>den</strong>. Garrelsweer<br />

dankte zijn bloei aan de ligging aan de Fivel. Toen deze rivier dichtslibde,<br />

werd Garrelsweer door Appingedam voorbijgestreefd.<br />

Een van de ‘edele heer<strong>den</strong>’ nabij Garrelsweer was de Galckemaheerd.<br />

Hier woon<strong>den</strong> Sicco Tammen en zijn vrouw Aeltien Rufelaert.<br />

Twee kapitale zerken op het kerkhof van de Hervormde Kerk van Garrelsweer<br />

benadrukken de positie die deze twee mensen in de toenmalige<br />

samenleving innamen. Naast hun grafzerken ligt de zerk van<br />

Johan Tammen – waarschijnlijk een kind van Sicco en Aeltien – die op<br />

vierjarige leeftijd is gestorven. Op dezelfde grafzerk wordt nog een<br />

kind vermeld, ook jong gestorven.<br />

1 1


De volledige tekst op de grafzerk van Sicco Tammen luidt:<br />

Ao 1630, <strong>den</strong> 17 january, is de erentf. ende arfgeseten Sicco Tammen, Tho<br />

Garrletswehr, Loppersum ende Wyrdum hoevelinck, christlick entslapen.<br />

Het wapen van de familie Tammen. Rechts: gedeeld - een halve adelaar, verge-<br />

zeld boven de kop van een ster (I) en op een terras een omziende omgewende<br />

gans met een klaverblad in de bek (II). Links: gedeeld - een halve adelaar (I) en<br />

een dwarsbalk, bela<strong>den</strong> met een ster, de dwarsbalk vergezeld van drie klaver-<br />

bla<strong>den</strong> (II). Helmteken: een vlucht, waartussen een ster.<br />

Een zoon van Sicco Tammen en Aeltien Rufelaert, met dezelfde naam<br />

als zijn vroeggestorven broer, Johan Tammen, heeft een belangrijke<br />

rol gespeeld in het bestuur van de stad en de provincie Groningen.<br />

Hij werd geboren in 1 . <strong>In</strong> 1 werd hij redger (een soort van plattelandsrechter)<br />

in Westerwolde. Hij maakte snel carrière. <strong>In</strong> 1<br />

werd hij secretaris van de stad Groningen, in 1 lid van de hoofdmannenkamer<br />

en in 1 80 raadsheer.<br />

<strong>In</strong> die periode, om precies te zijn in 1 , speelde zich in het huis<br />

van Johan Tammen een dramatische gebeurtenis af. Tij<strong>den</strong>s de belegering<br />

van de stad Groningen door bisschop Christoph Bernard von<br />

Galen van Münster (Bommen Berend), werd tij<strong>den</strong>s een bombardement<br />

van brandbommen het huis van Johan Tammen geraakt, waarbij<br />

de toevallig aanwezige, maar belangrijke Albertina Schnabel, de<br />

dood vond.<br />

Zij was de vrouw van de zeer succesvolle militair Bernhart Johann<br />

van Prott, die jarenlang als huurling in dienst was van verschei<strong>den</strong>e<br />

vorsten. Zo maakte hij in 1 met Michiel de Ruijter de tocht naar<br />

Chatham mee. <strong>In</strong> 1 maakte hij naam als commandant van de vesting<br />

Bourtange. Hij slaagde er toen in de Münsterse troepen de aftocht<br />

te doen blazen. Men had nog geprobeerd hem om te kopen met<br />

tweehonderdduizend gul<strong>den</strong>, maar de onkreukbare Van Prott gaf ten<br />

antwoord dat evenzoveel kogels op de Münstersen lagen te wachten.<br />

<strong>In</strong> 1 kocht Van Prott de Rikkerdaborg in Lutjegast en vestigde zich<br />

daar.<br />

Ook de dochter van Johan Tammen, Elsabetha Tammen, was met<br />

een bekende militair getrouwd: kapitein Hindrick Lohman, die<br />

woonde aan de Vismarkt te Groningen.<br />

Wapen op de zerk van Aeltien Rufelaert<br />

1 1


Wirdum<br />

Geele Oemkes 1607<br />

Op het kerkhof rond de kerk van Wirdum ligt een van de oudste – in<br />

de buitenlucht liggende – graven van de provincie Groningen. Het is<br />

een eenvoudige grafzerk, maar in zijn eenvoud indrukwekkend, zeker<br />

als men be<strong>den</strong>kt dat het hier gaat om een voorwerp van meer dan<br />

vierhonderd jaar oud.<br />

De tekst op de grafzerk luidt:<br />

Anno 1607, <strong>den</strong> 20 feberuari is in <strong>den</strong> Heren verstorven de dogentsame frou<br />

Geele Oemkes, de huisfrou van Lippe Sierts, wiens siele Godt genedich sy.<br />

Geele Oemkes leefde van 1 tot 1 0 . Zij was een dochter van Oemke<br />

Sierts, landbouwer te Uithuizen, en een zekere Anna, waarvan we<br />

de volledige naam niet kennen. Geele Oemkes was getrouwd met<br />

Lippe Sierts (1 0-1 0 ), die als provinciemeier woonachtig was op de<br />

kloosterboerderij Op Ter Borg te Wirdum. Ook zijn grafzerk ligt bij de<br />

kerk van Wirdum, zij het slecht leesbaar. Een van hun zoons, Siert Lippes,<br />

was landbouwer op de plaats Melkema in Huizinge en leraar van<br />

de Doopsgezinde Gemeente van Huizinge. Deze functie vervulde ook<br />

de kleinzoon van Lippe Sierts en Geele Oemkes, Derks Sierts.<br />

Het wapen van de familie Oemkes. Het wapen op de zerk is slecht leesbaar.<br />

Volgens Pathuis is het volgende te zien. Rechts: gedeeld - een halve adelaar (I)<br />

en drie leliën, in het schildhart vergezeld van een roos (II). Links: gedeeld -<br />

waarschijnlijk vier klaverbla<strong>den</strong> (I) en huismerknummer 570 (II). Een deel van<br />

het wapen komt ook voor in een gebrandschilderd glas in de kerk van Wirdum.<br />

Maarhuizen<br />

Ritse Jacobs 1648 / Nieske <strong>Heere</strong>ns 1665<br />

Aan de provinciale weg van Winsum naar Lauwersoog ligt het kerkhof<br />

van Maarhuizen. Er is weinig parkeergelegenheid: wie het kerkhof<br />

wil bezoeken kan het beste de auto op een aan de overkant van de<br />

drukke weg gelegen landweg parkeren. De drukte van het verkeer en<br />

de rust van de oude begraafplaats vormen een groot contrast. Het<br />

kost soms de nodige moeite om op het kerkhof aan de overkant van<br />

de weg te geraken.<br />

Vermoedelijk werd in 1 11 op de wierde van Maarhuizen (nu bijna<br />

vier meter boven NAP) een kerk gebouwd. Deze werd in of kort<br />

na 1 afgebroken. Dit had misschien te maken met de financiële<br />

situatie van het kerspel. Verschillende vermogende landbouwers<br />

waren doopsgezind gewor<strong>den</strong>. Het ommuurde en door hoge bomen<br />

omgeven kerkhof is nog aanwezig. De naam Maarhuizen betekent<br />

waarschijnlijk: bij de grote huizen.<br />

18 1


Op het kerkhof van Maarhuizen ligt onder meer het eenvoudige<br />

graf van Ritse Jacobs, volgens het opschrift gestorven op 1 mei 1 8.<br />

Ritse Jacobs bewoonde de Lutkehuisterheerd, op de kleine wierde<br />

Lutkehuizen, gelegen tussen Winsum en Schaphalsterzijl. Op de goederenlijst<br />

van het klooster Wer<strong>den</strong> uit de tiende eeuw komt al de<br />

naam Minori Huson (klein huis of Lutkehuizen) voor. <strong>In</strong> vroeger tij<strong>den</strong><br />

had de Lutkehuisterheerd toebehoord aan de machtige familie<br />

Onsta, die een borg te Sauwerd bewoonde. Bij een opmeting in 1<br />

werd een landoppervlak van 8 hectare genoemd als behorend bij de<br />

Lutkehuisterheerd. Een gedeelte daarvan lag ten zui<strong>den</strong> van het Winsumerdiep<br />

en een gedeelte ten noor<strong>den</strong> daarvan. Blijkens een aantal<br />

documenten was Ritse Jacobs meier van het noordelijke gedeelte van<br />

het grondbezit van de Lutkehuisterheerd.<br />

<strong>In</strong> 1 0 werd het land ten zui<strong>den</strong> van het Winsumerdiep gerechtelijk<br />

verkocht. Een van de kopers was Ritse Jacobs. Hij was afkomstig<br />

uit Alinghuizen, tussen Klein Garnwerd en Winsum, en getrouwd<br />

met Nieske <strong>Heere</strong>ns. Zij overleed op oktober 1 . Ook zij is begraven<br />

op het kerkhof van Maarhuizen, haar grafzerk is nog aanwezig.<br />

Over het Winsumerdiep was een brug aangelegd, die in de zeventiende<br />

eeuw in slechte staat verkeerde. Ritse Jacobs en zijn zoon Hero<br />

hebben verschei<strong>den</strong>e malen geklaagd over de slechte toestand van<br />

de brug.<br />

De volledige tekst van het graf van Ritse Jacobs luidt:<br />

Anno 1648, <strong>den</strong> 13 may, is de eerbare Ritse Jacobs in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong>n <strong>gerust</strong>,<br />

voorwachtende een salige opstandinge doer Christum.<br />

Het wapen van de familie Jacobs. Het wapen op de zerk, zoals omschreven door<br />

Pathuis. Gedeeld - 1 onherkenbaar huismerk 2 huismerk (I) en 1 een halve adelaar<br />

2 een dwarsbalk, vergezeld van drie klaverbla<strong>den</strong> (II).<br />

Scharmer<br />

Atke van Douma 1605<br />

Een van de fraaiste grafzerken uit de vroege zeventiende eeuw ligt op<br />

het kerkhof van Scharmer. Het is de grafsteen van Atke van Douma,<br />

gestorven op 1 mei 1 0 . De naam Scharmer (schier meer, in de oude<br />

vorm Skiramere) betekent: helder water. <strong>In</strong> de nabijheid van Scharmer<br />

stroomt de Scharmer Ae, vroeger door turfschepen bevaren. De kerk<br />

van Scharmer, waarin de grafzerk van Atke van Douma ongetwijfeld<br />

heeft gelegen, is gebouwd in 1 en werd in 18 afgebroken. De<br />

<strong>Groninger</strong> schilder Jan Ensing heeft de kerk vóór de afbraak geschilderd.<br />

Wat rest is een mooi in het groen gelegen kerkhof, waar de<br />

bezoeker zich in alle rust kan wij<strong>den</strong> aan de bestudering van de aanwezige<br />

graven.<br />

<strong>In</strong> 1 8 stichtte Johan Rengers van Scharmer een Kruisherenklooster<br />

te Scharmer, waarbij hij onder meer landerijen schonk uit eigen<br />

bezit. Na de Reductie werd – in ieder geval vóór 1 1 – de kloostergemeenschap<br />

weer opgeheven.<br />

0 1


De verdwenen kerk van Scharmer.<br />

Atke van Douma, een telg uit een Fries adellijk geslacht, was getrouwd<br />

met de hoofdeling Egbert Clant. Het echtpaar bewoonde het<br />

Huis te Scharmer, dat door vererving in het bezit van de familie Clant<br />

was gekomen. De plaats waar het huis heeft gestaan is niet precies<br />

bekend. Egbert Clant is waarschijnlijk in 1 0 overle<strong>den</strong>. Na 1 , als<br />

stad en ommelan<strong>den</strong> overgaan naar het nieuwe protestantse bewind,<br />

probeert Egbert Clant de kloosterbezittingen terug te krijgen,<br />

op grond van de stichtingsbrief. Dit lukt echter niet, zijn eis wordt afgewezen.<br />

Tot 1 0 , het vermoedelijke jaar van zijn dood, heeft hij het<br />

land van het klooster wel in gebruik gehad.<br />

De wapens van de families Van Douma, Burmania, Popma en Sjaerdema.<br />

Het wapen is gevierendeeld en toont de wapens van de families Van Douma,<br />

Burmania, Popma en Sjaerdema.<br />

De tekst op de grafsteen van Atke van Douma luidt:<br />

Anno 1605, <strong>den</strong> 16 may, is de edele doegentricke juffrow Atke van Dowma<br />

anders Klants, toe Scharmer unde beide Herkste<strong>den</strong> frow, in <strong>den</strong> Heren <strong>gerust</strong>.<br />

Zeer bijzonder is de afbeelding van een op een rustbank liggende man met puntbaard.<br />

Ik heb geen tweede voorbeeld van een dergelijke afbeelding gevon<strong>den</strong>.


Bierum<br />

Jacob Peters 1649<br />

Op het kerkhof rond de kerk van Bierum ligt de grafzerk van Jacob Peters,<br />

op 8 augustus 1 overle<strong>den</strong>. Jacob Peters werd ook wel Jacob<br />

Peters tho Watum genoemd. Watum is de naam van een buurtschap<br />

onder Bierum. De wierde aldaar wordt Hoog Watum genoemd. Op<br />

Watum lagen vroeger twee heer<strong>den</strong> en een kapel. De kapel is er niet<br />

meer en de wierde is bij de aanleg van de zeedijk verdwenen. Op de<br />

ene boerderij woonde Jacob Peters, op de andere Arent Wolters. <strong>In</strong><br />

1 1 nam Jacob Peters de boerderij van Arent Wolters over. <strong>In</strong> 1 0<br />

wer<strong>den</strong> ze samen eigenaar van een boerderij in Holwierde.<br />

<strong>In</strong> een register van provinciemeiers ston<strong>den</strong> Jacob Peters en zijn<br />

vrouw Aeltien vermeld als gebruikers van 1 grazen land.<br />

De tekst op de grafzerk van Jacob Peters luidt:<br />

Anno 1649, <strong>den</strong> 28 augustus, is <strong>den</strong> eerbaren Jacob Peters toe Watum in <strong>den</strong><br />

<strong>Heere</strong> <strong>gerust</strong>et, verwachtende een salige opstandinge in Christo.<br />

Het wapen van de familie Peters. Het wapen: een omgewende geharnaste arm,<br />

die een zwaard schuin rechts vasthoudt. Helmteken: een uitkomende geharnaste<br />

arm, die een zwaard vasthoudt.


Maarhuizen<br />

Gertrut Jans Abberinga 1695<br />

Op het kerkhof van Maarhuizen, een prachtige plaats om enige tijd te<br />

vertoeven, treft de bezoeker een grote verzameling oude zerken aan.<br />

Een van de eenvoudigste draagt de naam van Gertrut Jans Abberinga,<br />

gestorven op 1 oktober 1 . Ook haar naam is verbon<strong>den</strong> met de<br />

Lutkehuisterheerd, de eerder besproken boerderij tussen Winsum<br />

en Schaphalsterzijl. Gertrut Abberinga was getrouwd met Klaas<br />

Eckes, in 1 1 genoemd als meier van de Lutkehuisterheerd. Na de<br />

dood van Gertrut Abberinga trouwde Klaas Eckes in april 1 8 met<br />

Anje Ates, afkomstig uit Warffum.<br />

Op de grafzerk van Gertrut Abberinga staat de volgende tekst:<br />

Anno 1695, <strong>den</strong> 16 oktober, is Gertrut Jans Abberinga, die deuchtsame huisfrouw<br />

van Klaes Eckkes in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong>n <strong>gerust</strong>.<br />

Salich sin die doo<strong>den</strong> die in <strong>den</strong> heere sterven, van nu aen. Ja secht de Geest,<br />

opdat si rusten mogen van haren arbeit ende hare wercken volgen met haer.<br />

openb 14:13.<br />

Pieterburen<br />

Pieter Gerriets 1663 / Griette Pietters 1665<br />

De fraaie kerk van Pieterburen trekt terecht de aandacht van vele<br />

bezoekers. Veel minder druk bezocht wor<strong>den</strong> twee prachtige grafzerken,<br />

die naast de kerk liggen. Het gaat om het echtpaar Pieter<br />

Gerriets en Griette Pietters. Blijkens de tekst op het graf woonde het<br />

echtpaar op Wibbenga. Op de grafzerk van Griette Pietters staat dat<br />

zij gewoond heeft op die satte van Wybbenga. Ondanks mijn naspeuringen<br />

heb ik over deze mensen vooralsnog niets kunnen vin<strong>den</strong>.<br />

Misschien is iemand in staat hun levensgeschie<strong>den</strong>is aan de vergetelheid<br />

te ontrukken.<br />

De zerken van Pieter Gerriets en Griette Pietters


Het wapen van de familie Gerriets. Gevierendeeld: een omgewende arm, die<br />

een zwaard rechtop vasthoudt (I), gedeeld: 1 een linker schuinbalk bela<strong>den</strong> met<br />

een ster 2 een lelie (II), huismerk, vergezeld van de letters PG (III), gedeeld:<br />

1 twee rozen onder elkaar 2 een met twee pijlen van bene<strong>den</strong> naar boven<br />

doorstoken hart (IV).<br />

8<br />

De tekst op het graf van Pieter Gerriets luidt:<br />

Anno 1663, <strong>den</strong> 10<strong>den</strong> november, is in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong> gheruist die eersame en<br />

fromme ende seer diescreten Pieter Gerriets, huisman op Pieterburen, gewondt<br />

hebbende op Wibbenga, oudt omstreendt in syn 64e jaer, ende leidt<br />

alhier begraven. Godt wees sin siele genadig ende barmhertig ende voorwachtende<br />

een salige opstandinge in Jesum Chrstum. Amen.<br />

De tekst op het graf van Griette Pietters luidt:<br />

Anno 1665, <strong>den</strong> 2 apriel, is in <strong>den</strong> <strong>Heere</strong> <strong>gerust</strong> die eerbare fromme ende duechsaeme<br />

Griette Pietters dochter, die huisfrowe van de overle<strong>den</strong> eersame<br />

ende frommen ende seer diescreten Pitter Gerriets, in haren leven gghewoont<br />

hebbende tot Pitterburen op die satte van Wybbenga, oudt omtrent<br />

in haer ...ste jaren ende leidt alhier begraven. Godt was haren bei<strong>den</strong> sielen<br />

genadich en voorwachtende een saligen opstandinghe alleen door Jesum<br />

Christum. Amen.<br />

Het wapen op de grafzerk komt grotendeels overeen met het hierboven<br />

beschreven wapen op het graf van Pieter Gerriets.<br />

Opvallend op beide graven zijn de gebeeldhouwde portretten van een man<br />

en een vrouw, vrijwel nergens anders door mij aangetroffen.


Gebruikte literatuur<br />

R. Alma, Versteende wapens, Groningen 008.<br />

J.A. Feith, C.H. van Rhijn, J.B. Vinhuizen, G.A. Wumkes, Grafschriften<br />

in Stad en Lande, Groningen 1 10.<br />

W.J. Formsma, R.A. Luitjens-Dijkveld Stol, A. Pathuis, De Ommelander<br />

borgen en steenhuizen, Assen/Maastricht 1 8 .<br />

A. Pathuis, <strong>Groninger</strong> ge<strong>den</strong>kwaardighe<strong>den</strong>, Assen/Amsterdam 1 .<br />

0 1


Colofon<br />

De uitgave <strong>In</strong> <strong>den</strong> <strong>Heere</strong> <strong>gerust</strong> – Tien grafzerken uit de zeventiende eeuw<br />

door Kees Kugel is de negende in een reeks uitgaven over kerken en<br />

kerkhoven uitgebracht door de <strong>Stichting</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Groninger</strong> <strong>Kerken</strong><br />

met als doel de belangstelling voor dit bijzondere culturele erfgoed<br />

in het <strong>Groninger</strong>land te bevorderen.<br />

Eerder verschenen in de reeks <strong>Groninger</strong> Kerkhoven<br />

1 Die onder dezen grafzerk ligt, IJnte Botke<br />

Hier rust, o wandelaar, Reint Wobbes (op dit moment uitverkocht)<br />

Een lokaal voor tijdelijke bewaring, Pieter de Vries<br />

Wensch hem, leezer, zachte rust, Marlies van Kruining /<br />

Marjan Brouwer<br />

Versteende wapens, Redmer Alma<br />

Op de dam een ijzeren hek met krullen, Pieter de Vries<br />

Een plek die tot de verbeelding spreekt, Reint Wobbes<br />

8 Rouw, rijkdom en revolutie, Elmar Hofman<br />

Deze reeks is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage<br />

uit het Dr. P.H. Wijkfonds.<br />

fotografie:<br />

Kees Kugel<br />

tekstredactie, grafische vormgeving en productie:<br />

Ekkers & Paauw<br />

drukwerk en afwerking:<br />

Zalsman Groningen<br />

Groningen, november 011<br />

© 011 <strong>Stichting</strong> <strong>Oude</strong> <strong>Groninger</strong> <strong>Kerken</strong><br />

isbn 8- 0- - -0

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!