Uniform gemeentelijk politiereglement (UGP) - Oud-Turnhout
Uniform gemeentelijk politiereglement (UGP) - Oud-Turnhout
Uniform gemeentelijk politiereglement (UGP) - Oud-Turnhout
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
16.1 Liften en goederenliften<br />
Het geheel van de liften en goederenliften, bestaande uit één of meer schachten, is begrensd door wanden gebouwd<br />
in metselwerk of beton of door wanden met een brandweerstand Rf van minstens:<br />
Voor categorie 1: Rf = ½ uur<br />
Voor categorie 2 en 3: Rf = 1 uur.<br />
Uitzondering wordt gemaakt voor de voorzijde van de liftbordessen en de wanden die deel uitmaken van de gevel.<br />
De voorzijde van de liftbordes, de deuren inbegrepen, voldoet gedurende een half uur aan de criteria van stabiliteit en<br />
vlamdichtheid.<br />
16.2 Opgeheven<br />
16.3 Elektrische installatie voor drijfkracht, verlichting en signalisatie<br />
16.3.1 De elektrische installaties van de kamerwoningen moeten beantwoorden aan de voorschriften van de<br />
geldende wettelijke en reglementaire teksten, evenals het A.R.E.I.<br />
Alleen elektrische verlichting is toegelaten.<br />
16.3.2 Opgeheven<br />
16.3.3 Veiligheidsverlichting<br />
De evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen van de trappenhuizen, liftkooien, grote gemeenschappelijke lokalen,<br />
stooklokalen en de voornaamste elektriciteitsborden zijn voorzien van een veiligheidsverlichting.<br />
De veiligheidsverlichting mag gevoed worden door een normale stroombron, maar valt deze uit, dan moet de voeding<br />
geschieden door één of meer autonome stroombronnen. De veiligheidsverlichting moet, zodra de normale verlichting<br />
uitvalt, in werking treden binnen de 30 seconden en dit gedurende 1 uur.<br />
Autonome verlichtingstoestellen aangesloten op de kring die de betrokken normale verlichting voedt, mogen<br />
eveneens gebruikt worden zover zij alle waarborgen voor een goede werking bieden.<br />
16.4 Melding, alarm en detectie<br />
16.4.1 Algemeen<br />
Deze installaties worden bepaald op advies van de bevoegde brandweerdienst.<br />
16.4.2 Brandmelding<br />
In elke kamerwoning moet men de hulpdiensten op een adequate manier kunnen verwittigen.<br />
16.4.3 Alarm<br />
De kamerwoning moet voorzien zijn van een degelijke alarminstallatie die goed hoor- en herkenbaar is in gans het<br />
gebouw. De alarminstallatie moet werken op de normale elektrische voeding en op een noodvoeding. Zij moet kunnen<br />
bediend worden door brandmelders die minimaal moeten geplaatst zijn nabij de uitgangen op elke bouwlaag.<br />
16.4.4 Detectie<br />
16.4.4.1. Autonome detectoren:<br />
In alle kamers, in de trappenhuizen op elke bouwlaag en in de gangen dienen minimaal autonome detectoren te<br />
worden geplaatst. Indien geen automatische detectie gevraagd is, dienen de detectoren driemaandelijks<br />
gecontroleerd te worden op hun correcte werking.Het resultaat van deze controle wordt ingevuld op een controlelijst.<br />
Deze controlelijst maakt deel uit van het veiligheidsregister.<br />
16.4.4.2. Algemene en automatische branddetectie-installatie.<br />
<strong>Uniform</strong> <strong>gemeentelijk</strong>e politieverordening<br />
150