Wat is een postzegel waard

Wat is een postzegel waard?
Een vraag die veel postzegelverzamelaars, maar nog meer mensen die géén postzegels
verzamelen, stellen. Een verzameling postzegels wordt al gauw gelijkgesteld met een
‘kapitaal’. Veel verzamelaars hebben gelijk, dat hun verzameling van onschatbare waarde is!
Zij bedoelen daarmee: gevoelswaarde. Een hobby kan uitgroeien tot een passie en zo’n passie
is niet uit te drukken in een bedrag. Maar toch heeft de postzegelverzamelaar te maken met
geld. Zijn of haar hobby kost geld, hoe je het ook wendt of keert. Dat geldt voor elke hobby.
Maar hoe zit het dan met die postzegels?
De Nederlandsche Vereeniging van Postzegelhandelaren, de N.V.P.H.,
heeft voor het gemak van de verzamelaar én de postzegelhandelaar
een catalogus samengesteld, waarin alle Nederlandse postzegels en die
van de voormalige Rijksdelen Overzee, zijn afgebeeld. Daarbij heeft
de N.V.P.H. een nummer toegekend aan alle zegels en een
catalogusprijs. De catalogusprijs geeft de ‘waarde’ aan van een
postzegel en, als deze is uitgegeven in een serie, ook van de totale
serie. Laten we eens een voorbeeld nemen, toepasselijk voor het
Rembrandtjaar, de serie Zomerpostzegels uit 1956 met afbeeldingen
van Rembrandt en zijn werk in de vorm van etsen. Toen de serie
postzegel uitkwam, moest men daarvoor 73 cent betalen. Dat was 49
cent voor de frankeerwaarde en 24 cent voor het goede doel,
ondersteuning van het cultureel en sociaal werk. Maar 40 jaar later zag
het er heel anders uit.
In 1996 was de catalogusprijs voor een serie zoals je deze op het postkantoor kocht, dus
‘postfris’, gestegen tot 110 gulden!! En een serie gestempelde zegels (de tweede kolom) werd
gewaardeerd voor 75 gulden. Een eerste-dag-envelop zelfs 130 gulden.
Wat zien we op dit moment? In de catalogus van 2006 staat de postfrisse serie voor 55 euro
(gelijk aan 121 gulden), de gestempelde serie voor 37,50 euro (gelijk aan 82,50 gulden) en de
eerste-dag-envelop voor 65 euro (gelijk aan 143 gulden). Dus in die 10 jaar, rekening
houdende met de inflatie en dergelijke, is er niet veel gebeurd.
Maar is die cataloguswaarde nu ook de werkelijke waarde of de prijs die een verzamelaar
betaalt in de postzegelhandel? Dat is afhankelijk van de staat waarin zich de serie postzegels
bevindt. Want heeft er een plakkertje (om de zegels in een album te plakken) op gezeten, of
zit deze er nog op, dan betaalt men bijvoorbeeld 8 euro tot 13 euro. En voor dezelfde serie
postfris betaalt men bijvoorbeeld 16 euro tot 25 euro. En een gestempelde serie voor 10 tot 15
euro. En wat krijgt men als je als verzamelaar zo’n serie verkoopt? Meestal minder…. Dus
vergeet de rijkdom aan geld en geniet van de rijkdom van je hobby. Dat is het devies!
Bron: http://www.postzegelblog.nl / 31 maart 2006

Cataloguswaarde (filatelie)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
In de filatelie is de cataloguswaarde van een postzegel, van een postwaardestuk enz. de
notering van de waarde van het item in een postzegelcatalogus. Voor de meeste items zijn
verschillende prijsnoteringen opgenomen, voor zowel postfris, ongebruikt als gestempeld. In
Nederland is de NVPH-catalogus de meest gebruikte postzegelcatalogus om de prijsnotering
op te zoeken.
Handelswaarde
In de handel in postzegels is de cataloguswaarde een belangrijke richtlijn. Zo spreekt men
over de cataloguswaarde van een postzegel, van een serie, van een veilingkavel, van een
verzameling, enz. De vermelde cataloguswaarde ligt doorgaans ruim (orde grootte 25-75%)
hoger dan de werkelijke handelswaarde van de postzegel. De marge tussen de
cataloguswaarde en de handelswaarde varieert sterk. In het algemeen hanteert een
postzegelhandel hogere marges dan op postzegelbeurzen of in het particuliere circuit
gebruikelijk is. De feitelijke handelsprijs is echter ook nog afhankelijk van allerlei specifieke
(kwaliteits)kenmerken van de postzegel zoals: kleur, tanding, gom, type, variëteiten,
afstempeling etc. De verkoop van een verzameling postzegels levert beduidend minder op dan
de totale cataloguswaarde van de afzonderlijke items.
Prijsnotering
Voor de prijsnotering van een item wordt door de redacteurs van de catalogus een inschatting
gemaakt op basis van een aantal uitgangspunten, zoals bijvoorbeeld:
• Absolute zeldzaamheid van het postzegelitem. Hoe kleiner de verkochte oplage, hoe
hoger de prijs.
• Relatieve zeldzaamheid van het postzegelitem. Naarmate de tijd verstrijkt neemt de
schaarste toe doordat postzegels verloren gaan.
• Vraag & aanbod. Naar sommige postzegelitems is meer vraag dan naar andere
waardoor de prijs stijgt. Getalsmatig even zeldzame zegels kunnen zo verschillende
prijsnoteringen krijgen.
Vanzelfsprekend is niet van elk item in de catalogus al deze informatie bekend. Daarom is een
groot aantal prijsnoteringen volgens een vaste verhouding tussen de nominale waarde
omgerekend. Dit is vooral bij moderne postzegels het geval.

Catalogus met de waarde van postzegels
Postzegelcatalogi bewijzen verzamelaars een grote dienst als richtlijn
voor bepaling van de waarde van postzegels. Een catalogus is een
geïllustreerde prijslijst van alle postzegels die in een bepaald gebied zijn
uitgegeven. Door de afbeeldingen kunt u de postzegel snel
thuisbrengen. In een catalogus kunt u zien welke postzegels allemaal
zijn uitgebracht en kunt u bepalen welke postzegels u wilt aanschaffen.
De eerste catalogus voor postzegels
De eerste catalogus werd in september 1861 uitgegeven door Oscar
Berger-Levrault in Straatsburg in een oplage van veertig exemplaren.
Het boekje heette "Timbres-Poste" (Postzegels) en beschreef 973
verschillende postzegels.
De eerste catalogus met prijzen werd in juli 1863 uitgegeven door
Zsiesche & Köder als bijlage in een tijdschrift. De eerste catalogus met
prijzen in boekvorm werd uitgegeven door Arthur Maury in Parijs in
1863. Twee jaar later, in 1865, verscheen de eerste Stanley Gibbons.
Uitgegeven door postzegelhandelaren
Deze eerste catalogi waren prijslijsten die werden uitgegeven door postzegelhandelaren.
Tegenwoordig is in een catalogus veel meer informatie opgenomen: Zij verschaft richtprijzen
opgesteld aan de hand van recente verkopen en andere informatie. Een catalogus is
tegenwoordig een soort encyclopedie, die veel interessante informatie over de uitgegeven
postzegels verstrekt als verschijningsdatum, omschrijving van de afbeelding, ontwerp,
drukmethode etc.
Cataloguswaarde
Zonder catalogus zouden we niet weten welke postzegels we zouden willen aanschaffen. Omdat
iedereen wel eens een postzegel koopt, is het belangrijk om te weten hoe de prijsverhoudingen
ongeveer liggen. De "cataloguswaarde" komt u regelmatig tegen in aanbiedingen. De
cataloguswaarde is niet het enige dat u in de gaten moet houden, want andere factoren (kwaliteit)
zijn ook van belang.
Bron: http://www.filahome.nl

De tien duurste postzegels ter wereld
• Mauritius: 1 penny oranje (Post Office 1847) - De enveloppe met daarop een 1 penny
oranje en 2 pence blauw werd geveild voor 8,9 miljoen gulden.
• Zweden: Tre Skilling Banco in geel (foutdruk, de normale kleur is groen) - In 1996 geveild
voor ca. 5 miljoen gulden.
• Guyana: 1 cent zwart op rood (1856) - In 1980 geveild voor 935.000 dollar. (is ca. 1,8
miljoen gulden)
• Verenigde Staten: 1 cent Z-Grill (1868) - In 1988 geveild voor ca. 2, 2 miljoen gulden.
• Hawai: 2 cent blauw (1851) - Cataloguswaarde ongebruikt ca. 1,6 miljoen gulden, gebruikt
ca. 550.000 gulden.
• Mauritus: 2 penny blauw (Post Office 1847) - In 1994 gekocht van een particulier.
Cataloguswaarde ongebruikt ca. 1,1 miljoen gulden, gebruikt ca. 700.000 gulden. Een
ongebruikt exemplaar is te vinden in het Museum voor Communicatie in Den Haag.
• Verenigde Staten: Inverted Jenny, 24 cent, luchtpost (1918) - Waarde ca. 300.000 gulden.
• Verenigde Staten: Postmaster Mt. Lebanon - Cataloguswaarde gebruikt ca. 330.000 gulden
• Bermuda: 1 penny (Postmaster P. Hamilton 1948) - Cataloguswaarde gebruikt ca. 250.000
gulden
• Canada: 12 pence (1851) - Cataloguswaarde ongebruikt ca. 150.000 gulden, gebruikt ca.
110.000 gulden.
Bron: Steemers.