LEIDRAAD - Octopusplan
LEIDRAAD - Octopusplan
LEIDRAAD - Octopusplan
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Lesopbouw<br />
4.1 Probleemstelling<br />
Bespreek de tekst.<br />
• Ligt in onze schoolomgeving een kruispunt? Waar? Wie moet hier wel eens afslaan naar links of<br />
rechts? Hoe doe je dat?<br />
• Wat kun je doen om op een veilige manier af te slaan? Goed uitkijken, je arm uitsteken en teken geven<br />
welke richting je uit wilt, voorrang geven ...<br />
4.2 Zoek<br />
Bespreek tekst en tekening.<br />
• Hoe kun je zien naar welke kant fi etsers willen afslaan?<br />
Ze geven een teken met hun armen.<br />
• Hoe kun je zien naar welke kant autobestuurders afslaan? Ze zetten hun richtingaanwijzers aan.<br />
R<br />
4.3 Leer<br />
a. Let op! Een kruispunt!<br />
Bespreek tekst en tekening.<br />
les 10-2 <strong>LEIDRAAD</strong><br />
L<br />
De leraar kijkt telkens naar:<br />
1. Het omkijken<br />
2. Het uitsteken van de arm.<br />
3. Het correct afslaan.<br />
Stuur de leerlingen onmiddellijk bij als<br />
ze een fout maken.<br />
Naar links afslaan, om een rechthoekig veld heen.<br />
Verdeel de klas in 4 groepen:<br />
1. een groep fi etsers die naar links afslaat door<br />
een wijde bocht te nemen<br />
2. een groep fi etsers die naar links afslaat met voorsorteren<br />
3. een groep fi etsers die naar rechts afslaat<br />
4. een aantal fi etsers die het kruispunt gewoon rechtdoor oversteken.<br />
De leraar kijkt telkens naar:<br />
4. Het omkijken<br />
5. Het uitsteken van de arm<br />
6. Het correct afslaan<br />
Laat de leerlingen opdracht per opdracht uitvoeren. Bouw verder op tot je ‘alle bewegingen’ door elkaar<br />
laat gebeuren. Stuur de leerlingen onmiddellijk bij wanneer ze een fout maken.<br />
Opdracht a: blauw parcours = naar links afslaan.<br />
1. Als je langs de lange zijde fi etst, kijk je achterom over je linkerschouder, zonder te slingeren. Fiets<br />
vervolgens in een rechte lijn verder.<br />
2. Steek je linkerarm uit.<br />
3. Maak een wijde bocht naar links en sla af (= volg de denkbeeldige rand van de weg).<br />
• Nadert een achterligger die rechtdoor moet? Geef dan voorrang aan de achterligger: rechtdoor gaat voor!<br />
• Nadert een tegenligger die rechtdoor gaat? Geef dan voorrang aan de tegenligger: rechtdoor gaat voor!<br />
De leraar kijkt telkens naar:<br />
7. Het omkijken<br />
8. Het uitsteken van de arm<br />
9. Het correct afslaan<br />
Stuur de leerlingen onmiddellijk bij wanneer ze een fout maken.<br />
Opdracht b: rood parcours = naar links afslaan met voorsorteren.<br />
1. Langs de lange zijde van de rechthoek sla je naar links af, geef een teken met de linkerarm.<br />
2. Wijk uit naar het midden van de rijbaan = voorsorteren, blijf teken geven.<br />
• Nadert er een tegenligger die rechtdoor gaat? Geef hem dan voorrang.<br />
• Nadert er een achterligger die rechtdoor rijdt? Zij kunnen je nu rechts voorbijrijden.<br />
De leraar kijkt telkens naar:<br />
10. Het omkijken<br />
11. Het uitsteken van de arm.<br />
12. Het correct afslaan.<br />
Stuur de leerlingen onmiddellijk bij wanneer ze een<br />
fout maken.<br />
Opdracht c: groen parcours = naar rechts afslaan.<br />
1. Kijk achterom over je linkerschouder.<br />
2. Geef een armteken naar rechts.<br />
3. Neem je stuur weer met beide handen vast en sla rechtsaf.<br />
4. Op de ingeslagen weg houd je goed rechts.<br />
De leraar kijkt telkens naar:<br />
13. Het omkijken<br />
14. Het uitsteken van de arm<br />
15. Het correct afslaan<br />
Stuur de leerlingen onmiddellijk bij wanneer ze een fout maken.<br />
Naar rechts en links afslaan, om een rechthoekig veld heen.<br />
Verdeel de klas in twee groepen. De ene groep fi etsers fi etst linksaf, de andere rechtsaf. Daarna omwisselen.<br />
De groep fi etsers die naar rechts moeten afslaan mogen per 2 naast elkaar fi etsen. De fi etsers die<br />
naar links moeten afslaan, fi etsen achter elkaar. Dat is veiliger.<br />
les 10-7<br />
les 10
Verantwoordelijke Uitgever: Tom Dhollander, Voetgangersbeweging vzw, Generaal Capiaumontstraat 11, 2600 Berchem<br />
Deze uitgave mag voor correct gebruik door scholen van het basisonderwijs worden uitgeprint en/ of gekopieerd, mits bronvermelding.<br />
Voor handelsdoeleinden en voor elk ander doel, mag niets uit deze uitgave openbaar worden gemaakt, in welke vorm dan ook, tenzij met de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />
De opdracht voor de fi etsers die naar rechts moeten afslaan luidt als volgt:<br />
1. Fiets in wijzerzin om het parcours heen.<br />
2. Kijk achterom over je linkerschouder zonder te slingeren.<br />
3. Steek je rechterarm uit.<br />
4. Vertraag.<br />
5. Eenmaal je aan het kruispunt bent, neem je het stuur weer met beide handen vast en neem je een<br />
korte bocht naar rechts.<br />
De opdracht voor de fi etsers die linksaf moeten, luidt als volgt:<br />
Opdracht a: linksaf zonder voorsorteren.<br />
1. Fiets rechts op de rijbaan.<br />
2. Blijf rechts fi etsen, ook als je het kruispunt nadert.<br />
3. Als je afslaat, neem je een ruime bocht naar links.<br />
Opdracht b: linksaf in 2 bewegingen.<br />
1. Fiets rechts op de rijbaan.<br />
2. Steek de eerste zijarm van het kruispunt over.<br />
Kijk goed uit naar links en rechts.<br />
Geef voorrang indien nodig.<br />
3. 3. Stop op de volgende hoek van het kruispunt<br />
wanneer je de eerste zijarm hebt overgestoken.<br />
4. Draai de fi ets een kwartdraai naar links.<br />
5. Steek de andere arm van het kruispunt over.<br />
De leraar kijkt telkens naar:<br />
16. Het omkijken<br />
17. Het uitsteken van de arm<br />
18. Het correct afslaan<br />
Stuur de leerlingen onmiddellijk bij wanneer ze een fout maken.<br />
5.3 Oefeningen op straat – VERO*<br />
Vooraf<br />
Ga in de schoolomgeving op zoek naar een rustig kruispunt. Indien je schoolomgeving over een VERO<br />
beschikt, kun je de fi etsoefening best doen in een situatie die ook in de VERO aan bod komt.<br />
De oefening<br />
Opdracht 1: Op het kruispunt moeten de leerlingen naar rechts afslaan.<br />
1. Kijk achterom.<br />
2. Geef een armteken naar rechts.<br />
3. Neem het stuur weer met beide handen vast en maak een korte bocht naar rechts.<br />
4. Op de ingeslagen weg houd je goed rechts.<br />
Opdracht 2: Op het kruispunt moeten de leerlingen naar links afslaan in 2 keer.<br />
1. Steek de eerste zijarm van het kruispunt over.<br />
2. Stop op de hoek aan de overkant.<br />
3. Draai de fi ets een kwartdraai naar links.<br />
4. Steek vervolgens de andere arm van het kruispunt over.<br />
Opdracht 3: Op het kruispunt moeten de leerlingen naar links afslaan met voorsorteren:<br />
1. Geef een teken met je linkerarm.<br />
2. Wijk uit naar het midden van de rijbaan = voorsorteren, blijf teken geven.<br />
3. Als het kruispunt vrij is, sla je de linkse zijstraat in.<br />
4. Fiets goed rechts op de ingeslagen weg.<br />
Wanneer alle leerlingen de verschillende opdrachten hebben doorlopen, kun je de klas verdelen in 3<br />
groepen. Elke groep voert één opdracht uit. De verschillende verkeersdeelnemers moeten rekening<br />
houden met elkaar en moeten de verkeersregels respecteren.<br />
1. Inleiding<br />
Afslaan en teken geven<br />
Leidraad voor het lager onderwijs<br />
Dit lesonderwerp behandelt fi etsers die op een kruispunt afslaan naar rechts of links, al dan niet met<br />
voorsorteren.<br />
2. Leerdoelen & eindtermen<br />
2.1 Leerdoel<br />
De leerlingen kunnen op een verantwoorde wijze afslaan naar links en rechts. De leerlingen kunnen bij<br />
het links afslaan ook voorsorteren als de omstandigheden daartoe gunstig zijn.<br />
2.2 Eindtermen<br />
6.13 De leerlingen beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor<br />
coördinatie en ze kennen de verkeersregels voor voetgangers en fi etsers, om zich zelfstandig<br />
en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route.<br />
6.14 De leerlingen tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers.<br />
3. Praktisch<br />
3.1 Materiaal leerlingen<br />
• Schrijfgerief<br />
• Werkboekje<br />
• Schaar<br />
• Lijm<br />
3.2 Kernwoorden<br />
De kopieerbladen* bevatten prenten die de volgende kernwoorden uitbeelden:<br />
• Rechts afslaan<br />
• Links afslaan<br />
• Kruispunt<br />
• Voorsorteren<br />
*VERO = verkeerseducatieve route les 10-8 *Deze kopieerbladen staan online op www.octopusplan.be<br />
les 10-1<br />
3de<br />
graad
• Kijk naar de tekening. Waarom zijn sommige bestuurders verward? Omdat de acrobaat op de fi ets 2<br />
tekens geeft, naar links en rechts. De andere bestuurders weten nu niet welke richting de acrobaat<br />
uit wil.<br />
• Waarom zou de acrobaat beide armen uitsteken? Om zijn evenwicht te kunnen bewaren.<br />
• Is het verstandig om dit op de rijbaan te oefenen? Waarom wel/niet? Neen, het is gevaarlijk. De<br />
acrobaat kan makkelijk vallen en andere bestuurders hinderen, zulke dingen oefen je beter op een<br />
speelplein.<br />
b. Afslaan naar rechts, zo doe je dat!<br />
Bespreek tekst en foto’s.<br />
• Waarom moet je eerst achterom kijken voor je afslaat? Zodat je weet welke bestuurders nog achter je<br />
rijden zodat je rekening kunt houden met hen.<br />
• Meestal staan aan een kruispunt verkeersborden die de voorrang regelen, maar hoe kan de voorrang<br />
nog geregeld worden op een kruispunt? Door een agent, door verkeerslichten of door de verkeersregels.<br />
• Hoe luidt de algemene voorrangsregel? Geef voorrang aan rechts.<br />
• Waarom neem je je stuur best met beide handen vast wanneer je gaat afslaan? Omdat je voldoende<br />
controle moet hebben over je stuur.<br />
• Wat is een hoofdweg? De bestuurders die op die weg rijden, moeten voorrang krijgen van de bestuurders<br />
die uit de zijstraten komen.<br />
• Waarom moet je goed rechts houden op de ingeslagen weg? Wanneer je op de rijbaan fi etst, moet je<br />
altijd goed rechts houden.<br />
c. Afslaan naar links, zo doe je dat!<br />
Bespreek tekst, tekening en foto’s.<br />
• Waarom is links afslaan een gevaarlijk manoeuvre en rechts afslaan minder? Wanneer je naar links<br />
afslaat, kun je uit alle richtingen rijverkeer tegenkomen.<br />
• Wat wordt bedoeld met het kruispunt tweemaal oversteken? Twee straten één voor één oversteken.<br />
• Wat is een kwartdraai? Wie kan dat eens voordoen?<br />
d. Voorsorteren en afslaan naar links, zo doe je dat!<br />
Bespreek tekst en foto’s.<br />
• Wat is voorsorteren? Dat is het manoeuvre waarbij je op jouw rijstrook links gaat fi etsen, waardoor<br />
een achterligger je langs rechts voorbij kan rijden. Het is ook het kiezen voor een aangelegde voorsorteerstrook.<br />
• Ligt in onze schoolomgeving een kruispunt waar jij al voorsorteert? Waar? Hoe doe je dat? Vind je dit<br />
veiliger dan wanneer je niet voorsorteert? Waarom?<br />
• Wat zijn tegenliggers? Bestuurders die uit de andere richting komen.<br />
e. Aan een kruispunt moet je extra opletten voor vrachtwagens!<br />
Bespreek de tekst.<br />
• Waarom moet je aan een kruispunt opletten voor vrachtwagens? Omdat je misschien wel in de dode<br />
hoek van de vrachtwagen kan terechtkomen.<br />
• Wat is gevaarlijk aan deze dode hoek? De dode hoek is de plaats waar de vrachtwagenchauffeur jou<br />
niet ziet. Als hij je niet ziet, kan hij ook geen rekening houden met jou.<br />
• Waarom moet je dan steeds rechts, ver achter een vrachtwagen fi etsen? Omdat je dan buiten de<br />
gevarenzone blijft.<br />
4.4 Octopustips<br />
Laat de leerlingen om de beurt een Octopustip lezen en bespreek deze ook.<br />
4.5 Oefen<br />
a. Fiets op het derde kruispunt naar links.<br />
Fiets daarna achtereenvolgens naar links op het<br />
1e, 1e, 3e, 4e, 4e, 5e, 5e, 6e, 3e, 3e, en 4e kruispunt.<br />
les 10-3<br />
TIP: Wanneer je niet zeker<br />
bent of de chaueur<br />
jou gezien heeft, blijf<br />
dan rechts, ver achter<br />
de vrachtwagen.
Noteer boven de gegeven letters achtereenvolgens de nummers van de kruispunten<br />
waar je afslaat.<br />
9 4 3 11 20 27 31 13 22 24 8 17<br />
V x 2 E T E N R E K O S<br />
Rangschik de reeks in oplopende volgorde. Vul de stippellijn aan.<br />
Moet je op een kruispunt naar links? Wil je dit op een veilige manier doen?<br />
Dan moet je het kruispunt 2 x oversteken.<br />
b. Deze fietser wil eerst voorsorteren en vervolgens afslaan naar links.<br />
Nummer de tekeningen in de juiste volgorde. Verbind elke tekening met<br />
een passende passende zin.<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
1<br />
c. Vul de ontbrekende woorden in het rooster in.<br />
les 10-4<br />
Ik maak een wijde boog naar links zodat<br />
ik rechts op de ingeslagen weg uitkom.<br />
Ik wijk uit naar links, ik blijf mijn arm uitsteken.<br />
Ik hinder de tegenliggers niet.<br />
Ik kijk naar de verkeersborden en denk<br />
na: ‘Hoe wordt de voorrang geregeld op<br />
dit kruispunt?’<br />
Ik kijk achterom over mijn linkerschouder.<br />
Komen er nog achterliggers aan?<br />
Ik steek mijn linkerarm uit. Zo weten achterliggers<br />
dat ik naar links moet.<br />
1. Door een teken te geven met je arm maak je achterliggende bestuurders duidelijk welke richting je uit wil.<br />
2. Wil je opvallen in het verkeer? Dan draag je best fl uo kledij.<br />
3. Waar een weg een andere weg kruist, heb je een kruispunt.<br />
4. Door een kruispunt tweemaal over te steken, sla je op een veilige manier af naar links.<br />
5. Links afslaan is gevaarlijker dan rechts af te slaan.<br />
6. Aan een kruispunt moet je steeds goed kijken en nadenken om te zien hoe de voorrang er wordt<br />
geregeld.<br />
7. Als je eerst voorsorteert om vervolgens links af te slaan, moet je ervoor zorgen dat je geen tegenliggers<br />
hindert.<br />
8. Als je aan een kruispunt wil afslaan, moet je eerst achterom over je schouders kijken om te kijken of<br />
je geen achterliggers zult hinderen.<br />
9. Op een kruispunt moet je zeer goed opletten voor vrachtwagens die rechtsaf slaan.<br />
10. Om aan andere bestuurders duidelijk te maken welke richting je uit wil, moet je een teken geven.<br />
11. Op de rijbaan moet je steeds goed rechts fi etsen.<br />
12. Als je op een kruispunt rechtsaf wil, moet je een kleine hoek omheen de hoek maken.<br />
13. Moet je met de fi ets een druk kruispunt over? Dan kun je beter te voet aan het zebrapad oversteken.<br />
14. Autobestuurders geven met hun richtingaanwijzers aan welke richting ze uit willen.<br />
15. Heb je eerst voorgesorteerd om vervolgens linksaf te slaan? Dan moet je een wijde boog naar links<br />
maken zodat je rechts op de ingeslagen weg uitkomt.<br />
16. Je moet enkel je arm uitsteken als je jezelf daarmee niet in gevaar brengt.
17. Als fi etser moet je steeds voorrang geven aan overstekende voetgangers.<br />
18. Om je hoofd te beschermen draag je best een fi etshelm als je fi etst.<br />
19. Je kunt best nooit in het midden van het kruispunt stoppen.<br />
4.6 Test<br />
Doorstreep de foutieve zinnen.<br />
Noteer de verbetering eronder.<br />
1. Aan een kruispunt moet je altijd goed opletten.<br />
2. Door je arm uit te steken, kun je aan andere bestuurders duidelijk maken welke richting je uit wilt.<br />
3. Om te weten hoe de voorrang wordt geregeld op een kruispunt, moet je kijken naar de verkeersborden<br />
en –tekens.<br />
4. Moet je op een kruispunt linksaf? Dan kun je het kruispunt best in 2 keer oversteken.<br />
5. Naar links afslaan op een kruispunt is niet gevaarlijker dan naar rechts afslaan op een kruispunt.<br />
6. Als je eerst links wil voorsorteren om daarna links af te slaan, kun je het manoeuvre best ruim voor<br />
het kruispunt beginnen.<br />
7. Als een vrachtwagen aan een kruispunt rijdt, fi ets je best rechts, ver achter de vrachtwagen.<br />
8. Je moet steeds je voorrang nemen als je voorrang moet krijgen, ook al breng je jezelf daarmee in gevaar.<br />
9. Je moet altijd een teken geven als je gaat afslaan.<br />
10. Moet je een moeilijk en druk kruispunt met de fi ets oversteken? Dan kun je beter te voet het zebrapad<br />
gebruiken.<br />
4.7 Oefening voor thuis.<br />
Het is belangrijk dat de leerlingen deze oefening samen met hun ouders maken.<br />
Deze oefening is dan niet alleen voor de leerlingen een herhaling van de leerstof,<br />
maar ook voor de ouders kan het nuttig zijn deze leerstof op te frissen.<br />
De ouders weten nu hoe ze zich samen met hun kinderen veilig kunnen gedragen in het verkeer.<br />
Knip de foto’s uit op p.69. Is dit een handeling die een fietser die naar<br />
links wil afslaan of een fietser die naar rechts wil afslaan?<br />
Kleef de tekeningen in volgorde in de juiste kolom.<br />
‘ik sla af naar links’ ‘ik sla af naar rechts’<br />
les 10-5
5 DOE<br />
5.1 Tafelopstelling<br />
Materiaal<br />
• Fietsers<br />
• Rechte rijbanen<br />
• Een vierarmig kruispunt<br />
Doe<br />
Zorg dat alle leerlingen de situatie goed kunnen overzien. Eventueel kun je deze oefening in het hoekenwerk<br />
inpassen.<br />
Maak met de tafelopstelling een vierarmig kruispunt met lange armen.<br />
• Eén leerling beweegt een fi etser die rechtsaf wil op het kruispunt. Bespreek met de leerlingen de uit<br />
te voeren handelingen: achterom kijken – rechterarm uitsteken – korte bocht naar rechts omheen de<br />
hoek maken en vervolgens goed rechts op de ingeslagen weg fi etsen.<br />
• Beweeg de fi etser op het kruispunt linksaf in twee bewegingen. Bespreek met de leerlingen welke<br />
handelingen de fi etser moet uitvoeren: het kruispunt oversteken – op de volgende hoek van het kruispunt<br />
stoppen en een kwartdraai naar links maken – en vervolgens nogmaals het kruispunt oversteken.<br />
• Beweeg de fi etser op het kruispunt linksaf met voorsorteren. Bespreek met de leerlingen welke<br />
handelingen de fi etser moet uitvoeren: een armteken naar links geven – achterom kijken – naar het<br />
midden van de rijbaan fi etsen – afslaan naar links door een wijde bocht te maken zodat hij aan de<br />
rechterkant van de ingeslagen weg uitkomt.<br />
• Dezelfde opdrachten waarbij meerdere verkeersdeelnemers ingeschakeld worden: auto’s, fi etsers,<br />
voetgangers. De afslaande fi etser moet telkens rekening houden met de andere bestuurders:<br />
• voorrang geven aan overstekende voetgangers<br />
• voorrang geven aan tegenliggers die rechtdoor moeten<br />
• voorrang geven aan achterliggers die rechtdoor moeten<br />
Bespreek met de leerlingen welke handelingen de afslaande fi etser moet uitvoeren en aan wie hij voorrang<br />
moet geven en waarom.<br />
5.2 Oefeningen op de speelplaats<br />
Materiaal<br />
• Afbaken– en belijningmateriaal<br />
• Fietsen die in orde zijn en aangepast zijn<br />
aan de grootte van de leerlingen<br />
Vooraf<br />
Baken de rotonde af op de speelplaats.<br />
Plaats de verkeersborden op de juiste plaats op<br />
en naast de rotonde.<br />
De oefening<br />
Naar rechts afslaan, om een rechthoekig veld heen.<br />
De opdracht luidt als volgt:<br />
1. Fiets in wijzerzin op het parcours.<br />
2. Als je naast de lange zijde fi etst, kijk je over je linkerschouder<br />
achterom, zonder te slingeren.<br />
3. Steek je rechterarm uit.<br />
4. Vertraag.<br />
5. Eenmaal je aan het kruispunt bent, neem je het stuur weer met<br />
beide handen vast en sla je af naar rechts. Neem een korte<br />
bocht.<br />
6. Herhaal de oefening. Let er deze keer op dat je ook goed<br />
rechts op de rijbaan blijft.<br />
les 10-6