Praktijkvoorbeeld rekenen Woerden - Knappe koppen in de ... - CPS
Praktijkvoorbeeld rekenen Woerden - Knappe koppen in de ... - CPS
Praktijkvoorbeeld rekenen Woerden - Knappe koppen in de ... - CPS
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Goed praktijkvoorbeeld<br />
Rekenon<strong>de</strong>rwijs aan (hoog)begaaf<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>Woer<strong>de</strong>n</strong><br />
Alle basisscholen hebben te maken met <strong>de</strong> referentieniveaus <strong>rekenen</strong>: <strong>de</strong>ze beschrijven welke kennis en<br />
vaardighe<strong>de</strong>n leerl<strong>in</strong>gen moeten beheersen voor <strong>rekenen</strong>. Leerkrachten zijn geneigd te <strong>de</strong>nken dat<br />
(hoog)begaaf<strong>de</strong>n <strong>de</strong> basisstof voor <strong>rekenen</strong> snel beheersen en aan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> basisschool het<br />
streefniveau halen. Toch presteren sommige (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r goed dan je op grond van<br />
hun begaafdheid zou verwachten. Dat komt vooral, omdat ze zich niet <strong>de</strong> juiste rekenstrategieën eigen<br />
maken.<br />
In dit praktijkvoorbeeld focussen we op <strong>de</strong> R. <strong>de</strong> Jagerschool te <strong>Woer<strong>de</strong>n</strong> (www.r<strong>de</strong>jagerwoer<strong>de</strong>n.nl), een<br />
reguliere christelijke basisschool. De school heeft ruim 190 leerl<strong>in</strong>gen, ver<strong>de</strong>eld over acht groepen.<br />
Uitgangspunt van <strong>de</strong> R. <strong>de</strong> Jagerschool is dat <strong>de</strong> school on<strong>de</strong>rwijs biedt aan alle k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong> wijk. Toch is <strong>de</strong><br />
samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> schoolpopulatie bijzon<strong>de</strong>r te noemen: ongeveer een kwart van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen is<br />
gediagnosticeerd als begaafd (waaron<strong>de</strong>r ook <strong>de</strong> hoogbegaaf<strong>de</strong>n vallen). In <strong>de</strong> plusklas krijgen <strong>de</strong>ze leerl<strong>in</strong>gen<br />
extra on<strong>de</strong>rwijsaanbod.<br />
Twee leerlijnen<br />
De laatste twee jaar heeft <strong>de</strong> school zich gericht op verbeteren van het rekenon<strong>de</strong>rwijs, waarbij naar<br />
aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> data-analyse <strong>in</strong> het twee<strong>de</strong> jaar expliciet werd <strong>in</strong>gestoken op <strong>de</strong> grote groep A+-leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Voorts maakt men gebruik van het Digitaal Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsplan Hoogbegaafdheid. Aan <strong>de</strong> hand hiervan bepaalt het<br />
team <strong>de</strong> lesstof voor <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Deze leerl<strong>in</strong>gen werken <strong>in</strong> twee leerlijnen. De eerste leerlijn is dicht bij <strong>de</strong> metho<strong>de</strong>, maar met extra<br />
verrijk<strong>in</strong>gsstof. De twee<strong>de</strong> leerlijn staat los van <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> en er is eveneens verrijk<strong>in</strong>gsstof aan toegevoegd.<br />
Leerl<strong>in</strong>gen switchen soms ook tussen leerlijnen. Als bijvoorbeeld blijkt dat <strong>de</strong> kennis van een leerl<strong>in</strong>g te grote<br />
hiaten vertoont, gaat hij tij<strong>de</strong>lijk terug naar <strong>de</strong> eerste lijn. Zodra blijkt dat <strong>de</strong> lacunes zijn opgevuld, gaat hij<br />
opnieuw naar het oorspronkelijke, op basis van het Digitaal Han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsprotocol Hoogbegaafdheid vastgestel<strong>de</strong>,<br />
on<strong>de</strong>rwijsaanbod.<br />
In <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs hierna vertellen leerkrachten Sascha (groep 6) en Esther (groep 7) over hun ervar<strong>in</strong>gen.<br />
In <strong>de</strong> praktijk: “Als leerkracht moet je zelf goed kunnen <strong>rekenen</strong>”<br />
Juist <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen hebben regelmatig moeite met bepaal<strong>de</strong> rekenvaardighe<strong>de</strong>n. “Dat<br />
komt doordat ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw vasthou<strong>de</strong>n aan hun eigen strategieën. Daarom geven wij ze nu<br />
expliciete <strong>in</strong>structie. Van <strong>de</strong> leerkracht vergt dat best wat”, aldus Esther.<br />
De R. <strong>de</strong> Jagerschool gebruikt het IGDI-mo<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>structie. Daarnaast hebben <strong>de</strong> leerkrachten twee keer<br />
<strong>in</strong> <strong>de</strong> week tijd <strong>in</strong>geruimd om expliciet <strong>in</strong>structie te geven op het verdiep<strong>in</strong>gsaanbod. Zij hebben geleerd<br />
on<strong>de</strong>rwerpen <strong>in</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> (Pluspunt ou<strong>de</strong> versie) te clusteren <strong>in</strong> <strong>de</strong> lessen om zodoen<strong>de</strong> tijd en ruimte te<br />
creëren voor <strong>in</strong>structie aan <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> groep. “Overigens wordt het clusteren ook voor <strong>de</strong> overige<br />
leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>gezet. Voor hen is het ook prettiger langer met een on<strong>de</strong>rwerp bezig te zijn dan wanneer zij zich<br />
Dit praktijkvoorbeeld is extra digitaal materiaal bij het boek <strong>Knappe</strong> <strong>koppen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas (<strong>CPS</strong>, 2011) van<br />
Gerald<strong>in</strong>e Brouwer en Lidy Ahlers. Kijk op www.cps.nl/uitgeverij.
voor korte perio<strong>de</strong>s moeten richten op verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen”, vertelt Esther, die <strong>de</strong> <strong>in</strong>structietijd voor<br />
<strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong>n net zo belangrijk v<strong>in</strong>dt als <strong>de</strong> verleng<strong>de</strong> <strong>in</strong>structie voor <strong>de</strong> zwakkere leerl<strong>in</strong>gen.<br />
“De <strong>in</strong>structie bestaat uit voordoen, samen doen, zelf doen. Eigenlijk <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> werkwijze als je ook bij <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re groepen leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas hanteert, maar dan op een an<strong>de</strong>r niveau”, zegt haar collega. “De<br />
(hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen hebben <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>structie echt nodig. Vooral <strong>in</strong> getallen en bewerk<strong>in</strong>gen, zoals <strong>de</strong>len<br />
met grote happen en cijferend vermenigvuldigen, gebruiken ze verkeer<strong>de</strong> strategieën.”<br />
Eigen rekenvaardigheid<br />
Het is niet altijd gemakkelijk om <strong>in</strong>structie te geven aan (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen. “Soms moet je er echt<br />
zelf een uur voor gaan zitten om <strong>de</strong> stof goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> v<strong>in</strong>gers te krijgen”, bekent Esther. “Dit geldt voornamelijk<br />
voor het verdiepen<strong>de</strong> werk. Je moet overzicht hebben; je moet <strong>de</strong> totale leerstof kunnen overzien en ook<br />
weten wat er buiten je eigen groep aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt. En je eigen rekenvaardigheid moet op peil zijn.<br />
Bovendien moet je <strong>de</strong> moed hebben - en het vertrouwen <strong>in</strong> je eigen <strong>in</strong>zicht - om <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> los te laten en<br />
extra materiaal bij elkaar te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, of te be<strong>de</strong>nken, dat aansluit bij lessen over breuken, het metriekstelsel,<br />
redactiesommen en <strong>de</strong> rekenvaardighe<strong>de</strong>n. Dat zijn soms best bottlenecks. Ook voor <strong>de</strong> leerkracht kan dit<br />
moeilijk zijn. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant: als leerkracht snap je hierdoor beter dat leerl<strong>in</strong>gen soms gefrustreerd<br />
kunnen raken. Dat ken je immers uit je eigen ervar<strong>in</strong>g.”<br />
Sacha: “Als je als leerkracht begrip toont voor <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad van een opdracht en <strong>de</strong> frustratie die<br />
<strong>de</strong>ze oplevert bij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g, heeft dit tot gevolg dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g weer gaat werken. Hij is erkend <strong>in</strong> zijn<br />
gevoel en weet dat hij op mij kan vertrouwen voor on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g.”<br />
“Als dan e<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g het kwartje valt, hij een aha-erlebnis heeft, dan is dat een belangrijk<br />
moment <strong>in</strong> zijn ontwikkel<strong>in</strong>g”, vult Esther aan. “Op dat moment ziet een leerl<strong>in</strong>g het licht en kan hij weer<br />
zelfstandig ver<strong>de</strong>r; hij kan <strong>de</strong> draad weer oppakken.”<br />
Hoe maak je het leuk?<br />
Het oefenen van <strong>de</strong> rekenvaardighe<strong>de</strong>n door mid<strong>de</strong>l van werkbla<strong>de</strong>n wordt als saai bestempeld door<br />
(hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen, weet Sascha. “Ik zeg dan tegen hen: ‘Soms moet je nu eenmaal stomme sommen<br />
maken. Je hersenen moeten af en toe getra<strong>in</strong>d wor<strong>de</strong>n om te onthou<strong>de</strong>n hoe het ook al weer moet. Dit geldt<br />
niet alleen voor <strong>rekenen</strong>, maar ook bijvoorbeeld voor spell<strong>in</strong>g. En als je het dan zelf goed nakijkt, leren je<br />
hersenen gelijk hoe het wel moet.’ Dit verhaal pikken ze goed op. Het stimuleert hen om toch door te zetten<br />
en <strong>de</strong> ‘saaie’ opdrachten te maken. Ook thuis, want wij geven ook <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen huiswerk mee<br />
voor <strong>de</strong> rekenvaardighe<strong>de</strong>n.”<br />
Esther vertelt dat sommige (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen maar heel moeilijk aan het werk komen. “Net als <strong>de</strong><br />
leerl<strong>in</strong>gen die klagen dat <strong>de</strong> sommen saai zijn, doorzien ze niet dat <strong>de</strong>ze aanpak nut heeft, ergens goed voor<br />
is. Deze leerl<strong>in</strong>gen gaan voor snelle successen. Behalen ze <strong>de</strong>ze niet, dan verliezen ze hun motivatie. Toch kun<br />
je hun houd<strong>in</strong>g wel een positieve impuls geven door a<strong>de</strong>quaat op te spr<strong>in</strong>gen op dit gedrag. Zo voer ik<br />
regelmatig leergesprekken met leerl<strong>in</strong>gen. Hier<strong>in</strong> leren ze naar zichzelf te kijken. Als ze tergend langzaam<br />
werken, maak ik hun dui<strong>de</strong>lijk dat zij zichzelf het plezier ontnemen.”<br />
Geef <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen een kapstok<br />
Sascha als Esther kunnen allebei goed uit <strong>de</strong> voeten met het IGDI-mo<strong>de</strong>l. “Het biedt structuur en daar hou<strong>de</strong>n<br />
wij aan vast. Dat schept dui<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen”, zegt Sascha. De twee leerkrachten stellen altijd<br />
hoge doelen. “Die maken dat je je realiseert dat <strong>in</strong>structie voor <strong>de</strong>ze groep leerl<strong>in</strong>gen echt nodig is”, zegt<br />
Sascha. “De doelen zijn zó gesteld, dat ze zon<strong>de</strong>r hulp van een leerkracht niet behaald kunnen wor<strong>de</strong>n. Ze<br />
zijn echt geplaatst <strong>in</strong> <strong>de</strong> zone van naastgelegen ontwikkel<strong>in</strong>g.”<br />
Aan het beg<strong>in</strong> van een les geven Esther en Sascha tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gezamenlijke start altijd <strong>de</strong> ‘kapstok’, het hogere<br />
doel van <strong>de</strong> les. “Wij vertellen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen - <strong>de</strong> hele groep – waarover we het gaan hebben en waartoe het<br />
dient. Dit motiveert alle leerl<strong>in</strong>gen”, aldus Sascha.<br />
Dit praktijkvoorbeeld is extra digitaal materiaal bij het boek <strong>Knappe</strong> <strong>koppen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas (<strong>CPS</strong>, 2011) van<br />
Gerald<strong>in</strong>e Brouwer en Lidy Ahlers. Kijk op www.cps.nl/uitgeverij.
Ro<strong>de</strong> kaart<br />
Wanneer alle leerl<strong>in</strong>gen zelfstandig werken, benutten bei<strong>de</strong> leerkrachten <strong>de</strong> tijd om ron<strong>de</strong>s door <strong>de</strong> klas te<br />
lopen en te kijken welke leerl<strong>in</strong>gen hun ‘kaartje op rood’ hebben liggen. Alle leerl<strong>in</strong>gen gebruiken <strong>de</strong>ze<br />
kaartjes. Ligt <strong>de</strong> kaart op rood, dan heeft <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g hulp van <strong>de</strong> leerkracht nodig. “Voor <strong>de</strong> leerkracht<br />
betekent <strong>de</strong>ze manier van werken dat je snel moet kunnen schakelen: van verdiep<strong>in</strong>gsstof naar basale<br />
oefen<strong>in</strong>g”, zegt Sascha. “Soms, als het druk is, vragen we <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g hun vragen op een<br />
papiertje te noteren en daarmee tij<strong>de</strong>ns een an<strong>de</strong>r moment van <strong>de</strong> dag naar ons toe te komen, zodat er dan<br />
een mogelijkheid gecreëerd wordt om <strong>de</strong> nodige uitleg te geven. De afspraak die we hierover met <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>g<br />
maken, komen we altijd na.”<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> feedbackron<strong>de</strong> laten <strong>de</strong> leerkrachten verschillen<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen vertellen wat ze gedaan en geleerd<br />
hebben. “Ook bekijken we gezamenlijk of <strong>de</strong> doelen gehaald zijn”, zegt Esther. “Daarna sluiten we samen af.<br />
Die afsluit<strong>in</strong>g is makkelijker gewor<strong>de</strong>n s<strong>in</strong>ds we werken met het IGDI-mo<strong>de</strong>l. Ie<strong>de</strong>reen is nu met hetzelf<strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rwerp bezig tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>in</strong>structie. Het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g uitwisselen heeft hierdoor meer betekenis gekregen.”<br />
Zoals gezegd, richt <strong>de</strong> R. <strong>de</strong> Jagerschool zich op het verbeteren van het rekenon<strong>de</strong>rwijs. Dat beg<strong>in</strong>t al bij <strong>de</strong><br />
kleuterklassen. Leerkracht Mirjam (groep 2) laat <strong>in</strong> het voorbeeld hierna zien hoe een rekenles met<br />
differentiatie naar <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen eruit kan zien bij kleuters. Mirjam kiest ervoor <strong>de</strong> <strong>in</strong>structie<br />
aan <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> kleuters pas te geven als <strong>de</strong> rest aan het werk is gezet. Dat kan natuurlijk ook: zolang<br />
alle k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren maar op hun niveau geïnstrueerd wor<strong>de</strong>n.<br />
In <strong>de</strong> praktijk: Pluk van <strong>de</strong> Petteflet geeft een feestje<br />
Start van <strong>de</strong> les (vijf m<strong>in</strong>uten):<br />
Mirjam leest een verhaal voor over Pluk van <strong>de</strong> Petteflet. Hier<strong>in</strong> wordt verteld over <strong>de</strong> bewoners van <strong>de</strong><br />
Petteflet. Mirjam pakt dit op door te vertellen dat bij elke <strong>de</strong>ur, net als thuis, een huisnummer hangt. Dan<br />
vertelt zij dat een aantal bewoners van <strong>de</strong> Petteflet wordt uitgenodigd voor een feest.<br />
Instructie hele groep (vijf m<strong>in</strong>uten):<br />
De postbo<strong>de</strong> komt langs om <strong>de</strong> mensen een uitnodig<strong>in</strong>g te geven. Hiervoor heeft Mirjam blauwe kaartjes met<br />
een cijfer erop gemaakt. Er zijn net zoveel kaartjes als k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren: 23. Eén van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren is postbo<strong>de</strong> en mag<br />
<strong>de</strong> zes kaartjes die Mirjam haar geeft, uit<strong>de</strong>len. Voordat dit kan beg<strong>in</strong>nen, laat <strong>de</strong> leerkracht <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op<br />
rij <strong>de</strong> getallen van 1 tot 23 om <strong>de</strong> beurt opzeggen. “Het getal dat je noemt, hoort bij jou”, legt ze uit.<br />
Vervolgens mag <strong>de</strong> postbo<strong>de</strong> zes kaarten uit gaan <strong>de</strong>len: 3, 8, 16, 21, 13 en 18. Dat gaat foutloos. De<br />
leerl<strong>in</strong>gen leren tegelijkertijd door re<strong>de</strong>neren waar welke brief thuishoort. Mirjam merkt dat ze ook al<br />
ankerpunten hebben: 1, 5, 10, 15, 20 en 23.<br />
Hierna vertelt Mirjam dat het feestje vandaag gevierd gaat wor<strong>de</strong>n. Tij<strong>de</strong>ns het feestje wordt er natuurlijk<br />
gegeten en gedronken. “Dit moet nog klaargezet wor<strong>de</strong>n. Maar ja, met 23 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een feestje voorberei<strong>de</strong>n<br />
is wat onhandig. Daarom kies ik nu één groepje dat mij mag helpen”, vertelt ze.<br />
Zelfstandig werken overige leerl<strong>in</strong>gen (tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten):<br />
De overige k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren mogen met het werk beg<strong>in</strong>nen dat klaarstaat op <strong>de</strong> tafels.<br />
Het stoplicht wordt op oranje gezet ten teken dat Mirjam niet beschikbaar is voor vragen.<br />
Instructie (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen (vijf m<strong>in</strong>uten):<br />
De leerl<strong>in</strong>gen moeten gaan be<strong>rekenen</strong> hoeveel flessen van 1,5 liter er nodig zijn om 23 bekertjes met<br />
limona<strong>de</strong> te vullen. Alles staat op tafel klaar. Eerst mogen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen schatten of 1,5 liter genoeg is.<br />
Schatten blijkt moeilijk. Dus wordt overgegaan op han<strong>de</strong>len: ze gaan bekertjes vullen. Het blijkt dat er<br />
Dit praktijkvoorbeeld is extra digitaal materiaal bij het boek <strong>Knappe</strong> <strong>koppen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas (<strong>CPS</strong>, 2011) van<br />
Gerald<strong>in</strong>e Brouwer en Lidy Ahlers. Kijk op www.cps.nl/uitgeverij.
vijftien bekertjes gevuld kunnen wor<strong>de</strong>n. Acht blijven er nu nog over. Is daar nog 1,5 liter voor nodig? Een<br />
leerl<strong>in</strong>g komt met <strong>de</strong> opmerk<strong>in</strong>g dat ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kel ook kle<strong>in</strong>ere flessen hebben. Die zou<strong>de</strong>n beter geschikt<br />
zijn dan <strong>de</strong> flessen van 1,5 liter.<br />
Zelfstandige verwerk<strong>in</strong>g (tien m<strong>in</strong>uten):<br />
Een volgen<strong>de</strong> opdracht mogen <strong>de</strong> (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen als groepje uitwerken: <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kel zijn zakken<br />
met snoep te koop. Er zijn zakken met zeven snoepjes en zakken met zestien snoepjes. Hoeveel zakken snoep<br />
moeten er gekocht wor<strong>de</strong>n om voor elk k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas twee snoepjes te hebben? Er mag geen snoep<br />
overblijven. Mirjam heeft ervoor gezorgd dat er van elke soort snoepzak bakjes zijn. Daar<strong>in</strong> zitten blokken (als<br />
vervangers voor <strong>de</strong> snoepjes). Hiermee kunnen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen werken. De leerl<strong>in</strong>gen gaan zelfstandig aan <strong>de</strong><br />
slag. Mirjam heeft tijd om bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren te kijken en vragen te beantwoor<strong>de</strong>n.<br />
Feedback (vijf m<strong>in</strong>uten):<br />
Mirjam bespreekt met <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren hoe zij tot <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g gekomen zijn. Natuurlijk heeft zij tij<strong>de</strong>ns haar<br />
ron<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren wel een schu<strong>in</strong> oog gehou<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> groep van (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen.<br />
Afsluit<strong>in</strong>g (vijf m<strong>in</strong>uten):<br />
Met <strong>de</strong> hele groep wordt <strong>de</strong> les over het feest afgesloten. De leerl<strong>in</strong>gen mogen vertellen wat er al geregeld is<br />
voor het feestje. Een volgen<strong>de</strong> keer mogen an<strong>de</strong>re leerl<strong>in</strong>gen een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el van het feestje organiseren.<br />
Auteurs:<br />
Gerald<strong>in</strong>e Brouwer, g.brouwer@cps.nl<br />
Lidy Ahlers, l.ahlers@cps.nl<br />
Uitgave:<br />
<strong>CPS</strong>, 2011<br />
Redactie:<br />
Bureau Bisontekst, Femke van <strong>de</strong>n Berg<br />
Literatuur:<br />
Brouwer, G. & Ahlers, L. (2011). <strong>Knappe</strong> <strong>koppen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas. Wat (hoog)begaaf<strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen nodig hebben <strong>in</strong> het<br />
basison<strong>de</strong>rwijs. Amersfoort: <strong>CPS</strong>.<br />
Dit praktijkvoorbeeld is extra digitaal materiaal bij het boek <strong>Knappe</strong> <strong>koppen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> klas (<strong>CPS</strong>, 2011) van<br />
Gerald<strong>in</strong>e Brouwer en Lidy Ahlers. Kijk op www.cps.nl/uitgeverij.