Toetstermen Praktijk Beroepsvorming (niveau 3) - VOC

Toetstermen Beroepsvorming niveau 3
Praktijk (CREBO-nummer 55010) (Versie 03, augustus 2003)
Bij het uitoefenen van elke hieronder vermelde vaardigheid dienen de daarbij noodzakelijke technieken en
gereedschappen worden toegepast en dient rekening te worden gehouden met eigenschappen van materialen,
milieu- en ARBO-voorschriften en het door het relevante bedrijf gehanteerde kwaliteitszorgsysteem.
3.1.1 Organisatie
3.1.1.1 Maken van een functie-indeling (differentiatie, clustering).
3.1.1.2 Uitvoeren van administratieve procedures in de werkplaats; procedures zoals:
- de werkorder incl. facturering invullen en doorrekenen;
- de planning lezen, begrijpen en toepassen;
- de urenregistratie bijhouden;
- de service-follow-up-systeem hanteren;
- de werkplaatshandboeken en de service-mededelingen updaten;
- het inspectierapport invullen (bijv. ISO-gecertificeerde bedrijven;
- de afwikkeling van garanties (bewijs, aanvraag, akkoord, coulance);
- (kwaliteits-)procedures en instructies helpen opstellen, beoordelen en bijstellen.
3.1.1.3 Uitvoeren van de relevante administratieve procedures in de werkplaats; procedures zoals:
- werkorder invullen;
- planninggegevens aandragen;
- urenregistratie bijhouden;
- werkplaatshandboeken "updaten";
- (kwaliteits-)procedures en -instructies helpen opstellen, beoordelen en bijstellen;
- betreffende afwikkeling van garantieclaims.
3.1.2 Exploitatie
3.1.2.1 Toepassen van leidinggevende taken, zoals: plannen, organiseren, dirigeren (motiveren, delegeren,
coördineren, communiceren) en controleren (verifiëren).
3.1.2.2 Verzorgen van de werkvoorbereiding (plannen, organiseren, coördineren), zodanig dat
ondergeschikten efficiënt kunnen werken.
3.2.2.3 Toepassen van de van productie- en mensgerichte leiderschapstijlen afgeleide vertellende en
verkopende leiderschapstijl (wijze van dirigeren en controleren).
3.1.2.4 Signaleren wanneer instructie nodig is.
3.1.2.5 Overdragen van de benodigde instructie.
3.1.3 Kwaliteit en presentatie
3.1.3.1 Vertalen van door de leiding van het bedrijf vastgestelde kwaliteitsprocedures en normen naar acties
binnen de eigen werksituatie.
3.1.3.2 Signaleren waar binnen de "eigen" afdeling van het bedrijf fouten gemaakt kunnen worden.
3.1.3.3 Lezen van kwaliteitsprocedures t.b.v. inkoop, productie en nazorg en de daarin gestelde richtlijnen en
normen uitvoeren.
3.1.3.4 Uitvoeren van voorgeschreven procedures, signaleren van afwijkingen en ondernemen van acties.

3.1.4 Milieu en Arbeidsomstandigheden
3.1.4.1 Signaleren waar binnen de "eigen" afdeling van het bedrijf afwijkingen zich voordoen t.o.v. richtlijnen
en bedrijfsmilieuzorgsysteem.
3.1.4.2 Signaleren van gevaarlijke situaties en risicosituaties ten aanzien van VGW en brand.
3.1.4.3 Kunnen nemen van passende maatregelen, met name bij brandgevaarlijke situaties en andere
onveilige (veiligheid en gezondheid) situaties.
3.1.4.4 Kunnen nemen van passende maatregelen, met name bij ergonomisch minder verantwoorde situaties
zoals ten aanzien van werkhouding, tillen e.d.
3.1.4.5 Toepassen van de richtlijnen en normen van het bedrijfsarbozorgsysteem.
3.1.5 Communicatie
3.1.5.1 Doelmatig kunnen toepassen van de binnen het carrosseriebedrijf gebruikte codes en vaktermen.
3.1.5.2 Toepassen van de voorwaarden voor goed werkoverleg.
3.1.5.3 Toepassen van de voorwaarden voor gesprekken met de klant.