Arthrose - t Lichtpuntje
Arthrose - t Lichtpuntje
Arthrose - t Lichtpuntje
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
INHOUD<br />
<strong>Arthrose</strong><br />
• Wat weet ik van artrose? Toets u zelf<br />
• Inleiding<br />
• Hoe vaak komt artrose voor?<br />
• Wat is een gewricht?<br />
• Hoe ontstaat artrose?<br />
• Wat zijn de symptomen bij artrose ?<br />
• Waar komt artrose het meest voor ?<br />
• Is artrose te voorkomen ?<br />
• Mag men sporten met artrose ?<br />
• Hoe wordt de diagnose van artrose gesteld?<br />
• Behandelmogelijkheden bij artritis en artrose<br />
• Waar kan ik meer lezen over artrose ?<br />
• Heeft U nog vragen?<br />
Artrose, Iedereen in Nederland heeft wel een mening over artrose. Op<br />
feestjes, visites, enz. Is het een veel besproken onderwerp. De meningen<br />
die daar verkondigd worden zijn vaak gebaseerd op ervaring, van horen<br />
zeggen, over gelezen, enzovoorts. Is de visie die u als lezer ook een juiste<br />
visie? Om dit te toetsen zullen we uw visie op dit veel besproken onderwerp<br />
vooraf met u doornemen middels een lijst met 11 stellingen. U kunt deze<br />
beantwoorden met waar of niet waar. Als u de informatie heeft doorgelezen<br />
kunt u zelf deze lijst nogmaals beantwoorden en bekijken of uw mening over<br />
artrose is veranderd.<br />
1. Artrose wordt in Nederland " slijtage " genoemd.Versleten is versleten<br />
en daar is niets aan te doen. U moet er mee leren leven .<br />
2. Artrose is een aandoening die altijd pijn veroorzaakt<br />
3. Artrose is een aandoening die veroorzaakt wordt door het verrichten<br />
van zwaar werk.<br />
4. Artrose is geen ziekte en komt voor bij alle mensen boven de 50 jaar.<br />
5. Een gewricht dat artrosis vertoont moet minder worden belast.<br />
6. Bij een artrotische heup is lopen niet goed. Het is beter om te fietsen<br />
en te zwemmen.<br />
7. Bij artrose van de nek, lage rug, heup of knie is het beter om niet te<br />
sporten.<br />
8. Artrose heeft niets te maken met botontkalking ( osteoporose)<br />
9. Pijnklachten bij artrose kunnen volledig herstellen<br />
10. Artrose gaat gepaard met gewrichtsontsteking<br />
11. Aan artrose kan een fysiotherapeut niets doen.<br />
Inleiding: Artrose is in Nederland de meest voorkomende<br />
gewrichtsaandoening van het houdings- en bewegingsapparaat ( Schouten<br />
1993). Maar liefst 650.000 Nederlanders bezoeken jaarlijks hun huisarts met<br />
klachten door artrose: ongeveer dertig procent van hen is jonger dan 65 jaar.
Per jaar komen er zo'n 60.000 nieuwe patiënten bij. In het jaar 2000 is dat<br />
aantal naar schatting tot een miljoen gestegen.<br />
Ouderen beschouwen artrose veelal als een slijtageverschijnsel dat<br />
verbonden wordt aan het ouder worden. Het is van belang dat ouderen met<br />
gewrichtsklachten van lendenwervelkolom(LWK),heup en/of knie een<br />
aangepaste leefstijl ontwikkelen. Het doel daarvan is om beperkingen in het<br />
functioneren te voorkomen of om te voorkomen dat ze verergeren. Artrose<br />
betekent degeneratie van het gewricht. In Nederland wordt het<br />
"gewrichtsslijtage" genoemd, een term waar je niet vrolijk van wordt. Slijtage<br />
of versleten klinkt zo definitief en veronderstelt dat er niets meer aan te doen<br />
is. Gelukkig is dit niet helemaal waar zoals verderop duidelijk zal worden. In<br />
het medische jargon zal artrose meestal beschreven worden met de termen<br />
arthrosis, arthrosis deformans of osteoarthrosis. Veel mensen denken dat<br />
artrose hetzelfde is als reuma, maar dat is niet helemaal waar. De oorzaak<br />
daarvan ligt bij de Wereldgezondheids Organisatie ( W.H.O.) dat reuma<br />
beschrijft als: " Alle primaire aandoeningen van het bewegingsapparaat die<br />
niet traumatisch zijn ". In die zin is artrose een aandoening van het<br />
bewegingsapparaat, welk niet direct het gevolg hoeft te zijn van een trauma<br />
en dus onder de grote groep valt van aandoeningen, die de WHO als reuma<br />
omschrijft. In Nederland echter wordt met reuma meestal reumatoïde<br />
arthritis of chronische reuma bedoeld en dat is een andere aandoening met<br />
een andere oorzaak en een ander ziekteverloop. Ook heeft artrose niets te<br />
maken met botontkalking ( osteoporose).<br />
Hoe vaak komt artrose voor? Van alle aandoeningen die we kennen komt<br />
artrose het meeste voor van allemaal en ligt ver aan de kop in vergelijking<br />
met de andere meest voorkomende aandoeningen als CARA,<br />
slechthorendheid, eczeem, depressie, hartinfarct, suikerziekte, staar, etc.(<br />
Bron R.I.V.M.). Maar liefst 650.000 Nederlanders bezoeken jaarlijks hun<br />
huisarts met klachten door artrose. Per jaar komen daar zo'n 60.000 nieuwe<br />
patiënten bij ( T.N.O., Preventie en Gezondheid). In procenten betekent dit<br />
dat tussen de 10 en 12 % van alle volwassenen klachten heeft van deze<br />
gewrichtsaandoening. Beperken we ons tot de ouderen dan komt het bij<br />
ongeveer 20% van alle vrouwen voor en bij 14% van alle mannen (<br />
Goedhard en Knook, 1993). Deze cijfers betreffen dan alleen nog maar de<br />
patiënten die er last van hebben, want artrose komt nog véél meer voor bij<br />
mensen die er geen last van hebben. De röntgenfoto kan wel artrose<br />
aangeven maar dat wil niet zeggen dat deze klachten geeft. Uit voorgaande<br />
blijkt wel dat het geen aandoening is die alleen bij oudere mensen voorkomt.<br />
Uit onderzoek blijkt dat artrose van de lage rug al op de röntgenfoto<br />
zichtbaar is bij 40% van alle 30-jarigen, bij 70% van alle 40 jarigen en op 50<br />
jarige leeftijd is niemand meer vrij van artrotische veranderingen aan de<br />
wervelgewrichten. Gelukkig maar dat dit niet altijd leidt tot klachten in de zin<br />
van pijn of beperkingen, want dan zou boven de 50 jaar nagenoeg iedereen<br />
patiënt zijn. Men kan dan ook stellen dat artrose een normaal<br />
ouderdomsverschijnsel is dat ons allen kan overkomen. Het gewricht<br />
vertoont verschijnselen die normaal zijn bij het ouder worden. Alle weefsels<br />
en organen zullen veranderingen vertonen door het ouder worden. Kijk<br />
hierbij maar naar de huid, de ogen, de haren, de bloedvaten, enz. Zo ook
vergaat het onze gewrichten.<br />
Wanneer spreken we dan van artrose als een aandoening? Het gaat<br />
hierbij om de vergelijking tussen de kalenderleeftijd en de leeftijd van het<br />
gewricht. Normaal gesproken moet dit dezelfde zijn. Dus als iemand 30 jaar<br />
is dan horen diens gewrichten normaal te zijn voor een dertigjarige. Is de<br />
gewrichtsleeftijd hoger dan is dit afwijkend voor het normale, dus afwijkend.<br />
Dit hoeft dan niet te betekenen dat die persoon daar last van moet hebben.<br />
Een 70- jarige heeft normaal gewrichten die bij een 70-jarige horen. Het kan<br />
echter ook zijn dat de gewrichten het beeld vertonen van een 60-jarige. In dit<br />
geval is er wel sprake van artrose, maar in feite is dat een zeer gunstige<br />
toestand. Ook dient er sprake te zijn van een gelijke toestand van het linker<br />
en rechter gewricht. Hoe het komt dat de ene persoon er wel last van heeft<br />
en de andere niet wordt besproken in de volgende hoofdstukken.<br />
Wat is artrose? <strong>Arthrose</strong> is een chronische aandoening van de gewrichten<br />
waarbij het gewrichtskraakbeen kapot gaat en het onderliggende bot<br />
woekeringen kan gaan vertonen. (TNO, maart 1998) Om dit goed uit te<br />
leggen wordt eerst ingegaan op de bouw van een gewricht en het kraakbeen<br />
daarvan. Wat is een gewricht? Een gewricht bestaat uit twee botuiteinden<br />
die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Die botuiteinden zijn bekleed<br />
met een dun laagje kraakbeen en worden bij elkaar gehouden door het<br />
gewrichtskapsel en de gewrichtsbanden. Het gewrichtskapsel bestaat uit<br />
een laag bindweefsel dat stevigheid geeft aan het kapsel en ervoor zorgt dat<br />
de kop en de kom van het gewricht niet teveel uit elkaar kunnen wijken. Dit<br />
deel van het kapsel is nog extra verstevigd door de gewrichtsbanden die<br />
naast stevigheid ook nog een belangrijke functie hebben in het sturen van<br />
de bewegingen. Bijvoorbeeld de kniebanden die aan de binnen- en<br />
buitenzijde van de knie zitten staan wel beweging toe in buig- en<br />
strekrichting, maar voorkomen dat het onderbeen naar binnen en buiten kan<br />
t.o.v. het bovenbeen. De binnenkant van het kapsel is bekleed met een<br />
slijmvlieslaagje, het zgn. synoviale kapsel. Dit slijmvlieslaagje produceert<br />
een gewrichtsvocht, ook wel gewrichtsmeer genoemd, dat ervoor zorgt dat<br />
het kraakbeen spiegelglad is, zodat beweging zeer soepel kan verlopen.<br />
Vergelijk het maar met twee glasplaten die je over elkaar schuift. De<br />
glasplaten zijn zeer glad, maar als je ze overelkaar schuift, dan ontstaan er<br />
toch kleine krasjes. Als je er een druppeltje water tussen doet, dan wordt het<br />
oppervlak nog gladder en blijft beschadiging uit. In het gewricht is dit ook zo<br />
en zodoende is het mogelijk dat gewrichten zo'n 80 jaar en meer goed<br />
kunnen functioneren. Het gewrichtsmeer heeft nog meer functies nl. het<br />
zorgt voor de voeding van het kraakbeen en daarnaast zorgt het ervoor dat<br />
de gewrichtsvlakken dicht tegenelkaar blijven. ( vergelijk ook dit met de<br />
glasplaten. Als je er een druppel water tussen doet en je pakt de bovenste<br />
glasplaat vast, dan blijft het onderste eraan hangen ). Als dit niet zo zou zijn<br />
dan zou b.v. in de heup het bovenbeen t.o.v. de kom van het gewricht<br />
uitzakken als het been van de grond is en tijdens het plaatsen van het been<br />
op de grond weer tegen de kom aankomen, hetgeen beschadiging van het<br />
kraakbeen kan veroorzaken. Kraakbeen bestaat uit een laagje bindweefsel<br />
dat over de botuiteinden ligt en heeft tot doel de gewrichtsoppervlakken glad<br />
te maken, zodat de botuiteinden goed en soepel over elkaar kunnen
schuiven. Daarnaast werkt dit laagje als een soort schokdemper. Het<br />
bestaat voor 60-85% uit water en kan bij compressie grote krachten<br />
opvangen. Als het gewricht wordt belast, b.v. in de knie tijdens de standfase<br />
bij lopen, dan wordt het vocht uit het kraakbeen geperst ( alsof je een spons<br />
uitknijpt). Tijdens de zwaaifase van het been wordt het water weer door het<br />
kraakbeen opgezogen, zodat het volume van het kraakbeen weer wordt<br />
hersteld. Dit vocht bevat voedingsstoffen dat ervoor zorgt dat het<br />
kraakbeenlaagje telkens wordt gevoed en zodoende in prima conditie blijft.<br />
Tijdens de compressiefase worden met het uitgeperste water de afvalstoffen<br />
afgevoerd.<br />
Hoe ontstaat artrose? De belangrijkste afwijkingen worden gevonden in het<br />
gewichtdragende gedeelte van kraakbeen en het daaronder liggende bot. Bij<br />
artrose is er sprake van een abnormale slijtage die meer is dan past bij de<br />
leeftijd. Het kraakbeen slijt dan te snel en op te jeugdige leeftijd. Kraakbeen<br />
kun je zien als een kooi van hele strakke vezels, die opgevuld is met een<br />
soort sponsachtige moleculen. Die moleculen zuigen water aan, waardoor<br />
het weefsel gaat zwellen. Als het kraakbeen onder druk komt, wordt er een<br />
klein laagje water uitgeperst. Dank zij de vloeistof in het gewricht glijden de<br />
kraakbeenlagen gemakkelijk over elkaar heen, zijn ze elastisch en kunnen<br />
ze de druk goed opvangen. Kraakbeen heeft geen bloedvaten en is dus voor<br />
de energievoorziening aangewezen op bewegen. Bij belasting van het<br />
gewricht wordt het vocht uit de sponsachtige moleculen geperst, terwijl de<br />
vloeistof bij ontlasten weer terug wordt "gezogen". Bij ritmisch bewegen<br />
wordt op deze manier een constante vloeistofstroom onderhouden. Zowel de<br />
vezels als de moleculen worden aangemaakt en afgebroken door cellen en<br />
zolang dat proces in evenwicht is, is er niets aan de hand. De problemen<br />
van artrose ontstaan pas wanneer dit natuurlijk evenwicht is verstoord, op de<br />
een of andere manier in de vezelkooi breuken ontstaan en het kraakbeen<br />
een andere, rommelige samenstelling krijgt. Voor de smering van gewrichten<br />
speelt de synoviale vloeistof een belangrijk rol. De viscositeit van de<br />
synoviale vloeistof veroorzaakt een gewrichtssmering met een uitermate<br />
lage weerstand. De synoviale vloeistof zorgt ervoor dat de<br />
gewrichtsoppervlakken elkaar daarbij niet raken, een proces dat enigszins te<br />
vergelijken is met "aquaplaning". Het in kwaliteit achteruitgaande kraakbeen<br />
wordt dof, ondoorzichtig en ruw aan de oppervlakte. Er ontstaan eerst kleine<br />
scheurtjes die steeds uitgebreider en dieper worden. Het oppervlak wordt<br />
steeds ruwer, zodat het gewricht tijdens belasting krakende geluiden kan<br />
laten horen. De eindfase is kaal bot waarop geen kraakbeen meer aanwezig<br />
is. Het botweefsel dat daar direct eronder ligt gaat veranderen. Het wordt<br />
harder en dikker. Dit proces verloopt niet mooi met egaal bot, maar het<br />
vertoont meestal holtes ( cysten) en botuitwassen of botwoekeringen<br />
(osteofyten). Dit heeft wel een functie nl. hierdoor neemt de beweging af (<br />
dus ook de verder beschadiging) en de stabiliteit toe. Ook gebeurt het<br />
weleens dat er stukjes kraakbeen of bot afbreken die dan vrij in het gewricht<br />
rond kunnen zwerven ("gewrichtsmuizen"). Deze losse deeltjes kunnen veel<br />
pijn veroorzaken als ze worden ingeklemd en kunnen ook ervoor zorgen dat<br />
het gewricht "op slot " komt te zitten. De pijn en de stijfheid worden vooral<br />
veroorzaakt door reacties in het kapsel van het gewricht. Dit kapsel wordt<br />
door de veranderde belasting van het gewricht geïrriteerd. Dit heet dan een
artritis, synovitis of gewrichtsontsteking. De knie vertoont dan<br />
ontstekingsverschijnselen als roodheid, zwelling, warmte, pijn en<br />
bewegingsbeperking. Het kapsel is aan de binnenkant te vergelijken met<br />
een keel bij keelontsteking. Het ziet er rood, gezwollen en glanzend uit. In<br />
deze fase van de aandoening is er meestal veel pijn, waarvoor de patiënt<br />
zijn arts bezoekt die dan meestal medicijnen zal voorschrijven. Deze<br />
medicijnen zorgen ervoor dat de ontstekings-verschijnselen worden<br />
verminderd waardoor de klachten zullen afnemen. (N.B. deze ontstekingen<br />
hebben niets met een infectie te maken !) Gelukkig leidt niet elke artrose tot<br />
een artritis. Veelal verloopt het proces probleemloos. En als arthrosis door<br />
overbelasting of een klein trauma toch tot een artritis komt, dan wil dit niet<br />
zeggen dat dit niet meer zal kunnen genezen. Na herstel van de artritis is de<br />
pijn verdwenen, de grootste bewegingsbeperking weer afgenomen en kan<br />
men weer goed functioneren. De artrosis zelf blijft wel bestaan, maar dit<br />
hoeft op zich geen klachten te geven. De uitspraak "het is versleten en U<br />
moet er mee leren leven" wil absoluut niet zeggen dat U niet meer van de<br />
klachten afkomt. Beter zou de uitspraak zijn "er is een slijtage, dit hoeft op<br />
zich geen klachten te geven, maar u moet er wel goed mee omgaan". Bij<br />
erge artrosis kan er stijfheid en bewegingsbeperking ontstaan, vooral 's<br />
morgens bij het opstaan uit bed of bij het opstaan na zitten. Na korte tijd is<br />
dit meestal weer verdwenen. De stijfheid, die altijd hetzelfde is, komt door de<br />
veranderingen in het gewricht zelf. Doch de startstijfheid en ochtendstijfheid<br />
wordt veroorzaakt doordat er in het gewricht wat meer vocht vrijkomt.<br />
Tijdens bewegen zorgt de pompfunctie van het gewricht dat dit vocht<br />
voldoende wordt afgevoerd. Als je stilzit of ligt dan is deze pompfunctie<br />
tijdelijk verminderd waardoor het gewricht wat meer vocht bevat. Als je dan<br />
gaat bewegen is er even een forse stijfheid die vrij snel weer afneemt<br />
afhankelijk van de hoeveelheid vocht en de functie van het gewricht. Ook de<br />
spieren rondom het gewricht ondergaan veranderingen. Enerzijds door de<br />
veranderde functie in het gewricht en anderzijds doordat er vanuit het<br />
gewricht een veranderde reflexwerking uitgaat op de spier. Hier wordt niet<br />
verder op ingegaan, maar het resultaat daarvan is spierkrachtvermindering,<br />
stijfheid van de spier, kramp en spierpijn. Door de verminderde spierfunctie<br />
neemt de stabiliteit van het gewricht verder af.<br />
Wat zijn de symptomen bij artrose ? De belangrijkste symptomen bij<br />
artrose (gewrichtslijtage) zijn:<br />
• bewegingsbeperking<br />
• stijfheid en vooral startstijfheid (bij opstaan na liggen of zitten)<br />
• soms startpijn<br />
• functiebeperkingen<br />
• vaak neem het gewricht een typische vorm aan<br />
De belangrijkste symptomen bij artritis (gewrichtsontsteking) zijn:<br />
• sterk toegenomen gewrichtsbeperking<br />
• sterk toegenomen stijfheid en startstijfheid. De startstijfheid duurt ook<br />
langer. Hoe langer de startstijfheid duurt hoe erger de artritis is<br />
• toegenomen pijn, welke nu zowel tijdens rust als tijdens bewegen kan
voorkomen. Na belasten neemt ook de pijn in rust toe.<br />
• instabiliteit (het gevoel hebben dat je tijdens belasten plots even door<br />
het gewricht zakt.<br />
• zwelling van het gewricht; vocht in het gewricht<br />
• lokale temperatuursverhoging van het gewricht dat vaak van buitenaf<br />
voelbaar is<br />
• soms ook roodverkleuring van het gewricht<br />
• afname van de belastbaarheid en functie<br />
Artritis als gevolg van artrose is een verschijnsel dat meestal na<br />
overbelasting ontstaat of toeneemt. Dit verergeren van de klachten is er<br />
meestal de oorzaak van dat men de arts bezoekt. Onderzoek van het<br />
gewricht toont dan de aanwezige artrose. Meestal is het echter zo dat het<br />
artritisbeeld weer goed zal herstellen. De artrose blijft dan wel bestaan, doch<br />
hoeft niet altijd klachten te veroorzaken. Inhoud Waar komt artrose het<br />
meest voor ? Artrose komt het meest voor in de halswervelkolom, het<br />
onderste deel van de lendewervel-kolom en in de handen. Daarna volgen in<br />
frequentie van vóórkomen de grote teen, de knieën en de heupen.<br />
Ellebogen, polsen, schouders en enkels zijn relatief weinig aangedaan.<br />
Hierbij dient wel vermeld te worden dat arthrosis van knieën en handen bij<br />
vrouwen meer voorkomt dan bij mannen. Heupartrosis komt bij mannen iets<br />
vaker voor dan bij vrouwen. Er zijn ook sterke verschillen tussen de<br />
verschillende rassen. Zo komt bijv. bij Chinezen heupartrosis maar zelden<br />
voor. Knie-artrosis komt bij negroide vrouwen meer voor dan bij blanke<br />
vrouwen.<br />
Risicofactoren voor het ontstaan van artrosis. De belangrijkste<br />
risicofactor is leeftijd. Daarna volgen geslacht en ras (zie eerder). Ook<br />
erfelijke aanleg (genetische predispositie) is een belangrijke factor. Als de<br />
ouders veel artrosisklachten hebben is de kans groot dat de kinderen dat<br />
ook krijgen. Aan bovenstaande risicofactoren kunnen we totaal niets doen.<br />
Andere belangrijke factoren zijn:<br />
• overgewicht<br />
• overbelasting in beroep, hobby of sport<br />
• trauma of ongeluk in het gewricht<br />
• doorgemaakte andere aandoeningen in het gewricht, bijv. een vorm<br />
van reuma<br />
Bovenstaande vraagt nog om enige uitleg. Overgewicht is een belangrijke<br />
risicofactor voor alle vormen van artrose, maar vooral van de knieën. Ook<br />
overbelasting in het beroep is een belangrijke factor en het gaat hierbij<br />
vooral om zware eenzijdige belasting bijv. bij arbeid waarbij je lange tijden<br />
op één plaats moet staan of veel moet tillen. Zo hebben boeren een 5 tot 9<br />
maal grotere kans of heupartrose, wat toegeschreven wordt aan zwaar<br />
tilwerk. Artrose van de handen werd aangetoond bij mensen die erg veel<br />
handenarbeid verrichten. Ook heeft men bij bepaalde sporten een grotere<br />
kans op artrose. Zo is aangetoond dat voetballers meer kans hebben op<br />
knie- voet- en enkelartrose. Die voetballers die veel "koppen" hebben een<br />
duidelijk grotere kans op artrose van de nekgewrichten. Daar staat
tegenover dat lange-afstandlopers helemaal niet meer kans op knieartrose<br />
hebben dan niet-hardlopers. De oorzaak daarvan ligt in het feit dat<br />
hardlopen wel meer belasting geeft van de knieën, doch het kraakbeen niet<br />
beschadigt. Bij voetballen treden er meer kleine trauma' tjes op van het<br />
kraakbeen in knieën, voeten en nek. Elk gewrichtstrauma leidt tot het<br />
ontstaan van een vroegtijdige artrose. De bekendste trauma's zijn dan het<br />
meniscusletsel en de kruisbandscheuringen in de knie. Ook elke breuk die<br />
zich voordoet tot in het gewricht geeft een grotere kans op artrose. Over het<br />
algemeen kan gesteld worden dat elke verandering in of om het gewricht<br />
een predispositie (=vergrote kans) kan zijn voor het ontstaan van artrose:<br />
• Overgewicht, eenzijdige belasting, te zware belasting kunnen een<br />
directe beschadiging van het kraakbeen geven.<br />
• Een letsel van het gewrichtskapsel of de gewrichtsbanden kan ook<br />
een oorzaak zijn. Een gewrichtsband die gescheurd is, herstelt<br />
meestal niet of maar in geringe mate en dit kan aanleiding zijn tot een<br />
veranderde stand of beweging van het gewricht, waardoor kraakbeen<br />
anders wordt belast. Zowel onder- als overbelasting geeft verandering<br />
van de structuur van kraakbeen en kan daardoor een directe<br />
aanleiding geven tot het ontstaan van artrose. Een letsel van het<br />
kapsel herstelt meestal wel snel, maar niet met het oorspronkelijke<br />
kapselweefsel, doch met littekenweefsel, dat een andere<br />
samenstelling heeft en daarmee een andere functie. De veranderde<br />
trekspanning van het littekenweefsel geeft irritatie van de<br />
aanhechtingsplaats en stimuleert het bot tot woekering aan de<br />
randen. Ook kan het littekenweefsel een veranderde belasting van<br />
het kraakbeen veroorzaken, waardoor het artroseproces versneld kan<br />
gaan optreden.<br />
• Elke bewegingsbeperking van een gewricht geeft een veranderde<br />
belasting van het kraakbeen. Op sommige plekken wordt het<br />
kraakbeen overbelast en op andere plaatsen wordt het onderbelast.<br />
Beide veranderen de belasting van het kraakbeen en zijn zodoende<br />
een predispositie voor artrose.<br />
Is artrose te voorkomen ? Bij preventie van artrose moeten we denken aan<br />
primaire en secundaire preventie. Primaire preventie betekent het<br />
voorkomen van artrosis. Mogelijkheden hiertoe moeten gezocht worden in<br />
het verminderen van de risicofactoren zoals: zorgen dat je niet te zwaar<br />
wordt; geen langdurige eenzijdige arbeid verrichten en als je dan toch<br />
dergelijk werk hebt, zorgen voor regelmatige afwisseling in stand en<br />
beweging; handwerken kan leuk zijn, maar overdrijf het niet in tijd; til niet te<br />
zware voorwerpen, roep liever de hulp in van anderen, "vele handen maken<br />
licht werk"; probeer bij sporten het veroorzaken van blessures zoveel<br />
mogelijk te vermijden door goed schoeisel, goede terreinen, betere regels<br />
maar vooral ook veiliger gedrag op het sportveld. Secundaire preventie<br />
betekent dat je maatregelen neemt om reeds aanwezige artrose in<br />
progressiviteit af te remmen. Oplossingen moeten dan gezocht worden in<br />
gewichtsafname; aanpassing op het werk; beter schoeisel met<br />
schokabsorberende zolen. Alles komt neer op het aanpassen van de<br />
belasting op de belastbaarheid van het artrotische gewricht. Dit betekent
zeker niet dat je het gewricht niet meer mag belasten. Goede en gezonde<br />
beweging is een voorwaarde tot afremmen van de progressie. Een goede<br />
stabiliteit en spierversterking zorgen ervoor dat het gewricht beter<br />
beschermd wordt tegen overbelasting en trauma's. Inhoud Mag men sporten<br />
met artrose ? Natuurlijk is dit afhankelijk van de ernst van artrose. Als de<br />
mobiliteit van het artrotische gewricht goed is dan is een lichte vorm van<br />
sport eerder aanbevolen dan verboden. Elke vorm van overbelasting dient<br />
hierbij wel te worden voorkomen. Zoek ook geen sport die de kans op<br />
blesseren van het gewricht verhoogt. Wandelen, hardlopen,<br />
gymnastiekoefeningen, fietsen en zwemmen zijn over het algemeen goede<br />
vormen van sport. De conditie van het gewricht kan daardoor toenemen.<br />
Sporten als badminton, tennis, golf en volleybal kunnen bij bepaalde vormen<br />
van artrosis zeer goed zijn. Zorg wel altijd voor goed schoeisel met een<br />
schokabsorberende zool. Voorbeelden: · Bij heuparthrosis is wandelen en<br />
zwemmen zeer goed; wandelen geeft door de afwisselende belasting en<br />
ontlasting van het gewricht een betere voeding van het kraakbeen waardoor<br />
een progressie wordt tegengegaan en soms zelfs een licht herstel mogelijk<br />
is. Zwemmen draagt bij tot een training van de mobiliteit van het gewricht:<br />
fietsen mag wel indien dit geen problemen geeft, ook niet na het fietsen. Bij<br />
fietsen is de schuifbelasting over het kraakbeen groter dan bij wandelen en<br />
daarom meer belastend voor het kraakbeen. · Bij knie-arthrosis geldt<br />
hetzelfde als bij heupartrose. Sporten die overbelasting of de kans op<br />
microtrauma's (kleine blessures) doen toenemen is niet verstandig. Bij tennis<br />
is de kans hierop groter dan bijv. bij golf. · Bij arthrosis van de handen is een<br />
keuze in volleybal wel een hele slechte. Kies dan een sport die de handen<br />
wel doet bewegen maar weinig belast. Zwemmen kan een goede keuze zijn.<br />
· Bij artrose van de lage rug zijn wandelen en zwemmen een goede keuze.<br />
Fietsen is goed voor de algemene conditie, doch geeft geen bijdrage aan<br />
verbetering van het probleem. Kortom: BEWEEG !! MAAR BEWEEG GOED<br />
BELAST !! MAAR BELAST GOED Niet bewegen of niet belasten leidt alleen<br />
maar tot verdere toename van de klachten.<br />
Hoe wordt de diagnose van artrose gesteld? De belangrijkste manier<br />
waarop artrose wordt vastgesteld is de röntgenfoto of de MRI. Af en toe zal<br />
een kijkoperatie (arthroscopie) nodig zijn. Bij klinisch onderzoek kan het<br />
vermoeden wel groot zijn, doch de echte vaststelling ligt bij beeldvormend<br />
onderzoek. Soms zal het inspuiten van een contraststof in het gewricht<br />
nodig zijn. Het artritisbeeld is op zich niet door een foto te bepalen. Hier zal<br />
het klinisch onderzoek bepalend zijn waarbij er sprake moet zijn van pijn,<br />
zwelling, temperatuurtoename, eventueel roodheid en bewegingsbeperking<br />
volgens een voor het gewricht kenmerkend patroon. (kapselteken)<br />
Behandelmogelijkheden bij artrose In de medische en paramedische<br />
beroepen probeert men de artrose in te delen in graden van ernst. 1º (eerste<br />
graads) artrose: de röntgenfoto vertoont geen of nauwelijks afwijkingen. Er is<br />
geen beperking van de mobiliteit. Wel is er een geringe<br />
kraakbeenverandering. 2º (tweede graads) artrose: lichte botwoekering;<br />
normale gewrichtspleet; kraakbeenverandering; geringe<br />
bewegingsbeperking volgens kapsulair patroon(=kapselteken). 3º (derde<br />
graads) artrose: matige botwoekering (osteofyten);<br />
gewrichtspleetversmalling; sclerose ofwel verharding van bot onder
eschadigd kraakbeen; mogelijk gewrichtsdeformatie; forse<br />
bewegingsbeperking volgens kapsulair patroon. 4º (vierde graads) artrose:<br />
grote osteofyten (botwoekering); sterke gewrichtspleetversmalling; ernstige<br />
verharding en verdikking van botuiteinden (sclerose); gewrichtsdeformatie;<br />
forse bewegingsbeperking volgens kapsulair patroon tot volledige<br />
bewegingsbeperking. De behandeling van de artrose zal afhankelijk zijn van<br />
de graad van artrose en het al of niet aanwezig zijn van een artritis.<br />
1. Bij artritis zal de behandeling bestaan uit:<br />
• adviezen tot het geven van rust aan het gewricht in de zin van het<br />
minder belasten van het gewricht zodat de ontstekingsreactie kan<br />
herstellen. Dus adviezen m.b.t. de ADL (Aktiviteiten in het Dagelijks<br />
Leven), sport en beroepsuitoefening.<br />
• medicijnen:bijv. paracetamol om de pijn te dempen, om de<br />
ontstekingsreacties te remmen, waardoor tevens de pijn zal afnemen.<br />
Meestal wordt hiervoor een NSAID (= Non Steroïd Anti Inflammatory<br />
Drug) een ontstekingsremmer gegeven. Deze worden ook wel antireumatica<br />
genoemd.<br />
• injecties in het gewricht met corticosteroïden (bijnierschorshormonen)<br />
al of niet tesamen met een pijnstiller kan soms nodig zijn bij een<br />
ernstige gewrichtsontsteking.<br />
• afkoeling bij sterke pijn en temperatuurverhoging kan tijdelijk de pijn<br />
dempen. Het afkoelen kan m.b.v. een koude- of ijspakking worden<br />
toegediend.<br />
• soms kan een brace of bandage worden voorgeschreven met het<br />
doel het gewricht tijdelijk rust te geven zodat de ontstekingsreactie<br />
sneller zal herstellen.<br />
2. De behandeling van artrose:<br />
• uit het voorgaande is gebleken dat artrose meestal een normaal<br />
verouderings-verschijnsel is van de gewrichten dat ons allen zal<br />
kunnen overkomen. Zolang het hierbij gaat om een normale<br />
leeftijdsgebonden mate van artrose zal over het algemeen geen<br />
behandeling nodig zijn. We kunnen wel ervoor zorgen dat deze<br />
onvermijdelijke veranderingen onze gewrichten zo gering mogelijk<br />
blijven. Onderzoek heeft aangetoond dat gezonde lichamelijke<br />
activiteit leidt tot toename van de dikte van het kraakbeen en een<br />
betere voeding daarvan. Immobilisatie (niet bewegen) daarentegen<br />
leidt tot een vermindering van de voeding van het kraakbeen en<br />
daardoor tot een ver- mindering van de kwaliteit. Onbelast bewegen<br />
alleen (bijv. bewegen in water) is daarom niet voldoende. Het<br />
kraakbeen heeft een goede afwisselende druk nodig om goed gezond<br />
te blijven. KORTOM: een gezonde en actieve leefwijze is de beste<br />
preventie !!!!! Bij lichte vorm van artrose (1e graad en 2e graad) ·<br />
adviezen m.b.t.: - lichaamsgewicht verminderen - verminderen van<br />
bepaalde belastingen in ADL, sport en arbeid - activeren tot goede en<br />
gezonde lichaamsbeweging - uitleg omtrent artrose. Zo zal het<br />
belangrijk zijn om uit te leggen dat artrose niet hetzelfde is als reuma
en dat het bij alle mensen voorkomt<br />
• ergotherapeutische adviezen: aanpassen van de<br />
arbeidsomstandigheden, zodat de overbelasting van gewrichten zal<br />
afnemen. Dit kan zowel op het werk als in de huishouding<br />
plaatsvinden. · medicijnen: indien artrose oorzaak is van<br />
artritisbeschijnselen zal naast aanpassing van de belasting het soms<br />
nodig zijn dat medicijnen worden voorgeschreven. Meestal worden<br />
pijnstillers (bijv. paracetamol) of NSAID'S (ontstekingsremmers)<br />
voorgeschreven.<br />
• Fysiotherapie: Bij de behandeling van lichtere vormen van artrose<br />
speelt de fysiotherapie een zeer belangrijke rol. De behandeling zal<br />
vooral bestaan uit oefentherapie, voorlichting en fysische therapie in<br />
engere zin. v fysische therapie in engere zin: vormen van therapie dit<br />
vooral gericht zullen zijn op pijndemping en ontspanning van de<br />
spieren. De fysiotherapeut kan hierbij gebruik maken van<br />
electrotherapie (niet pijnlijke stroompjes die de zenuwen die de pijn<br />
veroorzaken zullen beïnvloeden en daardoor de pijn doen afnemen).<br />
Vormen hiervan zijn bijv. TENS en interferentie-stroom. Ook<br />
hoogfrequentie electrotherapie zoals Ultra Korte Golf zal kunnen<br />
worden toegepast. Dit zal alleen plaatsvinden bij aanwezige artritis en<br />
hevige pijn. Vormen van thermotherapie: - warmtetherapie kan<br />
worden toegepast ter ontspanning en pijndemping - cryotherapie of<br />
koude therapie (bijv. in de vorm van ijs-pakkingen) wordt toegepast<br />
ter vermindering van ontstekingsverschijnselen (bij artritis) en pijn.<br />
Over het algemeen kan gesteld worden dat fysische therapie in<br />
engere zijn alleen geïndiceerd zal zijn bij ontstekingsverschijnselen<br />
en/of hevige pijn. Bij artrose waarbij pijn of ontsteking niet op de<br />
voorgrond staan zijn deze vormen van therapie meestal niet nodig.<br />
Bovenstaande therapievormen geven beslist géén verbetering van de<br />
artrose, doch zijn alleen maar gericht op de verzachting van de<br />
verschijnselen ervan! v oefentherapie of bewegingstherapie: Dr.<br />
M.Hopman - Rock "leven met artrose", 1997) schrijft in haar<br />
proefschrift: "met artrose kun je leren leven, mits je blijft bewegen,<br />
zelfs wanneer het lijf zeer doet". Blijven bewegen, ook als je pijn<br />
hebt en inderdaad, na de pijn wordt het fijn". De fysiotherapeut speelt<br />
daarbij een zeer belangrijke rol. Behalve een sturende en<br />
begeleidende rol bij het herstel zal de fysiotherapeut<br />
bewegingstherapie toepassen met als doel de gevolgen van de<br />
aandoening te verminderen en/of verergering voorkomen. De<br />
oefentherapie heeft tot doel:<br />
• de mobiliteit (bewegingsmogelijkheid) verbeteren<br />
• de spieren rondom het gewricht te versterken<br />
• verkortingen van spieren op te heffen<br />
• de stabiliteit en coördinatie te verbeteren<br />
• de pijn te verminderen<br />
Naast de oefentherapie op stoornisniveau zal de fysiotherapeut aandacht<br />
besteden aan verbetering van de activiteiten die verloren zijn gegaan of in<br />
kwaliteit zijn verminderd. Zo is er aandacht voor het staan, zitten,gaan staan,<br />
lopen, traplopen, , fietsen, enz. Uitgebreide studies geven aan dat
oefeningen die gericht zijn op het normaal functioneren in ADL, arbeid en<br />
sport het meeste effect geven. Belangrijk hierbij is ook dat de patiënt een<br />
oefenschema heeft dat thuis kan worden voortgezet. Bij sterkere vorm van<br />
artrose (3e graads) Deze vorm wordt gekenmerkt door een forse<br />
bewegingsbeperking volgens het kapsulair patroon. Dit betekent dat de<br />
bewegingsbeperkingen in een bepaalde volgorde in ernst aanwezig zijn,<br />
hetgeen veroorzaakt wordt door het totale kapsel van het gewricht. Voor elk<br />
gewricht is dit anders en typisch voor dat gewricht. Daarnaast kan er ook<br />
een beperking zijn die veroorzaakt wordt door de botwoekering van het<br />
gewricht zelf. Aan dit laatste is niet veel te verbeteren, doch de beperkingen<br />
als gevolg van de kapselveranderingen zijn wel veel te verbeteren. De<br />
fysiotherapeut of manueel therapeut zal tracties uitvoeren en oefeningen<br />
geven die de mobiliteit van het gewricht zullen optimaliseren en de<br />
verkregen mobiliteit handhaven. Zo heeft klinisch onderzoek uitgewezen dat<br />
tractie manipulatie van de heup een snelle verbetering kan geven van de<br />
mobiliteit. De bewegingen van het betreffende gewricht zijn dan niet alleen<br />
beter mogelijk, doch ook de pijn is daarbij verminderd. Als de functie van het<br />
gewricht en rondom het gewricht is verbeterd, dan zijn er voldoende<br />
voorwaarden aanwezig om te gaan oefenen op activiteitenniveau.<br />
Voorbeeld: het looppatroon trainen bij een ernstige bewegingsbeperking<br />
heeft weinig zin en doet de klachten alleen maar toenemen. Daarom zal de<br />
fysiotherapeut of manueel therapeut eerst de voorwaarden moeten<br />
scheppen alvorens een verbetering van het looppatroon te kunnen of mogen<br />
verwachten. Zodra de mobiliteit, de spierkracht en de coördinatie en<br />
stabiliteit voldoende zijn, zal er een training volgen op activiteitenniveau met<br />
een oefenschema voor thuis. Indien er een artritisbeeld is, dan zal er tijdelijk<br />
niet veel getraind kunnen worden en zal de patiënt een behandeling kunnen<br />
verwachten zoals al eerder is vermeld. Bij maximale vorm van artrose (4e<br />
graad) Bij ernstige artrose die gepaard gaat met pijn en (start)-stijfheid is het<br />
soms nodig dat de orthopedisch chirurg een operatie uitvoert. De bekendste<br />
methoden hierbij zijn:<br />
• arthrodese = het vastzetten van het gewricht. Het voordeel hiervan is<br />
dat de patiënt geen pijn meer heeft. Het nadeel is dat er totaal geen<br />
beweging meer mogelijk is in dit gewricht. Dit nadeel echter is maar<br />
heel relatief, want de patiënt had al nauwelijks of geen beweging<br />
meer in dat gewricht. Het nadeel van het niet kunnen bewegen geeft<br />
in de nek of lage rug weinig verdere verslechtering van het totale<br />
bewegingspatroon. Indien er een heup is vastgezet dan kan de<br />
patiënt dit nadeel bij zitten bijv. opvangen door te zitten in een<br />
speciale arthrodese-stoel.<br />
• osteotomie = een operatietechniek die bij artrose van de heup en knie<br />
wordt toegepast en waarbij er een wigvormig stukje bot wordt<br />
weggenomen waardoor het aangedane gewricht een andere stand<br />
inneemt. Voorwaarde is dan wel dat het bot en kraakbeen in het<br />
nieuw te belasten gedeelte van de gewrichtsoppervlakken goed moet<br />
zijn. Deze techniek wordt nog vaak uitgevoerd bij jonge patiënten bij<br />
wie nog geen vervangend gewricht kan worden geplaatst.<br />
• synovectomie = een operatietechniek waarbij het aangedane en<br />
telkens ontstoken kapsel wordt weggenomen. Het voordeel hiervan is
dat de chronisch optredende artritis direct wordt verminderd. Voor de<br />
functie en voeding van het gewricht geeft deze techniek veel nadelen,<br />
maar in individuele gevallen kan dit soms de beste oplossing zijn.<br />
• kunstgewricht = voor steeds meer gewrichten is het mogelijk een<br />
kunstgewricht te plaatsen. Het eigen gewricht wordt dan<br />
weggenomen en vervangen door een prothese of ook plastiek<br />
genoemd. (N.B. dit heeft niets met plastic te maken). Deze techniek is<br />
voor steeds meer gewrichten mogelijk en wordt bij 4e graads artrose<br />
steeds vaker toegepast waardoor de kennis, kunde en technische<br />
toepassingen de laatste jaren sterk zijn verbeterd, waardoor ook de<br />
resultaten sterk zijn toegenomen. Zowel voor wat betreft de pijn als<br />
de bewegingsbeperking zal er over het algemeen een verbetering<br />
optreden.<br />
fysiotherapie: bij alle orthopedisch chirurgische ingrepen zal de<br />
fysiotherapeut worden ingeschakeld voor oefentherapie. De taak van de<br />
fysiotherapeut zal hierbij gericht zijn op:<br />
• verbeteren van de functie van het geopereerde gewricht<br />
• spierversterking van de spieren rondom het gewricht<br />
• erg veel aandacht zal er zijn voor het functioneren van de patiënt met<br />
het geopereerde gewricht. Het oefenen heeft tot doel de verschillende<br />
activiteiten als gaan, staan, zitten, gaan zitten, gaan staan, opstaan<br />
uit lig, traplopen, enz. te verbeteren en te optimaliseren. Als patiënt<br />
wordt geopereerd aan de heup, knie of enkel zal deze altijd een<br />
periode met hulpmiddel moeten lopen. Dit kunnen krukken, stokken,<br />
rollator, enz. zijn. De fysiotherapeut zal de patiënt dit moeten<br />
aanleren t.b.v. een goed looppatroon en t.d.v. de veiligheid. Meestal<br />
zal de fysiotherapeut de patiënt vóórdat deze geopereerd gaat<br />
worden al leren te lopen met elleboogkrukken. De patiënt leert het<br />
dan sneller aan in vergelijking tot na de operatie. Na de operatie is<br />
het lopen dan een stuk gemakkelijker EN veiliger!<br />
Waar kan ik meer lezen over artrose ?<br />
Voor meer informatie kunt U terecht bij:<br />
• Nationaal Rheumafonds, postbus 80208, 2508 GE Den Haag, telnr.<br />
070-3503231<br />
• Reuma patiëntenbond, postbus 1370, 3800 BJ Amersfoort, telnr. 033-<br />
4616364<br />
• Nederlands instituut voor Sport en Gezondheid (NISG), postbus 302,<br />
6800 AH Arnhem, telnr. 026-4834427<br />
• TNO Verouderingsonderzoek, postbus 2215, 2301 CE Leiden, telnr.<br />
071-5181210<br />
Heeft U nog vragen? U kunt Uw vraag stellen via E-mail. Wij zullen deze<br />
graag voor U proberen te beantwoorden. Heeft U opmerkingen of<br />
aanmerkingen over de inhoud van deze site? Wij zullen deze graag van U<br />
vernemen met het doel deze site steeds te verbeteren. U kunt Uw op- of
aanmerkingen weergeven via E-mail .<br />
Deze tekst is geschreven door Dhr. G. Hoppenbrouwers, Fysio-Manueel<br />
Therapeut van het PMC in Roosendaal