SAN Praktijkrichtlijn rust-ECG conceptversie 01032011 - De SAN ...
SAN Praktijkrichtlijn rust-ECG conceptversie 01032011 - De SAN ...
SAN Praktijkrichtlijn rust-ECG conceptversie 01032011 - De SAN ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
<strong>SAN</strong> Centra voor Medische<br />
Diagnostiek<br />
<strong>Praktijkrichtlijn</strong><br />
Rust-<strong>ECG</strong><br />
CONCEPT, Maart 2011
<strong>SAN</strong> Centra voor Medische Diagnostiek<br />
Wilhelminapark 40<br />
3581 NK Utrecht<br />
Telefoon: 030 - 2100252<br />
Fax: 030 - 2518479<br />
E-mail: info@de-san.nl<br />
Website: www.de-san.nl<br />
© Copyright 2011, <strong>SAN</strong> Centra voor Medische Diagnostiek (<strong>SAN</strong>)<br />
<strong>De</strong>ze praktijkrichtlijn is tevens beschikbaar op www.de-san.nl.<br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
<strong>De</strong>ze praktijkrichtlijn beschrijft de uitvoering van <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> in de eerstelijns gezondheidszorg.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />
gegevensbestand, of openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />
elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enig andere manier, zonder uitdrukkelijke<br />
toestemming van de <strong>SAN</strong>.<br />
<strong>Praktijkrichtlijn</strong>en van de <strong>SAN</strong> hebben het copyright van de <strong>SAN</strong>. Zij zijn via www.de-san.nl<br />
voor ieder toegankelijk.<br />
CONCEPT maart 2011 2
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Inhoudsopgave<br />
Samenvatting belangrijkste aanbevelingen........................................................................................... 4<br />
1. Inleiding .............................................................................................................................................. 6<br />
a. Werkwijze ............................................................................................................................... 6<br />
b. Bereik van deze praktijkrichtlijn ......................................................................................... 6<br />
c. <strong>De</strong>finities .................................................................................................................................. 6<br />
d. Implementatie ......................................................................................................................... 7<br />
e. Juridische betekenis ............................................................................................................... 7<br />
f. Actualisering ........................................................................................................................... 7<br />
g. Accreditatie ............................................................................................................................ 7<br />
Literatuur .............................................................................................................................................. 7<br />
2. Indicaties voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> .......................................................................................................... 8<br />
Literatuur ............................................................................................................................................ 8<br />
3. Bronnenonderzoek.......................................................................................................................... 10<br />
a. Literatuursearch .................................................................................................................... 10<br />
b. Literatuurselectie .................................................................................................................. 10<br />
c. Literatuurbeoordeling ......................................................................................................... 10<br />
d. Bestaande standaardprocedures ..................................................................................... 13<br />
Literatuur ............................................................................................................................................ 16<br />
4. Praktische leidraad uitvoering <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>.................................................................................... 18<br />
a. Contra-indicaties .................................................................................................................. 18<br />
b. Inventarisatie patiëntkenmerken ....................................................................................... 18<br />
c. Instructie aan patiënten ...................................................................................................... 18<br />
d. Kwaliteitscontrole ................................................................................................................. 18<br />
h. Testprocedure ....................................................................................................................... 18<br />
5. Interpretatie <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> ................................................................................................................... 20<br />
a. Inleiding ................................................................................................................................. 20<br />
b. Verslaglegging .................................................................................................................... 20<br />
6. Kwaliteitseisen uitvoering en interpretatie ................................................................................ 21<br />
a. Eisen apparatuur ................................................................................................................. 21<br />
b. Personele kennis en vaardigheden uitvoering ............................................................... 21<br />
c. Personele kennis en vaardigheden interpretatie ........................................................... 21<br />
Bijlage 1. Overzicht gebruikte afkortingen ......................................................................................... 23<br />
CONCEPT maart 2011 3
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Samenvatting belangrijkste aanbevelingen<br />
Er zijn geen absolute contra-indicaties voor het utivoeren van een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>.<br />
Relatieve contra-indicaties zijn:<br />
- Instabiele angina pectoris, benauwdheid en/of pijn op de borst*;<br />
- Zeer dunne huid en huidproblemen (bijvoorbeeld brandwonden op de thorax).<br />
* In overleg met de behandelend cardioloog kan een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> toch overwogen worden.<br />
Van de patiënt behoren de volgende gegevens in kaart te worden gebracht:<br />
- Geslacht;<br />
- Leeftijd;<br />
- Klachten waarvoor het <strong>ECG</strong>-onderzoek is aangevraagd;<br />
- Gebruik medicatie, met name met effect op het hart;<br />
- Bestaande hart- en vaatziekten, inclusief pacemaker;<br />
- Aandoeningen, die een goede registratie en interpretatie van de hartactiviteit kunnen<br />
beïnvloeden (zoals obesitas, COPD en rolstoelafhankelijken).<br />
- Eventueel familieanamnese en gegevens uit eerder <strong>ECG</strong>-onderzoek<br />
Aan patiënten moet voorlichting gegeven worden over de procedure van het onderzoek,<br />
waarbij er aandacht is voor het belang van stil liggen en stil zijn voor het slagen van het<br />
onderzoek.<br />
Procedure van het <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>:<br />
1. Voorbereiding: <strong>De</strong> patiënt ligt met ontbloot bovenlijf en vrijgemaakte onderbenen op een<br />
vlakke onderzoeksbank. Breng voor een goede prikkelgeleiding geleidingsvloeistof aan.<br />
Ontvet zonodig van tevoren de huid lokaal en schuur deze wat op. Bij overmatige beharing<br />
wordt de huid lokaal geschoren.<br />
2. Aansluiten elektroden: Sluit de 12 elektroden op de juiste manier aan. 4 elektroden zijn<br />
nodig voor de extremiteitsafleidingen en 6 elektroden voor de precordiale afleidingen.<br />
3. Maken van het <strong>ECG</strong>: Controleer tijdens het maken van de <strong>ECG</strong> de weergave op het scherm<br />
of de kwaliteit goed is. Bij een slechte kwaliteit van het <strong>ECG</strong> dient gelet te worden op<br />
storende bronnen in de omgeving, defecten in de apparatuur, kwaliteit van de<br />
voorbereidende handelingen en de situatie van de patiënt<br />
Bij alarmsignalen (op het <strong>ECG</strong> of bij de patiënt) dient de biometrist direct contact op te<br />
nemen met de beoordelaar.<br />
Iedere interpretatie begint met een beoordeling van de kwaliteit van de test. Bij duidelijke<br />
kwaliteit, moeten de testresultaten vergeleken worden met normaalwaarden, afwijkende<br />
patronen en eventuele eerdere testresultaten. <strong>De</strong> klinische vraag behoort beantwoord te<br />
CONCEPT maart 2011 4
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
worden. Interpretatie van de gegevens kan binnen de eigen setting, dan wel op afstand<br />
plaatsvinden.<br />
Het verslag van het <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> dat naar de aanvragende huisarts wordt gestuurd, dient<br />
tenminste de volgende punten te omvatten:<br />
- Kwaliteit van de meting (bijvoorbeeld artefacten, storing);<br />
- Beoordelaar (eventueel onder supervisie van);<br />
- Bevindingen;<br />
- Conclusie (vermoedelijke diagnose) en evt. een advies.<br />
Voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> wordt een 12-kanaals afleiding gemaakt. Bij voorkeur wordt apparatuur<br />
met een automatische analysefunctie gebruikt.<br />
Het uitvoeren van een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> en het geven van voorlichting aan de patiënt kan worden<br />
uitgevoerd door een biometrist met een daarvoor geschikte opleiding. Het minimale vereiste<br />
niveau van deze opleiding is doktersassistent.<br />
<strong>De</strong> analyse wordt verricht door een arts of een <strong>ECG</strong>-laborant (met specifieke kennis op het<br />
gebied van ritmediagnostiek). <strong>De</strong> analyse en juiste interpretatie valt onder<br />
verantwoordelijkheid van een arts met specifieke kennis en ervaring op het gebied van <strong>ECG</strong>diagnostiek.<br />
Voor kwaliteitscontrole, supervisie en consultatie zijn afspraken met een<br />
cardiologisch centrum vereist.<br />
Automatische analyse van het <strong>ECG</strong> kan worden gebruikt, maar neemt de noodzaak van<br />
analyse door een beoordelaar niet weg, vanwege de beperkte betrouwbaarheid van de<br />
automatische analyse.<br />
Beoordelaars dienen tenminste 500 <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>’s onder supervisie te analyseren, alvorens zij<br />
zelfstandig analyses mogen uitvoeren. Een deel hiervan kan in oefenonderzoeken worden<br />
uitgevoerd. Voor behoud van de vaardigheid is het interpreteren van tenminste 100 <strong>rust</strong>-<br />
<strong>ECG</strong>’s per jaar een vereiste.<br />
CONCEPT maart 2011 5
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
1. Inleiding<br />
Laboratoriumonderzoek dat wordt gedaan door <strong>SAN</strong> eerstelijns diagnostische centra<br />
(laboratoria) is gestandaardiseerd door implementatie van de LESA (Landelijke Eerstelijns<br />
Samenwerkings Afspraak) Laboratoriumdiagnostiek [Van Balen, 2006]. Ook voor het<br />
functieonderzoek en de beeldvormende diagnostiek is behoefte aan een dergelijke<br />
standaardisatie van de procedures om zo de kwaliteit van het handelen in de diagnostische<br />
centra te borgen en waar mogelijk te verbeteren.<br />
<strong>De</strong> <strong>SAN</strong> Medici (een groep van medisch vertegenwoordigers van verschillende<br />
artsenlaboratoria die lid zijn van de <strong>SAN</strong>) heeft daarom in 2009 de ontwikkeling van<br />
praktijkrichtlijnen geïnitieerd. <strong>De</strong> eerste praktijkrichtlijnen zijn inmiddels beschikbaar en<br />
verspreid binnen de <strong>SAN</strong> eerstelijns diagnostische centra. Digitale versies van de<br />
praktijkrichtlijnen zijn beschikbaar op www.de-san.nl.<br />
a. Werkwijze<br />
<strong>De</strong> <strong>SAN</strong> hecht er waarde aan dat de diagnostische werkzaamheden van haar leden<br />
kwalitatief hoogwaardig, derhalve evidence-based, worden uitgevoerd. Voor de<br />
wetenschappelijke onderbouwing van deze praktijkrichtlijn is gebruik gemaakt van bestaande<br />
evidence-based richtlijnen. Voor de literatuursearch is ondersteuning verkregen van het CBO.<br />
<strong>De</strong> indicatiestelling voor het diagnostische onderzoek valt buiten het bestek van deze<br />
praktijkrichtlijn, het gaat immers om uitvoering van onderzoek dat door de huisarts is<br />
aangevraagd; de indicaties hiervoor staan veelal beschreven in NHG Standaarden en worden<br />
kort beschreven in het desbetreffende hoofdstuk.<br />
Behalve dat in de literatuur is gezocht naar evidence, is ook gekeken naar vigerende<br />
standaard procedures (SOP’s) binnen de laboratoria die lid zijn van de <strong>SAN</strong>. <strong>De</strong> combinatie<br />
van wetenschappelijke evidence, bestaande praktische procedures en aansluitende<br />
meningsvorming door professionals maken dat deze praktijkrichtlijn kwalitatief hoogwaardig<br />
en praktisch hanteerbaar is.<br />
<strong>De</strong> commissie die deze praktijkrichtlijn voorbereidde bestond uit twee inhoudelijke experts<br />
vanuit de <strong>SAN</strong> (dr. L.M. (Luc) Harms en drs. J.T. (Jan) Hermsen). <strong>De</strong> commissie werd<br />
methodologisch en procedureel ondersteund door PROVA (drs. M.K. (Mariska) Tuut en R. (Rinie)<br />
Lammers, MSc).<br />
COMMENTAAR EN AUTORISATIE BESCHRIJVEN NA ´CONSENSUSBIJEENKOMST´<br />
b. Bereik van deze praktijkrichtlijn<br />
<strong>De</strong>ze praktijkrichtlijn heeft betrekking op het uitvoeren van alle <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>’s in eerstelijns<br />
diagnostische centra van de <strong>SAN</strong>, zowel voor op zich staande <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>’s als voor <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> als<br />
onderdeel van een andere diagnostische procedure (bijvoorbeeld als voorbereiding op Holter<br />
monitoring). Er zijn geen groepen patiënten of indicaties uitgezonderd in deze praktijkrichtlijn.<br />
c. <strong>De</strong>finities<br />
Een elektrocardiogram (<strong>ECG</strong>) is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier.<br />
Uit een <strong>ECG</strong> is veel informatie te krijgen over de werking van de hartspier. Een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
wordt in <strong>rust</strong> afgenomen. <strong>De</strong> registratieduur is beperkt, namelijk meestal minder dan een halve<br />
minuut.<br />
CONCEPT maart 2011 6
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Alle in deze praktijkrichtlijn gebruikte termen en afkortingen zijn gebaseerd op documenten<br />
van het American College of Cardiology ACC/ American Heart Association AHA [Crawford,<br />
1999; Kadish, 2001].<br />
d. Implementatie<br />
Door gebruik te maken van reeds bestaande standaardprocedures voor het uitvoeren van<br />
<strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> zou de implementatie van deze praktijkrichtlijn per definitie tamelijk eenvoudig<br />
moeten zijn. Door autorisatie van deze praktijkrichtlijn door de <strong>SAN</strong> ledenvergadering is de<br />
praktijkrichtlijn tot standaard verworden. <strong>De</strong> <strong>SAN</strong> heeft 22 aangesloten laboratoria en<br />
daarmee een relatief kleine en derhalve gemakkelijk te bereiken doelgroep voor deze<br />
praktijkrichtlijn. <strong>De</strong> praktijkrichtlijn is beschikbaar op de website www.de-san.nl en zal<br />
bovendien naar alle aangesloten laboratoria worden verstuurd.<br />
e. Juridische betekenis<br />
<strong>De</strong>ze praktijkrichtlijn is geen wettelijk voorschrift, maar bevat aanbevelingen die gebaseerd<br />
zijn op evidence, waarmee zorgverleners kwalitatief hoogwaardige zorg verlenen. Na<br />
autorisatie wordt deze praktijkrichtlijn gezien als standaard. Zorgverleners worden daarom<br />
geacht zich aan deze praktijkrichtlijn te houden. Op basis van hun professionele autonomie<br />
kunnen zorgverleners afwijken van deze praktijkrichtlijn, wanneer zij dat nodig achten.<br />
Wanneer van de praktijkrichtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en<br />
gedocumenteerd te worden.<br />
f. Actualisering<br />
<strong>De</strong> <strong>SAN</strong> Medici zullen jaarlijks toetsen of deze praktijkrichtlijn nog actueel is of dat er een<br />
herziening noodzakelijk is.<br />
g. Accreditatie<br />
Na het gereed komen van de eerste praktijkrichtlijnen zal door de <strong>SAN</strong> met de CCKL / Raad<br />
voor de Accreditatie worden overlegd over de accreditatie van de beschreven<br />
functieonderzoek. Het doel daarvan is te komen tot een mogelijke accreditatie van het gehele<br />
spectrum van diagnostiek dat door <strong>SAN</strong> leden wordt aangeboden.<br />
Literatuur<br />
- Crawford MH, Bernstein SJ, <strong>De</strong>edwania PC, DiMarco JP, Ferrick KJ, Garson A, et al. ACC/AHA guidelines<br />
for ambulatory electrocardiography: executive summary and recommendations: a report of the American<br />
College of Cardiology / American Heart Association Task Force on practice guidelines (committee to revise<br />
the guidelines for ambulatory electrocardiography) developed in collaboration with the North American<br />
Society for pacing and electrophysiology. Circulation 1999; 100: 886-93.<br />
- Kadish AH, Buxton AE, Kennedy HL, Knight BP, Mason JW, Schuger CD, et al. ACC/AHA clinical<br />
competence statement on electrocardiography and ambulatory electrocardiography: a report of the<br />
American College of Cardiology/American Heart Association/American College of Physicians- American<br />
Society of Internal Medicine Task Force on Clinical Competence (ACC/AHA Committee to <strong>De</strong>velop a<br />
Clinical Competence Statement on Electrocardiography and Ambulatory Electrocardiography). Circulation;<br />
2001; 104: 3169–78.<br />
- Van Balen JAM, Van Suijlen JDE, Rutten WPF, Flikweert S, Guldemond FI, Hens JJH, et al. Landelijke<br />
Eerstelijns SamenwerkingsAfspraak: Rationeel aanvragen van laboratoriumdiagnostiek. Actualisering van<br />
het landelijk model van het probleemgeoriënteerd aanvraagformulier. Nederlands Huisartsen<br />
Genootschap & Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie, 2006.<br />
CONCEPT maart 2011 7
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
2. Indicaties voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft standaarden ontwikkeld over<br />
aandoeningen aan het hart- en vaatstelsel (tractus circulatorius). In deze standaarden zijn<br />
aanbevelingen opgenomen over de diagnostiek en behandeling van bepaalde hart- en<br />
vaataandoeningen. In de volgende standaarden worden indicaties voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
genoemd: atriumfibrilleren [Boode, 2009], beleid na een doorgemaakt myocardinfarct<br />
[Grundmeijer, 2005 in herziening], cardiovasculair risicomanagement (2006), hartfalen [Hoes,<br />
2010] en stabiele angina pectoris [Rutten, 2004 in herziening].<br />
Samengevat is een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> (12-kanaals <strong>ECG</strong> of standaard <strong>ECG</strong>) geïndiceerd:<br />
• bij het vermoeden van atriumfibrilleren. Door middel van een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> kan de diagnose<br />
atriumfibrilleren worden vastgesteld of uitgesloten. Ook kan het andere ritmestoornissen<br />
onderscheiden [Boode, 2009];<br />
• wanneer op grond van klachten en verschijnselen er een vermoeden van hartfalen is<br />
[Hoes, 2010];<br />
• bij stabiele patiënten met een doorgemaakt hartinfarct indien er een verandering of<br />
toename van klachten optreedt [Grundmeijer, 2005];<br />
• bij mensen met een verdenking op angina pectoris en een grote kans op belangrijke<br />
coronairsclerose. Voor het stellen van de diagnose angina pectoris is een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
weinig zinvol, maar er kunnen afwijkingen aangetoond worden die van belang zijn voor<br />
de prognose. Het heeft geen zin om bij mensen op grond van anamnese met een kleine<br />
kans op coronairsclerose een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> te laten maken [Rutten, 2004];<br />
• bij mensen met een verdenking op angina pectoris, bij wie de diagnose niet voldoende<br />
aannemelijk gemaakt kan worden of uit te sluiten door middel van anamnese en<br />
lichamelijk onderzoek, is een inspannings-<strong>ECG</strong> aan te raden. Voorafgaand aan een<br />
inspannings-<strong>ECG</strong> wordt eerst een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> gemaakt [Rutten, 2004].<br />
Eventueel kan een <strong>ECG</strong> overwogen worden bij mensen met een verhoogd cardiovasculair<br />
risicoprofiel voorafgaand aan de behandeling om het risico op hart- en vaatziekten te<br />
verkleinen [NHG, 2006]. Uit internationale literatuur is een aanvullende indicatie voor een <strong>rust</strong>-<br />
<strong>ECG</strong> bekend, namelijk bewustzijnsverlies van voorbijgaande aard [Westby, 2010]. Daarnaast<br />
heeft het <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> een plaats als voorbereiding voor ander diagnostisch onderzoek in de<br />
eerste lijn, namelijk event recording, Holter registratie en inspannings-<strong>ECG</strong>. Tot slot worden<br />
veel <strong>ECG</strong>’s uitgevoerd ter uitsluiting van pathologie.<br />
Literatuur<br />
- Boode BSP, Heeringa J, Konings KTS, Rutten FH, van den Berg PF, Zwietering PJ, et al. NHG-Standaard<br />
Atriumfibrilleren (eerste herziening). Huisarts Wet 2009; 52: 646-63.<br />
- Grundmeijer HGLM, Van Bentum STB, Rutten FH, Bakx JC, Hendrick JMA, Bouma M, et al. NHG-Standaard<br />
Beleid na een doorgemaakt myocardinfarct (in herziening). Huisarts Wet 2005; 48 (5) : 220-31.<br />
- Hoes AW, Voors AA, Rutten FH, Van Lieshout J, Janssen PGH, Walma EP. NHG-Standaard Hartfalen<br />
(tweede herziening). Huisarts Wet 2010; 53 (7) : 368-89.<br />
- NHG-Standaard cardiovasculair risicomanagement 2006<br />
http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_richtlijnen/k_nhgstandaarden/Samenvattingskaartje-<br />
NHGStandaard/M84_svk.htm#Begrippen<br />
CONCEPT maart 2011 8
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
- Rutten FH, Bohnen AM, Schreuder BP, Pupping MDA, Bouma M. NHG-Standaard Stabiele angina pectoris<br />
(tweede herziening). Huisarts Wet 2004; 47 (2) : 83-95.<br />
- Westby M, Davis S, Bullock I, Miller P, Cooper P , Turnbull N, et al. (2010) Transient loss of consciousness<br />
(‘blackouts’) management in adults and young people. London: National Clinical Guideline Centre for<br />
Acute and Chronic Conditions, Royal College of Physicians.<br />
CONCEPT maart 2011 9
3. Bronnenonderzoek<br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
a. Literatuursearch<br />
Met ondersteuning van een informatiespecialist van het CBO is naar richtlijnen gezocht om te<br />
onderzoeken of er literatuur is die antwoord geeft op de vraag op welke manier een <strong>rust</strong>-<br />
<strong>ECG</strong> in de eerstelijn het beste kan worden uitgevoerd.<br />
b. Literatuurselectie<br />
Uit de literatuursearch kwamen 12 richtlijnen over hart- en vaatziekten en één ander artikel<br />
met aanbevelingen over de interpretatie van een <strong>ECG</strong>. In deze literatuur zou zowel over de<br />
<strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> als over Holterdiagnostiek informatie gegeven kunnen worden.<br />
Een aantal richtlijnen bleken gericht te zijn op acute aandoeningen of aandoeningen die alleen<br />
voorkomen in de tweedelijns gezondheidszorg. <strong>De</strong>ze richtlijnen zijn niet relevant voor de <strong>SAN</strong><br />
praktijkrichtlijn en zijn daarom niet meegenomen in de literatuur beoordeling [CAPO, 2007;<br />
Fleisher, 2007; Warnes, 2008a; Warnes, 2008b). Daarnaast bleek het artikel over de<br />
interpretatie van een <strong>ECG</strong> ook te gaan over een acuut infarct. Hierin werd ook geen<br />
informatie gegeven over het uitvoeren van een <strong>ECG</strong> en is daarom ook niet relevant voor deze<br />
praktijkrichtlijn [Wagner, 2009]. Vijf andere richtlijnen bleken bij nadere inspectie niet<br />
relevant omdat er geen informatie in de richtlijn stond over de methode van het uitvoeren van<br />
een <strong>ECG</strong> of interpretatie hiervan [Hunt, 2005; NZGG, 2005; Fuster, 2006; Dickstein, 2008;<br />
Zipes, 2006].<br />
Uit de literatuursearch kwam een <strong>conceptversie</strong> van de richtlijn ‘Transient Loss of Consciousness<br />
(TLoC) management in adults van NICE. Van deze richtlijn is de definitieve versie opgezocht en<br />
gebruikt voor de literatuurbeoordeling [Westby, 2010]. Daarnaast zijn er nog twee richtlijnen<br />
gebruikt voor de literatuurbeoordeling [Blomström-Lundqvist, 2003; Munger, 2008].<br />
Daarnaast is later nog één richtlijn van de AHA/ACC (2001) toegevoegd welke ook is<br />
beschreven in de praktijkrichtlijn Holter diagnostiek en event recording. Voor deze<br />
praktijkrichtlijn is alleen het relevante deel over de 12-kanaals <strong>ECG</strong> beschreven [Kadish,<br />
2001].<br />
c. Literatuurbeoordeling<br />
In 2001 verscheen de richtlijn van de American College of Cardiology en de American Heart<br />
Association [Kadish, 2001]. In deze richtlijn zijn de minimum vereisten gespecificeerd ten<br />
aanzien van opleiding, training, ervaring en cognitieve en technische vaardigheden voor het<br />
lezen en interpreteren van <strong>ECG</strong>’s en ambulante <strong>ECG</strong>’s. <strong>De</strong> richtlijn is bedoeld voor internisten<br />
en cardiologen. In deze richtlijn wordt aangegeven dat de sensitiviteit en specificiteit van een<br />
<strong>ECG</strong> lastiger te bepalen zijn dan bij andere diagnostische testen. Dit komt doordat de<br />
verschillende golven van een <strong>ECG</strong> hun eigen specificiteit en sensitiviteit hebben. Ook wordt<br />
iedere golf beïnvloedt door een variëteit van pathologische en pathofysiologische factoren.<br />
<strong>De</strong> minimale vereiste kennis en vaardigheden voor de interpretatie van een 12-kanaals <strong>ECG</strong><br />
zijn in tabel 1 weergegeven.<br />
CONCEPT maart 2011 10
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Tabel 1. Vereiste cognitieve vaardigheden voor de interpretatie van 12-kanaals <strong>ECG</strong>’s<br />
volgens ACC/AHA<br />
1 Kennis over de <strong>ECG</strong>-techniek<br />
2 Kennis over de anatomie en fysiologie van het hart<br />
3 Kennis om afwijkingen in een <strong>ECG</strong> te herkennen en de basis pathofysiologie te<br />
begrijpen<br />
4 In staat om op basis van het <strong>ECG</strong> en de daarin kenmerkende patronen mogelijke<br />
klinische diagnose te stellen<br />
5 Begrijpen van het belang om eerdere <strong>ECG</strong>’s van één persoon te vergelijken met elkaar<br />
voor het stellen van een correcte diagnose.<br />
6 Kennis hebben van de technische variaties die kunnen voorkomen en kunnen leiden tot<br />
een onjuist beeld<br />
In tabel 2 zijn enkele veelvoorkomende <strong>ECG</strong>-afwijkingen weergegeven afkomstig uit de<br />
richtlijn van de ACC/AHA [Kadish, 2001].<br />
Tabel 2. Afwijkingen <strong>ECG</strong><br />
Sinusknoop ritmes en aritmieën<br />
Andere supraventriculaire ritmes<br />
Ventriculaire aritmieën<br />
Atriale ventriculaire conductie<br />
Intraventriculaire conductie<br />
QRS-assen en voltage<br />
Kamer hypertrofie of vergroting<br />
Repolarisatie (ST-T,U) abnormaliteiten<br />
Myocardinfarct<br />
Klinische afwijkingen<br />
Pacemaker<br />
<strong>De</strong>ze richtlijn van de ACC/AHA, geeft aan dat technische factoren de uitslag van een <strong>ECG</strong><br />
kunnen beïnvloeden [Kadish, 2001]. Fouten kunnen veroorzaakt worden door patiënt<br />
gerelateerde factoren, degene die het <strong>ECG</strong> uitvoert of door het materiaal. <strong>De</strong>ze fouten<br />
dienen herkend te worden door de beoordelaar, want de diagnose kan anders verkeerd<br />
gesteld worden. Een patiënt gerelateerde factor is bijvoorbeeld beweging van een patiënt<br />
tijdens het uitvoeren van het <strong>ECG</strong>, maar ook obesitas of een chronische longziekte kunnen een<br />
<strong>ECG</strong> beïnvloeden. Daarom moeten ook lichaamskenmerken genoteerd worden tijdens het<br />
uitvoeren van het <strong>ECG</strong>.<br />
Daarnaast is het belangrijk dat de elektroden op de juiste plekken zijn geplakt en goed<br />
contact maken met de huid. Het verwisselen van elektroden kan leiden tot verkeerde<br />
diagnoses. Ook dient een overmaat aan plaksel voorkomen te worden om fouten te vermijden.<br />
Tevens is alertheid vereist op dextrocardie (abnormale aangeboren positionering van het hart)<br />
voorafgaand aan het uitvoeren van het <strong>ECG</strong>.<br />
CONCEPT maart 2011 11
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Vanwege mogelijk elektrische gevaren met het <strong>ECG</strong>-apparaat dient de apparatuur<br />
regelmatig gecontroleerd te worden. Bij deze controle moet gekeken worden of de<br />
apparatuur nog voldoet aan de standaarden voor lekkage. Voor het maken van een correcte<br />
interpretatie van een <strong>ECG</strong> ligt de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij de zorgverlener die<br />
deze interpreteert.<br />
<strong>De</strong> training die nodig is voor de technische aspecten van het uitvoeren van een <strong>ECG</strong> is<br />
samengevat in tabel 3 [Kadish, 2001].<br />
Tabel 3. Training in <strong>ECG</strong> technologie<br />
1 Basiskennis elektrische activiteit van het hart<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
Plaatsen van de elektrode-plakkers: voorbereiding van de huid en locaties<br />
Signaal filtering en het effect op de vormen van de golven<br />
Technische artefacten<br />
Basiskennis computer diagnose algoritmen<br />
Veiligheid<br />
Patroonherkenning is cruciaal bij de interpretatie van een <strong>ECG</strong>. Dit is enkel te leren door<br />
herhaald patronen tegen te komen oftewel door ervaring in de interpretatie van <strong>ECG</strong>’s. Naar<br />
schatting verkrijgt een zorgverlener voldoende competentie in het beoordelen van een <strong>ECG</strong> na<br />
het beoordelen van 500 <strong>ECG</strong>’s (normale en abnormale) onder supervisie. Het beoordelen van<br />
<strong>ECG</strong>’s waarbij ook patiënt is gezien is eenvoudiger dan het beoordelen van een <strong>ECG</strong> zonder<br />
achtergrondkennis of het zien van de patiënt [Kadish, 2001].<br />
<strong>De</strong>ze richtlijn beschrijft ook dat uit studies is gebleken dat de accuratesse van de automatische<br />
analyse van een <strong>ECG</strong> lager ligt dan wanneer de cardioloog zelf het <strong>ECG</strong> beoordeelt. Daarom<br />
is verificatie van een computergeanalyseerde <strong>ECG</strong> door een expert noodzakelijk. Een<br />
computergeanalyseerde <strong>ECG</strong> kan wel betrouwbare getallen geven over de hartslag,<br />
geleiding intervallen en assen. Door nieuwere technieken zal in de toekomst de accuratesse<br />
van de computergeanalyseerde <strong>ECG</strong>’s omhoog gaan, maar deze zijn nog niet goed<br />
gevalideerd [Kadish, 2001].<br />
Tot slot wordt in de richtlijn aanbevolen minimaal 100 <strong>ECG</strong>’s per jaar te beoordelen om<br />
voldoende competenties te behouden om een 12-kanaals <strong>ECG</strong> te beoordelen [Kadish, 2001].<br />
In 2008 is de richtlijn ‘atrial fibrillation’ van de Institute for Clinical Systems Improvement (ICSI).<br />
<strong>De</strong>ze richtlijn is specifiek bedoeld voor de eerstelijns gezondheidszorg. Indien uit het <strong>ECG</strong> het<br />
volgende te halen is, is er sprake van atriumfibrilleren: ongeorganiseerde snelle<br />
boezemactiviteit (>350 slagen/minuut). Ook zijn de ventriculaire complexen onregelmatig<br />
[Munger, 2008]. Over de uitvoering van een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> wordt in deze richtlijn geen informatie<br />
gegeven.<br />
Een contra-indicatie voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> in de eerstelijns gezondheidszorg die in de richtlijn van<br />
de ICSI wordt beschreven is de volgende [Munger, 2008]: Patiënten met instabiele<br />
hemodynamiek. Symptomen van deze patiënten zijn: hypotensie, myocard ischemie,<br />
ongecompenseerd hartfalen, veranderde mentale staat, eind-orgaan disfunctie, klinische<br />
CONCEPT maart 2011 12
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
achteruitgang. Veelal hebben deze patiënten onderliggende hart- en/of longaandoeningen.<br />
Zij dienen direct doorverwezen te worden naar een cardioloog.<br />
In 2003 is een richtlijn verschenen over het management van patiënten met supraventriculaire<br />
aritmieën van de ACC, AHA en ESC [Blomstrom-Lundqvist, 2003]. Hierin wordt vermeld dat<br />
een automatisch analysesysteem van een 12-kanaals <strong>ECG</strong> onbetrouwbaar is en kan leiden tot<br />
een incorrecte diagnose van aritmie. Verder wordt in deze richtlijn van verschillende<br />
aandoeningen beschreven hoe een tweedelijns diagnose door middel van een <strong>ECG</strong> te stellen is<br />
en welke behandeling dient te volgen. Dit is niet relevant voor deze praktijkrichtlijn.<br />
Recent is een richtlijn verschenen over de behandeling van voorbijgaand bewustzijnsverlies<br />
(‘black-outs’) bij volwassenen en jonge mensen [Westby, 2010]. Hierin wordt het volgende<br />
aanbevolen omtrent een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> bij mensen met regelmatige black-outs:<br />
• Voor initiële assessment kan een 12-kanaals <strong>ECG</strong> uitgevoerd worden met automatische<br />
analyse. Bij alarmsignalen moet binnen 24 uur de patiënt worden doorverwezen naar<br />
een cardioloog.<br />
• Indien er geen <strong>ECG</strong> gemaakt kan worden met automatische analyse kan het <strong>ECG</strong><br />
handmatig uitgelezen worden. Dit dient dan te gebeuren door een zorgverlener die<br />
voldoende training heeft .<br />
d. Bestaande standaardprocedures<br />
Via het secretariaat van het <strong>SAN</strong>-bureau werden bij de <strong>SAN</strong>-leden de op <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> betrekking<br />
hebbende Standard Operating Procedures (SOPs) opgevraagd. Hierbij is een aantal SOPs<br />
verkregen. <strong>De</strong>len van de SOPs hebben betrekking op het maken van afspraken door de<br />
patiënt met het laboratorium en zijn daarom niet relevant voor deze praktijkrichtlijn.<br />
<strong>De</strong> opvallende overeenkomsten en verschillen tussen deze SOPs zijn onderstaand kort<br />
beschreven:<br />
• <strong>De</strong> SOP’s over het uitvoeren van een <strong>ECG</strong> zijn verschillend van opbouw en inhoud. Ook<br />
bestaan er aparte SOP’s over acute situaties/afwijkende uitslagen of over het ijken van<br />
een <strong>ECG</strong>.<br />
• In de SOP’s die gaan over het uitvoeren van het <strong>ECG</strong> wordt aandacht besteed aan<br />
(onderhoud van de) apparatuur, werkwijze/procedure (voorbereiding, bedienen<br />
apparaat, etc), problemen/storingen oplossen en verwerken van de<br />
formulieren/registratie.<br />
• Meerdere SOP’s geven aan dat voorafgaand aan het <strong>ECG</strong> klinische gegevens van de<br />
patiënt noodzakelijk zijn. <strong>De</strong> SOP’s geven verschillende aspecten aan waarnaar<br />
gevraagd dient te worden. Terugkomende onderdelen zijn:<br />
Klachten: pijn op de borst, bij <strong>rust</strong> en/of inspanning, kortademig, benauwd, bij <strong>rust</strong> en/of<br />
inspanning;<br />
Medicatie.<br />
Aspecten die in sommige SOP’s wel en in andere niet vermeld staan, zijn:<br />
• Tensie, eerder doorgemaakt myocard infarct, hart-/longafwijkingen, eerder <strong>ECG</strong> gehad<br />
(waar + wanneer), familiegeschiedenis, pacemaker.<br />
• In de SOP’s over het maken van een <strong>ECG</strong> wordt met tekst en een plaatje aangegeven<br />
hoe de elektroden geplaatst moeten worden. Ook waarschuwt één SOP dat het kan<br />
CONCEPT maart 2011 13
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
voorkomen dat het hart rechts ligt en laat ook zien door middel van een plaatje hoe de<br />
plakkers dan geplakt moeten worden.<br />
Hieronder zijn twee afbeeldingen weergegeven uit twee verschillende SOP’s met uitleg van de<br />
locaties op het lichaam.<br />
Figuur 1<br />
Plaats de borst elektroden als volgt:<br />
(Bij sommige apparaten staat een C op de elektroden C=V dwz V1 t/m V6= C1 t/m C6)<br />
V1 In de vierde tussenribsruimte rechts naast het borstbeen.<br />
V2 In de vierde tussenribsruimte links naast het borstbeen.<br />
V3 Tussen V2 en V4<br />
V4 Op de middensleutelbeenlijn links, in de vijfde tussenribsruimte.<br />
V5 Op de voorste oksellijn links, precies tussen V4 en V6 in, ter hoogte van V4 en V6.<br />
V6 Op de midden oksellijn links, ter hoogte van V4 en V5.<br />
Plaats de arm en been elektroden als volgt:<br />
R Op de rechterpols<br />
N Op de rechterenkel<br />
L Op de linkerpols<br />
F Op de linkerenkel<br />
CONCEPT maart 2011 14
Figuur 2<br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Bepaal waar de 4e tussenribruimte, de mediaclavicula en de midaxillair lijnen zich bevinden.<br />
Opzoeken van deze punten vormt de basis voor het goed aanbrengen van de 6 borstwand elektroden. (zie<br />
figuur 1)<br />
Bij onderstaande punten wordt ervan uitgegaan dat rechts de rechterzijde van de patiënt is en links de<br />
linkerzijde van de patiënt is.<br />
Plak de 1ste elektrodeplakker (C1) ten hoogte van de 4e tussenribruimte direct rechts van het borstbeen.<br />
Plak de 2e elektrodeplakker (C2) ten hoogte van de 4e tussenribruimte direct links van het borstbeen.<br />
Plak de 4e elektrodeplakker (C4) ten hoogte van de 5e in het verloop van de denkbeeldige middenlijn vanuit het<br />
sleutelbeen medioclaviculair lijn.<br />
Plak de 3e elektrodeplakker (C3) precies tussen de 2e en 4e elektrodeplakker.<br />
Plak de 6e elektrodeplakker (C6) op het snijpunt van de lijn die horizontaal vanaf de 4 e elektrodeplakker (C4)<br />
naar de oksel verloopt en de denkbeeldige lijn die vanuit het midden van de oksel verticaal langs het lichaam<br />
naar de benen loopt.<br />
Plak de 5e elektrodeplakker (C5) halverwege tussen C4 en C6 in, op de lijn die horizontaal vanaf de 4e<br />
elektrodeplakker (C4) naar de oksel verloopt.<br />
Plak vervolgens de elektroden op de beide uiteinden van de onderarmen (niet handen) en scheenbenen.<br />
Sluit de elektrodekabels aan. Sluit als volgt aan:<br />
rechterarm : rood rechter been : zwart<br />
linkerarm : geel linker been : groen<br />
Sluit daarna de stekkers C1 t/m C6 aan.<br />
• Alle SOP’s geven aan dat indien er een acute afwijking te zien is op het <strong>ECG</strong> of er<br />
alarmsignalen zijn (bijv. door de onbevestigde automatische interpretatie van de <strong>ECG</strong>recorder)<br />
er direct actie ondernomen dient te worden. <strong>De</strong> meeste SOP’s geven aan dat<br />
er telefonisch contact opgenomen dient te worden met de dienstdoende cardioloog of<br />
eerste hulp en het <strong>ECG</strong> gefaxt of doorgestuurd moet worden.<br />
In de SOP’s wordt aangegeven dat een afwijking op een <strong>ECG</strong> in combinatie met<br />
klachten van de patiënt (bijv. pijn op de borst, zweten, benauwdheid) alarmerend is.<br />
• In meerdere SOP’s wordt aangegeven dat ieder <strong>ECG</strong> door een cardioloog (binnen 1<br />
werkdag) beoordeeld dient te worden.<br />
• In een aantal SOP’s staat summier iets beschreven over de bejegening en voorlichting<br />
aan de patiënt. Meerdere SOP’s geven in één zin aan dat de patiënt een korte uitleg<br />
dient te krijgen over de <strong>ECG</strong>-registratie voorafgaand aan het <strong>ECG</strong>. In één SOP staat<br />
CONCEPT maart 2011 15
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
ook expliciet dat indien de patiënt vragen heeft of advies wil de patiënt dit aan de<br />
behandelend arts kan vragen.<br />
• In meerdere SOP’s staat aangegeven dat een ritmestrook ook uitgedraaid dient te<br />
worden indien deze ook is aangevraagd of indien er ‘ritmestoornis’ is aangegeven op<br />
het aanvraagformulier. Ook wordt in een SOP aangegeven dat er een ritmestrook<br />
uitgedraaid dient te worden als tijdens de automatische <strong>ECG</strong>-registratie ritmestoornissen<br />
geregistreerd worden.<br />
• In de SOP’s over het maken van een <strong>ECG</strong> wordt aangegeven wat de oorzaken kunnen<br />
zijn indien het <strong>ECG</strong> van onvoldoende kwaliteit of storingen. Eén SOP geeft helder aan<br />
wat hieraan gedaan kan worden. (bijv. behaarde huid scheren of batterijen vervangen).<br />
• Er is ook een SOP over het ijken van een <strong>ECG</strong>. Bij aanschaf en iedere 2 jaar dient er<br />
geijkt te worden.<br />
Literatuur<br />
- Blomström-Lundqvist C, Scheinman MM, Aliot EM, Alpert JS, Calkins H, Camm AJ, et al. ACC/AHA/ESC<br />
Guidelines for the management of patients with supraventricular arrhythmias: a report of the American<br />
College of Cardiology/American Heart Association Task Force and the European Society of Cardiology<br />
Committee for Practice Guidelines (Writing Committee to develop Guidelines for the Management of<br />
Patients With Supraventricular Arrhythmias). 2003; 1-62.<br />
- Dickstein K, Cohen-Solal A, Filippatos G, McMurray JJV, Ponikowski P, Poole-Wilson PA, et al. ESC<br />
Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure 2008. European Heart<br />
Journal 2008; 29: 2388-2442.<br />
- Committee on Perioperative Evaluation (CAPO), Brazilian Society of Cardiology. Additional perioperative<br />
assessment. In: I guidelines for perioperative evaluation. Arq Bras Cardiol; 2007: 194-197.<br />
- Fleisher La, Beckman JA, Brown KA, Calkins H, Chaikof E, Fleischmann KE, et al. ACC/AHA Guidelines on<br />
perioperative cardiovascular evaluation and care for noncardiac surgery: a report of the American<br />
College of Cardiology, American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (writing Committee,<br />
American Society of Echocardiography, American Society of Nuclear Cardiology, Heart Rhythm Society,<br />
Society of Cardiovascular Anesthesiologists, Society for Cardiovascular Angiography and Interventions,<br />
Society for Vascular Medicine and Biology, Society for Vascular Surgery). J Am Coll Cardiol; 2007: 159-<br />
241.<br />
- Fuster V, Ryden LE, Cannom DS, Crijns HJ, Curtis AB, Ellenbogen KA, et al. ACC/AHA/ESC 2006<br />
Guidelines for the Management of Patients With Atrial Fibrillation Executive Summary: A Report of the<br />
American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines and .<br />
European Society of Cardiology Committee for Practice Guidelines (Writing Committee to Revise the 2001<br />
Guidelines for the Management of Patients With Atrial Fibrillation): <strong>De</strong>veloped in Collaboration With the<br />
European Heart Rhythm Association and the Heart Rhythm Society. Circulation; 2006: 700-751.<br />
- Hunt SA, Abraham WT, Chin MH, Feldman AM, Francis GS, Ganiats TG, et al. ACC/AHA Guideline update<br />
for the diagnosis and management of chronic heart failure in the adult. A report of the American College<br />
of Cardiology/American Hearth Association Task Force on practice guidelines (Writing Committee to<br />
Update the 2001 Guidelines for the Evaluation and Management of Heart Failure. American College of<br />
Cardiology Foundation; 2005: 1-82.<br />
- Munger T, Dunbar D, Vidaillet H, Morrow M, Larson T, Skoglund K, et al. Health Care Guideline: Atrial<br />
Fibrillation. Institute for Clinical Systems Improvement (ICSI); 2008: 1-62.<br />
- Kadish AH, Buxton AE, Kennedy HL, Knight BP, Mason JW, Schuger CD, et al. ACC/AHA clinical<br />
competence statement on electrocardiography and ambulatory electrocardiography: a report of the<br />
American College of Cardiology/American Heart Association/American College of Physicians- American<br />
Society of Internal Medicine Task Force on Clinical Competence (ACC/AHA Committee to <strong>De</strong>velop a<br />
Clinical Competence Statement on Electrocardiography and Ambulatory Electrocardiography). Circulation;<br />
2001; 104: 3169–78.<br />
CONCEPT maart 2011 16
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
- New Zealand Guidelines Group (NZGG). The management of people with atrial fibrillation and flutter.<br />
New Zealand Guidelines Group (NZGG); 2005: 1-177.<br />
- Wagner, G.S. Macfarlane, P., et al. (2009). AHA/ACCF/HRS Recommendations for Standardization and<br />
Interpretation of the Electrocardiogram: Part VI: Acute Ischemia/Infarction: A scientific Statement from the<br />
American Heart Association Electrocardiography and Arrhythmias Committee, Council on Clinical<br />
Cardiology; the American College of Cardiology Foundation; and the Heart Rhythm Society: Endorsed by<br />
the International Society for Computerized electrocardiology. Circulation 119; e262-e270.<br />
- Warnes CA, Williams RG, Bashore TM, Child JS, Connolly HM, <strong>De</strong>arani JA, et al. <strong>De</strong>xtro-transportation of<br />
the great arteries. In: ACC/AHA guidelines for the management of adults with congenital heart disease: a<br />
report of the American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice<br />
Guidelines (Writing Committee to <strong>De</strong>velop Guidelines on the Management of Adults With Congenital<br />
Heart Disease). J Am Coll Cardiol; 2008(52): 221-228.<br />
- Warnes CA, Williams RG, Bashore TM, Child JS, Connolly HM, <strong>De</strong>arani JA, et al. Ebstein’s anomaly. In:<br />
ACC/AHA guidelines for the management of adults with congenital heart disease: a report of the<br />
American College of Cardiology/American Heart Association Task Force on Practice Guidelines (Writing<br />
Committee to <strong>De</strong>velop Guidelines on the Management of Adults With Congenital Heart Disease). J Am Coll<br />
Cardiol; 2008(52): 233-237.<br />
- Westby M, Davis S, Bullock I, Miller P, Cooper P , Turnbull N, et al. (2010) Transient loss of consciousness<br />
(‘blackouts’) management in adults and young people. London: National Clinical Guideline Centre for<br />
Acute and Chronic Conditions, Royal College of Physicians.<br />
- Zipes DP, Camm AJ, Borggrefe M, Buxton AE, Chaitman B, Fromer M, et al. ACC/AHA/ESC 2006<br />
guidelines for management of patients with ventricular arrhythmias and the prevention of sudden cardiac<br />
death. A report of the American College of Cardiology/AHA Task Force and the ESC for Practice<br />
Guidelines. Eurpace 2006; 8: 746-837.<br />
CONCEPT maart 2011 17
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
4. Praktische leidraad uitvoering <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Dit hoofdstuk van deze praktijkrichtlijn bevat de feitelijke instructies voor de praktijk van het<br />
<strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>. Dit is een combinatie van de evidence uit de literatuur, de SOP’s en aanvullende<br />
meningsvorming door inhoudelijke experts. Hierbij zijn de belangrijkste aanbevelingen omlijnd<br />
en wordt uitvoeriger informatie in de overige tekst gegeven.<br />
a. Contra-indicaties<br />
Er zijn geen absolute contra-indicaties voor het uitvoeren van een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong>. Onder een<br />
absolute contra-indicatie wordt verstaan dat het uitvoeren van een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> gevaarlijk zou<br />
zijn in bepaalde situaties en daarom niet zou mogen worden uitgevoerd.<br />
Relatieve contra-indicaties zijn volgens de werkgroep:<br />
• Instabiele angina pectoris, benauwdheid en/of pijn op de borst*;<br />
• Zeer dunne huid en huidproblemen (bijvoorbeeld brandwonden op de thorax).<br />
* In overleg met de behandelend cardioloog kan een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> toch overwogen worden.<br />
b. Inventarisatie patiëntkenmerken<br />
Van de patiënt behoren de volgende gegevens in kaart te worden gebracht:<br />
• Geslacht;<br />
• Leeftijd;<br />
• Klachten waarvoor het <strong>ECG</strong>-onderzoek is aangevraagd;<br />
• Gebruik medicatie, met name met effect op het hart;<br />
• Bestaande hart- en vaatziekten, inclusief pacemaker;<br />
• Aandoeningen, die een goede registratie en interpretatie van de hartactiviteit kunnen<br />
beïnvloeden (zoals obesitas, COPD en rolstoelafhankelijken).<br />
• Eventueel familieanamnese en gegevens uit eerder <strong>ECG</strong>-onderzoek<br />
c. Instructie aan patiënten<br />
Aan patiënten moet de procedure van het onderzoek worden uitgelegd. Daarbij moet<br />
aandacht zijn voor ondermeer het belang van stil liggen en stil zijn voor het slagen van het<br />
onderzoek. Als er sprake is van slechte geleiding vanwege borsthaar, wordt de patiënt<br />
meegedeeld dat dit op de plaats van de elektroden wordt verwijderd.<br />
d. Kwaliteitscontrole<br />
Kwaliteitscontrole is van belang om ervoor te zorgen dat altijd voldaan wordt aan de<br />
geldende normen. Een handboek met procedurele voorschriften inzake het beloop van de tests<br />
(inclusief hoe te handelen bij storingen) en noodmaatregelen is hiervoor een bruikbaar<br />
hulpmiddel. Door middel van regelmatige controle moet de werking van de apparatuur<br />
worden vastgelegd.<br />
h. Testprocedure<br />
Voorbereiding<br />
<strong>De</strong> patiënt ligt met ontbloot bovenlijf en vrijgemaakte onderbenen op een vlakke<br />
onderzoeksbank. Breng voor een goede prikkelgeleiding geleidingsvloeistof aan. Ontvet<br />
zonodig van tevoren de huid lokaal en schuur deze wat op. Bij overmatige beharing wordt de<br />
huid lokaal geschoren.<br />
CONCEPT maart 2011 18
Aansluiten elektroden<br />
Er zijn 4 elektroden nodig voor de extremiteitsafleidingen:<br />
• elektrode R wordt bevestigd ter hoogte van de rechter pols<br />
• elektrode N wordt bevestigd ter hoogte van de rechter enkel<br />
• elektrode L wordt bevestigd ter hoogte van de linker pols<br />
• elektrode F wordt bevestigd ter hoogte van de linker enkel<br />
Er zijn 6 elektroden nodig voor de precordiale afleidingen:<br />
• V1 ter hoogte van 4e intercostaal, rechts van het sternum<br />
• V2 ter hoogte van 4e intercostaal, links van het sternum<br />
• V3 midden tussen V2 en V4<br />
• V4 ter hoogte van 5e intercostaal, links midclaviculair<br />
• V5 op horizontale lijn met V4 in de voorste axillair lijn links<br />
• V6 op horizontale lijn met V4 in de midaxillairlijn links<br />
Maken van het <strong>ECG</strong><br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Vraag de persoon stil te liggen en niet te praten. Controleer de weergave op het scherm. Bij<br />
een goede kwaliteit kan het <strong>ECG</strong> worden opgenomen en eventueel worden uitgeprint en/of<br />
worden opgeslagen. Bij een slechte kwaliteit van het <strong>ECG</strong> dient gelet te worden op storende<br />
bronnen in de omgeving, defecten in de apparatuur, kwaliteit van de voorbereidende<br />
handelingen en de situatie van de patiënt. Bij vermoeden op een ritmestoornis, dient de<br />
ritmestrook te worden uitgedraaid.<br />
Bij alarmsignalen (op het <strong>ECG</strong> of bij de patiënt) dient de biometrist direct contact op te nemen<br />
met de beoordelaar.<br />
CONCEPT maart 2011 19
5. Interpretatie <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
a. Inleiding<br />
Iedere interpretatie begint met een kritische beschouwing en beoordeling van de kwaliteit van<br />
de test. Wanneer de kwaliteit van de test duidelijk is, dan moeten de testresultaten vergeleken<br />
worden met normaalwaarden, afwijkende patronen en eventuele eerdere testresultaten. Tot<br />
slot behoort de klinische vraag die aan het onderzoek ten grondslag ligt beantwoord te<br />
worden. Voor normaalwaarden wordt verwezen naar de Minnesota <strong>ECG</strong> Code Manual.<br />
Interpretatie van de verkregen gegevens kan binnen de eigen setting, dan wel op afstand<br />
plaatsvinden.<br />
b. Verslaglegging<br />
Het verslag van het <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> dat naar de aanvragende huisarts wordt gestuurd, dient<br />
tenminste de volgende punten te omvatten:<br />
• Kwaliteit van de meting (bijvoorbeeld artefacten, storing);<br />
• Beoordelaar (eventueel onder supervisie van);<br />
• Bevindingen;<br />
• Conclusie (vermoedelijke diagnose) en evt. een advies.<br />
CONCEPT maart 2011 20
6. Kwaliteitseisen uitvoering en interpretatie<br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
a. Eisen apparatuur<br />
Voor een <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong> wordt een 12-kanaals afleiding gemaakt. Bij voorkeur wordt apparatuur<br />
met een automatische analysefunctie gebruikt.<br />
b. Personele kennis en vaardigheden uitvoering<br />
Het uitvoeren van een <strong>rust</strong> <strong>ECG</strong> en het geven van voorlichting aan de patiënt kan worden<br />
uitgevoerd door een biometrist met een daarvoor geschikte opleiding. Het minimale vereiste<br />
niveau van deze opleiding is doktersassistent. <strong>De</strong> biometrist dient de volgende kennis te<br />
hebben, zoals weergegeven in tabel 1.<br />
Tabel 1. Vereiste kennis biometristen voor uitvoering van <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
1 Basiskennis elektrische activiteit van het hart<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
6<br />
7<br />
Plaatsen van de elektrode-plakkers: voorbereiding van de huid en locaties<br />
Signaal filtering en het effect op de vormen van de golven<br />
Technische artefacten<br />
Basiskennis computer diagnose algoritmen<br />
Veiligheid<br />
Alarmsignalen<br />
Om de kwaliteit van de uitvoering van het onderzoek te waarborgen is een minimum van 50<br />
<strong>rust</strong> <strong>ECG</strong>’s per jaar aan te bevelen.<br />
c. Personele kennis en vaardigheden interpretatie<br />
<strong>De</strong> analyse wordt verricht door een arts of een <strong>ECG</strong>-laborant. <strong>De</strong> analyse en juiste<br />
interpretatie valt onder verantwoordelijkheid van een arts met specifieke kennis en ervaring<br />
op het gebied van <strong>ECG</strong>-diagnostiek. <strong>De</strong> minimale vereiste kennis en vaardigheden voor de<br />
interpretatie van een 12-kanaals <strong>ECG</strong> zijn in tabel 2 weergegeven.<br />
Tabel 2. Vereiste cognitieve vaardigheden voor de interpretatie van 12-kanaals <strong>ECG</strong>’s<br />
1 Kennis over de <strong>ECG</strong>-techniek<br />
2 Kennis over de anatomie en fysiologie van het hart<br />
3 Kennis om afwijkingen in een <strong>ECG</strong> te herkennen en de basis pathofysiologie te begrijpen<br />
4 In staat om op basis van het <strong>ECG</strong> en de daarin kenmerkende patronen mogelijke klinische<br />
diagnose te stellen<br />
5 Begrijpen van het belang om eerdere <strong>ECG</strong>’s van één persoon te vergelijken met elkaar<br />
voor het stellen van een correcte diagnose.<br />
6 Kennis hebben van de technische variaties die kunnen voorkomen en kunnen leiden tot een<br />
onjuist beeld<br />
CONCEPT maart 2011 21
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
Voor kwaliteitscontrole, supervisie en consultatie zijn afspraken met een cardiologisch centrum<br />
vereist.<br />
Automatische analyse van het <strong>ECG</strong> kan worden gebruikt, maar neemt de noodzaak van<br />
analyse door een beoordelaar niet weg, vanwege de beperkte betrouwbaarheid van de<br />
automatische analyse.<br />
Beoordelaars dienen tenminste 500 <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong>’s onder supervisie te analyseren, alvorens zij<br />
zelfstandig analyses mogen uitvoeren. Een deel hiervan kan in oefenonderzoeken worden<br />
uitgevoerd. Voor behoud van de vaardigheid is het interpreteren van tenminste 100 <strong>rust</strong>-<br />
<strong>ECG</strong>’s per jaar een vereiste.<br />
CONCEPT maart 2011 22
Bijlage 1. Overzicht gebruikte afkortingen<br />
ACC American College of Cardiology<br />
AHA American Heart Association Task Force<br />
<strong>SAN</strong> <strong>Praktijkrichtlijn</strong> <strong>rust</strong>-<strong>ECG</strong><br />
CCKL Stichting voor de bevordering van de kwaliteit van het laboratoriumonderzoek en voor<br />
de accreditatie van laboratoria in de gezondheidszorg<br />
COPD Chronic Obstructive Pulmonary Disease<br />
<strong>ECG</strong> Electrocardiogram<br />
ESC European Society of Cardiology Committee for Practice Guidelines<br />
LESA Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak<br />
NHG Nederlands Huisartsen Genootschap<br />
SOP Standard Operating Procedures<br />
CONCEPT maart 2011 23