28.09.2013 Views

2008, jaargang 4, nummer 2 - Driessen

2008, jaargang 4, nummer 2 - Driessen

2008, jaargang 4, nummer 2 - Driessen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Opleidingsagenda c demie<br />

MEERDAAGSE OPLEIDINGEN<br />

Duur (Start)data 2<br />

Professioneel Adviseren 5 7-mei-08<br />

Basiscursus Gemeente- en Bestuursrecht 2 27-mei-08 JAARGANG 4, <strong>2008</strong><br />

Verdiepingscursus Gemeente- en Bestuursrecht 2 17-jun-08<br />

Politieke Ambtsdragers<br />

WORKSHOPS<br />

2 17-jun-08<br />

Haal die druk eens van de ketel! 1 in overleg met u<br />

Persoonlijke Effectiviteit 1 27-mei-08<br />

Functionerings- beoordelings- en ontwikkelgesprekken 1 3-jun-08<br />

Omgaan met Agressie 1 in overleg met u<br />

Competentiemanagement<br />

ACTUALITEITENDAGEN SALARISADMINISTRATIE<br />

1 11-jun-08<br />

1 20-mei-08 Helmond<br />

1 29-mei-08 Zwolle<br />

P&O PRODUCTTRAININGEN<br />

1 5-jun-08 Utrecht<br />

RAP Gebruikerscursus 1⁄2 in overleg met u<br />

RAP Intensief 1 27-mei-08<br />

P&O-Managementinformatie met Impromptu 2 28-mei-08<br />

Bovenstaande opleidingen en trainingen zijn slechts een greep uit ons totale cursusaanbod. Voor een totaaloverzicht verwijzen<br />

u graag naar onze website: www.daa.nl/dacademie. Hier vindt u alle actuele informatie en kunt u zich eenvoudig<br />

aanmelden.<br />

Waarom kiezen voor DAcAdemie?<br />

Als dé P&O-dienstverlener voor de (semi-)overheid en het onderwijs bundelt DAcAdemie van DA&A voor u haar ervaringen<br />

uit de dagelijkse praktijk en de vakliteratuur in het eigen trainings- en opleidingsaanbod.<br />

• De opleidingen zijn speciaal bestemd voor medewerkers uit de (semi-)overheid en het onderwijs.<br />

• In onze lesprogramma’s wordt extra aandacht besteed aan overheids- en onderwijsspecifieke zaken.<br />

• De inhoud van de opleidingen sluit direct aan bij de dagelijkse praktijk en bevat veel interactieve elementen.<br />

• De gekwalificeerde docenten zijn met zorg geselecteerd en hebben ervaring in de (semi-)overheid en onderwijs.<br />

In-company<br />

Al onze cursussen zijn geschikt voor individuele medewerkers. Daarnaast kunnen wij ook opleidingen voor u op maat verzorgen<br />

en bij u op locatie laten plaatsvinden. Wilt u een in-company training organiseren? Laat het ons weten. Een deskundige<br />

trainer zal in overleg met u en/of medewerkers van uw organisatie een opleidingsprogramma samenstellen dat volledig<br />

is afgestemd op uw wensen en leerdoelen. Hierbij staan uiteraard uw organisatie- en ontwikkelingsdoelstelling centraal.<br />

Tijdens de in-company training leren medewerkers elkaar beter kennen en elkaars persoonlijke kwaliteiten waarderen.<br />

Onze opleidingen zijn daardoor tegelijk een vorm van teambuilding.<br />

Nieuwe CAO Gemeenten 2007-2009 (deel 1) | Functioneringsproblematiek en<br />

opvallend ziekteverzuim bij flexibele krachten | Hoe kleine attenties grote<br />

financiële gevolgen kunnen hebben | Levensfasebewust personeelsbeleid<br />

Voor een persoonlijke afspraak, meer informatie over onze activiteiten en de mogelijkheden ten aanzien van in-company,<br />

kunt u contact opnemen met Erna Swaans, coördinator Opleidingen via telefoon<strong>nummer</strong> 0492 - 50 66 66 of via email:<br />

dacademie@daa.nl.<br />

Schootense Dreef 15, 5708 HZ Helmond<br />

Postbus 748, 5700 AS Helmond<br />

Tel: (0492) 50 66 66 Fax: (0492) 50 66 50<br />

E-mail: info@daa.nl Website: www.daa.nl


DA&A <strong>Driessen</strong> schenkt aan drie goede doelen<br />

Zoals u in het vorige magazine al kon lezen schenkt DA&A ieder jaar namens alle klanten en relaties €15.000,- aan drie goede<br />

doelen. Deze keer was u gevraagd om zelf deze goede doelen te nomineren. De drie meest genoemde organisaties waren<br />

Unicef, WarChild en Kika. De cheques werden op 11, 13 en 20 februari jl. overhandigd door medewerkers van ROC Zadkine,<br />

Stadsschouwburg Utrecht en gemeente Veldhoven, die de betreffende doelen hadden genomineerd.<br />

Gambia<br />

DA&A ‘adopteert’ sterspeler van Helmond Sport<br />

Ivo de Bruijn is een 10 jarige jeugdspeler bij Helmond Sport.<br />

Om zijn jeugdopleiding mede te bekostigen zocht hij een<br />

bedrijf dat hem wilde ‘adopteren’. Wij van DA&A wilden dit<br />

graag doen: niet alleen omdat we affiniteit hebben met de<br />

voetbalsport, maar ook omdat we jonge mensen willen stimuleren<br />

om hun doelen te bereiken.<br />

2<br />

DA&A-consultant René van Baest ging dit voorjaar naar Gambia om daar<br />

de lokale bevolking te ondersteunen met allerlei hulpgoederen. Gambia is<br />

een arm land in Afrika waar ontwikkelingshulp erg welkom is. De bevolking<br />

(bijna 2 miljoen!) leeft onder zeer slechte omstandigheden.<br />

Voor aanvang van zijn reis zocht René van Baest contact met de Stichting<br />

Kinderhulp Gambia. Zij adviseerden hem om medische hulpmiddelen te<br />

kopen en die te verdelen onder enkele scholen. Deze particuliere hulpactie<br />

werd ondersteund door een financiële bijdrage van DA&A. Mede hierdoor<br />

was het mogelijk om de goederen aan te schaffen.


Voorwoord<br />

Beste lezer,<br />

<strong>2008</strong> is een feestjaar voor DA&A! Op 1 april bestonden we namelijk precies 15 jaar. Een mijlpaal waar we in de<br />

loop van het jaar nog uitgebreid bij willen stilstaan. Zo zal er deze zomer een speciale jubileumuitgave van dit magazine<br />

verschijnen. Daarvoor zijn we op zoek naar leuke anekdotes of verhalen over uw ervaringen met DA&A door<br />

de jaren heen. Heeft u nog herinneringen aan de beginjaren? Of heeft u wellicht iets bijzonders meegemaakt in uw<br />

contacten met DA&A? We zouden het heel erg leuk vinden het van u te horen. Neemt u daarvoor contact op met<br />

onze afdeling Communicatie via telefoon<strong>nummer</strong> 0492 - 50 66 66 of mail uw anekdotes of verhalen naar: communicatie@daa.nl.<br />

Wij zijn erg benieuwd naar alle reacties.<br />

Op vakinhoudelijk gebied zijn we op dit moment, wellicht net als u, onder meer erg druk met de nieuwe<br />

CAO Gemeenten 2007-2009. Want het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord brengt uiteraard weer de nodige<br />

werkzaamheden met zich mee. Op de pagina’s 12 t/m 15 van dit magazine vindt u dan ook een uitgebreide<br />

samenvatting van alle op dit moment uitgewerkte wijzigingen. In het juni-magazine volgen de overige<br />

CAO-onderwerpen onder meer over het leeftijdsbewust personeelsbeleid. Als voorbereiding daarop in deze<br />

uitgave alvast een algemeen artikel over dit onderwerp.<br />

Verder in het P&O-katern het reeds aangekondigde deel 2 over het ontslagrecht. Deze keer over het functie-ongeschiktheidsontslag.<br />

In het katern over Uitzenden en Detacheren (pag. 6 en 7) vindt u een enigszins<br />

verwant artikel over functioneringsproblematiek en opvallend ziekteverzuim bij flexibele krachten. Als tegenwicht<br />

daarom in het katern over Personeels- en Salarisadministratie twee artikelen over wat luchtigere<br />

zaken: de wetgeving op het gebied van kleine attenties en de fietsregeling. Na het lezen van dit magazine bent<br />

u weer helemaal op de hoogte van alle actuele zaken op het brede gebied van P&O, Personeels- en<br />

Salarisadministratie en Payrolling.<br />

Wij wensen u veel leesplezier!<br />

Jan <strong>Driessen</strong>,<br />

Michaël Munnich<br />

Jeroen <strong>Driessen</strong><br />

Directie DA&A<br />

P 4 | IGOM rolt de groene loper uit / Aanvulling meest gebruikte percentages en bedragen <strong>2008</strong><br />

P 5 | Column: DA&A Pubertijd<br />

P 6 | Functioneringsproblematiek en opvallend ziekteverzuim bij flexibele krachten<br />

P 8 | Hoe kleine attenties grote financiële gevolgen kunnen hebben<br />

P 10 | Het stalen ros als arbeidsvoorwaarde<br />

P 12 | Nieuwe CAO Gemeenten 2007-2009 (deel 1)<br />

P 16 | Levensfasebewust Personeelsbeleid: wat kunt u ermee?<br />

P 19 | Wist u dat...<br />

P 20 | Ontslag bij gemeenten (deel 2): functie-ongeschiktheidsontslag<br />

P 24 | Opleidingsagenda DAcAdemie<br />

DA&A Magazine is een uit gave van en<br />

door DA&A <strong>Driessen</strong>.<br />

Eindredactie<br />

drs. J.G.J. Verschuren-<strong>Driessen</strong><br />

drs. J.P.M. Meulendijks<br />

Redactie<br />

mr. S.M. Slits<br />

K.J.M.E. Soons<br />

drs. J.P.A. <strong>Driessen</strong><br />

drs. ing. M.H.G.M. Munnich<br />

mr. B. Vrouenraets<br />

Voor een extra exemplaar van het DA&A<br />

Magazine kunt u contact opnemen met<br />

de afdeling Commu nicatie van DA&A,<br />

tel. 0492 - 50 66 66.<br />

Vormgeving<br />

PAG, Maastricht<br />

Drukwerk<br />

Drukkerij van Stiphout, Helmond<br />

DA&A Magazine verschijnt<br />

6 keer per jaar.<br />

Oplage 3.000<br />

Wilt u reageren op het DA&A Magazine?<br />

Heeft u suggesties en/of opmerkingen,<br />

stuur dan een e-mail naar<br />

communicatie@daa.nl.<br />

Dit Magazine is met zorg samengesteld voor<br />

de relaties van DA&A <strong>Driessen</strong>.<br />

Desondanks kunnen aan het Magazine geen<br />

rechten worden ontleend.


IGOM rolt de groene loper uit<br />

DA&A en samenwerkingspartner Start People maken sinds kort onderdeel uit van het IGOM. Het<br />

IGOM, of Inter Gemeentelijk Overleg over Mobiliteitsvraagstukken in Zuid-Limburg, is een samenwerkingsverband<br />

van ruim 30 Zuid-Limburgse overheidsorganisaties. Het IGOM beheert de website<br />

www.igom.nl met daarop alle vacatures van de aangesloten organisaties. Medewerkers van deze organisaties,<br />

maar ook andere banenzoekers, kunnen zich op de website inschrijven voor het vinden van een<br />

(andere) baan.<br />

DA&A en samenwerkingspartner<br />

Start People geven samen<br />

draagvlak aan de mo biliteit<br />

binnen het samenwerkingsverband<br />

IGOM en dragen zorg<br />

voor een hoge kwaliteit van de<br />

instroom. Daarnaast geeft<br />

Adjunct-directeur Jeroen <strong>Driessen</strong><br />

van DA&A ondertekent het IGOM-contract<br />

DA&A vorm aan de payroll verloning<br />

in combinatie met aanvullende<br />

diensten op het brede vakgebied<br />

van HRM. Het IGOM<br />

heeft na een uitgebreide aanbestedingsprocedure<br />

alle deelnemende<br />

organisaties gevraagd of ze weer bereid zijn een<br />

Aanvulling meest gebruikte<br />

percentages en bedragen <strong>2008</strong><br />

4<br />

nieuw contract af te sluiten. Alle organisaties hebben<br />

dat toegezegd en in de laatste week van februari ging<br />

een speciale IGOM-camper, onder de naam<br />

IGOMobiel, de ruim 30 deelnemende organisaties langs<br />

om de handtekening onder het contract op te halen.<br />

Na een warm onthaal op de groene loper werd het<br />

IGOM-contract ondertekend door betrokken burgemeesters,<br />

wethouders en directeuren. Daarnaast gaven<br />

alle ondertekenaars een statement af waarom zij<br />

arbeidsmobiliteit voor de Zuid Limburgse regio van<br />

groot belang vinden. Een DVD-presentatie van deze<br />

statements vond plaats op 3 april in de grotten van<br />

Geuhlem.<br />

In de februari-uitgave van ons magazine vindt u op pagina 12 en 13 de meest gebruikte percen tages<br />

en bedragen voor <strong>2008</strong>. U vindt dit overzicht ook op onze website: www.daa.nl/cijfers<br />

In aanvulling op dit overzicht hierbij nog een extra tabel over de APPA-pensioenpremies:<br />

APPA pensioenpremies werknemer afdracht<br />

Premie OP/NP 5,88<br />

Anw-compensatie 0,30<br />

Franchise per jaar (€) € 16.600,00<br />

IP-premie 0,10<br />

Franchise IP-premie per jaar (conform ABP) (€) € 17.300,00<br />

Daarnaast was in de papieren uitgave van ons magazine (niet op de website) een tabel m.b.t.<br />

Minimumloon <strong>2008</strong> opgenomen die verwarrend bleek. Daarom voor de volledigheid hierbij de juiste<br />

tabel voor het Minimumloon <strong>2008</strong>.<br />

Minimumloon <strong>2008</strong><br />

leeftijd<br />

bedrag<br />

per maand<br />

bedrag<br />

per week<br />

bedrag<br />

per dag<br />

23 jaar en ouder 1.335,00 308,10 61,62<br />

22 jaar 1.134,75 261,85 52,37<br />

21 jaar 967,90 223,35 44,67<br />

20 jaar 821,05 189,45 37,89<br />

19 jaar 700,90 161,75 32,35<br />

18 jaar 607,45 140,20 28,04<br />

17 jaar 527,35 121,70 24,34<br />

16 jaar 460,60 106,30 21,26<br />

15 jaar 400,50 92,40 18,48


DA&A Puberteit<br />

Op 1 april 2007 bestaat DA&A 15 jaar. Zonder te willen klinken als een oud opaatje, maar wat is de<br />

tijd toch voorbij gevlogen. Natuurlijk gaan wij dit jubileum, als ware Bourgondiërs, nog groots met u,<br />

onze trouwe klanten, vieren. Maar voor nu volsta ik met een bescheiden hommage aan het jaar 1993,<br />

het jaar waarin het allemaal begon…<br />

Ik kan u vertellen dat ik op 1 april 1993 apetrots was.<br />

Enkele weken voor die bewuste 1 april 1993 was mijn<br />

vader Jan, op zijn sportieve fiets, mooi op tijd van zijn<br />

werk naar huis gekomen. Met een enthousiaste blos op<br />

zijn, volledig met baard bedekte, gezicht had hij ons aan<br />

de eettafel aangekeken en gezegd: ‘Ik word mijn eigen<br />

baas!’ Nét voor zijn 25-jarig jubileum bij de gemeente,<br />

dus dat was zakelijk gezien natuurlijk wel een misser.<br />

‘Maar eigen baas, da’s mooi’, dacht ik bij mezelf terwijl<br />

ik hem vanachter mijn jampotbrilletje aanstaarde.<br />

Vragen<br />

Resultaatgericht en kritisch als ik ben bestookte ik hem<br />

als 15-jarige puistige puber uiteraard met een spervuur<br />

aan vragen: ‘Wat ga je dan doen?’, ‘Hoe gaat het bedrijf<br />

heten?’, ‘Kun je dan eindelijk contactlenzen voor me<br />

betalen, want met deze bril gaat het me nooit lukken bij<br />

de meisjes?’ en ‘Wat betekent dat nou eigenlijk echt<br />

voor ons?’ De eerste 3 vragen waren in razend tempo<br />

beantwoord. Jan vertelde ons dat zijn businessplan<br />

bestond uit ‘ik ga iets doen met administratie en advies<br />

op het gebied van P&O voor gemeenten’. Daarmee<br />

was de naam van het bedrijf, na kort familieoverleg,<br />

meteen gesneden koek: <strong>Driessen</strong> Administratie en<br />

Advies, ofwel DA&A. Wisten wij veel dat later het &teken<br />

voor grote problemen zou gaan zorgen met de<br />

komst van het internet, de drogisterij toch wel erg<br />

sterk op ons leek qua naamstelling en dat DNA überhaupt<br />

bestond. Maar goed, achteraf praten is altijd makkelijk.<br />

Ook werd mij verzekerd dat ik, als een soort van<br />

sociaal smeergeld, binnenkort afscheid zou mogen gaan<br />

nemen van mijn lasbril en contactlenzen zou krijgen. Of<br />

dat een garantie was voor succes met de meisjes werd<br />

daarbij wijselijk in het midden gelaten.<br />

De bewuste (behoorlijk gehavende) originele bril uit 1993<br />

No Limit<br />

Maar het antwoord op die laatste vraag, ‘wat betekent<br />

dat nou eigenlijk voor ons’, bleef hij ons schuldig.<br />

Terecht, is inmiddels gebleken. Op de radio knalde 2<br />

Unlimited voorbij met de <strong>nummer</strong> 1 hit van dat<br />

moment ‘No Limit’. Een toepasselijk liedje met voorspellende<br />

waarde: niemand had kunnen bevroeden dat<br />

DA&A in 15 jaar zou uitgroeien tot het bedrijf dat het<br />

nu is. Terwijl in de zomer van 1993 Miguel Indurain<br />

voor de derde keer de Tour de France won, Koning<br />

Boudewijn van België overleed en NASA tevergeefs<br />

contact probeerde te leggen met de Mars Observer,<br />

werd in Helmond keihard gewerkt aan het realiseren<br />

van een succesvol bedrijf.<br />

Niet door ondergetekende overigens: ik had het te<br />

druk met de eerste stappen op het uitgaanspad, dragen<br />

van afschuwelijke blouses in vormloze spijkerbroeken,<br />

grijsdraaien van cassettebandjes met hiphop, bedroevend<br />

slecht voetballen en spelletjes spelen op de eerste<br />

homecomputers.<br />

En dan nu, 15 jaar later. DA&A is uitgegroeid tot een<br />

bedrijf met inmiddels 110 medewerkers. Een bedrijf<br />

met bijna 40 miljoen euro omzet. ‘Da’s bijna 100 miljoen<br />

gulden’, zegt Jan wel eens. Qua valuta is Jan namelijk<br />

altijd blijven hangen in 1993. Ironisch genoeg het<br />

jaar waarin het Verdrag van Maastricht in werking trad<br />

en daarmee de euro een feit zou worden. Een bedrijf<br />

met meer dan 550 overheids- en onderwijsklanten. Een<br />

bedrijf dat ongetwijfeld het leven van mijn familie en<br />

mijzelf helemaal heeft veranderd. Maar één ding is er in<br />

die 15 jaar absoluut niet veranderd: ik ben nog steeds<br />

ontzettend trots op de succesvolle sprong in het diepe<br />

die mijn vader 15 jaar geleden heeft genomen. DA&A<br />

<strong>Driessen</strong>: van harte gefeliciteerd met het bereiken van<br />

de puberteit. Op naar de 25 jaar!<br />

drs. Jeroen <strong>Driessen</strong><br />

jeroen.driessen@daa.nl<br />

Column Jeroen <strong>Driessen</strong><br />

5


Functioneringsproblematiek en opvallend ziekteverzuim b<br />

De afgelopen jaren zijn de regels en wetten rondom de beperking van ziekteverzuim en WIA-instroom<br />

steeds verder doorgevoerd. De gedachte achter de gekozen koers vanuit Den Haag is dat werkgever en<br />

werknemer verantwoordelijk zijn voor de beheersing van het ziekteverzuim. Waar tientallen jaren geleden<br />

de (financiële) risico’s van ziekteverzuim collectief afgedekt waren, is de laatste jaren de verantwoordelijkheid<br />

komen te liggen bij de individuele werkgevers en werknemers. Maar hoe werkt dit nu<br />

eigenlijk bij flexibele arbeidskrachten?<br />

6<br />

Wie is mijn baas?<br />

Flexibele arbeidskrachten zijn op basis van een uitzendof<br />

een detacheringsovereenkomst formeel juridisch in<br />

dienst van het payroll/uitzendbureau. Het payroll/uitzendbureau<br />

is dus zijn of haar werkgever.<br />

Vervolgens gaat de flexibele arbeidskracht aan het<br />

werk bij de inlenende organisatie en wordt daarbij in<br />

de dagelijkse praktijk aangestuurd door een leidinggevende<br />

van de inlenende organisatie. Deze leidinggevende<br />

heeft dus het directe toezicht op de flexkracht. Dit<br />

is ook niet zo verwonderlijk: uiteindelijk heeft de direct<br />

leidinggevende er als geen ander belang bij dat de flexibele<br />

arbeidskracht weet wat hij moet doen, goed en<br />

zorgvuldig werkt, op tijd komt, een prettige collega is<br />

etc.<br />

De flexibele arbeidskracht heeft dus in de praktijk twee<br />

‘bazen’: het payroll/uitzendbureau én de inlenende<br />

organisatie. En juist dit gegeven kan in het geval van<br />

functioneringsproblematiek en ziekteverzuim lastige<br />

situaties opleveren.<br />

Rechten en plichten<br />

Vanzelfsprekend zijn functioneringsproblematiek en<br />

ziekteverzuim voor alle betrokkenen vanuit sociaal,<br />

praktisch én economisch oogpunt geen pretje. Maar<br />

wat zijn de spelregels?<br />

De flexibele arbeidskracht moet zijn ziekmelding altijd<br />

aan beide ‘bazen’ per direct doorgeven conform het<br />

geldende verzuimreglement.<br />

Als formeel juridisch werkgever is het payroll/uit -<br />

zendbureau vervolgens op grond van goed werkgeverschap<br />

en de Wet Verbetering Poortwachter verplicht<br />

om een aantal taken op te pakken, gericht op werkhervatting<br />

en re-integratie. Daarbij kan het bureau zich<br />

laten bijstaan door de Arbo-arts waar het gaat om de<br />

medische aspecten van het verzuim.<br />

Het payroll/uitzendbureau is ook financieel verantwoordelijk<br />

voor de loondoorbetaling bij ziekte.<br />

• In het geval van uitzendkrachten bedraagt de hoogte<br />

van de loondoorbetaling in het eerste verzuimjaar op<br />

basis van de ABU CAO 91% van het loon, rekening<br />

houdend met twee wachtdagen. Deze loondoorbetaling<br />

wordt uitgevoerd door het UWV, die daarvoor<br />

standaardpremies ontvangt van het payroll/uitzendbureau.<br />

• Bij de VPO CAO geldt vanaf dag 1 van het verzuim<br />

een loondoorbetalingsverplichting van 100% van het<br />

loon.<br />

Maar los van alle wettelijke en formele zaken, staat tijdens<br />

ziekteverzuim één uitgangspunt centraal: alle<br />

betrokkenen dienen er alles aan te doen om het verzuimtraject<br />

zo goed en zorgvuldig mogelijk te laten verlopen,<br />

waardoor werkhervatting zo spoedig en passend<br />

mogelijk plaats kan vinden.<br />

Bezint eer ge begint….<br />

In de praktijk blijkt vaak dat de leidinggevende van de<br />

inlenende organisatie, eventueel bijgestaan door zijn<br />

P&O’er, de centrale rol inneemt bij functioneringsproblematiek<br />

en opvallend ziekteverzuim van de flexibele<br />

kracht. Hoewel het is toe te juichen dat de leidinggevende<br />

hierin zijn verantwoordelijkheid neemt, is het<br />

raadzaam om wél de juiste stappen te doorlopen. Bij<br />

deze onderwerpen spelen namelijk emoties, gevoelens<br />

en subjectiviteit vrijwel altijd een rol. Het is dan ook<br />

belangrijk om te voorkomen dat de situatie uit de hand<br />

loopt, zonder dat de formeel juridisch werkgever hiervan<br />

volledig op de hoogte is. Achteraf geconfronteerd<br />

worden met een schijnbaar onherstelbaar verstoorde<br />

relatie tussen inlener en flexkracht maakt het voor de<br />

formeel juridisch werkgever heel erg lastig om nog adequaat<br />

te handelen. Schade herstellen is ook in dit geval<br />

veel moeilijker en daardoor minder efficiënt dan schade<br />

voorkomen.<br />

De eerste en belangrijkste stap bij functioneringsproblematiek<br />

en/of opvallend ziekteverzuim van een flexibele<br />

kracht is dan ook het tijdig en goed overleg voeren


ij flexibele krachten:<br />

een kwestie van samenwerken<br />

Casemanager DA&A<br />

Brigitte van Steenoven is casemanager bij DA&A en verantwoordelijk<br />

voor ziekteverzuimbegeleiding bij zowel<br />

korte als langdurige ziekte. “Ik ben eigenlijk de schakel<br />

tussen de zieke flexkracht en onze opdrachtgever. Mijn<br />

uitgangspunt is er voor te zorgen dat de medewerker<br />

weer snel aan de slag kan gaan. Vooral bij langdurig ziekteverzuim<br />

wordt daarom een plan van aanpak gemaakt<br />

om de re-integratie zo soepel mogelijk te laten verlopen.<br />

Hierbij wordt rekening gehouden met alle regels en wetten<br />

die daaraan verbonden zijn”.<br />

Gedurende het ziekteverzuim onderhoudt Brigitte contacten<br />

met zieke flexkrachten, arbo-arts en ook met uitkeringsinstantie<br />

UWV. Als casemanager zorgt zij er dus<br />

voor dat opdrachtgever en flexkrachten goed begeleid en<br />

geïnformeerd worden tijdens de ziekteverzuimperiode, en<br />

grijpt in als dit nodig is.<br />

met de formeel juridisch werkgever (het payroll/uit -<br />

zendbureau). Hierna is het moment voor de inlenende<br />

organisatie om over te gaan tot gesprekken en acties<br />

met de betrokken flexkracht. De direct leidinggevende<br />

weet immers vaak beter hoe de vork in de steel steekt<br />

rondom de individuele problematiek en/of verzuim van<br />

de betrokken medewerker. De leidinggevende heeft<br />

hierin echter niet de ideale positie om daadkrachtig te<br />

handelen. Want als puntje bij paaltje komt heeft namelijk<br />

niet hij, maar het payroll/uitzendbureau als formeel<br />

juridisch werkgever de beslissingsbevoegde positie om<br />

stappen te ondernemen richting de flexibele kracht.<br />

Vreemde ogen dwingen<br />

In de praktijk blijkt dat het payroll/uitzendbureau vaak<br />

een waardevolle adviserende en bemiddelende rol kan<br />

spelen wanneer het ziekteverzuim een relatie lijkt te<br />

hebben met de werksituatie en/of de functioneringsproblematiek.<br />

Hoewel het payroll/uitzendbureau<br />

nadrukkelijk wel belanghebbende partij is in de hele<br />

kwestie, leert de ervaring dat het bureau gevoelsmatig<br />

vaak als een betrokken buitenstaander wordt gezien.<br />

Door vroegtijdig gebruik te maken van de kennis en<br />

expertise van het payroll/uitzendbureau kan men gezamenlijk<br />

toewerken naar de beste oplossing voor alle<br />

betrokkenen. Bij DA&A is daarom ook een gespecialiseerde<br />

medewerker (casemanager) aangesteld die<br />

uiteraard graag bereid is om, samen met de leidinggevende,<br />

een gesprek aan te gaan met de flexkracht over<br />

de individuele functioneringsproblematiek.<br />

Tot slot<br />

Het spreekt voor zich dat wij hopen dat u zo min<br />

mogelijk geconfronteerd wordt met bovenstaande<br />

zaken. Mocht u echter onverhoopt toch te maken krijgen<br />

met functioneringsproblematiek of een opvallend<br />

verzuimgedrag bij één van onze payrollkrachten, dan<br />

nodigen wij u van harte uit om zo spoedig mogelijk bij<br />

onze casemanager aan de bel te trekken. Wij zijn ervan<br />

overtuigd dat we in gezamenlijk overleg altijd tot een<br />

optimale oplossing komen.<br />

drs. Jeroen <strong>Driessen</strong><br />

jeroen.driessen@daa.nl<br />

7


Hoe kleine attenties grote financiële gevolgen<br />

Iedere organisatie vindt het belangrijk om te beschikken over medewerkers die het naar hun zin hebben<br />

binnen de organisatie. Immers medewerkers die zich goed voelen, presteren ook goed. In dit kader<br />

verstrekken veel organisaties onder meer kleine attenties (geschenken) aan medewerkers, bijvoorbeeld<br />

bij een persoonlijke feestdag of bij de geboorte van een kind. Maar bent u zich ervan bewust<br />

wat de financiële gevolgen kunnen zijn van het verstrekken van kleine attenties aan medewerkers? En<br />

bent u op de hoogte van de fiscale spelregels die hiermee samenhangen? In dit artikel zetten we een<br />

en ander voor u op een rijtje.<br />

8<br />

Uit de wet op de loonbelasting vloeit voort dat alles<br />

wat uit een dienstbetrekking wordt genoten daadwerkelijk<br />

loon is. Attenties c.q. geschenken die afkomstig<br />

zijn van de werkgever vormen dan ook een beloning<br />

voor verrichte werkzaamheden en behoren volgens<br />

de wet daarom tot het belaste loon.<br />

Tot 1 januari 2003 was in de wet op de loonbelasting<br />

een bescheiden algemene geschenkenvrijstelling opgenomen<br />

van € 136 per jaar. Hierbij gold wel dat het<br />

betreffende geschenk werd verstrekt ter gelegenheid<br />

van een algemeen erkende feestdag, het sinterklaasfeest,<br />

een jubileum van de werkgever dan wel de verjaardag<br />

en andere feestdagen van de werknemer. Deze<br />

regeling werd per 1 januari 2003 afgeschaft.<br />

Dat betekent dus dat sindsdien dergelijke verstrekkingen<br />

niet meer onbelast plaats mogen vinden. Momen -<br />

teel kennen we een aantal bijzondere regelingen voor<br />

dergelijke verstrekkingen.<br />

Kleine geschenken in natura<br />

(kerstpakkettenregeling)<br />

Voor kleine attenties dan wel geschenken kent de wetgeving<br />

een relatief eenvoudige regeling. Indien u als<br />

werkgever per jaar één of meerdere geschenken aan<br />

werknemers geeft met een totale waarde van maximaal<br />

€ 70 kunt u hierover 20% eindheffing betalen. Het<br />

maakt hierbij niet uit ter gelegenheid waarvan het<br />

geschenk wordt gegeven. Voor de werknemer is het<br />

geschenk onbelast, de werkgever betaalt 20% eindheffing.<br />

Het moet hierbij wel gaan om een geschenk in natura.<br />

Geschenken in geld vallen niet onder deze regeling.<br />

Cadeaubonnen (bv. Irischeques, de vroegere VVV-bonnen)<br />

behoren tot het loon in geld, ook omdat zij vaak bij<br />

een besteding die lager is dan het nominale bedrag recht<br />

geven op wisselgeld. Wilt u een bedrag in geld aan een<br />

werknemer cadeau doen, dan kunt u dat alleen maar<br />

netto doen in de vorm van een directe brutering.<br />

De eindheffing van 20% mag alleen gebruikt worden<br />

wanneer sprake is van een geschenk. Een geschenk is<br />

een vrijgevigheid. De werknemer mag geen recht hebben<br />

op een geschenk. Een geschenk mag ook niet in de<br />

plaats treden van een loon- of winstuitkering waarop de<br />

werknemer recht heeft.<br />

Geschenken met een ideële waarde<br />

Naast de mogelijkheid om een (voor de werknemer)<br />

onbelast geschenk in natura te geven ter waarde van<br />

maximaal € 70 per jaar, kunt u ook geheel onbelast<br />

geschenken geven waarvoor geldt dat deze geschenken<br />

een zogenaamde ideële waarde hebben voor de werknemer.<br />

Bij verstrekkingen met een ideële waarde kunt u<br />

denken aan bijvoorbeeld een gouden horloge met<br />

inscriptie of een vulpen. Bij dergelijke geschenken overheerst<br />

de ideële waarde en niet de gebruikerswaarde.<br />

Hierbij geldt wel dat de gebruikerswaarde een reële<br />

waarde moet hebben die past bij wat als gangbaar


kunnen hebben<br />

genoemd kan worden voor de betreffende medewerker.<br />

Zo is de verstrekking van een luxe horloge ter<br />

waarde van € 5.000 aan een gemiddelde werknemer<br />

niet reëel te noemen.<br />

Verstrekkingen met een ideële waarde zijn vrijgesteld als ze<br />

ter gelegenheid van de volgende feestdagen worden gegeven:<br />

• algemeen erkende feestdagen;<br />

• een jubileum van de werkgever en<br />

• persoonlijke feestdagen van de werknemer.<br />

De regeling geschenken met een ideële waarde is niet van<br />

toepassing bij de volgende gebeurtenissen of gedenkdagen:<br />

• Carnaval;<br />

• Goede vrijdag;<br />

• regionale feestdag;<br />

• de verjaardag van de echtgenoot of kind van de<br />

werknemer;<br />

• de jaarlijkse trouwdag van de werknemer.<br />

Regeling kleine verstrekkingen<br />

Indien er geen sprake is van een klein geschenk<br />

(geschenk met een waarde van minder dan € 70) en<br />

er ook geen sprake is van een geschenk van ideële<br />

waarde, dan vormen de geschenken in beginsel belast<br />

loon voor de werknemer. Wel kunt u de eindheffing<br />

toepassen op verstrekkingen van maximaal € 272 per<br />

jaar en € 136 per verstrekking. Hierbij geldt dan het<br />

gebruteerde tabeltarief.<br />

Eindheffing bij bezwaarlijk te<br />

individualiseren loon<br />

Ook voor verstrekkingen ter gelegenheid van de volgende<br />

gebeurtenissen geldt dat de eindheffing kan<br />

worden toegepast:<br />

• geschenken ter gelegenheid van een jubileum van de<br />

werkgever en<br />

• geschenken ter gelegenheid van een persoonlijke<br />

feestdag van de werknemer.<br />

Ook hierbij geldt dan weer het gebruteerde tabeltarief.<br />

Geschenken ter gelegenheid van deze gebeurtenissen<br />

zijn aangemerkt als loon die moeilijk te individualiseren<br />

zijn. Daarom mogen deze geschenken onder<br />

de eindheffing worden gebracht.<br />

Premies werknemersverzekeringen en<br />

bijdrage Zorgverzekeringswet<br />

In het geval de eindheffing is toegepast zijn de betreffende<br />

geschenken vrijgesteld voor de premies werknemersverzekeringen.<br />

Evenmin is dan de bijdrage<br />

Zorgverzekeringswet verschuldigd.<br />

Tot slot<br />

Het verstrekken van een kleine attentie of geschenk<br />

vormt belast loon tenzij sprake is van een geschenk<br />

met een ideële waarde. Indien u geschenken, hoe<br />

gering de waarde van het geschenk ook mag zijn,<br />

onbelast verstrekt aan uw werknemers loopt u grote<br />

fiscale risico’s. Alle kleine attenties bij elkaar opgeteld<br />

vormen een aanzienlijk groot bedrag waartegenover<br />

dus ook een grote loonheffingenschuld staat.<br />

U kunt er voor kiezen om gebruik te maken van de<br />

eindheffingsmogelijkheden. Tegen een gemaakte keuze<br />

kan een medewerker fiscaal niet ageren. Uiteraard is<br />

het een vreemde zaak als een werknemer over een<br />

geschenk van zijn werkgever zelf de verschuldigde<br />

loonheffingen moet betalen.<br />

mr. Bram Vrouenraets<br />

b.vrouenraets@daa.nl<br />

9


Het stalen ros als arbeidsvoorwaarde<br />

De meeste organisaties hebben tegenwoordig de fiets van de zaak opgenomen in hun arbeidsvoorwaarden.<br />

Fietsen is gezond, goed voor het milieu en de fietser heeft geen last van fileleed. Bovendien<br />

is de fiets van de zaak ook fiscaal gefaciliteerd. De wetgeving kent namelijk een fiscaal vriendelijke<br />

regeling wanneer de werkgever een fiets aan zijn werknemer vergoed, verstrekt of ter beschikking<br />

stelt. Deze fiscale regeling is een vrij eenduidige en overzichtelijke regeling. Toch merken wij in de praktijk<br />

dat deze regeling, in het bijzonder in de uitvoering ervan, de nodige vragen oproept. Een overzicht<br />

van de meest gestelde vragen én antwoorden.<br />

10<br />

Wie kunnen gebruik maken<br />

van de fietsregeling?<br />

Alleen werknemers kunnen gebruik maken van de<br />

fietsregeling. Zo komen zelfstandigen bijvoorbeeld niet<br />

in aanmerking voor deelname aan deze regeling. Voor<br />

wat betreft bijvoorbeeld raadsleden geldt dat zij alleen<br />

kunnen deelnemen aan de fietsregeling indien zij als<br />

pseudowerknemer kwalificeren door middel van<br />

opting-in.<br />

Als oproepkrachten voor de heffing van loonbelas -<br />

ting/premies volksverzekeringen werknemer zijn, staat<br />

de fietsregeling in beginsel open. De vraag is dan of ze<br />

voldoen aan de voorwaarden die gelden voor de fietsregeling.<br />

Bij oproepkrachten kan de feitelijke situatie<br />

variëren. Een werkgever die er voor kiest om oproepkrachten<br />

deel te laten nemen aan de fietsregeling, zal<br />

van geval tot geval moeten beoordelen of wordt voldaan<br />

aan de voorwaarden van de fietsregeling zelf.<br />

Wat kwalificeert als een fiets in de zin van de<br />

fietsregeling?<br />

Een rijwiel:<br />

• zonder hulpmotor of<br />

• met elektrische hulpmotor die trapondersteuning<br />

verleent (zogenaamde E-bikes).<br />

Rijwielen met een verbrandingsmotor (bijvoorbeeld<br />

de snorfiets, de Solex en de Spartamet) voldoen niet<br />

aan deze definitie.<br />

Kunnen ook tweedehands of gebruikte fietsen<br />

object zijn voor de fietsregeling?<br />

Ja, de fietsregeling staat ook open voor gebruikte fietsen.<br />

Daarbij geldt het volgende:<br />

• Vergoeden<br />

Een werkgever kan voor een gebruikte fiets in<br />

beginsel een onbelaste vergoeding geven voor de<br />

aanschafkosten die in het jaar van vergoeding zijn<br />

gemaakt. De vergoeding is onbelast tot ten hoogste<br />

de waarde in het economische verkeer (met een<br />

maximum van € 749) op het tijdstip van deelneming<br />

aan de fietsregeling. Hierbij rust op u als werkgever<br />

de plicht om de waarde in het economische verkeer<br />

van de fiets vast te stellen.<br />

Bij een aangeschafte gebruikte fiets, bedraagt de<br />

waarde in het economische verkeer in de regel de<br />

aanschafprijs.<br />

Voor een fiets die een werknemer al in gebruik heeft<br />

vóórdat hij deelneemt aan de fietsregeling geldt het<br />

volgende. Een vergoeding na het jaar van aanschaf van<br />

de fiets is onbelast tot maximaal de nog niet verstreken<br />

afschrijvingstermijnen, voor zover die niet al eerder<br />

zijn vergoed. Afschrijvingstermijnen die op een<br />

eerder jaar betrekking hebben kunnen onbelast worden<br />

vergoed, als de werkgever aannemelijk kan<br />

maken dat hij zich uiterlijk in het desbetreffende jaar<br />

had verplicht om de kosten in het latere jaar aan de<br />

werknemer te vergoeden. Om praktische redenen is<br />

zonder nadere onderbouwing ook het volgende toegestaan.<br />

De werkgever mag uitgaan van de historische<br />

aanschafprijs van de fiets in nieuwe staat, verminderd<br />

met een restwaarde van 10% en rekeninghoudend<br />

met een afschrijving in zestig kalendermaanden<br />

(5 jaar). Een fiets die op 1 juni 2007 is aangeschaft<br />

voor € 800 heeft op 1 juni <strong>2008</strong> dan een waarde in<br />

het economische verkeer van € 656 namelijk € 800<br />

verminderd met een afschrijving van 20% (1 jaar)<br />

over € 720.<br />

• Verstrekken<br />

Als de fiets een waarde in het economische verkeer<br />

heeft van meer dan € 749 dan dient de werkgever<br />

het meerdere tot het loon van de werknemer te<br />

rekenen. Voor de waarde in het economische verkeer<br />

van een gebruikte fiets mag de werkgever uitgaan van


de historische aanschafprijs van de fiets in nieuwe<br />

staat, verminderd met een restwaarde van 10% en<br />

rekeninghoudend met een afschrijving in zestig<br />

kalendermaanden (5 jaar).<br />

• Ter beschikking stellen<br />

Een werkgever kan een gebruikte fiets onbelast ter<br />

beschikking stellen indien de oorspronkelijke catalogusprijs<br />

niet meer bedraagt dan € 749.<br />

Kan de werkgever onbelast een renteloze<br />

lening aan de werknemer verstrekken om hiermee<br />

een fiets te kopen?<br />

Ja, de werkgever kan onbelast een renteloze lening aan<br />

de werknemer verstrekken om hiermee een fiets te<br />

kopen. Het rentevoordeel is onbelast als de werknemer<br />

het geleende bedrag aanwendt voor een fiets die<br />

de werkgever met toepassing van de fietsregeling<br />

geheel of nagenoeg geheel onbelast zou kunnen vergoeden<br />

of kunnen verstrekken. Dit betekent tevens dat<br />

het rentevoordeel alleen onbelast is als de werknemer<br />

de fiets voldoende gebruikt voor het woon-werkverkeer.<br />

Moet de werkgever aannemelijk kunnen maken<br />

dat de werknemer de fiets gebruikt voor het<br />

woon-werkverkeer?<br />

Ja, de werkgever moet aannemelijk kunnen maken dat<br />

de werknemer de fiets gebruikt voor het woon-werkverkeer.<br />

Het gaat hierbij dus om aannemelijk maken en<br />

niet om aantonen.<br />

Bij een reisafstand (enkele reis) tot 15 km wordt in het<br />

algemeen snel aannemelijk geacht dat de fiets voor het<br />

woon-werkverkeer wordt gebruikt. Bij een reisafstand<br />

van 15 km (enkele reis) of meer moet de werkgever in<br />

beginsel per werknemer aannemelijk kunnen maken<br />

dat de fiets wordt gebruikt voor het woon-werkverkeer.<br />

Voor de bewijslast van de werkgever geldt de vrije<br />

bewijsleer. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen,<br />

zijn onder meer:<br />

• de aanwezigheid van een douchegelegenheid op het<br />

werk en de aanwezigheid van een fietsenstalling;<br />

• een door de werknemer ondertekende verklaring<br />

waarin de reisafstand enkele reis staat vermeld, het<br />

aantal dagen dat de werknemer per week pleegt te<br />

fietsen en gedurende welke periode;<br />

• de reisafstand in relatie tot de aard van de gebruikte<br />

fiets;<br />

• deelname aan een carpoolregeling waarbij de carpoolplaats<br />

met de fiets bereikbaar is.<br />

mr. Bram Vrouenraets<br />

b.vrouenraets@daa.nl<br />

11


Nieuwe CAO Gemeenten 2007-2009 (deel 1)<br />

Na lang wachten is de CAO Gemeenten 2007-2009 dan eindelijk definitief! Op 17 maart <strong>2008</strong> heeft<br />

de achterban het op 23 januari afgesloten CAO-akkoord aanvaard. De nieuwe CAO heeft een looptijd<br />

van 1 juni 2007-1 juni 2009. Diverse wijzigingen zijn inmiddels in circulaires verwerkt. Deze wijzingen<br />

lichten wij hieronder toe.<br />

1<br />

12<br />

Andere belangrijke wijzigingen, zoals de herziening bo -<br />

ven wettelijke uitkeringen en de inbedding van leeftijdsverlofdagen<br />

in leeftijdsbewust personeelsbeleid, worden<br />

pas in april bekend. In ons volgende magazine zullen<br />

wij daarom aandacht besteden aan de overige wijzigingen<br />

die met de nieuwe CAO te maken hebben.<br />

Financiële gevolgen: salaris, eindejaarsuitkering,<br />

vakantie-uitkering en levensloopbijdrage<br />

In december 2007 heeft u een voorschot betaald op basis van het voorlopig CAO-akkoord. De definitieve salarisverhoging<br />

2007 is gelijk aan het betaalde voorschot. U hoeft dus geen salaris terug te vorderen. Het is wel van<br />

belang kritisch te bekijken of iedereen die er recht op heeft het voorschot heeft ontvangen.<br />

Hoeveel bedraagt de verhoging?<br />

Verhoging Per wanneer Hoeveel<br />

Verhoging salaris Per 1 juni 2007 2,2%<br />

Verhoging eindejaarsuitkering Per 1 juni 2007* 0,5%<br />

Verhoging salaris Per 1 juni <strong>2008</strong> 2,2%<br />

Verhoging eindejaarsuitkering Per 1 juni <strong>2008</strong>* 1,5%<br />

*De verhoging van de eindejaarsuitkering 2007 (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007) geldt alleen voor medewerkers<br />

die op 1 juni van dat jaar in dienst zijn, omdat de nieuwe CAO pas vanaf deze datum geldt. Gaan de medewerkers<br />

voor deze datum uit dienst, dan geldt het oude percentage en vindt geen nabetaling plaats. In <strong>2008</strong> geldt de verhoging ook<br />

per 1 juni <strong>2008</strong>, maar dan met terugwerkende kracht tot 1 januari <strong>2008</strong>. Gaat een medewerker voor 1 juni <strong>2008</strong> uit dienst<br />

dan vindt er wel een nabetaling plaats van de verhoging van de eindejaarsuitkering voor de periode dat de medewerker in<br />

<strong>2008</strong> in dienst is geweest.<br />

De verhoging geldt voor:<br />

• ambtenaren CAR/UWO<br />

• ambtenaren werkzaam in de kunstzinnige vorming<br />

• vrijwillige brandweer<br />

• ambulancepersoneel<br />

De salarismutatie werkt daarnaast door naar reeds ingegane<br />

uitkeringen op grond van hoofdstuk 7, 9, 9a, 9b, 9c, 10, 10a, 11<br />

en 11a CAR/UWO.<br />

LET OP: Dit artikel is een momentopname. Eventuele aanpassingen<br />

in de CAO na 28 maart <strong>2008</strong> zijn niet meegenomen<br />

in dit artikel, maar zullen worden behandeld in het<br />

volgende magazine.


2<br />

Bedragen<br />

1 februari 2007 1 juni 2007 1 juni <strong>2008</strong><br />

Eindejaarsuitkering 3% 3,5% 5%<br />

Minimum eindejaarsuitkering* € 836 € 836 € 836<br />

Vakantie-uitkering 8% 8% 8%<br />

Minimum vakantie-uitkering € 139,71 € 142,78 € 145,92<br />

Levensloopbijdrage 1,5% 1,5% 1,5%<br />

Bodem levensloopbijdrage € 400 € 400 € 400<br />

* Bij een fulltime dienstverband.<br />

Pensioengevendheid<br />

De salarisverhoging met terugwerkende kracht tot 1 juni 2007 is in <strong>2008</strong> niet pensioengevend. Dit gold ook voor<br />

het voorschot. Het ABP-inkomen is reeds vastgesteld op 1 januari <strong>2008</strong>. Vanaf 2009 wordt er weer pensioen opgebouwd<br />

over het volledige salaris.<br />

Wijziging betalingsmoment<br />

• Levensloopbijdrage<br />

Vanaf <strong>2008</strong> wordt levensloopbijdrage uitgekeerd in december, in plaats van juli. Dit betekent dat de medewerker<br />

in december <strong>2008</strong> een hogere levensloopbijdrage krijgt (van 1 augustus 2007 tot en met december <strong>2008</strong>). De<br />

levensloopbijdrage wordt gebaseerd op het (verhoogde) salaris. Het minimum van € 400 wordt evenredig verhoogd<br />

met het aantal maanden en bedraagt bij een fulltime dienstverband € 567 in december <strong>2008</strong> (€ 400: 12<br />

maanden x 17 maanden). Is een medewerker na 1 augustus in dienst getreden dan geldt de levensloopbijdrage en<br />

het minimum naar rato.<br />

• Tegemoetkoming ziektekosten<br />

De uitbetaling van de tegemoetkoming in de ziektekosten vindt vanaf 2009 ook in december plaats, in plaats van<br />

februari.<br />

Hardheidsclausule en loondoorbetaling bij ziekte<br />

Bonus<br />

Als een medewerker voor ten minste 50% van de formele<br />

arbeidsduur werkt in het kader van re-integratie<br />

kan hij in aanmerking komen voor een bonus van 5%<br />

over de totale bezoldiging die hij of zij doorbetaald<br />

krijgt tijdens ziekte. Tot 1 april <strong>2008</strong> kan de medewerker<br />

effectief in aanmerking komen voor deze bonus<br />

vanaf de zevende maand van ziekte. Vanaf 1 april <strong>2008</strong><br />

komt de medewerker pas vanaf het tweede ziektejaar<br />

in aanmerking voor de bonus. Voor het eerste ziektejaar<br />

vervalt de bonus. Er zijn geen afspraken gemaakt<br />

voor een overgangsmaatregel voor medewerkers die<br />

nu in het eerste ziektejaar de bonus ontvangen. Naar<br />

onze mening is het redelijk dat deze medewerkers de<br />

bonus behouden, mits voldaan wordt aan de voorwaarden.<br />

Hardheidsclausule<br />

Gemeenten hebben uitgesproken het in individuele<br />

gevallen van terminale ziekte onredelijk te vinden een<br />

medewerker bij langdurige ziekte na zes maanden te<br />

korten op de bezoldiging. Het gaat dan om situaties<br />

waarbij volgens objectieve maatstaven het levenseinde<br />

nabij is. Voor deze situaties is een hardheidsclausule<br />

afgesproken. Het college kan in deze gevallen besluiten<br />

de bezoldiging niet te korten.<br />

Deze wijzigingen gaan in per 1 april <strong>2008</strong>.<br />

13


3<br />

14<br />

Tegemoetkoming ziektekosten<br />

Om de tegemoetkoming in de ziektekosten <strong>2008</strong> te bepalen is de bezoldiging 2007 van belang en het maximumsalaris<br />

schaal 6 in 2007. Beide bedragen zijn inclusief de salarisverhoging. Omdat de kosten voor de ziektekostenverzekering zijn<br />

gestegen, wordt de tegemoetkoming in de ziektekosten verhoogd op de volgende wijze:<br />

Tegemoetkoming ziektekosten 2007 Tegemoetkoming ziektekosten <strong>2008</strong><br />

Bezoldiging voorafgaand € 162 € 168<br />

jaar > maximum schaal 6 (grens: € 27.755) (grens: € 28.354)<br />

Bezoldiging voorafgaand<br />

jaar =< dan maximum<br />

schaal 6<br />

€ 286 € 296<br />

De medewerkers krijgen een nabetaling over 2007 ter grootte van de stijging. Een medewerker heeft alleen recht op de<br />

tegemoetkoming in de ziektekosten als hij, naast de basisverzekering een aanvullende verzekering Classic of Perfect bij<br />

het IZA heeft.<br />

4 Compensatie bruto-netto FLO<br />

Medewerkers in het FLO-overgangsrecht ondervinden<br />

gevolgen van wettelijke wijzigingen in onder andere<br />

pensioenregels en het ziektekostenstelsel. Het gaat om<br />

medewerkers die op 1 januari 2006 20 of meer dienstjaren<br />

in een bezwarende FLO-functie hadden. Zij kunnen<br />

op een bepaald moment gebruik maken van de<br />

mogelijkheid om volledig te stoppen met werken tegen<br />

doorbetaling van 80% van de bezoldiging. Deze regeling<br />

is vergelijkbaar met de “oude” FLO-regeling.<br />

Door de wettelijke wijzigingen is een verschil ontstaan<br />

in het netto-loon voor medewerkers die onder het<br />

genoemde FLO-overgangsrecht vallen en medewerkers<br />

die al voor 1 januari 2006 gebruik maakten van de<br />

“oude” FLO-regeling.<br />

Als gevolg hiervan komen de volgende medewerkers in<br />

aanmerking voor een compensatie:<br />

• medewerkers werkzaam in een bezwarende FLOfunctie,<br />

• die op 1 januari 2006 20 dienstjaren of meer hebben,<br />

en<br />

• een salaris hebben van schaal 6 of lager.<br />

Wat houdt de compensatie in?<br />

De compensatie is een netto-vergoeding van € 500<br />

per jaar en geldt alleen als er daadwerkelijk sprake is<br />

van een inkomensachteruitgang in het netto-loon. De<br />

compensatie geldt van 1 januari 2006 tot 1 januari 2011<br />

en geldt naar rato van het aantal maanden in een jaar<br />

dat de medewerker gebruik maakt van stoppen met<br />

werken tegen 80% van de bezoldiging.<br />

De wijziging gaat in per 1 april <strong>2008</strong>. Vanaf dat moment<br />

kunnen nabetalingen gedaan worden.


5 Loopbaanadvies<br />

Naast het persoonlijk ontwikkelingsplan eens per drie<br />

jaar, krijgt de medewerker na elke periode van vijf jaar<br />

recht op een loopbaanadvies. De gemeente wijst een<br />

interne of externe deskundige aan die dit advies uitbrengt.<br />

Dit recht treedt in werking met ingang van 1 april <strong>2008</strong>.<br />

6 40-urige werkweek<br />

De CAR/UWO biedt medewerkers de mogelijkheid<br />

om de arbeidsduur uit te breiden van 36 naar 40 uur<br />

(formele arbeidsduur). De verantwoording vooraf aan<br />

de OR is in de nieuwe CAO vervangen door een melding<br />

vooraf en verantwoording achteraf aan de OR.<br />

Naar aanleiding van de nieuwe CAO kunt u nu aan de slag met het laten vaststellen van de CAO-bepalingen door het college,<br />

het informeren van het personeel en het actualiseren van werkprocessen of aanpassen van lokale arbeidsvoorwaarden.<br />

Daarnaast is er voor de salarisadministrateurs ook genoeg werk te verzetten naar aanleiding van de nieuwe CAO. Kunt u<br />

hierbij ondersteuning gebruiken, dan is DA&A u graag behulpzaam. Zie pagina 23 van dit magazine voor meer informatie<br />

over de drievoudige aanpak met speciale actietarieven voor aanpassing van uw arbeidsvoorwaarden en salarisadministratie.<br />

Of neem geheel vrijblijvend contact op met de heer Nico op de Laak, manager Consultancy via telefoon<strong>nummer</strong> 0492 - 50<br />

66 66.<br />

mr. Ingrid Hodzelmans<br />

i.hodzelmans@daa.nl<br />

7 Convenant medezeggenschap<br />

Uit onderzoeken in het verleden is gebleken dat<br />

(C)OR-leden in hun functioneren worden belemmerd<br />

door het ontbreken van goede afspraken binnen de<br />

organisatie. Zij kunnen het werk en de OR-taak minder<br />

goed combineren en daarom neemt de interesse voor<br />

OR-lidmaatschap af. CAO-partijen vinden het echter<br />

van groot belang de betrokkenheid te vergroten en<br />

deelname aan medezeggenschap te vergroten.<br />

Een maatregel die is genomen om dit doel te realiseren<br />

is het verplicht stellen van het sluiten van een convenant<br />

met betrekking tot de inzet voor OR-werk. In het<br />

convenant staan in elk geval afspraken over de benodigde<br />

inzet, compensatie daarvoor, en het maximum<br />

aantal zittingstermijnen.<br />

De wijziging gaat in per 1 april <strong>2008</strong>. Op 19 maart zijn<br />

er weer landelijke gemeentelijke OR-verkiezingen<br />

geweest. Het is de bedoeling dat na deze verkiezingen<br />

zo snel mogelijk een convenant tussen OR en de<br />

gemeente wordt afgesproken.<br />

15


• Toenemende vergrijzing<br />

Levensfasebewust Personeelsbeleid: wat kunt u<br />

In met name de publieke sector is de laatste tijd veel aandacht voor het vormgeven van Levens -<br />

fasebewust Personeelsbeleid (LFP). Zo hebben de LOGA-partijen (Landelijk Overleg Gemeentelijke<br />

Arbeidsvoorwaarden) afgesproken dat gemeenten uiterlijk voor 1 januari <strong>2008</strong> beleid moeten hebben<br />

ontwikkeld dat is gericht op duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Ook in het onderhandelingsakkoord<br />

CAO Waterschappen is de afspraak vastgelegd dat “alle waterschappen zich zullen inzetten<br />

om lokaal invulling te geven aan deze vorm van personeelsbeleid”.<br />

16<br />

Als P&O-dienstverlener krijgen wij regelmatig de vraag<br />

om hierbij te ondersteunen. Een vraag die ook vaak<br />

gesteld wordt, is of het überhaupt zinvol is om aandacht<br />

te besteden aan LFP. Heeft het wel zin om daarmee<br />

aan de slag te gaan wanneer er geen problemen<br />

zijn in uw organisatie op dit gebied?<br />

Definitie en doel<br />

Om deze vraag te beantwoorden is het goed om het<br />

begrip Levensfasebewust Personeelsbeleid (LFP) te definiëren.<br />

Gangbaar is de volgende omschrijving:<br />

“Personeelsbeleid dat erop gericht is de personeelsinstrumenten<br />

op een zodanige manier in te zetten dat gedurende<br />

de levensfasen van de medewerker optimaal gebruik kan<br />

worden gemaakt van de mogelijkheden van de medewerker”.<br />

Twee elementen zijn opvallend in deze omschrijving:<br />

het gaat om het inzetten van personeelsinstrumenten<br />

én het gaat om het rekening houden met de<br />

levensfase waarin de medewerker zich bevindt.<br />

Dit brengt ons meteen bij de kern van LFP: LFP is geen<br />

nieuw instrument, maar gaat uit van het bewuster<br />

inzetten van al bestaande personeelsinstrumenten.<br />

Daarnaast richt het zich op de inzetbaarheid van alle<br />

medewerkers in een organisatie, niet alleen op ‘ouderen’.<br />

Doel van LFP is uiteindelijk om ervoor te zorgen<br />

dat uw organisatie continuïteit kan blijven leveren en<br />

dat de diverse functies kwalitatief bezet blijven om aan<br />

de taakstelling te voldoen.<br />

Aanleiding<br />

U kunt zich afvragen wat voor nieuws er dan onder de<br />

zon is wanneer het ‘slechts’ om bewustwording en de<br />

inzet van al bestaande instrumenten gaat. Wel, de noodzaak<br />

om hiermee nadrukkelijker dan voorheen bezig te<br />

zijn is ruimschoots aanwezig. De volgende factoren<br />

spelen hierbij een rol:<br />

Het aandeel ouderen in de beroepsbevolking neemt gestaag toe. De befaamde babyboom en de afnemende geboortes sinds de jaren ’70<br />

zijn daar debet aan. Daarbij is in de publieke sector de vergrijzing groter dan in de marktsector. Verder speelt een rol dat door de afname<br />

van de mogelijkheden vervroegd uit te treden medewerkers tot op latere leeftijd doorwerken.<br />

• Hoge uitstroom van personeel<br />

Gezien de onevenwichtige opbouw van het personeelsbestand in de publieke sector zullen onevenredig veel medewerkers de komende<br />

tijd de organisatie verlaten. Voor gemeentelijke organisaties is becijferd dat de komende 12 jaar 30% van het huidige personeelbestand met<br />

de FPU zal gaan.<br />

• Arbeidsmarktproblematiek<br />

Zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht ervaren veel organisaties de laatste jaren grote problemen om hun per soneelsbestand op<br />

orde te krijgen en te houden. De arbeidsmarkt is krap en verschillende werkgevers in de pu blieke sector merken dat hun imago als werkgever<br />

het binnenhalen van de gewenste medewerkers niet bevordert.<br />

Visie DA&A<br />

De vraag is nu in hoeverre de aangegeven ontwikkelingen<br />

invloed hebben op uw specifieke organisatie. Is het<br />

wel nodig om LFP vorm te geven wanneer u op dit<br />

moment geen problemen ervaart? Onze visie is dat<br />

voorkomen beter is dan genezen. Om te bepalen of uw<br />

organisatie al dan niet “LFP-proof” is, zult u in ieder<br />

geval dienen te weten hoe uw organisatie ervoor staat.<br />

Onder het kopje “Plan van Aanpak” (pag. 18) gaan we<br />

daar uitgebreider op in. Daarnaast – we gaven het al<br />

eerder aan- gaat LFP om bewustwording: zelfs wanneer<br />

er geen acute problemen zijn bij het vormgeven van<br />

een evenwichtig, slagvaardig personeelsbestand is het<br />

uitermate zinvol om bij het gebruik van de personeelsinstrumenten<br />

rekening te houden met de levensfase<br />

van de medewerker.


ermee?<br />

Doelgroepen bij LFP<br />

Voordat we het Plan van Aanpak bespreken is het goed<br />

stil te staan bij de levensfases die we bij LFP kunnen<br />

onderscheiden. Daarbij tekenen we aan dat leeftijd niet<br />

altijd bepalend is voor de levensfase waarin iemand zich<br />

bevindt. Een medewerker van 40 die net vader wordt<br />

bevindt zich in een andere levensfase dan een mede-<br />

1 Starters<br />

Deze groep is tussen de 20 en 30 jaar oud, staat aan het begin van haar loopbaan, is ambitieus en vol met nieuwe ideeën. Wellicht wat<br />

verrassend geldt ook voor starters dat de balans tussen werk en privé zeer belangrijk is. In deze fase zijn regelmatige feedback en<br />

afwisseling in het werk belangrijk.<br />

2 Doorgroeiers<br />

Deze categorie is tussen de 30 en 45 jaar, toe aan een tweede of derde stap in de loopbaan en nog steeds ambitieus. Velen hebben<br />

een gezin waardoor in loopbaanopzicht verantwoorde risico’s worden genomen. De eerste vragen komen op over de richting van de<br />

loopbaan. In verband met ouderschap wordt de balans werk-privé nog wezenlijker. Belangrijk voor de leidinggevende zijn in deze fase<br />

het ruimte geven aan ontwikkeling en de medewerker de mogelijkheid bieden zich te oriënteren op wat werkelijk bij hem past.<br />

3 Senioren<br />

werker van 40 van wie net het eerste kind het huis uitgaat.<br />

De nu volgende fasering is dan ook indicatief en<br />

niet meer dan een kapstok om de jassen van de diverse<br />

medewerkers aan op te hangen. LFP is namelijk bij<br />

uitstek maatwerk, omdat het rekening houdt met de<br />

inzetbaarheid van de individuele medewerker.<br />

De groep vanaf 45-50 jaar. In deze fase komt vaak de behoefte naar voren om ervaring in nieuwe rollen in te zetten en kennis over<br />

te dragen. Wellicht dat er nog een laatste loopbaanstap gemaakt kan worden. Werk en privé zijn inmiddels goed in balans. Belangrijk<br />

voor deze groep medewerkers is dat de organisatie volop gebruik maakt van hun expertise.<br />

Randvoorwaarden<br />

De mate waarin de implementatie van LFP succesvol is, hangt samen met een aantal randvoorwaarden.<br />

We vermelden kort de belangrijkste:<br />

1 LFP sluit aan bij het strategisch (P&O-)beleid van de organisatie.<br />

2 De organisatiecultuur kenmerkt zich door respect voor de ouder wordende medewerker en beschouwt mobiliteit<br />

als een vanzelfsprekendheid.<br />

3 De managementstijl is duidelijk, daadkrachtig en coachend.<br />

4 De uitgangspunten, toepassing en doelstelling van LFP worden tijdig en via de juiste kanalen gecommuniceerd.<br />

5 De afdeling P&O vervult een ondersteunende/faciliterende, adviserende, monitorende en evaluerende rol.<br />

6 De organisatie beschikt over zowel interne als externe ken- en stuurgetallen. Denk hierbij aan de voor de scan<br />

benodigde cijfers respectievelijk cijfers over demografische en arbeidsmarktontwikkelingen.<br />

7 In een vroegtijdig stadium van de gedachtevorming over LFP wordt de Ondernemingsraad betrokken.<br />

17


1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

Plan van Aanpak<br />

Om te komen tot een gestructureerde aanpak van LFP kunt u het volgende stappenplan hanteren:<br />

7<br />

Doelbepaling<br />

Bij deze stap gaat het erom helder te krijgen wat u wilt bereiken met LFP. Gaat het u om bepaalde kwantificeerbare<br />

doelstellingen met betrekking tot bijvoorbeeld instroom, doorstroom, uitstroom en ziekteverzuim? Of wilt u puur<br />

een bewustzijnsverandering teweeg brengen in uw organisatie in het denken over duurzame inzetbaarheid? In de visie<br />

van DA&A gaat het om beide.<br />

Bepaling werkwijze<br />

Hierbij staat de bepaling van visie voorop: hoe wilt u het aanpakken? Om draagvlak in de organisatie te creëren is het<br />

belangrijk de Ondernemingsraad erbij te betrekken. Ook vragen over de werkvorm, bijvoorbeeld het formeren van<br />

een werkgroep of het inschakelen van een consultant, komen in deze fase aan de orde.<br />

Inventarisatie<br />

Indien u tot de conclusie komt dat u daadwerkelijk met LFP aan de slag wilt, is het noodzakelijk te weten hoe de<br />

organisatie ervoor staat. In eerste instantie maakt u dan als het ware een foto van de organisatie of afdeling. U genereert<br />

gegevens over onder andere leeftijdsopbouw, dienstjaren, instroom, doorstroom, (verwachte) uitstroom en verzuim.<br />

Vervolgens gaat u na welke achtergronden bij deze cijfers horen en welke conclusies hieruit te trekken zijn.<br />

Daarnaast is het van belang te inventariseren welke beleidsdocumenten op het gebied van relevante personeelsinstrumenten<br />

aanwezig zijn en hoe u deze voor LFP kunt inzetten. Tot slot is het zinvol om in deze fase via bijvoorbeeld<br />

vragenlijsten en interviews na te gaan waar leidinggevenden en medewerkers behoefte aan hebben c.q. tegenaan lopen<br />

in het licht van duurzame inzetbaarheid van medewerkers in elke levensfase.<br />

Overeenstemming<br />

De werkgroep of de consultant koppelt de resultaten terug aan de interne respectievelijk externe opdrachtgever en<br />

bespreekt de resultaten en conclusies uit de vorige fase.<br />

Vormgeving<br />

Nu is het tijd om een plan van aanpak vast te stellen: waarmee gaat u aan de slag en op welke manier. Ook geeft u<br />

aan wanneer wat bereikt moet zijn.<br />

Implementatie<br />

Dit is een van de wezenlijkste fases: bestaande personeelsinstrumenten worden aangewend in het kader van LFP en<br />

indien nodig worden nieuwe instrumenten ontwikkeld. Het gaat in dit kader te ver om alle personeelsinstrumenten<br />

de revue te laten passeren, maar enige voorbeelden zijn:<br />

• Anticiperen op vacatures door bijvoorbeeld “kweekvijvers” van jong talent te vormen;<br />

• Inzetten van een mentor/coach tijdens de introductieperiode;<br />

• Faciliteren van loopbaantesten (overigens heeft elke gemeenteambtenaar na vijf jaar<br />

18<br />

dienstverband recht op een loopbaanadvies);<br />

• Bevorderen van mobiliteit door met gelijksoortige organisaties vacatures uit te wisselen;<br />

• Invoeren van periodiek afdelingsoverstijgend overleg over mobiliteitskandidaten;<br />

• Promoten van vrijwillige demotie;<br />

• Werken in deeltijd, eventueel thuiswerk toestaan.<br />

Evaluatie en bijsturing<br />

Na bijvoorbeeld een jaar wordt bekeken of de inzet van de personeelsinstrumenten geleid heeft tot de vooraf afgesproken<br />

kwantitatieve en kwalitatieve resultaten. Op grond daarvan kan eventueel bijsturing plaatsvinden.<br />

Tot slot<br />

In het volgende magazine gaan wij nader in op de<br />

inbedding van leeftijd- en diensttijdverlofdagen in het<br />

Levensfasebewust Personeelsbeleid. Indien u behoefte<br />

heeft aan ondersteuning bij de invoering van LFP of<br />

graag wilt deelnemen aan een in-company workshop<br />

hierover, kunt u altijd contact opnemen met ondergetekende<br />

via telefoon<strong>nummer</strong> 0492 - 50 66 66.<br />

Jules Maussen<br />

j.maussen@daa.nl


Wist u dat...<br />

… het CAO-akkoord gemeenten 2007-2009 officieel bekrachtigd is?<br />

… er nabetalingen over 2007 verricht moeten worden?<br />

… de Wet arbeid en zorg gewijzigd is?<br />

... het College voor arbeidszaken u adviseert om de helft van de gedifferentieerde WGA-premie ook in<br />

<strong>2008</strong> op de medewerkers te verhalen?<br />

CAO-akkoord gemeenten 2007-2009<br />

Op 17 maart <strong>2008</strong> is het CAO-akkoord gemeenten<br />

2007-2009 officieel bekrachtigd. Meer informatie over<br />

het CAO-akkoord leest u in het artikel in dit magazine<br />

op de pagina’s 12-15. Op onze website www.daa.nl treft<br />

u de definitieve salaristabellen aan.<br />

Nabetalingen over 2007<br />

In december 2007 hebben de medewerkers een voorschot<br />

op de salarisverhoging per 1 juni 2007 en de verhoogde<br />

eindejaarsuitkering over 2007 ontvangen. Als<br />

gevolg hiervan hoeft de werkgever over 2007 geen nabetalingen<br />

meer te verrichten. Hierop zijn de volgende uitzonderingen:<br />

• er dient ten aanzien van de verhoging van de tegemoetkoming<br />

ziektekosten 2007 een nabetaling plaats<br />

te vinden;<br />

• er dient een nabetaling plaats te vinden aan medewerkers<br />

met een reeds ingegane ‘uitkering’ op basis<br />

van hoofdstuk 7 (aanspraken bij ongeschiktheid we -<br />

gens ziekte of gebrek), 9 t/m 9d (uitkeringen in het<br />

kader van overgangsrecht functioneel leeftijdsontslag),<br />

10 (wachtgeld), 10a (bovenwettelijke werkloosheidsuitkering),<br />

11 (uitkeringsregeling ontslag) en 11a (suppletie)<br />

van de CAR. Deze medewerkers hebben namelijk<br />

in december 2007 geen voorschot ontvangen.<br />

Wijziging Wet arbeid en zorg<br />

Met ingang van 1 januari <strong>2008</strong> is de Wet Arbeid en Zorg<br />

gewijzigd. Deze wet is ook van toepassing bij gemeenten<br />

en andere overheidsinstanties. De wijziging heeft betrekking<br />

op de samenloop tussen zwangerschaps-, bevallingsen<br />

adoptieverlof.<br />

Tot 1 januari <strong>2008</strong> was de wet: werd een medewerkster<br />

tijdens het ouderschapsverlof zwanger, dan liep het<br />

ouderschapsverlof gewoon door of werd het ouderschapsverlof<br />

op verzoek beëindigd, waarbij het restant<br />

kwam te vervallen. Het Europese Hof van Justitie heeft<br />

bepaald dat dit laatste niet mag.<br />

Werkgevers zijn voortaan verplicht in te stemmen met<br />

het verzoek het ouderschapsverlof niet voort te zetten<br />

als gevolg van zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof.<br />

Het resterende deel komt niet langer te vervallen,<br />

maar wordt opgeschort en kan op een later tijdstip worden<br />

opgenomen. Wordt het verlof om een andere reden<br />

niet voortgezet, dan vervalt het restant wel. Een en<br />

ander is geregeld in artikel 6:6 Wet Arbeid en Zorg.<br />

Verhalen WGA-lasten<br />

Het College voor Arbeidszaken adviseert u de helft van<br />

de gedifferentieerde WGA-premie ook in <strong>2008</strong> op de<br />

medewerkers te verhalen. Als u voor 2007 besloten hebt<br />

niet te verhalen en dit is gecommuniceerd met uw<br />

medewerkers, kunt u besluiten met ingang van <strong>2008</strong> wel<br />

de helft te gaan verhalen. Wilt u ook in <strong>2008</strong> niet gaan<br />

verhalen, dan doet u er verstandig aan dit opnieuw te<br />

? ?<br />

melden aan uw medewerkers om de verhaalsmogelijkheid<br />

voor de toekomst open te houden.<br />

Als u verzekerd bent bij het UWV ontvangt u via de premiebeschikking<br />

WGA van de belastingdienst een individuele<br />

gedifferentieerde WGA-premie. De rentehobbel<br />

bedraagt voor <strong>2008</strong> 0,28% (in 2007 0,47%). De rentehobbel<br />

krijgt u als werkgever gedeeltelijk terug, vandaar<br />

dat het niet redelijk is de helft van de premie op uw<br />

medewerkers te verhalen. We komen dan tot de volgende<br />

berekening: als uw gedifferentieerde WGA-premie<br />

voor <strong>2008</strong> bijvoorbeeld 0,82% bedraagt, kunt u het volgende<br />

verhalen: 50% x (0,82% minus 0,28% = 0,54%) =<br />

0,27% van de netto maandbezoldiging van de betreffende<br />

medewerker.<br />

Als uw organisatie eigen risicodrager is voor de WGA<br />

en dit risico niet privaat verzekerd is, berekent u aan het<br />

begin van het premiejaar een fictieve premie. U kunt de<br />

helft van de fictieve premie minus rentehobbel van 0,28%<br />

op de netto bezoldiging verhalen. De fictieve premie mag<br />

voor grote werkgevers niet meer bedragen dan 3,48%,<br />

voor kleine werkgevers niet meer dan 2,61% (1,5 x het<br />

maximumpremiepercentage). Heeft u het risico wel privaat<br />

verzekerd dan maakt u dezelfde berekening met de<br />

premie die betrekking heeft op de WGA.<br />

Wist u dat…<br />

u behalve in dit magazine ook op onze website steeds<br />

actuele nieuwtjes kunt terugvinden. Op www.daa.nl<br />

vindt u onder de tab ‘Consultancy’ een aparte rubriek<br />

“wist u dat”. Wanneer u dus af en toen eens de rubriek<br />

checkt blijft u op de hoogte.<br />

mr. N. Benamar<br />

n.benamar@daa.nl<br />

19


Ontslag bij gemeenten (deel 2):<br />

Functie-ongeschiktheidsontslag<br />

Regelmatig krijgen wij vragen rondom het onderwerp ontslag. Welke stappen moet de werkgever doorlopen<br />

voordat tot ontslag overgegaan kan worden? In het vorige magazine bespraken we het Arbeids -<br />

ongeschiktheidsontslag. Dit maal aandacht voor het Functie-ongeschiktheidsontslag.<br />

Let op: Hoewel dit artikel is geschreven op basis van de rechtspositie van gemeenten, is de<br />

inhoud grotendeels ook van toepassing bij andere overheidssectoren.<br />

Functie-ongeschiktheidsontslag is één van de lastigere<br />

ontslaggronden. Dezelfde vragen keren steeds weer<br />

terug: Heeft u voldoende dossier om de medewerker<br />

te kunnen ontslaan wegens disfunctioneren? En wanneer<br />

is er sprake van de spreekwoordelijke ‘laatste<br />

drup pel’?<br />

Het lastige is dat iedere situatie waarin een medewerker<br />

niet of minder functioneert feitelijk weer anders is.<br />

Het is dus moeilijk om in algemene termen aan te<br />

geven wat ‘voldoende dossieropbouw’ is. Daarom gaan<br />

wij in onderstaand artikel in op de vraag: “Hoe kom ik<br />

tot een goed dossier?” en geven we enkele praktijkvoorbeelden.<br />

Dossieropbouw<br />

Een functie-ongeschiktheidsoordeel moet zo veel<br />

mogelijk worden onderbouwd met concrete feiten,<br />

omstandigheden en voorbeelden. Om deze reden is<br />

10 tips voor goede dossieropbouw:<br />

het belangrijk dat u vanaf het eerste moment van<br />

indiensttreding begint met het bijhouden van een dossier.<br />

Mocht na verloop van tijd blijken dat er meer en<br />

meer sprake is van verminderd functioneren, dan wordt<br />

het vastleggen van zaken steeds belangrijker. Als een<br />

functie-ongeschiktheidsontslag door de rechter niet in<br />

stand wordt gehouden is dit namelijk meestal niet omdat<br />

de aangedragen feiten en gedragingen on voldoende zijn<br />

voor functie-ongeschiktheidsontslag, maar omdat deze<br />

onvoldoende aangetoond kunnen worden.<br />

Onderstaand 10 tips voor een goede dossieropbouw.<br />

Hierbij moet worden opgemerkt dat er helaas geen<br />

enkele tip bestaat die u de volledige garantie biedt dat<br />

u een goed en voldoende dossier heeft voor een ontslag<br />

wegen onbekwaamheid of ongeschiktheid op<br />

andere gronden. Uiteraard richt de dossieropbouw<br />

zich in eerste instantie op het verbeteren van het functioneren,<br />

en niet op ontslag.<br />

1 Een goed dossier begint al in de fase van het aannemen van een nieuwe medewerker. Besteed hier voldoende tijd en<br />

aandacht aan.<br />

2 Bedenk goed of u een tijdelijke aanstelling wel of niet wilt verlengen.<br />

3 Ken geen bonussen of extra periodieken toe als u twijfelt over het functioneren. Dit kan namelijk bij een procedure<br />

alleen maar in uw nadeel werken.<br />

4 Tussen u en de medewerker moet overeenstemming bestaan over wat onder goed functioneren wordt verstaan.<br />

5 In het verlengde daarvan moet u, wanneer u van mening bent dat er sprake is van onvoldoende functioneren, uw stand-<br />

punt kunnen onderbouwen, bij voorkeur met schriftelijke stukken. De volgende stukken zijn onder andere bruikbaar:<br />

taak-/functieomschrijving waaruit de taken en verantwoordelijkheden blijken en/of een verslag van functionerings- en<br />

beoordelingsgesprekken waarin de medewerker duidelijk is gemaakt wat van hem wordt verwacht.<br />

6 U moet kunnen aantonen dat u de medewerker meerdere malen heeft gewezen op zijn onvoldoende functioneren.<br />

7 U moet de medewerker aantoonbaar in de gelegenheid stellen zijn functioneren te verbeteren. Van de werkgever mag<br />

verwacht worden dat hij hiertoe ook inspanningen verricht.<br />

8 U moet kunnen aantonen dat u de medewerker er op een gegeven moment uitdrukkelijk op heeft gewezen dat zijn<br />

functioneren moet verbeteren op straffe van ontslag of overplaatsing.<br />

9 U moet de voorgaande punten aantoonbaar kunnen maken door bijvoorbeeld schriftelijk vastgelegde functioneringsen<br />

beoordelingsgesprekken, gespreksverslagen, mailwisselingen, voorbeelden, brieven, etc.<br />

10 U moet het bestaan van een eventuele medische oorzaak onderzoeken, als ziekte meespeelt. Is er een medische oorzaak<br />

voor het disfunctioneren van de medewerker, dan is functie-ongeschiktheidsontslag niet toegestaan.


Het is vaak onverstandig<br />

om een medewerker<br />

voor afgaande aan een<br />

functie-ongeschiktheidsontslag<br />

verplicht over te<br />

plaatsen of langdurig te<br />

ontheffen uit zijn functie.<br />

Het wordt dan namelijk<br />

steeds lastiger om aan te<br />

tonen dat de medewerker ongeschikt is voor zijn oorspronkelijke<br />

functie. De CRvB (11-2-1988, 76) accepteerde<br />

in een bijzonder geval wel dat soms sprake kan<br />

zijn van ongeschiktheid voor elke functie die de medewerker<br />

redelijkerwijs kan worden opgedragen. In dit<br />

geval ging het om een medewerker die zo ver buiten<br />

de perken was gegaan en collega’s zozeer van schandelijke<br />

behandelingen en intenties had beschuldigd, dat<br />

een normale samenwerking in iedere functie voorgoed<br />

uitgesloten mocht worden geacht.<br />

Laatste waarschuwing<br />

Vaak krijgt een medewerker een laatste waarschuwing,<br />

waarna functie-ongeschiktheidsontslag volgt. Let hiermee<br />

op: ondanks deze laatste waarschuwing moet het<br />

opgebouwde dossier voldoende zijn om het functieongeschiktheidsontslag<br />

te kunnen dragen. In een uitspraak<br />

van de CRvB (9-6-1994, 173) werd het functieongeschiktheidsontslag<br />

om deze reden vernietigd. Na<br />

de laatste waarschuwing was er namelijk geen sprake<br />

meer geweest van in belangrijke mate te kort schieten.<br />

Het functie-ongeschiktheidsontslag ging in deze<br />

omstandigheden te ver.<br />

Het herplaatsingonderzoek<br />

Een herplaatsingonderzoek is er op gericht de medewerker<br />

weer aan het werk te krijgen in een andere<br />

functie binnen de organisatie. Een herplaatsingonderzoek<br />

is bij functie-ongeschiktheid niet verplicht. In het<br />

algemeen kan worden gezegd dat wanneer er voldoende<br />

en concrete aanleiding is om te veronderstellen dat<br />

de betrokken ambtenaar in een andere functie wél<br />

functioneert, er aanleiding is om een herplaatsingsonderzoek<br />

uit te voeren. Een herplaatsingsonderzoek<br />

kan ook nodig zijn op basis van lokale beleidsregels, bijvoorbeeld<br />

een herplaatsingsverordening.<br />

Enkele praktijkvoorbeelden<br />

Hieronder gaan we dieper in op een aantal praktijksituaties,<br />

waarin het CRvB oordeelt dat het verleende<br />

functie-ongeschiktheidsontslag in stand kan blijven.<br />

• De medewerker die frequent ziek is<br />

Functie-ongeschiktheid kan voorvloeien uit het<br />

regelmatig afwezig zijn. Hierbij is enige oplettendheid<br />

geboden. In het geval van ziekte is het van belang uit<br />

te sluiten dat een objectief medische reden de oorzaak<br />

is voor het veelvuldig verzuim. Functie-ongeschiktheidsontslag<br />

is dan niet mogelijk. Als er ziekte<br />

meespeelt wordt vaak (terecht) primair de aandacht<br />

gericht op het ziektedossier, terwijl men uiteindelijk<br />

ontslag wil verlenen vanwege functie-ongeschiktheid.<br />

Het is van belang in deze situatie twee trajecten<br />

naast elkaar te laten lopen: het ziektetraject en<br />

functioneringstraject.<br />

De CRvB heeft in 2006 een functie-ongeschiktheidsontslag<br />

in stand gelaten met betrekking tot een medewerker<br />

die veelvuldig afwezig was wegens ziekte. De<br />

medewerker was afwezig vanwege whiplashklachten.<br />

Een WAO-uitkering werd afgewezen omdat de klachten<br />

niet konden worden toegewezen aan medisch<br />

objectiveerbare klachten. Het ongeschiktheidontslag<br />

werd door de CRvB, in tegenstelling tot de rechtbank,<br />

in stand gelaten. Volgens de CRvB is het begrip onbekwaam<br />

of ongeschikt niet beperkt tot onvoldoende<br />

kennis, kunde of vaardigheden, een onjuiste mentaliteit<br />

of instelling, maar bevat het begrip ook het kennelijk<br />

onvermogen om de eigen functie te vervullen. Een<br />

objectieve medische oorzaak was in dit geval niet aanwijsbaar.<br />

21


22<br />

Samenvattend kan gesteld worden dat het veelvuldig<br />

afwezig zijn door ziekte tot ongeschiktheidontslag kan<br />

leiden, als<br />

• er sprake is van regelmatig ziekteverzuim;<br />

• het ziekteverzuim niet wordt veroorzaakt door een<br />

chronische/psychische ziekte (wanneer u dit ver-<br />

moedt moet u in elk geval medisch onderzoek doen<br />

hiernaar, anders handelt u in strijd met de zorgvuldigheid);<br />

• het regelmatig ziekteverzuim verstorend werkt op<br />

het productieproces of een onevenredige druk legt<br />

op collega’s;<br />

• de medewerker niet te herplaatsen is naar een andere<br />

functie of afdeling, waar dit verstorende effect niet<br />

optreedt;<br />

• na afweging van alle belangen het niet redelijk is het<br />

dienstverband voort te zetten.<br />

• De medewerker die ongewenste sites bezoekt<br />

tijdens werktijd<br />

Een leidinggevende bezoekt tijdens het werk veelvuldig<br />

pornosites en heeft onvoldoende zorg in acht<br />

genomen om te voorkomen dat de medewerkers<br />

hiermee geconfronteerd worden. De CRvB (17-02-<br />

2005, 170) oordeelde dat de werkgever dit gedrag<br />

terecht als onaanvaardbaar en schadelijk voor zijn<br />

aanzien als leidinggevende bestempelde. Dit was ook<br />

gebleken uit verklaringen van de medewerkers.<br />

Gelet op zijn positie had de betrokkene uit zichzelf<br />

behoren te beseffen dat dit gedrag niet door de beugel<br />

kon. Dat er geen gedragscode was opgesteld<br />

deed hieraan niets af. Het was niet nodig de medewerker<br />

een verbeterkans te geven. Het functieongeschiktheidsontslag<br />

was terecht verleend. Het<br />

voorval had overigens zeer waarschijnlijk ook tot<br />

strafontslag kunnen leiden.<br />

Een verbeterkans is dus niet altijd nodig. Om uw casus<br />

nog sterker te kunnen onderbouwen is het van belang<br />

dat er een duidelijke schriftelijke gedragscode voor email<br />

en internet aanwezig is.<br />

Houdt er wel rekening mee dat iedere situatie van<br />

ongeschiktheid weer anders is en dat u dus niet zo<br />

maar bovenstaande een op een kunt toepassen.<br />

• De medewerker en privé-gedragingen<br />

In sommige gevallen kunnen privé-gedragingen ook<br />

een rol spelen bij het functie-ongeschiktheidsoordeel.<br />

Dit zal voornamelijk het geval zijn wanneer de<br />

ambtenaar zich in privé-tijd dusdanig gedragen heeft<br />

dat zijn integriteit in het geding is, of wanneer hieruit<br />

blijkt dat hij de eigenschappen mist die noodzakelijk<br />

zijn voor een goede vervulling van de functie.<br />

Daarnaast speelt de aard van de functie ook mee.<br />

Het behoeft geen nadere toelichting dat een politieambtenaar<br />

die zich in zijn vrije tijd schuldig maakt<br />

aan winkeldiefstallen ongeschikt is voor zijn functie.<br />

Uitkering<br />

Een medewerker die wegens ongeschiktheid wordt<br />

ontslagen, komt in beginsel voor een WW-uitkering en<br />

aanvullende uitkering in aanmerking. Ingeval de ongeschiktheid<br />

deels te wijten is aan de werkgever kan een<br />

aansluitende uitkering worden toegekend. Dit komt<br />

zelden voor in de praktijk. De medewerker krijgt geen<br />

uitkering als het UWV oordeelt dat de medewerker<br />

verwijtbaar werkloos is. Dit was bijvoorbeeld het geval<br />

bij een medewerker die slecht functioneerde door een<br />

vermoeden van alcoholmisbruik, geen hulp zocht en<br />

het vermoeden niet nadrukkelijk weerlegde, regelmatig<br />

zijn urenstaten verkeerd invulde en te weinig uren<br />

draaide. De medewerker was hier vaker op aangesproken<br />

zonder dat er sprake was van enige verbetering.<br />

mr. Ingrid Hodzelmans<br />

i.hodzelmans@daa.nl<br />

Juridische ondersteuning bij ontslag<br />

Een functie-ongeschiktheidsontslag van een medewerker<br />

kan erg ingewikkeld zijn. Is uw dossier voldoende,<br />

of op welke punten schiet het dossier te<br />

kort? De arbeidsjuristen van DA&A hebben ruime<br />

ervaring met het beoordelen van dergelijke functioneringsdossiers<br />

en zij adviseren u ook graag ingeval<br />

van functie-ongeschiktheidsontslag. Bent u het spoor<br />

even bijster of wilt u een juridisch klankbord, neem<br />

dan contact op met de Helpdesk P&O via telefoon<strong>nummer</strong><br />

0492 - 50 66 22 of helpdesk@daa.nl Meer<br />

informatie over de Helpdesk P&O vindt u op<br />

www.daa.nl onder Consultancy. Ook kunt u contact<br />

opnemen met mevrouw Sasja Slits, coördinator juridische<br />

afdeling via het bovengenoemde telefoon<strong>nummer</strong>.


APK Arbeidsvoorwaardelijke Periodieke Keuring<br />

De drievoudige DA&A-aanpak voor aanpassing<br />

van uw arbeidsvoorwaarden en<br />

salarisadministratie!<br />

Bent u er al klaar voor? Het nieuwe CAO-akkoord gemeenten<br />

2007-2009 is op 17 maart jl. officieel bekrachtigd.<br />

En ook de fiscale wijzigingen van <strong>2008</strong><br />

hebben gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden en de<br />

salarisadministratie in uw organisatie.<br />

Het wordt dus, naast al uw dagelijkse werkzaamheden,<br />

weer even topdrukte op de P&O- en salarisadministratieve<br />

afdeling. Voldoen de lokale arbeidsvoorwaar-<br />

1 APK-keuring<br />

2<br />

3<br />

Vraagbaak en klankbord<br />

denregelingen nog wel aan de nieuwe (fiscale) regels en<br />

hoe zit het met de inhoud van standaard brieven?<br />

Werkt u al met de nieuwe premiepercentages en fiscale<br />

bedragen in uw salarisadministratie en kunt u de<br />

nieuwe salarisstrook toelichten aan uw medewerkers?<br />

Wie gaat dit doen, en ziet u niets over het hoofd?<br />

Wij helpen u graag zoveel mogelijk werk uit handen te<br />

nemen en alles zonder problemen in goede banen te<br />

leiden. Met onze drievoudige aanpak heeft u de zekerheid<br />

dat alles soepel en efficiënt zal verlopen. Kiest u<br />

voor het totaalpakket, of liever voor één of twee losse<br />

onderdelen? Het kan allemaal.<br />

DA&A heeft een checklist opgesteld aan de hand waarvan op een snelle en gestructureerde wijze bepaald kan<br />

worden welke zaken aangepast moeten worden. Onze consultants voeren deze zogenaamde “Arbeidsvoorwaardelijke<br />

Periodieke Keuring (APK)” uit tegen een zeer gunstig standaardtarief. Het resultaat van de APK<br />

wordt op overzichtelijke wijze aan u gepresenteerd zodat u direct weet waarmee u nog aan de slag moet.<br />

Maatwerk<br />

Wanneer u dat wilt kunnen onze consultants u vervolgens ondersteunen bij het doorvoeren van de wijzigingen.<br />

U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het schrijven van uw collegeadviezen ter vaststelling van de wijzigingen<br />

in de CAR/UWO, het controleren en aanpassen van lokale regelingen, het informeren van de juiste<br />

personen over de wijzigingen en het verwerken hiervan in de salarisadministratie.<br />

Vraagbaak en klankbord<br />

Tenslotte kunt u, speciaal met het oog op de komende wijzigingen, een 3-maandenabonnement nemen op<br />

onze Helpdesk P&O. Tijdens deze periode kunnen uw medewerkers alle vragen over de CAR/UWO en fiscale<br />

wijzigingen voorleggen aan onze Helpdesk P&O. Alle binnengekomen vragen (en antwoorden) worden gebundeld<br />

en apart opgenomen in onze online kennisbank waar u ze ook kunt raadplegen. Als sluitstuk kunt u<br />

deelnemen aan een intervisiedag waarin DA&A de balans opmaakt en u ervaringen kunt uitwisselen met collega’s<br />

van andere organisaties. En ook dit alles weer tegen een uitermate gunstig actietarief.<br />

Bespaar uzelf de nodige hoofdbrekens en laat uw organisatie<br />

tegen geringe kosten CAR/UWO en fiscaalproof<br />

maken. Meer weten over de drievoudige aanpak<br />

van DA&A? Neem geheel vrijblijvend contact op met<br />

onze manager Consultancy, Nico op de Laak, via telefoon<strong>nummer</strong><br />

0492 - 50 66 66.<br />

Productinformatie


Opleidingsagenda c demie<br />

MEERDAAGSE OPLEIDINGEN<br />

Bovenstaande opleidingen en trainingen zijn slechts een greep uit ons totale cursusaanbod. Voor een totaaloverzicht verwijzen<br />

u graag naar onze website: www.daa.nl/dacademie. Hier vindt u alle actuele informatie en kunt u zich eenvoudig<br />

aanmelden.<br />

Waarom kiezen voor DAcAdemie?<br />

Als dé P&O-dienstverlener voor de (semi-)overheid en het onderwijs bundelt DAcAdemie van DA&A voor u haar ervaringen<br />

uit de dagelijkse praktijk en de vakliteratuur in het eigen trainings- en opleidingsaanbod.<br />

• De opleidingen zijn speciaal bestemd voor medewerkers uit de (semi-)overheid en het onderwijs.<br />

• In onze lesprogramma’s wordt extra aandacht besteed aan overheids- en onderwijsspecifieke zaken.<br />

• De inhoud van de opleidingen sluit direct aan bij de dagelijkse praktijk en bevat veel interactieve elementen.<br />

• De gekwalificeerde docenten zijn met zorg geselecteerd en hebben ervaring in de (semi-)overheid en onderwijs.<br />

In-company<br />

Al onze cursussen zijn geschikt voor individuele medewerkers. Daarnaast kunnen wij ook opleidingen voor u op maat verzorgen<br />

en bij u op locatie laten plaatsvinden. Wilt u een in-company training organiseren? Laat het ons weten. Een deskundige<br />

trainer zal in overleg met u en/of medewerkers van uw organisatie een opleidingsprogramma samenstellen dat volledig<br />

is afgestemd op uw wensen en leerdoelen. Hierbij staan uiteraard uw organisatie- en ontwikkelingsdoelstelling centraal.<br />

Tijdens de in-company training leren medewerkers elkaar beter kennen en elkaars persoonlijke kwaliteiten waarderen.<br />

Onze opleidingen zijn daardoor tegelijk een vorm van teambuilding.<br />

Voor een persoonlijke afspraak, meer informatie over onze activiteiten en de mogelijkheden ten aanzien van in-company,<br />

kunt u contact opnemen met Erna Swaans, coördinator Opleidingen via telefoon<strong>nummer</strong> 0492 - 50 66 66 of via email:<br />

dacademie@daa.nl.<br />

Schootense Dreef 15, 5708 HZ Helmond<br />

Postbus 748, 5700 AS Helmond<br />

Tel: (0492) 50 66 66 Fax: (0492) 50 66 50<br />

E-mail: info@daa.nl Website: www.daa.nl<br />

Duur (Start)data<br />

Professioneel Adviseren 5 7-mei-08<br />

Basiscursus Gemeente- en Bestuursrecht 2 27-mei-08<br />

Verdiepingscursus Gemeente- en Bestuursrecht 2 17-jun-08<br />

Politieke Ambtsdragers<br />

WORKSHOPS<br />

2 17-jun-08<br />

Haal die druk eens van de ketel! 1 in overleg met u<br />

Persoonlijke Effectiviteit 1 27-mei-08<br />

Functionerings- beoordelings- en ontwikkelgesprekken 1 3-jun-08<br />

Omgaan met Agressie 1 in overleg met u<br />

Competentiemanagement<br />

ACTUALITEITENDAGEN SALARISADMINISTRATIE<br />

1 11-jun-08<br />

1 20-mei-08 Helmond<br />

1 29-mei-08 Zwolle<br />

P&O PRODUCTTRAININGEN<br />

1 5-jun-08 Utrecht<br />

RAP Gebruikerscursus 1⁄2 in overleg met u<br />

RAP Intensief 1 27-mei-08<br />

P&O-Managementinformatie met Impromptu 2 28-mei-08

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!