ArtilliaOfficieel Orgaan |Vereniging Onderofficieren Artillerie - VOOA

Advanced Fire Support Information System
De vuursteun network enabled
sterk en snel wisselende omstandigheden kenmerken het hedendaagse
optreden. Bovendien worden hoge eisen gesteld
aan precisie om nevenschade te vermijden en het risico voor
eigen troepen te minimaliseren. Dat vraagt veel van de vuursteunketen
en de integratie ervan met de commandovoering.
Het advanced Fire support information system biedt uitkomst.
Kennis is macht. Dit aloude gezegde is ook op de militaire eenheden
van toepassing. Met een uitgebreid communicatienetwerk
en door meer te weten van de operationele omgeving, zijn operationele
eenheden beter in staat om zich te handhaven en kunnen
zij in een groot gebied verspreid en toch gesynchroniseerd op treden.
Dat voordeel is nog groter als de tegenstander niet beschikt
over een dergelijk communicatienetwerk. Het hebben van een
goed functionerend, operationeel netwerk met een ‘groot bereik’
is dus van groot belang bij militaire operaties.
Daarom heeft het Commando Landstrijdkrachten besloten om
voor het uitvoerende niveau - dit zijn de bataljons en lager - het
Battlefield Management System (BMS) in te voeren. BMS bestaat
naast hardware, robuuste laptops en radio’s, uit software luisterend
naar de naam OSIRIS. Ieder operationeel relevant voertuig
zal worden voorzien van BMS. Waar nodig zal een module aan de
software worden toegevoegd om een specifieke taak uit te kunnen
voeren.
Voor de artillerie en mortieren: de grondgebonden vuursteun,
is het Advanced Fire Support Information System (AFSIS) de extra
module. Met AFSIS worden doelopsporing, doelverwerking,
vuurleiding, commandovoering en doelbestrijding met elkaar
verbonden in de vuursteunketen. Op deze wijze is een effectievere
bestrijding mogelijk.
Network enabled
Al ruim tien jaar is het Command and Control Support Centre
(C2SC) in Amersfoort actief in het uitwerken en bedenken van oplossingen
voor de commandovoering in een netwerkomgeving.
BMS met software als OSIRIS en AFSIS is daar een product van.
In 2002 heeft men BMS beproefd en gekeken naar de meerwaarde
ervan. Het systeem, dat een eigen ontwikkeling is van de Nederlandse
Defensie, bleek een succes waarna in 2003 het besluit
volgde om verder te gaan met de invoering ervan, inbegrepen
de geplande ‘wapentechnische’ modules, waaronder die voor de
vuursteun. Dat hield wel in dat er een groot aantal dataradio’s ge-
Vereniging Onderofficieren Artillia | 14
kocht moest worden omdat BMS die voor het dataverkeer nodig
heeft. Deze radio’s zijn van de laatste generatie en worden ‘combat
net radio’s’ genoemd, speciaal bedoeld voor dataverkeer in
een (operationeel) netwerk. De aanschaf geschiedt onder de projectnaam
‘Data Communicatie Mobiel Optreden (DCMO)’.
De speciale hardware van BMS, extra sterk gemaakt voor militair
gebruik, hebben een geografische module(GPS) zodat iedere
gebruiker weet waar hij of zij is en bovendien kennis heeft
van de omgeving (situational awareness). De presentatie op het
beeldscherm vindt plaats door middel van gelaagde, digitale
(staf)kaarten en NATO-symbolen. Deze hardware wordt ook wel
ETC (Enhanced Tactical Computer) of werkstation genoemd.
Opzet
Het AFSIS was niet vanaf de eerste dag een kant en klaar, readyto-use
product. AFSIS is en wordt nog steeds verder, incrementeel
ontwikkeld. De huidige versie 3.2 is geschikt voor zowel de artillerie
als de 120 en 81 mm mortieren. Incrementeel bouwen is niet
alleen nodig omdat de vuursteunketen een complex geheel is
maar ook om zo de ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen.
De doelopsporingsmiddelen: de voorwaartse waarnemers en
in mindere mate de radarsystemen, zijn de ogen van de bestrijdingsmiddelen.
De kanon- en mortiersystemen schieten immers
met indirecte richting, en vaak zonder direct zicht op het doel.
De keuze hoe en met welk aantal vuurmonden de doelen te bestrijden,
wordt gemaakt door de vuurleiding. Ook hier komt AFSIS
te hulp. De software is ‘slim’ gemaakt door er een uitgebreide ‘rekentool’
(Nato Armaments Balistic Kernel NABK) in onder te brengen.
Met de invoer van onder andere (NATO) schademodellen
(Nato Indirect Fire Appreciation Kernel NIFAK), meteodata en beschikbare
munitievoorraden is een systeem gebouwd waarmee
in near real time alle vuuraanvragen behandeld kunnen worden,
en waarbij AFSIS alle gebruikers per functionaliteit ondersteunt.
Om het AFSIS voor iedere functionaliteit en de onderlinge interactie
ervan zo goed mogelijk te bouwen, is een begeleidingsteam
opgericht vanuit het Opleidings- en Trainingscentrum
Vuursteun. Dit team ondersteunt de software engineers van het
C2SC. Ook vormt het de directe verbinding tussen de ontwikkelaars
en de gebruikers. Het is immers belangrijk dat de software
op de eisen van de gebruiker wordt afgestemd. Het begeleidingsteam-AFSIS
bestaat nu uit één projectofficier (majoor) en een
onderofficier(adjudant).