28.09.2013 Views

ArtilliaOfficieel Orgaan |Vereniging Onderofficieren Artillerie - VOOA

ArtilliaOfficieel Orgaan |Vereniging Onderofficieren Artillerie - VOOA

ArtilliaOfficieel Orgaan |Vereniging Onderofficieren Artillerie - VOOA

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Rollen<br />

De voorwaartse waarnemer kan met zijn AFSIS-module een vuur-<br />

aanvraag (Call For Fire) doen. De aanvraag bevat de beschrijving<br />

van het doel, de locatie ervan, de methode van bestrijding en de<br />

vuurwijze. De vuuraanvraag wordt na controle door AFSIS via de<br />

bataljonsvuursteunofficier naar het afdelings- of pelotonsvuurleidingscentrum<br />

gestuurd.<br />

Deze ‘centra’ worden tegenwoordig bij voorkeur ‘C2-modules’<br />

(Command & Control modules) genoemd omdat de command and<br />

control in één voertuig (functionaliteit) is ondergebracht. De C2modules<br />

zijn onderling uitwisselbaar, d.w.z. dat de functionaliteit<br />

uitgewisseld kan worden. Dat is handig bij het onder bevel stellen<br />

van delen van een afdeling artillerie bij andere eenheden.<br />

De artillerie kent op het afdelingsniveau een staf C2-module<br />

(meer planmatig) en op pelotonsniveau een basis C2-module.<br />

Indien nodig of beschikbaar kan de waarnemer ook kiezen voor<br />

mortieren (81 of 120mm).<br />

Het AFSIS ondersteunt de C2-module voor vuurleiding om te kunnen<br />

kiezen hoeveel en welke vuurmonden het beste in staat zijn<br />

om dit doel te bestrijden. Beschikbaarheid, dracht en munitie zijn<br />

de factoren van invloed. Door gebruik te maken van de database<br />

met schademodellen, munitiesoorten en ingevoerde schootstafels,<br />

zal AFSIS een vuur adviseren om het door de waarnemer<br />

gevraagde effect op doel te genereren. Dit kunnen verschillende<br />

effecten zijn zoals het onderdrukken of uitschakelen van de tegenstander,<br />

het beperken van zijn bewegingsruimte door bijvoorbeeld<br />

beveiliging van een gebied of het ontzeggen van terrein, het<br />

gebruik van rook voor maskering van eigen troepen of gevechtsveldverlichting.<br />

Afhankelijk van de aard van het doel wordt een<br />

aantal schoten en munitie bepaald. De vuuraanvraag wordt zo<br />

een vuuropdracht (Fire Mission) en die wordt gestuurd naar een<br />

bestrijdingsmiddel.<br />

De in AFSIS gekozen bestrijdingseenheid, een C2-module met één<br />

of meerdere vuurmonden (guns), ontvangt de vuuropdracht en<br />

maakt gebruik van de Fire Mission Monitor in AFSIS om de missie<br />

te verwerken en deze door te sturen als vuurcommando naar de<br />

vuurmonden. Tegelijkertijd gaat er een antwoord naar de voorwaartse<br />

waarnemer, zodat deze op de hoogte is van het soort<br />

vuur, het aantal schoten en het tijdstip van vuren. Indien nodig<br />

kan de waarnemer achteraf het vuur corrigeren.<br />

Het meteostation heeft ook een AFSIS module. Hierin wordt de<br />

Meteo Message Monitor gebruikt om up-to-date weergegevens<br />

aan te maken en te versturen.<br />

Vereniging <strong>Onderofficieren</strong> Artillia | 15<br />

AFSIS heeft voor gebruik bij schietoefeningen ook een ‘plotter’.<br />

Deze functionaliteit evalueert de schietresultaten van oefenende<br />

eenheden aan de hand van vooraf berekende mikpunten. Het<br />

plotterprogramma geeft grafisch de inslagpunten weer ten opzichte<br />

van de vastgestelde mikpunten. AFSIS kent ten slotte een<br />

veiligheidsprogramma, dat de veilige gebieden en het doelengebied<br />

zichtbaar maakt. AFSIS zal nooit toestaan buiten het doelengebied<br />

in het veilige gebied te vuren. Dit veiligheidsprogramma<br />

wordt alleen tijdens schietoefeningen gebruikt.<br />

Afghanistan<br />

In 2006 werd besloten om een eerdere versie van AFSIS mee te<br />

sturen met het PzH2000NL detachement. Deze versie had slechts<br />

één basisfunctionaliteit, namelijk het berekenen van vuren via<br />

een vuurleidingcentrum in de commandoruimten van de Nederlandse<br />

bases in Tarin Kowt (Kamp Holland) en in Deh Rawod<br />

(Kamp Hadrian). Dit was een directe lijn tussen de aansturende<br />

C2-module en de vuurmond. Er is daar veel operationele ervaring<br />

opgedaan.Het was bijvoorbeeld interessant om te zien hoe de<br />

hardware zich zou houden. De temperaturen in de PzH2000NL<br />

konden immers oplopen tot meer dan 60ºC. Bovendien trok het<br />

Afghaanse stof een zware wissel op de hardware.<br />

Hoe flexibel AFSIS is, blijkt wel uit het volgende. Vanwege de<br />

hoogteverschillen in het inzetgebied vroeg men zich af of er delen<br />

zouden zijn die zich weliswaar binnen de dracht van de PzH-<br />

2000NL bevonden, maar waarop met de beschikbare ladingen<br />

geen vuur afgegeven zou kunnen worden: onbestreken ruimtes.<br />

Om die vraag te kunnen beantwoorden, ontwikkelde het C2SC<br />

voor AFSIS de blackspot finder. Door vooraf die gebieden te onderkennen,<br />

kon door de locatiekeuze van de vuurmonden de<br />

steun aan de eenheden van TFU worden gegarandeerd. Deze tool<br />

komt in de toekomst beschikbaar in OSIRIS zodat ook ander gebruikers<br />

hier gebruik van kunnen maken.<br />

Vanaf 2008 is de Fennek Voorwaartse Waarnemer ingezet in TFU.<br />

Dit nieuwe, geavanceerde voertuig heeft speciale optiek aan<br />

boord die met een uitschuifbare mast boven het maaiveld kan<br />

uitkijken (de BAA-kop). Het voertuig is uitgerust met BMS en AF-<br />

SIS.<br />

Gelet op de afstanden in het uitzendgebied was het niet altijd mogelijk<br />

om een vuuraanvraag via AFSIS te versturen. Toch had BMS<br />

en AFSIS een grote meerwaarde. Zo beschikte de waarnemer<br />

over een digitale kaart waarop informatie van de BAA-kop was af<br />

te lezen. Ook gaf het de voorwaartse waarnemer de mogelijkheid

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!