29.09.2013 Views

Rapport Leerplein Praktijkschool de Rijn - Platform Praktijkonderwijs

Rapport Leerplein Praktijkschool de Rijn - Platform Praktijkonderwijs

Rapport Leerplein Praktijkschool de Rijn - Platform Praktijkonderwijs

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

Van theorie naar praktijk<br />

On<strong>de</strong>rwijsstudies<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

Van theorie naar praktijk<br />

On<strong>de</strong>rwijsstudies<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n, oktober 2008<br />

Drs. Karin Smit<br />

Prof. dr. Rob Martens<br />

Assistentie literatuuron<strong>de</strong>rzoek: Begüm Coskun


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Inhoudsopgave<br />

Inleiding 5<br />

1 On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong><br />

1.1 On<strong>de</strong>rzoeksvraag 6<br />

1.2 Metho<strong>de</strong> 6<br />

2 Over praktijkon<strong>de</strong>rwijs en <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

2.1 Praktijkon<strong>de</strong>rwijs 7<br />

2.2 <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> 7<br />

3. Nieuwe manier van leren: waarom en wat is het?<br />

3.1 Achterliggen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen 9<br />

3.2 Wat houdt <strong>de</strong> nieuwe manier van leren in? 9<br />

4 <strong>Leerplein</strong><br />

4.1 Wat wordt verstaan on<strong>de</strong>r een leerplein? 12<br />

4.2 Effecten van een leerplein 12<br />

5 Waar moet een leerplein aan voldoen? Motivatie en psychologische basisbehoeften<br />

5.1 Intrinsieke motivatie 15<br />

5.2 Competentie 17<br />

5.3 Autonomie 18<br />

5.4 Verbon<strong>de</strong>nheid 19<br />

6 Waar moet een leerplein aan voldoen? Fysieke aspecten<br />

6.1 De invloed van <strong>de</strong> fysieke omgeving 20<br />

6.2 De inrichting van een leerplein 21<br />

6.3 De gang als ontmoetingsplek en leeromgeving 24<br />

6.4 De buitenruimte als ontmoetingsplek en leeromgeving 25<br />

6.5 Meubilair 25<br />

6.6 ICT 26<br />

6.7 Licht, kleur en lucht 28<br />

7 Vanuit <strong>de</strong> leerling-populatie bekeken<br />

7.1 Leerlingen met een laag IQ 30<br />

7.2 Leerlingen met ASS 30<br />

7.3 Leerlingen met NLD 33<br />

7.4 Leerlingen met ADHD 34<br />

7.5 Leeftijd, on<strong>de</strong>rbouw en bovenbouw 34<br />

8. Visie, beleid en draagvlak 36<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 3


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

9 Aanbevelingen aan <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

9.1 Psychologische basisbehoeften: competentie, autonomie en verbon<strong>de</strong>nheid 37<br />

9.2 <strong>Leerplein</strong> 38<br />

9.3 Gangen en hallen 39<br />

9.4 Meubilair 40<br />

9.5 ICT 40<br />

9.6 Licht, kleur en geluid 41<br />

9.7 Leerling-populatie 42<br />

9.8 Beleid 42<br />

10 Tot slot<br />

10.1 Conclusies en accenten 44<br />

10.2 Vervolgon<strong>de</strong>rzoek 45<br />

Literatuurlijst<br />

Geraadpleeg<strong>de</strong> websites<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1 Leerfuncties<br />

Bijlage 2 Een voorbeeld van ICT geïntegreerd in het on<strong>de</strong>rwijs<br />

Bijlage 3 Voorbeel<strong>de</strong>n van leerpleinen<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 4


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Inleiding<br />

<strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> zal medio 2010 een nieuw gebouw betrekken. Dat is hard nodig: <strong>de</strong> school<br />

groeit uit z’n jasje. Het leerlingenaantal is <strong>de</strong> afgelopen jaren fors toegenomen en het on<strong>de</strong>rwijs is<br />

ver<strong>de</strong>eld over meer<strong>de</strong>re locaties met een beperkte kantinefunctie. Maar niet alleen het<br />

leerlingaantal noopt tot nieuwbouw. De school wil leerlingen goed voorberei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt. Dat vraagt om bedrijfachtige ruimten en werkplaatsachtige settings. Binnen het<br />

huidige gebouw is het gelukt om dit te realiseren door inventief om te gaan met <strong>de</strong> ruimte; er is<br />

een boeketterie en een fietsenwerkplaats, <strong>de</strong> houtwerkplaats a<strong>de</strong>mt <strong>de</strong> sfeer van een kleine werf en<br />

ook <strong>de</strong> keuken is ingezet als werkplek. Maar het is krap en het on<strong>de</strong>rste is uit <strong>de</strong> kan gehaald.<br />

De nieuwbouw wordt tevens aangegrepen om <strong>de</strong> inrichting van het on<strong>de</strong>rwijs ingrijpend te<br />

vernieuwen, zowel on<strong>de</strong>rwijskundig als fysiek. <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> zal in <strong>de</strong> op han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong><br />

nieuwbouw, naast een technisch leerplein, twee algemene leerpleinen realiseren. Dit voornemen is<br />

gebaseerd op <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling dat <strong>de</strong> leerlingenpopulatie van het praktijkon<strong>de</strong>rwijs gebaat is bij<br />

een an<strong>de</strong>re inrichting van het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

De opdracht die <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> aan <strong>de</strong> Universiteit heeft gegeven, komt voort uit <strong>de</strong> wens<br />

om ‘proven concepts’ of ‘good practices’ te vertalen naar een leerplein in het nieuwe gebouw.<br />

Daarnaast wil <strong>de</strong> school <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong> eigen leerpleinen monitoren. Dit rapport bevat <strong>de</strong><br />

uitgangspunten voor een <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Met behulp van <strong>de</strong>ze leeswijzer kunt u uw leestraject bepalen.<br />

De rapportage start met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag, <strong>de</strong> verantwoording van <strong>de</strong> aanpak en <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>. Hoofdstuk 2 schetst <strong>de</strong> context van het on<strong>de</strong>rzoek met een korte<br />

beschrijving van het praktijkon<strong>de</strong>rwijs, <strong>de</strong> doelgroep en <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong>. Vervolgens wordt<br />

in hoofdstuk 3 ingegaan op het waarom van innovatieve leeromgevingen en wat <strong>de</strong> kenmerken<br />

zijn van <strong>de</strong> nieuwe manier van leren. Hoofdstuk 4 beschrijft kort ‘het leerplein’ en een aantal<br />

on<strong>de</strong>rzoeksresultaten. Hoofdstuk 5 gaat uitgebreid in op motivatie, psychologische<br />

basisbehoeften en <strong>de</strong> mechanismen tussen een open leeromgeving en <strong>de</strong>ze behoeften. Hoofdstuk<br />

6 behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waar een leerplein-achtige omgeving aan moet voldoen. Hier komen<br />

zaken als ict, kleur, inrichting en opstelling aan bod. Hoofdstuk 7 gaat in op <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n van<br />

een leerplein voor specifieke doelgroepen. Hoofdstuk 8 tipt aan beleidsaspecten in relatie tot het<br />

leerplein. In hoofdstuk 9 wor<strong>de</strong>n aanbevelingen met betrekking tot een leerplein gedaan,<br />

ge<strong>de</strong>stilleerd uit geraadpleeg<strong>de</strong> literatuur, on<strong>de</strong>rzoek en voorbeel<strong>de</strong>n. Deze rapportage zal wor<strong>de</strong>n<br />

afgesloten met een blik op toekomstig on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 5


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

1 On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong><br />

1.1 On<strong>de</strong>rzoeksvraag<br />

De vraag aan <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n is: hoe kan een open leeromgeving fysiek en on<strong>de</strong>rwijskundig<br />

het beste wor<strong>de</strong>n ingericht volgens ‘proven concepts’, goe<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n en nieuwe inzichten in<br />

leren en instructie, specifiek voor <strong>de</strong>ze leerling-populatie?<br />

1.2 Metho<strong>de</strong><br />

Selectie van informatie<br />

Voor <strong>de</strong>ze rapportage is ten eerste literatuuron<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> huidige inzichten in hoe<br />

mensen leren op cognitief en motivationeel vlak, <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> fysieke leeromgeving en <strong>de</strong><br />

specifieke doelgroep. Ook zijn boeken en artikelen geraadpleegd uit <strong>de</strong> ‘twee<strong>de</strong> lijn’, die vaak<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt door professionals in het werkveld, gebaseerd op on<strong>de</strong>rzoek, maar niet direct te<br />

herlei<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> oorspronkelijke wetenschappelijke artikelen. Vervolgens is gezocht naar<br />

ervaringen (artikelen, evaluaties, casusbeschrijvingen) met leerpleinen el<strong>de</strong>rs in het land. Tot slot<br />

is een aantal ‘good practices’ bezocht, waar mogelijk samen met mensen van <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Rijn</strong>.<br />

Verschillen<strong>de</strong> databases zijn geraadpleegd, waarbij relevante zoektermen zijn gebruikt in allerlei<br />

combinaties, zowel in het Ne<strong>de</strong>rlands als in het Engels. De databases zijn ERIC (Educational<br />

Resources Information Center ), Google Scholar, Psycinfo, Web of Science en Sociological<br />

abstracts. Zoektermen die zijn gebruikt zijn: leerplein, leertuin, atelier, laag IQ, lage presteer<strong>de</strong>rs,<br />

mid<strong>de</strong>lmatige presteer<strong>de</strong>rs, autisme, aan autisme verwante stoornissen, ASS, leeromgeving,<br />

school, <strong>de</strong>sign, open klaslokaal, architectuur, binnenhuisarchitectuur, leerruimte, fysiek(e),<br />

praktijkon<strong>de</strong>rwijs, leerproblemen, faciliteiten, inclusief on<strong>de</strong>rwijs, innovaties, veilige(e)/<br />

bescherm<strong>de</strong>, mentaal, leerhoek(en), inrichting, meubilair, op maat, opstelling, zwakbegaafd,<br />

werkplekken. Relevante referenties en namen van auteurs uit gevon<strong>de</strong>n boeken en artikelen zijn<br />

op hun beurt gebruikt om ver<strong>de</strong>r te zoeken.<br />

Het literatuuron<strong>de</strong>rzoek is zoveel mogelijk gericht op het fenomeen leerplein in combinatie met<br />

praktijkon<strong>de</strong>rwijs en haar leerling-populatie. Vervolgens is in een spiraalbeweging om <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>rwerpen heen gezocht, waarbij getracht is zo dicht mogelijk bij het on<strong>de</strong>rwerp en <strong>de</strong><br />

populatie te blijven.<br />

Metho<strong>de</strong> van Analyse<br />

In <strong>de</strong>ze rapportage is gekozen voor een review in <strong>de</strong> vertellen<strong>de</strong> trant. Dat betekent dat<br />

bevindingen uit <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> artikelen in het rapport zijn verwerkt en verweven. Een meer<br />

statistische literatuuranalyse was niet mogelijk vanwege <strong>de</strong> grote verschillen tussen <strong>de</strong> publicaties<br />

met het oog op soort on<strong>de</strong>rzoek (casus, kwalitatief en kwantitatief, <strong>de</strong> afwezigheid van<br />

controlegroep, experimentele groep, et cetera).<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 6


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

2 Over praktijkon<strong>de</strong>rwijs en <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

2.1 Praktijkon<strong>de</strong>rwijs<br />

In dit hoofdstuk wordt een schets gegeven van het praktijkon<strong>de</strong>rwijs en haar populatie.<br />

Het praktijkon<strong>de</strong>rwijs is ontstaan uit het VSO MLK en is bestemd voor leerlingen uit het<br />

voortgezet on<strong>de</strong>rwijs waarvan het <strong>de</strong> verwachting is dat zij niet minimaal het diploma van <strong>de</strong><br />

basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo kunnen halen. De Regionale Verwijzingscommissie<br />

(RVC) bepaalt of leerlingen, vanaf <strong>de</strong> dag dat zij twaalf jaar zijn gewor<strong>de</strong>n, toegelaten wor<strong>de</strong>n op<br />

<strong>de</strong> school voor praktijkon<strong>de</strong>rwijs. De toelatingscriteria zijn een IQ van 60 tot hooguit 80 en een<br />

leerachterstand van drie jaar of meer op het eindniveau van groep acht op twee van <strong>de</strong> vier<br />

domeinen. Sociaal-emotionele problematiek kan een rol spelen mits <strong>de</strong>ze verband houdt met<br />

leerprestaties. De leerlingen hebben veel en intensieve begeleiding nodig en <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

groepsgrootte ligt op 15 tot 18 leerlingen (SZW, 2007).<br />

Leerlingen verlaten <strong>de</strong> school in het jaar waarin zij achttien zijn gewor<strong>de</strong>n met een getuigschrift<br />

praktijkon<strong>de</strong>rwijs. Het praktijkon<strong>de</strong>rwijs kent geen wettelijk vastgestel<strong>de</strong> eindtermen of<br />

examenprogramma’s, maar wel een aantal doelstellingen: naast het zoveel mogelijk aanleren van<br />

<strong>de</strong> kerndoelen van <strong>de</strong> basisvorming zijn zelfredzaamheid, arbeidstoeleiding en persoonlijke<br />

vorming/goed burgermanschap kernbegrippen van het praktijkon<strong>de</strong>rwijs. Leerlingen leren zoveel<br />

mogelijk actief te participeren in <strong>de</strong> samenleving via <strong>de</strong> categorieën wonen, werken, vrije tijd en<br />

burgerschap. De voorschriften die vanuit <strong>de</strong> overheid bestaan, zijn dan ook vooral gericht op <strong>de</strong><br />

inrichting van <strong>de</strong> stages, die een belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormen bij <strong>de</strong> toeleiding naar <strong>de</strong><br />

arbeidsmarkt (SZW, 2007).<br />

2.2 <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

<strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> verhuist binnen twee jaar naar nieuwbouw waarin, naast een technisch<br />

leerplein, twee leerpleinen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd voor competentiegericht on<strong>de</strong>rwijs, die aansluiten<br />

bij <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong>ze leerlingenpopulatie, bij <strong>de</strong> nieuwe kijk op leren en bij eisen die<br />

werkgevers en <strong>de</strong> samenleving stellen.<br />

Dat een praktijkschool plannen heeft voor een leerplein, ligt misschien nog meer voor <strong>de</strong> hand<br />

dan dat een ‘gewone school’ met ‘doorsnee leerlingen’ een leerplein inricht. Juist vanwege <strong>de</strong><br />

verschei<strong>de</strong>nheid aan leerlingen die het praktijkon<strong>de</strong>rwijs in huis heeft, zou ze gebaat zijn bij meer<br />

differentiatie en variatie. Een leerplein betekent een enorme uitbreiding van mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

<strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> ziet dus vooral <strong>de</strong> kansen en voor<strong>de</strong>len van een leerplein. Tegelijkertijd<br />

realiseert ze zich dat het leerplein aan bepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n moet voldoen vanwege specifieke<br />

groepen leerlingen en dat veiligheid en geborgenheid hier nog belangrijker zijn dan voor <strong>de</strong><br />

‘doorsnee leerling’. Het volgen<strong>de</strong> citaat uit het verslag van <strong>de</strong> teamverga<strong>de</strong>ring april 2008, geeft<br />

een beeld:<br />

‘Het heeft ertoe geleid dat er naar een combinatie gezocht is. Aparte lokalen die als eigen door <strong>de</strong><br />

leerlingen ervaren wor<strong>de</strong>n met daaromheen een groot leerplein. Alle on<strong>de</strong>rwijsfuncties zoals we die<br />

nu kennen, zijn mogelijk in het kleine lokaal. Voor ICT zijn <strong>de</strong> leerlingen aangewezen op het<br />

leerplein. We <strong>de</strong>nken ook aan an<strong>de</strong>re mogelijkhe<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> boeken voor werkstukken, stilteruimtes<br />

waar leerlingen het fijn vin<strong>de</strong>n om zich af te zon<strong>de</strong>ren. Mogelijkhe<strong>de</strong>n voor groepswerk met<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 7


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

leerlingen uit an<strong>de</strong>re klassen. De basis van <strong>de</strong> gedachte is dat we twee werel<strong>de</strong>n aan elkaar<br />

koppelen. Maar wel een open school creëren: open waar mogelijk is en besloten als <strong>de</strong> situatie daar<br />

om vraagt.’<br />

De school blijkt voor te lopen op <strong>de</strong> ontwikkelingen in het land, zo wijst <strong>de</strong> literatuurscan uit. Ten<br />

eerste is een leerplein in het praktijkon<strong>de</strong>rwijs tamelijk uniek. Ten twee<strong>de</strong> is on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong><br />

fysieke leeromgeving als mid<strong>de</strong>l om pedagogische, didactisch en on<strong>de</strong>rwijskundige doelen te<br />

bereiken in het algemeen schaars. Waar <strong>de</strong> fysieke leeromgeving wordt on<strong>de</strong>rzocht, betreft het<br />

vooral <strong>de</strong> effecten van properheid, voldoen<strong>de</strong> licht en schone lucht op prestatie en welbevin<strong>de</strong>n<br />

van leerlingen. Dat wordt bevestigd door verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers (Jamieson et al. 2000,<br />

Higgins et al 2005) en mooi, maar wrang geïllustreerd met het volgen<strong>de</strong> citaat van Heppell:<br />

‘No one knows how to prevent ‘learning-loss’ when you <strong>de</strong>sign a room ‘pedagogically’, whereas we<br />

know lots about <strong>de</strong>signing for minimum heat loss’<br />

Daarnaast lijkt <strong>de</strong> specifieke doelgroep van het praktijkon<strong>de</strong>rwijs tussen ‘moeilijke’ en ‘gewone’<br />

groepen in te vallen en daarmee ook buiten on<strong>de</strong>rzoeksaandacht. Als een laag IQ wordt<br />

on<strong>de</strong>rzocht, is dat in combinatie met zaken als <strong>de</strong>linquentie en ‘moeilijk opvoedbaar’, en niet<br />

vanuit een positief uitgangspunt als ‘hoe bedienen we <strong>de</strong>ze leerlingen optimaal?’.<br />

<strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> heeft <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n gevraagd aanbevelingen te doen voor <strong>de</strong><br />

inrichting van een open leeromgeving. Ze wil ook het effect van <strong>de</strong> eigen leerpleinen die ze gaat<br />

inrichten monitoren op kwaliteit en ziet het geconstateer<strong>de</strong> hiaat in on<strong>de</strong>rzoek vooral als een<br />

uitdaging. Dit rapport zal daarom ook <strong>de</strong> basis vormen voor juist dat on<strong>de</strong>rzoek dat nog zo<br />

weinig uitgevoerd is: <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige en fysieke leeromgeving op motivatie<br />

en prestaties en dan met name van <strong>de</strong> specifieke doelgroep van praktijkon<strong>de</strong>rwijs. We komen hier<br />

aan het slot van <strong>de</strong> rapportage op terug.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 8


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

3 Nieuwe manier van leren: waarom en wat is het?<br />

3.1 Achterliggen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen<br />

Waarom wor<strong>de</strong>n open leeromgevingen als een leerplein ingericht? Daar ligt een aantal<br />

verschillen<strong>de</strong> beweegre<strong>de</strong>nen en theorieën aan ten grondslag, in <strong>de</strong>ze paragraaf in een notendop<br />

beschreven.<br />

Ten eerste <strong>de</strong> nieuwe inzichten in leren en motivatie. Kennis en vaardighe<strong>de</strong>n kunnen niet zon<strong>de</strong>r<br />

meer van persoon tot persoon wor<strong>de</strong>n overgedragen: individuele kenmerken van <strong>de</strong> leerling,<br />

sociale aspecten, context, voorkennis et cetera spelen daarbij een grote rol. Ook wordt ervoor<br />

gepleit om veel meer gebruik te maken van informeel leren. Het informele leren, dat veelal buiten<br />

school plaats vindt, is vaak veel uitgebrei<strong>de</strong>r en effectiever dan het formele leren binnen school.<br />

Daarnaast gaat men steeds meer uit van meer<strong>de</strong>re soorten leerstijlen en intelligenties (Gardner,<br />

1991), die goed wor<strong>de</strong>n aangesproken als het aanbod divers is. (een goe<strong>de</strong> lezer, bijvoorbeeld, kan<br />

niet vanzelfsprekend een IKEA kast in elkaar zetten aan <strong>de</strong> hand van een gebruiksaanwijzing. Een<br />

slechte lezer met ruimtelijk inzicht heeft geen gebruiksaanwijzing nodig om <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kast zon<strong>de</strong>r<br />

moeite te monteren). Motivatietheorieën zijn verschoven van ‘the black box’, het brein, en te<br />

conditioneren gedrag naar psychologische behoeften die motivatie sterk beïnvloe<strong>de</strong>n.<br />

Ten twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> arbeidsmarkt: werkgevers vragen om zelfstandig opereren<strong>de</strong>, pro-<br />

actieve werknemers die mee<strong>de</strong>nken. Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> kenniseconomie: Ne<strong>de</strong>rland streeft ernaar een<br />

kenniseconomie te zijn met hoog opgelei<strong>de</strong> mensen die een leven lang leren, dus ook na school.<br />

Ten vier<strong>de</strong> <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> jongere en <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> techniek om <strong>de</strong> jongere heen. Nog maar<br />

kort gele<strong>de</strong>n waren leerlingen voor <strong>de</strong> overdracht van kennis groten<strong>de</strong>els afhankelijk van boeken<br />

en <strong>de</strong> leerkracht. De huidige ‘netgeneratie’ (Veen & Jacobs, 2005) of ‘homo zappiens’ zoals Veen<br />

het ook wel noemt, ‘is geboren met een computermuis in hun hand’. Ict beïnvloedt <strong>de</strong> wijze<br />

waarop mensen leren en kan zeer waar<strong>de</strong>vol zijn als gereedschap bij het leren. Tot slot wordt voor<br />

leerlingen uit het beroepson<strong>de</strong>rwijs vaak als re<strong>de</strong>n voor on<strong>de</strong>rwijsvernieuwing toegevoegd dat<br />

<strong>de</strong>ze leerlingen niet tot hun recht komen als ze –soms 8 lesuren achter elkaar- stil moeten zitten.<br />

Stevens (2002), één van <strong>de</strong> vormgevers van <strong>de</strong> nieuwe manier van leren in Ne<strong>de</strong>rland, zegt over<br />

on<strong>de</strong>rwijs:<br />

‘Zeker voor kin<strong>de</strong>ren die niet mee kunnen komen, is het een weinig herbergzaam oord……….Zij<br />

zijn met dit on<strong>de</strong>rwijs gedoemd om steeds maar weer te laten zien wat ze niet kunnen.’<br />

3.2 Wat houdt <strong>de</strong> nieuwe manier van leren in?<br />

De afgelopen vijf jaar is in <strong>de</strong> media veel gediscussieerd over <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van ‘het nieuwe leren’.<br />

Teurlings et al (2006) <strong>de</strong>stilleren uit een groot aantal artikelen drie pijlers die voortkomen uit <strong>de</strong><br />

nieuw inzichten in leren: zelfstandig leren, authentieke context en samenwerkend leren. Martens<br />

(2007) beschrijft in feite <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> pijlers, maar dan vanuit het perspectief van <strong>de</strong> leerling:<br />

o Leerlingen zijn verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het reguleren van hun leerproces. Ze zijn<br />

metacognitief actief en gemotiveerd om hun eigen leren vorm te geven. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n,<br />

dit ‘nieuwe’ leren veron<strong>de</strong>rstelt dat leerlingen zichzelf onafhankelijk van <strong>de</strong> docent kunnen<br />

motiveren om aan <strong>de</strong> slag te gaan.<br />

o Om <strong>de</strong> motivatie op te wekken wor<strong>de</strong>n vaak realistische, authentieke, spelachtige situaties<br />

gecreëerd en wordt aan leerlingen <strong>de</strong> gelegenheid gebo<strong>de</strong>n om informatie te zoeken op het<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 9


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

internet, met elkaar hierover te discussiëren en bijvoorbeeld mensen te observeren of te<br />

interviewen.<br />

o Het gewenste studiegedrag is dus gericht op diepgaand leren, exploratie en nieuwsgierigheid.<br />

Diepgaand leren gaat samen met echt begrip in plaats van van buiten leren en met creativiteit<br />

in plaats van herhaling. Door te begrijpen waarom iets op een bepaal<strong>de</strong> manier plaatsvindt<br />

ben je ook in staat daar creatief mee om te gaan.<br />

o Samenwerking tussen leerlingen speelt hierbij een belangrijke rol.<br />

In tabel 1 Van Clark (2002) staat een uitgebrei<strong>de</strong>r overzicht van kenmerken, aangevuld met<br />

theorieën en bevindingen van verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers.<br />

Tabel 1: Kenmerken van leeromgevingen<br />

Traditional leeromgeving Nieuwe leeromgeving<br />

• Leerkracht- en aanbodgericht leren<br />

• Gericht op een enkel zintuig<br />

• Vooruitgang gericht op één gebied<br />

• Beperkt mediagebruik<br />

• Individueel werken<br />

• Overbrenging van informatie<br />

• Passief leren<br />

• Feitenkennis<br />

• Reactieve actie<br />

• Geïsoleer<strong>de</strong>, kunstmatige context<br />

• Leerling- en vraaggericht leren<br />

• Leerling zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het<br />

leerproces (Holbein, 1996)(Martens, 2007)<br />

• Samenwerken leren (sociaal<br />

constructivisme, Vygotsky. Leren door<br />

verschillen<strong>de</strong> inzichten en discussie, Piaget)<br />

• Gericht op veel zintuigen<br />

• Vooruitgang gericht op veel gebie<strong>de</strong>n<br />

• Multi mediagebruik<br />

• Samenwerken met en leren van experts<br />

(Martens 2007)<br />

• Uitwisseling van informatie<br />

• Actief, ont<strong>de</strong>kkend en op on<strong>de</strong>rzoek gericht<br />

leren<br />

• probleemoplossend werken, (Holbein 1996)<br />

• Kritisch <strong>de</strong>nken en op informatie<br />

gebaseer<strong>de</strong> besluitvorming<br />

• Proactieve en geplan<strong>de</strong> actie<br />

• Authentieke, realistische context (Martens<br />

2007)<br />

• verschillen<strong>de</strong> representaties en vormen van<br />

leren (Holbein, 1996, Gardner 1991)<br />

• metacognitieve en metamotivationele<br />

vaardighe<strong>de</strong>n om leerlingen te leren leren,<br />

zichzelf te leren motiveren. (Holbein 1996,<br />

Boekaerts 1995 Martens 2007)<br />

Mensen vertonen dit (studie)gedrag daadwerkelijk in het dagelijks leven. De beschrijving<br />

hierboven komt naadloos overeen met het gedrag dat leerlingen met een hoge intrinsieke<br />

motivatie vertonen. On<strong>de</strong>rzoek heeft aangetoond dat intrinsiek gemotiveer<strong>de</strong> leerlingen meer<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 10


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

gericht zijn op exploratie, betekenisverlening, samenwerking en zelfregulatie dan extrinsiek<br />

gemotiveer<strong>de</strong> leerlingen.<br />

‘Kin<strong>de</strong>rspel’ is een goe<strong>de</strong> illustratie van zelfregulerend leren. De zegswijze ‘Dat is kin<strong>de</strong>rspel’<br />

wordt gebruikt om aan te geven dat iets eenvoudig is, gemakkelijk te leren. Het tegen<strong>de</strong>el is waar.<br />

Kin<strong>de</strong>rspelletjes kunnen erg gecompliceerd zijn met veel ingewikkel<strong>de</strong> regels en feiten en vaak<br />

zon<strong>de</strong>r dat daar een volwassene aan te pas komt.<br />

Neem het Pokemon-spel, dat een tijd terug zo populair was. Als alle Pokemon-figuren <strong>de</strong> naam<br />

en <strong>de</strong> eigenschappen van een scheikundig element zou<strong>de</strong>n hebben gekregen, die verbindingen<br />

kunnen aangaan met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re Pokemons (zoals dat bij Pokemon het geval is), dan zou<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>stijds alle achtjarigen in Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> scheikundige elementen, hun eigenschappen, <strong>de</strong><br />

mogelijke verbindingen en <strong>de</strong> effecten van die verbindingen uit het hoofd kennen, of, zoals <strong>de</strong><br />

Engelsen veel doeltreffen<strong>de</strong>r zeggen: “by heart”.<br />

Bij kin<strong>de</strong>rspel doen beginners gewoon mee als groentje, voor spek en bonen en wor<strong>de</strong>n door hun<br />

meer vaardige peers steeds ver<strong>de</strong>r ingewijd in het spel, zon<strong>de</strong>r een volwassene die het spel eerst<br />

uitlegt voor het gespeeld wordt, het spel begeleidt of <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren motiveert of corrigeert. Het<br />

Pokemon-spel – en elk kin<strong>de</strong>rspel- laat zien dat zelfregulerend leren mogelijk is en dat het<br />

daadwerkelijk, in <strong>de</strong> praktijk, gebeurt.<br />

Dit is in schril contrast met hoe scholen <strong>de</strong> afgelopen eeuwen vaak zijn gebouwd, namelijk als<br />

‘leerfabrieken’: homogene groepen kin<strong>de</strong>ren in een ruimte (klas) die door een productielijn gaan<br />

(vullen met kennis) en wor<strong>de</strong>n getest volgens gestandaardiseer<strong>de</strong> toetsen (keuringsdienst van<br />

kennis). Vervolgens wor<strong>de</strong>n ze doorgeschoven naar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> klas, waar het proces voortgezet<br />

wordt. Deze bouwvorm belichaamt het overdrachtmo<strong>de</strong>l van kennis, het i<strong>de</strong>e dat je kennis kunt<br />

overgieten van <strong>de</strong> leerkracht naar <strong>de</strong> leerling (Upitis 2004). De nieuwe manieren van leren vragen<br />

om een an<strong>de</strong>re aanpak, zowel didactisch als qua bouw en inrichting. Maar hoe? Het leerplein is<br />

een mogelijke vorm voor <strong>de</strong> vertaling van <strong>de</strong>ze drie pijlers naar <strong>de</strong> fysieke leeromgeving.<br />

Verschillen<strong>de</strong> scholen in Ne<strong>de</strong>rland kozen voor een leerplein. Zo ook <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong>.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 11


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

4 <strong>Leerplein</strong><br />

4.1 Wat wordt verstaan on<strong>de</strong>r een leerplein?<br />

Zeles en Gulikers-Dinjens (2007) omschrijven een leerplein of leertuin als een grote, lichte<br />

on<strong>de</strong>rwijsruimte in frisse kleuren waarin leerlingen actief en zelfstandig werken, waarin leerlingen<br />

moeten kunnen samenwerken, waarbij allerlei kwaliteiten, kennis en vaardighe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

aangesproken. Het is een ruimte die hoort uit te dagen en leerlingen eigenaar maakt van hun<br />

leerproces, die leerlingen een zekere vrijheid biedt, maar ook een zekere verbon<strong>de</strong>nheid met <strong>de</strong><br />

mensen om zich heen. De ruimte is uitnodigend ingericht met groepstafels en veel computers. De<br />

vakken wor<strong>de</strong>n meer in samenhang aangebo<strong>de</strong>n. Aan leraar en boek wor<strong>de</strong>n multimedia, het<br />

Internet en <strong>de</strong> wereld buiten school toegevoegd.<br />

Het Edison College vertelt het in hun fol<strong>de</strong>r voor toekomstige leerlingen als volgt:<br />

‘Een leerplein is een grote ruimte waarin meer<strong>de</strong>re klassen tegelijk aan het werk zijn. Leerlingen<br />

werken zelfstandig of in groepjes aan opdrachten(….) Je wordt op een leerplein actief betrokken bij<br />

het leren, je krijgt eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en je leert zelfstandig te werken.<br />

Figuur 1 De essentie van het leerplein in beeld gebracht. Bron: Fieldingnair, 2006<br />

4.2 Effecten van een leerplein<br />

Het leerplein is een nog tamelijk nieuw fenomeen. Deskresearch lever<strong>de</strong> drie on<strong>de</strong>rzoeken op.<br />

Teurlings et al (2006) zijn positief over leeromgevingen die zelfstandig leren, een authentieke<br />

context en samenwerkend leren in praktijk brengen, maar wel telkens met een belangrijke<br />

kanttekening. In hun review von<strong>de</strong>n ze <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> resultaten:<br />

• Zelfstandig leren in een activeren<strong>de</strong> leeromgeving leidt tot diepere verwerking van <strong>de</strong> leerstof,<br />

een verhoog<strong>de</strong> motivatie en meer kennis. Het heeft een positief effect op prestaties. Meer<br />

autonomie voor leerlingen draagt daar aan bij.<br />

Aandachtspunt: het overdragen van het leerproces moet gelei<strong>de</strong>lijk gebeuren en op maat.<br />

• Een authentieke context leidt tot meer betrokkenheid en enthousiasme bij leerlingen, een<br />

grotere motivatie en een groter begrip van <strong>de</strong> leerstof. De leerprestaties zijn gelijk.<br />

Aandachtspunt: ook hier wordt <strong>de</strong> begeleiding door <strong>de</strong> docent essentieel bevon<strong>de</strong>n.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 12


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

• Samenwerkend leren leidt tot meer hogere or<strong>de</strong> van leren, tot meer nieuwe i<strong>de</strong>eën en<br />

oplossingen. Er vindt een grote transfer plaats. Sociale vaardighe<strong>de</strong>n nemen toe en leerlingen<br />

zijn gemotiveer<strong>de</strong>r. Leerprestaties zijn gelijk of beter.<br />

Aandachtspunt: <strong>de</strong> docent speelt ook hier een essentiële rol in het leerlingen leren van en<br />

begelei<strong>de</strong>n bij samenwerken.<br />

De effecten van zelfregulerend leren, authentieke contexten en samenwerkend leren zijn positief<br />

(Teurlings et al 2006) Maar is er ook direct bewijs voor <strong>de</strong> vorm waarin <strong>de</strong>ze nieuwe vorm van<br />

leren steeds vaker wordt gegoten: het leerplein?<br />

Oberon (2007) <strong>de</strong>ed on<strong>de</strong>rzoek naar het ren<strong>de</strong>ment van ict in het vmbo. De scholen die<br />

<strong>de</strong>elnamen werken met ‘leerplein-achtige‘ omgevingen en Oberon heeft dit in haar observaties<br />

meegenomen. De conclusies zijn positief, waarbij enige voorzichtigheid wordt betracht, omdat<br />

het een verkennend on<strong>de</strong>rzoek betreft dat bestaat uit observaties en gesprekken met leerlingen en<br />

leerkrachten:<br />

• Leerlingen kunnen zon<strong>de</strong>r problemen zelfstandig aan het werk door opdrachten met<br />

dui<strong>de</strong>lijke instructies. Klassikale instructie is beperkt of ontbreekt zelfs totaal.<br />

• De leerlingen werken zelfstandig, soms individueel en soms in kleine groepjes en zijn<br />

overwegend geconcentreerd en taakgericht aan het werk, ondanks <strong>de</strong> relatief grote groepen<br />

die tegelijkertijd aan het werk zijn. Leerlingen kunnen elkaar goed helpen, zon<strong>de</strong>r het werk<br />

meteen van elkaar over te nemen.<br />

• Docenten hebben <strong>de</strong> rol van coach en begelei<strong>de</strong>r en blijken goed in staat <strong>de</strong>ze rollen te<br />

vervullen.<br />

Conclusies van Oberon op het gebied van ict zijn ver<strong>de</strong>rop in dit rapport zijn opgenomen.<br />

Figuur 2 Resultaten van een ‘ Attitu<strong>de</strong>s to school Survey’. Bron: Fieldingnair, 2006<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 13


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Het programma Building Futures in <strong>de</strong> staat Victoria in Australië houdt zich intensief bezig met<br />

<strong>de</strong> renovatie en nieuwbouw van on<strong>de</strong>rwijsinstellingen op basis van <strong>de</strong> huidige inzichten in leren.<br />

Een ‘school attitu<strong>de</strong> survey’, afgenomen op een school die haar programma heeft vernieuwd, laat<br />

het verschil zien tussen leerlingen die in een leerplein-achtige omgeving werken volgens nieuwe<br />

metho<strong>de</strong>n en leerlingen die volgens traditioneel recept als klas in een lokaal les krijgen. Enig<br />

voorbehoud is nodig aangezien het rapport zelf niet vermeld wordt. Maar <strong>de</strong> cijfers zijn hel<strong>de</strong>r:<br />

• Stu<strong>de</strong>nten ervaren veel meer mentale veerkracht, effectiviteit, verbon<strong>de</strong>nheid met school,<br />

stimulans en empathie van <strong>de</strong> leerkracht, motivatie en vertrouwen en veel min<strong>de</strong>r ongemak<br />

en spanning.<br />

• Daarnaast ervaren ze meer verbon<strong>de</strong>nheid met peers en meer veiligheid. Gedrag in <strong>de</strong> klas<br />

scoort iets beter in <strong>de</strong> nieuwe situatie.<br />

Open leeromgevingen zijn niet alleen ingericht om inzichten in leren en instructie vorm te geven,<br />

maar ook omdat psychologische basisbehoeften die ten grondslag liggen aan motivatie, er goed<br />

tot hun recht komen.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 14


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

5 Waar moet een leerplein aan voldoen?<br />

Motivatie en psychologische basisbehoeften<br />

Nieuwe on<strong>de</strong>rwijsvormen zijn nauw verweven met ontwikkelingen op het gebied van motivatie.<br />

Stevens (2002) stelt dat een leerling het best tot zijn recht komt in een goed pedagogisch klimaat<br />

waarin aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> drie basisbehoeften competentie, autonomie en<br />

verbon<strong>de</strong>nheid (in verschillen<strong>de</strong> publicaties ook wel ‘relatie’ genoemd). Een leeromgeving die aan<br />

<strong>de</strong>ze behoeften tegemoet komt, zal gemotiveer<strong>de</strong> leerlingen genereren, met alle positieve effecten<br />

van dien. <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> on<strong>de</strong>rkent dit gegeven. Ze heeft <strong>de</strong> basisbehoeften opgenomen in<br />

het document ‘Kerncompetenties van praktijkschool <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong>’ en wil leerpleinen inrichten.<br />

Belangrijk voor dit rapport is <strong>de</strong> link die vanuit elke basisbehoefte wordt gelegd met <strong>de</strong> fysieke<br />

leeromgeving. Het geeft antwoord op <strong>de</strong> vraag waarom een leerplein een geschikte vorm kan zijn<br />

om te motiveren. Dit wordt geïllustreerd met <strong>de</strong> bevindingen uit een evaluatie van <strong>de</strong> leertuin van<br />

het Bonnefanten College, die leertuinen heeft ingericht met het oog op <strong>de</strong>ze drie psychologische<br />

basisbehoeften. In <strong>de</strong>ze evaluatie wordt het leerplein overigens niet vergeleken met een<br />

traditionele leeromgeving, maar wordt bekeken hoe leerlingen en leerkrachten ervaren dat aan<br />

verschillen<strong>de</strong> behoeften wordt voldaan en hoe verschillen<strong>de</strong> behoeften ten opzichte van elkaar<br />

scoren.<br />

5.1 Intrinsieke motivatie<br />

Motivatieon<strong>de</strong>rzoek laat een dui<strong>de</strong>lijke verschuiving zien van extrinsieke naar intrinsieke<br />

theorieën. Waar in het verle<strong>de</strong>n, in het behaviorisme, <strong>de</strong> nadruk lag op beloning en straf om iets<br />

gedaan te krijgen, dus motivatie door impulsen van buitenaf, gaat het nu veel meer om een drang<br />

van binnenuit. Mensen zijn van nature intrinsiek gemotiveerd en dat is terug te zien in het<br />

dagelijks leven om ons heen. Mensen zijn nieuwsgierig en leergierig, willen nieuwe vaardighe<strong>de</strong>n<br />

leren, zich ontwikkelen, kennis opdoen en hun talenten gebruiken om het plezier dat ze beleven<br />

aan <strong>de</strong> activiteit zelf, niet vanwege externe beloning of dwang. On<strong>de</strong>rzoek laat <strong>de</strong> effecten van<br />

intrinsieke motivatie zien:<br />

• Intrinsieke motivatie is essentieel voor cognitieve en sociale ontwikkeling.<br />

(Csikszentmihalyi & Rathun<strong>de</strong>, 1993, in Ryan & Deci, 2000).<br />

• Intrinsieke motivatie heeft positieve effecten op welzijn en zelf-actualisatie<br />

• Intrinsieke motivatie gaat gepaard met min<strong>de</strong>r <strong>de</strong>pressie en spanning (Kasser & Ryan,<br />

1993)<br />

• Intrinsieke motivatie leidt tot een hoge kwaliteit van leren. Volgens Gottfried (1985, in<br />

Pintrich & Schunk, 1996) maakt intrinsieke motivatie het leuk om ergens aan te werken en<br />

on<strong>de</strong>rsteunt het leren en presteren. Dat wordt zichtbaar in meer aandacht van <strong>de</strong> leerling<br />

voor instructie, het meer oefenen van nieuwe informatie, het beter organiseren en relateren<br />

van kennis en het toepassen van vaardighe<strong>de</strong>n en kennis in verschillen<strong>de</strong> contexten.<br />

Mensen kunnen ge<strong>de</strong>motiveerd wor<strong>de</strong>n door aspecten uit <strong>de</strong> omgeving en als aan bepaal<strong>de</strong><br />

kenmerken wordt voldaan, on<strong>de</strong>rsteunt dat <strong>de</strong> intrinsieke motivatie. Een leren<strong>de</strong> is niet een vat<br />

waar je kennis in moet gieten, maar eer<strong>de</strong>r een spons: <strong>de</strong> leren<strong>de</strong> heeft van nature <strong>de</strong> neiging<br />

kennis op te zuigen, zoals een spons water opzuigt. Je hoeft alleen maar te zorgen dat die neiging<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 15


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

niet wordt verstoord en je moet <strong>de</strong> leeromgeving zo rijk maken dat er genoeg water is om op te<br />

zuigen.<br />

De motivatie voor een taak of activiteit komt tot stand wanneer <strong>de</strong> leersituatie <strong>de</strong> behoefte van <strong>de</strong><br />

leerling aan competentie (ik kan een taak aan en zie er <strong>de</strong> zin van in), autonomie (ik ervaar <strong>de</strong><br />

vrijheid om zelf te controleren wat ik doe) en sociale verbon<strong>de</strong>nheid (ik voel me sociaal veilig en<br />

positief gewaar<strong>de</strong>erd) on<strong>de</strong>rsteunt. Deze drie psychologische basisbehoeften zijn begin 80-er jaren<br />

geformuleerd in <strong>de</strong> zelf <strong>de</strong>terminatie theorie (Self Determination Theory) van Deci& Ryan (1985)<br />

en tot op he<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht en uitgewerkt.<br />

Hoe werken <strong>de</strong>ze drie basisbehoeften in een niet-vrijwillige situatie? Een belangrijke vraag voor<br />

het on<strong>de</strong>rwijs, een niet-vrijwillige situatie bij uitstek. Voor <strong>de</strong> werking van <strong>de</strong> drie basisbehoeften<br />

is het van belang wat dieper in te gaan op intrinsieke en extrinsieke motivatie. Intrinsieke en<br />

extrinsieke motivatie zijn bei<strong>de</strong>n noodzakelijk in het on<strong>de</strong>rwijs en sluiten elkaar niet altijd uit.<br />

Ryan en Deci on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n tussenvormen en zien <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten motivatie als een<br />

continuüm.<br />

De uitersten van het continuüm wor<strong>de</strong>n gevormd door non-motivatie enerzijds en intrinsieke<br />

motivatie an<strong>de</strong>rzijds. Daartussen bevindt zich extrinsieke motivatie in verschillen<strong>de</strong> vormen.<br />

Intrinsieke motivatie is aan het begin van <strong>de</strong>ze paragraaf toegelicht. Extrinsieke motivatie heeft<br />

verschillen<strong>de</strong> vormen, en legt <strong>de</strong> nadruk op een externe beloning, bijvoorbeeld een<br />

tentamencijfer, status of een financiële vergoeding. Ook <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> die leerlingen hechten aan<br />

taken en <strong>de</strong> oorzaken waar prestaties en falen aan wor<strong>de</strong>n toegeschreven, veran<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> loop<br />

van het continuüm. Bij volledig intern gereguleer<strong>de</strong> (maar nog steeds extrinsieke) motivatie<br />

wordt een taak geaccepteerd en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> en het nut ervan ingezien. Dat is het soort motivatie<br />

waar on<strong>de</strong>rwijs naar streeft. Het is namelijk op één kenmerk na i<strong>de</strong>ntiek aan intrinsieke motivatie.<br />

Het enige verschil is dat bij volledige intrinsieke motivatie, <strong>de</strong> activiteit helemaal uit vrije wil<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen. En dat gaat in veel situaties – zoals het on<strong>de</strong>rwijs- vaak niet op.<br />

Deze optimale extrinsieke motivatie kan wor<strong>de</strong>n bereikt door het naar binnen halen<br />

(internaliseren) en het eigen maken (integreren) van waar<strong>de</strong>n en werkwijzen. Deze processen<br />

wor<strong>de</strong>n in werking gesteld als aan drie basisbehoeften wordt voldaan.<br />

Figuur 3: Vereenvoudig<strong>de</strong> weergave SDT (naar Ryan & Deci, 2000)<br />

Figuur 3:<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 16


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Figuur 2 geeft een vereenvoudig<strong>de</strong> weergave van <strong>de</strong> Self Determination Theory. Het mo<strong>de</strong>l zoals<br />

geschetst in dit figuur is vaak empirisch getoetst.<br />

De drie basisbehoeften na<strong>de</strong>r bekeken<br />

Wat hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> drie basisbehoeften in, op welke wijze draagt een leerplein bij aan het voldoen aan<br />

<strong>de</strong>ze drie basisbehoeften en hoe zijn <strong>de</strong> ervaringen van het Bonnefanten College ?<br />

5.2 Competentie<br />

Leerlingen hebben behoefte aan zich competent en doelmatig voelen. Ze schatten hun eigen<br />

doelmatigheid in, gaan na of zij <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n hebben en of zij in staat zijn die zo te<br />

organiseren om <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong> taken uit te voeren en <strong>de</strong> gewenste resultaten te behalen. Naar<br />

aanleiding van die inschatting ontwikkelen mensen overtuigingen en verwachtingen over wat ze<br />

wel en niet aankunnen (Bandura, 1977, 1994). Die verwachtingen bepalen weer voor een <strong>de</strong>el <strong>de</strong><br />

actie en <strong>de</strong> volharding waarmee <strong>de</strong> actie wordt uitgevoerd. Kortom, het bepaalt voor een <strong>de</strong>el <strong>de</strong><br />

motivatie (Deci & Ryan, 1985).<br />

On<strong>de</strong>rzoek wijst het volgen<strong>de</strong> uit:<br />

• Mensen die zich competent voelen hebben hoge doelmatigheidsverwachtingen en werken<br />

daardoor har<strong>de</strong>r en zijn meer vasthou<strong>de</strong>nd. Bij obstakels zullen zij extra veel moeite doen om<br />

<strong>de</strong> taak goed te volbrengen (Bandura, 1994).<br />

• Ook hebben zij meer plezier (Gotfried, 1985, 1990, in Pintrich en Schunck, 1996)<br />

• en vertonen zij ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> processtrategieën en meer cognitieve betrokkenheid (Pintrich &<br />

Schrauben,1992, in Pintrich en Schunck, 1996): er is sprake van een meer kwalitatieve vorm<br />

van leren.<br />

In een niet-vrijwillige situatie zoals het on<strong>de</strong>rwijs, is het nodig om externe doelen en taken te<br />

accepteren als eigen doelen. Dat gebeurt eer<strong>de</strong>r als <strong>de</strong> leerling verwacht <strong>de</strong> taken succesvol uit te<br />

kunnen voeren, kortom, als <strong>de</strong> leerling zich competent genoeg voelt.<br />

Competentie en het leerplein<br />

Hoe on<strong>de</strong>rsteunt een leerplein het gevoel van competentie? Een leerplein kan veel diversiteit<br />

bie<strong>de</strong>n waardoor op maat kan wor<strong>de</strong>n gewerkt. Concreet:<br />

• multimediale voorzieningen en diverse informatiebronnen voorzien in informatie in vele<br />

vormen, passend bij <strong>de</strong> leerstijl<br />

• meer<strong>de</strong>re werkvormen en meer<strong>de</strong>re docenten aanwezig die kunnen helpen<br />

• samenwerken met an<strong>de</strong>re leerlingen (twee weten meer dan één)<br />

• aanbod van verschillen<strong>de</strong> werkwijzen, lesstof en wijze van presenteren, ge<strong>de</strong>eltelijk naar eigen<br />

keuze en niveau, et cetera.<br />

Competentie en het Bonnefanten College<br />

Hoe komt <strong>de</strong> leertuin van het Bonnefanten College tegemoet aan <strong>de</strong> basisbehoefte ‘competentie’?<br />

De ruimte is flexibel waardoor verschillen<strong>de</strong> werkvormen op maat mogelijk zijn. Daarnaast wordt<br />

gewerkt met perio<strong>de</strong>planners en wordt on<strong>de</strong>rsteuning gebo<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> evaluatie van <strong>de</strong> leertuin<br />

van het Bonnefanten College scoort <strong>de</strong> categorie ‘competentie’ het minst van <strong>de</strong> drie behoeften.<br />

Leerlingen voelen zich uitgedaagd, maar toch wordt <strong>de</strong> leertuin bestempeld als saai met te weinig<br />

afwisseling. De leerlingen zijn wel zeer positief over <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteuning.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 17


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

5.3 Autonomie<br />

De twee<strong>de</strong> basisbehoefte is autonomie. Een leerling moet ervaren dat hij of zij zelf invloed<br />

uitoefent en een eigen bijdrage aan het leerproces levert die daadwerkelijk een verschil maakt.<br />

On<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>rsteunt dit:<br />

• Docenten die autonomie on<strong>de</strong>rsteunen, in plaats van vooral controlerend aanwezig te zijn,<br />

maken meer intrinsieke motivatie, nieuwsgierigheid en behoefte aan uitdaging los. Ryan en<br />

Grolnick (1986, in Ryan & Deci, 2000),Goudswaard, 2005)<br />

• Stu<strong>de</strong>nten die wor<strong>de</strong>n gecontroleerd, bijvoorbeeld in <strong>de</strong> vorm van dreiging, summatieve<br />

evaluatie, surveillance, een <strong>de</strong>adline of een controleren<strong>de</strong> beloning zijn min<strong>de</strong>r intrinsiek<br />

gemotiveerd en verliezen initiatief (Deci & Ryan,1985)<br />

Autonomie is daarnaast een voorwaar<strong>de</strong> voor zelfstandig en zelfregulerend leren. Een metafoor<br />

van professor Cornelis (in Free, 1998) geeft prachtig <strong>de</strong> noodzaak van autonomie aan. Een<br />

kapitein op <strong>de</strong> brug wordt niet zeeziek omdat hij constant <strong>de</strong> horizon ziet en <strong>de</strong> bewegingen van<br />

het schip bepaalt en voorziet. De passagier bene<strong>de</strong>n in zijn hut, echter, herkent geen logica in alle<br />

bewegingen, kan niet zelf <strong>de</strong> wijze van varen of <strong>de</strong> richting bepalen en wordt zeeziek.<br />

Autonomie en het leerplein<br />

Een leerplein is een meer vanzelfspreken<strong>de</strong> vorm om leerlingen autonomie te verlenen dan een<br />

klaslokaal met in rijen opgestel<strong>de</strong> werkplekken. Leerlingen hebben bijvoorbeeld meer keuze in<br />

werkvormen, meer bewegingsvrijheid, zijn min<strong>de</strong>r afhankelijk van <strong>de</strong> leerkracht voor informatie<br />

door mediavoorzieningen en er is lesmateriaal met instructies dat zelfstandig te gebruiken is.<br />

Natuurlijk moet het leerplein samengaan met voldoen<strong>de</strong> begeleiding (een leerling moet zich<br />

namelijk ook competent blijven voelen).<br />

Autonomie en het Bonnefanten College<br />

Hoe komt <strong>de</strong> leertuin van het Bonnefanten College tegemoet aan <strong>de</strong> basisbehoefte ‘autonomie’?<br />

De leerlingen werken zelfstandig, met een leertaak en perio<strong>de</strong>planners en kunnen zelf kiezen waar<br />

ze werken. Er is respect voor leerling als actor in het leerproces en voor diens eigenheid.<br />

In <strong>de</strong> evaluatie scoort <strong>de</strong> categorie autonomie hoog bij leerlingen en leerkrachten. Leerlingen<br />

vin<strong>de</strong>n dat ze goed kunnen laten zien dat ze het zelf kunnen. Ze ervaren ook dat ze respect krijgen<br />

voor hun eigenheid. De on<strong>de</strong>rbouw is positief over <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> leertuin biedt om iets<br />

nieuws uit te proberen en om naar eigen keuze te werken. Dit strookt met <strong>de</strong> bevindingen uit een<br />

vergelijkend on<strong>de</strong>rzoek naar leeromgevingen (Smit, 2007): <strong>de</strong> door leerlingen ervaren autonomie<br />

is significant hoger in <strong>de</strong> nieuwe leeromgeving. De bovenbouw van het Bonnefanten College is<br />

daar niet positief over. Kanttekening daarbij is dat <strong>de</strong> leertuin voor <strong>de</strong> bovenbouw nog niet<br />

helemaal klaar was ten tij<strong>de</strong> van dit on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Er is wel dui<strong>de</strong>lijk een verschil te zien op het <strong>de</strong>elaspect ‘verantwoor<strong>de</strong>lijkheid nemen’. Leerlingen<br />

vin<strong>de</strong>n dat ze dat goed kunnen, leerkrachten zijn daar niet zeker van. Autonomie en<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid zijn lastige begrippen om te operationaliseren en meten. Leerlingen kunnen<br />

bijvoorbeeld nauwelijks vrijheid krijgen en zich toch autonoom voelen, of <strong>de</strong> vrijheid gewoon<br />

nemen. Leerkrachten kunnen vin<strong>de</strong>n dat ze autonomie geven, maar leerlingen kunnen dat heel<br />

an<strong>de</strong>rs ervaren.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 18


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

5.4 Verbon<strong>de</strong>nheid<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> basisbehoefte waaraan moet wor<strong>de</strong>n voldaan, is verbon<strong>de</strong>nheid met belangrijke<br />

an<strong>de</strong>ren, door Stevens relatie genoemd. On<strong>de</strong>rzoek laat het volgen<strong>de</strong> zien:<br />

• Veiligheid voorspelt net als autonomie meer on<strong>de</strong>rzoekend gedrag bij kleine kin<strong>de</strong>ren (Frodi,<br />

Bridges & Grolnick, 1985, in Ryan & Deci, 2000).<br />

• Kin<strong>de</strong>ren die met een vreem<strong>de</strong> volwassene werken die hen negeert en geen respons toont, zijn<br />

heel weinig intrinsiek gemotiveerd, ook al vin<strong>de</strong>n ze <strong>de</strong> taak interessant. (An<strong>de</strong>rson,<br />

Manoogian & Reznick,1976).<br />

• Ryan en Grolnick (1986, in Ryan & Deci, 2000) von<strong>de</strong>n hetzelf<strong>de</strong> bij stu<strong>de</strong>nten: stu<strong>de</strong>nten die<br />

hun docent als koud en onverschillig ervaren, hebben lagere intrinsieke motivatie. Ook<br />

verbon<strong>de</strong>nheid met me<strong>de</strong>leerlingen is van wezenlijk belang voor motivatie.<br />

Verbon<strong>de</strong>nheid en leerplein<br />

De eerste associatie met verbon<strong>de</strong>nheid en leerplein is samenwerkend leren. Op een leerplein<br />

wordt in kleinere of grotere groepen samengewerkt. Het moet wel om opdrachten gaan waarbij<br />

leerlingen elkaar daadwerkelijk nodig hebben. Samenwerken aan opdrachten die je gemakkelijker<br />

in je eentje kan doen, werkt <strong>de</strong>motiverend.<br />

Ook <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>nheid met docenten kan groter zijn op een leerplein. Dit wordt bevestigd door<br />

het on<strong>de</strong>rzoek van Zeles & Gulikers-Dinjens (2007) In een leertuin zijn meer<strong>de</strong>re groepen<br />

tegelijkertijd aan het werk met meer<strong>de</strong>re docenten. Leerlingen on<strong>de</strong>rling en ook leerlingen en<br />

docenten zien elkaar meer dan in een klassikale setting: er is meer contact en <strong>de</strong> mogelijkheid om<br />

te reageren op behoeften van <strong>de</strong> leerling is groot.<br />

Verbon<strong>de</strong>nheid en het Bonnefanten College<br />

De leertuin van het Bonnefanten College scoort hoog op <strong>de</strong> categorie relatie, vooral op het thema<br />

‘vertrouwen’. Ook het on<strong>de</strong>rzoek van Smit (2007) wijst uit dat leerlingen in <strong>de</strong> nieuwe<br />

leeromgeving significant hoger scoren op gevoel van verbon<strong>de</strong>nheid. Bei<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken laten<br />

zien dat het loslaten van <strong>de</strong> klassikale lesvorm zeker niet samen hoeft te gaan met een verloren<br />

gevoel. Integen<strong>de</strong>el. Leerlingen in nieuwe leeromgevingen hebben bedui<strong>de</strong>nd min<strong>de</strong>r<br />

vakgebon<strong>de</strong>n klassikale uren en veel praktijkuren waarin tamelijk zelfstandig wordt gewerkt en<br />

toch voelen zij meer verbon<strong>de</strong>nheid. Het nodige contact is op een an<strong>de</strong>re manier vormgegeven,<br />

bijvoorbeeld bij het plannen van <strong>de</strong> weektaak, stamtafelgesprekken, individuele<br />

voortgangsgesprekken en (peer)feedback. Maar ook omdat leerlingen en docenten elkaar letterlijk<br />

tegenkomen tij<strong>de</strong>ns het leerproces.<br />

Dat is een belangrijke bevinding. In haar on<strong>de</strong>rzoek naar een nieuwe wijze van leren in het mbo<br />

conclu<strong>de</strong>ert van Grinsven (2003) dat jongeren van <strong>de</strong>ze tijd behoefte hebben aan autonomie,<br />

maar ‘een laissez faire houding van docenten geeft leerlingen niet het benodig<strong>de</strong> gevoel van<br />

autonomie.’ (blz 99).<br />

Tot zover <strong>de</strong> psychologische voorwaar<strong>de</strong>n waaraan een leerplein moet voldoen. Wat is te zeggen<br />

over fysieke aspecten en <strong>de</strong> concrete inrichting van het leerplein?<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 19


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

6 Waar moet een leerplein aan voldoen?<br />

Fysieke aspecten<br />

6.1 De invloed van <strong>de</strong> fysieke omgeving<br />

Er is veel on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar het effect van fysieke aspecten op zich. Dit hoofdstuk biedt geen<br />

opsomming van die on<strong>de</strong>rzoeken, maar richt zich op datgene wat een link vertoont met het<br />

leerplein, <strong>de</strong> nieuwe manier van leren en <strong>de</strong> drie psychologische basisbehoeften.<br />

On<strong>de</strong>rzoek maakt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> fysieke omgeving van invloed is op mensen, prachtig<br />

geïllustreerd door een on<strong>de</strong>rzoek van Maslow & Mintz (1956, in Higgins et al,2005): mensen die<br />

foto’s moeten beoor<strong>de</strong>len zijn veel positiever over <strong>de</strong> foto’s in een ‘mooie’ ruimte dan in een<br />

‘lelijke’ ruimte. Sommer en Olsen (1980, in Higgins et al ,2005) von<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> participatie van<br />

stu<strong>de</strong>nten toenam in een ruimte die gerenoveerd was, met zachte meubels en een vrien<strong>de</strong>lijke en<br />

attractieve uitstraling. Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers laten zien dat een schone, veilige, goed<br />

on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n school een positief effect heeft op <strong>de</strong> prestaties van leerlingen (Kolleeny,2003,<br />

Peters, 2003 in Upitis, 2004)<br />

Lastig is dat on<strong>de</strong>rzoekers het vaak niet eens zijn over <strong>de</strong> mate waarin <strong>de</strong>ze aspecten een rol spelen<br />

en zeker over kleur lopen <strong>de</strong> meningen sterk uiteen. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> paragrafen passeren<br />

verschillen<strong>de</strong> aspecten van <strong>de</strong> fysieke leeromgeving en hun effecten op leerlingen <strong>de</strong> revue.<br />

Figuur 4 Verschillen<strong>de</strong> opstellingen. Bron: Fieldingnair 2006<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 20


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

6.2 <strong>de</strong> inrichting van een leerplein<br />

Waar moet <strong>de</strong> fysieke leeromgeving aan voldoen met het oog op welbevin<strong>de</strong>n en prestaties van<br />

leerlingen? Fielding (2006) past on<strong>de</strong>rzoek en best-practices toe op het ontwerpen van binnen- en<br />

buitenruimtes van scholen. De oorspronkelijk on<strong>de</strong>rzoeksresultaten wor<strong>de</strong>n door Fielding niet<br />

geleverd, maar hij <strong>de</strong>stilleert uit on<strong>de</strong>rzoek een aantal componenten.<br />

Veel verschillen<strong>de</strong> werkplekken<br />

Ten eerste wordt aangera<strong>de</strong>n om allerlei verschillen<strong>de</strong> ruimtes binnen school te realiseren om<br />

verschillen<strong>de</strong> soorten samenwerken, contacten en presenteren mogelijk te maken.<br />

• ‘Caves’, stille plekken voor individueel werken on<strong>de</strong>r toezicht van volwassenen, bijvoorbeeld<br />

door mid<strong>de</strong>l van zitjes in <strong>de</strong> vensterbank, niches, alkoven, afgeschermd door (mobiele)<br />

schermen, met een eigen belichting of an<strong>de</strong>re vloerbe<strong>de</strong>kking. Leerlingen moeten naar een<br />

plek kunnen waar het rustig is en waar ze alleen kunnen zijn (weliswaar on<strong>de</strong>r supervisie),<br />

plekken om te lezen, bijvoorbeeld (Tanner 2000). On<strong>de</strong>rzoek wijst uit dat hogere plafonds het<br />

i<strong>de</strong>e van drukte wegnemen (Ahrentzen & Evans,1984, in Higgins et al, 2005), maar dat er<br />

daarentegen meer samenwerking te zien is in ruimtes met lage plafonds. (Read et al, in<br />

Higgins et al, 2005). Deze ‘caves’ zou<strong>de</strong>n op een of an<strong>de</strong>re manier lagere plafonds moeten<br />

hebben om een bescherm<strong>de</strong> omgeving te creëren.<br />

• ‘Watering holes ‘, waar mensen bij elkaar komen om samen te werken. Ook wel ‘activity<br />

pockets’ genoemd door Tanner (2000), wat een veilige klank heeft en dui<strong>de</strong>lijke begrensd is.<br />

Het gaat om plekken waar activiteiten kunnen plaats vin<strong>de</strong>n met verschillen<strong>de</strong> groepsgrootte<br />

(Lackney, 2003).<br />

• ‘Campfire space’, geschikt om formeel en informeel te presenteren en vertellen.<br />

• Met flexibel en mobiel meubilair, kamerschermen.<br />

Lackney (2003) raadt aan om al <strong>de</strong>ze plekken waar het leren plaatsvindt te clusteren rond een<br />

kern. In die kern is on<strong>de</strong>rsteuning aanwezig van mensen en techniek, maar ook een conference<br />

room, een computerplek en een kantoorplek.<br />

Een plek waar het prettig vertoeven is<br />

Ten twee moet <strong>de</strong> school een plek zijn waar leerlingen graag willen zijn.<br />

• Comfortabele stoelen/zitjes<br />

• Veel plek en mogelijkheid om werk ten toon te stellen en presentaties te hou<strong>de</strong>n. Het tonen<br />

van werk van leerlingen door <strong>de</strong> school heen maakt <strong>de</strong> school voor alle gebruikers van school<br />

aantrekkelijker (Maxwell, 2000, in Higgins et al, 2005) en leidt bovendien tot een toename van<br />

eigenaarschap, betrokkenheid bij school en motivatie (Killeen et al, 2003, in Higgins et al<br />

2005, Tanner, 2000) Dit wordt on<strong>de</strong>rkend door leerkrachten zelf (Teacher Support Network,<br />

2007) Het is wel zaak <strong>de</strong> plekken waar wordt tentoongesteld op te nemen in het<br />

totaalontwerp.<br />

• Werk dat een zekere blijvendheid heeft – dus verwerkt in tegels of gordijnen- maakt dat<br />

leerlingen veel tevre<strong>de</strong>ner zijn in <strong>de</strong> schoolomgeving (Killeen et al 2003 in Higgins et al 2005)<br />

Het raakt aan autonomie (aan<strong>de</strong>el in je omgeving hebben) en verbon<strong>de</strong>nheid ( iets van jezelf<br />

en van je me<strong>de</strong>leerlingen om je heen).<br />

• De entree van <strong>de</strong> school, maar ook <strong>de</strong> entrees van lokalen moeten verwelkomen. (Taylor et al,<br />

1988).<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 21


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Door het binnen brengen van leven in <strong>de</strong> school wordt <strong>de</strong> school een aantrekkelijker plek om te<br />

zijn. Het heeft bovendien positieve effecten op het welbevin<strong>de</strong>n van kin<strong>de</strong>ren en spreekt ook hun<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsgevoel aan. Dat ‘leven’ kunnen planten zijn, maar ook dieren, misschien in<br />

een aquarium of een kooi. (Taylor et al, 1988)<br />

‘Compete with the shopping mall!!’ zegt Fielding. Probeer mensen te bin<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ruimte:<br />

maak van <strong>de</strong> bibliotheek een leercentrum, geef leerlingen een goe<strong>de</strong> plek om te zitten en te eten,<br />

geef leerlingen een goe<strong>de</strong> buitenruimte waar ze kunnen bewegen en elkaar kunnen ontmoeten.<br />

Allerlei plekken kunnen een bron van inspiratie zijn. Het on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el ‘Design Patterns, op <strong>de</strong> site<br />

http://www.<strong>de</strong>signshare.com/in<strong>de</strong>x.php/home laat veel verschillen<strong>de</strong> ontwerpen zien. Daarnaast<br />

is een tweetal voorbeel<strong>de</strong>n te zien van <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> gezamenlijke ruimte in het boekje<br />

‘Praktijkon<strong>de</strong>rwijs: ruimte voor ruimte’ (Poel & Waalboer, 2005,blz. 19 en 40), waaron<strong>de</strong>r een<br />

projectiescherm (in dit geval in <strong>de</strong> kantine) waar foto’s op wor<strong>de</strong>n vertoond die gemaakt zijn<br />

door een leerling.<br />

Alweer: autonomie<br />

Een onverwachts resultaat, en misschien wel een valkuil voor scholen die een nieuw gebouw<br />

betrekken, is blootgelegd door een on<strong>de</strong>rzoek van Ikpa (1992, in Department of Education,<br />

Training and Youth Affairs, 2002) Het laat zien dat hoe ou<strong>de</strong>r het gebouw is, <strong>de</strong>s te beter het<br />

gedrag van leerlingen. Een mogelijke verklaring is dat nieuwbouw vaak gepaard gaat met meer<br />

supervisie en strafmaatregelen, omdat men zuinig wil zijn op het gebouw of omdat <strong>de</strong><br />

nieuwbouw een prikkel is voor nieuw beleid. Dit grijpt terug op <strong>de</strong> psychologische basisbehoefte<br />

‘autonomie’. Meer controle en min<strong>de</strong>r autonomie zou <strong>de</strong> oorzaak kunnen zijn van min<strong>de</strong>r goed<br />

gedrag. Het is dus zaak niet te krampachtig met het nieuwe gebouw om te gaan en ook daar<br />

vrijheid durven geven.<br />

On<strong>de</strong>rzoek over leerruimtes gaat nog vaak over het klaslokaal. Een aantal bevindingen over het<br />

klaslokaal dat tevens nuttig kan zijn voor <strong>de</strong> inrichting van een leerplein, is hieron<strong>de</strong>r<br />

opgenomen.<br />

On<strong>de</strong>rscheid en een eigen plek<br />

Leerruimtes moeten zich on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van elkaar en iets eigens hebben (Garling et al,1986, in<br />

Higgins et al, 2005) Daarnaast is het aan te bevelen dat leerlingen ook een persoonlijke plek<br />

hebben. On<strong>de</strong>rzoek naar open kantoorruimtes van Brennan et al (2002, in Higgins et al, 2005)<br />

laat zien dat me<strong>de</strong>werkers niet tevre<strong>de</strong>n zijn, en dat vooral door het gebrek aan een persoonlijke<br />

plek. Bij open leerruimten is het belangrijk dat <strong>de</strong> privacy van leerlingen op een of an<strong>de</strong>re wijze<br />

wordt bewaakt. (Rivlin & Rothenberg, 1976, in Higgins et al, 2005) Dus leercentra, kleine hoekjes<br />

voor privacy, comfortabele hoekjes, ‘geheime’ hoekjes (Black,1993) en een locker binnen een<br />

eigen cluster.<br />

Opstelling<br />

Wat opvalt, is dat <strong>de</strong> opstelling van een klaslokaal een belangrijk aandachtspunt is voor<br />

leerkrachten en leerlingen. Douglas en Gifford (2001) vroegen stu<strong>de</strong>nten en leerkrachten een<br />

aantal klaslokalen te selecteren op vrien<strong>de</strong>lijkheid en preferentie. De drie belangrijkste aspecten<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 22


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

die naar voren kwamen voor leerlingen en leerkrachten waren: zicht naar buiten, comfortabel<br />

zitten en <strong>de</strong> opstelling van <strong>de</strong> tafels. De survey van Teacher Support Network (2007) geeft <strong>de</strong><br />

resultaten weer van <strong>de</strong> mening van 530 leerkrachten over <strong>de</strong> schoolomgeving. De lay out van het<br />

klaslokaal staat bij docenten bovenaan het lijstje ‘belangrijkste aspecten van <strong>de</strong> schoolomgeving’.<br />

59 % van <strong>de</strong> leerkrachten geeft aan dat ze <strong>de</strong> leeromgeving niet kunnen aanpassen om het<br />

curriculum en verschillen<strong>de</strong> leerstijlen te on<strong>de</strong>rsteunen.<br />

De effecten van <strong>de</strong> opstelling in een lokaal zijn on<strong>de</strong>rzocht en bediscussieerd.<br />

• Een opstelling in rijen past bij individuele taken en verhoogt on-task tijd (Galton et al, 1999,<br />

in Higgins et al, 2005), vooral bij min<strong>de</strong>r succesvolle en aandachtige leerlingen<br />

(Hastings,1995, in Higgins et al, 2005).<br />

• Een opstelling in rijen leidt tot een beperkte ‘action zone’: leerkrachten bestrijken slechts een<br />

<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> klas met vragen en aandacht. (Marx et al, 2000, in Higgins et al, 2005)<br />

• Bij een hoefijzervormige opstelling kunnen alle leerlingen en <strong>de</strong> leerkracht elkaar zien (Mc<br />

Namara & Waugh, 1993, in Higgins et al, 2005), het verhoogt het aantal vragen dat door<br />

leerlingen wordt gesteld (Marx et al in Higgins et al, 2005), maar <strong>de</strong> controleren<strong>de</strong>,<br />

leerkrachtgerichte manier van werken neemt toe.<br />

De belangrijkste les is misschien wel dat een leerplein op zich niet garan<strong>de</strong>ert dat er leerling-<br />

gericht wordt gewerkt. Horne (1999) vond vooral leerkracht- gecentreerd on<strong>de</strong>rwijs met weinig<br />

interactie, ongeacht <strong>de</strong> opstelling van leerlingen(in Higgins et al, 2005)!<br />

Maar als een ruimte wordt ingericht vanuit on<strong>de</strong>rwijskundige doelen, faciliteert dat het leren en<br />

heeft het een positieve invloed op <strong>de</strong> cognitieve ontwikkeling van leerlingen (Nash,1981, in<br />

Higgins et al, 2005).<br />

Figuur 5 toont <strong>de</strong> klassieke opstelling in rijen. De mobiliteit van <strong>de</strong> leerkracht heeft daar <strong>de</strong> vorm<br />

van een T: <strong>de</strong> leerkracht loopt veel bij voorste rijen en tussen <strong>de</strong> rijen in het mid<strong>de</strong>n, maar niet of<br />

nauwelijks achter in <strong>de</strong> klas of aan <strong>de</strong> zijkanten. Figuur 6 laat twee extremen van <strong>de</strong> mobiliteit van<br />

een leerkracht zien.<br />

Figuur 5: The action zone (Higgins et al 2005)<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 23


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Figuur 6: extremen van mobiliteit van <strong>de</strong> leerkracht (Horne Martin 2002)<br />

6.3 De gang als ontmoetingsplek en leeromgeving<br />

Ook <strong>de</strong> gangen kunnen fungeren als ‘on<strong>de</strong>rwijsruimte’. Als het mogelijk is, moeten <strong>de</strong> gangen<br />

gebruikt wor<strong>de</strong>n om elkaar te ontmoeten, niet alleen maar om van <strong>de</strong> ene naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re plek te<br />

komen. Zorg wel dat er supervisie is (Lackney, 2003)<br />

Verhoog <strong>de</strong> ‘Bumping rate’<br />

Upitis (2004) bekijkt en on<strong>de</strong>rzoekt on<strong>de</strong>rwijs vanuit <strong>de</strong> complexity science theory, <strong>de</strong> studie van<br />

zich aanpassen<strong>de</strong> en zelf-organiseren<strong>de</strong> systemen (Davis, 2004, in Upitis, 2004) die verklaart hoe<br />

dynamische systemen functioneren, waarin veel en veel verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers interacteren op<br />

voorspelbare en op random manieren. Het is voor on<strong>de</strong>rwijs een vrij nieuwe manier van kijken,<br />

maar sluit goed aan bij <strong>de</strong> nieuwe manieren van leren waarin autonomie, competentie en<br />

verbon<strong>de</strong>nheid een grote rol spelen. Het lijkt vreemd dat <strong>de</strong> ruimtes waar mensen elkaar<br />

ontmoeten- ook <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>lgangen en <strong>de</strong> hal – een belangrijke voorwaar<strong>de</strong> vormen, niet alleen<br />

voor het welbevin<strong>de</strong>n van leerlingen, maar zeker ook voor het presteren van leerlingen. Maar<br />

volgens <strong>de</strong> theorie kan een complex systeem alleen functioneren als <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers met elkaar in<br />

contact komen. Johnson (2001 in Upitis 2004) noemt het ‘neighbour interactions’. Ook an<strong>de</strong>re<br />

on<strong>de</strong>rzoekers benadrukken het belang van <strong>de</strong> ‘bumping rate’ in school, <strong>de</strong> mate waarin men<br />

elkaar tegenkomt, zoals Davis (2004 in Upitis 2004): in gangen, in <strong>de</strong> hal, op plekken waar je kan<br />

‘loungen’ of ‘chillen’ en natuurlijk op een leerplein. Nair en an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoekers (2002 in Upitis<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 24


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

2004) noemen daarnaast ook het belang van elkaar digitaal tegenkomen . Via Internet en<br />

bijvoorbeeld een labtop of een PDA kunnen leerlingen hun bumping rate lan<strong>de</strong>lijk en zelfs<br />

internationaal vergroten.<br />

Navigatie en landmarks<br />

Als gangen niet alleen gebruikt wor<strong>de</strong>n voor ‘transport’, dan is het belangrijke dat er routes zijn:<br />

<strong>de</strong> navigatie moet logisch zijn en opstoppingen moeten wor<strong>de</strong>n voorkomen. Dat kan door<br />

mid<strong>de</strong>l van ‘landmarks’, kleur of bewegwijzering (Tanner, 2000, Garling et al, 1986, in Higgins et<br />

al, 2005). Herkenbare features in <strong>de</strong> ruimte voor herkenbare routes in school werken positief op<br />

het welbevin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> gebruikers van het gebouw (Rupprecht,1993).<br />

6.4 De buitenruimte als ontmoetingsplek en leeromgeving<br />

Een rapport over een leerplein en dan beginnen over buitenruimte, gaat dat niet wat ver?<br />

Misschien wel ja, maar in <strong>de</strong> publicaties die zijn bekeken, wordt buitenruimte vaak in één a<strong>de</strong>m<br />

genoemd met open leeromgevingen, <strong>de</strong> inrichting van een school en met het welbevin<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

gebruikers van <strong>de</strong> school. Gebruik van <strong>de</strong> buitenruimte vergroot bovendien <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

voor differentiatie en gevarieerd lesaanbod.<br />

Het contact met buiten en <strong>de</strong> natuur wordt in verschillen<strong>de</strong> studies genoemd. Het is bijvoorbeeld<br />

belangrijk dat leerlingen het veran<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> seizoenen kunnen zien. Bovendien moet het<br />

groen toegankelijk zijn. (Fielding, 2006, Rupprecht, 1993)<br />

‘ Buiten’ kan in <strong>de</strong> inrichting terugkomen, bijvoorbeeld in het gebruik van houten meubels en<br />

natuurlijk, duurzaam materiaal. Maar ‘ buiten’ kan ook in <strong>de</strong> lessen wor<strong>de</strong>n betrokken. Het<br />

meten van regen, een zonnepaneel betrekken in <strong>de</strong> lessen, een tuinachtig iets waarin dingen<br />

verbouwd wor<strong>de</strong>n, eten op hangen voor <strong>de</strong> vogels, leerlingen inzetten voor het inrichten en<br />

bijhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> perken, et cetera.<br />

Ook Tanner (2000) en Maxwell (2000, in Higgins et al 2005) pleiten voor een goe<strong>de</strong> buitenruimte<br />

en stellen dat dit effect heeft op prestaties. In <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale situatie heeft elke klas op <strong>de</strong> begane grond<br />

een <strong>de</strong>ur met toegang tot buitenruimte.<br />

6.5 meubilair<br />

Meubilair moet on<strong>de</strong>rgeschikt zijn aan <strong>de</strong> doelstellingen van het on<strong>de</strong>rwijs en dus verschillen<strong>de</strong><br />

werkvormen mogelijk maken, zoals klein groepswerk, massale instructie, en individueel werk.<br />

Flexibiliteit is essentieel (Higgins et al, 2005) Jarman et al (2004, in Stenvenson, 2007) stellen dat<br />

een ruimte waar veel mogelijk is, creativiteit stimuleert en een gevoel van verbon<strong>de</strong>nheid creëert.<br />

De flexibiliteit kan tot in extremen wor<strong>de</strong>n doorgevoerd: in Alpha High School in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong><br />

Staten hebben leerkrachten mobiele bureaus. (Locker & Olson, 2003). Het Bonnefanten College<br />

heeft mobiel meubilair, inclusief kasten en ict-<strong>de</strong>sks.<br />

Het gebruik van zacht, gezellig en gemakkelijk meubilair wordt aangera<strong>de</strong>n voor het creëren van<br />

plekken om informeel samen te werken of om even te ‘chillen’ . Het kan echter tegenstrijdig zijn<br />

met <strong>de</strong> noodzaak om ruimtes stofvrij en allergievrien<strong>de</strong>lijk in te richten (Smedje & Norback in<br />

Higgins et al 2005). Een aandachtspunt, dus.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 25


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

6.6 Ict<br />

Ict zal een steeds grotere rol gaan spelen in on<strong>de</strong>rwijs. Het gaat dan niet alleen om hard ware,<br />

maar ook om lesmateriaal dat on line zal zijn, in plaats van boeken van papier (Stevenson, 2007).<br />

Het is van belang dat scholen zich daar op voorberei<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld door scholing van<br />

docenten, maar ook bij het inrichten van on<strong>de</strong>rwijsruimtes.<br />

Maar dat on<strong>de</strong>rwijs niet meer on<strong>de</strong>r gebruik van ict uit kan, is een negatief uitgangspunt. Is Ic<br />

goed voor on<strong>de</strong>rwijs, goed voor motivatie en een goed instrument voor een leerplein?<br />

Ict en leerplein<br />

Martens (2007) gaat veel ver<strong>de</strong>r in zijn betoog over <strong>de</strong> rol die ict zal gaan spelen in het on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Het eigenaarschap van kennis, <strong>de</strong> persoon of instantie die kennis produceert en distribueert<br />

veran<strong>de</strong>rt wezenlijk. Als voorbeel<strong>de</strong>n noemt Martens <strong>de</strong> websites You tube, e-bay en Wikipedia,<br />

waarbij gebruikers zowel consument als producent zijn, informatie halen, maar ook maken en<br />

brengen. Martens laat vervolgens zien dat bij <strong>de</strong>ze websites aan <strong>de</strong> drie psychologische<br />

basisbehoeften wordt voldaan die zo belangrijk zijn voor motivatie: er wordt veel vrijheid gegeven<br />

(autonomie) in een omgeving die toch veilig is door dui<strong>de</strong>lijke spelregels en -sociale- controle<br />

(verbon<strong>de</strong>nheid). Het gaat om geavanceer<strong>de</strong> techniek, die toch goed hanteerbaar is<br />

(competentie). En er vindt geen beoor<strong>de</strong>ling plaats door een leraar of een an<strong>de</strong>re volwassene. Het<br />

gebruik van ICT, kortom, kan een zeer bruikbaar instrument zijn om te voldoen aan <strong>de</strong> drie<br />

psychologische basisbehoeften.<br />

De vijf scholen die <strong>de</strong>elnamen aan het on<strong>de</strong>rzoek van Oberon (2007) hebben als doelstelling<br />

leerlingen te motiveren door het gebruik van ict. Oberon conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>de</strong> scholen daar in<br />

slagen:<br />

• on<strong>de</strong>rwijs wordt aantrekkelijker met inzet van ict: <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van leerlingen is<br />

gemotiveerd aan het werk<br />

Ver<strong>de</strong>r conclu<strong>de</strong>ert Oberon dat ict op <strong>de</strong>ze scholen een geschikt hulpmid<strong>de</strong>l is bij:<br />

• zelfstandig leren werken.<br />

• het betrekken van leerlingen bij school en huiswerk doordat meer autonomie en<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid mogelijk is.<br />

• <strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> zelfwaar<strong>de</strong>ring van leerlingen: trots om hun werk te presenteren, trots als<br />

ze peers of <strong>de</strong> leerkracht kunnen helpen.<br />

• beter rekening hou<strong>de</strong>n met verschillen tussen leerlingen: Ict biedt veel<br />

differentiatiemogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Dus nogmaals: ja, ict is een goed instrument, omdat het naadloos aansluit bij het bevor<strong>de</strong>ren van<br />

intrinsieke motivatie en bij <strong>de</strong> doelstellingen van een leerplein. Hoe kan ict in <strong>de</strong> klas<br />

vormgegeven wor<strong>de</strong>n?<br />

Beleid en draagvlak<br />

Voor succesvol gebruik van ict in het on<strong>de</strong>rwijs is evenwicht nodig tussen visie, kennis en<br />

vaardighe<strong>de</strong>n, educatieve software/content en ict infrastructuur. (Oberon 2007). Volgens Oberon<br />

komt ren<strong>de</strong>ment van ict niet voort uit een visie op ict-gebruik an sich, maar uit een dui<strong>de</strong>lijke<br />

visie op on<strong>de</strong>rwijs in het geheel en op welke wijze ict daarvoor ingezet kan wor<strong>de</strong>n.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 26


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Lei<strong>de</strong>rschap is nodig om die visie te formuleren, maar zeker ook om draagvlak te creëren en <strong>de</strong><br />

visie vervolgens in beleid en actie om te zetten en om vervolg te garan<strong>de</strong>ren. Oberon raadt aan om<br />

die verschillen<strong>de</strong> stappen op papier te zetten, zodat blijven<strong>de</strong> aandacht gegaran<strong>de</strong>erd is.<br />

Ook voor ict geldt dat er draagvlak moet zijn on<strong>de</strong>r leerkrachten en dat zij zich ict in <strong>de</strong> klas<br />

moeten toe-eigenen. (Higgins and Haal 2002, in Higgins et al 2005). En ook voor ict geldt dat <strong>de</strong><br />

aanwezigheid ervan niet garan<strong>de</strong>ert dat het on<strong>de</strong>rwijs veran<strong>de</strong>rt. De introductie van interactieve<br />

whitebords is daar een mooi voorbeeld van. Zon<strong>de</strong>r aandacht te geven aan <strong>de</strong>ze vorm van ict als<br />

mid<strong>de</strong>l in <strong>de</strong> nieuwe leeromgeving, blijft het interactieve whitebord het traditionele schoolbord<br />

met krijtje, maar dan digitaal. (Smith et al in progress, Higgins et al 2005).<br />

Ict, kennis en vaardighe<strong>de</strong>n<br />

Daarnaast dienen docenten en leerlingen over voldoen<strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n te<br />

beschikken om ict te gebruiken in het on<strong>de</strong>rwijs. Voor bei<strong>de</strong>n kan dat scholing betekenen.<br />

Leerlingen zijn weliswaar handig op computers, maar vaak beperkt zich dat tot bepaal<strong>de</strong><br />

vaardighe<strong>de</strong>n. Als in <strong>de</strong> school met een elektronische leeromgeving wordt gewerkt, is het goed om<br />

daar meteen in <strong>de</strong> eerste klas mee te beginnen.<br />

Ict integreren, niet apart hou<strong>de</strong>n<br />

Tanner (2000) stelt dat computers geïntegreerd moeten zijn in het curriculum, in lesmetho<strong>de</strong>n en<br />

ook in <strong>de</strong> ruimte. Dat betekent geen aparte computerruimtes, maar ict-faciliteiten door <strong>de</strong> school<br />

heen. Leerlingen moeten op bepaal<strong>de</strong> plekken met allerlei techniek en vooral met ict kunnen<br />

werken. In scholen waar dit goed geregeld is en waar voldoen<strong>de</strong> computers beschikbaar zijn voor<br />

stu<strong>de</strong>nten, wordt beter gepresteerd.<br />

Een voorbeeld van integratie van ict in het on<strong>de</strong>rwijs, een project dat on<strong>de</strong>rzocht is door Martens<br />

(2008), is in dit rapport opgenomen als bijlage.<br />

Ict en stopcontacten<br />

Van pragmatische aard is het feit dat <strong>de</strong> integratie van ict ook fysiek gestalte moet krijgen.<br />

Volgens een on<strong>de</strong>rzoek van Heppell et al (2004) is dat een zuur ‘leermoment’ van veel<br />

nieuwbouw: ict wordt vaak aan het ein<strong>de</strong> van het traject toegevoegd, waardoor er bijvoorbeeld te<br />

weinig stopcontacten zijn en snoeren niet mooi verwerkt kunnen wor<strong>de</strong>n. Het Bonnefanten<br />

College heeft mobiele ict-units, waardoor <strong>de</strong> nodige flexibiliteit gegaran<strong>de</strong>erd is zon<strong>de</strong>r dat dat<br />

betekent dat er met snoeren en aansluitingen gegoocheld moet wor<strong>de</strong>n.<br />

Soft ware, beschikbaarheid, beheer en on<strong>de</strong>rsteuning<br />

De beschikbaarheid van voldoen<strong>de</strong> en passen<strong>de</strong> software en inhoud is een volgen<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong><br />

om ren<strong>de</strong>ment te halen uit ict, dat ook weer afgestemd moet zijn op <strong>de</strong> visie van <strong>de</strong> school. De<br />

Ict-infrastructuur, vervolgens, betreft <strong>de</strong> beschikbaarheid van computers, netwerken en<br />

internetverbindingen, maar ook het beheer ervan en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning bij het gebruik. Een<br />

computer en vooral een netwerk dat niet goed functioneert, kan zwaar frustreren. Sommige<br />

scholen schakelen <strong>de</strong> ict-af<strong>de</strong>ling van een nabijgelegen ROC in.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 27


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Ict en inrichting<br />

Met behulp van een PDA of een labtop geeft <strong>de</strong> school zichzelf en <strong>de</strong> leerlingen enorm veel<br />

flexibiliteit. Het sluit eveneens aan bij <strong>de</strong> plannen die <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> heeft voor het door<br />

leerlingen documenten van competenties.<br />

Daarnaast kan wor<strong>de</strong>n gekozen voor een aantal vaste computers, wat meteen een aantal<br />

pragmatische consequenties heeft. De processors kunnen bijvoorbeeld gebruikt wor<strong>de</strong>n als<br />

tussenschot, zoals te zien is op verschillen<strong>de</strong> afbeeldingen van leerpleinen. Bij groepswerk kunnen<br />

schermen en grote apparaten juist belemmerend werken.<br />

Zelfs vaste pc’s kunnen vrij flexibel wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n door het gebruik van verrijdbaar pc-<br />

meubilair waarbij niet alle kabels af- en aangesloten hoeven wor<strong>de</strong>n.<br />

6.7 Licht, kleur en lucht<br />

Licht<br />

Naar <strong>de</strong> effecten van licht is veel on<strong>de</strong>rzoek gedaan en wor<strong>de</strong>n sterke meningen geuit, maar er<br />

zijn weinig eenduidige conclusies. (Higgins et al 2005). Hieron<strong>de</strong>r een aantal bevindingen op een<br />

rijtje:<br />

• Zicht op buiten. ‘Views overlooking life’ zegt Tanner (2000). Dat is wat an<strong>de</strong>rs dan scholen<br />

met ramen hoog in <strong>de</strong> muur geplaatst zodat je niet wordt afgeleid door <strong>de</strong> buitenwereld! ‘Kids<br />

in such schools focus less on learning en more on escape’ (Fielding 2006) als ze teveel zijn<br />

afgeschermd van <strong>de</strong> buitenwereld.<br />

• Daglicht heeft <strong>de</strong> meest positieve effecten op prestaties van leerlingen (Fielding 2006,<br />

Earthman 2004 in Higgins et al 2005)<br />

• Daarnaast wordt het gebruik van het volle spectrum gepolariseerd licht aangera<strong>de</strong>n, omdat<br />

het niet flikkert. In een omgeving waar computers wor<strong>de</strong>n gebruikt, is dat van extra belang<br />

(Barnitt 2003 in in Higgins et al 2005). Het gaat in dit rapport te ver om bepaal<strong>de</strong> licht-<br />

in<strong>de</strong>xwaar<strong>de</strong>n te adviseren, maar lampen die het daglicht heel dicht bena<strong>de</strong>ren zijn<br />

verkrijgbaar en aanbevelingswaardig.<br />

Een heel an<strong>de</strong>r aspect is verlichting in combinatie met ict. Het gebruik van digibor<strong>de</strong>n wordt<br />

steeds gewoner in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs. Over <strong>de</strong> plek van het digibord en <strong>de</strong> lichtinval heeft<br />

De Jong (2008) een aantal aandachtspunten geformuleerd voor <strong>de</strong> Titus Brandsmaschool in<br />

Delft. De school heeft wensen geformuleerd en advies ingewonnen bij een bedrijf dat<br />

gespecialiseerd is in verlichting en bij een raadgevend ingenieursbureau, gespecialiseerd in<br />

utiliteitsbouw, scholen en gezondheidszorg. Aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>ze bevindingen is een speciaal<br />

verlichtingsconcept ontwikkeld. Hierbij krijgt het gehele klaslokaal een verlichting conform <strong>de</strong><br />

norm, én blijft het interactieve bord dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar zon<strong>de</strong>r contrastverlies. Ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong><br />

adviezen zijn opgenomen bij <strong>de</strong> bevindingen achter in het rapport. Tot slot wordt vermeld dat dit<br />

plan op maat is gemaakt, inclusief lichtmetingen. Er is ook hier dus geen blauwdruk.<br />

Kleur<br />

Net als bij licht is veel on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> effecten van kleur. Kleur heeft dui<strong>de</strong>lijk effect op<br />

breinactiviteiten, er wor<strong>de</strong>n sterke meningen geuit, maar <strong>de</strong> conclusies zijn wellicht nog min<strong>de</strong>r<br />

eenduidig dan bij on<strong>de</strong>rzoeksresultaten over licht (Higgins et al, 2005).<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 28


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Koele kleuren zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> concentratie verhogen, warme kleuren lei<strong>de</strong>n tot een beter humeur, et<br />

cetera. Dat rood agressie veroorzaakt, groen kalmerend is en neutrale kleuren het beste zijn<br />

omdat ze niet aflei<strong>de</strong>n, verwijst Fielding (2006b) naar het land <strong>de</strong>r fabelen. On<strong>de</strong>rzoek wijst ook<br />

uit dat een goed op elkaar afgestemd kleurenpalet, waarbij lichtere kleuren en accenten van<br />

diepere, donker<strong>de</strong>r kleuren wor<strong>de</strong>n gebruikt, een stimuleren<strong>de</strong> omgeving biedt die het leren<br />

bevor<strong>de</strong>rt.<br />

Een aantal bevindingen op een rij die voor <strong>de</strong> <strong>Praktijkschool</strong> van belang kunnen zijn.<br />

• Volgens een on<strong>de</strong>rzoek van Maxwell (2000, in Higgins et al, 2005) vin<strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>ren kleur in <strong>de</strong><br />

school belangrijk en <strong>de</strong> muren in hun school vaak niet uitnodigend en saai.<br />

• Jongere kin<strong>de</strong>ren prefereren hel<strong>de</strong>re kleuren, adolescenten prefereren meer ge<strong>de</strong>kte kleuren<br />

(Engelbrecht, 2003, in Higgins et al, 2005).<br />

• Een monotoon kleurenschema kan samenhangen met een hoger absenteïsme. (Walstrom<br />

2007)<br />

• Interessant is het experiment waarin leerlingen min<strong>de</strong>r fouten maken in <strong>de</strong> ruimten die<br />

geschil<strong>de</strong>rd zijn in hun favoriete kleur (Bross & Jackson, 1981, in Higgins et al, 2005) !! Dus<br />

ook hier speelt weer <strong>de</strong> psychologische basisbehoefte autonomie een rol.<br />

Lucht en temperatuur<br />

Lucht en temperatuur wor<strong>de</strong>n even aangestipt, omdat ook hier uitkomsten zijn gevon<strong>de</strong>n, die<br />

stroken met eer<strong>de</strong>r theorieën en bevindingen in dit rapport.<br />

Extremen van slechte lucht en veel geluid zijn slecht, daar zijn <strong>de</strong> conclusies eenduidig over.<br />

Slechte ventilatie heeft negatieve effecten op leerlingen en leerkrachten. Ook temperatuur (te<br />

warm of te koud) heeft invloed op welbevin<strong>de</strong>n en prestaties (Higgins et al, 2005) .<br />

Interessanter voor <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> is dat het begrip autonomie hier weer om <strong>de</strong> hoek komt<br />

kijken: als stu<strong>de</strong>nten zelf invloed kunnen uitoefenen op temperatuur en frisse lucht, dan maakt<br />

dat verschil in <strong>de</strong> beleving er van. Dus <strong>de</strong> verwarming zelf wat hoger of lager kunnen zetten, zelf<br />

een raam open kunnen doen, dat heeft invloed op het welbevin<strong>de</strong>n. (Fielding, 2006)<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 29


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

7 Vanuit <strong>de</strong> leerling-populatie bekeken<br />

De leerling-populatie van praktijkon<strong>de</strong>rwijs is aan het begin van <strong>de</strong>ze rapportage kort<br />

omschreven. Naast leerlingen met een laag IQ heeft <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> een aantal leerlingen in<br />

huis met lichte vormen van ASS, ADHD, NLD en an<strong>de</strong>re stoornissen.<br />

Wat betekent een leerplein voor <strong>de</strong>ze leerlingen en aan welke eisen moet het voldoen?<br />

7.1 Leerlingen met een laag IQ<br />

Veel artikelen die over een laag IQ han<strong>de</strong>len, gaan vooral in op zware problematiek als moeilijk<br />

opvoedbaar en <strong>de</strong>linquent gedrag. Over leerlingen die een laag IQ hebben en ver<strong>de</strong>r niets<br />

‘mankeren’, is weinig tot geen on<strong>de</strong>rzoek te vin<strong>de</strong>n dat gerelateerd is aan welbevin<strong>de</strong>n, motivatie,<br />

prestatie, zeker niet in relatie tot fysieke aspecten van <strong>de</strong> leeromgeving.<br />

7.2 Leerlingen met ASS<br />

In grote lijnen hebben mensen met aan autisme verwante stoornissen, in dit rapport ver<strong>de</strong>r ASS<br />

genoemd, moeite met het zien van samenhang tussen dingen en gebeurtenissen. Daarnaast<br />

kunnen ze zich moeilijk verplaatsen in een an<strong>de</strong>r. Dat uit zich in tekortkoming in vaardighe<strong>de</strong>n<br />

rondom sociale relaties en situaties, in communicatie en taalgebruik, in verbeelding- en<br />

voorstellingsvermogen, in belangstelling en activiteiten. Er is bovendien een afwijken<strong>de</strong><br />

prikkelgevoeligheid en motoriek. (Baltussen e.a. 2003, in Förrer, Jansen en Kenter 2004)<br />

Zoals al eer<strong>de</strong>r opgemerkt ziet <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> vooral <strong>de</strong> kansen en voor<strong>de</strong>len van een<br />

leerplein voor <strong>de</strong>ze leerlingen. Dit wordt bevestigd door <strong>de</strong> literatuur. Het leren op een leerplein,<br />

waarbij het samenwerkend leren en het werken in groepen een belangrijke werkvorm is, biedt<br />

kansen aan leerlingen met ASS, in ie<strong>de</strong>r geval op het sociale vlak (Pijl, 2005).<br />

Samenwerken<br />

Pijl (2005) on<strong>de</strong>rzocht samenwerking tussen peers met en zon<strong>de</strong>r beperking. Het lijkt<br />

tegenstrijdig om coöperatieve leervormen te gebruiken bij leerlingen die moeite hebben met<br />

sociale relaties en interacties, maar samenwerkend leren biedt <strong>de</strong>ze leerlingen juist kansen die<br />

klassikale werkvormen niet bie<strong>de</strong>n.<br />

Peers zon<strong>de</strong>r beperking kunnen wor<strong>de</strong>n ingezet bij het ontwikkelen van sociale vaardighe<strong>de</strong>n van<br />

leerlingen met beperkingen. Dat blijkt een effectieve aanpak te zijn voor het verbeteren van<br />

sociale vaardighe<strong>de</strong>n en interactie van leerlingen met ASS. Peers die daarvoor wor<strong>de</strong>n ingezet,<br />

wor<strong>de</strong>n getraind in het a<strong>de</strong>quaat reageren op <strong>de</strong> reacties van <strong>de</strong> leerlingen met beperkingen. Het<br />

gaat om han<strong>de</strong>lingen als voordoen, aanmoedigen en belonen. Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken (Kamps<br />

et al 1995, Hunt et al 1994 in Pijl 2005) laten zien dat <strong>de</strong> sociale vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> leerlingen<br />

met beperkingen verbeteren en dat het samenwerken op <strong>de</strong>ze manier <strong>de</strong> prestaties van bei<strong>de</strong><br />

groepen leerlingen ten goe<strong>de</strong> komt! Aangezien samenwerkend leren goed past bij een leerplein,<br />

kan <strong>de</strong>ze werkwijze voor leerlingen met ASS op een natuurlijke wijze wor<strong>de</strong>n geïntegreerd. Dat<br />

werken in groepsverband positieve effecten kan hebben op leerlingen met ASS wordt bevestigd<br />

door Dreissen & En<strong>de</strong>dijk (2006, in En<strong>de</strong>dijk et al, 2008), mogelijk omdat het <strong>de</strong> gelegenheid<br />

biedt tot observatieleren door leerlingen met ASS.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 30


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Samenwerkend leren is overigens geen won<strong>de</strong>rmid<strong>de</strong>l voor sociale integratie: weliswaar<br />

verbeteren <strong>de</strong> sociale vaardighe<strong>de</strong>n, maar stempels en hokjesgeest zijn sterker dan het<br />

daadwerkelijke gedrag dat een leerling vertoont.<br />

De inrichting<br />

De aanbevelingen die wor<strong>de</strong>n gedaan voor ‘echte autisten’ kunnen wellicht een richtlijn zijn bij<br />

het inrichten van een leerruimte voor leerlingen met ASS. Het is aan te ra<strong>de</strong>n dat een aantal<br />

individuele werkplekken wordt ingericht die tamelijk prikkelvrij zijn. Ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong><br />

aanbevelingen voor <strong>de</strong>ze werkplekken staan bij <strong>de</strong> aanbevelingen achter in dit rapport.<br />

Afhankelijk van <strong>de</strong> mate waarin het autisme zich manifesteert, kan een leerling een eigen –<br />

prikkelvrije- werkplek wor<strong>de</strong>n toegewezen. De literatuur vermeldt niets over in welke mate <strong>de</strong>ze<br />

leerlingen afgezon<strong>de</strong>rd moeten kunnen werken.<br />

Het voorbeeld dat is gegeven, zie figuur 7, is weliswaar voor kleine kin<strong>de</strong>ren, maar kan als<br />

inspiratie dienen. De lokalen van <strong>de</strong> autisme-groepen op <strong>de</strong> Jan Baptistenschool lijken eigenlijk<br />

op een leerplein in het klein. Er is rekening gehou<strong>de</strong>n met individuele behoeften en in het lokaal<br />

zijn mogelijkhe<strong>de</strong>n voor het werken in groepen. De foto’s laten plekken met flinke tussenschotten<br />

zien, maar ook handig geplaatste individuele werkplekken tussen <strong>de</strong> stellingen.<br />

Figuur 7 Voorbeel<strong>de</strong>n van inrichting voor prikkelgevoelige leerlingen<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 31


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Structuur en overzicht<br />

Heine en Wennekers (2006, in En<strong>de</strong>dijk et al, 2008) hebben uit een literatuurstudie drie aspecten<br />

ge<strong>de</strong>stilleerd die een positieve invloed hebben op <strong>de</strong> prestaties van leerlingen met ASS, namelijk<br />

het structureren van <strong>de</strong> omgeving, het uitlokken van communicatieve interactie en het aanpassen<br />

van taalaanbod. An<strong>de</strong>ren noemen ook <strong>de</strong> behoefte aan voorspelbaarheid en een leeromgeving die,<br />

binnen die kenmerken, toch ook mogelijkhe<strong>de</strong>n geeft om relaties aan te gaan en te exploreren<br />

(Baltussen et al, 2003, in Förrer, Jansen & Kenter, 2004).<br />

De activiteiten die op het leerplein wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen moeten dus voorspelbaar, gestructureerd<br />

en overzichtelijk zijn, on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> leerkracht met concreet taalgebruik. Förrer, Jansen en<br />

Kenter (2004) noemen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> concrete werkwijzen:<br />

• Observeren<br />

• Met <strong>de</strong> leerlingen in gesprek gaan<br />

• Afspraken maken<br />

• Structuur geven, dagin<strong>de</strong>ling geven<br />

• Sociale vaardighe<strong>de</strong>n expliciet aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> stellen en oefenen.<br />

• Werken in tweetallen<br />

• Coöperatieve werkvormen met een gestructureer<strong>de</strong> opbouw.<br />

• Rollen toewijzen (materiaalbaas, stilte-kapitein, tijdbewaker)<br />

• Dagoverzicht<br />

• In stukjes knippen en structureren van een taak (Koegel, et al 2003 in En<strong>de</strong>dijk et al, 2008).<br />

• Voorspelbaarheid inlassen (geeft meer motivatie en min<strong>de</strong>r probleemgedrag (Koegel et al,<br />

2003, in En<strong>de</strong>dijk et al , 2008).<br />

Deze werkwijzen vertonen zeker overlap met het werken op een leerplein en kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

gebruikt voor alle leerlingen. Het ver<strong>de</strong>len van rollen bijvoorbeeld is in regulier on<strong>de</strong>rwijs een<br />

heel geaccepteer<strong>de</strong> manier om leerlingen gestructureerd te laten samenwerken. Het maken van<br />

een planning is een taak voor alle leerlingen. Het in gesprek gaan met <strong>de</strong> leerling valt on<strong>de</strong>r<br />

reflectie en is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el dat verschillen<strong>de</strong> scholen opnemen in <strong>de</strong> nieuwe wijze van werken,<br />

bijvoorbeeld in <strong>de</strong> vorm van pop- of voortgangsgesprekken, feedback en – in wat groter verband-<br />

stamtafelgesprekken.<br />

Een belangrijke bevinding voor het leerplein van <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> is dat leerlingen met ASS<br />

het prettig vin<strong>de</strong>n om met een computer werken en het <strong>de</strong> prestaties ten goe<strong>de</strong> komt: een leerling<br />

is re<strong>de</strong>lijk afgeschermd, computerprogramma’s zijn vaak gestructureerd met veel visuele<br />

informatie en directe feedback.<br />

Als een leeromgeving sterk veran<strong>de</strong>rt, is houvast voor leerkrachten over het omgaan met bepaal<strong>de</strong><br />

leerlingen wellicht gewenst. Een HAVO in Ubbergen heeft een methodiek ontwikkeld waarbij elke<br />

leerlingen met ASS een persoonlijke handleiding krijgt. Een leerling met ASS gaf <strong>de</strong>ze handleiding<br />

<strong>de</strong> naam “ Bijsluiter’: ‘Het is net als bij medicijnen, je moet <strong>de</strong> gebruiksaanwijzing goed lezen.’ (pag.<br />

40). De Bijsluiter is een individueel document, samengesteld door alle betrokkenen en bevat<br />

specifieke, individuele informatie. (Wichers, Bots & Hassen, 2008).<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 32


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

7.3 Leerlingen met NLD<br />

De site van ‘Balans’, een lan<strong>de</strong>lijke vereniging voor ou<strong>de</strong>rs van kin<strong>de</strong>ren met<br />

ontwikkelingsstoornissen bij leren en/of gedrag zegt het volgen<strong>de</strong> over NLD:<br />

‘NLD is een afkorting van <strong>de</strong> Engelse term Non-verbal Learning Disabilities……Op zich kan <strong>de</strong>ze<br />

term verwarring geven, omdat kin<strong>de</strong>ren met dit beeld verbaal zeer vaardig kunnen overkomen,<br />

maar toch problemen kunnen hebben met bepaal<strong>de</strong> aspecten van taal (met name <strong>de</strong> betekenis en<br />

het begrip van talige boodschappen).<br />

………..het gaat om een specifiek profiel van vaardighe<strong>de</strong>n en tekorten bij <strong>de</strong><br />

informatieverwerking van zintuiglijke prikkels. De auditieve informatie (het horen) wordt beter<br />

verwerkt dan <strong>de</strong> informatie die via zien en voelen binnenkomen.<br />

De problemen uiten zich in <strong>de</strong> motoriek, het ruimtelijk inzicht, het inzicht in oorzaak-gevolg-<br />

relaties, <strong>de</strong> schoolse vaardighe<strong>de</strong>n bij rekenen en schrijven, het werktempo en het 'sociale<br />

snapvermogen'. ‘<br />

Een boek met praktische tips voor verzorgers en ou<strong>de</strong>rs, gebaseerd op on<strong>de</strong>rzoek, maar niet direct<br />

te herlei<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> oorspronkelijke artikelen, geeft <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> sterke en zwakke punten van<br />

leerlingen met NLD (Baert & Van<strong>de</strong>rbeck, 2006)<br />

Tabel 3: Sterke en zwakke punten van leerlingen met NLD Bron: Baert & Van<strong>de</strong>rbeck, 2006<br />

Vaardighe<strong>de</strong>n/sterkten Tekorten/zwakten<br />

• Auditief waarnemen<br />

• Omgaan met bekend materiaal<br />

• Produceren van klanken<br />

• Mon<strong>de</strong>ling begrijpen<br />

• Mon<strong>de</strong>ling herhalen<br />

• Mon<strong>de</strong>linge vaardigheid<br />

• Schrijfmotoriek ( op latere leeftijd)<br />

• Spellen<br />

• Letterlijk geheugen<br />

• Visueel-ruimtelijk waarnemen<br />

• Omgaan met nieuw materiaal<br />

• Visueel onthou<strong>de</strong>n<br />

• Accenten leggen, intonatie<br />

• ‘Begrijpen ‘van zinnen<br />

• Zinnen combineren tot teksten en conversaties<br />

• Fijne motoriek<br />

• Begrijpend lezen<br />

• Een aantal aspecten van wiskun<strong>de</strong><br />

• Sociaal-emotionele vaardighe<strong>de</strong>n (kunnen<br />

functioneren in een groep)<br />

• Aanpassen aan nieuwe situaties<br />

• Emotionele stabiliteit<br />

Uit dit overzicht valt op te maken dat leerlingen met NLD vooral ingesteld zijn op horen en oraal<br />

taalgebruik. In een omgeving waar instructies steeds meer op schrift – of op scherm- staan, is dit<br />

een aandachtspunt. Voor een <strong>de</strong>el overlappen <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong>ze leerlingen met die van<br />

leerlingen met ASS. De sociaal-emotionele vaardighe<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n getraind in het<br />

groepsleren en aangezien <strong>de</strong>ze kin<strong>de</strong>ren moeite hebben met nieuwe dingen, moeten ook zij<br />

wor<strong>de</strong>n voorbereid en een hel<strong>de</strong>re structuur gebo<strong>de</strong>n krijgen.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 33


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

7.4 Leerlingen met ADHD<br />

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disor<strong>de</strong>r en wordt omschreven als een<br />

aandachtstoornis. Leerlingen met ADHD zijn hyperactiviteit, impulsief en vaak ook motorisch<br />

niet helemaal gecontroleerd. School moet helpen met impulsbeheersing en bij het vormgeven van<br />

structuur.<br />

De leerlingen zijn gebaat bij het maken van afspraken, het bie<strong>de</strong>n van structuur en het stellen van<br />

hel<strong>de</strong>re doelen. Het is belangrijk dat ze warmte, competentie en autonomie ervaren (Förrer,<br />

Jansen & Kenter, 2004). Bij samenwerkend leren moet <strong>de</strong> leerkracht het doel van samenwerken<br />

bepalen, afhankelijk van wat <strong>de</strong> leerling al kan. Bij het samenwerken moet wor<strong>de</strong>n begonnen met<br />

basale samenwerkingsvormen in een prikkelarme omgeving of een rustige plek in <strong>de</strong> klas. Het<br />

ver<strong>de</strong>len van rollen biedt veel houvast en structuur. Materiaal baas of aanmoediger zijn geschikte<br />

rollen voor kin<strong>de</strong>ren met ADHD omdat <strong>de</strong> leerling dan mag lopen of ‘druk’ mag doen.<br />

Omgekeerd kan <strong>de</strong> rol van ‘stilte kapitein’ goed werken om te leren stil zijn als dat gevraagd<br />

wordt.<br />

Een leerplein en <strong>de</strong> nieuwe wijzen van leren zijn volkomen verschillend van in <strong>de</strong> schoolbank<br />

zitten en luisteren. Wellicht biedt het meer mogelijkhe<strong>de</strong>n om druk gedrag en teveel aan energie<br />

en impulsen te kanaliseren (Förrer, Jansen & Kenter 2004).<br />

7.5 Leeftijd, on<strong>de</strong>rbouw en bovenbouw<br />

Over het inrichten van een leeromgeving in relatie tot leeftijd is weinig bekend.<br />

On<strong>de</strong>rzoek van Jolles wijst uit dat het brein pas rond het 20 e levensjaar helemaal volgroeid is om<br />

zelfregulerend te kunnen werken. Dat wil niet zeggen dat in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> daarvoor mensen niet in<br />

staat zijn tot zelfregulatie. Volgens Ros (2007) stellen sommige neuro-wetenschappers dat het<br />

juist belangrijk is dat zelfstandig leren en zelfregulatie getraind wordt op jonge leeftijd. Het geeft<br />

echter wel aan dat jongere leerlingen meer begeleid moeten wor<strong>de</strong>n dan ou<strong>de</strong>re leerlingen. Dat<br />

geldt voor elke jongere, maar voor een leerling van <strong>de</strong> praktijkschool in meer<strong>de</strong>re mate.<br />

Boekaerts en Simons (1995) zeggen over zelfstandig leren: ‘ Bepalend is niet <strong>de</strong> mate waarin<br />

leerlingen <strong>de</strong> vrijheid krijgen om dingen zelf te doen, dan wel gedwongen wor<strong>de</strong>n zelf beslissingen<br />

te nemen, maar <strong>de</strong> mate waarin zij docentfuncties overnemen.’ (blz. 242) Ze beschrijven <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> taken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n die in het leerproces langzamerhand en geleid<br />

verschuiven van leerkracht naar leerling.<br />

Van docent-gestuurd naar leerling-gestuurd<br />

Boekaerts en Simons on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n drie on<strong>de</strong>rwijsregimes waarin verschillen<strong>de</strong> functies<br />

verschuiven van docent-gestuurd naar leerling-gestuurd.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 34


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Tabel 2 On<strong>de</strong>rwijsregimes en leerfuncties<br />

On<strong>de</strong>rwijsregime 1 On<strong>de</strong>rwijsregime 2 On<strong>de</strong>rwijsregime 3<br />

Docent-gestuurd Ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> sturing Leerling-gestuurd<br />

In <strong>de</strong> hand alle leerfuncties regulatiefuncties geen leerfuncties<br />

hou<strong>de</strong>n<br />

Activeren voorbereidings- verwerkingsfuncties regulatiefuncties<br />

functies<br />

Overlaten geen leerfuncties voorbereidings- voorbereidings-<br />

functies functies<br />

verwerkingsfuncties<br />

On<strong>de</strong>r leerfuncties wor<strong>de</strong>n voorbereidingsfuncties, verwerkingsfuncties en regulatiefuncties<br />

verstaan. Voor <strong>de</strong> volledig uitgeschreven functies verwijs ik u naar bijlage 1. Het schema kan<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt om zelfregulerend leren te bespreken met het team en stapsgewijs te verwerken<br />

in opdrachten. Ook kan het als basis dienen om reflectie- en evaluatiegesprekken met leerlingen<br />

vorm te geven .<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 35


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

8 Visie, beleid en draagvlak<br />

Aan <strong>de</strong> basis van elke succesvolle veran<strong>de</strong>ring staan visie, beleid en draagvlak. Wat is <strong>de</strong> visie van<br />

school, welke ontwikkelingen en uitgangspunten horen daarbij, wat zijn <strong>de</strong> activiteiten die daar<br />

uit voortkomen en welke bouwstenen zijn daarbij nodig, fysiek maar vooral eerst:<br />

on<strong>de</strong>rwijskundig (KPC, 2003).<br />

Voor een leeromgeving ingericht kan wor<strong>de</strong>n, moet goed wor<strong>de</strong>n nagedacht over <strong>de</strong> doestellingen<br />

en <strong>de</strong> werkwijzen die men wil nastreven. Het heeft namelijk implicaties voor <strong>de</strong> wijze waarop<br />

opdrachten wor<strong>de</strong>n vormgegeven en <strong>de</strong> ruimtes wor<strong>de</strong>n ingericht, <strong>de</strong> hoeveelheid en het soort<br />

plekken die wor<strong>de</strong>n gecreëerd, eventuele scholing van docenten, <strong>de</strong> manieren en het vormgeven<br />

van assessment, het aantal mensen dat ingezet moet/kan wor<strong>de</strong>n op een bepaald aantal leerlingen.<br />

De betrokkenen zullen <strong>de</strong> meest mogelijke en onmogelijk vagen aan zichzelf moeten stellen op<br />

allerlei gebie<strong>de</strong>n.<br />

Er is geen blauwdruk voor het ontwerp van een school. Het is van belang dat verschillen<strong>de</strong><br />

partijen betrokken zijn en samenwerken in het proces, en dan vooral docenten en leerlingen<br />

(Fullan, 1996)<br />

“Teachers should be consulted more in classroom <strong>de</strong>sign and layout. Too often <strong>de</strong>cisions are ma<strong>de</strong><br />

by non-teachers, and layout has a big impact on behavior and control of the classroom.’ Teacher<br />

support network (2007)<br />

Maar ook ou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> buurt kunnen wor<strong>de</strong>n betrokken. Vakmensen op het gebied van<br />

(binnenhuis)architectuur, licht en kleur horen samen te werken met <strong>de</strong> gebruikers van het<br />

gebouw en te luisteren naar hun wensen. Sommige kunstenaars zijn er in gespecialiseerd om<br />

samen met gebruikers <strong>de</strong> ruimte te ‘bewerken’ . Het is <strong>de</strong> mate van betrokkenheid en <strong>de</strong> manieren<br />

waarop <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> partijen betrokken zijn bij het ontwerp die het succes bepalen. Sterker<br />

nog: een ontwerp dat niet wordt gedragen door <strong>de</strong> gebruikers en dat niet gepaard gaat met<br />

gedragsveran<strong>de</strong>ring, zal niet werken zoals het bedoeld is (Higgins et al, 2005) ! Gebruikers voelen<br />

zich empowered, vertonen meer tevre<strong>de</strong>nheid en het ontwerp is sterker, meer geschikt voor het<br />

doel, als gebruikers betrokken zijn (Sundstrom in Higgins et al, 2005, McGregor, 2004, in<br />

Victorian Insitute of Teaching, 2007).<br />

Het beleid betreft niet alleen <strong>de</strong> visie die vooraf gaat aan <strong>de</strong> vernieuwing, het betreft ook <strong>de</strong><br />

ingebruikneming en <strong>de</strong> continuatie er van. De realisatie van het leerplein is niet het ein<strong>de</strong> van het<br />

traject, maar het begin. Schoolleiding, leerkrachten en an<strong>de</strong>re betrokkenen zullen continu bewust<br />

<strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën van het leerplein in praktijk moeten brengen. Twee voorbeel<strong>de</strong>n, al<br />

eer<strong>de</strong>r in dit rapport gebruikt, om het belang daarvan te on<strong>de</strong>rstrepen:<br />

• Het interactieve whitebord wordt vaak gebruikt als traditioneel schoolbord, maar dan digitaal<br />

met een speciale stift in plaats van een krijtje.<br />

• Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> opstelling van leerlingen vond vooral leerkracht-gecentreerd on<strong>de</strong>rwijs<br />

met weinig interactie, ongeacht <strong>de</strong> opstelling van leerlingen!<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 36


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

9 Aanbevelingen aan <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong><br />

In dit hoofdstuk zijn <strong>de</strong> aanbevelingen, ge<strong>de</strong>stilleerd uit on<strong>de</strong>rzoek en voorbeel<strong>de</strong>n, puntsgewijs<br />

per on<strong>de</strong>rwerp bij elkaar gezet.<br />

9.1 Psychologische basisbehoeften: competentie, autonomie en verbon<strong>de</strong>nheid<br />

Grijp <strong>de</strong> leeromgeving aan om te voldoen aan <strong>de</strong> drie basisbehoeften die motivatie<br />

on<strong>de</strong>rsteunen en ver<strong>de</strong>r ontwikkelen.<br />

competentie Het gevoel van competentie kan wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund en gevoed door:<br />

• verschillen<strong>de</strong> bronnen van informatie te bie<strong>de</strong>n die geraadpleegd kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

wanneer <strong>de</strong> leerling dat nodig heeft (boeken, Internet, dvd’s, tijdschriften,<br />

kranten).<br />

• te on<strong>de</strong>rsteunen bij het zoeken naar informatie, niet alleen inhou<strong>de</strong>lijk, maar ook<br />

hoe moet wor<strong>de</strong>n gezocht.<br />

• gevraagd en ongevraagd hulp te bie<strong>de</strong>n.<br />

• te reflecteren op inhoud en proces: hoe pak je iets aan, wat gaat goed, wat niet, hoe<br />

kun je verbeteren, et cetera.<br />

• verschillen<strong>de</strong> leerkrachten op <strong>de</strong> leervloer: ie<strong>de</strong>r heeft z’n kracht en specialisme,<br />

leerlingen kunnen werken met wie het klikt.<br />

• leerlingen samen te laten werken: twee weten meer dan een.<br />

• allerlei werkvormen en werkomgevingen aan te bie<strong>de</strong>n. Zo komen verschillen<strong>de</strong><br />

leerstijlen en intelligenties aanbod.<br />

• leerstof in verschillen<strong>de</strong> niveaus aan te bie<strong>de</strong>n.<br />

• realistische contexten aan te bie<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> receptie van <strong>de</strong> school, <strong>de</strong> kantine, <strong>de</strong><br />

groenvoorziening om <strong>de</strong> school, et cetera.<br />

Het gevoel van autonomie kan wor<strong>de</strong>n versterkt door leerlingen keuze te geven in:<br />

• werkwijze<br />

• on<strong>de</strong>rwerp<br />

• wanneer iets moet wor<strong>de</strong>n gedaan<br />

• wijze van presenteren<br />

Vanzelfsprekend dient dit stapsgewijs te wor<strong>de</strong>n ingevoerd.<br />

Daarnaast kunnen leerlingen wor<strong>de</strong>n betrokken bij:<br />

• <strong>de</strong> inrichting<br />

• het bepalen van regels<br />

• beoor<strong>de</strong>len van werk<br />

Het gevoel van verbon<strong>de</strong>nheid kan wor<strong>de</strong>n versterkt door:<br />

• leerlingen te laten samenwerken<br />

• meer vanzelfsprekend contact tussen leerlingen en docenten te regelen.<br />

• stamtafelgesprekken, individuele reflectiegesprekken.<br />

• meer als gemeenschap samenwerken, dus leerlingen laten werken bij <strong>de</strong> receptie en<br />

in <strong>de</strong> kantine.<br />

• contact te zoeken met <strong>de</strong> buurt, bijvoorbeeld voor wat on<strong>de</strong>rhoudswerk in <strong>de</strong> tuin,<br />

een twee<strong>de</strong> hands kledingwinkel, et cetera.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 37


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

9.2 <strong>Leerplein</strong><br />

<strong>Leerplein</strong> &<br />

eigenaarschap<br />

<strong>Leerplein</strong> &<br />

flexibiliteit<br />

<strong>Leerplein</strong> &<br />

structuur/<br />

overzicht<br />

• Betrek leerkrachten bij <strong>de</strong> vormgeving en inrichting van het leerplein: wat zijn <strong>de</strong> wensen,<br />

wat moet er zeker komen te staan, et cetera.<br />

• Schakel een binnenhuisarchitect in van wie je het werk mooi vindt en die wil<br />

samenwerken met leerkrachten en eventueel ook met leerlingen.<br />

• Geef leerlingen voortdurend een aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> inrichting. Concrete voorbeel<strong>de</strong>n:<br />

- Stroken stof als gordijnen. Per ‘lichting’ zetten leerlingen hun gezicht op <strong>de</strong> stroken<br />

met een sjabloontechniek. De stroken wor<strong>de</strong>n ververst als een klas weggaat en als er<br />

een klas bijkomt.<br />

- Afschermingen zoals schotten of kamerschermen, kunnen elk jaar opnieuw<br />

beschil<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n. De oudste groep van een af<strong>de</strong>ling is aan het begin van het jaar<br />

aan <strong>de</strong> beurt (project met een (graffiti-)kunstenaar?).<br />

• Geef leerlingen die <strong>de</strong> overstap van het ou<strong>de</strong> naar het nieuwe gebouw meemaken, een<br />

aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> inrichting die permanent is. Concrete voorbeel<strong>de</strong>n:<br />

- In het Edison College hebben leerlingen samen met een kunstenaar woor<strong>de</strong>n op<br />

ramen en wan<strong>de</strong>n gezet.<br />

- Tegels voor het schoolplein beschil<strong>de</strong>ren.<br />

- Een kunstwerk of een zitelement maken voor <strong>de</strong> entree of <strong>de</strong> buitenplek die bestaat<br />

uit afzon<strong>de</strong>rlijke tegels of reliëfjes door leerlingen gemaakt.<br />

• Geef elk leerplein (en elke ruimte) een eigen i<strong>de</strong>ntiteit, bijvoorbeeld met behulp van<br />

kleur.<br />

• Zorg voor voldoen<strong>de</strong> plekken op het leerplein waar werk van leerlingen tentoongesteld<br />

kan wor<strong>de</strong>n:<br />

- muren die geschikt zijn<br />

- prikbor<strong>de</strong>n<br />

- wissellijsten<br />

- vitrinekasten<br />

- een scherm in <strong>de</strong> pauzeruimte waarop werk van leerlingen te zien is (bijvoorbeeld<br />

een fotoserie van <strong>de</strong> bouw).<br />

• Geef leerlingen een eigen plek op het leerplein. Niet een vaste zitplaats, maar een kastje,<br />

een locker en/of een plank.<br />

• Differentiatie is een belangrijk on<strong>de</strong>rwijskundig aspect van het leerplein. Zorg voor<br />

flexibiliteit van meubilair en ruimte. Concreet:<br />

- Meubilair dat zowel in losse eenhe<strong>de</strong>n als samengevoegd gebruikt kan wor<strong>de</strong>n.<br />

- Schuifwan<strong>de</strong>n of grote <strong>de</strong>uren.<br />

- Kamerschermen of schotten: zeer flexibel inzetbaar, visueel heel sterk begrenzend en<br />

–potentieel- esthetisch.<br />

- Verplaatsbare kastwan<strong>de</strong>n.<br />

- Verplaatsbare ict-units.<br />

• Streef bij <strong>de</strong> inrichting van ‘computerlokalen’ of een leertuin naar overzichtelijke en<br />

kleine werkplekgroepen in verband met werkklimaat, or<strong>de</strong> en beheersbaarheid.<br />

• Breng dui<strong>de</strong>lijk herkenbaarheid aan in <strong>de</strong> werkplekken van individueel naar familiy naar<br />

exten<strong>de</strong>d familiy – en als schoolbreed wordt gedacht- naar school community tot<br />

eventueel <strong>de</strong> neighbourhood. Dat kan door kleur, door bepaal<strong>de</strong> tekens, door woor<strong>de</strong>n, et<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 38


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

<strong>Leerplein</strong> &<br />

goe<strong>de</strong><br />

voorbeel<strong>de</strong>n<br />

<strong>Leerplein</strong> &<br />

ver<strong>de</strong>r<br />

9.3 Gangen en hallen<br />

Gangen<br />

en hallen<br />

cetera.<br />

• Zorg voor veel verschillen<strong>de</strong> soorten werkplekken voor communiceren in groepen,<br />

presenteren en luisteren in groepen, meer formeel, meer informeel, stilteplekken, gezellige<br />

plekjes om je even terug te trekken en te chillen.<br />

• Goed be<strong>de</strong>nken hoeveel ruimte nodig is : hoeveel klassen, hoeveel leerlingen, computers<br />

en verschillen<strong>de</strong> zitplekken. Leerlingen, materiaal en computers vreten ruimte.<br />

• Maak van het leerplein ook een echt cluster, zodat daadwerkelijk meer<strong>de</strong>re leerkrachten<br />

aanwezig zijn en differentiatie mogelijk is. Leerkrachten kunnen elkaar ook opvangen in<br />

geval van ziekte of scholing. Concreet:<br />

- zichtlijnen door <strong>de</strong> ruimte heen.<br />

- zicht vanuit <strong>de</strong> lokalen op het leerplein.<br />

• Kijk naar en maak gebruik van goe<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n, niet alleen in on<strong>de</strong>rwijs, maar naar<br />

grote ruimtes die zijn ingericht voor veel mensen bij elkaar, zoals cafés, bibliotheken,<br />

musea, La Place, het restaurant van IKEA, et cetera.<br />

• Kijk op http://www.<strong>de</strong>signshare.com/in<strong>de</strong>x.php/home<br />

• Maak <strong>de</strong> omgeving aantrekkelijk zodat leerlingen graag op school zijn:<br />

- Zitjes<br />

- ‘Leven<strong>de</strong> have’ in school, zoals planten en eventueel dieren.<br />

• Word geen controlefreak door <strong>de</strong> nieuwbouw. Ook <strong>de</strong> nieuwbouw is een plek om te<br />

gebruiken, niet om alleen maar zuinig op te zijn.<br />

• Betrek waar mogelijk <strong>de</strong> buitenruimte in <strong>de</strong> lessen.<br />

• Verwacht bij zelfregulatie nog geen volwassen resultaat. Ga stapsgewijs te werk.<br />

• Sociale processen spelen een grote rol bij motivatie en bij leren: speel daar op in door een<br />

rolmo<strong>de</strong>l te zijn of in te zetten, voordoen, hardop het interne proces verwoor<strong>de</strong>n,<br />

herhalen, op maat bie<strong>de</strong>n.<br />

• Bouw bewust momenten van zelfregulatie in over hoe taken aangepakt kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

De metafoor ‘koken’ kan goed van dienst zijn omdat daar vaardighe<strong>de</strong>n als plannen<br />

(be<strong>de</strong>nken wat je gaat koken), voorberei<strong>de</strong>n (boodschappen doen), het proces bewaken<br />

(brand er niets aan, is dit <strong>de</strong> logische volgor<strong>de</strong>), assesment en feedback (is het lekker en<br />

wat kan er beter) bij horen.<br />

• Fysieke veran<strong>de</strong>ringen lei<strong>de</strong>n niet vanzelfsprekend tot <strong>de</strong> doelen. Dus zelfstandig leren of<br />

zelfregulerend leren gaat niet vanzelf door <strong>de</strong> leeromgeving. Samenwerkend leren gaat<br />

ook niet vanzelf. Leerlingen bij elkaar zetten leidt ook niet vanzelf tot samenwerkend<br />

leren. Overal moet bewust aan gewerkt wor<strong>de</strong>n.<br />

• Zelfstandig werken wil niet zeggen dat er is geleerd: geef goe<strong>de</strong> uitleg, herhaal stof, geef<br />

feedback over manier van werken, ga in gesprek.<br />

• Maak een warm entree, met kleur, eventueel met planten, een dui<strong>de</strong>lijke zicht op <strong>de</strong><br />

receptie en met een menselijke maat.<br />

• Zorg voor goe<strong>de</strong> routes met bewegwijzering via bepaal<strong>de</strong> kleuren of kenmerken.<br />

• Maak gangen meer dan alleen ‘een plek om ergens te komen’. Indien mogelijk met zitjes,<br />

tentoonstellingen, et cetera.<br />

• Maar maak wel dui<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rscheid tussen looproutes en plekken met an<strong>de</strong>re functies.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 39


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

9.4 Meubilair<br />

Meubilair • Zorg voor comfortabele zitplekken<br />

9.5 ICT<br />

Ict &<br />

visie<br />

Ict &<br />

gebruik<br />

Ict &<br />

beheer<br />

Ict &<br />

scholing<br />

• Zorg voor flexibele, verplaatsbare meubels.<br />

• Zorg voor eenhe<strong>de</strong>n die samen een groter geheel kunnen vormen.<br />

• Denk aan min<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> plekken om te zitten. Neem het woord ‘<br />

vensterbank’ letterlijk en maak daar individuele zitjes om te lezen of even rustig te zitten.<br />

• Werk bewust aan een visie op ict.<br />

• De visie op ict moet voorkomen uit <strong>de</strong> schoolbre<strong>de</strong> visie.<br />

• Zorg voor draagvlak voor <strong>de</strong>ze visie: betrek leerkrachten.<br />

• Stem <strong>de</strong> keuze van hardware en software af op <strong>de</strong>ze visie: gaat het vooral om<br />

informatie, gaat het om vaardighe<strong>de</strong>n die geoefend moeten kunnen wor<strong>de</strong>n, gaat het<br />

om het laten zien van werk, moet het zelfstandigheid bevor<strong>de</strong>ren, moet contact met<br />

werkgevers mogelijk zijn? De vragen op dit soort antwoor<strong>de</strong>n bepaalt <strong>de</strong> hardware<br />

en software.<br />

• Zorg voor blijven<strong>de</strong> aandacht voor ict door punten op papier te zetten.<br />

• Zorg voor flexibiliteit: schaf ict-hardware aan die op veel manieren en in veel<br />

settings gebruikt kan wor<strong>de</strong>n, zoals labtops of PDA’s.<br />

• Indien wordt gewerkt met een elektronische leeromgeving, doe dat meteen vanaf het<br />

eerste jaar<br />

• Integreer het gebruik van ict in het gehele on<strong>de</strong>rwijs. Dat betekent ict faciliteiten<br />

door het gehele gebouw heen. Toepassingen zijn legio, maar om een i<strong>de</strong>e te geven:<br />

- filmpjes downloa<strong>de</strong>n, maar ook zelf maken<br />

- foto’s downloa<strong>de</strong>n of zelf maken<br />

- contact met an<strong>de</strong>re scholen on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n<br />

- portfolio<br />

- werk van leerlingen op een groot scherm tonen<br />

• Door gebruik van ict werken leerlingen zelfstandiger. Controleer regelmatig of<br />

leerlingen <strong>de</strong> stof daadwerkelijk begrijpen<br />

• Zet <strong>de</strong> ict-<strong>de</strong>skundigheid van leerlingen in waar mogelijk: laat ze elkaar en <strong>de</strong> docent<br />

helpen.<br />

• Wissel ict af met an<strong>de</strong>re werkvormen.<br />

• Zorg voor goed beheer en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> ict-voorzieningen.<br />

• Een goe<strong>de</strong>, bereikbare help<strong>de</strong>sk is essentieel.<br />

• Schakel <strong>de</strong> ict-af<strong>de</strong>ling van een nabijgelegen ROC met ict-af<strong>de</strong>ling in.<br />

• Zorg voor goed afsluitbare opbergruimte.<br />

• Zorg voor oplaadstations.<br />

• Besteed aandacht aan <strong>de</strong> ict-basisvaardighe<strong>de</strong>n van docenten: verzorg interne of<br />

externe scholing, afhankelijk van <strong>de</strong> vraag van docenten en van <strong>de</strong> visie, zoals:<br />

- Leren omgaan met <strong>de</strong> elektronische leeromgeving<br />

- Leren omgaan met smartboard<br />

- Leren websites bouwen en filmpjes te maken<br />

• Besteed aandacht aan <strong>de</strong> ict-basisvaardighe<strong>de</strong>n van leerlingen: ze zijn vaak veel bezig<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 40


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Ict &<br />

uitwisseling<br />

met<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<br />

Ict &<br />

licht<br />

9.6 Licht, kleur en geluid<br />

licht,<br />

kleur<br />

en lucht<br />

met <strong>de</strong> computer, maar <strong>de</strong> vaardighe<strong>de</strong>n kunnen beperkt zijn. Ga bijvoorbeeld<br />

voorkennis na van Word en zoekvaardighe<strong>de</strong>n.<br />

• Werk samen met an<strong>de</strong>re scholen. Lesstof, ervaringen en ‘tips and trics’ , kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n uitgewisseld.<br />

• Kennisnet is een partner om mee samen te werken. Zij bie<strong>de</strong>n kennis en ervaringen,<br />

on<strong>de</strong>rsteuning en on<strong>de</strong>rzoek.<br />

• Computers moeten handig wor<strong>de</strong>n opgesteld ten opzichte van het licht van buiten<br />

en afgeschermd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

• Voor licht in combinatie met een digibord gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> aanbevelingen:<br />

- Bekijk elke situatie op zich, er is geen blauwdruk.<br />

- Plaats <strong>de</strong> TL balken evenwijdig aan het digibord.<br />

- Maak een aantal armaturen dicht bij het bord flexibel, dus aan te passen aan<br />

omstandighe<strong>de</strong>n.<br />

- Gebruik hoogfrequente TL balken met <strong>de</strong> kleurco<strong>de</strong> ‘gebroken wit’.<br />

- Breng zonwerend glas aan.<br />

- Beng zonwering aan.<br />

- Gebruik jaloezieën aan <strong>de</strong> binnenkant aan.<br />

• Veel daglicht is het allerbeste.<br />

• Zorg voor zicht naar buiten.<br />

• Maak gebruik van ‘volle spectrum gepolariseerd licht’ . Een goe<strong>de</strong><br />

binnenhuisarchitect of een gespecialiseer<strong>de</strong> verlichtingzaak kan daar in adviseren.<br />

• Breng kleur aan.<br />

• Geen primaire kleuren.<br />

• Wel warme kleuren.<br />

• Niet alleen maar lichte kleuren.<br />

• Wissel donker af met lichtere tinten.<br />

• Laat leerlingen, indien mogelijk, kiezen.<br />

• Kleur: efficiënt om on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> ruimtes aan te geven.<br />

• Zorg ervoor dat <strong>de</strong> gebruikers van het gebouw zelf invloed uit kunnen oefen (een<br />

raam kunnen openzetten)<br />

Geluid • Probeer oplossingen te be<strong>de</strong>nken voor onrust. Dat is <strong>de</strong>els iets dat bij een leerplein<br />

hoort, maar <strong>de</strong>els een kwestie van akoestiek:<br />

- Tapijt of geluidabsorberend materiaal en plafondbe<strong>de</strong>kking.<br />

- Een systeem met stoplichten (rood = stil, oranje = fluisteren, groen = op<br />

overlegvolume) of iets <strong>de</strong>rgelijks.<br />

- Zorg voor rustige werkplekken.<br />

- Zorg voor een goe<strong>de</strong> akoestiek. (En dat in balans met een anti-allergene<br />

omgeving!!!) Een goe<strong>de</strong> binnenhuisarchitect kan daar in adviseren. Maar ook <strong>de</strong><br />

GGD Hollands Mid<strong>de</strong>n heeft mensen en programma’s in huis om te adviseren<br />

over allerlei aspecten van het binnenklimaat. (www.ggdhm.nl)<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 41


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

9.7 Leerlingpopulatie<br />

Leerlingen met<br />

ASS<br />

&<br />

samenwerken<br />

Leerlingen met<br />

ASS & het<br />

leerplein<br />

Leerlingen met<br />

ASS &<br />

structuur<br />

Leerlingen met<br />

ASS & ver<strong>de</strong>r<br />

Leerlingen met<br />

NLD &<br />

leerplein<br />

Leerlingen met<br />

NLD &<br />

samenwerken<br />

Leerlingen met<br />

ADHD &<br />

leerplein<br />

Leerlingen met<br />

NLD &<br />

samenwerken<br />

9.8 Beleid<br />

• Laat leerlingen met ASS samenwerken met leerlingen zon<strong>de</strong>r beperkingen<br />

• Train <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> leerlingen daar in.<br />

• Laat <strong>de</strong> leerkrachten <strong>de</strong> groepen waarin wordt samengewerkt samenstellen<br />

• Maak een rolver<strong>de</strong>ling. Voor leerlingen met ASS: materiaalbaas, stiltekapitein,<br />

tijdbewaker.<br />

• Zorg voor individuele werkplekken met:<br />

- beperkt zicht naar buiten<br />

- tussenschotten of tussen muurtjes of kasten<br />

- weinig afleiding, vrij kaal<br />

• Gebruik <strong>de</strong> computerplekken ook als individuele werkplek.<br />

• Deel kasten overzichtelijk en logisch in.<br />

• Leg niet te veel overbodige dingen neer.<br />

• Ruim spullen op die niet direct gebruikt gaan wor<strong>de</strong>n.<br />

• Geef een dagoverzicht.<br />

• Bereid leerlingen voor, maak <strong>de</strong> omgeving en <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n. voorspelbaar<br />

• Communiceer veel en nadrukkelijk en grijp allerlei momenten daar voor aan.<br />

• Maak een ‘Bijsluiter’ voor elke leerling met ASS.<br />

• Biedt veel mon<strong>de</strong>ling en via luisteren aan.<br />

• Geef niet alle instructies en teksten op schrift.<br />

• Laat leerlingen met NLD samenwerken met leerlingen zon<strong>de</strong>r beperkingen<br />

• Train <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> leerlingen daar in.<br />

• Laat <strong>de</strong> leerkrachten <strong>de</strong> groepen waarin wordt samengewerkt samenstellen<br />

• Breng structuur aan – bijvoorbeeld via een dagoverzicht- en stel hel<strong>de</strong>re<br />

doelen.<br />

• Gebruik een prikkelarme omgeving of een rustige plek in <strong>de</strong> klas.<br />

• Biedt structuur en houvast, bijvoorbeeld door rollen.<br />

• Materiaalbaas of aanmoediger zijn geschikte rollen. Stiltekapitein kan ook<br />

juist goed werken.<br />

Beleid • Het is al gezegd bij <strong>de</strong> inrichting van het leerplein, maar vanwege het belang er van<br />

wordt het on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kop ‘beleid’ nog eens herhaald: betrek leerkrachten bij <strong>de</strong><br />

ontwikkelingen en inrichting rond <strong>de</strong> leerpleinen.<br />

• Start met <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsontwikkelingen die je nastreeft. Vertaal dat naar activiteiten en<br />

dan naar inrichting en meubilair.<br />

• Evalueer <strong>de</strong> ruimte continu, met een audit elke 5 jaar.<br />

• Communiceer veel: leerkrachten hebben op een leerplein meer met elkaar te maken<br />

dan in <strong>de</strong> situatie waar ie<strong>de</strong>r een eigen lokaal heeft. Dat kan lastig zijn. Erken dit en<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 42


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Beleid en<br />

werkwijzen<br />

communiceer.<br />

• Een tip van het Bonnefanten College daarover is: stel <strong>de</strong> teams, die samenwerken,<br />

bewust samen.<br />

• Evalueer tij<strong>de</strong>ns en na een perio<strong>de</strong>, bijvoorbeeld door<br />

- een opmerkingenschrift, vooral voor heel concrete zaken.<br />

- evaluatiegesprekken met leerkrachten, leerlingen en ou<strong>de</strong>rs.<br />

• Zoek samenwerking met opleidingen en bedrijven, niet alleen vanwege <strong>de</strong> stages van<br />

leerlingen, maar voor allerlei zaken. Door samenwerking en sponsoring is veel meer<br />

mogelijk dan als school alleen.<br />

• Durf leerlingen ook een aan<strong>de</strong>el (autonomie) te geven bij het opstellen van regels in <strong>de</strong><br />

school.<br />

• Termen als ‘zelfregulerend leren’, ‘ competentie’ en ‘ autonomie’ zijn lastig te<br />

<strong>de</strong>finiëren en moeilijk te meten. Juist daarom moet daar goed aandacht aan wor<strong>de</strong>n<br />

besteed. Zorg voor hel<strong>de</strong>re begrippen, benoem dingen, maak ze concreet en vind<br />

manieren om ze in het on<strong>de</strong>rwijs in te bed<strong>de</strong>n en te meten. Het schept voor<br />

leerkrachten en leerlingen hel<strong>de</strong>rheid.<br />

• Daar aan verbon<strong>de</strong>n is het ontwikkelen in het team van een gezamenlijke, eenduidige<br />

taal. Wat wil je bereiken met je leeromgeving en wat zijn <strong>de</strong> kenmerken ervan? Een<br />

goe<strong>de</strong> omschrijving (die ook weer niet tot keurslijf moet verwor<strong>de</strong>n) en een<br />

gezamenlijke taal zorgt voor een consistente uitvoering.<br />

• De leerfuncties in bijlage 1 en <strong>de</strong> stappen van docent-gestuurd naar leerling-gestuurd<br />

on<strong>de</strong>rwijs kunnen als basis dienen voor een taal en voor eenduidigheid. Zo ook het<br />

hoofdstuk over <strong>de</strong> drie basisbehoeften.<br />

Communicatie • Communicatie is een belangrijk instrument om beleid om te zetten in praktijk. Dat kan<br />

verschillen<strong>de</strong> vormen krijgen:<br />

- studiemiddagen<br />

- bedrijfsuitjes met inhoud<br />

- een tij<strong>de</strong>lijk bulletin speciaal voor <strong>de</strong> nieuwbouw, leerplein en on<strong>de</strong>rwijskundige<br />

veran<strong>de</strong>ringen<br />

- bijeenkomsten over het vormgeven van lessen en opdrachten op een leerplein<br />

- bewust praten over hoe competentie, autonomie en verbon<strong>de</strong>nheid kan wor<strong>de</strong>n<br />

bevor<strong>de</strong>rd op een leerplein<br />

- begrippen <strong>de</strong>finiëren: wat verstaan we on<strong>de</strong>r zelfstandig leren? En wanneer is het<br />

zelfregulatie?<br />

- Hoe kunnen we leerlingen uitleggen wat zelfregulatie is (werken met metaforen)<br />

- Et cetera.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 43


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

10 Tot slot<br />

Deze rapportage zal wor<strong>de</strong>n afgesloten met een aantal conclusies. Daarnaast wordt een aantal<br />

aanbevelingen uit het geheel gelicht, omdat zij volgens <strong>de</strong> review belangrijk zijn, maar<br />

tegelijkertijd vaak ook een valkuil. Tot slot wordt ingegaan op vervolgon<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong><br />

effectiviteit van <strong>de</strong> leerpleinen van <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong>.<br />

10.1 Conclusies en accenten<br />

De eerste conclusie is dat uit het materiaal van dit rapport blijkt dat een leerplein een geschikte<br />

vorm kan zijn voor het inrichten van on<strong>de</strong>rwijs van een praktijkschool. Goed gehanteerd maakt<br />

een leerplein veel differentiatie mogelijk, differentiatie qua docent, werkvormen, opdrachten,<br />

groepssamenstelling, keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n, et cetera. Dit sluit goed aan bij <strong>de</strong> doelstellingen van<br />

het praktijkon<strong>de</strong>rwijs -zelfredzaamheid, arbeidstoeleiding, persoonlijke vorming en goed<br />

burgermanschap-, die om on<strong>de</strong>rwijsvormen vragen waarin leerlingen een veel actiever aan<strong>de</strong>el<br />

hebben dan in het meer traditioneel ingericht on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Variatie<br />

Het is in <strong>de</strong> tekst vaak genoemd en ook in <strong>de</strong> aanbevelingen komt dit aspect ruim aan bod, maar<br />

het is van belang dat het leerplein ingericht wordt als een ruimte waarin gevarieerd geleerd kan<br />

wor<strong>de</strong>n. Een leerplein is niet hetzelf<strong>de</strong> als een lokaal, maar dan in het groot. We hebben<br />

voorbeel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> praktijk gezien waarbij een leerplein niets an<strong>de</strong>rs is dan een lokaal in het groot<br />

waar twee klassen tegelijkertijd frontaal klassikaal les kregen.<br />

Accent: Waak ervoor om toch niet alleen rechte stoelen, hoge tafels en rijen computers neer te<br />

zetten. Richt bewust hoekjes, knusse plekken, grotere (lees)tafels, individuele plekken in. Wissel<br />

knus af met zakelijk, individueel met collectief, zon<strong>de</strong>r en met ict, et cetera.<br />

Bewust gebruik maken van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en faciliteiten die een leerplein biedt<br />

De eerste conclusie is met enige voorzichtigheid geformuleerd. Een twee<strong>de</strong> conclusie is namelijk<br />

dat alleen <strong>de</strong> inrichting van een leerplein <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige veran<strong>de</strong>ringen niet te weeg zal<br />

brengen. Variatie in werkplekken is geen garantie voor gevarieer<strong>de</strong> werkvormen. On<strong>de</strong>rzoek<br />

toont dat aan en we hebben het ook in <strong>de</strong> praktijk gezien.<br />

Accent: schoolleiding, leerkrachten en an<strong>de</strong>re betrokkenen zullen continu bewust aan het<br />

leerproces moeten werken en bewust moeten profiteren van <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len die een leerplein biedt.<br />

Werkvormen gebruiken om leerlingen een gevoel van competentie, autonomie en verbon<strong>de</strong>nheid<br />

te laten ervaren, realistische contexten creëren en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> school zelf biedt om<br />

een realistische context te zijn uitnutten, leerlingen zelfstandig laten werken, et cetera. Het<br />

leerplein faciliteert en vergemakkelijkt dit.<br />

flexibiliteit<br />

De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> conclusies is flexibiliteit. Flexibiliteit is om een aantal re<strong>de</strong>nen noodzakelijk.<br />

Ten eerste is het (nog) niet helemaal dui<strong>de</strong>lijk op welke wijze een inrichting effectief is, of er meer<br />

samenwerkingsplekken nodig zijn of juist niet, of leerlingen zich helemaal moeten kunnen<br />

afzon<strong>de</strong>ren of niet. Schuiven met het meubilair moet mogelijk zijn, inzichten in hoe een leerplein<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 44


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

werkt als het eenmaal is gerealiseerd moeten kunnen wor<strong>de</strong>n gebruikt voor verbeteringen.<br />

Daarnaast on<strong>de</strong>rsteunt <strong>de</strong> flexibiliteit <strong>de</strong> variëteit, <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Accent: zorg voor variëteit in meubels, in ict, in informatie, in begelei<strong>de</strong>rs, in werkplekken, et<br />

cetera.<br />

Betrek <strong>de</strong> gebruikers<br />

De vier<strong>de</strong> belangrijke conclusie is dat schoolleiding, leerkrachten, leerlingen en het liefst ook<br />

ou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> buurt betrokken moeten zijn bij <strong>de</strong> school en bij <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> school. In <strong>de</strong><br />

aanbevelingen staat een aantal mogelijkhe<strong>de</strong>n genoemd.<br />

Accent: Wees realistisch en pragmatisch, maar wees ook creatief in het betrekken van mensen.<br />

Het betekent dat enige controle en sturing losgelaten zal moeten wor<strong>de</strong>n. En dat is precies wat<br />

an<strong>de</strong>ren autonomie en eigenaarschap geeft. Schakel <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n binnen school in om<br />

leerlingen een aan<strong>de</strong>el te geven in <strong>de</strong> aankleding (zoals <strong>de</strong> textieldocent en <strong>de</strong> docent<br />

houtbewerken, en voor <strong>de</strong> opening van <strong>de</strong> school bijvoorbeeld <strong>de</strong> bloemenaf<strong>de</strong>ling) of mensen<br />

van buitenaf.<br />

10.2 Vervolgon<strong>de</strong>rzoek<br />

Uit <strong>de</strong>ze rapportage is gebleken dat on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> effecten van een leerplein op het<br />

welbevin<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> leerprestaties en het functioneren van leerlingen, weinig voorhan<strong>de</strong>n is.<br />

De situatie waarin <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> zich op het ogenblik bevindt, namelijk <strong>de</strong> overgangsfase<br />

van <strong>de</strong> meer traditionele lesvormen naar het werken met een leerplein, is een goed moment om te<br />

starten met zo’n on<strong>de</strong>rzoek.<br />

Mogelijke on<strong>de</strong>rzoeksvragen<br />

Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen zijn mogelijk.<br />

De on<strong>de</strong>rzoeksvraag zou zich kunnen richten op <strong>de</strong> mate waarin het leerplein wordt aangegrepen<br />

om zelfstandig en zelfregulerend werken, samenwerkend leren en het werken in een krachtige<br />

leeromgeving te realiseren. Dan ligt het accent meer op hoe een leeromgeving optimaal vorm te<br />

geven met het oog op on<strong>de</strong>rwijskundige doelen.<br />

Daarnaast zou het effect van het leerplein en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijskundige veran<strong>de</strong>ringen gemeten<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> hand van ervaren plezier en inzet, <strong>de</strong> ervaren competentie, autonomie en<br />

verbon<strong>de</strong>nheid en het effect op prestaties en absenteïsme. Dan gaat het om <strong>de</strong> directe link tussen<br />

vorm en werkwijze enerzijds en motivatie en aanverwante begrippen an<strong>de</strong>rzijds.<br />

Tot slot is een link tussen het leerplein en ‘<strong>de</strong> buitenwereld’ te leggen. Presteren leerlingen die met<br />

een leerplein hebben gewerkt an<strong>de</strong>rs in het MBO en bij werkgevers dan leerlingen die klassikaal,<br />

frontaal les hebben gehad? Dan gaat het om het langere termijn effect van het leerplein in relatie<br />

tot <strong>de</strong> doelstellingen van het praktijkon<strong>de</strong>rwijs.<br />

On<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>sign<br />

<strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> heeft zelf al aangegeven on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> effecten van een leerplein als<br />

een uitdaging te zien. De huidige situatie zou als nulmeting kunnen dienen. Het leerplein en <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijskundige veran<strong>de</strong>ringen die daar mee gepaard gaan, is <strong>de</strong> interventie, waarna opnieuw<br />

metingen kunnen wor<strong>de</strong>n gedaan om het effect van <strong>de</strong> interventie te meten. Dit is een<br />

vereenvoudig<strong>de</strong> voorstelling van zaken. Sociaal wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek brengt vele ‘mitsen<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 45


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

en maren’ met zich mee. In ie<strong>de</strong>r geval is een controlegroep nodig waar een voor- en nameting<br />

wordt gedaan zon<strong>de</strong>r interventie. En <strong>de</strong> controlegroep moet los van <strong>de</strong> interventie zo<br />

vergelijkbaar mogelijk zijn met <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong>. Nieuwbouw zelf is bijvoorbeeld al van<br />

grote invloed. Verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeken laten zien dat leerlingen beter scoren in nieuwe of<br />

gemo<strong>de</strong>rniseer<strong>de</strong> gebouwen. (Plumley 1978, Chan 1979, Philips 1997 in Department of<br />

Education, Training and Youth Affairs 2002). Een praktijkschool in Den Haag die ook overstapt<br />

op nieuwbouw, maar klassikaal les blijft geven zou kunnen dienen als vergelijkingssituatie.<br />

Het is zekere een zeer interessante on<strong>de</strong>rzoeksomgeving, die goed benut kan wor<strong>de</strong>n door<br />

<strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> om door evaluatie en reflectie <strong>de</strong> leeromgeving bij te stellen, maar zekere<br />

ook voor on<strong>de</strong>rwijs in het algemeen, geheel conform <strong>de</strong> roep van <strong>de</strong> praktijk en het ministerie van<br />

OCW om evi<strong>de</strong>nce based on<strong>de</strong>rwijs. Wellicht is <strong>de</strong>ze review van literatuur een start voor een<br />

vervolgon<strong>de</strong>rzoek en kan het <strong>de</strong> basis zijn voor een ge<strong>de</strong>gen on<strong>de</strong>rzoeksvraag.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 46


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Literatuurlijst<br />

An<strong>de</strong>rson, R., Manoogian, S.T., & Reznick, J.S. (1976). The un<strong>de</strong>rmining and enhacing of<br />

intrinsic motivation in preschool children. Journal of Personality and Social Psychology, 34,(3),<br />

915-922.<br />

Baert, K. & Van<strong>de</strong>rbeck, G. (2006). Als je kind NLD heeft. Een gids voor ou<strong>de</strong>rs, leerkrachten en<br />

hulpverleners. Uitgeverij Lannoo.<br />

Bandura, A. (1977). Self-efficacy: toward a unifying theory of behavioral change. Psychological<br />

review, 84, (2), 191-215.<br />

Bandura, A. (1994). Self-efficacy. In V.S. Ramachandran (Ed.), Encyclopedia of human<br />

behavior ( pp. 71-81). New York: Aca<strong>de</strong>mic Press<br />

Black, C.A. (1993). Solitary pursuits: supporting children’s privacy needs in early childhood<br />

settings. Young children, 49, (1) 60-64<br />

Boekaerts, M. & Simons, P.R.J. (1995). Leren en instructie: Psychologie van <strong>de</strong> leerling en het<br />

leerproces. (2e herziene druk). Assen: Van Gorcum.<br />

Deci, E.L., & Ryan, R.M. (1985). Intrinsic motivation and self-<strong>de</strong>termination in human behavior.<br />

New York: Plenum Press.<br />

Derriks, M., Roe<strong>de</strong>, E., & Veugelers, W. (2003). Betekenisvol leren in het LWOO. De Pedagogische<br />

Dimensie, 30.<br />

Department of Education, Training and Youth Affairs. (2002). Schooling issues digest: building<br />

better outcomes: the impact of school infrastructure on stu<strong>de</strong>nt outcomes and behaviour. Bekeken<br />

op 19 juli 2008 op http://www.<strong>de</strong>st.gov.au/NR/rdonlyres/69728B50-143A-4C9A-BD91-<br />

3703FC7A80DC/4507/building.pdf<br />

Douglas, D. & Gifford,R. (2001). Evaluation of the physical classroom by stu<strong>de</strong>nts and professors:<br />

a lens mo<strong>de</strong>l approach. Educational Research 43 (3), 295-309<br />

En<strong>de</strong>dijk, H., Wennekers, A., Heine, A., & Driessen, M. (2008). In J. Wichers-Bots & M. Haasen<br />

(Eds) 2008) Naar een auti-vrien<strong>de</strong>lijke VO-school. Leerlingen met autisme en open opdrachten.<br />

Garant: Apeldoorn.<br />

Fielding, R. (2006a). Best Practice in Action: six essential elements that <strong>de</strong>fine educational facility<br />

<strong>de</strong>sign. Bekeken op 18 juli 2008 op<br />

http://www.<strong>de</strong>signshare.com/in<strong>de</strong>x.php/articles/sixessential-elements/<br />

Fielding, R. (2006b). What they see is what we get: a primer on light. Ten myths about lightning and<br />

color in schools. Bekeken op 18 juli 2008 op http://www.edutopia.org/what-they-see-what-we<br />

get Fieldingnair (2006). Attitu<strong>de</strong>s to School Survey<br />

http://www.fieldingnair.com/Projects/ProjectImages/Bigpopup.asp?fb=vic_fb&pg=7<br />

Förrer, M. & Jansen, L. & Kenter, B. (2004). Coöperatief leren voor alle leerlingen! Praktische<br />

toepassingen voor leerlingen met speciale leerbehoeften. CPS: Amersfoort<br />

Free, C. (1998). On<strong>de</strong>rwijs wordt weer mensenwerk. Het leren in <strong>de</strong> kenniseconomie van <strong>de</strong> 21 e eeuw.<br />

School voor <strong>de</strong> toekomst: ‘‘s-Hertogenbosch<br />

Fullan, M. (1996). The new meaning of educational change. London: Casell Educational Limited<br />

Gardner, H., (1991). The Unschooled Mind : How Children Think and How Schools Should Teach.<br />

Basic Books: New York.<br />

Goudswaard, A. (2005). De invloed van het nieuwe leren op <strong>de</strong> intrinsieke motivatie: controle versus<br />

autonomie. Ongepubliceer<strong>de</strong> master’s thesis, Universiteit van Lei<strong>de</strong>n.<br />

Heppell, S., Chapman, C., Millwood,R., Constable, M., & Furness, J. (2004). Building learning<br />

futures…. A research project at Ultralab within the CABE/RIBA “Building Futures” programme.<br />

Bekeken op 28 augustus 2008 op http://rubble.heppell.net/places/media/final_report.pdf<br />

Higgins, S., Hall, E., Wall, K., Woolner, P., & McCaughey, C., (2005). The impact of school<br />

environments: a literature review. University of Newcastle: Great Brittanie<br />

Horne,M. S. (2002). "The classroom environment and its effects on the practice of teachers",<br />

Journal of Environmental Psychology, Vol. 22 No.1/2, pp.139-56.<br />

Jamieson, P., Fisher, K., Gilding, T., Taylor, P., & Trevitt C. (2000). "Place and space in the<br />

Design of New Learning Environments". Higher Education Research & Development 19(2):<br />

221--236.<br />

De Jong, R. (2008). Digibor<strong>de</strong>n en verlichting. Kennisnet<br />

http://www.ictopschool.net/infrastructuur/nieuws/Nieuwsbericht.2008-02-21.5212 bekeken<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 47


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

op 28 augustus 2008<br />

Kasser, T., & Ryan, R.M. (1993). A dark si<strong>de</strong> of the American Dream: correlates of financial<br />

success as a central life aspiration. Journal of Personality and social psychology. 65, (2) 410-422.<br />

KPC Groep (2003). Een schaal is geen schaal. De menselijke maat in schoolgebouwen. KPC Groep:<br />

’s- Hertogenbosch.<br />

Lackney, J.A., (2003). 33 principles of educational <strong>de</strong>sign. Univesity of Wisconsin-Madison. Bekeken<br />

op 27 augustus 2008 op http://schoolstudio.engr.wisc.edu/33principles.html<br />

Lave, J. (1982) A Comparative Approach to Educational Forms and Learning Processes.<br />

Anthropology & Education Quarterly, Vol. 13, (2), pp. 181-187 .<br />

Locker, F.M., & Olson, S. (2003). Flexible school facilities. Bekeken op 11 september 2008 op<br />

http://www.<strong>de</strong>signshare.com/in<strong>de</strong>x.php/articles/flexible-school-facilities/<br />

Martens, R. (2007). Positive learning met multimedia. On<strong>de</strong>rzoeken, toepassen & generaliseren.<br />

Open Universiteit Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Oberon (2007). Ren<strong>de</strong>ment van ict in het vmbo. Oberon: Utrecht<br />

Pijl, S. J. (2005). Interventies gericht op sociale integratie: Training van sociale vaardighe<strong>de</strong>n voor<br />

leerlingen met beperkingen in het regulier on<strong>de</strong>rwijs. In B. F. van <strong>de</strong>r Meulen, C. Vlaskamp, &<br />

K. P. van <strong>de</strong>n Bos (Red.), Interventies in <strong>de</strong> orthopedagogiek (pp. 122-135) . Rotterdam:<br />

Lemniscaat.<br />

Pintrich, P.R., & Schunk, D.H. (1996). Motivation in education. Theory, research, and applications.<br />

New Yersey: Prentice-Hall<br />

Poel.J., & Waalboer,M. (2005) Praktijkon<strong>de</strong>rwijs: ruimte voor ruimte. KPC Groep: ’s-<br />

Hertogenbosch.<br />

Ros, A.A., (2007) Kennis en leren in het basison<strong>de</strong>rwijs. Oratie april 2007 Fontys Hogeschool<br />

Rupprecht, O., (1993). Educational buildings and the environment: Report of an international<br />

seminar organized by the OECD program on educational building. OECD: Paris<br />

Ryan, R.M., & Deci, E.L. (2000). Self-<strong>de</strong>termination theory and the facilitation of intrinsic<br />

motivation, social <strong>de</strong>velopment, and well-being. American Psychologist, 55 (1), 68-78.<br />

Smit, K (2007). Nieuwe en traditionele leeromgeving in het vmbo: effect op motivatie en<br />

behoeftebeleving. Ongepubliceer<strong>de</strong> Masterthesis. On<strong>de</strong>rwijsstudies Universiteit Lei<strong>de</strong>n.<br />

Stevens, L.M. (2002). Zin in leren, afscheidscollege. Apeldoorn: Garant.<br />

SZW (2007). OCW- en SZW-activiteiten/regelingen op het gebied van on<strong>de</strong>rwijs en arbeid voor<br />

jongeren met een handicap. Bekeken op 7 juli 2008 op<br />

http://www.ou<strong>de</strong>rsenrugzak.nl/ocwregelingen.pdf<br />

Stevenson, K R, (2007). Educational trends shaping school planning and <strong>de</strong>sign: 2007. NCEF:<br />

Washington, D.C.<br />

Tanner, C.K., (2000). Essential aspects of <strong>de</strong>signing a school. University of Georgia.<br />

Taylor, A., Aldrich, R.A., & Vlastos, G. (1988). Architecture can teach…and the lessons are rather<br />

fundamental. Bekeken op 4 September 2008 op<br />

http://www.context.org/ICLIB/IC18/Taylor.htm<br />

Teacher support network/ British Council for school environments (2007). Report on the school<br />

environment survey 2007 results.<br />

http://www.teachersupport.info/files/upload/docs/0607_School_Environments_Report.pdf<br />

Teurlings, C., van Wolput, B., & Vermeulen, M. (2006). Nieuw leren waar<strong>de</strong>ren. Een<br />

literatuuron<strong>de</strong>rzoek naareffecten van nieuwe vormen van leren in het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Schoolmanagers-V) Bekeken op 5 september 2008, op http://www.vo-<br />

raad.nl/Publicaties/Brochures/nieuwlerenwaar<strong>de</strong>ren<br />

Upitis, R. (2004). School architecture and complexity. Complicity. International Journal of<br />

Complexity and Education, 1(1), 19-38.<br />

van Grinsven, L. (2003). Krachtige leeromgevingen in het Mid<strong>de</strong>lbaar Beroeps On<strong>de</strong>rwijs: effect op<br />

motivatie en strategiegebruik bij zelfregulerend leren. (Dissertatie, Universiteit Lei<strong>de</strong>n, 2003).<br />

Veen, W., & Jacobs, F. (2005). Leren van jongeren. Een literatuuron<strong>de</strong>rzoek naar nieuwe<br />

geletterdheid. Surf On<strong>de</strong>rwijsreeks november 2005. Bekeken op 17 Oktober 2006, op<br />

http://www.surf.nl/download/Leren_van_jongeren.pdf<br />

Victorian Institute of Teaching, (2007). The effect of the physical learning environment on teaching<br />

and learning. Bekeken op 28 augustus 2008 op<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 48


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

http://www.vit.vic.edu.au/files/documents/1137_The-Effect-of-the-Physical-Learning<br />

Environment-on-Teaching-and-Learning.pdf<br />

Walstrom, A.G., (2007). Color in the classroom. How schools are using color to create ready-to-learn<br />

environments. http://www.swstir.com/use.do?method=article&id=265 bekeken op 28 augustus<br />

2008<br />

Wichers-Bots & Haasen,M. (2008) Naar een auti-vrien<strong>de</strong>lijke VO-school. Leerlingen met autisme en<br />

open opdrachten. Garant: Apeldoorn.<br />

Zeles, G.J.P. & Gulikers-Dinjens, M.T.H., (2007). De leertuin in het VMBO. Fysieke leeromgeving<br />

of meer? Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> TL leerling in <strong>de</strong> Leertuin. Expertisecentrum Actief Leren.<br />

Universiteit Maastricht: Maastricht.<br />

Geraadpleeg<strong>de</strong> websites:<br />

Over NLD:<br />

http://www.balansdigitaal.nl/sitemanager.asp?pid=219<br />

Over <strong>de</strong> leertuinen van het Bonnefanten College te Maastricht:<br />

http://www.bonnefantencollege.nl/<strong>de</strong>fault.aspx?id=65&template=algemeen.htm&taal=nl<br />

Over <strong>de</strong> leertuin bij op ’t Beeckland<br />

http://www.ulenhof.nl/vor<strong>de</strong>n/leertuin/homepage.htm Bekeken op 2 september 2008<br />

Over autismegroepen<br />

http://<strong>de</strong>ark.klaskompas.nl/in<strong>de</strong>x.php?id-223/Autisme.htm Bekeken op 2 september 2008<br />

http://www.zmlkjanbaptist.nl/autisme/Webpagina%20autisme.pdf<br />

Over <strong>de</strong> leertuin bij het Edison College<br />

http://www.edisoncollege.nl/docs/pdf/leerplein%20vmbo%20Young%20Edison.pdf<br />

http://www.edisoncollege.nl/docs/pdf/fol<strong>de</strong>r%20leerpleinen.pdf<br />

Over <strong>de</strong> GGD en advies aan scholen:<br />

http://www.ggdhm.nl/client/1/?websiteid=1&contentid=409&hoofdid=397&pagetitle=Scholen#l<br />

an<strong>de</strong>lijk<br />

Over Delatacollege:<br />

Schoolgids Deltacollege http://www.<strong>de</strong>ltacollege.nl/CMS/uploads/23e60eef859e751d88daf38d27ae1b9e.pdf<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 49


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Bijlage 1: leerfuncties<br />

Voorbereidingsfuncties zijn:<br />

Oriënteren op het leren (doelen, strategieën)<br />

Kiezen van taak- en leren leerdoelen<br />

Doelen concreet maken<br />

Relevantie van taak- en leren leerdoelen verhel<strong>de</strong>ren<br />

Kiezen van leeractiviteiten<br />

Plannen van leren<br />

Motiveren om inzet te leveren<br />

Aandacht richten<br />

Aan <strong>de</strong> gang gaan<br />

Het vooraf geleerd in herinnering brengen<br />

Verwerkingsfuncties zijn:<br />

Begrijpen<br />

Integreren<br />

Toepassen<br />

Regulatiefuncties zijn:<br />

Bewaken dat <strong>de</strong> verwerking functioneert<br />

Concentratie en inzet bewaken<br />

Zelfvertrouwen bevor<strong>de</strong>ren<br />

Toetsen, vragen stellen, feedback geven<br />

Herstelmechanismen (heroriënteren, corrigeren)<br />

Beoor<strong>de</strong>len en attribueren<br />

Bron: Boekaerts & Simons (1995).<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 50


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Bijlage 2: Een voorbeeld van ict geïntegreerd in het on<strong>de</strong>rwijs<br />

Deze bijlage bevat een voorbeeld van ict technologie in het on<strong>de</strong>rwijs. Het gaat om een<br />

samenvatting van het project ‘Lopend leren’, een verkenning naar het leren in het primair<br />

on<strong>de</strong>rwijs PO met een PDA’ 2008 van Rob Martens (2008):<br />

Op 13 maart 2007 is het PDA-project ‘Lopend leren’ van start gegaan. 260 leerlingen van vier<br />

basisscholen in Den Haag en Dordrecht werkten op school en daarbuiten met een eigen<br />

handcomputer (Personal Digital Assistant, PDA). Leren binnen én buiten <strong>de</strong> schoolmuren was<br />

het doel.<br />

De kernvraag die in het on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> projectplan bij Kennisnet is ingediend luidt:<br />

‘Hoe kunnen zelfstandig opereren<strong>de</strong>, mobiele leerlingen die door hun leeractiviteiten formeel en<br />

informeel kennis verzamelen, gesteund wor<strong>de</strong>n door het gebruik van ICT?’ Dit wordt vervolgens<br />

als volgt in het projectplan geïllustreerd met een voorbeeld:<br />

“Juf, vanmorgen vond ik een jonge vogel in <strong>de</strong> tuin, waarschijnlijk uit het nest gevallen. Hij zit nu<br />

bij ons in een kooi en we gaan proberen hem groot te laten wor<strong>de</strong>n om dan vrij te laten. Maar ik<br />

zou eerst wel eens willen weten wat voor soort vogel het is en hoe ie nou bij ons in <strong>de</strong> tuin kwam”<br />

Hier begint <strong>de</strong> zoektocht van <strong>de</strong> tienjarige Stella. “Heb je een plaatje of een foto van dat vogeltje”<br />

vraagt <strong>de</strong> juf? “Dan is het gemakkelijker om meer informatie te vin<strong>de</strong>n.” “Nee, maar mag ik er een<br />

digitale foto van gaan maken.” “Natuurlijk mag dat, maar wanneer wil je dat gaan doen?”<br />

“Ik zal eens in mijn planning kijken. Nou vandaag heb ik eigenlijk al rekenen gepland en ook<br />

geschie<strong>de</strong>nis. Dan wil<strong>de</strong> ik gaan lezen en met Johan ver<strong>de</strong>r werken aan ons project. Maar ja, ik<br />

moet dat vogeltje eigenlijk ook een beetje eten brengen.”<br />

“Nou, Stella, dan gaan we maar eens kijken hoe je dat kunt oplossen. Wat is het belangrijkste wat<br />

je als eerste moet doen?”<br />

“nou eerst die foto maar eens….”<br />

Zo begint het leergesprek tussen <strong>de</strong> juf en Stella. De juf helpt Stella om goed in beeld te krijgen<br />

wat ze nu eigenlijk wil leren over <strong>de</strong> gevon<strong>de</strong>n vogel, hoe ze aan informatie kan komen, met wie<br />

ze eventueel samen zou willen werken etc. Eén van <strong>de</strong> aangedragen i<strong>de</strong>eën is een bezoek aan <strong>de</strong><br />

plaatselijke Natuur- en vogelwacht. Stella stuurt haar va<strong>de</strong>r op zijn werk een mailtje, waarin ze<br />

hem vraagt of pa en ma in het weekend mee willen gaan naar <strong>de</strong> Natuur- en vogelwacht. Hier kan<br />

Stella <strong>de</strong> foto laten zien van <strong>de</strong> vogel die ze heeft gevon<strong>de</strong>n, samen met <strong>de</strong> beheer<strong>de</strong>r uitzoeken<br />

welke vogel het is en vragen stellen over <strong>de</strong> leefwereld van <strong>de</strong> vogel. De resultaten wor<strong>de</strong>n volgens<br />

afspraak met <strong>de</strong> juf verwerkt in een artikel voor <strong>de</strong> nieuwsbrief van <strong>de</strong> school en een presentatie<br />

voor an<strong>de</strong>re kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> school.<br />

De achtereenvolgen<strong>de</strong> kenmerken van het leerproces van Stella, die in het projectvoorstel<br />

genoemd zijn, zijn: zelfsturend, creatief, samenwerkend, producerend, mobiel, en formeel en<br />

informeel<br />

Dat Stella uitstekend gebruik kan maken van ICT bij <strong>de</strong> uitwerking van haar opdracht hoeft geen<br />

ver<strong>de</strong>r betoog. Wel zal ze in <strong>de</strong> praktijk aanlopen tegen een aantal zaken dat nogal wat organisatie<br />

vraagt, zoals het reserveren van een digitale camera, een mail sturen naar va<strong>de</strong>r, nagaan of iemand<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 51


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

mee wil werken aan <strong>de</strong> opdracht, een afspraak maken met <strong>de</strong> Natuur- en vogelwacht, <strong>de</strong><br />

beheer<strong>de</strong>r interviewen, het verslag uitwerken, een presentatie maken, et cetera.<br />

Normaal gesproken heeft Stella hiervoor een aantal verschillen<strong>de</strong> apparaten op diverse momenten<br />

nodig, van een digitale camera en telefoon tot een computer met internettoegang. In <strong>de</strong> meeste<br />

scholen is echter niet altijd een computer beschikbaar. Bij een computerratio van 1 op 5 heeft een<br />

leerling statistisch gezien 20% van zijn tijd <strong>de</strong> beschikking over een computer. In <strong>de</strong> praktijk is dit<br />

door roostertechnische zaken aanmerkelijk min<strong>de</strong>r. Wanneer elke leerling een eigen handheld<br />

computer (een PDA) ter beschikking heeft, is dit praktische probleem opgelost en een hin<strong>de</strong>rpaal<br />

voor het vlot en goed kunnen werken uit <strong>de</strong> weg geruimd. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: breng <strong>de</strong><br />

techniek bij <strong>de</strong> leren<strong>de</strong> i.p.v. <strong>de</strong> leren<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> techniek: “anywhere and anytime learning with<br />

any <strong>de</strong>vice and any content”. Hiermee wordt <strong>de</strong> ambitie om elk talent te laten tellen realiteit.<br />

Dit verbijzon<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag ver<strong>de</strong>r tot:<br />

‘De vier aanvragen<strong>de</strong> scholen willen graag on<strong>de</strong>rzoeken of het gebruik van mobile <strong>de</strong>vices, die<br />

voortdurend ter beschikking staan van <strong>de</strong> leren<strong>de</strong>, een positief effect heeft op het leren van het<br />

kind.’<br />

Een mobile <strong>de</strong>vice is in dit geval <strong>de</strong> PDA, volgens Wikipedia een 'handheld'-pc (handcomputer)<br />

met een veelheid aan toepassingen zoals adresboek, kladblok, agenda en telefoonlijst. De meeste<br />

PDA's bie<strong>de</strong>n hiernaast nog veel meer, zoals rekenbla<strong>de</strong>n, tekstverwerking, databases, software<br />

voor het beheer van financiële zaken, uurwerk, rekenmachine, spelletjes, mobieltje en gps-<br />

navigatie. Met behulp van bepaal<strong>de</strong> software PIM (Personal Information Manager) kan tekst<br />

wor<strong>de</strong>n ingevoerd die nadien snel en gemakkelijk terug gevon<strong>de</strong>n kan wor<strong>de</strong>n (zoals een<br />

telefoonlijst).<br />

Wat <strong>de</strong> PDA voor veel pc-gebruikers zo aantrekkelijk maakt, is <strong>de</strong> mogelijkheid om gemakkelijk<br />

gegevens uit te wisselen tussen <strong>de</strong> pc en <strong>de</strong> PDA. Dit geldt met name voor automatische<br />

synchronisatie.<br />

Het zal dui<strong>de</strong>lijk zijn dat een PDA vanwege zijn bijzon<strong>de</strong>re kenmerken een grote meerwaar<strong>de</strong> in<br />

on<strong>de</strong>rwijs kan hebben. Het is echter natuurlijk <strong>de</strong> vraag of (jonge) leerlingen <strong>de</strong> apparaten<br />

spontaan gebruiken, of ze ermee om kunnen gaan, of ze het gebruik ervan motiverend vin<strong>de</strong>n,<br />

enzovoorts. In feite zijn <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ring en <strong>de</strong> effecten ervan momenteel nog een open vraag. Deze<br />

wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r gecompliceerd omdat er ook nog effecten op en door ou<strong>de</strong>rs en leerkrachten zijn.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek heeft dan ook een exploratief karakter. Een belangrijke verwachting is dat het<br />

gebruik van PDA’s in het on<strong>de</strong>rwijs motivationele meerwaar<strong>de</strong> kan hebben. Deze theorie is<br />

richtinggevend geweest bij <strong>de</strong> keuze en het ontwerp van een aantal meetinstrumenten.<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek is veel belang gehecht aan <strong>de</strong> motivationele effecten van het gebruik van PDA’s.<br />

Intrinsieke motivatie en <strong>de</strong> drie basisbehoeften competentie, autonomie en verbon<strong>de</strong>nheid zijn al<br />

eer<strong>de</strong>r in dit rapport toegelicht. De specifieke vraag die voortkomt uit het on<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>el van dit<br />

on<strong>de</strong>rzoek over motivatie luid<strong>de</strong>:<br />

Leidt het gebruik van <strong>de</strong> PDA door leerlingen tot een verhoging van <strong>de</strong> intrinsieke motivatie, via<br />

een verhoging van <strong>de</strong> ervaren verbon<strong>de</strong>nheid, competentie en autonomie?<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 52


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Voor <strong>de</strong> overzichtelijkheid geven we hier alleen <strong>de</strong> eindconclusies van <strong>de</strong> eindrapportage. Wat<br />

zijn <strong>de</strong> effecten van <strong>de</strong> invoering van <strong>de</strong> PDA in het ka<strong>de</strong>r van het project ‘Lopend leren’?<br />

Samenvattend kunnen we stellen dat <strong>de</strong>ze effecten nog tamelijk gering zijn bij leerkrachten en<br />

ou<strong>de</strong>rs en bij leerlingen.<br />

Dit kan niet helemaal toegeschreven wor<strong>de</strong>n aan het wel of niet succesvol zijn van het gebruik van<br />

een PDA op zich. Het heeft zeker ook te maken met het relatief geringe aantal betrokken scholen<br />

en leerlingen, en <strong>de</strong> snelle start voordat een aantal zaken goed geregeld was. Er moest on<strong>de</strong>r<br />

an<strong>de</strong>re wor<strong>de</strong>n gewerkt met Engelstalige software en niet alle leerlingen waren voorzien van een<br />

PDA bij <strong>de</strong> start van het project.<br />

De ou<strong>de</strong>rs von<strong>de</strong>n het PDA-project over het algemeen wel een leuk project. Ze voelen zich echter<br />

door gebruik van <strong>de</strong> PDA door hun kind niet meer betrokken dan voor het PDA gebruik het<br />

geval was.. Ook lijken er verschillen te zijn tussen jongens en meisjes voor wat betreft <strong>de</strong> beleving<br />

en <strong>de</strong> effecten van het gebruik van <strong>de</strong> PDA. Wellicht is het zo dat jongens wat meer dan <strong>de</strong> meisjes<br />

<strong>de</strong> early adapters van <strong>de</strong>ze techniek zullen blijken te zijn.<br />

De docenten gaven aan dat zij re<strong>de</strong>lijk voorbereid waren op het PDA-project, re<strong>de</strong>lijk<br />

on<strong>de</strong>rsteund wer<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> school, re<strong>de</strong>lijk vaak <strong>de</strong> PDA gebruikten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> lessen en het i<strong>de</strong>e<br />

had<strong>de</strong>n dat leerlingen re<strong>de</strong>lijk vaak <strong>de</strong> PDA gebruikten buiten school. En dat maakt <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksuitkomsten eigenlijk heel gunstig.<br />

Ondanks <strong>de</strong> aanloopproblemen blijkt dat leerlingen vlot uit <strong>de</strong> voeten kunnen met <strong>de</strong>ze mobiele<br />

technologie. De uitdaging in <strong>de</strong> toekomst is om dit te gebruiken voor tal van spannen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijsvernieuwingen. Niet alleen omdat er heel veel nieuwe i<strong>de</strong>eën mee te realiseren zijn,<br />

maar ook omdat on<strong>de</strong>rwijs een afspiegeling moet zijn van <strong>de</strong> samenleving. Een samenleving<br />

waarin mobiele technologie <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren massaal zal doorbreken.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 53


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Bijlage 3 Voorbeel<strong>de</strong>n van leerpleinen<br />

Voor dit rapport wordt een aantal leerpleinen bezocht. Daarnaast is in <strong>de</strong> literatuur en op<br />

Internet gezocht naar voorbeel<strong>de</strong>n van leerpleinen en aanverwante vormen. Dit moet gezien<br />

wor<strong>de</strong>n in het licht van kennisuitwisseling en samenwerken tussen scholen. Het kan helpen bij<br />

i<strong>de</strong>evorming en bij het maken van een concrete voorstelling bij nog niet uitgevoer<strong>de</strong> plannen en<br />

theorieën. De voorbeel<strong>de</strong>n die hier beschreven staan zijn dus niet bewezen effectief of per sé<br />

gebaseerd op bewezen werkwijzen en inrichtingen.<br />

De uitgangspunten van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> scholen komen in grote lijnen overeen, voornamelijk<br />

gebaseerd op <strong>de</strong> drie pijlers van nieuwe vormen van leren (zelfregulatie, rijke, realistische context<br />

en samenwerkend leren) en <strong>de</strong> drie psychologische basisbehoeften competentie, autonomie en<br />

verbon<strong>de</strong>nheid. De voorbeel<strong>de</strong>n zullen zich met name richten op <strong>de</strong> werkwijze en <strong>de</strong> inrichting.<br />

Voorbeeld 1 De LWOO af<strong>de</strong>ling van Piter Jelles Junior<br />

Piter Jelles Junior heeft een specifieke aanpak ontwikkeld voor het LWOO. Voorlopig heeft<br />

slechts één docent <strong>de</strong> werkwijze grondig doorgevoerd. Toch wordt <strong>de</strong>ze casus hier kort<br />

beschreven, vanwege <strong>de</strong> inrichting van het lokaal die gebaseerd is op een pedagogische en<br />

on<strong>de</strong>rwijskundige visie, vanwege <strong>de</strong> wijze waarop leerlingen autonomie wordt gegeven en<br />

vanwege het we<strong>de</strong>rzijdse respect en <strong>de</strong> warmte die dit voorbeeld uitstraalt. (Derriks, Roe<strong>de</strong> &<br />

Veugelers 2003)<br />

Werkwijze docent<br />

Het belangrijkste kenmerk is dat <strong>de</strong> leerkracht bewust omgaat met alle aspecten en ook probeert<br />

leerlingen bewust te maken.<br />

Leerlingen hebben privileges en plichten.<br />

• Leerlingen mogen in het lokaal zijn buiten <strong>de</strong> officiële lestij<strong>de</strong>n om<br />

• Dan mag ook <strong>de</strong> tv of radio aan<br />

• Er mag – binnen grenzen- gegeten en gedronken wor<strong>de</strong>n in het lokaal<br />

• Leerlingen mogen <strong>de</strong> klas uitlopen om informatie te halen<br />

• Leerlingen mogen – binnen grenzen- spelletjes spelen en een kopje thee zetten.<br />

• Leerlingen moeten normaal doen<br />

• En zich fatsoenlijk gedragen<br />

• Leerlingen mogen niet aan <strong>de</strong> volumeknop zitten<br />

• De regels zijn gezamenlijk opgesteld en wor<strong>de</strong>n –als nodig- weer besproken.<br />

Inrichting<br />

Het gaat in <strong>de</strong>ze studie niet om een leerplein, maar om een klaslokaal voor een kleine groep<br />

leerlingen. Het heeft wel <strong>de</strong> kenmerken van een ruimte met een ruim aanbod:<br />

• Gezellige, huiselijke sfeer<br />

• Tafels in groepjes van 2 of 4<br />

• Zithoek met twee banken<br />

• Houtwerk in vrolijke kleuren<br />

• Planten, vissen, vogels, terrarium<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 54


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

• Felgekleur<strong>de</strong> tekeningen van <strong>de</strong> leerkracht, getekend door <strong>de</strong> leerlingen<br />

• Darthoek, flipperkast<br />

• Hoek met computer en een hoek met naslagwerken<br />

• Een eigen plek om dingen op te bergen: Kast met kratten, één per leerlingen<br />

• Vi<strong>de</strong>o en vi<strong>de</strong>oban<strong>de</strong>n<br />

Evaluatie<br />

Is <strong>de</strong>ze aanpak effectief voor LWOO leerlingen? Derriks et al (2003) hebben <strong>de</strong> praktijk goed<br />

bekeken, <strong>de</strong> aanpak vergeleken met wetenschappelijke bevindingen en <strong>de</strong>skundigen gevraagd <strong>de</strong><br />

bruikbaarheid van <strong>de</strong> aanpak voor LWOO leerlingen af te zetten tegen hun kennis en ervaringen.<br />

De <strong>de</strong>skundigen zijn positief over <strong>de</strong> aanpak: geïntegreerd on<strong>de</strong>rwijs door projecten,<br />

samenwerken, huiskamer, respect en verbon<strong>de</strong>nheid, positieve aandacht, veel eigen<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, et cetera. Het grote punt van kritiek is natuurlijk dat <strong>de</strong>ze vernieuwing en<br />

werkwijze te persoonsgebon<strong>de</strong>n is.<br />

Voorbeeld 2 <strong>Praktijkschool</strong> Elsloo te Den Haag<br />

Een bezoek is gebracht aan praktijkschool Elsloo te Den Haag, vlak nadat ze haar nieuwe gebouw<br />

had betrokken. De nieuwbouw is daar aangegrepen om <strong>de</strong> inrichting –fysiek en on<strong>de</strong>rwijskundig-<br />

aan te pakken. De leerkrachten hebben inspraak gehad in het inrichten van <strong>de</strong> leerpleinen.<br />

Inrichting<br />

De school is gehuisvest in een mooi, nieuw gebouw dat aan <strong>de</strong> buitenkant alvast niet <strong>de</strong><br />

uitstraling van een school heeft. Als je door <strong>de</strong> hoofdingang naar binnen komt, bevind je je in een<br />

over<strong>de</strong>kte straat met zitjes en aan weerszij<strong>de</strong>n allerlei bedrijfs-achtige ruimtes voor leerlingen,<br />

zoals een kantine/restaurant, een winkel met kin<strong>de</strong>rkleding, een groenwerkplaats, een<br />

fietsenwerkplaats en een reproaf<strong>de</strong>ling. Ook <strong>de</strong> receptie is door een leerling bemand.<br />

Los van het straatje zijn twee leerpleinen ingericht, één voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw en één voor <strong>de</strong><br />

bovenbouw. Om het leerplein zijn kleine, tamelijk sober ingerichte ruimtes gerealiseerd die,<br />

indien nodig, gebruikt kunnen wor<strong>de</strong>n voor instructies, het afzon<strong>de</strong>ren van leerlingen, toetsen<br />

maken, et cetera. Er staan enkele computers. De leerpleinen zelf verschillen. In <strong>de</strong> bovenbouw is<br />

het leerplein wat informeler dan in on<strong>de</strong>rbouw met zachte, coole bankjes om te ontspannen. In<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw heeft het iets meer weg van een groot lokaal. Op bei<strong>de</strong> leerpleinen staan tafels die<br />

tevens on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el kunnen zijn voor grotere tafels. Er zijn computers en individuele werkplekken,<br />

maar geen plekken om je echt af te zon<strong>de</strong>ren.<br />

Op bei<strong>de</strong> leerpleinen is een kleine keuken gerealiseerd.<br />

Werkwijze<br />

De werkplaatsen die op <strong>de</strong> over<strong>de</strong>kte straat uitkomen, vormen <strong>de</strong> realistische context waarin<br />

leerlingen werken binnen school, inclusief <strong>de</strong> receptie en <strong>de</strong> kantine. De werkplekken zijn geen<br />

simulaties, maar werken met echte opdrachten: in <strong>de</strong> fietsenwerkplaats kunnen fietsen wor<strong>de</strong>n<br />

gerepareerd, in <strong>de</strong> winkel is echt wat te koop en het eten dat in <strong>de</strong> kantine wordt klaargemaakt is<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 55


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

in <strong>de</strong> lunchpauze te koop, et cetera. Ook <strong>de</strong> buurt wordt langzamerhand betrokken, zoals <strong>de</strong><br />

zorginstelling naast <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, bijvoorbeeld.<br />

De leerlingen werken met een weektaak. Die weektaak bevat werkplaatstaken en theoretische<br />

vakken en wordt door <strong>de</strong> leerlingen zelf gepland met on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> leerkracht. De<br />

weektaak wordt zelfstandig uitgevoerd en leerlingen zijn dus of op het leerplein of in een<br />

werkplaats te vin<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>de</strong> bovenbouwleerlingen geldt dat ze al (enigszins) gekozen hebben voor een bepaal<strong>de</strong><br />

richting. De on<strong>de</strong>rbouw ruikt nog aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en wor<strong>de</strong>n ook op het<br />

leerplein nog wat strakker begeleidt.<br />

Evaluatie<br />

Over <strong>de</strong> effectiviteit van <strong>de</strong>ze inrichting en werkwijze is nog weinig te zeggen. Het nieuwe gebouw<br />

en <strong>de</strong> leerpleinen zijn begin schooljaar 2008-2009 in gebruik genomen.<br />

Voorbeeld 3 De Leertuin op ’t Beeckland te Vor<strong>de</strong>n<br />

’t Beeckland in Vor<strong>de</strong>n heeft een leertuin ingericht voor leerlingen in <strong>de</strong> basisberoepsgerichte<br />

leerweg met en zon<strong>de</strong>r LWOO.<br />

Werkwijze<br />

De leerlingen volgen acht AVO vakken in <strong>de</strong> leertuin.<br />

Elke week krijgen <strong>de</strong> leerlingen <strong>de</strong> weektaak voor <strong>de</strong> acht en <strong>de</strong> leerlingen ver<strong>de</strong>len <strong>de</strong> taken over<br />

<strong>de</strong> week naar eigen inzicht. Leerlingen mogen <strong>de</strong> planningen op elkaar afstemmen zodat ze<br />

kunnen samenwerken. Samenwerken mag en wordt gestimuleerd.<br />

Als <strong>de</strong> taak niet af is, is op maandagmiddag tijd ingeroosterd. In principe krijgen leerlingen geen<br />

huiswerk mee. De boeken voor <strong>de</strong> acht vakken blijven op school in een kluisje, voor elke<br />

leerlingen één. Een team van vijf docenten verzorgt <strong>de</strong> lessen in <strong>de</strong> leertuin, bijgestaan door<br />

experts ( docent Ne<strong>de</strong>rlands, RT, ambulant begelei<strong>de</strong>r en begelei<strong>de</strong>rs van rugzakleerlingen). De<br />

werkwijze is ‘begeleid zelfstandig werken’, vooral aan het begin van het jaar. Er wordt niet of<br />

nauwelijks klassikaal les en instructies vin<strong>de</strong>n in groepen of individueel plaats. Leerkrachten<br />

schakelen waar mogelijk hulp in van me<strong>de</strong>leerlingen. Het werk wordt nagekeken door<br />

leerkrachten en leerlingen. Er zijn ingebouw<strong>de</strong> stiltemomenten om voor te kunnen berei<strong>de</strong>n voor<br />

een toets.<br />

Inrichting<br />

Over <strong>de</strong> specifieke inrichting staat niets vermeld. Uit foto’s kan wor<strong>de</strong>n opgemaakt dat er plekken<br />

zijn voor samenwerken en voor individueel werken. Er staan circa 10 computers. Een grappig<br />

<strong>de</strong>tail is dat <strong>de</strong> processor van <strong>de</strong> computer als een soort afscherming dient. Er is veel licht en er is<br />

een plek voor docenten waar ze kunnen werken en van waaruit enige supervisie mogelijk is.<br />

Op het eerste gezicht is <strong>de</strong> leertuin op leren gericht; er is geen hoekje of bankje om te ‘chillen’ of<br />

op wat meer informele manier samen te werken. Het heeft niet <strong>de</strong> uitstraling van een huiskamer.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 56


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Figuur 8<br />

Figuur 9<br />

Voorbeeld 4 Leertuin in het LWOO van <strong>de</strong> Ste<strong>de</strong>lijke scholengemeenschap Nehalennia te<br />

Mid<strong>de</strong>lburg<br />

Werkwijze<br />

• Lesstof wordt in weekprogramma’s aangebo<strong>de</strong>n.<br />

• Klassieke instructies in een apart lokaal als <strong>de</strong> docent dat nodig vindt.<br />

• Kleine groepjes die in instructielokaal apart uitleg krijgen.<br />

• Ne<strong>de</strong>rlands, Engels Aardrijkskun<strong>de</strong>, geschie<strong>de</strong>nis, biologie, natuur- en scheikun<strong>de</strong>, wiskun<strong>de</strong><br />

en theorie van techniek.<br />

• Drie klassen met drie docenten.<br />

• Elke klas heeft een eigen docent, maar leerlingen kunnen hulp van alle drie inroepen.<br />

• Leerlingen bepalen zelf waar ze aan werken.<br />

• Steeds meer info via een digitale schoolomgeving ( met eigen postvak, gegevens over<br />

proefwerken, resultaten ed)<br />

• Leerlingen kijken zelf hun werk na, gecontroleerd door leerkracht.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 57


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Inrichting<br />

• Een aantal lokalen is samengevoegd.<br />

• Boeken blijven op school, behalve bij een proefwerk of SO.<br />

• 10 computers<br />

Valkuilen<br />

Een <strong>de</strong>rgelijk systeem biedt veel organisatorische voor<strong>de</strong>len (beperken lesuitval) maar vraagt ook<br />

het één en an<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> organisatie. Het stelt eisen aan het rooster. Bij het starten van een<br />

<strong>de</strong>rgelijk systeem mag <strong>de</strong> inhoud (zowel pedagogisch/didactisch als vakinhou<strong>de</strong>lijk) niet<br />

on<strong>de</strong>rgeschikt wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> organisatie. Het systeem preten<strong>de</strong>ert een grotere zelfstandigheid na<br />

te streven bij <strong>de</strong> leerlingen, daar zal dus ook aan moeten wor<strong>de</strong>n gewerkt.<br />

Toepasbaarheid voor an<strong>de</strong>re scholen<br />

Een <strong>de</strong>rgelijk systeem is volgens <strong>de</strong>ze school vrij gemakkelijk in te passen. Behalve <strong>de</strong> eerste grote<br />

stap (lokalen samen voegen) kunnen inhou<strong>de</strong>lijk kleine stappen wor<strong>de</strong>n genomen. Daarnaast<br />

geldt dat met een kleiner team van docenten <strong>de</strong> zaken beheersbaar blijven. Zowel in <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rwijsruimte als binnen <strong>de</strong> organisatie als geheel.<br />

Evaluatie<br />

Or<strong>de</strong>problemen komen vrijwel niet voor. Leerlingen genieten grote vrijheid en laten zich<br />

daarbinnen goed aanspreken. Leerlingen spreken elkaar ook aan.<br />

Er is altijd een ervaren docent in <strong>de</strong> buurt, wat een voor<strong>de</strong>el is voor het inwerken van onervaren<br />

docenten ( leermeerster-leren)<br />

Door het werken met meer<strong>de</strong>re docenten in één lokaal is het makkelijker gewor<strong>de</strong>n leerlingen<br />

individueel te helpen. Leerlingen werken zelfstandiger en wor<strong>de</strong>n meer verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het<br />

eigen werk:<br />

Voorbeeld 5 Merewa<strong>de</strong> College<br />

Tot stand komen<br />

Het team van ka<strong>de</strong>r en gemeng<strong>de</strong> leerweg is door <strong>de</strong> school nauw betrokken bij het ontwerpen<br />

van hun leertuin.<br />

Werkwijze<br />

Alle avo-vakken voor <strong>de</strong> kbl-gl leerlingen wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> leertuin en <strong>de</strong> omringen<strong>de</strong> klaslokalen<br />

gegeven. De gebo<strong>de</strong>n opdrachten zijn zeer divers van aard en moeten in een bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

(bijvoorbeeld twee lesuren) afgerond wor<strong>de</strong>n. Elk lesuur hebben <strong>de</strong> leerlingen één of twee vakken.<br />

Ze bepalen binnen dit uur zelf hoeveel tijd ze aan elke opdracht beste<strong>de</strong>n.<br />

Opdrachten wor<strong>de</strong>n of digitaal of op papier aangeleverd. Als leerlingen een opdracht hebben<br />

afgerond gaan ze terug naar het klaslokaal of gaan ze aan een van <strong>de</strong> grote tafels in <strong>de</strong> leertuin<br />

zitten. Ze gaan vrijwel meteen weer aan <strong>de</strong> slag met een opdracht op papier. De lege plaatsen<br />

achter <strong>de</strong> computer wor<strong>de</strong>n direct ingenomen door an<strong>de</strong>ren leerlingen.<br />

Docenten beantwoor<strong>de</strong>n vragen van leerlingen op het plein en in hun lokaal , ook van leerlingen<br />

die met opdrachten van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re docenten bezig zijn.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 58


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

De docenten lopen vanuit hun eigen lokaal rond in <strong>de</strong> leertuin. Ze hou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> gaten dat <strong>de</strong><br />

leerlingen goed aan het werk zijn, maar dit is nauwelijks nodig: <strong>de</strong> leerlingen werken snel en<br />

gemotiveerd, waarschijnlijk omdat ze zich ervan bewust zijn dat ze veel taken moeten afron<strong>de</strong>n<br />

voor het eind van <strong>de</strong> middag.<br />

Inrichting<br />

De leertuin bestaat uit een open ruimte met computers en enkele tafels met stoelen. De ruimte<br />

ziet er huiselijk uit, met mooie vloerbe<strong>de</strong>kking, planten en caféstoelen. Rondom <strong>de</strong> leertuinen<br />

zijn praktijk- of klaslokalen.<br />

Ict<br />

Met behulp van een draadloos netwerk en labtops kan in <strong>de</strong> lokalen ook op beperkte schaal met<br />

computers gewerkt wor<strong>de</strong>n en ook in <strong>de</strong> mediatheek staan computers. Het beheer en on<strong>de</strong>rhoud<br />

van <strong>de</strong> ict-voorzieningen zijn goed geregeld. De school heeft dit uitbesteed aan een nabij gelegen<br />

roc, dat tevens over een help<strong>de</strong>sk beschikt.<br />

Gemid<strong>de</strong>ld ongeveer één computer per vier leerlingen. Voor een volledige uitrol van <strong>de</strong><br />

elektronische leeromgeving naar alle avo-vakken zijn er nog niet voldoen<strong>de</strong> computers<br />

beschikbaar. Alle computers zijn van goe<strong>de</strong> kwaliteit en hebben een snelle internetverbinding.<br />

Voorbeeld 6 Edison College te Apeldoorn Leertuin vmbo ka<strong>de</strong>r/basis<br />

Tot stand komen en beleid<br />

Het Edison College kijkt bij collega-scholen: hoe werken <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen op an<strong>de</strong>re plekken. Er<br />

wordt betrokkenheid verwacht van ie<strong>de</strong>reen, ie<strong>de</strong>reen kan meepraten en –besluiten. Maar een<br />

dwarsligger kan niet blijven dwarsliggen.<br />

Werkwijze<br />

• - LWOO is helemaal afgestapt van klassikaal on<strong>de</strong>rwijs<br />

• Weektaken<br />

• Bijna alle Avo vakken compleet op het leerplein<br />

• In <strong>de</strong> toekomst leergebie<strong>de</strong>n ipv losse vakken<br />

• Leerling kiest zelf waar hij/zij aan werkt. Docent on<strong>de</strong>rsteunt daarbij.<br />

• Weektaak niet af aan ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> week: als huiswerk mee naar huis<br />

• Computers met Internet<br />

• Werken in tweetallen of grotere groepen<br />

• Meer<strong>de</strong>re docenten aanwezig: drie leraren op twee klassen plus een on<strong>de</strong>rwijsassistent (is<br />

duur, er moet dus op an<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n slim wor<strong>de</strong>n omgegaan met taken en functies)<br />

• Stoplicht: bij oranje moet je fluisteren<br />

• <strong>Leerplein</strong>beheer<strong>de</strong>r.<br />

Inrichting<br />

• Elke leerling heeft eigen plek in <strong>de</strong> kast met map met weektaken en benodig<strong>de</strong> boeken<br />

• Elk leerplein heeft een aparte instructieruimte om een groep ll apart te nemen.<br />

• Aparte ruimte om stil voor jezelf te werken en toetsen maken.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 59


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

Evaluatie<br />

Een evaluatie van het leerplein in 2007 met 4 ou<strong>de</strong>rs, 4 leerlingen en 4 docenten levert het<br />

volgen<strong>de</strong> op.<br />

Tabel 4<br />

Pluspunten van het leerplein aangedragen door:<br />

leerlingen ou<strong>de</strong>rs leerkrachten- af<strong>de</strong>lingslei<strong>de</strong>rs<br />

• het stoplicht/ rust<br />

• weekteken, leren plannen<br />

• zelf weten wanneer je<br />

toetsen maakt<br />

• zelfstandig werken<br />

• zelfstandig erken<br />

• eigen inlogco<strong>de</strong><br />

• zelf kiezen waar je gaat<br />

zitten<br />

• samenwerken<br />

Tabel 5<br />

• zelfstandig leren werken<br />

• werken in eigen tempo en<br />

eigen niveau<br />

• a<strong>de</strong>quate hulp<br />

• thuis min<strong>de</strong>r stress<br />

Minpunten en verbeterpunten van het leerplein aangedragen door:<br />

• zelfstandige eren werken<br />

• flexibele leer- en werktijd<br />

per vak<br />

• opstroom-mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

• dui<strong>de</strong>lijke taken per week<br />

• leren plannen<br />

• leren verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

nemen voor eigen<br />

leerproces<br />

• min<strong>de</strong>r or<strong>de</strong>problemen<br />

• invallen is niet meer<br />

vervelend (leerlingen<br />

hebben hun taken te doen)<br />

• we praten weer over<br />

on<strong>de</strong>rwijs<br />

leerlingen ou<strong>de</strong>rs leerkrachten<br />

• opbergbakken zijn niet<br />

stevig<br />

• keuzetaken zijn er te<br />

weinig, dus saai<br />

• te lang wachten op hulp<br />

van docent<br />

• stoplicht te snel op rood<br />

• gezamenlijk beginnen (mbv<br />

•<br />

•<br />

bel) is onnodig<br />

• tas toestaan op het leerplein<br />

• sneller helpen bij <strong>de</strong> balie<br />

• nieuwe opbergbakken<br />

• weinig inzicht in<br />

vor<strong>de</strong>ringen<br />

• ou<strong>de</strong>rs weten niet waarbij<br />

•<br />

ze hun kind moeten hepen<br />

• muziek op het leerplein<br />

• extra en meer keuzetaken<br />

maken<br />

• veel individuele aandacht,<br />

oa één maal per twee weken<br />

een individueel gesprek<br />

• plannen is soms te moeilijk<br />

• administratie moet<br />

efficiënter en handiger<br />

• meer computerprogramma<br />

• ’s inzetten<br />

• samenwerken met an<strong>de</strong>r<br />

leerkrachten is weleens<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 60<br />

•<br />

lastig<br />

• meer toetsversies<br />

• vakken meer combineren<br />

• meer aandacht voor<br />

plannen (studieles?)


<strong>Leerplein</strong> <strong>Praktijkschool</strong> <strong>de</strong> <strong>Rijn</strong> : van theorie naar praktijk<br />

• zelfs straten, niet<br />

gezamenlijk<br />

• per perio<strong>de</strong><br />

keuzeopdrachten maken<br />

Voorbeeld 7 Leertuin vmbo Deltacollege te Utrecht<br />

Werkwijze<br />

Het Delta College tracht <strong>de</strong> doelen en <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van het on<strong>de</strong>rwijs inzichtelijk te maken en geeft<br />

leerlingen meer verantwoor<strong>de</strong>lijkheid. Leerlingen wor<strong>de</strong>n zelf ook meer ingeschakeld in het<br />

leerproces.<br />

Teamteaching<br />

• Vaste kern van mentoren die vrijwel <strong>de</strong> hele week in <strong>de</strong> leertuin zijn<br />

• Aangevuld met vakdocenten, on<strong>de</strong>rwijsassistenten stu<strong>de</strong>nten<br />

Rooster<br />

• Geen urenrooster voor <strong>de</strong> avo-vakken<br />

• Een urenrooster voor <strong>de</strong> praktische vakken<br />

• ±20 uur per week leertuin<br />

• ±15 uur per week praktische vakken<br />

Boeken & metho<strong>de</strong>s<br />

• Ja, voor elke leerling<br />

• Boeken blijven op school<br />

Methodiek<br />

• Studiewijzers per week die <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> volgen<br />

• Extra praktische opdrachten<br />

• De leerling leert samen met an<strong>de</strong>ren<br />

• De leerling leert in samenhang<br />

• Stoplichten voor het aangeven van momenten waarin praten en rondlopen is toegestaan en<br />

voor momenten van stilte en momenten van ‘rustiger zijn’.<br />

Begeleiding<br />

• Veel begeleiding; vakinhou<strong>de</strong>lijk maar ook op zelfstandigheid en ontwikkeling<br />

Inrichting<br />

• Ruimte voor maximaal 4 klassen<br />

• Ingericht voor <strong>de</strong> avo-vakken + practicum<br />

• Aparte instructieruimte<br />

• Niet avo-vakken in aparte vaklokalen<br />

Evaluatie<br />

Er zijn geen evaluatiegegevens bekend.<br />

Universiteit Lei<strong>de</strong>n 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!