Rioleringen.pdf

Geotechnische aspecten
bij uitvoering van
rioleringsprojecten
Herman PEIFFER
ALPHA‐STUDIEBURO BVBA /Universiteit
Gent
IE‐net – Wommelgem – 06 juni 2012

Inventarisatie en karakterisatie van grond –
natuurlijke grond en aanvullingen
• Standaard identificatieproeven
– Fysische y proeven p
– Mechanisch onderzoek (CPT)
• Bl Belang van kkorrelverdeling l d li en plasticiteit l ti it it(i (ip

korrelverdeling

Plasticiteit – wp ‐ wl

Geotechnisch concept ‐ algemeen
• Draagvermogen – bbeoordeling d li ddraagkracht k h
van de grond
• Verdichting – stabiliteit grondstructuur
• Zettingscontrole – beoordeling zettingsgedrag
en toetsing toelaatbare zettingen
– Terzaghi (15 – 50 mm)
– Europese norm (1/500 en 50 mm)
– Nd Nederlandse l d voorschriften hift voor terreinopvolging
t i l i
(3 mm/6 mm)

Grondonderzoek ter onderkenning van
de grondgesteldheid
• Klassieke proeven (sonderingen, laboproeven)
• Geavanceerde onderzoeksmethodes voor
onderkenning stijfheid en gelaagdheid van de
grond

ouwsleuven
• Grondbeschoeiing – types en toepassing
– Motivatie om grondbeschoeiing g gtoe te ppassen
• Te steile en/of te diepe uitgraving (grondverzet)
• Afscherming waterstroming
• Veilige uitvoering van de werken
• …
– Trillen/heien/statisch drukken
– schoren
h

Uitgraving – studie of empirisch

Keuze beschoeiingstechniek
De keuze van een beschoeiingstechniek
wordt bepaald door een veelheid van elementen.
• Aan de basis ligt de grondsamenstelling grondsamenstelling, het
grondwaterpeil en de vereiste ontgravingsdiepte
• Om beschoeide sle sleuven en uit it te voeren oeren is het
noodzakelijk het grondwaterpeil te verlagen

Veiligheid ‐ NAVB (Nationaal Actiecomité voor
Veiligheid en hygiëne in de bouwnijverheid)
• Beschoeiing vanaf 1,20 m vertikale uitgraving
• Breedte van de sleuf bij aanwezigheid van
personen
– Di Diepte t 1,2 12m ttot t175 1,75 m : 60 cm
– Diepte > 1,75 m : min. 80 cm

Beschoeide sleuven
De techniek van de beschoeide sleuven bestaat uit
• het manueel graven van een sleuf in de grond
• Stutten wanden met prefab (beton) panelen
• Voorzien van van stempels
• Grond via emmer en katrol geëvacueerd
• In het algemeen breedte sleuven 0,9 m à 1,0 m
• Voordelen
‐ Beschoeide sleuven kunnen uitgevoerd worden vanuit galerijen
of onder in dienst zijnde spoorlijnen.
‐ In een bouwput p is weinig g plaatsverlies.
p
‐ Onder een bestaande muur kan een nieuwe wand gemaakt
worden.
‐ Men kan tot op grote diepte graven mits er geen grondwater
aanwezig is (max. 5 m – Hoboken)
‐ Grote uitvoeringsvrijheid.

Beschoeide sleuven (vb. Ischebeck
(
schroefstempels (80 cm –2,5 m)

Lichte beschoeiingen (aluminium) – beperkte
g ( ) p
diepte (< 2,5 m) – manipuleerbaar !)

Stempelkaders in aluminium

Lichte beschoeiing ‐ tot diepte 3 m
onmiddellijk te plaatsen op diepte
breedte 50 cm – 210 cm

Lichte beschoeiing (SBH) –tot diepte 4 m
afzinken met scharnierende spindels
breedte 1 m –1,3 m

Zware beschoeiing (SBH) –tot diepte 6 m
afzinken met scharnierende spindels
breedte : …> …

Sleepbox – risico : nabije bebouwing

erlinerwand

damwand

palenwand

palenwand

Uitvoering verdichtingen (mechanisch)
• Manueel (trilplaten, stampers) :
invloedsdiepte p +/‐ 15 cm
• Machinaal (grote trilplaten, walsen, dumper,
bandenkraan) : probleem : max +/ +/‐ 40 cm
• Dynamische verdichtingen : vb plofverdichting
– Niet homogeen
– Bijkomende verdichting van het oppervlak

• CControleproeven t l
Controle verdichtingen
– Slagsonderingen (CBR‐waarde)
• 12 mm/slag : M1 = 17 MPa // CBR = 15 %
• 7 mm/slag : M1 = 35 Mpa // CBR = 30 %
• 40 mm !!
– Plaatproeven (plaatproefmodulus M1 en CBR)
• Keuze plaat (200 cm²/750 cm²/ Westergaard)
• M1 = 11 MPa (beneden de zate)
• M1 = 17 MPa (zate)
• M1 = 35 MPa (onderfundering
• M1 = 110 MPa (fundering)
– Proctorproeven ‐ compactie
– CBR‐proeven en IPI‐ proeven ‐ compactie

ASTM ‐ compactage

PROCTOR ‐ CBR

DYNAMISCHE SONDERING –OCW/
CRR

De plaatproef

Uitvoering plaatproef

Resultaten plaatproef

Toepassing grondverbetering
• Karakterisatie grond
• Verbetering zonder toeslagstoffen
– Verdichting
– TToevoeging i van toeslagstoffen l ff ( (cement, klk kalk,
harsen)
– Geotextielen en geogrids : CBR < +/‐ 6

EINDE