29.09.2013 Views

Bijbelstudie Romeinen 1:18-32 - Hemels Brood

Bijbelstudie Romeinen 1:18-32 - Hemels Brood

Bijbelstudie Romeinen 1:18-32 - Hemels Brood

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Bijbelstudie</strong> <strong>Romeinen</strong> 1:<strong>18</strong>-<strong>32</strong><br />

De kern van het evangelie...<br />

We hebben in vers 16-17 de evangelieboodschap van de <strong>Romeinen</strong>brief gelezen.<br />

'Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid<br />

voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.<br />

Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is:<br />

Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.'<br />

Het Evangelie van Christus is een kracht van God tot zaligheid (behoud) voor iedereen die gelooft.<br />

In dit evangelie wordt Gods gerechtigheid geopenbaard; d.w.z. hoe Hij recht doet in een situatie<br />

waarin Hem onrecht is aangedaan. Wat een wonder van genade:<br />

Rom.3:24<br />

'We worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.'<br />

De rechtvaardige zal uit het geloof leven. Niet - zoals verderop in de brief wordt uitgewerkt -<br />

door werken.<br />

... tegen de achtergrond van de zonde<br />

Vanuit de volgende verzen wordt duidelijk hoe wonderlijk rechtvaardig God is, als we zien wat het<br />

schepsel ervan gemaakt heeft.<br />

In deze bijbelstudie focussen we in op de thematiek 'tussen' de zondeval (Gen.3) en het evangelie<br />

van Gods reddingsplan. In dit gedeelte worden we bepaald bij zaken die niet vaak benoemd worden.<br />

Het is niet alleen een aanscherping van onze kennis, maar ook van ons Godsbeeld.<br />

• We zien hierin hoe de mensheid in zonde gevallen is; de menselijke degeneratie.<br />

De zonde is door één mens in de wereld gekomen (Rom.5:12), maar dat betekent niet dat de<br />

anderen mensen daardoor alleen maar slachtoffers zouden zijn. God ziet hen als daders.<br />

• We zien Gods reactie op de zonde. Gods reactie op de zonde bestaat niet alleen uit het<br />

bekendmaken van het evangelie (Rom.3 e.v.) en het bieden van genade. We lezen over Gods<br />

toorn en over hoe Hij de mensheid heeft losgelaten in haar eigen zonde.<br />

• We lezen hier Gods visie op de mensheid, die zo slim en ontwikkeld lijkt...<br />

• Als we dit gedeelte lezen, gaat Rom.1:16 veel meer schitteren. Het evangelie van Christus is een<br />

kracht van God tot behoudenis. En die behoudenis heeft volgens 1Thess.5:9 alles te maken met<br />

het behouden worden van Gods toorn. Buiten deze behoudenis is er alleen Zijn toorn.<br />

Vers <strong>18</strong><br />

'Want de toorn van God wordt geopenbaard<br />

vanuit de hemel<br />

over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van (de) mensen,<br />

die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken (bezitten)...'<br />

Met de 'openbaring van Gods toorn' wordt hier bedoeld het ´zichtbaar worden van Gods toorn´ in de<br />

toekomst (Rom.2:5-6; 3:5-6). Zie ook Ef.5:6 en Kol.3:6.<br />

God reageert op het feit dat mensen 'leeg zijn van God' en 'vervuld zijn met ongerechtigheid'.<br />

De mensen houden de waarheid in ongerechtigheid ten onder. Ofwel: de ongerechtigheid domineert<br />

over de waarheid. De mens kent - zoals de volgende verzen duidelijk maken - haar plek niet meer ten<br />

opzichte van God. Wat boven hoort ligt onder en wat onder hoort ligt boven. Dit beeld vormt een<br />

rode draad in de volgende verzen. De aanleiding tot deze situatie vinden we in de volgende verzen.<br />

1


Vers 19-20<br />

'...omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is.<br />

God Zelf heeft het hun immers geopenbaard.<br />

Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn,<br />

worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien,<br />

namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid,<br />

zodat (opdat) zij niet te verontschuldigen zijn.'<br />

De mens is bekend - of kan bekend zijn - met dat wat God over Zichzelf bekend heeft willen maken.<br />

Zijn kracht en Goddelijkheid (Goddelijke karakter) worden immers al vanaf de schepping van de<br />

wereld gekend en begrepen . We vinden de bewijzen hiervoor in de volgende teksten: Job 12:7-9<br />

(getuigenis in de natuur); Ps.19:2 (getuigenis van de hemel); Hand.14:15-17 en 17:24-27.<br />

Om te overdenken:<br />

God wil Zichzelf - nog steeds - bekend maken (Ef.1:9).<br />

Er wordt gesproken over de 'schepping van de wereld (kosmos)'. Het gaat hier dus ook over de<br />

Godsopenbaring voor de schepping van de mensheid (Gen.1:1-2). God openbaarde Zichzelf al<br />

voordat er mensen op deze aarde aanwezig waren.<br />

De mens heeft van God het vermogen gekregen (o.a. verstand) om deze zaken te begrijpen en daar<br />

de juiste conclusies uit te trekken over de plaats van God ten opzichte van zichzelf.<br />

Iedereen die dus ooit geleefd heeft, heeft een openbaring van God ontvangen. Dit noemen we het<br />

godsbesef. Een ander bewijs hiervoor vinden we in vers 23: mensen willen goden hebben.<br />

We moeten deze openbaring niet verwarren met de openbaring van het evangelie. Dat laatste moet<br />

namelijk gebeuren door de prediking (Rom.10:17).<br />

Mensen zijn dus niet te verontschuldigen voor het feit dat ze God niet de juiste plaats geven in hun<br />

leven. God spreekt hen aan op de verantwoordelijkheid die ze als schepsel voor Hem hebben.<br />

In de volgende verzen zien we hoe de mens gereageerd heeft op deze Godsopenbaring.<br />

Vers 21-23<br />

'Want zij hebben<br />

hoewel zij God kennen,<br />

Hem niet als God verheerlijkt of gedankt,<br />

maar zij zijn verdwaasd (tot dwaasheid vervallen) in hun overwegingen (overleggingen)<br />

en hun onverstandig hart is verduisterd geworden.<br />

Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden<br />

Ze hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld<br />

dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.'<br />

Hoewel mensen God kennen, hebben ze Hem niet verheerlijkt of gedankt. Dat wil zeggen: ze hebben<br />

Hem niet de juiste plaats gegeven in hun leven.<br />

Om te overdenken:<br />

God verwacht van mensen dat ze Hem alle eer geven. Dat is ook wat Hem toekomt in óns leven.<br />

Het schepsel wat Zijn maker te kort doet en verwerpt, vervalt in dwaasheid. Dat is het<br />

onvermijdelijke gevolg. De mens is gemaakt om in relatie tot de Schepper te leven; niet om zelf het<br />

2


stuur in handen te nemen. Gebeurt dat wel, dan zal dit niet tot een leven leiden zoals dat door God<br />

bedoeld is.<br />

De wijsheid van deze wereld kan imponerend zijn, maar is in Gods ogen dwaas (zie ook 1Kor.1-2).<br />

Om te overdenken:<br />

Het kennen van de Heere is de weg tot het groeien in wijsheid (Kol.2:2-3; 1Kor.2:6).<br />

Mensen zijn tot dwaasheid vervallen en hun onverstandige hart is verduisterd geworden (Ef.4:17-<strong>18</strong>).<br />

Deze dwaasheid uit zich in het feit dat ze de heerlijkheid van de onvergankelijke God hebben<br />

ingewisseld voor afgodendienst.<br />

Dit is merkwaardig. Eerst schudt de mens Diegene van zich af die werkelijk God is en daarna komt<br />

daar een andere god voor in de plaats. De behoefte aan het hebben van een (G)god is dus een<br />

basisgegeven bij de mens. Het is alleen de vraag wie die (G)god is en welke plaats de mens ten<br />

opzichte van die (G)god heeft ingenomen. De mens zoekt blijkbaar liever een god die het product is<br />

van zijn eigen gedachten en de projectie van zijn eigen wensen. Bij een maakbare god kun je zelf de<br />

koning van je leven blijven. Bij de Schepper van hemel en aarde kan dat niet.<br />

Hoe reageert God op deze aantasting van Zijn positie en deze dwaasheid van Zijn maaksel?<br />

Vers 24-25<br />

'Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan (de) onreinheid<br />

om hun lichamen onder elkaar te onteren.<br />

Zij die de waarheid van God vervangen hebben door de leugen,<br />

en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper,<br />

Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.'<br />

God geeft de mensen over in dat wat ze met hun hart begeren.<br />

Hij heeft hen over aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren.<br />

De werking van de zonde begint van binnen (besef, verstand), maar 'explodeert' naar buiten toe.<br />

Heftig om deze reactie van God te lezen. Maar niet voor niets wordt ook direct hierna opnieuw<br />

duidelijk gemaakt waarom God zo reageert. De mens heeft immers de waarheid van God vervangen<br />

door de leugen en heeft het schepsel vereerd en gediend, boven de Schepper, die te prijzen is tot in<br />

eeuwigheid! (zie ook Rom.9:5). De mens doet de Heere te kort!<br />

Om te overdenken:<br />

De Heere wil en moet de Koning van ons leven zijn. Hij wil in ons leven op nummer 1 staan.<br />

Daarbij komt dat deze reactie van God misschien wel logischer is dan het in eerste instantie lijkt.<br />

Het loslaten van Gods ordening was een keus van de mens en het gevolg hiervan is dat de mens door<br />

God aan wanorde wordt overgegeven.<br />

Door het loslaten van de ordening van God (de juiste plaats van de mens ten opzichte van God), geeft<br />

de mens te kennen dat hij het volgen van zijn eigen wil belangrijker vindt dan het volgen van de wil<br />

van zijn Schepper. Deze teksten maken duidelijk dat als de ordening van God wordt losgelaten, de wil<br />

van de mens automatisch in het middelpunt komt te staan. Er is geen middenweg ten opzichte van<br />

God. Wie niet God-gericht is, vervalt in ik-gerichtheid.<br />

Om te overdenken:<br />

Er is geen tussenweg in het dienen van de Heere. Of ónze wil of Zíjn wil heeft de leiding.<br />

3


Vers 26-27<br />

'Daarom heeft God hen overgegeven aan oneervolle (onterende) hartstochten.<br />

Want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke.<br />

Evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven,<br />

en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannen en<br />

ontvangen het gepaste (verdiende) loon voor hun dwaling in zichzelf.'<br />

Zowel in vers 26 als in vers 28 staat dat God de mens 'heeft overgegeven aan...'<br />

God heeft de zonde niet gewild of gemaakt, maar Hij heeft wel de mens - zoals het grondwoord<br />

letterlijk zegt - overgegeven aan (in handen gegeven van) de gevolgen van zijn keuzes.<br />

God blijft niet eindeloos onze wil beteugelen, maar Hij laat de mens gaan in dat wat hij zelf wil.<br />

Hij heeft dat gedaan door de rem weg te nemen. Het komt er in feite op neer dat de mens zelf de<br />

- van God gegeven - rem heeft weggenomen en dat God hen toen heeft laten gaan. Hij heeft hen<br />

overgeven aan de gevolgen van hun eigen opstand.<br />

Seksuele verwording<br />

Het is opmerkelijk dat de seksuele verwording als eerste benoemd wordt.<br />

Als we echter zien hoe de mens van oorsprong door God gemaakt is, kunnen we dit beter begrijpen.<br />

De mens (man en vrouw samen) was Gods kroon op de schepping.<br />

- de mens was naar Gods beeld geschapen.<br />

- man en vrouw waren samen compleet.<br />

- man en vrouw werden één vlees door de lichamelijke eenwording.<br />

- zij zijn in de lichamelijke eenwording ook een beeld van Christus en de gemeente (zie Ef.5:31-<strong>32</strong>).<br />

De lichamelijke eenwording van man en vrouw was de volmaking van Gods pronkstuk, de mens.<br />

Samen vormden ze één beeld; een gave Godsopenbaring.<br />

De zondeval raakte sowieso al het terrein van de seksualiteit.<br />

- de beleving van het naakt zijn en de noodzaak van kleding.<br />

- de begeerte van de vrouw tot de man en het baren van kinderen met smart.<br />

In de loop van Genesis zien we hier vele gevolgen bij komen.<br />

Als God de mens overgeeft aan zijn hartstochten, is blijkbaar seksuele wanorde als eerste het gevolg.<br />

Het gevolg van geestelijke hoererij (het verbreken van de relatie met de Heere) is lichamelijke<br />

hoererij (Gr. 'porneia'; d.w.z. alle ongeoorloofde handelingen op het gebied van de seksualiteit).<br />

Homoseksualiteit<br />

In vers 26-27 wordt echter specifiek de vinger gelegd bij de homoseksuele zonden.<br />

Het praktiseren van homoseksualiteit is het summum van de verwerping van Gods ordening.<br />

Daarmee verwijder je iedere verwijzing naar de scheppingsordening en naar de mens (man + vrouw)<br />

die het beeld van God is.<br />

Homoseksualiteit wordt niet voor niets door de HEERE een gruwel genoemd (Lev.<strong>18</strong>:22; 20:13).<br />

Seksuele omgang hebben met mensen van hetzelfde geslacht is tegennatuurlijk. Het gaat tegen de<br />

natuur ofwel de scheppingsorde in. God heeft de lichamelijke eenwording bedoeld voor het huwelijk<br />

tussen een man en een vrouw. Dat blijkt al simpelweg door de wijze waarop het lichaam van man en<br />

vrouw op elkaar zijn ingesteld.<br />

4


In deze studie ga ik niet in op het thema homofilie en de worsteling die dit voor mensen met zich<br />

meebrengt als ze in gehoorzaamheid aan de Heere willen leven. Het omgaan hiermee en het<br />

reageren hierop vraagt veel kennis, wijsheid en een liefdevolle houding.<br />

Paulus kaart hier homoseksualiteit aan. Homofilie (het hebben van homofile gevoelens) mag niet<br />

verward worden met homoseksualiteit (het praktiseren van homofiele relaties).<br />

Dit gedeelte maakt in ieder geval duidelijk dat homoseksualiteit niet alleen een gevolg is van het<br />

toegeven aan homofiele gevoelens. Het is een teken van absolute verwording, ten gevolge van het<br />

verwerpen van God. Waar een maatschappij de Schepper verwerpt, is geaccepteerde<br />

homoseksualiteit een automatisch gevolg. En vice versa: in een maatschappij waar homoseksualiteit<br />

aanvaard wordt, is God aan de kant geschoven.<br />

De praktijk - ook in onze maatschappij - bewijst hier de waarheid over het verloop van de zonde zoals<br />

we die in <strong>Romeinen</strong> 1 tegenkomen.<br />

Homoseksualiteit kwam al voor in de oudheid. Opmerkelijk is dat het voorkwam in alle 'hoogstaande'<br />

culturen; ofwel culturen waar de 'wijsheid' van de mens domineerde en waarin het 'ik' van de mens<br />

centraal stond (autonomie). Homoseksualiteit hangt vanouds ook samen met een verkeerde visie op<br />

vrouwen en op de relatie tussen seksualiteit en voortplanting. In de Griekse cultuur - waarvan ook<br />

Paulus deel uitmaakte - vond met de seksualiteit tussen man en vrouw en de voorplanting van een<br />

minderwaardige orde, terwijl de seksualiteit tussen mannen en jongens (schandknapen) gekoppeld<br />

werd aan een verhevener en goddelijker manier van leven.<br />

Wie - volgens vers 27 - in deze dwaling leeft (namelijk het inwisselen van de natuurlijke seksuele<br />

omgang met een tegennatuurlijke), ontvangt het loon (resultaat) hiervan in zichzelf.<br />

We kunnen hierbij denken aan emotionele en fysieke consequenties (identiteitsproblemen, ziekten)<br />

van homoseksualiteit.<br />

Vers 28<br />

Opnieuw heftig om deze reactie van God onder ogen te zien. Het staat zo haaks op de gangbare<br />

mening, helaas in toenemende mate ook op de mening van christenen.<br />

Voordat de opsomming van consequenties verder gaat, wordt opnieuw duidelijk gemaakt waarom<br />

God zo reageert. 'Omdat het hun niet goedacht om God te erkennen...'<br />

Daarom '...heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk (verkeerd) denken, om dingen te doen die<br />

niet passen.'<br />

Vers 29-31<br />

'Ze zijn vervuld van:<br />

• allerlei ongerechtigheid<br />

• (hoererij)<br />

• boosaardigheid (boosheid)<br />

• hebzucht<br />

• slechtheid.<br />

• vol afgunst<br />

• moord<br />

• ruzie<br />

• bedrog<br />

• kwaadaardigheid.<br />

5


Ze zijn:<br />

• Kwaadsprekers<br />

• lasteraars<br />

• haters van God<br />

• smaders<br />

• hoogmoedigen<br />

• grootsprekers<br />

• bedenkers (uitvinders) van slechte dingen<br />

• ongehoorzaam aan hun ouders,<br />

• onverstandigen<br />

• trouweloos<br />

• zonder (natuurlijke) liefde (liefdeloos)<br />

• (onverzoenlijk)<br />

• onbarmhartig.'<br />

Om te overdenken:<br />

Wat een geweldige uitwerking heeft dan genade. Kijk naar de vrucht van de Geest (Gal.5:22).<br />

Vers <strong>32</strong><br />

'Zij kennen (de eis van) het recht van God<br />

namelijk dat zij die zulke dingen doen de dood verdienen,<br />

en toch doen zij niet alleen zelf deze dingen,<br />

maar stemmen ook in met (hebben een welgevallen aan) hen die ze doen.'<br />

Men kent niet alleen God, maar ook nog eens Zijn recht, namelijk dat op de zonde de dood volgt.<br />

En toch doen ze het.<br />

Ook stemmen ze in met hen die dit alles doen.<br />

Samenvatting<br />

Iedere mens heeft de kennis om te weten dat er een God is die boven hem staat en dat die God<br />

aanbidding waard is.<br />

De mens heeft de keus gemaakt om de Schepper een andere plaats te geven dan Hem toekomt.<br />

Daardoor is de mens vervallen in dwaasheid.<br />

Gods reactie hierop is in eerste instantie dat Hij de mens overgeeft aan dat wat hij zelf wil en de<br />

gevolgen daarvan.<br />

Wat een ongelooflijk dieptepunt voor de mensheid.<br />

Wat een ongelooflijk dieptepunt als we zien hoe het leven van de mens ten opzichte van zijn<br />

Schepper bedoeld was.<br />

En niet te vergeten: wat een ongelooflijke aantasting van Gods persoon en al Zijn inzet!<br />

Is het dan vreemd dat we - voordat Paulus de genade van God verder uitwerkt - in hoofdstuk 3:9-<strong>18</strong><br />

Gods eindconclusie lezen, zowel over heidenen als Joden:<br />

• Er is niemand die goed doet.<br />

• Er is niemand die God zoekt.<br />

• De hele wereld is strafschuldig voor God.<br />

6


Tot slot<br />

1. Als we beseffen hoe diep de zonde heeft ingegrepen in de schepping, wat is het dan rijk dat er<br />

genade beschikbaar is (1:16-17) en dat de boodschap van de <strong>Romeinen</strong>brief hier niet eindigt.<br />

In het verlenen van genade en het opofferen van Zijn Zoon daarvoor is God 'over Zichzelf heen<br />

gestapt'. De Rechthebbende God voorziet in de oplossing van het probleem.<br />

2. Door de verbondenheid met Christus zijn we niet meer overgeleverd aan de gevolgen van onze<br />

eigen wilsbesluiten, maar mogen we in de kracht van Christus zonden overwinnen en ons leven<br />

onder de gehoorzaamheid van Christus brengen.<br />

3. Wat een genade dat we door Christus God ook 'recht mogen leren kennen'.<br />

Ef.1:17<br />

'...opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van<br />

wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem...'<br />

Kol.1:9<br />

'Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te<br />

smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk<br />

inzicht...'<br />

Het appel van dit gedeelte is zonder twijfel dat we God de juiste plaats zullen geven in ons leven en<br />

dat Hij onze aanbidding zal ontvangen.<br />

1Thess.2:12<br />

'Wij riepen u ertoe op waardig te wandelen voor God, Die u roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid.'<br />

Gespreksvragen<br />

1. Deel met elkaar wat je geleerd hebt vanuit deze studie.<br />

2. Ontvangt de Heere in ons leven de eer en aanbidding waar Hij recht op heeft?<br />

3. Wat helpt ons om in deze maatschappij op te leven naar Gods wil?<br />

4. Wat merken we in ons leven van de omkeer die het geloof in de Heere Jezus gebracht heeft?<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!