29.09.2013 Views

412/05 N Voertuigen Landbouw.indd - Kbc

412/05 N Voertuigen Landbouw.indd - Kbc

412/05 N Voertuigen Landbouw.indd - Kbc

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Land- en tuinbouwvoertuigen: hoe komt u er<br />

veilig mee op de openbare weg?<br />

Als verzekeraar en gespecialiseerd financieel<br />

dienstverlener in de landbouwsector krijgt KBC<br />

dikwijls te maken met ongevallen met land- en<br />

tuinbouwvoertuigen. Dat gaat van banale onge-<br />

vallen met wat stoffelijke schade tot ongeval-<br />

len met heel ernstig lichamelijk letsel.<br />

Preventie is daarom bij ons geen modewoord.<br />

Het krijgt een concrete invulling: wij willen<br />

ongevallen voorkomen. En geven u daarom graag<br />

gefundeerd advies. Kiezen voor veilig materiaal<br />

is, zoals u zult lezen, een van onze tips. Maar is<br />

dat voldoende om ongevallen te voorkomen?<br />

Natuurlijk niet. Anticiperend rijden is net zo<br />

belangrijk. Voor uw veiligheid en die van ande-<br />

ren.<br />

U leest er meer over in deze brochure.<br />

1


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Inhoud<br />

Veel voorkomende begrippen ....................................5<br />

Goedkeuring van landbouwvoertuigen en<br />

gelijkvormigheidsattesten ..........................................7<br />

Inschrijving van landbouwvoertuigen .......................8<br />

Keuring van landbouwvoertuigen .............................9<br />

De verschillende soorten keuringen ......................10<br />

Verzekeringen ............................................................11<br />

Afmetingen van de voertuigen ................................13<br />

Hoogte .....................................................................13<br />

Breedte ....................................................................13<br />

Samenstelling en lengte van de sleep ...................14<br />

Brandstof ....................................................................14<br />

Reminrichting van voertuigen ..................................15<br />

Algemeen ................................................................15<br />

Bedrijfsrem ..............................................................15<br />

Parkeerrem ..............................................................15<br />

Bediening van de rem van aanhangwagens .........15<br />

Verlichting ..................................................................17<br />

Lading .........................................................................17<br />

Schikking, bevestiging en afdekking van de<br />

lading .......................................................................17<br />

Afmetingen van de lading .....................................18<br />

Signalisatie van de lading .....................................18<br />

Uitrusting van een landbouwtrekker .......................21<br />

Vooraanzicht ...........................................................21<br />

Achteraanzicht ........................................................22<br />

3


4<br />

Uitrusting van landbouwaanhangwagens ..............24<br />

Vooraanzicht ...........................................................24<br />

Zijaanzicht ...............................................................24<br />

Achteraanzicht ........................................................25<br />

Bijzondere uitrustingen .............................................26<br />

Gevarendriehoek ....................................................26<br />

Blustoestel ...............................................................26<br />

Verbandkistje ..........................................................26<br />

Voertuigdocumenten .............................................26<br />

Besturen van een landbouwvoertuig .......................27<br />

Rijbewijs ..................................................................27<br />

Getuigschrift van vakbekwaamheid ......................28<br />

Vereiste leeftijd .......................................................28<br />

Geneeskundig rijgeschiktheidsattest .....................30<br />

Met uw tractor of landbouwmachine op de<br />

openbare weg:<br />

preventief en anticiperend rijgedrag .......................31<br />

Begrippenlijst .............................................................33<br />

Afvinklijst:<br />

Is mijn bedrijfsmaterieel veilig en in orde? ..............36<br />

Nuttige websites ........................................................37<br />

Overzicht relevante wetgeving ................................37


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Veel voorkomende begrippen<br />

In deze brochure komt u allerlei technische begrippen<br />

tegen. Hoewel u de meeste daarvan vast kent, vindt u<br />

ze achteraan nader verklaard.<br />

5


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Goedkeuring van landbouwvoertuigen<br />

en gelijkvormigheidsattesten<br />

Elk voertuig dat u in het verkeer brengt, moet<br />

door de overheid zijn goedgekeurd. Daarom<br />

moet in de regel ook voor landbouwvoertuigen<br />

een zogenoemd gelijkvormigheidsattest worden<br />

uitgereikt. Met dat attest verklaart de constructeur<br />

dat het voertuig identiek is aan het<br />

prototype waarop de goedkeuringstests werden<br />

uitgevoerd.<br />

Een gelijkvormigheidsattest is evenwel niet nodig voor<br />

de volgende voertuigen:<br />

• aanhangwagens met een Maximale Toegelaten Massa<br />

(MTM) van ten hoogste 750 kg en zogenoemde land-<br />

bouwmotoren;<br />

• voertuigen van speciale constructie. Zij moeten wel<br />

door de Minister van Verkeerswezen of zijn gemach-<br />

tigde als zodanig worden erkend. Om deze erken-<br />

ning te krijgen, moet de constructeur of zijn ver-<br />

tegenwoordiger bij de Federale Overheidsdienst (FOD)<br />

Mobiliteit en Vervoer de nodige documenten indie-<br />

nen, waarna een document wordt uitgereikt dat de<br />

aard van het voertuig attesteert.<br />

Zelfbouw van een landbouwaanhangwagen<br />

U mag ook zelf een landbouwaanhangwagen bou-<br />

wen. Er zijn wel enkele beperkingen:<br />

• de constructie mag slechts eenmalig zijn;<br />

• de aanhangwagen mag niet in de handel worden<br />

gebracht;<br />

• de MTM is 8 ton en de ledige massa (tarra) is maxi-<br />

maal 6 ton;<br />

• de maximumsnelheid bedraagt 30 km/uur.<br />

De FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal<br />

Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Residentie Palace,<br />

Wetstraat 155, 1040 Brussel, geeft u alle informatie<br />

over hoe u uw zelfgebouwd voertuig wettig in het<br />

verkeer kunt brengen. U krijgt er ook het formulier<br />

‘Goedkeuringsaanvraag voor landbouwaanhang-<br />

wagens’. Aan de hand van een technisch dossier<br />

gaat de FOD na of een zelfgebouwde aanhangwa-<br />

gen aan alle veiligheidsnormen en wettelijke voor-<br />

schriften voldoet.<br />

7


Inschrijving van landbouwvoertuigen<br />

Elk voertuig dat op de openbare weg komt, moet<br />

ingeschreven zijn en een nummerplaat dragen.<br />

Dat geldt dus ook voor land- en bosbouwtrekkers,<br />

opleggers, voertuigen van speciale constructie<br />

en landbouwmotoren.<br />

8<br />

Ook hierop zijn er uitzonderingen:<br />

• aanhangwagens met een toegestane maximum-<br />

massa van 750 kg moeten niet worden ingeschre-<br />

ven;<br />

• landbouw- en bosbouwaanhangwagens moeten even-<br />

min worden ingeschreven, behalve als ze worden<br />

gebruikt voor het vervoer voor rekening van derden.<br />

Opgelet: die aanhangwagens moeten wel een repro-<br />

ductie dragen van de nummerplaat van het trekkende<br />

voertuig. Die reproductie moet een reflecterende ach-<br />

tergrond hebben.<br />

Het inschrijvingsbewijs of kentekenbewijs is een docu-<br />

ment dat de bestuurder altijd moet kunnen tonen.<br />

Opmerking<br />

Bij een aanrijding met een geleend voertuig moet<br />

de nummerplaat van het trekkende voertuig op het<br />

aanrijdingsformulier worden vermeld. Dus niet de<br />

nummerplaat van de aanhangwagen of de opleg-<br />

ger.


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Keuring van landbouwvoertuigen<br />

In principe zijn alle voertuigen en aanhangwagens<br />

onderworpen aan de verplichte keuring.<br />

Toch gelden er bepaalde vrijstellingen voor bepaalde<br />

voertuigcategorieën:<br />

Zijn vrijgesteld van alle keuringen:<br />

• voertuigen van speciale constructie en aanhang-<br />

wagens van speciale constructie die niet voorzien<br />

zijn van een ophanging;<br />

• landbouwmotoren en hun aanhangwagens;<br />

• aanhangwagens met een MTM van ten hoogste<br />

750 kg.<br />

Zijn vrijgesteld van de periodieke keuring:<br />

• voertuigen voor traag vervoer.<br />

Zijn vrijgesteld van de volledige keuring vóór de<br />

inschrijving:<br />

• gebruikte voertuigen, andere dan personenwagens,<br />

auto’s voor dubbel gebruik, minibussen en lijkwa-<br />

gens.<br />

Zijn vrijgesteld van de administratieve keuring vóór de<br />

inschrijving:<br />

• alle gebruikte voertuigen die een volledige keuring<br />

vóór de inschrijving hebben ondergaan;<br />

• bepaalde gebruikte bedrijfsvoertuigen, bv. maaima-<br />

chines.<br />

9


De verschillende soorten keuringen<br />

De volledige keuring bestaat in het onderzoek van:<br />

• de identificatie van het voertuig, waarbij het chassisnummer, het inschrijvingsbewijs en het gelijkvormigheidsat-<br />

test of het Europees gelijkvormigheidsbewijs van het voertuig worden gecontroleerd;<br />

• de technische staat van het voertuig, waarbij men nagaat of het voertuig voldoet aan de van kracht zijnde<br />

veiligheids- en milieunormen.<br />

De volledige keuringen worden onderverdeeld in:<br />

• periodieke keuringen;<br />

• niet-periodieke keuringen, die plaatsvinden onder welbepaalde omstandigheden, o.a.<br />

- vóór de datum van het opnieuw in het verkeer brengen van een voertuig dat:<br />

• een wijziging of verbouwing heeft ondergaan die betrekking heeft op het chassis, het koetswerk of op de<br />

uitrusting, met een wijziging van de technische kenmerken van het voertuig tot gevolg;<br />

• als gevolg van een ongeval beschadigingen aan het chassis, de stuurinrichting, de ophanging of de remin-<br />

richting vertoont of dat onherstelbaar vernield (total loss) werd verklaard;<br />

- vóór de datum van de eerste inverkeerstelling of de datum van het opnieuw in het verkeer brengen van<br />

voertuigen voor traag vervoer.<br />

Daarnaast zijn er ook de gedeeltelijke keuringen, die worden onderverdeeld in:<br />

• administratieve keuringen, die alleen betrekking hebben op de controle van het inschrijvingsbewijs en het<br />

gelijkvormigheidsattest of het Europees gelijkvormigsheidsbewijs met het oog op de geldigverklaring van een<br />

inschrijvingsaanvraag voor een gebruikt voertuig;<br />

• administratieve herkeuringen, die alleen betrekking hebben op de controle van het chassisnummer, van de<br />

identificatieplaat en van de documenten of, zonder dat het voertuig hierbij opnieuw wordt aangeboden, op<br />

de controle van de documenten;<br />

• technische herkeuringen, d.w.z. alle andere gedeeltelijke keuringen.


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Verzekeringen<br />

Voor alle motorvoertuigen die u gebruikt op de<br />

openbare weg of op plaatsen die voor het publiek<br />

of zelfs voor een beperkt aantal mensen toegankelijk<br />

zijn, moet u een motorrijtuigenverzekering<br />

hebben. Let wel, die verzekering vergoedt<br />

alleen als er een oorzakelijk verband<br />

bestaat tussen de schade en enig gebruik van<br />

het motorrijtuig in het verkeer.<br />

Dat laatste is heel belangrijk, want zelfbewegende<br />

werktuigen zijn zowel motorrijtuigen als werktuigen.<br />

Veroorzaakt een dergelijk werktuig schade, dan wordt<br />

nagegaan in hoeverre het schadegeval onder de dek-<br />

king van de motorrijtuigenverzekering valt. En dat<br />

hangt dan weer af van de hoedanigheid die het werk-<br />

tuig bezat op het ogenblik dat het ongeval zich voor-<br />

deed. Werd het als ‘voertuig in het verkeer’ gebruikt<br />

(verkeersrisico), dan zal normaal gesproken de motor-<br />

rijtuigenverzekeraar het schadegeval ten laste moeten<br />

nemen. Werd het daarentegen gebruikt als werktuig<br />

(exploitatierisico), dan is er geen sprake van een ver-<br />

keersongeval en zal de motorrijtuigenverzekeraar dus<br />

ook niet vergoeden.<br />

Voor zelfbewegende werktuigen en het zelfbewegend<br />

landbouwmaterieel kunt u daarom het best, naast een<br />

motorrijtuigenverzekering, ook nog een wettelijke-<br />

aansprakelijkheidspolis afsluiten om het exploitatie-<br />

risico te dekken. Doet u dat niet, dan loopt u het risico<br />

dat u de schade die het werktuig tijdens werkzaam-<br />

heden veroorzaakt, zelf moet betalen. Om praktische<br />

redenen kunt u beide risico’s het best bij dezelfde ver-<br />

zekeraar laten verzekeren.<br />

Opmerking<br />

Als u een motorrijtuigenverzekering voor uw trekker(s)<br />

sluit, laat uw verzekeraar dan weten of u van plan<br />

bent nog andere activiteiten (lees risicoverzwarende<br />

activiteiten) met deze trekker(s) uit te oefenen. Zo<br />

niet kan de verzekeraar de vergoeding die hij aan<br />

het slachtoffer betaalde op u verhalen, mocht achter-<br />

af blijken dat het ongeval niets met uw landbouw-<br />

uitbating te maken heeft.<br />

Voorbeelden:<br />

• u stelt uw trekker ter beschikking om een praal-<br />

wagen in een of andere optocht te trekken;<br />

• u doet meer dagen aan loonwerk dan het aantal<br />

dat is vermeld in het contract.<br />

11


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Afmetingen van de voertuigen<br />

Een voertuig, dus ook een landbouwtrekker, landbouwmaterieel,<br />

enz., moet aan een aantal voorwaarden<br />

voldoen om op de openbare weg te<br />

mogen rijden.<br />

Hoogte<br />

De lading meegerekend, is de maximale hoogte van de<br />

voertuigen 4 m.<br />

Breedte<br />

Voor landbouwtrekkers geldt in principe een maxi-<br />

mumbreedte van 2,55 m.<br />

<strong>Landbouw</strong>voertuigen mogen echter 3 m breed zijn, op<br />

voorwaarde dat zij zich alleen van de hoeve naar het<br />

veld en omgekeerd verplaatsen, niet sneller dan 30<br />

km/uur rijden en de beweegbare of gemakkelijk af-<br />

neembare buitenste delen opgevouwen of verwijderd<br />

zijn om de breedte tijdens de verplaatsing op de open-<br />

bare weg te verminderen.<br />

<strong>Voertuigen</strong> van speciale constructie mogen eveneens<br />

3 m breed zijn, mits zij niet sneller dan 30 km/uur rij-<br />

den en de beweegbare of gemakkelijk afneembare<br />

buitenste delen opgevouwen of verwijderd zijn om de<br />

breedte tijdens de verplaatsing op de openbare weg te<br />

verminderen.<br />

Voor bepaalde landbouwvoertuigen (maaidorsers, rooi-<br />

machines, enz.) die door hun constructie méér dan 3 m<br />

breed zijn, geldt een uitzondering. Zij mogen echter<br />

niet zomaar op de openbare weg worden gebruikt en<br />

moeten hiervoor in principe de toestemming krijgen<br />

van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en<br />

Vervoer. Deze toestemming kan overigens bepaalde<br />

beperkingen aan het gebruik opleggen (bv. niet tijdens<br />

het weekend of op feestdagen, uitsluitend op een<br />

bepaald traject).<br />

13


Kooiwielen en dubbele banden<br />

Het gebruik van kooiwielen en dubbele banden<br />

mag dus niet tot gevolg hebben dat de maximaal<br />

toegestane breedte wordt overschreden. Als de<br />

tractor door het monteren van dubbele banden<br />

sneller kan rijden dan 30 of 40 km/uur, verliest hij<br />

bovendien de kwalificatie van voertuig voor traag<br />

vervoer en vervalt de vrijstelling van periodieke keu-<br />

ring of de toestemming tot het besturen van de<br />

trekker zonder rijbewijs.<br />

Een en ander heeft ook zijn invloed op de verlich-<br />

ting van het voertuig. In principe mag de verlichting<br />

immers niet meer dan 40 cm verwijderd zijn van de<br />

zijkant van het voertuig. Zodra er dubbele wielen<br />

worden gemonteerd, bestaat de kans dat deze<br />

afstand wordt overschreden. In dat geval moeten<br />

omtreklichten worden aangebracht op het voer-<br />

tuig.<br />

De regels inzake het kruisen of inhalen blijven<br />

onverkort gelden.<br />

Samenstelling en lengte van de sleep<br />

Een motorvoertuig mag slechts één enkel voertuig<br />

trekken en de totale lengte van de sleep mag niet meer<br />

dan 18 m bedragen.<br />

Er is één uitzondering: voor slepen van landbouwtrac-<br />

toren met een maximale snelheid van 25 km/uur en<br />

binnen een straal van 25 km van de hoeve, mag de<br />

totale lengte van de sleep 25 m bedragen (één of meer<br />

aanhangwagens inbegrepen).<br />

14<br />

Brandstof<br />

De algemene regel is dat roodgekleurde dieselolie<br />

niet als motorbrandstof voor motorvoertuigen<br />

mag worden gebruikt.<br />

Hierop is er één uitzondering: het gebruik van rood-<br />

gekleurde dieselolie is wel toegestaan voor land- en<br />

bosbouwtrekkers die niet op de openbare weg rijden.


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Reminrichting van voertuigen<br />

Algemeen<br />

De landbouwtractor, zijn aangekoppelde aanhang-<br />

wagens en zelfrijdende machines moeten voorzien zijn<br />

van zowel een bedrijfsrem als een parkeerrem. Beide<br />

remsystemen mogen door hetzelfde bedieningsorgaan<br />

worden bediend. Wanneer men de openbare weg<br />

gebruikt, moeten de onafhankelijke remmen van de<br />

beide achterwielen van de landbouwtractor aan elkaar<br />

worden gekoppeld. Dat is pas mogelijk door het kop-<br />

pelstuk neer te klappen.<br />

Uitzondering: eenassige aanhangwagens met een<br />

MTM van ten hoogste 750 kg moeten niet voorzien<br />

zijn van een reminrichting.<br />

Bedrijfsrem<br />

Met de bedrijfsrem moet de bestuurder de bewegin-<br />

gen van het voertuig kunnen controleren en het voer-<br />

tuig op een veilige, snelle en doeltreffende manier tot<br />

stilstand kunnen brengen, ongeacht de snelheid, de<br />

graad van belasting en de helling waarop het voertuig<br />

zich bevindt. De inrichting moet steeds bedienbaar zijn<br />

vanaf de zitplaats van de bestuurder, zonder dat de<br />

bestuurder het stuur moet loslaten. De remvertragers<br />

voor de voertuigen met een snelheid hoger dan 30 km/<br />

uur moeten krachtiger kunnen remmen. De remvertra-<br />

ging moet meer dan 20 % beter zijn. De vereiste kracht<br />

om te remmen moet kleiner zijn dan 70 kg.<br />

Parkeerrem<br />

De parkeerrem moet in staat zijn het landbouwvoer-<br />

tuig in beladen toestand op een helling van 18 % in<br />

beide richtingen staande te houden. De noodrem wordt<br />

bediend door de parkeerrem te gebruiken. Hiermee<br />

moet men 50 % van de remvertraging van de bedrijfs-<br />

rem kunnen teweegbrengen.<br />

Bediening van de rem van aanhangwagens<br />

De rem van aanhangwagens met Maximale Toegela-<br />

ten Massa (MTM) van meer dan 3 500 kg moet recht-<br />

streeks bediend worden met het bedieningsorgaan<br />

van de bedrijfsrem van het trekkende voertuig.<br />

Voor landbouwvoertuigen mag de bedrijfsrem van de<br />

aanhangwagen met een MTM van ten hoogste 8 000 kg<br />

ook door een ander bedieningsorgaan worden be-<br />

diend. Een voorwaarde is wel dat dit extra bedienings-<br />

orgaan zich niet achter de zitplaats van de bestuurder<br />

van de tractor bevindt. Bovendien moet de bestuurder<br />

dit bedieningsorgaan tijdens het rijden kunnen bedie-<br />

nen zonder het stuurwiel los te laten.<br />

Losbreekrem<br />

Als de aanhangwagen losraakt of de koppeling<br />

breekt, moet de bedrijfsrem van de aanhangwagen<br />

automatisch in werking treden. Dit noemt men de<br />

losbreekrem. De losbreekrem is verplicht voor aan-<br />

hangwagens met een MTM van meer dan 750 kg.<br />

Ook hier zijn er uitzonderingen:<br />

• als de MTM kleiner is dan 1 500 kg en de aanhang-<br />

wagen één as heeft, dan is een losbreekrem niet<br />

verplicht op voorwaarde dat deze wagen voorzien<br />

is van een hulpkoppeling die belet dat de dissel de<br />

grond raakt bij een breuk;<br />

• bij aanhangwagens die alleen worden afgeremd<br />

door een oplooprem, mag het automatisch rem-<br />

men gebeuren door middel van de parkeerrem of<br />

door het neerhalen van de dissel.<br />

15


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Verlichting<br />

Er bestaat een uitgebreide reglementering over de<br />

verlichting (kenmerken en plaats op het voertuig). Een<br />

overzicht vindt u in de illustraties en hun begeleidende<br />

tekst.<br />

Lading<br />

Schikking, bevestiging en afdekking van de<br />

lading<br />

De lading van een voertuig moet zodanig worden<br />

geschikt - en zo nodig vastgemaakt en overdekt met<br />

een dekzeil of met een net - dat ze:<br />

• het zicht van de bestuurder niet kan hinderen;<br />

• geen gevaar kan vormen voor de bestuurder, de ver-<br />

voerde personen en de andere weggebruikers;<br />

• geen schade kan veroorzaken aan de openbare weg,<br />

aan de aanhorigheden, aan bruggen en tunnels, en<br />

aan de openbare en particuliere eigendommen;<br />

• niet op de openbare weg kan vallen of slepen;<br />

• de stabiliteit van het voertuig niet in het gedrang<br />

kan brengen;<br />

• de lichten, de reflectoren en de nummerplaat niet<br />

onzichtbaar kan maken.<br />

De lading van graangewassen, vlas, stro, paarden- of<br />

veevoer in bulk of in balen moet worden overdekt met<br />

een dekzeil of met een net. Deze bepaling geldt echter<br />

niet voor vervoer binnen een straal van 25 km van de<br />

plaats van de lading, voorzover dit vervoer niet langs<br />

de autosnelweg gebeurt.<br />

Bestaat de lading uit lange stukken, dan moeten die<br />

zowel onderling als aan het voertuig zo stevig worden<br />

vastgemaakt dat ze bij het schommelen niet buiten de<br />

grootste zijomtrek van het voertuig komen.<br />

Al wat dient om de lading vast te maken of te beschut-<br />

ten, zoals kettingen, dekzeilen, netten, enz., moet de<br />

lading nauw omsluiten.<br />

De bestuurder van het voertuig moet de nodige maat-<br />

regelen nemen om te voorkomen dat de lading, en<br />

ook al wat dient om de lading vast te maken of te<br />

beschutten, door lawaai de bestuurder zou hinderen,<br />

het publiek ongemak zou bezorgen of dieren zou doen<br />

schrikken.<br />

17


Wanneer zij- of achterdeuren bij uitzondering moeten<br />

open blijven, moeten zij zodanig worden vastgezet<br />

dat zij niet uitsteken buiten de grootste zijomtrek van<br />

het voertuig.<br />

Afmetingen van de lading<br />

Een beladen voertuig (een auto, bespannen voertuig<br />

of hun aanhangwagens) mag, alle uitstekende delen<br />

inbegrepen, niet breder zijn dan 2,50 m of 2,60 m wan-<br />

neer het voertuig een breedte heeft van 2,60 m. Er zijn<br />

twee uitzonderingen:<br />

a als de lading bestaat uit graangewassen, vlas, stro,<br />

paarden- of veevoeder in bulk (behalve geperste<br />

balen) mag het geladen voertuig 2,75 m breed zijn;<br />

b als de hierboven beschreven lading wordt vervoerd<br />

binnen een straal van 25 km van de plaats van lading<br />

of binnen een zone van 25 km van de Belgische<br />

grens, mag het geladen voertuig 3 m breed zijn.<br />

In geen geval mag de lading voor het voertuig uitste-<br />

ken. De lading mag niet verder dan 1 m achter het<br />

voertuig uitsteken. Het uitsteeksel mag echter 3 m<br />

bedragen, wanneer het voertuig met lange ondeelba-<br />

re stukken beladen is.<br />

Signalisatie van de lading<br />

Bij een voertuig dat niet verlicht moet zijn, wordt aan<br />

een lading die meer dan 1 m achter het voertuig uit-<br />

steekt een vierkant bord bevestigd. Het bord wordt<br />

zodanig aan het langste uitsteeksel vastgemaakt, dat<br />

het permanent loodrecht op de rijrichting staat. Het<br />

moet dus altijd optimaal zichtbaar zijn.<br />

Dit bord heeft een zijde van 0,50 m en is in afwisse-<br />

18<br />

lende rode en witte strepen van ongeveer 75 mm breed<br />

geschilderd. Een diagonaallijn van het vierkant is rood.<br />

De rode strepen moeten zijn voorzien van reflecteren-<br />

de producten.<br />

Ook op voertuigen die wel verlicht moeten zijn, wordt<br />

de lading die meer dan 1 m achter het voertuig uit-<br />

steekt, voorzien van eenzelfde bord. Daarbij komen<br />

nog een naar achteren gericht rood licht, én een oran-<br />

je reflector aan elke zijkant.<br />

Het hoogste punt van het lichtdoorlatende of weer-<br />

kaatsende gedeelte van de voor het signaleren van het<br />

achtereinde van de lading gebruikte middelen mag<br />

zich op niet meer dan 1,60 m boven de grond bevin-<br />

den. Het laagste punt ervan mag zich op niet minder<br />

dan 0,40 m boven de grond bevinden. Bovendien:<br />

• bij een voertuig dat zijreflectoren moet hebben,<br />

moeten één of meer supplementaire oranje zijreflec-<br />

toren op de lading worden aangebracht wanneer de<br />

afstand tussen de buitenrand van de reflector die het<br />

grootste uitsteeksel van de lading signaleert en de<br />

buitenrand van de achterste reflector van het voer-<br />

tuig groter is dan 3 m;<br />

• bij een voertuig dat geen zijreflectoren moet heb-<br />

ben, mogen één of meer oranje zijreflectoren op de<br />

lading worden aangebracht.<br />

Wanneer het voertuig verlicht moet zijn, moet de<br />

lading die aan de zijkant uitsteekt en zich op meer dan<br />

0,40 m van de buitenrand van het lichtdoorlatende<br />

gedeelte van het standlicht bevindt, door omtreklich-<br />

ten en reflectoren worden gesignaleerd.<br />

De lichten en reflectoren aan de voorkant moeten wit<br />

zijn, die aan de achterkant rood. Het lichtdoorlatende<br />

of het lichtweerkaatsende gedeelte van deze lichten<br />

moet zich op minder dan 0,40 m van het grootste uit-<br />

steeksel bevinden.


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Overlading<br />

U overtreedt het verkeersreglement als u op de<br />

openbare weg een motorvoertuig bestuurt waarvan<br />

het geladen gewicht hoger is dan de Maximale Toe-<br />

gelaten Massa of de Maximale Toegelaten Massa<br />

van de Sleep.<br />

Gevolgen van overladen: proces-verbaal en afladen;<br />

in geval van een afwijking van meer dan een bepaald<br />

percentage of gewicht: proces-verbaal, afladen en<br />

intrekking keuringsbewijs.<br />

19


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Uitrusting van een<br />

landbouwtrekker<br />

Vooraanzicht<br />

1 Werklichten (niet verplicht): werklichten of projecto-<br />

ren mogen alleen op het veld of op de hoeve worden<br />

gebruikt.<br />

2 Ruitenwisser: elke tractor met een voorruit moet van<br />

één of meer goed werkende ruitenwissers zijn voor-<br />

zien. <strong>Voertuigen</strong> met een maximumsnelheid hoger<br />

dan 30 km/uur moeten over een voorruitontdooi-<br />

ingsinstallatie en een ruitensproeier beschikken<br />

zodat de bestuurder altijd een perfect uitzicht<br />

heeft.<br />

7<br />

1<br />

9<br />

3 Richtingaanwijzers (plaatsing: minimale hoogte 35<br />

cm, maximale hoogte 190 cm): de richtingaanwijzers<br />

van een sleep of een voertuig langer dan 6 meter<br />

moeten op de zijkanten zijn geplaatst. Eventueel<br />

kan een gecombineerde richtingaanwijzer worden<br />

geplaatst. Ze moeten vanaf minstens 150 m zichtbaar<br />

6<br />

5<br />

2<br />

8<br />

3<br />

4<br />

zijn. In volle zonlicht zijn ze vanaf minstens 20 m<br />

zichtbaar.<br />

4 Stadslichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm,<br />

maximale hoogte 190 cm): de afstand ten opzichte<br />

van de zijkant van het voertuig mag maximaal 40 cm<br />

bedragen.<br />

5 Koplampen (plaatsing: minimale hoogte 50-120 cm,<br />

maximale hoogte 145 cm, wegens constructie van de<br />

speciale voertuigen): twee symmetrisch aan de voor-<br />

zijde aangebrachte koplampen. Ze bevatten elk een<br />

dimlicht en een grootlicht. De grootlichten zijn niet<br />

verplicht voor de voertuigen voor traag vervoer met<br />

een maximumsnelheid lager dan 30 km/uur.<br />

6 Nummerplaat (kentekenplaat): centraal of links. Het<br />

gaat om een reproductie op reflecterende achter-<br />

grond (retroflecterende nummerplaat).<br />

7 Achteruitkijkspiegels: een tractor moet voorzien<br />

zijn van minstens één achteruitkijkspiegel, die aan<br />

de linkerkant van het voertuig zodanig is opgesteld<br />

dat de bestuurder vanaf zijn zitplaats de openbare<br />

weg achter en links van het voertuig kan gadeslaan<br />

en een ander voertuig dat begonnen is links in te<br />

halen, kan waarnemen. De aanwezigheid van een<br />

goed afgestelde rechterbuitenspiegel is vanzelfspre-<br />

kend.<br />

8 Zwaailicht: de bestuurders van landbouwtractoren<br />

zijn verplicht één of twee oranje-gele zwaailichten<br />

te gebruiken (zichtbaar in alle richtingen) tussen het<br />

vallen van de avond en het aanbreken van de dag en<br />

in alle omstandigheden wanneer het zicht beperkt is<br />

tot 200 m, op alle openbare wegen.<br />

Zwaailichten worden altijd gebruikt op alle openba-<br />

re wegen met meer dan twee rijstroken.<br />

Deze lichten mogen steeds worden gebruikt, in alle<br />

verkeersomstandigheden. Op voertuigen breder dan<br />

3 m moeten ze verplicht worden gebruikt.<br />

21


9 Instrumentenbord: voertuigen voor traag vervoer<br />

met een maximumsnelheid van 40 km/uur moeten<br />

zijn uitgerust met een snelheidsmeter die de snel-<br />

heid in kilometer per uur aangeeft en met een teller<br />

die de afgelegde afstand in kilometer opgeeft.<br />

22<br />

Achteraanzicht<br />

2<br />

1 Werklichten (niet verplicht): deze lichten mogen in<br />

geen geval de andere bestuurders hinderen, ze kun-<br />

nen dus nooit worden gebruikt in het verkeer.<br />

2 Originele nummerplaat: zichtbaar en leesbaar, cen-<br />

traal of links aangebracht, én verlicht door een wit<br />

lichtje.<br />

8<br />

7<br />

6<br />

1<br />

3 Snelheidsplaat 30 km/uur of 40 km/uur: met een<br />

lichtweerkaatsende rode rand en aangebracht op<br />

het rechterachtervlak.<br />

4 Achterreflectoren (plaatsing: 90 tot 210 cm tot<br />

bovenrand reflector): twee rode achterreflectoren<br />

van een goedgekeurd type (mogen niet driehoekig<br />

zijn). De afstand ten opzichte van de zijkant van het<br />

voertuig mag maximaal 40 cm bedragen.<br />

5 Bord ‘traag rijdende voertuigen’: aangebracht in het<br />

midden of links. Verplicht op alle voertuigen voor<br />

3<br />

4<br />

9


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

traag vervoer met uitzondering van landbouwvoer-<br />

tuigen.<br />

6 Mistachterlichten (plaatsing: minimale hoogte 25<br />

cm, maximale hoogte 190 cm): als ze gemonteerd<br />

zijn, moeten deze lichten bij mist of sneeuwval (zicht<br />

minder dan 100 m) en bij felle regen worden gebruikt.<br />

Als er maar één mistlicht is aangebracht, moet dat<br />

zich bevinden links van of op de verticale as door de<br />

lengteas van het voertuig. De rand van het lichtdoor-<br />

latende gedeelte van het mistlicht moet zich bevin-<br />

den op ten minste 10 cm van de rand van het licht-<br />

doorlatende gedeelte van het stoplicht.<br />

7 Stoplichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maxi-<br />

male hoogte 190 cm): de stoplichten zijn niet ver-<br />

plicht voor voertuigen voor traag vervoer met een<br />

maximumsnelheid lager dan 30 km/uur.<br />

8 Rode achterlichten en parkeerlichten (plaatsing:<br />

minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm):<br />

de afstand tot de zijkant van het voertuig is maxi-<br />

maal 40 cm.<br />

9 Richtingaanwijzers (plaatsing: minimale hoogte 35<br />

cm, maximale hoogte 190 cm): rood of oranje.<br />

10 Zijreflectoren (plaatsing: minimale hoogte 35-120<br />

cm, maximale hoogte 145 cm, om constructierede-<br />

nen): voertuigen die langer dan 6 m zijn, moeten<br />

aan elke zijkant ten minste één zijreflector hebben.<br />

Voor plaatsing en aantal zie ‘zijaanzicht aanhang-<br />

wagen’.<br />

11 Omtreklichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm,<br />

maximale hoogte niet bepaald): omtreklichten die-<br />

nen om de buitenomtrek van het voertuig aan te<br />

geven. Ze moeten dan ook zo dicht mogelijk bij de<br />

uiterste zijkant worden geplaatst, én zo hoog<br />

mogelijk. Ze zijn verplicht voor alle voertuigen bre-<br />

der dan 2,50 m.<br />

23


Uitrusting van landbouwaanhangwagens<br />

Vooraanzicht<br />

1 Twee witte reflectoren of twee witte stadslichten<br />

(plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maximale hoog-<br />

te 225 cm): de stadslichten moeten naar voren en zij-<br />

waarts licht uitstralen. Ze mogen worden vervangen<br />

door witte reflectoren. Deze reflectoren staan op<br />

maximaal 15 cm van de zijkant.<br />

2 Omtreklichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm,<br />

maximale hoogte niet bepaald): als de aanhangwa-<br />

gen breder is dan 2,50 m, moeten omtreklichten aan<br />

de zijkant van de totale breedte worden aange-<br />

bracht. Die omtreklichten komen zo dicht mogelijk<br />

bij de zijkant, zowel aan de voorzijde (witte) als aan<br />

de achterzijde (rode).<br />

24<br />

Zijaanzicht<br />

1 Oranje zijreflectoren (plaatsing: minimale hoogte<br />

35-120 cm, maximale hoogte 145 cm, wegens con-<br />

structieredenen): aanhangwagens waarvan de totale<br />

lengte, dissel inbegrepen, meer dan 3 m bedraagt,<br />

moeten aan elke zijkant ten minste één oranje reflec-<br />

tor hebben.<br />

2<br />

2 Tussenafstand zijreflectoren: de afstand tussen het<br />

meest vooraan gelegen punt van de aanhangwagen,<br />

dissel niet inbegrepen, en de zijreflector mag niet<br />

groter zijn dan 3 m. Bovendien mag de afstand tus-<br />

sen het meest naar achteren stekende punt van de<br />

aanhangwagen en de zijreflector niet groter zijn dan<br />

1 m. De onderlinge afstand tussen twee zijreflecto-<br />

ren mag niet meer dan 3 m bedragen.<br />

1


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Achteraanzicht<br />

7<br />

1<br />

1 Mistachterlicht(en) (plaatsing: minimale hoogte 25<br />

cm, maximale hoogte 120 cm, niet verplicht): als zij<br />

gemonteerd zijn, moeten deze lichten bij mist of<br />

sneeuwval (zicht minder dan 100 m) en bij felle regen<br />

worden gebruikt.<br />

6<br />

2 Bord ‘traag rijdende voertuigen’ (niet verplicht): het<br />

is wel aangeraden het bord achteraan op de land-<br />

bouwaanhangwagens aan te brengen om het voer-<br />

tuig beter zichtbaar en herkenbaar te maken.<br />

5<br />

3 Rode achterlichten en parkeerlichten (plaatsing:<br />

minimale hoogte 35 cm, maximale hoogte 190 cm):<br />

maximaal 40 cm van de zijkant van het voertuig.<br />

4 Stoplichten (plaatsing: minimale hoogte 35 cm, maxi-<br />

male hoogte 190 cm): de stoplichten zijn niet ver-<br />

4<br />

8<br />

3<br />

plicht voor de voertuigen voor traag vervoer met een<br />

maximumsnelheid lager dan 30 km/uur.<br />

5 Snelheidsplaat 30 km/uur of 40 km/uur: met licht-<br />

weerkaatsende rode rand, aangebracht aan de rech-<br />

terkant van de aanhangwagen.<br />

6 Nummerplaat: leesbare en goed zichtbare reproduc-<br />

tie van de originele nummerplaat, centraal of links<br />

geplaatst. Deze reproductie moet een reflecterende<br />

achtergrond hebben (retroflecterende nummer-<br />

plaat).<br />

7 Driehoekige reflectoren (plaatsing: minimale hoogte<br />

35 cm, maximale hoogte 190 cm): twee driehoekige<br />

goedgekeurde achterreflectoren. Deze reflectoren<br />

mogen zich maximaal 40 cm van de zijkant van het<br />

voertuig bevinden.<br />

8 Richtingaanwijzers (plaatsing: minimale hoogte 35<br />

cm, maximale hoogte 190 cm): de afstand tussen de<br />

richtingaanwijzers moet minstens 60 cm bedragen.<br />

25


Bijzondere uitrustingen<br />

Gevarendriehoek<br />

Elk motorvoertuig, behalve een landbouwmotor, moet<br />

voorzien zijn van een gevarendriehoek.<br />

Elke zijde van de driehoek is 50 cm lang en 5 cm breed.<br />

De buitenzijde is over 2,50 cm reflecterend rood, de<br />

binnenzijde over 2,50 cm fluorescerend rood.<br />

Waar moet de gevarendriehoek geplaatst worden?<br />

Deze rode reflecterende driehoek moet worden<br />

gebruikt om een defect voertuig of een op de open-<br />

bare weg gevallen lading te signaleren. De gevaren-<br />

driehoek moet worden geplaatst op ongeveer 30 m<br />

afstand van het obstakel en wel zo dat hij voor de<br />

naderende bestuurders vanaf ongeveer 50 m zicht-<br />

baar is. Binnen de bebouwde kom, waar die afstand<br />

niet kan worden nageleefd, mag men de driehoek<br />

op een kleinere afstand en zelfs op het voertuig zet-<br />

ten.<br />

Blustoestel<br />

Er moet een blustoestel aanwezig zijn in alle auto’s,<br />

met uitzondering van onder andere de landbouwmo-<br />

tor. <strong>Voertuigen</strong> voor traag vervoer moeten slechts één<br />

blustoestel hebben, voorzien van het merkteken ‘Benor<br />

V’. Deze blustoestellen zijn slechts geldig tot de uiter-<br />

ste datum die wordt vermeld op de romp van het toe-<br />

stel. Het toestel moet zijn verzegeld met een metalen<br />

draad met loodje. Het blustoestel moet op een steun<br />

zijn gemonteerd en zich op een zichtbare en gemak-<br />

kelijk te bereiken plaats bevinden, zodat het binnen<br />

tien seconden kan worden afgenomen. Daarnaast<br />

moet het blustoestel een capaciteit bezitten die afhan-<br />

kelijk is van de Maximale Toegelaten Massa (MTM) van<br />

26<br />

de tractor. Onderstaande tabel is daarbij van toepas-<br />

sing.<br />

MTM Poeder BC of ABC Halogeenproduct<br />

< 2 500 kg 1 kg 1 kg<br />

2 500 - 7 000 kg 2 kg 2 kg<br />

> 7 000 kg 3 kg 3 kg<br />

Verbandkistje<br />

Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming<br />

(A.R.A.B.) en de wet betreffende het welzijn van de<br />

werknemers bij de uitvoering van hun werk maken<br />

een verbandkistje of -etui tot een verplichte uitrusting<br />

zodra er een werknemer of gelijkgestelde met het<br />

voertuig rijdt (alleen dienstboden en huispersoneel<br />

vallen daar niet onder). De inhoud moet in deze geval-<br />

len overeenstemmen met de wettelijke voorschriften.<br />

Voertuigdocumenten<br />

In een voertuig moeten allerlei documenten aanwezig<br />

zijn die bij een controle kunnen worden opgevraagd.<br />

Het is altijd handig een kopie van deze documenten<br />

thuis te bewaren. Maak er een gewoonte van om deze<br />

documenten jaarlijks na te kijken en eventueel te ver-<br />

vangen. Andere documenten zijn niet verplicht, maar<br />

wel aanbevolen.<br />

Verplicht:<br />

• het inschrijvingsbewijs van het voertuig;<br />

• het verzekeringsbewijs;<br />

• alleen voor het Waals Gewest: het betalingsbewijs<br />

van de autoradiobelasting;<br />

• het keuringsbewijs van het voertuig;<br />

• het gelijkvormigheidsattest van het voertuig;


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

• het keuringsbewijs of het regularisatieattest van de<br />

aangekoppelde aanhangwagen.<br />

Aanbevolen:<br />

• het Europees Aanrijdingsformulier.<br />

Besturen van een<br />

landbouwvoertuig<br />

Rijbewijs<br />

Tenzij hij voor 1 oktober 1982 geboren is, moet de<br />

bestuurder van een landbouwvoertuig in het bezit zijn<br />

van een geldig rijbewijs dat afhankelijk is van de Maxi-<br />

male Toegelaten Massa van het bestuurde landbouw-<br />

voertuig of de bestuurde sleep. De verschillende cate-<br />

gorieën van rijbewijzen die van toepassing kunnen zijn<br />

voor landbouwvoertuigen, vindt u in de tabel.<br />

Besturen van landbouwvoertuigen: vereiste rijbewijs in functie van de MTM<br />

Vereiste rijbewijs<br />

B • De MTM is lager of gelijk aan 3 500 kg, en<br />

• er wordt geen aanhangwagen getrokken<br />

• of<br />

• er wordt een aanhangwagen getrokken met een MTM van maximaal 750 kg<br />

• De MTM van de aanhangwagen is hoger dan 750 kg, maar de MTM van de sleep is lager dan 3 500 kg<br />

B + E • De MTM is lager of gelijk aan 3 500 kg, en<br />

De MTM van de aanhangwagen is hoger dan 750 kg<br />

De MTM van de sleep is hoger dan 3 500 kg<br />

C1 • De MTM ligt tussen 3 500 kg en 7 500 kg, en<br />

• er wordt geen aanhangwagen getrokken<br />

• of<br />

• er wordt een aanhangwagen getrokken met een MTM van maximaal 750 kg<br />

C1 + E • De MTM ligt tussen 3 500 kg en 7 500 kg, en<br />

er wordt een aanhangwagen getrokken met een MTM van meer dan 750 kg<br />

de MTM van de sleep is lager dan 12 000 kg<br />

C • De MTM is hoger dan 7 500 kg, en<br />

• er wordt geen aanhangwagen getrokken<br />

• of<br />

• er wordt een aanhangwagen getrokken met een MTM van maximaal 750 kg<br />

C + E • De MTM is hoger dan 7 500 kg, en<br />

er wordt een aanhangwagen getrokken met een MTM van meer dan 750 kg<br />

27


Personen die slaagden voor het examen voor een rijbe-<br />

wijs C, maar geen 21 jaar oud zijn, krijgen een rijbewijs<br />

C1. Om een rijbewijs C te verkrijgen, moet een nieuw<br />

rijbewijs worden aangevraagd op de gemeente vanaf<br />

de leeftijd van 21 jaar. Noch het theoretische, noch het<br />

praktische rijexamen moet worden overgedaan.<br />

Getuigschrift van vakbekwaamheid<br />

Men verkrijgt het getuigschrift van vakbekwaamheid<br />

op het einde van het 6e leerjaar secundair beroepson-<br />

derwijs na de voltooiing van de opleiding vrachtwa-<br />

genchauffeur of na het volgen van een beroepsoplei-<br />

ding van vrachtwagenchauffeur.<br />

Vereiste leeftijd<br />

Bestuurders van trekkers of ander rijdend<br />

landbouwmaterieel<br />

• Traject van de hoeve naar het veld en omgekeerd:<br />

- met een voertuig of sleep met een MTM tot 15 ton:<br />

28<br />

16 jaar. Wanneer de bestuurder geboren is na 31<br />

augustus 1986 moet hij wel houder zijn van een<br />

getuigschrift dat aantoont dat hij geslaagd is voor<br />

het bijzondere theoretische examen; hij moet dat<br />

document ook bij zich hebben;<br />

- met een voertuig of sleep met een MTM > 15 ton:<br />

21 jaar, of 18 jaar wanneer de persoon een getuig-<br />

schrift van vakbekwaamheid kan voorleggen. Wan-<br />

neer de bestuurder geboren is na 31 augustus 1986<br />

moet hij wel houder zijn van een getuigschrift dat<br />

aantoont dat hij geslaagd is voor het bijzondere<br />

theoretische examen; hij moet dat document ook<br />

bij zich hebben.<br />

• Andere trajecten:<br />

- met een voertuig of sleep met een MTM tot 7,50<br />

ton: 18 jaar. Wanneer de bestuurder geboren is na<br />

30 september 1982 moet hij uiteraard in het bezit<br />

zijn van een geldig rijbewijs afhankelijk van de<br />

MTM van het bestuurde landbouwvoertuig of de<br />

bestuurde sleep;<br />

- met een voertuig of sleep met een MTM > 7,50 ton:<br />

21 jaar, of 18 jaar wanneer de persoon een getuig-<br />

schrift van vakbekwaamheid kan voorleggen. Wan-<br />

neer de bestuurder geboren is na 30 september 1982,<br />

moet hij uiteraard in het bezit zijn van een geldig<br />

rijbewijs afhankelijk van de MTM van het bestuurde<br />

landbouwvoertuig of de bestuurde sleep.<br />

<strong>Voertuigen</strong> voor traag vervoer<br />

• Bestuurders, geboren voor 1 oktober 1982, van voer-<br />

tuigen voor traag vervoer (volgens art. 1 §2, 15 van<br />

het KB van 15 maart 1968) zijn vrijgesteld van de ver-<br />

plichting houder te zijn van een rijbewijs en het bij<br />

zich te hebben.<br />

• Bestuurders geboren na 30 september 1982 moeten,<br />

afhankelijk van de MTM van het voertuig, beschik-<br />

ken over een rijbewijs B (tot en met 3 500 kg MTM),<br />

C1 (tot en met 7 500 kg MTM) of C (meer dan 7 500<br />

kg MTM). Bij het aankoppelen van een aanhangwa-<br />

gen met een MTM van meer dan 7 500 kg kan een<br />

bijkomende E-categorie vereist zijn.<br />

Een schematisch overzicht van de leeftijdsvereisten<br />

naar gelang van de aard van het bestuurde landbouw-<br />

voertuig vindt u in de tabel.


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Besturen van landbouwvoertuigen: vereiste rijbewijs en minimumleeftijd<br />

Traject Hoeve - veld - hoeve Andere trajecten<br />

MTM 1 van het voertuig of de sleep < 15 000 kg MTM van het voertuig of de sleep < 7 500 kg<br />

Geboren<br />

voor 1 september 1986<br />

Geboren<br />

na 31 augustus 1986<br />

Rijbewijs Neen Neen, wel een getuigschrift<br />

van slagen in een<br />

theoretisch examen<br />

Geboren<br />

voor 1 oktober 1982<br />

Geboren<br />

na 30 september 1982<br />

Neen Ja, in functie van de<br />

MTM 2<br />

Leeftijd 16 jaar 18 jaar<br />

MTM van het voertuig of de sleep > 15 000 kg MTM van het voertuig of de sleep > 7 500 kg<br />

Geboren<br />

voor 1 september 1986<br />

Geboren<br />

na 31 augustus 1986<br />

Rijbewijs Neen Neen, wel een getuigschrift<br />

van slagen in een<br />

theoretisch examen<br />

Leeftijd 21 jaar of 18 jaar<br />

indien getuigschrift vakbekwaamheid<br />

Geboren<br />

voor 1 oktober 1982<br />

Geboren<br />

na 30 september 1982<br />

Neen Ja, in functie van de<br />

MTM<br />

21 jaar of 18 jaar<br />

indien getuigschrift vakbekwaamheid<br />

1 De Maximale Toegelaten Massa (MTM) is het hoogste gewicht dat een voertuig in beladen toestand mag hebben. Het is dus de optelsom van het eigen<br />

gewicht van het voertuig en van zijn maximaal laadvermogen. De MTM van een voertuig kan men terugvinden op het identificatieplaatje of op het schouwingsbewijs.<br />

De MTM van een sleep bekomt men door de eigen massa van de tractor te vermeerderen met de MTM van de getrokken aanhangwagen(s).<br />

2 Zie ander overzicht. Het spreekt vanzelf dat alle bijkomende bepalingen per categorie rijbewijs volledig van kracht blijven (zoals vb. getuigschrift van<br />

geneeskundige schifting, ...).<br />

29


Geneeskundig rijgeschiktheidsattest<br />

Als de bestuurder van een landbouwvoertuig een rij-<br />

bewijs moet hebben, dan moet hij ook voldoen aan<br />

alle medische voorschriften.<br />

Zo moeten de bestuurders van landbouwvoertuigen<br />

die een rijbewijs C, C+E, C1 of C1+E willen verkrijgen of<br />

het willen verlengen een medisch onderzoek onder-<br />

gaan in een Medisch Centrum van de Sociaal-Medische<br />

Rijksdienst of bij een erkende arts.<br />

Voor het eigenlijke onderzoek moet de aanvrager of<br />

de bestuurder eerst een medische verklaring onderte-<br />

kenen waarin hij op zijn woord van eer bevestigt dat<br />

hij geen aandoening heeft die het normaal besturen<br />

van een voertuig, zelfs tijdelijk, zou kunnen verhinde-<br />

ren of belemmeren. Verder moet een verslag van een<br />

oogarts worden voorgelegd. Daarna volgt een alge-<br />

meen medisch onderzoek. Wordt de betrokkene<br />

medisch geschikt geacht, dan krijgt hij een getuig-<br />

schrift van rijgeschiktheid.<br />

Het attest is in principe vijf jaar geldig. Deze geldig-<br />

heid wordt echter teruggebracht tot drie jaar voor<br />

bestuurders die ouder zijn dan 50 jaar. In geval van<br />

bepaalde aandoeningen kan de geldigheidsduur van<br />

het attest nog verder beperkt worden tot één jaar of<br />

minder.<br />

De gegevens van het hierboven vermelde rijgeschikt-<br />

heidsattest, zoals geldigheidsdatum, eventuele beper-<br />

kingen (bv. gezondheidsbeperkingen) of aanpassingen<br />

aan het voertuig, staan in codevorm (Europees gelden-<br />

de codes) op het rijbewijs.<br />

30


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Met uw tractor of landbouwmachine op de openbare weg:<br />

preventief en anticiperend rijgedrag<br />

Zelfs als uw voertuig aan alle reglementen en<br />

eisen voldoet, blijft het in het huidige verkeer<br />

een uitzonderlijk voertuig door zijn lage snelheid,<br />

de lengte van de sleep en de breedte van<br />

de aangekoppelde werktuigen of machines.<br />

Toch moet u geregeld gebruikmaken van de<br />

openbare weg. U kunt de risico’s al beperken<br />

door aandacht te besteden aan de volgende<br />

punten.<br />

Geef duidelijk en tijdig de richting aan waarin u<br />

gaat afslaan<br />

De achteropkomende voertuigen hebben meestal een<br />

grotere snelheid en dus ook een grotere remafstand.<br />

Laat daarom tijdig weten dat u gaat afslaan. En zorg<br />

ervoor dat de richtingaanwijzers altijd goed zichtbaar<br />

zijn. Als er een ongeval gebeurt met een voertuig dat<br />

links inhaalt, dan krijgt de bestuurder die links afdraait<br />

meestal de schuld. Zelfs als hij alle nodige voorzorgs-<br />

maatregelen heeft genomen.<br />

Sla alleen linksaf wanneer u voldoende tijd<br />

hebt<br />

Tegenliggers hebben immers voorrang (dus ook brom-<br />

fietsers, fietsers en voetgangers). Wees dubbel voor-<br />

zichtig als er een afzonderlijk fietspad is aan de linker-<br />

kant van de weg. Als u op het laatste moment moet<br />

stoppen om een fietser door te laten, dan blokkeert u<br />

met uw trekker de helft van de weg. Hangt er achter<br />

de trekker nog een werktuig, dan is de andere weg-<br />

helft ook versperd!<br />

Rechtsaf slaan<br />

Zet de rechterrichtingaanwijzer aan. Om rechts af te<br />

slaan mag u eerst naar links of het midden van de rij-<br />

baan uitwijken, om gemakkelijker in te slaan. Daarbij<br />

laat u alle andere weggebruikers voorgaan. Houd ook<br />

rekening met het achteropkomend verkeer. Kijk links<br />

en vooral rechts in uw spiegels, kijk ook zo vlug moge-<br />

lijk naar rechts op het rijvak terwijl het voertuig al<br />

lichtjes afdraait. Voer dit manoeuvre traag uit!<br />

Gebruik uw spiegels<br />

Een goed zicht op de weg achter u is minstens even<br />

belangrijk als uw zicht naar voor. Bij het rechts afslaan<br />

is het goed oppassen geblazen voor rechts inhalend<br />

31


verkeer. Vooral fietsers en bromfietsers bevinden zich<br />

soms onverwacht snel op uw hoogte. Grote spiegels,<br />

perfect ingesteld, kunnen dan het verschil maken.<br />

Houd bij het oversteken van een weg en bij het<br />

kruisen van andere weggebruikers rekening<br />

met de snelheid van het andere verkeer<br />

Het normale wegverkeer heeft een grotere snelheid.<br />

Omdat de tractor een voertuig is voor traag vervoer,<br />

heeft hij ook meer tijd nodig dan een personenwagen<br />

om bijvoorbeeld de weg over te steken.<br />

Denk aan de lengte van uw combinatie<br />

Voer bij het oversteken van een weg uw manoeuvre in<br />

één keer uit!<br />

Zorg dat u tijdig wordt gezien<br />

Gebruik uw zwaailicht. Reinig uw lichten en reflecto-<br />

ren vóór u op de openbare weg komt en herstel defec-<br />

te lichten onmiddellijk. Heel wat kop-staartbotsingen<br />

gebeuren doordat de bestuurder van een achterlig-<br />

gend voertuig te laat opmerkt dat het voertuig voor<br />

hem traag rijdt. De ongelijke snelheid verrast de ver-<br />

strooide chauffeur, met als gevolg een plots uitwijken,<br />

plots remmen en een ongeval.<br />

Blijf zoveel mogelijk rechts op de rijbaan<br />

Let evenwel op mogelijke obstakels zoals bomen, paal-<br />

tjes, enz. Let op fietsers en houd rekening met hun<br />

snelheid bij het inhalen.<br />

Neem de tijd om het grootste vuil van uw<br />

ruiten en spiegels te verwijderen<br />

Een goed zicht is de eerste vereiste om veilig te rijden.<br />

Het is handig om een natte spons en zeemvel in een<br />

plastic zak mee te hebben. Zo kunt u steeds spiegels,<br />

32<br />

ruiten, reflectoren en lichten schoonmaken.<br />

Verwijder de grootste modderresten van uw<br />

wielen en uw machine vóór u de weg opgaat<br />

Enkele minuten werk kunnen modder op de weg en<br />

een eventueel dodelijke slippartij vermijden.<br />

Pas uw snelheid aan aan de staat van de weg,<br />

de weersomstandigheden, de totale lading van<br />

uw sleep<br />

Hoe hoger uw snelheid, hoe langer de remafstand.<br />

Totale remafstand voor een voertuig met sleep dat met<br />

40 km/uur over natte straatstenen rijdt en plots remt =<br />

50 m!


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Begrippenlijst<br />

In deze brochure gebruiken we regelmatig allerlei<br />

technische begrippen. Enkele daarvan worden hieron-<br />

der verklaard. De definities zijn ook terug te vinden in<br />

het verkeersreglement (straatcode en technisch regle-<br />

ment).<br />

Eigen massa = leeggewicht = tarra<br />

De eigen massa is het gewicht van het voertuig - inclu-<br />

sief uitrusting, toebehoren, brandstof, water en smeer-<br />

olie - maar zonder de vervoerde personen of goede-<br />

ren.<br />

Laadvermogen<br />

Het Iaadvermogen is de op het voertuig toegestane<br />

lading. Het is afhankelijk van de ‘Maximale Toegelaten<br />

Massa’, de eigen massa op de grond onder elk van de<br />

assen of, voor sommige aanhangwagens, op het steun-<br />

punt, en eventueel van de minimale massa op de grond<br />

onder de vooras.<br />

<strong>Landbouw</strong>- of bosbouwtrekker<br />

Een landbouw- of bosbouwtrekker is elk motorvoer-<br />

tuig op wielen of rupsbanden, met ten minste twee<br />

assen, dat voornamelijk bestemd is voor tractiedoel-<br />

einden. Hij is vooral ontworpen voor het trekken,<br />

duwen, dragen of in beweging brengen van bepaalde<br />

werktuigen, machines of aanhangwagens in de land-<br />

of bosbouw. De trekker mag ingericht zijn voor het<br />

vervoer van een lading en van bijrijders.<br />

De nominale maximumsnelheid van deze voertuigen<br />

wordt door de constructie bepaald en ligt tussen 6 en<br />

30 km/uur.<br />

Voor trekkers rijdend op luchtbanden en met twee<br />

assen wordt de maximale nominale snelheid bepaald<br />

door de datum van de eerste inschrijving:<br />

• vóór 1 juli 1995:<br />

- 25 + 5 km/uur;<br />

- 30 + 3 km/uur met een aanvraag voor goedkeuring<br />

na 31 december 1984;<br />

• vanaf 1 juli 1995: 40 + 4 km/uur.<br />

<strong>Landbouw</strong>motor<br />

Een landbouwmotor wordt ook motorploeg of<br />

gemeenzaam ‘motoculteur’ genoemd. Een landbouw-<br />

motor bezit slechts één as. Hij wordt bestuurd door<br />

middel van armen door iemand die achter de land-<br />

bouwmotor loopt of op de aanhangwagen of het<br />

landbouwwerktuig zelf zit.<br />

<strong>Landbouw</strong>aanhangwagen<br />

Een aanhangwagen is elk voertuig dat door een ander<br />

voertuig wordt voortgetrokken. Een landbouwaan-<br />

hangwagen is elke aanhangwagen die uitsluitend door<br />

een landbouwtractor wordt voortgetrokken.<br />

<strong>Landbouw</strong>materieel<br />

Met landbouwmaterieel en tuinbouwmaterieel wordt<br />

het zelfbewegend materieel bedoeld dat gebruikt<br />

wordt voor de landbouw, met uitzondering van land-<br />

bouwtrekkers, landbouwmotoren en maaimachines.<br />

Wegens hun constructie of definitieve verbouwing,<br />

zijn ze voornamelijk bestemd tot werktuig. Voorbeel-<br />

den zijn:<br />

• spuitmachines, machines voor mechanische onkruid-<br />

bestrijding, enz.;<br />

• maaimachines zoals maaidorsers, zwadmaaiers, bie-<br />

tenrooiers, enz.<br />

Het laadvermogen is gelijk aan nul ten opzichte van<br />

zijn eigen massa.<br />

33


Ook in de tuinbouw wordt gebruikgemaakt van<br />

bedrijfsmaterieel. Dit beperkt zich meestal tot de vol-<br />

legrondsector. De gebruikte machines, zoals trekkers,<br />

spuitmachines, aanhangwagens en getrokken machi-<br />

nes moeten op de openbare weg voldoen aan dezelfde<br />

eisen als machines die onder de noemer ‘landbouw’<br />

vallen.<br />

Voertuig<br />

Een voertuig is elk middel van vervoer te land, alsmede<br />

alle verrijdbaar landbouw- of bedrijfsmaterieel.<br />

Massa in Beladen Toestand<br />

De ‘Massa in Beladen Toestand’ is het geheel van de<br />

eigen massa van het voertuig en van de massa van zijn<br />

lading, van de bestuurder en van elke andere vervoer-<br />

de persoon.<br />

Maximale Toegelaten Massa (MTM)<br />

De Maximale Toegelaten Massa (MTM) is het hoogste<br />

gewicht dat een voertuig in beladen toestand mag<br />

hebben. Het is dus de optelsom van het eigen gewicht<br />

van het voertuig en van zijn maximale laadvermogen.<br />

De MTM van een voertuig vindt men terug op het<br />

identificatieplaatje of op het keuringsbewijs.<br />

De MTM van een sleep verkrijgt men door de eigen<br />

massa van de tractor te vermeerderen met de MTM<br />

van de getrokken aanhangwagen(s). Deze MTM van<br />

de sleep (MTMS) staat vermeld op het bewijs van tech-<br />

nische keuring van het trekkende voertuig en mag<br />

alleen bij uitzondering worden overschreden, om een<br />

defect voertuig te slepen.<br />

Maximale Toegelaten Sleepbare Massa (MTSM)<br />

De term ‘Maximale Toegelaten Sleepbare Massa’ (MTSM)<br />

duidt op de maximale massa (van een aanhangwagen)<br />

34<br />

die technisch door een motorvoertuig mag worden<br />

getrokken. Deze MTSM wordt door de constructeur<br />

vastgesteld en vindt men in het proces-verbaal van<br />

goedkeuring (PVG). De MTSM is dus niet hetzelfde als<br />

de MTM van de aanhangwagen.<br />

De bepaling van de Maximale Toegelaten Sleepbare<br />

Massa van een motorvoertuig, al of niet een specifieke<br />

trekker, bestemd om een aanhangwagen te trekken,<br />

gebeurt als volgt:<br />

De Maximale Toegelaten Sleepbare Massa wordt op<br />

het ogenblik van de inschrijving of de indienststelling<br />

van een motorvoertuig vastgesteld als de laagste van<br />

de volgende waarden:<br />

• voor alle voertuigen: de technisch toelaatbare sleep-<br />

bare massa, die afhankelijk is van de constructie en<br />

de prestaties van het voertuig en/of de capaciteit van<br />

de koppelinrichting;<br />

• voor voertuigen die uitsluitend bestemd zijn om aan-<br />

hangwagens zonder bedrijfsrem te slepen: de helft<br />

van de massa van het voertuig in rijklare toestand,<br />

met een maximum van 0,75 ton;<br />

• voor voertuigen waarvan de maximale massa 3,50 ton<br />

niet overschrijdt en die uitsluitend bestemd zijn voor<br />

het slepen van aanhangwagens met een bedrijfsrem:<br />

de maximale toegelaten massa van het voertuig of,<br />

voor terreinvoertuigen, anderhalve maal deze massa,<br />

met een maximum van 3,50 ton;<br />

• voor voertuigen met een maximale massa van meer<br />

dan 3,50 ton die uitsluitend bestemd zijn voor het<br />

slepen van aanhangwagens met een oploopremin-<br />

richting: 3,50 ton;<br />

• voor voertuigen die bestemd zijn voor het slepen<br />

van aanhangwagens met een continureminrichting:


anderhalve maal de maximale toegelaten massa van<br />

het voertuig. Een lagere dan de aldus bepaalde<br />

massa kan worden aanvaard op verzoek van de fabri-<br />

kant.<br />

Sleep<br />

Een sleep is elke groep van voertuigen die aan elkaar<br />

zijn gekoppeld met het doel door een en dezelfde<br />

kracht te worden voortbewogen.<br />

Traject hoeve-veld-hoeve<br />

Het traject hoeve-veld-hoeve moet strikt geïnterpre-<br />

teerd worden! Het is het traject van de eigen hoeve<br />

naar het eigen veld. Het eigen veld is het veld dat<br />

wordt gebruikt voor de eigen landbouwexploitatie. De<br />

gronden die voor de eigen exploitatie worden gebruikt,<br />

kunnen in eigendom, in huur of in pacht zijn. Alle<br />

andere situaties (bv. naar veiling, naar hoeve of veld<br />

van een andere landbouwer) vallen daar niet onder.<br />

<strong>Voertuigen</strong> van speciale constructie<br />

Een voertuig van speciale constructie is elk vervoermid-<br />

del dat, vanwege zijn constructie of definitieve ver-<br />

bouwing, voornamelijk bestemd is om als werktuig<br />

gebezigd te worden, met een laadvermogen dat bijna<br />

nul bedraagt t.o.v. zijn eigen massa. Deze categorie<br />

omvat landbouwvoertuigen en bedrijfsvoertuigen en<br />

is onderverdeeld in twee snelheidscategorieën:<br />

• een categorie beneden 30 km/uur nominaal;<br />

• een categorie boven 30 km/uur nominaal.<br />

Voorbeelden van voertuigen van speciale constructie<br />

zijn met name: het zelfrijdend bedrijfsmaterieel, het<br />

zelfrijdend landbouwmaterieel, de maaimachines en<br />

de werktuigaanhangwagens. <strong>Landbouw</strong>- en bosbouw-<br />

trekkers en landbouwmotors vallen er dus niet onder.<br />

<strong>Voertuigen</strong> voor traag vervoer<br />

Als voertuig voor traag vervoer wordt beschouwd:<br />

• elk voertuig dat door zijn bouw en doel een nomi-<br />

nale maximumsnelheid van ten hoogste 40 km/uur<br />

kan bereiken. Elke verbouwing die tot gevolg heeft<br />

dat deze maximumsnelheid kan worden overschre-<br />

den, ontneemt aan een dergelijk voertuig zijn hoe-<br />

danigheid van voertuig voor traag vervoer. Dit bete-<br />

kent onder andere dat de vrijstelling voor periodieke<br />

keuring vervalt, en dat voor de minimale leeftijd van<br />

de bestuurder en het rijbewijs dezelfde regels gel-<br />

den als voor het vrachtvervoer;<br />

• elke landbouw- of bosbouwtrekker;<br />

• elke aanhangwagen die uitsluitend wordt getrokken<br />

door de in de vorige twee punten genoemde voer-<br />

tuigen. Deze voertuigen moeten zijn voorzien van<br />

de snelheidsplaat ‘30 km’. <strong>Voertuigen</strong> en aanhang-<br />

wagens voor het vervoer van zaken met een massa<br />

van meer dan 3 500 kg moeten zijn voorzien van het<br />

bord ‘traag rijdende voertuigen’ (de oranje-, rood-<br />

omrande driehoek). <strong>Landbouw</strong>voertuigen moeten<br />

niet zijn uitgerust met dit bord, maar met het oog op<br />

de veiligheid wordt dat wel ten stelligste aanbevo-<br />

len.<br />

35


Afvinklijst: Is mijn bedrijfsmaterieel veilig en in orde?<br />

1 Verplichte uitrusting<br />

36<br />

Aanwezig<br />

Uitrusting voor de landbouwtrekker Ja Nee<br />

Vooraanzicht<br />

Ruitenwisser<br />

Twee richtingaanwijzers<br />

Twee parkeerlichten<br />

Twee koplampen<br />

Leesbare nummerplaat<br />

met reflecterende achtergrond<br />

Linkerachteruitkijkspiegel<br />

Zwaailicht<br />

Achteraanzicht<br />

Leesbare originele nummerplaat<br />

Snelheidsplaat ‘30 of 40 km/uur’<br />

Correct geplaatste achterreflectoren<br />

Twee richtingaanwijzers<br />

Rode achterlichten<br />

Stoplichten (40 km/uur)<br />

Uitrusting aanhangwagens<br />

Vooraanzicht<br />

Twee witte reflectoren of parkeerlichten<br />

Zijaanzicht<br />

Oranje zijreflectoren<br />

Achteraanzicht<br />

Rode achterlichten<br />

Snelheidsplaat ‘30 of 40 km/uur’<br />

Nummerplaat<br />

met reflecterende achtergrond<br />

Driehoekige reflectoren<br />

Richtingaanwijzers<br />

Bijzondere uitrusting<br />

Gevarendriehoek<br />

Blustoestel<br />

Voertuigdocumenten<br />

Inschrijvingsbewijs van de trekker<br />

Verzekeringsbewijs<br />

Betalingsbewijs van de<br />

autoradiobelasting (Waals Gewest)<br />

Keuringsbewijs van de tractor<br />

Gelijkvormigheidsattest van de trekker<br />

Keuringsbewijs of regularisatieattest<br />

van de aangekoppelde aanhangwagen<br />

2 Aanbevolen uitrusting<br />

Aanwezig<br />

Uitrusting van de landbouwtrekker Ja Nee<br />

Vooraanzicht<br />

Rechterachteruitkijkspiegel<br />

Achteraanzicht<br />

Bord ‘traag rijdende voertuigen’<br />

Mistachterlicht<br />

Stoplichten<br />

Uitrusting voor aanhangwagens<br />

Achteraanzicht<br />

Bord ‘traag rijdende voertuigen’<br />

Stoplichten<br />

Bijzondere uitrusting<br />

Verbandkistje<br />

Voertuigdocumenten<br />

Europees Aanrijdingsformulier<br />

Breedte<br />

Hoe breed is mijn breedste aanhangwagen? m<br />

Hoe breed is mijn breedste werktuig? m<br />

Maximale Toegelaten Massa<br />

van de sleep van mijn trekker is<br />

(zie formulier autokeuring)<br />

kg


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw: bent u veilig op (de) weg?<br />

Nuttige websites Overzicht relevante wetgeving<br />

www.mobilit.fgov.be<br />

www.fedpol.be<br />

www.wegcode.be<br />

• Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende alge-<br />

meen reglement op de technische eisen waaraan<br />

auto’s, hun aanhangwagens en hun veiligheidstoe-<br />

behoren moeten voldoen,<br />

Belgisch Staatsblad, 28 maart 1968.<br />

• Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over<br />

het wegverkeer, gecoördineerd door het Koninklijk<br />

Besluit van 16 maart 1968,<br />

Belgisch Staatsblad, 27 maart 1968.<br />

• Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende<br />

algemeen reglement op de politie van het wegver-<br />

keer en van het gebruik van de openbare weg,<br />

Belgisch Staatsblad, 9 december 1975.<br />

• Koninklijk Besluit van 23 maart 1998 betreffende het<br />

rijbewijs,<br />

Belgisch Staatsblad, 30 april 1998.<br />

• Koninklijk Besluit van 20 juli 2001 betreffende de<br />

inschrijving van voertuigen,<br />

Belgisch Staatsblad, 8 augustus 2001.<br />

37


Notities<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

38


.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

.................................................................<br />

39


40<br />

Hebt u nog vragen over uw bankzaken of verzekeringen? Praat<br />

er dan over met een medewerker van uw KBC-bankkantoor of<br />

met uw KBC-verzekeringsagent. U kunt ook bellen naar het<br />

KBC-Telecenter op het nummer 078 152 153. Op werkdagen van<br />

8 tot 22 uur en op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot<br />

17 uur. U kunt ook schrijven, faxen, mailen of surfen naar:<br />

KBC-Telecenter<br />

Schoenmarkt 35<br />

2000 Antwerpen<br />

fax 03 283 29 50<br />

kbc.telecenter@kbc.be<br />

www.kbc.be<br />

Alle verrichtingen van KBC Bank NV zijn onderworpen aan de<br />

Algemene Bankvoorwaarden, waarvan de tekst verkrijgbaar is<br />

in alle KBC-bankkantoren.<br />

Zetel van de vennootschap:<br />

KBC Bank NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België.<br />

RPR 0462 920 226, BTW BE 462 920 226,<br />

bankrekening 730-0000000-93.<br />

Verantwoordelijk uitgever:<br />

KBC Bankverzekeringsholding NV,<br />

Havenlaan 2, 1080 Brussel, België.<br />

KBC Bank NV, inschrijvingsnummer CBFA 26 256.<br />

KBC Verzekeringen NV, onderneming toegelaten voor alle takken<br />

onder code 0014 (KB 4 juli 1979, B.S. 14 juli 1979)


Txt achtercover<br />

Korte inhoud van de brochure, “call for action”<br />

www.kbc.be<br />

D/2004/7434/01 – VAS 91.4132 – SAP 2208 – <strong>412</strong>/<strong>05</strong> – 08-2004


<strong>Voertuigen</strong> in de land- en tuinbouw:<br />

bent u veilig op (de) weg?<br />

KBC<br />

Productnaam

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!