29.09.2013 Views

G = 1/R - Stevin.info

G = 1/R - Stevin.info

G = 1/R - Stevin.info

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De MRI-scanner<br />

Het overschot aan protonen in de lage energietoestand<br />

bij een MRI systeem met een 1,5 T sterke<br />

magneet lijkt niet groot: slechts 9 per miljoen.<br />

Maar omdat er zo verschrikkelijk veel protonen in<br />

het lichaam aanwezig zijn, is het overschot ≈ 10 20<br />

per kg.<br />

MRI gebruikt de waterstofkernen omdat deze<br />

kernen in vergelijking met kernen van andere<br />

elementen het beste reageren op het aangelegde<br />

magneetveld. Door de radiopuls (een wisselend<br />

magneetveld met precies de juiste frequentie)<br />

komen de protonen in de hogere energietoestand.<br />

Als de radiopuls voorbij is, zullen de protonen<br />

weer terug slingeren naar hun laagste energietoestand<br />

en daarbij radiostraling afgeven. Het<br />

terug slingeren duurt even: de relaxatietijd. De<br />

radiostraling die hierbij vrijkomt, wordt met<br />

gevoelige ontvangers (spoelen) waargenomen en<br />

omgezet in een beeld.<br />

Een waterstofatoom kan zeer sterk gebonden zijn,<br />

zoals in vetweefsel, maar ook zwak gebonden,<br />

zoals in water. De sterk gebonden protonen geven<br />

hun energie veel sneller af aan hun omgeving dan<br />

de zwak gebonden protonen. Het tempo waarmee<br />

ze hun energie afgeven is daarom ook anders.<br />

In een MRI-scanner worden drie typen magneetvelden<br />

gebruikt.<br />

1. Het vaste sterke magneetveld<br />

Dit veld wordt door (supergeleidende) stroomspoelen<br />

tot stand gebracht. Het is nodig omdat er<br />

dan meer waterstofatomen in het lichaam van de<br />

patiënt beschikbaar zijn om aan te kunnen meten.<br />

2.2 De MRI-scanner 5<br />

Hoe sterker het vaste magneetveld, hoe meer<br />

waterstofatomen in resonantie kunnen komen en<br />

hoe duidelijker het signaal zal zijn dat de<br />

ontvanger oppikt.<br />

2. Een wisselend magneetveld (de radiogolven)<br />

Dit veld wordt door middel van een wisselstroom<br />

in een kleinere spoel tot stand gebracht. Als de<br />

wisselstroom loopt, staat de ontvanger uit en<br />

omgekeerd. Dit wisselende magneetveld moet de<br />

waterstofkernen in resonantie brengen.<br />

3. Het gradiëntveld<br />

Als het vaste magneetveld overal hetzelfde is, dan<br />

zullen alle protonen in het lichaam een signaal<br />

terug sturen. Hoe kun je dan weten of het signaal<br />

uit het hoofd komt? Met het derde magneetveld<br />

(van de zogenaamde gradiëntspoelen) wordt de<br />

sterkte van het vaste eerste magneetveld als<br />

functie van de plaats gevarieerd.<br />

Stel dat door dit derde magneetveld de sterkte van<br />

het magneetveld in een plak van het hoofd van de<br />

patiënt groter is dan ergens anders. De frequentie<br />

van de radiogolven die de waterstofkernen in het<br />

hoofd moeten laten omklappen zal dan iets hoger<br />

zijn dan in de rest van het lichaam. Ook de<br />

frequentie van de natrillende waterstofkernen zal<br />

hoger zijn. Op deze wijze is uit de frequentie<br />

waarmee de waterstofkernen natrillen, de positie<br />

waar het signaal vandaan kwam te achterhalen.<br />

De frequentie van de natrillende waterstofatomen<br />

wordt, behalve door de sterkte van het magneetveld,<br />

ook beïnvloed door het type weefsel (water<br />

of vet) en een eventueel ingespoten contrastvloeistof.<br />

Tijdens het MRI-onderzoek maken de magneetspoelen<br />

harde, kloppende geluiden. Die worden<br />

veroorzaakt door het in- en uitschakelen van de<br />

stroom in de gradiëntspoelen. Hoewel die star in<br />

een soort hars zijn ingebakken, zijn de krachten<br />

groot genoeg om de spoelen te laten trillen.<br />

Daarom krijgt de patiënt oordoppen in of een<br />

koptelefoon met muziek op. Een MRI-onderzoek<br />

kan soms wel een uur duren. Al die tijd mag je<br />

niet bewegen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!