G = 1/R - Stevin.info
G = 1/R - Stevin.info
G = 1/R - Stevin.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.4 Gevangen in een nanodwangbuis; tunneleffect 7<br />
4.4 Gevangen in een nanodwangbuis; tunneleffect<br />
We krijgen met kwantumverschijnselen te maken<br />
als deeltjes (elektronen bijvoorbeeld) opgesloten<br />
zitten in kleine ruimtes.<br />
Een nanodwangbuis<br />
Bekijk een deeltje dat alleen maar heen en weer<br />
kan bewegen in een dicht buisje met lengte L. Dat<br />
staat model voor een elektron in een langgerekt<br />
molecuul of voor een elektron in een metaaldraadje.<br />
Klassiek kan het elektron zich overal in<br />
de buis tussen 0 en L bevinden en alle mogelijke<br />
snelheden en energieën bezitten. Hoe zit dat in de<br />
kwantumfysica?<br />
De golffunctie ψ moet aan de uiteinden nul zijn,<br />
want anders zou ψ 2 daar niet nul zijn en zou het<br />
deeltje buiten de buis gevonden kunnen worden;<br />
ψ 2 bepaalt immers de kans daarop. Uit deze twee<br />
randvoorwaarden zal volgen dat de snelheid niet<br />
alle waarden kan aannemen en de energie dus ook<br />
niet. Beide blijken gekwantiseerd, beide kunnen<br />
niet alle waarden aannemen.<br />
Stationaire toestanden vind je als je de eis stelt:<br />
L = n·½·λb<br />
Hierin is λb de debrogliegolflengte. Met andere<br />
woorden: een half λb moet een geheel aantal keren<br />
passen op de lengte van de buis L.<br />
Omdat het deeltje niet uit het nanobuisje kan<br />
ontsnappen, tekenen we het als een put met<br />
oneindig hoge en oneindig dikke wanden. De<br />
grafieken van ψ en ψ 2 voor de eerste drie gevallen<br />
gaan er dan zo uitzien:<br />
De energietoestanden in de dwangbuis<br />
Een elektron in zo’n buisje heeft alleen maar<br />
kinetische energie; de potentiële energie mag je<br />
nul kiezen. Dat doen we ook bij een valbeweging,<br />
mgh kies je nul op de grond. Dat komt doordat we<br />
eigenlijk alleen maar geïnteresseerd zijn in<br />
energieverschillen. Denk aan de elektronsprongen<br />
in het klassieke atoommodel.<br />
De kinetische energie kunnen we vinden via de<br />
voorwaarde van het precies passen. Dit betekent:<br />
L = n·(½·h/mv) en dus<br />
nh<br />
v =<br />
2mL<br />
Voor de kinetische energie − en dus ook de totale<br />
energie − van toestand n vind je:<br />
2 2 2<br />
1 2 1 ⎛ nh ⎞ n h<br />
n = 2 n = 2 ⎜ ⎟ = 2<br />
E mv m<br />
⎝ 2mL ⎠ 8mL<br />
1⋅<br />
h<br />
Hieruit volgt: E1<br />
= en<br />
2<br />
8mL<br />
E2 = 4E1 ; E3 = 9E1 ; E4 = 16E1 enz.<br />
2<br />
Een deeltje in een doosje<br />
Stationaire toestanden voor een deeltje in een<br />
nanodoosje (een molecuul bijvoorbeeld), vind je<br />
door te eisen dat λb in drie richtingen x, y en z<br />
past. Dan verandert de uitdrukking voor de<br />
energie in:<br />
E<br />
n<br />
2 2 2 2<br />
h ⎛ n n x y n ⎞<br />
z<br />
= ⎜ + + ⎟<br />
2 2 2<br />
8m<br />
⎜ Lx Ly L ⎟<br />
⎝ z ⎠