Reglement Cursussen - Schematherapie
Reglement Cursussen - Schematherapie
Reglement Cursussen - Schematherapie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Reglement</strong> <strong>Cursussen</strong> Register <strong>Schematherapie</strong><br />
Maart 2013<br />
Inleiding<br />
Dit reglement geldt vanaf 15 maart 2013. Er is echter een overgangsperiode tot 1 januari 2014 waarin<br />
accreditatie voor bestaande cursussen aangevraagd kan worden. De aanvraag dient plaats te vinden<br />
middels het formulier Accreditatie <strong>Schematherapie</strong> cursus. Op dit moment is de accreditatie-aanvraag<br />
nog kostenloos. In de toekomst kan dit mogelijk veranderen.<br />
Dit <strong>Reglement</strong> geldt enerzijds als richtlijn voor docenten die een nieuwe <strong>Schematherapie</strong> cursus willen<br />
opzetten, anderzijds geldt het als basis voor toetsing door het Register <strong>Schematherapie</strong> van<br />
bestaande <strong>Schematherapie</strong> cursussen waar accreditatie voor wordt aangevraagd. Daartoe dient het<br />
draaiboek van de cursus zodanig te zijn opgezet en geëxpliciteerd dat de Werkgroep Accreditatie<br />
<strong>Cursussen</strong> eruit kan afleiden of de cursus voldoet aan dit reglement.<br />
Procedure nieuwe cursussen<br />
Nieuwe cursussen kunnen vanaf nu conform het <strong>Reglement</strong> <strong>Cursussen</strong> opgezet worden. Zodra een<br />
nieuwe cursus één keer gedraaid heeft en de evaluatiegegevens zijn verzameld, kan de (hoofd)docent<br />
accreditatie aanvragen voor deze cursus bij het Register <strong>Schematherapie</strong>.<br />
Procedure bestaande cursussen medio maart 2013<br />
Docenten van bestaande <strong>Schematherapie</strong> cursussen kunnen vanaf 15 maart 2013 een aanvraag<br />
indienen voor de accreditatie van hun cursus(sen), zodra ze hun cursus hebben aangepast aan dit<br />
<strong>Reglement</strong> en evaluatiegegevens hebben over de betreffende cursus of eventueel een eerdere cursus.<br />
De bedoeling is dat (hoofd)docenten van bestaande <strong>Schematherapie</strong> cursussen vóór 1 januari 2014<br />
accreditatie aanvragen voor hun bestaande cursussen. Docenten die meerdere typen cursussen<br />
geven, bijvoorbeeld een Basiscursus van 25 uur, een Vervolgcursus van 25 uur en een 50 uurs cursus,<br />
dienen voor iedere cursus apart een accreditatie-aanvraag in te dienen en de laatste<br />
evaluatiegegevens toe te voegen.<br />
Accreditatie-aanvragen kunnen gedaan worden via email, gericht aan: info@schematherapie.nl. Bij<br />
het onderwerp s.v.p. vermelden: ‘accreditatie cursus’ . Als bijlagen s.v.p. toevoegen: het formulier<br />
Accreditatie <strong>Schematherapie</strong> cursus, het cursusdraaiboek en de evaluatiegegevens van de cursus.<br />
Aanvragen die niet volledig zijn, worden niet in behandeling genomen!<br />
<strong>Reglement</strong><br />
Docenten en cursisten<br />
Voorwaarden aan docenten en groepsgrootte*<br />
- De Basis- en Vervolgcursus worden gegeven door:<br />
o één docent, Supervisor Register <strong>Schematherapie</strong>, bij maximaal 14 cursisten in de<br />
cursusgroep. Indien er meer dan 10 (dus 11 t/m 14) cursisten in een cursusgroep<br />
zitten, dienen op de dag van de praktijktoets (zie ‘Toets vervolgcursus’) twee<br />
docenten aanwezig te zijn om te toetsen.<br />
o twee docenten, beiden Supervisor Register <strong>Schematherapie</strong> óf één Supervisor en één<br />
Seniorlid Register <strong>Schematherapie</strong> bij 15-20 cursisten in de cursusgroep.<br />
- Het maximaal aantal cursisten in een <strong>Schematherapie</strong> cursus is 20.<br />
Voorwaarden aan deelnemende cursisten<br />
De cursisten die tot een <strong>Schematherapie</strong> cursus worden toegelaten voldoen aan de volgende<br />
voorwaarden:<br />
- BIG-registratie als GZ-psycholoog, Psychotherapeut, Klinisch Psycholoog of Psychiater (of in<br />
opleiding daartoe) en/of (aspirant) lid van een erkende specialistische<br />
psychotherapievereniging. Als erkend worden gezien de NVP en alle daarbij aangesloten<br />
verenigingen, namelijk de VGCt, NVPA, NVPP, NPG, VCgP, NVRG, NVGP, VKJP. Daarnaast<br />
wordt ook de Vereniging EMDR als erkend gezien.<br />
- Registratie als vaktherapeut in het Register Vaktherapeutische Beroepen (eind<br />
2013 kunnen deze vaktherapeuten lid worden van het Register <strong>Schematherapie</strong>).<br />
- Per cursusgroep mag een beperkt aantal overige HBO-ers en basispsychologen (niet i.o.)<br />
deelnemen, indien zij met BIG-geregistreerde Schematherapeuten Register <strong>Schematherapie</strong><br />
samenwerken, supervisie en intervisie georganiseerd zijn en zij een vergelijkbaar niveau qua<br />
klinische vaardigheden hebben in het werken met persoonlijkheidsstoornissen en ernstige As I<br />
stoornissen. De hoofddocent beoordeelt vóór de cursus of de HBO-er of basispsycholoog<br />
voldoet aan deze voorwaarden.<br />
*Uitzondering: Docenten en cursisten BIG-opleiding<br />
Voor <strong>Schematherapie</strong> cursussen die onderdeel vormen van een BIG-opleiding (GZ-psycholoog,<br />
Psychotherapeut, Klinisch Psycholoog, Psychiater) wordt een uitzondering gemaakt wat betreft het<br />
aantal cursisten en het aantal docenten vanwege recente ontwikkelingen bij RINO’s. Voor deze<br />
cursussen geldt een maximum van 24 cursisten op één docent, waar tegen over staat dat deze<br />
cursisten 5 extra supervisiesessies dienen te volgen voor hun juniorlidmaatschap (zie ook <strong>Reglement</strong><br />
1
Lidmaatschap Register <strong>Schematherapie</strong>). Het advies van het Register <strong>Schematherapie</strong> blijft echter om<br />
twee docenten in te zetten in grotere groepen cursisten. Immers, als er maar één docent aanwezig is<br />
tijdens een cursus met 24 cursisten, krijgen de cursisten veel minder feedback op hun vaardigheden<br />
tijdens de oefeningen dan wenselijk wordt geacht. Indien een <strong>Schematherapie</strong> cursus met meer dan<br />
20 cursisten een praktijktoets bevat, dienen er bij deze toets 3 docenten aanwezig te zijn (zie ‘Toets<br />
vervolgcursus’).<br />
<strong>Schematherapie</strong> cursussen<br />
Een Basiscursus ST is minimaal 25 klokuren, een Vervolgcursus ST is eveneens minimaal 25 klokuren.<br />
De Basis- en Vervolgcursus mogen ook worden samengevoegd (bijvoorbeeld tot een 50 uurs cursus).<br />
Overgangsregeling tot 2014<br />
Voor schematherapeuten i.o. die vóór 2013 cursussen volgden, geldt nog een overgangsregeling tot 1<br />
januari 2014: de basiscursus dient minimaal 25 uur te zijn, maar de vervolgcursus mag ‘gesprokkeld<br />
zijn’, dat wil zeggen samengesteld zijn uit twee of drie kortere vervolgcursussen/workshops (van<br />
minimaal 2 dagen) van in totaal minimaal 25 uur).<br />
Basiscursus<br />
Inhoud<br />
Een basiscursus ST dient te bestaan uit de volgende onderdelen met genoemde verdeling:<br />
1. Algemene schematheorie (ca. 10%)<br />
Uitleg over de schematheorie tijdens de cursus wordt voorafgegaan door zelfstudie door de cursisten<br />
ter voorbereiding op de 1 e bijeenkomst. De schematheorie wordt nader uitgelegd en toegelicht door<br />
de docenten met praktijkvoorbeelden. De uitleg omvat de theorie over basisbehoeften, wat schema’s,<br />
copingstrategieën en modi zijn, hoe deze ontstaan en zich verder ontwikkelen en bestendigen. Bij<br />
voorkeur alle, maar toch minimaal drie persoonlijkheidsstoornissen worden nader toegelicht. In ieder<br />
geval komen aan de orde: de borderline persoonlijkheidsstoornis en daarnaast minimaal één andere<br />
cluster B persoonlijkheidsstoornis en één cluster C persoonlijkheidsstoornis.<br />
2. Indicatiestelling, diagnostiek, psycho-educatie, casusconceptualisatie/modimodel<br />
en behandelplan (ca. 30%)<br />
Indicaties voor schematherapie komen aan de orde. Bij de diagnostiek staat het vaststellen van<br />
schema’s, copingstrategieën en modi centraal. De verschillende schemavragenlijsten, copinglijsten en<br />
modivragenlijsten komen aan bod. Daarnaast komen overige werkwijzen bij het vaststellen van<br />
schema’s en modi aan bod. In ieder geval komt de diagnostische imaginatie aan bod. Daarnaast<br />
komen eventueel aanvullend aan bod: observatie-instrumenten (bijvoorbeeld Mode Observer Scale)<br />
en de schema(modus)dialoog. Er wordt aandacht besteed aan psycho-educatie over schema’s en modi<br />
mede aan de hand van de diagnostische gegevens.<br />
Cursisten leren hypothesen te vormen over hoe schema’s, copingstijlen, modi en probleemgedrag zijn<br />
ontstaan vanuit de ontwikkelingsgeschiedenis en de opvoedingsachtergrond van de patiënt en ze leren<br />
deze hypothesen vast te leggen in een schemagerichte casusconceptualisatie en een modimodel<br />
(inclusief grafische weergave). Op basis daarvan leren ze doelen en een behandelplan opstellen.<br />
3. Behandeling (ca. 60%)<br />
De verschillende fasen in de schematherapie en de behandeltechnieken komen aan de orde. In de<br />
literatuur over behandeling dient een volledig overzicht te staan van alle ST behandeltechnieken. Een<br />
deel van deze behandeltechnieken wordt gedemonstreerd en geoefend tijdens de cursus. Het accent<br />
dient daarbij te liggen op het aanleren van de experiëntiële technieken en het hanteren van de<br />
therapeutische relatie. Daarnaast wordt expliciet aandacht besteed aan de schema’s van de therapeut<br />
(bij voorkeur vult iedere cursist een schemavragenlijst, YSQ, in) en de interactie met de schema’s of<br />
modi van de patiënt.<br />
Verplichte onderdelen die in een basiscursus geoefend dienen te worden:<br />
1. Interpersoonlijke technieken: hanteren van de therapeutische relatie waaronder in ieder geval<br />
limited reparenting, empathische confrontatie en limit setting.<br />
2. Experiëntiële technieken: meerstoelentechniek, imaginatie met rescripting en evt. historisch<br />
rollenspel.<br />
3. Cognitieve technieken: uitdagen van disfunctionele- en formuleren van gezonde gedachten op<br />
schemaniveau en het maken van flashcards.<br />
4. Gedragstechnieken: opstellen van een gedragsexperiment en oefenen met gezond volwassen<br />
gedrag.<br />
Vorm<br />
Kennisoverdracht vindt voornamelijk plaats door het lezen van relevante literatuur voorafgaand aan<br />
de bijeenkomsten en een toelichting daarop door de docenten via theoretische inleidingen tijdens de<br />
bijeenkomsten. Daarnaast wordt de tijd in de cursus grotendeels gevuld met demonstraties van<br />
behandeltechnieken door de docenten (via life rollenspel of DVD) en door oefening van vaardigheden.<br />
Oefenen vindt deels plaats in kleine subgroepen en deels plenair.<br />
Toets Basiscursus<br />
De eindopdracht voor de Basiscursus is: Een uitgeschreven schemagerichte casusconceptualisatie<br />
waarin zijn opgenomen: de achtergrondgegevens van de patiënt, DSM-IV classificatie, beschrijving<br />
2
van de problematiek, belangrijkste schema’s en modi en de ontstaansgeschiedenis daarvan, een<br />
analyse van de interactie van de schema’s van de therapeut en de patiënt (bijvoorbeeld uitgewerkt in<br />
een functie-analyse), doelen en behandelplan. De casusconceptualisatie en/of het modimodel worden<br />
tevens grafisch weergegeven. De cursist maakt daarbij gebruik van in de cursus aangereikte formats.<br />
Deze eindopdracht moet door de docent(en) als minimaal ‘voldoende’, een 6, zijn beoordeeld.<br />
Vervolgcursus<br />
Inhoud<br />
Tijdens een vervolgcursus dient sprake te zijn van verdieping van de theorie en van de technieken. De<br />
basistheorie wordt als bekend verondersteld, mag wel kort worden opgefrist. Een vervolgcursus kan<br />
een verdieping inhouden van de technieken die reeds zijn behandeld in de basiscursus, maar kan ook<br />
een toepassing van technieken in een bepaalde setting (bijvoorbeeld in een groep en/of klinisch<br />
milieu) of bij een bepaalde doelgroep (bijvoorbeeld cluster C, verslaafde of forensische patiënten)<br />
inhouden.<br />
Vorm<br />
Idem als basiscursus: Kennisoverdracht vindt voornamelijk plaats door het lezen van relevante<br />
literatuur voorafgaand aan de bijeenkomsten en een toelichting daarop door de docenten via<br />
theoretische inleidingen tijdens de bijeenkomsten. Daarnaast wordt de tijd in de cursus grotendeels<br />
gevuld met demonstraties van behandeltechnieken door de docenten (via life rollenspel of DVD) en<br />
door oefening van vaardigheden. Oefenen vindt deels plaats in kleine subgroepen en deels plenair.<br />
Toets Vervolgcursus*<br />
De eindopdracht voor de vervolgcursus is: Een praktijktoets die bestaat uit een demonstratie door een<br />
cursist van een schematherapeutische techniek middels een rollenspel of een meegebrachte videoopname.<br />
De demonstratie duurt maximaal 20 minuten, er wordt 10 minuten feedback gegeven door<br />
docent en eventueel mede- cursisten. De praktijktoets neemt dus 30 minuten per cursist in beslag. Bij<br />
feedback op en beoordeling van de techniek wordt de Therapy Adherence Scale gebruikt (zie website<br />
Register <strong>Schematherapie</strong>).<br />
De demonstratie van de techniek moet door de docent(en) als minimaal ‘voldoende’, een 6, zijn<br />
beoordeeld. Indien deze onvoldoende is, krijgt de cursist één herkansing.<br />
*Nota Bene<br />
In een 50 uurs cursus is het in principe mogelijk de praktijktoets in te voegen in de laatste dag(en)<br />
van de cursus. Bij 20 cursisten is dan in totaal 5 uur nodig voor deze toets. In een 25 uurs<br />
vervolgcursus kan de praktijktoets ook ingevoegd worden in de cursus, maar de docent kan er ook<br />
voor kiezen deze buiten de cursus te laten plaatsvinden. Bij sommige vervolgcursussen (bijvoorbeeld<br />
bij een cursus <strong>Schematherapie</strong> in groepen en/of klinisch milieu of in een <strong>Schematherapie</strong> cursus in het<br />
kader van een BIG-opleiding, kan het namelijk niet passend of te tijdrovend zijn een praktijktoets in<br />
te voegen. In dat geval kan de docent ervoor kiezen de praktijktoets op een andere wijze te<br />
organiseren, buiten de cursus. De docent is dan verplicht duidelijk aan te geven in het<br />
cursusdraaiboek hoe de praktijktoets plaatsvindt en of daar extra kosten aan verbonden zijn. De<br />
docent heeft dan verschillende opties:<br />
- Een extra dagdeel organiseren voor cursisten die een praktijktoets willen doen en daar<br />
Supervisoren Register <strong>Schematherapie</strong> voor inhuren.<br />
- De cursisten verwijzen naar een Supervisor Register <strong>Schematherapie</strong> die een video-opname<br />
van een schemagerichte techniek (20 min) wil/kan beoordelen mede aan de hand van de<br />
Therapy Adherence Scale en de cursist daar feedback op geeft. Deze beoordeling en eventueel<br />
eraan gekoppelde terugkoppelingssessie wordt gezien als afrondend onderdeel van de cursus<br />
en telt NIET als supervisiesessie in het kader van het supervisietraject voor het Register<br />
<strong>Schematherapie</strong>.<br />
Literatuur<br />
Per cursusdag wordt verplichte literatuur opgegeven, minimaal 60 en maximaal ca. 100 pagina’s.<br />
Daarnaast kan aanbevolen literatuur gegeven worden. De literatuur sluit aan bij de onderwerpen die<br />
op de betreffende cursusdag worden belicht.<br />
De verplichte literatuur bestaat uit (een aantal hoofdstukken uit) het handboek van Young:<br />
Young, J.E., Klosko, J.S. & Wieshaar, M.E. (2005). Schemagerichte therapie. Handboek voor<br />
therapeuten. Bohn Stafleu van Loghum, Houten.<br />
Daarnaast bestaat de verplichte literatuur (en eventueel aanbevolen literatuur) uit een selectie van<br />
delen van boeken en artikelen over schematherapie en persoonlijkheidsstoornissen en/of andere<br />
psychische stoornissen waar de cursus op gericht is.<br />
Gekozen kan worden uit onder meer de onderstaande boeken (anno 2013):<br />
3
Arntz, A. & Jacob, G. (2012). <strong>Schematherapie</strong> in de Praktijk. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.<br />
Aalders, H. & Dijk van, J. (2011). Schemagerichte therapie in de praktijk. Amsterdam: Hogrefe<br />
Uitgevers B.V.<br />
Behary, W. (2009). Waarom gaat het altijd over jou? Omgaan met narcisme en egocentrisme bij<br />
anderen. Amsterdam: Hogrefe uitgevers.<br />
Genderen, H. van, & Arntz, A. (2010). <strong>Schematherapie</strong> bij borderline-persoonlijkheidsstoornis.<br />
Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.<br />
Genderen, H. van, Jacob, G. & Seebauer, L. (2012). Patronen doorbreken. Negatieve gevoelens en<br />
gewoonten herkennen en veranderen. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.<br />
Muste, E, Weertman, A, Claassen, A.M. (2009). Handboek klinische schematherapie (1) en Werkboek<br />
klinische schematherapie (2). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.<br />
Vreeswijk, M. van, Broersen, J. (2006). Schemagerichte therapie in groepen. Cognitieve<br />
groepspsychotherapie bij persoonlijkheidsproblematiek. Handleiding voor therapeuten (1) en<br />
Werkboek voor patiënten (2). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.<br />
Vreeswijk, M. van, Broersen, J. & Schurink (2009). Mindfullness en schematherapie. Praktische<br />
training bij persoonlijkheidsproblematiek. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.<br />
Van Vreeswijk, M., Broersen, J. & Nadort, M. (eds)., 2012, The Wiley-Blackwell Handbook of Schema<br />
Therapy. Theory, research, and practice. Malden: Wiley-Blackwell.<br />
Young, J.E., & Klosko, J.S. (1999). Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven kennen. Lisse:<br />
Swets & Zeitlinger.<br />
Evaluatie cursus<br />
Om voor accreditatie in aanmerking te komen dienen zowel de cursus als de docenten (competenties)<br />
geëvalueerd te worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een evaluatieformulier. In dit<br />
evaluatieformulier wordt (1) de cursus geëvalueerd met betrekking tot de inhoud en de<br />
opzet/lesopbouw van de cursus en (2) iedere docent (dus hoofddocent en eventueel codocenten)<br />
geëvalueerd t.a.v. de volgende competenties:<br />
- Inhoudelijke deskundigheid<br />
- Didactische vaardigheden<br />
- Is de docent model in limited reparenting?<br />
De evaluatie van de cursus en de docenten dienen minimaal ‘voldoende’, een 6, te zijn.<br />
4