Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden ...
Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden ...
Bijlage 8: Overzicht van archeologisch waardevolle gebieden ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Bijlage</strong> 8:<br />
<strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> <strong>archeologisch</strong> <strong>waardevolle</strong> <strong>gebieden</strong>,<br />
cultuurhistorische ensembles en aardkundige waarden in Geldrop-<br />
Mierlo<br />
Inhoudsopgave<br />
1. <strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> <strong>archeologisch</strong> <strong>waardevolle</strong> <strong>gebieden</strong> ....................................................................... 2<br />
2. <strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> cultuurhistorische ensembles ................................................................................... 4<br />
E11.001 Oude ontginningen Zesgehuchten ........................................................................................ 4<br />
E11.002 Kasteel Geldrop ..................................................................................................................... 5<br />
E11.003 Beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel ............................................................................................ 8<br />
E11.004 Hoog Geldrop ........................................................................................................................ 9<br />
E11.005 Beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel of Rul ................................................................................ 10<br />
E11.006 Jonge heidebebossing De Weijer ........................................................................................ 11<br />
E11.007 Cultuurlandschap Overakker ............................................................................................... 12<br />
E11.009 St. Luciakerk Mierlo ............................................................................................................. 15<br />
E11.010 Gehucht Broek ..................................................................................................................... 16<br />
E11.011 Grote Heuvel Geldrop.......................................................................................................... 18<br />
E11.012 Woonwijk Stationstraat Geldrop .......................................................................................... 19<br />
3. <strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> aardkundige waarden ............................................................................................. 20<br />
1. Strabrechtse Heide, Kleine Dommel ......................................................................................... 20<br />
2. Dommel, Vresselsche Bosch, Breugelse Beemden, Nuenens Broek ....................................... 22<br />
1
1. <strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> <strong>archeologisch</strong> <strong>waardevolle</strong> <strong>gebieden</strong><br />
De onderstaande <strong>archeologisch</strong>e monumenten zijn niet beschermd <strong>van</strong>uit de Monumentenwet.<br />
Ze zijn op de <strong>archeologisch</strong>e verwachtingen- en waardenkaart en <strong>archeologisch</strong>e beleidskaart<br />
opgenomen als <strong>gebieden</strong> <strong>van</strong> <strong>archeologisch</strong>e waarde.<br />
Monumentnummer/ CMA –NR:15477/51H - 022<br />
Waarde: Terrein <strong>van</strong> hoge <strong>archeologisch</strong>e waarde<br />
Coördinaten: 171190/383102<br />
Toponiem: Kerkhof<br />
Plaats: Mierlo<br />
Datering: Vroege – Late Middeleeuwen: 450 - 1500 nC.<br />
Complextype: Nederzetting, onbepaald<br />
Toelichting: Terrein met sporen <strong>van</strong> bewoning uit de vroege en late<br />
middeleeuwen. Het betreft nederzettingssporen, gelegen onder een<br />
esdek. Er is verschillende keren onderzoek verricht in de directe<br />
omgeving door de Heemkundekring Mierlo.<br />
Literatuur: - Berkers, H. & H. Simons1994, in: Archeologisch onderzoek<br />
nabij de St. Luciakerk te Mierlo. Rapport Heemkunde kring Myerle<br />
- Simons, H. 1998 , in: Mierlo in de Middeleeuwen. Archeologisch<br />
Onderzoek nabij de St. Luciakerk te Mierlo (2).<br />
Locatie <strong>van</strong> de opgraving door de heemkundekring (naar Simons 2010)<br />
Monumentnummer/ CMA –NR:16811/ 51G - 026<br />
Waarde: Terrein <strong>van</strong> hoge <strong>archeologisch</strong>e waarde<br />
Coördinaten: 167095/381428<br />
Toponiem: Geldrop<br />
Plaats: Geldrop<br />
2
Datering: Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd: 1000 – 1950 nC.<br />
Complextype: Nederzetting, onbepaald<br />
Toelichting: Oude dorpskern <strong>van</strong> Geldrop. Op de AMK-Noord Brabant zijn<br />
historische stads- en dorpskernen en clusters oude bebouwing als<br />
<strong>gebieden</strong> <strong>van</strong> hoge <strong>archeologisch</strong>e waarde aangegeven. Dit is op<br />
grond <strong>van</strong> het belang <strong>van</strong> deze locaties, waar de wortels <strong>van</strong> de<br />
huidige dorpen of steden kunnen liggen. De selectie en begrenzing<br />
<strong>van</strong> deze kernen is gebaseerd op 16e-eeuwse (Van Deventer) en<br />
vroeg 20e-eeuwse kaarten (Bonnebladen). Binnen deze contouren<br />
kunnen in de bodem resten <strong>van</strong> vroegmoderne en waarschijnlijk ook<br />
<strong>van</strong> laat-middeleeuwse (<strong>van</strong>af ca. 1300 nC) bewoning aangetroffen<br />
worden. Ook sporen <strong>van</strong> oudere bewoning kunnen aanwezig zijn.<br />
Bedacht dient echter te worden dat de bewoning in de vroege en<br />
volle middeleeuwen (tot ca. 1300 nC) een meer dynamisch karakter<br />
gehad kan hebben en dat de plaats en grens er<strong>van</strong> niet perse hoeft<br />
samen te vallen met die <strong>van</strong> de latere bewoning.<br />
Literatuur: ---<br />
3
2. <strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> cultuurhistorische ensembles<br />
E11.001 Oude ontginningen Zesgehuchten<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische waarde en historische groenwaarde.<br />
CHW 2006 nr. V239, G 820 en CHW3-DO16<br />
Inclusief een stukje beschermd dorpsgezicht Riel nr. 1517.<br />
Waarden/kenmerken<br />
De relatie tussen de terreingesteldheid en de inrichting en het bodemgebruik. Bosjes en<br />
strookvormige graslandpercelen liggen in de lagere delen, de akkercomplexen op de hogere.<br />
De buurtschappen Riel, Gijzenrooi en Genoenhuis met bebouwingsstructuur<br />
De open akkercomplexen met bolle ligging en met het esdek<br />
De kleinschalige percelering in de laagste delen <strong>van</strong> het terrein<br />
De kampjes<br />
De (langgevel)boerderijen<br />
De laanbeplanting<br />
De perceelrandbegroeiing<br />
Het hakhout<br />
De wegenstructuur<br />
De zandwegen<br />
Beschrijving<br />
Zes gehuchten is een kleinschalig oud cultuurlandschap tussen Geldrop en Eindhoven. Het gebied<br />
bestaat uit een mozaïek <strong>van</strong> akkers, grasland en bosjes. De wegenstructuur en de weg- en<br />
perceelrandbeplanting zijn goed bewaard gebleven Zes Gehuchten is het gebied <strong>van</strong> het kerkdorp<br />
Hoog-Geldrop en de gehuchten Riel, Hulst, Hout, Gijzenrooi en Genoenhuis. De oprukkende<br />
bebouwing <strong>van</strong> Geldrop en Eindhoven heeft de helft <strong>van</strong> deze zes al opgeslokt. Wat overbleef is een<br />
kleinschalig gebied met een aaneenschakeling <strong>van</strong> kleinere oude akkers, graslanden (oude<br />
hooi- en weilanden), kampjes en enkele kleine loofbosjes. Veel perceelscheidingen worden gevormd<br />
door greppels met houtsingels.<br />
Zandpaden achter Gijzenrooi (CHW Noord-Brabant)<br />
Er zijn veel zandwegen in het gebied, sommige met een laanbeplanting. De percelering kan deels nog<br />
dateren uit de middeleeuwen (1250-1500), toen delen <strong>van</strong> het gebied werden ontgonnen <strong>van</strong>uit<br />
enkele verspreid gelegen hoeven. De kampjes zijn <strong>van</strong> latere datum. De oudste kampjes dateren<br />
4
waarschijnlijk uit de zeventiende eeuw. Midden in het gebied liggen de buurtschappen Riel en<br />
Gijzenrooi, met een aantal oude (langgevel)boerderijen. Genoenhuis ligt tegen de nieuwbouw <strong>van</strong><br />
Geldrop aan. Door de oude bomen, de bosjes, de wegbeplanting en de perceelrandbegroeiing heeft<br />
het gebied een besloten karakter.<br />
De beplanting bestaat o.a. uit zomereik Amerikaanse eik, schietwilg, zwarte els, es vogelkers,<br />
sleedoorn, grauwe wilg, geoorde wilg, wilde lijsterbes, sporkehout, Spaanse aak, wilde kamperfoelie,<br />
adelaarsvaren, koningsvaren en salomonszegel. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1850-<br />
1900, maar is deels ook jonger.<br />
Kleinschalig cultuurlandschap bij Gijzenrooi (januari 2012)<br />
De volgende losse elementen maken onder meer deel uit <strong>van</strong> dit ensemble:<br />
Uniek nr Thema Naam subthema Naam<br />
10.17.4.003 Gehuchten Genoenhuis Klein gehucht Zes gehuchten<br />
10.17.4.005 Gehuchten Gijzenrooi Klein gehucht Zes gehuchten<br />
10.19.10.003 Landgoederen Genoenhuis Zichtlijn Zes gehuchten<br />
10.15.03.001 Gegraven waterlopen in Gijzenrooie Zeggen Sloot<br />
10.27.14.003 Meubilair Verhaal Verdronken mensen<br />
E11.002 Kasteel Geldrop<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische waarde en hoge historische groenwaarde.<br />
Complex <strong>van</strong> cultuurhistorisch belang<br />
CHW 2006 nr. V197 en G818<br />
Complex type: Landgoed<br />
Naam: Kasteel Geldrop<br />
Postcode: 5662KA<br />
Plaatsnaam: Geldrop<br />
Oorspronkelijke functie: Kasteel<br />
Waarden/kenmerken<br />
5
Kasteel met gracht, lanen en tuin daterend <strong>van</strong> oorsprong uit Late Middeleeuwen<br />
Bijhorende bijgebouwen als poort, koetshuis, oranjerie etc.<br />
Bos en park/tuin in vorm <strong>van</strong> arboretum en landschapstuin<br />
Beschrijving<br />
Klein landgoed met park/tuin, gelegen aan de kruising <strong>van</strong> een oude landroute en de Kleine Dommel<br />
of Rul. Kern <strong>van</strong> het landgoed is een middeleeuws kasteelcomplex, dat voor het eerst wordt genoemd<br />
in 1377. Het kasteel was zetel <strong>van</strong> de heerlijkheid Geldrop. Omstreeks 1870 werd het hoofdgebouw<br />
uitgebreid en werd het landgoed omgevormd in de landschapsstijl. Het kasteelterrein wordt omgeven<br />
door een gracht. Op het landgoed staan enkele monumentale gebouwen, waaronder het<br />
hoofdgebouw (1616-ca. 1870, op oudere funderingen), een rentmeesterswoning (ca. 1870) en een<br />
oranjerie (ca. 1870). Op het landgoed diverse oude bomen, waaronder beuken, een plataan en een<br />
mammoetboom.<br />
Bos en park/tuin in een landgoed. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik, beuk, bruine beuk,<br />
treurbeuk, oosterse plataan, taxus, sequoia, hulst, rododendron, Hollandse linde, zilveresdoorn,<br />
hazelaar, witte paardekastanje, Amerikaanse eik, adelaarsvaren, koningsvaren en lelietje-<strong>van</strong>-dalen.<br />
Het park is deels ingericht als arboretum met bijzondere soorten bomen zoals herfstpaardekastanje,<br />
bonte vederesdoorn en metasequoia. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1850-1912.<br />
Volgende bomen zijn bij de bomenstichting geregistreerd : - Oosterse plataan uit 1860-1870, staat bij<br />
de ingang <strong>van</strong> de Kasteeltuin <strong>van</strong> kasteel Geldrop. Vormt met andere bomen een groep.a - rode beuk<br />
uit 1880-1890, staat ten oosten <strong>van</strong> het kasteel nabij de vijver een en de bosrand <strong>van</strong> de kasteeltuin; -<br />
plataan uit 1860-1870, staat nabij ingang kasteel, vormt met andere bomen een groep; - treurbeuk uit<br />
1860-1870 staat midden in de kasteeltuin <strong>van</strong> kasteel Geldrop; - mammoetboom uit 1860-1870 staat<br />
in het park nabij de ingang <strong>van</strong> kasteel Geldrop.<br />
Kasteel Geldrop met tuin (CHW Noord-Brabant)<br />
De volgende losse elementen maken deel uit <strong>van</strong> dit ensemble:<br />
Uniek nr Thema Naam Subthema<br />
10.18.5.001 Heerlijkheden heerlijkheid Geldrop<br />
10.18.3.005 Heerlijkheden Helze 8, Geldrop Hoeve<br />
10.18.1.003 Heerlijkheden kasteel Geldrop-2 Kasteel<br />
10.19.5.001 Landgoederen oprijlaan kasteel Geldrop Laan<br />
10.19.10.001 Landgoederen Hofstraat Geldrop Zichtlijn<br />
10.19.1.001 Landgoederen gracht kasteel Geldrop 2 Gracht<br />
10.19.16.001 Landgoederen Toegangshek kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.003 Landgoederen Koetshuis kast. Geldrop Overig<br />
6
10.19.16.004 Landgoederen Dienstwoning kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.005 Landgoederen Oranjerie kast. Geldrop<br />
Plantenkassen kasteel<br />
Overig<br />
10.19.16.006 Landgoederen Geldrop Overig<br />
10.19.16.008 Landgoederen Trafohuisje kasteel Geldrop Overig<br />
10.19.16.001 Landgoederen Toegangshek kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.003 Landgoederen Koetshuis kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.004 Landgoederen Dienstwoning kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.005 Landgoederen Oranjerie kast. Geldrop<br />
Plantenkassen kasteel<br />
Overig<br />
10.19.16.006 Landgoederen Geldrop Overig<br />
10.19.16.008 Landgoederen Trafohuisje kasteel Geldrop Overig<br />
10.19.16.001 Landgoederen Toegangshek kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.003 Landgoederen Koetshuis kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.004 Landgoederen Dienstwoning kast. Geldrop Overig<br />
10.19.16.005 Landgoederen Oranjerie kast. Geldrop<br />
Plantenkassen kasteel<br />
Overig<br />
10.19.16.006 Landgoederen Geldrop Overig<br />
10.19.16.008 Landgoederen Trafohuisje kasteel Geldrop Overig<br />
10.27.1.001 Meubilair Bijzondere boom Mammoetboom<br />
Oosterse<br />
10.27.1.002 Meubilair Bijzondere boom<br />
Plantaan<br />
Gewone<br />
10.27.1.003 Meubilair Bijzondere boom<br />
Plantaan<br />
10.27.1.004 Meubilair Bijzondere boom Treurbeuk<br />
10.27.1.005 Meubilair Bijzondere boom Metasequoia<br />
Uitsnede uit de erfgoedkaart <strong>van</strong> het ensemble Kasteel Geldrop.<br />
7
E11.003 Beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische waarde en zeer hoge historische groenwaarde.<br />
CHW 2006 V222 en G325 en CHW3-GW46<br />
Waarden/kenmerken<br />
De kleinschalige percelering<br />
De perceelrandbegroeiing<br />
De broekbossen<br />
De restanten <strong>van</strong> hakhout<br />
De Collse Watermolen met molenbeek<br />
De Opwettense Watermolen met molenbeek<br />
Het Eindhovensch Kanaal<br />
Beschrijving<br />
Het gebied omvat de lage gronden langs de Kleine Dommel, bestaande uit grasland en broekbos. In<br />
het dal liggen kasteel Geldrop en twee watermolens. Het beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel bestaat uit<br />
graslanden en broekbossen. De graslanden of beemden (oude hooi- en weilanden) hebben plaatselijk<br />
nog hun oorspronkelijke kleinschalige percelering met lange, smalle percelen. Sommige percelen<br />
hebben randbegroeiing in de vorm <strong>van</strong> houtsingels of bomenrijen. De percelering kan deels nog<br />
dateren uit de periode 1250-1500, toen grote delen <strong>van</strong> de beekdalen werden ontgonnen. Aanzienlijke<br />
delen <strong>van</strong> het beekdal zijn thans bedekt met aaneengesloten bos. Voor een deel bestaat dit bos uit<br />
(doorgeschoten) hakhout. In het beekdal liggen twee watermolens. De Collse Molen, een dubbele<br />
onderslagmolen uit het eind <strong>van</strong> de 18e eeuw met een molenaarshuis uit 1787, is voor het eerst<br />
vermeld in 1337, de Opwettense Molen heeft 1335 als eerste vermelding. Dit is een dubbele<br />
onderslagmolen uit 1764 met een molenaarshuis uit 1743. Het beekdal wordt doorsneden door de<br />
spoorlijn Eindhoven-Venlo, het Eindhovensch Kanaal en de A270.<br />
Broekbos bij de Kleine Dommel (CHW Noord-Brabant)<br />
8
Zicht op een winterse Zegge (februari 2011)<br />
De volgende losse elementen maken deel uit <strong>van</strong> dit ensemble:<br />
Uniek nr Thema Naam Subthema<br />
10.17.3.001 Gehuchten Hulst<br />
10.14.2.012 Lokale wegen Hulsterbrug brug<br />
10.28.07.002<br />
bij Hulsterbrug Zandwinput<br />
E11.004 Hoog Geldrop<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische en hoge stedebouwkundige waarde.<br />
CHW 2006 V239<br />
Beschrijving<br />
Achttien boerderijen en huisjes. Het gehucht Hoog Geldrop ontwikkelde zich in de 19e eeuw tot de<br />
kern <strong>van</strong> de toenmalige gemeente Zes Gehuchten. Hier werden op het einde <strong>van</strong> de 19e eeuw de<br />
kerk en scholen gebouwd.<br />
R.K. KERK in Neo-Gotische stijl, toegewijd aan de H.H. Maria en Brigida, is gebouwd tussen 1879-84.<br />
Het ontwerp is <strong>van</strong> architect H.J. <strong>van</strong> Tulder. De kerk is <strong>van</strong> algemeen belang. Het gebouw heeft<br />
cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking <strong>van</strong> de ontwikkeling <strong>van</strong> het katholicisme in het<br />
zuiden en is tevens <strong>van</strong> belang als voorbeeld <strong>van</strong> de typologische ontwikkeling <strong>van</strong> de dorpskerk in<br />
het laatste kwart <strong>van</strong> de negentiende eeuw. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de<br />
stijl en de detaillering en is <strong>van</strong> kunsthistorisch belang door de rijke detaillering en beschildering <strong>van</strong><br />
het interieur. Het gebouw is tevens <strong>van</strong> belang als voorbeeld <strong>van</strong> het oeuvre <strong>van</strong> de architect Van<br />
Tulder. Het heeft ensemblewaarden <strong>van</strong>wege de bijzondere situering, verbonden met de uitgroei <strong>van</strong><br />
het kerkdorp Zesgehuchten.<br />
In 1911 gebouwd tegenover de kerk en naast de St. Jozefschool. Het is in gebruik gebleven tot 1921,<br />
toen Zesgehuchten bij Geldrop werd gevoegd. In 1925 werd het raadhuis publiek verkocht. Het<br />
gebouw is er nog. Op de zijkant <strong>van</strong> het raadhuis bevindt zich een tegeltableau ter herinnering aan de<br />
zelfstandige gemeente Zesgehuchten. Hierop staan 4 <strong>van</strong> de juiste ZesGehuchten: Geizenrooi<br />
(hoewel foutief geschreven), Hulst, Riel en Hout, maar Hoog Geldrop en Genoenhuis worden niet<br />
vermeld. Wel staan Papenvoort en Zand (twee voormalige buurtschappen) genoemd.<br />
9
E11.005 Beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel of Rul<br />
De Maria en Brigidakerk (januari 2012)<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische en zeer hoge historische groenwaarde.<br />
CHW 2006 V245, G817 en CHW3-DO10<br />
Waarden/kenmerken<br />
Kleinschalige strookvormige percelering, haaks op de beek, gemarkeerd door<br />
sloten/greppels<br />
Mierlose Dijk<br />
Strabrechtse Dijk<br />
Ruldijk<br />
Onverharde insteekwegen<br />
(restanten <strong>van</strong>) hakhout<br />
Beschrijving<br />
Het gebied is een goed bewaard gebleven kleinschalig beekdal met een afwisseling <strong>van</strong> bossen en<br />
graslanden. Enkele dijken verbonden de buurschappen aan de westkant <strong>van</strong> het dal met de gronden<br />
aan de overkant <strong>van</strong> de Kleine Dommel. Het dal <strong>van</strong> de Kleine Dommel is een kleinschalig beekdal<br />
met bossen en beemdgronden (oude hooi- en weilanden). Het dal is verkaveld in kleine,<br />
onregelmatige percelen. Mogelijk zijn deze gronden al in de middeleeuwen verdeeld (1250-1500),<br />
toen grote delen <strong>van</strong> de beekdalen werden ontgonnen. Via de Rulse Dijk (nu Mierlose Dijk) en<br />
Strabrechtse dijk konden de boeren uit Rul en Strabrecht hun graslanden en heidevelden aan de<br />
overkant <strong>van</strong> de Kleine Dommel bereiken. In het beekdal de Collse Molen, een dubbele<br />
onderslagmolen (eind 18e eeuw, molenaarshuis uit 1787, vermeld in 1337) en de Opwettense Molen,<br />
een dubbele onderslagmolen (1764, molenaarshuis uit 1743, vermeld in 1335). Aanzienlijke delen <strong>van</strong><br />
het beekdal, met name bij Geldrop, zijn thans bedekt met aaneengesloten bos. Voor een deel bestaat<br />
dit bos uit (doorgeschoten) hakhout. Bij de aanleg <strong>van</strong> de spoorlijn Eindhoven-Venlo, het<br />
Eindhovensch Kanaal en de A270 is het beekdal doorsneden. Het gebied kent een samenhang met<br />
het bovenstroomse deel <strong>van</strong> het beekdal <strong>van</strong> de kleine Dommel of Rul, met het benedenstroomse<br />
10
deel <strong>van</strong> het Dommeldal en met de akkercomplexen bij Urkhoven en Opwetten.Het gebied kent een<br />
samenhang met het landgoed Kasteel Heeze, met de Strabrechtsche Heide en met het akkercomplex<br />
Dijkakkers.<br />
Bos, houtwallen en overige beplanting in een beekdal. De beplanting bestaat o.a. uit grauwe wilg,<br />
zwarte els, es, zomereik, hazelaar, zachte berk, vogelkers, zwarte bes, wilde lijsterbes, schietwilg,<br />
populier, katwilg, kardinaalsmuts, koebraam, dalkruid en salomonszegel. Het geheel dateert<br />
overwegend uit de periode 1850,-1900, maar is deels ook ouder.<br />
Broekbos in Dommeldal (CHW Noord-Brabant)<br />
E11.006 Jonge heidebebossing De Weijer<br />
Ensemble met een redelijk hoge historisch geografische waarde en hoge historische groenwaarde.<br />
CHW2006-V256 en G237, CHW3-DO03<br />
Waarden/kenmerken<br />
De samenhang <strong>van</strong> de bossen op rabatten met de <strong>van</strong> oorsprong natte omstandigheden<br />
De hakhoutrestanten<br />
De bossen op rabatten<br />
De percelering met paden en sloten/greppels<br />
Beschrijving<br />
De Weijer is een voormalig nat heidegebied dat in de achttiende eeuw is ontgonnen en deels bebost<br />
met naaldhout. Het grasland en de resterende heideveldjes zijn rond 1900 omgezet in loofbos.<br />
De Weijer is een jonge heideontginning, overwegend bestaande uit productiebossen met loof- en<br />
naaldhout, in een nat gebied. Het gebied is waarschijnlijk verkaveld en gedeeltelijk bebost in de<br />
periode 1750-1850, maar deels ook al eerder. In 1840 bestond het gebied uit een afwisseling <strong>van</strong><br />
bosjes, heideterreinen en grasland. Tussen 1840 en 1900 zijn de graslandpercelen ingeplant met<br />
loofbos, waarschijnlijk eikenhakhout. De percelering is fijnmazig en de percelen zijn omgeven door<br />
sloten. In de natste delen, met name in de noordoostelijke hoek, zijn de bossen aangelegd op<br />
rabatten. Het gebied is deels omgeven door wallen. De beplanting bestaat o.a. uit zomereik,<br />
Amerikaanse eik,grove den, douglasspar, Corsicaanse den en lariks. Het geheel dateert overwegend<br />
uit de periode 1930-1950.Het gebied kent een samenhang met de jonge heidebebossingen in het<br />
gebied Blauwe Kei en met de Strabrechtsche Heide.<br />
11
Het rabattenbos geheten Cuijpersbos, in de Weijer (februari 2012)<br />
De Weijer op de Bonnekaart <strong>van</strong> rond 1900.<br />
E11.007 Cultuurlandschap Overakker<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische waarde.<br />
Waarden/kenmerken<br />
Kleinschalig cultuurlandschap<br />
Kasteel Mierlo<br />
Oude wegenstructuur<br />
Bolle akkers<br />
Gehuchten Trimpert, Overakker, Kekelaar en De Loo<br />
Beschrijving<br />
Ten zuidoosten <strong>van</strong> Mierlo ligt het kleinschalig verkavelde beekdallandschap <strong>van</strong> de Kasteelseloop,<br />
Overakkerse Loop en de Goorloop. In deze zone treffen we een complex <strong>van</strong> beemden, oude<br />
akkerlanden, broekbossen (met eiken) en populierenaanplant aan. Verder vinden we hier mooie<br />
voorbeelden <strong>van</strong> elzen- en essenhakhout. De kleine percelen in de dalbodem worden <strong>van</strong> elkaar<br />
12
gescheiden door ontwateringssloten. Opvallende elementen zijn hier tenslotte de veenputten, waar<strong>van</strong><br />
de meest recente dateren uit de jaren `40 <strong>van</strong> de twintigste eeuw. Langs de bovenloop <strong>van</strong> de<br />
Kasteelseloop bevinden zich vindplaatsen uit de steentijd en ijzertijd. Langs de benedenloop werd in<br />
de Volle Middeleeuwen een kasteel (Kasteel <strong>van</strong> Mierlo) gebouwd, waaromheen later –in de Late<br />
Middeleeuwen- boerderijen verschenen die in eigendom waren <strong>van</strong> de Heren <strong>van</strong> Mierlo, kloosters en<br />
particulieren. In de nabijheid <strong>van</strong> het kasteel lagen voorts leemkuilen en steenovens, een duiventoren,<br />
een schans voor de verdediging <strong>van</strong> de kasteeltoegang, een pastorie en een veemarkt. Na de<br />
Middeleeuwen groeiden de hoeven uit tot de gehuchten de Loo, Overakker en Trimpert. In de 19de<br />
eeuw werden de restanten <strong>van</strong> het kasteel afgebroken. Thans is het terrein een <strong>archeologisch</strong><br />
monument. 1<br />
Zicht op de locatie waar het Kasteel <strong>van</strong> Mierlo ooit stond. Op de achtergrond de oude<br />
kasteelboerderij (januari 2012)<br />
De volgende losse elementen maken deel uit <strong>van</strong> dit ensemble:<br />
Uniek nr Thema Naam Subthema<br />
10.17.5.010 Gehuchten Kekelaar Huizengroep<br />
10.17.5.011 Gehuchten Aan het Voortje Huizengroep<br />
10.17.5.012 Gehuchten De Trimpert Huizengroep<br />
10.17.5.013 Gehuchten De Aardborst Huizengroep<br />
10.18.2.001 Heerlijkheden kasteelhoeve Mierlo Hoofdhoeve<br />
10.18.1.001 Heerlijkheden kasteel Mierlo Kasteel<br />
10.18.3.003 Heerlijkheden Eertborn Hoeve<br />
10.19.5.002 Landgoederen oprijlaan kasteel Mierlo Laan<br />
10.19.03.014 Landgoederen Kekelaar Hoeve<br />
10.14.1.013 Lokale wegen Loostraat Lokale weg<br />
10.14.2.005 Lokale wegen De Trimpert-Kekelaar voorde<br />
10.27.14.001 Meubilair Verhaal Heksenproces<br />
1 Uit Biografie <strong>van</strong> Peelland 2003.<br />
13
E11.008 Beekdal <strong>van</strong> de Goorloop<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische waarde en zeer hoge historische groenwaarde.<br />
CHW2006-V316 en G823, CHW3-DO08<br />
Waarden/kenmerken<br />
De veenputjes<br />
De bossen op rabatten<br />
De smalle strookvormige percelen, haaks op de beek, gemarkeerd door sloten/greppels<br />
Het hakhout<br />
De zandpaden<br />
Beschrijving<br />
Het gebied is het brongebied <strong>van</strong> de Goorloop of Kasteelsche Loop. In het zuidelijke deel kwamen<br />
verschillende beken uit in een nat broekgebied, dat aan de noordzijde ontwaterd werd door de<br />
Goorloop en de Vleutloop. Het gebied is <strong>van</strong>af 1850 ontgonnen en in gebruik genomen als<br />
(hakhout)bos.<br />
Beekdal en voormalig broekgebied met beemdgronden (oude hooien weilanden) en plaatselijk met<br />
een kleinschalige strokenpercelering, met lange, smalle percelen, haaks op de beek. Veel<br />
perceelsscheidingen bestaan uit sloten of greppels, vaak met (resten <strong>van</strong>) houtsingels. Enkele<br />
zandpaden lopen door het gebied. Het gebied vormt de bovenloop <strong>van</strong> de Goorloop, vroeger ook wel<br />
Kasteelsche Loop geheten. Het zuidelijke deel bestaat was een drassig broekgebied, de Broekkamp,<br />
waar de Overakkersche Wetering en de beek die bij Moorsel ontsprong in uitmondden. Bovendien<br />
was er veel kwel, omdat de Broekkamp aan drie kanten wordt omgeven door hogere zandgronden.<br />
Verder naar het noorden wordt de laagte smaller. De Vleutloop en de Goorloop komen daar bij<br />
elkaar. Het beekdal en het broekgebied zijn waarschijnlijk tot in de negentiende eeuw<br />
gemeenschappelijk gebruikt door de boeren uit de omringende buurtschappen. Kleine delen, zoals bij<br />
Overakker, waren <strong>van</strong> sloten en houtsingels voorzien en zullen dus als weiland of hooiland zijn<br />
gebruikt. Voor het overige zal men het gebied als gemeenschappelijk weiland hebben gebruikt, om<br />
plaggen te steken en om kleinschalig turf te winnen.<br />
De Broekkamp is pas in de periode 1930-1940 verkaveld en ontgonnen. Dit gebeurde in het kader <strong>van</strong><br />
de werkverschaffing in de vooroorlogse crisisjaren. Kenmerkend voor deze jonge broekontginning zijn<br />
de op rabatten aangelegde bossen. In deze jonge ontginning liggen nog enkele veenputten.<br />
Aanzienlijke delen <strong>van</strong> het beekdal zijn tegenwoordig bedekt met aaneengesloten loofbos. Voor een<br />
deel bestaat dit bos uit (doorgeschoten) hakhout. Het gebied kent een samenhang met het<br />
akkercomplex Herselsche Akkers.<br />
Twee keer een kijkje in het beekdal <strong>van</strong> de Goorloop (november 2011)<br />
14
E11.009 St. Luciakerk Mierlo<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische waarde.<br />
Waarden/kenmerken<br />
St. Luciakerk met pastorie en begraafplaats en klooster<br />
Archeologische vindplaatsen <strong>van</strong> IJzertijd, Romeinse en Middeleeuwse bewoning inclusief<br />
vroegmiddeleeuwse begraafplaats.<br />
Wegenstructuur<br />
Monumentaal groen<br />
Beschrijving<br />
St. Luciakerk, gebouwd in neogotische stijl tussen 1856 en 1858 naar ontwerp <strong>van</strong> H.J. <strong>van</strong> Tulden.<br />
De kerk staat op de plek <strong>van</strong> de oude middeleeuwse kerk. De toren hier<strong>van</strong> is omgebouwd.<br />
Het tussen 1856 en ca. 1925 gebouwde complex bestaat uit de door H.J. <strong>van</strong> Tulder ontworpen ST.<br />
LUCIAKERK, de bijbehorende PASTORIE het PATRONAATSHUIS en de CALVARIEBERG op het<br />
kerkhof. Bij de H. Luciakerk horen de aangebouwde sacristie uit 1930 en een grafmonument uit 1886.<br />
Deze objecten stonden oorspronkelijk buiten, nu in de dorpskom <strong>van</strong> Mierlo. De kerk staat op dezelfde<br />
plaats als de middeleeuwse voorganger, de oude toren is opnieuw ombouwd. Het betreft een groep<br />
kerkelijke bebouwing met functionele samenhang. Stilistisch domineert de rijzige neogotische kerk uit<br />
1856-1858 de overige objecten, die tussen 1906 en 1925 werden opgetrokken in een traditioneel<br />
dorpse vormgeving.<br />
Het complex is gelegen op een groot rechthoekig perceel met diverse oude bomen en wordt op enkele<br />
uitzonderingen na vrijwel geheel omringd door nieuwbouwwoningen.<br />
Het complex is <strong>van</strong> algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking<br />
<strong>van</strong> een sociale en geestelijke ontwikkeling, in het bijzonder de ontwikkeling <strong>van</strong> het katholicisme in de<br />
tweede helft <strong>van</strong> de negentiende eeuw en de vorming <strong>van</strong> parochiecentra op het platteland. Het is<br />
tevens <strong>van</strong> belang voor de geschiedenis <strong>van</strong> de nederzetting, <strong>van</strong>wege de continuïteit <strong>van</strong> het<br />
kerkelijk gebruik die tot uitdrukking komt in de aanwezigheid <strong>van</strong> de middeleeuwse toren, welke in de<br />
neogotische kerk is opgenomen. Het heeft architectuurhistorisch belang als voorbeeld <strong>van</strong> het gebruik<br />
<strong>van</strong> uiteenlopende stijlen voor het uitdragen <strong>van</strong> het katholicisme en is tevens <strong>van</strong> belang <strong>van</strong>wege de<br />
plaats in het werk <strong>van</strong> de architect Van Tulder. Het heeft ensemblewaarden als centrum <strong>van</strong> de<br />
nederzetting. Het is gaaf bewaard gebleven en typologisch zeldzaam.<br />
Afbeelding:<br />
Luchtfoto <strong>van</strong><br />
het complex<br />
De volgende losse elementen maken deel uit <strong>van</strong> dit ensemble:<br />
Uniek nr Thema Naam Subthema<br />
10.17.5.007 Gehuchten Kerk Mierlo Huizengroep<br />
10.14.1.011 Lokale Kerkweg Lokale weg<br />
15
10.26.2.003<br />
wegen<br />
Begrpl. Mierlo Begraafplaats<br />
10.27.1.010 Meubilair Bijzondere boom Tilia europaea<br />
10.27.1.013 Meubilair Bijzondere boom Robinia pseudoacacia<br />
10.26.2.001 Kerkelijk Lucia, Mierlo<br />
Hr <strong>van</strong> Grevenbroeckweg<br />
Begraafplaats<br />
10.26.2.002 Kerkelijk Mierlo Begraafplaats<br />
E11.010 Gehucht Broek<br />
Ensemble met een hoge historisch geografische en hoge stedebouwkundige waarde.<br />
Beschermd dorpsgezicht nr. 1531 en CHW2006- S281 en G239<br />
Waarden/kenmerken<br />
Historische langgevelboerderijen<br />
Oude straat met lintbebouwing en laanbeplanting<br />
Vaak nog authentieke erfbeplanting<br />
Overgang <strong>van</strong> open bolle akkers, via lintbebebouwing naar beekdal met beemden en smalle<br />
verkaveling<br />
Beschrijving<br />
Ten noordwesten <strong>van</strong> Mierlo ligt een <strong>waardevolle</strong> nederzettingsstructuur: Broekstraat. Buurtschap met<br />
driehoekige pleinen en lintbebouwing. Broekstraat bestaat uit een lineaire, gebogen bebouwing met<br />
overwegend boerderijen. Het betreft vooral langgevelboerderijen uit de periode tussen 1870 en 1910,<br />
maar het staat vast dat het gehucht al ver daarvoor, waarschijnlijk vóór 1500, is ontstaan. In het<br />
noorden <strong>van</strong> het gehucht ligt een plaatse met een beplanting <strong>van</strong> eiken. Voor Broekstraat geldt dat het<br />
verkavelingspatroon <strong>van</strong>uit het gehucht is veranderd – ook hier is echter nog sprake <strong>van</strong> een<br />
agrarische bestemming. 2 De structuur dateert grotendeels uit de Late Middeleeuwen (1250-1500),<br />
toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen <strong>van</strong> de akkercomplexen en<br />
oude alleengelegen hoeven of "einzelhöfe" werden opgesplitst en uitgroeiden tot buurtschappen. Het<br />
bebouwingsbeeld met overwegend langgevelboerderijen dateert met name uit de periode 1800-1920.<br />
De weg door het buurtschap en het kleine onverharde driehoekige plein kennen een beplanting met<br />
eiken. Deels aangewezen als beschermd dorpsgezicht.<br />
Laanbeplanting en boomweide <strong>van</strong> zomereik, langs een weg en op een onverhard driehoekig plein in<br />
een oud buurtschap. Het geheel dateert overwegend uit de periode 1890-1900.<br />
De volgende losse elementen maken deel uit <strong>van</strong> dit ensemble:<br />
Uniek nr Thema Naam Subthema<br />
10.17.4.010 Gehuchten Het Broek Klein gehucht<br />
10.19.03.007 Landgoederen Hazenwinkel Hoeve<br />
10.14.1.004 Lokale wegen Broekstraat Lokale weg<br />
2 Biografie <strong>van</strong> Peelland 2003.<br />
16
Uitsnede uit de erfgoedkaart <strong>van</strong> het ensemble gehucht Broek in Mierlo, met duidelijk in beeld de<br />
samenhang tussen de laatmiddeleeuwse lintbebouwing en oude akkers en beemden.<br />
Impressies <strong>van</strong> gehucht Het Broek in Mierlo<br />
(CHW Noord-Brabant)<br />
17
E11.011 Grote Heuvel Geldrop<br />
Ensemble met een redelijk hoge historisch stedebouwkundige waarde.<br />
CHW2006-S326<br />
Potentieel beschermd dorpsgezicht.<br />
Waarden/kenmerken<br />
- Historische directeurswoningen, pakhuizen, raadhuis, tramremise en herbergen.<br />
- Historisch driehoekig plein en wegenstructuur<br />
Beschrijving<br />
Oude dorpskern met driehoekig plein, Heuvel geheten. De structuur dateert grotendeels uit de Late<br />
Middeleeuwen (1250-1500), toen de oudtijds verspreide bewoning zich verplaatste naar de randen<br />
<strong>van</strong> de akkercomplexen en oude alleengelegen hoeven of "einzelhöfe" werden opgesplitst en<br />
uitgroeiden tot buurtschappen. Het bebouwingsbeeld, met veel fabrikantenvilla's, dateert uit de<br />
periode 1850-1900, toen de plaats een sterke industrialisatie kende, met name in de textielindustrie.<br />
Monumentale gebouwen zijn ondermeer het voormalige raadhuis (1870), het huidige raadhuis, voor<br />
1920 fabrikantenvilla (1868) en tal <strong>van</strong> andere fabrikantenvilla's uit de periode 1850-1900.<br />
Zicht op het Heuvelplein (februari 2012)<br />
18
Uitsnede uit de erfgoedkaart <strong>van</strong> het ensemble Groote Heuvel in Geldrop.<br />
E11.012 Woonwijk Stationstraat Geldrop<br />
Ensemble met een hoge historisch stedebouwkundige waarde.<br />
CHW2006-S290<br />
Potentieel beschermd dorpsgezicht.<br />
Waarden/kenmerken<br />
- Historische bebouwing met villa’s en woningen<br />
- Station Geldrop met spoorlijn<br />
- Laan met historisch beplanting<br />
Beschrijving<br />
Kleine woonwijk langs een verbindingsweg tussen oude kern en station. In 1913 werd hier het station<br />
Geldrop gebouwd. Tussen het station en de oude kern <strong>van</strong> Geldrop ontstond een lintbebouwing. Het<br />
bebouwingsbeeld met vrijstaande villa's en middenstandswoningen dateert grotendeels uit de periode<br />
1913-1940. Het stationsgebouw met perronoverkapping is nog grotendeels uit 1913.<br />
Zicht in de Stationstraat (CHW Noord-Brabant)<br />
19
3. <strong>Overzicht</strong> <strong>van</strong> aardkundige waarden<br />
Onderstaande gegevens zijn ontleend uit de bijlagen bij de ‘Aardkundig Waardevolle Gebiedenkaart<br />
Noord-Brabant’, zoals opgesteld door de provincie. De aardkundig <strong>waardevolle</strong> <strong>gebieden</strong>kaart is de<br />
concrete uitwerking <strong>van</strong> veertig, tot nu toe alleen globaal begrensde, <strong>gebieden</strong>. Hij bestaat uit een<br />
kaartatlas en een toelichting. De provincie geeft op deze manier een impuls aan behoud en<br />
ontwikkeling <strong>van</strong> aardkundige waarden, in én buiten de veertig <strong>gebieden</strong>. 3<br />
In onderstaande gebiedsbeschrijvingen worden de aardkundige waarden <strong>van</strong> de <strong>gebieden</strong> toegelicht.<br />
Daarbij wordt een relatie gelegd met grondgebruik en cultuurhistorische en ecologische kenmerken.<br />
Om bescherming <strong>van</strong> aardkundige waarden te bevorderen, is ook aandacht voor bestaande en<br />
potentiële aantastingen en voor ontwikkelingen en kansen.<br />
1. Strabrechtse Heide, Kleine Dommel<br />
Naam gebied : Strabrechtse Heide, Kleine Dommel<br />
Oppervlakte : 2709 ha<br />
Reliëf max. : 10m<br />
Aardkundige betekenis : Uitgestrekt heidegebied met diverse aardkundige<br />
fenomenen in samenhang met cultuurhistorische<br />
waarden<br />
Aardkundige fenomenen : Beekdal, dekzandreliëf, stuifduinen,<br />
pingoruïneVormende processen Verstuiving<br />
(windwerking); riviererosie en -afzetting;<br />
meerafzetting, verlanding, veenvorming (vennen,<br />
afgesneden meanders); vorstwerking (pingo)<br />
Actuele processen : Riviererosie en -sedimentatie; verstuiving<br />
(windwerking), meerafzetting, verlanding,<br />
veenvorming (vennen, afgesneden meanders)<br />
Geologische formaties en afzettingen : Formatie <strong>van</strong> Boxtel (Nuenen groep,<br />
fluvioperiglaciale afzettingen, dekzand); bedekking<br />
Laagpakket <strong>van</strong> Kootwijk; Laagpakket <strong>van</strong> Singraven<br />
Geologische ontstaansperiode : Dekzand: Weichselien (tot Laatglaciaal): stuifzand:<br />
Holoceen; Laagpakket <strong>van</strong> Singraven (opvulling<br />
vennen): Laatglaciaal/Holoceen; beekdalen<br />
(Laagpakket <strong>van</strong> Singraven): Weichselien/ Holoceen<br />
Geomorfologische fenomenen : Dekzandruggen; lage landduinen; laagte zonde<br />
randwal; beekdalbodem; dalvormige laagte;<br />
dekzandvlakte; glooiing beekdalzijde;<br />
daluitspoelingswaaier<br />
Bodemtypen : Duinvaaggrond, Gooreerdgrond, Haarpodzolgrond,<br />
Hoge zwarte enkeerdgrond, Laarpodzolgrond, Lage<br />
enkeerdgrond, Meerveengrond, Moerige eerdgrond,<br />
Moerige podzolgrond, Veldpodzolgrond,<br />
Vlakvaaggrond, Vlierveengrond<br />
Wetenschappelijke & educatieve betekenis : Typisch heide- en beekdallandschap, met diverse<br />
ventypes afhankelijk <strong>van</strong> bodem en ondergrond, en<br />
met verschillende hydrologische en Hydro<br />
ecologische condities. Van grote<br />
aardwetenschappelijke waarde is zeker het<br />
3 http://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/natuur-en-landschap/natuur<strong>gebieden</strong>/aardkundige-<br />
waarden.aspx<br />
20
Rondvenneke (kleine Laatglaciale pingo-ruïne of<br />
palsa met mogelijk Laatglaciaal klimaatarchief)<br />
Algemeen<br />
Aardkundig waardevol gebied Strabrechtse Heide, Kleine Dommel (deelkaart 36) is gelegen ten<br />
zuidoosten <strong>van</strong> Geldrop, op het grondgebied <strong>van</strong> de gemeenten Heeze-Leende en Someren. Het<br />
gebied bestaat uit een uitgestrekt heidegebied met een aantal grote vennen, dat omgeven wordt door<br />
bossen. In het gebied is ook het beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel ten zuiden <strong>van</strong> Geldrop en ten<br />
westen <strong>van</strong> Heeze opgenomen, dat aansluit aan de westrand <strong>van</strong> de Strabrechtse Heide.<br />
Afbeelding: Een groepje ‘vliegdennen’ bij het Starven<br />
Aardkunde<br />
Het heide- en bosgebied bestaat uit een licht golvend dekzandlandschap waar lokaal vennen in<br />
uitwaaiingslaagten en lage landduinen voorkomen. Het Beuven in het oosten <strong>van</strong> de Strabrechtse<br />
Heide is het grootste ven <strong>van</strong> Noord-Brabant. Een aantal <strong>van</strong> de moerassige terreindepressies staat<br />
alleen periodiek onder water en droogt uit in de zomermaanden. In het centrale deel <strong>van</strong> de heide<br />
(Galgeberg) werd in het kader <strong>van</strong> natuurontwikkeling de vegetatie en het bovenste deel <strong>van</strong> de<br />
bodem verwijderd zodat het zandoppervlak kon gaan verstuiven. In dit gebied vindt nu weer actieve<br />
zandverstuiving en nieuwe duinvorming plaats. Het Rondvenneke bij de Hoenderboom is een<br />
zeldzaam voorbeeld <strong>van</strong> een pingo-ruïne: een kleine (30-40 meter doorsnede) maar goed bewaarde<br />
laagte met een lage randwal en een typische verlandingsvegetatie in het deel met open water. In het<br />
westen gaat het bos- en heidegebied <strong>van</strong> de Strabrechtse Heide via een zachte terreinglooiing over in<br />
het beekdal <strong>van</strong> de Kleine Dommel. De beekloop werd over een groot deel <strong>van</strong> zijn lengte<br />
rechtgetrokken en plaatselijk verlegd. Naast de verlegde nieuwe loop blijft nog een deel <strong>van</strong> de oude<br />
meanderende bedding zichtbaar. De loop <strong>van</strong> de Sterkselsche Aa in het zuiden heeft nog wel zijn<br />
oorspronkelijke meanderende karakter behouden.<br />
Cultuurhistorie<br />
Het gebied wordt doorkruist door een aantal oude zandpaden (bv. Strabrecht, Mierlosedijk). Op de<br />
Strabrechtse Heide zijn nog plaatselijk restanten <strong>van</strong> oude heideontginningen zichtbaar. In het<br />
21
Dommeldal komen broekbossen, laanbeplantingen, struwelen en zones met kleinschalige<br />
beemdenpercelering voor.<br />
Grondgebruik en ecologie<br />
In dit open heidegebied komt, afhankelijk <strong>van</strong> het plaatselijke reliëf, een mozaïek <strong>van</strong> droge en natte<br />
heide en kleine verspreide bosjes voor. Naaldbos vormt de bosgordel rond het centrale heidegebied.<br />
De smalle bosgordel langs de Witte Loop bestaat uit berken- en wilgenbos. Het dal <strong>van</strong> de Kleine<br />
Dommel is in agrarisch gebruik, net als dat <strong>van</strong> de Grote Aa. In de beekdalen komt plaatselijk vochtig<br />
schraalland, bloemrijk grasland en (elzen)broekbos voor. In het zuidwestelijk deel <strong>van</strong> het gebied komt<br />
droger loofbos met eiken en beuken voor.<br />
Afbeelding: Actieve verstuiving Galgenberg<br />
Kwetsbaarheid en aantastingen<br />
Het bodemarchief dat bewaard is gebleven onder het maaiveld of in vennen is gevoelig voor<br />
grootschalige graaf- of baggerwerkzaamheden in het kader <strong>van</strong> natuurontwikkeling en -beheer. De<br />
pingo-ruïne <strong>van</strong> het Rondvenneke is aardkundig zeer waardevol maar ook zeer kwetsbaar. De<br />
opvulling <strong>van</strong> het smeltgat bevat waarschijnlijk een klimaatarchief uit het Laatglaciaal, maar dat gaat<br />
verloren wanneer het ven in het kader <strong>van</strong> natuurontwikkeling zou worden uitgebaggerd om<br />
verlanding tegen te gaan. De gave, bijna cirkelvormige vorm en de lage en smalle randwal kunnen<br />
gemakkelijk beschadigd worden bij graaf- of natuurbeheerwerkzaamheden waarbij machines worden<br />
ingezet. In het heidegebied hebben de voornaamste aantastingen te maken met natuurontwikkeling:<br />
afplaggen <strong>van</strong> de bovenste bodemlaag ten behoeve <strong>van</strong> bodemverarming of vrijmaken <strong>van</strong> het<br />
moedermateriaal voor heractiveren <strong>van</strong> zandverstuivingen, en uitbaggeren <strong>van</strong> vennen om te snelle<br />
verlanding tegen te gaan. Het bodemarchief wordt hierdoor potentieel bedreigd, en het natuurlijk<br />
aanwezige reliëf wordt in mindere of meerdere mate gewijzigd. In het Dommeldal is de belangrijkste<br />
aantasting het rechttrekken <strong>van</strong> grote delen <strong>van</strong> de natuurlijke beekbedding. Ondiepe oppervlakkige<br />
ontgrondingen bevinden ten zuiden <strong>van</strong> Heeze, aan de oostzijde <strong>van</strong> de Rul tussen Rul en Strabrecht,<br />
bij Rederijk en de Blauwe Kei. Ook het Witven in het zuiden <strong>van</strong> de Strabrechtse Heide is gegraven.<br />
Ontwikkeling, kansen<br />
De Strabrechtse Heide is één <strong>van</strong> de grootste heidelandschappen <strong>van</strong> Nederland. Natuurbeheer en<br />
natuurontwikkeling zijn erop gericht om het open heidelandschap met vennen te bewaren en<br />
vergrassing tegen te gaan. De toegepaste beheermaatregelen bestaan voornamelijk uit maaien,<br />
afplaggen en begrazen. Sterk verlande vennen worden opnieuw uitgegraven. Deze maatregelen zijn<br />
niet zonder gevaar voor de aardkundige waarden (zie boven). De bereikbaarheid <strong>van</strong> het gebied <strong>van</strong><br />
de Strabrechtse Heide is goed: verharde wegen lopen tot aan de belangrijkste ingangen, waar ruime<br />
parkings gelegen zijn. De toegankelijkheid is eveneens goed: een netwerk <strong>van</strong> al dan niet<br />
gemarkeerde fiets-, wandel- en ruiterpaden doorkruist het gebied. Slechts enkele delen <strong>van</strong> het<br />
heidegebied zijn tijdelijk afgesloten voor het publiek. Bij de voornaamste ingangen en ook binnen het<br />
gebied <strong>van</strong> de Strabrechtse Heide zijn informatiepanelen te vinden waar ook uitleg over aardkundegerelateerde<br />
onderwerpen wordt gegeven (zoals het heractiveren <strong>van</strong> de zandverstuivingen op de<br />
Galgeberg). Een afleesbare grondwater-peilschaal met informatiepaneel staat bij de Mierlose dijk.<br />
Deze al goede infrastructuur zou verder kunnen uitgebouwd worden met specifiek aardkundig gerichte<br />
informatiepanelen, zoals bij het Rondvenneke en de zandverstuivingen op de Galgeberg.<br />
2. Dommel, Vresselsche Bosch, Breugelse Beemden, Nuenens Broek<br />
22
Naam gebied : Dommel, Vresselsche Bosch, Breugelse Beemden,<br />
Nuenens Broek<br />
Oppervlakte : 3232 ha<br />
Reliëf max. : 12 m<br />
Aardkundige betekenis : Mooi voorbeeld <strong>van</strong> klein rivierdal in<br />
dekzandlandschap, met verscheidenheid aan<br />
fluviatiele landvormen, en bijhorende aardkundige (en<br />
cultuurhistorische) landschapselementen in de directe<br />
omgeving.<br />
Aardkundige fenomenen : Beekdal met overstromingsvlakte, actieve bedding,<br />
stootoevers, kronkelwaard, oeverwallen, afgesneden<br />
meanders; rivierduinen; stuifduinen; stuifzandwallen<br />
Actuele processen : Riviererosie en -sedimentatie; verstuiving,<br />
verlanding, veenvorming, meerafzetting, hellingerosie<br />
Geologische formaties en afzettingen : Formatie <strong>van</strong> Boxtel (Nuenen Groep, Brabantse<br />
leem, dekzand, fluvioperiglaciale afzettingen);<br />
bedekking met Laagpakket <strong>van</strong> Kootwijk (stuifzand),<br />
Laagpakket <strong>van</strong> Singraven (beekafzettingen, vennen)<br />
Geologische ontstaansperiode : Formatie <strong>van</strong> Boxtel: Weichselien, Laagpakket <strong>van</strong><br />
Singraven: Laatglaciaal/Holoceen, Laagpakket <strong>van</strong><br />
Kootwijk: Holoceen (tot actueel)<br />
Geomorfologische fenomenen : Beekdalbodem; dalvormige laagte;<br />
Beekoverstromingsvlakte; (verspoelde)<br />
dekzandvlakte; glooiing beekdalzijde,<br />
dekzandrug(gen); laagte zonder randwal<br />
Bodemtypen : Beekeerdgrond, Duinvaaggrond, Gooreerdgrond,<br />
Hoge bruine enkeerdgrond, Hoge zwarte<br />
enkeerdgrond, Koopveengrond, Laarpodzolgrond,<br />
Lage enkeerdgrond, Madeveengrond,<br />
Meerveengrond, Moerige eerdgrond,<br />
Veldpodzolgrond, Vlakvaaggrond, Vlierveengrond<br />
Wetenschappelijke & educatieve betekenis : Dit overzichtelijke rivierdal toont ons naast actieve<br />
rivierdynamiek in wisselwerking met het omliggende<br />
dekzand- en stuifduinlandschap (afgesneden<br />
meanders, stootoevers, oeverwallen, actieve<br />
overstromingsvlakte) , ook de interactie met de<br />
menselijke invloed (bv. percelering, watermolens).<br />
Zowel het geologisch als het <strong>archeologisch</strong><br />
bodemarchief zijn interessant.<br />
Algemeen<br />
Dit aardkundig <strong>waardevolle</strong> gebied (deelkaart 31 tot en met 34) omvat het Dommeldal tussen Boxtel in<br />
het noordwesten en Geldrop in het zuidoosten, en een aantal ermee geassocieerde nabijgelegen<br />
dekzand- en stuifzandgebiedjes en bolle akkercomplexen (esdekken). Het vlakbij gelegen bos-, heide-<br />
en stuifzandgebied <strong>van</strong> het Vresselsche Bosch en de laaggelegen Breugelse Beemden (of -Broek) en<br />
Nuenens Broek zijn eveneens in het gebied begrepen. Het gebied is relatief lang en smal,<br />
onregelmatig <strong>van</strong> vorm en wordt onderbroken door de bewoningskern <strong>van</strong> Sint-Oedenrode.<br />
Aardkunde<br />
De Dommel is omwille <strong>van</strong> de grootte <strong>van</strong> zijn stroomgebied, zijn dal en de daarin aanwezige<br />
reliëfvormen eerder te bestempelen als een kleine rivier dan als een beek. De meest opvallende<br />
aardkundige fenomenen in het Dommeldal hebben dan ook te maken met Holocene of Laatglaciale<br />
rivierwerking: het rivierdal met komgronden, oeverwallen langs afgesneden of actieve delen <strong>van</strong> de<br />
bedding, en dikwijls goed zichtbare glooiingen of zelfs steilranden die de overgang vormen <strong>van</strong> het dal<br />
naar het hoger gelegen dekzandlandschap. Lokale boogvormige verbredingen <strong>van</strong> het dal geven de<br />
plaats aan waar op het einde <strong>van</strong> de laatste ijstijd (Laatglaciaal) grote meanders de actief waren en de<br />
dalwand sterk erodeerden (bijvoorbeeld Moerkuilen, een veengebied waar<strong>van</strong> het bodemarchief<br />
paleobotanische informatie bevat). Ook is er de interactie <strong>van</strong> de vroegere en/of actuele<br />
23
ivierprocessen met het omliggende dekzandlandschap, vooral op plaatsen waar de Dommel door een<br />
dekzandrug is gebroken en het huidige rivierdal daardoor smal is (bijvoorbeeld bij Son en Breugel), of<br />
waar de huidige Dommel door zijdelingse verplaatsing actief het dekzandlandschap, duincomplexen of<br />
bolle akkers aansnijdt met dikwijls hoge en steile stootoevers tot gevolg. Vooral op die plaatsen zijn<br />
ook nog actieve sedimentatieprocessen in de actieve rivierbedding waar te nemen, zoals<br />
sedimentverplaatsing in ribbelstructuren en de uitbouw <strong>van</strong> de oever door kronkelwaardafzettingen. Bij<br />
regelmatig terugkerende hoge waterstanden overstroomt de rivier zijn dalbodem en worden er vooral<br />
in de buitenbochten kleine zandige oeverwallen achtergelaten. Verlanding en (hernieuwde)<br />
veenvorming vindt plaats in afgesneden (fossiele) delen <strong>van</strong> meanders.<br />
Afbeelding: Vrij meanderende Dommel met goed ontwikkelde oeverwallen links en rechts tegen de<br />
steilrand afgezet materiaal na een recente hoge waterstand <strong>van</strong> de Dommel.<br />
In het Vresselsche Bosch liggen een aantal zuidwest-noordoost georiënteerde vennen met daarmee<br />
geassocieerde lage duincomplexen. Op zeer beperkte schaal zijn hier nog actieve verstuivingen te<br />
zien. Stuifzandwallen markeren de plaats waar de mens <strong>van</strong>af de 18de eeuw het stuivende zand heeft<br />
vastgelegd door beplantingen <strong>van</strong> eikenhakhout en later naaldhout. Het Breugels Broek en het<br />
Nuenens Broek zijn vlakke, laaggelegen komvormige <strong>gebieden</strong> waar de slecht doorlatende Brabantse<br />
Leem dichtbij de oppervlakte voorkomt. Dit bemoeilijkt de waterhuishouding en maakt deze <strong>gebieden</strong><br />
erg vochtig.<br />
Cultuurhistorie<br />
Tot de meest opvallende cultuurhistorisch belangrijke reliëfvormen langs het Dommeldal horen de<br />
bolle akkers (esdekken). Zeer typische voorbeelden liggen bij Liempde, ten noorden en zuiden <strong>van</strong><br />
Breugel (Vresselsche Akkers en Hooidonksche Akkers), ten zuiden <strong>van</strong> Nederwetten, en op wat<br />
kleinere schaal tussen Nuenen en Eindhoven. Op de dalbodem komt plaatselijk nog de kleinschalige<br />
beemden-percelering voor (bv. op de westoever <strong>van</strong> de Dommel tussen Eindhoven en Son).<br />
Vanwege hun functie sterk aan het Dommeldal gerelateerde elementen zijn de Opwettense en de<br />
Collse watermolen en de daarbij horende waterbouwkundige werken (molenvijver, stuw). In het<br />
Vresselsche Bosch zijn de lage stuifzandwallen met eikenhakhoutbeplanting cultuurhistorisch<br />
interessante lijnelementen.<br />
Grondgebruik en ecologie<br />
In het Dommeldal overweegt agrarisch gebruik. Op enkele plaatsen komen vochtig schraalland en<br />
bloemrijk grasland voor. Akkerland is vooral te vinden op de hoge en relatief droge voedselrijke<br />
bodems <strong>van</strong> de bolle akkers. Belangrijke aaneengesloten voorkomens <strong>van</strong> natte vegetaties typisch<br />
voor beek- of rivierdalbodems (broekbos, rietmoeras) zijn beperkt tot de Moerkuilen en het Dommeldal<br />
ten oosten en zuidoosten <strong>van</strong> Eindhoven (vb. de Zeggen). Ook in het beekdal tussen Sint-Oedenrode<br />
en Eindhoven komen kleine verspreide broekbosjes voor.<br />
Het Vresselsche Bosch bestaat uit naaldbos en enkele vennen met daaromheen heide. In de<br />
vochtige <strong>gebieden</strong> <strong>van</strong> de Breugelse Beemden en het Nuenens Broek overheerst weiland.<br />
Opvallende landschapselementen in het Nuenens Broek en de Breugelse Beemden zijn de<br />
populierenaanplanten, al dan niet met natuurlijke ondergroei <strong>van</strong> elzen.<br />
Kwetsbaarheid en aantastingen<br />
Het bodemarchief in het Dommeldal wordt aangetast door werkzaamheden ten behoeve <strong>van</strong><br />
kanalisering, rechttrekken <strong>van</strong> de rivierbedding, of herstel er<strong>van</strong> in een meanderende toestand (tenzij<br />
zeer nauwkeurig het historische meanderende tracé hergebruikt wordt). Ook de aardkundige en<br />
24
cultuurhistorische landschapswaarden hebben hieronder te lijden. Andere aantastingen <strong>van</strong> het<br />
landschap zijn lokale kleinschalige afgravingen <strong>van</strong> de dalglooiing of -steilrand, waardoor de<br />
natuurlijke overgang rivierdal-dekzandlandschap verloren gaat.<br />
Ontgrondingen hebben plaatsgevonden bij Kasteren, in de Dommelbeemden, aan de westzijde <strong>van</strong> de<br />
Hazeputten en ten zuidoosten <strong>van</strong> Breugel, ten noorden <strong>van</strong> Hooidonk. Ook de uitbreiding <strong>van</strong><br />
bewoningskernen vormt een aantasting, vooral op de wat hogere landschapsdelen net buiten het<br />
rivierdal. Wegen met een verhoogd talud langs of door het dal verstoren de zichtrelaties.<br />
Afbeelding: Overgang <strong>van</strong> beekdal naar dalbodem <strong>van</strong> het Dommeldal.<br />
Ontwikkeling, kansen<br />
Vanwege de geringe breedte <strong>van</strong> het gebied is de bereikbaarheid <strong>van</strong> buitenaf meestal goed. Bruggen<br />
en verharde en onverharde wegen en paden bieden in vele gevallen mooie uitzichten op het<br />
Dommeldal en de actieve rivierbedding. Soms zijn op dergelijke plaatsen ook informatiepanelen<br />
opgesteld waarop enige (meestal summiere) aandacht wordt geschonken aan aardkundige aspecten<br />
<strong>van</strong> het landschap. Zowel de loop <strong>van</strong> de Dommel zelf met zijn actieve rivierprocessen, als fossiele<br />
fenomenen zoals afgesneden meanderbochten en steilrandjes, zijn plaatselijk echter moeilijk<br />
toegankelijk <strong>van</strong>wege het grondgebruik als landbouwland (voornamelijk weiden). De toegankelijkheid<br />
is beter waar paden of bewegwijzerde wandelwegen in het Dommeldal aanwezig zijn.<br />
Informatiepanelen langs deze wandelpaden en bij de Dommel zelf op de meest sprekende locaties<br />
zouden de aardkundig <strong>waardevolle</strong> aspecten kunnen belichten. Ook het gebied <strong>van</strong> de Moerkuilen en<br />
directe omgeving, waar al een goede recreatieve infrastructuur aanwezig is, zou op deze manier<br />
verder uitgebouwd kunnen worden.<br />
Natuurontwikkelingsprojecten in het Dommeldal, zoals beekherstel, zouden in de toekomst rekening<br />
moeten houden met de kwetsbaarheid <strong>van</strong> het bodemarchief en zo veel mogelijk de historische<br />
beddingen hergebruiken. Afgravingen, vooral <strong>van</strong> de dalglooiingen, brengen visuele schade toe aan<br />
de aardkundige component <strong>van</strong> het landschap en moeten beperkt worden. Tegen de steilrand afgezet<br />
materiaal na een recente hoge waterstand <strong>van</strong> de Dommel Vrij meanderende Dommel met goed<br />
ontwikkelde oeverwallen aan linkerzijde Voorbeeld <strong>van</strong> een perceel in de Madelanden tussen Bokt en<br />
Nederwetten<br />
25