NL DRIVESYSTEMS - Nord
NL DRIVESYSTEMS - Nord
NL DRIVESYSTEMS - Nord
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4. Inbedrijfstelling<br />
4.1 Oliepeil controleren<br />
4. Inbedrijfstelling<br />
Controleer vóór de inbedrijfstelling het oliepeil. Zie hiervoor hoofdst. 5.5.<br />
4.2 Smeermiddelkoeling van interne waterkoeler<br />
Voorzichtig!<br />
De aandrijving mag pas in gebruik worden genomen, nadat de koelslang op het<br />
koelvloeistofsysteem is aangesloten en het koelvloeistofsysteem in gebruik werd genomen.<br />
Het koelmiddel moet eenzelfde warmtecapaciteit hebben als water (specifieke warmtecapaciteit<br />
bij 20°C c = 4,18 kJ/(kgK). Als koelmiddel wordt gebruikswater zonder luchtbellen en bezinkbare<br />
stoffen aangeraden. De waterhardheid moet tussen 1° dH en 15° dH, de pH-waarde moet tussen<br />
pH 7,4 en pH 9,5 liggen. Aan het koelwater mogen geen agressieve vloeistoffen worden<br />
toegevoegd!<br />
De koelmiddeldruk mag max. 8 bar bedragen. De vereiste hoeveelheid koelmiddel bedraagt<br />
10l/min en de koelmiddelinlaattemperatuur mag niet hoger dan 40° C zijn, aanbevolen wordt<br />
10°C.<br />
Het verdient aanbeveling om aan de koelmiddelinlaat een drukregelaar of iets dergelijks te<br />
monteren, om schades door een te hoge druk te voorkomen.<br />
Bij dreigende vorst is de klant ervoor verantwoordelijk, dat er op tijd een passend antivriesmiddel<br />
aan het koelwater wordt toegevoegd.<br />
De koelwatertemperatuur en de doorstroomhoeveelheid van het koelwater moeten door de<br />
klant worden gecontroleerd en gewaarborgd.<br />
Opmerking!<br />
Met een warmtehoeveelheidsregelaar in de koelwatertoevoer kan de hoeveelheid koelwater<br />
aan de daadwerkelijke voorwaarden worden aangepast.<br />
4.3 Smeermiddelkoeling van externe olie/waterkoeler (koelaggregaat)<br />
Let op!<br />
Men dient de handleiding van de koelinstallatie in acht te nemen.<br />
De olie-/waterkoeler bestaat minimaal uit een motorpomp, een filter en een<br />
plaatwarmtewisselaar. Daarnaast heeft u een drukschakelaar nodig om de werking van de pomp<br />
en de smering te controleren.<br />
Voorzichtig!<br />
De aandrijving mag pas in gebruik worden genomen, nadat de koelsmeerinstallatie is<br />
aangesloten en in bedrijf werd genomen.<br />
Voorzichtig!<br />
De filters van de koelinstallatie moeten regelmatig worden gecontroleerd en bij activering van<br />
de verontreinigingsindicatie worden vervangen.<br />
www.nord.com B1050-<strong>NL</strong>-0213 -21-