NL DRIVESYSTEMS - Nord

3.3 Transport van de motorreductor
Gevaar!
3. Opslag, transport,
voorbereiding, plaatsing
Ter voorkoming van persoonlijk letsel dient de gevarenzone ruim te worden beveiligd.
Tijdens het transport is het levensgevaarlijk onder de motorreductor te staan.
Let op!
Voorkom beschadigingen aan de motorreductor. Stoten op uitstekende asuiteinden leiden tot
beschadigingen binnen de motorreductor.
Gebruik voldoende bemeten en hiervoor geschikte transportmiddel. De aanslaginrichtingen
moeten voor het gewicht van de motorreductor geschikt. Het gewicht van de transmissie vindt u
in de transportdocumentatie.
De motorreductor dient tijdens het transport op de transportverpakking te worden gehouden.
Deze moet zonder olievulling worden getransporteerd. Voor het transport van de motorreductor
mag deze alleen aan de hiervoor bedoelde vier transportogen (1) worden vastgeslagen. Bij
meerdere aandrijfeenheden en componenten kan een extra aanslagpunt nodig zijn. De
asuiteinden mogen niet voor het transport worden gebruikt, omdat deze aanzienlijke schade aan
de reductor kunnen veroorzaken. De op de reductor vastgeschroefde ringschroeven moeten
voor het transport worden gebruikt. Als op motorreductoren een extra ringschroef op de motor is
aangebracht, moet deze niet worden gebruikt. Bij het vastslaan op de ringschroeven mag geen
scheve reeptrek (trek- en dwarsbelasting) ontstaan.
Afbeelding 3-1: Aanslagpunten van een reductor
Bij meerdere aandrijfeenheden en componenten kan een extra aanslagpunt nodig zijn.
www.nord.com B1050-NL-0213 -9-