De 'Tweede Lijst' van L. van Ankum - Fryske Akademy
De 'Tweede Lijst' van L. van Ankum - Fryske Akademy
De 'Tweede Lijst' van L. van Ankum - Fryske Akademy
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
44.<br />
Oompiezegger, neef (neveu).<br />
Ongel, rundervet. Z.<br />
Opgappen - hoog opgappen, hooge eischen stellen. Gappen, gapen.<br />
Opmonteren, opvroolijken.<br />
Opper, hoop; stapel: ’n opper heu, een hoop hooi. Z.<br />
Opsnorren, opschommelen, opzoeken.<br />
Opzaaiern, een lam opfokken.<br />
45.<br />
Órbedór, bedorven meisje of knaap.<br />
Order - uut order, ongesteld, ziek.<br />
Orgelist, organist.<br />
Órre, een dier, dat in zijn soort klein is: ’n órre <strong>van</strong> ’n schaop, een klein schaap.<br />
Paltrok, kleine houtzaagmolen, die in zijn geheel rondgedraaid kan worden; korte jas, frak<br />
(oud).<br />
Pampier, papier. Z.<br />
46.<br />
Pangelen, ruilen, kwanselen (in oude voorwerpen). Samenst.: pangelzak.<br />
Penning - penning zestien, zuinig.<br />
Perfiedelìk, profijtelijk, voordeelig.<br />
Peul, peluw, onderste (groote) hoofdkussen.<br />
Peuter, slag met de hand.<br />
Peuteren, slagen met de hand.<br />
Piene, pijn; de piene nait weert, de moeite niet waard.<br />
Piepreukelder, pijpenuithaler.<br />
47.<br />
Pieren, foppen. Z.<br />
Pinkie, kleinste vinger; kleine worst.<br />
Plógge, (-n), houten pin in schoenzolen.<br />
Plóssig, opgezet (<strong>van</strong> ’t gelaat).<br />
Pluusterachtig, winderig, stormachtig: pluusterachtig weer.<br />
Poesten, blazen. Z. In de eerste lijst staat verkeerdelijk poessen [zie p. 379].<br />
Póf - hij duurt de pof nait deurstaon, hij durft het er niet op laten aankomen.<br />
Póffen, vallen; borgen, op pof koopen.<br />
P.<br />
19