11.11.2013 Views

Beleidsnota Openbare Verlichting Best - Gemeente Best

Beleidsnota Openbare Verlichting Best - Gemeente Best

Beleidsnota Openbare Verlichting Best - Gemeente Best

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

INFRA-LUX BV<br />

<strong>Beleidsnota</strong><br />

<strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong><br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Best</strong><br />

Definitief


Colofon<br />

Project:<br />

Opdrachtgever:<br />

Projectbegeleider:<br />

<strong>Beleidsnota</strong> <strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong><br />

gemeente <strong>Best</strong><br />

hr. O. Vallenga<br />

Projectnummer: -<br />

Opdrachtnemer:<br />

Projectnummer:<br />

Projectmedewerkers:<br />

Infra-lux BV<br />

P120110<br />

ing. J. Ottens<br />

Datum: 2 november 2012<br />

Versiebeheer<br />

Versie Datum Toelichting Aangepast door<br />

0.1 21-8-12 concept JOT<br />

0.2 4-10-12 concept JOT<br />

1.0 2-11-12 Definitief JOT<br />

Projectleider<br />

Paraaf Goedgekeurd paraaf datum<br />

J. Ottens<br />

Niets uit dit rapport mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar<br />

gemaakt worden in enige vorm of op enige wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming, noch mag het<br />

zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.<br />

Copyright Infra-lux BV en gemeente <strong>Best</strong>.<br />

1


Samenvatting<br />

Het vakgebied openbare verlichting is flink in beweging. Vanuit het Rijk zijn diverse programma’s<br />

gestart om energie te bezuinigen. De technologische doorbraken in de LED-technologie en de<br />

toename van levensduur van “gewone” lampen zijn groot. Dit leidt tot ander onderhoud en het<br />

belangrijkste: een fors dalend energieverbruik in de openbare verlichting. Gezien de benodigde<br />

besparingen op de budgetten komt dit op het juiste tijdstip. De gemeente <strong>Best</strong> heeft op basis van het<br />

in 2006 vastgestelde beleidsplan de afgelopen jaren flink gerenoveerd en is helemaal voorbereid op<br />

de toekomst. Nieuwe technologieën kunnen nu op natuurlijke momenten worden ingevoerd zonder<br />

fors te moeten investeren.<br />

Zoals vermeld is de verlichtingsinstallatie in de afgelopen beleidsperiode gerenoveerd. Op dit<br />

moment zijn er nagenoeg geen oude armaturen en masten meer. De hoge lichtmasten worden<br />

getest en kunnen hierdoor langer veilig blijven staan. De gemeente <strong>Best</strong> was vroeger een “rode”<br />

gemeente, hetgeen wil zeggen dat er veel lage druk natrium (SOX) verlichting was geplaatst. Hiermee<br />

is kleuren zien onmogelijk en daarom minder geschikt voor sociale veiligheid. Deze lampen zijn voor<br />

het grootste deel vervangen door witte verlichting waardoor een flinke bijdrage aan de sociale<br />

veiligheid is geleverd. De verlichting wordt tegenwoordig ook gedimd, hetgeen bijdraagt aan de<br />

energiebesparing. De nieuwste richtlijnen voor OVL en het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen<br />

gaan veel dieper in op het dimmen en geven het alle ruimte.<br />

De gemeente heeft als ambitie om gemeente breed 40% energie te besparen. Op het<br />

energieverbruik van de openbare verlichting (OVL) kan in de komende 5 jaar 22% worden bespaard<br />

met behulp van de LED-technologie en dimtechnieken. Aangezien het verbruik van de OVL de helft is<br />

van het gehele gemeentelijke verbruik, draagt de OVL derhalve voor 11% bij aan de beoogde<br />

besparing.<br />

De gemeente hanteert als ambitie het kwaliteitsniveau basis. Dit betekent dat de verlichting voor<br />

90% aan de richtlijnen moet voldoen en dat er beperkt aandacht is voor esthetica. Het onderhoud is<br />

geborgd met een onderhoudsbestek dat de verlichting in voldoende tot goede staat houdt. Hiermee<br />

wordt het risico op uitval van licht beperkt. De materiaalkeuze is gestandaardiseerd. Deze basiskeuze<br />

sluit aan bij de gemeentelijke beheerkwaliteitsklasse B. De centrumgebieden zijn in klasse A<br />

ingedeeld.<br />

Investeringen worden gebaseerd op het principe dat de kosten van de hele levensduur wordt<br />

beschouwd (de zogenaamde Total Costs of Ownership of TCO). Materialen met de laagste TCO<br />

verdienen de voorkeur.<br />

Per gebied is in de gemeente gekeken naar specifieke eigenschappen. Het centrumgebied stelt<br />

andere eisen aan de verlichting dan bijvoorbeeld het buitengebied. Variaties zijn er met name in de<br />

hoeveelheid licht, de mate van verkeersveiligheid, sociale veiligheid en esthetica.<br />

De gemeentelijke begroting heeft als uitgangspunt om budgettair neutraal te blijven op basis van het<br />

budget 2012. De te verwachten uitbreiding met 300 armaturen zal wel enige invloed hebben.<br />

Indexering van de prijzen dient eveneens plaats te vinden. Door de te realiseren energie- en<br />

onderhoudsbesparingen wordt getracht neutraliteit te bereiken.<br />

2


Inhoud<br />

1 Inleiding ................................................................................................................................................ 5<br />

Leeswijzer ............................................................................................................................................ 5<br />

2 Beleidskader ......................................................................................................................................... 6<br />

2.1 Het doel van de openbare verlichting ........................................................................................... 6<br />

2.3 Randvoorwaarden ......................................................................................................................... 7<br />

3 Externe en interne analyse ................................................................................................................. 10<br />

3.1 Externe analyse ........................................................................................................................... 10<br />

3.2 Interne Analyse ............................................................................................................................ 12<br />

3.2.1 De organisatie ....................................................................................................................... 12<br />

3.2.2. Kwaliteit van de verlichting ................................................................................................. 12<br />

3.2.2 Kwaliteit van de installatie ................................................................................................... 12<br />

3.2.3 Resultaten voorgaand beleid ............................................................................................... 14<br />

3.2.4 Mogelijke besparingen en aandachtpunten ........................................................................ 15<br />

4 Nieuw beleid ....................................................................................................................................... 16<br />

4.1 Ambitie openbare verlichting ...................................................................................................... 16<br />

4.2 Duurzaamheid ............................................................................................................................. 18<br />

4.3 Raakvlakken ................................................................................................................................. 21<br />

4.3.1 Groen .................................................................................................................................... 21<br />

4.3.2 Inrichting openbaar gebied .................................................................................................. 21<br />

5 Beleid per gebied ................................................................................................................................ 22<br />

5.1 Algemeen ..................................................................................................................................... 22<br />

5.2 Bijzonderheden per wegcategorie .............................................................................................. 24<br />

5.3 Bijzonderheden per gebied ......................................................................................................... 25<br />

6 Financieel ............................................................................................................................................ 27<br />

Bijlagen .................................................................................................................................................. 30<br />

Bijlage 1 Literatuur ................................................................................................................................ 31<br />

Bijlage 2 Termen .................................................................................................................................... 32<br />

Bijlage 3 Externe ontwikkelingen .......................................................................................................... 33<br />

Bijlage 4 Macrolabel .............................................................................................................................. 38<br />

Bijlage 5 Onderhoudsmodel gebaseerd op parameters IBOR ............................................................... 40<br />

Bijlage 6 Meerjarenraming .................................................................................................................... 43<br />

3


Bijlage 7 Berekening besparing energie door LED-vervanging.............................................................. 44<br />

Bijlage 8 Grote afbeeldingen ................................................................................................................. 46<br />

4


1 Inleiding<br />

In de afgelopen jaren is veel gebeurd in het vakgebied openbare verlichting.<br />

Vanuit het Rijk zijn de lokale overheden gevraagd een voorbeeld functie in te nemen. Het nationale<br />

klimaatprogramma “Schoon en zuinig” stelt concrete doelstellingen zoals het jaarlijks 2% energie<br />

besparen en het gebruik van minimaal 20% groene stroom. Aan deze doelstellingen kan het zuiniger<br />

maken van de openbare verlichting en het gebruik van groene stroom flink bijdragen.<br />

De technologie heeft een vlucht genomen. Duurzame materialen zoals LED-verlichting doen hun<br />

intrede waardoor de openbare verlichting veel minder energie verbruikt en minder onderhoud<br />

behoeft. De LED-techniek is al sterk concurrerend met de bestaande conventionele<br />

verlichtingsmiddelen.<br />

De burger wil een veilig en leefbaar <strong>Best</strong>. <strong>Openbare</strong> verlichting draagt daar aan bij.<br />

De gemeente heeft opdracht gekregen efficiënt om te gaan met de budgetten.<br />

De gemeente heeft in de afgelopen beleidsperiode de verlichting gerenoveerd en uitgevoerd met de<br />

meest zuinige materialen van de afgelopen tijd. Hiermee zijn de eerste stappen gezet om een flinke<br />

energiebesparing te bereiken. <strong>Best</strong> is hiermee voorbereid op de toekomst.<br />

Deze ontwikkelingen maken het noodzakelijk om nieuw beleid te ontwikkelen dat is gebouwd op de<br />

solide installatie die momenteel is gerealiseerd en dat rekening houdt met de voortschrijdende<br />

technologie, energiebesparing en de beperkte gemeentelijke budgetten. Dit is beschreven in de voor<br />

u liggende beleidsnota openbare verlichting. De beleidsnota maakt deel uit van het volgende<br />

beleidstraject:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

in de programmabegroting 2012 is vastgesteld dat een nieuwe beleidsnota noodzakelijk is;<br />

de bewoners, het Gezamenlijk Overleg Erkende Bewonersgroepen (GOEB), Ondernemers<br />

Collectief <strong>Best</strong> (OCB) , Stichting Parkmanagement <strong>Best</strong> (SPB) en de politie zijn in augustus<br />

2012 om een reactie gevraagd op de concept nota;<br />

in oktober 2012 vindt vaststelling van de nota door het college van B&W plaats;<br />

de raadscommissie “wonen en ruimte” behandeld de nota in november;<br />

en in december behandelt de gemeenteraad de nota openbare verlichting.<br />

Leeswijzer<br />

In hoofdstuk 2 is het beleidskader ofwel de uitgangspunten en randvoorwaarden van de openbare<br />

verlichting te <strong>Best</strong> vastgelegd. Hoofdstuk 3 gaat in op de externe ontwikkelingen zoals LED en<br />

duurzaamheid en geeft een beeld van de huidige toestand van het areaal en bestaand beleid.<br />

In hoofdstuk 4 wordt het nieuwe algemeen geldende beleid vorm gegeven. In hoofdstuk 5 is het<br />

beleid per gebied nader beschreven. Hoofdstuk 6 geeft de financiële onderbouwing.<br />

5


2 Beleidskader<br />

2.1 Het doel van de openbare verlichting<br />

<strong>Openbare</strong> verlichting heeft tot doel de openbare ruimte zodanig te verlichten dat haar gebruikers<br />

deze ruimte veilig en comfortabel kunnen gebruiken. Hierin zijn drie doelen te onderscheiden.<br />

Sociaal veilig<br />

De verlichting draagt bij aan een positief veiligheidsgevoel van de mensen. De verlichting zorgt dat de<br />

omgeving en andere personen goed en tijdig waarneembaar zijn. De bijdrage bestaat uit: het<br />

voorkomen van donkere plaatsen door de omgeving gelijkmatig te verlichten en het helder verlichten<br />

van de omgeving waarbij deze goed en waarheidsgetrouw zichtbaar wordt. Andere disciplines dragen<br />

ook bij zoals onderhoud groenvoorzieningen en een veilige stadsinrichting. De gemeente <strong>Best</strong><br />

voorziet in dit uitgangspunt met voldoende wit licht in de straat waarmee kleuren goed worden<br />

onderscheiden en het beleid om donkere plekken onder de norm te voorkomen.<br />

Doelen van de <strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong><br />

Sociale veiligheid<br />

Veilig gevoel bij de<br />

burger<br />

Verkeersveiligheid<br />

Vlotte en veilige<br />

afwikkeling van het<br />

verkeer<br />

Lage risico<br />

aansprakelijkheid<br />

Leefbaarheid/<br />

Esthetica<br />

Schoon & Heel<br />

Sfeer<br />

Lichtkleur<br />

Vormgeving<br />

Kwaliteit van de <strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong><br />

Figuur 1 Doel openbare verlichting<br />

Verkeersveilig<br />

<strong>Openbare</strong> verlichting draagt bij aan verkeersveiligheid en verkeersgeleiding. Goed geplaatste<br />

verlichting zorgt dat ook bij duisternis het verloop van de weg, de kruispunten, zijwegen en rotondes,<br />

de medeweggebruikers en eventuele obstakels goed zichtbaar zijn. Hierbij is de functie en de<br />

verkeersintensiteit van de te verlichten weg bepalend voor de toe te passen verlichting. Daarbij sluit<br />

de gemeente <strong>Best</strong> haar verlichting aan bij de wegen-categorisering in het kader van het zogeheten<br />

Duurzaam Veilig-principe. Hierdoor is de functie van de verschillende soorten wegen ook in de<br />

avond- en nachturen nog beter herkenbaar.<br />

Leefbaarheid<br />

<strong>Verlichting</strong> bevordert de herkenbaarheid, geeft sfeer en benadrukt zo nodig het specifieke karakter<br />

van de openbare ruimte. Vooral in winkel- en uitgaansgebieden speelt dit doel van de openbare<br />

verlichting tijdens de avonduren een belangrijke rol. Het aanlichten van monumentale gevels, de kerk<br />

en bijzondere objecten draagt ook bij aan de aantrekkelijkheid van de gemeente. De gemeente<br />

6


draagt hier onder meer aan bij met decoratieve verlichting waarbij de vorm van de lichtmasten en<br />

armaturen passen binnen het specifieke gebied. Van belang is ook de mate waarin de verlichting past<br />

binnen de stedelijke inrichting waardoor een integraal geheel wordt verkregen.<br />

- vermijden donkere plekken<br />

- afstemming groenbeheer<br />

-politie keurmerk<br />

- verlichtingskwaliteit<br />

- materiaalgebruik<br />

- wanneer wel/niet verlichten<br />

Sociale<br />

veiligheid<br />

Verkeersveiligheid<br />

O<br />

P<br />

E<br />

N<br />

B<br />

A<br />

R<br />

Kapitaallasten<br />

Exploitatie<br />

- vervangingsinvesteringen<br />

- meerjarenprogrammering<br />

- onderhoudsstrategie<br />

- vernielingen/ schade<br />

- energiekosten<br />

- organisatie-efficiency<br />

- sfeer en city-marketing<br />

Sfeer<br />

E<br />

V<br />

Energie<br />

verbruik<br />

- armatuurkeuze<br />

-lampkeuze<br />

- lichtpunt hoogte<br />

- keuze voorschakelapparatuur<br />

- vormgeving bebouwing<br />

- eisen verlichtingsaspecten<br />

Architectuur<br />

E<br />

R<br />

L<br />

I<br />

Milieu<br />

- duurzaamheid materialen<br />

- gevaarlijke stoffen<br />

- hergebruik materialen<br />

- schilderen<br />

- OV in relatie tot<br />

bebouwing, groen, wegen<br />

Infrastructuur<br />

C<br />

H<br />

T<br />

Lichthinder<br />

- visie op ongewenste<br />

neveneffecten van de OVL<br />

- burgerlijk wetboek<br />

- jurisprudentie<br />

Aansprake<br />

-lijkheid<br />

I<br />

N<br />

G<br />

Imago<br />

- “licht” als thema in de<br />

identiteit van de gemeente<br />

Figuur 2 Raakvlakken openbare verlichting<br />

<strong>Openbare</strong> verlichting heeft zoals tot nu toe al genoemd, relaties met de beleidsrichtingen klimaat,<br />

verkeer, groen, onderhoud en stadsinrichting. In figuur 2 zijn de raakvlakken beschreven waar<br />

verlichting mee te maken heeft. In deze beleidsnota zal op ieder aspect worden teruggekomen.<br />

2.3 Randvoorwaarden<br />

In de volgende paragrafen is beschreven wat in andere beleidsstukken en politieke programma’s<br />

staat vermeld over openbare verlichting of raakvlakken daarmee. Op basis hiervan worden de<br />

randvoorwaarden waaraan het nieuwe OVL-beleid moet voldoen duidelijk. Daarnaast zijn ook de<br />

wettelijke voorschriften en gangbare richtlijnen beschreven.<br />

Coalitieprogramma 2010-2014<br />

Het college wil de verkeers- en sociale veiligheid voor kwetsbaren verbeteren.<br />

7


Beleidsplan energie- en materiaaltransitie 2012-2015<br />

“<strong>Gemeente</strong>n streven naar 75% duurzaam inkopen in 2010 en 100% in 2015 (dit betreft dus ook het<br />

duurzaam inkopen of bouwen van gemeentelijke gebouwen). De gemeente <strong>Best</strong> heeft besloten zich<br />

aan dit akkoord te conformeren. Dat betekent dat bij aanbesteding- en inkooptrajecten<br />

duurzaamheidcriteria worden meegewogen (indien die voor een productgroep beschikbaar zijn).”<br />

Voor openbare verlichting is ook een productgroep gedefinieerd, die in 2015 derhalve volledig<br />

gevolgd gaat worden.<br />

De gemeente <strong>Best</strong> streeft naar energieneutraliteit en heeft daarmee een hogere ambitie dan de<br />

afspraak die door VNG met het Rijk is gemaakt (2% per jaar tot max. 20%). De ambitie bestaat uit<br />

energiebesparing en duurzame opwekking:<br />

40% energiebesparing in 2030 t.o.v. 2010<br />

75% duurzaam inkopen (Convenant Rijk-VNG), 100% vanaf 2015.<br />

Duurzaam beheer openbare ruimte<br />

Toepassing energiezuinige <strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong><br />

In de beleidsnota is als speerpunt een pilot project LED <strong>Verlichting</strong> beschreven, dit houdt het<br />

volgende in:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

“<strong>Openbare</strong> verlichting is verantwoordelijk voor meer dan de helft van het energieverbruik<br />

van de gemeentelijke organisatie. De gemeente <strong>Best</strong> heeft in 2006 met behulp van een<br />

grootscheeps onderzoek haar openbare verlichting geïnspecteerd. De gemeente wil voldoen<br />

aan de landelijke richtlijnen voor openbare verlichting. De gemeente baseert haar beleid op<br />

veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid.<br />

Uit onderzoek en inspectie bleek dat het verlichtingsniveau van de verlichting laag was. De<br />

gemeente <strong>Best</strong> heeft in de afgelopen 5 jaar er voor gezorgd dat de verlichting minimaal aan<br />

het basisniveau voldoet en hoger. Bij 15% van de lantarenpalen zijn dimmers aangebracht<br />

waardoor de lampen op minder drukke tijden gedimd worden.<br />

Bewust is niet gekozen voor een zogenaamde avond/nachtverdeling (A/N). Door deze<br />

verdeling worden om en om armaturen uitgeschakeld hetgeen donkere plekken op straat tot<br />

gevolg heeft. Dimmen is te prefereren boven de A/N verdeling omdat de weg en omgeving<br />

dan zichtbaar blijft.<br />

Bij vervanging kiest de gemeente standaard voor duurzame materialen die in de praktijk<br />

bewezen zijn.<br />

Het begrip TCO (Total Cost of Ownership) is leidend in de beleidsvorming. Het onderhoud<br />

wordt op basisniveau gebracht waardoor de lampuitval sterk gereduceerd wordt en een<br />

verregaande standaardisatie plaatsvindt.<br />

Nieuwe technologieën zoals Led-verlichting zijn de afgelopen jaren gevolgd.<br />

Per 1 januari 2012 zal LED-verlichting ingezet worden voor nieuwbouwprojecten en<br />

toekomstige renovatie van de openbare verlichting.”<br />

“De gemeente gaat energiezuinige armaturen en technieken (LED , Dynamisch, Flexibele modulaire<br />

opbouw) op basis van TCO toepassen.”<br />

8


“De gemeente <strong>Best</strong> heeft de ambitie om energieneutraal te zijn in 2030. Hiervoor is op alle terreinen<br />

een energietransitie nodig. Dit vraagt om een integrale benadering en een geïntegreerde aanpak. Dat<br />

wil zeggen: in alle beleidsterreinen wordt duurzame ontwikkeling intrinsiek opgenomen. Voor de<br />

financiering geldt dat dit projectgericht is, waarbij meerkosten voor duurzame of energiezuinige<br />

keuzes met de beschikbare middelen worden gefinancierd. Het principe van Total Cost of Ownership<br />

wordt hierbij gehanteerd en zodoende wordt de hele investeringsduur in acht wordt genomen. De<br />

extra inzet die nodig is om de energietransitie vanuit de gemeente te stimuleren wordt door alle<br />

projectleiders geleverd. De coördinatie gebeurt vanuit de vakgroepen vergunningen en beheer. Dit<br />

beleidsstuk vraagt dus geen extra budget buiten de beschikbare middelen en formatieplaatsen.<br />

Indien extra middelen nodig zijn, wordt hiervoor een separaat college- of raadsvoorstel gedaan. “<br />

Energieneutraliteit houdt in dat met name de CO2 uitstoot teruggedrongen gaat worden, zie figuur 3.<br />

Dit is bij openbare verlichting met name te bereiken door energie te besparen.<br />

Figuur 3 Vormen van neutraliteit in milieu<br />

Wetgeving en richtlijnen<br />

De gemeente is al sinds 1992 volgens het Burgerlijk wetboek aansprakelijk voor de toestand van de<br />

openbare ruimte. Dit heeft als gevolg dat de verlichtingsinstallatie veilig moet zijn. Met een<br />

aantoonbaar onderhoudsschema voor instandhouding en een onderbouwd inspectie en/of<br />

vervangingsplan voor masten en armaturen, worden problemen voorkomen. <strong>Best</strong> heeft een<br />

onderhoudsbestek openbare verlichting hetgeen een vorm is van een onderhoudsschema.<br />

Ten aanzien van het kwaliteitsniveau van de verlichting (lichtniveau en gelijkmatigheid) is er geen<br />

wettelijke basis in Nederland. De recent verschenen Richtlijn <strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong> (ROVL 2011) en<br />

de voorganger NPR13201-1 zijn wel landelijk geaccepteerd als de standaarden voor verlichten van de<br />

openbare ruimte.<br />

Het Politie Keurmerk Veilig Wonen is in 2011 herzien. Het keurmerk heeft voor de openbare<br />

verlichting de ROVL2011 als basis gebruikt. De ROVL2011 geeft veel meer mogelijkheden om de<br />

verlichting te dimmen. Dit geldt dan ook automatisch voor de politiekeurmerk eisen.<br />

9


3 Externe en interne analyse<br />

De volgende interne en externe ontwikkelingen spelen bij de beleidsvorming een grote rol. De<br />

belangrijkste zijn genoemd, het hele scala is beschreven in bijlage 3.<br />

3.1 Externe analyse<br />

De volgende ontwikkelingen spelen bij de beleidsvorming een grote rol. De belangrijkste zijn<br />

genoemd, het hele scala is beschreven in bijlage 3.<br />

Figuur 4 Van oud naar nieuw (links kwikdamp, midden hoge druk natrium, rechts Led)<br />

Duurzaamheid<br />

Duurzaamheid en dan vooral energiebesparing, krijgt steeds meer aandacht en wordt vanuit<br />

Rijkswege gestimuleerd. In <strong>Best</strong> is hier aandacht aan besteed in het milieubeleid. <strong>Best</strong> volgt hierbij de<br />

trend. Duurzaam inkopen is een onderdeel van het Rijksbeleid waar nagenoeg ieder gemeente zich<br />

aan heeft geconformeerd. Dit houdt in dat nieuwe openbare verlichting moet voldoen aan het<br />

nieuwe installatielabel D, dimbaar moet zijn en reclameverlichting efficiënter is. Dit heeft tot gevolg<br />

dat lage druk natrium lampen (SOX) niet meer als nieuwe installatie toegepast kan worden. Dit heeft<br />

gevolgen voor de renovatie van de industrieterreinen. Energiebesparing kan <strong>Best</strong> voortzetten met als<br />

uitgangspunt 2% per jaar en als doel het besparen van gemeente breed 40%, uiteraard tegen<br />

betaalbare investeringen. In paragraaf 3.2.4 is beschreven hoe ver <strong>Best</strong> hiermee kan gaan.<br />

LED<br />

De LED-techniek is inmiddels volwassen. Veel fabrikanten komen met een tweede generatie<br />

armaturen die rechtstreeks kunnen concurreren met conventionele tegenhangers, zie figuur 4. De<br />

extra investeringskosten kunnen tegenwoordig binnen de levensduur van 20 jaar worden<br />

terugverdiend en bij hogere vermogens vaak binnen 10 jaar. Voordeel van LED is dat het niet nuttig<br />

gebruikte strooilicht is beperkt waardoor volstaan kan worden met minder lampvermogen bij,<br />

tegenwoordig, een vergelijkbare lampefficiëntie. <strong>Best</strong> gebruikt deze techniek inmiddels.<br />

Tegenwoordig zijn ook lampen met een speciale kleur voor vleermuizen ontwikkeld, zie figuur 6.<br />

Deze beïnvloeden het vluchtgedrag van de vleermuizen slechts minimaal.<br />

Long life lampen<br />

Naast de LED-techniek blijft ook de gasontladingslamp interessant. Deze lampen krijgen een steeds<br />

10


langere levensduur. <strong>Best</strong> maakt gebruik van long life fluorescentielampen. Bepaalde typen hoge druk<br />

natrium (SON) en compacte fluorescentie (PLL) lampen gaan nu minimaal 12 jaar mee (bij 4.000<br />

branduren per jaar). Dit is net zo lang als bepaalde typen en veel duurdere LED-modules die als lamp<br />

in de oude armaturen kunnen worden geplaatst. Hiermee wordt echter geen energie bespaard.<br />

Hierdoor is het minder interessant in het kader van energiebesparing. De gemeente <strong>Best</strong> zet in op<br />

LED-armaturen. Nieuw gebouwde LED armaturen gaan volgens opgave fabrikant langer mee, tot wel<br />

20 jaar.<br />

ROVL2011<br />

De recent gepubliceerde Richtlijnen voor <strong>Openbare</strong> verlichting ROVL2011, vervangt de NPR13201. De<br />

nieuwe richtlijn houdt veel meer rekening met het gebruik van de weg. Zo kan dimmen en zelfs het in<br />

de stille uren van de nacht uitschakelen van de verlichting onderbouwd worden. Ook stelt de richtlijn<br />

nadere eisen aan de lichtverdeling en -niveaus, vooral ten behoeve van LED-verlichting. Dit zijn eisen<br />

aan de zichtbaarheid van objecten en personen aan de overkant van de weg en tussen twee<br />

lichtmasten in. LED geeft heel gericht licht waardoor de zichtbaarheid van met name personen<br />

minder kan zijn.<br />

Licht op maat<br />

Een andere trend is het niet meer massaal en continu verlichten van de wegen in het buitengebied.<br />

Technieken als goede passieve markeringen, actieve markering (figuur 5) en dynamische verlichting<br />

worden steeds meer toegepast. Led-spots in het wegdek die bochten zichtbaar maken en/of<br />

rotondes, licht op fietspaden dat pas op aanvraag aangaat, gedetecteerde voetgangers in<br />

woonwijken die het lichtniveau tijdelijk omhoog laten gaan en snelwegen die ’s nachts uitgaan of op<br />

een laag pitje branden zijn voorbeelden van deze technieken. <strong>Best</strong> heeft buitengebied en onderzoekt<br />

de mogelijkheden bij gelegenheid.<br />

Figuur 5 Actieve markering voor verkeersgeleiding<br />

Figuur 6 De speciale lamp met een lichtkleur waar<br />

vleermuizen minder gevoelig voor zijn<br />

Telemanagementsystemen<br />

Een aantal fabrikanten bieden telemanagementsystemen aan waarmee het mogelijk is om ieder<br />

armatuur apart aan te sturen en te controleren. Deze systemen werken meer of minder goed<br />

afhankelijk van de techniek die gebruikt wordt en verstorende invloeden zoals andere verbruikers op<br />

voedingskabels (bij LON) en dichte bebouwing (bij RF). Op snelwegen en grote ontsluitingswegen met<br />

veel lampvermogen zijn deze systemen inmiddels ook financieel interessant. In de komende<br />

decennia wordt het op financieel gebied ook voor woonwijken interessant.<br />

11


3.2 Interne Analyse<br />

3.2.1 De organisatie<br />

<strong>Best</strong> kent een robuuste organisatie die voldoende en actief beheer pleegt. De organisatie neemt bij<br />

nieuwbouw de openbare verlichting integraal mee en zorgt voor een onderbouwing op basis van<br />

Total Costs of Ownership.<br />

3.2.2. Kwaliteit van de verlichting<br />

Uit het onderzoek ten behoeve van het vorige beleidsplan is gebleken dat het lichtniveau in 2006<br />

niet voldeed aan de toenmalige richtlijnen NPR13201. De kwaliteit van de verlichting is tijdens de<br />

renovatie in de vorige beleidsperiode op peil gebracht. Inmiddels is de NPR vervangen door de<br />

ROVL2011. Deze staat een wat gevarieerder lichtbeeld toe afhankelijk van het momentane gebruik<br />

van de straat. Ook hieraan voldoet de huidige reeds gerenoveerde installatie. Dit komt omdat<br />

dimmen is toegepast bij de armaturen waar dat op basis van een TCO berekening financieel te<br />

verantwoorden is (bij conventionele lamp vermogens vanaf 36 watt en huidige energieprijzen).<br />

3.2.2 Kwaliteit van de installatie<br />

Lampen<br />

De openbare verlichtingsinstallatie van <strong>Best</strong> is modern. In de afgelopen beleidsperiode is veel<br />

geïnvesteerd in moderne masten en armaturen. Hierbij is de compact fluorescentie lamp (PLL)<br />

veelvuldig toegepast. Deze PLL lamp is ook nu nog een goedkope en zuinige lamp met wit licht, een<br />

goede kleurherkenning en een gunstige levensduur.<br />

Familie Code Lamp Lichtkleur Percentage<br />

Compact fluorescent PLL wit 62%<br />

lage druk natrium SOX oranje-geel 14%<br />

hoge druk natrium SON goud-geel 19%<br />

metaalhalogeen CDO/CPO/CDM wit 3%<br />

fluorescent TLD/S/M wit 1%<br />

Figuur 7 Lamptypen<br />

Het lampenbestand is onderzocht. Hieruit blijkt dat <strong>Best</strong> nog een redelijk aantal lage- en hogedruk<br />

natrium lampen kent (SOX en SON), zie figuur 7. Vooral de lagedruk natrium lampen zijn duur en<br />

hebben een kortere levensduur. Hoewel ze erg zuinig zijn, is het rendabeler om deze op termijn te<br />

vervangen door LED-armaturen. Dit zelfde geldt voor de hogedruk natrium lampen met lage<br />

vermogens. In de vorige beleidsperiode is besloten om geen extra investeringen te doen in het<br />

vervroegd vervangen van lagedruk natrium lampen. Aanbevolen wordt om deze met prioriteit te<br />

vervangen op natuurlijke momenten.<br />

Tijdens de renovatie in de afgelopen beleidsperiode zijn met name PLL (24, 36 en 55 watt) en SONT<br />

(70 watt en hoger) lampen gebruikt als vervangers.<br />

De armaturen met fluorescentielampen (PL) die na 1992 zijn geplaatst, zijn allemaal voorzien van een<br />

elektronisch voorschakelapparaat (EVSA). Met een EVSA is 10% energiebesparing mogelijk ten<br />

opzichte van een conventioneel voorschakelapparaat.<br />

12


Figuur 8 Lichtkleuren in <strong>Best</strong> (links voor 2010; rechts na 2010)<br />

Uit figuur 8 blijkt dat veel lage druknatrium (SOX) verlichting is vervangen door fluorescent (PLL) en<br />

hogedruknatrium (SONT). In een aantal woonstraten is gekozen om de SOX-verlichting te laten staan<br />

(Salderes) omdat veel armaturen en masten nog niet aan vervanging toe zijn.<br />

Armaturen<br />

Uit figuur 9 blijkt, dat nagenoeg alle armaturen die ouder zijn dan 25 jaar, vervangen zijn. Op enkele<br />

locaties zijn nog enkele oude beeldbepalende armaturen waar vervangers voor gezocht worden.<br />

Lichtmasten<br />

<strong>Best</strong> kent voornamelijk stalen, thermisch verzinkte lichtmasten. De laatste 20 jaar worden nieuwe<br />

masten ook gepoedercoat. De levensduur van de masten zal hierdoor naar verwachting toenemen<br />

van 40 jaar naar 50 jaar. De in het centrum toegepast gietijzeren lichtmasten gaan naar verwachting<br />

langer mee.<br />

Gepoedercoate masten hoeven niet meer geschilderd te worden. In het kader van de bezuinigingen<br />

wordt schilderen van stalen, niet gepoedercoate, masten geheel achterwege gelaten in de<br />

standaardgebieden met beheerkwaliteitsklasse B. In de gebieden met klasse A wordt wel<br />

geschilderd. De klassen A en B betreft normeringen uit het beeldkwaliteitsplan openbare ruimte.<br />

De lichtmasten vanaf 6 meter worden getest alvorens te besluiten om ze te vervangen. Hierdoor<br />

verouderd het lichtmastenbestand gecontroleerd. De in rood gemerkte lichtmasten in figuur 9 zijn<br />

allen getest en in orde bevonden.<br />

13


Het areaal zal in de beleidsperiode toenemen met enkele honderden lichtmasten in de<br />

nieuwbouwgebieden: Schutboom, Steegsche Velden, Dijkstraten en enkele kleinere projecten.<br />

Figuur 9 Overzicht leeftijden en posities armaturen (links) en masten (rechts).<br />

Armaturen: jonger dan 15 jaar: groen; tussen 15 en 25 jaar: geel; ouder dan 25 jaar: rood.<br />

Lichtmasten: jonger dan 40 jaar: groen; ouder dan 40 jaar maar getest m.b.v. stabilisatietest: rood. Zie bijlage voor een<br />

grotere afbeelding.<br />

3.2.3 Resultaten voorgaand beleid<br />

In de beleidsnota 2004-2008 is vastgelegd dat de gemeente haar verlichtingsniveau op het niveau<br />

van de NPR13201-1 brengt. Dit is op enkele straten na uitgevoerd, de betreffende straten hebben<br />

nog een relatief jonge installatie.<br />

Zoals uit de voorgaande paragrafen al blijkt is het areaal flink verjongd en “witter” geworden door de<br />

vervanging van de oranje-gele lage druk natrium (SOX) lamp door de energiezuiniger<br />

fluorescentielamp PLL.<br />

De armaturen op de ontsluitingswegen en de armaturen in woonwijken die uitgerust zijn met lampen<br />

van een hoger vermogen, zijn voorzien van dimapparatuur en worden van 21:00 uur tot 06:00 uur<br />

gedimd naar 40% van het maximale lichtniveau.<br />

Inmiddels vindt groepsremplace (preventieve lampvervanging) plaats van de openbare verlichting.<br />

Hierdoor wordt het aantal storingen kleiner.<br />

14


Door deze maatregelen is de installatie zuiniger geworden. Hierdoor is bijvoorbeeld het energielabel<br />

verbeterd, zie volgende paragraaf.<br />

Recentelijk is het onderhoud van de openbare verlichting weer aanbesteed.<br />

3.2.4 Mogelijke besparingen en aandachtpunten<br />

Met behulp van de door AgentschapNL ter beschikking gestelde hulpmiddel Macrolabel, is het<br />

energielabel van de OVL-installatie berekend. Daarnaast is op basis van de gewenste vervanging met<br />

LED-armaturen, het mogelijke besparingspotentieel berekend.<br />

Macrolabel<br />

Het energielabel van voor de renovatie is op basis<br />

van het bestand van 2010 berekend op label E<br />

(0,048 W/lux/m2). Dit kwam vooral door het hoge<br />

aantal oude en minder zuinige armaturen (HRL10<br />

en 2300 met SOX-18 en SONI-50 lampen), zie<br />

bijlage 4.<br />

Het huidige energielabel is op basis van het bestand<br />

2012 berekend op label D (0,039 W/lux/m2). Dit is<br />

voor een installatie met PLL en SON lampen een<br />

normaal label in Nederland. Ondanks de hogere<br />

lichtniveaus waarvoor meer vermogen nodig is, is<br />

de installatie zuiniger geworden.<br />

Figuur 10 Energielabel van E naar D<br />

Besparingspotentieel<br />

Vanaf 2012 worden de armaturen die ouder zijn dan 25 jaar vervangen door LED-armaturen. Deze<br />

armaturen worden zo mogelijk gedimd. Dit zorgt voor een maximale energiebesparing van 22%,zie<br />

bijlage 7. De maximale financiële besparing op energie betreft op basis van de energieprijzen 2012:<br />

15%. Dit komt door het relatief hogere bestanddeel vaste kosten voor transport en aansluitkosten.<br />

Naar verwachting zullen de energieprijzen hoger oplopen dan de indexering en zorgen voor een<br />

grotere financiële besparing op energie.<br />

In bijlage 7a is een lijst met lampvervangers opgenomen en de energieberekening. Dit is indicatief<br />

want de keuze voor een LED-armatuur en benodigd vermogen is afhankelijk van de praktijksituatie<br />

op straat (profielbreedte, bomen, uitritten, parkeervakken, etc.) en de technische vooruitgang in<br />

efficiëntie, die nog steeds doorgaat. Daarbij komt ook tegenwoordig ook de keuze voor veel led’s<br />

met een lage stroom voor een lange levensduur met een hogere aanschafprijs of weinig led’s met<br />

een hoge stroom en met een kortere levensduur maar wel met een lagere aanschafprijs. Bij de<br />

vervanging is uitgegaan van de langere levensduur.<br />

15


4 Nieuw beleid<br />

4.1 Ambitie openbare verlichting<br />

De functies van de openbare verlichting zijn te onderscheiden in verkeersveiligheid, sociale veiligheid<br />

en leefbaarheid. Dit is in hoofdstuk 2 reeds beschreven. Veiligheid en leefbaarheid zijn deels te<br />

waarborgen met een goede verlichtingskwaliteit. Zoals reeds vermeld in paragraaf 2.3 zijn er geen<br />

wettelijke bepalingen omtrent de verlichtingskwaliteit. De richtlijnen voor een goede verlichting zijn<br />

verwoord in de nieuwe richtlijn voor openbare verlichting, de ROVL 2011. Het politiekeurmerk Veilig<br />

Wonen is ook een richtlijn waarmee in samenhang met andere maatregelen de verlichting aan<br />

bepaalde waarden moet voldoen. Het keurmerk is een richtpunt voor het te voeren beleid van<br />

nieuwe woonwijken.<br />

Veiligheid<br />

Het lichtniveau van de gemeente is op peil gebracht en voldoet aan de gestelde ambitie in 2006.<br />

Inmiddels is de NPR13201 vervangen door de ROVL2011. Dit heeft geen gevolgen voor het maximale<br />

lichtniveau, maar wel voor de mogelijkheden om te dimmen. De verlichtingsniveaus sluiten nu ook in<br />

gedimde toestand aan op de ROVL. De ambitie is hierop aangepast.<br />

Ambitie<br />

Laag Basis Hoog<br />

Onderwerp<br />

lichtniveau<br />

verkeer<br />

lichtniveau<br />

sociaal<br />

Binnen bebouwde gebieden voldoet<br />

minimaal 70% van de verlichting op<br />

woonstraten en ontsluitingswegen aan<br />

de ROVL2011; in een aantal straten is de<br />

verkeerssituatie niet overzichtelijk door<br />

donkere plekken; in de buitengebieden<br />

staat alleen oriëntatieverlichting op<br />

punten waar sprake is van een<br />

voldoende onderbouwde<br />

verkeersonveilige situatie.<br />

Binnen woongebieden,<br />

ontsluitingswegen en bedrijventerreinen<br />

voldoen de straten minimaal aan 70%<br />

ROVL2011 niveau (d.w.z. een matig<br />

lichtniveau en gelijkmatigheid). De<br />

omgeving wordt als oROVL2011ettig<br />

ervaren. Regelmatig is er sprake van een<br />

defecte lamp. Fietspaden op<br />

hoofdroutes zijn verlicht; parken niet.<br />

Bebouwde buitengebieden zijn bij vaste<br />

bewoning verlicht.<br />

Binnen bebouwde gebieden voldoet<br />

minimaal 90% van de verlichting op<br />

woonstraten en ontsluitingswegen aan<br />

de ROVL2011; de verkeerssituatie is in<br />

de meeste straten overzichtelijk; in de<br />

buitengebieden staat alleen<br />

oriëntatieverlichting op punten met een<br />

verhoogd risico zoals kruisingen en<br />

bochten in de weg.<br />

Binnen woongebieden,<br />

ontsluitingswegen en bedrijventerreinen<br />

voldoet minimaal 90% van de straten<br />

aan 100% ROVL2011 niveau. Gedurende<br />

de avond is er sprake van een prettige<br />

omgeving. ’s Nachts mag de verlichting<br />

een lager niveau hebben. Fietspaden op<br />

hoofdroutes zijn verlicht; parken niet.<br />

Bebouwde buitengebieden zijn bij vaste<br />

bewoning verlicht.<br />

Binnen bebouwde gebieden voldoet<br />

100% van de verlichting op woonstraten<br />

en ontsluitingswegen aan de ROVL2011;<br />

de verkeerssituatie is overzichtelijk; in de<br />

buitengebieden staat alleen<br />

oriëntatieverlichting op punten met een<br />

verhoogd risico zoals kruisingen en<br />

bochten in de weg.<br />

Binnen ontsluitingswegen en<br />

bedrijventerreinen voldoet 100% van de<br />

straten aan de ROVL2011. De omgeving<br />

wordt als prettig ervaren. Fietspaden op<br />

hoofdroutes zijn verlicht; parken niet. Bij<br />

bebouwde gebieden waar sprake is van<br />

bewoning is voldaan aan de<br />

verlichtingsrichtlijnen van het<br />

politiekeurmerk.<br />

Risico<br />

Onveilige situaties; verhoogde<br />

aansprakelijkheid; veel klachten over<br />

verlichting.<br />

Beperkt aantal onveilige situaties; weinig<br />

klachten.<br />

Voldaan aan landelijk geldende<br />

richtlijnen; aansprakelijkheidsrisico<br />

minimaal; nagenoeg geen klachten.<br />

Tabel 1 Aspecten veiligheid<br />

16


De gemeente <strong>Best</strong> baseert de kwaliteit van het licht van de openbare verlichting in navolging van de<br />

beleidslijn uit 2006, op ambitieniveau basis. Dit sluit aan bij de beheerkwaliteitsklasse B, waarop het<br />

kwaliteitssysteem van beheer openbare ruimte BOR, is gebaseerd. Zie tabel 1 en figuur 12.<br />

Een aantal gebieden krijgen kwaliteitsniveau hoog of A. Dit zijn: Hoofdstraat, Nieuwstraat, deel<br />

Oirschotseweg, Centrum (Nazarethstraat, Raadhuisplein, Boterhoek en station), Winkelcentrum<br />

Wilhelminaplein en Winkelcentrum Heivelden (Rendierhei), zie figuur 11.<br />

Figuur 11 Kwaliteitsklasse A locaties (250 lichtpunten).<br />

Figuur 12 CROW schaalbalk lichtkwaliteit openbare verlichting<br />

Leefbaarheid<br />

De leefbaarheid wordt voor wat betreft de verlichting gedeeltelijk door de richtlijnen geborgd.<br />

Veiligheid, een goede lichtkleur en voldoende licht verhoogt ook het welbehagen ten aanzien van de<br />

omgeving. Het esthetische aspect van de verlichting speelt hier ook een rol in. De gemeente wil toe<br />

naar een sobere en functionele verlichting met beperkte decoratieve aspecten, in tabel 2 betreft dat<br />

17


het basisniveau. Op enkele plaatsen is aanlichten mogelijk van bijzondere gebouwen of objecten, zie<br />

figuur 13. Op wijkniveau zijn variaties mogelijk in de toe te passen decoratieve/functionele 1<br />

armaturen.<br />

Ambitie<br />

Aspecten<br />

leefbaarheid<br />

Laag Basis Hoog<br />

Esthetica<br />

Minder dan 30% heeft decoratieve<br />

elementen; alleen op bijzondere<br />

plekken.<br />

Per woonwijk een eigen deco/funct.<br />

armatuur; verkeerswegen functioneel;<br />

bijzondere plekken deco. Maximaal 60%<br />

heeft decoratieve elementen.<br />

Door architect en bewoners bepaald;<br />

meer dan 60% heeft decoratieve<br />

elementen.<br />

Aanlichten<br />

Aanlichten van enkele bijzondere<br />

plekken.<br />

Alleen bijzondere plekken aanlichten<br />

onder voorwaarden.<br />

Masterplan illuminatie<br />

Risico<br />

Eenzijdig en grijs straatbeeld met<br />

alleen functionele armaturen;<br />

bijzonder goede standaardisatie<br />

mogelijk.<br />

In mindere mate standaardisatie<br />

mogelijk; weinig variatie in straatbeeld;<br />

iets hogere onderhoudskosten.<br />

Veel variatie in straatbeeld; hoge<br />

onderhouds- en beheerkosten; geen<br />

standaardisatie hetzij vastgelegd in<br />

illuminatieplan; bij schade lange<br />

levertijden; lichthinder en –vervuiling.<br />

Tabel 2 Aspecten leefbaarheid<br />

Figuur 13 Aanlichten van de kerk draagt bij aan de sfeer<br />

1 Decoratieve/functionele armaturen zijn armaturen die een esthetisch uiterlijk hebben maar intern zijn voorzien van een optiek en<br />

standaard energiezuinige lampen. Hiermee is een goede lichtspreiding mogelijk hetgeen met zuiver decoratieve armaturen vaak niet<br />

mogelijk is. Functionele armaturen zijn vaak zogenaamde “koffer”modellen waarbij alleen de lichtverdeling belangrijk is.<br />

18


4.2 Duurzaamheid<br />

Om de openbare verlichtingsinstallatie in goede staat te houden zijn duurzame maatregelen en<br />

materialen nodig. Met duurzaam wordt bedoeld dat de materialen en de organisatie geschikt<br />

moeten zijn voor hun doel en een zodanige kwaliteit moeten hebben waardoor deze lang kunnen<br />

functioneren. In de randvoorwaarden is gesteld dat de gemeente inzet op een duurzame openbare<br />

verlichting.<br />

Aansprakelijkheid<br />

Gesteld mag worden, dat wanneer de wegbeheerder kan aantonen dat de weg in goede staat van<br />

onderhoud verkeert, er sprake is van een duurzaam geborgd aansprakelijkheidsrisico. In de praktijk<br />

betekent dit onder andere een goede registratie van de OV-installatie, een duidelijke uiteenzetting<br />

van het onderhoudsbeleid en een goede storingsregistratie, inclusief acceptabele afspraken voor<br />

tijdig verhelpen van storingen. <strong>Best</strong> heeft een geautomatiseerd beheersysteem hiervoor ingezet. In<br />

het onderhoudsbestek is dit vastgelegd.<br />

Led is de trend<br />

De gemeente zet, conform de randvoorwaarden, in op het toepassen van LED-armaturen vanaf 2012.<br />

Deze worden toegepast bij reguliere vervanging en bij in- en uitbreidingen. Bij aanrijdingen, andere<br />

schade en bij kleine inpassingen wordt eenzelfde armatuur teruggezet.<br />

De gemeente maakt bewust de keuze voor LED en voor long-life lampen. Met LED wordt zowel op<br />

onderhoud als op energie bespaard. Met long-life lampen alleen op onderhoud.<br />

Duurzaam inkopen<br />

De gemeente zet in op het duurzaam inkopen van 100% van de materialen voor openbare verlichting<br />

in de komende beleidsperiode. Dit houdt in dat nieuwe installaties moeten voldoen aan energielabel<br />

D, hetgeen met LED mogelijk moet zijn. Uiteraard is het inkoopbeleid van de gemeente <strong>Best</strong> van<br />

toepassing.<br />

Energie<br />

De gemeente zet in op 22% energiebesparing, te realiseren in een periode van 10 jaar. Hiervoor<br />

worden de nog resterende oudere armaturen vervangen en wordt LED toegepast bij reguliere<br />

vervanging.<br />

Dimmen wordt toegepast bij alle lampen/armaturen met een rendabel vermogen. Daarmee wordt<br />

bedoeld dat de meerkosten van de dimapparatuur binnen de levensduur van de apparatuur<br />

terugverdiend moet zijn. Dit gebeurt sneller bij armaturen met een hoger vermogen maar is sterk<br />

afhankelijk van de vigerende energie- en materiaalprijzen. De gemeente maakt bij iedere investering<br />

een TCO-berekening.<br />

Dimmen of om en om uitschakelen<br />

Het verdient aanbeveling om te dimmen in plaats van het deels uitschakelen van de openbare<br />

verlichting. Door uit te schakelen ontstaan donkere plekken tussen lichtmasten waar zich<br />

19


overstekende voetgangers of fietsers kunnen bevinden. De koplampen van een auto zullen met<br />

name bij 60 km/u en sneller maar net voldoende ver reiken om binnen de stopafstand te kunnen<br />

reageren. Als dit verstoord wordt door snel afwisselend licht en donker, kan een gevaarlijke situatie<br />

ontstaan. Het is dan aan te bevelen om een groot deel van de wegverlichting uit te schakelen en<br />

alleen discontinuïteiten zoals kruisingen en fietsoversteken, te verlichten met enkele lichtmasten.<br />

Verder is een snelheidsbeperking tot maximaal 60 km/u op zijn plaats.<br />

Total Costs of Ownership<br />

Materialen dienen te worden aangeschaft op basis van de totale kosten gedurende de levensduur, de<br />

TCO. Uitgangspunt is het aanschaffen van de meest duurzame middelen. Er is geen termijn gesteld<br />

aan de terugverdientijd van extra investeringen behalve dat deze binnen de levensduur van de<br />

materialen moeten vallen.<br />

Verder moeten materialen worden afgestemd op standaarden in verband met de beheersbaarheid<br />

van het areaal openbare verlichting.<br />

Belangrijk bij TCO zijn de kwaliteitseisen waar de middelen aan moeten voldoen om langer hun<br />

functie te kunnen vervullen.<br />

Functionele armaturen moeten minimaal voldoen aan de dichtheidsklasse IP-65. Decoratieve<br />

armaturen moeten minimaal voldoen aan IP-klasse 54. Voor de lichtmasten is de norm NEN-EN 40<br />

van toepassing. Alle materialen moeten voldoen aan de Europese regelgeving.<br />

Beheer<br />

De gemeente hanteert de volgende beleidsuitgangspunten:<br />

<br />

<br />

De gemeente heeft haar beheerproces sterk verbeterd door het toepassen van het<br />

beheersysteem GBI-SOL en de administratieve kosten tot een minimum beperkt. Met dit<br />

systeem houdt de gemeente het beheer en mutatie van de bestanden in eigen hand en huis.<br />

De aannemer kan inloggen en gecontroleerd mutaties maken van uitgevoerde<br />

werkzaamheden. Het nieuwe onderhoudsbestek is hierop ingericht.<br />

Er vindt verder standaardisatie plaats van de materialen, met name de LED-armaturen zullen<br />

gekozen worden.<br />

Onderhoud<br />

De volgende uitgangspunten zijn benoemd:<br />

<br />

Het onderhoud gebeurt op basisniveau, hetgeen gelijk is aan beheerkwaliteitsklasse B. Dit is<br />

zichtbaar gemaakt in bijlage 5. Het basisniveau is de meest gunstige balans tussen<br />

servicegraad en kosten;<br />

Conform het gewenste onderhoudsniveau worden de lichtmasten en armaturen<br />

vrijgehouden van takken en bladeren. In de zomer vindt op basis van klachten een<br />

snoeironde plaats.<br />

Groepsremplace wordt voortgezet voor de lampen met een levensduur korter dan 24.000<br />

branduren (6 jaar). Lampen met een langere levensduur, zoals LED en long life, zullen<br />

20


incidenteel uitvallen maar verwacht wordt dat het aantal zo klein is dat preventieve lamp- of<br />

zelfs armatuurvervanging niet noodzakelijk of goedkoper is. Door de massale overgang naar<br />

LED zullen de kosten voor groepsremplace in 10 jaar halveren.<br />

Schilderen vindt niet plaats met uitzondering van de lichtmasten in de gebieden met<br />

beheerkwaliteitsklasse A.<br />

De lichtmasten met een hoogte van 6 meter en meer, worden iedere 5 jaar getest met<br />

behulp van een zogenaamde stabilisatietest. Dit vindt plaats bij lichtmasten vanaf 35 jaar<br />

oud. Hierdoor kunnen investeringen in nieuwe lichtmasten gecontroleerd worden uitgesteld.<br />

4.3 Raakvlakken<br />

4.3.1 Groen<br />

Bij nieuwe plannen wordt het plaatsen van lichtmasten in een zo vroeg mogelijk stadium afgestemd<br />

op het bomen en struiken ontwerp. Dit om tijdens het groeien van de bomen niet voor verrassingen<br />

te komen staan.<br />

Met groenonderhoud worden afspraken gemaakt om in voorkomende gevallen hinderend groen te<br />

snoeien of om andere oplossingen te vinden, zoals langere uithouders.<br />

4.3.2 Inrichting openbaar gebied<br />

Bij nieuwe plannen en herinrichtingen wordt in een vroeg stadium de positie van lichtmasten en de<br />

toe te passen armaturen in het plan besproken. Een programma van eisen vanuit beheer met<br />

standaardtypen en randvoorwaarden kan hierbij ondersteunen. Het beleid is erop gericht het<br />

bestand beheersbaar te houden. Nieuwe masttypen en armaturen kunnen het areaal in het dorp<br />

goed aanvullen.<br />

21


5 Beleid per gebied<br />

5.1 Algemeen<br />

In <strong>Best</strong> is het traject duurzaam veilig ingevoerd. Duurzaam veilig verdeelt de openbare weg in drie<br />

categorieën. Daarnaast heeft <strong>Best</strong> een aantal specifieke gebieden vastgesteld vanwege de eisen die<br />

daar aan de verlichting gesteld worden. In het kader van duurzaam veilig definieert <strong>Best</strong> de volgende<br />

categorieën. Deze drie categorieën zijn bij voorkeur op dezelfde wijze van verlichting voorzien<br />

teneinde de functie te ondersteunen:<br />

<br />

<br />

<br />

Stroomwegen (>=60 km/h);<br />

Ontsluitingswegen (30 of 50 km/h);<br />

Erftoegangswegen (30 km/h).<br />

Daarnaast zijn specifiek voor <strong>Best</strong> de volgende gebieden gedefinieerd. Op deze gebieden is een van<br />

de duurzaam veilig categorieën van toepassing.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Centrumgebieden (stadscentrum, stadhuisplein, winkelcentra, stationsgebied,<br />

Wilhelminaplein);<br />

Woongebieden;<br />

Industrie en kantoorgebieden;<br />

Tunnels en viaducten;<br />

Vrij liggende fietspaden;<br />

Parken;<br />

Carpoolplaatsen;<br />

Achterpaden;<br />

Hangplekken of JOP’s en speelplaatsen.<br />

Gebieden Gebruik kenmerk<br />

verkeersveiligheid<br />

sociale<br />

veiligheid<br />

aantrekkelijkheid<br />

Type<br />

verlichting<br />

Verkeersgebieden gemotoriseerd ontsluitingsweg xxx x o functioneel<br />

Centrumgebieden voetgangers erftoegang x xxx xxx decoratief<br />

Woongebieden gemengd erftoegang xx xxx xx funct/deco<br />

Industrie en kantoorgebieden gemengd erftoegang xx xx x funct/deco<br />

Tunnels en viaducten gemengd erftoegang xxx xxx x functioneel<br />

Vrij liggende fietspaden fietsers erftoegang xxx xx x functioneel<br />

Parken voetgangers erftoegang o xxx xx decoratief<br />

Carpoolplaatsen gemengd erftoegang xx xx o functioneel<br />

Achterpaden voetgangers erftoegang x xxx x functioneel<br />

Hangplekken of JOP’s en speelplaatsen voetgangers erftoegang o xxx xx functioneel<br />

Buitengebied gemengd Erf/ontsluiting xx x o functioneel<br />

Tabel 3 Afweging verlichting per gebied<br />

o : aspect is niet van belang; xxx: aspect is heel belangrijk<br />

Het belang van verkeersveiligheid, sociale veiligheid en aantrekkelijkheid is per gebied afgewogen.<br />

Op basis hiervan is bekeken of de verlichting mee decoratief of meer functioneel kan zijn. Dit is<br />

vermeld in tabel 3. De keuze voor decoratief heeft een financiële consequentie en wordt<br />

beleidsmatig voorbehouden aan centra en bijzondere plekken.<br />

De lichtpunthoogten van de masten is goed afgestemd op de wegcategorisering, zie figuur 14. Deze<br />

afstemming blijft <strong>Best</strong> aanhouden.<br />

22


Figuur 14 Lichtpunthoogte versus wegencategorie. Blauw: 4meter, groen: 6 meter, rood: 8 meter<br />

23


5.2 Bijzonderheden per wegcategorie<br />

Stroomwegen<br />

Deze kent <strong>Best</strong> nagenoeg niet. Typische stroomwegen zijn de snelwegen en provinciale wegen buiten<br />

de bebouwde kom.<br />

Ontsluitingswegen<br />

De ontsluitingswegen van <strong>Best</strong> hebben met name<br />

een verkeersfunctie. Deze wegen zijn zodanig<br />

ingericht dat hier amper aan wordt gewoond. De<br />

openbare verlichting is functioneel en gericht op<br />

het verlichten van de weg voor de weggebruiker<br />

op een afstand van 60 tot 160 meter. Objecten en<br />

personen kunnen dan buiten de stopafstand<br />

worden waargenomen.<br />

De wegen zijn voorzien van hoge lichtmasten en<br />

dit is consequent doorgezet. De hoge masten van<br />

8 meter en hoger staan alleen naast de<br />

ontsluitingswegen en de grote erftoegangswegen<br />

en accentueren hiermee de allure en<br />

verkeersfunctie van de weg.<br />

Belangrijk is dat de verlichting een mate van<br />

kleurherkenning (Ra) van meer dan 30 moet<br />

hebben bij conflictsituaties zoals rotondes. Dit om<br />

zwakkere verkeersdeelnemers eerder waar te<br />

nemen.<br />

Figuur 15 typische ontsluitingsweg: de Ringweg<br />

De masten zijn van thermisch verzinkt staal en gepoedercoat in RAL 7035.<br />

Erftoegangswegen<br />

De grote erftoegangswegen hebben naast de woonfunctie ook een lichte ontsluitingsfunctie van een<br />

buurt en zijn vanwege de wegbreedte voorzien van hogere lichtmasten. De lichtpunthoogte kan 6 of<br />

8 meter zijn. Aan deze wegen wordt ook gewoond waardoor de verlichting niet alleen voor de<br />

verkeersfunctie is maar ook voor de sociale functie. De armaturen en masten dienen erop gericht te<br />

zijn om het hele profiel van erfgrens tot erfgrens te verlichten.<br />

De smallere erftoegangswegen zijn voornamelijk de woonstraten en zijn voorzien van masten van 3,5<br />

of 4 meter.<br />

De mate van kleurherkenning is beter dan 60 hetgeen alleen bereikt kan worden met wit licht. De<br />

kleurtemperatuur is 3000K voor een warme witte kleur. Met name bij de Led-verlichting is het<br />

vanwege de sterke gerichtheid van het licht, van belang dat de gezichten herkenbaar blijven.<br />

De masten zijn van gepoedercoat thermisch verzinkt staal en de kleur is RAL7035. Alleen in specifiek<br />

benoemde straten kan hiervan worden afgeweken.<br />

24


5.3 Bijzonderheden per gebied<br />

Centrumgebieden<br />

Dit betreft het stadscentrum en stadhuisplein, winkelcentra, stationsgebied en de winkelcentra<br />

Wilhelminaplein en Heivelden.<br />

In dit gebied bevinden zich voornamelijk erftoegangswegen. De lichtmasten mogen decoratief zijn en<br />

uitgerust met beeld ondersteunende armaturen. Met andere woorden, de verlichting moet bijdragen<br />

aan de bedoelde inrichting van het gebied en integraal worden meegenomen in een gebiedsontwerp.<br />

De beheersbaarheid en het onderhoud moet<br />

meegenomen worden in de afweging.<br />

De kleur van de masten kan in deze gebieden<br />

afwijken.<br />

Woongebieden<br />

Dit zijn met name de grote en vooral kleine<br />

erftoegangswegen. De gebieden zijn per buurt<br />

zoveel mogelijk uniform ingericht met<br />

decoratief-functionele armaturen. De<br />

lichtpunthoogte is 3,5 en 4 meter, alleen de<br />

bredere “buurt ontsluitingen” zijn voorzien van<br />

6 meter hoge lichtmasten.<br />

Figuur 16 Typische woonstraatverlichting<br />

In de nieuwe woonwijken mag afgeweken worden van de standaard RAL kleur voor lichtmasten.<br />

Industrie en kantoorgebieden<br />

De erftoegangswegen binnen de<br />

industriegebieden zijn voornamelijk wat<br />

bredere wegen en zijn voornamelijk voorzien<br />

van masten van 6, 8 en 10 meter. Deze mogen<br />

functioneel zijn en passen binnen het karakter<br />

van het gebied. De gebieden kunnen voorzien<br />

zijn van camerabewaking. De verlichting dient<br />

bij nieuwe gebieden in samenspraak te worden<br />

gekozen. Met name de kleurweergave,<br />

lichtniveau en gelijkmatigheid zijn van belang.<br />

De kleurtemperatuur dient 4000K te zijn.<br />

Figuur 17 Fietspaden in <strong>Best</strong>. Rood is primair, blauw secundair<br />

25


Tunnels en viaducten<br />

Tunnels en viaducten moeten voldoen aan de verlichtingseisen van het Politie Keurmerk Veilig<br />

Wonen bestaande bouw blad O6. Het dienen slagvaste armaturen te zijn, het verlichtingsniveau is<br />

minimaal 15 lux met een gelijkmatigheid (lichtverdeling) van 0,3. De mate van kleurherkenning Ra is<br />

minimaal 60.<br />

Fietspaden<br />

De fietspaden die een primaire of secundaire functie hebben conform het GVVP 2008, worden<br />

voorzien van verlichting. Deze kan aangepast zijn aan het profiel van een vrijliggend fietspad (4 meter<br />

masten met functionele verlichting), maar kunnen ook mee worden verlicht met de naastgelegen<br />

straten.<br />

Parken<br />

Alleen primaire of secundaire routes worden verlicht als erftoegangsweg. Dit mag decoratief zijn en<br />

passen bij de allure van het park.<br />

Carpoolplaatsen<br />

Deze zijn ingericht als erftoegangsweg met<br />

functionele armaturen en hoge lichtmasten.<br />

Het lichtniveau is één lichtklasse ROVL2011 hoger<br />

dan de aanpalende ontsluitings- of<br />

erftoegangsweg.<br />

Achterpaden<br />

In 2006 werden volgens het toenmalige beleid de<br />

armaturen voor de achterpadverlichting door de<br />

Figuur 18 Carpoolplaats<br />

gemeente ter beschikking gesteld aan<br />

bewonersgroepen. Deze zorgden zelf voor distributie. In het huidige beleid is besloten conform de<br />

Kaderbrief 2013, om dit niet meer te continueren.<br />

Hangplekken of JOP’s en speelplaatsen.<br />

Deze plekken worden voorzien van vandalismebestendige armaturen. De vorm en lichtniveau dient<br />

afgestemd te zijn op de erftoegangswegarmaturen in de nabije omgeving.<br />

Buitengebied<br />

Het buitengebied wordt zo min mogelijk verlicht. Waar nodig worden discontinuïteiten zoals<br />

kruisingen en splitsingen en gevaarlijke bochten verlicht met functionele verlichting conform<br />

erftoegang of ontsluitingsweg.<br />

26


6 Financieel<br />

Het uitgangspunt van de begroting is budgetneutraliteit. Door de te verwachten energie- en<br />

onderhoudsbesparingen kunnen extra kosten voor investeringen in LED-apparatuur worden<br />

opgevangen. Doordat de gemeente bijna alleen op natuurlijke momenten hoeft te investeren zijn er<br />

geen hoge kosten meer voor inhaalslagen. Deze zijn in de afgelopen beleidsperiode gerealiseerd.<br />

Op basis van het bestaande areaal en de beleidsvoornemens is het volgende budget uitgewerkt.<br />

Onderwerp 1 2 3 4 5<br />

Energie OVL € 118.500 € 115.300 € 112.200 € 109.100 € 102.900<br />

Energie OVL overig/toename € 45.400 € 59.159 € 72.180 € 85.900 € 85.900<br />

Basisonderhoud € 115.500 € 111.100 € 106.800 € 102.400 € 98.000<br />

Baten € -17.775 € -18.072 € -18.375 € -18.684 € -18.684<br />

Aankoop diensten/goederen € 81.499 € 113.664 € 110.872 € 113.124 € 113.124<br />

Kostenplaatsen -/- basisbeheer € 60.835 € 60.288 € 62.438 € 64.333 € 64.333<br />

Vervanging regulier € 28.700 € 36.700 € 45.500 € 693.100 € 87.900<br />

Vervanging inhaalslag € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 25.900<br />

Verbetering/dimapparatuur € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 30.700<br />

Kwaliteit A € 500 € 500 € 500 € 500 € 500<br />

Totaal € 489.759 € 535.239 € 548.715 € 1.206.373 € 590.573<br />

per 5 jaar: € 674.132 € 674.132 € 674.132 € 674.132 € 674.132<br />

Tabel 4 meerjarenraming komende 5 jaar, zie ook bijlage 6 (kosten exclusief BTW en indexering)<br />

De begroting is gebaseerd op de toekomstige lasten met als doel het bereiken van de<br />

beleidsdoelstellingen. Overige kosten zoals kostenplaatsen andere afdelingen en teams en inhuur<br />

van diensten zijn apart aangegeven. Dit geldt ook voor de overige energiekosten, hierdoor worden<br />

de resultaten van de energiebesparingen beter zichtbaar. In bijlage 6 is de begroting voor het<br />

energieverbruik openbare verlichting (OVL), onderhoud en reguliere vervanging opgenomen.<br />

Energie<br />

Met de in hoofdstuk 4 genoemde beleidsvoornemens is het mogelijk in 10 jaar een jaarlijkse<br />

energiebesparing van 22% met financiële besparing van 15% te bereiken. Deze besparing wordt<br />

bereikt door het vervangen van de armaturen. Financieel betekent het een uiteindelijke besparing<br />

van € 17.300 per jaar zonder uitbreiding na 5 jaar. Met de uitbreiding van 300 armaturen komt de<br />

uiteindelijke besparing op € 15.600.<br />

Energie OVL overig<br />

Deze kosten betreffen de energiekosten die in rekening worden gebracht door Enexis voor de<br />

areaaluitbreiding van de openbare verlichting in de afgelopen 4 jaar, objecten van derden zoals<br />

publicatieborden, abri’s, ANWB, illuminatie en dergelijke. Hierin zijn ook de kosten van netverliezen<br />

en de verrekening van extra toenemende energiekosten (ten opzichte van de normale indexering)<br />

opgenomen. Verwacht wordt dat deze kosten toe zullen nemen.<br />

Basisonderhoud<br />

Berekend zijn de kosten voor: het preventief en correctief vervangen van lampen, schade door<br />

aanrijdingen en vandalisme, schouwen, het beheren van de openbare verlichting en de<br />

areaaluitbreiding. Schilderkosten zijn alleen voor beheerkwaliteitsklasse A opgenomen.<br />

27


De kosten voor het onderhouden en beheren van de installatie zullen door de investeringen na 10<br />

jaar verminderen met € 16.800 per jaar. Dit wordt met name veroorzaakt door het halveren van de<br />

groepsremplace wegens de installatie van Led-armaturen.<br />

Areaaluitbreiding<br />

Door de toename van het areaal in de nieuwbouwwijken en bedrijventerreinen met een ingeschat<br />

aantal van 300 lichtmasten en armaturen van 18 watt LED, wordt het OVL-energiebudget uiteindelijk<br />

jaarlijks extra belast met € 1.700,- en het onderhoudsbudget met afgerond € 3.100,-. Hierbij is ervan<br />

uitgegaan dat LED-armaturen worden geplaatst op thermisch verzinkte gepoedercoate lichtmasten.<br />

Baten<br />

Door aanrijdingen en verhaalbare schade te declareren bij de dader of het waarborgfonds worden<br />

een aantal kosten vergoed.<br />

Aankoop diensten en goederen<br />

Betreft kosten voor inhuur van diensten zoals advies en enkele niet voorziene goederen.<br />

Kostenplaatsen<br />

De kostenplaatsen betreffen de interne kosten voor binnen- en buitendienst en de geo-informatie.<br />

De directe beheerkosten voor onderhoud zijn verwerkt in het basisonderhoud, zie bijlage 6.<br />

Reguliere vervanging<br />

De reguliere vervanging betreft het inspecteren en het naar schatting vervangen van 10% van de<br />

lichtmasten hoger dan 5 meter en het vervangen van de lagere lichtmasten als die ouder zijn dan 40<br />

jaar. Daarnaast betreft het de vervanging van de armaturen ouder dan 25 jaar door Led- armaturen.<br />

Deze worden in 20 jaar afgeschreven. In de begroting is rekening gehouden met de extra kosten voor<br />

de Led-armaturen. De kosten zijn per jaar sterk wisselend. Aanbevolen wordt om deze te middelen<br />

per 5 jaar.<br />

Vervangen oude armaturen (inhaalslag)<br />

<strong>Best</strong> kent 124 armaturen die ouder zijn dan 25 jaar (rood in figuur 9, pagina 14). Deze worden in de<br />

komende beleidsperiode vervangen door moderne Led-armaturen.<br />

Verbetering en dimapparatuur<br />

Gedurende de vervanging van de oude armaturen zal het nodig blijken om enkele lichtmasten bij te<br />

plaatsen, zo leert de praktijk. Verder is een jaarlijkse uitbreiding wegens klachten over donkere<br />

plekken of criminaliteit i.v.m. sociale veiligheid van lichtmasten begroot. Er is rekening gehouden met<br />

een jaarlijkse uitbreiding van 20 lichtmasten.<br />

In deze post is ook het dimmen van 673 nieuwe Led-armaturen in 5 jaar opgenomen. In de fabriek<br />

worden de Led-armaturen met vooralsnog een vermogen van meer dan 24 watt, voorzien van een<br />

dim-module of een driver voorzien van ingebouwde voorzieningen. Mocht het dimmen van<br />

armaturen met lagere vermogens financieel rendabel zijn, dan worden die armaturen ook gedimd.<br />

28


Meerkosten beheerkwaliteit A<br />

Op enkele plaatsen is beheerkwaliteit hoog of A nodig. Het aantal lichtmasten op deze locaties<br />

betreft 340 stuks. Dit is ongeveer 5% van het areaal. De meerkosten tussen B en A is ongeveer 10%<br />

van de beheer- en onderhoudskosten op basis van kengetallen. Dit komt neer op een afgerond<br />

bedrag van € 500,-. Het betreft alleen een verbetering in kwaliteit van beheer en onderhoud.<br />

Het schilderen van de thermisch verzinkte masten in de gebieden met beheerkwaliteitsklasse A, zal<br />

de komende 10 jaar toenemen van 300,- per jaar tot maximaal 2.100 per jaar.<br />

29


Bijlagen<br />

1. Literatuur<br />

2. Termen en begrippen<br />

3. Externe ontwikkelingen<br />

4. Macrolabel<br />

5. Onderhoudsmodel gebaseerd op IBOR<br />

6. Meerjarenraming<br />

7. Berekening energiebesparing<br />

8. Grote afbeeldingen<br />

9. TCO berekeningen (volgt in overleg)<br />

30


Bijlage 1 Literatuur<br />

Model Beleidsplan, NSvV, commissie openbare verlichting, 2007<br />

Macrolabel, AgentschapNL en NSvV, J. Ottens, 2010<br />

GVVP 2008, gemeente <strong>Best</strong><br />

<strong>Beleidsnota</strong> openbare verlichting 2006, gemeente <strong>Best</strong><br />

Kwaliteitsplan beheer openbare ruimte, <strong>Gemeente</strong> <strong>Best</strong>, 2007<br />

Milieubeleidsplan, <strong>Gemeente</strong> <strong>Best</strong>, 2012<br />

GVVP beleidsnota, <strong>Gemeente</strong> <strong>Best</strong>, 2008<br />

Concept Beleidsplan energie- en materiaaltransitie, <strong>Gemeente</strong> <strong>Best</strong>, 2012<br />

31


Bijlage 2 Termen<br />

NSvV<br />

Nederlandse Vereniging voor <strong>Verlichting</strong>skunde, zie www.nsvv.nl.<br />

NPR13201 Nederlandse praktijkrichtlijn voor het bepalen van de lichtniveaus in Nederland.<br />

ROVL2011 Richtlijn <strong>Openbare</strong> verlichting 2011, opgesteld door een werkgroep vanuit de NSvV en<br />

ondersteund door AgentschapNL en de Taskforce <strong>Openbare</strong> <strong>Verlichting</strong>. Vervangt de NPR13201.<br />

PKVW Politie keurmerk Veilig Wonen. Een door de overheid aanbevolen keurmerk voor het veilig<br />

inrichten van de openbare en private ruimte. <strong>Openbare</strong> verlichting is een onderdeel waarvan de<br />

eisen nagenoeg hetzelfde zijn als de ROVL2011.<br />

SON Lamp type hoge druk natrium. Voor hogere vermogens volgens het principe gasontlading,<br />

met een kleurindruk goudgeel. Zuinige, relatief goedkope lamp van 100-120 lm/W. Lange levensduur.<br />

PLL Lamp type compact fluorescentie. Voor lage tot gemiddelde vermogens volgens het principe<br />

gasontlading en lichtkleuromzetting door fosforpoeders. Kleurindruk wit. Zuinige en goedkope lamp<br />

van 80-100 lm/W. Lange levensduur.<br />

LED Lamp type halfgeleider. Voor lage tot inmiddels hoge vermogens. Kleurindruk wit. Efficiëntie<br />

varieert afhankelijk van type (monochromatisch) tot kleurtemperatuur; 60 – 110 Lm/W. Kostprijs vrij<br />

hoog, maar daarvoor wel steeds efficiëntere LED-typen. Zeer lange levensduur.<br />

SOX Lamp type lage druk natrium. Voor alle vermogens volgens het principe gasontlading, met<br />

een kleurindruk oranje-geel. Efficiëntie varieert afhankelijk van systeemvermogen: 63 lm/W tot het<br />

zeer zuinige 180 Lm/W. Kostprijs is hoog met een korte levensduur.<br />

Retro fit Een armatuur dat lijkt op bestaande conventionele armaturen maar dan uitgerust<br />

met LED techniek of een andere vooruitstrevende techniek.<br />

CVSA conventioneel voorschakelapparaat, benodigd om de lamp te laten branden. Gebaseerd op een<br />

spoel. De levensduur betreft de leeftijd van het armatuur.<br />

EVSA Elektronisch voorschakelapparaat, is 15% energiezuiniger dan de CVSA. De levensduur betreft<br />

15 jaar.<br />

TCO Total Costs of Ownership. Betreft alle kosten gedurende de levensduur van het apparaat zoals:<br />

investering, onderhoud, energie en afvoer.<br />

LON Protocol (lijst van communicatieafspraken) waarop berichten zijn gebaseerd die bij<br />

telemanagementsystemen van een centrale naar lampmodule en vice versa over de voedingskabels<br />

verzonden worden.<br />

RF Bij Radio Frequent (RF) worden berichten van telemanagementsystemen via de ether verstuurd<br />

met behulp van antennes in ieder aangesloten armatuur.<br />

32


Bijlage 3 Externe ontwikkelingen<br />

Aansprakelijkheid van de wegbeheerder<br />

In 1992 is de laatste versie van het Burgerlijk Wetboek verschenen. Hierin staat onder meer, dat de<br />

wegbeheerder aansprakelijk is voor optredende schade aan personen of zaken. Dit geldt echter<br />

alleen, wanneer de weg, inclusief de openbare verlichting, niet voldoet aan de eisen die men daaraan<br />

in de gegeven omstandigheden mag stellen.<br />

Wettelijk is niet vastgelegd aan welke kwaliteit de openbare verlichting moet voldoen. Wanneer<br />

echter de weg overdag geen gevaar oplevert, maar ‘s nachts wel door ondeugdelijke verlichting, kan<br />

de gemeente aansprakelijk gesteld worden.<br />

Wanneer eenmaal is vastgesteld dat de schade het gevolg is van een gebrek aan de weg of de<br />

weguitrusting, loopt de wegbeheerder risico.<br />

Gesteld mag worden, dat wanneer de wegbeheerder kan aantonen dat de weg in goede staat van<br />

onderhoud verkeerd en er regelmatig onderhoud wordt gepleegd dat is afgestemd op de gebruikte<br />

materialen, het risico om aansprakelijk gesteld te worden minimaal is en de weg veilig gebruikt kan<br />

worden.<br />

Inmiddels bestaat er alleen jurisprudentie over het ontbreken van verlichting op logische plekken,<br />

zoals in een bocht, en over uitval van verlichting. Dit laatste is tot nu steeds op basis van een<br />

regelmatig onderhoudsschema afgedaan. Er is geen jurisprudentie aangaande een te laag<br />

lichtniveau.<br />

<strong>Verlichting</strong>skwaliteit<br />

Nederland kent geen wettelijke bepalingen omtrent de<br />

verlichtingskwaliteit. De NSVV heeft echter wel richtlijnen opgesteld<br />

die door veel gemeenten als norm wordt gehanteerd. Deze zijn<br />

verwoord in de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR13201-1 van 2002.<br />

De NPR is afgeleid van de Europese Norm EN13201.<br />

Inmiddels is de ROVL2011 verschenen die nu als richtlijn door de<br />

lichtontwerpers en beleidsmakers wordt gebruikt. De lichtniveaus<br />

wijken niet veel af van de NPR, maar zijn nu gedifferentieerd in tijd,<br />

verkeers- en gebruikersintensiteiten. Verder wordt nu onderscheidt<br />

gemaakt op gebied van 50 km/u wegen. De NPR beschouwt deze<br />

wegen altijd als verkeerswegen. De ROVL maakt nu onderscheidt<br />

tussen verblijfsgebieden en verkeerswegen.<br />

Figuur 4 ROVL2011<br />

Beide richtlijnen richten zich op de kwaliteit van de verlichting. De kwaliteitseisen hebben onder<br />

andere betrekking op de verlichtingssterkte en de gelijkmatigheid van de verlichting. De gemeente is<br />

verantwoordelijk voor de verlichting van de openbare ruimten.<br />

Aspecten aangaande het dimmen van verlichting, avond/nachtschakeling of het wel of niet verlichten<br />

van een weg behoren niet tot het bereik van de NPR, maar zijn beleidsmatige aspecten en liggen op<br />

33


het vlak van de wegbeheerder. De ROVL2011 geeft hier meer houvast in de vorm van handreikingen<br />

voor beleid.<br />

Voor de woongebieden is het Politiekeurmerk Veilig Wonen een steeds belangrijker handvat bij de<br />

inrichting van nieuwbouwlocaties. Voor bestaande bouw kan hantering van deze norm verregaande<br />

(financiële) consequenties hebben indien het Keurmerk tot beleid wordt verheven. Het PKVW richt<br />

zich primair op sociale veiligheid.<br />

De NPR, ROVL en het Politie Keurmerk Veilig Wonen hebben op zich geen wettelijke status, maar<br />

Justitie hanteert op dit moment als enig houvast de NPR/ROVL bij de toetsing van de<br />

aansprakelijkheidsstelling van de wegbeheerder. De landelijke tendens is dan ook om deze richtlijnen<br />

tot norm te verklaren voor het ontwerpen, beheren en onderhouden van de openbare<br />

verlichtingsinstallatie.<br />

Duurzaamheid, energiebesparing, CO2-reductie<br />

Aan energiebesparing en daarmee samenhangend CO2-reductie wordt maatschappelijk steeds meer<br />

belang gehecht. Zie de reeds gestelde randvoorwaarden in <strong>Best</strong>: 2% energiebezuiniging.<br />

De openbare verlichting is, gelet op de totale energieconsumptie, een belangrijk onderdeel waarop<br />

energie bespaard kan worden. Dit komt doordat de openbare verlichting verantwoordelijk is voor<br />

een significant deel van de gemeentelijke energierekening. Dit is 30 tot 40% van het totale<br />

gemeentelijke energieverbruik aan gas en elektriciteit.<br />

Door het voortschrijden van technieken zoals LED en kleinere gasontladingslampen zijn de<br />

besparingsmogelijkheden er volop. Met het besparen van energie wordt tegelijkertijd ook de CO2<br />

uitstoot gereduceerd.<br />

Ook bij de inkoop van materialen en aanbestedingen speelt duurzaamheid in de vorm van het<br />

gebruik van levensduur, schadelijke stoffen, recyclebaarheid en energiegebruik bij de productie van<br />

materialen een steeds grotere rol.<br />

Veiligheid<br />

De laatste jaren is het gevoel van veiligheid voor de burger een steeds belangrijker thema geworden.<br />

De openbare verlichting draagt hier voor een belangrijk deel aan bij. Zo kan cameratoezicht<br />

bijvoorbeeld pas goed werken wanneer er adequate verlichting is. Het doel sociale veiligheid heeft<br />

daarom een groter belang gekregen. Er is meer maatschappelijke aandacht gekomen voor<br />

veiligheidsvraagstukken.<br />

Het gaat hier dan vooral om de fysieke veiligheid van burgers. Daarnaast wordt de overheid vaker<br />

aansprakelijk gesteld voor geleden schade. Het opstellen van een beleidsnota waarin aandacht is<br />

besteed aan veiligheidsaspecten, is een belangrijke voorwaarde om de aansprakelijkheidsrisico’s<br />

voor de gemeente te verminderen.<br />

Beeldkwaliteit (het straatbeeld)<br />

Tegenwoordig wordt naast functionaliteit ook de esthetische kwaliteit van de verlichtingsmiddelen<br />

steeds belangrijker. Daarnaast speelt de voorbeeldfunctie van de overheid een rol. Door te zorgen<br />

voor een schone en mooie openbare ruimte zet de overheid burgers aan tot een fatsoenlijk en<br />

ordentelijk gebruik van deze openbare ruimte.<br />

34


Lichthinder<br />

Ook ‘te veel licht’ is een groeiend punt van discussie<br />

Het uitgangspunt dat optimaal verlichten gelijk staat met zo veel mogelijk verlichten, is<br />

maatschappelijk verlaten. Lichthinder en lichtvervuiling moeten worden voorkomen. Het strikt<br />

toepassen van de NSVV normen voorkomt dat er onnodig veel verlichting wordt geplaatst.<br />

Duurzaam inkopen<br />

In 2010 is het project duurzaam inkopen, dat in gang gezet is door het ministerie van VROM en door<br />

AgentschapNL is vormgegeven van start gegaan. Voor een groot aantal productgroepen zijn<br />

duurzaamheidscriteria opgesteld. De duurzaamheidscriteria voor het inkopen van openbare<br />

verlichting zijn: minimaal energielabel D, dimbare verlichting en efficiëntere reclameverlichting.<br />

Energielabel OVL<br />

Energielabeling ondersteunt hierbij. Op basis van Europese criteria is een installatielabel ontwikkeld<br />

dat het opgenomen vermogen per hoeveelheid verlichting en oppervlakte classificeert. Hiervoor is<br />

inmiddels een handleiding verschenen. Inmiddels is ook een zogenaamd Macrolabel ontwikkeld<br />

waarmee het label voor een hele gemeente is te bepalen.<br />

Dit moet in samenhang worden bekeken met de recentelijk uitgebracht nieuwste versie van de<br />

kengetallen openbare verlichting, om het op de juiste waarde te schatten.<br />

Taskforce verlichting<br />

Op 26 mei 2008 is het eindrapport van de “Taskforce <strong>Verlichting</strong>” verschenen. Daarin worden diverse<br />

mogelijkheden aangedragen om energiezuinige verlichting gemeengoed te laten worden en<br />

lichtvervuiling te beperken. Voor openbare verlichting zijn een aantal acties beschreven zoals:<br />

gemeenten uitnodigen om een voortrekkersrol te spelen voor wat betreft maatregelen, het<br />

uitfaseren van hoge druk kwik lampen, opstellen van inkoopcriteria, kennisontwikkeling en<br />

bevordering, pragmatisch omgaan met richtlijnen, donkertebeleid, LED-ontwikkeling en het opstellen<br />

van labels voor energieverbruik.<br />

Lampen met langere levensduren<br />

De laatste jaren komen steeds meer lampen in de handel die veel langer meegaan dat de bestaande<br />

lampen. Voorbeelden zijn:<br />

<br />

<br />

compacte fluorescentielampen van Philips en Auralight, respectievelijk de PLL XTRA (7 jaar) en de<br />

Unique waarbij Auralight een brandgarantie geeft van 12 jaar (48.000 uur).<br />

Hoge druk natrium lampen van Auralight: de serie Sodinette met een levensduur van 8 jaar<br />

(32.000 uur)<br />

De prijzen van deze lampen zijn afgestemd op de langere levensduur. Het wordt daarom aangeraden<br />

een prijsvergelijk te maken met bestaande lampen. De meerkosten kunnen dan tegen het<br />

milieubelang worden afgewogen.<br />

Nederlands klimaatbeleid ten aanzien van de openbare verlichting<br />

Nederland dient in 2020 één van de schoonste en energiezuinigste landen in Europa te zijn. Daarvoor<br />

zijn afspraken gemaakt in het coalitieakkoord van het huidige kabinet. Dit is vastgelegd in het<br />

werkprogramma “Nieuwe energie voor het klimaat van het project Schoon en Zuinig”. Dit<br />

programma wordt in samenwerking met 7 ministeries uitgevoerd. Het kabinet wil dit bereiken door<br />

35


estaande maatregelen via de inzet van beleidsinstrumenten te effectueren en via het maken van<br />

afspraken met sectoren. Verder bevordert ze innovaties en zal op Europees niveau zoveel mogelijk<br />

invloed uitoefenen.<br />

De in het programma beschreven doelen zijn:<br />

CO2 reductie 30% in 2020 t.o.v. 1990;<br />

Tempo energiereductie van 1% naar 2% per jaar;<br />

Aandeel duurzame energie in 2020 20% t.o.v. 2% nu;<br />

Principe: “de vervuiler betaalt”.<br />

Ten aanzien van materiaalgebruik richt het beleid zich op<br />

<br />

<br />

<br />

Grondstoffen en materialen langer en efficiënter gebruiken (dematerialisatie);<br />

Verminderen van uitstoot (bijvoorbeeld schadelijke gassen en afval) bij de productie en<br />

consumptie van grondstoffen;<br />

Beschermen van ecosystemen.<br />

Europa<br />

In Europees verband is gewerkt aan richtlijnen voor “ecodesign” van verlichtingsmiddelen. Deze<br />

Europese richtlijn 2005/32/EG is op 13 april van kracht geworden in de Verordening (EG) nr.<br />

245/2009. Hieruit volgen een aantal voorwaarden voor nieuwe verlichtingsmiddelen:<br />

Oplopende rendementseisen voor fluorescentie- en gasontladingslampen (lumen/watt<br />

verhouding) en voor voorschakelapparaten<br />

Kleurweergave-index (Ra) fluorescentielampen minimaal 80;<br />

Lichtterugval fluorescentielampen maximaal 10% en hogedruknatriumlampen: maximaal<br />

15% bij 16.000 branduren (4 jaar);<br />

Uitval maximaal 10% bij 16.000 branduren bovenstaande lampen;<br />

Metaaldamplampen (CDO, CPO, CDM) maximaal 20% uitval en 20% lichtterugval bij 12.000<br />

branduren (3 jaar).<br />

Deze eisen zijn alleen te behalen met elektronische voorschakelapparatuur en met armaturen die<br />

voldoende stof- en waterdicht zijn. Dit zal tot gevolg hebben dat de nieuwste lampen en armaturen<br />

energiezuiniger zijn en langer meegaan. Overigens is het zo dat de meeste in Nederland verkochte<br />

moderne lampen en elektronische voorschakelapparatuur al aan deze eisen voldoen. Bepaalde<br />

lamptypen voor decoratieve doeleinden voldoen hier niet aan en zullen of worden aangepast of<br />

verdwijnen.<br />

Energiebezuiniging in relatie tot verkeersintensiteiten<br />

In Nederland zijn momenteel een aantal projecten uitgevoerd of in uitvoering waarin de<br />

verkeersintensiteit gekoppeld wordt aan de openbare verlichting. Is er weinig verkeer dan mag het<br />

licht uit of op een laag niveau branden. Bij veel verkeer gaat het lichtniveau omhoog. Het gebruik van<br />

dynamische markering (met LED-armaturen in de wegas) wordt daarmee gecombineerd.<br />

Dynamische markering<br />

Het markeren van het wegverloop van verkeerswegen in buitengebieden is een echte trend aan het<br />

worden. Een aantal projecten is hiermee al uitgevoerd (Noord-Holland, Houten en Ede). Hiervoor<br />

36


worden in de wegas of aan de wegkanten LED-armaturen aangebracht. Dit komt ten goede aan de<br />

verkeersveiligheid vanwege de zichtbaarheid van het wegverloop, de natuur is erbij gebaat en er<br />

wordt een grote bezuiniging op energieverbruik bereikt.<br />

LED-armaturen<br />

Tegenwoordig zijn de LED-armaturen al gemeengoed aan het worden. Deze kleine<br />

halfgeleiderlichtbronnen hebben een lange levensduur. Het is een veelbelovende technologie die op<br />

dit moment al energie bespaard. Door hun kleine afmetingen is het uitgestraalde licht goed te sturen<br />

en kunnen ze concurreren met de conventionele lampsoorten. De eerste snelweg (A44) en tunnels<br />

(Vlaketunnel, Heijnenoord) zijn reeds voorzien van LED-armaturen voor hoge vermogens. Ten<br />

opzichte van deze conventionele armaturen is er weinig strooilicht. Dat is een voordeel, omdat dit de<br />

lichthinder tegen gaat maar kan ook een nadeel zijn omdat het gebied achter de mast minder licht<br />

krijgt dan gebruikelijk, waardoor het ruimtelijk effect in de straat vermindert. De in 2011<br />

uitgebrachte ROVL2011 stelt hier grenzen aan.<br />

Dimmen<br />

Lokaal dimmen is een goede mogelijkheid om energie te besparen. Met een vrij lage investering kan<br />

gedurende enkele uren in de nacht het lichtniveau gedimd worden. Om deze dimmers te laten<br />

werken dient het armatuur voorzien te zijn van een elektronisch en dimbaar elektronisch<br />

voorschakelapparaat (EVSA). Alle nieuwe armaturen met voor dimmen geschikte lampen kunnen<br />

voorzien worden van een dergelijk EVSA. De nieuwe ROVL2011 en de qua verlichting daarop<br />

gebaseerde handboek PKVW geven veel meer mogelijkheden om te dimmen dan met de oude<br />

richtlijnen.<br />

Kleurherkenning en mesopisch zien<br />

De bestaande richtlijnen houden geen rekening met het effect van de lichtkleuren.<br />

Zo hebben diverse onderzoeken aangetoond dat licht met een goede kleurherkenning bijdraagt aan<br />

het beter waarnemen.<br />

Een ander fenomeen is het zogenaamde mesopisch zien. Dit geeft betere zichtbaarheid bij lage<br />

lichtsterkten (zoals die voorkomen bij openbare verlichting) indien licht een meer groenige kleur<br />

heeft. TNO heeft aangetoond dat dit licht geen voordelen biedt bij het zogenaamde foveaal zicht (de<br />

waarneming recht vooruit) maar wel een bonus biedt bij het perifeer zicht (de randen van het<br />

gezichtsveld).<br />

37


Bijlage 4 Macrolabel<br />

Label van de installatie voor 2010:<br />

LABEL E<br />

SE 0,048 W/lux/m2 Totaal<br />

LIJST MET GEKOZEN ARMATUREN 5.461 6816 80%<br />

%besparing LABELS Aantallen Totaal<br />

Fabrikaat Armatuur Lamp PsC PsE n_woon n_buurt n_verkeer Lichtstroom energie VSA DF SE_woon SE_buurtSE_verkee woon buurt verkeer woon buurt verkeer woon buurt verkeer<br />

HOGRO 'PAALTOP' KFK PL-L24 32,00 25,00 0,41 0,36 0,23 1800 0% EVSA 0,85 0,040 0,046 0,072 D E G 980 980<br />

PHILIPS 'SRM' SRM SOX90 110,00 - 0,38 0,33 0,21 14000 CVSA 0,85 0,025 0,028 0,044 B C D 602 602<br />

PHILIPS 'FGS' FGS103 PL-L24 32,00 25,00 0,44 0,38 0,25 1800 EVSA 0,85 0,037 0,042 0,067 D D G 584 584<br />

HOGRO 'PAALTOP' KFK SOX18 25,00 - 0,34 0,29 0,19 1800 CVSA 0,85 0,048 0,056 0,087 E F G 472 472 Attentie<br />

PHILIPS 'RESIDIUM' FGS224 PL-L36 44,00 37,00 0,39 0,34 0,22 2900 EVSA 0,85 0,038 0,044 0,069 D D G 463 463<br />

HOGRO 'PAALTOP' PRT PL-L24 32,00 25,00 0,40 0,34 0,22 1800 EVSA 0,85 0,041 0,048 0,075 D E G 304 304<br />

PHILIPS '201' XGS201 SOX35 45,00 37,00 0,46 0,40 0,25 4800 CVSA 0,85 0,024 0,028 0,043 B C D 270 270<br />

INDUSTRIA '2200-2301' 2300 SON-I50 61,00 - 0,12 0,10 0,07 3500 CVSA 0,85 0,171 0,201 0,314 G G G 159 159 Attentie<br />

PHILIPS 'OUD' HRL10 SOX-E18 25,00 - 0,17 0,14 0,09 1800 CVSA 0,85 0,099 0,114 0,181 G G G 192 192 Attentie<br />

PHILIPS 'OUD' HRL10 SON 50 25,00 - 0,17 0,14 0,09 3500 CVSA 0,85 0,051 0,059 0,093 E F G 147 147 Attentie<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX90 110,00 - 0,41 0,35 0,22 14000 CVSA 0,85 0,023 0,026 0,041 B C D 143 143<br />

PHILIPS 'TRAFFIC VISION' SGS305 SON-TP100 114,00 114,00 0,68 0,63 0,49 10700 CVSA 0,85 0,018 0,020 0,026 B B C 109 109<br />

SCHREDER 'ALTRA' ALTRA PL-L24 32,00 25,00 0,45 0,39 0,25 1800 EVSA 0,85 0,037 0,042 0,066 D D G 87 87<br />

SCHREDER 'ALTRA' ALTRA PL-L36 44,00 37,00 0,45 0,39 0,25 2900 EVSA 0,85 0,034 0,038 0,061 C D F 105 105<br />

SCHREDER 'HESTIA' HESTIA-1 CDM-T35 47,00 42,00 0,52 0,46 0,32 3300 EVSA 0,85 0,029 0,032 0,047 C C E 105 105<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX-E91 107,00 93,00 0,43 0,37 0,23 17500 EVSA 0,85 0,015 0,017 0,027 A B C 86 86<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX-E66 81,00 68,00 0,42 0,36 0,23 11200 EVSA 0,85 0,017 0,020 0,031 B B C 85 85<br />

HOGRO 'PAALTOP' BZR SON-E70 80,00 81,00 0,38 0,32 0,21 6600 CVSA 0,85 0,038 0,044 0,067 D D G 61 61<br />

HELLUX '231-232' NAB 231-4 SON-I50 61,00 - 0,43 0,37 0,24 3500 CVSA 0,85 0,048 0,055 0,086 E F G 56 56 Attentie<br />

SCHREDER 'ONYX' ONYX-2 SON-T70 80,00 81,00 0,58 0,53 0,41 6600 EVSA 0,85 0,025 0,027 0,036 B C D 56 56<br />

HOGRO 'PAALTOP' HBN SOX 35W 45,00 0,40 0,35 0,22 3500 CVSA 0,85 0,038 0,044 0,069 D D G 53 53<br />

HOGRO 'PAALTOP' BZR SON-E70 80,00 81,00 0,38 0,32 0,21 6600 CVSA 0,85 0,038 0,044 0,067 D D G 38 38<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX55 74,00 57,00 0,43 0,37 0,24 8100 CVSA 0,85 0,025 0,029 0,046 B C E 48 48 Attentie<br />

PHILIPS 'SRM' SRM SOX55 74,00 57,00 0,39 0,34 0,22 8100 CVSA 0,85 0,03 0,03 0,05 C C E 48 48 Attentie<br />

PHILIPS 'SRL' SRX SOX55 74,00 57,00 0,39 0,34 0,22 8100 CVSA 0,85 0,03 0,03 0,05 C C E 41 41 Attentie<br />

SCHREDER 'MC' MC-2 SON-TP100 114,00 114,00 0,62 0,57 0,43 10700 CVSA 0,85 0,02 0,02 0,03 B B C 45 45<br />

INDUSTRIA 'PADVINDER' 2400 PL-T32 - 39,00 0,43 0,38 0,26 2400 EVSA 0,85 0,04 0,05 0,07 D E G 42 42<br />

INDUSTRIA 'PADVINDER' 2400 SON-T50 58,00 0,42 0,38 0,26 3600 CVSA 0,85 0,05 0,05 0,07 E E G 39 39 Attentie<br />

HOGRO 'PAALTOP' KFK PL-L36 44,00 37,00 0,37 0,32 0,20 2900 EVSA 0,85 0,04 0,05 0,07 D E G 41 41<br />

De in de grijze balken aangegeven armaturen (en voorzien van het woord “attentie”) zijn voorzien van een conventioneel voorschakelapparaat, hebben een laag verlichtingsrendement (veel<br />

licht komt niet op straat) of hebben een laag energierendement (lage lumen/watt verhouding).


Label van de installatie in 2012<br />

LABEL D<br />

SE 0,039 W/lux/m2 Totaal<br />

LIJST MET GEKOZEN ARMATUREN 5.447 6816 80%<br />

%besparing LABELS Aantallen Totaal<br />

Fabrikaat Armatuur Lamp PsC PsE n_woon n_buurt n_verkeer Lichtstroom energie VSA DF SE_woon SE_buurtSE_verkee woon buurt verkeer woon buurt verkeer woon buurt verkeer<br />

HOGRO 'PAALTOP' KFK PL-L24 32,00 25,00 0,41 0,36 0,23 1800 EVSA 0,85 0,040 0,046 0,072 D E G 953 953<br />

PHILIPS 'RESIDIUM' FGS224 PL-L36 44,00 37,00 0,39 0,34 0,22 2900 30% EVSA 0,85 0,027 0,031 0,049 C C E 625 625<br />

PHILIPS 'RESIDIUM' FGS224 PL-L36 44,00 37,00 0,39 0,34 0,22 2900 EVSA 0,85 0,038 0,044 0,069 D D G 463 463<br />

PHILIPS 'FGS' FGS103 PL-L24 32,00 25,00 0,44 0,38 0,25 1800 EVSA 0,85 0,037 0,042 0,067 D D G 517 517<br />

PHILIPS 'CITY ZEN' HPS100 PL-L24 32,00 25,00 0,34 0,30 0,19 1800 EVSA 0,85 0,048 0,055 0,086 E F G 578 578 Attentie<br />

PHILIPS 'IRIDIUM' SGS252 CR SON-TP70 80,00 81,00 0,68 0,62 0,45 6600 EVSA 0,85 0,021 0,023 0,032 B B C 340 340<br />

PHILIPS 'IRIDIUM' SGS252 CR SON-TP70 80,00 81,00 0,68 0,62 0,45 6600 30% EVSA 0,85 0,015 0,016 0,022 A B B 188 188<br />

PHILIPS 'SRM' SRM SOX90 110,00 - 0,38 0,33 0,21 14000 CVSA 0,85 0,025 0,028 0,044 B C D 151 151<br />

PHILIPS 'FGS' FGS104 PL-L36 44,00 37,00 0,45 0,40 0,25 2900 EVSA 0,85 0,033 0,038 0,060 C D F 117 117<br />

PHILIPS 'TRAFFIC VISION' SGS305 SON-TP100 114,00 114,00 0,68 0,63 0,49 10700 CVSA 0,85 0,018 0,020 0,026 B B C 109 109<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX90 110,00 - 0,41 0,35 0,22 14000 CVSA 0,85 0,023 0,026 0,041 B C D 100 100<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX-E66 81,00 68,00 0,42 0,36 0,23 11200 EVSA 0,85 0,017 0,020 0,031 B B C 83 83<br />

PHILIPS 'IRIDIUM' SGS252 CR SON-TP50 61,00 - 0,70 0,64 0,46 4400 CVSA 0,85 0,023 0,025 0,035 B C D 69 69<br />

PHILIPS 'RESIDIUM' FGS223 PL-L24 32,00 25,00 0,44 0,38 0,24 1800 EVSA 0,85 0,037 0,043 0,068 D D G 45 45<br />

PHILIPS 'SRS201' SRS201 SOX-E91 107,00 93,00 0,43 0,37 0,23 17500 EVSA 0,85 0,015 0,017 0,027 A B C 44 44<br />

HOGRO 'PAALTOP' PRT PL-L24 32,00 25,00 0,40 0,34 0,22 1800 EVSA 0,85 0,041 0,048 0,075 D E G 306 306<br />

HOGRO 'PAALTOP' KFK SOX18 25,00 - 0,34 0,29 0,19 1800 CVSA 0,85 0,048 0,056 0,087 E F G 139 139 Attentie<br />

SCHREDER 'HESTIA' HESTIA-1 CDM-T35 47,00 42,00 0,52 0,46 0,32 3300 EVSA 0,85 0,029 0,032 0,047 C C E 108 108<br />

SCHREDER 'ALTRA' ALTRA PL-L36 44,00 37,00 0,45 0,39 0,25 2900 EVSA 0,85 0,034 0,038 0,061 C D F 104 104<br />

SCHREDER 'ALTRA' ALTRA PL-L24 32,00 25,00 0,45 0,39 0,25 1800 EVSA 0,85 0,037 0,042 0,066 D D G 84 84<br />

SCHREDER 'MC' MC-2 SON-TP100 114,00 114,00 0,62 0,57 0,43 10700 CVSA 0,85 0,020 0,022 0,029 B B C 43 43<br />

SCHREDER 'HESTIA' HESTIA-1 CDM-T150 171,00 163,00 0,47 0,42 0,29 14000 EVSA 0,85 0,029 0,032 0,048 C C E 41 41<br />

SCHREDER 'ONYX' ONYX-2 SON-T70 80,00 81,00 0,58 0,53 0,41 6600 EVSA 0,85 0,025 0,027 0,036 B C D 56 56<br />

HELLUX '231-232' NAB 231-4 SON-I50 61,00 - 0,43 0,37 0,24 3500 CVSA 0,85 0,048 0,055 0,086 E F G 56 56 Attentie<br />

HOGRO 'PAALTOP' BZR SON-E70 80,00 81,00 0,38 0,32 0,21 6600 CVSA 0,85 0,038 0,044 0,067 D D G 45 45<br />

HOGRO 'PAALTOP' KFK PL-L36 44,00 37,00 0,37 0,32 0,20 2900 EVSA 0,85 0,041 0,047 0,074 D E G 41 41<br />

INDUSTRIA 'PADVINDER' 2400 PL-T32 - 39,00 0,43 0,38 0,26 2400 EVSA 0,85 0,045 0,050 0,075 D E G 42 42<br />

De in de grijze balken aangegeven armaturen (en voorzien van het woord “attentie”) zijn voorzien van een conventioneel voorschakelapparaat, hebben een relatief laag verlichtingsrendement<br />

(veel licht komt niet op straat) of hebben een laag energierendement (lage lumen/watt verhouding).<br />

39


Bijlage 5 Onderhoudsmodel gebaseerd op parameters IBOR<br />

Meetbare ambitie<br />

Parameters beoordelingspunten gevolgen voor Laag basis hoog<br />

Veilig begroeiing rondom<br />

lichtmasten<br />

basisonderhoud Armatuur is nog niet dichtgegroeid. Mastdeur<br />

moeilijk bereikbaar. Op straat ontstaan<br />

donkere plekken. 5 jarig snoeischema.<br />

Geen takken tegen armatuur; mastdeur bereikbaar;<br />

licht minimaal gehinderd; 3 jarig snoeischema;<br />

zomerronde op basis van klachten.<br />

Bomen minimaal 4 meter van lichtmast af; rondom<br />

armatuur vrij; mastdeur vrij; licht niet belemmerd;<br />

lichtmasten verplaatsen en iedere zomer snoeien.<br />

Risico Onveilige situaties; verhoogde<br />

aansprakelijkheid; veel klachten over<br />

verlichting.<br />

Beperkt aantal onveilige situaties; weinig klachten. Voldaan aan landelijk geldende richtlijnen;<br />

aansprakelijkheidsrisico minimaal; nagenoeg geen<br />

klachten.<br />

Heel servicegraad -<br />

onderhoudsschema<br />

basisonderhoud Meer dan 6% uitval per jaar; incidentele<br />

vervanging; reparatie na melding bewoners<br />

binnen twee weken.<br />

3-6% uitval per jaar; groepsremplace; reparatie binnen<br />

twee weken; reparatie na melding bewoners; 2<br />

maandelijkse controle verkeersgebieden.<br />

3% uitval per jaar; groepsremplace; reparatie binnen<br />

twee dagen; reparatie na melding bewoners; 2<br />

maandelijkse controle verkeersgebieden.<br />

mate van corrosieschilderen<br />

basisonderhoud Grote corrosievorming; niet schilderen; na 40<br />

jaar vervangen op basis inspectie.<br />

Rond mastdeur en voet corrosie; schilderen klasse A<br />

om de 7 jaar; na 40 jaar vervangen op basis inspectie.<br />

Lichte vorm van corrossie; schilderen om de 5 jaar; na<br />

40 jaar vervangen op basis inspectie.<br />

rechtstand basisonderhoud Maximaal 25% van de masten staan los of uit<br />

het lood.<br />

95% van de masten staat vast en/of loodrecht. Alle lichtmasten staan vast en/of loodrecht.<br />

Risico Onveilige situaties en kans op sneller omvallen<br />

mast bij aanrijdingen en werkzaamheden;<br />

verhoogde aansprakelijkheid; lichtterugval ><br />

20%.<br />

Beperkt onveilige situaties; hogere onderhoudskosten;<br />

maximaal 20% lichtterugval.<br />

Hogere onderhoudskosten; maximaal 5% lichtterugval.<br />

40


Schoon aanwezigheid graffiti basisonderhoud Toegestaan; geen racistische teksten en<br />

symbolen.<br />

aanwezigheid<br />

groenaanslag op<br />

masten en<br />

armaturen<br />

basisonderhoud Masten mogen groenaanslag vertonen;<br />

worden niet gewassen.<br />

lichtdoorlatendheid<br />

lichtkap<br />

basisonderhoud Sterke verwering/vervuiling toegestaan; op<br />

straat donkere plekken; tijdens reparaties<br />

schoonmaken.<br />

Risico Onveilige situatie door donkere plekken; mast<br />

niet meer schoon te krijgen na verloop van tijd.<br />

In lichte mate toegestaan; geen racistische teksten en<br />

symbolen.<br />

Lichte aanslag toegestaan; masten worden iedere 7 jaar<br />

gewassen.<br />

Lichte verwering toegestaan; op straat amper<br />

merkbaar; tijdens remplace en reparatie schoonmaken;<br />

armaturen hebben de klasse IP-65 (functioneel) of IP54<br />

(deco).<br />

Weinig of geen risico; lage vervuiling door gewenste IPklasse;<br />

hierdoor wordt materiaalkeuze licht ingeperkt.<br />

Niet toegestaan.<br />

Geen aanslag toegestaan; iedere twee jaar gewassen.<br />

Geen vervuiling en verwering toegestaan; schoonmaken<br />

binnenkant tijdens reparatie, remplace of wasbeurt;<br />

armaturen hebben de klasse IP-65 (functioneel) of IP54<br />

(deco).<br />

Weinig of geen risico; lage vervuiling door gewenste IPklasse;<br />

hierdoor wordt materiaalkeuze licht ingeperkt.<br />

41


Bijlage 6 Meerjarenraming<br />

2013-2022<br />

Onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Energie energieverbruik OVL € 118.500 € 115.300 € 112.200 € 109.100 € 102.900 € 102.900 € 102.900 € 102.900 € 102.900 € 102.900<br />

energie overig/areaaltoename € 45.537 € 59.159 € 72.180 € 85.900 € 85.900<br />

Basisonderhoud incidentele reparatie (spoedeisend) € 2.200 € 2.100 € 2.000 € 1.800 € 1.700 € 1.600 € 1.500 € 1.300 € 1.200 € 1.100<br />

schade en afhandeling € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000 € 13.000<br />

remplaceren en reparatiekosten € 49.700 € 45.000 € 40.300 € 35.600 € 30.900 € 30.900 € 30.900 € 30.900 € 30.900 € 30.900<br />

LED reparatie € - € 300 € 700 € 1.000 € 1.400 € 1.700 € 2.000 € 2.400 € 2.700 € 3.100<br />

wassen € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

grafitti verwijderen € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300 € 300<br />

schouwen € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100 € 2.100<br />

schilderinspectie € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

schilderen kw. A € 300 € 400 € 500 € 600 € 700 € 800 € 900 € 1.000 € 1.100 € 1.200<br />

beheer uitvoering € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800 € 47.800<br />

snoeien pm pm pm pm pm pm pm pm pm pm<br />

Totaal basisonderhoud € 115.500 € 111.100 € 106.800 € 102.400 € 98.000 € 98.300 € 98.600 € 99.000 € 99.300 € 99.600<br />

Baten € 17.775- € 18.072- € 180.375- € 18.684- € 18.684-<br />

Aankoop diensten/goederen € 81.499 € 113.664 € 110.872 € 113.124 € 113.124<br />

kostenplaatsen afdelingen minus basisbeheer € 60.835 € 60.288 € 62.438 € 64.333 € 64.333<br />

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

Vervanging regulier beheer € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € 900<br />

komende 10 jaar; kosten inspectie € 12.100 € 16.600 € 12.800 € 21.400 € 18.100 € 11.300 € 24.600 € 16.100 € 28.900 € 30.100<br />

per jaar uitvoering € 15.700 € 19.100 € 31.700 € 670.700 € 68.800 € 115.700 € 227.800 € 128.900 € 192.800 € 187.500<br />

Totaal vervanging regulier € 28.700 € 36.700 € 45.500 € 693.100 € 87.900 € 128.000 € 253.400 € 145.900 € 222.700 € 218.500<br />

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

inhaalslag vervanging beheer € 900 € 900 € 900 € 900 € 900 € - € - € - € - € -<br />

uitv. in 5 jaar; kosten p/j uitvoering € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € 25.000 € - € - € - € - € -<br />

Totaal vervanging nu > 40jr € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 25.900 € - € - € - € - € -<br />

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

Verbetering beoordelen nav klachten € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700 € 1.700<br />

uitvoering in 5 jaar beoordelen planmatig € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

kosten per jaar planvorming € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

uitvoering sociale veiligheid € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400 € 10.400<br />

uitvoering dimmen € 18.700 € 18.700 € 18.700 € 18.700 € 18.700<br />

Totaal verbetering € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 12.000 € 12.000 € 12.000 € 12.000 € 12.000<br />

€ - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

Kwaliteit A planvorming € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500<br />

uitvoering € - € - € - € - € - € - € - € - € - € -<br />

Totaal kwaliteit A excl. Schilderen € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500<br />

Resumerend 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Energie € 118.500 € 115.300 € 112.200 € 109.100 € 102.900 € 102.900 € 102.900 € 102.900 € 102.900 € 102.900<br />

Energie overig/areaaltoename € 45.400 € 59.159 € 72.180 € 85.900 € 85.900<br />

Totaal basisonderhoud € 115.500 € 111.100 € 106.800 € 102.400 € 98.000 € 98.300 € 98.600 € 99.000 € 99.300 € 99.600<br />

Baten € 17.775- € 18.072- € 180.375- € 18.684- € 18.684-<br />

Aankoop diensten/goederen € 81.499 € 113.664 € 110.872 € 113.124 € 113.124<br />

kostenplaatsen afdelingen minus basisbeheer € 60.835 € 60.288 € 62.438 € 64.333 € 64.333<br />

Totaal vervanging regulier € 28.700 € 36.700 € 45.500 € 693.100 € 87.900 € 128.000 € 253.400 € 145.900 € 222.700 € 218.500<br />

Totaal vervanging nu > 40jr € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 25.900 € 340.000 € - € - € - € -<br />

Totaal verbetering € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 30.700 € 12.000 € 12.000 € 12.000 € 12.000 € 12.000<br />

Totaal kwaliteit A excl. Schilderen € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500 € 500<br />

Totaal generaal € 489.759 € 535.239 € 386.715 € 1.206.373 € 590.573 € 681.700 € 467.400 € 360.300 € 437.400 € 433.500<br />

Gemiddelde 5 jaar € 641.732 € 641.732 € 641.732 € 641.732 € 641.732<br />

Prijzen exclusief BTW en indexeringen<br />

Prijspeil 2012<br />

Een aantal posten zijn alleen voor 5 jaar te overzien.<br />

43


Bijlage 7 Berekening besparing energie door LED-vervanging<br />

energie levering en transport <strong>Best</strong> voor vervanging 2012<br />

aansluitcategorie tarief/jaar aantal totaal<br />

periodieke vergoeding aansluiting 1x6A op geschakeld net € 3,62 6.510 € 23.566,20<br />

deelmarkt tarief/jaar aantal totaal<br />

transport onafhankelijke vergoeding afnemers


Bijlage 7a LED-vervangers<br />

In de volgende tabel is de lijst afgebeeld met de LED vermogens waarmee vervanging mogelijk moet<br />

zijn.<br />

Lampen<br />

leeftijdscategorie<br />

lamp d.d. 2011 < 15<br />

jaar<br />

15 - 25 jaar > 25 jaar Eindtotaal komende 10<br />

jaar<br />

LED<br />

vervanger<br />

CDM SAR 150/942 6 6 0<br />

CDM-T 150 25 25 0<br />

CDM-T 150/942 41 41 0<br />

CDM-T 35 117 117 0<br />

CDM-T 70 69 69 0<br />

CDOTT 50 W 1 1 0<br />

CDOTT 70 W 2 2 0<br />

geen lamp 8 8 8<br />

HPI-T 2000 W 3 3 3 HPI 2000<br />

HPLN 50 W 7 7 7 LED 12<br />

HPLN 80 W 8 8 8 LED 24<br />

Onbekend 2 2 2<br />

PL 18 W 2 10 12 10 LED 12<br />

PL 24 W 1350 1380 1 2731 1381 LED 18<br />

PL 36 W 1414 40 1454 40 LED 24<br />

PLC 26 1 1 1 LED 18<br />

PLT 32 W 42 2 1 45 3 LED 24<br />

PLT 42 W 1 1 0<br />

SON 100 W 3 9 12 9 LED 60<br />

SON 250 W 3 3 3 LED 180<br />

SON 50 W 22 166 25 213 191 LED 24<br />

SON 70 W 13 29 1 43 30 LED 48<br />

SONT 100 W 151 83 234 83 LED 60<br />

SONT 150 W 7 7 0<br />

SONT 400 W 1 2 3 3 SONT 400<br />

SONT 50 W 131 131 0<br />

SONT 70 W 621 45 666 45 LED 48<br />

SOX 135 W 2 8 6 16 14 LED 100<br />

SOX 18 W 13 141 10 164 151 LED 12<br />

SOX 35 W 21 64 1 86 65 LED 24<br />

SOX 55 W 18 179 13 210 192 LED 36<br />

SOX 90 W 49 196 43 288 239 LED 60<br />

SOX E 18 W 2 2 2 LED 12<br />

SOX E 26 W 1 27 28 27 LED 18<br />

SOX E 66 83 83 0<br />

SOX E 91 W 11 39 50 39 LED 60<br />

Spot 120 W 2 2 2<br />

TL 58 W 18 3 21 3 TLD 58<br />

TLM 65 W 39 6 13 58 19 LED 36<br />

TLS 20 W 3 12 15 12 LED 12<br />

Eindtotaal 4276 2438 154 6868 2592<br />

45


Bijlage 8 Grote afbeeldingen<br />

Afbeelding lichtkleuren<br />

Wit is fluorescent zoals PLL, TL en metaalhalogeen zoals CDMT en CPO (Stationsplein)<br />

Geel is hoge druk natrium SON(T) met goud-geel licht<br />

Rood is lage druknatrium SOX met oranje-geel licht<br />

46


Afbeelding lichtpunthoogten<br />

Blauw: kleiner of gelijk aan 4 meter<br />

Groen: tussen 5 en 6 meter<br />

Rood: hoger dan 6 meter<br />

47


Afbeelding armatuurleeftijden<br />

Groen: jonger dan 15 jaar<br />

Geel: tussen 15 en 25 jaar<br />

Rood: ouder dan 25 jaar<br />

48


Afbeelding leeftijd lichtmasten<br />

Groen: jonger dan 40 jaar<br />

Rood: ouder dan 40 jaar<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!