18.12.2013 Views

volledige versie - Groep T

volledige versie - Groep T

volledige versie - Groep T

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

België - Belgique<br />

P.B. / P.P.<br />

B - 731<br />

JAARGANG 14, NR. 2 - 19 JANUARI 2005<br />

VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS<br />

Nix in<br />

Interview?<br />

zie pagina 2<br />

Waar is de decaan?<br />

Ze zijn – op één na – alle vijf ingenieur (van wie drie GROEP T’ers), beschikken over een flinke dosis onderkoelde humor,<br />

hebben een voortreffelijke stem en toeren door Vlaanderen met een avondvullend programma.<br />

Meer over Fliet Zorro, de groep van de decaan, op p. 5.<br />

COACHING EN REFLECTIE KRIJGT PLAATS IN DE OPLEIDING<br />

Ingenieurs leren reflecteren<br />

Kritisch kunnen reflecteren’ is één van de basiscompetenties<br />

van de academische bachelor en master.<br />

De BaMa-profielen van de Associatie K.U.Leuven<br />

spreken daaromtrent duidelijke taal. Als je echter in<br />

de curricula gaat zoeken waar en wanneer de studenten leren<br />

reflecteren, kom je vaak van een kale reis thuis. Bij GROEP T<br />

is dat anders: “Coaching en Reflectie” is een herkenbaar<br />

onderdeel van het competentiegebied Educating. Geen facultatieve,<br />

vrijblijvende aangelegenheid maar een vast ingrediënt<br />

van het curriculum en dat al van in het eerste jaar.<br />

‘Educating’ is de derde belangrijke pijler van het 3 E-curriculum van<br />

GROEP T, naast ‘Engineering’ en ‘Enterprising’. ‘Educating’ staat voor<br />

het ontwikkelen van jezelf en van anderen. Het vraagt naar bekwaamheden<br />

als coaching, leren leren, reflecteren en dat gericht op de vier<br />

pijlers van educatie die UNESCO onderscheidt: leren weten, leren<br />

doen, leren samenleven en – als hoogste doel van educatie – leren zijn:<br />

het ontdekken, verrijken en ontplooien van je <strong>volledige</strong> persoonlijkheid<br />

en het creatief potentieel in jezelf. In een snel evoluerende economie<br />

en technologie waarin kennis vlug veroudert zijn Educatingcompetenties<br />

onmisbaar om je levensbreed en levenslang professioneel<br />

te blijven ontwikkelen, vandaar de prominente plaats van Educating<br />

bij GROEP T.<br />

CoRe<br />

In het nieuwe ingenieurscurriculum vormt Educating een eigen competentiegebied<br />

dat zich over het <strong>volledige</strong> bachelor/mastertraject uitstrekt.<br />

Het begint in het eerste bachelorjaar vrij bescheiden met leren<br />

communiceren, leren omgaan met informatie en leren reflecteren,<br />

maar groeit in de masterjaren uit tot het persoonlijk ontwikkelingsplan.<br />

Hierin stippelen de masterstudenten in samenspraak met de<br />

hogeschool en de onderneming waarin ze twee semesters gaan leren en<br />

werken zelf een leertraject uit van competenties, doelen en verwachte<br />

resultaten. Het persoonlijk ontwikkelingsplan is de kern van de masterprogramma’s:<br />

de ingenieurs in spe bewijzen ermee dat zij zelf hun<br />

leren in handen kunnen nemen en ondernemer van hun leren worden.<br />

Het onderdeel Coaching en Reflectie in het eerste bachelor heet niet<br />

toevallig CoRe. Omwille van zijn verwevenheid met de hele opleiding<br />

raakt dit opleidingsonderdeel effectief aan de kern van de opleiding.<br />

De concrete input van CoRe (de dingen waarover je leert reflecteren)<br />

Vervolg op pagina 2


foto F. Van Loock<br />

Het mentorenteam van het eerste bachelorjaar: Luc Geurts, Stijn Hannes, Christel Willemaerts, Dirk Smeyers, Chantal De Jonghe, Leni Borremans, Isabelle Geldof, Pieter Roets, Caroline<br />

Danneels en Lieve Houwaer.<br />

INNOVATIE<br />

2<br />

Vervolg van pagina 1<br />

komt immers uit de andere opleidingsonderdelen en CoRe<br />

wil als ondersteunend traject een rode draad zijn doorheen<br />

de hele studieloopbaan. Maar er is meer: CoRe staat ook voor<br />

coaching, in dit geval voor de integratie van het mentoraat<br />

van de eerstejaarsstudenten in het competentiegebied Educating.<br />

De studentenbegeleiding die al sinds jaar en dag bestaat<br />

bij GROEP T wordt op die manier opgewaardeerd en geïntegreerd<br />

in het curriculum. Doel van CoRe in zijn geheel is de<br />

studenten in staat te stellen om via aangepaste coaching en<br />

reflectie meer verantwoordelijkheid te nemen voor het leerproces,<br />

zelf doelen uit te zetten en kritisch na te denken over<br />

de eigen ontwikkeling als student en als aspirant-ingenieur.<br />

Concreet wordt van de studenten op het einde van het eerste<br />

jaar verwacht dat zij kunnen reflecteren op hun studie, dat<br />

zij uit het onderwijsaanbod de meest relevante leerervaringen<br />

en-belevenissen kunnen selecteren en ten slotte dat zij zich<br />

een beeld hebben gevormd van de ingenieur die ze willen<br />

worden.<br />

Reflectiecyclus<br />

Per groep van ± 20 studenten is er een mentor. Zijn/haar taak<br />

bestaat erin om zoals de voorbije jaren de groepsleden te<br />

informeren, op te volgen en te coachen. Nu komt er dus ook<br />

reflectie bij. Het reflecteren gebeurt onder begeleiding van<br />

de mentor aan de hand van een reflectiecyclus. Daarin wordt<br />

in een aantal stappen teruggeblikt op een voorbije leerperiode<br />

en er wordt nagegaan wat goed was en wat beter kan<br />

om op basis daarvan nieuwe leervoornemens te formuleren<br />

voor een volgende periode. Na deze periode wordt opnieuw<br />

teruggeblikt en begint de reflectiecyclus opnieuw. Het is de<br />

bedoeling dat reflecteren voor de studenten een ingesteldheid<br />

wordt. Reflectief handelen staat tegenover routinematig<br />

handelen. In elke situatie opnieuw moet de ingenieur zich<br />

afvragen wat hij/zij best doet om een bepaald doel te bereiken.<br />

Hij/zij moet ook zelf doelen kunnen stellen en daarnaar<br />

toe werken. Daarbij is het belangrijk om te blijven leren van<br />

je eigen ervaringen en die van anderen. Dit is wat onder een<br />

‘reflectieve ingesteldheid’ verstaan wordt. Een dergelijke attitude<br />

houdt je alert, maakt je handelen doorzichtig, zorgt<br />

ervoor dat je naar alternatieven durft kijken en de begane<br />

paden verlaten.<br />

“<br />

Het is belangrijk om<br />

te blijven leren van je<br />

eigen ervaringen en die<br />

van anderen<br />

’’<br />

Verspreid over het academiejaar zijn acht groepssessies ingeroosterd.<br />

De mentor zorgt telkens voor de nodige informatieverstrekking<br />

en begeleidt de reflectiemomenten. Tijdens<br />

de eerste sessie ondertekenen de groepsleden en de mentor<br />

een overeenkomst waarin zij zich engageren om samen werk<br />

te maken van CoRe. De sessies zijn telkens gepland vlak vóór<br />

of na de kritische momenten in het academiejaar zoals examenperiodes,<br />

vakanties, enz. Zo kunnen coaching en reflectie<br />

optimaal aansluiten bij wat op dat moment in de opleiding<br />

aan de orde is.<br />

In de loop van het tweede semester stellen de studenten ook<br />

een ‘ideale vacature’ op van de ingenieur die ze willen worden.<br />

Dit profiel wordt richtinggevend voor de verdere reflectie:<br />

bij elk leerdoel kun je je afvragen of het je een stap dichter<br />

brengt bij je ideaalbeeld. Uiteraard kan het ideaalbeeld in<br />

de loop van het traject worden aangepast, wat dan weer stof<br />

oplevert voor een nieuwe reflectie-oefening.<br />

Bewijsstukken<br />

Doorheen het academiejaar werken de eerstejaars aan een<br />

portfolio. Dit is een map met bewijsstukken waarmee ze<br />

laten zien wat ze in CoRe hebben gedaan en geleerd. Aan de<br />

hand van producten tonen ze aan dat ze inderdaad kunnen<br />

reflecteren, dat ze effectief in staat zijn om relevante leerervaringen<br />

en -belevenissen te selecteren en dat ze zich daadwerkelijk<br />

een beeld hebben gevormd van een ideale ingenieur.<br />

Mogelijke producten zijn reflectieverslagen, verslagen<br />

van groepssessies, maar eveneens examenresultaten, tussentijdse<br />

evaluaties of appreciaties van docenten en medestudenten.<br />

Ook eigen werkstukken, eerder behaalde diploma’s<br />

of certificaten, verslagen van buitenschoolse activiteiten, van<br />

engagement in de studentenraad of studentenvereniging<br />

leveren interessant bewijsmateriaal op. Bij elk product hoort<br />

een bijschrift waarin de student verantwoordt waarom hij/zij<br />

het product gekozen heeft en hoe het product illustreert<br />

welke competentie verworven is. Deze bijschriften moeten<br />

de studenten ertoe aanzetten selectief te zijn en enkel representatieve<br />

stukken op te nemen in het portfolio. Belangrijker<br />

dan de volledigheid is immers de kwaliteit van de producten<br />

en de verantwoording. Kunnen kiezen is ook een<br />

Educating-bekwaamheid.<br />

Y.P.<br />

Nix tekent voor GROEP T<br />

In de nieuwe folders en brochures van GROEP T, op de website en ook in Interview<br />

zul je voortaan geregeld illustraties zien opduiken van Marnix Verduyn,<br />

alias Nix. Deze bekende cartoonist – in een vorig leven nog burgerlijk ingenieur<br />

van de K.U.Leuven – is aangezocht om de huisstijl van GROEP T onder handen<br />

te nemen om te zorgen voor een frisse, jeugdige look. Werk van Nix vind je o.m.<br />

in De Morgen, De Standaard en het Algemeen Dagblad, in het jongerentijdschrift<br />

Max en het striptijdschrift Myx, in het Antwerps stadsmagazine Zone 02<br />

en het satirisch weekblad Pan. Bekende figuren van Nix zijn Kinky en Cosy; zij<br />

verschijnen als dagstrip van de kranten maar ook apart in stripbundels. Nix is<br />

overigens niet alleen cartoonist. Als creatieve duizendpoot treedt hij ook op tijdens<br />

stripfestivals, hij exposeert en verzorgt striprecensies voor Studio Brussel.<br />

Nix is als gastdocent verbonden aan de Kunstschool Sint-Lukas in Brussel. Met<br />

studenten van het stripatelier realiseerde hij onlangs nog een verhalenproject in<br />

de Noordwijk dat resulteerde in een nieuw boek “Bruxxxel-Noord/Bruxxxelles-<br />

Nord”, nu te koop in de stripwinkel.<br />

Y.P.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


Team building between Flemish and Chinese students. The element of competition adds a bit of extra atmosphere.<br />

FLEMISH AND CHINESE STUDENTS BUILDING TEAM SPIRIT<br />

Recipes for team building<br />

STUDENT<br />

3<br />

At the end of October 2004, the third year students of Electronics exchanged the Leuven campus for the Scouts’<br />

clubhouse in a nearby village. There they did not experiment with circuits, programs or electronic devices, but focused on mutual<br />

understanding and communication. This second edition of the team building days proved to be a big success, according to Paul<br />

Schampaert and Veerle Van Rompaey, members of the Communication department.<br />

GROUP T is popular in China, that is a fact.<br />

The engineering courses taught in English<br />

attract an ever-growing number of students<br />

from the People’s Republic. Most of them opt<br />

for Electronic Engineering. “For quite some time, the<br />

colleagues of the Information Technology department<br />

have been pursuing a deliberate integration policy, with<br />

students from the Dutch and the English programs<br />

cooperating in labs and seminars”, says Paul Schampaert,<br />

head of the Communication department. “Moreover,<br />

Flemish and Chinese students are encouraged to<br />

complete their enterprising project together. The first<br />

enterprising project of that type immediately hit the<br />

bull’s eye. In 2003, the mixed Flemish-Chinese team of<br />

Tanja Stessens and Mina Deng was awarded the Barco<br />

prize, one of the most prestigious engineering awards<br />

in Belgium. Still, we cannot close our eyes to the fact<br />

that the cooperation between Flemish and Chinese students<br />

is not always that successful. Cultural difference<br />

come into play, and perceptions may interfere with the<br />

right understanding of each other’s thinking and acting.<br />

In short, it is not always enough to just ask a Chinese<br />

and a Flemish student to carry out a few experiments<br />

together in the lab to initiate effective intercultural communication.<br />

The team building days that the Information<br />

Technology department organized for the first time<br />

last year are precisely aimed at improving intercultural<br />

communication in an informal context, outside the regular<br />

lectures, exercises and labs. The basic idea is that,<br />

if it works out at the Scouts, it will probably work at the<br />

campus as well.”<br />

Name-dropping<br />

Lecturers of the Communication department were in<br />

charge of coaching the students during this second edition<br />

of the team building days. Veerle Van Rompaey<br />

coached two groups. She describes the activities. “We<br />

started each day with an introduction game. The first<br />

task was to get to know each other’s names and, just as<br />

important, remember them. We know from experience<br />

that the Flemish students find it hard to remember Chinese<br />

names. Chinese students also know this, obviously,<br />

and this is why many Westernize their name, or introduce<br />

themselves as Jan or John instead of Zhang or<br />

Chen. This is actually a pity as Chinese names often<br />

have a special meaning that conveys something more<br />

about the person. That is why we asked the Chinese students<br />

to explain the meaning of their name and why<br />

they are called exactly this name. One of the Chinese<br />

students told us why her name was “shining star”. Once<br />

you have heard the story, you see the person in a different<br />

light and all of a sudden, the name is much easier to<br />

remember.”<br />

In the second part of the introduction game, the students<br />

had to think of the animal they felt most connected<br />

with. Afterwards, everyone had to guess who<br />

had chosen which animal and why. “This was an easy<br />

call”, continues Veerle. “Chinese students are used to<br />

associate themselves with animals and the Flemish students<br />

who have been involved in scouting all remembered<br />

their totem.”<br />

Once the ice was broken, it was time for some physical<br />

exercise. Veerle organized a tug of war, a match of Chinese<br />

football and many more games. “The element of<br />

competition added a bit of extra atmosphere. The Chinese<br />

students, who were a bit apprehensive and hesitant<br />

in the morning, now literally took the lead. It was<br />

also an excellent opportunity for practicing all the<br />

names again.”<br />

Priorities<br />

After lunch, the serious work started. The first exercise<br />

concerned the organization of a fictitious rescue operation<br />

from a cave. Students were presented with the following<br />

situation: a group of 6 persons has become<br />

trapped in a cave that is gradually filling with water.<br />

There is not enough time to rescue everyone. Teams<br />

have to decide which persons they are going to rescue<br />

and in which order. “This task revealed a number of<br />

cultural differences”, explains Veerle. “The Flemish students,<br />

for instance, thought that the Chinese students<br />

would give priority to the older persons, as their culture<br />

promotes respect for the elderly and their wisdom. In<br />

fact, this was not the case at all. The Chinese students<br />

decided to rescue the women with children first, the<br />

more children they had, the higher the priority. The Chinese<br />

students, in their turn, expected the Flemish to<br />

think of the mothers first, just like they did, but they<br />

were on the wrong track as well. The Flemish decided<br />

on the basis of social merit. People with a higher status<br />

or with a job involving many responsibilities were rescued<br />

first.”<br />

The second exercise was the construction of a fictitious<br />

obelisk. Every team member received a card with information<br />

and tips. The task was to bring together all the<br />

pieces of information in order to come to a solution.<br />

“The use of fictitious names for measures and weights,<br />

locations and times generated additional complications”,<br />

says Veerle. “Especially the Chinese students<br />

found it hard to imagine a completely fictitious world.”<br />

Cooking together<br />

Dinner, also presented as a cooperative task, was the<br />

highlight of the day. First, a menu was decided on, and<br />

then the ingredients were bought, students cooked, ate<br />

together and cleaned up afterwards. “The Chinese made<br />

the first move” according to Veerle. “While the Flemish<br />

inspiration was, in most cases, limited to spaghetti and<br />

pizza, the Chinese proposals were much more creative.<br />

The Chinese girls took the lead in the kitchen: they did<br />

not hesitate to ask the Flemish students in their team to<br />

start cutting and chopping, and doing the dishes. There<br />

was no more timidity or shyness towards the evening.<br />

Students who had not even known each others’ names<br />

that same morning were now like old friends.”<br />

Y.P.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


EDUCATIEVE FACULTEIT AMSTERDAM: EEN PORTRET<br />

Van experiment naar expeditie<br />

GROEP T Pedagogische Hogeschool Leuven onderhoudt al geruime tijd contacten met EFA, de Educatieve Faculteit<br />

Amsterdam. In de komende tijd worden die contacten verdiept tot concrete vormen van samenwerking. In november 2004 was een<br />

delegatie van EFA op bezoek in Leuven. Douwe Wielenga werkte bij EFA, in de laatste jaren als educational change agent. Nu,<br />

gepensioneerd, adviseert hij de lerarenopleiding van GROEP T bij haar vernieuwingen. Hij geeft hier een impressie van de expeditie van EFA.<br />

PARTNER<br />

4<br />

Elsschot dichtte het weliswaar voor een andere<br />

context, maar het blijft een intrigerende zinsnede:<br />

“tussen droom en daad staan wetten in<br />

de weg en praktische bezwaren”. En hij<br />

voegde eraan toe: “en ook weemoedigheid die niemand<br />

kan verklaren.”<br />

Droom<br />

EFA’s droom werd erkend door de toekenning van de<br />

status van experimentele lerarenopleiding. De aanleiding<br />

was de uitspraak van de staatsadviescommissie<br />

COMMITT dat de kracht van de invloed van ICT op<br />

onderwijs niet zozeer gezocht moet worden in het efficiënter<br />

maken van bestaande vormen van onderwijs.<br />

Informatie- en communicatietechnologie verandert<br />

geleidelijk de wijze waarop mensen werken, spelen en<br />

leren - de samenleving dus - en daarmee ook de rol van<br />

het geïnstitutionaliseerde leren in de maatschappij.<br />

EFA won destijds de wedstrijd tussen hogescholen<br />

door de nadruk te leggen op plannen voor een volledig<br />

nieuw opleidingsconcept dat toekomstige leraren een<br />

zeker gevoel kan geven in hun onzekere rol in de veranderende<br />

samenleving. Dat werd door de jury expliciet<br />

vermeld. EFA kreeg geld om met dit concept te<br />

experimenteren. Dit concept koppelt “leren” aan zinnig,<br />

liefst authentiek werk. Het betreft twee soorten<br />

van leren. Leren-van-de-eerste soort gaat om kennis en<br />

vaardigheid die nodig blijkt te zijn om dat werk goed<br />

te kunnen uitvoeren. Later moet een leraar dat zelf<br />

immers kunnen onderkennen en zich eigen kunnen<br />

maken. Dus waarom niet tijdens de opleiding studenten<br />

zo snel mogelijk zelf laten bepalen welke “bronnen<br />

en trainingen” ze denken nodig te hebben? Het<br />

stuurmechanisme is daarbij het authentiek werk in de<br />

“Leerpraktijken” waar ze verantwoordelijkheid in dragen.<br />

En ICT faciliteert dit productie- en leerwerk, net<br />

zo als in de samenleving.<br />

Het leren-van-de tweede-soort betreft het “Metawerk”.<br />

Hier gaat het om de bekwaamheid te leren van opgedane<br />

ervaring, doelen te stellen en doelbewuste acties<br />

te plannen om dichter bij die doelen te komen en dat<br />

te kunnen meten. De verantwoordelijkheid die een<br />

student te dragen krijgt, net als later in de professionele<br />

praktijk, behelst dus niet alleen het werk maar<br />

ook het leerproces dat daarmee samenhangt, inclusief<br />

de toetsing. Dat is makkelijk gezegd, maar het vergt<br />

veel van student en opleiding om dit te realiseren. Een<br />

portfoliosysteem (het eerste digitale in Nederland) en<br />

een herontwerp van het toetsingssysteem bleken<br />

essentieel om de zaak in beweging te krijgen.<br />

“<br />

Je weet de<br />

richting waarin je wilt<br />

gaan, maar de weg er<br />

naar toe ligt niet<br />

dogmatisch vast<br />

Daad<br />

’’<br />

Dat was de droom. En nu de daad. Onderwijswetten,<br />

psychologische wetten, praktische onmogelijkheden<br />

en een weemoedig vroeger-gevoel zijn taaie tegenstanders.<br />

Zo’n taaie is het feit dat de instelling niet mocht<br />

vergeten dat de bestaande winkel ook open moet blijven<br />

en dat de organisatie wordt gedragen door aanwezige<br />

mensen met hun ervaring, trots en gevoelens. Een<br />

manier om daarmee om te gaan is het begrip “Expeditie”.<br />

Je weet de richting waarin je wilt gaan, maar de<br />

weg er naar toe ligt niet dogmatisch vast. We kappen<br />

ons een weg door de jungle, geleid door richtingsgevoel.<br />

Komen we een onoverkomenlijk moeras tegen<br />

dan gaan we eromheen, maar houden wel de richting<br />

vast, tenzij de nieuwe positie uitzichten biedt die aanleiding<br />

zijn om iets aan het kompas te verstellen. Zoals<br />

er, volgens het opleidingsconcept, voor de verschillende<br />

studenten verschillende wegen naar het Rome<br />

van de leraarsbekwaamheid zullen zijn, zo zal de ontwikkelingsroute<br />

van de EFA bij de realisering van de<br />

droom ook voor verschillende afdelingen verschillend<br />

mogen zijn. Zo proberen we “bottom up” en “top<br />

down” te verenigen.<br />

Een voorbeeld van een aanpassing van het kompas<br />

was de opkomst van aandacht voor het verschuiven<br />

van grotere delen van de opleiding naar de scholen:<br />

een logisch vervolg overigens op het principe van de<br />

koppeling van leren aan zinnig werk. En een uitstekend<br />

voertuig voor realiseren van de oorspronkelijke<br />

dromen.<br />

Realiteit<br />

De realiteit blijkt weerbarstig te zijn. Zoals de huidige<br />

directeur van EFA het uitdrukt: een organisatie heeft<br />

de sterke neiging, net als een menselijk organisme, om<br />

bij verstoring actief te streven het evenwicht te herstellen.<br />

En zoiets is met de EFA ook het geval. De één<br />

noemt het realisme, de ander treurt om de droom.<br />

Gelukkig is het evenwichtspunt behoorlijk verschoven,<br />

dat wel. De Pedagogische Hogeschool van GROEP T<br />

heeft vergelijkbare dromen en kan veel opsteken van<br />

de realiteit van EFA en de valkuilen die ze vulde of<br />

omzeilde of niet zag. En zo kan EFA profiteren van het<br />

gemak waarmee men in Leuven sommige veranderingen<br />

heeft gerealiseerd die bij EFA nog steeds bloed,<br />

zweet en tranen kosten.<br />

De realiteit blijkt intussen ook sterk beïnvloed te zijn<br />

door de droom. Mede door de inspiratie die van EFA<br />

uitging is in de periode 2000- 2003 veel in gang gezet<br />

in de gezamenlijkheid van de Nederlandse lerarenopleidingen:<br />

portfolio en assessment, leerpraktijken,<br />

onderzoek naar implementatieproblematiek en naar<br />

effecten, systeem voor competentiebeschrijvingen,<br />

kennisbasis met voortgangstoetsen. ICT heeft bij al<br />

deze zaken de rol zoals bedoeld: geen doel maar middel.<br />

Die gezamenlijkheid van de opleidingen is een<br />

sterk wapen gebleken tegen sceptici: dromen zijn niet<br />

altijd bedrog. De ontwikkelingen bij de lerarenopleidingen<br />

zijn onderdeel geworden van een brede stroming<br />

waaraan technische, economische, kunstzinnige,<br />

maatschappelijke en vele andere typen opleidingen<br />

deelnemen. De EFA heeft in dit krachtenveld haar<br />

innovatieve positie weten te behouden.<br />

Douwe Wielenga<br />

Bezoek uit Amsterdam. Vlnr: Marco Snoek, lector; Jos Beelen, coördinator internationalisering; Wietske Miedema, coördinator EFA-breed; Jan Lindhout, relatiebeheerder scholen; Jacqueline<br />

Kösters, coördinator metawerk; Peter Ale, coördinator basisonderwijs; Douwe Wielenga, educational change agent; Dick de Wolff, directeur EFA en de decanen Stijn Dhert en Johan<br />

Heyvaert.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


Geert Feytons, Jan Aerts, Hendrik Van Hooreweghe, Peter Bemelmans en Luc Geurts, alias Fliet Zorro. “Wat het betekent of waar het juist op slaat weten we niet, maar het klinkt goed.”<br />

ALUMNI IN DE KIJKER<br />

Fliet Zorro op toernee in<br />

Vlaanderen<br />

ALUMNI<br />

5<br />

Ze zijn – op één na – alle vijf ingenieur, beschikken over een flinke dosis onderkoelde humor en hebben ook nog een<br />

voortreffelijke stem waarmee ze de meest uiteenlopende muziekstijlen aankunnen. In november 2003 waren ze nog finalist van de Nekkawedstrijd,<br />

vandaag toeren ze door Vlaanderen met een avondvullend programma. Een portret van Fliet Zorro, de a capellagroep van Luc<br />

Geurts, decaan van GROEP T’s ingenieursopleiding.<br />

Fliet Zorro is het antwoord van vijf jonge dertigers<br />

op het stereotiepe beeld dat a capella<br />

ofwel om vocale bewerkingen van populaire<br />

songs ofwel om oubollige barbershops gaat”,<br />

lezen we op de website van de groep. Hiermee is de<br />

toon meteen gezet. Fliet Zorro is een vreemde eend in<br />

de a capella-bijt, waar kitsch en cliché nooit veraf zijn.<br />

“Om te beginnen brengen we zoveel mogelijk eigen<br />

nummers, zingen consequent in het Nederlands en<br />

nemen onszelf en onze boodschap niet erg au sérieux”,<br />

zegt Hendrik Van Hooreweghe, woordvoerder en PRman<br />

van de groep. “We willen muziek en humor creatief<br />

combineren zonder evenwel in de val van de<br />

slapstick te trappen. Op één punt doen we geen toegevingen:<br />

de muzikale kwaliteit gaat boven alles.”<br />

Repertoire<br />

Het waren Luc en Hendrik die tijdens de nieuwjaarsnacht<br />

van 1999-2000 op het idee kwamen een a capellagroep<br />

op te richten. Luc sprak Jan Aerts aan die hij<br />

kende via gemeenschappelijke vrienden bij GROEP T.<br />

En Jan nam contact op met Geert Feytons, zijn jeugdvriend<br />

uit Linden. Zij gingen in 2001 samen aan het<br />

zingen. Peter Bemelmans is pas recent lid van de club<br />

geworden; hij werd door Luc geheadhunted bij een<br />

andere band.<br />

De naam ‘Fliet Zorro’ kwam in 2002 uit de lucht gevallen.<br />

“We hadden ons ingeschreven voor een wedstrijd<br />

van a capella amateurgroepen in Maaseik”, vervolgt<br />

Luc. “Dus hadden we dringend een naam nodig. Een<br />

intensieve brainstormsessie daags vóór de wedstrijd<br />

leverde Fliet Zorro op. Wat het precies betekent of<br />

waar het juist op slaat weten we nog altijd niet maar<br />

het klonk goed. En… we wonnen er de wedstrijd mee.”<br />

Het eerste optreden van Fliet Zorro in Maaseik was<br />

meteen een schot in de roos. “We stonden daar als<br />

groentjes te midden van doorgewinterde groepen met<br />

een rijkgevuld repertoire”, zegt Geert. “We hadden net<br />

genoeg nummers in voorraad om de wedstrijd uit te<br />

zingen. Om eerlijk te zijn, we waren misschien niet de<br />

besten, maar we brachten wel het beste entertainment.<br />

En dat heeft uiteindelijk de doorslag gegeven.”<br />

Finalist<br />

Na de overwinning in Maaseik begon het publieke<br />

leven van Fliet Zorro. Een volgend hoogtepunt kwam<br />

een jaar later tijdens de derde editie van de Nekka-wedstrijd<br />

van het Nederlandstalige lied, een zoektocht naar<br />

nieuw talent. Na een lange weg van provinciale selecties,<br />

voorrondes en een halve finale, belandde Fliet<br />

Zorro in de finale. “Van de 90 groepen die meededen<br />

bleven er in de halve finale nog 19 over en in de finale<br />

6”, zegt Jan. “De opdracht tijdens de finale was geen<br />

lachertje: 2 nog niet eerder gebrachte eigen nummers<br />

én een nieuwe muzikale creatie op een opgelegde tekst.<br />

Winnen deden we niet, maar we waren al heel blij met<br />

de finaleplaats.” De wedstrijdjury noemde Fliet Zorro<br />

een “frisse klank in het overwegend Engelstalige a<br />

capellawereldje met vijf mannen die met beide voeten<br />

op de grond staan.” Het wedstrijdverslag maakt ook<br />

nog melding van een “zeer aangename verrassing”. In<br />

De Standaard beschreef Karel Michiels het optreden als<br />

“grappig” en “technisch hoogstaand, minstens even<br />

goed als Voice Male”.<br />

Kleine avonden<br />

De finaleplaats in Nekka opende voor de jonge a capellagroep<br />

nieuwe deuren. Om te beginnen die van de<br />

culturele centra in Vlaanderen. Sinds kort maakt Fliet<br />

Zorro deel uit van het circuit van “De kleine avonden”,<br />

dit is een initiatief dat het Nederlandstalige lied hier te<br />

lande wil promoten. “De kleine avonden biedt jong<br />

muzikaal talent met een Nederlandstalig repertoire een<br />

podium aan”, vertelt Peter. “In de praktijk is het een<br />

toernee langs de Vlaamse culturele centra. Het project<br />

voorziet ook in op maat gesneden ondersteuning en<br />

begeleiding door een professionele artiest. Onze coach<br />

is Wim De Wulf, de regisseur van Kommil Foo.”<br />

Muzikaal is Fliet Zorro alvast niet voor één gat te vangen.<br />

Als je de groep hoort, herken je diverse muziekstijlen<br />

gaande van disco over hardrock in een renaissance<br />

verpakking tot wat zij zelf “etherische<br />

beslommeringen en generische (echt) boysband-nummers”<br />

noemen. Het leidmotief doorheen deze veelzijdigheid<br />

is duidelijk humor.<br />

Onvermijdelijke stilte<br />

Inmiddels pakt Fliet Zorro uit met ‘De onvermijdelijke<br />

stilte’, een avondvullend programma met veel eigen<br />

nummers en bewerkingen. Met ‘De kleine avonden’<br />

treedt de groep minstens een keer per maand op ergens<br />

in Vlaanderen. “Veel meer optredens kunnen we als<br />

hardwerkende mensen met een drukke dagtaak niet<br />

aan”, zegt Luc. “We moeten trouwens ook nog repeteren<br />

en eigen nummers maken. Als de druk te groot<br />

wordt, is het niet leuk meer en dan verliest onze groep<br />

zijn bestaansreden.” Dit brengt ons bij het professionele<br />

leven van de Fliet Zorro’s. Wie zijn de mannen<br />

achter de stemmen? Luc Geurts stelden we al voor<br />

maar we hadden het nog niet over de drie andere ingenieurs<br />

die nota bene allemaal een GROEP T-diploma<br />

op zak hebben. Geert Feytons is webdesigner bij<br />

Atmosphere, een reclamebureau van de BBDO-groep,<br />

Hendrik Van Hooreweghe werkt als zelfstandig IT-consultant<br />

voor grote bedrijven uit de chemische sector<br />

en Jan Aerts ontwerpt en bouwt waterzuiveringsstations<br />

bij Enprotech. Rest nog Peter Bemelmans. Hij is<br />

vrachtwagenchauffeur en doorkruist het hele land met<br />

koolzuurgas (voor de bubbels in het bier). Volgens Luc<br />

is hij de beste bas van België. “Ingenieurs voeren<br />

steeds het hoogste woord, daarom vind je bij die kerels<br />

geen goede bassen”, aldus de decaan.<br />

Y.P.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


BUITENLANDSE STAGES IN DE LIFT<br />

Plastische opvoeding in Zambia<br />

Ook dit jaar zwermen de laatstejaars in de lerarenopleiding tijdens het tweede semester uit over de hele wereld. Zij<br />

gaan voor een periode van 6 tot 9 weken op zelfstandige stage en nemen in een school ter plaatse de taken van de leraar over. Zo ook<br />

Lieve Aerts en Hilke Swings, derdejaars Plastische Opvoeding. Zij wilden al langer naar zwart Afrika, liefst naar een land waar het toerisme<br />

nog niet heeft toegeslagen. Nu ze de kans krijgen om te vertrekken, zijn ze niet meer te houden. Van 31 januari tot 12 maart 2005 zijn<br />

Lieve en Hilke aan de slag in de Firm Foundation Elementary School in Mazabuka (Zambia).<br />

INTERNATIONAAL<br />

6<br />

Sinds vier jaar geleden de zelfstandige stage in<br />

het laatste jaar van de lerarenopleiding is ingevoerd,<br />

trekken almaar meer studenten naar het<br />

buitenland. Sommigen maken gebruik van het<br />

aanbod van het Socrates/Comeniusprogramma binnen<br />

de Europese Unie, maar de meesten kijken verder. Thailand,<br />

Guatemala, Venezuela, Peru, Zuid-Afrika, Jamaica,<br />

Curaçao, Gambia zijn stilaan ‘alledaagse’ stagebestemmingen<br />

geworden. GROEP T-studenten geven er niet<br />

alleen les, ze verzorgen ook taal- en sporttrainingen,<br />

staan in voor de opvang van straat- en weeskinderen of<br />

functioneren in proefprojecten in experimentele scholen.<br />

Wie na zo’n grensverleggende ervaring terugkeert<br />

kijkt anders tegen zijn/haar beroep en de wereld aan.<br />

Het maakt van jou niet alleen een betere allround leraar,<br />

maar niet zelden ook een ander mens.<br />

“Dat het Zambia is geworden is eerder toevallig,” vertelt<br />

Lieve. “Een school in dat land kwam voor op de<br />

lijst van Nele Verboven, de coördinatrice van de buitenlandse<br />

stage. De info en de foto's van de school in<br />

Mazabuka, ten zuiden van Lusaka, die we dan op het<br />

internet hebben gevonden hebben ons over de streep<br />

gehaald.”<br />

Teacher training<br />

“Het is een Christelijke basisschool die is opgericht<br />

door een Nederlander en zijn Zambiaanse vrouw”, vervolgt<br />

Hilke. Het onderwijs is in het Engels maar dat is<br />

voor ons geen probleem. De school is zelf vragende partij.<br />

Zij zien stagiairs graag komen omdat die de taakbelasting<br />

kunnen verminderen, maar ook omdat die<br />

nieuwe werkvormen en evaluatieprocedures kunnen<br />

introduceren. Wij gaan dus in zekere zin ook als<br />

'teacher trainers' van wie innovatie en creativiteit worden<br />

verwacht. Wij studeren allebei Plastische Opvoeding;<br />

Lieve heeft gekozen voor Geschiedenis als keuzevak<br />

en ik voor Project Algemene Vakken. We hebben<br />

beiden ook de optie Godsdienst met lesbevoegdheid<br />

gekozen”, vertelt Hilke.<br />

“We zullen ons dus op verschillende gebieden verdienstelijk<br />

kunnen maken. Ongeveer 35% van de<br />

bevolking maakt de lagere school niet af en over het<br />

algemeen is deze van slechte kwaliteit. Firm Foundation<br />

Elementary School wil hier verandering in brengen<br />

door kwalitatief goed onderwijs aan te bieden aan<br />

iedereen, ongeacht religie, financiële of sociale achtergrond.<br />

Voor de leerlingen die van verderaf komen,<br />

biedt de school onderdak. De school besteedt extra aandacht<br />

aan de kinderen die in de Zambiaanse samenleving<br />

verwaarloosd worden. Dit zijn vooral gehandicapten,<br />

HIV-geïnfecteerden en seksueel misbruikte<br />

kinderen. Op school wordt de kinderen die zonder eten<br />

naar school komen een lunch aangeboden. Wij gaan<br />

daar dus niet alleen lesgeven, maar ook begeleiden. We<br />

bekijken het waarschijnlijk erg idealistisch, maar we<br />

denken toch dat we daar zinvol werk zullen kunnen<br />

verrichten.”<br />

Leren van elkaar<br />

“Ja, en aangezien ik Geschiedenis doe ga ik daar voor<br />

mijn porfolio een aantal geschiedkundige thema's uitdiepen.<br />

Ik wil niet alleen die school maar ook het land<br />

leren kennen”, vertelt Lieve nog. “Wij zullen daar zeker<br />

ook een stuk van de Zambiaanse cultuur leren kennen,<br />

en misschien met een andere kijk op onze eigen cultuur<br />

terug komen. We hopen daar ook een beetje te<br />

kunnen ‘onthaasten’ en een dosis Westerse stress van<br />

ons af te kunnen schudden.”<br />

“We zullen zeker ook van hen kunnen leren, bijvoorbeeld<br />

hoe je allerlei recuperatiemateriaal creatief kan<br />

gebruiken voor Plastische Opvoeding. Dat zal ons<br />

bewuster maken van de waarde der dingen. Hier werken<br />

we als vanzelfsprekend meteen met dure verf. Toch<br />

gaan we op hun verzoek heel wat materiaal meenemen,”<br />

aldus Hilke. “We zijn ons ervan bewust dat een<br />

stage van zes weken niet lang is, maar bovendien heb ik<br />

nog een interessante alternatieve stage met allochtone<br />

kinderen in Schaarbeek in het verschiet en ook Lieve<br />

heeft nog wat op stapel staan in Mechelen.”<br />

“En wat zullen we niet te vertellen hebben als we terug<br />

zijn ... Voorlopig kunnen we alleen zeggen dat het<br />

onbekende ons wenkt, en hoewel we beiden nogal<br />

avontuurlijk zijn aangelegd zouden we het waarschijnlijk<br />

toch niet op ons ééntje hebben aangedurfd. Maar<br />

samen staan we sterk.”<br />

John Caluwaerts<br />

Zelfstandige buitenlandse stages<br />

Tweede semester 2005<br />

Vijfendertig laatstejaarsstudenten in de lerarenopleiding<br />

of 20% van de lichting die in 2005 afstudeert,<br />

is tijdens het tweede semester gedurende 6 tot<br />

9 weken aan de slag in het buitenland. De bestemmingen<br />

en de betrokken scholen of organisaties zijn<br />

opgesomd in onderstaande tabel:<br />

Bolivië: American International School<br />

of Bolivia<br />

Curaçao: Peter Stuyvesant College<br />

Frankrijk: Collège Louis Pasteur<br />

Gambia: The Swallow School<br />

Groot-<br />

Brittannië: University College London<br />

Guatemala: Centro educativo ‘20 de Mayo’<br />

Hongarije: Avasi Gimnázium<br />

Italië: Istituto Comprensivo Giacomo<br />

Matteotti Liceo Classico<br />

‘Beda Weber’<br />

Mexico: Montessorischool<br />

Peru: Chico Latino<br />

Portugal: St. Dominic’s International School<br />

Suriname: Matoekoe, Centrum voor opvang van<br />

jong volwassenen met een handicap<br />

Thailand: Rajabhat Institute Suan Dusit -<br />

Bangkok<br />

Turkije: Hamdullah Emin Pasa College<br />

U.S.A.: M.R. Weaver Elementary School –<br />

Los Angeles<br />

Zuid-Afrika: Jim van Tonderskool<br />

Brandwacht Primary School<br />

Laerskool Fleur<br />

Lieve Aerts en Hilke Swings, derdejaars Plastische opvoeding, gaan lesgeven in de Firm Foundation Elementary School in Mazabuka (Zambia).<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


Chen Chi and Andy Motten are fourth-year students in Electronic Engineering. Together they design a new wireless home control system for the Philips Digital Systems Laboratories in Shanghai.<br />

ANDY AND CHEN CARRY OUT PROJECT IN SHANGHAI<br />

Mixed Flemish –<br />

Chinese projects take off<br />

INTERNATIONAL<br />

7<br />

In the course of 2001-2002 the first six Chinese engineering students arrived at GROUP T in Leuven. Four years later<br />

their number has increased to 115 or 10% of the total number of students in the engineering school. A considerable effort is being made to<br />

integrate foreign students. This form of cooperation is resulting in more and more collective final-year projects by Chinese and Flemish<br />

students. Andy Motten and Chen Chi, two fourth-year students in Electronic Engineering form just such a duo.<br />

The arrival of the Chinese students has<br />

undoubtedly been an enrichment of the study<br />

programme and for life and work on the campus.<br />

It has however led to GROUP T being<br />

faced with a number of new challenges. Management,<br />

professors and students are all in their own way making<br />

an effort to further and hasten the process of integration.<br />

This can range from Chinese students accompanying<br />

their Flemish counterparts during the annual Asian<br />

Project study trip, to professors initiating extra-mural<br />

team-building sessions. But there is much more. Chinese<br />

students are invited to spend Christmas with Flemish<br />

families while the student’s union helps out with<br />

the catering during the Chinese New Year festivities.<br />

There is a high degree of interest in the Dutch courses<br />

on offer and Chinese graduates are employed in the<br />

International Office in order to familiarize newcomers<br />

with their studies and with the city of Leuven itself. Of<br />

course it doesn’t always run according to plan, but no<br />

one can be accused of resting on their laurels.<br />

Yet another positive development is that more initiatives<br />

are being taken with regard to the study programme<br />

in order to boost cooperation between Flemish<br />

and Chinese students. In this respect the engineering<br />

students in Electronics are those with the most experience.<br />

They have for some considerable time been working<br />

together in the laboratories and are submitting an<br />

increasing number of proposals for the company project<br />

which represents the final part of the study programme<br />

for engineers.<br />

Guide in Shanghai<br />

Andy and Chen got to know each other during the<br />

mixed practical sessions. Both are engineering students<br />

in Electronics specializing in Design Technology. Chen<br />

is originally from Shanghai and began his studies at the<br />

prestigious Beijing Jiaotong University, one of the first<br />

partner universities in China to take part in the Joint<br />

Undergraduate Programme in Engineering. This programme<br />

consists of Chinese students doing their first<br />

year at their home university before enrolling for the<br />

second year at GROUP T. An agreement has been<br />

reached with the Beijing Jiaotong University whereby<br />

those graduating from Leuven are awarded both a Flemish<br />

as well as an official Chinese degree. Chen enrolled<br />

three years ago for the Joint Undergraduate Programme<br />

and has no regrets about doing so. He appreciates<br />

GROUP T’s programme of engineering education<br />

because of its practical approach, the high degree of<br />

independence, the teamwork and the cooperation with<br />

Flemish students.<br />

During the 2004 Asian Project Chen acted as a guide for<br />

his Flemish friends showing them around Beijing and<br />

Shanghai. The busy itinerary of the students in Electronic<br />

Engineering included among other things a visit<br />

to the Philips Digital Systems Laboratories in Shanghai.<br />

Their host and German General Manager of the company,<br />

dr. ing. Thomas Boltze, spoke to the students.<br />

“There was a relaxed, almost family atmosphere in the<br />

company. We also saw a considerable number of foreigners<br />

on placement. The General manager was a<br />

friendly man who spoke excellent Dutch and has good<br />

contacts in Leuven with among others the sister company<br />

Philips Digital System Lab in Heverlee”.<br />

When dr. Boltze suggested carrying out a company project<br />

in the company, Andy and Chen realized at once<br />

that a unique opportunity had arisen. Three months<br />

later they found themselves once again in Shanghai not<br />

for a visit this time but for an intensive two-month<br />

study and work placement in the company.<br />

Complementary<br />

Andy and Chen’s work lies in the field of home automation.<br />

Their task consists of designing a new wireless<br />

home control system, a sort of integrated remote control<br />

which enables you to switch on and off the lighting<br />

in your home, regulate the temperature and operate<br />

appliances and installations etc. During their placements<br />

in Shanghai Andy and Chen familiarized themselves<br />

with all sorts of software programmes which<br />

could be used in their design. These included new technologies<br />

developed at Philips in Leuven. Back at<br />

GROUP T they are concentrating on the hardware. “In<br />

principle, we don’t have to return to Shanghai to finish<br />

our project”, says Chen. “We have excellent support<br />

here from our promoter Professor Luc Bienstman. Later<br />

in the year dr. Boltze is coming to Leuven giving us the<br />

opportunity for an in-depth exchange of ideas. In addition<br />

we can rely on Philips in Leuven for extra information<br />

or advice”.<br />

Both students agree that working in mixed teams offers<br />

numerous advantages. “We actually complement each<br />

other”, says Andy. “Chen in the first instance looks at<br />

things from a theoretical angle and thinks everything<br />

through very carefully before getting down to work. I<br />

prefer to take a more practical approach, see how it<br />

works in concrete terms and then ask which principles<br />

or patterns lie at the bottom of it. These different<br />

approaches mean that we can learn a great deal from<br />

each other”.<br />

Further study<br />

Though working hard on their project, both team members<br />

are looking forward to the future. After GROUP T<br />

Chen is determined to do more specialized study in<br />

Electronics at the K.U.Leuven. He then intends to gain<br />

a few years experience in a European high technology<br />

company before returning to China to build a career as<br />

an engineer in Research and Development. Likewise<br />

Andy has no plans to bring his student days to an end in<br />

June 2005. He wants to deepen his knowledge of his<br />

subject area with a view to a job in R & D in a company.<br />

If the latter is in China is yet to be decided. “I'll first wait<br />

for three years until my girlfriend has graduated … as<br />

Sinologist”, he says wisely.<br />

Y.P.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


DOCENT IN DE KIJKER<br />

De coördinator<br />

van de kampioenen<br />

Bij GROEP T studeren dit jaar 11 topsporters, 7 in de lerarenopleiding en 4 in de ingenieursopleiding. “Geen slechte<br />

score voor een hogeschool met 2 000 studenten”, vindt Roel Van der Auwera, lector Lichamelijke Opvoeding in de Pedagogische Hogeschool<br />

en coördinator van het Topsportgebeuren. Sinds GROEP T vorig jaar het Topsportconvenant Hoger Onderwijs van het Bloso ondertekende, is<br />

de hogeschool officieel erkend als “topsportonderwijsinstelling”.<br />

DOCENT - PH<br />

8<br />

Een van de parels aan de kroon van GROEP T’s<br />

lerarenopleiding is ongetwijfeld de afdeling<br />

Lichamelijke Opvoeding. L.O. is niet alleen<br />

een van de grootste studierichtingen, maar ook<br />

een van de meest dynamische. Hiervan getuigen initiatieven<br />

zoals de 100 Sportprikkels, één van de hoogdagen<br />

in de Vlaamse scholensport. “Wij hechten veel<br />

belang aan zelfstandigheid en ondernemingszin”,<br />

bevestigt Roel. “De leraars en leraressen L.O. die bij ons<br />

afstuderen kunnen letterlijk en figuurlijk hun mannetje<br />

staan. Als lid van het schoolteam, maar ook als trainer<br />

van een sportclub, als beheerder van een fitnesscentrum<br />

of als manager van een outdoorbedrijf.” In de lerarenopleiding<br />

doceert Roel Biomechanica in het eerste,<br />

tweede en derde jaar en het keuzevak Bewegingsrecreatie<br />

in het tweede jaar. Zoals het een echte L.O.-er past,<br />

combineert Roel theoriecursussen met praktijkvakken<br />

als voetbal en atletiek.<br />

Statuut<br />

Dit academiejaar kreeg Roel er een job bij: topsportcoördinator<br />

van GROEP T. “Het is een functie die dringend<br />

invulling behoefde, want het aantal studenten dat<br />

het statuut van topsporter aanvraagt neemt jaarlijks<br />

toe”, merkt Roel op. “Bovendien vraagt het topsportconvenant<br />

dat GROEP T vorig jaar ondertekende om<br />

een professionele aanpak en sportwetenschappelijke<br />

expertise. Zo komt het dat elke student die als topsporter<br />

erkend wil zijn voortaan eerst langs mij passeert.”<br />

GROEP T telt eigenlijk twee categorieën van topsporters.<br />

Tot de eerste en grootste groep behoren de studenten<br />

die door de hogeschool als topsporter erkend<br />

zijn. “Daarbij hanteren we twee belangrijke criteria”,<br />

verduidelijkt Roel. “Wat de ploegsporten betreft, moet<br />

je speler zijn in de eerste of tweede klasse van de nationale<br />

competitie. Beoefen je een individuele sport, dan<br />

moet je tot de 16 besten van België behoren in je discipline.<br />

Wie in dat geval is, krijgt het statuut van topsporter<br />

en heeft recht op de nodige aanpassingen in<br />

zijn/haar studie- en examenorganisatie om studeren en<br />

sporten te kunnen combineren. In de praktijk komt het<br />

erop neer dat er voor de student-topsporter een regeling<br />

wordt uitgewerkt zodat hij/zij in de loop van het<br />

academiejaar en tijdens de examenperiodes aan de<br />

competitie en de trainingen kan blijven deelnemen.”<br />

Vanaf dit academiejaar worden alle dossiers dus gecentraliseerd<br />

bij Roel. Bij elke aanvraag horen bewijsstukken<br />

zoals een aanbeveling van je sportfederatie en je<br />

trainer en een overzicht van de resultaten die je het<br />

voorbije jaar behaalde. Als Roel het licht op groen zet,<br />

gaat het dossier naar de studentendecaan die de docenten<br />

op de hoogte brengt en erover waakt dat de afspraken<br />

effectief worden nageleefd.<br />

Convenant<br />

Tot de tweede categorie topsporters behoren de studenten<br />

die ressorteren onder het Topsportconvenant<br />

Hoger Onderwijs van het Bloso. “Hierbij wordt echt<br />

gemikt op de crème de la crème”, aldus Roel. “Elitesporters<br />

die uitblinken op de Olympische Spelen of in<br />

wereld- of Europese kampioenschappen en beloftevolle<br />

jongeren die het potentieel hebben om internationaal<br />

te schitteren.”<br />

Het convenant bestaat erin dat een aantal direct betrokken<br />

partijen – het Bloso, het Belgisch Olympisch en<br />

Interfederaal Comité, de universiteit of hogeschool en<br />

de sportfederatie van de student – een overeenkomst<br />

afsluiten waarin zij zich engageren de combinatie van<br />

studie en sportbeoefening zo goed mogelijk te laten verlopen.<br />

“De overeenkomst voorziet niet alleen in een op<br />

maat gesneden coaching en ondersteuning maar ook in<br />

de nodige financiering”, vervolgt Roel. “Zo krijgt iedere<br />

student-topsporter in zijn/haar universiteit of hogeschool<br />

een privé-mentor ter beschikking die het leertraject<br />

opvolgt en de student begeleidt bij zijn/haar tijdbeheersing,<br />

studiemethode en -planning. Hiervoor<br />

ontvangt de instelling een forfaitair werkingskrediet<br />

van Bloso. De student-topsporter krijgt eveneens een<br />

financiële tegemoetkoming in de vorm van een arbeidscontract<br />

of terugbetaling van het inschrijfgeld. Het<br />

BOIC zorgt op zijn beurt voor een extra-subsidie van de<br />

sportfederatie zodat de student-topsporter ook op sportief,<br />

logistiek, medisch en paramedisch gebied van een<br />

optimale ondersteuning kan genieten.”<br />

Selectief<br />

Voor dit bijzonder statuut kun je jezelf niet kandidaat<br />

stellen. Dit moet gebeuren door je sportfederatie bij het<br />

Bloso dat elk jaar een lijst opstelt van de erkende studenten-topsporters.<br />

“Hoe selectief men wel is, blijkt uit<br />

de aantallen”, zegt Roel. “In heel Vlaanderen zijn er<br />

maar tien, van wie één GROEP T-er, Pieter Gysel, de<br />

shorttrackkampioen. Hij bevindt zich in het selecte<br />

gezelschap van atleten als Cedric Van Branteghem,<br />

Wouter D’Haene en Peter Croes.”<br />

Een taai misverstand wil Roel nog uit de wereld helpen.<br />

Het vooroordeel dat wie erkend is als topsporter<br />

het gemakkelijker heeft dan de doorsnee student. “Volkomen<br />

fout is dat”, vindt Roel. “Voor studenten-topsporters<br />

ligt de lat even hoog als voor de anderen,<br />

alleen hun leertraject is verschillend. Dit zal trouwens<br />

binnenkort niet meer uitzonderlijk zijn want het flexibiliseringsdecreet<br />

maakt precies een meer geïndividualiseerde<br />

studieloopbaan mogelijk voor iedereen. Wie<br />

studie met topsport wil combineren, kiest helemaal<br />

niet voor de simpele weg. Ook met de extra-aandacht<br />

en begeleiding blijft het keihard knokken. Wie studie<br />

en topsport kan combineren is twee keer kampioen.”<br />

Y.P.<br />

Meer informatie over het statuut van topsporter en<br />

het Topsportconvenant Hoger Onderwijs bij<br />

roel.van.der.auwera@groept.be<br />

Roel Van der Auwera, docent Lichamelijke Opvoeding in de lerarenopleiding, is topsportcoördinator van GROEP T.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


Dr. Ingrid Ilsbroux, head of the Life Technology Department at GROUP T: “Water management is increasingly becoming a question of conflict management”.<br />

UNESCO INTERNATIONAL CONFERENCE ON WATER<br />

Water: a source of conflict?<br />

One of the biggest problems facing the world is the lack of drinkable water. Experts predict serious conflicts and tensions between<br />

countries and regions where water supplies are or have to be shared. However, according to UNESCO’s Division of Water Sciences in Paris<br />

it doesn’t need to get that bad. In the framework of the PCCP project (from Potential Conflict to Co-operation Potential) UNESCO<br />

organized an international conference in the Spanish city of Zaragoza to discuss water related problems. Dr. Ingrid Ilsbroux, head of the<br />

Life Technology Department at GROUP T was there. Here she takes a look back at a refreshing learning experience.<br />

DOCENT - TH<br />

9<br />

Water is unmistakably a scarce commodity”,<br />

confirms Ingrid Ilsbroux. “It<br />

appears from research carried out by the<br />

United Nations that at present 1.4 billion<br />

people on the planet have no access to drinkable<br />

water. If this situation continues, by the year 2025, 2.3<br />

billion people in over fifty countries will be suffering<br />

from an acute water shortage, with all the inevitable<br />

consequences not only for health and welfare but for<br />

the economy and agriculture as well. Water may not<br />

always and everywhere be a direct cause of war but<br />

can undoubtedly be an element giving rise to new conflicts<br />

or reinforcing existing tensions”. UNESCO has<br />

been preoccupied for some considerable time with<br />

water-related issues. In the European headquarters in<br />

Paris a Division of Water Sciences is concentrating on<br />

the development of a new integrated water management<br />

programme. “A principal characteristic of the<br />

new approach is the international dimension”, says<br />

Ingrid Ilsbroux. “Due to many catchment basins<br />

extending over international boundaries, conflicts<br />

involving water will have to be resolved more and<br />

more at an international level. A second characteristic<br />

is the multidisciplinary approach. Water issues<br />

have long been considered the domain of engineers<br />

and technologists. In the meantime we have come to<br />

realize that technological competencies can’t achieve<br />

everything. For a start, technology cannot compensate<br />

for the shortages. And assuming that technologists can<br />

solve the problem in one way or another, it is by no<br />

means certain that the parties involved in the border<br />

areas will find these solutions acceptable. Decisionmaking<br />

involving water resources also requires competencies<br />

in communication, negotiating and in the art<br />

of dialogue. Water management is increasingly becoming<br />

a question of conflict management. And so we<br />

arrive at the aims of the UNESCO PCCP project: how<br />

do we change water issues from Potential Conflict to<br />

Co-operation Potential? This is precisely what the<br />

international conference in Zarogoza was all about.<br />

Not only were water professionals in attendance, but a<br />

wide range policy makers, diplomats, educators, students<br />

and other interested parties were provided with<br />

a forum which would help bring them in touch with<br />

an alternative approach to problems involving water."<br />

According to Ingrid Ilsbroux it was by no means a<br />

coincidence that the conference took place in<br />

Zaragoza. “The city is a candidate for the organization<br />

of the world exposition of 2008 and the precise theme<br />

of this is ‘Water and Sustainable Development’. The<br />

local authorities have gone to great pains to promote<br />

their candidature. Organizing the UNESCO conference<br />

was the ideal opportunity of letting a broad international<br />

audience see what they are really made of.”<br />

Large international conferences are mostly a succession<br />

of long speeches and have gained the reputation<br />

of being monotonous. According to Ingrid Ilsbroux,<br />

this could never be said of the conference in Zaragoza.<br />

“<br />

Technology cannot<br />

compensate for the<br />

shortages<br />

’’<br />

“The programme consisted of a series of interactive<br />

sessions in which a specific catchment basin or river<br />

mouth was at centre stage. Examples of these are the<br />

Pedernales in Haiti and the Dominican Republic, the<br />

Chu and the Talis in Kirgiz and Kazakhstan or the<br />

Nahr el -Kabir in Lebanon and Syria all of which<br />

straddle international boundaries and are areas where<br />

conflict can flare up. Each session was in the form of<br />

a role play. Following a short keynote speech by a<br />

water expert a small group of players would begin<br />

working on a problem area. There was a minimum of<br />

two players for each country involved. They defended<br />

the interests of their country but were not originally<br />

from that region. As a player you had to imagine yourself<br />

in a new situation. The role-play was led by an<br />

expert. He first proposed a number of ways to manage<br />

a conflict and then assumed the role of facilitator<br />

which meant that he assisted in the definition and<br />

analysis of the problem the development of an alternative<br />

and in the execution of the agreed solution.<br />

During each session there were observers from the<br />

party who were familiar with the local problem. They<br />

provided input and on occasion acted as a coach. At<br />

the beginning of the role-play reporters were chosen<br />

for the purpose of assessment and for the drawing up<br />

of the report. Each session was brought to an end with<br />

a debriefing during which the players reflected upon<br />

their presentation and the observers evaluated the<br />

players. The expert also reflected upon his style of<br />

conflict management."<br />

Methodology<br />

“Thanks to this original formula we are provided with<br />

a refreshing and totally different view of water-related<br />

issues”, says Ingrid Ilsbroux. “It was absolutely clear<br />

that the emphasis lay not on the technical and scientific<br />

aspects but rather on the methodology and strategies<br />

necessary for conflict management. How do you prevent<br />

water from becoming a conflict? Or – better still- how<br />

do you make an actual or potential conflict an exercise<br />

in communication? This methodology and these strategies<br />

are perfectly applicable to other sectors where problems<br />

are present. The underlying idea is that if it works<br />

for something as necessary in life as water, it has a real<br />

chance of success involving other tricky questions.”<br />

As head of the Life Technology Department, Ingrid<br />

Ilsbroux is actively involved in the introduction of the<br />

Bachelor / Master’s structure in the programme of education<br />

for engineers and in the modernization of the<br />

curriculum which accompanies this. During the conference<br />

in Zaragoza she recognized in the approach<br />

being taken a number of aspects which are being discussed<br />

with respect to the process of innovation at<br />

GROUP T. She refers to the changing role of the professor<br />

who is increasingly becoming a facilitator and coach<br />

instead of one who conducts lessons, the importance of<br />

reflection where the student via retrospection and<br />

prospection assumes more responsibility for his learning<br />

process, the relevance of dialogue and the necessity<br />

of acquiring not only scientific and technological<br />

knowledge but also social and communicative competencies.<br />

“This conference proved that we are on the<br />

right track as far as our innovation process is concerned”<br />

according to Ingrid Ilsbroux.<br />

“In addition I am more convinced than ever that integrated<br />

water management must be included in the Master’s<br />

program at GROUP T. And not only because issues<br />

surrounding water have become highly topical but also<br />

because in the approach to these you acquire competencies<br />

which make you a better engineer and a better<br />

person”.<br />

Y.P.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


Willem Lemmens, ingenieur Elektromechanica van GROEP T, toonde aan dat energiebesparende maatregelen geld kunnen opbrengen.<br />

GROEP T-INGENIEUR ZORGT VOOR PRIMEUR<br />

Haalt Leuven de Kyotonorm?<br />

PROJECT<br />

10<br />

450 000 ton per jaar. Dat is de totale hoeveelheid CO 2 die de Leuvense bevolking jaarlijks de lucht injaagt. Deze massa kan volgens Willem<br />

Lemmens, ingenieur Elektromechanica van GROEP T, tegen 2010 vrij gemakkelijk met meer dan 10% verminderd worden. De Leuvenaars<br />

halen hiermee ruim de Kyotonorm en doen er bovendien ook financieel hun voordeel mee. Willems studie wordt ongetwijfeld een van de<br />

hoekstenen van het toekomstig energiebeleid van de stad.<br />

CO 2 of koolstofdioxine is het broeikasgas bij uitstek,<br />

verantwoordelijk voor de langzame<br />

opwarming van de aarde en de klimaatveranderingen<br />

die hiermee gepaard gaan. In Kyoto<br />

werd in 1997 afgesproken om tegen 2010 wereldwijd de<br />

uitstoot van broeikasgassen beduidend te verminderen.<br />

Voor België gaat het om een reductie van 7,5% t.o.v.<br />

1990.”Om deze norm de halen is er een nationaal klimaatplan<br />

nodig, maar zeker even belangrijk zijn lokale<br />

initiatieven”, legt Willem uit. “Het zijn immers niet<br />

alleen grote bedrijven die gassen uitstoten, ook de<br />

bevolking draagt bij tot het broeikaseffect. Verwarming,<br />

verkeer, elektriciteitsgebruik nemen een flinke portie<br />

van de CO 2 -emissie voor hun rekening. De bevolking in<br />

steden en gemeenten bereik je het gemakkelijkst met<br />

lokale acties. Dit is precies wat de Leuvense afdeling<br />

van Lokale Agenda 21 beoogt. Twee jaar geleden ging<br />

zij op zoek naar een thesisstudent die de wetenschappelijke<br />

basis zou leggen voor het uitwerken van een<br />

lokaal energiebeleidsplan. Op dat aanbod ben ik ingegaan<br />

en meteen had ik een uitermate interessant onderwerp<br />

voor m’n afstudeerproject op zak.”<br />

Inventaris<br />

Lokale Agenda 21 is een actieprogramma voor een sociaal<br />

rechtvaardige en milieuvriendelijke 21 ste eeuw dat<br />

in 1992 door de UNO werd geïnstalleerd. Het uitgangspunt<br />

van dit initiatief is dat je wereldwijde problemen<br />

best eerst lokaal aanpakt. Leuven was de eerste stad in<br />

België die in 2002 een eigen afdeling van Lokale<br />

Agenda 21 oprichtte. Het platform houdt zich o.m. bezig<br />

met duurzaam aankoopbeleid, mobiliteit, ruimtelijke<br />

structuurplanning en ook energiebesparing. De werkgroep<br />

Energie van de Leuvense afdeling fungeerde als<br />

opdrachtgever van Willems project.<br />

Het onderzoek dat Willem uitvoerde bestaat uit twee<br />

delen. Om te beginnen een gedetailleerde inventaris van<br />

de uitstoot van broeikasgassen in 1990 en 2000, de zogenaamde<br />

nulpuntmeting en vervolgens een becijferd<br />

overzicht van de maatregelen die nodig zijn om tegen<br />

2010 de uitstoot beduidend in te perken.<br />

Het eerste deel was echt monnikenwerk”, vertelt Willem.<br />

“Nog nooit is er een raming, laat staan een berekening<br />

gemaakt van de hoeveelheid CO 2 die de bevolking<br />

van een stad als Leuven jaarlijks de lucht injaagt. Na<br />

veel zoeken, vergelijken en rekenen kwam ik tot een cijfer<br />

van 450 000 ton per jaar. En dan hebben we het enkel<br />

over het residentiële energieverbruik, dus de bedrijven<br />

en de industrie niet meegeteld !”<br />

De grote vervuilers zijn verwarming (goed voor 60%),<br />

gevolgd door autoverkeer (27%) en ten slotte elektriciteitsverbruik<br />

(13%). “Dit zijn precies de bronnen die we<br />

moeten aanpakken om de residentiële uitstoot tegen<br />

2010 te verminderen”, vervolgt Willem. “Neem nu de<br />

verwarming van de woningen. Die gebeurt nog al te<br />

vaak met oude ketels die tot 25% meer verbruiken dan<br />

de nieuwe. Ook op het gebied van isolatie is nog veel<br />

werk aan de winkel. Meer dan de helft van de huizen<br />

in Leuven heeft bijvoorbeeld geen geïsoleerde buitenmuren,<br />

40% geen geïsoleerd dak, 35% geen geïsoleerde<br />

verwarmingsbuizen. Daar is dus een forse energiebesparing<br />

mogelijk. Hetzelfde geldt voor het elektriciteitsverbruik:<br />

zuinigere huishoudtoestellen, minder<br />

sluimerverbruik, meer spaarlampen kunnen allemaal<br />

bijdragen tot minder uitstoot. Wist je dat op dit moment<br />

een Leuvens gezin gemiddeld maar twee spaarlampen<br />

heeft? Als we dit aantal tegen 2010 kunnen verdubbelen,<br />

haal je zo 1 500 ton CO 2 uit de lucht.”<br />

“<br />

Een windmolen<br />

produceert gemakkelijk<br />

3 gigawattuur per jaar<br />

en kan 1000 gezinnen<br />

permanent van<br />

stroom voorzien<br />

Rendabiliteit<br />

’’<br />

Het voorbeeld van de spaarlamp brengt ons bij het<br />

tweede deel van Willems studie. Welke maatregelen zijn<br />

nodig om de uitstoot te reduceren en de Kyotonorm te<br />

halen? Hierbij onderscheidt Willem twee mogelijkheden:<br />

“Enerzijds heb je het ‘technisch potentieel’: wat<br />

kun je bereiken met de optimale inzet van de huidige<br />

technologie? Aan de andere kant is er het ‘socio-economisch<br />

potentieel’: wat is economisch haalbaar en rendabel?<br />

Het verschil tussen beide is frappant: -40% met<br />

het technisch potentieel tegenover -11,5% met het<br />

socio-economisch potentieel. Conclusie: energiebesparende<br />

ingrepen hoeven niet per se pijn te doen of ten<br />

koste te gaan van comfort. Integendeel, je kunt gemakkelijk<br />

de Kyotonorm halen (7,5% voor België) én er<br />

financieel beter van worden. Of, om nog even terug te<br />

komen op de spaarlampen: de duurdere aankoopprijs<br />

verdien je op korte termijn terug door een lagere energierekening.”<br />

Windmolens<br />

Willem rekende uit dat huishoudelijke energiebesparing<br />

kan zorgen voor 67% van de CO 2 -reductie in Leuven.<br />

Daarnaast zijn er nog tal van andere mogelijkheden<br />

zoals meer gebruik van het openbare vervoer, de fiets,<br />

carpooling, biobrandstof, enz. Een interessante optie<br />

zijn ook de hernieuwbare groene energiebronnen zoals<br />

wind- en watermolens, zonnepanelen, warmtepompen<br />

die energie uit de grond halen en warmtekrachtcentrales<br />

die tegelijkertijd elektriciteit en warmte opwekken<br />

waardoor ze een hoger rendement halen dan de traditionele<br />

elektriciteitscentrales waar de warmte door de<br />

koeltorens verdwijnt.<br />

In zijn studie breekt Willem een lans voor de windmolens.<br />

“Een grote windmolen produceert gemakkelijk<br />

3 gigawattuur per jaar en kan 1000 gezinnen permanent<br />

van stroom voorzien. In Leuven kunnen er zeker drie<br />

op een rendabele manier geëxploiteerd worden: in tien<br />

jaar tijd is de investering terugverdiend.” Willem weet<br />

zelfs te vertellen waar je het best een windmolen<br />

optrekt: de strook tussen de Vaart en de Dijledreef is de<br />

winderigste plek in Leuven.<br />

Willems werk is een primeur in België. Het is de eerste<br />

keer dat zo’n gedetailleerde studie is uitgevoerd over<br />

het lokaal residentieel energiegebruik. Een vette kluif<br />

voor de werkgroep Energie van Lokale Agenda 21 en het<br />

Leuvense stadsbestuur. “We weten nu wat mogelijk en<br />

haalbaar is, de volgende stap is de praktische realisatie”,<br />

besluit Willem. “Als we de Leuvenaars kunnen<br />

overtuigen dat energiebesparende maatregelen ook geld<br />

opbrengen, halen we moeiteloos de Kyotonorm.”<br />

Y.P.<br />

Meer informatie over Lokale Agenda 21 op<br />

www.LA21Leuven.be<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


NIEUWE G.P.B.-OPLEIDING IN LEUVEN<br />

Leraar worden: een tweede roeping<br />

Ook al heb je een hoger diploma op zak en ben je al aan de slag in een leuke job, je andere interesses uitdiepen loont altijd de moeite.<br />

Bij ACE, het Centrum voor Volwassenenonderwijs van GROEP T, vind je een ruim assortiment van opleidingen om je blikveld resoluut te<br />

verruimen. Vanaf dit academiejaar is daar nog een nieuw programma bijgekomen: het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid (G.P.B.),<br />

een gezamenlijk initiatief van ACE-GROEP T en de Sint-Lukas Hogere Leergangen Brussel.<br />

Het nieuwe G.P.B. is een lerarenopleiding in<br />

avondonderwijs bedoeld voor hoger gediplomeerden<br />

die graag les zouden geven in<br />

het secundair onderwijs, het hoger onderwijs<br />

of het volwassenenonderwijs. ACE-GROEP T<br />

speelt hiermee in op een groeiende vraag. Elk jaar zien<br />

we meer en meer professionals hun kennis en ervaring<br />

delen met jongeren of andere volwassenen. Voor wie<br />

leraar worden een eerste roeping is, zijn er de initiële<br />

lerarenopleidingen in de pedagogische hogescholen.<br />

Voor wie zich evenwel later geroepen voelt – na een<br />

opleiding in het hoger onderwijs bijvoorbeeld of na een<br />

paar jaar beroepsactiviteit – is er het Getuigschrift Pedagogische<br />

Bekwaamheid (de vroegere D-cursus). In zo’n<br />

G.P.B.-opleiding verwerf je de nodige pedagogische en<br />

onderwijskundige bekwaamheden om aan de slag te<br />

gaan in het onderwijs en je nieuwe roeping als leraar<br />

waar te maken.<br />

Het G.P.B. heeft overigens nog andere troeven. Het geeft<br />

je eveneens een stevige pedagogisch-didactische basis<br />

om carrière te maken als opleidingsdeskundige in een<br />

onderneming of organisatie.<br />

Veranderingsbekwaam<br />

Met een G.P.B. kun je in principe aan de slag in alle graden<br />

van het secundair onderwijs, zowel algemeen vormend<br />

als technisch, beroeps- en kunstonderwijs. Het<br />

G.P.B. geeft ook toegang tot het volwassenenonderwijs<br />

en is in een aantal gevallen een vereiste in het hoger<br />

onderwijs. Hoe je onderwijsbevoegdheid er precies uitziet,<br />

hangt af van de opleiding die je volgde aan universiteit<br />

of hogeschool. Een gegradueerde Elektromechanica<br />

bijvoorbeeld zal in eerste instantie leraar<br />

technische vakken of beroepsvakken worden. Een ingenieur<br />

zal allicht vooral bevoegd worden voor wetenschappelijke<br />

en/of technologische vakken, een jurist<br />

voor economische of algemeen maatschappelijke vakken,<br />

enz.<br />

“<br />

Elk jaar zien we meer<br />

en meer professionals<br />

hun kennis en ervaring<br />

delen met jongeren of<br />

andere volwassenen<br />

’’<br />

Zoals de graduaten in technologie en management van<br />

ACE kunnen profiteren van de knowhow en de infrastructuur<br />

van de Technologische Hogeschool van<br />

GROEP T, laat de G.P.B. zich duidelijk inspireren door<br />

de onderwijsvernieuwing in GROEP T’s Pedagogische<br />

Hogeschool. Daar is een paar jaar geleden gestart met<br />

de uitbouw van een competentiegerichte lerarenopleiding:<br />

het curriculum wordt geconcipieerd vanuit en<br />

werkt naar de competenties van de startbekwame leraar<br />

toe. Belangrijke kenmerken van deze aanpak zijn: meer<br />

verantwoordelijkheid van de student om zijn/haar leerproces<br />

te sturen, leren al doende, optimale aansluiting<br />

bij de latere beroepspraktijk, producerend leren en<br />

teamwork in projecten, hoor- en werkcolleges met<br />

ondersteunende functie, nieuwe vormen van toetsing,<br />

meer reflectie op het leerproces, een nieuwe rol voor<br />

de docent als coach, verhoogde inzet van ICT, mogelijkheid<br />

tot personalisering van het leertraject en focus<br />

op de lokale en internationale ontwikkelingen in het<br />

lerarenberoep. Doel van dit alles is veranderingsbekwame<br />

leraren op te leiden die soepel kunnen inspelen<br />

op de snel wijzigende omstandigheden in het beroep<br />

en de samenleving.<br />

Modulair en flexibel<br />

De nieuwe G.P.B.-opleiding is geconcipieerd vanuit zes<br />

belangrijke competenties die de leraren in spe voorbereiden<br />

op het professioneel handelen in de klas en in<br />

de school, nl. 1. de leraar als onderwijsdeskundige, dit<br />

omvat o.a. de studie van het onderwijslandschap, basisconcepten<br />

en -opties en de sociale en psychologische<br />

verantwoording ervan, 2. de leraar als opvoeder met<br />

onderdelen uit de opvoedkunde en de psychologie,<br />

3. de leraar als vakinhoudelijk expert, bestaande uit<br />

o.m. didactiek en leerpsychologie, toegepast op het<br />

eigen vakgebied, 4. de leraar als organisator, waarbij de<br />

samenwerkingsvormen in het onderwijs centraal staan,<br />

5. de leraar als communicator met o.m communicatieve<br />

en agogische vaardigheden en het didactisch gebruik<br />

van media en ICT en ten slotte 6. de leraar als professional<br />

tijdens o.m. praktische oefeningen en stages.<br />

Deze zes competenties zijn gegroepeerd in drie grote<br />

modules: een module Communicatieve competenties,<br />

een module Opvoedings- en onderwijscompetenties en<br />

een module Organisatorische competenties. Elke<br />

module bestaat op haar beurt uit een aantal eenheden<br />

die zich richten op specifieke deelcompetenties. In de<br />

eerste module vind je de eenheden agogiek, communicatievaardigheid<br />

en mediakunde. In module 2 tref je de<br />

eenheden opvoedkunde, psychologie, algemene didactiek,<br />

vakdidactiek en stages aan en in module 3 de eenheden<br />

onderwijsdeontologie, onderwijsorganisatie en<br />

-wetgeving.<br />

Iedere eenheid bestrijkt één semester en leidt tot een<br />

deelattest. Wie alle attesten van een module heeft<br />

behaald, ontvangt het certificaat van de module. Heb je<br />

alle modulecertificaten op zak, dan bekom je het<br />

Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid. Op een paar<br />

beperkingen na beslis je zelf over de volgorde van de<br />

modules en de eenheden. De hele opleiding duurt<br />

minimum 4 semesters (2 academiejaren), maar wie dat<br />

wil, kan de studie ook spreiden over 6 semesters.<br />

ACE<br />

11<br />

Vrijstelling<br />

Zoals gezegd, richt de nieuwe G.P.B.-opleiding zich<br />

specifiek tot gediplomeerden van het hoger onderwijs.<br />

Afhankelijk van de studierichting die je eerder volgde<br />

kun je vrijstelling krijgen voor een of meerdere eenheden,<br />

zodat je de studiekeuze nog kunt inkorten. Er zijn<br />

twee inschrijvingsperiodes: een eerste van midden<br />

augustus tot begin oktober (semester 1), een tweede van<br />

1 december tot eind februari (semester 2). De G.P.B.-<br />

opleiding wordt ingericht in de Pedagogische Hogeschool<br />

van GROEP T op Campus Comenius, vlakbij het<br />

station van Leuven.<br />

Y.P.<br />

Stijn Dhert, decaan van de lerarenopleiding is de programmacoördinator van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid.<br />

Meer info op www.groept.be, klik op “opleiding”. De<br />

opleidingsbrochure kun je aanvragen via ace@groept.be<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


ALUMNUS IN DE KIJKER<br />

Als gebaren spreken…<br />

Een beeld zegt meer dan duizend woorden. Zo ook kan een enkel gebaar een wereld van gevoelens tot leven<br />

brengen. Hierin schuilt de geheime kracht van de mime. Het centrum van deze jonge en nog relatief onbekende podiumkunst bevindt zich in<br />

het Vlaams-Brabantse Aarschot. Daar strijken elk jaar in oktober topartiesten en -groepen van over de hele wereld neer voor het<br />

Internationaal Mimefestival. Coördinator van dit uniek evenement is Eva D’Haenens, oud-studente van de Pedagogische Hogeschool.<br />

ALUMNUS - PH<br />

12<br />

Eva studeerde in juni 2002 af als lerares Frans,<br />

Nederlands, Geschiedenis. Daarvoor had zij<br />

bijna vier maanden doorgebracht in Peru.<br />

Hoog in het Andesgebergte in het afgelegen<br />

Calca gaf zij les aan kinderen en volwassenen. Eva –<br />

en met haar nog 2 medestudenten – waren de eersten<br />

die de buitenlandse zelfstandige stage in de Pedagogische<br />

Hogeschool introduceerden. Als echte pioniers<br />

effenden zij het pad voor stageprojecten over de hele<br />

wereld en het praktijksemester in het derde jaar van<br />

de lerarenopleiding.<br />

Na haar studie ging Eva op zoek naar een job waarin zij<br />

zich zowel creatief als organisatorisch kon uitleven.<br />

Na een maand vakantiewerk in een cultureel centrum<br />

in Memphis (USA) meldde Eva zich als vrijwilliger<br />

aan bij de organisatoren van het Internationaal Mimefestival<br />

in haar geboortestad Aarschot. Tijdens de editie<br />

2002 verkocht zij tickets, baatte de boekenshop uit<br />

en klaarde honderdenéén klussen. Toen een paar<br />

maanden later een medewerker de organisatie verliet,<br />

stond er meteen een opvolger klaar. Sinds februari<br />

2003 is Eva coördinator van het festival en rechterhand<br />

van de artistiek directeur.<br />

Volwaardige podiumkunst<br />

”Mime is nog maar een paar jaar officieel erkend als<br />

podiumkunst”, vertelt Eva. “Mime was en is eigenlijk<br />

nog altijd een relatief onbekende kunstvorm. Een en<br />

ander heeft te maken met het feit dat mime aan de vertrouwde<br />

categorieën ontsnapt. Mime is niet hetzelfde<br />

als theater en het is ook niet te groeperen bij dans of<br />

muziek. Het is van alles wat. Omdat mime niet te classificeren<br />

is, hebben heel wat mensen het er moeilijk<br />

mee. Een van de doelstellingen van het Internationaal<br />

Mimefestival bestaat er precies in mime te promoten<br />

als een aparte, volwaardige podiumkunst die een<br />

plaats verdient in het reguliere circuit.”<br />

Het Internationaal Mimefestival was in 2004 aan zijn<br />

achtste editie toe. Marc Crauwels startte het project op<br />

in Antwerpen; sinds drie jaar mag Aarschot zich de<br />

mimestad van België noemen. “De artistiek directeur<br />

slaagt er elk jaar opnieuw in de wereldtop naar hier te<br />

halen”, bevestigt Eva. “In 2004 hadden we groepen uit<br />

15 landen te gast, niet alleen uit Europa, maar ook uit<br />

Rusland en Taiwan. Als eenmaal de selectie is<br />

gemaakt, begint mijn werk: uitnodigingen sturen, contracten<br />

afsluiten, logies zoeken, promotiemateriaal<br />

aanmaken, teksten schrijven, de website onderhouden,<br />

noem maar op. De drukste periode is uiteraard het festival<br />

zelf. Gedurende 10 dagen brengen we 34 opvoeringen<br />

op 3 verschillende locaties in de stad. De programmatie<br />

is zodanig dat wie dat wil alle<br />

voorstellingen kan zien.”<br />

“<br />

Mime is een<br />

universele taal. Wat<br />

ook je leeftijd, cultuur<br />

of achtergrond is,<br />

iedereen begrijpt ze<br />

Kruisbestuiving<br />

’’<br />

”Wie mime nog altijd associeert met witte gezichten,<br />

amateuristisch straattheater of andere clichés, moet<br />

dringend zijn mening herzien”, vindt Eva. “Mime is<br />

in volle ontwikkeling en evolueert mee met de meest<br />

recente stromingen in de visuele kunst. Ik had het al<br />

over de verwevenheid met theater, dans en muziek,<br />

welnu daar is recent ook video bijgekomen. Tijdens<br />

het jongste festival was bijvoorbeeld een productie te<br />

zien van mimespelers én animatiefilmmakers. Samen<br />

creëerden ze een personage: de animatoren visualiseerden<br />

de gedachtewereld ervan en de mime-acteurs<br />

speelden het. Acteren en animatie in interactie, een<br />

boeiend experiment. Maar er zijn nog veel meer interacties,<br />

onder meer met het figurentheater, poppenspel,<br />

masker- en schimmenspel en met het circus. De jongste<br />

tijd winnen de meer experimentele vormen van het<br />

lichamelijk theater veld. Zo hadden we tijdens het festival<br />

een Spaans-Chileense groep te gast die een synthese<br />

bracht tussen de butohdans en het bewegingstheater<br />

wat een heel aparte visuele stijl opleverde.”<br />

Mime-artiesten komen niet alleen uit de meest diverse<br />

kunstrichtingen en disciplines. Een andere bron van<br />

permanente kruisbestuiving is volgens Eva de interculturele<br />

uitwisseling. “Tal van topgezelschappen hebben<br />

een internationale samenstelling. Bovendien reizen<br />

deze groepen de wereld rond en doen overal waar<br />

zij komen inspiratie op. Neem bijvoorbeeld het Shang<br />

Orienttheatre uit Taiwan. De artistiek directeur ervan<br />

studeerde in Parijs en werkte met artiesten uit Frankrijk<br />

en Oost-Europa. Dat is in de producties ook heel<br />

goed te zien. Deze groep verenigt Europese mimetechnieken<br />

met Chinese Taiji Quan en Qi-Gong en verwerkt<br />

ook symbolen uit het taoisme, het confucianisme<br />

en het boeddhisme in een schitterend mimisch<br />

drama. Het optreden van deze groep was een van de<br />

hoogtepunten van het jongste festival.”<br />

Jong talent<br />

Als coördinator van het festival is Eva ook nauw<br />

betrokken bij de Pinokkioprijs. “Met deze prijs willen<br />

we jong talent opsporen en beginnende artiesten een<br />

duwtje in de rug geven”, zegt Eva. “Aan deze prijs werken<br />

organisaties mee uit België, Frankrijk, Spanje,<br />

Duitsland en Tsjechië. De preselectie van de kandidaten<br />

gebeurt in hun land, de finale heeft plaats tijdens<br />

het festival. De winnaars uit de preselecties brengen<br />

dan hun voorstelling in première voor het publiek en<br />

een internationale jury. De winnaar ontvangt 3 000<br />

euro en krijgt de kans om in ieder land tweemaal een<br />

productie op te voeren.” Elk jaar bezoekt Eva de partnerorganisaties<br />

om de nodige afspraken te maken voor<br />

de preselecties en de finale. In de mate van het mogelijke<br />

probeert ze ook andere belangrijke mime- en<br />

theaterfestivals in Europa bij te wonen.<br />

De voorbije editie van het Internationaal Mimefestival<br />

in Aarschot telde ruim 8 000 bezoekers, een derde<br />

meer dan drie jaar geleden. Veelbelovend vindt Eva<br />

dat het publiek almaar jonger wordt en internationaler.<br />

Het bewijst dat het festival aanslaat en mime stilaan<br />

de aandacht krijgt die ze verdient. “Mime is een<br />

universele taal. Wat ook je leeftijd, cultuur of achtergrond<br />

is, iedereen begrijpt ze. Mime is ook magie die<br />

inspeelt op je onderbewuste en emoties en associaties<br />

in je oproept die vreemd maar ook herkenbaar zijn.<br />

Maar mime is bovenal creativiteit. Waar zoëven niets<br />

was, wordt vóór je ogen een nieuwe wereld geschapen<br />

en vult de leegte zich met beelden en gevoelens. Dit<br />

scheppingsverhaal begint niet met het woord, in dit<br />

verhaal spreekt het gebaar”, aldus Eva.<br />

Meer info op www.mime.be<br />

Y.P.<br />

Eva D’Haenens, oud- studente van de Pedagogische Hogeschool, is coördinator van het Internationaal Mimefestival. De voorbije editie in oktober 2004 telde ruim 8 000 bezoekers.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


Peter Sterck bouwde zijn bedrijf uit tot nummer 1 in België op het gebied van software-testing.<br />

ALUMNUS IN DE KIJKER<br />

Peter Sterck:<br />

ondernemer & kasteelheer<br />

ALUMNUS - TH<br />

13<br />

“Een ondernemer kun je niet maken, wel wakker maken”, is één van de oneliners van Peter Sterck. Deze<br />

elektronica-ingenieur nam in 1993 het bedrijfje waar hij werkte over en bouwde het uit tot nummer 1 in België op het gebied van<br />

software-testing. Sinds 1999 resideren Peter en zijn medewerkers in een charmant kasteel even buiten Leuven. Inmiddels is ook de<br />

kasteelheer in hem wakker geworden en heeft hij in zijn domein z’n tweede passie gevonden.<br />

In 1986 studeerde Peter bij GROEP T af als ingenieur<br />

Elektronica in de toenmalige afstudeerrichting<br />

Telecommunicatie. Zijn keuze voor GROEP T vier<br />

jaar eerder was vlug gemaakt: “Na een dagje les<br />

volgen en een avondje fuiven bij Industria stond m’n<br />

besluit vast. Bij GROEP T vond ik de geknipte combinatie<br />

van studie en het studentikoze, van ernst en plezier.<br />

Ook de opleiding zelf sprak mij aan, vooral dan de<br />

mix van technologie, management en communicatie,<br />

de aandacht voor teamwerk, de balans tussen theorie<br />

en praktijk en uiteraard de contacten met de ondernemingen”.<br />

Peter liet zich ook niet onbetuigd in het studentenleven;<br />

in zijn laatste jaar schopte hij het zelfs tot<br />

vice-preses van Industria.<br />

Na GROEP T en een Maîtrise en Administration d’Entreprise<br />

aan de UCL ging Peter aan de slag bij CMB in<br />

Antwerpen als business analyst. Hij creëerde er software<br />

om containertrafieken over de hele wereld in<br />

kaart te brengen. “Interessant werk was het zeker,<br />

alleen mag het niet te lang duren”, aldus Peter. “Na<br />

twee jaar op kantoor wou ik naar buiten, de commerciële<br />

toer op. Via via en met wat geluk kwam ik in contact<br />

met Performance Software, een Engels bedrijf dat<br />

net een verkoopafdeling in Haasrode had opgezet en<br />

op zoek was naar een sales manager om zijn software<br />

testprogramma’s in de Benelux de verdelen.”<br />

Van product naar dienst<br />

Peters carrière als sales manager was maar van korte<br />

duur want na amper één jaar hield Performance Software<br />

het in de Benelux voor bekeken. “Onze producten<br />

waren erg toekomstgericht en in de toenmalige IT-sector<br />

moeilijk te verkopen”, legt Peter uit. “Bovendien zaten<br />

we begin van de jaren 90 in een dieptepunt in de ITmarkt.<br />

Toch voelde ik bijna intuïtief aan dat zich hier<br />

een unieke opportuniteit voordeed. Daarom stelde ik<br />

het bedrijf voor om de activiteiten in Haasrode op zelfstandige<br />

basis voort te zetten.”<br />

Na het fiat uit Engeland werd Performance Software in<br />

Haasrode omgedoopt tot PS_Testware en veranderde<br />

Peter zijn visitekaartje in chief executive officer. Aanvankelijk<br />

bleef het nieuwe bedrijfje in eerste instantie<br />

een distributeur van software testtools, maar na twee<br />

jaar gooide Peter het roer helemaal om en begon als eerste<br />

in België met het aanbieden van diensten. Hij maakt<br />

hieromtrent de volgende vergelijking: “Het is niet omdat<br />

je een goede hamer hebt, dat je ook een professionele<br />

schrijnwerker of meubelmaker bent. Dat was precies het<br />

probleem waarmee we geconfronteerd werden. Wij hadden<br />

uitstekend gereedschap maar er waren geen vaklui<br />

die ermee aan de slag konden. Dus besloten we geen<br />

hamers meer te verkopen maar wel schrijnwerkers op<br />

te leiden.”<br />

Eind 1995 pakt PS_Testware uit met een nieuwe methodologie<br />

gebaseerd op het V-model van Glenford Myers.<br />

De basisidee is dat je met het testen van software niet<br />

moet wachten tot het hele programmeerwerk klaar is,<br />

maar dat je in elke fase van het ontwikkelingsproces in<br />

een aangepaste testing voorziet. “Software ontwikkelen<br />

kost handenvol geld en zelfs een kleine fout kan grote<br />

gevolgen hebben. Die fouten hoeven trouwens niet<br />

altijd van technische of programmatorische aard te zijn.<br />

Veel loopt mis omdat de ontwikkelaars onvoldoende<br />

rekening houden met of te weinig weten van de precieze<br />

behoeften van de klant. Ze leveren dan wel een in<br />

technisch opzicht perfect product af, maar de klant is<br />

toch niet tevreden. Onze testmethodiek is erop gericht<br />

om ook dergelijke fouten te voorkomen.”<br />

Parallel proces<br />

Ontwikkelen en testen gaan volgens Peter hand in<br />

hand. “Stel iemand wil CD’s via het internet verkopen<br />

en bestelt hiervoor de nodige software. Welnu, dan<br />

bestaat de eerste taak van de ontwikkelaar erin de ‘user<br />

requirements’ zo precies mogelijk in kaart te brengen:<br />

waaraan heeft de klant in kwestie juist behoefte?<br />

Daarna volgen de logische analyse en de fysische analyse<br />

en pas dan begint het technische gedeelte, met<br />

name het programmeren en het schrijven of genereren<br />

van de code. Onze methodologie bestaat erin om naast<br />

het ontwikkelingstraject ook een parallel testparcours<br />

uit te tekenen waarbij in elke fase ook een passende testing<br />

gebeurt. In de eerste fase zijn dat vooral acceptatietests<br />

en systeemtests gelinkt aan de business, de specifiek<br />

technische tests komen pas later. Software testen<br />

is dus heel wat meer dan debugging, het is van bij het<br />

begin actief meedenken in het proces.”<br />

Peters ommezwaai in 1995 heeft het bedrijf geen windeieren<br />

gelegd. PS_Testware telt inmiddels al 55 medewerkers<br />

en kent zelfs in deze barre economische tijden<br />

een jaarlijkse groei van 10%. Naarmate zijn onderneming<br />

groeide, zag Peter zijn rol evolueren van ondernemer<br />

naar manager. Daarom besloot hij om vanaf<br />

1 oktober 2004 het dagelijks beheer toe te vertrouwen<br />

aan een opvolger. Hijzelf werd voorzitter van de raad<br />

van bestuur waardoor hij met meer afstand op de zaken<br />

kan toezien.<br />

Kasteel met domein<br />

In 1998 betrok PS-Testware kasteel de Bunswyck even<br />

buiten Leuven. Een klein software bedrijf in een klassiek<br />

kasteel met domein, het leek wel op grootheidswaanzin,<br />

maar Peter wist goed wat hij deed. “Mijn eerste<br />

plan bestond erin om een campus te creëren voor<br />

opleidingen en R & D, een plaats waar ook andere<br />

bedrijven in onze branche zich zouden komen vestigen,<br />

vergelijkbaar met de technologievalleien die toen<br />

overal in Vlaanderen verschenen.” Zo’n Testing Hill<br />

Campus is er evenwel nooit gekomen, daarvoor was en<br />

is nog altijd de concurrentie in de sector te groot. Dus<br />

kregen kasteel en domein de Bunswyck een nieuwe<br />

bestemming als centrum voor seminaries, congressen,<br />

vergaderingen en recepties. Een oase van rust en groen<br />

aan de drukke Tiensesteenweg op een boogscheut van<br />

het stadscentrum. De ondernemer begon een tweede<br />

carrière als kasteelheer.<br />

Y.P.<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


CULTUUR OP DE CAMPUS<br />

Parelduiken in Vlaams-Brabant<br />

Vanaf 22 februari tot 17 maart 2005 biedt GROEP T aan haar studenten en personeel een cultureel festival aan:<br />

Parelduiken in Vlaams-Brabant. Een maand lang, bijna dagelijks, worden taal en andere studenten verwend met workshops,<br />

tentoonstellingen, demonstraties, ... Manuela Caniato en Anna Selga Feixas, beide taaldocenten en organisatrices van het festival, vertellen.<br />

Parelduiken in Vlaams-Brabant<br />

Dinsdag 22 februari:<br />

Duitse oude textieltechnieken zijn opnieuw in de<br />

mode. Atrium Vesalius vanaf 18uur<br />

Woensdag 23 februari:<br />

Cineforum: Pane e tulipani van Silvio Soldini.<br />

Monseigneur Sencie Instituut 00.08 om 19u45uur<br />

Donderdag 24 februari:<br />

Culinair treffen België-China: Chinezen aan zet.<br />

Atrium Vesalius vanaf 18uur<br />

Vrijdag 25 februari:<br />

Thaise voetmassage, of hoe kleinkinderen hun<br />

grootouders verwennen. Atrium Vesalius vanaf<br />

12uur<br />

EVENT<br />

14<br />

We bieden een heel gevarieerd programma”,<br />

zegt Anna. “De boekenbeurs<br />

die vorig jaar een onverwacht succes<br />

was, wordt dit jaar grootser opgevat. We<br />

zorgen voor tweedehandsboeken in acht verschillende<br />

talen en, jawel, er zullen ook boeken zijn in het Chinees<br />

en in Thai. Voor de studenten Nederlands zal er<br />

worden samengewerkt met de toeristische dienst van<br />

Leuven. Ze waren meteen bereid een aangepast programma<br />

te maken. Verder realiseren we dit jaar een<br />

idee dat al lang leeft onder de Spaanse studenten:<br />

Argentijnse tango. De cursussen salsa in Leuven zijn<br />

ondertussen niet meer te tellen; maar Argentinië heeft<br />

ook een heel eigen dansstijl te bieden, en daarvan zullen<br />

de studenten nu mogen proeven. We hebben dit<br />

jaar onze inspiratie gehaald uit de oude kolonies. Voor<br />

Spaans en Engels was dat niet zo moeilijk, maar voor<br />

Frans heeft het méér voeten in de aarde gehad. De<br />

Franse taal is nog heel levendig in de Magreblanden,<br />

een streek waar ik via mijn werk als lerares Arabisch<br />

in Mechelen heel wat voeling mee heb. Maar van de<br />

Franse cultuur is er na het vertrek van de kolonisator<br />

niet meer zo veel overgebleven. Uiteindelijk hebben we<br />

een percussionist, werkzaam in Brussel, bereid gevonden<br />

de cursisten Frans op verschillende workshops<br />

Magrebijnse percussie op de derbouka, de rik, of de tar<br />

te vergasten.”<br />

“Voor de Engelse studenten hebben we ook de mosterd<br />

van overzee gehaald”, vervolgt Manuela. “Verder heb<br />

ik twee bijzonder interactieve belevenissen gepland.<br />

Voor Chinees, een kookwedstrijd, en voor Italiaans een<br />

avond over design, waarbij een tentoonstelling opgezet<br />

zal worden door de hele GROEP T - populatie zelf. Italiaans<br />

design vinden we overal, ook in de Vlaamse<br />

huiskamers. Het festival zal geopend worden met een<br />

programma voor de Duitse cursisten: een workshop<br />

waar ze kunnen werken met vilt dat we kennen van de<br />

Kerst- en andere <strong>versie</strong>ringen.”<br />

Nele Verhenne<br />

Maandag 28 februari:<br />

Polyglotte boekenbeurs. Atrium Comenius vanaf<br />

12uur, Atrium Vesalius vanaf 15uur<br />

Dinsdag 1 maart:<br />

Italiaans design binnen handbereik. Atrium Vesalius<br />

vanaf 18uur<br />

Donderdag 3 maart:<br />

Culinair treffen België-China: Belgische boter bij<br />

de vis. Atrium Vesalius vanaf 18uur<br />

Maandag 7 maart:<br />

Charmant Leuven voor anderstaligen. Atrium<br />

Vesalius 18u en Leuven Centrum vanaf 18.50uur<br />

Maandag 7 maart:<br />

Cineforum: La lingua del santo van Carlo Mazzacurati.<br />

Monseigneur Sencie Instituut 00.08 om<br />

19u45uur<br />

Dinsdag 8 maart:<br />

Magrebijnse percussie. Atrium Vesalius vanaf 18uur<br />

Donderdag 10 maart:<br />

Culinair treffen België-China: Chinezen laten het<br />

niet koud worden. Atrium Vesalius vanaf 18uur<br />

Dinsdag 15 maart:<br />

Australian national games. Atrium Vesalius vanaf<br />

18uur<br />

Woensdag 16 maart:<br />

Argentijnse tango voor beginners. Atrium Vesalius<br />

vanaf 18uur<br />

Donderdag 17 maart:<br />

Culinair treffen België-China: Belgen hakken in de<br />

pan. Atrium Vesalius vanaf 18uur<br />

REALIA<br />

NIEUW BIJ GROEP T<br />

Luc Vandeurzen, docent Technologische<br />

Hogeschool<br />

Geert Van Aerschot, lector Pedagogische<br />

Hogeschool<br />

Nele Van Dael, praktijklector Pedagogische<br />

Hogeschool<br />

Bram Janssens, medewerker IT-team<br />

Jonas Hermans, medewerker IT-team<br />

Maaike Schunselaar, medewerker IT-team<br />

Ilse Vandormael, medewerker IT-team<br />

Kevin Vaesen, medewerker IT-team<br />

Roman Nekrashevych, medewerker Faciliteiten<br />

OP STUDIEDAG<br />

C. Block (TH – eenheid Materie) nam deel aan:<br />

- IFEST Beurs en lezing Eco-efficiëntie in<br />

Flanders Expo-Gent op 19.10.2004;<br />

- de conferentie Engineering Education in<br />

Sustainable Development aan de Universidad<br />

de Catalonia – Barcelona van 27 tot<br />

29.10.2004.<br />

J. Cauwerts (TH – eenheid Informatie) woonde<br />

de “Brussels SQL server day” bij op 26.10.2004.<br />

P. Daman (eenheid Administratie & Financiën)<br />

nam deel aan de studiedag “Tewerkstelling van<br />

buitenlandse werknemers in België” bij Kluwer<br />

– Diegem op 02.12.2004.<br />

J. De Graeve (Algemeen Directeur), J. Van Maele<br />

en Li Wei (eenheid Strategie & Communicatie)<br />

waren van 13 tot 23.12.2004 op werkbezoek in<br />

Thailand. Zij voerden gesprekken met o.a.<br />

UNESCO, Thammasat University, het Ministerie<br />

van Onderwijs, dr. Tong-In (Algemene<br />

vergadering GROEP T) en verschillende<br />

academici en opinion leaders in het kader van<br />

het Research Fellowship van J. De Graeve.<br />

S. Dhert en J. Heyvaert (decanen PH) namen deel<br />

aan de conferentie “Lerarenopleiders<br />

professionaliseren”, georganiseerd door VELON<br />

in Gent op 15.10.2004.<br />

S. Dhert (decaan PH) nam deel aan de studiedag<br />

“Hoe stuurbaar is ons onderwijs?” aan de<br />

K.U.Leuven op 16.09.2004.<br />

A. François (TH – eenheid Materie) nam deel<br />

aan:<br />

- “Herkennen en classificeren van<br />

spuitgietfouten” bij de Vlaamse<br />

Ingenieurskamer in Wommelgem op<br />

08.11.2004;<br />

- de Chinadag bij Kunststof en Rubber<br />

Veldhoven – Eindhoven op 19.11.2004;<br />

- de workshop “Indienen van een<br />

onderzoeksproject” aan de K.U.Leuven op<br />

24.11 en 01.12.2004.<br />

J. Gevaert, (PH – eenheid Humane Wet.) nam<br />

deel aan:<br />

- de lectorenvergadering NC-zedenleer in<br />

Brussel op 07.10.2004;<br />

- de studiedag “Goede minnaars” bij JIP &<br />

Jeugddienst – Mechelen op 16 en 17.10.2004.<br />

A. Jans (TH – eenheid Fysica) werkte mee aan<br />

de wetenschappelijke stand over Mars tijdens<br />

“125 jaar Belang van Limburg” in Hasselt op 30<br />

en 31.10 en 01.11.2004.<br />

R. Kelchtermans (PH – eenheid Humane Wet.).<br />

Woonde de info-avond over ADHD bij aan het<br />

Centrum Zit Stil in Heverlee op 07.12.2004.<br />

H. Loenders (PH – eenheid Humane Wet.) nam<br />

deel aan de studiedag “Inclusief onderwijs. Tips<br />

voor en door ouders” in Leuven op 05.10.2004.<br />

G. Meurrens (PH – eenheid Expressie) nam deel<br />

aan “De seizoenen door dansen”, georganiseerd<br />

door het Centrum Permanente Vorming –<br />

Antwerpen op 09.11.2004.<br />

H. Renders (eenheid Energie) nam deel aan de<br />

“Scores workshop Systems Control and<br />

Optimalization Services” in Leuven op 12 en<br />

13.10.2004.<br />

C. Schuttyser (TH – eenheid Informatie) nam<br />

deel aan de Silica Seminar Day in Beersel op<br />

19.10.2004.<br />

A. Schollen (ACE-Talen) woonde het Colloquium<br />

“De-mystifying the European Language<br />

Portfolio” bij, georganiseerd door de British<br />

Council in Brussel op 01.12.2004.<br />

F. Stroobans (TH – eenheid Biologie) nam deel<br />

aan de studiedag “The health is on” in het<br />

Congrescentrum van Turnhout op 20.11.2004.<br />

H. Van de Water (PH – eenheid Wetenschappen)<br />

nam deel aan “Sensoren en beveiliging” bij CNO<br />

Antwerpen op 17.11.2004.<br />

R. Van der Auwera (PH – eenheid L.O.) nam deel<br />

aan de “Dag van de Trainer” bij BLOSO in Gent<br />

op 18.12.2004.<br />

J. Van Maele (eenheid Strategie &<br />

Communicatie), E. Schoeters (TH – eenheid<br />

Communicatie), B. Meeus (PH – eenheid<br />

Humane Wet.) en J. Caluwaerts (PH – eenheid<br />

Talen) namen op 09.12.2004 deel aan de<br />

studiedag van de Vlaamse UNESCO Commissie<br />

over de conventie die UNESCO voorbereidt<br />

over culturele diversiteit.<br />

A. van Uffelen (PH – eenheid L.O.) nam deel<br />

aan:<br />

- “Fitness tussen muzen” op 30.09.2004;<br />

- de voorbereiding “100 Sportprikkels 2005”<br />

op 21.10.2004 bij SVS-BLOSO in<br />

Hasewinkel;<br />

- de coördinatievergadering BVLO in Gent op<br />

21.10.2004.<br />

N. Verboven (PH – eenheid Talen) nam deel aan<br />

de nascholing Frans voor onderwijzers op<br />

24.11.2004.<br />

L. Vingerhoets (PH – eenheid Wetenschappen)<br />

en A. Jans (TH – eenheid Fysica) namen deel<br />

aan het Wetenschapsfeest in Hasselt van 22 tot<br />

24.10.2004.<br />

W. Vuylsteke (TH – eenheid Energie) volgt de<br />

opleiding “Arbeidsveiligheid niveau 2” bij<br />

Lucina in Leuven.<br />

M. Willems (PH – eenheid Humane Wet.) nam<br />

deel aan de studiedag “Interreligieus leren op de<br />

basisschool”, georganiseerd door het Instituut<br />

voor Katholiek Onderwijs in Nijmegen op<br />

10.11.2004.<br />

GASTDOCENTEN – TH<br />

E. Verhenne, FAVV: “Voedselveiligheid en<br />

traceerbaarheid” (18.11.2004).<br />

L. Beckers, directeur Audit Supply Global:<br />

“Distributiemodellen” (24.09.2004).<br />

J. Vanthienen, K.U.Leuven : “Introductie<br />

informatiesystemen” (05.10.2004).<br />

K. Van Doorselaer, Hogeschool<br />

Antwerpen:”Design met kunststoffen”<br />

(12.10.2004).<br />

T. Tollenaere, software ingenieur:<br />

“Ontwikkelmethodologieën van software”<br />

(26.10.2004).<br />

V. Fonderie, QA Manager IMEC: “Kwaliteitszorg”<br />

(17.11.2004).<br />

I. Dresselaers, consultant Deloitte & Touche:<br />

“Entrepreneurship” (19.11.2004).<br />

A. Pardon, hoofd veiligheid IMEC: “Learning<br />

from accidents” (24.11.2004).<br />

G. De Meutter, managing director Connecto:<br />

“Getuigenis van een alumnus-ondernemer”<br />

(29.11.2004).<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


JOB- EN PROJECTENBEURS<br />

23 februari 2005:<br />

ondernemersdag!<br />

Studenten, docenten en ondernemers zijn de drie “natuurlijke” partners van GROEP T’s ingenieursopleiding.<br />

Een van de topdagen van dit partnership is ongetwijfeld de jaarlijkse ondernemersdag. De hele campus wordt dan één groot forum<br />

voor contacten en gesprekken. De editie 2005 heeft plaats op woensdag 23 februari.<br />

De ondernemersdag wil studenten, docenten<br />

en ondernemers met elkaar in contact brengen<br />

met het oog op de rekrutering van<br />

nieuwe medewerkers en/of samenwerking<br />

in het kader van projecten, eindwerken en stages. Het<br />

concept is dus dubbel. Aan de ene kant is de ondernemersdag<br />

een jobmarkt voor de laatstejaars van de ingenieursopleiding,<br />

van het masterprogramma e-Media en<br />

van de graduaten van ACE, GROEP T’s Centrum voor<br />

Volwassenenonderwijs. Aan de andere kant is de<br />

ondernemersdag ook een projectenmarkt met als doelgroep<br />

de voorlaatstejaarsstudenten ingenieur die in het<br />

tweede semester uitkijken naar een onderwerp voor<br />

hun eindwerk, bij GROEP T niet toevallig “Ondernemingsproject”<br />

genoemd. Maar ook wie na zijn opleiding<br />

bij GROEP T verder wil studeren vindt zijn/haar<br />

gading op de ondernemersdag: verschillende universiteiten<br />

en hogescholen verstrekken er informatie over<br />

hun voortgezette opleidingen.<br />

Internationaal karakter<br />

Aan de editie 2004 namen vijftig bedrijven deel. Al bij<br />

al geen slechte opkomst gelet op het krimpende<br />

jobaanbod op de arbeidsmarkt. Bij de deelnemers niet<br />

alleen multinationals, maar ook KMO’s, selectiebureaus,<br />

banken en overheidsdiensten. Dankzij de medewerking<br />

van VOKA – Kamer van Koophandel van het<br />

arrondissement Leuven die de ondernemersdag patroneert<br />

was ook in 2004 de Leuvense bedrijfswereld<br />

goed vertegenwoordigd met o.m. Donaldson, Egova,<br />

ICOS, Imec, Terumo Europe,…<br />

Overigens is de ondernemersdag geen specifiek<br />

Vlaams evenement meer. De aanwezigheid van de vele<br />

buitenlandse studenten, van wie de meerderheid uit<br />

Azië, geeft aan het gebeuren een internationaal karakter.<br />

Zij vormen een interessante doelgroep voor de<br />

ondernemingen die op internationale schaal werken.<br />

Een aantal bedrijven die in Azië actief zijn, waren in<br />

2004 vertegenwoordigd door de Belgian Chinese Economic<br />

and Commercial Council.<br />

CV’s en profielen<br />

Cruciaal voor het welslagen van de ondernemersdag<br />

is de voorbereiding van de deelnemers. Daar wordt<br />

dan ook bijzondere aandacht aan besteed. Zo kunnen<br />

de ondernemers vooraf de C.V.’s van de laatstejaarsstudenten<br />

ingenieur en van de ACE-cursisten online<br />

consulteren. Dit stelt hen in staat om vooraf interessante<br />

kandidaten op het spoor te komen en eventueel<br />

al een afspraak met hen te maken. Dit voorkomt tijdverlies<br />

en maakt een minutieuse planning van de<br />

ondernemersdag mogelijk.<br />

Maar ook de studenten komen niet onbeslagen op het<br />

ijs. Zij kunnen vooraf de bedrijfsprofielen van de deelnemers<br />

inkijken om zich te informeren over wie wie<br />

zoekt en hoe het job- en projectenaanbod er concreet<br />

uitziet. Tijdens de communicatieseminaries in de<br />

hogeschool leren de studenten bovendien hoe je een<br />

goed CV opstelt en een sollicitatiegesprek voert. Voor<br />

wie zich daar nog verder in wil bekwamen, wordt er<br />

tijdens de ondernemersdag zelf een sollicitatietraining<br />

georganiseerd, verzorgd door een professioneel selectiebureau.<br />

Want hoe belangrijk jobsites en online solliciteren<br />

ook zijn, een gesprek van mens tot mens blijft<br />

nog altijd de beste manier om je toekomstige werknemer<br />

of werkgever te kiezen. Het succes van de ondernemersdag<br />

is daar telkens opnieuw het bewijs van.<br />

Y.P.<br />

De ondernemersdag start om 13 uur en duurt tot<br />

17 uur. Ondernemingen kunnen zich inschrijven via<br />

www.groept.be, klik op “ondernemersdag”.<br />

Wil je INGENIEUR of<br />

LERAAR (m/v) worden?<br />

Kom het nu al eens<br />

beleven!<br />

Een infodag die je moet méé-maken:<br />

Woensdag 23 februari 2005<br />

(tijdens Ondernemersdag)<br />

zaterdag 19 maart 2005<br />

zaterdag 16 april 2005<br />

zaterdag 21 mei 2005<br />

zaterdag 25 juni 2005<br />

zaterdag 27 augustus 2005<br />

zaterdag 17 september 2005<br />

telkens van 13.30 uur tot 17.30 uur<br />

op campus Vesalius, Vesaliusstraat 13,<br />

3000 Leuven<br />

WAT MAG JE VERWACHTEN?<br />

een individueel onthaal<br />

activiteiten en gesprekken in kleine teams<br />

interactieve demo’s en leerbelevenissen<br />

persoonlijk contact met docenten<br />

begeleiding door studenten<br />

alle info over de bachelor/masterstructuur<br />

een voorsmaakje van onze cultuurparels<br />

een leuke verrassing na afloop<br />

EVENT<br />

15<br />

RESERVEER JE INFODAG<br />

Bel: 016-30 10 30<br />

E-mail: groept@groept.be<br />

Surf naar: www.groept.be, klik op “Infodagen”<br />

Ook ouders, vriend of vriendin zijn welkom!<br />

J. Cumps, consultant Faros: “Workflow<br />

management” (30.11.2004).<br />

M. Mommaerts, CEO Software Holding &<br />

Finance: “Getuigenis van een alumnusondernemer”<br />

(30.11.2004).<br />

S. Mulier, alumnus: “Getuigenis van een<br />

alumnus-ondernemer” (30.11.2004).<br />

J. De Clippeleir, technical manager Basell: “Case<br />

study kunststoffen” (14.12.2004).<br />

P. Moreau, MOS-begeleider: “MOS: structuur en<br />

stappenplan” (18.10.2004).<br />

GASTSPREKERS – PH<br />

PROJECT II, 2: INTERCULTUREEL<br />

ONDERWIJS – TWEEDE JAAR<br />

E. Berinyuy Ngaikpu, Integratiedienst Leuven<br />

(15.12.2004).<br />

M. Khalidova, Integratiedienst Leuven<br />

(15.12.2004).<br />

N. Puertas, Integratiedienst Leuven<br />

(15.12.2004).<br />

S. Mahani, Integratiedienst Leuven<br />

(15.12.2004).<br />

R. Ronak, Integratiedienst Leuven (15.12.2004).<br />

L. Van Belleghem, VLIO (13, 16 en 17.12.2004).<br />

T. Roose, Alians, Studio Globo-Gent (16 en<br />

17.12.2004).<br />

R. Verbist, Muzieklabyrint – Mechelen<br />

(16.12.2004).<br />

F. Ramon, Studio Globo – Brussel (13.12.2004).<br />

H. Martens, Djapo-Alken (21.12.2004).<br />

B. Cuppens, Djapo – Alken (21.12.2004).<br />

PROJECT III, 2: OMGEVING VAN DE<br />

SCHOOL (DERDE JAAR)<br />

Lot Lippeveld, directie GPB-Turnhout<br />

(16.12.2004).<br />

Marcel Van Hellemond, vertegenwoordiger KBC-<br />

Leuven (16.12.2004).<br />

PROJECT III, 3: OVER DE GRENZEN (DERDE<br />

JAAR)<br />

C. Bols, leraar L.O.: “Multiculturalisme en sport”<br />

(11.10.2004).<br />

E. Roossens, K.U.Leuven : “Onderwijs en<br />

multiculturaliteit” (11.10.2004).<br />

J. De Roy, coördinator Brussel-Variant: “De<br />

Brussel-Variant” (11.10.2004).<br />

D. Bunkens, leraar NT2: “De Brussel-Variant<br />

(11.10.2004).<br />

H. Sezgin, integratieambtenaar Leuven:<br />

“Integratie en onthaalklassen (11.10.2004).<br />

ANDERE GASTDOCENTEN<br />

E. Triest: Swijsen Infoboek: “Schatkist rekenen”<br />

(16.11.2004).<br />

B. Smulders, Natur-Natur: “Muurklimmen”<br />

(25.11.2004).<br />

I. Vervaeke, K.U.Leuven : “In vitro lab”<br />

(18.12.2004).<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN – TH<br />

BEDRIJFSBEZOEKEN 2 DE KANDIDAATSJAAR<br />

<strong>Groep</strong><br />

1. INTERBREW – Leuven<br />

2. BP CHEMBEL – Geel<br />

3. SCHERING PLOUGH – Heist-op-den-Berg<br />

(03.12.2004)<br />

4. DSM SPECIALITY COMPOUNDS – Genk<br />

(08.12.2004)<br />

5 BROUWERIJ HAACHT – Boortmeerbeek<br />

(21.10.2004)<br />

6. TUPPERWARE BELGIUM – Aalst<br />

(25.11.2004)<br />

7. PB GELATINS – Vilvoorde (29.10.2004)<br />

8. ALCON BELGIUM – Puurs (17.12.2004)<br />

9. TESSENDERLO CHEMIE – Tessenderlo<br />

(09.11.2004)<br />

10. DUVEL MOORTGAT – Breendonk<br />

(02.12.2004)<br />

ANDERE ACTIVITEITEN<br />

Teambuildingsdagen Elektronica (van 26 tot<br />

28.10.2004). Organisatie: V. Van Rompaey en<br />

D. Serré (eenheid Communicatie) en A. Van<br />

Haesendonck, L. Janssens, A. Stynen en J. Van<br />

Aken (eenheid Informatie).<br />

InBev-Leuven (24.11 en 10.12.2004).<br />

Organisatie: I. Vanderwegen en G. Waeyenberg<br />

(eenheid Management).<br />

Watermolen Rotselaar (06.10.2004). Organisatie:<br />

T. Nobels (eenheid Energie).<br />

Kunststoffenbeurs Düsseldorf (22.10.2004).<br />

Organisatie: A. François (eenheid Materie).<br />

Werkbezoek IFEST - Gent (22.10.2004).<br />

Organisatie: P. Lievens (eenheid Leven).<br />

Waterzuiveringsinstallatie Interleuven<br />

(08.11.2004). Organisatie: C. Block (eenheid<br />

Materie).<br />

MOS-projecten in Halle, Ternat (08 en<br />

21.11.2004). Organisatie: F. Stroobans (eenheid<br />

Biologie).<br />

Vakbeurs Aandrijftechniek – Expo Namen<br />

(01.12.2004). Organisatie: H. Renders (eenheid<br />

Energie).<br />

Studiebezoek rioolwaterzuivering Kessel-Lo<br />

(07.12.2004). Organisatie: P. Lievens (eenheid<br />

Leven).<br />

EXTERNE ACTIVITEITEN - PH<br />

Wateronderzoek en bezoek educatief centrum NME<br />

(18.10.2004). Organisatie: F. Stroobans<br />

(eenheid Wetenschappen).<br />

Praktijkseminarie groenten en fruitteelt bij Horteco-<br />

Vilvoorde (20.10.2004). Organisatie: P. Sieuw<br />

(eenheid Wetenschappen).<br />

Bodemkundige dienst van België K.U.Leuven<br />

(21.10.2004). Organisatie: P. Sieuw (eenheid<br />

Wetenschappen).<br />

Tentoonstelling “Historisch tijdperk” in<br />

Provinciehuis (26.10.2004). Organisatie: K.<br />

Vercammen (eenheid Humane Wet.).<br />

Earth Education VME Centrum (10 en<br />

29.11.2004). Organisatie: G. Meurrens (eenheid<br />

Expressie).<br />

In vitro oefening K.U.Leuven (18.11.2004).<br />

Organisatie: P. Sieuw (eenheid Wetenschappen).<br />

Bezoek nulenergiebalanswoning (19.11.2004).<br />

Organisatie: J. De Cuyper (eenheid<br />

Wetenschappen).<br />

Bezoek Cofabel/John Deer – Erps-Kwerps<br />

(03.12.2004). Organisatie: P. Sieuw (eenheid<br />

Wetenschappen).<br />

GROEP T – Leuven Hogeschool<br />

Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven<br />

tel. 016-30 10 30 – fax 016-30 10 40<br />

e-mail: interview@groept.be http://www.groept.be<br />

14de jaargang, nr. 2, 19 januari 2005<br />

INTERVIEW verschijnt vier keer per<br />

academiejaar<br />

Verantwoordelijke uitgever:<br />

Johan De Graeve,<br />

Vesaliusstraat 13, 3000 Leuven<br />

Hoofdredactie: Yves Persoons<br />

Redactiesecretariaat: Martine Groffils<br />

Interview on-line: Seany Geuns<br />

Redactieraad: Arthur D'Huys, John Caluwaerts,<br />

Guido Vercammen, Stijn Dhert, Paul Goossens, Luc<br />

Geurts, Wim Polet, Jan Van Maele, Kristien Van<br />

Hoegaarden, Nele Verhenne, Ruben Huylenbroeck<br />

Engelse vertaling: Martin Hughes - English<br />

Excellence Team<br />

Foto ’ s: Filip Van Loock<br />

Vormgeving: EDISON, Leuven, 016-29 24 00<br />

Drukkerij: Artoos, Kampenhout<br />

Oplage: 23.000 exemplaren<br />

Wettelijk Depot: D/2005/2134/3<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005


INTERNATIONAL<br />

16<br />

A delegation from the Beijing Jiaotong University (BJTU), led bij President Tan Zhenhui, visited GROUP T. From left to right: Mr. Liu Rui, Foreign Affairs Officer BJTU; Mr. Wim Polet, Foreign<br />

Affairs Officer GROUP T; Mr. Liu Guanglei, Director of the School of Distance Learning; dr. Luc Geurts, Dean of GROUP T Leuven Engineering School; Prof Tan Zhenhui, President of BJTU;<br />

Prof. Cha Jianzhong, Director of the School of Mechanical Engineering; Mr. Zheng Tiechui, Deputy Director of the President’s office and Prof. Guido Vercammen, GROUP T.<br />

FROM BEIJING TO LEUVEN AND VICE VERSA<br />

New Joint Master’s<br />

Program being drawn up<br />

At the end of November 2004 GROUP T received an important delegation from the Beijing Jiaotong University (BJTU),<br />

led by Professor Tan Zhenhui, President of that prestigious institute. The BJTU belongs to the top universities in the field of engineering<br />

education in China and for the past ten years has been one of the corner stones of GROUP T’s international network. In September 2006,<br />

GROUP T and BJTU will start a new Joint Master Program in Electromechanical Engineering.<br />

At the present time 69 students from the<br />

BJTU are following the program for engineering<br />

education given in English at<br />

GROUP T. In the framework of the International<br />

Engineering Program they followed the first year<br />

at their home university before enrolling in the second<br />

year at GROUP T. Upon graduating they receive a<br />

Flemish as well as a Chinese degree. During the visit<br />

discussions were held regarding the adaptation of the<br />

International Engineering Program to the new Bachelor<br />

– Master’s structure introduced this academic year<br />

at GROUP T. At the same time specific agreements<br />

were reached with respect to the development of a<br />

new Joint Master Program in Electromechanical Engineering<br />

due to start in September 2006. Within this<br />

framework the BJTU students can obtain a Master’s in<br />

Leuven while GROUP T students are afforded the<br />

opportunity of going to Beijing. From the next academic<br />

year onward, programs will be taught in English<br />

at the School of Mechanical Engineering at the<br />

BJTU.<br />

Two-year formula<br />

As with the other master programs at GROUP T, the<br />

new Joint Master’s in Electromechanical Engineering<br />

will be offered on the basis of a two-year formula: 2<br />

semesters on the campus and 2 semesters in a company.<br />

In the course of 2005 a steering committee will<br />

be established to give form and content to the common<br />

curriculum and student exchange. Parallel exchange<br />

of professors between Beijing and Leuven will also<br />

begin.<br />

A critical factor for the success of the new master’s<br />

program is cooperation with entrepreneurs. The learning<br />

and working process of the master’s students over<br />

two semesters in a company leads to these becoming<br />

indispensable partners. During their stay at GROUP T,<br />

Professor Tan Zhenhui and his delegation visited a<br />

number of prominent companies in Leuven including<br />

the brewery InBev, the Interuniversity Microelectronics<br />

Centre (IMEC), Icos Vision Systems and Leuven<br />

Measurement Systems (LMS International). Each one<br />

is a preferential partner of GROUP T and will play an<br />

important role in the two-year master’s program. It is<br />

precisely this form of cooperation with the business<br />

community that the BJTU finds especially interesting.<br />

“<br />

A critical factor<br />

for the success of the<br />

new master’s program<br />

is cooperation with<br />

entrepreneurs<br />

’’<br />

Recently the university has become the host institution<br />

of the UNESCO Chair and Network on cooperation<br />

between higher engineering education and industries,<br />

an initiative that receives strong support from the<br />

Chinese Minister of Education, dr. Zhou Ji. This project<br />

is being led by Profesor Cha Jianzhong, Vice-chairman<br />

of the Academic Committee and member of the<br />

board at GROUP T. According to him the way in which<br />

GROUP T cooperates with the entrepreneurs served as<br />

a model for the UNESCO Chair. It is clear that through<br />

this initiative the BJTU wishes to play a pioneering<br />

role in the development of a network between engineer<br />

educators and entrepreneurs. GROUP T is listed<br />

as one of the seed members of this UNESCO Network<br />

thanks to its structural involvement of enterprises in<br />

its higher engineering education.<br />

Alumni network<br />

An important event during the visit was when the<br />

BJTU delegation met Chinese students at GROUP T.<br />

The reunion of the BJTU alumni who have already<br />

graduated from GROUP T was a heart-warming experience.<br />

A number of them including Liang Lisu and<br />

Wang Fan are continuing their studies at the K.U.Leuven<br />

. Deng Mina is preparing a PhD, Li Haibin is working<br />

as a support engineer with Option International,<br />

Wei Jun is working as a sales engineer at Barco and<br />

Sun Zhi Bin studies at the University of Brussels. He<br />

and Liang Lisu are still at GROUP T. In their capacity<br />

as assistants at the Foreign Office, they are responsible<br />

for the reception and coaching of the international<br />

students. Together they form the first members of the<br />

new BJTU-GROUP T Alumni Network established on<br />

the occasion of the visit by Professor Tan Zhenhui and<br />

his delegation.<br />

Y.P.<br />

EDISON 00118<br />

INTERVIEW, jg. 14, nr. 2, 19 januari 2005

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!