25.12.2013 Views

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

HUMORISTISCH WEEKBLAD VAN VOORUIT

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

e<br />

Uit het leven<br />

van den Platte<br />

De Platte was alweer nachtwaker-af.<br />

Nie; dat hij 'j nachts<br />

grooten vaak had, maar ongelukkig,<br />

hij had 's nachts ook grooten<br />

dorst en als hij dan ergens op zijn<br />

gewone manier in een herber belandde<br />

en nadat hij geïnformeerd<br />

had, of hij Soms geen handje moest<br />

uitsteken, kon hij nooit de pint<br />

weigeren die de hof-pes ol de waar-,<br />

din hem aanbood. Het gebeurde<br />

ock dat hij in een kaf eet je kwam<br />

opduiken, waar drie klanten elkander<br />

uit verveling zaten aan te<br />

gapen en dan v on de Platte den<br />

lust niet bedwinger, voor te slaan<br />

een kaartje te spelen. Kortom, toen<br />

de directie van de nachtwakersorganisatie<br />

hem daarover had aangepakt,<br />

had de Platte zich kwaad<br />

gemaakt en maar dadelijk ontslag<br />

genomen...<br />

Er zijn menschen die voor het<br />

ongeluk zijn geboren. Koi.vt er nog<br />

bij dat het in dezen tijd een heele<br />

toer is, om aan werk te geraken.<br />

Althans in zekere bedrijven. Maar<br />

de Platte is met den helm geboren.<br />

En zoo was het hem spoedig gelukt<br />

eer. nieuw baantje te veroveren.<br />

Hij was nu uitdrager in een<br />

wasscherij.<br />

Onder zijn klanten had hij een<br />

oude sikkeneurige juffer. Die wist<br />

altijd wat aan te merken op haar<br />

wasch. TJffra Eulalie, heette dat<br />

serpent. Ze rentenierde, maar<br />

profijtig weg. Het mensch was zeer<br />

welstellend geweest vóór den<br />

oorlog, maar de inflatie had haar<br />

als zooveel anderen gedeeltelijk<br />

geruïneerd. Ze leefde du stillekens<br />

aan, waar ze wat bezuinigen kon<br />

deed ze het. Zoo bezuinigde ze ook<br />

op haar wasch. In plaats van twee<br />

per week gaf ze nu slechts nog<br />

enkel één hemd in den wasch. En<br />

enkele andere bullen.<br />

— Ik ben eens kurieus, zoo dacht<br />

de Platte bij zichzelf, wat ze dezen<br />

keer weer zal te mopperen hebben.<br />

Hij belde aan.<br />

De deur werd geopend en daar<br />

stond Uffra Eulalie in hoogst eigen<br />

persoon voor hem.<br />

— Jongen, sprak ze, ik kom zelf<br />

opendoen.<br />

— Dat zie ik, uffra, zei de Platte.<br />

— Laat eens kijken. Hm, hm! Ik<br />

heb den indruk dat mijn hemd deze<br />

week weerom niet al te proper is<br />

verzorgd. Het ziet er precies een<br />

beetje grauw uit.<br />

— Dat is maar een gedacht,<br />

uffra<br />

— Neen, neen, weerde "uffra<br />

Eulalie af, ge moet aan jwer. baas<br />

zeggen dat hij wat meer zeep gebruikt.<br />

— Ik heb het hem al gezegd,<br />

uffra, loog de Platte.<br />

— En heeft hij daar niks op geantwoord,<br />

jongen?<br />

— Toch wel, uffra!<br />

— Zoo, zoo. En wat zei hij?<br />

— Dat gij wat meer papier moest<br />

gebruiken, uffra...<br />

En opgelucht trapte de Platte er<br />

van door.<br />

Ik meen al wel eens te hebben<br />

gezegd dat de Platte weet waar ze<br />

goed bier verkoopen. Een van zijn<br />

stam'.okalen was dat van Stansken.<br />

Stansken was heel haar leven<br />

een plezante ziel geweest. Op zekeren<br />

dag kwam ze in kennis met<br />

Pier. Het was wel geen rappe, maar<br />

hij had een gerust karakter. Niet<br />

zoodra was hij .met Stansken getrouwd<br />

of Pier gaf er zijn baantje<br />

aan. Stansken had hem gewaarschuwd:<br />

— Pier als ge me begint te embèteeren,<br />

omdat ik al eens gekheid<br />

maal: n et een klant, dan kunt ge<br />

ophoepelen, hoor.<br />

Maar Pier had veel te veel werk<br />

met zijn duiven, om zijn vrouw over<br />

dag den duivel aan te doen. Den<br />

godganschen dag zat hij op zijn<br />

duivenkot. Intusschen liep de<br />

herberg vol volk, allemaal mannen<br />

die meer kwamen voor die plezante<br />

ziel van een hospita, dan voor het<br />

bier dat ze verkocht. De Platte<br />

kwam voor de twee dingen. Maar<br />

Stansken liet zich geen ooren aannaaien.<br />

Ze was zij de vriendin van<br />

Jan en alleman, dat bracht meer<br />

op, dan zich aan een vent gelegen<br />

te laten.<br />

De Platte zou zich wreken. Op<br />

zekeren dag ontmoette hij den Pier.<br />

— Pier, zei hij, ik moet u eens<br />

een woordje vertellen.<br />

— Ik luister.<br />

— In uw plaats zou ik oorzichtig<br />

zijn, man.<br />

— Voorzichtig. Waarom?<br />

— Gij zijt gij nooit in uw<br />

staminee.<br />

— Wat geeft dat? De klanten<br />

spreken veel liever met ons Stansken<br />

dan met mij.<br />

— Dat is zoo. Mp.ar justement<br />

daarvoor. Ge weet, ik ben een<br />

serieuze vent en ik acht het mijn<br />

plicht u te waarschuwen. Enfin, ge<br />

begrijpt me wel...<br />

— Wat begrijpen? Weet-e gij dan<br />

iets bijzonders?<br />

— Pier, ik ben er zeker van dat<br />

uw Stans een half dozijn vrijers<br />

heeft.<br />

— Watte, zei de Pier, uit zijn<br />

humeur, een half dozijn, zij-de gij<br />

zot?<br />

— Geloof me Pier...<br />

— Maar beste man, een wijf gelijk<br />

die van mij, die heeft er ten<br />

minste twaalf. Dat is eens zooveel<br />

als gij denkt!<br />

De Platte logeerde onder de pannen,<br />

maar hij was de enige bewoner i<br />

niet van die verdieping. Daar woon- I<br />

de ook nog een dokwerker, op een<br />

groote kamer. De man had de<br />

kamer zelf afgeslagen met planken,<br />

die hij gekregen had van een voerman<br />

die sliep. Langs den eenen<br />

kant sliepen zijn twee jongens.<br />

Boven het bed van de jongens was<br />

een schap getimmerd en daar lagen<br />

appelen op, van die groote Kanadeesche<br />

appelen gelijk er aan de<br />

haven veel gelost worden. De dokker,<br />

die niet veel verdiende, vond<br />

af en toe wat tusschen kaai en<br />

schip en zoo knoopte hij de twee<br />

eindjes van de week aan mekaar.<br />

Die appelen alzoo waren ook een<br />

vondst van hem. Er lagen er vele.<br />

De kinderen kregen 's avonds, als<br />

ze te bed gingen, geregeld een<br />

appel, maar verder moesten ze de<br />

appelen die op het schap te geuren<br />

stonden met rust laten. '. ader telde<br />

ze telkens en het zou er gestoven<br />

hebben moest hij hebben gemerkt<br />

dat een van de appelen zonder zijn<br />

permissie was verdwenen.<br />

Op zekeren avond lag de Platte<br />

in zijn kooi. Naast hem hoorde hij<br />

gerommel. De dokker lag te bed<br />

met zijn Trien en het is onze zaak<br />

niet uit te maken, wat die twee<br />

daar onder mekaar aan het beredderen<br />

waren. Maar in elk geval, er<br />

was lawijd mede gemoeid en wel<br />

zooveel, dat van den schok er een<br />

appel van het schap op het bed<br />

van de jongens was gevallen. Uit<br />

wat nu volgde kon de Platte gemakkelijk<br />

afleiden wat er gaande<br />

was. Een -'an de jongens had den 1<br />

r.ppel vastgeklampt en was bezig<br />

hem in zijn kasken te slaan, zonder<br />

zijn broer een beet te gunnen.<br />

Nadat hij eerst een poosje de<br />

kinderstem had hooren dreinen,<br />

hoorde hij plots de kleine roepen:<br />

— Va, va, mag ik een- iets<br />

vragen.<br />

— Wat is er snotaap...<br />

— Schud er nu voor mij ook eens<br />

een appel if.<br />

Dien volgenden dag ontmoette de<br />

Platte een oud lief van hem dat<br />

getrouwd was. Het meisken was zoo<br />

konteni,, dat ze den Platte thuis<br />

inviteerde om met heuren vent<br />

kennis te maken.<br />

De Platte zou den volgenden<br />

Zondag op visite komen.<br />

Maar de kondag kwam, maar wie<br />

niet kwam, dat was de Platte.<br />

Hij verontschuldigde zich met<br />

een briefje en den Zondag daarop<br />

was hij daar.<br />

— Wel, zei de vrouw, ge hebt<br />

ons verleden Zondag geplakt.<br />

— Eerlijk gesproken, rei de Platte<br />

ik kon niet komen.<br />

— Wat \:a.s er dan?<br />

— Ik was aan den afgang.<br />

— Is het maar dat sprak de vent,<br />

dat hadt ge hier ook kunnen doen.<br />

Ge moet niet vragen of de Platte<br />

daar later nog op bezoek is geweest?<br />

Als de vent niet thuis was.<br />

Zoo'n brave ziel.<br />

.KOEKOEK<br />

V E R T E L L i N G V A N J O H N T A Y L O R<br />

Als men galant is...<br />

We weten allemaal dat een galant<br />

mensch een hoffelijk mensch<br />

is, iemand met voorname manieren,<br />

kortom een persoon die in alle<br />

opzichten een goede opvoeding<br />

heeft genoten en deze in praktijk<br />

brengt. Zoo iemand is natuurlijk<br />

erg aangenaam in den omgang met<br />

zijn medemenschen.<br />

Maar dat soort is ten huidige<br />

dage al ver uitgestorven. Het<br />

schijnt dat er bij de Eskimos van<br />

dat genre nog een groot deel bestaat,<br />

wat moet te wijten zijn aan<br />

de in de noordpoolstreken steeds<br />

heerschende koude en overvloedig<br />

ijs die bederfwerend zijn. In ons<br />

klimaat bederft er veel deels door<br />

de warmte, en anderzijds door de<br />

mistige en muffe luchten, zoodat<br />

het menschdom in onze streken er<br />

niet op verbetert. Integendeel. Onwillekeurig<br />

ondergaan wij er dus<br />

den nadeeligen invloed van. Wanneer<br />

men zich daar eenigszins van<br />

bewust is kan men zijn voorzorgen<br />

nemen, èn tegan soortgelijk bederf<br />

èn tegen dezes gevolgen. Telkens<br />

ik een ander betrap op, wat ik zou<br />

willen noemen: onbeleefdheidsbesmetting<br />

zeg ik tot mezelf: «opgepast<br />

dat zoo iets aan u nooit overkomt.»<br />

En méér en méér begon ik me<br />

van die gedachte te doordringen<br />

en me te oefenen in het voorkomen<br />

van wat maar eenigerlei aan<br />

onwellevendheid kon doen denken;<br />

voor devies nemend: «Hoffelijkheid<br />

voor ever!»<br />

Eens op een dag stond ik aan een<br />

tramwachthuisje naar 'n krakende<br />

wagen te wachten die men tram<br />

noemt.<br />

Ge weet dat, naar gewoonte,<br />

zoo'n bak zelden komt wanneer<br />

men er op wacht. Het werkwoord<br />

wachten is bij de tram evenals bij<br />

andere soortgelijke administraties<br />

aan de orde van den dag. En dit,<br />

naar het schijnt wegens de krisis.<br />

Ja, wat wordt er tegenwoordig<br />

al niet op de krisis geschoven?...<br />

Er zijn al een boel zoogenaamde<br />

knappe exploitanten en «solvabele»<br />

bollen, die hun rekeningen weigeren<br />

te betalen wegens «de krisis.<br />

En, let op, die «zakenknullen»<br />

worden in hun handel en wandel<br />

door het egerecht» nog een handje<br />

toegestoken.<br />

Nu, is het toch eigenlijk zulk<br />

soort dat de heeren die handel<br />

drijven in «gerecht», noodig hebben.<br />

Bij arme stumperds Is niets te<br />

halen.<br />

Mijn vriend Pitt zei me ontlangs:<br />

«Tante Justitia is wegens de krisis<br />

ook aan lager wal; ze doet den<br />

trottoir. »<br />

Pardon, dat ik even afweek,<br />

waarde lezeres en lezer, ik zal mijn<br />

verhaal voortzetten. Er stond een<br />

groot aantal menschen, waaronder<br />

voornamelijk dames, te wachten.<br />

Van dien hoop wachtenden was ik<br />

een der éérsten.<br />

Eindelijk kwam er een tram! Wat<br />

was, als hoffelijkheidspraktizeerend<br />

man, nu mijn voornaamste<br />

plicht?... De dames laten voorgaan,<br />

natuurlijk!...<br />

En er waren er zoovéél dat ik den<br />

volgenden tram moest afwachten.<br />

Intusschen groeide het aantal<br />

reizigers weer aan, wéér meestal<br />

dames.<br />

Na weer een tijdlang geduldig<br />

wachten, kwam er een tram die<br />

bomvol was.<br />

Uit de kracht der gewoonte drongen<br />

de dames naar voor, ik hield<br />

me bescheiden terug... en wéér zou<br />

ik, bij gebrek aan plaats, moeten<br />

verzuimen mee te rijden, wilde ik<br />

niet genoodzaakt zijn de meeste<br />

dames opzij te dringen, wat mijnerzijds<br />

erg onbeschoft zou zijn<br />

geweest.<br />

Maar eerlijk gezegd, begon mijn<br />

rechtvaardigheidsgevoel toch in<br />

opstand te komen.<br />

Ik kon re toch niet blijven opofferen,<br />

ja, er mij financieel door<br />

benadeelen!... Aan zulk risico<br />

mocht ik me toch niet blootstellen!<br />

Ditmaal beproefde ik toer een<br />

plaatsje, hoe klein ook, op het<br />

achterplatform te veroveren.<br />

Doch, ik gelukte er maar zóóver<br />

in, dat ik genoodzaakt was mij<br />

met de linkerhand aan het ijzeren<br />

handvat vast te klampen en half<br />

buiten het rijtuig te hangen, op gevaar<br />

af kramp in die hand te krijgen.<br />

Stel u voor dat ik daardoor verplicht<br />

was geweest onder het rijden<br />

het handvat los te laten, dan<br />

zou ik onvermijdelijk een tuimeling<br />

gemaakt hebben, en dan had<br />

men mij wellicht naar mijn eindputje<br />

kunnen dragen. De één zijn<br />

dood is den ander zijn brood, zult<br />

ge zeggen.<br />

Ja, ik weet het wel, maar zóóver<br />

wensch ik de galanterie niet<br />

te drijven.<br />

Naar mijn idee scheen de tram<br />

eer te kruipen dan behoorlijk te<br />

rollen.<br />

Daarbij kwam dan nog dat hij<br />

aan elke halte stopte, zoo dat ik<br />

telaat aan het station toekwam en<br />

er mijn trein miste die mij naar<br />

mijn zakenbestemming moest brengen,<br />

wat voor gevolg had dat er<br />

mij zaak ontglipte, die mij vijf honderd<br />

pond had kunnen opbrengen!<br />

Men zegt soms dat galanterie niets<br />

kost... U ziet het wel!<br />

iiiiiimiiiiiiimiiiiniiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiinmiimi mum iiuiiiiiiiiiiiii<br />

Onze ouders zijn onze<br />

beste vrienden<br />

HIJ. — Ik wou dat ik weer een<br />

van die lekkere puddings kreeg,<br />

zooals moeder ze voor mij bakte.<br />

ZIJ. — Ik wenschte. Jat ik weer<br />

die mooie kleeren kreeg, die vader<br />

voor mij kocht.<br />

Een, die'van ondervinding<br />

sprak<br />

VADER (tot zoon die trouwen<br />

wil). — Jongen bedenk u nog eens<br />

goed. Het huwelijk is iets voor<br />

gansch het leven. Ik weet er van<br />

mede te spreken. Ben ik niet vijfmaal<br />

gehuwd geweest?<br />

• • •<br />

Al te veelbelovend<br />

— Waart ge niet verloofd met<br />

dien veelbelovende jongeman?<br />

— Ja, maar hij hield zijn beloften<br />

niet.<br />

• # •<br />

Nauwgezet<br />

RECHTER (tot getuige). — Zijt<br />

ge nog nooit gestraft geweest?<br />

GETUIGE. — Jawel, één keer.<br />

RECHTER. — Zoo, en voor hoeveel?<br />

GETUIGE. — Vijftig centiemes<br />

strafporto op een brief.<br />

Dat hing er van af<br />

— Was iw oom tot het laatste<br />

oogenblik volledig bij kennis?<br />

— Weten we nog niet, het testament<br />

wordt slechts morgen geopend.<br />

Hij ontbeet te bed<br />

DOKTER. — Ge moest beslist<br />

alle morgenden een uur wandelen<br />

vóór ge ontbijt.<br />

PATIËNT. — Dit is onmogelijk,<br />

dokter, want ik sta pas na het<br />

ontbijt op.<br />

* * *<br />

De humoristische<br />

patroon<br />

PATROON (tot loopjongen). —<br />

Uw grootvader werd dus gisternamiddag<br />

begraven en er waren<br />

wel 30.000 voetballiefhebbers tegenwoordig<br />

od zijn begrafenis?<br />

LOOPJONGEN. — Welja, grootvader<br />

was dol op voetbal.<br />

• • •<br />

Spaarzaam<br />

— Wat hebt ge uw man als<br />

nieuwjaarsgeschenk gegeven?<br />

— De sigaren die ik in den loop<br />

van het -jaar van hem heb weggenomen!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!