Zuivelindustrie Domo-Bedum 1963-1982 - Zuivelhistorie Nederland
Zuivelindustrie Domo-Bedum 1963-1982 - Zuivelhistorie Nederland
Zuivelindustrie Domo-Bedum 1963-1982 - Zuivelhistorie Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lijkheid tegemoet moeten treden. En: „Het geraamde overschot is groot, maar per melkjaar gerekend<br />
zijn de overschotten tot nu toe niet verontrustend, nl. 3 pct. van de produktie. Dat<br />
neemt niet weg dat we deze in verhouding geringe overschotten slechts met grote financiële<br />
offers kunnen afzetten.”<br />
Dat klinkt niet verontrustend. Maar de werkelijkheid is dat de zeer schaarse roombotereters<br />
steeds dunner moeten strijken. Geen barre nood, zullen de veel talrijker margarineklanten en<br />
de leek zeggen. Ook kan diezelfde leek rustig slapen omdat er „maar” 3 procent van de totale<br />
produktie niet aan de man te brengen is.<br />
De veeboer kan dat niet. Die ziet waar de schoen wringt, Die weet dat er voorlopig geen eind<br />
lijkt te komen aan de al zo lang durende crisis. Die weet ook dat de algemene verwachting is<br />
dat de melkplas eerder groter dan kleiner zal worden; met andere woorden, dat de kolossale<br />
botervoorraad zich is de komende jaren zal opstapelen. Deze berg ligt niet alleen hem, maar<br />
ook de bouwers aan een integrerend Europa zwaar op de maag.<br />
De melkplas groeit<br />
Wat is er sinds 1960 gebeurd! De aan fabrieken afgeleverde melk nam in de EEG-landen<br />
van 41 miljoen kilo toe met 12,5 miljard kilo toe tot 53,5 miljard kg., een toeneming met ongeveer<br />
eenderde. In vergelijking met de andere EEG-partners heeft <strong>Nederland</strong> daaraan niet zo<br />
gek veel bijgedragen. De stijging in Frankrijk 46 pct., Duitsland 19 pct., België 18 pct., Italië<br />
11 pct. en Luxemburg en <strong>Nederland</strong> elk 9 pct.<br />
Tachtig (!) procent van de uitbreiding der melkplas dus voor rekening van de Fransen.<br />
Vreemd genoeg is de oorzaak van deze enorme expansie niet zozeer het gevolg geweest van<br />
uitbreiding van het aantal koeien. Die reden ligt bij een gestegen melkafgifte per dier, vermindering<br />
van de op de boerderij achtergehouden melk, het uit zwang raken om zelf boter en kaas<br />
te maken en andere voedermethoden. Het aantal boeren dat voor zijn kalveren volle melk op<br />
het menu heeft staan neemt met de dag af.<br />
Voor de hand ligt het dan te zeggen: Beperk de melkproduktie, draai de kraan een slag aan.<br />
Maar zo simpel ligt het niet. Efficiëntie in de melkproduktie begint op steeds meer bedrijven<br />
werkelijkheid te worden, met het gevolg dat de melkstroom eerder breder en dieper dan smaller<br />
zal worden. Op dit punt komt dan ook het zonderlinge gevolg van wetenschappelijke progressie<br />
in beeld.<br />
In het enerzijds toe te juichen dat de boer, dank zij toepassing van nieuwe vindingen en ontwikkelingen,<br />
de rationalisatie in zijn bedrijfsvoering en inkomen vergroot; het is anderzijds<br />
benauwend te merken dat daardoor het stuwmeer voller loopt. En is het niet de overheid geweest<br />
die rationalisering en het gebruiken van nieuwe vondsten op het zuivelterrein aanmoedigde?<br />
Rationalisering<br />
Soms krijgt men wel eens de indruk dat de <strong>Nederland</strong>se zuivelwereld er niet voldoende bij stil<br />
gestaan heeft dat ook in het buitenland, de concurrent op de internationale zuivelmarkt dus, op<br />
grote en intensieve schaal bedrijfsrationatie is doorgeroerd. Een feit is, dat <strong>Nederland</strong> - toch<br />
een zuivelland bij uitstek - zijn voorsprong, die het lange tijd had op zijn buitenlandse concurrenten,<br />
beetje bij beetje is kwijtgeraakt. Kijken we naar de Oost-Europese landen, die een<br />
steeds geduchter woord aan het zuivelfront meespreken. In Denemarken, dat met Engeland<br />
▲ Heruitgave zuivelhistorienederland.nl 36 Versie 2013-07-01