Kerkinformatie nr. 149, juni 2007 - Kerk in Actie

Kerkinformatie
BIJBELTEKSTEN
Juni 2007
Juni 2007
Deze teksten zijn gekozen uit de lezingen die in het gezamenlijk gebed in Taizé worden gebruikt. Taizé
is een oecumenisch klooster in Frankrijk. De teksten zijn kort genoeg om verschillende keren per dag
herlezen te worden, voor een tijd van persoonlijk of gemeenschappelijk gebed. Zo is men door middel
van het gebruiken van dit rooster verbonden met de wereldoecumene.
vr 1 Ik ga op mijn wachtpost staan en kijk
uit om te zien wat de Heer mij zal
zeggen. Dit was het antwoord van de
Heer: “De rechtvaardige zal leven door
zijn trouw.” (Habakuk 2: 1-4)
za 2 God is liefde. Wie in de liefde blijft,
blijft in God, en God blijft in hem.
(1 Johannes 4: 16-21)
zo 3 Jezus zegt: De Geest van de waarheid
zal jullie, wanneer hij komt, de weg
wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet
namens zichzelf spreken, maar hij zal
zeggen wat hij hoort. (Johannes 16: 12-15)
ma 4 Jezus zegt: Het koninkrijk van God is
nabij: kom tot inkeer en hecht geloof
aan dit goede nieuws. (Marcus 1: 1-15)
di 5 God zegt: Ik ben het begin en het
einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te
drinken uit de bron met water dat leven
geeft. (Openbaring 21: 5-7)
wo 6 De Heer richt zijn oog naar de hemel
en op de aarde. Hij verheft uit het stof
wie berooid is, uit het vuil tilt hij op wie
alles ontbeert. (Psalm 113)
do 7 Paulus schreef: Wat ik heb ontvangen en
aan u heb doorgegeven, gaat terug op de
Heer zelf. Altijd wanneer u dit brood eet en
uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van
de Heer, totdat hij komt. (1 Korintiërs 11: 23-26)
vr 8 Mozes zei: Wees vrijgevig tegenover
iedereen in uw land die in armoede
leeft of er slecht aan toe is.
(Deuteronomium 15: 7-11)
za 9 De Heer zegt: Ik zal mijn wet in hun
binnenste leggen en hem in hun hart
schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij
mijn volk. (Jeremia 31: 31-34)
zo 10 Jezus zei: De Geest maakt levend,
het lichaam dient tot niets. Wat ik gezegd
heb is Geest, en leven. (Johannes 6: 57-63)
ma 11 De Heer is gebroken mensen nabij,
hij redt wie zwaar wordt getroffen.
(Psalm 34)
di 12 Heer, u komt ieder tegemoet die van
harte rechtvaardig handelt, die uw weg
gaat, met u voor ogen. (Jesaja 64: 3-7)
wo 13 Hoed degenen waarvoor u de
verantwoordelijkheid hebt – niet
gedwongen maar vrijwillig, zoals God
dat wil en met belangeloze toewijding.
(1 Petrus 5: 1-4)
do 14 Jezus zegt: Gelukkig zijn jullie
wanneer ze je omwille van mij
uitschelden en van allerlei kwaad
betichten. Verheug je en juich, want je
zult rijkelijk worden beloond in de
hemel. (Matteüs 5:1-12)
vr 15 Mozes zei tot God: “Stel dat ik tegen de
mensen zeg dat de God van hun
voorouders mij gestuurd heeft, en ze
vragen: ‘Wat is de naam van die God?’ Wat
moet ik dan zeggen?” Toen antwoordde
God hem: “Ik ben die er zijn zal. Zeg
daarom tegen hen: Ik zal er zijn heeft mij
naar u toe gestuurd.” (Exodus 3: 1-15)
za 16 Jezus zei tot zijn leerlingen: Jullie
zijn het licht in de wereld. Een stad die
boven op een berg ligt, kan niet
verborgen blijven. (Matteüs 5: 13-16)
zo 17 Jezus zei tot een vrouw: “Uw
zonden zijn u vergeven.” De
aanwezigen dachten bij zichzelf: “Wie is
hij, dat hij zelfs zonden vergeeft?” Hij
zei tegen de vrouw: “Uw geloof heeft u
gered; ga in vrede.” (Lucas 7: 36-50)
ma 18 Heb ontzag voor de Heer en wees
hem met hart en ziel toegewijd. U hebt
immers zelf ervaren welke grootse
daden hij voor u heeft verricht.
(1 Samuël 12: 20-24)
di 19 Toen Jezus langsliep, zag hij Levi bij
het tolhuis zitten, en hij zei tegen hem:
“Volg mij.” Levi stond op en volgde
hem. (Marcus 2: 13-14)
wo 20 Ik roep tot God, de Heer zal mij
redden. In de avond, in de morgen, in
de middag klaag ik, en hij hoort mijn
stem. Hij zal mij verlossen en in
veiligheid brengen. (Psalm 55: 17-19)
do 21 Jezus zegt: Het koninkrijk van God is
als een zaadje van de mosterdplant, het
kleinste van alle zaden. Maar als het na
het zaaien opschiet, wordt het het
grootste van alle planten.
(Marcus 4: 26-32)
vr 22 Jezus zegt: Wie niet zijn kruis draagt
en mij op mijn weg volgt, kan niet mijn
leerling zijn. (Lucas 14: 27-33)
za 23 Paulus schreef: Er zijn geen slaven
of vrijen meer, mannen of vrouwen – u
bent allen één in Christus Jezus.
(Galaten 3: 19-29)
zo 24 De Heer zei: Dat je mijn dienaar bent
om mijn volk op te richten, dat is nog
maar het begin. Ik zal je maken tot een
licht voor alle volken, opdat de redding
die ik brengen zal tot aan de einden der
aarde reikt. (Jesaja 49: 1-6)
ma 25 Heer, maak wie u liefhebben
onstuitbaar als de opgaande zon!
(Rechters 5: 31)
di 26 Jakobus schreef: Wie in verleiding
komt, moet niet beweren: “Die
verleiding komt van God.” Want God
stelt niemand aan verleiding bloot,
zoals hij zelf ook niet door iets slechts in
verleiding kan worden gebracht.
(Jakobus 1: 12-15)
wo 27 Jezus zegt: Gezonde mensen
hebben geen dokter nodig, maar zieken
wel; ik ben niet gekomen om
rechtvaardigen te roepen, maar
zondaars. (Marcus 2: 15-17)
do 28 Verrijk uw volharding met liefde voor
uw broeders en zusters, en uw liefde
voor uw broeders en zusters met liefde
voor allen. Als u deze eigenschappen
bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus
Christus vruchtbaar. (2 Petrus 1: 5-8)
vr 29 Jezus vroeg zijn leerlingen: “Wie
zeggen de mensen dat de Mensenzoon
is?” Ze antwoordden: “Sommigen
zeggen Johannes de Doper, anderen
Elia, weer anderen Jeremia of een van
de andere profeten.” Toen vroeg hij hun:
“En wie ben ik volgens jullie?” “U bent
de messias, de Zoon van de levende
God”, antwoordde Petrus.
(Matteüs 16: 13-20)
za 30 Heer, u hebt mijn klacht veranderd
in een dans. Mijn ziel zal voor u zingen
en niet zwijgen. Mijn God, u wil ik
eeuwig loven. (Psalm 30)
24