Koerier nr. 118 - Kovom
Koerier nr. 118 - Kovom
Koerier nr. 118 - Kovom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
NO. <strong>118</strong> – FEBRUARI 2013<br />
1998 - LOOPGRAAFKOERIER - 2013<br />
INFORMATIEBLAD OVER VERDEDIGINGSWERKEN<br />
EN MILITAIRE GESCHIEDENIS<br />
BUNKERBOUW<br />
TEN BEHOEVE VAN DE<br />
U-BOTEN<br />
DEEL 2<br />
----------------
2<br />
LOOPGRAAFKOERIER<br />
NUMMER <strong>118</strong> – FEBRUARI 2013<br />
OPGERICHT IN SEPTEMBER 1998<br />
REDACTIE EDDY BORST, CHRIS VAN OOSTEN<br />
FONS OVERDIJK EN DIK WINKELMAN<br />
WEBREDACTIE MARCO SIKKEL<br />
ILLUSTRATIES JULIE WINKELMAN<br />
HTTP://WWW.ZEGGENSCHAP.NL/KOERIER/INDEX.HTML<br />
E-mailadres: dik.winkelman@casema.nl<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
3<br />
Onno van Gent – Dit wordt deel 2 voor<br />
de betonliefhebbers. In dit artikel gaan<br />
we door met de beschrijvingen van de U-<br />
boot bases. Nu in Noorwegen en in de<br />
Heimat Duitsland. Nu had ik tot slot nog<br />
even een korte blik in gedachte op de<br />
betonbouw inde havens ten behoeve van<br />
de Schellboten. Maar ook nu ging ik weer<br />
door de eindblokken heen. Dat krijgen<br />
jullie aan andere keer.<br />
Noorse bases<br />
We gaan nu naar de Noorse havens. Deze<br />
lagen verspreid over de gehele kustlijn. Al<br />
snel na de verovering van Noorwegen door<br />
de Duitsers zwermden de U-boten uit over de<br />
diverse havens. Alle havens boden een korte<br />
vaarroute naar de Noordzee en de noordelijke<br />
IJszee. In totaal werden zo’n 240 U-boten in<br />
Noorwegen gestationeerd. Aangezien alleen<br />
de meest zuidelijke havens waren gelegen<br />
binnen het bereik van de bommenwerpers<br />
vanuit Groot Brittannië, zijn alleen daar<br />
dokbunkers te vinden. De afgelegen locaties<br />
van deze Noorse havens veroorzaakten een<br />
logistieke nachtmerrie. De aanvoerwegen<br />
waren lang en als het op locatie was eisten<br />
de strenge winters hun tol. Vele bouwplannen<br />
moesten worden bijgesteld door gebrek aan<br />
grondstoffen of speciale apparatuur. Na<br />
verovering of omsingeling van de U-boot<br />
havens in Frankrijk na augustus 1944<br />
opereerden de meeste U-boten vanuit havens<br />
in Noorwegen.<br />
Voor de broodnodige variante gaan we in<br />
Noorwegen van zuid naar noord langs de<br />
kust. Alleen in Bergen en in Trondheim<br />
werden bunkers gebouwd, dus zal ik alleen<br />
deze twee plaatsen verder behandelen.<br />
Bergen<br />
Op 9 april 1940 viel Bergen in handen van de<br />
Duitsers. Eind 1940 werden de eerste<br />
plannen gesmeed en begin 1941 ging onder<br />
coördinatie van de Organisation Todt de<br />
eerste spade in de grond. In tegenstelling tot<br />
in Frankrijk kregen de bunkers hier een<br />
codenaam; Bruno voor Bergen. De haven<br />
kreeg in totaal zeven dokken, drie natte en<br />
drie droge, en één werd er gebruikt voor de<br />
opslag van brandstof, torpedo’s en andere<br />
belangrijke voorraden. Het werd<br />
131 m breed en 143 m lang en<br />
het dak werd 6 m dik. Andere<br />
bronnen spreken over 3.5 m. Er<br />
was ruimte voor totaal 9 U-<br />
boten. Het 11 e flottielje<br />
opereerde vanaf mei 1942<br />
vanuit deze haven. In 1943 werden U-<br />
Stützpunkt Prien en U-Stützpunkt Weddingen<br />
gebouwd, naast een werf genaamd Danziger<br />
Werf. Na de bevrijding van Frankrijk<br />
verhuisden veel U-boten, samen met de<br />
technische ondersteuning, naar Bergen. Om<br />
alles te kunnen herbergen werden nog eens<br />
twee kazernes bijgebouwd, Werft<br />
Gemeinschaftlager I en II. Bergen lag zo’n 20<br />
km vanaf de open zee. De haven was alleen<br />
te benaderen via een 50 km lange route door<br />
diepe fjorden. De dreiging kon dus alleen<br />
vanuit de lucht komen. Na de komst van de<br />
versterkingen uit Frankrijk werd de Festung<br />
Bergen versterkt met extra FLAK stellingen.<br />
Er werden twee ijzeren ringen gebouwd op de<br />
toppen van de bergen rond de haven. Een<br />
buitenste ring met zwaarder 105 mm kaliber<br />
FLAK en een binne<strong>nr</strong>ing met lichter 20 mm<br />
kaliber FLAK. Veel van deze batterijen zijn nu<br />
nog steeds benaderbaar en soms zelfs nog<br />
uitgerust met de oude kanonnen.<br />
Overzicht van de Noorse U-boot bases [3].<br />
Een in oude staat teruggebrachte 20 mm FLAK<br />
opstelling om een heuvel vlak bij de haven [8].<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
4<br />
Bergen kreeg maar een paar maal bezoek<br />
van de geallieerde bommenwerpers. De<br />
laatste keer op 12 januari 1945. Zoals eerder<br />
aangegeven zouden er drie voltreffers zijn<br />
geweest met Tallboys, maar de effecten<br />
waren beperkt. Na de oorlog hebben de<br />
Britten het werk van de Tallboys trachten af<br />
te maken. Met explosieven hebben ze<br />
getracht de dokken op te blazen. De<br />
constructie was echter zo stevig dat dit maar<br />
deels is gelukt. Na de explosie zijn alleen de<br />
twee linker dokken in takt gebleven en de<br />
muur rechts. In de ontstane opening is een<br />
scheepswerf gestart. Ik heb eigenlijk maar<br />
één foto gevonden uit de oorlog. Maar omdat<br />
er na de oorlog niet veel is veranderd kan ik<br />
het aanvullen met recente foto’s.<br />
Een foto van de achterzijde van de Bruno bunker.<br />
Ook zijn de gevolgen van de krachtige explosie na<br />
de oorlog goed zichtbaar. De apart gestorte muren<br />
van de tweede verdieping zijn vele centimeters<br />
naar achteren geschoven [6].<br />
Een typisch voorbeeld van het feit dat de bunker<br />
niet klaar was. Op het dak zou een positie komen<br />
voor een 4.7 cm anti-tank (PAK) kanon. Alleen het<br />
schietgat is geplaatst in een maar voor een<br />
gedeelte gestorte betonnen muur[6].<br />
Tot slot nog wat foto’s van Duitse<br />
bouwwoede in Bergen die nog steeds<br />
zichtbaar is.<br />
Een foto van de Bruno bunker van Bergen in<br />
aanbouw, gevonden op facebook. De foto eronder<br />
is een beetje vanuit dezelfde hoek genomen maar<br />
dat iets lager. Na de explosie zijn alleen de twee<br />
linker dokken intakt gebleven en de muur rechts<br />
[6].<br />
Een overgebleven gebouw behorend bij U-<br />
Stützpunkt Lager Weddingen met ernaast een<br />
schuilbunker[8].<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
5<br />
Het voormalige officierenverblijf van U-Stützpunkt<br />
Lager Prien [8].<br />
Een schuilbunker met op het dak een positie voor<br />
FLAK. Na de oorlog kreeg het en houten dak [8].<br />
Gebouwen behorende bij de voormalige Werft<br />
Gemeinschaftlager II [8].<br />
De restanten van de dokbunker. Goed is te zien dat<br />
de haven goed verschuild ligt tussen de bergen en<br />
heuvels rondom [4].<br />
Een luchtfoto’s overgenomen uit Microsoft Bing laat een mooi overzicht zien van de Bruno bunker. De onderste<br />
is van de Dora I (links) en Dora II (rechts) bunker in Trondheim.<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
6<br />
Een tweede luchtfoto’s overgenomen uit Microsoft Bing van de Dora I (links) en Dora II (rechts) bunker in<br />
Trondheim.<br />
Trondheim<br />
Naast Bergen was ook Trondheim een<br />
belangrijke Noorse basis. In juni werd het 13 e<br />
flottielje gestationeerd in deze haven. Er<br />
waren plannen voor de bouw van twee<br />
bunkers genaamd Dora I en II. De naam<br />
Dora komt van ‘Drontheim’ zoals Trondheim<br />
wordt uitgesproken in het Duits. De bouw van<br />
Dora I begon in de herfst van 1941 en was<br />
pas in juni 1943 gereed. Er<br />
werd uitgebreid gebruik<br />
gemaakt van<br />
dwangarbeiders. Ondanks<br />
dat verliep de bunkerbouw in<br />
Noorwegen door allerlei<br />
omstandigheden traag. Het<br />
plan was dat de bunkers uitgevoerd zouden<br />
worden met twee verdiepingen, maar dat<br />
plan werd door alle vertragingen niet tot<br />
uitvoer gebracht. Het gebouw werd 105 m<br />
breed en 153 m lang en kreeg een dak van<br />
3.5 m dik. Muren waren 3 m dik en het kreeg<br />
vijf dokken. De bouw was niet alleen een<br />
gevecht tegen de elementen. Dora I werd op<br />
een ondergrond van modder, zand en klei<br />
gebouwd en blijkbaar onvoldoende<br />
gefundeerd. Na de bouw bleek de bunker zo’n<br />
15 cm uit het lood te staan. Maar dat was<br />
voor de Kriegsmarine geen probleem en deze<br />
nam de bunker op 20 juni 1943 dankbaar in<br />
gebruik. De bouw van de iets kleinere Dora II<br />
begon in 1942 maar was aan het eind van de<br />
oorlog maar voor de helft gereed. Het had<br />
168 m bij 102 m moeten gaan meten en<br />
gaan bestaan uit vier dokken. Verder werd in<br />
de omgeving huisvesting gebouwd voor zo’n<br />
200.000 soldaten.<br />
Twee U-boten in mei 1945, dus na de overgave<br />
van de Duitsers [1]<br />
Na de oorlog waren er plannen om de boel op<br />
te blazen, maar daar werd uiteindelijk vanaf<br />
gezien. Het gebouw werd even ‘bezet’ door<br />
het Noorse leger dat er twee verdiepingen<br />
bovenop bouwde. Maar de ruimte wordt<br />
tegenwoordig gebruikt door onder andere het<br />
archief van de stad en een bowlingbaan. De<br />
dokken eronder worden gebruikt door<br />
particulieren.<br />
Links de bunker Dora I en rechts de niet geheel<br />
voltooide Dora II in Trondheim [Google Earth]<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
7<br />
Dora I. De blauw gekleurde beplating en<br />
verdiepingen zijn van latere datum [1].<br />
De zijkant van Dora 1, de twee verdiepingen zijn<br />
van latere datum [4]<br />
Een panoramafoto van Dora I in Trondheim [4].<br />
Duitsland<br />
Ook in Duitsland werden vele U-boot bunkers<br />
gebouwd. Het doel in Duitsland was echter<br />
niet alleen gericht om veilige havens te<br />
creëren van waar de U-boten konden<br />
opereren. Ook was het veiligstellen van de<br />
productielijnen een tweede reden. Ik zal eerst<br />
de Duitse bases beschrijven en daarna de<br />
productiebunkers. De bunkerbouw in<br />
Duitsland begon al in het najaar van 1940 in<br />
Hamburg en op Helgoland. Ik ga met deze<br />
twee havens beschrijven, maar eerst komt<br />
Kiel aan bod. Tot slot komt de<br />
productiebunker in Bremen aan bod.<br />
Kiel<br />
Laten we beginnen met de stad Kiel. Een zeer<br />
belangrijke locatie want in deze stad werd in<br />
1906 de eerste Duitse duikboot in dienst<br />
genomen. In oktober 1910 werd in deze stad<br />
het eerste U-boot flottielje opgericht en in<br />
september 1935 de eerste U-boot school. In<br />
mei 1937 verhuisde de school naar Neustadt.<br />
In oktober werd er het 3 e flottielje opgericht<br />
en in 1938 nog eens drie flottieljes. In juni<br />
het 7 e , in oktober het 6 e en december het 5 e<br />
flottielje. Tot aan het uitbreken van de oorlog<br />
was ook het commando van de U-boten in<br />
Kiel gevestigd. Maar na het uitbreken van de<br />
oorlog veranderde er veel.<br />
Drie U-boten in Kiel 1935 [3].<br />
Er werden twee gevechtsflottieljes gevormd,<br />
het 1 e en 7 e . Beide verhuisden in 1940 en<br />
1941 naar Frankrijk. In maart 1941 ging het<br />
3 e Flottielje naar La Pallice in Frankrijk. In<br />
juni 1941 werd het 5 e flottielje<br />
(zie embleem) opnieuw<br />
opgericht als<br />
opleidingsflottielje en bleef tot<br />
aan het eind van de oorlog in<br />
Kiel. Gedurende de oorlog<br />
werden vele nieuwe U-boten in<br />
eerste instantie ingedeeld in Kiel bij het 5 e<br />
flottielje om daarna uit te zwermen. In<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
8<br />
februari 1945 werd het 5 e ‘versterkt’ met het<br />
19 e flottielje gevlucht uit Pilau, nadat de<br />
Russen daar naartoe optrokken. Een stad<br />
gelegen in toenmalig Duitsland, na de oorlog<br />
opgenomen in Polen en bekend onder<br />
Baltiysk. Drie maanden later viel het doek.<br />
Kiel was ook een belangrijke haven voor de<br />
productie van U-boten. Meer dan 230 stuks<br />
gleden er van de hellingen. Alleen in<br />
Hamburg werden er meer geproduceerd.<br />
De stad met haar haven en grote werven en<br />
reparatiedokken was een belangrijke<br />
uitvalsbasis van de Kriegsmarine en werd<br />
gedurende de oorlog dan ook frequent<br />
gebombardeerd door de geallieerden. De<br />
bouw van de Kilian bunker begon in 1941 en<br />
in 1942 de Ko<strong>nr</strong>ad bunker. Naast deze<br />
bunkers verrezen er her der in de stad talloze<br />
schuilbunkers voor de burgers en het<br />
personeel van de strategisch belangrijke<br />
stad.<br />
Kilian bunker<br />
De Kilian bunker was bedoeld voor de<br />
bescherming van nieuw U-boten en had<br />
alleen twee natte dokken. De U-boot kon er<br />
in schuilen en er konden alleen kleine<br />
reparaties worden uitgevoerd. De bunker was<br />
150 m breed en 138 m lang. Door deze grote<br />
lengte was het de enige bunker waar U-boten<br />
achter elkaar konden liggen. Hij kon<br />
maximaal 12 U-boten bergen onder een dak<br />
van 3 m dik en tussen muren van 3.3 m.<br />
Later werd het dak nog eens versterkt met<br />
1.3 m extra beton. Op de noordwesthoek<br />
werd een toren gebouwd voor een FLAK<br />
opstelling. Voor de opening hingen stalen<br />
deuren die omhoog gehesen konden worden.<br />
De deuren liepen niet door tot onder water.<br />
Bij de bouw werd uitgebreid gebruikgemaakt<br />
van dwangarbeiders afkomstig van diverse<br />
kampen in de buurt. Tijdens luchtaanvallen<br />
mocht er niet geschuild worden waardoor er<br />
grote aantallen doden vielen. In november<br />
1943 was de bunker gereed. Er werd totaal<br />
200.000 m 3 beton in verwerkt. In januari<br />
1943 verwerkten 1200 arbeiders in twee<br />
shifts 1200 m 3 beton per dag.<br />
De Kilian bunker in Kiel in vol ornaat. Rechts zit de<br />
opening. Let vooral op de grote lengte en de FLAK<br />
toren [9].<br />
vloedgolf ontstond die in de bunker sloeg. In<br />
de bunker lagen twee U-boten. De<br />
commandant van de U-170, Hans-Gerond<br />
Hauber, had toevallig bevolen de luiken te<br />
sluiten ondanks dat de U-boot veilig in de<br />
bunker lag. Daardoor bleef de U-170<br />
gespaard. Voor de andere U-boot liep het<br />
minder fortuinlijk af. Het water stroomde de<br />
opstaande luiken in waardoor deze zonk.<br />
Tijdens bombardementen werd de bunker<br />
nooit serieus beschadigd tot in de nacht van<br />
9 op 10 april 1945. Het was de 81 e ! aanval<br />
op Kiel uitgevoerd door 359 vliegtuigen van<br />
de RAF. De zuidelijke stalen deur in de<br />
opening werd geraakt. In het dok lagen een<br />
grote U-170 en kleine U-boot U-4708. Er<br />
waren 5 onderhoudsmonteurs en twee<br />
bemanningsleden aan boord van de U-4708.<br />
De drukgolf veroorzaakt door de explosie liet<br />
de duikmeter van de grote U-170 een diepte<br />
aangeven van 40 m. Alle arbeiders in het dok<br />
waren op slag dood. De U-4708 werd<br />
gelanceerd en kwam in botsing met de pier<br />
van het dok en zonk binnen enkele<br />
ogenblikken. Zes mannen aan boord wisten<br />
een luchtbel te vinden. Drie ervan konden via<br />
de toren nog net voor het rijzende water<br />
ontkomen. De lichamen van de anderen<br />
liggen nog steeds in het wrak. Bij hetzelfde<br />
bombardement werd de zware Duitse<br />
kruisers Admiral Scheer tot zinken gebracht<br />
en werden de Admiral Hipper en Emden<br />
zwaar beschadigd.<br />
Het bombardement was dus voor de RAF een<br />
groot succes. Direct na de oorlog is nog<br />
vergeefs geprobeerd het wrak te lichten. In<br />
september 1945 boorden de Britse genie in<br />
drie weken 288 gaten. De gaten werden<br />
gevuld met elk 0.57 kg aan explosieven.<br />
Daarnaast werden er 107 bommen met elk<br />
113 kg aan explosieven in de dokken zelf<br />
geplaatst. Een koopvaardijschip werd in de<br />
haven gelegd om de stad te beschermen.<br />
Wat er tenminste nog over was na zoveel<br />
bombardementen. Op 25 oktober werd zo’n<br />
12.3 ton aan explosieven ontstoken waardoor<br />
het grootste deel van het dok instortte,<br />
bovenop de U-4708. In september 1959<br />
werd nog de zuidelijke ingang opgeblazen<br />
omdat deze instabiel werd. Daarna zouden de<br />
resten nog lang blijven liggen tot begin 21 e<br />
eeuw. Tussen 1999 en 2002 werden de<br />
laatste resten verwijderd om plaats te maken<br />
voor een vrachtterminal. Tot slot een aantal<br />
foto’s van na de oorlog toen de bunker nog in<br />
stukken in de haven lag.<br />
Over de Kilian bunker is nog een bijzonder<br />
verhaal te vertellen. Het was de enige bunker<br />
waarin een U-boot, de U-4708, tot zinken<br />
werd gebracht ten gevolge van een<br />
bombardement. Een aantal missers<br />
ontploffende in de haven waardoor een<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
9<br />
Deze foto geeft een goed overzicht, links de<br />
zuidelijk en rechts het noordelijke dok, op de<br />
voorgrond het restant van één van de stalen<br />
deuren en op de achtergrond de restanten van de<br />
FLAK toren [3].<br />
Een kijkje in het dok [3].<br />
De FLAK toren (boven) en op de foto daaronder de<br />
voormalige ingang van het zuidelijke dok [3].<br />
Nogmaals de ingang van het zuidelijke dok met het<br />
ingestorte dak van meters dik beton [3].<br />
Nogmaals het zelfde deel van het dok. Op 11<br />
december 2000 geeft ze zich uiteindelijk toch<br />
gewonnen [3].<br />
Ko<strong>nr</strong>ad bunker<br />
Zijn we nu aangekomen bij de Ko<strong>nr</strong>ad<br />
bunker. Het werk startte in april 1943. De<br />
bunker was feitelijk een betonnen<br />
overkluizing van het bestaande droogdok III<br />
van de Deutsche Werke scheepwerf in Kiel.<br />
Het dok stond gedurende de bouw onder<br />
water waardoor schepen de bodem<br />
eenvoudig konden uitbaggeren. In februari<br />
1944 werden de plannen aangepast en werd<br />
de Ko<strong>nr</strong>ad bunker afgebouwd als een<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
10<br />
bomvrije droogdok en werf.<br />
nacht van 26 op 27 augustus. Het werk kon<br />
daardoor pas eind oktober 1944 worden<br />
afgerond. De constructie van U-boten begon<br />
kort daarna. Tot voorjaar 1945 werden er<br />
segmenten gebouwd voor de moderne U-<br />
boten type XXI. Daarna werd er gestart met<br />
de bouw van een Seehund miniduikboot,<br />
maar deze kwam niet meer af.<br />
Een aantal betonnen spanten klaar om te worden<br />
geplaatst [10].<br />
Daartoe kwam er 28 m voor het dok twee<br />
sluisdeuren en werd het dak doorgetrokken<br />
tot boven de deuren. In april 1944 begon de<br />
constructie van het dak bestaande uit zo’n<br />
200 liggers. Dit waren spanten gemaakt van<br />
voorgespannen beton. Er werden er 16 per<br />
dag gelegd wat neerkwam op zo’n 13 m per<br />
dag.<br />
De Ko<strong>nr</strong>ad bunker in Kiel na één van de vele<br />
bombardementen. De locaties van de<br />
oorspronkelijke vier open dokken zijn goed<br />
zichtbaar terwijl Ko<strong>nr</strong>ad (rode pijl) feitelijk over<br />
dok III heen staat. In Dok II ligt vermoedelijk de<br />
zwaar beschadigde Brummer [9].<br />
Ook de Ko<strong>nr</strong>ad bunker werd na de oorlog in<br />
oktober 1946 opgeblazen. Net als bij Kilian<br />
bunker bleven de resten nog lang in de haven<br />
liggen.<br />
De bekisting van de meters dikke muren [10].<br />
Het dak is bijna gereed. De laatste spanten zijn<br />
nog zichtbaar en een deel van de bekisting [11].<br />
In de nacht van 23 op 24 juli werd dit werk<br />
ruw verstoord door een bombardement van<br />
628 bommenwerpers van de RAF. De<br />
bouwplaats kreeg 10 treffers te verwerken.<br />
De bouw werd daardoor pas in 15 augustus<br />
voortgezet. Een volgende aanval volgde in de<br />
Het resultaat van het ontploffen vlak na de oorlog<br />
[10].<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
11<br />
Tot begin jaren 60 de Howaldtswerke Kiel AG<br />
er grote productiehallen wilde gaan bouwen<br />
op de locatie van de voormalige vier<br />
droogdokken, waaronder dus ook dok III<br />
waar de resten van Ko<strong>nr</strong>ad nog lagen. In een<br />
ander totaal verzand dok lagen nog delen van<br />
de gezonken Brummer. Het opruimwerk van<br />
in totaal 180.000 m 3 duurde van oktober<br />
1960 tot mei 1961. Vele explosieven moesten<br />
het beton in behapbare stukken breken. Wat<br />
nu rest van Ko<strong>nr</strong>ad is een stuk gras in het<br />
niemandland tussen HDW scheepwerf en de<br />
werf van de Duitse Marine.<br />
Hamburg<br />
De stad Hamburg had maar twee Flottieljes,<br />
het 31 e en 32 e flottielje. Beide waren<br />
trainingsflottieljes en hadden geen embleem.<br />
Het 31 e werd in september 1943 opgericht en<br />
had ook Willemshaven en Wesermunde als<br />
basis. Het 32 e kwam in januari 1945 over uit<br />
Köningsberg. De bunkerbouw was in deze<br />
stad daarom primair bedoeld ter bescherming<br />
van de productie van U-boten. Zoals al<br />
eerder aangegeven was Hamburg de stad<br />
waar gedurende de oorlog de meeste U-boten<br />
werden geproduceerd.<br />
Elbe II<br />
De bouw van de eerste bunker genaamd Elbe<br />
II startte al in 1940. In december 1941 was<br />
de bunker gereed. Er was toen zo’n 50.000<br />
m 3 beton in verwerkt. Het kreeg twee<br />
dokken/hallen met een binnenmaat van 22.5<br />
m breed en 112.5 m lang. De bunker had<br />
twee kranen en was afgesloten door een<br />
stalen deur. Hij werd gebruikt voor de bouw<br />
van U-boten. Er werd gewerkt in twee shifts<br />
van totaal 200 man, voornamelijk Duitsers.<br />
Het interieur van de Elbe II bunker met de<br />
gezonken U-684 [3].<br />
Op 11 november 1945 werd de bunker<br />
samen met twee U-boten die er nog in lagen<br />
opgeblazen door de Royal Engineers. De<br />
restanten hebben er nog jaren gelegen.<br />
De Elbe II bunker in 1945 [9].<br />
Het Elbe II bunker in mei 1995 [3].<br />
Recentelijk zijn alle resten bedekt en is er<br />
een parkeerplaats boven gebouwd.<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
12<br />
Fink II<br />
De tweede bunker genaamd Fink II werd<br />
gebouwd tussen 1940 en 1942. Hij was 153<br />
m breed en 139 m lang en bestond uit vier<br />
dokken. Er ging zo’n 130.000 m 3 beton in de<br />
bouw. Er was ruimte voor 15 U-boten. De<br />
bouw van een vijfde dok werd pas in april<br />
1944 afgerond.<br />
De Fink II bunker [9].<br />
De eerste aanval op de bunker kwam op 4<br />
april 1945, maar leverde geen enkele hit op.<br />
Vijf dagen later deden de geallieerden het<br />
nog eens dunnetjes over en dropten twee<br />
Grand Slams en wel 15 Talboys. Toch bleef<br />
de schade aan de bunker beperkt. Sommige<br />
muren werden tot maximaal 45 cm<br />
verschoven, maar de constructie bleef<br />
overeind. De sloop begon op 17 oktober 1945<br />
met 30.3 ton aan explosieven, inclusief 300<br />
bommen. Het plafond kwam omlaag en de<br />
muren stortten gedeeltelijk in elkaar. Aan het<br />
eind van de 40-er jaren werd de sloop<br />
voortgezet, maar pas in 1956 verdween het<br />
laatste stukje onder een laag zand afkomstig<br />
uit de Elbe. Maar daarmee was het verhaal<br />
niet afgelopen, want bij een verlenging van<br />
de landingsbaan ten behoeve van de<br />
uitbreiding in opdracht van Airbus, kwamen<br />
de resten weer boven de grond. Ze zijn nu<br />
weer zichtbaar gemaakt voor het nageslacht.<br />
Het restanten van de Fink II bunker aan het eind<br />
van de startbaan [3].<br />
Helgoland<br />
Op zo’n 50 km uit de kust midden in de<br />
Duitse Bocht liggen twee eilanden van maar<br />
enkele kilometers groot. Vanaf 1807, tijdens<br />
de tijd van Napoleon, werden de eilanden<br />
door de Britse marine bezet. In 1890 werden<br />
ze overgedragen aan Duitsland. Onder deze<br />
nieuwe eigenaar werd op het westelijk<br />
gelegen eiland al voor de WO1 een<br />
marinebasis aangelegd. De strategisch<br />
gelegen eilanden werden in WO2 door de<br />
Duitsers verder uitgebreid en werden een<br />
Seefestung. Het oostelijk gelegen eiland<br />
kreeg daarbij een vliegveld. Aan de zuidkant<br />
van het westelijk gelegen eiland werd vanaf<br />
1938 de grote marinehaven verder<br />
uitgebouwd en kreeg het een U-boot<br />
dokbunker genaamd Nordsee III. De bunker<br />
was 88 m breed en 156 lang en bestond uit<br />
drie natte dokken.<br />
De dokbunker NordSee III bestaand uit drie<br />
dokken [12]<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
13<br />
De bunker is alleen voor U-boten gebruikt<br />
tussen januari en maart 1942. Waarom de<br />
bunker maar zo’n korte periode is gebruikt<br />
door de U-boten heb ik niet kunnen<br />
achterhalen. De verdediging van Helgoland<br />
werd tijdens de oorlog door de Duitsers<br />
verder uitgebreid tot een vrijwel onneembare<br />
vesting. Er kwamen vele bunkers en in de<br />
rotsige grond werden uitgebreide tunnels en<br />
opslag- en schuilruimtes aangelegd. De<br />
eilanden trokken ook de aandacht van de<br />
Geallieerden en werden regelmatig bezocht<br />
door bommenwerpers. Door de totale<br />
verbunkering van alle essentiële<br />
voorzieningen op de eilanden had dit<br />
betrekkelijk weinig effect.<br />
Na de oorlog werd met de basis afgerekend.<br />
Het leek wel of het de geallieerden eraan was<br />
gelegen om het meest westelijke eiland<br />
volledig van de aardbodem te laten<br />
verdwijnen. In eerste instantie werd het<br />
slachtoffer van Operatie Ruby, een Anglo-<br />
Amerikaans programma voor het testen van<br />
penetratiebommen tegen zware bunkers.<br />
Lancasters, B-29 Super Fortresses en B17<br />
Flying Fortresses trakteerden de eilanden op<br />
een heel assortiment aan bommen.<br />
Een FLAK batterij op Helgoland [12]<br />
Tijdens alle oorlogsjaren bleef zelfs<br />
burgerbevolking aanwezig tot vlak voor het<br />
einde. Na een bombardement op 18 april<br />
waarbij de eilanden werden getrakteerd op<br />
een aantal Tall Boys en Grand Slams, werd<br />
het de Duitse overheid toch te gortig en<br />
werden de laatste burgers geëvacueerd.<br />
Het ‘voorraadje’ explosieven na aankomst op het<br />
eiland. Op de onderste foto liggen de bommen<br />
netjes gestapeld en met ontstekers aan elkaar<br />
verbonden ergens in de tunnels van het eiland<br />
[12].<br />
Maar de genadeklap werd gegeven door de<br />
Britse marine die onder het codewoord<br />
Operation Big Bang op 18 april 1947 om<br />
13:00 6700 ton explosieven tot ontploffing<br />
brachten. Het werd daarmee de grootste<br />
explosie ooit uitgevoerd met conventionele,<br />
niet nucleaire, explosieven. Het resultaat was<br />
een kilometer hoge rookpluim. Op het land<br />
werd een krater geslagen met een diameter<br />
van zo’n 100 m. Door de klap was het eiland<br />
in één keer 70.000 m 3 grond kwijt.<br />
Foto genomen tijdens het bombardement van 18<br />
april 1945. Op de bovenste foto (het noorden ligt<br />
links) is het vliegveld gelegen op het oostelijk<br />
eiland goed te zien. De foto geeft het pokdalig<br />
bodem ten gevolge van de vele inslagen [12].<br />
18 april 1947 na aftellen tot nul. Een rookpluim van<br />
kilometers hoog [12].<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
14<br />
de bunker Valentin tegen. Het werd de<br />
grootste bunker ooit gebouwd voor de<br />
constructie van U-boten. Ook deze bunker<br />
was bedoeld voor de afbouw van de meest<br />
moderne U-boot Type XXI. De acht<br />
verschillende losse segmenten zouden op<br />
verschillende andere locaties in Duitsland,<br />
zoals de Hornisse bunker, de Wespe bunker<br />
in Wilhelmshaven en Bremerhaven worden<br />
gebouwd en met binnenvaartschepen naar<br />
deze bunker worden vervoerd, waar de<br />
afbouw zou gaan plaatsvinden.<br />
De haven met de opgeblazen voormalige U-boot<br />
bunker zoals de Duitsers het aantroffen in 1952.<br />
Na die klap werd het eiland min of meer<br />
geannexeerd door de Britten. Na de Big Bang<br />
was het leed nog niet geleden, want tot 1952<br />
werd het onbewoonde eiland gebruikt als<br />
schietrange. In 1952 werd het teruggeven<br />
aan de Duitse overheid. Die had eerst nog<br />
een megaklus om de blindgangers op het<br />
eiland te verwijderen. Daarna mochten de<br />
bewoners weer terug. Nu zijn de eilanden<br />
vooral aantrekkelijk voor toeristen. Als je met<br />
Google Earth naar de beide eilanden kijkt,<br />
kun je nu verschillende bomkraters zien.<br />
Bremen<br />
Zijn we bij de laatste stad gekomen in<br />
Duitsland met U-boot bunkers. Bremen is<br />
gelegen aan de rivier de Weser bijna 60 km<br />
landinwaarts. Zo’n 5 km stroomafwaarts werd<br />
begin 1943 begonnen met de bouw van de U-<br />
boot bunker Hornisse. Het was de bedoeling<br />
om in de bunker U-boten te gaan bouwen<br />
van Type XXI. De bunker kwam echter nooit<br />
klaar.<br />
De Hornisse bunker in aanbouw. Links zijn de<br />
bekende voorgespannen betonnen spanten te zien.<br />
[9].<br />
Na de oorlog werd de bunker gebruikt als<br />
testlocatie voor nieuwe bommen. Uit die tijd<br />
stammen de meeste beschadigingen aan de<br />
bunker. De restanten van de bunker zijn ook<br />
nu nog goed zichtbaar.<br />
Een voorbeeld van een U-boot segment [3].<br />
De bunker werd 97 m breed en 426 m lang.<br />
Muren werden 4.5 m dik. De hoogte van het<br />
plafond werd 22.5 m en op sommige plaatsen<br />
waar bijvoorbeeld de periscoop moest worden<br />
geplaatst 27 m hoog. Het dak werd<br />
opgebouwd uit tientallen ter plaatse<br />
gemaakte voorgespannen betonnen spanten.<br />
Een bouwmethode die we ondertussen wel<br />
kennen. Het dak was op de meest plaatsen<br />
4.5 m dik, maar op sommige plekken waren<br />
de Duitsers al tijdens de bouw het dak aan<br />
het verzwaren tot 7 meter dikte. Er werd<br />
500.000 m 3 beton gebruikt. De bouw werd<br />
uitgevoerd door tussen de 10.000 en 12.000<br />
arbeiders werkend in twee shifts van 12 uur<br />
op en 12 uur af van 7:00 tot 19:00. De<br />
dwangarbeiders, ‘woonden’ in zeven kampen<br />
gelegen tot op 8 km van de bunker. Het werk<br />
was bijzonder gevaarlijk, en vermoedelijk zijn<br />
tijdens de bouw meer dan 6000 arbeiders<br />
omgekomen. Om het even in perspectief te<br />
zetten. Dit aantal was hoger dan het aantal<br />
burgers dat omkwam tijdens alle geallieerden<br />
bombardementen op de stad Bremen. De<br />
identiteit van slechts 553, vooral Franse<br />
arbeiders is bekend. Het gevaarlijkste en dus<br />
ook meest gevreesde werk werd uitgevoerd<br />
door de Eisenkommandos, een ploeg die<br />
verantwoordelijk was voor verplaatsing van<br />
de stalen draagbalken. Onder de<br />
dwangarbeiders kreeg de ploeg de bijnaam<br />
het zelfmoordcommando.<br />
Valentin<br />
Varen we denkbeeldig verder de Weser af<br />
dan komen we op ruim 35 km vanaf de zee<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
15<br />
maand, oplopend naar minimaal 14 stuks. Er<br />
stond zelfs nog een tweede Valentin bunker<br />
op de rol. Er waren trouwens nog meer snode<br />
plannen om voor de productie van U-boten<br />
nog meer bunkers te bouwen zoals bunker<br />
Elbe XVII en Wensel in Hamburg, Wespe in<br />
Wilhelmhaven en Kasper in Kiel. Maar dat is<br />
allemaal bij plannen gebleven. Op 17 maart<br />
gooide de RAF roet in het eten met een<br />
bombardement van onder andere zeven Tall<br />
Boys en 13! Grand Slams. Twee daarvan<br />
drongen tot halverwege het dak door voordat<br />
ze ontploften. Daardoor werden twee grote<br />
gaten geslagen in het plafond van de bunker.<br />
1000 ton aan brokstukken viel van het<br />
plafond naar beneden, maar het veroorzaakte<br />
geen slachtoffers in de bunker zelf.<br />
De bouw van een van de spanten. Links de<br />
opzichter [4].<br />
De spanten werden met protaalkranen op hun<br />
plaats gehesen[1].<br />
Het resultaat van het RAF bombardement rond de<br />
bunker en een detail van de treffer met een Grand<br />
Slam [4].<br />
Een groep dwangarbeiders verlaten het werk<br />
(1944) [1].<br />
In maart 1945 was de bouw vrijwel afgerond<br />
en was de apparatuur in de bunker geplaatst.<br />
De productie zou binnen twee maanden<br />
opgestart worden. 4500 dwangarbeiders<br />
zouden starten met een productie vanaf<br />
augustus 1945 van drie Type XXI U-boten per<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
16<br />
noodzaakte de marine de bunker in 2008 in<br />
de (uit)verkoop te doen. Een stichting heeft<br />
de bunker gekocht en organiseert er nu<br />
rondleidingen. Tot slot een fotoïmpressie van<br />
de bunker zoals hij er nu bijligt.<br />
Het effect van de treffer gezien vanuit de<br />
binnenzijde van de bunker [1].<br />
Bij een later onderzoek bleek dat de twee<br />
bommen waren ingeslagen op het westelijk<br />
gedeelte waar het dak ‘maar’ 4.5 m dik was.<br />
Volgens Amerikaanse analisten zou een inslag<br />
met een Grand Slam op het 7 m dikke deel<br />
geen effect hebben gehad. Op 30 maart<br />
deden de Amerikanen het nog dunnetjes over<br />
met een bombardement met 60! Disney<br />
bommen. De magazijnen moesten zeker<br />
leeg? Slechts één bom was raak, maar<br />
veroorzaakte geen schade. De installaties in<br />
de omgeving van de bunker waren echter zo<br />
beschadigd dat de bunker werd verlaten. Vier<br />
weken later werd dit gebied bevrijd door het<br />
Britse leger. Het leed van de dwangarbeiders<br />
was toen echter nog niet geleden, want voor<br />
de bevrijding werden 5000 dwangarbeiders<br />
geëvacueerd met het Stoomschip Cap<br />
Arcona. Op 3 mei werd het schip aangevallen<br />
door de RAF en tot zinken gebracht. Slechts<br />
350 overleefden de aanval. Ook voor de<br />
bunker was het na de oorlog nog geen rust.<br />
Ook deze bunker werd net als Helgoland,<br />
geselecteerd voor Operation Ruby. Alleen bij<br />
deze bunker had het weinig effect. Plannen<br />
om de bunker op te blazen werden niet<br />
uitgevoerd in verband met het gevaar dat dit<br />
een nabij gelegen dorp en de<br />
elektriciteitscentrale zou beschadigen. Daarna<br />
zou het als fundatie gaan dienen voor een<br />
berg puin uit de stad, of als ruim voor een<br />
atoombomvrije energiecentrale, maar<br />
uiteindelijk in de begin jaren 60 nam de<br />
Duitse marine de bunker in gebruik als<br />
opslagplaats. Hoge onderhoudskosten<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
17<br />
De plattegrond van de immense Valentin bunker in Bremen afkomstig van een rapport opgesteld door de<br />
luchtmacht in het kader van project Ruby. Het linkerdeel van de bunker was gereserveerd voor de aanvoer van<br />
onderdelen. De segmenten kwamen op binnenvaartschepen aan linksboven in een soort haventje, afsluitbaar<br />
via een dikke pantserdeur. De segmenten zouden naar beneden gaan naar assemblagestation 1, waar ze<br />
vervolgens in verschillende stappen aan elkaar zouden worden gezet. Helemaal onderaan langs de muur en<br />
station 2 en 3 was ruimte voor het opslaan van de segmenten. Andere onderdelen zoals de dieselmotoren<br />
zouden via het spoor aan gaan komen linksonder op de tekening. Daar was ook een positie voor het<br />
proefdraaien. De U-boot zou een station doorschuiven naar 2 en vervolgens tot positie 3. Daarna zou hij één rij<br />
naar boven opschuiven naar station 4 en weer twee naar links tot station 6. Een rij naar boven naar station 7.<br />
Daar zou de toren geplaatst worden en ging de U-boot weer naar rechts, etc. Rechts zijn de werkplaatsen en<br />
opslag. Opslag van de batterijen was rechts boven. Op station 10 zouden dan ook de batterijen naar binnen<br />
worden gehesen. Het plafond was bij station 9 en 10 speciaal verhoogd, waardoor ook daar de periscopen<br />
geplaatst konden worden. Op station 11 zouden de batterijen geladen worden. Finale testen zouden op station<br />
12 plaatsvinden. Waarna op station 13, een droogdok, de duikboot omlaag kon zakken om vervolgens<br />
onderwater te worden gezet voor een waterdichtheidstest. Na het openen van twee sluisdeuren en de dikke<br />
pantserdeur, kon de U-boot naar buiten worden gevaren de Weser in. Al met al een goed doordacht concept,<br />
ontworpen door Organsation Todt [1].<br />
Type XXI<br />
Dit type U-boot is nu al een aantal keren<br />
genoemd, maar laten we deze boot eens in<br />
meer detail behandelen. Zo als veel<br />
ontwikkelingen van oorlogstuig in Nazi<br />
Duitsland was het zijn tijd ver vooruit. Zij kan<br />
eigenlijk beschouwd worden als de moeder<br />
van de naoorlogse onderzeeboten. Zij had<br />
driemaal zoveel batterijcapaciteit dan de<br />
oudere types. Zij kon daardoor hoofdzakelijk<br />
onderwater varen en hoefde alleen, bij een<br />
vaart van 4 tot 8 knopen om de 2 tot 3 dagen<br />
al snorkelend in 3 tot 5 uren met haar diesels<br />
de batterijen opladen. Zij kan op deze manier<br />
ondergedoken eenvoudig de Vallei des doods<br />
overbruggen, de route vanuit de Franse<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
18<br />
bases door de Golf van Biskaje. Een route<br />
waar door de geallieerden zwaar werd<br />
gepatrouilleerd op zoek naar U-boten. Er<br />
wordt wel eens gesteld dat de uitslag van de<br />
oorlog heel anders was geweest als deze boot<br />
twee jaar eerder operationeel was geworden.<br />
Het voorlopige ontwerp van de Type XXI was<br />
in juni 1943 afgerond. De belangrijkste eisen<br />
waaraan het ontwerp voldeed was, goede<br />
stroomlijning, dus geen kanon meer op het<br />
voordek. Verder moesten de batterijen een<br />
onderwatersnelheid van 18 knopen kunnen<br />
volhouden voor 1.5 uur, 12-14 knopen voor<br />
10 uur of 5 knopen voor 60 uur. Een snorkel<br />
voor het onderwater opladen van de<br />
batterijen. De torpedo’s werden hydraulisch<br />
geladen wat de herlaadtijd aanzienlijk<br />
verkorte. En diepvriezers voor het eten.<br />
Tussen juli en december 1943 werd het<br />
detailontwerp afgerond. Men liep echter<br />
tegen een praktisch probleem aan. De bouw<br />
van de boot op een conventionele manier,<br />
dus liggend op een helling zou 18 maanden<br />
gaan duren. Dit zou betekenen dat de eerste<br />
romp in november 1944 klaar zou zijn en dat<br />
na een opwerkperiode de U-boot pas in 1946<br />
operationeel inzetbaar zou zijn. Dit werd door<br />
Albert Speer, hoofd van de oorlogsindustrie,<br />
onaanvaardbaar geacht. Hij nam daarom<br />
contact op met Otto Merker die in de autoindustrie<br />
veel ervaring op had gedaan met<br />
massaproductie. Er zou geen prototype<br />
worden gebouwd maar direct begonnen<br />
worden met de serieproductie. De U-boot zou<br />
opgebouwd worden uit verschillend pre-fab<br />
segmenten, die parallel op diverse werven<br />
zouden worden gebouwd en op aken zouden<br />
worden aangevoerd naar een centrale plaats.<br />
De bouw kon daarmee verkort worden tot<br />
slecht 6 maanden. Bij de proefvaart van de<br />
eerste Type XXI bleek de boot aan vrijwel alle<br />
eisen te voldoen. Een technisch hoogstandje<br />
dus. De massaproductie liep echter minder<br />
gesmeerd. Al snel liep men achter op het<br />
productieschema, voornamelijk veroorzaakt<br />
door fouten in het ontwerp en afwijkingen op<br />
de maatvoering waardoor segmenten niet<br />
goed op elkaar pasten. De meeste problemen<br />
waren na de eerste helft van 1944 opgelost,<br />
maar na die tijd werd het gevaar van dit<br />
nieuwe type onderkend door de geallieerden<br />
en ging die over tot het specifiek<br />
bombarderen van kritische installaties, zoals<br />
de werven en transportmiddelen over het<br />
water. Verdere vertraging werd veroorzaakt<br />
door de langere training die noodzakelijk was<br />
voor deze complexe machines. Duurde een<br />
opleiding voor een conventionele boot nog 3<br />
tot 3.5 maanden, voor de Type XXI werd dat<br />
6 tot 7 maanden. Daarnaast werd de training<br />
verstoord door het afwerpen van mijnen door<br />
de geallieerden in de baai van Danzig, het<br />
voornaamste trainingsgebied. Dit gebeurde<br />
vanaf augustus 1944 met regelmatige<br />
intervallen. Uiteindelijk werd de training<br />
verplaatst naar de meer westelijk gelegen<br />
Baai van Lübeck, een minder geschikt gebied<br />
aangezien dit gebied binnen het bereik van<br />
Coastel Command lag van de RAF. U-boten in<br />
training werden soms dus direct in het diepe<br />
gegooid en tijdens hun training reeds<br />
aangevallen. Zelfs bemanningen die bijna<br />
klaar waren en wachtten op overplaatsing<br />
naar een basis in Noorwegen. Uiteindelijk was<br />
aan het eind van de oorlog slechts één Type<br />
XXI, de U-2511, volledig inzetbaar en<br />
opererend vanuit Bergen.<br />
De U-2540 Type XXI U-boot als museumboot in<br />
Bremerhaven. Let vooral op de stroomlijning van<br />
het ontwerp, waardoor het onderwatergeluid<br />
minimaal was [3].<br />
Met zijn onderwaterstroomlijn, zijn grote<br />
batterijcapaciteit en de uitrusting met een<br />
snorkel wordt de Type XXI<br />
(duik?)onderzeeboot algemeen beschouwd<br />
als de moeder van alle latere<br />
dieselelektrische onderzeeboten. Daarom zou<br />
deze boot in het rijtje horen van de<br />
legendarische ontwerpen als de V1, V2<br />
wapens en Königstiger tank. Ware het niet<br />
dat voor de Type XXI het einde van de oorlog<br />
te vroeg kwam.<br />
Onno van Gent<br />
Bronnen<br />
[1] Algemene informatie: Wikipedia.en<br />
[2] U-boat bases in Frankrijk:<br />
http://www.uboat-bases.com/<br />
[3] Bases Flottieljes en werven:<br />
http://uboat.net/boats.htm<br />
[4] Foto’s huidige situatie Google Earth:<br />
http://www.panoramio.com/<br />
[5] Foto’s Lorient en operatie Chariot:<br />
http://www.strijdbewijs.nl/<br />
[6] Foto’s Bergen:<br />
http://bunkersite.com/locations/norway/<br />
bergen/ubb-bergen-1.php<br />
[7] Foto’s U 622 van Bergen en Trondheim<br />
tussen november 1942 en juli 1943:<br />
http://uboatarchive.net/Hunkirchen.htm<br />
[8] Foto’s woonhuizen Bergen:<br />
http://www.nuav.net/ubaatbyen.html<br />
[9] Foto’s Ko<strong>nr</strong>ad bunker in Kiel:<br />
http://www.battlefieldsww2.com/Uboat_bunker_Kiel.html<br />
[10] Foto’s Ko<strong>nr</strong>ad bunker in Kiel in aanbouw:<br />
http://www.bunker-<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013
19<br />
kiel.com/milit%C3%A4rischeei<strong>nr</strong>ichtungen/u-bootbunker/ko<strong>nr</strong>ad/<br />
[11] Foto Ko<strong>nr</strong>ad bunker in Kiel:<br />
http://plowwii.tripod.com/uk006.htm<br />
[12] Foto’s Helgoland: http://www.ndr.de<br />
Twee afsluitende foto’s van de Valintin bunker gelegen aan de Weser. Het gedeelte met een nieuw dak is na de<br />
oorlog lange tijd een magazijn geweest voor de Duitse marine [4].<br />
LOOPGRAAFKOERIER NO. <strong>118</strong> FEBRUARI 2013