10.04.2014 Views

richtlijn - Kwaliteitskoepel

richtlijn - Kwaliteitskoepel

richtlijn - Kwaliteitskoepel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

OVARIUMCYSTE, SIMPELE<br />

Versie 1.0<br />

Datum Goedkeuring 21-04-2001<br />

Methodiek<br />

Evidence based<br />

Discipline<br />

Monodisciplinair


Verantwoording<br />

NVOG


Omschrijving van het probleem<br />

In deze <strong>richtlijn</strong> worden diagnostiek en behandeling van de ovariumcyste zonder klachten na de menarche<br />

besproken. De maximale diameter van de preovulatoire follikel is 3 cm. Een simpele ovariumcyste is een<br />

symptoomloze, postmenarchale cyste die groter is dan 3 cm. In deze <strong>richtlijn</strong> worden overwegingen besproken<br />

die een rol spelen in het beleid bij een simpele cyste. Prenatale en neonatale cysten en cysten bij meisjes<br />

voor de menarche worden hier buiten beschouwing gelaten.<br />

Analyse van de beschikbare kennis<br />

Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken en/of paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u<br />

in de linkerkolom op de subhoofdstuk- en/of paragraaftitel.<br />

Definitie<br />

De simpele ovariumcyste is, echoscopisch gemeten, groter dan 3 cm (in drie richtingen gemeten), transsoon,<br />

uniloculair zonder septa en zonder papillaire formaties.<br />

Etiologie en pathologie<br />

Simpele ovariumcysten ontstaan meestal uit normale follikels. De binnenkant van de cyste wordt bekleed door<br />

granulosaweefsel. De wanden zijn glad zonder papillaire formaties en de cyste is meestal gevuld met helder<br />

tot lichtgeel vocht. Bij premenopauzale vrouwen kan de concentratie oestrogenen (en androgenen) verhoogd<br />

zijn ten opzichte van de serumwaarden.<br />

Epidemiologie<br />

Simpele cysten worden meestal bij toeval ontdekt 1 . Bij 2,5% van 5000 vrouwen werd een asymptomatische<br />

simpele ovariumcyste gevonden 2 . In een onderzoek bij 1000 zwangere vrouwen werd tijdens<br />

routineechoscopie in het eerste trimester in 29% een simpele cyste gevonden.<br />

Klachten<br />

Er zijn geen specifieke klachten. Soms bestaan er cyclusstoornissen in de vorm van secundaire amenorroe of<br />

metrorragie 3 .<br />

Complicerende factoren<br />

• Kans op maligniteit<br />

Premenopauzale vrouwen.<br />

In een studie 4 werden 641 premenopauzale vrouwen met een simpele cyste onderzocht: in totaal werden in<br />

deze groep 5 maligniteiten (0,8%) gevonden. Een cyste tussen de 3 en 4 cm was nooit maligne; bij een cyste<br />

tussen de 4 en 7 cm is de kans op maligniteit 1,4%. Boven de 7 cm is de maligniteitskans 2,3%, waarbij<br />

aangetekend moet worden dat het in de helft van de gevallen een borderline-tumor van het ovarium betrof.<br />

Verder dient opgemerkt te worden dat de betrouwbaarheid van de vaginale 5 MHz-probe afneemt met de<br />

grootte van de cyste, hetgeen een grotere maligniteitskans zou kunnen verklaren. De leeftijd bleek ook een<br />

risicofactor te zijn: tot het 50e jaar bedraagt de kans op een maligniteit 0,6%, vanaf het 50e jaar is deze 3,6%<br />

waarbij ook weer de helft een borderline-tumor van het ovarium is 4 .<br />

• Kans op torsie<br />

1


Hoewel in elke gynaecologische praktijk een torsie van het ovarium een aantal malen per jaar voorkomt, zijn<br />

er in de literatuur geen betrouwbare gegevens te vinden over de kans op torsie. Er zijn enkele case-reports<br />

over een verhoogde kans van torsie van het ovarium na ovariumstimulatie met gonadotropinen tijdens een<br />

IVFbehandeling 9 10 . In een retrospectieve studie 10 onder 59 vrouwen met een torsie van het adnex werd bij<br />

10 vrouwen de torsie teruggedraaid; bij slechts één vrouw kon het ovarium worden gespaard. In een andere<br />

studie echter kon bij 65% van de patiënten na detorsie het ovarium gespaard worden 11 . Bij verdenking op een<br />

torsie kan door een snelle detorsie het ovarium behouden blijven. Een detorsie is in de zwangerschap zeker<br />

ook mogelijk. Onder de 16 weken kan dit laparoscopisch, na de 16e week door middel van een laparotomie.<br />

• Zwangerschap<br />

Met name door routinegebruik van echoscopie in de zwangerschap worden meer ovariële cysten ontdekt (tot<br />

29%). Meestal zijn dit luteïnecysten die na de 12e zwangerschapsweek verdwijnen 12 . Dat de resultaten elkaar<br />

tegenspreken blijkt wel uit een screeningsonderzoek 13 waarbij slechts 31 simpele cysten werden vastgesteld<br />

bij 43.372 zwangere vrouwen (0,07%). Er werd geen maligniteit gevonden.<br />

Diagnostiek<br />

• Het gynaecologisch onderzoek<br />

Het lichamelijk onderzoek is niet altijd betrouwbaar. Meestal is een simpele cyste bij vaginaal toucher goed te<br />

voelen, maar dit is afhankelijk van de diameter, de panniculus en het relaxeren van de vrouw. Een simpele<br />

cyste kan ruptureren tijdens het gynaecologisch onderzoek.<br />

• Echoscopie/doppler<br />

Transvaginale echoscopie is betrouwbaarder dan gynaecologisch onderzoek. Indien het ovarium niet in beeld<br />

kan worden gebracht dient een aanvullende abdominale echoscopie overwogen te worden, met name bij grote<br />

cysten en in de zwangerschap.<br />

De cyste wordt in drie richtingen loodrecht op elkaar gemeten (minimaal vereist 5 MHz). Voor de uitvoering,<br />

verslaglegging en rapportage wordt verwezen naar NVOG-<strong>richtlijn</strong> 27, Gynaecologische echoscopie.<br />

Voor simpele cysten geven kleurendoppler en PI-/PR-metingen geen aanvullende diagnostische informatie die<br />

de behandeling zou kunnen beïnvloeden 14 .<br />

• Andere beeldvormende technieken<br />

CT-scan en MRI geven niet meer informatie dan vaginale echoscopie.<br />

• Tumormarkers<br />

Er is geen literatuur over CA125- waarden bij een simpele cyste. Bij 8,8% van gezonde premenopauzale<br />

vrouwen is het CA125 hoger dan 35 U/l. CA125-bepaling bij vrouwen met een simpele cyste lijkt niet zinvol 15 .<br />

Ter overweging is spijtserum als na de operatie blijkt dat het toch om een maligne tumor gaat.<br />

Therapie<br />

• Orale anticonceptiva<br />

Simpele cysten verdwijnen niet door gebruik van orale anticonceptiva en progestativa. Pilgebruik heeft wel<br />

een preventieve werking (tot 50%) met betrekking tot het ontstaan van simpele cysten 16 .<br />

• Punctie<br />

2


Uit een enquête onder Nederlandse gynaecologen 17 blijkt dat nog vaak punctie en fenestratie van een cyste<br />

wordt uitgevoerd. Er is een matige relatie tussen de cytologische bevindingen die worden verkregen bij<br />

punctie en de definitieve histologische resultaten.<br />

Bij 140 premenopauzale vrouwen met een simpele cyste die een cystepunctie ondergingen, kon bij slechts<br />

53% van de 140 vrouwen een juiste correlatie met de definitieve histologische bevindingen worden<br />

vastgesteld 18 .<br />

In een Italiaanse studie 19 werden bij 278 vrouwen met een simpele cyste de effecten van punctie resp.<br />

observatie vergeleken. Bij 46% verdween de cyste na aspiratie, maar bij 45% verdween hij ook spontaan na 6<br />

maanden wachten. In deze groep van 278 vrouwen werd één borderlinetumor van het ovarium gevonden.<br />

Een cystepunctie heeft dan ook geen bewezen langdurig therapeutisch effect en moet worden afgeraden. Ook<br />

het achterlaten van vibramycine en alcohol in de cysteholte heeft geen functie.<br />

• Andere operatieve behandeling<br />

Een simpele cyste kan zowel laparoscopisch als via een laparotomie worden verwijderd. Mogelijkerwijs is de<br />

kans op spill bij een laparoscopie groter dan bij een laparotomie, maar dit is geheel afhankelijk van onder<br />

andere de ervaring van de operateur met de ingreep waarvoor gekozen wordt. Hoewel dat gezien de zeer<br />

geringe kans op maligniteit bij premenopauzale vrouwen weinig consequenties heeft, lijkt dit risico bij<br />

postmenopauzale vrouwen hoger (0- 9,8%) 7 . Aangezien bij een cystectomie (laparoscopisch of<br />

laparotomisch) altijd spill kan optreden, moet bij postmenopauzale patiënten met een simpele cyste een<br />

intacte verwijdering van het gehele ovarium (of adnex) worden overwogen. Over het recidiefpercentage na<br />

een fenestratie is weinig bekend. Gezien de mogelijkheid van een histologische diagnose kan fenestratie<br />

worden uitgevoerd als cystectomie niet mogelijk is. Hierbij moet worden aangetekend dat de kans op een<br />

ongunstiger prognose in geval van ovariumcarcinoom aanwezig is 20 .<br />

Minimale vereiste zorg<br />

Een simpele cyste wordt meestal bij toeval ontdekt. In dat geval wordt het algoritme van figuur 1 gehanteerd.<br />

Vuistregels<br />

1. Vaginale echoscopie volstaat als diagnosticum.<br />

3


2. De kans op een maligniteit bij een simpele cyste is zeer gering.<br />

3. Een cyste in de zwangerschap tot de 12e week is meestal een luteïnecyste die spontaan zal<br />

verdwijnen.<br />

4. CA125-bepaling heeft geen zin.<br />

5. Orale anticonceptiva hebben alleen een preventieve waarde.<br />

6. Punctie heeft geen therapeutische waarde.<br />

7. Laparoscopische cystectomie verdient de voorkeur, maar is a afhankelijk van de ervaring van de<br />

operateur en b mogelijk indien preoperatief de kans op een maligniteit laag wordt ingeschat. Anders<br />

dient voor een laparotomie te worden gekozen.<br />

Colofon<br />

© 2001 Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie<br />

Deze <strong>richtlijn</strong>, ontwikkeld door de Commissie Kwaliteit NVOG onder eindverantwoordelijkheid van het Bestuur<br />

van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie, is vastgesteld in de 568e ledenvergadering<br />

d.d.21 april 2001 te Enschede.<br />

Deze <strong>richtlijn</strong> is opgesteld door een stuurgroep onder leiding van prof.dr. C.W.Burger.<br />

NVOG-<strong>richtlijn</strong>en beschrijven een minimum niveau van zorg te verlenen door een gynaecoloog in gemiddelde<br />

omstandigheden. Zij hebben een adviserend karakter. Een gynaecoloog kan geargumenteerd afwijken van<br />

een <strong>richtlijn</strong> wanneer concrete omstandigheden dat noodzakelijk maken. Dat kan onder meer het geval zijn<br />

wanneer een gynaecoloog tegemoet moet komen aan de objectieve noden en/of subjectieve behoeften van<br />

een individuele patiënt.<br />

Beleid op instellingsniveau kan er incidenteel toe leiden dat (volledige) lokale toepassing van een <strong>richtlijn</strong> niet<br />

mogelijk is. De geldigheid van deze <strong>richtlijn</strong> eindigt uiterlijk vijf jaar na dagtekening.<br />

Dagtekening juli 2001<br />

NVOG<br />

Postbus 20075<br />

3502 LB Utrecht<br />

www.nvog.nl/<br />

Referenties<br />

1 - Hamilton CJCM<br />

Hamilton CJCM. The role of ultrasound in the fertility clinic. Thesis Maastricht 1986.<br />

2 - Campell S<br />

Campell S, Bhan V, Royston P, et al. Transabdominal ultrasound screening for early ovarian cancer. BML<br />

1989; 299: 1363-7.<br />

3 - Petterson F<br />

Petterson F, Fries H, Nillius SJ. Epidemiology of secondary amenorrhoea. Am J Obstet Gynecol 173; 117:<br />

80-4.<br />

4 - Osmers RGW<br />

Osmers RGW, Osmers M, Von Maydell B, et al. Preoperative evaluation of ovarian tumors in the<br />

premenopause by transvaginosonography. Am J Obstet Gynecol 1996; 175: 428-34.<br />

5 - Conway C<br />

Conway C, Zalud I, Dilena M, et al. Simple cyst in the postmenopausal patient: detection and management. J<br />

Ultrasound Med 1998; 17: 369-72.<br />

6 - Kroon E<br />

Kroon E, Andolf E. Diagnosis and follow-up of simple ovarian cysts detected by ultrasound in postmenopausal<br />

women. Obstet Gynecol 1995; 85: 211-4.<br />

4


7 - Osmers RGW<br />

Osmers RGW, Osmers M, Von Maydell B, et al. Evaluation of ovarian tumors in postmenopausal women by<br />

transvaginal sonography. Eur J Obstet & Gynecology and Reprod Biol 1998; 77: 81-8.<br />

8 - Roman LD<br />

Roman LD. Small cystic pelvic masses in older women: is surgical removal necessary? Gynecol Oncol 1998;<br />

69:1- 2.<br />

9 - Child TJ<br />

Child TJ, Watson NR, Ledger WL. Sequential bilateral adnexal torsion after a single cycle of gonadotropin<br />

ovulation induction with intrauterine insemination. Fertil Steril 1997; 67/3: 573-5.<br />

10 - Bayer AL.<br />

Bayer AL., Wiskind AL. Adnexal torsion: can the adnexa be saved? Am J Obstet Gynecol 1994; 171/6: 1506-<br />

11.<br />

11 - Zweizig S<br />

Zweizig S, Perron J, Grubb D, et al. Conservative management of adnexal torsion. Am J Obstet Gynecol<br />

1993; 168: 1791-5.<br />

12 - Perkins KY<br />

Perkins KY, Johnson JL, Kay HH. Simple ovarian cysts: clinical features on a first-trimester ultrasound scan. J<br />

Reprod Med Obstet Gynecol 1997; 42/7: 440-4.<br />

13 - Hill LM<br />

Hill LM, Connors-Beatty DJ, Nowak A, et al. The role of ultrasonography in the detection and management of<br />

adnexal masses during the second and third trimesters of pregnancy. Am J Obstet Gynecol 1998; 179: 703-7.<br />

14 - Tekay A<br />

Tekay A, Jouppila P. Intraobserver variation in transvaginal Doppler blood flow measurements in benign<br />

ovarian tumors. Ultrasound Obstet Gynecol 1997; 9/2: 120-4.<br />

15 - Bon GG<br />

Bon GG, Kenemans P, Verstraeten R, et al. Serum tumor marker immunoassays in gynecologic oncology:<br />

establishment of reference values. Am J Obstet Gynecol 1996; 174: 107-14.<br />

16 - Taskin O<br />

Taskin O, Young DC, Mangal R, et al. Prevention and treatment of ovarian cysts with oral contraceptives: a<br />

prospective randomized study. J Gynecol Surgery 1996; 12: 21-4.<br />

17 - Jansen FW<br />

Jansen FW. Laparoscopische chirurgie in de gynaecologie. Academisch proefschrift Leiden 1997.<br />

18 - Gerber B<br />

Gerber B, Gustmann G, Kulz T, et al. Histologie und Zytologie Laparoscopisch operierter simpler<br />

Ovarialzysten. Geburtsh und Frauenheilk 1945; 34/4: 540-2.<br />

19 - Zanetta G<br />

Zanetta G, Lissoni A, Torri V, et al. Role of puncture and aspiration in expectant management of simple<br />

ovarian cyst: a randomized study. BMJ 1996; 313: 1110-3.<br />

20 - Maiman M<br />

Maiman M, Seltzer V, Boyce J. Laparoscopic excision of ovarian neoplasms subsequently found to be<br />

malignant. Obstet Gynecol 1991; 77: 563-5.<br />

Disclaimer<br />

De NVOG sluit iedere aansprakelijkheid uit voor de opmaak en de inhoud van de voorlichtingsfolders of<br />

<strong>richtlijn</strong>en, alsmede voor de gevolgen die de toepassing hiervan in de patiëntenzorg mocht hebben. De NVOG<br />

stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van deze<br />

voorlichtingsfolders of <strong>richtlijn</strong>en. Neemt u dan contact op met het Bureau van de NVOG (e-mail:<br />

5


info@nvog.nl).<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!