Inhoudsopgave Cadillac CTS/CTS-V - IFS Europe BV
Inhoudsopgave Cadillac CTS/CTS-V - IFS Europe BV
Inhoudsopgave Cadillac CTS/CTS-V - IFS Europe BV
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 1 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
<strong>Cadillac</strong><br />
<strong>CTS</strong>/<strong>CTS</strong>-V<br />
Instructieboekje<br />
<strong>Inhoudsopgave</strong><br />
Gebruik van dit instructieboekje ....................... 3<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ................. 5<br />
Hoofdstuk 1<br />
Instrumenten en bedieningsorganen ............. 21<br />
Hoofdstuk 2<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging ................ 257<br />
Hoofdstuk 3<br />
Starten en bedieningsvoorschriften.............. 311<br />
Hoofdstuk 4<br />
Onderhoud en verzorging............................. 383<br />
Hoofdstuk 5<br />
Werkzaamheden in noodgevallen ................ 467<br />
Index................................................................ 513<br />
04AKDUT40
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 2 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke informatie over dit instructieboekje<br />
Wij danken u voor het kiezen van<br />
product van General Motors en wij<br />
verzekeren u dat wij ons in zullen<br />
blijven zetten voor uw rijplezier en<br />
tevredenheid.<br />
Dit instructieboekje moet als vast<br />
onderdeel van de auto worden<br />
beschouwd. Dit instructieboekje<br />
dient in de auto te worden achtergelaten<br />
wanneer de auto wordt<br />
verkocht, zodat de nieuwe eigenaar<br />
alle informatie over gebruik, onderhoud<br />
en veiligheid ter beschikking<br />
heeft.<br />
Voor de ontwikkeling en productie<br />
van uw auto is gebruik gemaakt van<br />
milieuvriendelijke en gerecyclede<br />
materialen. De productiemethoden<br />
die zijn toegepast voor de fabricage<br />
van uw auto zijn eveneens<br />
milieuvriendelijk.<br />
Productieafval wordt gerecycled,<br />
waarbij een deel van het afvalmateriaal<br />
kan worden teruggewonnen<br />
voor hergebruik. De benodigde<br />
hoeveelheid water is verlaagd, om<br />
natuurlijke bronnen te sparen.<br />
Alle beschrijvingen, illustraties en<br />
specificaties in dit boekje zijn gebaseerd<br />
op de stand van zaken bij het<br />
ter perse gaan. Wij behouden ons<br />
het recht voor zonder voorafgaande<br />
kennisgeving onze producten te<br />
wijzigen.<br />
De afbeeldingen in dit boekje<br />
dienen slechts ter verduidelijking<br />
van de tekst en zijn niet bedoeld om<br />
een exacte weergave te geven van<br />
de onderdelen van uw auto.<br />
Verder dient u er rekening mee te<br />
houden dat de door u gekochte<br />
auto niet over alle accessoires hoeft<br />
te beschikken die in dit boekje<br />
worden beschreven.<br />
Naast dit instructieboekje ontvangt<br />
u het boekje "Onderhoudsschema<br />
en garantie en aanwijzingen voor de<br />
eigenaar". Hoewel wij van mening<br />
zijn dat dit instructieboekje alle<br />
noodzakelijke aanwijzingen bevat<br />
voor het gebruik van de auto, dient<br />
u voor de juiste verzorging tevens<br />
het onderhoudsoverzicht te<br />
raadplegen.<br />
. . . 2
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 3 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Gebruik van dit instructieboekje<br />
Wanneer onderhoud nodig is,<br />
vergeet dan niet dat uw dealer uw<br />
auto beter kent dan wie dan ook,<br />
terwijl hij alles in het werk zal stellen<br />
om u volledig tevreden te stellen.<br />
Uw dealer nodigt u uit om alle<br />
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden<br />
door hem te laten<br />
verrichten, niet alleen tijdens, maar<br />
ook na de garantieperiode.<br />
Raadpleeg het Onderhouds- en<br />
Garantieboekje indien eventuele<br />
problemen niet tot uw volle tevredenheid<br />
mochten zijn opgelost. In dit<br />
boekje is aangegeven welke stappen<br />
u in zo'n geval kunt ondernemen.<br />
HOUD UW AUTO ORIGINEEL<br />
DOOR BIJ VERVANGING UITSLUI-<br />
TEND GM-ONDERDELEN TE<br />
GEBRUIKEN. ALLEEN DAN KAN EEN<br />
OPTIMALE KWALITEIT EN LANGE<br />
LEVENSDUUR VAN UW AUTO<br />
WORDEN VERZEKERD. ORIGINELE<br />
ONDERDELEN VAN GENERAL<br />
MOTORS ZIJN TE HERKENNEN AAN<br />
DE VOLGENDE HANDELSMERKEN:<br />
Gebruik dit instructieboekje om<br />
vertrouwd te raken met alle functies<br />
van uw nieuwe auto en de juiste<br />
bedieningswijze.<br />
Het boekje is bedoeld als een gids<br />
die u helpt om snel de verschillende<br />
functies van de auto te herkennen<br />
en te gebruiken. Om deze reden zijn<br />
in het instructieboekje de plaatsen<br />
van de speciale voorzieningen<br />
vermeld en niet de werking<br />
daarvan.<br />
Hierin is ook zeer belangrijke informatie<br />
over veiligheid en onderhoud<br />
opgenomen terwijl ook problemen<br />
die tijdens het rijden kunnen optreden<br />
ter sprake komen.<br />
Dit instructieboekje is onderverdeeld<br />
in vijf hoofdstukken.<br />
• Hoofdstuk 1: Instrumenten en<br />
bedieningsorganen<br />
Om een idee te krijgen hoe de informatie<br />
in dit instructieboekje is onderverdeeld,<br />
moet u zich voorstellen dat<br />
u heeft plaatsgenomen in de bestuurdersstoel.<br />
Uw aandacht is dan allereerst<br />
gericht op het<br />
instrumentenpaneel recht voor u, dan<br />
wat hoger en naar buiten toe op de<br />
spiegels, ramen en portieren, vervolgens<br />
op de bagageruimte aan de<br />
achterzijde en tenslotte op de ruimte<br />
boven uw hoofd en het dak. De<br />
inhoud van dit instructieboek is zo<br />
georganiseerd dat het deze volgorde<br />
volgt. De meeste instrumenten en<br />
regelaars zijn ingebouwd in deze<br />
ruimten en worden eerst besproken in<br />
dit boekje, in hoofdstuk 1.<br />
3 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 4 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Gebruik van dit instructieboekje<br />
• Hoofdstuk 2: Zitplaatsen en<br />
inzittendenbeveiliging<br />
Richt vervolgens uw aandacht<br />
op het centrum van de auto: de<br />
zitplaatsen en de veiligheidsgordels.<br />
Informatie hierover en over<br />
het airbagsysteem van uw auto<br />
vindt u in hoofdstuk 2, waarin<br />
bovendien informatie is opgenomen<br />
over veiligheidssystemen<br />
voor kinderen.<br />
• Hoofdstuk 3: Starten en<br />
bedieningsvoorschriften<br />
Nadat u in hoofdstuk 1 en 2 vertrouwd<br />
bent geraakt met de<br />
werking van de instrumenten en<br />
bedieningsorganen en het<br />
gebruik van stoelen en gordelen<br />
airbagsystemen, worden in<br />
hoofdstuk 3 instructies gegeven<br />
over het starten en rijden met de<br />
auto. In dit hoofdstuk vindt u<br />
informatie over uw sleutels en de<br />
sloten met afstandsbediening<br />
(indien van toepassing), over het<br />
ontstekingssysteem, starten,<br />
transmissie, verdeelbak (indien<br />
van toepassing), parkeren, tractie,<br />
stuurinrichting, het remsysteem<br />
en de wielophanging.<br />
Verder wordt hier informatie<br />
gegeven over de maximale belading<br />
van de auto en over het rijden<br />
met een aanhanger.<br />
• Hoofdstuk 4: Onderhoud en<br />
verzorging<br />
Het hoofdstuk Onderhoud en<br />
verzorging<br />
- bevat gegevens over de juiste<br />
brandstof<br />
- geeft aan waar diverse onderdelen<br />
in de motorruimte te<br />
vinden zijn<br />
- geeft basisinformatie over<br />
onderhoud en vloeistoffen<br />
voor belangrijke en gemakkelijk<br />
toegankelijke motorcomponenten<br />
(bijv. motorolie,<br />
koelvloeistof, transmissievloeistof,<br />
stuurbekrachtigingsvloeistof,<br />
remvloeistof, koelmiddel<br />
voor airconditioningsysteem,<br />
ruitensproeiervloeistof,<br />
accuvloeistof)<br />
. . . 4
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 5 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Gebruik van dit instructieboekje<br />
- bevat informatie over bandenspanning<br />
en over het inspecteren,<br />
verwisselen en vervangen<br />
- geeft aan waar en welk type<br />
zekeringen en stroomonderbrekers<br />
in uw auto gemonteerd<br />
zijn<br />
- bevat instructies en specificaties<br />
over het vervangen van<br />
gloeilampen<br />
- geeft de specificaties en capaciteit/inhoud<br />
aan van belangrijke<br />
componenten<br />
• Hoofdstuk 5: Werkzaamheden<br />
in noodgevallen<br />
In dit hoofdstuk is beschreven<br />
hoe u zou moeten handelen als<br />
er tijdens het rijden bepaalde<br />
problemen optreden. Het<br />
betreft:<br />
- Starten met een hulpaccu<br />
- Slepen van uw auto<br />
- Oververhitting van de motor<br />
- Lekke band verwisselen<br />
Aan het begin van elk hoofdstuk<br />
vindt u een inhoudsopgave om het<br />
snel opzoeken te vergemakkelijken.<br />
5 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 6 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
DE AANDUIDINGEN WAARSCHU-<br />
WING EN OPMERKING<br />
De WAARSCHUWINGEN en<br />
OPMERKINGEN in de tekst dienen<br />
om u te wijzen op toestanden die<br />
lichamelijk letsel of beschadiging<br />
van de auto tot gevolg kunnen<br />
hebben.<br />
WAARSCHUWING<br />
Betekent: Kan letsel veroorzaken.<br />
OPMERKING<br />
Betekent: Kan beschadiging<br />
veroorzaken.<br />
Zitpositie<br />
WAARSCHUWING<br />
Verstel de bestuurdersstoel niet<br />
tijdens het rijden. De stoel kan<br />
plotseling in beweging komen<br />
hetgeen gevaarlijke situaties tot<br />
gevolg kan hebben.<br />
Rijden met naar beneden gekantelde<br />
rugleuning kan gevaar<br />
opleveren. Ook al heeft u uw<br />
veiligheidsgordel goed sluitend<br />
omgedaan, dan nog kan de<br />
gordel geen volledige bescherming<br />
bieden wanneer de rugleuning<br />
te ver naar achteren is<br />
gekanteld.<br />
Veiligheidsgordels<br />
WAARSCHUWING<br />
Draag altijd uw veiligheidsgordel.<br />
Zorg dat deze altijd goed is<br />
afgesteld.<br />
Vervoer geen personen in de<br />
auto waar een veiligheidsgordel<br />
niet goed kan worden gedragen.<br />
Personen die geen veiligheidsgordel<br />
dragen kunnen tijdens<br />
een aanrijding ernstig gewond<br />
raken of zelfs om het leven<br />
komen. Wanneer onder dezelfde<br />
omstandigheden alle inzittenden<br />
een veiligheidsgordel dragen,<br />
dan kunnen verwondingen<br />
worden voorkomen. Draag<br />
tijdens het rijden altijd uw veiligheidsgordel<br />
en verzeker uzelf<br />
ervan dat uw passagiers dat ook<br />
doen.<br />
. . . 6
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 7 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Het verkeerd dragen van een<br />
veiligheidsgordel kan leiden tot<br />
ernstig lichamelijk letsel.<br />
Het heupgedeelte van de gordel<br />
moet laag en comfortabel op de<br />
heupen liggen, juist boven de<br />
dijen. Bij een botsing zullen<br />
stoten dan worden opgevangen<br />
door het sterke bekken en zult u<br />
minder gemakkelijk onder de<br />
heupgordel doorglijden. Als u<br />
wel onder de gordel door glijdt,<br />
moeten stoten worden opgevangen<br />
door de onderbuik. Daarbij<br />
kunt u ernstig en zelfs dodelijk<br />
letsel oplopen.<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels moeten<br />
nauwsluitend om het lichaam<br />
worden gedragen. Laat de<br />
schoudergordel niet onder uw<br />
arm doorlopen. Zorg dat de<br />
gordelriemen niet gedraaid<br />
zitten.<br />
Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />
als u uw gordel in het verkeerde<br />
gordelslot vastzet. Druk de<br />
slottong steeds vast in het meest<br />
nabije gordelslot.<br />
WAARSCHUWING<br />
De schoudergordel moet over de<br />
schouder en diagonaal over de<br />
borst lopen. Deze lichaamsdelen<br />
zijn het beste in staat om grote<br />
krachten op te vangen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een veiligheidsgordel mag steeds<br />
slechts door 1 persoon tegelijk<br />
worden gedragen. Sta niet toe<br />
dat twee kinderen van dezelfde<br />
gordel gebruik maken.<br />
Uit ongevallenstatistieken is<br />
gebleken dat kinderen meer<br />
veiligheid wordt geboden<br />
wanneer ze gebruikmaken van<br />
de veiligheidsvoorzieningen<br />
achterin het voertuig.<br />
7 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 8 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Airbags<br />
WAARSCHUWING<br />
Een zwangere vrouw dient altijd<br />
een heup-/schoudergordel te<br />
dragen (zgn. driepuntsgordel).<br />
Daarbij moet de heupgordel zo<br />
laag mogelijk over de heupen<br />
lopen.<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels en het<br />
airbagsysteem zijn ontworpen<br />
om volwassenen de best mogelijke<br />
bescherming te bieden.<br />
Personen die met het airbagsysteem<br />
in aanraking komen of die<br />
zich te dicht bij een airbag bevinden<br />
die wordt opgeblazen,<br />
kunnen ernstige verwondingen<br />
oplopen met mogelijk dodelijke<br />
gevolgen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg er voor dat indien kinderen<br />
die te klein zijn om van een<br />
gordel gebruik te maken, goed<br />
worden beveiligd met een veiligheidssysteem<br />
voor kinderen.<br />
De aanwezigheid van een airbag<br />
mag u er nooit toe verleiden om<br />
geen veiligheidsgordel te<br />
dragen, aangezien de airbags<br />
alleen effectief zijn in combinatie<br />
met veiligheidsgordels.<br />
. . . 8
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 9 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Airbags bieden aanvullende<br />
bescherming bij het gebruik van<br />
veiligheidsgordels. Ook in een<br />
auto met airbags bestaat er<br />
grotere kans op letsel indien u bij<br />
een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />
draagt.<br />
Wanneer u zich te dicht bevindt<br />
bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />
kunt u ernstige verwondingen<br />
oplopen. Veiligheidsgordels<br />
houden u bij een aanrijding op<br />
uw plaats wanneer de airbag<br />
wordt opgeblazen. De bestuurder<br />
moet zo ver mogelijk naar<br />
achteren zitten maar toch de<br />
auto volledig onder controle<br />
hebben.<br />
Het gebied waarin een airbag<br />
zich vult, moet altijd worden<br />
vrijgehouden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het opblazen van een airbag<br />
komt enig stof vrij dat in de lucht<br />
blijft hangen. Deze stof kan de<br />
ademhaling bemoeilijken bij<br />
mensen die last hebben van<br />
astma of van andere aandoeningen<br />
aan de luchtwegen. Om dit<br />
te voorkomen dient iedereen de<br />
auto te verlaten zodra dat veilig<br />
mogelijk is. Als uitstappen onmogelijk<br />
is, open dan een portier of<br />
een ruit.<br />
Kinderen en kinderzitjes<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd in een rijdende auto nooit<br />
een baby in uw armen. Bij een<br />
botsing wordt de baby zo zwaar<br />
dat u niet in staat zult zijn deze<br />
vast te houden. Zo zal bijvoorbeeld<br />
een baby van 5,5 kg bij een<br />
botsing bij 40 km/u al een<br />
gewicht van 110 kg op uw<br />
armen uitoefenen. U zult dan vrijwel<br />
zeker niet in staat zijn de<br />
baby vast te houden. Zet een<br />
baby altijd vast in een babyzitje.<br />
9 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 10 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Een naar achteren gericht kinderzitje<br />
op de voorstoel kan bij het<br />
opblazen van de passagiersairbag<br />
tegen de rugleuning worden<br />
gedrukt. Een kind in een dergelijk<br />
zitje kan daardoor ernstige<br />
verwondingen oplopen. Als het<br />
voertuig is uitgerust met een<br />
airbag voor de voorstoel, moet<br />
een naar achteren gericht kinderzitje<br />
altijd op de achterbank<br />
worden geplaatst.<br />
WAARSCHUWING<br />
Kinderen die in een naar achteren<br />
gericht kinderzitje moeten<br />
worden vervoerd, kunnen niet<br />
veilig in een voertuig met airbag<br />
aan de passagierszijde zonder<br />
achterbank worden vervoerd.<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
Auto verlaten<br />
WAARSCHUWING<br />
Stap niet uit terwijl de motor nog<br />
draait.<br />
Laat kinderen niet achter in een<br />
auto met de contactsleutel. Ze<br />
kunnen de elektrisch bediende<br />
ramen of andere bedieningen<br />
gebruiken en zelfs de auto in<br />
beweging brengen. Zo kan een<br />
kind zichzelf of anderen letsel<br />
toebrengen met mogelijk fatale<br />
gevolgen.<br />
. . . 10
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 11 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is buitengewoon gevaarlijk<br />
om kinderen gedurende lange<br />
tijd in de auto achter te laten -<br />
vooral bij warm weer. Neem de<br />
kinderen met u mee wanneer u<br />
de auto achterlaat.<br />
Auto's met automatische<br />
transmissie<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer uw auto met een automatische<br />
transmissie is uitgerust,<br />
dienen de volgende voorzorgsmaatregelen<br />
te worden opgevolgd<br />
om goede en veilige<br />
werking te waarborgen. De auto<br />
kan dan niet plotseling in beweging<br />
komen en/of een ongeval<br />
veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Zet bij het verlaten van de auto<br />
altijd de keuzehendel in P (parkeerstand)<br />
en gebruik tevens<br />
de parkeerrem.<br />
• Houd het rempedaal stevig<br />
ingedrukt en geef geen gas<br />
wanneer u vanuit P (parkeren)<br />
of N (neutraal) naar een van de<br />
rijstanden schakelt.<br />
• Schakel niet in D (vooruit) of R<br />
(achteruit) wanneer de motor<br />
sneller dan met stationair toerental<br />
draait.<br />
• Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />
terwijl de auto nog in<br />
beweging is.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 3 "Starten<br />
en bedieningsvoorschriften",<br />
voor meer informatie.<br />
11 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 12 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Waarschuwingen m.b.t. het<br />
uitlaatsysteem<br />
WAARSCHUWING<br />
• Brandbare voorwerpen kunnen<br />
in aanraking komen met<br />
hete delen van de uitlaat en<br />
ontbranden. Parkeer de auto<br />
niet op papier, droge bladeren,<br />
droog gras of andere voorwerpen<br />
die vlam kunnen vatten.<br />
• Uitlaatgassen kunnen dodelijk<br />
zijn. Zij bevatten koolmonoxide<br />
(CO), dat onzichtbaar en reukloos<br />
is. Inademing kan bewusteloosheid<br />
en de dood tot<br />
gevolg hebben.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Laat de motor niet in een afgesloten<br />
ruimte, zoals een<br />
garage, draaien. Koolmonoxide<br />
(CO) kan het interieur<br />
binnenstromen.<br />
• Als de motor stationair draait<br />
terwijl de ramen gesloten zijn<br />
en de aanjager van de airconditioning<br />
(indien van toepassing)<br />
uitgeschakeld is, kunnen<br />
giftige uitlaatgassen in het interieur<br />
stromen.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Rijden met geopende achterruiten,<br />
kofferdeksel of achterdeuren<br />
kan ook bijzonder<br />
gevaarlijk zijn. Wanneer u toch<br />
met geopende of slecht sluitende<br />
achterramen, achterklep<br />
of achterdeuren moet rijden,<br />
sluit dan alle overige ramen en<br />
zet de aanjager in de hoogste<br />
stand, ingesteld op aanzuiging<br />
van buitenlucht. Op deze wijze<br />
zal buitenlucht de auto<br />
doorstromen.<br />
• Let erop dat achterramen, achterportieren<br />
of kofferdeksel<br />
gesloten zijn als u gaat rijden<br />
met een aanhanger.<br />
. . . 12
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 13 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
• Uitlaatgassen kunnen ook het<br />
interieur binnenstromen<br />
indien:<br />
– de uitlaat vreemd of anders<br />
klinkt<br />
– uw auto aan de onderzijde<br />
roestig wordt<br />
– uw auto is beschadigd of<br />
slecht is onderhouden<br />
– de auto aan de onderzijde,<br />
met name de uitlaat, is<br />
geblokkeerd door sneeuw of<br />
vuil<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien u vermoedt dat uitlaatgassen<br />
het interieur binnendringen,<br />
open dan alle ramen, zet de<br />
airconditioning aan (indien van<br />
toepassing), ingesteld op aanzuiging<br />
van buitenlucht, en laat uw<br />
auto onmiddellijk repareren.<br />
Water en uw auto<br />
WAARSCHUWING<br />
Na het wassen van de auto of het<br />
rijden door plassen kunnen de<br />
remmen tijdelijk minder goed<br />
werken. Houdt u het rempedaal<br />
licht ingedrukt tot de remmen<br />
weer normaal functioneren.<br />
Rijdt u niet door poelen of diepe<br />
plassen. Als er water in een luchtinlaat<br />
komt, kan dat de motor<br />
ernstig beschadigen. Als u door<br />
een plas moet rijden, doe dit dan<br />
voorzichtig zodat het water niet<br />
tegen de bodemplaat en het<br />
schutbord kan spatten.<br />
13 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 14 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Stromend water of water dat in<br />
heftige beweging is, heeft grote<br />
kracht. Indien u tracht om door<br />
stromend water te rijden, zoals<br />
een doorwaadplaats bij laag<br />
water, dan kan uw auto worden<br />
meegesleurd. Zelfs 15 cm stromend<br />
water kan een kleine auto<br />
meesleuren. In dergelijke gevallen<br />
kunnen de inzittenden<br />
verdrinken. Let op waarschuwingsborden<br />
van de politie en<br />
neem in andere gevallen de<br />
grootst mogelijke zorg in acht<br />
tijdens het rijden door stromend<br />
water.<br />
Rijden op hellingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u op een helling moet stoppen,<br />
probeer dan nooit om de<br />
auto met het gaspedaal op zijn<br />
plaats te houden. Door deze<br />
handelwijze kan schade aan de<br />
transmissie ontstaan. Gebruik de<br />
remmen om de auto op zijn<br />
plaats te houden.<br />
Schakel bij het afdalen van een<br />
steile helling terug naar een lagere<br />
versnelling om de auto op de<br />
motor te laten afremmen.<br />
Rijdt u nooit heuvelafwaarts met<br />
de transmissie in neutraal of met<br />
uitgeschakeld contact. De<br />
remmen kunnen dan oververhit<br />
raken en een ongeval is dan niet<br />
denkbeeldig.<br />
Voertuig beladen<br />
WAARSCHUWING<br />
Belaadt de auto niet zwaarder<br />
dan is aangegeven bij Gross Vehicle<br />
Weight Rating (Maximaal<br />
Toelaatbaar Totaalgewicht) of bij<br />
Gross Axle Weight Rating (Maximaal<br />
Toelaatbare Asbelasting).<br />
Door te zware belasting kan<br />
breuk optreden in sommige<br />
onderdelen en wordt slechte<br />
invloed uitgeoefend op de<br />
wegligging. Door te zwaar te<br />
beladen kunt u de macht over<br />
het stuur verliezen, met mogelijk<br />
letsel tot gevolg. Ook kan de<br />
levensduur van de auto worden<br />
bekort.<br />
. . . 14
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 15 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een noodstop, een botsing of<br />
een plotselinge ruk aan het stuur<br />
kunnen losse voorwerpen in het<br />
interieur in beweging komen en<br />
zo inzittenden letsel toebrengen.<br />
Berg losse voorwerpen op in de<br />
bagageruimte en verdeel het<br />
gewicht gelijkmatig. Stapel<br />
bagage nooit op tot boven de<br />
rugleuningen. Laat geen kinderzitjes<br />
los in de auto zitten. Tracht<br />
losse voorwerpen in de auto vast<br />
te zetten.<br />
Brandstof en andere ontvlambare<br />
stoffen<br />
WAARSCHUWING<br />
Zet de motor af voordat u brandstof<br />
tankt.<br />
Draai bij het openen de tankvuldop<br />
eerst gedeeltelijk los om<br />
de druk in de tank te laten<br />
ontsnappen en verwijder daarna<br />
de dop.<br />
Vul nooit een jerrycan met benzine<br />
terwijl deze zich in uw auto<br />
bevindt.<br />
Benzine mag alleen worden afgetapt<br />
in goedgekeurde vaten.<br />
Rook niet tijdens het tanken van<br />
benzine.<br />
Vervoer geen ontvlambare stoffen,<br />
zoals benzine, in de auto.<br />
WAARSCHUWING<br />
Plaats geen papier of ander<br />
brandbaar materiaal in de asbak,<br />
om te voorkomen dat dit door<br />
een sigaret vlam vat.<br />
Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />
van de brandstofpomp automatisch<br />
afsluit, waardoor er<br />
ruimte overblijft voor het uitzetten<br />
van de brandstof in de brandstoftank<br />
(veroorzaakt door<br />
warmte van de motor).<br />
15 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 16 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Accu's<br />
WAARSCHUWING<br />
Een accu kan letsel toebrengen.<br />
Accu's bevatten bijtende vloeistoffen<br />
en elektriciteit die brandwonden<br />
kunnen veroorzaken en<br />
gassen die kunnen exploderen of<br />
vlamvatten. Wees voorzichtig en<br />
volg alle van toepassing zijnde<br />
instructies nauwgezet op als u<br />
nabij een accu werkt.<br />
Zorg er voor dat geen accuzuur<br />
met de huid in aanraking kan<br />
komen. Mocht u accuzuur in uw<br />
ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />
de plek dan met water en consulteer<br />
onmiddellijk een arts.<br />
Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />
of open vuur. Gebruik een<br />
zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />
voorzien van een onderhoudsvrije<br />
AC Delco ® accu. Wanneer<br />
echter toch een ander type accu<br />
met celdoppen gemonteerd is,<br />
controleer dan of de cellen<br />
voldoende vloeistof bevatten. Vul<br />
bij met gedistilleerd water als het<br />
niveau laag staat, zodat geen<br />
explosieve gassen aanwezig<br />
kunnen zijn.<br />
Slepen van uw auto<br />
WAARSCHUWING<br />
Let op het onderstaande om<br />
uzelf en anderen zoveel mogelijk<br />
te beschermen tegen verwondingen<br />
en letsel:<br />
• Laat niemand rijden in een<br />
auto die wordt gesleept.<br />
• Rijdt u niet sneller dan veilig is<br />
en overschrijdt de snelheidsbeperkingen<br />
niet.<br />
• Zet alle losse en beschadigde<br />
onderdelen stevig vast.<br />
•Werk nooit onder een auto die<br />
omhoog is gebracht.<br />
• Gebruik steeds afzonderlijke<br />
veiligheidskettingen aan elke<br />
kant van de auto.<br />
. . . 16
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 17 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Motorruimte<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom van een oververhitte<br />
motor kan ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Blijf bij de<br />
motor vandaan wanneer u<br />
stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />
Wees voorzichtig als u in of nabij<br />
de motorruimte bezig bent.<br />
Sommige motoronderdelen<br />
worden zeer heet en kunnen<br />
brandwonden veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wees voorzichtig in de buurt van<br />
de elektrische ventilator. De<br />
ventilator kan plotseling in<br />
werking treden, ook als de motor<br />
is afgezet.<br />
Koelsysteem<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de motor niet lopen indien<br />
er lekkage is. Als alle koelvloeistof<br />
naar buiten lekt dan kan motorbrand<br />
ontstaan en kan u brandwonden<br />
oplopen.<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
17 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 18 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
Lekke band verwisselen<br />
WAARSCHUWING<br />
Het verwisselen van een wiel is<br />
niet zonder gevaar. De auto kan<br />
van de krik glijden en zo uzelf of<br />
andere mensen verwonden.<br />
Het is gevaarlijk onder de auto te<br />
werken wanneer deze is opgekrikt.<br />
U kunt zwaar gewond<br />
raken of zelfs omkomen,<br />
wanneer de auto van de krik valt.<br />
Werk nooit onder een auto die<br />
alleen wordt ondersteund door<br />
een krik.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
. . . 18
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 19 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Problemen met componenten<br />
van de auto<br />
WAARSCHUWING<br />
Doorrijden met een brandende<br />
waarschuwingslamp van het<br />
remsysteem kan een ongeval tot<br />
gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />
onmiddellijk controleren<br />
zodra de waarschuwingslamp<br />
van het remsysteem blijft<br />
branden.<br />
Blijf niet doorrijden met een te<br />
laag oliepeil. De motor kan te<br />
heet worden en in brand vliegen.<br />
U en anderen kunnen hierdoor<br />
ernstig gewond raken. Controleer<br />
zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />
en laat een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer tijdens het rijden een<br />
waarschuwingslampje op het<br />
instrumentenpaneel gaat branden,<br />
dient u de auto onmiddellijk op een<br />
veilige plaats te parkeren waarna de<br />
aanwijzingen in dit boekje moeten<br />
worden opgevolgd.<br />
Als de motor tijdens het rijden<br />
afslaat, werken de systemen voor<br />
stuurbekrachtiging en rembekrachtiging<br />
niet langer naar behoren. Er<br />
is dan aanzienlijk meer kracht<br />
vereist om te sturen en te remmen.<br />
Probeer de auto op een veilige plek<br />
langs de weg neer te zetten voordat<br />
hij uit zichzelf tot stilstand komt.<br />
OPMERKING<br />
Aanvullende elektronische apparatuur,<br />
zoals een autotelefoon,<br />
zend-/ontvanginstallaties of navigatiesystemen<br />
kunnen negatieve<br />
invloed uitoefenen op de<br />
werking van de motor, de radio<br />
of de overige elektrische apparatuur<br />
en zelfs beschadiging<br />
veroorzaken. Alvorens extra<br />
apparatuur te installeren is het<br />
raadzaam contact op te nemen<br />
met een erkende GM-dealer.<br />
19 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 20 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Belangrijke veiligheidsvoorschriften<br />
Aanvullende waarschuwingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden onder invloed is zeer<br />
gevaarlijk. Ook een geringe<br />
hoeveelheid alcohol heeft al een<br />
nadelige invloed op uw reflexen,<br />
aandachtsniveau en beoordelingsvermogen.<br />
Rijden nadat u<br />
alcohol heeft gedronken kan een<br />
ernstig of zelfs dodelijk ongeval<br />
tot gevolg hebben. Rjijdt nooit<br />
als u alcohol gedronken heeft en<br />
rijdt ook nooit mee met iemand<br />
die gedronken heeft. Ga naar<br />
huis met een taxi of vraag of u<br />
kunt meerijden met iemand die<br />
niet drinkt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Uit medisch research is gebleken<br />
dat alcohol in het lichaam van<br />
een persoon verwondingen<br />
tijdens een ongeval ernstiger<br />
kunnen maken. Dat is met name<br />
het geval met letsel aan de hersenen,<br />
ruggenmerg of hart. Dit<br />
betekent dat wanneer een<br />
persoon die alcohol heeft<br />
gedronken - hetzij een bestuurder<br />
of passagier - een aanrijding<br />
krijgt, deze persoon meer kans<br />
heeft om gedood of permanent<br />
invalide te worden dan iemand<br />
die geen alcohol heeft<br />
gedronken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met niet behoorlijk afgesloten<br />
portieren is gevaarlijk.<br />
Controleer of alle portieren en de<br />
bagageruimte zijn afgesloten<br />
voordat u gaat rijden.<br />
Zet de cruise control-schakelaar<br />
af wanneer de cruise control niet<br />
wordt gebruikt.<br />
. . . 20
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 21 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
–<br />
1<br />
In-<br />
Instrumenten en bedieningsorganen op dashboard<br />
en middenconsole....................................25<br />
Instrumentengroep ..............................................28<br />
Waarschuwingslampen ........................................32<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder ................46<br />
Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder .............................................47<br />
Menu Reis-/brandstofinformatie ..........................49<br />
Menu Voertuiginformatie.....................................52<br />
Bijzondere eigenschappen...................................57<br />
Kompas................................................................81<br />
Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder .............................................84<br />
Analoge klok ......................................................108<br />
Waarschuwingsknipperlichten ...........................110<br />
Tractieregelsysteem ...........................................110<br />
Instelmode competitief rijden............................112<br />
Stabilitrak ® -systeem...........................................114<br />
Aansluitpunten voor elektrische accessoires ....116<br />
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Verlichting.......................................................... 118<br />
Schakelaars koplampen..................................... 118<br />
Automatisch koplampsysteem .......................... 119<br />
Lichtsignaal van grootlicht ................................ 120<br />
Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />
verlichting....................................................... 120<br />
Systeem voor adaptieve voorverlichting ........... 121<br />
Hoogteregelaar voor de koplampen ................. 121<br />
Koplampsproeiers ............................................. 122<br />
Door wissers ingeschakelde koplampen ........... 122<br />
Mistlampen....................................................... 123<br />
Parkeerlichten.................................................... 124<br />
Instapverlichting................................................ 124<br />
Dimmer voor de instrumentenverlichting......... 125<br />
Leeslampen ....................................................... 125<br />
Bescherming tegen ontlading van accu............ 125<br />
Verwarmings- en airconditioningsysteem ....... 126<br />
Airconditioning met twee zones ....................... 126<br />
Sensoren ........................................................... 133<br />
Luchtroosters..................................................... 133<br />
Tips voor het gebruik ........................................ 134<br />
Achterruitverwarming ....................................... 134<br />
Luchtfilter voor passagiersruimte ...................... 135<br />
21 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 22 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Audiosysteem ....................................................135<br />
RDS-geluidsinstallatie met cd-speler voor<br />
6 cd's (ook geschikt voor mp3) .........................138<br />
Bediening voor de geluidsinstallatie...................138<br />
Bediening van de radio......................................142<br />
CD-wisselaar voor 6 CD's...................................152<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen<br />
(cd-wisselaar voor 6 cd's)..................................156<br />
RDS-geluidsinstallatie met harde schijf ...............162<br />
Bediening voor de geluidsinstallatie...................162<br />
Bediening van de radio......................................166<br />
Cd-/dvd-audiospeler..........................................176<br />
Harde schijf ........................................................182<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen<br />
(radio met harde schijf) ....................................194<br />
Zorg voor uw cd-speler of cd-/<br />
dvd-audiospeler ................................................198<br />
Zorg voor uw cd's en dvd's ................................199<br />
Foutmeldingen ...................................................199<br />
Draagbaar muziekapparaat ................................200<br />
Audiotoetsen op stuurwiel .................................204<br />
Beveiliging tegen diefstal ...................................206<br />
Antenne .............................................................206<br />
Navigatiesysteem ..............................................207<br />
Televisiesysteem ................................................207<br />
Bedieningsorganen op stuurwiel/<br />
stuurkolom........................................................ 208<br />
Stuurkolomschakelaar ....................................... 208<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar ............ 208<br />
Claxon............................................................... 209<br />
Contactslot........................................................ 209<br />
Bediening van het elektrisch instelbare,<br />
telescopische stuurwiel .................................... 209<br />
Stuurwielschakelaars ......................................... 210<br />
Stuurkolomschakelaar ....................................... 212<br />
Richtingaanwijzers............................................. 212<br />
Schakelaars koplampen..................................... 212<br />
Grootlicht-/dimlichtschakelaar .......................... 213<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar ......... 213<br />
Regenafhankelijke ruitenwissers ....................... 214<br />
Door wissers ingeschakelde koplampen............ 215<br />
Ruitensproeiers.................................................. 216<br />
Cruise control..................................................... 218<br />
Spiegels .............................................................. 223<br />
Buitenspiegels ................................................... 223<br />
Dag-/nacht binnenspiegel................................. 225<br />
Make-up spiegels .............................................. 226<br />
Ramen ................................................................ 226<br />
Elektrisch bediende portierramen...................... 227<br />
. . . 22
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 23 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1 - Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Portieren .............................................................230<br />
Handbediende portiersloten ..............................231<br />
Elektrisch bediende portiersloten .......................231<br />
Centrale portiervergrendeling............................233<br />
Extra vergrendeling............................................233<br />
Programmeerbare automatische portiersloten ..234<br />
Voorziening om buitensluiten te voorkomen.....235<br />
Kinderveiligheidssloten op de achterportieren...235<br />
Kofferruimte .......................................................236<br />
Ontgrendeling van de kofferdeksel....................236<br />
Noodontgrendelhendel van de kofferruimte .....238<br />
Bagagenet..........................................................238<br />
Reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor .................................................239<br />
Krik en reservewiel verwijderen .........................239<br />
Hoofdruimte en dak...........................................239<br />
Zonnekleppen....................................................239<br />
Zonnedak ..........................................................239<br />
Bergvakken .........................................................241<br />
Opbergvak in de middenconsole.......................241<br />
Opbergvak in het instrumentenpaneel .............241<br />
Handschoenenkastje..........................................241<br />
Bekerhouders .....................................................242<br />
Bagagenet..........................................................242<br />
Asbak en aansteker............................................ 242<br />
Accessoirevoeding ............................................. 243<br />
Bescherming tegen leeglopen accu ................. 243<br />
Beheer elektrisch vermogen ............................. 244<br />
Voorwerpdetectie.............................................. 245<br />
Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren ............................................. 245<br />
Voetgangersbeschermingssysteem .................... 247<br />
Tijdelijke reparatie van de motorkap ................. 249<br />
Geheugen .......................................................... 253<br />
23 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 24 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
1 2 3 4 5 6 1 7 8 9 10 11 12 13 1<br />
1<br />
14 15 16 17 18<br />
19<br />
20<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
21<br />
26<br />
. . . 24
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 25 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ INSTRUMENTEN EN<br />
BEDIENINGSORGANEN<br />
OP DASHBOARD EN<br />
MIDDENCONSOLE<br />
1. Luchtroosters<br />
2. Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
3. Bediening dimmer<br />
instrumentenpaneel<br />
4. Stuurkolomschakelaar<br />
5. Instrumentengroep<br />
6. Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />
9. Analoge klok<br />
10. Statusbalk<br />
passagiersdetectiesysteem<br />
11. Schakelaar<br />
waarschuwingsknipperlichten<br />
12. Dimmerknop navigatiescherm<br />
(waar aanwezig)<br />
13. Navigatiesysteem (waar<br />
aanwezig)/Audiosysteem<br />
14. Ontgrendeling handmatige<br />
parkeerrem (alleen <strong>CTS</strong>)<br />
15. Ontgrendeling van de<br />
motorkap<br />
16. Toetsen cruise control<br />
19. Claxon<br />
20. Bedieningstoetsen voor het<br />
audiosysteem op het stuurwiel<br />
21. Schakelaars voor<br />
stoelverwarming<br />
22. Verwarmings- en<br />
airconditioningsysteem<br />
23. Elektrische parkeerrem (alleen<br />
<strong>CTS</strong>-V)<br />
24. Schakelhendel<br />
25. Opbergvak/aansluiting elektrische<br />
accessoires<br />
26. Handschoenenkastje<br />
–<br />
7. Toets omhoog/omlaag navigatiescherm<br />
(waar aanwezig)<br />
8. Toets Stabilitrak ® /toets tractieregelsysteem<br />
(alleen <strong>CTS</strong>)/ toets<br />
magnetische stabilisatieregeling<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
17. Toets Stabilitrak ® /toets tractieregelsysteem<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
18. Bediening van het elektrisch instelbare,<br />
telescopische stuurwiel<br />
25 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 26 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
7 2 5 1 2 3 6<br />
90<br />
120 150<br />
180<br />
60<br />
210<br />
30<br />
240<br />
0<br />
270<br />
9 4 8<br />
. . . 26
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 27 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
–<br />
27 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 28 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 28<br />
INSTRUMENTENGROEP<br />
De afgebeelde instrumentengroep<br />
dient slechts als voorbeeld. Afhankelijk<br />
van de door u gekozen opties<br />
kan de instrumentengroep in uw<br />
auto hiervan afwijken.<br />
De instrumentengroep is zodanig<br />
ontworpen dat u snel kunt zien of<br />
alle systemen in uw auto goed<br />
functioneren.<br />
Voor informatie over de verschillende<br />
waarschuwingslampen die zich<br />
binnen de instrumentengroep of op<br />
andere plaatsen in uw auto bevinden,<br />
zie "Waarschuwingslampen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
1. Controlelamp grootlicht<br />
Dit lampje gaat branden wanneer<br />
het grootlicht ingeschakeld is.<br />
2. Controlelampen<br />
richtingaanwijzers<br />
Bij inschakeling van de richtingaanwijzers<br />
zal een pijl gaan<br />
knipperen in de richting van de<br />
voorgenomen richtingsverandering<br />
of rijbaanwisseling.<br />
3. Koelvloeistoftemperatuurmeter<br />
Deze meter geeft de temperatuur<br />
van de koelvloeistof aan. Als<br />
de wijzer in het gearceerde<br />
waarschuwingsvlak komt, is de<br />
temperatuur van de motor te<br />
hoog!<br />
Er gaat een waarschuwingslampje<br />
op het instrumentenpaneel<br />
branden.<br />
Indien het koelsysteem oververhit<br />
is geraakt, zet dan onmiddellijk<br />
de motor af. Raadpleeg<br />
hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie<br />
over het koelsysteem<br />
van uw auto.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 29 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
4. Display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder geeft aan in welke<br />
staat de diverse systemen van<br />
uw voertuig verkeren.<br />
De hier getoonde informatie is<br />
afhankelijk van het systeem dat<br />
u wilt laten weergeven. U kunt<br />
de informatie wijzigen met behulp<br />
van het menu Reis-/brandstofinformatie<br />
of het menu<br />
Voertuiginformatie.<br />
Druk herhaaldelijk op de toets<br />
om door de voertuiginformatiedisplays<br />
te bladeren.<br />
- Kilometerteller<br />
- Dagtellers<br />
- Brandstofbereik<br />
- Gemiddeld brandstofverbruik<br />
-Timer<br />
- Brandstofverbruik op het<br />
moment<br />
- Gemiddelde snelheid<br />
5. Snelheidsmeter<br />
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid<br />
van de auto weer.<br />
De waarde wordt aangegeven<br />
in metrische eenheden van KM/<br />
H (kilometers per uur) of in Engelse<br />
eenheden van MPH (mijl<br />
per uur).<br />
–<br />
Wanneer u herhaaldelijk op de<br />
toets drukt, kunt u bepaalde<br />
instellingen in het voertuiginformatiemenu<br />
bekijken, op nul zetten<br />
of uitschakelen.<br />
- Snelheidsmeter<br />
Zie voor meer informatie "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
29 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 30 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
6. Brandstofmeter<br />
De brandstofmeter geeft aan<br />
hoeveel brandstof in de tank<br />
aanwezig is. De brandstofmeter<br />
werkt uitsluitend als het contact<br />
is ingeschakeld.<br />
U hoort een geluidssignaal wanneer<br />
het brandstofpeil laag is.<br />
De pijl op de meter geeft de zijde<br />
van het voertuig aan waar de<br />
brandstofvulklep zich bevindt.<br />
7. Toerenteller<br />
De toerenteller geeft het aantal<br />
toeren weer in duizend omwentelingen<br />
per minuut (omw/<br />
min).<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan heeft uw toerenteller volglampjes<br />
die de indicator volgen.<br />
Zie "Menu Bijzondere eigenschappen"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over het in- en<br />
uitschakelen van deze functie.<br />
De volglampjes knipperen om<br />
aan te geven wanneer u naar de<br />
volgende versnelling moet<br />
opschakelen.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie:<br />
- Handmatig schakelen bij automatische<br />
transmissie<br />
- Schakelflippers automatische<br />
transmissie<br />
- Handgeschakelde<br />
versnellingsbak<br />
Wanneer het motortoerental te<br />
hoog wordt, wordt de gasklep<br />
gesloten zodat het toerental kan<br />
afnemen.<br />
Wanneer uw voertuig een<br />
<strong>CTS</strong>-V is, dan knipperen de<br />
volglampjes als de motor het<br />
maximale toerental bereikt.<br />
Wanneer het motortoerental<br />
niet afneemt, wordt de brandstoftoevoer<br />
naar de motor beperkt<br />
om schade aan de motor<br />
te voorkomen.<br />
. . . 30
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 31 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Als het toerental weer binnen<br />
het normale bereik valt, gaat de<br />
brandstoftoevoer ook weer terug<br />
naar normaal.<br />
OPMERKING<br />
Laat de wijzer van de toerenteller<br />
nooit in het gearceerde waarschuwingsvlak<br />
komen om schade<br />
aan de motor te voorkomen.<br />
Uiteindelijk kunnen kostbare<br />
reparaties nodig zijn die niet door<br />
de garantie worden gedekt.<br />
8. Oliedrukmeter (alleen <strong>CTS</strong>)<br />
De oliedrukmeter geeft de druk<br />
aan waarmee de olie naar de diverse<br />
te smeren delen van de<br />
motor wordt gepompt. Wanneer<br />
de oliedrukmeter continu<br />
een lage waarde aangeeft, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
smeersysteem of het slecht<br />
functioneren van de motor.<br />
Als het waarschuwingslampje<br />
voor lage motoroliedruk gaat<br />
branden en/of het bericht OIL<br />
PRESSURE LOW -- STOP ENGI-<br />
NE (lage oliedruk -- stop motor)<br />
verschijnt, moet u het oliepeil<br />
meteen controleren.<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende<br />
informatie.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de bestuurder"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Blijf niet doorrijden met een te<br />
laag oliepeil. De motor kan te<br />
heet worden en in brand vliegen.<br />
U en anderen kunnen hierdoor<br />
ernstig gewond raken. Controleer<br />
zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />
en laat een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
–<br />
31 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 32 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
OPMERKING<br />
Beschadiging van de motor door<br />
het niet nakomen van de onderhoudsadviezen<br />
valt niet onder de<br />
garantie van het nieuwe<br />
voertuig.<br />
Zie het onderhoudsschema voor<br />
meer informatie.<br />
9. Schakelstandaanwijzer<br />
De schakelstandaanwijzer geeft<br />
aan in welke stand de schakelhendel<br />
staat. Zie hoofdstuk 3<br />
voor meer gegevens.<br />
10. Meter extra vermogen (alleen<br />
<strong>CTS</strong>-V)<br />
De meter geeft de positieve druk<br />
van het spruitstuk aan.<br />
De positieve druk van het spruitstuk<br />
is het inductieluchtdrukpeil in het<br />
inlaatspruitstuk voordat de lucht in<br />
de verbrandingskamer komt.<br />
Deze meter geeft nul aan bij lichte<br />
inschakeling van de gasklep voordat<br />
het extra vermogen wordt<br />
gegenereerd.<br />
Start de motor om de meter automatisch<br />
op nul te zetten.<br />
WAARSCHUWINGSLAMPEN<br />
Uw auto is voorzien van een aantal<br />
waarschuwingslampen.<br />
De waarschuwingslampen gaan<br />
branden wanneer er in een of meer<br />
systemen zich een storing voordoet<br />
of de kans daartoe bestaat. Sommige<br />
waarschuwingslampen branden<br />
kort na het aanzetten van het<br />
contact om aan te geven dat ze<br />
goed functioneren.<br />
In uw auto is een informatiecentrum<br />
voor de bestuurder aanwezig dat<br />
samenwerkt met de waarschuwingslampen<br />
en meetinstrumenten.<br />
Zie "Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
. . . 32
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 33 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Waarschuwingslamp oliedruk<br />
Deze lamp gaat even branden<br />
wanneer u het contact aanzet.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Indien er een probleem is met de<br />
smeerolie, zal deze lamp blijven<br />
branden nadat u de motor start,<br />
maar het is ook mogelijk dat de<br />
lamp tijdens het rijden plotseling<br />
aangaat. Dit duidt er op dat de olie<br />
niet snel genoeg door de motor<br />
circuleert om voor voldoende<br />
smering te zorgen. Het oliepeil kan<br />
te laag zijn of er kan zich een ander<br />
probleem in het smeersysteem<br />
hebben voorgedaan. Laat onmiddellijk<br />
een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
Wanneer de motor stationair draait<br />
en tot stilstand komt, kan het lampje<br />
soms gaan knipperen. Dit is<br />
normaal.<br />
Tevens klinkt er een gongsignaal.<br />
WAARSCHUWING<br />
Blijf niet doorrijden met een te<br />
laag oliepeil. De motor kan te<br />
heet worden en in brand vliegen.<br />
U en anderen kunnen hierdoor<br />
ernstig gewond raken. Controleer<br />
zo spoedig mogelijk het oliepeil<br />
en laat een onderhoudsbeurt<br />
uitvoeren.<br />
–<br />
33 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 34 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
OPMERKING<br />
Beschadiging van de motor door<br />
het niet nakomen van de onderhoudsadviezen<br />
valt niet onder de<br />
garantie van het nieuwe<br />
voertuig.<br />
Vervang de motorolie met de<br />
tussenpozen die in het onderhoudsoverzicht<br />
zijn vermeld.<br />
Laadstroomcontrolelamp<br />
Het lampje van het laadsysteem<br />
controleert de laadstatus van de<br />
laadsystemen voor de dynamo en<br />
de accu.<br />
Wanneer het contact is ingeschakeld,<br />
maar de motor niet draait, dan<br />
gaat het lampje branden om aan te<br />
geven dat het werkt. Het lampje<br />
gaat uit als de motor wordt gestart.<br />
Wanneer het lampje niet brandt<br />
terwijl het contact is ingeschakeld,<br />
dan kan er een storing zijn.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />
controleren.<br />
Als er een probleem is met het laadsysteem<br />
van de accu, wordt er een<br />
bericht weergegeven. Raadpleeg<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Wanneer u een korte afstand moet<br />
rijden terwijl de lamp brandt, schakel<br />
dan alle accessoires uit, zoals de<br />
radio en de airconditioning.<br />
. . . 34
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 35 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur<br />
Het lampje moet kort gaan branden<br />
wanneer u de motor start. Wanneer<br />
het lampje niet gaat branden, ga<br />
dan met uw voertuig naar de dealer<br />
voor een onderhoudsbeurt.<br />
Wanneer het lampje blijft branden<br />
of tijdens het rijden gaat branden,<br />
kan dit duiden op een storing in het<br />
koelsysteem.<br />
Stop zo snel mogelijk en schakel het<br />
contact uit.<br />
Wanneer de lamp gaat branden, is<br />
ook een waarschuwingssignaal<br />
hoorbaar.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 4 en 5 voor<br />
meer informatie over het koelsysteem<br />
van uw auto.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom van een oververhitte<br />
motor kan ernstige brandwonden<br />
veroorzaken.<br />
Controlelamp remsysteem<br />
Uw auto is voorzien van een<br />
gescheiden remsysteem. Indien een<br />
van beide systemen uitvalt, kunt u<br />
de auto met behulp van het andere<br />
systeem veilig tot stilstand brengen.<br />
Het lampje moet kort gaan branden<br />
wanneer u de motor start. Wanneer<br />
het lampje niet gaat branden, ga<br />
dan met uw voertuig naar de dealer<br />
voor een onderhoudsbeurt.<br />
–<br />
35 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 36 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Breng, zodra dit veilig kan, de auto<br />
voorzichtig tot stilstand als de lamp<br />
tijdens het rijden gaat branden.<br />
Het kan nodig zijn grotere druk uit<br />
te oefenen op het rempedaal en het<br />
pedaal kan zich verder omlaag<br />
bewegen. Het kan meer tijd in<br />
beslag nemen om het voertuig tot<br />
stilstand te brengen.<br />
Laat, wanneer de lamp blijft branden,<br />
de auto naar de dichtstbijzijnde<br />
GM-dealer slepen. Het remsysteem<br />
moet onmiddellijk worden<br />
gecontroleerd.<br />
Deze lamp gaat ook branden<br />
wanneer u de parkeerrem inschakelt<br />
terwijl het contact is ingeschakeld.<br />
Het lampje blijft branden of knipperen<br />
als de parkeerrem niet volledig is<br />
uitgeschakeld. Als het lampje blijft<br />
branden nadat de parkeerrem is<br />
uitgeschakeld, dan kan er een<br />
storing in het remsysteem zijn.<br />
Wanneer het lampje blijft branden<br />
nadat de parkeerrem is uitgeschakeld<br />
of wanneer het lampje knippert<br />
tijdens het rijden, dan is er een<br />
storing in het systeem van de elektrische<br />
parkeerrem (waar aanwezig).<br />
Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />
controleren.<br />
Indien de lamp niet gaat branden<br />
nadat de parkeerrem is ingeschakeld,<br />
moet u uw auto voor onderhoud<br />
naar de dealer brengen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Doorrijden met een brandende<br />
waarschuwingslamp van het<br />
remsysteem kan een ongeval tot<br />
gevolg hebben. Laat het remsysteem<br />
onmiddellijk controleren<br />
zodra de waarschuwingslamp<br />
van het remsysteem blijft<br />
branden.<br />
Zet het voertuig stil aan de kant<br />
van de weg en laat het voor reparatie<br />
wegslepen.<br />
. . . 36
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 37 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Dit lampje gaat branden als het<br />
systeem van de elektrische parkeerrem<br />
beperkte functionaliteit heeft.<br />
U kunt verder rijden, maar laat het<br />
voertuig zo snel mogelijk nakijken.<br />
ABS<br />
–<br />
Lampje elektrische parkeerrem<br />
(waar aanwezig)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Deze lamp gaat even branden<br />
wanneer de motor wordt gestart.<br />
Wanneer hij niet gaat branden, laat<br />
de storing dan zo snel mogelijk<br />
verhelpen zodat de lamp u kan<br />
attenderen op eventuele storingen.<br />
Controlelamp ABS<br />
Dit lampje gaat bij het aanzetten<br />
van het contact branden en kan<br />
daarna nog enkele seconden blijven<br />
branden. Als de lamp niet gaat branden,<br />
dient u dit spoedig te laten<br />
herstellen, zodat het gereed is om u<br />
te waarschuwen indien er zich een<br />
probleem voordoet.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Breng, zodra dit veilig kan, het voertuig<br />
tot stilstand en zet het contact<br />
af. Start de motor opnieuw om het<br />
waarschuwingssysteem weer in<br />
werking te stellen.<br />
37 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 38 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Laat een onderhoudsbeurt uitvoeren<br />
wanneer de lamp blijft branden<br />
of tijdens het rijden gaat branden.<br />
Tot de reparatie voltooid is, kunnen<br />
de remmen nog wel worden<br />
gebruikt, maar zonder ABS-functie.<br />
Indien het systeem een storing<br />
waarneemt, verschijnt een melding<br />
op het display.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Indien de normale controlelamp<br />
van het remsysteem ook brandt,<br />
werkt het antiblokkeersysteem niet<br />
en is er sprake van een storing in het<br />
remsysteem. Parkeer de auto voorzichtig<br />
aan de kant van de weg. Laat<br />
het voertuig voor reparatie<br />
wegslepen.<br />
Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />
remsysteem" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Controlelamp voor voertuigstoring<br />
Deze lamp bewaakt de brandstof-,<br />
ontstekings- en emissieregelsystemen.<br />
Om aan te geven dat de gloeilamp<br />
goed functioneert, brandt deze<br />
lamp wanneer het contact aanstaat,<br />
maar de motor niet draait.<br />
Wanneer na het aanzetten van het<br />
contact de lamp niet gaat branden,<br />
dan kan een zekering zijn doorgeslagen<br />
of de gloeilamp defect zijn. Laat<br />
de storing zo snel mogelijk verhelpen<br />
zodat de waarschuwingslamp u<br />
kan attenderen op eventuele<br />
storingen.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Laat het systeem zo spoedig mogelijk<br />
controleren.<br />
Wanneer het lampje knippert, is de<br />
motor overgeslagen.<br />
Wanneer er een storing in het emissieregelsysteem<br />
is waargenomen,<br />
gaat het lampje continu branden.<br />
. . . 38
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 39 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer na een tankstop de lamp<br />
blijft branden, kunt u de storing<br />
misschien verhelpen door te controleren<br />
of de tankdop correct is<br />
aangebracht.<br />
Breng uw voertuig naar uw dealer<br />
voor een onderhoudsbeurt indien<br />
het lampje na enige tijd niet dooft.<br />
OPMERKING<br />
Als u blijft doorrijden terwijl dit<br />
lampje brandt, zal na verloop van<br />
tijd mogelijk de emissieregeling<br />
minder goed functioneren, de<br />
motor kan meer brandstof gaan<br />
verbruiken en zal wellicht minder<br />
soepel functioneren. Uiteindelijk<br />
kunnen kostbare reparaties<br />
nodig zijn die niet door de garantie<br />
worden gedekt.<br />
Modificaties aan de motor, de<br />
versnellingsbak, het uitlaat-,<br />
luchtinlaat- of brandstofsysteem<br />
van uw auto of de vervanging<br />
van de oorspronkelijke banden<br />
door banden die niet voldoen<br />
aan dezelfde bandenspecificaties,<br />
kunnen van invloed zijn op<br />
het emissiesysteem voor uitlaatgassen<br />
en zorgen er mogelijk<br />
voor dat dit lampje gaat branden.<br />
Modificaties aan deze systemen<br />
kunnen leiden tot dure<br />
reparaties die niet onder de<br />
garantie vallen.<br />
Teneinde te voldoen aan de voorschriften<br />
betreffende emissieregeling,<br />
moet de controlelamp voor<br />
voertuigstoring goed werken en<br />
gedoofd zijn.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
dan moet de<br />
afstandsbediening in het voertuig<br />
liggen, anders geeft de emissieregelapparatuur<br />
een storing aan.<br />
–<br />
39 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 40 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Indien de accu van uw auto kortgeleden<br />
is vervangen, of als de accu<br />
ontladen is, kan het boorddiagnosesysteem<br />
vaststellen dat het emissiesysteem<br />
van de auto niet gereed is<br />
om te worden geïnspecteerd. Het<br />
kan nodig zijn een aantal dagen<br />
normaal te rijden om het diagnosesysteem<br />
voldoende gegevens te<br />
verstrekken voor de inspectie.<br />
Nadat enige dagen is gereden met<br />
de auto (met geheel geladen accu)<br />
voordat de inspectie plaatsvindt,<br />
maar de auto nog steeds niet<br />
gecontroleerd kan worden omdat<br />
het boorddiagnosesysteem niet<br />
gereed is, neem dan contact op met<br />
uw dealer of met een goedgekeurd<br />
servicecentrum om de auto klaar te<br />
maken voor de inspectie.<br />
Controlelampje schakelstand<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong> voorzien<br />
van een handgeschakelde transmissie<br />
is, dan geeft dit lampje aan<br />
wanneer u het best kunt opschakelen<br />
naar de volgende hogere<br />
versnelling voor een beter<br />
brandstofverbruik.<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is, dan<br />
knipperen de volglampjes op de<br />
toerentalmeter om aan te geven<br />
wanneer u naar de volgende hogere<br />
versnelling moet schakelen.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie:<br />
• Handmatig schakelen bij automatische<br />
transmissie<br />
• Schakelflippers automatische<br />
transmissie<br />
• Handgeschakelde<br />
versnellingsbak<br />
. . . 40
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 41 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer dit lampje brandt, grijpt<br />
het systeem niet in als de wielen<br />
slippen.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Indien het systeem een storing<br />
waarneemt, verschijnt een melding<br />
op het display.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
gegevens.<br />
Zie voor meer informatie tevens<br />
"Stabilitrak ® -systeem" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Lampje Stabilitrak®-/tractieregelsysteem<br />
Dit lampje gaat bij het aanzetten<br />
van het contact branden en kan<br />
daarna nog enkele seconden blijven<br />
branden. Als de lamp niet gaat branden,<br />
dient u dit spoedig te laten<br />
herstellen, zodat het gereed is om u<br />
te waarschuwen indien er zich een<br />
probleem voordoet.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Waarschuwingslamp voor niet<br />
dragen veiligheidsgordel<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />
–<br />
41 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 42 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Controlelamp airbag<br />
Bij het aanzetten van het contact<br />
knippert de controlelamp van de<br />
airbag om aan te geven dat het<br />
systeem operationeel is.<br />
Als de lamp niet gaat branden, dient<br />
u dit spoedig te laten herstellen,<br />
zodat het gereed is om u te waarschuwen<br />
indien er zich een<br />
probleem voordoet.<br />
Het lampje gaat uit nadat het<br />
systeem een zelfcontrole heeft<br />
uitgevoerd.<br />
Indien de lamp blijft branden, of<br />
tijdens het rijden gaat branden, kan<br />
dit duiden op een storing in het<br />
systeem.<br />
Laat de auto onmiddellijk repareren.<br />
Indien er een probleem is met het<br />
airbagsysteem, dan zal het bericht<br />
SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />
airbag) op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
verschijnen. Raadpleeg "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 2 voor meer<br />
informatie omtrent de werking van<br />
het controlelampje van de airbag.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem. De<br />
airbags kunnen niet in werking<br />
komen tijdens een aanrijding of<br />
kunnen in werking komen<br />
wanneer geen aanrijding heeft<br />
plaatsgevonden. Om u en anderen<br />
te beschermen tegen letsel is<br />
het nodig om het defect onmiddellijk<br />
te laten verhelpen.<br />
. . . 42
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 43 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
–<br />
Aan/uit-indicator airbag aan<br />
passagierszijde<br />
Zie "Automatisch inzittendendetectiesysteem"<br />
in hoofdstuk 2.<br />
Waarschuwingslampje voor veiligheidsgordel<br />
passagier<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Veiligheidsgordels" in hoofdstuk 2.<br />
Controlelamp alarmsysteem<br />
Zie ook "Antidiefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer informatie<br />
over dit lampje.<br />
43 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 44 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Mistlampcontrolelamp<br />
Deze lamp zal branden wanneer de<br />
mistlampen zijn ingeschakeld. Raadpleeg<br />
voor meer informatie de<br />
rubriek "Mistlampen" in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Controlelamp mistachterlicht<br />
Deze lamp zal branden wanneer de<br />
mistachterlichten zijn ingeschakeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Mistachterlichten" in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />
verlichting<br />
Deze lamp begint te branden<br />
wanneer de parkeerlichten zijn<br />
ingeschakeld.<br />
Zie voor aanvullende informatie<br />
onder "Waarschuwingssignaal ingeschakelde<br />
verlichting" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
. . . 44
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 45 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Controlelamp cruise control<br />
Deze lamp begint te branden<br />
wanneer de cruise control is<br />
ingeschakeld.<br />
Zie onder "Cruise control" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
Lampje voor lage<br />
bandenspanning<br />
Deze lamp gaat even branden zodra<br />
u de motor start om aan te geven<br />
dat hij goed werkt.<br />
Als dit lampje blijft branden of gaat<br />
branden terwijl u rijdt, neemt het<br />
controlesysteem voor de bandenspanning<br />
een lage druk in een van<br />
de gemonteerde banden waar.<br />
In de display van het informatiecentrum<br />
kan een bericht verschijnen.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Wanneer er een probleem wordt<br />
waargenomen, knippert het controlelampje<br />
ongeveer één minuut en<br />
blijft het lampje de rest van de<br />
ontstekingscyclus branden.<br />
Het waarschuwingslampje voor lage<br />
bandenspanning gaat knipperen en<br />
daarna branden aan het begin van<br />
elke ontstekingscyclus, totdat het<br />
probleem is verholpen.<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Controlesysteem bandenspanning"<br />
in de paragraaf "Banden" in hoofdstuk<br />
4.<br />
–<br />
45 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 46 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
INFORMATIECENTRUM<br />
VOOR DE BESTUURDER<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder geeft aan in welke staat<br />
de diverse systemen van uw voertuig<br />
verkeren.<br />
Met behulp van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder kunt u de<br />
bijzondere functies en waarschuwingsberichten<br />
aanpassen en laten<br />
weergeven.<br />
De bedieningsknoppen bevinden<br />
zich op het instrumentenpaneel, bij<br />
het stuurwiel.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Het display bevindt zich aan de<br />
onderzijde van het<br />
instrumentenpaneel.<br />
De bovenste regels van het display<br />
geven informatie over de<br />
voertuigsystemen.<br />
De onderste regel van het display<br />
geeft het kompas weer.<br />
Het kompas kan op het display<br />
worden weergegeven wanneer het<br />
menu voor Reis-/brandstofinformatie<br />
of andere menu's actief zijn.<br />
Zie "Kompas" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Indien het systeem een storing<br />
waarneemt, verschijnt een melding<br />
op het display.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
De displays die in deze handleiding<br />
worden getoond, zijn typerend. De<br />
werkelijke displays in uw auto zijn<br />
afhankelijk van de bepaalde opties<br />
die in uw auto aanwezig zijn en van<br />
de taal waarop het systeem is<br />
ingesteld.<br />
. . . 46
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 47 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Toetsen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
De bedieningsknoppen bevinden<br />
zich op het instrumentenpaneel, bij<br />
het stuurwiel.<br />
TOETS OMHOOG/OMLAAG<br />
MENU<br />
Druk op het pijltje omhoog of<br />
omlaag om omhoog of omlaag<br />
door een geopend menu te<br />
bladeren.<br />
TOETS REIS-/BRANDSTOFINFOR-<br />
MATIE<br />
Druk op deze toets om het menu<br />
voor reis-/brandstofinformatie te<br />
openen.<br />
Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />
indrukt, kunt u door de volgende<br />
displays te bladeren:<br />
• Kilometerteller<br />
• Dagtellers<br />
• Brandstofbereik<br />
• Gemiddeld brandstofverbruik<br />
• Timer<br />
• Brandstofverbruik op het<br />
moment<br />
• Gemiddelde snelheid<br />
• Snelheidsmeter<br />
• Leeg display<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Menu Reis-/brandstofinformatie<br />
–<br />
47 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 48 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
VOERTUIGINFORMATIETOETS<br />
Wanneer u herhaaldelijk op deze<br />
toets drukt, kunt u bepaalde instellingen<br />
in het voertuiginformatiemenu<br />
bekijken, op nul zetten of<br />
uitschakelen.<br />
• Levensduur motorolie<br />
• Engelse/metrische eenheden<br />
selecteren<br />
• Ultrasoon hulpsysteem voor achteruitparkeren<br />
in-/uitschakelen<br />
• Displays van het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
• Accuspanning<br />
• Bediening van het kompas<br />
• De afstandsbediening aanpassen<br />
• Temperatuur transmissievloeistof<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
• Oliedruk (alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
• Koelvloeistoftemperatuur (alleen<br />
<strong>CTS</strong>-V)<br />
• Zijwaartse acceleratie (alleen<br />
<strong>CTS</strong>-V)<br />
• Leeg display<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Menu Voertuiginformatie<br />
AANPASSINGSTOETS<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ook worden<br />
gebruikt voor het programmeren<br />
van diverse functies die op uw voertuig<br />
beschikbaar kunnen zijn.<br />
Druk op deze toets om het menu<br />
Bijzondere eigenschappen te<br />
openen.<br />
Zie onder "Bijzondere eigenschappen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
. . . 48
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 49 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• Kilometerteller<br />
De kilometerteller geeft aan hoeveel<br />
kilometer uw auto in totaal<br />
heeft gereden.<br />
KNOP RESET<br />
Druk op deze toets om functies van<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder opnieuw in te stellen of<br />
om berichten uit te schakelen of de<br />
ontvangst ervan te bevestigen.<br />
Menu Reis-/brandstofinformatie<br />
Druk op deze toets om het menu<br />
voor reis-/brandstofinformatie te<br />
openen.<br />
De onderste regel van het display<br />
geeft het kompas weer.<br />
Zie "Kompas" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Wanneer u deze toets herhaaldelijk<br />
indrukt, kunt u door de volgende<br />
displays te bladeren:<br />
De waarde wordt in metrische<br />
eenheden (kilometers) of in<br />
Engelse eenheden(mijl)<br />
aangegeven.<br />
• Dagtellers<br />
- TRIP A (dagteller A)<br />
- TRIP B (dagteller B)<br />
Elke dagteller geeft aan hoeveel<br />
kilometer het voertuig heeft<br />
afgelegd sinds de dagteller voor<br />
het laatst op nul werd gezet.<br />
Opmerking:<br />
Dagtellers A en B kunnen<br />
gelijktijdig worden gebruikt.<br />
–<br />
49 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 50 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
De waarde wordt in metrische<br />
eenheden (kilometers) of in<br />
Engelse eenheden(mijl)<br />
aangegeven.<br />
Wanneer u een dagteller op nul<br />
wilt zetten, moet u de gewenste<br />
dagteller op het display laten<br />
weergeven en dan de toets<br />
houden.<br />
Alleen de dagteller op het display<br />
zal dan weer op nul komen<br />
te staan.<br />
• FUEL RANGE (brandstofbereik)<br />
Dit display toont hoe ver u volgens<br />
de computer nog kunt rijden<br />
met de resterende<br />
hoeveelheid brandstof in de<br />
tank.<br />
De waarde wordt in metrische<br />
eenheden (kilometers) of in<br />
Engelse eenheden(mijl)<br />
aangegeven.<br />
De geschatte actieradius wordt<br />
berekend aan de hand van de<br />
huidige rijomstandigheden.<br />
Wanneer het bereik minder dan<br />
ongeveer 48 km wordt, wordt op<br />
het display LOW RANGE (laag<br />
bereik) weergegeven.<br />
• AVG ECONOMY (gemiddeld<br />
brandstofverbruik)<br />
Dit display toont het gemiddelde<br />
brandstofverbruik sinds u het<br />
systeem voor het laatst op nul<br />
hebt ingesteld.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden van L/100<br />
KM (de hoeveelheid verbruikte<br />
brandstof in liters per 100 km) of<br />
in Engelse MPG-eenheden (mijl<br />
per gallon).<br />
Wanneer u deze waarde weer op<br />
nul wilt zetten, moet u de<br />
waarde eerst weergeven en vervolgens<br />
de toets ingedrukt<br />
houden.<br />
. . . 50
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 51 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• TIMER 00:00:00 (timer<br />
00:00:00)<br />
Deze functie werkt als een<br />
stopwatch.<br />
Met de timerfunctie kunt u de af<br />
te leggen afstand in tijd tussen<br />
twee punten berekenen.<br />
U kunt de timer starten door<br />
deze eerst weer te geven en<br />
daarna op de toets te<br />
drukken.<br />
De timer start.<br />
Wanneer u de timer wilt stoppen<br />
zonder deze te resetten, geeft u<br />
deze eerst weer en drukt u<br />
daarna kort op de toets .<br />
Wanneer u de timer terug wilt<br />
zetten naar 00:00:00, houdt u<br />
de toets ingedrukt nadat de<br />
timer is gestopt.<br />
• INST ECONOMY (brandstofverbruik<br />
op het moment)<br />
Het display zal aangeven hoeveel<br />
het brandstofverbruik bedraagt<br />
op het moment.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden van L/100<br />
KM (de hoeveelheid verbruikte<br />
brandstof in liters per 100 km) of<br />
in Engelse MPG-eenheden (mijl<br />
per gallon).<br />
Dit item kan niet worden gereset.<br />
• AVG SPEED (gemiddelde<br />
snelheid)<br />
Dit display toont de gemiddelde<br />
rijsnelheid sinds de laatste keer<br />
dat het systeem werd<br />
teruggesteld.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden van KM/H<br />
(kilometers per uur) of in Engelse<br />
eenheden van MPH (mijl per<br />
uur).<br />
Wanneer u deze waarde weer op<br />
nul wilt zetten, moet u de<br />
waarde eerst weergeven en vervolgens<br />
de toets ingedrukt<br />
houden.<br />
–<br />
51 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 52 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• Snelheidsmeter<br />
Naast de analoge standaardsnelheidsmeter<br />
kan uw voertuig zijn<br />
voorzien van dit digitale<br />
snelheidsdisplay.<br />
De waarde wordt aangegeven in<br />
metrische eenheden van KM/H<br />
(kilometers per uur) of in Engelse<br />
eenheden van MPH (mijl per<br />
uur).<br />
• Leeg display<br />
Dit menu eindigt met een<br />
blanco pagina.<br />
Menu Voertuiginformatie<br />
Druk herhaaldelijk op deze toets om<br />
door de displays van het voertuiginformatiemenu<br />
te bladeren.<br />
OIL LIFE REMAINING (resterende<br />
levensduur olie)<br />
Op het display verschijnt het<br />
percentage van de levensduur van<br />
de olie die nog resteert.<br />
Wanneer op het display bijvoorbeeld<br />
95% OIL LIFE REMAINING<br />
(resterende levensduur olie 95%)<br />
wordt weergegeven, betekent dit<br />
dat de olie nog 95% van zijn levensduur<br />
ter beschikking heeft op basis<br />
van de manier waarop u met uw<br />
voertuig rijdt.<br />
Wanneer de levensduur van de olie<br />
laag is, verschijnt het bericht CHAN-<br />
GE ENGINE OIL SOON (binnenkort<br />
olie verversen) op het display.<br />
Wanneer het bericht voor olie<br />
verversen wordt weergegeven,<br />
moet u de motorolie zo snel mogelijk<br />
verversen.<br />
Wanneer u de olie heeft ververst,<br />
moet het controlesysteem voor de<br />
levensduur van de olie worden gereset.<br />
Ga naar uw dealer voor een<br />
onderhoudsbeurt.<br />
. . . 52
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 53 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende informatie.<br />
Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />
voor meer informatie.<br />
UNITS (eenheden)<br />
U kunt tussen Engelse en metrische<br />
eenheden schakelen door eerst dit<br />
item weer te geven en daarna op de<br />
toets te drukken.<br />
PARKING ASSIST<br />
(parkeerhulpsysteem)<br />
Gebruik dit display om het ultrasone<br />
hulpsysteem bij achteruitparkeren in<br />
of uit te schakelen.<br />
Ga als volgt te werk om deze functie<br />
in of uit te schakelen:<br />
1. Druk herhaaldelijk op om<br />
dit display te selecteren.<br />
2. Druk op de toets om tussen<br />
ON (aan) en OFF (uit) te<br />
schakelen.<br />
Wanneer u OFF (uit) selecteert om<br />
het systeem uit te schakelen, wordt<br />
het bericht PARKING ASSIST OFF<br />
(parkeerhulp uit) op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven<br />
wanneer de<br />
versnellingsbak uit stand P (parkeren)<br />
wordt geschakeld.<br />
Wanneer de motor wordt uitgeschakeld<br />
en weer ingeschakeld, wordt<br />
het systeem automatisch opnieuw<br />
ingeschakeld.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
• Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
–<br />
53 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 54 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Displays van het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
Druk herhaaldelijk op de toets<br />
toets om het volgende weer te<br />
geven:<br />
• FRONT TIRES kPa LEFT XX<br />
RIGHT XX (bandenspanning<br />
links- en rechtsvoor)<br />
• REAR TIRES kPa LEFT XX<br />
RIGHT XX (bandenspanning<br />
links- en rechtsachter)<br />
Op deze displays wordt de luchtdruk<br />
voor elke band van het voertuig<br />
weergegeven.<br />
De waarde wordt weergegeven in<br />
metrische eenheden (kPa) of in<br />
Engelse eenheden (PSI).<br />
Wanneer het systeem merkt dat de<br />
bandenspanning laag is onder het<br />
rijden, wordt CHECK TIRE PRESS-<br />
URE (bandenspanning controleren)<br />
op het display weergegeven.<br />
Zie "Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />
bandenspanning" onder "Banden"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
BATTERY VOLTAGE (accuspanning)<br />
Dit display maakt het mogelijk de<br />
accuspanning te controleren om<br />
vast te stellen of de accu goed opgeladen<br />
wordt.<br />
De waarde kan schommelen. Dat is<br />
normaal.<br />
Als er een probleem is met het laadsysteem<br />
van de accu, wordt er een<br />
bericht weergegeven. Raadpleeg<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Het lampje voor het opladen van de<br />
accu kan op het instrumentenpaneel<br />
branden.<br />
Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />
"Waarschuwingslampjes" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
. . . 54
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 55 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
PRESS TO CALIBRATE COM-<br />
PASS (druk op om kompas te<br />
kalibreren)<br />
Wanneer het contact is ingeschakeld,<br />
wordt het kompas op het<br />
display voor het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
Wanneer CAL in het venster wordt<br />
weergegeven, moet het kompas<br />
worden gekalibreerd.<br />
Wanneer een foute aflezing op het<br />
display verschijnt, controleer dan<br />
eerst of het kompas is afgesteld op<br />
de juiste afwijkingszone. Indien dat<br />
het geval is, dan moet het kompas<br />
worden gekalibreerd (afgesteld).<br />
Zie "Kompas" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
PRESS TO CHANGE COMPASS<br />
ZONE: XX (druk op om de<br />
kompaszone te wijzigen: XX)<br />
De kompaszone van uw voertuig<br />
moet worden ingesteld op de regio<br />
waar uw voertuig voor het eerst<br />
werd verkocht.<br />
Indien uw voertuig buiten uw zone<br />
wordt gebruikt dan kan het nodig<br />
zijn om het kompas bij te stellen om<br />
te compenseren voor de afwijking.<br />
Zie "Kompas" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
PRESS TO RELEARN REMOTE<br />
KEY (druk op om de afstandsbediening<br />
opnieuw te<br />
programmeren)<br />
Deze optie is alleen beschikbaar als<br />
het voertuig is voorzien van centrale<br />
vergrendeling met afstandsbediening<br />
en een verwijderbare<br />
contactsleutel.<br />
Met dit display kunt u de afstandsbedieningen<br />
aan uw voertuig<br />
koppelen.<br />
Soms moeten de afstandsbedieningen<br />
aan uw voertuig worden aangepast,<br />
bijvoorbeeld wanneer een<br />
afstandsbediening verloren is<br />
geraakt of wordt vervangen. Ook<br />
wanneer slechts één afstandsbediening<br />
wordt vervangen, moeten ook<br />
alle overige afstandsbedieningen<br />
opnieuw aan het voertuig worden<br />
aangepast. U kunt maximaal acht<br />
afstandsbedieningen aan uw voertuig<br />
aanpassen.<br />
–<br />
55 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 56 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zie "Bijbehorende afstandsbedieningen"<br />
onder "Centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem voor zowel<br />
toegang tot het voertuig als de<br />
contact- en startfuncties, zie dan<br />
"Bijbehorende afstandsbedieningen"<br />
onder "Sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
TRANS TEMP XXX°C (transmissietemperatuur<br />
XXX°C)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Dit display geeft de temperatuur<br />
van de transmissievloeistof weer.<br />
OIL PRESSURE XXX kPa (oliedruk<br />
XXX kPa)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Op dit display wordt de motoroliedruk<br />
weergegeven.<br />
COOLANT TEMP XXX°C (koelvloeistoftemperatuur<br />
XXX°C)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Op dit display wordt de motorkoelvloeistoftemperatuur<br />
weergegeven.<br />
LATERAL ACCEL (zijwaartse<br />
acceleratie)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Op dit display staat hoeveel G-<br />
krachten er vrijkomen als het voertuig<br />
een bocht maakt.<br />
Leeg display<br />
Dit menu eindigt met een blanco<br />
pagina.<br />
. . . 56
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 57 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Bijzondere eigenschappen<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ook worden<br />
gebruikt voor het programmeren<br />
van diverse functies die op uw voertuig<br />
beschikbaar kunnen zijn.<br />
Het aantal programmeerbare functies<br />
is afhankelijk van de opties van<br />
uw voertuig.<br />
Druk op de toets om de<br />
programmeermodus te openen en<br />
toegang te krijgen tot diverse functies<br />
voor het geheugen en de bijzondere<br />
eigenschappen.<br />
PROGRAMMEERMODUS<br />
OPENEN<br />
Wanneer het contact is ingeschakeld<br />
en uw voertuig een automatische<br />
transmissie heeft, moet u de versnellingshendel<br />
in P (parkeren) zetten,<br />
anders kunt u de programmeermodus<br />
niet openen. Bij een handgeschakelde<br />
transmissie moet u de<br />
handrem inschakelen.<br />
Schakel de koplampen uit om te<br />
voorkomen dat de accu leegloopt.<br />
Druk op de toets om de<br />
programmeermodus te openen.<br />
Wanneer u in de programmeermodus<br />
bent, kunt u door de lijst met<br />
bijzondere eigenschappen die voor<br />
uw voertuig beschikbaar zijn bladeren<br />
door de toets herhaaldelijk in<br />
te drukken.<br />
MENU BIJZONDERE<br />
EIGENSCHAPPEN<br />
Zie "Programmeermodus openen"<br />
eerder in dit hoofdstuk om dit menu<br />
te openen.<br />
Druk herhaaldelijk op de toets<br />
om door de lijst te bladeren met<br />
instelbare functies die in uw voertuig<br />
beschikbaar zijn.<br />
• PRESS TO DISPLAY IN ENG-<br />
LISH (druk op om het display<br />
in Engels weer te geven)<br />
• DISPLAY LANGUAGE<br />
(displaytaal)<br />
• AUTO DOOR LOCK (automatische<br />
portiervergrendeling)<br />
• AUTO DOOR UNLOCK (automatische<br />
portierontgrendeling)<br />
–<br />
57 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 58 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• REMOTE DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening)<br />
• REMOTE DOOR UNLOCK (portierontgrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening)<br />
• DELAY DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met vertraging)<br />
• EXIT LIGHTING<br />
(uitstapverlichting)<br />
• APPROACH LIGHTING<br />
(naderingslichten)<br />
• FACTORY SETTINGS<br />
(fabrieksinstellingen)<br />
• ADVANCED FEATURES PRESS<br />
TO ENTER (geavanceerde<br />
functies, druk op om te<br />
openen)<br />
Zie "Menu Geavanceerde functies"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
• FEATURE SETTINGS PRESS<br />
TO EXIT (instellingen functies,<br />
druk op om af te sluiten)<br />
De informatie die hierna volgt<br />
beschrijft deze onderdelen<br />
gedetailleerd.<br />
Alleen beschikbare opties worden in<br />
het display weergegeven.<br />
PRESS TO DISPLAY IN ENGLISH<br />
(druk op om het display in Engels<br />
weer te geven)<br />
Opmerking:<br />
Deze menuoptie wordt niet<br />
weergegeven wanneer het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder al in het<br />
Engels wordt weergegeven.<br />
Wanneer deze optie wordt weergegeven,<br />
kunt u met de toets<br />
Engels selecteren als de taal voor het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
. . . 58
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 59 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
DISPLAY LANGUAGE<br />
(displaytaal)<br />
Gebruik dit menu om de taal te<br />
selecteren die het voertuig moet<br />
gebruiken voor de weergave van<br />
informatie.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
talen te bladeren:<br />
• ENGLISH (Engelse taal)<br />
Alle informatie wordt in het<br />
Engels weergegeven.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• FRANÇAIS (Franse taal)<br />
Alle informatie wordt in het<br />
Frans weergegeven.<br />
• ESPAÑOL (Spaanse taal)<br />
Alle informatie wordt in het<br />
Spaans weergegeven.<br />
• ARABIC (Arabisch)<br />
Alle informatie wordt in het Arabisch<br />
weergegeven.<br />
• CHINESE (Chinees)<br />
Alle informatie wordt in het Chinees<br />
weergegeven.<br />
• DEUTSCH (Duitse taal)<br />
Alle informatie wordt in het<br />
Duits weergegeven.<br />
• JAPANESE (Japans)<br />
Alle informatie wordt in het<br />
Japans weergegeven.<br />
• ITALIANO (Italiaanse taal)<br />
Alle informatie wordt in het Italiaans<br />
weergegeven.<br />
• PORTUGUÊS (Portugese taal)<br />
Alle informatie wordt in het Portugees<br />
weergegeven.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
De talen in deze handleiding zijn<br />
mogelijk niet in alle gebieden en/of<br />
voor alle voertuigen beschikbaar.<br />
Wanneer de gewenste taal voor het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
niet beschikbaar is voor een<br />
ander voertuigsysteem, dan wordt<br />
de momenteel ingestelde taal voor<br />
dat systeem niet gewijzigd.<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
–<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
59 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 60 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
AUTO DOOR LOCK (automatische<br />
portiervergrendeling)<br />
Met deze voorziening kunt u uw<br />
automatische portiersloten op uw<br />
persoonlijke wensen aanpassen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• SHIFT OUT OF PARK (uit parkeerstand<br />
schakelen)<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
vergrendeld wanneer de<br />
portieren worden gesloten en<br />
het voertuig uit P (parkeren)<br />
wordt geschakeld.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische transmissie,<br />
is dit de standaardinstelling.<br />
• AT VEHICLE SPEED (bij<br />
rijsnelheid)<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
vergrendeld wanneer de<br />
snelheid van het voertuig gedurende<br />
drie seconden hoger is<br />
dan 8 km/u.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een handgeschakelde<br />
transmissie, is dit de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie onder "Programmeerbare automatische<br />
portiersloten" verderop in<br />
dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
. . . 60
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 61 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
AUTO DOOR UNLOCK (automatische<br />
portierontgrendeling)<br />
Met deze voorziening kunt u de<br />
functie voor automatische portierontgrendeling<br />
van uw voertuig<br />
aanpassen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling geactiveerd<br />
is, worden de portieren<br />
niet automatisch ontgrendeld.<br />
• DRIVER AT OFF (bestuurder bij<br />
contact uit)<br />
Wanneer deze functie geactiveerd<br />
is, wordt het bestuurdersportier<br />
automatisch ontgrendeld<br />
wanneer het contact uitgeschakeld<br />
wordt.<br />
• DRIVER IN PARK (bestuurdersportier<br />
in parkeerstand)<br />
Het bestuurdersportier ontgrendelt<br />
automatisch wanneer u in P<br />
(parkeren) schakelt.<br />
Deze functie is alleen beschikbaar<br />
bij voertuigen met een<br />
automatische transmissie.<br />
• ALL AT OFF (alle bij contact uit)<br />
Wanneer het contact wordt uitgeschakeld,<br />
worden alle portieren<br />
automatisch ontgrendeld.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een handgeschakelde transmissie,<br />
is dit de standaardinstelling.<br />
• ALL IN PARK (alle portieren in<br />
parkeerstand)<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
ontgrendeld wanneer u uit<br />
P (parkeren) schakelt.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische transmissie,<br />
is dit de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie onder "Programmeerbare automatische<br />
portiersloten" verderop in<br />
dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
–<br />
61 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 62 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 62<br />
REMOTE DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met afstandsbediening)<br />
Met deze functie kunt u het type feedback<br />
selecteren dat u krijgt wanneer u<br />
het voertuig vergrendelt met de<br />
afstandsbediening van de centrale<br />
vergrendeling of de afstandsbediening<br />
van het sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem.<br />
U ontvangt de geselecteerde feedback<br />
ook wanneer u het voertuig<br />
vergrendelt met de passieve<br />
vergrendelingsfunctie.<br />
Opmerking:<br />
U krijgt alleen feedback wanneer<br />
de portieren worden vergrendeld.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Er is geen feedback via de claxon<br />
of de verlichting wanneer de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening<br />
wordt ingedrukt.<br />
• LIGHTS ONLY (alleen<br />
verlichting)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
wanneer u de<br />
vergrendelknop op de afstandsbediening<br />
indrukt.<br />
• HORN ONLY (alleen claxon)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
hoort u de claxon wanneer<br />
u de vergrendelknop op de<br />
afstandsbediening twee keer<br />
indrukt.<br />
• HORN & LIGHTS (claxon en<br />
verlichting)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
wanneer u de<br />
vergrendelknop op de afstandsbediening<br />
indrukt.<br />
U hoort de claxon wanneer u de<br />
vergrendelknop binnen vijf<br />
seconden opnieuw indrukt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
Zie ook "Centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over dit<br />
lampje.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 63 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
REMOTE DOOR UNLOCK (portierontgrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening)<br />
Met deze functie kunt u het type<br />
feedback selecteren dat u krijgt<br />
wanneer u het voertuig ontgrendelt<br />
met de afstandsbediening van de<br />
centrale vergrendeling of de<br />
afstandsbediening van het sleutelloos<br />
start- en bedieningssysteem.<br />
U ontvangt de geselecteerde feedback<br />
ook wanneer u het voertuig<br />
ontgrendelt met de passieve<br />
vergrendelingsfunctie.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• LIGHTS OFF (verlichting uit)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
niet wanneer u op de<br />
ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />
drukt.<br />
• LIGHTS ON (verlichting aan)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
knippert de buitenverlichting<br />
wanneer u de<br />
ontgrendelknop op de afstandsbediening<br />
indrukt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
Opmerking:<br />
U krijgt alleen feedback wanneer<br />
de portieren worden<br />
vergrendeld.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
Zie ook "Centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over dit<br />
lampje.<br />
–<br />
63 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 64 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
. . . 64<br />
DELAY DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met vertraging)<br />
U kunt de elektrisch bedienbare<br />
portieren zo programmeren dat de<br />
vergrendeling vertraagd wordt<br />
totdat iedereen uit het voertuig is en<br />
alle portieren gesloten zijn.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De portieren worden meteen<br />
vergrendeld wanneer de vergrendelknop<br />
voor de elektrisch<br />
bediende portieren wordt<br />
ingedrukt.<br />
• ON (aan)<br />
Met deze functie kan de vergrendeling<br />
van het voertuig worden<br />
vertraagd tot alle portieren vijf<br />
seconden zijn gesloten.<br />
Wanneer u op de vergrendelknop<br />
voor de elektrisch<br />
bediende portieren drukt terwijl<br />
één van de portieren is geopend,<br />
hoort u drie geluidssignalen om<br />
aan te geven dat de functie<br />
actief is.<br />
U kunt deze functie negeren en<br />
de portieren onmiddellijk vergrendelen<br />
door twee keer op de<br />
vergrendelknop van de elektrisch<br />
bediende portieren of de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening<br />
te drukken.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
Opmerking:<br />
Bij voertuigen met centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening<br />
werkt de functie voor<br />
uitgestelde vergrendeling niet<br />
als de verwijderbare sleutel in<br />
het contactslot zit.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos starten<br />
vergrendelingssysteem met<br />
contactknop, werkt de functie<br />
voor vertraagde vergrendeling<br />
niet wanneer het contact is<br />
ingeschakeld of de afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
nog in het voertuig ligt.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 65 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
EXIT LIGHTING<br />
(uitstapverlichting)<br />
Met deze functie kunt u de tijd<br />
instellen dat de buitenverlichting<br />
aan moet blijven (wanneer het<br />
buiten donker is) nadat het contact<br />
is uitgeschakeld.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De buitenverlichting blijft niet<br />
aan.<br />
• 10 SECONDS (10 seconden)<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• 30 SECONDS (30 seconden)<br />
• 2 MINUTES (2 minuten)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
–<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
65 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 66 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
APPROACH LIGHTING<br />
(naderingslichten)<br />
Met deze functie kunt u de buitenverlichting<br />
zodanig programmeren<br />
dat de lampen worden ingeschakeld<br />
of uitgeschakeld blijven wanneer u<br />
de afstandsbediening voor de<br />
centrale vergrendeling of de<br />
afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
gebruikt om het voertuig te<br />
ontgrendelen wanneer het buiten<br />
donker is.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De buitenverlichting wordt niet<br />
ingeschakeld wanneer u het<br />
voertuig ontgrendelt met de<br />
afstandsbediening.<br />
• ON (aan)<br />
Wanneer het voertuig wordt<br />
ontgrendeld met de afstandsbediening,<br />
wordt de buitenverlichting<br />
ook ingeschakeld. De<br />
verlichting blijft 20 seconden<br />
branden of tot het contact wordt<br />
ingeschakeld of de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening<br />
wordt ingedrukt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
Zie ook "Centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over dit<br />
lampje.<br />
. . . 66
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 67 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
FACTORY SETTINGS<br />
(fabrieksinstellingen)<br />
Met deze functie kunt u alle<br />
programmeerbare functies instellen<br />
op hun standaardinstellingen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• RESTORE ALL (alles herstellen)<br />
Wanneer u deze optie selecteert,<br />
worden alle programmeerbare<br />
functies van het systeem op<br />
de standaardinstellingen<br />
hersteld.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• DO NOT RESTORE (niet<br />
herstellen)<br />
Wanneer u deze optie selecteert,<br />
worden de huidige instellingen<br />
niet gewijzigd.<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
ADVANCED FEATURES PRESS<br />
TO ENTER (geavanceerde functies,<br />
druk op om te openen)<br />
U kunt andere programmeerbare<br />
functies openen door het submenu<br />
met de toets te openen.<br />
Zie "Menu Geavanceerde functies"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
FEATURE SETTINGS PRESS TO<br />
EXIT (instellingen functies, druk<br />
op om af te sluiten)<br />
U kunt het menu voor de bijzondere<br />
eigenschappen afsluiten door op<br />
te drukken terwijl deze optie wordt<br />
weergegeven.<br />
Zie voor meer informatie "De<br />
programmeermodus afsluiten"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
67 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 68 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
MENU GEAVANCEERDE<br />
FUNCTIES<br />
U kunt meer programmeerbare<br />
functies openen door herhaaldelijk<br />
op de toets te drukken tot het<br />
volgende bericht op het display<br />
wordt weergegeven:<br />
• ADVANCED FEATURES PRESS<br />
TO ENTER (geavanceerde<br />
functies, druk op om te<br />
openen)<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
De menuopties kunnen slechts voor<br />
één voertuiginstelling worden<br />
geprogrammeerd.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• KEYLESS LOCKING (vergrendelen<br />
zonder sleutel)<br />
• KEYLESS UNLOCK (ontgrendelen<br />
zonder sleutel)<br />
• ELECTRONIC KEY REMINDER<br />
(herinnering elektronische<br />
sleutel)<br />
• CHIME VOLUME (volume<br />
geluidssignaal)<br />
• PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />
kantelen bij parkeren)<br />
• EASY EXIT RECALL (uitstapstand<br />
oproepen)<br />
• EASY EXIT SETUP (instellingen<br />
uitstapstand)<br />
• MEMORY SEAT RECALL (stoelstand<br />
oproepen)<br />
• REMOTE START (starten op<br />
afstand)<br />
• GAGE TRACERS (volglampjes<br />
meter)<br />
• ADVANCED FEATURES PRESS<br />
TO EXIT (geavanceerde functies,<br />
druk op om af te sluiten)<br />
De informatie die hierna volgt<br />
beschrijft deze onderdelen<br />
gedetailleerd.<br />
Alleen beschikbare opties worden in<br />
het display weergegeven.<br />
. . . 68
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 69 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
KEYLESS LOCKING (vergrendelen<br />
zonder sleutel)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
dan kunt u met<br />
deze optie de passieve vergrendelingsfunctie<br />
aanpassen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
staat de passieve vergrendelingsfunctie<br />
uit.<br />
De deuren worden niet vergrendeld<br />
door de passieve<br />
vergrendelingsfunctie.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• ON (aan)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
staat de passieve vergrendelingsfunctie<br />
aan.<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
worden de portieren van<br />
het voertuig automatisch vergrendeld<br />
nadat u het contact<br />
heeft uitgeschakeld, de afstandsbediening<br />
van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
uit het voertuig heeft verwijderd<br />
en de portieren heeft gesloten.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Er kunnen verschillende vergrendelingsopties<br />
worden geselecteerd<br />
voor de functies van de sleutelloze<br />
toegang.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie:<br />
• REMOTE DOOR LOCK (portiervergrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening)<br />
De automatische vergrendeling kan<br />
tijdelijk worden uitgeschakeld door<br />
op de ontgrendelingsknop op het<br />
portier te drukken terwijl het portier<br />
open staat. De vergrendeling blijft<br />
uitgeschakeld totdat u op de<br />
vergrendelingsknop op het portier<br />
drukt of het voertuig start.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
–<br />
69 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 70 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
KEYLESS UNLOCK (ontgrendelen<br />
zonder sleutel)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
dan kunt u met<br />
deze optie de passieve ontgrendelingsfunctie<br />
aanpassen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling geactiveerd<br />
is, worden de portieren<br />
niet automatisch ontgrendeld.<br />
• ENTRY DOOR ONLY (alleen<br />
instapportier)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
wordt het bestuurdersportier<br />
automatisch ontgrendeld<br />
wanneer u het voertuig nadert<br />
met de afstandsbediening van<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
bij u en wordt<br />
het bestuurdersportier geopend.<br />
Trek nog een keer aan de handgreep<br />
van het bestuurdersportier<br />
om alle portieren te<br />
ontgrendelen.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• ALL DOORS (alle portieren)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
worden alle portieren<br />
automatisch ontgrendeld wanneer<br />
u het voertuig nadert met<br />
de afstandsbediening van het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
bij u en wordt het<br />
bestuurdersportier geopend.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Er kunnen verschillende vergrendelingsopties<br />
worden geselecteerd<br />
voor de functies van de sleutelloze<br />
toegang.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie:<br />
• REMOTE DOOR UNLOCK (portierontgrendeling<br />
met afstandsbediening)<br />
. . . 70
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 71 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
ELECTRONIC KEY REMINDER<br />
(herinnering elektronische<br />
sleutel)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
kunt u met deze<br />
functie selecteren of de claxon moet<br />
worden geactiveerd om u eraan te<br />
herinneren dat er minstens één<br />
afstandsbediening in het voertuig<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
is achtergebleven.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• ELECTRONIC KEY REMINDER<br />
OFF (herinnering elektronische<br />
sleutel uit)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
klinkt de claxon niet als u<br />
het bestuurdersportier sluit terwijl<br />
het voertuig is uitgeschakeld<br />
en er minstens één afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
in het voertuig ligt.<br />
• ELECTRONIC KEY REMINDER<br />
ON (herinnering elektronische<br />
sleutel aan)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
klinkt de claxon drie keer<br />
als u het bestuurdersportier sluit<br />
terwijl het voertuig is uitgeschakeld<br />
en minstens één afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
nog in het voertuig ligt.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
–<br />
71 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 72 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
CHIME VOLUME (volume<br />
geluidssignaal)<br />
Met deze functie kunt u het volumeniveau<br />
van het gongsignaal wijzigen.<br />
Het gongsignaal kan niet<br />
volledig worden uitgeschakeld.<br />
Het systeem beschikt over twee<br />
volumeniveaus voor het gongsignaal,<br />
normaal en luid.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• NORMAL (normaal)<br />
• LOUD (luid)<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Opmerking:<br />
Er is geen standaardinstelling<br />
voor deze functie.<br />
Het systeem blijft ingesteld op<br />
het laatst geselecteerde volume.<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />
kantelen bij parkeren)<br />
Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />
wordt de spiegel aan de<br />
bestuurderszijde en/of passagierszijde<br />
omlaag gekanteld wanneer de<br />
versnellingshendel van het voertuig<br />
in R (achteruit) wordt gezet zodat u<br />
de trottoirband kunt zien terwijl u<br />
inparkeert.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
. . . 72
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 73 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
De buitenspiegels kantelen niet<br />
omlaag wanneer de keuzehendel<br />
in de stand R (achteruit)<br />
wordt geschakeld.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• DRIVER MIRROR (spiegel<br />
bestuurderszijde)<br />
De buitenspiegel aan de bestuurderszijde<br />
van het voertuig kantelt<br />
omlaag naar de trottoirband<br />
wanneer de versnellingshendel<br />
in R (achteruit) wordt gezet.<br />
• PASSENGER MIRROR (spiegel<br />
passagierszijde)<br />
De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />
van het voertuig kantelt<br />
omlaag naar de trottoirband<br />
wanneer de versnellingshendel<br />
in R (achteruit) wordt gezet.<br />
• BOTH MIRRORS (beide<br />
spiegels)<br />
Beide buitenspiegels kantelen<br />
omlaag naar de trottoirband<br />
wanneer de versnellingshendel<br />
in R (achteruit) wordt gezet.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Spiegels<br />
Instellingen voor de spiegels<br />
voor het zien van de<br />
trottoirband<br />
–<br />
73 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 74 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
EASY EXIT RECALL (uitstapstand<br />
oproepen)<br />
Let op: Deze functie is niet beschikbaar<br />
bij alle uitvoeringen.<br />
Met deze functie kunt u het automatisch<br />
oproepen van de instapstand<br />
uit het geheugen in- of<br />
uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• DOOR BUTTON ONLY (alleen<br />
toets portier)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
wordt de in het geheugen<br />
opgeslagen uitstapstand<br />
alleen opgeroepen wanneer de<br />
toets voor de uitstapstand in het<br />
geheugen op het portier wordt<br />
ingedrukt.<br />
• BUTTON AND AUTOMATIC<br />
(toets en automatisch)<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
wordt de in het geheugen<br />
opgeslagen uitstapstand<br />
automatisch opgeroepen of<br />
wanneer de toets voor de uitstapstand<br />
in het geheugen op<br />
het portier wordt ingedrukt.<br />
Bij voertuigen met sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
en contactknop wordt het automatisch<br />
oproepen geactiveerd<br />
wanneer het voertuig is geparkeerd<br />
en het bestuurdersportier<br />
wordt geopend.<br />
Bij voertuigen met centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening<br />
en verwijderbare<br />
contactsleutel wordt het automatisch<br />
oproepen geactiveerd<br />
wanneer de sleutel uit het contact<br />
wordt verwijderd.<br />
Het oproepen van de uitstapstand<br />
kan niet worden herhaald<br />
zonder eerst het oproepen voor<br />
een rijstand uit het geheugen te<br />
activeren.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
. . . 74
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 75 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• EASY EXIT SETUP (instellingen<br />
uitstapstand)<br />
• Geheugen<br />
EASY EXIT SETUP (instellingen<br />
uitstapstand)<br />
Let op: Deze functie is niet beschikbaar<br />
bij alle uitvoeringen.<br />
Met deze functie kunt u selecteren<br />
welke functies worden opgeroepen<br />
wanneer de uitstapstand is<br />
ingeschakeld.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
dan kan de in het<br />
geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
niet automatisch worden<br />
opgeroepen.<br />
• SEAT ONLY (alleen stoel)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
alleen de uitstapstand<br />
voor de bestuurdersstoel op.<br />
• TILT ONLY (alleen kantelen)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
alleen de kantelstand<br />
van het stuurwiel op.<br />
• TELESCOPE ONLY (alleen<br />
stuurkolom)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
alleen de stand voor<br />
telescopische stuurkolom op.<br />
–<br />
75 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 76 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SEAT/TILT (stoel/kantelen)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
de uitstapstand voor<br />
de bestuurdersstoel en de kantelstand<br />
voor het stuurwiel op.<br />
• SEAT/TELESCOPE (stoel/stuurkolom)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
de uitstapstand voor<br />
de bestuurdersstoel en de stand<br />
voor de telescopische stuurkolom<br />
op.<br />
• TILT/TELESCOPE (kantelen/<br />
stuurkolom)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
de kantelstand van het<br />
stuurwiel en de stand voor de<br />
telescopische stuurkolom op.<br />
• ALL (alle)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
roept de functie voor de<br />
in het geheugen opgeslagen uitstapstand<br />
de uitstapstand voor<br />
de bestuurdersstoel, de kantelstand<br />
van het stuurwiel en de<br />
stand voor de telescopische<br />
stuurkolom automatisch op.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Geheugen<br />
. . . 76
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 77 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
MEMORY SEAT RECALL (stoelstand<br />
oproepen)<br />
Let op: Deze functie is niet beschikbaar<br />
bij alle uitvoeringen.<br />
Met deze functie kunt u het automatisch<br />
oproepen van instellingen<br />
uit het geheugen in- en<br />
uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Wanneer deze instelling is ingeschakeld<br />
dan kunnen de geheugeninstellingen<br />
niet automatisch<br />
worden opgeroepen.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• ON (aan)<br />
Wanneer deze instelling is geactiveerd,<br />
worden de geheugeninstellingen<br />
automatisch<br />
opgeroepen wanneer u het voertuig<br />
ontgrendelt met de centrale<br />
vergrendeling met afstandsbediening<br />
of de afstandsbediening<br />
van het sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem.<br />
Wanneer het voertuig is voorzien<br />
van een elektrisch instelbare,<br />
telescopische stuurkolom, roept<br />
de geheugenfunctie ook de kantelstand<br />
van het stuurwiel en de<br />
stand van de telescopische stuurkolom<br />
op.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Geheugen<br />
–<br />
77 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 78 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
REMOTE START (starten op<br />
afstand)<br />
Met deze functie kunt u de startfunctie<br />
op afstand in- en<br />
uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
staat de startfunctie op afstand<br />
uit.<br />
• ON (aan)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
staat de startfunctie op afstand<br />
aan.<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Raadpleeg "Voertuig op afstand starten"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 78
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 79 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
GAGE TRACERS (volglampjes<br />
meter)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Met deze functie kunt u de volglampjes<br />
op de snelheidsmeter en de<br />
toerentalmeter in- en uitschakelen.<br />
Druk op de toets om het submenu<br />
weer te geven.<br />
Druk in dit submenu herhaaldelijk<br />
op de toets om door de volgende<br />
opties te bladeren:<br />
• OFF (uit)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
zijn de volglampjes<br />
uitgeschakeld.<br />
• ON (aan)<br />
Als deze instelling is geactiveerd,<br />
zijn de volglampjes<br />
ingeschakeld.<br />
Wanneer de gewenste instelling<br />
wordt weergegeven, drukt u op de<br />
toets om de instelling te<br />
selecteren.<br />
U kunt de programmeermodus<br />
verlaten of de volgende beschikbare<br />
functie programmeren.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
–<br />
Dit is de standaardinstelling.<br />
• NO CHANGE (geen wijziging)<br />
79 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 80 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
ADVANCED FEATURES PRESS<br />
TO EXIT (geavanceerde functies,<br />
druk op om af te sluiten)<br />
Druk op de toets om het menu af<br />
te sluiten.<br />
Het systeem geeft FEATURE<br />
SETTINGS PRESS TO EXIT<br />
(instellingen functie, druk op om<br />
af te sluiten) weer.<br />
Druk op de toets om het menu af<br />
te sluiten.<br />
U gaat terug naar het begin van het<br />
menu door op de aanpassingstoets<br />
te drukken.<br />
Zie voor het verlaten van de<br />
programmeermodus "Programmeermodus<br />
afsluiten" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
DE PROGRAMMEERMODUS<br />
AFSLUITEN<br />
Ga als volgt te werk om de programmeermodus<br />
af te sluiten:<br />
• Zet het contact af.<br />
• Druk op de toets voor reis-/<br />
brandstofinformatie van het<br />
informatiecentrum voor de<br />
bestuurder of de<br />
voertuiginformatietoets.<br />
• Druk herhaaldelijk op de aanpassingstoets<br />
tot u het einde van<br />
het menu voor bijzondere eigenschappen<br />
of het menu met<br />
geavanceerde functies heeft<br />
bereikt.<br />
Druk daarna op de toets om<br />
het menu af te sluiten.<br />
• Druk niet op een knop.<br />
Na 40 seconden inactiviteit<br />
treedt een time-out op van het<br />
display.<br />
. . . 80
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 81 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Kompas<br />
Wanneer het contact is ingeschakeld,<br />
wordt het kompas op het<br />
display voor het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
Tijdens het rijden verschijnt N<br />
(noord), NE (noordoost), E (oost),<br />
SE (zuidoost), S (zuid), SW (zuidwest),<br />
W (west) of NW (noordwest)<br />
op het display om aan te geven in<br />
welke richting u rijdt.<br />
Indien na enkele seconden geen<br />
richting wordt aangegeven, kan het<br />
nodig zijn het kompas te kalibreren.<br />
Er kan een sterk magnetisch veld<br />
aanwezig zijn (van een aantal<br />
magnetische voorwerpen in de<br />
auto) dat invloed uitoefent op het<br />
kompas.<br />
Schakel de motor uit en verplaats<br />
magnetische voorwerpen; start de<br />
motor daarna opnieuw en kalibreer<br />
het kompas.<br />
Wanneer CAL op het display van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
staat, moet het kompas worden<br />
gekalibreerd.<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Kompas kalibreren" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Soms kan het nodig zijn om het<br />
kompas bij te stellen om voor de<br />
afwijking te compenseren.<br />
Wanneer een foute aflezing op het<br />
display verschijnt, controleer dan<br />
eerst of het kompas is afgesteld op<br />
de juiste afwijkingszone. Indien dat<br />
het geval is, dan moet het kompas<br />
worden gekalibreerd (afgesteld).<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Kompasafwijking" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
–<br />
81 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 82 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Kompas kalibreren<br />
Wanneer u het kompas kalibreert,<br />
mag u geen elektrische bediende<br />
schakelaars bedienen, zoals de schakelaars<br />
om de ramen of het zonnedak<br />
te openen of te sluiten, de<br />
stoelen te verplaatsen, de klimaatregeling<br />
aan te passen of andere elektrische<br />
functies die kunnen storen<br />
op de kalibratie van het kompas.<br />
Doe het volgende om het systeem<br />
af te stemmen:<br />
1. Rijd op een vlak, open terrein,<br />
bijvoorbeeld een groot, leeg<br />
parkeerterrein. U moet veilig<br />
rondjes kunnen rijden. Zorg dat<br />
er geen elektriciteitskabels of<br />
grote metalen gebouwen in de<br />
buurt zijn.<br />
2. Zorg dat het kompas op de<br />
juiste kompaszone is ingesteld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
de rubriek "Kompasafwijking"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
3. Druk herhaaldelijk op tot<br />
PRESS TO CALIBRATE<br />
COMPASS (druk op voor<br />
kalibratie kompas) wordt<br />
weergegeven.<br />
4. Druk op de toets om het<br />
kompas te kalibreren.<br />
CALIBRATING DRIVE IN CIR-<br />
CLES (bezig met kalibreren, rijd<br />
rondjes) wordt op het display<br />
weergegeven.<br />
5. Rijd krappe cirkels van 360° bij<br />
een snelheid van 8 km/u of<br />
minder tot CALIBRATION<br />
COMPLETE (kalibratie voltooid)<br />
enkele seconden op het display<br />
wordt weergegeven.<br />
Wanneer het kompas is gekalibreerd,<br />
keert het systeem terug naar<br />
het vorige menu.<br />
. . . 82
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 83 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Kompasafwijking<br />
De kompaszone van uw voertuig<br />
moet worden ingesteld op de regio<br />
waar uw voertuig voor het eerst<br />
werd verkocht.<br />
Indien uw voertuig buiten uw zone<br />
wordt gebruikt dan kan het nodig<br />
zijn om het kompas bij te stellen om<br />
te compenseren voor de afwijking.<br />
Vraag uw dealer in welke zone u zich<br />
bevindt.<br />
Kompasafwijking bijstellen:<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische<br />
transmissie, schakel dan naar P<br />
(parkeren).<br />
2. Druk herhaaldelijk op tot<br />
PRESS TO CHANGE COM-<br />
PASS ZONE (druk op om<br />
kompaszone te wijzigen) wordt<br />
weergegeven.<br />
3. Druk herhaaldelijk op om de<br />
juiste kompaszone te<br />
selecteren.<br />
4. Druk herhaaldelijk op om<br />
de juiste kompasrichting te<br />
selecteren.<br />
5. Kalibreer het kompas.<br />
Zie "Kompas kalibreren" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
–<br />
83 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 84 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de<br />
bestuurder<br />
Deze meldingen verschijnen<br />
wanneer zich een storing in een van<br />
de systemen in het voertuig<br />
voordoet.<br />
Druk op om een bericht te bevestigen<br />
en van het display te<br />
verwijderen.<br />
Wanneer er meteen actie moet<br />
worden ondernomen bij een<br />
bericht, wordt het bericht weergegeven<br />
tot de oorzaak is verdwenen.<br />
Wanneer u het bericht wist,<br />
verdwijnt alleen het bericht. Hierdoor<br />
wordt niet het probleem<br />
verholpen. Neem het bericht<br />
serieus.<br />
Wanneer er meerdere meldingen<br />
zijn, worden ze na elkaar<br />
weergegeven.<br />
• ACCESSORY MODE ACTIVE<br />
(accessoiremodus actief)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer de<br />
accessoirevoeding van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
actief is.<br />
Zie "Contactslot" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie.<br />
• AFL LAMPS NEED SERVICE<br />
(onderhoud nodig adaptieve<br />
voorverlichting)<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het systeem voor de adaptieve<br />
voorverlichting of de hoogteregelaar<br />
voor de koplampen is uitgeschakeld.<br />
Ga naar de dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Zie "Systeem voor adaptieve<br />
voorverlichting" onder "Verlichting"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
- Hoogteregelaar voor de<br />
koplampen<br />
. . . 84
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 85 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• ALL WHEEL DRIVE OFF (vierwielaandrijving<br />
uit)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een tijdelijk probleem bestaat<br />
waardoor het vierwielaandrijvingssysteem<br />
automatisch is<br />
uitgeschakeld.<br />
Het systeem gaat over op<br />
tweewielaandrijving.<br />
Dit bericht wordt ook weergegeven<br />
onder de volgende<br />
omstandigheden:<br />
- Geen wielsnelheid of<br />
rijsnelheid.<br />
- Het systeem is oververhit.<br />
- Er zijn problemen met het elektrisch<br />
systeem.<br />
Het bericht wordt uitgeschakeld<br />
zodra de omstandigheden weer<br />
normaal zijn en het systeem is<br />
gereset.<br />
Wanneer u het systeem wilt resetten,<br />
stopt u en schakelt u het<br />
contact uit.<br />
Wacht 30 seconden en start de<br />
motor daarna weer.<br />
Wanneer het bericht weer wordt<br />
weergegeven, moet het voertuig<br />
voor onderhoud naar de<br />
werkplaats.<br />
• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />
OFF (automatische lichtbediening<br />
uit)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
het systeem van de automatische<br />
koplampverlichting niet<br />
goed werkt.<br />
Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• AUTOMATIC LIGHT CONTROL<br />
ON (automatische lichtbediening<br />
aan)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het systeem van de<br />
automatische koplampverlichting<br />
niet goed werkt.<br />
Zie voor meer informatie "Verlichting"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
–<br />
85 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 86 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />
actief)<br />
Dit bericht verschijnt indien blijkt<br />
dat de accuspanning terugloopt<br />
tot een onaanvaardbare waarde.<br />
Als de accuspanning daalt, zal<br />
het accubesparingssysteem de<br />
voeding verlagen naar een aantal<br />
voorzieningen wat wellicht<br />
niet merkbaar is. Indien het<br />
nodig is een functie uit te schakelen,<br />
dan zal dit bericht op het<br />
display verschijnen om u te laten<br />
weten dat het voertuig tracht<br />
om de acculading te handhaven.<br />
Schakel onnodige stroomverbruikers<br />
uit.<br />
De accuspanning kan met<br />
behulp van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder worden<br />
gecontroleerd. Bij draaiende<br />
motor moet de accuspanning<br />
11,5 tot 15,5 volt bedragen.<br />
Raadpleeg "Menu Voertuiginformatie"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
• BATTERY VOLTS LOW (accuspanning<br />
laag)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
de elektrische installatie minder<br />
dan 10 volt levert voor het laden<br />
of wanneer de accu ontladen is.<br />
Indien dit bericht onmiddellijk<br />
verschijnt na het starten, dan zal<br />
het bijladen van de accu plaatsvinden<br />
tijdens het rijden, maar<br />
dit kan enkele uren in beslag<br />
nemen. Overweeg gebruik te<br />
maken van een acculaadsysteem<br />
om de accu verder bij te<br />
laden na afloop van de rit. Indien<br />
dit bericht verschijnt tijdens het<br />
rijden of na het starten van de<br />
motor en niet verdwijnt, laat de<br />
elektrische installatie dan zonder<br />
uitstel controleren. Indien u een<br />
korte afstand moet rijden, schakel<br />
dan alle onnodige stroomverbruikers<br />
uit. Bij draaiende motor<br />
moet de accuspanning 11,5 tot<br />
15,5 volt bedragen.<br />
U kunt de accuspanning in de<br />
gaten houden op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder.<br />
Raadpleeg "Menu Voertuiginformatie"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 86
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 87 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• CALIBRATING: DRIVE IN CIR-<br />
CLES (kalibreren: rijd rondjes)<br />
• CHANGE ENGINE OIL SOON<br />
(motorolie binnenkort verversen)<br />
• CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />
controleren)<br />
Wordt weergegeven wanneer u<br />
het kompas kalibreert.<br />
Zie "Kompas kalibreren" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• CALIBRATION COMPLETE (kalibratie<br />
voltooid)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
de kalibratie van het kompas is<br />
voltooid.<br />
Zie "Kompas kalibreren" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de levensduur van de<br />
olie is verlopen en de olie moet<br />
worden ververst.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende<br />
informatie.<br />
Zie het boekje met het onderhoudsschema<br />
voor meer<br />
informatie.<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de bandenspanning in<br />
één van de banden moet worden<br />
gecontroleerd.<br />
Een van de volgende displays<br />
wordt ook weergegeven om aan<br />
te geven welke band moet worden<br />
gecontroleerd:<br />
- LEFT FRONT (linksvoor)<br />
- RIGHT FRONT (rechtsvoor)<br />
- LEFT REAR (linksachter)<br />
- RIGHT REAR (rechtsachter)<br />
U kunt meerdere berichten voor<br />
de bandenspanning tegelijkertijd<br />
ontvangen.<br />
–<br />
Wanneer u andere berichten wilt<br />
lezen die tegelijkertijd zijn verzonden,<br />
druk u op de toets .<br />
87 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 88 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Stop zodra dit veilig kan en laat<br />
de bandenspanning controleren<br />
en zo nodig corrigeren.<br />
Pomp de band tot de voorgeschreven<br />
spanning op.<br />
Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk<br />
4 voor meer informatie.<br />
Zie ook de volgende informatie:<br />
- Menu Voertuiginformatie<br />
Displays van het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
-Waarschuwingslampen<br />
Lampje voor lage<br />
bandenspanning<br />
• CRUISE SET TO XXX KM/H<br />
(cruise control ingesteld op XXX<br />
km/u)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
de cruise control is ingesteld.<br />
Zie "Cruise control" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
• DIFFERENTIAL HOT, REDUCE<br />
SPEED (differentieel heet, verlaag<br />
snelheid)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wordt weergegeven als de temperatuur<br />
van de differentieelvloeistof<br />
hoger dan 150°C<br />
wordt.<br />
Tevens klinkt er een gongsignaal.<br />
Wanneer dit bericht wordt weergegeven<br />
terwijl u agressief of<br />
met hoge snelheden rijdt, dan<br />
kunt u verder rijden, maar met<br />
een lagere snelheid. Wanneer dit<br />
bericht wordt weergegeven terwijl<br />
u onder normale omstandigheden<br />
rijdt, dan kan het nodig<br />
zijn uw voertuig voor onderhoud<br />
naar de garage te brengen.<br />
Nadat het bericht is bevestigd,<br />
wordt het bericht om de twee<br />
minuten opnieuw weergegeven<br />
en hoort u een gongsignaal totdat<br />
de storing is verholpen.<br />
Wanneer het bericht niet wordt<br />
bevestigd, dan blijft het bericht<br />
staan totdat het probleem is<br />
verholpen.<br />
• DRIVER DOOR OPEN (bestuurdersportier<br />
geopend)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het bestuurdersportier<br />
geopend of niet goed gesloten<br />
is.<br />
• ELECTRONIC KEY ALREADY<br />
KNOWN (elektronische sleutel al<br />
bekend)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
wordt geprobeerd een afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
die al is geleerd aan het voertuig<br />
te koppelen.<br />
. . . 88
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 89 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• ELECTRONIC KEY NOT DETEC-<br />
TED (elektronische sleutel niet<br />
waargenomen)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het voertuig geen afstandsbediening<br />
detecteert terwijl u probeert<br />
het voertuig te starten of<br />
nadat een portier is gesloten.<br />
Dit bericht kan ook worden<br />
weergegeven wanneer de accu<br />
bijna leeg is en het systeem geen<br />
afstandsbediening waarneemt.<br />
De acculading moet meer dan<br />
10 volt zijn om de zender waar<br />
te nemen.<br />
Dit bericht kan verschijnen<br />
omdat iets voor storing zorgt.<br />
Apparatuur die op het contact<br />
voor accessoires op de middenconsole<br />
is aangesloten kan voor<br />
storing zorgen. Het kan om de<br />
volgende apparatuur gaan:<br />
- mobiele telefoon<br />
- oplader voor de mobiele<br />
telefoon<br />
- radio met zend- en<br />
ontvangstinstallatie<br />
- HF-inverter<br />
Probeer de zender bij het apparaat<br />
vandaan te plaatsen wanneer<br />
u het voertuig start.<br />
PDA's en afstandsbedieningen<br />
voor garage/poorten kunnen<br />
elektromagnetische storing<br />
genereren. Houd de afstandsbediening<br />
niet in dezelfde zak of<br />
tas als deze apparaten.<br />
Er kan ook storing optreden in<br />
gebieden met een elektromagnetisch<br />
veld, zoals in de buurt<br />
van een vliegveld, automatische<br />
tolpoortjes of sommige<br />
benzinestations.<br />
–<br />
89 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 90 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Probeer de afstandsbediening op<br />
verschillende locaties in het voertuig<br />
te leggen. Als dit niet helpt,<br />
plaats de afstandsbediening dan<br />
in het afstandsbedieningsvakje in<br />
het opbergvak in de middenconsole<br />
met de toetsen in de richting<br />
van de voorzijde van het<br />
voertuig; start daarna de motor.<br />
• ELECTRONIC KEY NOT DETEC-<br />
TED RESTART ALLOWED (elektronische<br />
sleutel niet<br />
waarnomen, opnieuw starten<br />
toegestaan)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer u<br />
de motor uitschakelt en het<br />
voertuig geen afstandsbediening<br />
in het voertuig detecteert.<br />
Het voertuig kan zijn gestopt in<br />
de buurt van een sterke radioantenne<br />
die stoort op het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem.<br />
Als u de afstandsbediening van<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
bij u heeft, stap<br />
dan uit het voertuig en vergrendel<br />
de portieren.<br />
De motor start niet opnieuw als<br />
u de afstandsbediening van het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
niet bij u heeft en<br />
een van de volgende situaties<br />
zich heeft voorgedaan:<br />
- er zijn 5 minuten verstreken<br />
- het antidiefstalsysteem is<br />
geactiveerd<br />
Zie "Instructies voor het starten"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• ENGINE HOT -- A/C OFF<br />
(motor heet -- airconditioning<br />
uit)<br />
Verschijnt wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />
hoger is dan de<br />
normale bedieningstemperatuur.<br />
Om extra spanning op een hete<br />
motor te voorkomen, wordt de<br />
airconditioning automatisch<br />
uitgeschakeld.<br />
Wanneer de koelvloeistoftemperatuur<br />
weer normaal is, wordt de<br />
werking van de airconditioningcompressor<br />
weer hervat.<br />
U kunt door blijven rijden met<br />
het voertuig.<br />
Wanneer dit bericht terug blijft<br />
komen, laat dan het systeem zo<br />
spoedig mogelijk repareren om<br />
schade aan de motor te<br />
voorkomen.<br />
. . . 90
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 91 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• ENGINE OIL LOW -- ADD OIL<br />
(motorolie laag -- olie bijvullen)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Dit bericht verschijnt op het display<br />
wanneer het oliepeil laag is.<br />
Controleer het oliepeil en vul olie<br />
bij indien nodig.<br />
Wellicht moet u de motor laten<br />
afkoelen of opwarmen en de<br />
motor een aantal keren starten<br />
om dit bericht te wissen.<br />
Dit bericht verdwijnt vanzelf na<br />
tien seconden en verschijnt<br />
opnieuw gedurende tien seconden<br />
bij het starten van elke ontstekingscyclus<br />
totdat het<br />
probleem is verholpen.<br />
• ENGINE OVERHEATED -- IDLE<br />
ENGINE (motor oververhit -- stationair<br />
toerental)<br />
Verschijnt wanneer de koelvloeistof<br />
te heet wordt.<br />
Breng de auto zo snel mogelijk<br />
op een veilige plaats tot stilstand.<br />
Laat de motor stationair draaien<br />
totdat de motor afgekoeld is.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
-Waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur<br />
- Bescherming tegen<br />
oververhitting<br />
OPMERKING<br />
Als u blijft rijden terwijl uw voertuig<br />
oververhit is, kan de motor<br />
ernstig beschadigd raken.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor oververhitting krijgt, stop<br />
dan zo snel mogelijk.<br />
Verhoog het motortoerental niet<br />
tot boven normaal stationair<br />
toerental.<br />
Zie "Oververhitting van de<br />
motor" in hoofdstuk 5.<br />
–<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende<br />
informatie.<br />
91 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 92 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• ENGINE POWER IS REDUCED<br />
(verminderd motorvermogen)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het motorvermogen<br />
wordt verminderd om de motor<br />
tegen beschadiging te<br />
beschermen.<br />
Dit kan ook invloed hebben op<br />
het acceleratievermogen van het<br />
voertuig.<br />
Er zijn verschillende storingen<br />
die dit bericht kunnen<br />
veroorzaken.<br />
Wanneer deze melding wordt<br />
weergegeven zonder vermindering<br />
van de prestaties van het<br />
voertuig, rijd dan verder naar uw<br />
bestemming. De volgende keer<br />
dat er met het voertuig wordt<br />
gereden, kunnen de acceleratie<br />
en snelheid zijn verminderd. Rijd<br />
met een lagere snelheid.<br />
Laat het voertuig zo spoedig<br />
mogelijk repareren.<br />
• HEATED WASHER FLUID SYS-<br />
TEM OFF (verwarmd sproeiervloeistofsysteem<br />
uit)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het systeem voor verwarmde ruitensproeiervloeistof<br />
handmatig<br />
of automatisch is uitgeschakeld.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
- Ruitensproeiers<br />
Verwarmde sproeiervloeistof<br />
• HEATED WASHER FLUID WASH<br />
WIPES PENDING (verwarmde<br />
sproeiervloeistof ruitenwissers<br />
bezig)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het systeem voor het verwarmd<br />
ruitensproeiersysteem wordt<br />
ingeschakeld.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
- Ruitensproeiers<br />
Verwarmde sproeiervloeistof<br />
• HOOD OPEN (motorkap open)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de motorkap niet volledig<br />
gesloten is.<br />
. . . 92
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 93 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• ICE POSSIBLE -- DRIVE WITH<br />
CARE (ijzelgevaar -- rijd<br />
voorzichtig)<br />
Deze melding verschijnt wanneer<br />
de buitentemperatuur voldoende<br />
laag is om het<br />
wegoppervlak te laten bevriezen.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
• LEARN DELAY ACTIVE WAIT<br />
XX MIN (vertraging leren actief,<br />
wacht XX minuten)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven als een<br />
afstandsbediening van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
aan het voertuig wordt<br />
gekoppeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
• LEFT REAR DOOR AJAR (achterportier<br />
links geopend)<br />
Het bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het achterportier links<br />
geopend of niet goed gesloten<br />
is.<br />
• MAXIMUM # ELECTRONIC<br />
KEYS LEARNED (maximaal aantal<br />
elektronische sleutels geleerd)<br />
Let op: dit bericht is mogelijk<br />
niet op alle voertuigen<br />
beschikbaar.<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het maximale aantal afstandsbedieningen<br />
voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
aan het voertuig is gekoppeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
• MOTION SENSOR OFF (bewegingssensor<br />
uit)<br />
Wordt weergegeven wanneer de<br />
indringingssensor is<br />
uitgeschakeld.<br />
Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• MOTION SENSOR ON (bewegingssensor<br />
aan)<br />
Wordt weergegeven wanneer de<br />
indringingssensor actief is.<br />
Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
–<br />
93 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 94 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• OIL PRESSURE LOW -- STOP<br />
ENGINE (oliedruk laag -- stop<br />
motor)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de motoroliedruk laag<br />
is.<br />
Het waarschuwingslampje voor<br />
de motoroliedruk gaat ook<br />
branden.<br />
OPMERKING<br />
Als u in uw auto blijft rijden, kan<br />
dit resulteren in ernstige<br />
motorschade.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor lage oliedruk krijgt, stop het<br />
voertuig dan zo snel mogelijk.<br />
Gebruik het voertuig niet zolang<br />
het probleem niet is verholpen.<br />
Raadpleeg "Motorolie" in hoofdstuk<br />
4 voor aanvullende<br />
informatie.<br />
• PARK BRAKE RELEASED (parkeerrem<br />
uitgeschakeld)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem,<br />
dan wordt dit bericht weergegeven<br />
als de parkeerrem wordt<br />
uitgeschakeld.<br />
Zie "Parkeerrem" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over de<br />
juiste manier waarop de parkeerrem<br />
moet worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
• PARK BRAKE SET (parkeerrem<br />
ingeschakeld)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem,<br />
dan wordt dit bericht weergegeven<br />
als de parkeerrem is<br />
ingeschakeld.<br />
Zie "Parkeerrem" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over de<br />
juiste manier waarop de parkeerrem<br />
moet worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
. . . 94
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 95 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• PARKING ASSIST OFF (parkeerhulpsysteem<br />
uitgeschakeld)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het voertuig wordt gestart terwijl<br />
het ultrasone parkeerhulpsysteem<br />
is uitgeschakeld.<br />
Dit is een herinnering dat het<br />
systeem is uitgeschakeld en dat<br />
u dus niet wordt gewaarschuwd<br />
voor obstakels.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
- Menu Voertuiginformatie<br />
PARKING ASSIST<br />
(parkeerhulpsysteem)<br />
Zie ook de volgende informatie:<br />
- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
• PASSENGER DOOR OPEN (passagiersportier<br />
geopend)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het voorportier aan<br />
passagierszijde geopend of niet<br />
goed gesloten is.<br />
• PEDESTRIAN PROTECTION<br />
SYSTEM OFF (voetgangersbeschermingssysteem<br />
uit)<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
onderhoud aan het voetgangersbeschermingssysteem<br />
moet<br />
worden uitgevoerd.<br />
Het systeem zorgt dat de motorkap<br />
niet omhoog gaat wanneer<br />
er zich een frontale aanrijding<br />
met een voetganger voordoet.<br />
Neem meteen contact op met<br />
uw dealer voor onderhoud.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
-Voetgangersbeschermingssysteem<br />
• PRESS BRAKE PEDAL TO<br />
RELEASE PARK BRAKE (druk op<br />
rempedaal om parkeerrem uit te<br />
schakelen)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem,<br />
dan wordt dit bericht weergegeven<br />
wanneer u probeert de elektrische<br />
parkeerrem uit te<br />
schakelen zonder het rempedaal<br />
in te drukken.<br />
Zie "Parkeerrem" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over de<br />
juiste manier waarop de parkeerrem<br />
moet worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
–<br />
95 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 96 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• PRESS BRAKE TO START<br />
ENGINE (op rem drukken om<br />
motor te starten)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
wordt dit<br />
bericht weergegeven om u<br />
eraan te herinneren dat het rempedaal<br />
moet worden ingetrapt<br />
terwijl de motor wordt gestart.<br />
Deze functie is alleen beschikbaar<br />
bij voertuigen met een<br />
automatische transmissie.<br />
Zie "Instructies voor het starten"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• PRESS TO TURN OFF<br />
MOTION SENSOR (druk op<br />
om bewegingssensor uit te<br />
schakelen)<br />
Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• PRESS START CONTROL TO<br />
LEARN KEYS (druk op startknop<br />
om sleutels te leren)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven als een<br />
afstandsbediening van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
aan het voertuig wordt<br />
gekoppeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
• RAINSENSE WIPERS ACTIVE<br />
(regenafhankelijke ruitenwissers<br />
actief)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven wanneer de<br />
regenafhankelijke ruitenwissers<br />
actief zijn.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
- Ruitenwissers<br />
Ruitenwissers met regensensor<br />
• READY TO LEARN ELECTRO-<br />
NIC KEY # X (klaar om elektronische<br />
sleutel # X te leren)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven als een<br />
afstandsbediening van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
aan het voertuig wordt<br />
gekoppeld.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
het gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
. . . 96
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 97 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• RELEASE PARK BRAKE SWITCH<br />
(schakelaar uitschakelen<br />
parkeerrem)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem,<br />
dan wordt dit bericht weergegeven<br />
als de elektrische parkeerrem<br />
wordt ingeschakeld terwijl het<br />
voertuig rijdt.<br />
Zie "Parkeerrem" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie over de<br />
juiste manier waarop de parkeerrem<br />
moet worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
• REMOTE KEY LEARNING<br />
ACTIVE (programmeren<br />
afstandsbediening actief)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Dit wordt weergegeven als de<br />
afstandsbediening aan het voertuig<br />
wordt aangepast.<br />
Zie "Bijbehorende afstandsbedieningen"<br />
onder "Centrale vergrendeling<br />
met<br />
afstandsbediening" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
• REPLACE BATTERY IN REMOTE<br />
KEY (batterij in afstandsbediening<br />
vervangen)<br />
Wordt weergegeven als de batterij<br />
van de afstandsbediening<br />
bijna leeg is. Vervang de batterij.<br />
-Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een verwijderbare<br />
sleutel, zie dan "Batterij vervangen"<br />
onder "Centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
-Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een contactknop, zie<br />
dan "Batterij vervangen" onder<br />
"Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
–<br />
97 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 98 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• RESET HOOD SEE OWNERS<br />
MANUAL (motorkap resetten,<br />
zie instructieboekje)<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het voetgangersbeschermingssysteem<br />
ervoor heeft gezorgd<br />
dat het achterste deel van de<br />
motorkap omhoog is gekomen.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
-Voetgangersbeschermingssysteem<br />
• RIGHT REAR DOOR OPEN (achterportier<br />
rechts geopend)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het achterportier rechts geopend<br />
of niet goed gesloten is.<br />
• ROTATE CONTROL TO OFF<br />
POSITION (bediening naar uitstand<br />
draaien)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
wordt dit<br />
bericht weergegeven om u<br />
eraan te herinneren dat u het<br />
contact moet uitschakelen.<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer de contactknop in de<br />
accessoirestand staat en de versnellingshendel<br />
in P (parkeren)<br />
wordt gezet.<br />
Het voertuig blijft in de accessoirestand<br />
staan tot u het contact<br />
uitschakelt.<br />
Wanneer het contact langere tijd<br />
ingeschakeld blijft, kan de accu<br />
ontladen raken.<br />
• SERVICE AIR BAG (onderhoud<br />
airbag)<br />
De melding verschijnt indien er<br />
een probleem is met het airbagsysteem.<br />
Neem contact op met<br />
uw dealer voor onderhoud.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
-Waarschuwingslampen<br />
Controlelamp airbag<br />
• SERVICE A/C SYSTEM (onderhoud<br />
airconditioningssysteem)<br />
Wordt weergegeven wanneer de<br />
elektronische sensoren die de airconditioning<br />
en het verwarmingssysteem<br />
regelen niet meer<br />
werken. Ga naar de dealer voor<br />
onderhoud wanneer u merkt dat<br />
de airconditioning en het verwarmingssysteem<br />
niet goed<br />
meer werken.<br />
. . . 98
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 99 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• SERVICE ALL WHEEL DRIVE<br />
(onderhoud vierwielaandrijving)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een probleem is met de<br />
vierwielaandrijving.<br />
Het systeem gaat over op<br />
tweewielaandrijving.<br />
Dit bericht wordt ook weergegeven<br />
onder de volgende<br />
omstandigheden:<br />
- Het systeem is oververhit.<br />
- De koppelingsplaten zijn versleten<br />
of oververhit.<br />
- Er zijn problemen met het elektrisch<br />
systeem.<br />
Stop zo snel mogelijk en schakel<br />
het contact uit.<br />
Wacht 30 seconden en start de<br />
motor daarna weer.<br />
Wanneer het bericht weer wordt<br />
weergegeven, moet het voertuig<br />
voor onderhoud naar de<br />
werkplaats.<br />
• SERVICE BATTERY CHARGING<br />
SYSTEM (onderhoud laadsysteem<br />
accu)<br />
Deze melding verschijnt op het<br />
display bij storingen in het laadstroomcircuit.<br />
Laat het systeem<br />
onmiddellijk controleren. Wanneer<br />
u blijft rijden met deze melding<br />
op het display, kan de accu<br />
worden ontladen.<br />
Wanneer u een korte afstand<br />
moet rijden, schakel dan alle<br />
niet-noodzakelijke accessoires<br />
uit.<br />
Het lampje voor het opladen van<br />
de accu kan op het instrumentenpaneel<br />
branden.<br />
Zie "Lampje laadsysteem" onder<br />
"Waarschuwingslampjes" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
–<br />
99 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 100 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SERVICE BRAKE ASSIST<br />
(servicerembekrachtiging)<br />
Dit bericht verschijnt indien er<br />
een probleem is met het<br />
remsysteem.<br />
Breng, zodra dit veilig kan, het<br />
voertuig tot stilstand en zet het<br />
contact af. Start de motor<br />
opnieuw om het waarschuwingssysteem<br />
weer in werking te<br />
stellen.<br />
Als het bericht niet verdwijnt of<br />
opnieuw wordt weergegeven tijdens<br />
het rijden, is er een probleem<br />
met het remsysteem.<br />
Laat het voertuig zo spoedig<br />
mogelijk repareren.<br />
Het waarschuwingslampje kan<br />
ook op het instrumentenpaneel<br />
gaan branden.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
- Controlelamp remsysteem<br />
- Controlelamp ABS<br />
Zie ook "Remmen" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie over het<br />
remsysteem.<br />
• SERVICE BRAKE SYSTEM<br />
(onderhoud remsysteem)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het contact ingeschakeld<br />
is en het remvloeistofpeil<br />
laag is. Laat het voertuig zo snel<br />
mogelijk nakijken.<br />
Het waarschuwingslampje van<br />
het remsysteem wordt ook<br />
ingeschakeld.<br />
• SERVICE KEYLESS START SYS-<br />
TEM (onderhoud sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een probleem is met het sleutelloze<br />
contact. Neem contact op<br />
met uw dealer voor onderhoud.<br />
• SERVICE PARK BRAKE (onderhoud<br />
parkeerrem)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem,<br />
dan wordt dit bericht weergegeven<br />
als er onderhoud nodig is<br />
aan de elektrische parkeerrem.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
. . . 100
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 101 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• SERVICE PARKING ASSIST<br />
(onderhoud<br />
parkeerhulpsysteem)<br />
Dit wordt weergegeven bij problemen<br />
met het ultrasone<br />
parkeerhulpsysteem.<br />
Gebruik het parkeerhulpsysteem<br />
niet wanneer deze melding<br />
wordt weergegeven.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
- Ultrasoon hulpsysteem voor<br />
achteruitparkeren<br />
• SERVICE PEDESTRIAN PRO-<br />
TECTION SYSTEM (onderhoud<br />
voetgangersbeschermingssyst<br />
eem)<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
onderhoud aan het voetgangersbeschermingssysteem<br />
moet<br />
worden uitgevoerd.<br />
Het systeem zorgt dat de motorkap<br />
niet omhoog gaat wanneer<br />
er zich een frontale aanrijding<br />
met een voetganger voordoet.<br />
Laat het voertuig zo spoedig<br />
mogelijk repareren.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• SERVICE POWER STEERING<br />
(onderhoud stuurbekrachtiging)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
er zich een storing voordoet in<br />
het stuursysteem met variabele<br />
werking.<br />
Wanneer deze melding wordt<br />
weergegeven, zult u merken dat<br />
de inspanning die noodzakelijk is<br />
om de auto te besturen groter<br />
wordt, maar u zult nog steeds<br />
kunnen sturen.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
–<br />
-Voetgangersbeschermingssysteem<br />
101 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 102 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SERVICE STABILITRAK (onderhoud<br />
Stabilitrak)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het systeem voor optimale stabiliteit<br />
storingen vertoont.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -<br />
/tractieregelsysteem op het<br />
instrumentenpaneel gaat<br />
branden.<br />
Wanneer u het systeem wilt resetten,<br />
stopt u en schakelt u het<br />
contact uit en weer in.<br />
Wanneer de melding blijft of<br />
opnieuw wordt weergegeven<br />
onder het rijden, moet uw voertuig<br />
voor een onderhoudsbeurt<br />
naar de werkplaats.<br />
Breng het voertuig zo snel<br />
mogelijk naar de dealer om het<br />
systeem na te laten kijken.<br />
• SERVICE SUSPENSION SYS-<br />
TEM (onderhoud<br />
wielophanging)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een probleem is met het systeem<br />
voor de magnetische<br />
stabilisatieregeling.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Raadpleeg "Magnetic Ride Control"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• SERVICE THEFT DETERRENT<br />
SYSTEM (onderhoud<br />
antidiefstalsysteem)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
er een probleem met het antidiefstalsysteem<br />
is.<br />
Het systeem wordt uitgeschakeld<br />
en kan het voertuig niet<br />
meer beschermen.<br />
Het voertuig kan meestal weer<br />
worden gestart, maar het is toch<br />
het beste om het voertuig naar<br />
een betrouwbaar servicecentrum<br />
te brengen voordat u de motor<br />
uitschakelt.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Raadpleeg "Immobilisatiesysteem"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 102
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 103 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• SERVICE TIRE MONITOR SYS-<br />
TEM (onderhoud<br />
bandencontrolesysteem)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning niet correct<br />
werkt. Eén of meer sensoren ontbreken<br />
of werken niet correct.<br />
Laat onderhoud verrichten.<br />
Het waarschuwingslampje voor<br />
lage bandenspanning gaat knipperen<br />
en blijft de rest van de<br />
ontstekingscyclus branden.<br />
Wanneer de melding blijft of<br />
opnieuw wordt weergegeven<br />
onder het rijden, moet uw voertuig<br />
voor een onderhoudsbeurt<br />
naar de werkplaats.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Raadpleeg ook "Controlesysteem<br />
bandenspanning" onder "Banden"<br />
in hoofdstuk 4.<br />
• SERVICE TRACTION<br />
CONTROL (onderhoud<br />
tractieregeling)<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een probleem is met het tractieregelsysteem.<br />
Het systeem voorkomt<br />
nu niet dat één van de<br />
wielen doorspint. Pas uw rijstijl<br />
aan en breng uw voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -<br />
/tractieregelsysteem op het<br />
instrumentenpaneel gaat<br />
branden.<br />
Zie "Tractieregelsysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
• SERVICE TRANSMISSION<br />
(onderhoud transmissie)<br />
Dit bericht verschijnt indien er<br />
een probleem is met de<br />
transmissie.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• SERVICE VEHICLE SOON<br />
(onderhoud voertuig<br />
binnenkort)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
er een storing is die geen verband<br />
houdt met het emissiesysteem.<br />
Laat het voertuig zo<br />
spoedig mogelijk repareren.<br />
–<br />
103 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 104 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• SHIFT TO PARK (schakelen voor<br />
parkeren)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven wanneer u<br />
de motor uitschakelt en het<br />
voertuig niet in P (parkeren)<br />
staat.<br />
Het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
staat in de<br />
accessoiremodus.<br />
Zet de versnellingshendel in P<br />
(parkeren) en schakel daarna het<br />
contact uit.<br />
Het voertuig blijft in de accessoirestand<br />
staan tot u het contact<br />
uitschakelt.<br />
Wanneer het contact langere tijd<br />
ingeschakeld blijft, kan de accu<br />
ontladen raken.<br />
Deze functie is alleen beschikbaar<br />
bij voertuigen met een<br />
automatische transmissie.<br />
• SPEED LIMITED TO XXX KM/H<br />
(snelheid begrensd tot xxx km/u)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het voertuig de snelheid<br />
beperkt omdat er een storing<br />
is waargenomen in één van<br />
de volgende systemen:<br />
- Stuursysteem met variabele<br />
werking<br />
-Magnetische<br />
stabilisatieregeling<br />
- Automatische niveauregeling<br />
De snelheid is begrensd tot<br />
128 km/u (80 mijl/u).<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• SPORT MODE (sportieve<br />
modus)<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het voertuig in de sportieve<br />
modus staat.<br />
Zie "Handmatige schakelstand"<br />
onder "Automatische transmissie"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• STABILITRAK COMPETITIVE<br />
MODE (stand voor wedstrijdrijden<br />
Stabilitrak )<br />
Wordt weergegeven wanneer de<br />
stand voor wedstrijdrijden is<br />
geselecteerd.<br />
Het tractieregelsysteem wordt<br />
dan uitgeschakeld.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -<br />
/tractieregelsysteem gaat branden<br />
om u eraan te herinneren<br />
dat het systeem is uitgeschakeld.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Zie "Stand voor wedstrijdrijden"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
. . . 104
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 105 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• STABILITRAK NOT READY (Stabilitrak<br />
niet klaar)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het Stabilitrak-systeem niet klaar<br />
is.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -<br />
/tractieregelsysteem gaat branden<br />
om u eraan te herinneren<br />
dat het systeem is uitgeschakeld.<br />
Wanneer het systeem gereed is,<br />
verdwijnt het bericht.<br />
Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• STABILITRAK OFF (Stabilitrak<br />
uit)<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het stabiliteitsverbeteringssysteem<br />
wordt uitgeschakeld met<br />
de tractieregelknop of wanneer<br />
Stabilitrak automatisch is<br />
uitgeschakeld.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -<br />
/tractieregelsysteem gaat branden<br />
om u eraan te herinneren<br />
dat het systeem is uitgeschakeld.<br />
- Het stabiliteitssysteem is oververhit<br />
als gevolg van continu<br />
gebruik gedurende een lange<br />
periode.<br />
- De controlelamp van het remsysteem<br />
brandt.<br />
Raadpleeg de rubriek "Controlelamp<br />
remsysteem" eerder in<br />
dit hoofdstuk.<br />
- Het stabiliteitssysteem heeft te<br />
veel tijd nodig om diens diagnostische<br />
controles te voltooien<br />
als gevolg van de<br />
rijomstandigheden.<br />
- Het systeem werkt niet goed<br />
door een probleem met de<br />
motor of het voertuig. Breng<br />
het voertuig naar de dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Wanneer Stabilitrak automatisch<br />
was uitgeschakeld, verdwijnt het<br />
bericht als de omstandigheden<br />
weer normaal zijn.<br />
Zie voor meer informatie "Stabilitrak-systeem"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
–<br />
105 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 106 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• START ABORTED BY THEFT<br />
DETERRENT (start afgebroken<br />
door antidiefstalsysteem)<br />
Let op: Deze functie is niet<br />
beschikbaar bij alle uitvoeringen.<br />
Wordt weergegeven wanneer er<br />
een communicatieprobleem tussen<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
en het<br />
voertuig is.<br />
U kunt de motor niet starten.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
• SUSPENSION MODE SPORT<br />
(wielophangingsmodus Sport)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het voertuig in de wielophangingsmodus<br />
Sport staat.<br />
Raadpleeg "Magnetic Ride Control"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
• SUSPENSION MODE TOUR<br />
(wielophangingsmodus Touring)<br />
Opmerking: deze functie is<br />
alleen beschikbaar op de modellen<br />
<strong>CTS</strong>-V.<br />
Wordt weergegeven wanneer<br />
het voertuig in de wielophangingsmodusTouring<br />
staat.<br />
Raadpleeg "Magnetic Ride<br />
Control" in hoofdstuk 3 voor<br />
meer informatie.<br />
• THEFT ATTEMPTED (poging tot<br />
diefstal)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
het antidiefstalsysteem heeft<br />
waargenomen dat een poging<br />
tot inbraak heeft plaatsgevonden<br />
terwijl u niet aanwezig was.<br />
Zie "Anti-diefstalsysteem" in<br />
hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 106
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 107 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• TIGHTEN GAS CAP (benzinedop<br />
vastdraaien)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
de benzinevuldop niet goed is<br />
aangebracht. Controleer of de<br />
benzinevuldop juist is<br />
vastgedraaid.<br />
• TIRE LEARNING ACTIVE (programmeren<br />
band actief)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
wanneer het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning de<br />
bandenposities op uw voertuig<br />
opnieuw programmeert.<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"Controlesysteem bandenspanning"<br />
in de paragraaf "Banden"<br />
in hoofdstuk 4.<br />
• TRANSMISSION HOT -- IDLE<br />
ENGINE (transmissie heet, stationair<br />
toerental)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
de transmissievloeistof te heet is.<br />
Stop en laat de motor stationair<br />
draaien tot het bericht is<br />
verdwenen.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud als het bericht<br />
niet verdwijnt.<br />
• TRUNK OPEN (achterklep open)<br />
Dit wordt weergegeven wanneer<br />
de achterklep open is.<br />
• TURN SIGNAL ON (richtingaanwijzer<br />
aan)<br />
Dit bericht wordt weergegeven<br />
om u er aan te herinneren dat de<br />
richtingaanwijzer na ongeveer<br />
1,6 km nog is ingeschakeld.<br />
U hoort ook een meervoudig<br />
geluidssignaal.<br />
• WASHER FLUID LOW -- ADD<br />
FLUID (sproeiervloeistofpeil laag<br />
-- vloeistof bijvullen)<br />
Dit bericht verschijnt wanneer<br />
het vloeistofpeil van de ruitensproeiers<br />
laag is.<br />
Voeg ruitensproeiervloeistof toe.<br />
Zie "Ruitensproeiervloeistof" in<br />
hoofdstuk 4 voor informatie.<br />
–<br />
107 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 108 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
VERLICHTING<br />
De schakelaars van de koplampen<br />
bevinden zich op de stuurkolom.<br />
Aanvullende bedieningsorganen<br />
bevinden zich in het Instrumentenpaneel.<br />
Zie "Verlichting" en "Stuurkolomschakelaar"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
VERWARMINGS- EN AIR-<br />
CONDITIONINGSYSTEEM<br />
Uw voertuig is uitgerust met een<br />
verwarmings- en airconditioningssysteem.<br />
Zie "Verwarmings- en<br />
airconditioningssysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer informatie<br />
over de bediening van het<br />
systeem.<br />
AUDIOSYSTEEM (WAAR<br />
VAN TOEPASSING)<br />
Zie "Audiosysteem" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over de bediening van de autoradio.<br />
NAVIGATIESYSTEEM<br />
(INDIEN VAN TOEPASSING)<br />
Zie het afzonderlijke handboek voor<br />
het navigatiesysteem voor<br />
informatie.<br />
ANALOGE KLOK<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
analoge klok op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Het gelijkzetten van de klok<br />
geschiedt als volgt:<br />
1. Druk de klok in en houd hem<br />
ingedrukt om de wijzers te<br />
verdraaien.<br />
-Met de rechtertoets draaien de<br />
wijzers van de klok rechtsom.<br />
-Met de linkertoets draaien de<br />
wijzers van de klok linksom.<br />
Laat de knop los voor u de gewenste<br />
tijdinstelling hebt<br />
bereikt.<br />
2. Druk de knop in en laat hem los<br />
om de tijdsaanduiding één<br />
minuut vooruit te zetten tot de<br />
gewenste tijdinstelling is<br />
bereikt.<br />
. . . 108
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 109 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
ONTGRENDELING VAN DE<br />
MOTORKAP<br />
Gebruik de handgreep bij het<br />
bestuurdersportier voor het openen<br />
van de motorkap. Zie hoofdstuk 4<br />
voor meer informatie.<br />
ONTGRENDELING VAN DE<br />
KOFFERDEKSEL<br />
Met deze optie kunt u het kofferdeksel<br />
van binnenuit ontsluiten.<br />
Zie de rubriek "Bagageruimte"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
ONTGRENDELING<br />
PARKEERREM<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
handmatige of een elektrische<br />
parkeerrem.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een handmatige parkeerrem,<br />
dan bevindt de ontgrendeling van<br />
de parkeerrem zich aan de linkerkant<br />
van het instrumentenpaneel.<br />
Trek aan de hendel om de parkeerrem<br />
uit te schakelen.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem, dan<br />
kan de parkeerrem worden in- en<br />
uitgeschakeld met de<br />
parkeerremschakelaar.<br />
De schakelaar voor de elektrische<br />
parkeerrem bevindt zich onder bij<br />
de schakelhendel.<br />
U kunt de parkeerrem uitschakelen<br />
door het contactslot in de "aan"-<br />
stand te zetten. Druk het normale<br />
rempedaal in en houd het ingedrukt.<br />
Druk dan kort op de schakelaar<br />
voor de parkeerrem.<br />
Raadpleeg de rubriek "Parkeerrem"<br />
in hoofdstuk 3 voor informatie over<br />
de juiste wijze waarop de parkeerrem<br />
in werking gesteld en gelost<br />
moet worden.<br />
–<br />
109 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 110 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
WAARSCHUWINGSKNIPPER-<br />
LICHTEN<br />
Druk op de knipperlichttoets om de<br />
richtingaanwijzers voor en achter te<br />
laten knipperen. Dit systeem werkt<br />
in alle standen van het contact, zelfs<br />
als de motor is uitgeschakeld.<br />
Druk nog een keer op de schakelaar<br />
om deze functie uit te schakelen.<br />
■ TRACTIEREGELSYSTEEM<br />
Op een glad wegdek beperkt dit<br />
systeem het doordraaien van de<br />
wielen.<br />
Bij het starten van de motor wordt<br />
het systeem automatisch<br />
geactiveerd.<br />
Bij voertuigen met achterwielaandrijving<br />
worden de remmen<br />
selectief gebruikt en/of wordt het<br />
motorvermogen verminderd om<br />
het slippen te beperken als het<br />
systeem merkt dat een of beide<br />
achterwielen gaan slippen of grip<br />
verliezen.<br />
Bij voertuigen met vierwielaandrijving<br />
worden de remmen selectief<br />
gebruikt en/of wordt het motorvermogen<br />
verminderd om het slippen<br />
te beperken als het systeem merkt<br />
dat een van de wielen gaat slippen<br />
of grip verliest.<br />
. . . 110
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 111 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Als het systeem het slippen van de<br />
wielen beperkt, dan knippert het<br />
lampje van het Stabilitrak ® -/tractieregelsysteem.<br />
U hoort of voelt mogelijk dat het<br />
systeem actief is, maar dat is<br />
normaal.<br />
U kunt het doorslippen van de<br />
wielen helpen beperken door dit<br />
systeem altijd aan te laten staan.<br />
Indien nodig, kunt u dit systeem<br />
echter uitschakelen.<br />
Als u het stabiliteits- en tractieregelsysteem<br />
op sommige ondergronden<br />
(bijvoorbeeld diepe sneeuw of<br />
grind) uitschakelt, dan grijpt het<br />
voertuig in bij lagere snelheden.<br />
Druk op de toets TC en laat weer los<br />
om het systeem uit te schakelen.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan bevindt de toets zich op het<br />
stuurwiel. Anders bevindt de toets<br />
zich op het instrumentenpaneel.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -/<br />
tractieregelsysteem gaat branden<br />
om u eraan te herinneren dat het<br />
systeem is uitgeschakeld en dat het<br />
systeem niet ingrijpt als de wielen<br />
slippen.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Druk nogmaals op de toets om het<br />
systeem weer in te schakelen.<br />
OPMERKING<br />
Schakel het tractieregelsysteem<br />
uit zodra de auto vast komt te<br />
zitten in modder, los zand of<br />
sneeuw.<br />
Zie "Als uw voertuig vast komt te<br />
zitten" in hoofdstuk 5.<br />
De toets TC wordt ook gebruikt om<br />
het Stabilitrak-systeem te regelen.<br />
Zie "Stabilitrak ® " verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Wanneer de lamp bij ingeschakeld<br />
systeem gaat branden en blijft branden,<br />
duidt dit op een storing in het<br />
systeem. Laat de storing zo snel<br />
mogelijk verhelpen.<br />
111 . . .<br />
–
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 112 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zie voor meer informatie "Lampje<br />
Stabilitrak ® -/tractieregelsysteem"<br />
onder "Waarschuwingslampjes"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Wanneer u accessoires die niet door<br />
GM zijn geproduceerd aan uw voertuig<br />
toevoegt, kan dit de prestaties<br />
en veiligheid van uw voertuig<br />
beïnvloeden.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 4<br />
voor meer informatie:<br />
• Accessoires en aanpassingen<br />
Instelmode competitief<br />
rijden<br />
Wanneer u deze stand wilt activeren,<br />
druk dan twee keer op de knop<br />
TC.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan bevindt de toets zich op het<br />
stuurwiel. Anders bevindt de toets<br />
zich op het instrumentenpaneel.<br />
Het lampje voor het Stabilitrak ® -/<br />
tractieregelsysteem gaat branden<br />
om u eraan te herinneren dat het<br />
systeem is uitgeschakeld en dat het<br />
systeem niet ingrijpt als de wielen<br />
slippen.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
OPMERKING<br />
De achterwielen kunnen grip<br />
verliezen wanneer het tractieregelsysteem<br />
is uitgeschakeld of de<br />
stand voor wedstrijdrijden is<br />
geselecteerd.<br />
Schakel niet wanneer de achterwielen<br />
spinnen.<br />
De transmissie kan beschadigd<br />
raken.<br />
Schade aan de transmissie valt<br />
niet onder de garantie.<br />
. . . 112
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 113 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Het bericht STABILITRAK COMPE-<br />
TITIVE MODE (stand voor<br />
wedstrijdrijden Stabilitrak) wordt op<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Druk nogmaals op de toets om het<br />
systeem weer in te schakelen.<br />
Anders gaat het systeem automatisch<br />
terug naar de normale stand<br />
als u de motor opnieuw start.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u uw voertuig voor<br />
races gebruikt, kan het olieverbruik<br />
hierdoor toenemen. Een<br />
laag oliepeil kan de motor<br />
beschadigen. Controleer tijdens<br />
races regelmatig het oliepeil en<br />
houd het oliepeil bij of boven het<br />
bovenste merkteken op de<br />
oliepeilstok.<br />
Wanneer u wedstrijden rijdt, kan<br />
dit effect hebben op de garantie<br />
van het voertuig.<br />
–<br />
113 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 114 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Als u uw <strong>CTS</strong>-V voor wedstrijdrijden<br />
gebruikt, moet de remvloeistof<br />
worden vervangen door een<br />
remvloeistof voor hoge prestaties,<br />
die een hoger droogkookpunt dan<br />
279°C heeft.<br />
Gebruik geen siliconen- of DOT-5-<br />
remvloeistof.<br />
Als u remvloeistof voor hoge prestaties<br />
gebruikt, volg dan de onderhoudsaanbevelingen<br />
voor de<br />
remvloeistof van de<br />
vloeistoffabrikant.<br />
■ STABILITRAK ® -SYSTEEM<br />
Dit systeem past selectief een van de<br />
remmen toe om zo te helpen richtingscontrole<br />
te handhaven in moeilijke<br />
rijomstandigheden.<br />
Wanneer het systeem voelt dat er<br />
een verschil is tussen de bedoelde<br />
richting en de richting waarin de<br />
auto gaat, past het selectief de<br />
remmen toe om te helpen de auto<br />
onder controle te houden.<br />
Bij het starten van de motor wordt<br />
het systeem automatisch<br />
geactiveerd.<br />
Als het systeem is geactiveerd, dan<br />
knippert het lampje van het<br />
Stabilitrak ® -/tractieregelsysteem.<br />
Blijf in de richting sturen waarin u<br />
wilt gaan.<br />
U hoort of voelt mogelijk dat het<br />
systeem actief is, maar dat is<br />
normaal.<br />
Laat het systeem altijd ingeschakeld.<br />
U kunt Stabilitrak echter uitschakelen<br />
met de toets voor de tractie- en<br />
stabiliteitsregeling.<br />
. . . 114
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 115 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Druk op de toets TC om het systeem<br />
uit te schakelen.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan bevindt de toets zich op het<br />
stuurwiel. Anders bevindt de toets<br />
zich op het instrumentenpaneel.<br />
Het bericht STABILITRAK OFF<br />
(Stabilitrak-systeem uit) wordt op<br />
het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
Zie "Mededelingen van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
Wanneer het bericht SERVICE<br />
STABILITRACK (onderhoud Stabilitrak)<br />
wordt weergegeven en het<br />
waarschuwingslampje gaat branden<br />
terwijl u rijdt, is het systeem uitgeschakeld<br />
en moet uw voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
Pas uw rijstijl aan.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
• Lampje Stabilitrak®-/tractieregelsysteem<br />
Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />
wanneer het Stabilitraksysteem<br />
wordt ingeschakeld, zal de<br />
cruise control automatisch worden<br />
uitgeschakeld.<br />
Zodra de omstandigheden weer<br />
normaal zijn, mag u de cruise<br />
control weer inschakelen.<br />
Zie onder "Cruise control" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
–<br />
115 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 116 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ AANSLUITPUNTEN<br />
VOOR ELEKTRISCHE<br />
ACCESSOIRES<br />
De aansluitpunten kunnen worden<br />
gebruikt om elektrische apparatuur<br />
zoals een mobiele telefoon aan te<br />
sluiten.<br />
Er zijn drie aansluitpunten voor elektrische<br />
accessoires.<br />
• Het aansluitpunt voorin bevindt<br />
zich onder het verwarmings- en<br />
airconditioningssysteem.<br />
• In het opbergvak van de middenconsole<br />
zit ook een<br />
aansluitpunt.<br />
• Het andere aansluitpunt bevindt<br />
zich op het achterste gedeelte<br />
van de middenconsole.<br />
Verwijder het beschermkapje over<br />
de aansluiting wanneer u de aansluiting<br />
wilt gebruiken.<br />
De aansluitingen voor elektrische<br />
accessoires werken altijd.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer elektrische uitrusting<br />
langdurig ingeschakeld blijft, kan<br />
de accu ontladen raken.<br />
De accu kan beschadigd zijn<br />
waardoor de motor mogelijk niet<br />
start.<br />
Uiteindelijk kunnen kostbare<br />
reparaties nodig zijn die niet door<br />
de garantie worden gedekt.<br />
Schakel altijd alle elktrische apparatuur<br />
uit die niet in gebruik is.<br />
. . . 116
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 117 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Sluit de aansluitingen altijd met de<br />
kapjes af wanneer ze niet worden<br />
gebruikt.<br />
Aansluitstekkers van de bepaalde<br />
accessoires zijn wellicht niet geschikt<br />
voor de aansluitpunten in uw voertuig.<br />
Het gebruik van dergelijke<br />
aansluitstekkers kan resulteren in<br />
defecte zekeringen. Als u problemen<br />
ondervindt, neem dan contact op<br />
met uw dealer voor meer informatie<br />
over aansluitstekkers voor<br />
accessoires.<br />
OPMERKING<br />
Het toevoegen van elektrische<br />
apparatuur aan uw voertuig kan<br />
het voertuig beschadigen of<br />
ertoe leiden dat andere dingen<br />
niet juist werken. Een dergelijke<br />
beschadiging valt niet onder de<br />
garantie. Raadpleeg uw dealer<br />
voordat u elektrische apparatuur<br />
toevoegt en gebruik nooit iets<br />
met een hoger vermogen dan<br />
dat van de betreffende zekering.<br />
Elektrische apparatuur mag niet<br />
meer stroom vragen dan 20<br />
ampère.<br />
OPMERKING<br />
De aansluitpunten zijn uitsluitend<br />
bedoeld voor accessoirestekkers.<br />
Bevestig geen enkel<br />
type accessoire of beugel aan de<br />
accessoirestekker. Onjuist<br />
gebruik van de aansluitingspunten<br />
kan leiden tot schade die niet<br />
door de garantie wordt gedekt.<br />
–<br />
117 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 118 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ VERLICHTING<br />
De belangrijkste bedieningsorganen<br />
voor de verlichting bevinden zich op<br />
de multifunctionele hendel. Op het<br />
instrumentenpaneel zitten ook nog<br />
bedieningsknoppen.<br />
Schakelaars koplampen<br />
De belangrijkste bedieningsorganen<br />
voor de verlichting bevinden zich op<br />
de multifunctionele hendel.<br />
Draai het uiteinde van de multifunctionele<br />
hendel omhoog om de<br />
buitenverlichting te bedienen.<br />
• Koplampen<br />
• Achterlichten<br />
• Parkeerlichten<br />
• Kentekenverlichting<br />
• Contourverlichting<br />
C<br />
Draai de knop naar om de<br />
koplampen in te schakelen. De<br />
parkeerlichten en de overige verlichting<br />
worden ook ingeschakeld.<br />
Zie voor het overschakelen van<br />
dimlicht naar grootlicht "Multifunctionele<br />
hendel" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Draai de knop naar om de<br />
parkeerlichten en de overige verlichting<br />
in te schakelen. De koplampen<br />
gaan niet branden.<br />
D<br />
A<br />
B<br />
. . . 118
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 119 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Draai de knop naar om alle<br />
verlichting uit te schakelen en het<br />
automatisch koplampsysteem in te<br />
schakelen.<br />
Als deze functie actief is, worden de<br />
koplampen en andere verlichting<br />
automatisch aan- of uitgeschakeld<br />
dankzij sensors die gevoelig zijn<br />
voor omgevingslicht.<br />
Zie "Automatisch koplampsysteem"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
gegevens.<br />
Zie "Dagverlichting" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Draai de knop naar om de<br />
koplampen en de overige verlichting<br />
uit te schakelen.<br />
Automatisch<br />
koplampsysteem<br />
Om deze voorziening goed te laten<br />
werken, mag de lichtsensor op de<br />
bovenkant van het instrumentenpaneel<br />
niet worden bedekt.<br />
Draai de ring in de stand AUTO om<br />
dit systeem in te schakelen.<br />
Wanneer het buiten donker wordt,<br />
worden bij aangezet contact de<br />
koplampen en andere verlichting<br />
automatisch ingeschakeld.<br />
De verlichting kan ook worden ingeschakeld<br />
wanneer u in een donkere<br />
omgeving rijdt.<br />
Als het contact wordt afgezet, dooft<br />
de verlichting.<br />
Draai de ring naar om de koplampen<br />
en andere verlichting uit te<br />
schakelen.<br />
–<br />
119 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 120 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Lichtsignaal van grootlicht<br />
Deze voorziening maakt het mogelijk<br />
om de koplampen op grootlicht<br />
te laten knipperen om de aandacht<br />
te trekken van andere<br />
weggebruikers.<br />
Zie "Grootlicht-/dimlichtschakelaar"<br />
onder "Multifunctionele hendel"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Waarschuwingssignaal<br />
ingeschakelde verlichting<br />
Wanneer u het portier van de<br />
bestuurder opent terwijl de handbediening<br />
van de verlichting nog ingeschakeld<br />
is en het contact is afgezet,<br />
zult u een waarschuwingssignaal<br />
horen.<br />
Het waarschuwingslampje voor<br />
ingeschakelde verlichting gaat branden<br />
om u eraan te herinneren dat<br />
de parkeerlichten zijn ingeschakeld.<br />
. . . 120
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 121 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Systeem voor adaptieve<br />
voorverlichting<br />
Het systeem voor adaptieve voorverlichting<br />
draait de koplampen<br />
horizontaal zodat de weg beter<br />
wordt verlicht terwijl u in een bocht<br />
rijdt.<br />
U kunt deze functie inschakelen<br />
door de knop voor de koplampen in<br />
de stand AUTO te houden.<br />
De rijsnelheid moet hoger dan 3<br />
km/u zijn, anders werkt het systeem<br />
niet.<br />
Het systeem werkt niet wanneer de<br />
transmissie in R (achteruit) staat.<br />
Het systeem werkt niet meteen<br />
nadat het voertuig wordt gestart.<br />
Er moet kort met het voertuig<br />
worden gereden; pas dan is het<br />
systeem goed gekalibreerd.<br />
U kunt deze functie uitschakelen<br />
door de knop voor de koplampen<br />
uit de stand AUTO te zetten.<br />
Hoogteregelaar voor de<br />
koplampen<br />
De hoogteregeling voor de koplampen<br />
kan automatisch plaatsvinden<br />
in overeenstemming met de belading<br />
van de auto.<br />
–<br />
121 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 122 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Koplampsproeiers<br />
Om de koplampen te wassen is het<br />
nodig de voorruitsproeiers in te<br />
schakelen terwijl de koplampen<br />
branden.<br />
Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Door wissers ingeschakelde<br />
koplampen (indien<br />
aanwezig)<br />
Wanneer de schakelaar voor de<br />
automatische verlichting in de ingeschakelde<br />
stand staat, dan zullen de<br />
koplampen in werking komen<br />
indien de voorruitwissers ongeveer<br />
zes seconden in werking zijn<br />
geweest.<br />
De koplampen gaan onmiddellijk uit<br />
nadat het contact is uitgeschakeld of<br />
nadat de ruitenwissers uitgeschakeld<br />
zijn.<br />
Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 122
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 123 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Mistlampen<br />
De knop voor de mistlampen<br />
bevindt zich op de multifunctionele<br />
hendel naast de symbolen voor de<br />
mistlampen.<br />
Mistlampen voor<br />
Draai de ring omhoog naar en<br />
laat deze los om uw mistlampen<br />
voor in en uit te schakelen.<br />
De band gaat terug naar de<br />
oorspronkelijke positie wanneer<br />
deze wordt losgelaten.<br />
De parkeerlichten van uw auto<br />
moeten ingeschakeld zijn om de<br />
mistlampen te kunnen inschakelen.<br />
Als de mistlampen ingeschakeld<br />
zijn, brandt tevens de controlelamp<br />
voor de mistlampen in de<br />
instrumentengroep.<br />
De mistlampen gaan automatisch<br />
uit wanneer het grootlicht wordt<br />
ingeschakeld. Wanneer het dimlicht<br />
weer wordt ingeschakeld, gaan de<br />
mistlampen ook weer branden.<br />
Volgens de wetgeving in sommige<br />
landen moeten de koplampen zijn<br />
ingeschakeld wanneer de mistlampen<br />
aan staan.<br />
–<br />
123 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 124 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Mistachterlichten<br />
Draai de ring naar en laat deze los<br />
om de mistachterlichten in en uit te<br />
schakelen. De mistachterlichten<br />
branden alleen bij ingeschakelde<br />
parkeerlichten of koplampen.<br />
De band gaat terug naar de<br />
oorspronkelijke positie wanneer<br />
deze wordt losgelaten.<br />
Parkeerlichten<br />
Deze functie maakt het gemakkelijker<br />
voor anderen om uw voertuig te<br />
zien terwijl dit staat geparkeerd.<br />
U kunt de voorste parkeerlamp en<br />
het achterlicht rechts als volgt laten<br />
branden:<br />
• Zet met het contact uitgeschakeld<br />
de multifunctionele hendel<br />
helemaal omhoog alsof u wilt<br />
aangeven dat u rechtsaf slaat.<br />
U kunt de voorste parkeerlamp en<br />
het achterlicht links als volgt laten<br />
branden:<br />
• Zet met het contact uitgeschakeld<br />
de multifunctionele hendel<br />
helemaal omlaag alsof u wilt<br />
aangeven dat u linksaf slaat.<br />
Instapverlichting<br />
De interieurverlichting gaat tijdelijk<br />
branden wanneer u een portier<br />
opent of de ontgrendeltoets op de<br />
afstandsbediening indrukt en het<br />
buiten donker is.<br />
Het systeem wordt onder de<br />
volgende omstandigheden<br />
uitgeschakeld:<br />
• Wanneer de contactsleutel naar<br />
ON wordt gedraaid, worden de<br />
lichten tot uit gedempt.<br />
• Wanneer de elektrische sloten<br />
worden geactiveerd, gaan de<br />
lichten meteen uit.<br />
• Anders dooft de interieurverlichting<br />
ca. 25 seconden nadat alle<br />
portieren zijn gesloten.<br />
. . . 124
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 125 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Dimmer voor de<br />
instrumentenverlichting<br />
Het bedieningsorgaan bevindt zich<br />
op instrumentenpaneel aan de<br />
linkerzijde van de stuurkolom.<br />
De dimmer voor de instrumentenverlichting<br />
regelt de helderheid van<br />
de verlichting van het instrumentenpaneel.<br />
Draai de knop helemaal<br />
naar rechts om de interieurverlichting<br />
in te schakelen.<br />
Wanneer het dimlicht is ingeschakeld<br />
en het buiten licht is, dan vindt het<br />
dimmen van de interieurverlichting<br />
niet plaats. Hiermede wordt bewerkstelligd<br />
dat de bestuurder alle instrumenten,<br />
de displays van de radio en<br />
van de airconditioning goed kan<br />
lezen.<br />
Leeslampen<br />
De leeslampjes bevinden zich in de<br />
dakconsole.<br />
De aan/uit-schakelaars voor de<br />
lampjes bevinden zich naast de<br />
lampen.<br />
Druk op de aan/uit-schakelaar om<br />
een kaartleeslamp in of uit te<br />
schakelen.<br />
Wanneer de verlichting ingeschakeld<br />
blijft, wordt deze automatisch<br />
uitgeschakeld, 10 minuten nadat de<br />
ontsteking uitgeschakeld is.<br />
Deze lampen worden automatisch<br />
ingeschakeld wanneer het openen<br />
of ontgrendelen van een portier<br />
plaatsvindt wanneer het buiten<br />
duister is.<br />
Bescherming tegen ontlading<br />
van accu<br />
–<br />
Deze functie is bedoeld om de accu<br />
van uw auto te beschermen.<br />
Zie "Accu-ontladingsbescherming"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
125 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 126 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ VERWARMINGS- EN<br />
AIRCONDITIONINGSYS-<br />
TEEM<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
K<br />
Airconditioning met twee<br />
zones<br />
Op de volgende bladzijden wordt<br />
de bediening van het twee-zone<br />
klimaatregelsysteem beschreven.<br />
Bij dit automatische, elektronische<br />
airconditioningssysteem is het<br />
mogelijk dat de bestuurder en de<br />
voorpassagier ieder afzonderlijk een<br />
temperatuur kunnen kiezen.<br />
U kunt het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder gebruiken om de<br />
temperatuursaanduiding in Engelse<br />
(VS) of metrische eenheden weer te<br />
geven.<br />
Raadpleeg "Menu Voertuiginformatie"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
F G H I J<br />
F<br />
Aan/uit-toets<br />
Druk op om het systeem in te<br />
schakelen. Druk nog een keer op de<br />
knop om het systeem uit te<br />
schakelen.<br />
Met het klimaatregelsysteem uitgeschakeld<br />
schakelt de luchtuitlaatmodus<br />
over naar de buitenluchtinstelling.<br />
. . . 126
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 127 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
AUTOMATISCHE<br />
TEMPERATUURREGELING<br />
In de automatische stand hoeft u<br />
alleen maar een gewenste temperatuurinstelling<br />
te selecteren.<br />
Het systeem regelt automatisch de<br />
binnentemperatuur, de luchtverdelingsmodus<br />
en de ventilatorsnelheid,<br />
om zo snel mogelijk de door u<br />
ingestelde temperatuur te bereiken.<br />
De compressor van de airconditioning<br />
wordt wanneer nodig<br />
ingeschakeld.<br />
1. Druk op om de automatische<br />
stand te activeren.<br />
Er gaan een controlelampje<br />
branden.<br />
2. Druk op de pijltjes omhoog of<br />
omlaag om de temperatuur<br />
in te stellen op een comfortabele<br />
waarde tussen 21°C en<br />
27°C.<br />
3. Wacht tot het systeem de temperatuur<br />
heeft aangepast.<br />
Het kan 10 tot 30 minuten duren<br />
voordat het systeem op de<br />
normale stand is afgeregeld.<br />
4. Pas zonodig de temperatuur<br />
aan.<br />
Door de warmste of koudste temperatuurinstelling<br />
te kiezen, zal het<br />
systeem niet sneller verwarmen of<br />
koelen.<br />
Wanneer de warmste temperatuurinstelling<br />
wordt geselecteerd, blijft<br />
het systeem in de handmatige<br />
stand.<br />
Bij koud weer zal het systeem beginnen<br />
met een verlaagde ventilatorsnelheid<br />
om te voorkomen dat<br />
koude lucht in de auto wordt<br />
geblazen.<br />
Het systeem past de luchtverdelingsmodus<br />
automatisch aan.<br />
De buitentemperatuur en de tijd die<br />
is verstreken sinds de laatste keer dat<br />
er met het voertuig is gereden,<br />
hebben invloed op hoe snel het<br />
interieur warm wordt.<br />
Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />
juist te laten werken,<br />
mogen de sensoren niet afgedekt<br />
zijn.<br />
Zie "Sensoren" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
–<br />
127 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 128 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
TEMPERATUURREGELING<br />
Temperatuurregeling voor de<br />
bestuurder<br />
Druk op het pijltje omhoog of<br />
omlaag aan de bestuurderszijde om<br />
de temperatuur voor de bestuurderszijde<br />
aan te passen.<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
K<br />
F G H I J<br />
F<br />
. . . 128<br />
Temperatuurregeling voor de<br />
passagier<br />
Druk op om de temperatuurregeling<br />
aan de passagierszijde in of uit<br />
te schakelen.<br />
Druk op het pijltje omhoog of<br />
omlaag aan de passagierszijde om<br />
de temperatuur voor de passagierszijde<br />
aan te passen.<br />
Wanneer u de temperatuur voor de<br />
passagierszijde wilt instellen op<br />
dezelfde temperatuur als aan de<br />
bestuurderszijde, houd dan de toets<br />
PASS (passagier) weer ingedrukt.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 129 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
HANDMATIGE BEDIENING<br />
Regelaar voor ventilatorsnelheid<br />
Druk de omhoog of omlaag wijzende<br />
pijl op de regelaar met het aanjagersymbool<br />
in om de<br />
aanjagersnelheid te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
Aanjagersnelheid is in elk van deze<br />
systeemmodi instelbaar.<br />
Wanneer het systeem in de automatische<br />
stand staat en de ventilatorsnelheid<br />
wordt aangepast, dan<br />
schakelt het systeem over naar de<br />
handmatige stand.<br />
Druk op om de automatische<br />
stand weer te activeren.<br />
Indien weinig lucht door het<br />
klimaatregelsysteem stroomt, dan<br />
kan het nodig zijn dat het filter moet<br />
worden vervangen. Zie "Luchtfilter<br />
voor luchttoevoer interieur" in<br />
hoofdstuk 4 voor meer gegevens.<br />
Regelaar voor luchtverdeling<br />
Druk op de pijltjes omhoog of omlaag<br />
K om de automatische stand uit te<br />
schakelen en met de hand één van de<br />
standen te kiezen voor het regelen<br />
van de richting van de luchtstroom.<br />
Op het display wordt de geselecteerde<br />
stand aangegeven.<br />
Met deze modus wordt de<br />
lucht naar de luchtroosters<br />
in het instrumentenpaneel<br />
gevoerd.<br />
De luchtverdelingsmodus<br />
leidt de luchtstroom naar zowel<br />
de blaasmonden in het<br />
instrumentenpaneel als de<br />
blaasmonden in de vloer. De<br />
lucht uit de blaasmonden in<br />
de vloer kan iets worden<br />
verwarmd.<br />
De verwarmingsstand leidt<br />
de meeste lucht naar de<br />
luchtroosters in de beenruimte,<br />
terwijl een kleine<br />
hoeveelheid lucht naar het<br />
ventilatiesysteem van de<br />
voorruit en de zijruiten<br />
wordt geleid.<br />
–<br />
129 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 130 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
In deze stand wordt de<br />
luchtstroom verdeeld over<br />
de ontwasemingsroosters<br />
voor de voorruit, de luchtroosters<br />
in de beenruimten<br />
en de ontwasemingsroosters<br />
voor de zijramen.<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
K<br />
De recirculatiefunctie wordt<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
Gebruik deze stand om beslagen<br />
voor- en zijruiten te<br />
ontwasemen.<br />
F G H I J<br />
F<br />
In deze stand wordt bij een<br />
buitentemperatuur van<br />
meer dan 0°C de compressor<br />
van de airconditioning<br />
ingeschakeld.<br />
Wanneer de recirculatietoets<br />
wordt ingedrukt terwijl deze<br />
stand actief is, dan schakelt<br />
de recirculatiefunctie na tien<br />
minuten automatisch uit.<br />
. . . 130
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 131 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Gebruik deze stand bij koud<br />
weer om condens of ijs van<br />
de voorruit te verwijderen.<br />
De meeste lucht wordt naar<br />
de ontdooiroosters voor de<br />
voorruit gevoerd waarbij een<br />
klein gedeelte naar de ontwasemingssleuven<br />
voor de<br />
zijruiten wordt gevoerd.<br />
De recirculatiefunctie wordt<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
In deze stand wordt bij een<br />
buitentemperatuur van<br />
meer dan 0°C de compressor<br />
van de airconditioning<br />
ingeschakeld.<br />
De ventilatorsnelheid en<br />
temperatuur kunnen<br />
toenemen.<br />
De recirculatiefunctie kan in<br />
deze modus niet worden<br />
geactiveerd.<br />
Recirculeren<br />
Druk op om te wisselen tussen de<br />
buitenluchtmodus en de recirculatiemodus.<br />
Het controlelampje gaat<br />
branden om aan te geven welke<br />
modus is geselecteerd.<br />
Bij deze modus wordt de lucht in<br />
het voertuig gerecirculeerd. Dit is<br />
nuttig om geurtjes buiten te houden<br />
en om het interieur snel te koelen.<br />
Wanneer de recirculatiefunctie<br />
langere tijd gebruikt wordt, kan de<br />
lucht in het voertuig te droog<br />
worden.<br />
Druk opnieuw op om de recirculatiefunctie<br />
uit te schakelen en<br />
buitenlucht te laten binnenstromen.<br />
Druk op om het systeem de<br />
luchtverdeling automatisch te laten<br />
regelen.<br />
Als de ontdooistand wordt geselecteerd<br />
terwijl de recirculatiefunctie is<br />
ingeschakeld, dan wordt de recirculatiefunctie<br />
automatisch<br />
uitgeschakeld.<br />
Als de recirculatieknop wordt ingedrukt<br />
terwijl de ontdooi- of de<br />
verwarmen/ontwasemen-stand is<br />
geselecteerd, schakelt de recirculatiefunctie<br />
na tien minuten automatisch<br />
uit.<br />
–<br />
131 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 132 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Airconditioningmodus<br />
Druk op om de automatische<br />
stand uit te schakelen en de airconditioningscompressor<br />
in en uit te<br />
schakelen.<br />
Het systeem koelt en droogt de<br />
lucht in de auto.<br />
Druk op om de automatische<br />
stand weer in te schakelen.<br />
In de automatische stand wordt de<br />
compressor van de airconditioning<br />
wanneer nodig ingeschakeld.<br />
Soms loopt er water onder de motor<br />
uit wanneer u met de airconditioning<br />
ingeschakeld heeft gereden.<br />
Dit is normaal, omdat het koelsysteem<br />
het vocht uit de lucht haalt.<br />
Verwarmde ruitensproeiervloeistof<br />
(waar aanwezig)<br />
Druk op de toets voor de verwarmde<br />
ruitensproeiervloeistof , op het<br />
bedieningspaneel voor het verwarmings-<br />
en airconditioningssysteem,<br />
om het systeem in te schakelen en<br />
de automatische stand te activeren.<br />
Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Het klimaatregelsysteem met de<br />
afstandsbediening bedienen<br />
(waar aanwezig)<br />
Deze functie activeert automatisch<br />
bepaalde klimaatregelfuncties<br />
wanneer u de afstandsbediening<br />
gebruikt om het voertuig te starten.<br />
Bij activering worden de instellingen<br />
van de klimaatregeling automatisch<br />
ingesteld op de stand die het laatst<br />
was ingesteld.<br />
Wanneer het contact naar ON<br />
wordt gedraaid, gaat het klimaatregelsysteem<br />
weer over op de normale<br />
werking.<br />
Raadpleeg "Voertuig op afstand starten"<br />
in hoofdstuk 3 voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 132
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 133 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Luchtroosters<br />
Beweeg de roosters omhoog,<br />
omlaag, naar rechts of naar links om<br />
de luchtstroom in de gewenste richting<br />
te leiden.<br />
U kunt een rooster openen of sluiten<br />
met het kartelwieltje.<br />
–<br />
Sensoren<br />
Teneinde het automatische klimaatregelsysteem<br />
juist te laten werken,<br />
mogen de sensoren niet afgedekt<br />
zijn.<br />
Zonlichtsensor<br />
De sensor bevindt zich bovenop het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Temperatuursensor<br />
De binnentemperatuursensor<br />
bevindt zich op het instrumentenpaneel,<br />
bij het stuurwiel.<br />
133 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 134 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Tips voor het gebruik<br />
Voor u de airconditioning gebruikt,<br />
moet u eerst enkele minuten de<br />
ramen openen om de warme lucht<br />
te laten ontsnappen. Houd tijdens<br />
het gebruik van de airconditioning<br />
de ramen gesloten.<br />
Gebruik op uw auto alleen door GM<br />
goedgekeurde luchtgeleiders voor<br />
de motorkap.<br />
Leg geen voorwerpen onder de<br />
voorstoelen, zodat de lucht door het<br />
voertuig kan circuleren.<br />
Achterruitverwarming<br />
Druk op om de achterruit te<br />
ontwasemen. De achterruitverwarming<br />
wordt automatisch na ongeveer<br />
15 minuten uitgeschakeld<br />
wanneer uw voertuig langzaam<br />
rijdt. Bij hogere snelheden is de<br />
achterruitverwarming continu<br />
ingeschakeld.<br />
Wanneer de achterruitverwarming<br />
na de eerste cyclus onmiddellijk<br />
opnieuw wordt ingeschakeld, blijft<br />
hij iedere keer slechts tien minuten<br />
werken.<br />
Om deze functie te laten werken<br />
moet de motor lopen.<br />
U kunt de ontwaseming ook<br />
uitschakelen door het contact uit te<br />
schakelen of nog een keer op de<br />
toets te drukken.<br />
De verwarming van de buitenspiegels<br />
werkt in combinatie met de<br />
achterruitverwarming.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik voor het reinigen van de<br />
binnenzijde van de voorruit of<br />
achterruit geen scherpe voorwerpen.<br />
U kunt dan het bedradingsrooster<br />
voor de verwarming of de<br />
geïntegreerde antenne beschadigen.<br />
De eventuele reparatie<br />
wordt niet door uw garantie<br />
gedekt.<br />
Bevestig geen tijdelijke kentekenplaat,<br />
plakband of stickers op de<br />
achterruitverwarming.<br />
. . . 134
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 135 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
Een wegwerpluchtfilter voor het<br />
interieur filtert de meeste verontreinigingen<br />
uit de lucht die uw auto<br />
instroomt. Vervang het filter met de<br />
tussenpozen die in het onderhoudsboekje<br />
vermeld staan.<br />
Als u het verwarmings- en airconditioningssysteem<br />
zonder luchtfilter in<br />
de passagiersruimte gebruikt, kan er<br />
water of vuil in het systeem komen.<br />
Hierdoor kan lekkage of geluid<br />
ontstaan. Zorg dat er een nieuw<br />
luchtfilter wordt gemonteerd als het<br />
oude filter is verwijderd.<br />
Het toegangspaneel voor het filter<br />
bevindt zich aan de passagierszijde<br />
van de motorruimte, onder de<br />
motorkap aan de voet van de<br />
voorruit.<br />
Indien weinig lucht door het<br />
klimaatregelsysteem stroomt, dan<br />
kan het nodig zijn dat het filter moet<br />
worden vervangen. Zie "Luchtfilter<br />
voor luchttoevoer interieur" in<br />
hoofdstuk 4 voor meer gegevens.<br />
■ AUDIOSYSTEEM (WAAR<br />
VAN TOEPASSING)<br />
WAARSCHUWING<br />
Vermijd of minimaliseer activiteiten<br />
met de geluidsinstallatie of<br />
navigatiesysteem wanneer u<br />
rijdt.<br />
U kunt de macht over het stuur<br />
verliezen en uzelf en anderen in<br />
gevaar brengen.<br />
De bestuurder moet altijd goed<br />
blijven opletten tijdens het rijden.<br />
–<br />
135 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 136 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
OPMERKING<br />
Extra gemonteerde audio- of<br />
communicatieapparatuur kan<br />
een negatieve invloed uitoefenen<br />
op de werking van de motor,<br />
radio of andere systemen en kan<br />
deze zelfs beschadigen. Neem<br />
contact op met uw dealer voordat<br />
u audio- of communicatieapparatuur<br />
monteert.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik van een mobiele telefoon<br />
kan storing veroorzaken bij de<br />
ontvangst van autoradio. Deze<br />
storing kan optreden wanneer u<br />
belt of wordt gebeld, wanneer de<br />
telefoon wordt opgeladen of als de<br />
telefoon alleen maar aanstaat.<br />
Deze storing wordt omschreven<br />
als een verhoogd niveau statische<br />
ruis terwijl naar de radio wordt<br />
geluisterd. Als u statische ruis<br />
hoort, terwijl u naar de radio luistert,<br />
verwijder dan de mobiele telefoon<br />
en schakel deze uit.<br />
DTS en DTS Digital Surround zijn<br />
geregistreerde handelsmerken van<br />
Digital Theater Systems, Inc.<br />
De muziekherkenningstechnologie<br />
en de bijbehorende gegevens<br />
worden geleverd door Gracenote ® .<br />
Gracenote is de industriestandaard<br />
in muziekherkenningstechnologie<br />
en de bijbehorende aanlevering van<br />
inhoud. Ga voor meer informatie<br />
naar www.gracenote.com.<br />
. . . 136
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 137 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
In andere gevallen is uw voertuig<br />
voorzien van één van de volgende<br />
beschikbare radio's.<br />
• RDS-geluidsinstallatie met harde<br />
schijf<br />
Op de volgende bladzijden vindt u<br />
uitgebreide informatie over hoe u<br />
de geluidsinstallatie in uw auto het<br />
beste kunt bedienen.<br />
Om de radio te kunnen inschakelen,<br />
moet het contact aangezet zijn of de<br />
accessoirevoeding ingeschakeld<br />
zijn.<br />
Zie "Accessoirevoeding" voor<br />
informatie.<br />
Uw auto is voorzien van een RDS<br />
radio. RDS betekent Radio Data<br />
System, hetgeen inhoudt dat gecodeerde<br />
informatie via de FMfrequentie<br />
kan worden<br />
doorgegeven.<br />
RDS-voorzieningen zijn alleen<br />
beschikbaar voor FM-zenders die<br />
RDS-informatie uitzenden.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
De displays die in deze handleiding<br />
worden getoond, zijn typerend. De<br />
werkelijke displays in uw auto zijn<br />
afhankelijk van de bepaalde opties<br />
die in uw auto aanwezig zijn en van<br />
de taal waarop het systeem is<br />
ingesteld.<br />
Radio's met een harde schijf bevatten<br />
een Gracenote ® -database waarmee<br />
de radio informatie over het<br />
nummer, de artiest, het album en<br />
het genre bepaalt.<br />
Dolby ® wordt geproduceerd onder<br />
licentie van ® Laboratories. Dolby ®<br />
en het symbool met de dubbele D<br />
zijn handelsmerken van Dolby ®<br />
Laboratories.<br />
Indien uw voertuig is uitgerust met<br />
een navigatiesysteem dan is de radio<br />
samengebouwd met het regelpaneel<br />
van dat systeem. Zie het afzonderlijke<br />
handboek voor het<br />
navigatiesysteem en de radio voor<br />
meer informatie.<br />
–<br />
137 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 138 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
RDS-GELUIDSINSTALLATIE<br />
MET CD-SPELER VOOR 6<br />
CD'S (OOK GESCHIKT VOOR<br />
MP3)<br />
Bediening voor de<br />
geluidsinstallatie<br />
Aan/uit-toets<br />
Druk op de knop VOL (volume/<br />
aan) om de radio in te schakelen.<br />
Druk nog een keer op de knop om<br />
de radio uit te schakelen.<br />
Volumeregelaar<br />
Draai de knop VOL (volume/aan)<br />
naar rechts om het volume harder<br />
en naar links om het volume zachter<br />
te zetten.<br />
Automatische volumeregeling<br />
Deze voorziening zorgt ervoor dat<br />
het geluidsvolume bij het toenemen<br />
van de rijgeluiden bij hogere snelheden<br />
automatisch wordt<br />
gecompenseerd.<br />
. . . 138
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 139 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Automatische volumeregeling werkt<br />
het best als u luistert met lage volumeniveaus.<br />
Bij hoge luisterniveaus<br />
zal er weinig tot geen effect zijn.<br />
1. Zet het volume op het<br />
gewenste niveau door de knop<br />
VOL (volume/aan) te<br />
draaien.<br />
2. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
3. Druk op de druktoets onder<br />
AUTO VOL (automatisch<br />
volume) om de vier volumecompensatieniveaus<br />
weer te<br />
geven.<br />
4. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
U kunt kiezen tussen LOW (laag),<br />
MEDIUM (normaal), HIGH (hoog)<br />
en OFF (uit).<br />
Elke hogere instelling geeft meer<br />
volumecompensatie bij hogere<br />
rijsnelheden. In de stand OFF is deze<br />
functie uitgeschakeld.<br />
Wanneer het display tien seconden<br />
niet wordt gebruikt, wordt het<br />
uitgeschakeld.<br />
Als deze voorziening is ingeschakeld,<br />
stelt de geluidsinstallatie automatisch<br />
het volume bij zodat de<br />
geluidssterkte die u hoort steeds<br />
gelijk blijft.<br />
TOONREGELING MET DE HAND<br />
U kunt de toon als volgt aanpassen:<br />
1. Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) tot BASS<br />
(lage tonen), MID (middenbereik)<br />
en TREB (hoge tonen) op<br />
het display worden<br />
weergegeven.<br />
2. Druk herhaaldelijk op de knop<br />
TUNE/TONE (afstemmen/<br />
toon) om de gewenste regeling<br />
te markeren of druk op de druktoets<br />
onder de gewenste<br />
regeling.<br />
3. Wanneer u de juiste regeling<br />
heeft geselecteerd, draait u de<br />
knop TUNE/TONE (afstemmen/toon)<br />
naar rechts of links,<br />
drukt u op het linker- of rechterpijltje<br />
SEEK of drukt u op de<br />
toetsen FWD of REV<br />
om het niveau van de gewenste<br />
regeling te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
–<br />
139 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 140 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt een toonregeling snel instellen<br />
op de middelste stand door de<br />
druktoets onder BASS (lage tonen),<br />
MID (middentonen) of TREB (hoge<br />
tonen) meer dan twee seconden in<br />
te drukken.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
U kunt snel alle luidspreker- en toonregelingen<br />
op hun middenposities<br />
instellen door de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
Wanneer een zender zwak of met<br />
veel ruis doorkomt, is een lagere<br />
instelling voor hoge tonen soms<br />
nuttig.<br />
Digital Signal Processing (indien<br />
van toepassing)<br />
Deze functie biedt u de keuze uit<br />
verschillende luisterervaringen. U<br />
kunt deze functie gebruiken terwijl u<br />
naar de radio of de cd-speler luistert.<br />
Een DSP-instelling kiezen:<br />
1. Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) totdat er een<br />
instelling voor digitale signaalverwerking<br />
op het display<br />
wordt weergegeven.<br />
2. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
- NORMAL (normaal)<br />
Deze instelling biedt de beste<br />
algemene geluidsprestaties<br />
voor alle inzittenden.<br />
- DRIVER (bestuurder)<br />
Kies deze instelling voor de<br />
best mogelijke geluidskwaliteit<br />
voor de bestuurder.<br />
- REAR (achter)<br />
Kies deze instelling voor de<br />
best mogelijke geluidskwaliteit<br />
voor de inzittenden achterin<br />
de auto.<br />
- CENTERPOINT (Centerpoint ®<br />
surround)<br />
Deze instelling is niet beschikbaar<br />
voor de frequentiebanden<br />
AM of FM of voor de radio.<br />
. . . 140
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 141 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
De instelling biedt surroundgeluid<br />
via vijf kanalen terwijl u<br />
naar een cd, mp3 of draagbaar<br />
muziekapparaat luistert.<br />
3. Druk op de toets BACK (terug)<br />
om het display af te sluiten.<br />
Wanneer u terug wilt keren naar het<br />
oorspronkelijke display, drukt u<br />
herhaaldelijk op de toets BACK of<br />
wacht u tot het display automatisch<br />
terugkeert.<br />
LUIDSPREKERS AFSTELLEN<br />
Om de balans of de fade van de luidspreker<br />
aan te passen, doet u het<br />
volgende:<br />
1. Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) tot BAL/<br />
FADE (balans/fading) op het<br />
display wordt weergegeven.<br />
2. Druk herhaaldelijk op de knop<br />
TUNE/TONE (afstemmen/<br />
toon) om de gewenste regeling<br />
te markeren of druk op de druktoets<br />
onder de gewenste<br />
regeling.<br />
Door BAL te kiezen, kunt u het<br />
geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers<br />
regelen. Door<br />
FADE te kiezen kunt u het geluid<br />
tussen de voor- en achterluidsprekers<br />
regelen.<br />
3. Wanneer u de juiste regeling<br />
heeft geselecteerd, draait u de<br />
knop TUNE/TONE (afstemmen/toon)<br />
naar rechts of links,<br />
drukt u op het linker- of rechterpijltje<br />
SEEK of drukt u op de<br />
toetsen FWD of REV<br />
om het niveau van de gewenste<br />
regeling te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
U kunt een luidsprekerregeling snel<br />
instellen op de middenpositie door<br />
de druktoets onder de gewenste<br />
regeling meer dan twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
U kunt snel alle luidspreker- en toonregelingen<br />
op hun middenposities<br />
instellen door de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
–<br />
141 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 142 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Bediening van de radio<br />
EEN ZENDER ZOEKEN<br />
Golfbandkeuze<br />
Druk op de toets FM/AM om tussen<br />
de frequentiebanden AM en FM te<br />
wisselen.<br />
Afstemmen<br />
Draai de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) naar rechts om<br />
op een volgende radiozender met<br />
een hogere frequentie af te stemmen<br />
en naar links op een volgende<br />
radiozender met een lagere<br />
frequentie af te stemmen.<br />
Automatisch zoeken van<br />
radiozenders<br />
Druk op het rechterpijltje SEEK; de<br />
radio gaat naar de volgende zender<br />
en blijft daar staan. Druk op het<br />
linkerpijltje SEEK om naar de vorige<br />
zender te gaan en daar te blijven<br />
staan.<br />
De radio zoekt alleen naar zenders<br />
die zich binnen de geselecteerde<br />
band bevinden.<br />
De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />
met zwakke ontvangst.<br />
. . . 142
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 143 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Lijst met plaatselijke zenders<br />
Druk op de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om een lijst met<br />
lokale zenders weer te geven.<br />
Er wordt een luidsprekersymbool op<br />
het display naast de geselecteerde<br />
geluidsbron weergegeven.<br />
Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om door de lijst<br />
te bladeren. Druk op de knop om de<br />
zender te selecteren.<br />
Raak REFRESH LIST (lijst verversen)<br />
om de lijst bij te werken.<br />
Radiozenders<br />
voorprogrammeren<br />
Uw geluidsinstallatie kan maximaal<br />
36 extra voorkeurzenders opslaan<br />
met de zes beschikbare voorkeurzenderlijsten<br />
voor meerdere<br />
banden.<br />
Er kunnen op elke lijst 6 voorkeurzenders<br />
worden opgeslagen.<br />
De voorkeurzenders op een lijst<br />
kunnen van verschillende radiobanden<br />
zijn.<br />
Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
om door de lijsten te bladeren.<br />
De opgeslagen zenders voor elke<br />
lijst worden weergegeven op het<br />
display boven de druktoetsen voor<br />
voorkeurzenders.<br />
U kunt het aantal pagina's Favorieten<br />
instellen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
FAV (favorieten).<br />
3. Selecteer het aantal pagina's<br />
voor Favorieten door op de<br />
druktoets onder het paginanummer<br />
te drukken.<br />
4. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
of laat het display automatisch<br />
uitschakelen. Ga terug<br />
naar het display van de hoofdradio<br />
om met het programmeren<br />
van zenders te beginnen.<br />
–<br />
143 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 144 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt een radiozender als volgt<br />
op een voorkeurzenderlijst<br />
opslaan:<br />
1. Druk op de toets FM/AM om<br />
tussen de frequentiebanden<br />
AM en FM te wisselen.<br />
2. Stem op een radiozender af.<br />
3. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
om één van de maximaal<br />
zes pagina's weer te geven<br />
waarop zenders worden<br />
opgeslagen.<br />
4. Houd één van de zes voorkeurtoets<br />
ingedrukt tot u een pieptoon<br />
hoort. Als u die toets<br />
opnieuw indrukt, wordt op de<br />
voorkeurzender afgestemd.<br />
5. Het zendernummer wordt op<br />
het display boven de drukknop<br />
weergegeven.<br />
6. Herhaal deze handelingen voor<br />
iedere voorkeuzetoets.<br />
U kunt als volgt een voorkeurzender<br />
uit de lijst met voorkeurzenders<br />
voor meerdere banden<br />
oproepen:<br />
1. Druk herhaaldelijk op FAV<br />
(favorieten) om door de<br />
gewenste lijst te bladeren.<br />
2. Raak de toets van de gewenste<br />
voorkeurzender aan.<br />
Er wordt tussen de banden van<br />
de radio geschakeld (indien nodig)<br />
en de geselecteerde zender<br />
wordt opgeroepen.<br />
INFORMATIETOETS<br />
Druk op INFO om meer tekstinformatie<br />
over de huidige RDS FMzender<br />
of het huidige MP3-nummer<br />
te zien. Blijf op deze toets drukken<br />
om de gewenste categorie te<br />
markeren of druk op een druktoets<br />
onder een gewenste categorie om<br />
er extra informatie over te krijgen.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />
terwijl er geen informatie is, wordt<br />
NO INFO (geen informatie) op het<br />
display weergegeven.<br />
TOETS XM<br />
Deze functie werkt niet in alle<br />
regio's.<br />
. . . 144
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 145 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
GELUIDSBRON KIEZEN<br />
Druk op CD om van de radio over te<br />
schakelen op de cd-wisselaar.<br />
Het audiosysteem moet van een CD<br />
zijn voorzien.<br />
Wanneer er een cd wordt afgespeeld,<br />
worden de nummers van de<br />
cd en de tracks op het display<br />
weergegeven.<br />
Druk op FM/AM om de disk te stoppen<br />
en over te schakelen naar de<br />
radio. Druk op CD om de disk weer<br />
af te laten spelen.<br />
Druk op AUX om het extra apparaat<br />
te selecteren.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />
apparaat gevonden) op het display<br />
weergegeven.<br />
RADIO DATASYSTEEM (RDS)<br />
RDS-voorzieningen zijn alleen<br />
beschikbaar voor FM-zenders die<br />
RDS-informatie uitzenden.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
In uitzonderlijke gevallen kan een<br />
radiozender onjuiste informatie<br />
uitzenden waardoor de radiofuncties<br />
niet juist zullen werken. Als dit<br />
gebeurt, moet u contact opnemen<br />
met de radiozender.<br />
Als u hebt afgestemd op een RDSzender,<br />
verschijnt de naam van de<br />
radiozender op het display in plaats<br />
van de frequentie.<br />
De meeste RDS-zenders geven hun<br />
zendernaam, de tijd en het<br />
programmatype voor het actuele<br />
programma.<br />
Zenders kunnen ook de naam weergeven<br />
van het programma dat<br />
wordt uitgezonden.<br />
–<br />
145 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 146 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Display-regeling<br />
Druk herhaaldelijk op de toets INFO<br />
om de naam, frequentie, programmatype<br />
of programmanaam (waar<br />
beschikbaar) voor een RDS-zender<br />
weer te geven. Wanneer deze toets<br />
wordt ingedrukt terwijl er geen<br />
informatie beschikbaar is, wordt NO<br />
INFO (geen informatie) op het<br />
display weergegeven.<br />
EIGENSCHAPPEN EN BEDIENING<br />
VAN HET RDS<br />
De RDS-functies rekenen op de<br />
ontvangst van specifieke informatie<br />
van de RDS-zenders. Deze functies<br />
zullen alleen dan werken wanneer<br />
RDS-informatie beschikbaar is.<br />
Het RDS-systeem:<br />
• biedt u de mogelijkheid alleen<br />
radiozenders op te zoeken met<br />
het type programma waarnaar u<br />
wenst te luisteren.<br />
• onderbreekt de radio-ontvangst<br />
of CD om berichten te ontvangen<br />
betreffende plaatselijke of<br />
nationale noodtoestanden.<br />
• biedt u de mogelijkheid om zenders<br />
te zoeken die verkeersberichten<br />
uitzenden.<br />
• biedt u de mogelijkheid om<br />
berichten van radiozenders te<br />
ontvangen en op het display<br />
weer te geven.<br />
• maakt het mogelijk om te zoeken<br />
naar een sterkere zender<br />
wanneer de radiozender waar u<br />
naar luistert te zwak wordt.<br />
RDS-voorzieningen zijn alleen<br />
beschikbaar voor FM-zenders die<br />
RDS-informatie uitzenden.<br />
In uitzonderlijke gevallen kan een<br />
radiozender onjuiste informatie<br />
uitzenden waardoor de radiofuncties<br />
niet juist zullen werken. Als dit<br />
gebeurt, moet u contact opnemen<br />
met de radiozender.<br />
Wanneer afgestemd is op een radiozender<br />
die RDS-informatie uitzendt,<br />
dan zullen de roepletters en de<br />
programmaservicenaam op het<br />
display de plaats innemen van de<br />
frequentie van de radiozender.<br />
Als het audiosysteem is afgestemd<br />
op een zender die geen RDS informatie<br />
uitzendt, dan zal de frequentie<br />
van de zender op het display<br />
blijven.<br />
. . . 146
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 147 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Berichten over noodtoestanden<br />
Het systeem onderbreekt automatisch<br />
de uitzending voor berichten<br />
over plaatselijke of landelijke noodsituaties.<br />
Op het display wordt ALERT<br />
(waarschuwing) weergegeven.<br />
Uitzendingen over noodsituaties zijn<br />
alleen beschikbaar wanneer de functie<br />
verkeersinformatie is<br />
ingeschakeld.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Verkeersinformatie<br />
Het bericht is ook hoorbaar wanneer<br />
het volume is gedempt of er een cd<br />
wordt afgespeeld.<br />
Wanneer de uitzending over noodtoestanden<br />
ten einde komt, zal de<br />
radio weer worden afgestemd op de<br />
volume-instelling en de zender waar<br />
u naar luisterde voor aanvang van<br />
de uitzending of zal het inschakelen<br />
van de CD weer plaatsvinden.<br />
Verkeersinformatie<br />
De geluidsinstallatie kan het afspelen<br />
van de radio of een CD onderbreken<br />
om u naar een<br />
verkeersbericht te laten luisteren.<br />
TP (verkeersbericht) verschijnt op<br />
het display als de radio een signaal<br />
van een RDSstation herkent dat<br />
beschikt over de mogelijkheid om<br />
verkeersberichten uit te zenden.<br />
U kunt de functie als volgt in- en<br />
uitschakelen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
RDS (radiodatasysteem) om het<br />
RDS-menu weer te geven.<br />
De configuratieopties voor RDS<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder<br />
TRAF (verkeer) om tussen standen<br />
te wisselen.<br />
U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />
twee standen:<br />
- TRAFFIC INTERRUPTS: ON<br />
(onderbreking voor verkeer:<br />
aan)<br />
- TRAFFIC INTERRUPTS: OFF<br />
(onderbreking voor verkeer:<br />
uit)<br />
Wanneer u terug wilt keren naar<br />
het oorspronkelijke display,<br />
drukt u herhaaldelijk op de toets<br />
BACK of wacht u tot het display<br />
automatisch terugkeert.<br />
Wanneer de functie voor verkeersberichten<br />
is ingeschakeld, wordt TP<br />
(verkeersprogramma) weergegeven<br />
als de radio een signaal van een<br />
RDS-zender herkent dat beschikt<br />
over de mogelijkheid om verkeersberichten<br />
uit te zenden.<br />
–<br />
147 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 148 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer de radio is afgestemd op<br />
een RDS-zender die verkeerberichten<br />
kan uitzenden terwijl de functie<br />
voor verkeersberichten is uitgeschakeld,<br />
dan wordt TA (verkeersbericht)<br />
op het display weergegeven.<br />
Wanneer de functie voor verkeersinformatie<br />
is ingeschakeld terwijl de<br />
radio niet is afgestemd op een<br />
zender die verkeersinformatie<br />
uitzendt, dan zoekt de radio automatisch<br />
de volgende zender waarop<br />
dit wel gebeurt.<br />
Zodra het audiosysteem een zender<br />
vindt die verkeersinformatie<br />
uitzendt, stopt het met zoeken.<br />
Wanneer er geen zender wordt<br />
gevonden, wordt NO TRAFFIC op<br />
het display weergegeven.<br />
Als een zender een verkeersbericht<br />
uitzendt, onderbreekt de radio de<br />
huidige weergavemodus om u dit<br />
bericht te laten horen.<br />
U hoort het bericht ook wanneer u<br />
naar een andere audiobron luistert.<br />
De huidige audiobron blijft op de<br />
achtergrond hoorbaar bij een lager<br />
geluidsvolume.<br />
TRAFFIC ANNOUNCEMENT<br />
(verkeersbericht) wordt ook op het<br />
display weergegeven.<br />
Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,<br />
gaat de radio terug naar het<br />
vorige volume.<br />
Druk op de druktoets onder<br />
DISMISS (negeren) wanneer u niet<br />
meer naar het verkeersbericht wilt<br />
luisteren en u terug wilt gaan naar<br />
de vorige audiobron.<br />
Wanneer er een verkeersbericht<br />
wordt gegenereerd en de radio is<br />
afgestemd op een zender die geen<br />
verkeersinformatie uitzendt, wordt<br />
TRAFFIC ANNOUNCEMENT<br />
(verkeersbericht) en de naam of<br />
frequentie van de zender die<br />
verkeersberichten uitzendt op het<br />
display weergegeven.<br />
. . . 148
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 149 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Tekstberichten<br />
Berichten zijn aanvullende, door een<br />
radiozender uitgezonden<br />
informatie.<br />
Druk op de toets INFO (informatie)<br />
om het laatste bericht te bekijken.<br />
Indien het gehele bericht niet op het<br />
display verschijnt, dan zullen delen<br />
van het bericht elke drie seconden<br />
verschijnen tot het gehele bericht is<br />
ontvangen.<br />
U kunt ook herhaaldelijk op de toets<br />
INFO (informatie) drukken om snel<br />
door het bericht te bladeren.<br />
Programmatype (PTY)<br />
Met deze functie kunt u naar<br />
zenders met specifieke programmatypen<br />
zoeken.<br />
De volgende programmatypen zijn<br />
beschikbaar:<br />
• POP (popmuziek)<br />
• EASY (easy listening)<br />
• TALK (praatprogramma)<br />
• INFO (informatie)<br />
• CLASSICAL (klassieke muziek)<br />
• COUNTRY (country-muziek)<br />
• JAZZ (jazz)<br />
1. Druk op de knop MENU/<br />
SELECT (menu/selecteren) om<br />
een lijst met alle programmatypen<br />
weer te geven.<br />
2. Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om door de<br />
lijst met programmatypen te<br />
bladeren. Druk op de knop om<br />
het programmatype te<br />
selecteren.<br />
3. Gebruik de knop MENU/<br />
SELECT (menu/selecteren) om<br />
een programma te kiezen uit de<br />
beschikbare zenders die het<br />
geselecteerde programmatype<br />
uitzenden.<br />
–<br />
149 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 150 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer er geen programmatype is<br />
geselecteerd, drukt u op de toets<br />
BACK om terug te keren naar het<br />
oorspronkelijke display of u wacht<br />
tot het display automatisch<br />
terugkeert.<br />
Niet alle zenders ondersteunen de<br />
programmatypefunctie.<br />
Door het indrukken van een druktoets<br />
met programmatype krijgt u<br />
wellicht niet alle zenders met dit<br />
type uitzendingen te horen.<br />
Alternatieve frequenties<br />
Wanneer een RDS-zender tegelijkertijd<br />
vanaf meerdere zendmasten op<br />
verschillende frequenties uitzendt,<br />
kunt u met deze functie de radio<br />
automatisch van zender laten wisselen<br />
wanneer de signaalkwaliteit<br />
beneden een bepaald niveau daalt.<br />
U kunt de functie als volgt in- en<br />
uitschakelen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
RDS (radiodatasysteem) om het<br />
RDS-menu weer te geven.<br />
De configuratieopties voor RDS<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder AF<br />
SWITCH (overschakelen naar<br />
een alternatieve frequentie) om<br />
tussen de verschillende standen<br />
te wisselen.<br />
U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />
twee standen:<br />
- ALTERNATE FREQ.<br />
SWITCHING: ON (overschakelen<br />
naar alternatieve frequentie:<br />
aan)<br />
In deze stand stemt de radio<br />
automatisch af op een zender<br />
met een sterker signaal.<br />
- ALTERNATE FREQ.<br />
SWITCHING: OFF (overschakelen<br />
naar alternatieve frequentie:<br />
uit)<br />
In deze stand stemt de radio<br />
niet af op een zender met een<br />
sterker signaal.<br />
Wanneer u terug wilt keren naar<br />
het oorspronkelijke display,<br />
drukt u herhaaldelijk op de toets<br />
BACK of wacht u tot het display<br />
automatisch terugkeert.<br />
. . . 150
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 151 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Regionaal<br />
Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />
wordt het overschakelen naar<br />
alternatieve frequenties beperkt<br />
door de<br />
programmaidentificatiecode.<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
RDS (radiodatasysteem) om het<br />
RDS-menu weer te geven.<br />
De configuratieopties voor RDS<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
3. Druk op de druktoets onder<br />
REGION (regionaal) om tussen<br />
standen te wisselen.<br />
U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />
twee standen:<br />
- REGIONALIZATION: ON (regionaal:<br />
aan)<br />
In deze stand schakelt de radio<br />
over op een zender met dezelfde<br />
programmaidentificatiecode,<br />
tenzij de signaalkwaliteit<br />
beneden een bepaald niveau<br />
daalt.<br />
Wanneer het signaal zwak is,<br />
schakelt de radio over op een<br />
zender met de beste regionale<br />
programmaidentificatiecode.<br />
- REGIONALIZATION: OFF (regionaal:<br />
uit)<br />
De radio zal niet overschakelen<br />
op andere radiozenders.<br />
Wanneer u terug wilt keren naar<br />
het oorspronkelijke display,<br />
drukt u op de toets BACK of<br />
wacht u tot het display automatisch<br />
wordt afgesloten.<br />
–<br />
151 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 152 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
CD-wisselaar voor 6 CD's<br />
Met de CD-wisselaar kunt u maximaal<br />
6 CD's achter elkaar afspelen.<br />
Wanneer het contact of de radio<br />
uitgeschakeld is, blijft de cd in de<br />
speler. Wanneer het contact en de<br />
radio ingeschakeld worden, gaat de<br />
cd verder met afspelen op het punt<br />
waar de cd was gestopt.<br />
Bij het afspelen van een CD-R kan de<br />
geluidskwaliteit minder zijn als<br />
gevolg van de kwaliteit van de CD-<br />
R, de opnamemethode, de kwaliteit<br />
van de opgenomen muziek of de<br />
manier waarop de CD-R is behandeld.<br />
Het gevolg kan zijn overslaan,<br />
problemen met het vinden van<br />
tracks en/of met het in- en uitvoeren<br />
van CD-R's.<br />
Raak het signaaloppervlak onder<br />
geen enkele omstandigheid aan<br />
tijdens het hanteren van een schijf.<br />
Houd schijven vast bij de buitenrand<br />
of bij het middelste gat en de<br />
buitenrand.<br />
Wanneer deze problemen zich voordoen,<br />
controleer dan de onderzijde<br />
van de cd op schade of probeer een<br />
cd waarvan u weet dat hij goed is.<br />
OPMERKING<br />
Breng geen papieren labels aan<br />
op cd's. De labels kunnen vast<br />
komen te zitten in de speler.<br />
Steek slechts een cd per keer in<br />
het apparaat.<br />
Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />
cd's.<br />
Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />
en vuil uit de buurt van de<br />
laadsleuf.<br />
Als er ooit een foutmelding op het<br />
display verschijnt, raadpleeg dan<br />
"Foutmeldingen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Indien storingen steeds weer plaatsvinden<br />
of indien een storing niet kan<br />
worden verholpen, neem dan<br />
contact op met uw dealer.<br />
Geef foutcodes die misschien op het<br />
display zijn verschenen aan uw<br />
dealer.<br />
. . . 152
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 153 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
DISKS LADEN EN VERWIJDEREN<br />
Met de CD-wisselaar kunt u maximaal<br />
6 CD's achter elkaar afspelen.<br />
Een CD plaatsen:<br />
1. Druk op de laadtoets .<br />
2. Wanneer het bericht op het display<br />
wordt weergegeven,<br />
plaatst u de cd met het label<br />
omhoog gedeeltelijk in de sleuf.<br />
De cd wordt dan automatisch<br />
naar binnen getrokken door de<br />
cd-speler.<br />
De disk- en tracknummers worden<br />
op het display<br />
weergegeven.<br />
Twee of meer CD's plaatsen:<br />
1. Houd de laadtoets vijf<br />
seconden ingedrukt.<br />
U hoort een piep en LOAD ALL<br />
DISC (alle cd's laden) wordt op<br />
het display weergegeven.<br />
2. Wanneer het bericht op het display<br />
wordt weergegeven,<br />
plaatst u de volgende cd met<br />
het label omhoog gedeeltelijk<br />
in de sleuf. De cd wordt dan<br />
automatisch naar binnen<br />
getrokken door de cd-speler.<br />
3. Herhaal de voorgaande stap tot<br />
alle cd's geplaatst zijn.<br />
Probeer niet meer dan zes CD's<br />
te plaatsen.<br />
4. Druk op de laadtoets om de<br />
laadfunctie te annuleren wanneer<br />
u alle cd's heeft geladen.<br />
De disk- en tracknummers worden<br />
op het display<br />
weergegeven.<br />
CD's uitwerpen<br />
Druk in en laat deze weer los om<br />
de CD uit te werpen die wordt<br />
afgespeeld.<br />
U hoort een pieptoon.<br />
EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />
wordt op het display weergegeven.<br />
Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />
wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />
op het display weergegeven.<br />
Als de disk niet binnen korte tijd<br />
wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />
teruggenomen door de<br />
speler.<br />
Houd de uitwerptoets twee seconden<br />
ingedrukt om alle disks uit te<br />
werpen.<br />
–<br />
153 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 154 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
EEN CD AFSPELEN<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Zodra de CD geplaatst is, verschijnen<br />
de CD-spelerfuncties boven<br />
elke druktoets in plaats van de voorkeuzezenders<br />
(indien<br />
geprogrammeerd).<br />
Snel vooruit/achteruit<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel vooruit of<br />
achteruit naar een ander deel van de<br />
huidige track te gaan.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
Het geluid zal tijdens het zoeken<br />
worden onderbroken.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets onder SHUF-<br />
FLE (shuffle) om de tracks op een<br />
geselecteerde disk in willekeurige<br />
volgorde af te spelen.<br />
SHUFFLE ON (shuffle aan) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
SHUFFLE OFF (shuffle uit) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
. . . 154
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 155 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Zoeken<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
Druk op het linkerpijltje op de toets<br />
SEEK om snel naar het begin van de<br />
huidige of vorige track te gaan.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
Wanneer er een disk in de cd-wisselaar<br />
wordt afgespeeld, kunt u met<br />
de druktoets onder DISC (disk) naar<br />
de volgende geladen disk zoeken.<br />
Display-regeling<br />
Druk op INFO om meer tekstinformatie<br />
over het huidige MP3-<br />
nummer te zien. Blijf op deze toets<br />
drukken om de gewenste categorie<br />
te markeren of druk op een druktoets<br />
onder een gewenste categorie<br />
om er extra informatie over te<br />
krijgen.<br />
Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />
terwijl er geen informatie is, wordt<br />
NO INFO (geen informatie) op het<br />
display weergegeven.<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (cd-wisselaar voor<br />
6 cd's)<br />
GELUIDSBRON KIEZEN<br />
Druk op CD om van de radio over te<br />
schakelen op de cd-wisselaar.<br />
Het audiosysteem moet van een CD<br />
zijn voorzien.<br />
Wanneer er een cd wordt afgespeeld,<br />
worden de nummers van de<br />
cd en de tracks op het display<br />
weergegeven.<br />
Druk op FM/AM om de disk te stoppen<br />
en over te schakelen naar de<br />
radio. Druk op CD om de disk weer<br />
af te laten spelen.<br />
Druk op AUX om het extra apparaat<br />
te selecteren.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />
apparaat gevonden) op het display<br />
weergegeven.<br />
–<br />
155 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 156 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Cd's met MP3- of WMAbestanden<br />
afspelen (cd-wisselaar<br />
voor 6 cd's)<br />
De speler herkent MP3- en WMAbestanden<br />
die zijn opgenomen op<br />
CD-R- of CD-RW-cd's. De bestanden<br />
moeten op de cd zijn opgenomen<br />
met een van de volgende<br />
bitsnelheden:<br />
• 32 kbps<br />
• 40 kbps<br />
• 56 kbps<br />
• 64 kbps<br />
• 80 kbps<br />
• 96 kbps<br />
• 112 kbps<br />
• 128 kbps<br />
• 160 kbps<br />
• 192 kbps<br />
• 224 kbps<br />
• 256 kbps<br />
• 320 kbps<br />
• variabele bitsnelheid<br />
De titel van een nummer, de naam<br />
van een artiest en de naam van de<br />
cd zijn beschikbaar wanneer de cd is<br />
opgenomen met ID3-tags versies 1<br />
en 2.<br />
. . . 156
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 157 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer u uw eigen MP3-of WMAcd<br />
op een computer brandt:<br />
• Zorg dat de MP3-/WMA-bestanden<br />
op een CD-R of CD-RW worden<br />
opgenomen.<br />
• Combineer standaardaudio- en<br />
MP3-/WMA-bestanden niet op<br />
één disk.<br />
• Voltooi de cd wanneer u een<br />
MP3-cd met meerdere sessies<br />
brandt.<br />
Het is vaak beter om de cd in<br />
een keer te branden.<br />
• Zorg dat de speellijsten de volgende<br />
extensies hebben:<br />
- .mp3<br />
- .wpl<br />
Bestanden met andere extensies<br />
werken niet altijd.<br />
De speler kan maximaal<br />
50 mappen, 50 afspeellijsten en<br />
255 bestanden lezen en afspelen.<br />
Lange bestands-, map- of afspeellijstnamen<br />
of een combinatie van<br />
een groot aantal bestanden en<br />
mappen of afspeellijsten kunnen<br />
ervoor zorgen dat de speler niet<br />
het maximaal aantal bestanden,<br />
mappen, afspeellijsten of sessies<br />
kan afspelen.<br />
Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />
door op de toetsen voor de<br />
volgende en vorige map, de zoektoetsen<br />
of de toetsen voor snel vooruit/achteruit<br />
te drukken.<br />
Wanneer u een groot aantal bestanden,<br />
mappen, afspeellijsten of<br />
sessies wilt afspelen, minimaliseer<br />
dan de lengte van de bestands-,<br />
map- of afspeellijstnaam.<br />
Er kunnen ook cd's met MP3-/<br />
WMA-bestanden zonder bestandsmappen<br />
worden afgespeeld.<br />
U kunt de nummers organiseren op<br />
album door per album een map te<br />
gebruiken. Elke map of album mag<br />
maximaal 18 liedjes bevatten.<br />
De speler kan lagen van maximaal<br />
acht mappen ondersteunen, maar<br />
houd het aantal maplagen minimaal<br />
zodat het eenvoudiger is een<br />
bestand voor afspelen te zoeken.<br />
Wanneer een cd meer dan het maximaal<br />
aantal mappen, afspeellijsten,<br />
sessies of bestanden bevat, zal de<br />
speler het maximaal aantal<br />
nummers op de cd afspelen en<br />
wordt de rest genegeerd.<br />
–<br />
157 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 158 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Hoofddirectory<br />
De hoofddirectory wordt behandeld<br />
als een map. Wanneer de hoofddirectory<br />
gecomprimeerde audiobestanden<br />
bevat, wordt de directory<br />
weergegeven als F1 DISC.<br />
De speler krijgt toegang tot alle<br />
bestanden die direct onder de<br />
hoofddirectory staan voor toegang<br />
tot mappen op de hoofddirectory.<br />
Afspeellijsten (PX) gaan echter altijd<br />
voor hoofdmappen of -bestanden.<br />
Lege directory of map<br />
Wanneer een hoofddirectory of een<br />
map leeg is of alleen mappen bevat,<br />
dan gaat de speler automatisch naar<br />
de volgende map in de bestandsstructuur<br />
die een gecomprimeerd<br />
audiobestand bevat. De lege<br />
map(pen) worden niet weergegeven<br />
of genummerd.<br />
Geen map<br />
Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />
audiobestanden bevat<br />
zonder mappen of afspeellijsten,<br />
dan werken de functies voor de<br />
volgende en vorige map niet. F1<br />
DISC wordt op het display weergegeven<br />
als de naam van de map.<br />
Wanneer de cd alleen gecomprimeerde<br />
audiobestanden en afspeellijsten<br />
zonder mappen bevat,<br />
worden alle bestanden onder de<br />
hoofdmap geplaatst. De omhoogen<br />
omlaagtoetsen voor de map<br />
doorzoeken eerst afspeellijsten (PX)<br />
en gaan daarna naar de hoofdmap.<br />
F1 DISC wordt op het display weergegeven<br />
als de naam van de map.<br />
Afspeelvolgorde<br />
De eerste track onder de hoofddirectory<br />
wordt eerst afgespeeld.<br />
Wanneer alle tracks van de hoofddirectory<br />
zijn afgespeeld, worden de<br />
overige tracks in de volgorde van de<br />
nummering afgespeeld. Wanneer<br />
de laatste track van de laatste map is<br />
afgespeeld, gaat het afspelen verder<br />
met de eerste track van de eerste<br />
afspeellijst.<br />
De tracks worden afgespeeld vanaf<br />
de eerste track in de eerste afspeellijst<br />
en daarna worden op volgorde<br />
alle tracks op elke speellijst afgespeeld.<br />
Wanneer de laatste track van<br />
de laatste afspeellijst is afgespeeld,<br />
gaat het afspelen verder vanaf de<br />
eerste track in de eerste map of de<br />
hoofddirectory.<br />
. . . 158
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 159 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />
door op de toetsen voor de<br />
volgende en vorige map, de zoektoetsen<br />
of de toetsen voor snel vooruit/achteruit<br />
te drukken.<br />
Wanneer er een nummer uit een<br />
nieuwe map wordt afgespeeld, dan<br />
wordt de naam van het nieuwe<br />
nummer weergegeven. Wanneer de<br />
mapstand is geselecteerd als de<br />
standaardweergavestand, dan<br />
wordt de mapnaam weergegeven.<br />
Zie "Een MP3-audiobestand afspelen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Bestandssysteem en namen<br />
De weergegeven titel van het<br />
nummer wordt overgenomen uit de<br />
ID3-tag van het bestand. Wanneer<br />
er geen titel voor het nummer in de<br />
ID3-tag wordt vermeld, geeft de<br />
radio de bestandsnaam als de naam<br />
van het nummer weer.<br />
Namen van tracks die langer zijn<br />
dan 32 tekens worden ingekort.<br />
Ingeprogrammeerde<br />
afspeellijsten<br />
De radio herkent ingeprogrammeerde<br />
afspeellijsten die zijn<br />
gemaakt met de software van<br />
WinAmp, Music- Match of Real<br />
Jukebox. De bestanden kunnen<br />
echter niet worden bewerkt. Deze<br />
afspeellijsten worden behandeld als<br />
speciale mappen met gecomprimeerde<br />
audiobestanden.<br />
• Zorg dat de speellijsten de volgende<br />
extensies hebben:<br />
- .pls<br />
-.m3u<br />
–<br />
159 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 160 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Afspeellijsten kunnen worden gewijzigd<br />
door op de toetsen voor de<br />
volgende en vorige map te drukken.<br />
Tracks kunnen worden gewijzigd<br />
door de zoektoetsen te gebruiken of<br />
aan de tunerknop te draaien.<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel vooruit of<br />
achteruit naar een ander deel van de<br />
huidige track te gaan.<br />
EEN MP3-AUDIOBESTAND<br />
AFSPELEN<br />
Druk op de laadtoets .<br />
Wanneer het bericht op het display<br />
wordt weergegeven, plaatst u de cd<br />
met het label omhoog gedeeltelijk<br />
in de sleuf. De cd wordt dan automatisch<br />
naar binnen getrokken door<br />
de cd-speler.<br />
Zie "De cd-wisselaar voor 6 cd's"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Zoeken<br />
Draai de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) naar rechts of<br />
links om naar de volgende of vorige<br />
track te gaan.<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
Druk op het linkerpijltje op de toets<br />
SEEK om snel naar het begin van de<br />
huidige of vorige track te gaan.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
. . . 160
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 161 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Vorige/Volgende map<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
naar de eerste track in de volgende<br />
map te gaan.<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
de eerste track in de vorige map af te<br />
spelen.<br />
Snel vooruitspoelen/ Snel<br />
terugspoelen<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel naar voren<br />
of terug naar een ander deel van de<br />
disk te gaan.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
Het geluid zal tijdens het zoeken<br />
worden onderbroken.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets onder SHUF-<br />
FLE (shuffle) om de tracks op een<br />
geselecteerde disk in willekeurige<br />
volgorde af te spelen.<br />
SHUFFLE ON (shuffle aan) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
SHUFFLE OFF (shuffle uit) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
–<br />
161 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 162 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
RDS-GELUIDSINSTALLATIE<br />
MET HARDE SCHIJF<br />
Radio's met een harde schijf bevatten<br />
een Gracenote ® -database waarmee<br />
de radio informatie over het<br />
nummer, de artiest, het album en<br />
het genre bepaalt.<br />
Muziek of inhoud op de harde schijf<br />
die u niet heeft gemaakt of waarvoor<br />
u geen recht van distributie<br />
heeft, moet worden verwijderd<br />
voordat het voertuig wordt verkocht<br />
of aan het einde van de leaseperiode<br />
van het voertuig.<br />
Zie "Gracenote ® -database" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Bediening voor de<br />
geluidsinstallatie<br />
AAN/UIT-TOETS<br />
Druk op de knop VOL (volume/<br />
aan) om de radio in te schakelen.<br />
Druk nog een keer op de knop om<br />
de radio uit te schakelen.<br />
VOLUMEREGELAAR<br />
Draai de knop VOL (volume/aan)<br />
naar rechts om het volume harder<br />
en naar links om het volume zachter<br />
te zetten.<br />
. . . 162
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 163 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
GELUIDSCOMPENSATIE<br />
AUDIOPILOT ®<br />
Met deze voorziening wordt het<br />
geluidsniveau in het voertuig<br />
gecontroleerd en vindt het afstellen<br />
van het volume automatisch plaats<br />
zodat de geluidssterkte die u waarneemt<br />
steeds dezelfde is.<br />
Deze functie werkt het beste bij<br />
lagere geluidsvolumes, waar het<br />
achtergrondgeluid meestal harder is<br />
dan het volume van de<br />
geluidsinstallatie.<br />
Als het geluidsniveau hoger is dan<br />
het achtergrondgeluid, verandert<br />
het volume niet.<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
AUTO VOL (automatische<br />
volume).<br />
3. Druk op de druktoets onder ON<br />
(aan) of OFF (uit) aan om deze<br />
functie in of uit te schakelen.<br />
Wanneer het display tien seconden<br />
niet wordt gebruikt, wordt het<br />
uitgeschakeld.<br />
TOONREGELING MET DE HAND<br />
U kunt de toon als volgt aanpassen:<br />
1. Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) tot BASS<br />
(lage tonen), MID (middenbereik)<br />
en TREB (hoge tonen) op<br />
het display worden<br />
weergegeven.<br />
2. Druk herhaaldelijk op de knop<br />
TUNE/TONE (afstemmen/<br />
toon) om de gewenste regeling<br />
te markeren of druk op de druktoets<br />
onder de gewenste<br />
regeling.<br />
3. Wanneer u de juiste regeling<br />
heeft geselecteerd, draait u de<br />
knop TUNE/TONE (afstemmen/toon)<br />
naar rechts of links,<br />
drukt u op het linker- of rechterpijltje<br />
SEEK of drukt u op de<br />
toetsen FWD of REV<br />
om het niveau van de gewenste<br />
regeling te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
–<br />
163 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 164 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt een toonregeling snel instellen<br />
op de middelste stand door de<br />
druktoets onder BASS (lage tonen),<br />
MID (middentonen) of TREB (hoge<br />
tonen) meer dan twee seconden in<br />
te drukken.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
U kunt snel alle luidspreker- en toonregelingen<br />
op hun middenposities<br />
instellen door de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
Wanneer een zender zwak of met<br />
veel ruis doorkomt, is een lagere<br />
instelling voor hoge tonen soms<br />
nuttig.<br />
Ga voor meer informatie over<br />
AudioPilot naar bose.com/audiopilot.<br />
Digital Signal Processing (indien<br />
van toepassing)<br />
Deze functie zorgt dat u de keuze<br />
heeft uit verschillende luisterervaringen.<br />
U kunt deze functie gebruiken<br />
terwijl u naar de radio of de cd/dvdaudiospeler<br />
luistert.<br />
Een DSP-instelling kiezen:<br />
1. Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) totdat er een<br />
instelling voor digitale signaalverwerking<br />
op het display<br />
wordt weergegeven.<br />
2. Druk op de druktoetsen onder<br />
de gewenste instelling.<br />
- NORMAL (normaal)<br />
Deze instelling biedt de beste<br />
algemene geluidsprestaties<br />
voor alle inzittenden.<br />
- DRIVER (bestuurder)<br />
Kies deze instelling voor de<br />
best mogelijke geluidskwaliteit<br />
voor de bestuurder.<br />
- REAR (achter)<br />
Kies deze instelling voor de<br />
best mogelijke geluidskwaliteit<br />
voor de inzittenden achterin<br />
de auto.<br />
- CENTERPOINT (Centerpoint ®<br />
surround)<br />
Deze instelling is niet beschikbaar<br />
voor de frequentiebanden<br />
AM of FM of voor de<br />
radio.<br />
Deze instelling biedt surroundgeluid<br />
via vijf kanalen terwijl er<br />
naar een cd, mp3 of dvd of<br />
een externe bron wordt<br />
geluisterd.<br />
. . . 164
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 165 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
De volgende instellingen zijn<br />
beschikbaar wanneer er naar<br />
een cd of dvd wordt geluisterd<br />
met 5.1 Surround Sound.<br />
- 5.1 SURROUND + NORMAL<br />
(5.1 Surround + normaal)<br />
Deze stand biedt het beste geluid<br />
voor alle zitposities.<br />
- 5.1 SURROUND + REAR (5.1<br />
Surround + achter)<br />
In deze stand wordt het geluid<br />
voor de inzittenden op de achterbank<br />
geoptimaliseerd.<br />
3. Druk op de toets BACK (terug)<br />
om het display af te sluiten.<br />
Wanneer u terug wilt keren naar<br />
het oorspronkelijke display,<br />
drukt u herhaaldelijk op de toets<br />
BACK of wacht u tot het display<br />
automatisch terugkeert.<br />
LUIDSPREKERS AFSTELLEN<br />
Om de balans of de fade van de luidspreker<br />
aan te passen, doet u het<br />
volgende:<br />
1. Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) tot BAL/<br />
FADE (balans/fading) op het<br />
display wordt weergegeven.<br />
2. Druk herhaaldelijk op de knop<br />
TUNE/TONE (afstemmen/<br />
toon) om de gewenste regeling<br />
te markeren of druk op de druktoets<br />
onder de gewenste<br />
regeling.<br />
Door BAL te kiezen, kunt u het<br />
geluid tussen de rechter- en linkerluidsprekers<br />
regelen. Door<br />
FADE te kiezen kunt u het geluid<br />
tussen de voor- en achterluidsprekers<br />
regelen.<br />
–<br />
165 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 166 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
3. Wanneer u de juiste regeling<br />
heeft geselecteerd, draait u de<br />
knop TUNE/TONE (afstemmen/toon)<br />
naar rechts of links,<br />
drukt u op het linker- of rechterpijltje<br />
SEEK of drukt u op de<br />
toetsen FWD of REV<br />
om het niveau van de gewenste<br />
regeling te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
U kunt een luidsprekerregeling snel<br />
instellen op de middenpositie door<br />
de druktoets onder de gewenste<br />
regeling meer dan twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
U kunt snel alle luidspreker- en toonregelingen<br />
op hun middenposities<br />
instellen door de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) twee seconden<br />
ingedrukt te houden.<br />
U zult één pieptoon horen.<br />
Bediening van de radio<br />
EEN ZENDER ZOEKEN<br />
Golfbandkeuze<br />
Druk op de toets FM/AM om tussen<br />
de frequentiebanden AM en FM te<br />
wisselen.<br />
Afstemmen<br />
Draai de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) naar rechts om<br />
op een volgende radiozender met<br />
een hogere frequentie af te stemmen<br />
en naar links op een volgende<br />
radiozender met een lagere<br />
frequentie af te stemmen.<br />
. . . 166
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 167 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Automatisch zoeken van<br />
radiozenders<br />
Druk op het rechterpijltje SEEK; de<br />
radio gaat naar de volgende zender<br />
en blijft daar staan. Druk op het<br />
linkerpijltje SEEK om naar de vorige<br />
zender te gaan en daar te blijven<br />
staan.<br />
De radio zoekt alleen naar zenders<br />
die zich binnen de geselecteerde<br />
band bevinden.<br />
De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />
met zwakke ontvangst.<br />
Lijst met plaatselijke zenders<br />
Druk op de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om een lijst met<br />
lokale zenders weer te geven.<br />
Er wordt een luidsprekersymbool op<br />
het display naast de geselecteerde<br />
geluidsbron weergegeven.<br />
Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om door de lijst<br />
te bladeren. Druk op de knop om de<br />
zender te selecteren.<br />
Raak REFRESH LIST (lijst verversen)<br />
om de lijst bij te werken.<br />
Radiozenders voorprogrammeren<br />
Uw geluidsinstallatie kan maximaal<br />
36 extra voorkeurzenders opslaan<br />
met de zes beschikbare voorkeurzenderlijsten<br />
voor meerdere<br />
banden.<br />
Er kunnen op elke lijst 6 voorkeurzenders<br />
worden opgeslagen.<br />
De voorkeurzenders op een lijst<br />
kunnen van verschillende radiobanden<br />
zijn.<br />
Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
om door de lijsten te bladeren.<br />
De opgeslagen zenders voor elke<br />
lijst worden weergegeven op het<br />
display boven de druktoetsen voor<br />
voorkeurzenders.<br />
–<br />
167 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 168 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt het aantal pagina's met<br />
"Favorieten" als volgt instellen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
FAV (favorieten).<br />
3. Selecteer het aantal pagina's<br />
voor Favorieten door op de<br />
druktoets onder het paginanummer<br />
te drukken.<br />
4. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
of laat het display automatisch<br />
uitschakelen. Ga terug<br />
naar het display van de hoofdradio<br />
om met het programmeren<br />
van zenders te beginnen.<br />
U kunt een radiozender als volgt<br />
op een voorkeurzenderlijst<br />
opslaan:<br />
1. Druk op de toets FM/AM om<br />
tussen de frequentiebanden<br />
AM en FM te wisselen.<br />
2. Stem op een radiozender af.<br />
3. Druk op de toets FAV (favorieten)<br />
om één van de maximaal<br />
zes pagina's weer te geven<br />
waarop zenders worden<br />
opgeslagen.<br />
4. Houd één van de zes voorkeurtoets<br />
ingedrukt tot u een pieptoon<br />
hoort. Als u die toets<br />
opnieuw indrukt, wordt op de<br />
voorkeurzender afgestemd.<br />
5. Het zendernummer wordt op<br />
het display boven de drukknop<br />
weergegeven.<br />
6. Herhaal deze handelingen voor<br />
iedere voorkeuzetoets.<br />
U kunt als volgt een voorkeurzender<br />
uit de lijst met voorkeurzenders<br />
voor meerdere banden<br />
oproepen:<br />
1. Druk herhaaldelijk op FAV<br />
(favorieten) om door de<br />
gewenste lijst te bladeren.<br />
2. Raak de toets van de gewenste<br />
voorkeurzender aan.<br />
Er wordt tussen de banden van<br />
de radio geschakeld (indien nodig)<br />
en de geselecteerde zender<br />
wordt opgeroepen.<br />
. . . 168
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 169 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
INFORMATIETOETS<br />
Druk op INFO om meer tekstinformatie<br />
over de huidige RDS FMzender<br />
of het huidige MP3-nummer<br />
te zien. Blijf op deze toets drukken<br />
om de gewenste categorie te<br />
markeren of druk op een druktoets<br />
onder een gewenste categorie om<br />
er extra informatie over te krijgen.<br />
Er kan ook extra tekstinformatie over<br />
de Gracenote-database, de harde<br />
schijf of de iPod worden<br />
weergegeven.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />
terwijl er geen informatie is, wordt<br />
NO INFO (geen informatie) op het<br />
display weergegeven.<br />
TOETS XM<br />
XM is niet beschikbaar in de regio<br />
waar uw voertuig toen het nieuw<br />
was is verkocht.<br />
Wanneer de toets wordt ingedrukt,<br />
kan NO XM SIGNAL (geen XMsignaal)<br />
ook op het display worden<br />
weergegeven.<br />
–<br />
169 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 170 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
GELUIDSBRON KIEZEN<br />
Druk op CD/AUX om tussen de<br />
beschikbare audiobronnen te<br />
wisselen:<br />
• Cd-/dvd-audiospeler<br />
• extra apparaat (indien<br />
aangesloten)<br />
• USB-opslagapparaat (waar<br />
aangesloten)<br />
Wanneer u op de toets CD/AUX<br />
drukt terwijl er geen disk in de speler<br />
is geplaatst, wordt het bericht NO<br />
DISC INSERTED (geen disk in apparaat)<br />
op het display weergegeven.<br />
Wanneer er geen extra apparaat of<br />
USB-opslagapparaat wordt gevonden,<br />
wordt NO AUX INPUT DEVI-<br />
CE FOUND (geen extra apparaat)<br />
op het display weergegeven.<br />
Druk op FM/AM om de radio weer<br />
in te schakelen.<br />
TIJDBUFFER RADIO<br />
Uw audiosysteem voegt continu<br />
inhoud die op de huidige FM/AMzender<br />
wordt afgespeeld aan een<br />
tijdbuffer toe.<br />
Druk op de toets / (afspelen/<br />
pauze) om het afspelen te<br />
onderbreken.<br />
Wanneer het geluid van de radio<br />
wordt onderbroken, wordt de<br />
inhoud van de live uitzending aan<br />
de tijdbuffer toegevoegd.<br />
De statusbalk van de tijdbuffer<br />
wordt op het display weergegeven<br />
om de hoeveelheid inhoud opgeslagen<br />
in de buffer en het huidige<br />
pauzepunt weer te geven.<br />
Druk nog een keer op de toets /<br />
(afspelen/pauze) om weer naar de<br />
radio te luisteren.<br />
De huidige live uitzending wordt<br />
niet hervat, maar de radio begint de<br />
inhoud in de buffer af te spelen<br />
vanaf het punt waarop de toets /<br />
(afspelen/pauze) werd ingedrukt.<br />
Wanneer de radio inhoud uit de<br />
buffer afspeelt, wordt de statusbalk<br />
voor de tijdbuffer links op het<br />
display onder de frequentie<br />
weergegeven.<br />
Met de tijdbuffer kunt u maximaal<br />
60 minuten inhoud van de FM/AMradio<br />
afspelen.<br />
Druk op de toets FWD of <br />
REV om 30 seconden vooruit of<br />
achteruit door de buffer te gaan.<br />
Druk nog een keer op één van deze<br />
toetsen om verder door de buffer te<br />
gaan met intervallen van 30<br />
seconden.<br />
. . . 170
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 171 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Houd FWD ingedrukt om naar<br />
het einde van de buffer te gaan en<br />
het afspelen van de live uitzending<br />
te hervatten. De statusbalk van de<br />
tijdbuffer wordt niet meer<br />
weergegeven.<br />
Wanneer er naar een andere radiozender<br />
wordt geluisterd, wordt de<br />
tijdbuffer gewist. Het audiosysteem<br />
start de buffer opnieuw en voegt<br />
radioinhoud van de huidige zender<br />
toe.<br />
Inhoud die eerder in de tijdbuffer is<br />
opgeslagen, is niet meer<br />
beschikbaar.<br />
Opmerking:<br />
Er wordt geen radioinhoud aan<br />
de tijdbuffer toegevoegd<br />
wanneer er een andere audiobron<br />
is geselecteerd.<br />
Wanneer de toets / (afspelen/<br />
pauze) wordt ingedrukt terwijl het<br />
contact is uitgeschakeld, blijft de<br />
geluidsinstallatie radioinhoud tot<br />
maximaal één uur aan de tijdbuffer<br />
toevoegen.<br />
Wanneer het contact binnen dat uur<br />
weer wordt ingeschakeld, laat de<br />
geluidsinstallatie de radio weer<br />
horen vanaf het punt waarop de<br />
toets / (afspelen/pauze) werd<br />
ingedrukt.<br />
RADIO DATASYSTEEM (RDS)<br />
Het RDS-systeem:<br />
• biedt u de mogelijkheid alleen<br />
radiozenders op te zoeken met<br />
het type programma waarnaar u<br />
wenst te luisteren.<br />
• onderbreekt de radio-ontvangst<br />
of CD om berichten te ontvangen<br />
betreffende plaatselijke of<br />
nationale noodtoestanden.<br />
• biedt u de mogelijkheid om zenders<br />
te zoeken die verkeersberichten<br />
uitzenden.<br />
• biedt u de mogelijkheid om<br />
berichten van radiozenders te<br />
ontvangen en op het display<br />
weer te geven.<br />
• maakt het mogelijk om te zoeken<br />
naar een sterkere zender<br />
wanneer de radiozender waar u<br />
naar luistert te zwak wordt.<br />
–<br />
171 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 172 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
RDS-voorzieningen zijn alleen<br />
beschikbaar voor FM-zenders die<br />
RDS-informatie uitzenden.<br />
In uitzonderlijke gevallen kan een<br />
radiozender onjuiste informatie<br />
uitzenden waardoor de radiofuncties<br />
niet juist zullen werken. Als dit<br />
gebeurt, moet u contact opnemen<br />
met de radiozender.<br />
Als u hebt afgestemd op een RDSzender,<br />
verschijnt de naam van de<br />
radiozender op het display in plaats<br />
van de frequentie.<br />
De meeste RDS-zenders geven hun<br />
zendernaam, de tijd en het<br />
programmatype voor het actuele<br />
programma.<br />
Zenders kunnen ook de naam weergeven<br />
van het programma dat<br />
wordt uitgezonden.<br />
Als het audiosysteem is afgestemd<br />
op een zender die geen RDS informatie<br />
uitzendt, dan zal de frequentie<br />
van de zender op het display<br />
blijven.<br />
In gebieden waar RDS niet beschikbaar<br />
is, werkt de stand RDS (radio<br />
data system) niet en moet niet<br />
worden ingeschakeld.<br />
Display-regeling<br />
Druk herhaaldelijk op de toets INFO<br />
om de naam, frequentie, programmatype,<br />
programmanaam of andere<br />
tekstinformatie voor een RDSzender<br />
weer te geven (wanneer<br />
beschikbaar). Wanneer de toets<br />
wordt ingedrukt terwijl er geen<br />
informatie beschikbaar is, wordt NO<br />
INFO of NO INFORMATION (geen<br />
informatie) op het display<br />
weergegeven.<br />
. . . 172
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 173 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Berichten over noodtoestanden<br />
Het systeem onderbreekt automatisch<br />
het geluid voor berichten over<br />
plaatselijke of landelijke noodsituaties.<br />
ALERT (waarschuwing) of<br />
ALARM (alarm) wordt dan op het<br />
display weergegeven.<br />
Het bericht is ook hoorbaar wanneer<br />
het volume is gedempt of er een cd<br />
wordt afgespeeld.<br />
Wanneer de uitzending over noodtoestanden<br />
ten einde komt, zal de<br />
radio weer worden afgestemd op de<br />
volume-instelling en de zender waar<br />
u naar luisterde voor aanvang van<br />
de uitzending of zal het inschakelen<br />
van de CD weer plaatsvinden.<br />
Let op: deze functie wordt mogelijk<br />
niet door alle RDS-zenders<br />
ondersteund.<br />
Verkeersinformatie<br />
De geluidsinstallatie kan het afspelen<br />
van de radio of een CD onderbreken<br />
om u naar een<br />
verkeersbericht te laten luisteren.<br />
Ga als volgt te werk om deze functie<br />
in of uit te schakelen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
RDS (radiodatasysteem) om het<br />
RDS-menu weer te geven.<br />
De configuratieopties voor RDS<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
3. U kunt kiezen uit een van de<br />
onderstaande twee standen:<br />
- TP ON (prioriteit verkeersbericht<br />
aan)<br />
Selecteer deze optie om de<br />
functie in te schakelen<br />
- TP OFF (prioriteit verkeersbericht<br />
uit)<br />
Selecteer deze optie om de<br />
functie uit te schakelen<br />
Wanneer de functie voor verkeerberichten<br />
is ingeschakeld en u heeft<br />
afgestemd op een radiozender die<br />
verkeersinformatie uitzendt, wordt<br />
TP op het display weergegeven.<br />
Wanneer de zender waarop is afgestemd<br />
of een zender van hetzelfde<br />
netwerk een verkeersbericht<br />
uitzendt, onderbreekt de radio de<br />
huidige luistermodus om u dit<br />
bericht te laten horen.<br />
–<br />
173 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 174 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
TA wordt op het display weergegeven<br />
wanneer het verkeersbericht<br />
wordt uitgezonden.<br />
U hoort het bericht ook wanneer u<br />
naar een andere audiobron luistert.<br />
Wanneer het verkeersbericht is afgelopen,<br />
gaat de radio terug naar de<br />
vorige luistermodus.<br />
Wanneer u niet meer naar het<br />
verkeersbericht wilt luisteren, kunt u<br />
op een willekeurige toets van de<br />
geluidsinstallatie drukken, behalve<br />
XM of de aan-/volumeknop. De<br />
radio gaat terug naar de vorige<br />
luistermodus.<br />
Programmatype (PTY)<br />
Met deze functie kunt u naar<br />
zenders met specifieke programmatypen<br />
zoeken.<br />
1. Druk op de knop MENU/<br />
SELECT (menu/selecteren) om<br />
een lijst met alle programmatypen<br />
weer te geven.<br />
2. Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om door de<br />
lijst met programmatypen te<br />
bladeren. Druk op de knop om<br />
het gewenste programmatype<br />
te selecteren.<br />
3. Selecteer de gewenste zender.<br />
U kunt het programmatypemenu<br />
verlaten zonder een keuze te<br />
maken; druk op de toets BACK<br />
(terug).<br />
Alternatieve frequenties<br />
Met deze functie kan de radio automatisch<br />
afstemmen op hetzelfde<br />
programma op een alternatieve<br />
frequentie wanneer de signaalkwaliteit<br />
van de huidige frequentie beneden<br />
een bepaald niveau daalt. U<br />
kunt zo naar hetzelfde netwerkprogramma<br />
blijven luisteren terwijl u<br />
rijdt.<br />
Ga als volgt te werk om deze functie<br />
in of uit te schakelen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
RDS (radiodatasysteem) om het<br />
RDS-menu weer te geven.<br />
De configuratieopties voor RDS<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
. . . 174
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 175 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
3. U kunt kiezen uit een van de<br />
onderstaande twee standen:<br />
- AF ON (alternatieve frequentie<br />
aan)<br />
Selecteer deze optie om de<br />
functie in te schakelen<br />
- AF OFF (alternatieve frequentie<br />
uit)<br />
Selecteer deze optie om de<br />
functie uit te schakelen<br />
U kunt het systeem dusdanig instellen<br />
dat het alleen een zoekactie<br />
uitvoert binnen een aantal frequenties<br />
binnen uw regio, of een breder<br />
zoekbereik waarbij frequenties<br />
buiten uw regio worden<br />
toegevoegd.<br />
Zie "Alternatieve frequentie: regiofunctie"<br />
hieronder.<br />
Alternatieve frequentie:<br />
regiofunctie<br />
Met deze functie kunt u de zoekopdracht<br />
naar een alternatieve<br />
frequentie voor een RDS-zender<br />
beperken tot frequenties van<br />
netwerkzenders binnen dezelfde<br />
regio als de huidige<br />
zenderfrequentie.<br />
Ga als volgt te werk om deze functie<br />
in of uit te schakelen:<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
RDS (radiodatasysteem) om het<br />
RDS-menu weer te geven.<br />
De configuratieopties voor RDS<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
3. U kunt kiezen uit een van de<br />
onderstaande twee standen:<br />
- REG ON (regio aan)<br />
Selecteer REG ON om de<br />
zoekopdracht naar een alternatieve<br />
frequentie voor een<br />
RDS-zender te beperken tot<br />
frequenties voor netwerkzenders<br />
binnen dezelfde regio als<br />
de huidige zenderfrequentie.<br />
- REG OFF (regio uit)<br />
Selecteer REG OFF wanneer u<br />
wilt dat het systeem naar frequenties<br />
voor netwerkzenders<br />
van andere regio's zoekt.<br />
–<br />
175 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 176 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Cd-/dvd-audiospeler<br />
Deze speler is geen CD-wisselaar. U<br />
kunt slechts een schijf tegelijkertijd<br />
in deze speler plaatsen.<br />
Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />
opening met de label aan de bovenkant.<br />
De speler zal de CD dan geheel<br />
naar binnen trekken.<br />
Als de geluidsinstallatie is ingeschakeld,<br />
begint de disk met afspelen.<br />
Het nummer van het muziekstuk<br />
verschijnt op het display wanneer<br />
elk muziekstuk met afspelen begint.<br />
Wanneer het contact of de radio is<br />
uitgeschakeld, blijft de disk in de<br />
speler. Wanneer het contact en de<br />
radio worden ingeschakeld, gaat de<br />
disk verder met afspelen op het punt<br />
waar de disk was gestopt.<br />
Wanneer er een disk wordt afgespeeld,<br />
kan de geluidskwaliteit<br />
minder zijn als gevolg van de kwaliteit<br />
van de disk, de opnamemethode,<br />
de kwaliteit van de opgenomen<br />
muziek of de manier waarop de disk<br />
is behandeld.<br />
De disk kan overslaan, moeilijk<br />
tracks/hoofdstukken vinden en/of<br />
moeite hebben met laden en<br />
uitwerpen.<br />
Raak het signaaloppervlak onder<br />
geen enkele omstandigheid aan<br />
tijdens het hanteren van een schijf.<br />
Houd schijven vast bij de buitenrand<br />
of bij het middelste gat en de<br />
buitenrand.<br />
Wanneer deze problemen zich voordoen,<br />
controleer dan de onderzijde<br />
van de cd op schade of probeer een<br />
cd waarvan u weet dat hij goed is.<br />
OPMERKING<br />
Breng geen papieren labels aan<br />
op cd's. De labels kunnen vast<br />
komen te zitten in de speler.<br />
Steek slechts een cd per keer in<br />
het apparaat.<br />
Gebruik geen bekraste of beschadigde<br />
cd's.<br />
Houd andere voorwerpen, vloeistoffen<br />
en vuil uit de buurt van de<br />
laadsleuf.<br />
Als er ooit een foutmelding op het<br />
display verschijnt, raadpleeg dan<br />
"Foutmeldingen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Indien storingen steeds weer plaatsvinden<br />
of indien een storing niet kan<br />
worden verholpen, neem dan<br />
contact op met uw dealer.<br />
Geef foutcodes die misschien op het<br />
display zijn verschenen aan uw<br />
dealer.<br />
. . . 176
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 177 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
CD's uitwerpen<br />
Druk in en laat deze weer los om<br />
de CD uit te werpen die wordt<br />
afgespeeld.<br />
U hoort een pieptoon.<br />
EJECTING DISC (cd uitwerpen)<br />
wordt op het display weergegeven.<br />
Wanneer de disk is uitgeworpen,<br />
wordt REMOVE DISC (disk verwijderen)<br />
op het display weergegeven.<br />
Als de disk niet binnen korte tijd<br />
wordt verwijderd, wordt hij automatisch<br />
teruggenomen door de<br />
speler.<br />
EEN CD AFSPELEN<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Wanneer de disk is geladen, worden<br />
de diskfuncties op het display boven<br />
de druktoetsen weergegeven.<br />
Snel vooruit/achteruit<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel vooruit of<br />
achteruit naar een ander deel van de<br />
huidige track te gaan.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
Het geluid zal tijdens het zoeken<br />
worden onderbroken.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets onder SHUF-<br />
FLE (shuffle) om de tracks op de cd<br />
in willekeurige volgorde af te spelen.<br />
SHUFFLE ON (shuffle aan) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
SHUFFLE OFF (shuffle uit) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
–<br />
177 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 178 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zoeken<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
U kunt de huidige selectie opnieuw<br />
starten wanneer deze meer dan vijf<br />
seconden heeft gespeeld door het<br />
linkerpijltje SEEK in te drukken.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
Display-regeling<br />
Druk op INFO om meer tekstinformatie<br />
over het huidige MP3-<br />
nummer te zien. Blijf op deze toets<br />
drukken om de gewenste categorie<br />
te markeren of druk op een druktoets<br />
onder een gewenste categorie<br />
om er extra informatie over te<br />
krijgen.<br />
Wanneer de toets wordt ingedrukt<br />
terwijl er geen informatie is, wordt<br />
NO INFO (geen informatie) op het<br />
display weergegeven.<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (radio met harde<br />
schijf)<br />
EEN MUZIEK-DVD AFSPELEN<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Wanneer de disk is geladen, worden<br />
de diskfuncties op het display boven<br />
de druktoetsen weergegeven.<br />
GROUP (muziekgroep) en het tracknummer<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
Opmerking:<br />
De speler ondersteunt geen dvdvideo's.<br />
Wanneer u probeert een videodvd<br />
af te spelen, wordt READ<br />
ERROR PLEASE CHECK DISC<br />
(leesfout, controleer disk) weergegeven<br />
en/of de disk wordt<br />
uitgeworpen.<br />
. . . 178
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 179 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Muziekgroep<br />
U kunt de muziekgroep veranderen<br />
door op de druktoets onder MENU<br />
(menu) te drukken; er wordt een lijst<br />
met alle muziekgroepen op de disk<br />
weergegeven.<br />
Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om door de lijst<br />
te bladeren. Druk op de knop om de<br />
gewenste optie te selecteren.<br />
De eerste track van de geselecteerde<br />
muziekgroep wordt afgespeeld.<br />
Een specifieke track zoeken<br />
Draai de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) om alle muziekgroepen<br />
op de audio-dvd weer te<br />
geven.<br />
De tracks binnen elke muziekgroep<br />
worden ook weergegeven.<br />
Druk op de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) om de geselecteerde<br />
track af te spelen.<br />
De geselecteerde track begint ook<br />
na enkele seconden te spelen als er<br />
verder niets wordt gedaan.<br />
Zoeken<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
U kunt de huidige selectie opnieuw<br />
starten wanneer deze meer dan vijf<br />
seconden heeft gespeeld door het<br />
linkerpijltje SEEK in te drukken.<br />
Wanneer u de toets ingedrukt houdt<br />
of deze meerdere keren indrukt,<br />
gaat de speler vooruit of achteruit<br />
verder door de tracks binnen de<br />
huidige muziekgroep.<br />
–<br />
179 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 180 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Snel vooruit/achteruit<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel vooruit of<br />
achteruit naar een ander deel van de<br />
huidige track te gaan.<br />
• Druk één keer op de toets om<br />
met twee keer de normale<br />
afspeelsnelheid door de huidige<br />
track te gaan.<br />
• Druk twee keer op de toets om<br />
met 4 keer de normale afspeelsnelheid<br />
door de huidige track te<br />
gaan.<br />
• Druk drie keer op de toets om<br />
met 10 keer de normale afspeelsnelheid<br />
door de huidige track te<br />
gaan.<br />
• Druk vier keer op de toets om<br />
met 21 keer de normale afspeelsnelheid<br />
door de huidige track te<br />
gaan.<br />
Het geluid zal tijdens het zoeken<br />
worden onderbroken.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Druk op de toets / (afspelen/<br />
pauze) om terug te keren naar de<br />
normale afspeelsnelheid.<br />
Opmerking:<br />
Wanneer u een disk op de harde<br />
schijf opslaat, is de functie <br />
FWD (snel vooruit) niet<br />
beschikbaar.<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets SHUFFLE<br />
(shuffle) om de liedjes in de huidige<br />
categorie voor de audio-dvd willekeurig<br />
en niet op volgorde af te<br />
spelen.<br />
SHUFFLE ON (shuffle aan) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
SHUFFLE OFF (shuffle uit) wordt op<br />
het display weergegeven Het afspelen<br />
van de audio-dvd stoppen<br />
Druk op de druktoets onder<br />
(stoppen) of de toets / (afspelen/<br />
pauze) om het afspelen van de<br />
audio-dvd te onderbreken.<br />
. . . 180
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 181 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
DVD PRESTOP (voorstop dvd)<br />
wordt op het display weergegeven.<br />
Wanneer de disk verder moet<br />
worden afgespeeld, drukt u op de<br />
toets / (afspelen/pauze) terwijl<br />
DVD PRESTOP (voorstop dvd) op<br />
het display wordt weergegeven.<br />
De dvd begint met afspelen op het<br />
punt waar de disk was gestopt.<br />
Druk nog een keer op de druktoets<br />
onder (stoppen) om het afspelen<br />
van de audio-dvd te stoppen.<br />
DVDSTOP (dvd stoppen) wordt op<br />
het display weergegeven.<br />
Wanneer u op de toets / (afspelen/pauze)<br />
drukt terwijl DVDSTOP<br />
(dvd stoppen) wordt weergegeven,<br />
gaat de disk terug naar het begin<br />
van de disk.<br />
Audiostreams<br />
Wanneer er een audio-dvd wordt<br />
afgespeeld, kunt u op de druktoets<br />
onder AUDIO (audio) drukken om<br />
de huidige audiostream weer te<br />
geven.<br />
Wanneer de instellingen voor 5.1<br />
Surround digitale signaalverwerking<br />
beschikbaar zijn, wordt AUDIO<br />
STREAM 1 (audiostream 1) als optie<br />
weergegeven.<br />
Wanneer de instellingen voor 5.1<br />
Surround digitale signaalverwerking<br />
niet beschikbaar zijn, wordt alleen<br />
AUDIO STREAM 2 (audiostream 2)<br />
weergegeven.<br />
Zie "Digitale signaalverwerking<br />
(DSP)" eerder in dit hoofdstuk.<br />
Druk op de druktoets AUDIO<br />
(audio) om tussen de instellingen te<br />
schakelen.<br />
Het tekstveld op het display verandert<br />
als de audiostream verandert.<br />
Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen<br />
De cd-/dvd-audiospeler herkent<br />
bestanden in MP3/WMA-formaat<br />
die op DVD-R- en DVD+R-disks zijn<br />
opgeslagen.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (radio met harde<br />
schijf)<br />
–<br />
181 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 182 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Harde schijf<br />
Uw geluidsinstallatie is voorzien van<br />
een harde schijf van 40 GB waarmee<br />
u tracks van audio-cd's, disks met<br />
MP3-/WMA-bestanden en USBopslagapparaten<br />
kunt opnemen.<br />
Een deel van de harde schijf wordt<br />
gebruikt voor<br />
radiosysteembestanden.<br />
De rest van de harde schijf is<br />
beschikbaar voor mediabestanden.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Van audio-cd's naar de harde<br />
schijf opnemen<br />
• Van disks met MP3-/WMAbestanden<br />
of USB naar de harde<br />
schijf opnemen<br />
Luisterboeken van www.audible.com<br />
® kunnen op cd worden<br />
gebrand of naar een USB-opslagapparaat<br />
worden gekopieerd en daarna<br />
op de harde schijf worden<br />
opgeslagen.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Bestanden op de harde schijf<br />
afspelen<br />
-Menu voor de harde schijf<br />
AUDIBLEBOOK (audible.com<br />
® luisterboek)<br />
VAN AUDIO-CD'S NAAR DE HAR-<br />
DE SCHIJF OPNEMEN<br />
Wanneer u naar een audio-cd luistert,<br />
kunt u met REC (opnemen)<br />
tracks van de disk overzetten naar<br />
de harde schijf.<br />
U kunt alleen de track die wordt<br />
afgespeeld of alle tracks op de disk<br />
opslaan.<br />
Druk op de druktoets onder de<br />
gewenste optie.<br />
Opmerking:<br />
Het systeem kan niet opnemen<br />
van disks met kopieerbeveiliging.<br />
Er wordt een statusbalk boven in het<br />
display weergegeven terwijl het<br />
systeem naar de harde schijf<br />
kopieert.<br />
Wanneer het proces is voltooid,<br />
verdwijnt de statusbalk van het<br />
display.<br />
. . . 182
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 183 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
U kunt het opnameproces stoppen<br />
voordat het is voltooid door op REC<br />
te drukken; boven een druktoets<br />
wordt de optie "opname stoppen"<br />
weergegeven. Druk daarna op de<br />
druktoets "opname stoppen".<br />
Wanneer u de disk uitwerpt of het<br />
contact uitschakelt voordat het<br />
opnameproces is voltooid, zijn<br />
alleen tracks die volledig zijn opgenomen<br />
op de harde schijf opgeslagen.<br />
Onvolledige tracks worden<br />
verwijderd.<br />
Wanneer u probeert de disk weer op<br />
te nemen, neemt het systeem alleen<br />
de tracks op die nog niet waren<br />
opgeslagen. De diskinhoud die al op<br />
de harde schijf staat, wordt niet nog<br />
een keer opgenomen.<br />
Informatie over liedje, artiest, album<br />
en genre voor de audio-cd<br />
Radio's met een harde schijf bevatten<br />
een Gracenote ® -database waarmee<br />
de radio informatie over het<br />
nummer, de artiest, het album en<br />
het genre bepaalt.<br />
Met de Gracenote ® -database kunt u<br />
de radio een audio-cd op de harde<br />
schijf laten opslaan, met daarbij<br />
informatie over het liedje, de artiest,<br />
het album en het genre.<br />
Pas uitgegeven audio-cd's en<br />
minder algemene audio-cd's<br />
worden mogelijk niet in de Gracenote<br />
® -database op de harde schijf<br />
gevonden.<br />
Wanneer een audio-cd niet in de<br />
Gracenote ® -database voorkomt,<br />
terwijl de disk wel cd-tekst bevat,<br />
dan gebruikt de radio de cd-tekstinformatie<br />
bij het opslaan van de<br />
inhoud naar de harde schijf.<br />
Wanneer een audio-cd niet in de<br />
Gracenote ® -database voorkomt en<br />
de disk geen cd-tekstinformatie<br />
bevat, dan neemt de radio de diskinhoud<br />
op en slaat de namen voor<br />
liedje, artiest, album en genre op als<br />
NO INFO (geen informatie).<br />
Wanneer items op de harde schijf als<br />
NO INFO (geen informatie) worden<br />
geïdentificeerd, dan is het lastiger<br />
deze tracks/disks te sorteren, identificeren<br />
en selecteren.<br />
–<br />
183 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 184 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt dit oplossen door disks met<br />
items die als NO INFO worden<br />
geïdentificeerd eerst met een<br />
computer naar MP3 met labelinformatie<br />
om te zetten en daarna op de<br />
harde schijf op te slaan vanaf een<br />
MP3-disk of USB-apparaat.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Van disks met MP3-/WMAbestanden<br />
of USB naar de harde<br />
schijf opnemen<br />
Soms vindt de Gracenote-database<br />
dubbele informatie voor een opgeslagen<br />
cd.<br />
Wanneer de database dubbele informatie<br />
vindt, geeft de radio MULTI-<br />
HIT (meerdere resultaten) weer in<br />
plaats van de informatie wanneer de<br />
liedjes op de harde schijf worden<br />
geselecteerd.<br />
U kunt de juiste naam als volgt<br />
selecteren:<br />
1. Druk terwijl er een liedje met<br />
MULTIHIT wordt afgespeeld op<br />
de druktoets onder EDIT<br />
(bewerken) om de lijst met<br />
databaseresultaten weer te<br />
geven.<br />
2. Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om door de<br />
lijst te bladeren.<br />
3. Druk op de knop om de juiste<br />
naam te selecteren.<br />
De Gracenote ® -database op de<br />
harde schijf kan worden bijgewerkt<br />
met naaminformatie voor nieuwere<br />
cd's. Neem hiervoor contact op met<br />
uw dealer.<br />
Zie "Gracenote ® -database" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
VAN DISKS MET MP3-/WMA-BE-<br />
STANDEN OF USB NAAR DE HAR-<br />
DE SCHIJF OPNEMEN<br />
Druk terwijl u naar een disk met<br />
MP3-/WMA-bestanden of een USBapparaat<br />
(behalve iPod) luistert op<br />
REC (opnemen) om de tracks op de<br />
harde schijf op te slaan.<br />
U kunt alleen de track die wordt<br />
afgespeeld of alle tracks op de disk<br />
of het USB-apparaat opslaan.<br />
Druk op de druktoets onder de<br />
gewenste optie.<br />
Er wordt een statusbalk boven in het<br />
display weergegeven terwijl het<br />
systeem naar de harde schijf<br />
kopieert.<br />
Wanneer het proces is voltooid,<br />
verdwijnt de statusbalk van het<br />
display.<br />
. . . 184
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 185 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
De volgende bestandstypen<br />
worden niet volledig ondersteund<br />
en worden mogelijk niet afgespeeld<br />
of zonder labelinformatie<br />
weergegeven:<br />
• AAC (Advanced Audio Coding)<br />
• OGG Vorbis<br />
Zonder labelinformatie kunnen deze<br />
bestandstypen alleen aan de hand<br />
van de bestandsnaam worden<br />
geïdentificeerd.<br />
Ondersteuning USB Host<br />
U kunt een USB-stick of externe<br />
harde schijf met USB-aansluiting op<br />
de USB-poort in de middenconsole<br />
aansluiten.<br />
De USB-poort voldoet aan USB-standaards<br />
1.1 en 2.0 en ondersteunt de<br />
volgende overdrachtssnelheden:<br />
• 1,5 Mb/s (lage snelheid)<br />
• 12 Mb/s (volle snelheid)<br />
• 480 Mb/s (hoge snelheid)<br />
BESTANDEN OP DE HARDE<br />
SCHIJF AFSPELEN<br />
Druk op de toets HDD (harde schijf)<br />
om bestanden op de harde schijf af<br />
te spelen.<br />
HDD (harde schijf) en de huidige<br />
afspeelmodus voor de harde schijf<br />
worden op het display<br />
weergegeven.<br />
Het afspelen begint op het punt<br />
waar het eerder was gestopt.<br />
–<br />
Raadpleeg "Draagbaar muziekapparaat"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over het gebruik<br />
van een extra apparaat met de<br />
geluidsinstallatie.<br />
Ondersteunde USB-apparaten<br />
De USB-poort ondersteunt de<br />
volgende apparaten:<br />
• USB-sticks<br />
• Externe harde schijven met USBaansluiting<br />
185 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 186 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Afspeelmodi voor de harde schijf<br />
Wanneer er vanaf de harde schijf<br />
wordt afgespeeld, wordt één van de<br />
volgende afspeelmodi<br />
weergegeven:<br />
• SHUFFLE (shuffle)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus alle inhoud op de harde<br />
schijf in willekeurige volgorde af.<br />
• ARTIST (artiest)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus de inhoud van een<br />
bepaalde artiest af, op alfabetische<br />
volgorde.<br />
• ALBUM (album)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus de inhoud van een geselecteerd<br />
album af, waarbij alle<br />
tracks op volgorde worden<br />
afgespeeld.<br />
• GENRE (genre)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus de inhoud van een<br />
bepaald genre af, op alfabetische<br />
volgorde.<br />
• SONG (liedje)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus alle liedjes af op alfabetische<br />
volgorde.<br />
• PLAYLIST (afspeellijst)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus alle liedjes van een<br />
bepaalde afspeellijst af, in de<br />
volgorde waarin ze aan de<br />
afspeellijst zijn toegevoegd.<br />
• AUDIOBOOK (luisterboek)<br />
Het systeem speelt in deze<br />
modus de inhoud van een luisterboek<br />
af.<br />
. . . 186
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 187 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Menu voor de harde schijf<br />
U kunt de afspeelmodus voor de<br />
harde schijf als volgt wijzigen:<br />
1. Druk op de knop MENU/<br />
SELECT (menu/selecteren) om<br />
het menu voor de harde schijf<br />
weer te geven.<br />
2. Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om de<br />
gewenste optie in het menu<br />
weer te geven.<br />
U kunt kiezen uit een van de onderstaande<br />
standen:<br />
- SHUFFLE SONGS (liedjes<br />
willekeurig)<br />
- PLAYLIST (afspeellijst)<br />
- ARTISTS (artiesten)<br />
- ALBUMS (albums)<br />
- SONG TITLES (titels van<br />
liedjes)<br />
- GENRES (genres)<br />
Snel naar het begin, midden of<br />
einde van de lijst gaan:<br />
1. Druk op de eerste druktoets<br />
onder het display om naar het<br />
begin van de lijst te gaan.<br />
2. Druk op de tweede druktoets<br />
onder het display om naar het<br />
midden van de lijst te gaan.<br />
3. Druk op de derde druktoets<br />
onder het display om naar het<br />
einde van de lijst te gaan.<br />
–<br />
- RECENTLY SAVED (onlangs<br />
opgeslagen)<br />
- AUDIOBOOK (luisterboek)<br />
3. Druk op de knop MENU/<br />
SELECT (menu/selecteren) om<br />
de gewenste optie te markeren.<br />
Houd de druktoets onder het<br />
tabblad FWD of REV ingedrukt om<br />
omhoog of omlaag in de lijst met<br />
artiesten, albums of titels te<br />
bladeren.<br />
187 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 188 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
De instellingen worden hieronder<br />
beschreven.<br />
• SHUFFLE SONGS (liedjes<br />
willekeurig)<br />
Selecteer deze modus om de<br />
inhoud van de harde schijf op<br />
willekeurige volgorde af te<br />
spelen.<br />
• PLAYLIST (afspeellijst)<br />
Selecteer deze modus om de zes<br />
favoriete afspeellijsten weer te<br />
geven.<br />
Selecteer één van de afspeellijsten<br />
en selecteer daarna een<br />
liedje uit de afspeellijst om met<br />
afspelen te beginnen.<br />
Wanneer het liedje is afgelopen,<br />
worden de liedjes in de afspeellijst<br />
afgespeeld in de volgorde<br />
waarin ze aan de afspeellijst zijn<br />
toegevoegd.<br />
Zie "Favorieten op de harde<br />
schijf opslaan" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
• ARTISTS (artiesten)<br />
Het aantal bestanden in deze<br />
modus wordt naast de naam van<br />
de afspeelmodus weergegeven.<br />
Selecteer deze modus om de<br />
liedjes van een bepaalde artiest<br />
af te spelen.<br />
Het systeem geeft een lijst met<br />
artiesten weer. Selecteer een<br />
artiest om de liedjes voor die<br />
artiest weer te geven.<br />
Selecteer een liedje om met<br />
afspelen te beginnen.<br />
Wanneer het liedje is afgelopen,<br />
worden de andere liedjes van de<br />
geselecteerde artiest op alfabetische<br />
volgorde afgespeeld.<br />
• ALBUMS (albums)<br />
Het aantal bestanden in deze<br />
modus wordt naast de naam van<br />
de afspeelmodus weergegeven.<br />
Selecteer deze optie in het menu<br />
om een lijst met albums op de<br />
harde schijf weer te geven.<br />
Selecteer een album om een lijst<br />
met liedjes weer te geven.<br />
Selecteer een liedje om met<br />
afspelen te beginnen.<br />
Wanneer het liedje is afgelopen,<br />
worden de liedjes afgespeeld in<br />
de volgorde waarin ze op het<br />
album staan.<br />
. . . 188
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 189 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• SONG TITLES (titels van liedjes)<br />
Het aantal bestanden in deze<br />
modus wordt naast de naam van<br />
de afspeelmodus weergegeven.<br />
Selecteer deze optie in het menu<br />
om een lijst met liedjes weer te<br />
geven.<br />
Selecteer een liedje om met<br />
afspelen te beginnen.<br />
Wanneer het liedje is afgelopen,<br />
worden alle liedjes op de harde<br />
schijf in alfabetische volgorde<br />
afgespeeld.<br />
• GENRES (genres)<br />
Het aantal bestanden in deze<br />
modus wordt naast de naam van<br />
de afspeelmodus weergegeven.<br />
Selecteer deze optie in het menu<br />
om een lijst genres of muziektypen,<br />
zoals klassieke muziek of<br />
jazz, weer te geven.<br />
Selecteer een genre om een lijst<br />
met liedjes weer te geven.<br />
Selecteer een liedje om met<br />
afspelen te beginnen.<br />
Wanneer het liedje is afgelopen,<br />
worden de andere liedjes van<br />
hetzelfde genre op alfabetische<br />
volgorde afgespeeld.<br />
• RECENTLY SAVED (onlangs<br />
opgeslagen)<br />
Selecteer deze optie in het menu<br />
om de laatste 50 liedjes te zien<br />
die zijn toegevoegd sinds het<br />
voertuig voor het laatst is<br />
gestart.<br />
De liedjes worden in twee groepen<br />
verdeeld: liedjes die van cd's<br />
zijn opgenomen en liedjes die<br />
van USB-apparaten zijn<br />
opgenomen.<br />
Selecteer een liedje om met<br />
afspelen te beginnen.<br />
–<br />
189 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 190 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
• AUDIBLEBOOK (audible.com ®<br />
luisterboek)<br />
Selecteer deze optie in het menu<br />
om luisterboeken af te spelen die<br />
van www.audible.com ® zijn<br />
gedownload.<br />
Luisterboeken van www.audible.com<br />
® kunnen op cd worden<br />
gebrand of naar een USB-opslagapparaat<br />
worden gekopieerd en<br />
daarna op de harde schijf worden<br />
opgeslagen.<br />
Wanneer u luisterboeken van<br />
audible.com ® wilt afspelen,<br />
moet u het voertuig activeren als<br />
een speler voor gedownloade<br />
inhoud. Het radiosysteem activeert<br />
het audible.com ® -systeem<br />
wanneer er informatie op een cd<br />
in de cd-/dvd-speler of op een<br />
aangesloten USB-apparaat wordt<br />
gevonden. U heeft het VIN-nummer<br />
nodig om uw voertuig te<br />
activeren.<br />
Favorieten op de harde schijf<br />
opslaan<br />
Druk bij het afspelen vanaf de harde<br />
schijf op de toets FAV (favorieten)<br />
om tussen de modi "Favorieten"<br />
voor de druktoets te wisselen. De<br />
volgende modi voor favorieten<br />
worden ondersteund:<br />
• PLAYLIST (afspeellijst)<br />
Druk in deze modus op de druktoets<br />
voor de gewenste afspeellijst<br />
en houd deze ingedrukt om<br />
de huidige track aan die afspeellijst<br />
toe te voegen.<br />
• ARTIST (artiest)<br />
Druk in deze modus op de<br />
gewenste druktoets en houd<br />
deze ingedrukt om de huidige<br />
artiest aan die favorietenlocatie<br />
toe te voegen.<br />
• ALBUM (album)<br />
Druk in deze modus op de<br />
gewenste druktoets en houd<br />
deze ingedrukt om het huidige<br />
album aan die favorietenlocatie<br />
toe te voegen.<br />
• GENRES (genres)<br />
Druk in deze modus op de<br />
gewenste druktoets en houd<br />
deze ingedrukt om het huidige<br />
genre aan die favorietenlocatie<br />
toe te voegen.<br />
. . . 190
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 191 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Favorieten op de harde schijf<br />
configureren<br />
1. Druk op de toets CONFIG (configureren)<br />
om het instellingenmenu<br />
voor de radio weer te<br />
geven.<br />
2. Druk op de druktoets onder<br />
HDD (harde schijf) om de<br />
beschikbare favorietenmodi<br />
weer te geven.<br />
3. Druk op de druktoets onder het<br />
label "Favorieten" om de favorietenmodi<br />
in te stellen.<br />
De beschikbare favorietenmodi<br />
worden gemarkeerd.<br />
EEN OPGENOMEN LIEDJE OF CA-<br />
TEGORIE VERWIJDEREN<br />
U moet een liedje in één van de<br />
afspeellijsten selecteren of u moet<br />
naar een liedje luisteren om het te<br />
verwijderen.<br />
Druk op de harde toets DEL<br />
(verwijderen).<br />
Als u een volledige categorie wilt<br />
verwijderen, selecteert u de categorie<br />
en drukt u op de harde toets DEL<br />
(verwijderen).<br />
GRACENOTE ® -DATABASE<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
• Van audio-cd's naar de harde<br />
schijf opnemen<br />
- Informatie over liedje, artiest,<br />
album en genre voor de audiocd<br />
De muziekherkenningsservice,<br />
muziekherkenningstechnologie en<br />
de bijbehorende gegevens van<br />
Gracenote worden geleverd door<br />
Gracenote ® . Gracenote is de industriestandaard<br />
in muziekherkenningstechnologie<br />
en de<br />
bijbehorende aanlevering van<br />
inhoud. Ga voor meer informatie<br />
naar www.gracenote.com.<br />
–<br />
191 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 192 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Cd- en muziekgerelateerde gegevens<br />
van Gracenote, Inc., copyright<br />
© 2000-2007 Gracenote. Gracenote<br />
Software, copyright © 2000-2007<br />
Gracenote. Dit product en deze<br />
service kan betrekking hebben op<br />
één of meer van de volgende patenten<br />
in de Verenigde Staten:<br />
#5,987,525; #6,061,680;<br />
#6,154,773, #6,161,132,<br />
#6,230,192, #6,230,207,<br />
#6,240,459, #6,330,593 en andere<br />
patenten die al zijn uitgegeven of<br />
nog in behandeling zijn. Sommige<br />
services worden onder licentie van<br />
Open Globe, Inc. voor VS-patent:<br />
#6,304,523 uitgegeven.<br />
Gracenote en CDDB zijn geregistreerde<br />
handelsmerken van Gracenote.<br />
Het logo en logotype van<br />
Gracenote en het logo "Powered by<br />
Gracenote" zijn handelsmerken van<br />
Gracenote.<br />
Meer informatie over het gebruik<br />
van de Gracenote Service leest u op<br />
www.gracenote.com/corporate.<br />
De gegevens die door de Gracenote<br />
® Music Recognition Service<br />
worden geleverd zijn niet gegarandeerd<br />
100%.<br />
Met betrekking tot het gebruik van<br />
de Gracenote muziekherkenningsservice.<br />
Wanneer u dit product wilt<br />
gebruiken, moet u akkoord gaan<br />
met de volgende artikelen.<br />
Deze toepassing of dit apparaat<br />
bevat software van Gracenote, Inc.<br />
uit Emeryville, Californië<br />
("Gracenote").<br />
De software van Gracenote (de<br />
"Gracenote-software") zorgt dat<br />
deze toepassing disks en/of bestanden<br />
kan identificeren en muziekgerelateerde<br />
informatie kan ophalen,<br />
waaronder informatie over naam,<br />
artiest, track en titel ("Gracenotegegevens")<br />
van on-line servers of<br />
geïntegreerde databases (gezamenlijk<br />
genoemd "Gracenote-servers"),<br />
en andere functies.<br />
U mag de Gracenote-gegevens<br />
alleen gebruiken voor de functies<br />
die voor de eindgebruiker van deze<br />
toepassing of dit apparaat zijn<br />
bedoeld. U gaat ermee akkoord dat<br />
u de Gracenote-gegevens, de<br />
Gracenote-software en de Gracenote-servers<br />
alleen voor uw eigen, nietcommerciële<br />
gebruik aanwendt. U<br />
gaat ermee akkoord dat u de Gracenote-software<br />
of Gracenote-gegevens<br />
niet toekent, kopieert,<br />
overdraagt of verzendt aan derden.<br />
. . . 192
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 193 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
U GAAT ERMEE AKKOORD DE<br />
GRACENOTE-GEGEVENS, DE<br />
GRACENOTE-SOFTWARE OF DE<br />
GRACENOTE-SERVERS NIET TE<br />
GEBRUIKEN OF EXPLOITEREN,<br />
TENZIJ HIER EXPLICIET TOESTEM-<br />
MING VOOR WORDT VERLEEND. U<br />
gaat ermee akkoord dat uw nietexclusieve<br />
licentie voor het gebruik<br />
van de Gracenote-gegevens, de<br />
Gracenote-software en de Gracenote-servers<br />
wordt beëindigd wanneer<br />
u deze bepalingen overschrijdt.<br />
Wanneer uw licentie wordt beëindigd,<br />
gaat u ermee akkoord dat u<br />
alle gebruik van de Gracenote-gegevens,<br />
de Gracenote-software en de<br />
Gracenote-servers staakt.<br />
Gracenote behoudt alle rechten op<br />
de Gracenote-gegevens, de Gracenote-software<br />
en de Gracenoteservers,<br />
inclusief alle<br />
eigendomsrechten.<br />
Onder geen beding is Gracenote<br />
aansprakelijk voor betaling aan u als<br />
vergoeding voor informatie die u<br />
verstrekt. U gaat ermee akkoord dat<br />
Gracenote, Inc. zijn rechten in deze<br />
overeenkomst direct tegen u kan<br />
doen gelden in de eigen naam.<br />
De Gracenote-service gebruikt een<br />
unieke identificatieode om verzoeken<br />
voor de statistieken te volgen.<br />
Het doel van een willekeurig toegewezen<br />
numerieke identificatiecode<br />
is de verzoeken voor deze Gracenote-service<br />
te tellen zonder dat er<br />
informatie over u wordt doorgegeven.<br />
Zie voor meer informatie de<br />
internetpagina voor het privacybeleid<br />
van Gracenote met betrekking<br />
tot de Gracenote-service.<br />
De Gracenote-software en elk item<br />
van de Gracenote-gegevens<br />
worden onder licentie zoals deze bij<br />
aflevering was aan u verleend.<br />
Gracenote biedt geen verdere<br />
verklaringen of garanties, expliciet<br />
of impliciet, met betrekking tot de<br />
nauwkeurigheid van de Gracenotegegevens<br />
van de Gracenote-servers.<br />
Gracenote behoudt het recht voor<br />
gegevens van de Gracenote-servers<br />
te verwijderen of gegevenscategorieën<br />
te wijzigen wanneer Gracenote<br />
dit nodig acht.<br />
Er wordt geen garantie gegeven dat<br />
de Gracenote-software of Gracenote-servers<br />
zonder fouten zijn of dat<br />
de werking van de Gracenote-software<br />
of Gracenote-servers ononderbroken<br />
verloopt.<br />
–<br />
193 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 194 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Gracenote is niet verplicht u te voorzien<br />
van verbeterde of extra gegevenstypen<br />
of -categorieën die<br />
Gracenote mogelijk in de toekomst<br />
levert en kan de services van Gracenote<br />
op elk moment beëindigen.<br />
GRACENOTE WIJST ALLE GARAN-<br />
TIES, ZOWEL EXPLICIET ALS IMPLI-<br />
CIET, AF, INCLUSIEF, MAAR NIET<br />
BEPERKT TOT GARANTIES VAN<br />
VERKOOPBAARHEID, GESCHIKT-<br />
HEID VOOR EEN BEPAALD DOEL,<br />
TITEL EN NIET-OVERTREDING.<br />
GRACENOTE GEEFT GEEN GARAN-<br />
TIE OP DE RESULTATEN DIE<br />
WORDEN VERKREGEN DOOR UW<br />
GEBRUIK VAN DE GRACENOTE-<br />
SOFTWARE OF EEN GRACENOTE-<br />
SERVER. GRACENOTE IS IN GEEN<br />
ENKEL GEVAL AANSPRAKELIJK<br />
VOOR GEVOLG- OF INCIDENTELE<br />
SCHADE, OF VOOR WINSTVERLIES<br />
OF VERLIES VAN INKOMSTEN.<br />
Cd's met MP3- of WMAbestanden<br />
afspelen (radio<br />
met harde schijf)<br />
De speler herkent MP3- en WMAbestanden<br />
die zijn opgenomen op<br />
CD-R, CD-RW of DVD+/-R of op een<br />
USB-opslagapparaat.<br />
De bestanden moeten op de disk<br />
zijn opgenomen met één van de<br />
volgende bitsnelheden:<br />
• 32 kbps<br />
• 40 kbps<br />
• 56 kbps<br />
• 64 kbps<br />
• 80 kbps<br />
• 96 kbps<br />
• 112 kbps<br />
• 128 kbps<br />
• 160 kbps<br />
• 192 kbps<br />
• 224 kbps<br />
• 256 kbps<br />
• 320 kbps<br />
• variabele bitsnelheid<br />
De titel van het liedje, de naam van<br />
de artiest en de naam van de cd zijn<br />
beschikbaar wanneer de bestanden<br />
zijn opgenomen met ID3-tags<br />
versies 1 en 2.<br />
Wanneer u uw eigen MP3-of WMAcd<br />
op een computer brandt:<br />
. . . 194
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 195 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• Zorg dat de MP3-/WMA-bestanden<br />
op een CD-R, CD-RW of<br />
DVD+/-R of een USB-opslagapparaat<br />
zijn opgenomen.<br />
• Combineer standaardaudio- en<br />
MP3-/WMA-bestanden niet op<br />
één disk.<br />
• Voltooi de cd wanneer u een<br />
MP3-cd met meerdere sessies<br />
brandt.<br />
Het is vaak beter om de cd in<br />
een keer te branden.<br />
• Zorg dat de speellijsten de volgende<br />
extensies hebben:<br />
- .mp3<br />
- .wpl<br />
Bestanden met andere extensies<br />
werken niet altijd.<br />
De speler kan meer dan 255 bestanden<br />
lezen.<br />
De speler herkent geen voorgeprogrammeerde<br />
afspeellijsten op een<br />
disk of USB-opslagapparaat.<br />
De speler herkent echter wel<br />
afspeellijsten die op de harde schijf<br />
zijn gemaakt. Zie "Favorieten op de<br />
harde schijf opslaan" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Lange bestands- of mapnamen of<br />
een combinatie van veel bestanden<br />
en mappen kan ervoor zorgen dat<br />
de speler niet het maximaal aantal<br />
bestanden, mappen of sessies kan<br />
afspelen.<br />
Wanneer u een groot aantal bestanden,<br />
mappen of sessies wilt afspelen,<br />
minimaliseer dan de lengte van<br />
de bestands- of mapnaam.<br />
Er kunnen ook disks met MP3-/<br />
WMA-bestanden of USB-opslagapparaten<br />
zonder bestandsmappen<br />
worden afgespeeld.<br />
U kunt de nummers organiseren op<br />
album door per album een map te<br />
gebruiken. Elke map of album mag<br />
maximaal 18 liedjes bevatten.<br />
De speler kan lagen van maximaal<br />
acht mappen ondersteunen, maar<br />
houd het aantal maplagen minimaal<br />
zodat het eenvoudiger is een<br />
bestand voor afspelen te zoeken.<br />
Wanneer een disk meer dan het<br />
maximaal aantal mappen, sessies of<br />
bestanden bevat, speelt de speler<br />
het maximaal aantal nummers op<br />
de disk af en wordt de rest<br />
genegeerd.<br />
–<br />
195 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 196 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Hoofddirectory<br />
De hoofddirectory wordt als een<br />
map behandeld.<br />
• Wanneer de hoofddirectory of<br />
de disk met MP3-/WMA-bestanden<br />
gecomprimeerde audiobestanden<br />
bevat, dan wordt de<br />
directory weergegeven als F1<br />
MP3.<br />
• Wanneer de hoofddirectory van<br />
een USB-opslagapparaten<br />
gecomprimeerde audiobestanden<br />
bevat, dan wordt de directory<br />
weergegeven als F1 USB.<br />
Alle bestanden die direct onder de<br />
hoofddirectory staan gaan altijd<br />
voor mappen in de hoofddirectory.<br />
Lege directory of map<br />
Wanneer een hoofddirectory of een<br />
map leeg is of alleen mappen bevat,<br />
dan gaat de speler automatisch naar<br />
de volgende map in de bestandsstructuur<br />
die een gecomprimeerd<br />
audiobestand bevat. De lege<br />
map(pen) worden niet weergegeven<br />
of genummerd.<br />
Geen map<br />
Wanneer de disk of het USB-opslagapparaat<br />
alleen gecomprimeerde<br />
audiobestanden bevat zonder<br />
mappen, dan werken de functies<br />
voor de volgende en vorige map<br />
niet.<br />
Wanneer de disk of het USB-apparaat<br />
alleen gecomprimeerde audiobestanden<br />
zonder mappen bevat,<br />
staan alle bestanden onder de<br />
hoofdmap.<br />
F1 MP3 of F1 USB wordt op het<br />
display weergegeven als de naam<br />
van de map.<br />
Afspeelvolgorde<br />
De eerste track onder de hoofddirectory<br />
wordt eerst afgespeeld.<br />
Wanneer alle tracks van de hoofddirectory<br />
zijn afgespeeld, worden de<br />
overige tracks in de volgorde van de<br />
nummering afgespeeld. Wanneer<br />
de laatste track van de laatste map is<br />
afgespeeld, gaat het afspelen verder<br />
met de eerste track in de eerste map<br />
of hoofddirectory.<br />
Wanneer er een nummer uit een<br />
nieuwe map wordt afgespeeld, dan<br />
wordt de naam van het nieuwe<br />
nummer weergegeven. Wanneer de<br />
mapstand is geselecteerd als de<br />
standaardweergavestand, dan<br />
wordt de mapnaam weergegeven.<br />
Zie "Een MP3-audiobestand afspelen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
. . . 196
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 197 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Bestandssysteem en namen<br />
De weergegeven titel van het<br />
nummer wordt overgenomen uit de<br />
ID3-tag van het bestand. Wanneer<br />
er geen titel voor het nummer in de<br />
ID3-tag wordt vermeld, geeft de<br />
radio de bestandsnaam als de naam<br />
van het nummer weer.<br />
Namen van tracks die langer zijn<br />
dan 32 tekens worden ingekort.<br />
Afspeellijsten<br />
De speler herkent geen voorgeprogrammeerde<br />
afspeellijsten op een<br />
disk of USB-opslagapparaat.<br />
De speler herkent echter wel<br />
afspeellijsten die op de harde schijf<br />
zijn gemaakt. Zie "Favorieten op de<br />
harde schijf opslaan" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
EEN MP3-AUDIOBESTAND<br />
AFSPELEN<br />
Schuif de CD gedeeltelijk in de<br />
opening met de label aan de bovenkant.<br />
De speler zal de CD dan geheel<br />
naar binnen trekken.<br />
Raadpleeg "Cd-/dvd-audiospeler"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de toetsen voor de<br />
luidsprekers op dezelfde manier als<br />
voor de radio. Andere bedieningsknoppen<br />
kunnen verschillende<br />
functies hebben wanneer een CD<br />
naar binnen wordt gestoken.<br />
Het nummer en de naam van de<br />
track worden op het display weergegeven<br />
wanneer elke track met<br />
afspelen begint.<br />
Zoeken<br />
Draai de knop TUNE/TONE<br />
(afstemmen/toon) naar rechts of<br />
links om naar de volgende of vorige<br />
track te gaan.<br />
Druk op het rechterpijltje van de<br />
toets SEEK om snel naar het begin<br />
van de volgende track te gaan.<br />
Druk op het linkerpijltje op de toets<br />
SEEK om snel naar het begin van de<br />
huidige of vorige track te gaan.<br />
Als u de toets ingedrukt houdt of<br />
deze meermalen indrukt, zal de<br />
speler de CD verder voorwaarts of<br />
achterwaarts blijven doorspoelen.<br />
–<br />
197 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 198 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Vorige/Volgende map<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
naar de eerste track in de volgende<br />
map te gaan.<br />
Druk op de druktoets onder om<br />
de eerste track in de vorige map af te<br />
spelen.<br />
Snel vooruitspoelen/ Snel<br />
terugspoelen<br />
Houd de toets FWD of <br />
REV ingedrukt om snel naar voren<br />
of terug naar een ander deel van de<br />
disk te gaan.<br />
Laat de toets los voor de normale<br />
afspeelsnelheid.<br />
Het geluid zal tijdens het zoeken<br />
worden onderbroken.<br />
De verstreken tijd verschijnt op het<br />
display terwijl het systeem de CD<br />
voor- of achteruitspoelt.<br />
Willekeurig afspelen<br />
Druk op de druktoets onder SHUF-<br />
FLE (shuffle) om de tracks op een<br />
geselecteerde disk in willekeurige<br />
volgorde af te spelen.<br />
SHUFFLE ON (shuffle aan) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
Druk de toets nogmaals in om deze<br />
voorziening uit te schakelen.<br />
SHUFFLE OFF (shuffle uit) wordt op<br />
het display weergegeven<br />
ZORG VOOR UW CD-SPELER<br />
OF CD-/DVD-AUDIOSPELER<br />
Het gebruik van reinigings-CD's<br />
voor de CD-lens wordt afgeraden.<br />
Het gebruik van lensreinigings-CD's<br />
kan resulteren in de vervuiling van<br />
de optische lens van de CD-speler.<br />
. . . 198
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 199 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
ZORG VOOR UW CD'S EN<br />
DVD'S<br />
Hanteer de cd's/dvd's met grote<br />
zorg. Bewaar ze in de originele<br />
doosjes of andere verpakking en stel<br />
ze niet bloot aan direct zonlicht en<br />
stof. Wanneer het oppervlak van een<br />
cd/dvd vervuild is, maak dan een<br />
schone, zachte doek vochtig met<br />
een zacht sopje en veeg de cd/dvd<br />
vanuit het midden naar de randen<br />
schoon.<br />
Raak het signaaloppervlak onder<br />
geen enkele omstandigheid aan<br />
tijdens het hanteren van een schijf.<br />
Houd schijven vast bij de buitenrand<br />
of bij het middelste gat en de<br />
buitenrand.<br />
FOUTMELDINGEN<br />
Wanneer DISC ERROR wordt weergegeven<br />
en/of de cd uit het apparaat<br />
komt, dan is er een storing. De<br />
oorzaak kan extreme hitte, oneffen<br />
wegdek, vocht of een beschadigde<br />
of onjuist geplaatste cd zijn. De cd<br />
kan niet worden afgespeeld of kan<br />
uit het apparaat worden geworpen.<br />
Tenzij de cd beschadigd is, zal de cd<br />
normaal afspelen wanneer de<br />
omstandigheden weer normaal zijn.<br />
Er kan zich een storing voordoen<br />
wanneer de afspeellijst, gecomprimeerde<br />
audiobestanden of gegevensbestanden<br />
een formaat hebben<br />
dat niet door de speler wordt<br />
ondersteund.<br />
Bij het afspelen van een CD-R kan de<br />
geluidskwaliteit minder zijn als<br />
gevolg van de kwaliteit van de CD-<br />
R, de opnamemethode, de kwaliteit<br />
van de opgenomen muziek of de<br />
manier waarop de CD-R is behandeld.<br />
Het gevolg kan zijn overslaan,<br />
problemen met het vinden van<br />
tracks en/of met het in- en uitvoeren<br />
van CD-R's.<br />
Plak geen papieren labels op de cd's<br />
omdat ze in de cd-speler kunnen<br />
blijven steken.<br />
Indien storingen steeds weer plaatsvinden<br />
of indien een storing niet kan<br />
worden verholpen, neem dan<br />
contact op met uw dealer.<br />
Geef foutcodes die misschien op het<br />
display zijn verschenen aan uw<br />
dealer.<br />
–<br />
199 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 200 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
DRAAGBAAR<br />
MUZIEKAPPARAAT<br />
Er kan een draagbaar muziekapparaat,<br />
zoals een MP3-speler, iPod,<br />
PDA, laptop (met microfooningang)<br />
of een cassettespeler, worden<br />
aangesloten op de geluidsinstallatie;<br />
dit kan via de radio en de luidsprekers<br />
worden afgespeeld.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een cd-wisselaar:<br />
Gebruik de extra aansluiting om<br />
een iPod op de geluidsinstallatie<br />
aan te sluiten. Zie "Een draagbaar<br />
muziekapparaat op de extra<br />
aansluiting aansluiten" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een harde schijf:<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
USB-poort en een speciale kabel<br />
voor de USB-/extra aansluiting<br />
waarmee een iPod of een iPod<br />
Nano op de geluidsinstallatie<br />
kan worden aangesloten.<br />
Zie "Een iPod via de USB-poort<br />
aansluiten" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Sluit andere soorten draagbare<br />
muziekspeler via de extra aansluiting<br />
aan op de radio.<br />
EEN DRAAGBAAR MUZIEKAPPA-<br />
RAAT OP DE EXTRA AANSLUI-<br />
TING AANSLUITEN<br />
Sluit een kabel met een stekker van<br />
3,5 mm van het draagbare muziekapparaat<br />
aan op de extra aansluiting<br />
in het opbergvak in de<br />
middenconsole.<br />
AUX INPUT DEVICE (extra apparaat)<br />
wordt op het display<br />
weergegeven.<br />
Wanneer er een apparaat is aangesloten,<br />
begint de radio automatisch<br />
met het afspelen van geluid van het<br />
apparaat via de luidsprekers van het<br />
voertuig.<br />
. . . 200
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 201 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Volumeregelaar<br />
Draai de knop VOL (volume/aan)<br />
naar rechts om het volume harder<br />
en naar links om het volume zachter<br />
te zetten.<br />
U kunt het volume van het draagbare<br />
apparaat instellen op het gewenste<br />
volume.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een cd-wisselaar, moet u op<br />
AUX drukken om het extra apparaat<br />
te selecteren.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een harde schijf, moet u op CD/<br />
AUX om naar een extra apparaat te<br />
zoeken.<br />
Wanneer er geen extra apparaat<br />
wordt gevonden, wordt NO AUX<br />
INPUT DEVICE FOUND (geen extra<br />
apparaat gevonden) op het display<br />
weergegeven.<br />
Druk op FM/AM om de radio weer<br />
in te schakelen.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een cd-wisselaar, moet u op<br />
CD/AUX drukken om over te schakelen<br />
van het draagbare muziekapparaat<br />
naar een cd.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een harde schijf, moet u op CD/<br />
AUX drukken om over te schakelen<br />
van het draagbare muziekapparaat<br />
naar een cd.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een harde schijf, moet u op<br />
HDD (harde schijf) drukken om het<br />
menu voor de harde schijf weer te<br />
geven.<br />
Het draagbare muziekapparaat blijft<br />
afspelen. Gebruik de knoppen om te<br />
stoppen met afspelen.<br />
–<br />
201 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 202 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
EEN IPOD VIA DE USB-POORT<br />
AANSLUITEN<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een cd-wisselaar, zie dan "Een<br />
draagbaar muziekapparaat op de<br />
extra aansluiting aansluiten" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het aansluiten van een iPod<br />
op de geluidsinstallatie.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
USB-poort en een speciale kabel<br />
voor de USB-/extra aansluiting<br />
waarmee een iPod of een iPod Nano<br />
op de geluidsinstallatie kan worden<br />
aangesloten.<br />
Er kan geen standaard USB-kabel<br />
voor een iPod worden gebruikt.<br />
Sluit de kabel voor USB/extra<br />
aansluiting aan op de iPod. Sluit<br />
daarna het andere uiteinde van de<br />
kabel aan op de extra aansluiting en<br />
de USB-poort.<br />
Wanneer de motor draait en de iPod<br />
goed is aangesloten, wordt het logo<br />
van GM op het display van de iPod<br />
weergegeven. De radio begint automatisch<br />
geluid af te spelen via de<br />
luidsprekers. Er wordt informatie<br />
over het liedje op het display van de<br />
iPod weergegeven.<br />
Opmerking:<br />
Zorg dat de laatste firmware voor<br />
de iPod van Apple ® is geïnstalleerd.<br />
Ga voor meer informatie<br />
naar www.apple.com/itunes.<br />
Gebruik de toetsen voor geluidsvolume,<br />
toon en de luidsprekers op<br />
dezelfde manier als voor de radio.<br />
Wanneer u de iPod wilt loskoppelen<br />
van de USB-poort, moet u eerst op<br />
de druktoets onder EJECT (uitwerpen)<br />
op het afspeelscherm van de<br />
iPod drukken.<br />
De batterij van de iPod wordt automatisch<br />
opgeladen wanneer het<br />
contact is ingeschakeld of in de<br />
accessoirestand staat. Wanneer het<br />
contact wordt uitgeschakeld terwijl<br />
er een iPod is aangesloten met de<br />
kabel voor de USB/extra aansluiting,<br />
dan wordt de batterij van de iPod<br />
niet meer opgeladen en wordt de<br />
iPod automatisch uitgeschakeld.<br />
Sommige oudere iPods kunnen niet<br />
met de kabel voor de USB/extra<br />
aansluiting worden aangesloten.<br />
Wanneer de kabel voor de USB/<br />
extra aansluiting ontbreekt of<br />
wanneer het een ouder model iPod<br />
is, zie dan "Een draagbaar muziekapparaat<br />
op de extra aansluiting<br />
aansluiten" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor het aansluiten van een iPod op<br />
de radio.<br />
Ga naar uw dealer wanneer de kabel<br />
voor USB/extra aansluiting moet<br />
worden vervangen.<br />
. . . 202
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 203 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Menu voor de iPod<br />
Druk op de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om het menu<br />
voor de iPod op de harde schijf weer<br />
te geven.<br />
Draai de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om de gewenste<br />
optie in het menu weer te geven.<br />
Druk op de knop MENU/SELECT<br />
(menu/selecteren) om de gewenste<br />
optie te markeren.<br />
Geluidsbron kiezen<br />
Er zijn drie manieren om de gewenste<br />
geluidsbron te selecteren:<br />
• Druk op CD/AUX om het afspelen<br />
van de iPod te stoppen en<br />
over te schakelen naar de cd-/<br />
dvd-audiospeler.<br />
Het audiosysteem moet van een<br />
CD zijn voorzien.<br />
• Druk op FM/AM om het afspelen<br />
van de iPod te stoppen en<br />
over te schakelen op de radio.<br />
• Druk op HDD (harde schijf) om<br />
het menu voor de harde schijf<br />
weer te geven.<br />
Zie "Menu voor de harde schijf"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Druk nog een keer op CD/AUX om<br />
het afspelen van de iPod te<br />
hervatten.<br />
–<br />
203 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 204 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
AUDIOTOETSEN OP<br />
STUURWIEL<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
stuur met audiobediening.<br />
Geluidsbron kiezen (waar<br />
aanwezig)<br />
Opmerking: deze functie is niet<br />
beschikbaar op de <strong>CTS</strong>-V.<br />
Druk op om tussen de beschikbare<br />
audiobronnen te schakelen:<br />
• AM-band (waar aanwezig)<br />
• MW-band (waar aanwezig)<br />
• FM-band<br />
• Tv-tuner (waar aanwezig)<br />
A<br />
• CD-wisselaar (indien van<br />
toepassing)<br />
• Cd-/dvd-audiospeler (waar<br />
aanwezig)<br />
• Cd-/dvd-speler (waar aanwezig)<br />
• Harde schijf (waar aanwezig)<br />
• Extra apparaat<br />
De beschikbaarheid van geluidsbronnen<br />
is afhankelijk van het<br />
audiosysteem of het navigatiesysteem<br />
waarmee uw voertuig is<br />
uitgerust.<br />
. . . 204
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 205 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
B<br />
C<br />
D<br />
Volumeregelaar<br />
Druk op de omhoog of omlaag<br />
wijzende pijl op de volumetoets <br />
om het volume te verhogen of te<br />
verlagen.<br />
Toets Mute op het stuurwiel/<br />
Toets stemherkenning navigatiesysteem<br />
(indien van toepassing)<br />
Bij het navigatiesysteem regelt de<br />
toets het spraakherkenningssysteem.<br />
Zie de afzonderlijke handleiding<br />
van het navigatiesysteem voor<br />
meer informatie over hoe u dit<br />
systeem moet gebruiken.<br />
Druk bij voertuigen zonder navigatiesysteem<br />
op en laat los om het<br />
geluid uit te schakelen. Druk nog<br />
een keer om het geluid weer in te<br />
schakelen.<br />
–<br />
Zoeken<br />
Druk op de bovenkant of onderkant<br />
van schakelaar om snel naar de<br />
volgende of vorige vooraf ingestelde<br />
radiozender op de huidige golflengte<br />
te gaan.<br />
De radio zal niet stoppen bij radiozenders<br />
met zwakke ontvangst.<br />
Als er een cd wordt afgespeeld, kunt<br />
u met het pijltje omhoog of omlaag<br />
de volgende of vorige track op de<br />
disk selecteren.<br />
205 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 206 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
BEVEILIGING TEGEN<br />
DIEFSTAL<br />
THEFTLOCK is bedoeld om diefstal<br />
van de radio te ontmoedigen door<br />
een deel van het VIN-nummer te<br />
leren.<br />
De beveiliging tegen diefstal is automatisch<br />
ingesteld en hoeft niet te<br />
worden geprogrammeerd.<br />
Het systeem wordt automatisch<br />
ingeschakeld, zodra het contact<br />
wordt uitgezet.<br />
Uw radio werkt niet als hij is gestolen<br />
of in een ander voertuig is<br />
gemonteerd.<br />
ANTENNE<br />
De antenne is samen met de draden<br />
van de achterruitverwarming in de<br />
achterruit geïntegreerd.<br />
De stekker van de antenne moet<br />
stevig op de stijl op het glas worden<br />
bevestigd voor een goede radioontvangst.<br />
OPMERKING<br />
Breng later geen getinte folie aan<br />
op de ruiten. De metallic laag in<br />
sommige getinte folie-producten<br />
zorgt voor interferentie met of<br />
verstoort de binnenkomende<br />
radio-ontvangst.<br />
U kunt zo de antenne beschadigen<br />
en een heldere ontvangst<br />
door de radio belemmeren. De<br />
reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik geen scheermesje of<br />
ander scherp voorwerp op de<br />
voorruit of achterruit. Voorkom<br />
krassen op de binnenkant van de<br />
voorruit of achterruit en zorg dat<br />
de draden niet beschadigd<br />
raken.<br />
U kunt zo de antenne beschadigen<br />
en een heldere ontvangst<br />
door de radio belemmeren. De<br />
reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
. . . 206
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 207 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ NAVIGATIESYSTEEM<br />
(INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
Het navigatiesysteem bevindt zich in<br />
het midden van het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Het systeem bestaat uit bedieningstoetsen<br />
en een scherm en is<br />
uitgerust met een navigatie-geleidingssysteem<br />
met routeplanner.<br />
Het kan tevens zijn voorzien van de<br />
volgende functies of informatie:<br />
• Audiosysteem<br />
• een programmeerbaar<br />
adressenboek<br />
• plaatsen van belang<br />
Het navigatiesysteem kan ook interactief<br />
met de radio reageren voor<br />
het ontvangen van verkeersinformatie,<br />
weerberichten en<br />
noodtoestanden.<br />
Het navigatiesysteem kan ook zijn<br />
voorzien van een televisietuner.<br />
Zie voor informatie over het navigatiebegeleidingssysteem,<br />
radio, cd-/<br />
dvd-speler, televisietuner en spraakherkenning<br />
de aparte handleiding<br />
voor het navigatiesysteem.<br />
TELEVISIESYSTEEM (WAAR<br />
AANWEZIG)<br />
De televisietuner geeft het geluid en<br />
beeld van de televisie via het<br />
navigatiesysteem.<br />
–<br />
207 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 208 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ BEDIENINGSORGANEN<br />
OP STUURWIEL/STUUR-<br />
KOLOM<br />
De volgende bedieningsorganen<br />
zijn op het stuurwiel en de stuurkolom<br />
aangebracht.<br />
A<br />
B<br />
Stuurkolomschakelaar<br />
Gebruik deze toets om de volgende<br />
functies te regelen:<br />
• Richtingaanwijzers<br />
• Exterieurverlichting<br />
• Mistlampen<br />
Raadpleeg voor meer informatie de<br />
rubriek "Stuurkolomschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar<br />
C D E F C<br />
Beweeg de grote schakelaar aan<br />
de zijkant van het stuurwiel naar<br />
boven of beneden om de ruitenwissers<br />
in of uit te schakelen.<br />
Zie "Ruitenwisser/ruitensproeierschakelaar"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 208
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 209 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Claxon<br />
De claxon wordt ingeschakeld door<br />
op de symbolen op het stuurwiel<br />
te drukken.<br />
Contactslot<br />
Zie "Starten en bedieningsvoorschriften"<br />
voor meer informatie over<br />
het contactslot .<br />
Bediening van het elektrisch<br />
instelbare, telescopische<br />
stuurwiel<br />
Het stuurwiel kan onder de gewenste<br />
hoek en op gewenste afstand van<br />
de bestuurder worden geplaatst.<br />
De bedieningsschakelaar bevindt<br />
zich op de stuurkolom.<br />
Verstellingshendel voor stuurwiel<br />
(indien van toepassing)<br />
U kunt het stuurwiel afstellen door<br />
het wiel vast te houden en de<br />
hendel omlaag te trekken.<br />
Beweeg het stuurwiel daarna<br />
omhoog of omlaag, of naar voren<br />
en naar achteren.<br />
Zet het stuurwiel in de gewenste<br />
stand en druk de hendel daarna<br />
omhoog om het stuurwiel op zijn<br />
plaats te vergrendelen.<br />
–<br />
209 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 210 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Geheugen<br />
Stuurwielschakelaars<br />
Uw voertuig is voorzien van bedieningsorganen<br />
op het stuurwiel <br />
voor de volgende systemen:<br />
• Cruise control<br />
Zie onder "Cruise control" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor aanvullende<br />
informatie.<br />
Elektrisch instelbare, telescopische<br />
stuurkolom (indien van<br />
toepassing)<br />
Beweeg de schakelaar in de richting<br />
waarin u het stuurwiel wenst te<br />
verplaatsen. Beweeg de schakelaar<br />
omhoog of omlaag om de stuurkolom<br />
omhoog of omlaag te kippen.<br />
Beweeg de schakelaar in de richting<br />
van de voorkant van het voertuig<br />
om het stuurwiel verder van u af<br />
naar voren te bewegen. Beweeg de<br />
schakelaar in de richting van de<br />
achterkant van het voertuig om het<br />
stuurwiel dichter naar u toe te<br />
bewegen.<br />
• Toets Stabilitrak ® /toets tractieregelsysteem<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
Druk op de toets TC en laat weer<br />
los om het systeem uit te<br />
schakelen.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
-Tractieregelsysteem<br />
- Stabilitrak ® -systeem<br />
. . . 210
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 211 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• Audiosysteem<br />
Uw voertuig is uitgerust met<br />
radiotoetsen op het stuurwiel.<br />
Raadpleeg "Audiosysteem" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• Toets spraakherkenning navigatiesysteem<br />
(waar van toepassing)<br />
Bij het navigatiesysteem regelt<br />
de toets systeem. Zie afzonderlijke<br />
handboek voor het navigatiesysteem<br />
voor meer<br />
informatie.<br />
• Schakelflippers automatische<br />
transmissie (waar aanwezig)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische transmissie,<br />
dan is het voertuig voorzien<br />
van schakelflippers; u schakelt<br />
met de schakelaars op de achterkant<br />
van het stuurwiel.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie:<br />
- Schakelflippers automatische<br />
transmissie<br />
–<br />
211 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 212 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ STUURKOLOMSCHAKE-<br />
LAAR<br />
Richtingaanwijzers<br />
Wanneer u aan wilt geven dat u af<br />
gaat slaan, zet u de hendel helemaal<br />
omhoog of omlaag. Na het afslaan<br />
gaat de hendel automatisch terug.<br />
Wanneer u naar een andere rijbaan<br />
wilt gaan, kunt u de hendel omhoog<br />
of omlaag zetten tot het pijltje<br />
begint te knipperen. Houd de<br />
hendel even vast tot u op de andere<br />
rijbaan rijdt.<br />
Op het instrumentenpaneel knippert<br />
een pijl drie keer in de richting<br />
van de bocht of rijbaanwisseling.<br />
Wanneer de richtingaanwijzers<br />
langer dan 1 km ingeschakeld blijven,<br />
klinkt er een gongsignaal en<br />
het bericht TURN SIGNAL ON<br />
(richtingaanwijzer aan) verschijnt in<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder om u eraan te herinneren<br />
deze uit te schakelen. Wanneer u<br />
de richtingaanwijzers langer wenst<br />
te laten werken, schakel ze dan even<br />
uit en meteen weer in.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Indien een pijl sneller knippert dan<br />
normaal wanneer u de richtingaanwijzers<br />
laat werken om verandering<br />
van richting of rijbaan aan te geven,<br />
dan kan een gloeilamp defect zijn.<br />
Controleer de gloeilampen van de<br />
voorste en achterste<br />
richtingaanwijzers.<br />
Indien de pijlen in het geheel niet<br />
knipperen wanneer u richtingverandering<br />
of verandering van rijbaan<br />
aangeeft, controleer dan op defecte<br />
gloeilampen en op een defecte<br />
zekering.<br />
Zie "Zekeringen en stroomonderbrekers"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Schakelaars koplampen<br />
Zie voor meer informatie onder<br />
"VERLICHTING" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
. . . 212
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 213 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Grootlicht-/dimlichtschakelaar<br />
Trek de schakelaar in de richting van<br />
het stuurwiel om dimlicht in te schakelen,<br />
of druk hem in de richting van<br />
het instrumentenpaneel om grootlicht<br />
in te schakelen.<br />
Bij ingeschakeld grootlicht brandt<br />
de controlelamp op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
U kunt met het grootlicht knipperen<br />
om andere bestuurders te signaleren<br />
wanneer de koplampen in de<br />
dimlichtstand of in de dagverlichtingsstand<br />
(waar van toepassing)<br />
staan.<br />
Om de lampen daartoe te gebruiken,<br />
moet u de multifunctionele<br />
hendel naar u toe trekken en weer<br />
loslaten.<br />
Wanneer de koplampen op groot<br />
licht staan terwijl het contact wordt<br />
uitgeschakeld, gaat het groot licht<br />
branden wanneer u de volgende<br />
keer het voertuig start.<br />
■ RUITENWISSERS-/RUI-<br />
TENSPROEIERSCHAKE-<br />
LAAR<br />
Duw de schakelaar omlaag richting<br />
en laat hem vervolgens los om<br />
de ruitenwissers een enkele wisbeweging<br />
te laten maken. Houd de<br />
schakelaar in deze stand om de<br />
ruitenwissers meerdere wisbewegingen<br />
te laten maken.<br />
U kunt de wisbewegingen met<br />
intervallen laten bewegen door de<br />
hendel in de eerste stand omhoog<br />
te zetten. U kunt het interval tussen<br />
de cycli aanpassen door de ring<br />
omhoog of omlaag te draaien.<br />
Opmerking:<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het systeem met regenafhankelijke<br />
ruitenwissers, controleert<br />
de sensor de hoeveelheid vocht<br />
op de voorruit en schakelt de<br />
ruitenwissers automatisch in<br />
wanneer dit nodig is.<br />
Duw de hendel omhoog tot 1 (lage<br />
snelheid) of 2 (hoge snelheid),<br />
afhankelijk van de gewenste wissnelheid,<br />
om de ruitenwisser in te<br />
schakelen.<br />
Wanneer u de ruitenwissers wilt<br />
uitschakelen, zet u de schakelaar<br />
weer in de beginstand.<br />
–<br />
213 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 214 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
OPMERKING<br />
Verwijder sneeuw en ijs van de<br />
wisserbladen voordat ze worden<br />
ingeschakeld, om beschadiging<br />
van de wisserbladen en de<br />
wissermotor te voorkomen.<br />
De ruitenwissers worden beschermd<br />
door een stroomonderbreker. Als er<br />
een elektrische overbelasting plaats<br />
vindt, stopt het wissersysteem tot de<br />
motor is afgekoeld.<br />
Ruitenwissers slijten en wissen dan<br />
niet goed meer, waardoor het zicht<br />
wordt verminderd. Vervang versleten<br />
ruitenwissers.<br />
Regenafhankelijke ruitenwissers<br />
(indien van toepassing)<br />
Achter de achteruitkijkspiegel is een<br />
sensor op de voorruit gemonteerd.<br />
De sensor bewaakt de hoeveelheid<br />
vocht op de voorruit en schakelt de<br />
ruitenwissers overeenkomstig automatisch<br />
in.<br />
OPMERKING<br />
Breng geen stickers of andere<br />
voorwerpen aan op de buitenzijde<br />
van de voorruit vóór de regensensor.<br />
De sensor werkt in zo'n<br />
geval niet naar behoren.<br />
De bediening moet in de uit-stand<br />
staan, tenzij de ruitenwissers<br />
moeten worden gebruikt.<br />
Het regenafhankelijke ruitenwissersysteem<br />
wordt ingeschakeld door<br />
de schakelaar in de eerste stand te<br />
zetten en de ring naar één van de vijf<br />
gevoeligheidsniveaus te draaien.<br />
Draai de ring naar u toe voor het<br />
laagste gevoeligheidsniveau en van<br />
u af voor het hoogste niveau.<br />
Telkens als de ring omhoog wordt<br />
gedraaid naar een hogere gevoeligheidspositie<br />
worden de ruitenwissers<br />
een keer bewogen om aan te<br />
geven dat het gevoeligheidsniveau<br />
is verhoogd.<br />
De ruitenwissers werken zowel in een<br />
vertragingsfunctie als een continue<br />
lage of hoge snelheid, afhankelijk van<br />
het ingestelde gevoeligheidsniveau<br />
en de hoeveelheid vocht.<br />
Het regengevoelige ruitenwissersysteem<br />
kan worden geactiveerd door<br />
trillingen. Het systeem kan bijvoorbeeld<br />
worden geactiveerd als iets<br />
tegen de voorruit aankomt of als het<br />
voertuig over een hobbel rijdt.<br />
. . . 214
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 215 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Als het systeem voor een langere<br />
periode wordt aangelaten, kunnen<br />
de ruitenwissers af en toe bewegen<br />
zonder dat de voorruit vochtig is.<br />
Dit is normaal. Het geeft aan dat het<br />
systeem is geactiveerd.<br />
Om deze functie op te heffen en de<br />
ruitenwissers handmatig te bedienen,<br />
zet u de schakelaar in de positie<br />
voor lage of hoge snelheid.<br />
OPMERKING<br />
Schakel om beschadigingen te<br />
voorkomen de ruitenwissers uit<br />
voordat u een wasstraat<br />
binnenrijdt.<br />
De ontwasemings- en sproeierfuncties<br />
werken op de normale manier.<br />
Ze worden niet beïnvloed door het<br />
regenafhankelijke<br />
ruitenwissersysteem.<br />
De koplampen van uw voertuig<br />
gaan automatisch aan wanneer de<br />
regenafhankelijke ruitenwissers<br />
worden geactiveerd. De koplampen<br />
gaan uit wanneer de ruitenwissers<br />
worden uitgeschakeld terwijl het<br />
buiten licht is.<br />
Wanneer er een probleem wordt<br />
waargenomen, worden de regenafhankelijke<br />
ruitenwissers uitgeschakeld.<br />
Stel de vertraging nu<br />
handmatig in.<br />
Zie "Ruitenwisser-/ruitensproeierschakelaar"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Wanneer het probleem blijft<br />
aanhouden, moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
Door wissers ingeschakelde<br />
koplampen<br />
Wanneer de schakelaar voor de<br />
automatische verlichting in de ingeschakelde<br />
stand staat, dan zullen de<br />
koplampen in werking komen<br />
indien de voorruitwissers ongeveer<br />
zes seconden in werking zijn<br />
geweest.<br />
De koplampen gaan onmiddellijk uit<br />
nadat het contact is uitgeschakeld of<br />
nadat de ruitenwissers uitgeschakeld<br />
zijn.<br />
–<br />
215 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 216 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Ruitensproeiers<br />
Druk de schakelaar op het uiteinde<br />
van de hefboom in om de ruitensproeiers<br />
in werking te laten treden.<br />
De sproeiers blijven werken tot u de<br />
schakelaar loslaat. De wissers zullen<br />
de ruit schoonvegen en dan tot stilstand<br />
komen of weer werken met de<br />
vooraf afgestelde snelheid.<br />
Wanneer het ruitensproeierreservoir<br />
bijna leeg is, wordt op het display<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder WASHER FLUID LOW --<br />
ADD FLUID (sproeiervloeistofpeil<br />
laag -- voleistof bijvullen)<br />
weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden zonder ruitensproeiervloeistof<br />
kan gevaarlijk zijn.<br />
Controleer regelmatig het vloeistofpeil<br />
van de ruitensproeiers,<br />
zodat u op elk gewenst moment<br />
gebruik kunt maken van de<br />
ruitensproeiers.<br />
Gebruik als het vriest pas ruitensproeier<br />
als de voorruit is<br />
verwarmd; anders kan zich ijsvorming<br />
voordoen, wat uw zicht<br />
ernstig belemmerd.<br />
Om de koplampen te wassen is het<br />
nodig de voorruitsproeiers in te<br />
schakelen terwijl de koplampen<br />
branden.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Koplampsproeiers<br />
. . . 216
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 217 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Het volgende bericht kan op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder worden<br />
weergegeven.<br />
• HEATED WASHER FLUID WASH<br />
WIPES PENDING (verwarmde<br />
sproeiervloeistof ruitenwissers<br />
bezig)<br />
Nadat u op de toets heeft gedrukt,<br />
kan de eerste verwarmde sproeier-/<br />
wissercyclus 40 seconden worden<br />
vertraagd, afhankelijk van de buitentemperatuur.<br />
Tussen de overige cycli<br />
kan een interval van 20 seconden<br />
zitten.<br />
Het systeem voor de verwarmde<br />
ruitensproeiervloeistof voert vier<br />
verwarmde sproeier-/ruitenwissercycli<br />
uit en wordt daarna<br />
uitgeschakeld.<br />
U kunt het systeem voor de vier cycli<br />
zijn voltooid uitschakelen door nog<br />
een keer op de toets voor de<br />
verwarmde ruitensproeiervloeistof<br />
te drukken.<br />
Het volgende bericht kan op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder worden<br />
weergegeven.<br />
• HEATED WASHER FLUID<br />
SYSTEM OFF (verwarmd<br />
sproeiervloeistofsysteem uit)<br />
Wanneer het systeem bij bepaalde<br />
weersomstandigheden wordt geactiveerd,<br />
kan er stoom uit de sproeiermondstukken<br />
komen voordat er<br />
sproeiervloeistof uitkomt, dit is<br />
normaal.<br />
Wanneer het ruitensproeierreservoir<br />
bijna leeg is, wordt op het display<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder WASHER FLUID LOW --<br />
ADD FLUID (sproeiervloeistofpeil<br />
laag -- voleistof bijvullen)<br />
weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Verwarmde ruitensproeiervloeistof<br />
(waar aanwezig)<br />
Druk op de toets voor de verwarmde<br />
ruitensproeiervloeistof, op het<br />
bedieningspaneel voor het verwarmings-<br />
en airconditioningssysteem,<br />
om het systeem voor de verwarmde<br />
ruitensproeiervloeistof te activeren.<br />
–<br />
217 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 218 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Koplampsproeiers<br />
Om de koplampen te wassen is het<br />
nodig de voorruitsproeiers in te schakelen<br />
terwijl de koplampen branden.<br />
De voorruit en koplampen worden<br />
gesproeid.<br />
De koplampsproeiers worden elke<br />
vijfde keer ingeschakeld dat de<br />
ruitenwissers voor de voorruit<br />
worden geactiveerd.<br />
De koplampen moeten zijn ingeschakeld,<br />
anders kunnen de koplampsproeiers<br />
niet worden ingeschakeld.<br />
Als het peil van de ruitenwisservloeistof<br />
laag is, werken de koplampsproeiers<br />
niet.<br />
Zie "Ruitensproeiervloeistof" in<br />
hoofdstuk 4 voor meer informatie.<br />
. . . 218<br />
■ CRUISE CONTROL<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de cruise controlschakelaar<br />
niet in de ingeschakelde stand<br />
staan wanneer u de cruise<br />
control niet gebruikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is gevaarlijk om de cruise<br />
control in druk verkeer te gebruiken,<br />
evenals op gladde of bochtige<br />
wegen.<br />
Cruise control biedt de mogelijkheid<br />
om uw auto met een snelheid van<br />
ongeveer 40 km/u of sneller met<br />
constante snelheid te laten rijden,<br />
zonder dat u uw voet op het gaspedaal<br />
houdt.<br />
Gebruik de toetsen links van het<br />
stuurwiel om de cruise controle te<br />
bedienen.<br />
Druk niet op de knoppen van de<br />
cruise control tenzij u de cruise<br />
control wilt gebruiken.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 219 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Cruise control inschakelen<br />
1. Druk op de toets voor cruise<br />
controle uit/aan.<br />
Het controlelampje in de toets<br />
brandt wanneer het systeem is<br />
ingeschakeld.<br />
2. Geef gas tot u met de gewenste<br />
snelheid rijdt.<br />
3. Druk op de toets SET en laat<br />
deze los.<br />
4. Neem uw voet van het<br />
gaspedaal.<br />
Wanneer de cruise control wordt<br />
ingeschakeld, zal de cruise controlelamp<br />
in de instrumentengroep ook<br />
gaan branden.<br />
De cruise control werkt niet<br />
wanneer de handrem is ingesteld of<br />
wanneer het remvloeistofpeil in de<br />
hoofdremcilinder laag is.<br />
Wanneer de cruise control is ingeschakeld<br />
en het als optie leverbare<br />
tractieregelsysteem wordt geactiveerd,<br />
zal de cruise control automatisch<br />
worden uitgeschakeld.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
• Stabilitrak ® -systeem<br />
Zodra de omstandigheden weer<br />
normaal zijn, mag u de cruise<br />
control weer inschakelen.<br />
–<br />
219 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 220 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Cruise control uitschakelen<br />
Wanneer u de cruise control tijdelijk<br />
wilt uitschakelen zonder het geheugen<br />
voor de ingestelde snelheid te<br />
wissen, moet u het volgende doen:<br />
• Door het indrukken van het rempedaal<br />
of - indien het voertuig<br />
een handgeschakelde transmissie<br />
heeft - door het indrukken<br />
van het koppelingspedaal.<br />
• Druk op de annuleertoets<br />
van de cruise control.<br />
Wanneer u de cruise control wilt<br />
uitschakelen en het geheugen voor<br />
de ingestelde snelheid wilt wissen,<br />
ga dan als volgt te werk:<br />
• Druk op de toets voor cruise<br />
controle uit/aan.<br />
• Zet het contact in de uitstand.<br />
Het controlelampje gaat uit.<br />
Rijden met de eerder afgestelde<br />
snelheid<br />
Wanneer u de cruise control tijdelijk<br />
heeft uitgeschakeld zonder het<br />
geheugen voor de ingestelde snelheid<br />
te wissen, kunt u de cruise<br />
control als volgt weer inschakelen:<br />
• Druk zodra u 40 km/u of sneller<br />
rijdt even op de toets RES (hervatten/accelereren).<br />
Het voertuig<br />
gaat dan automatisch met de<br />
eerder afgestelde snelheid rijden<br />
en zal deze snelheid handhaven.<br />
. . . 220
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 221 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer u op de toets RES (hervatten/versnellen)<br />
drukt om terug te<br />
keren naar de geselecteerde snelheid,<br />
houd de toets dan niet ingedrukt.<br />
Wanneer u dit wel doet, gaat<br />
het voertuig accelereren en sneller<br />
rijden. Het voertuig blijft sneller<br />
rijden totdat u de toets loslaat of de<br />
rem indrukt.<br />
Het geheugen voor de ingestelde<br />
snelheid voor de cruise control<br />
wordt gewist wanneer u het cruise<br />
controlsysteem of het contact afzet.<br />
Ingestelde snelheid verhogen<br />
Zo verhoogt u de ingestelde<br />
snelheid:<br />
• Houd de toets RES ingedrukt. U<br />
kunt de toets ingedrukt houden<br />
terwijl u accelereert naar de<br />
nieuwe snelheid. Wanneer het<br />
voertuig de gewenste snelheid<br />
heeft bereikt, laat u de toets los.<br />
Het voertuig blijft nu met de<br />
hogere snelheid rijden.<br />
• Wanneer u de toets RES aantikt,<br />
neemt de voertuigsnelheid toe<br />
met 1,6 km/u voor elke tik.<br />
Opmerking:<br />
De versnellingsfunctie werkt<br />
alleen wanneer de snelheid voor<br />
de cruise control al is ingesteld<br />
met de toets SET.<br />
–<br />
221 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 222 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Ingestelde snelheid verlagen<br />
• Houd de toets SET ingedrukt.<br />
De auto gaat langzamer rijden.<br />
Zodra de gewenste, lagere snelheid<br />
is bereikt, laat u de toets los.<br />
De auto zal nu de lagere snelheid<br />
handhaven.<br />
• Door het intikken van de toets<br />
zal de snelheid van uw auto telkens<br />
met 1,6 km/u afnemen.<br />
Andere weggebruikers inhalen<br />
wanneer cruise control is<br />
ingeschakeld<br />
Druk eenvoudig het gaspedaal in<br />
om de snelheid te verhogen. Na het<br />
loslaten van de gaspedaal zal de<br />
auto weer automatisch met de<br />
eerder ingestelde snelheid gaan<br />
rijden en deze snelheid handhaven.<br />
De cruise control op heuvels<br />
gebruiken<br />
Hoe goed het cruise-controlsysteem<br />
werkt op heuvels, hangt af van<br />
verschillende factoren:<br />
• voertuigsnelheid<br />
• voertuigbelasting<br />
• steilheid van de heuvel<br />
Wanneer u een steile heuvel oprijdt,<br />
moet u eventueel het gaspedaal<br />
gebruiken om de snelheid te<br />
handhaven.<br />
Wanneer u bergafwaarts rijdt, moet<br />
u eventueel het rempedaal gebruiken<br />
of terugschakelen om de snelheid<br />
van het voertuig te regelen.<br />
Wanneer de rem wordt ingedrukt,<br />
wordt de cruise control<br />
uitgeschakeld.<br />
. . . 222
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 223 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ SPIEGELS<br />
WAARSCHUWING<br />
Buitenspiegels<br />
Stel de buitenspiegels zodanig af dat<br />
u juist de zijkant van de auto kunt<br />
zien wanneer u in een comfortabele<br />
rijpositie zit.<br />
De buitenspiegel aan de passagierszijde<br />
is convex. Een convexe spiegel<br />
is bolrond zodat u meer kunt zien<br />
vanaf de bestuurdersstoel.<br />
Convex (bolstaand) spiegelglas<br />
heeft een verkleinende werking,<br />
waardoor voorwerpen verder<br />
weg lijken dan ze in werkelijkheid<br />
zijn. Gebruik ook de binnenspiegel<br />
of kijk over uw schouder<br />
voordat een andere rijbaan<br />
wordt gekozen.<br />
A<br />
Elektrisch bediende<br />
buitenspiegels<br />
B<br />
–<br />
Gebruik de knoppen op het<br />
bestuurdersportier om de buitenspiegels<br />
te verstellen.<br />
Druk op om de linkerspiegel of op<br />
om de rechterspiegel te<br />
selecteren.<br />
Gebruik de ronde regelaar om de<br />
spiegel af te stellen.<br />
De stand van de spiegel wordt<br />
versteld door de pijlentoets in de<br />
richting te drukken waarin u de spiegel<br />
wilt verstellen.<br />
223 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 224 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Spiegelverwarming<br />
A<br />
B<br />
De verwarming van de buitenspiegels<br />
werkt in combinatie met de<br />
achterruitverwarming.<br />
Zie "Achterruitverwarming" onder<br />
"Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
A<br />
B<br />
Druk wanneer u klaar bent opnieuw<br />
op de toets of om de selectie<br />
van de spiegel op te heffen.<br />
Zie "Geheugenfunctie" later in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over het programmeren van twee<br />
sets buitenspiegelstanden in het<br />
geheugen.<br />
Elektrisch inklapbare<br />
buitenspiegels<br />
Uw voertuig is uitgerust met elektrisch<br />
inklapbare buitenspiegels. Bij<br />
het binnenrijden van een wasstraat<br />
of in smalle straten raden wij u aan<br />
om altijd de spiegels in te klappen.<br />
Druk op voor het uitklappen van<br />
de spiegel.<br />
Druk op voor het inklappen van<br />
de spiegel.<br />
Klap de spiegels niet met de hand in<br />
of uit.<br />
Anders kunnen de spiegels worden<br />
uitgeschakeld.<br />
. . . 224
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 225 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Een spiegel die niet goed vastzit kan<br />
bij normale snelheden schudden of<br />
klapperen en niet op zijn plaats blijven<br />
zitten.<br />
Wanneer de spiegel ooit los komt te<br />
zitten, moet de spiegel worden<br />
gereset.<br />
Wanneer u een spiegel wilt resetten,<br />
moet u de spiegel in- en uitklappen<br />
met de bediening.<br />
Automatische instelling spiegel<br />
voor het zien van de trottoirband<br />
(indien van toepassing)<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust met<br />
de geheugenfunctie, dan is het ook<br />
voorzien van de functie Automatische<br />
instelling spiegel voor het zien van de<br />
trottoirband.<br />
Wanneer deze functie is ingeschakeld,<br />
wordt de spiegel aan de passagierszijde<br />
omlaag gekanteld wanneer de<br />
versnellingshendel van het voertuig in<br />
R (achteruit) wordt gezet zodat u de<br />
trottoirband kunt zien terwijl u<br />
inparkeert.<br />
Vijf seconden nadat weer uit de stand<br />
R (achteruit) is geschakeld zal de spiegel<br />
weer de normale stand innemen.<br />
U kunt het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder gebruiken om deze functie<br />
in of uit te schakelen.<br />
Raadpleeg het volgende onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie:<br />
• Bijzondere eigenschappen<br />
- PARK TILT MIRRORS (spiegels<br />
kantelen bij parkeren)<br />
Dag-/nacht binnenspiegel<br />
OPMERKING<br />
Spuit geen ruitreiniger rechtstreeks<br />
op de spiegel. Gebruik<br />
voor het reinigen van de spiegel<br />
een met water bevochtigde<br />
doek.<br />
De spiegel heeft draaipunten zodat<br />
u hem zowel omhoog en omlaag als<br />
naar links en rechts kunt bewegen.<br />
–<br />
225 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 226 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Automatisch dimmende<br />
binnenspiegel<br />
Uw auto kan zijn voorzien van de<br />
volledig automatische achteruitkijkspiegel<br />
met een aan/uit-toets aan de<br />
onderkant.<br />
Overdag reflecteert de spiegel al het<br />
licht aan de achterkant van uw auto.<br />
Wanneer in het donker te veel licht<br />
wordt opgevangen, zal het spiegelglas<br />
donker kleuren, zodat slechts<br />
een deel van het licht wordt<br />
gereflecteerd.<br />
De automatische dimfunctie wordt<br />
automatisch ingeschakeld wanneer<br />
het voertuig wordt gestart.<br />
Het controlelampje zal gaan branden<br />
wanneer het systeem aan staat.<br />
Druk op AUTO om deze functie in te<br />
schakelen. Druk op om de functie<br />
uit te schakelen.<br />
Make-up spiegels<br />
Make-up spiegels bevinden zich op<br />
de zonnekleppen. De verlichting<br />
van de spiegels wordt automatisch<br />
in- en uitgeschakeld door het klepje<br />
te bewegen.<br />
■ RAMEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Kinderen, hulpeloze volwassenen<br />
of huisdieren achterlaten in een<br />
voertuig met gesloten ramen is<br />
gevaarlijk. Zij kunnen onwel<br />
worden door extreme hitte en<br />
permanent letsel overhouden of<br />
zelfs overlijden door de hitte. Laat<br />
een kind, hulpeloze volwassene<br />
of huisdier nooit alleen achter in<br />
een voertuig, met name niet<br />
wanneer de ramen gesloten zijn<br />
bij warm of heet weer.<br />
. . . 226
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 227 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat kinderen niet alleen in het<br />
voertuig met de contactsleutel of<br />
een afstandsbediening.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en<br />
bedieningssysteem, kunnen de<br />
voertuigcontact- en startfuncties<br />
worden geactiveerd als de<br />
afstandsbediening in het voertuig<br />
ligt.<br />
De kinderen kunnen de elektrische<br />
ramen of andere regelaars<br />
bedienen en kunnen het voertuig<br />
zelfs starten en laten rijden.<br />
Een kind of anderen kunnen<br />
gewond raken of zelfs gedood.<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
WAARSCHUWING<br />
Kinderen kunnen ernstig of<br />
dodelijk gewond raken wanneer<br />
ze vast komen te zitten in een<br />
sluitend raam.<br />
Wanneer er kinderen in het voertuig<br />
zitten, moet u de blokkeringsfunctie<br />
voor het raam<br />
gebruiken om te voorkomen dat<br />
ze de elektrisch bediende ramen<br />
bedienen.<br />
Elektrisch bediende<br />
portierramen<br />
Met behulp van de schakelaars op<br />
het portier aan bestuurderszijde<br />
kunnen alle ruiten worden bediend.<br />
Elk passagiersportier heeft een schakelaar<br />
voor het bijbehorende<br />
portierraam.<br />
Druk het voorste deel van een schakelaar<br />
in de eerste stand om het<br />
raam naar wens te openen.<br />
–<br />
227 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 228 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt de express-stand gebruiken<br />
om het raam helemaal open te<br />
zetten door het voorste deel van de<br />
schakelaar volledig omlaag in de<br />
tweede stand te zetten en daarna los<br />
te laten.<br />
Trek de schakelaar kort omhoog om<br />
het raam te stoppen.<br />
Het raam gaat omhoog wanneer u<br />
het voorste deel van de schakelaar<br />
omhoog trekt en in die stand houdt.<br />
De elektrisch bediende ramen voor<br />
hebben een express-stand voor<br />
sluiten.<br />
Wanneer u de express-stand wilt<br />
activeren om het raam volledig te<br />
sluiten, tilt u het voorste deel van de<br />
schakelaar naar de tweede stand en<br />
laat u los.<br />
U kunt het raam stoppen door op de<br />
schakelaar te tikken of de schakelaar<br />
kort omhoog te trekken.<br />
Gedurende tien minuten na het<br />
afzetten van het contact of tot een<br />
portier wordt geopend kunnen de<br />
ruiten nog elektrisch worden<br />
bediend.<br />
Zie "Accessoirevoeding" voor<br />
informatie.<br />
Als de spanning naar de ramen is<br />
onderbroken, moet u de tiptoetsvoorziening<br />
voor elke voorportierruit<br />
opnieuw inprogrammeren.<br />
Om een ruit opnieuw te programmeren<br />
als elektrische spanning weer<br />
is hersteld:<br />
1. Het contact moet in de stand<br />
accessoirestand staan of de<br />
accessoirevoeding moet ingeschakeld<br />
zijn.<br />
2. Sluit alle portieren.<br />
3. Houd de raamschakelaar ingedrukt<br />
om het raam volledig te<br />
openen.<br />
4. Trek de raamschakelaar<br />
omhoog om het raam volledig<br />
te sluiten en houd de schakelaar<br />
ongeveer drie seconden in die<br />
stand.<br />
Herhaal de stappen voor het raam<br />
van het andere voorportier.<br />
. . . 228
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 229 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Beveiliging tegen afklemmen<br />
Als er zich tijdens het sluiten van het<br />
raam een hoofd, hand of ander<br />
voorwerp in de baan van het raam<br />
bevindt, zal het raam onmiddellijk<br />
stoppen en tot een vooringestelde<br />
stand openen.<br />
Het raam werkt weer normaal als<br />
het obstakel is verwijderd.<br />
De beveiliging tegen afklemmen<br />
kan ook door bepaalde omstandigheden<br />
worden geactiveerd, bijvoorbeeld<br />
door ernstige ijsvorming.<br />
Als u de beveiliging tegen afklemmen<br />
wilt uitschakelen, houdt u de<br />
schakelaar voor de elektrisch<br />
bedienbare ramen in de expressstand<br />
ingedrukt. Het raam gaat<br />
omhoog zolang de schakelaar<br />
wordt ingedrukt. In deze stand sluit<br />
het raam op een voorwerp in de<br />
baan van het raam. Gebruik de<br />
beveiliging tegen afklemmen daarom<br />
met beleid.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de schakelaar voor<br />
het elektrisch bedienbare raam<br />
omhoog houdt, wordt de beveiliging<br />
tegen afklemmen opgeheven.<br />
Als dit gebeurt, stopt het<br />
elektrisch bedienbare raam niet<br />
als er zich iets in de baan bevindt.<br />
U en anderen kunnen gewond<br />
raken en het raam kan beschadigd<br />
raken. Zorg dat u niet per<br />
ongeluk de schakelaar voor het<br />
elektrisch bedienbare raam<br />
omhoog houdt.<br />
Controleer voordat u de beveiliging<br />
tegen afklemmen uitschakelt<br />
of er zich geen mensen of<br />
voorwerpen in de baan van het<br />
raam bevinden.<br />
Blokkering raambediening<br />
Er is een schakelaar aanwezig voor<br />
het blokkeren van de raambediening<br />
achter zodat de bestuurder kan<br />
voorkomen dat de achterramen<br />
door de passagiers worden bediend.<br />
De bedieningstoets bevindt zich op<br />
de armsteun van het bestuurdersportier,<br />
net onder de schakelaars<br />
voor de elektrische raambediening.<br />
Druk op de rechterzijde van de blokkeertoets<br />
om de bediening van het<br />
raam aan de passagierszijde uit te<br />
schakelen.<br />
–<br />
229 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 230 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt de passagiersramen bedienen<br />
met de schakelaars in de<br />
armleuning van het bestuurdersportier<br />
wanneer deze functie is<br />
geactiveerd.<br />
Druk nog een keer op de toets om<br />
de bediening voor de passagiersramen<br />
weer in te schakelen.<br />
Het controlelampje in de toets<br />
brandt wanneer de blokkering is<br />
ingeschakeld.<br />
■ PORTIEREN<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met niet-afgesloten<br />
portieren is gevaarlijk.<br />
• Passagiers - met name kinderen<br />
- kunnen de portieren gemakkelijk<br />
openen en uit een rijdend<br />
voertuig vallen als de portieren<br />
onvergrendeld blijven. Als een<br />
portier vergrendeld is, kan deze<br />
niet met de hendel worden<br />
geopend.<br />
• Jonge kinderen die in niet-afgesloten<br />
voertuigen komen, zijn<br />
wellicht niet in staat deze te<br />
verlaten. Een kind kan onwel<br />
worden door de extreme hitte<br />
en permanent letsel overhouden<br />
of zelfs overlijden door de<br />
hitte. Sluit uw voertuig altijd af<br />
als u deze verlaat.<br />
WAARSCHUWING<br />
• Als de portieren niet vergrendeld<br />
zijn, is de kans groter om<br />
tijdens een ongeluk uit het<br />
voertuig te worden geslingerd.<br />
Draag uw veiligheidsgordels op<br />
de juiste wijze en vergrendel de<br />
portieren altijd als u rijdt.<br />
• Het vergrendelen van uw portieren<br />
als u rijdt, kan voorkomen<br />
dat ongewenste<br />
buitenstaanders uw voertuig<br />
kunnen binnendringen wanneer<br />
u snelheid mindert of uw<br />
voertuig tot stilstand brengt.<br />
. . . 230
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 231 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Handbediende portiersloten<br />
Van binnen kunt u elk portier afzonderlijk<br />
op slot doen en ontsluiten<br />
met behulp van het handbediende<br />
slot.<br />
De portieren kunnen van buitenaf<br />
met de sleutel op slot worden<br />
gedaan of ontsloten.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
vergrendelingssysteem met extra<br />
vergrendeling.<br />
Zie "Extra vergrendeling" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Centraal ontgrendelingssysteem<br />
(waar van toepassing)<br />
Wanneer het bestuurdersportier van<br />
buitenaf wordt ontgrendeld met de<br />
sleutel, kunnen de andere portieren<br />
worden ontgrendeld door de sleutel<br />
enkele seconden in de ontgrendelingsstand<br />
te houden of door de<br />
sleutel snel twee keer achtereen in<br />
de slotcilinder te draaien.<br />
Elektrisch bediende<br />
portiersloten<br />
Gebruik van binnenuit de bedieningstoetsen<br />
voor de elektrisch<br />
bediende portieren op de<br />
voorportieren.<br />
• Druk op om alle portieren en<br />
de brandstofvulklep te<br />
vergrendelen.<br />
• Druk op om alle portieren en<br />
de brandstofvulklep te<br />
ontgrendelen.<br />
Zie "Brandstofvulklep vergrendelen"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Druk van buitenaf op de vergrendelof<br />
ontgrendeltoets op de afstandsbediening<br />
om het bestuurdersportier<br />
te vergrendelen of<br />
ontgrendelen.<br />
De portiersloten kunnen worden<br />
geprogrammeerd met verschillende<br />
vergrendelings- en<br />
ontgrendelingsinstellingen.<br />
Zie voor het in- en uitschakelen van<br />
deze functie "Bijzondere eigenschappen"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, dan kunt u<br />
met het passieve toegangssysteem<br />
de portieren passief ontgrendelen<br />
en de achterklep passief openen<br />
zonder dat u de afstandsbediening<br />
uit uw zak of tas hoeft te halen. U<br />
hoeft geen toets op de afstandsbediening<br />
in te drukken.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Het sleutelloze toegangssysteem"<br />
in hoofdstuk 3.<br />
–<br />
231 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 232 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
vergrendelingssysteem met extra<br />
vergrendeling.<br />
Zie "Extra vergrendeling" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Wanneer het antidiefstalsysteem is<br />
ingeschakeld, vergeet dan niet om<br />
de portieren te ontgrendelen met<br />
een sleutel om te voorkomen dat<br />
het alarmsysteem wordt<br />
geactiveerd.<br />
Zie "Anti-diefstalsysteem" in hoofdstuk<br />
3 voor meer informatie.<br />
Uitgestelde vergrendeling<br />
Met deze functie kunt u de vergrendeling<br />
van het voertuig 5 seconden<br />
uitstellen wanneer het voertuig een<br />
opdracht tot portiervergrendeling<br />
ontvangt terwijl de achterklep of<br />
een portier is geopend.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
verwijder dan de<br />
contactsleutel.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, moet het<br />
contact zijn uitgeschakeld en<br />
moet de afstandsbediening voor<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
uit het voertuig<br />
worden verwijderd.<br />
Wanneer de vergrendelknop voor<br />
de elektrisch bediende portieren of<br />
de vergrendeltoets op de afstandsbediening<br />
wordt ingedrukt terwijl<br />
één van de portieren is geopend,<br />
klinken er drie geluidssignalen en<br />
wordt het vergrendelen vertraagd<br />
tot vijf seconden nadat alle portieren<br />
zijn gesloten.<br />
Wanneer tijdens deze eerste uitstelperiode<br />
een portier wordt geopend,<br />
wordt het vergrendelen opnieuw<br />
uitgesteld tot vijf seconden nadat<br />
het laatste portier is gesloten.<br />
U kunt deze functie uitschakelen en<br />
de portieren onmiddellijk vergrendelen<br />
door nog een keer op de<br />
vergrendelknop voor de elektrisch<br />
bediende portieren of de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening te<br />
drukken.<br />
Uw voertuig wordt geleverd met<br />
deze functie ingeschakeld. Zie voor<br />
het uitschakelen van deze functie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />
. . . 232
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 233 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Centrale portiervergrendeling<br />
Wanneer het bestuurdersportier<br />
wordt vergrendeld, worden alle<br />
portieren vergrendeld.<br />
Extra vergrendeling<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
extra vergrendeling, naast de gewone<br />
portiersloten.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien van<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
wordt de extra vergrendeling<br />
ingeschakeld wanneer u twee<br />
keer binnen vijf seconden op de<br />
vergrendeltoets op de afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem drukt.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening, dan kunt u de<br />
verwijderbare sleutel of de afstandsbediening<br />
voor de centrale vergrendeling<br />
gebruiken om de portieren te<br />
vergrendelen of ontgrendelen en de<br />
extra vergrendeling in of uit te<br />
schakelen.<br />
• Houd de verwijderbare contactsleutel<br />
enkele seconden in de<br />
vergrendelingsstand of draai de<br />
sleutel snel twee keer in de slotcilinder<br />
om de portieren te vergrendelen<br />
met de extra<br />
vergrendeling.<br />
• Druk één keer op de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening<br />
voor de centrale vergrendeling<br />
om alle portieren te vergrendelen.<br />
Wanneer u binnen drie<br />
seconden nog een keer op de<br />
toets drukt, wordt de extra vergrendeling<br />
ingeschakeld.<br />
Wanneer de portieren zijn vergrendeld<br />
met de extra vergrendeling,<br />
worden de portieren niet ontgrendeld<br />
met de knoppen voor handmatige<br />
vergrendeling van het portier.<br />
Als bovendien het antidiefstalalarm<br />
is geactiveerd, kunnen de portieren<br />
niet worden ontgrendeld met de<br />
knoppen van de elektrische<br />
portiervergrendeling.<br />
Druk één keer op de ontgrendeltoets<br />
op de afstandsbediening om<br />
de extra vergrendeling te openen en<br />
het bestuurdersportier te ontgrendelen.<br />
Wanneer u binnen drie<br />
seconden nog een keer op de toets<br />
drukt, worden alle portieren<br />
ontgrendeld.<br />
233 . . .<br />
–
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 234 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening en u het bestuurdersportier<br />
vanaf de buitenzijde met<br />
de verwijderbare sleutel ontgrendelt,<br />
dan wordt de extra vergrendeling<br />
voor alle portieren<br />
uitgeschakeld. Let op: alleen het<br />
bestuurdersportier wordt<br />
ontgrendeld.<br />
U moet de passagiersportieren<br />
handmatig of met de elektrische<br />
bediening ontgrendelen.<br />
Programmeerbare automatische<br />
portiersloten<br />
De portieren worden vergrendeld<br />
nadat u ze heeft gesloten, het<br />
contact heeft ingeschakeld en de<br />
versnellingshendel uit P (parkeren)<br />
(automatische transmissie) heeft<br />
gehaald of wanneer het voertuig<br />
een snelheid van 8 km/u bereikt<br />
(handgeschakelde transmissie).<br />
Alle portieren worden automatisch<br />
ontgrendeld wanneer u naar P<br />
(parkeren) (automatische transmissie)<br />
schakelt of als het contact wordt<br />
uitgeschakeld (handgeschakelde<br />
transmissie).<br />
U kunt de portieren altijd gewoon<br />
met de hand of met de slotbedieningsschakelaars<br />
vergrendelen en<br />
ontgrendelen.<br />
Als een portier wordt ontgrendeld<br />
nadat alle portieren reeds automatisch<br />
vergrendeld zijn, wordt het<br />
portier niet automatisch vergrendeld<br />
nadat het opnieuw wordt<br />
gesloten.<br />
Zie "Bijzondere eigenschappen"<br />
onder "Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
om de instellingen voor de automatische<br />
portiervergrendeling te<br />
programmeren.<br />
. . . 234
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 235 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Voorziening om buitensluiten<br />
te voorkomen<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel<br />
en de vergrendelknop voor de<br />
elektrisch bediende portieren wordt<br />
ingedrukt terwijl één van de portieren<br />
nog is geopend en de sleutel<br />
zich in het contactslot bevindt, dan<br />
worden alle portieren vergrendeld<br />
en het bestuurdersportier<br />
ontgrendeld.<br />
U kunt deze functie uitschakelen en<br />
de portieren meteen vergrendelen<br />
door nog een keer op de vergrendelknop<br />
voor de elektrisch bediende<br />
portieren of op de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening te<br />
drukken.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, kan uw voertuig<br />
zodanig worden geprogrammeerd<br />
dat de claxon drie keer gaat<br />
wanneer u het bestuurdersportier<br />
sluit terwijl het voertuig is uitgeschakeld<br />
en er minstens één afstandsbediening<br />
in het voertuig ligt.<br />
Raadpleeg het volgende onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie:<br />
• Bijzondere eigenschappen<br />
- ELECTRONIC KEY REMIN-<br />
DER (herinnering elektronische<br />
sleutel)<br />
Kinderveiligheidssloten op<br />
de achterportieren<br />
–<br />
De achterportieren zijn uitgerust<br />
met kinderveiligheidssloten om te<br />
voorkomen dat passagiers, in het<br />
bijzonder kinderen, de portieren van<br />
binnenuit kunnen openen.<br />
De sloten bevinden zich op de rand<br />
van elk achterportier.<br />
U moet de achterportieren openen<br />
om bij de sloten te kunnen.<br />
235 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 236 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer het veiligheidsslot is ingeschakeld,<br />
dan kunt u de achterportieren<br />
vergrendelen en<br />
ontgrendelen met behulp van de<br />
afstandsbediening of de slotschakelaar<br />
van het elektrische bediende<br />
voorportier of door het slot van het<br />
achterportier handmatig omhoog<br />
te zetten. Maar het portier kan<br />
alleen van buiten worden geopend.<br />
Kinderveiligheidsslot activeren<br />
U kunt deze functie inschakelen<br />
door met één van de sleutels het<br />
veiligheidsslot voor het achterportier<br />
in de horizontale stand te zetten<br />
en daarna het portier te sluiten.<br />
Open het portier door het vanaf de<br />
buitenzijde te ontgrendelen en te<br />
openen.<br />
U kunt deze functie uitschakelen<br />
door met één van de sleutels het<br />
veiligheidsslot van het achterportier<br />
in de verticale stand te draaien.<br />
. . . 236<br />
■ KOFFERRUIMTE<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is bijzonder gevaarlijk met<br />
een geopend kofferdeksel te<br />
rijden. Er kan koolmonoxide<br />
(CO) in uw auto komen. CO is<br />
niet zichtbaar en is reukloos. Het<br />
kan bewusteloosheid veroorzaken<br />
en zelfs dodelijk zijn.<br />
Indien het nodig is te rijden met<br />
een verbroken afdichting tussen<br />
de carrosserie en het kofferdeksel,<br />
sluit dan alle ramen, laat de<br />
aanjager op de hoogste snelheid<br />
draaien en kies een stand om<br />
buitenlucht in het interieur te<br />
laten stromen. Op deze wijze zal<br />
buitenlucht de auto<br />
doorstromen.<br />
Controleer of de luchtroosters op<br />
of onder het instrumentenpaneel<br />
volledig open staan.<br />
Ontgrendeling van de<br />
kofferdeksel<br />
Gebruik de ontgrendeling van de<br />
achterklep op de afstandsbediening<br />
om de achterklep van binnenuit te<br />
openen.<br />
De toets bevindt zich op het<br />
bestuurdersportier of op de<br />
afstandsbediening.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, dan kunt u<br />
ook de ontgrendeltoets op de<br />
achterzijde van de achterklep boven<br />
de kentekenplaat indrukken<br />
wanneer u de afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem bij u heeft.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 237 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer het voertuig is vergrendeld,<br />
dan gaat de kofferruimte<br />
alleen open als er zich binnen 1<br />
meter vanaf de kofferruimte een<br />
afstandsbediening van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
bevindt.<br />
Indien uw voertuig is uitgerust met<br />
een automatische transmissie moet<br />
de keuzehendel in de stand P<br />
(parkeren) of N (neutraal) staan om<br />
de achterruit te kunnen ontgrendelen.<br />
Als u over een handgeschakelde<br />
versnellingsbak beschikt, moet deze<br />
zich in de stand N (neutraal) bevinden<br />
en u moet de parkeerrem<br />
inschakelen.<br />
Wanneer u de achterklep wilt sluiten,<br />
trekt u de handgreep omlaag<br />
en drukt u de achterklep stevig<br />
dicht.<br />
Als er een stroomstoring is, kunt u<br />
de kofferruimte met behulp van de<br />
ontgrendelhendel handmatig<br />
openen.<br />
De hendel bevindt zich aan de<br />
achterzijde van de kofferruimte.<br />
1. De rugleuning naar voren<br />
klappen.<br />
Zie "Neerklapbare gedeelde<br />
achterbankleuning" in hoofdstuk<br />
2 voor meer informatie.<br />
2. Reik door de kofferruimte naar<br />
ontgrendelingshendel.<br />
3. Duw de hendel naar voren om<br />
de kofferdeksel van binnenuit te<br />
ontsluiten.<br />
–<br />
237 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 238 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Noodontgrendelhendel van<br />
de kofferruimte<br />
OPMERKING<br />
De noodontgrendelhendel voor<br />
de kofferruimte mag niet worden<br />
gebruikt om de kofferdeksel vast<br />
te binden of als verankering voor<br />
het vastbinden van voorwerpen<br />
in de kofferbak. Onjuist gebruik<br />
van de ontgrendelhendel kan<br />
deze beschadigen.<br />
Met behulp van deze ontgrendelingshendel<br />
kan een persoon die<br />
vast komt te zitten in de kofferruimte<br />
deze van binnen uit<br />
openen.<br />
De ontgrendelhendel voor de<br />
kofferruimte bevindt zich aan de<br />
achterzijde van de kofferruimte.<br />
De hendel licht op in het donker als<br />
het is blootgesteld aan licht.<br />
Trek de hendel in de richting van de<br />
voorzijde van de auto om de kofferruimte<br />
van binnenuit te openen.<br />
Bagagenet<br />
Dit net dat in de kofferruimte kan<br />
worden gemonteerd, is bedoeld om<br />
te voorkomen dat kleine zaken,<br />
zoals boodschappentassen, zullen<br />
omvallen tijdens het nemen van<br />
scherpe bochten of bij het plotseling<br />
optrekken of remmen.<br />
Het net is niet bedoeld voor grotere,<br />
zwaardere dingen.<br />
Plaats voorwerpen in de kofferruimte<br />
zo ver mogelijk naar voren.<br />
. . . 238
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 239 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
(waar van toepassing)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor, heeft<br />
uw voertuig geen reservewiel of<br />
krikgereedschap.<br />
Zie "Reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor" in hoofdstuk<br />
5 voor meer informatie.<br />
Krik en reservewiel verwijderen<br />
(waar aanwezig)<br />
■ HOOFDRUIMTE EN DAK<br />
Zonnekleppen<br />
Trek de zonneklep naar beneden of<br />
opzij om verblinding te voorkomen.<br />
Make-up spiegels<br />
Make-up spiegels bevinden zich op<br />
de zonnekleppen. De verlichting<br />
van de spiegels wordt automatisch<br />
in- en uitgeschakeld door het klepje<br />
te bewegen.<br />
Zonnedak (indien van<br />
toepassing)<br />
U kunt het zonnedak alleen bedienen<br />
wanneer het contact is ingeschakeld<br />
of in de accessoirestand<br />
staat, of wanneer de accessoirevoeding<br />
actief is.<br />
De schakelaars bevinden zich op de<br />
dakconsole.<br />
Het zonnedak heeft twee schakelaars:<br />
één voor het zonnedak zelf en<br />
een andere voor het zonnescherm.<br />
–<br />
De krik en het reservewiel zijn in de<br />
kofferruimte aangebracht. Zie<br />
hoofdstuk 5 voor meer informatie<br />
over het verwijderen en vervangen<br />
van een wiel met lekke band.<br />
239 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 240 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Zonnedak<br />
De rechterschakelaar is voor de<br />
bediening van het zonnedak.<br />
Houd het voorste gedeelte van de<br />
schakelaar ingedrukt om het zonnedak<br />
in de ventilatiestand te openen.<br />
Het zonnescherm gaat ook een paar<br />
centimeter open.<br />
Houd het achterste deel van de<br />
schakelaar ingedrukt om de ventilatiestand<br />
te sluiten.<br />
. . . 240<br />
Druk in de ventilatiestand nog een<br />
keer op het achterste deel van de<br />
zonnedakschakelaar om het zonnedak<br />
helemaal te openen.<br />
Er komt een rijwindgeleider<br />
omhoog wanneer het zonnedak<br />
wordt geopend.<br />
Druk op het achterste deel van de<br />
zonnedakschakelaar om het zonnedak<br />
en het zonnescherm snel in de<br />
volledig geopende stand te zetten.<br />
U kunt het zonnedak tijdens het<br />
openen of sluiten stoppen door<br />
opnieuw op het voorste of achterste<br />
deel van de schakelaar te drukken.<br />
Druk op het voorste deel van de<br />
schakelaar om het zonnedak te<br />
sluiten.<br />
De rijwindgeleider gaat weer naar<br />
binnen.<br />
Zonnescherm<br />
De linkerschakelaar is voor de bediening<br />
van het zonnescherm.<br />
Houd het achterste deel van de<br />
schakelaar ingedrukt om het zonnescherm<br />
te openen.<br />
Houd het voorste deel van de schakelaar<br />
ingedrukt om het zonnescherm<br />
te sluiten.<br />
U kunt de express-stand van het<br />
zonnescherm activeren door op het<br />
achterste deel van de linkerschakelaar<br />
te drukken om het scherm snel<br />
te openen of door op het voorste<br />
deel van de linkerschakelaar te drukken<br />
om het zonnescherm snel te<br />
sluiten.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 241 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
U kunt het zonnescherm tijdens het<br />
openen of sluiten stoppen door<br />
opnieuw op het voorste of achterste<br />
deel van de schakelaar drukken.<br />
Beveiliging tegen afklemmen<br />
Wanneer het zonnedak of zonnescherm<br />
tijdens het sluiten wordt<br />
belemmerd door een hoofd, hand<br />
of voorwerp, dan stopt het zonnedak<br />
of zonnescherm en gaat het<br />
terug in de volledig geopende<br />
stand. Als de obstructie is verwijderd,<br />
kan het zonnedak of zonnescherm<br />
worden gesloten.<br />
■ BERGVAKKEN<br />
Uw auto heeft vele bergplaatsen.<br />
Opbergvak in de<br />
middenconsole<br />
De console heeft bovenin en onderin<br />
opbergvakken.<br />
U kunt het bovenste opbergvak<br />
openen door de linkerhendel op de<br />
voorzijde van de console omhoog te<br />
trekken en het deksel omhoog te<br />
trekken.<br />
Het onderste deel van de middenconsole<br />
kan ook worden gebruikt<br />
om spullen in op te bergen<br />
Trek de rechterhendel op de voorzijde<br />
van de console omhoog om het<br />
vak te openen.<br />
Er bevindt zich ook een opbergvak<br />
achter de console.<br />
Druk op het deksel om het opbergvak<br />
te openen.<br />
Opbergvak in het instrumentenpaneel<br />
(indien van<br />
toepassing)<br />
Er kan zich ook een opbergvak<br />
midden op het instrumentenpaneel<br />
bevinden, onder het<br />
klimaatregelsysteem.<br />
Druk op het deksel om het opbergvak<br />
te openen.<br />
Handschoenenkastje<br />
Het handschoenenkastje kan<br />
worden gebruikt voor het opbergen<br />
van kleine voorwerpen. Gebruik een<br />
sleutel om het te ontgrendelen en te<br />
vergrendelen.<br />
Druk op de toets om het handschoenenkastje<br />
te openen.<br />
Trek de plank naar buiten om deze<br />
uit het handschoenenkastje te<br />
verwijderen.<br />
–<br />
241 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 242 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Bekerhouders<br />
Voorin de middenconsole bevinden<br />
zich twee bekerhouders.<br />
Druk op het deksel om de bekerhouder<br />
te openen.<br />
In de middelste armsteun op de<br />
achterbank bevinden zich ook<br />
bekerhouders. U kunt de bekerhouders<br />
gebruiken door de armsteun<br />
omlaag te zetten.<br />
Bagagenet<br />
Zie "Kofferruimte" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
■ ASBAK EN AANSTEKER<br />
Uw voertuig is mogelijk voorzien<br />
van twee uitneembare asbakken.<br />
Breng de asbak voor de passagiers<br />
voorin aan in het opbergvak op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Breng de asbak voor de passagiers<br />
achterin aan in het achterste deel<br />
van de middenconsole.<br />
U kunt de asbak verwijderen door<br />
de randen vast te pakken en de<br />
asbak recht naar u toe naar buiten te<br />
trekken.<br />
OPMERKING<br />
Deponeer geen papier of ander<br />
brandbaar materiaal in de asbakken.<br />
Als u dergelijke materialen in<br />
de asbak deponeert, kan dit<br />
brand veroorzaken.<br />
Druk de aansteker in en wacht tot hij<br />
gedeeltelijk naar buiten springt,<br />
gereed voor het gebruik.<br />
OPMERKING<br />
Houd de aansteker niet ingedrukt<br />
terwijl hij opwarmt. Hierdoor kan<br />
het verwarmingselement en het<br />
mechanisme dat ervoor zorgt dat<br />
de aansteker omhoog springt<br />
worden beschadigd.<br />
Ook kan daardoor de zekering<br />
doorbranden.<br />
. . . 242
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 243 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ ACCESSOIREVOEDING<br />
Uw auto heeft een voorziening voor<br />
accessoirevoeding waarmee u de<br />
onderstaande stroomverbruikers<br />
gedurende een periode van 10<br />
minuten na het afzetten van het<br />
contact kunt gebruiken, tenzij een<br />
portier wordt geopend:<br />
• Audiosysteem<br />
• Elektrisch bediende portierramen<br />
• Zonnedak (indien van<br />
toepassing)<br />
Wanneer u van deze accessoires nog<br />
tien minuten langer gebruik wilt<br />
maken, moeten alle portieren<br />
worden gesloten en de contactsleutel<br />
even in ON en dan weer terug in<br />
de stand OFF worden gedraaid.<br />
■ BESCHERMING TEGEN<br />
LEEGLOPEN ACCU<br />
Deze functie is bedoeld om de accu<br />
van uw auto te beschermen.<br />
Interieurverlichting<br />
De elektrische stroom voor de interieurverlichting<br />
en accessoires wordt<br />
20 minuten na het afzetten van het<br />
contact automatisch onderbroken.<br />
• Make-upspiegelverlichting<br />
• Verlichting bagageruimte<br />
• Leeslampen<br />
• Consoleverlichting<br />
• Verlichting handschoenenkastje<br />
Wanneer u het systeem wilt resetten,<br />
moet alle genoemde verlichting<br />
worden uitgeschakeld.<br />
Wanneer u het contact in de accessoirestand<br />
draait, wordt het systeem<br />
ook gereset.<br />
Exterieurverlichting<br />
Wanneer de handbediende schakelaar<br />
voor de verlichting in de ingeschakelde<br />
stand blijft staan nadat<br />
het contact uitgeschakeld is, wordt<br />
de exterieurverlichting automatisch<br />
na 10 minuten uitgeschakeld om te<br />
voorkomen dat de accu leegloopt.<br />
Wanneer het de bedoeling is dat de<br />
verlichting blijft branden, zet dan de<br />
verlichting uit en vervolgens weer<br />
aan om de buitenverlichting weer in<br />
te schakelen.<br />
Als de handbediende schakelaar voor<br />
de verlichting wordt ingeschakeld<br />
nadat het contact in de stand OFF is<br />
gezet, wordt de exterieurverlichting<br />
niet automatisch uitgeschakeld.<br />
–<br />
243 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 244 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
■ BEHEER ELEKTRISCH<br />
VERMOGEN<br />
Dit systeem controleert de temperatuur-<br />
en laadstatus van de accu en<br />
past automatisch de spanning aan<br />
om de prestaties te verbeteren en de<br />
levensduur van de accu te<br />
verlengen.<br />
Misschien dat u de accuspanning<br />
kunt zien schommelen op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder. Dit is normaal.<br />
Wanneer het systeem een probleem<br />
waarneemt, wordt er een bericht<br />
weergegeven op het display van het<br />
informatiecentrum voor de<br />
bestuurder.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Dit systeem controleert de elektrische<br />
belasting van de accu en<br />
verhoogt automatisch het stationair<br />
motortoerental om te compenseren<br />
voor zware elektrische belasting.<br />
Zware elektrische belasting kan zich<br />
voordoen wanneer enkele van de<br />
volgende systemen tegelijkertijd zijn<br />
ingeschakeld:<br />
• Groot licht/dimlicht van de<br />
koplampen<br />
• Mistlampen<br />
• Klimaatregeling/Achterruitontwaseming<br />
• Elektrisch verwarmde stoelen<br />
• Motorkoelvin<br />
Wanneer u de aansluitpunten voor<br />
elektrische accessoires gebruikt of<br />
een aanhanger sleept, worden er<br />
ook hoge elektrische belastingen<br />
gegenereerd.<br />
Wanneer de accu leeg blijft lopen<br />
terwijl het stationair motortoerental<br />
wordt verhoogd, wordt de elektrische<br />
belasting van sommige systemen<br />
verlaagd.<br />
De achterruitontwaseming kan er<br />
bijvoorbeeld langer over doen om<br />
de ruit te ontwasemen of de ventilatorsnelheid<br />
voor het klimaatregelingssysteem<br />
kan afnemen.<br />
Als één van de volgende berichten<br />
wordt weergegeven, is de elektrische<br />
belasting te hoog:<br />
• BATTERY SAVER ACTIVE (accubesparing<br />
actief)<br />
• BATTERY VOLTS LOW (accuspanning<br />
laag)<br />
U kunt de elektrische belasting<br />
verminderen door alle onnodige<br />
accessoires uit te schakelen, zoals de<br />
radio en de airconditioning.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer informatie:<br />
• Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder<br />
- Menu Voertuiginformatie<br />
Accuspanning<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
. . . 244
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 245 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
■ VOORWERPDETECTIE<br />
ULTRASOON HULPSYS-<br />
TEEM VOOR ACHTERUIT-<br />
PARKEREN<br />
Deze voorziening is bedoeld om<br />
achteruit- en evenwijdig parkeren<br />
gemakkelijker te maken door u<br />
behulpzaam te zijn bij het bepalen<br />
van de afstand tussen uw voertuig<br />
en een voorwerp.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wees voorzichtig wanneer u uw<br />
voertuig parkeert. Controleer of<br />
er geen mensen, andere voertuigen<br />
of obstakels in de buurt<br />
aanwezig zijn. Controleer ook of<br />
het zicht is geblokkeerd.<br />
Het systeem kan alleen voorwerpen<br />
detecteren op basis van de<br />
parameters in dit hoofdstuk.<br />
Het systeem neemt geen voorwerpen<br />
die zich onder de<br />
bumper of onder het voertuig<br />
bevinden of voorwerpen die zeer<br />
dicht bij het voertuig staan waar.<br />
De maximale afstand waarop het<br />
systeem voorwerpen kan waarnemen,<br />
kan afnemen wanneer<br />
het warm is of de vochtigheidsgraad<br />
hoog is.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het systeem is niet ontworpen<br />
om kinderen, voetgangers, fietsers<br />
of dieren waar te nemen.<br />
Als u deze voorzorgsmaatregelen<br />
niet neemt, kan dat leiden tot<br />
ernstig of zelfs dodelijk letsel.<br />
De sensoren van het systeem op de<br />
achterbumper kunnen voorwerpen<br />
waarnemen die minstens 25,4 cm<br />
hoog zijn en zich onder de achterklep<br />
en binnen een afstand van<br />
ongeveer 2,5 meter vanaf het voertuig<br />
bevinden.<br />
Het systeem maakt gebruikt van een<br />
combinatie van display-lampjes en<br />
klokgeluiden om u te waarschuwen<br />
als de achterzijde van het voertuig<br />
een voorwerp nadert.<br />
–<br />
245 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 246 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
U kunt het display van het systeem<br />
dat zich in het voertuig boven de<br />
achterruit bevindt, zien door over<br />
uw schouder te kijken.<br />
Wanneer de snelheid van het voertuig<br />
minder dan 8 km/u is en u naar<br />
de achteruitversnelling schakelt, dan<br />
wordt het systeem automatisch<br />
ingeschakeld. Er gaan drie lampjes<br />
op het display branden om aan te<br />
geven dat het systeem functioneert.<br />
Er klinkt een klokgeluid zodra een<br />
voorwerp wordt gedetecteerd.<br />
Gebruik de onderstaande tabel om<br />
de waarschuwingssignalen op het<br />
display te leren interpreteren en de<br />
afstand tussen voertuig en voorwerp<br />
te bepalen.<br />
Waarschuwingssignalen<br />
(Lampen en Afstand<br />
klokgeluiden)<br />
• een geel lampje 1,0 m tot<br />
2,5 m<br />
• twee gele lampjes 0,6 m tot<br />
1,0 m<br />
• twee gele lampjes<br />
en één rood<br />
lampje<br />
• twee knipperende<br />
gele lampjes<br />
en één<br />
knipperend rood<br />
lampje<br />
• continu geluidssignaal<br />
gedurende<br />
5 seconden<br />
0,3 m tot<br />
0,6 m<br />
0,3 m of<br />
minder<br />
Als gevolg van de volgende omstandigheden<br />
kan dit systeem misschien<br />
niet verkrijgbaar zijn of kunnen er<br />
storingen ontstaan:<br />
• Het systeem is handmatig<br />
uitgeschakeld.<br />
U kunt het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder gebruiken<br />
om deze functie in of uit te<br />
schakelen.<br />
Raadpleeg "Mededelingen van<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" en "Menu Voertuiginformatie"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
• De sensoren van het systeem of<br />
de achterbumper zijn<br />
beschadigd.<br />
• Er is een fiets of ander voorwerp<br />
op de achterzijde van het voertuig<br />
bevestigd.<br />
• Er hangt een voorwerp uit de<br />
achterklep.<br />
• Er is een trekhaak aan het voertuig<br />
bevestigd.<br />
. . . 246
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 247 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• Het systeem ontvangt trillingen<br />
van een groot voertuig in de<br />
buurt of van zware apparatuur<br />
zoals een drilboor.<br />
Wanneer het systeem nog altijd is<br />
uitgeschakeld nadat de omstandigheden<br />
weer normaal zijn en u vooruit<br />
met een minimale snelheid van<br />
25 km/u rijdt, ga dan voor onderhoud<br />
naar de dealer.<br />
VOETGANGERSBESCHER-<br />
MINGSSYSTEEM<br />
Uw voertuig is uitgerust met een<br />
voetgangersbeschermingssysteem<br />
dat zorgt dat het achterste deel van<br />
de motorkap omhoog komt bij een<br />
frontale aanrijding waarbij een voetganger<br />
is betrokken.<br />
Wanneer het voertuig is betrokken<br />
bij een frontale aanrijding met een<br />
voorwerp of voetganger, bepalen<br />
de sensoren in de voorbumper de<br />
kracht en versnelling van het voorwerp<br />
op de voorbumper.<br />
Wanneer de frontale aanrijding een<br />
bepaalde drempelwaarde overschrijdt<br />
en de impactsnelheid tussen<br />
27 km/u en 45 km/u ligt, dan zorgt<br />
het voetgangersbeschermingssysteem<br />
dat het achterste deel van de<br />
motorkap omhoog komt om hoofdletsel<br />
bij voetgangers te verminderen.<br />
Omdat het achterste deel van<br />
de motorkap omhoog komt, is er<br />
meer ruimte tussen de motorkap en<br />
de harde onderdelen in de<br />
motorruimte.<br />
Bovendien is de voorbumper van<br />
uw voertuig zodanig ontworpen dat<br />
er zo weinig mogelijk letsel aan de<br />
benen van de voetganger ontstaat.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer het voetgangersbeschermingssysteem<br />
wordt geactiveerd,<br />
komt de motorkap snel<br />
en met kracht omhoog.<br />
Personen die met de omhoog<br />
komende motorkap in aanraking<br />
komen of er zich dicht bij in de<br />
buurt bevinden, kunnen ernstige<br />
verwondingen oplopen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nadat de motorkap omhoog is<br />
gekomen, kan het gebied rond<br />
het achterste scharnier van de<br />
motorkap heet zijn. Raak de<br />
onderdelen van het voetgangersbeschermingssysteem<br />
niet aan.<br />
Het voetgangersbeschermingssysteem<br />
is bedoeld om de motorkap<br />
één keer omhoog te brengen.<br />
–<br />
247 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 248 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Laat het voertuig voor reparatie<br />
wegslepen.<br />
Wanneer de frontale aanrijding<br />
ernstig genoeg is, worden de<br />
airbags ook geactiveerd.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 2 voor meer<br />
informatie omtrent de werking van<br />
het controlelampje van de airbag.<br />
Nadat het voetgangersbeschermingssysteem<br />
is geactiveerd, blijft<br />
de motorkap omhoog staan en kan<br />
het zicht van de bestuurder dus<br />
worden belemmerd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijd niet met het voertuig<br />
wanneer de motorkap omhoog<br />
staat.<br />
Wanneer u gaat rijden met het<br />
achterste deel van de motorkap<br />
omhoog, kan er een aanrijding<br />
ontstaan met als gevolg schade<br />
aan uw voertuig, aan andere<br />
eigendommen of ernstig of zelfs<br />
dodelijk letsel.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer het voetgangersbeschermingssysteem<br />
is geactiveerd,<br />
moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer. De<br />
motorkap moet worden<br />
vervangen.<br />
Het bericht RESET HOOD SEE<br />
OWNERS MANUAL (motorkap<br />
resetten, zie instructieboekje) wordt<br />
weergegeven.<br />
Wanneer het voertuig niet kan<br />
worden weggesleept, mag de<br />
motorkap tijdelijk worden<br />
teruggeplaatst.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Tijdelijke reparatie van de<br />
motorkap<br />
Onder de volgende omstandigheden<br />
kan het voetgangersbeschermingssysteem<br />
mogelijk niet worden<br />
geactiveerd:<br />
• De impact van de voetganger<br />
valt buiten de sensoren in de<br />
voorbumper.<br />
• De sensoren van de voorbumper<br />
zijn vuil of beschadigd.<br />
• De motorkap kan niet omhoog<br />
komen door sneeuw of ijs. Verwijder<br />
ijs of sneeuw altijd van de<br />
motorkap voor u gaat rijden.<br />
• Er zijn radiateurhoezen, grillehoezen<br />
of andere uitrusting na<br />
productie op de bumper<br />
aangebracht.<br />
. . . 248
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 249 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
• De rijsnelheid bij de aanrijding<br />
was minder dan 27 km/u of<br />
meer dan 45 km/u.<br />
Het bericht SERVICE PEDESTRIAN<br />
PROTECTION SYSTEM (onderhoud<br />
voetgangersbeschermingssysteem)<br />
wordt weergegeven wanneer<br />
er een probleem met het voetgangersbeschermingssysteem<br />
is.<br />
Neem meteen contact op met uw<br />
dealer voor onderhoud.<br />
Zie voor meer informatie "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Bij een frontale aanrijding waarbij<br />
een voetganger is betrokken, kan<br />
uw voertuig informatie opslaan over<br />
de toestand van het voertuig en hoe<br />
dit werd bediend.<br />
Zie "Gegevensverzameling en gegevensrecorders<br />
voor gebeurtenissen"<br />
in hoofdstuk 5 voor meer<br />
informatie.<br />
Tijdelijke reparatie van de<br />
motorkap<br />
Wanneer het bericht RESET HOOD<br />
SEE OWNERS MANUAL (motorkap<br />
resetten, zie instructieboekje) wordt<br />
weergegeven, kan de motorkap<br />
tijdelijk worden teruggeplaatst<br />
wanneer uw voertuig niet kan<br />
worden weggesleept.<br />
WAARSCHUWING<br />
Er zijn speciale procedures en<br />
gereedschap nodig om de<br />
motorkap terug te plaatsen zodat<br />
letsel en schade aan het voertuig<br />
wordt voorkomen. Dit gereedschap<br />
bevindt zich in de<br />
bagageruimte.<br />
Lees alle instructies voor u aan de<br />
procedure begint. Wanneer u de<br />
instructies niet leest en opvolgt,<br />
kan dit letsel bij u en anderen, en<br />
schade aan het voertuig<br />
veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijd niet met het voertuig<br />
wanneer de motorkap omhoog<br />
staat.<br />
Wanneer u gaat rijden met het<br />
achterste deel van de motorkap<br />
omhoog, kan er een aanrijding<br />
ontstaan met als gevolg schade<br />
aan uw voertuig, aan andere<br />
eigendommen of ernstig of zelfs<br />
dodelijk letsel.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nadat de motorkap omhoog is<br />
gekomen, kan het gebied rond<br />
het achterste scharnier van de<br />
motorkap heet zijn. Raak de<br />
onderdelen van het voetgangersbeschermingssysteem<br />
niet aan.<br />
Laat de motor afkoelen voor u<br />
met repareren begint.<br />
–<br />
249 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 250 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
De servomotoren verwijderen<br />
OPMERKING<br />
Open de motorkap niet vanaf de<br />
voorzijde van het voertuig. De<br />
motorkap en andere onderdelen<br />
van het voertuig kunnen beschadigd<br />
zijn.<br />
Wanneer de motorkap door het<br />
voetgangersbeschermingssysteem<br />
omhoog is gezet, ontstaat er een<br />
ruimte tussen de achterzijde van de<br />
motorkap en het spatscherm.<br />
Er is één accordeonvormige, roestvrij<br />
stalen servomotor met balg<br />
zichtbaar in elke hoek van de<br />
motorkap.<br />
De motorkap kan pas weer in de<br />
normale stand worden teruggeplaatst<br />
wanneer beide servomotoren<br />
zijn verwijderd.<br />
Wanneer het voertuig niet kan<br />
worden weggesleept, kunt u de<br />
volgende procedure gebruiken om<br />
de servomotoren te verwijderen en<br />
de motorkap omlaag te zetten.<br />
1. Schakel de motor uit en schakel<br />
de parkeerrem in.<br />
2. Verwijder de sleutel van 13 mm<br />
en de draadkniptang uit de<br />
opbergzak in de bagageruimte.<br />
3. Steek de sleutel tussen de<br />
motorkap en het deel van het<br />
motorkapscharnier dat omhoog<br />
staat.<br />
Verwijder de bout waarmee het<br />
deel van het motorkapscharnier<br />
dat omhoog staat is bevestigd<br />
aan de servomotor.<br />
4. Zet met één hand de achterrand<br />
van de motorkap<br />
omhoog.<br />
Opmerking:<br />
Laat iemand u zo nodig helpen<br />
bij het uitvoeren van deze<br />
procedure.<br />
. . . 250
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 251 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
5. Draai met uw andere hand de<br />
servomotor naar het midden<br />
van de motorruimte tot de<br />
voorruitzijde van de servomotor<br />
in de richting van het midden<br />
van het voertuig wijst.<br />
6. Druk de servomotor naar het<br />
midden van het voertuig tot het<br />
onderste deel van de servomotor<br />
niet meer op zijn plaats is<br />
vergrendeld.<br />
De servomotor is nog altijd op<br />
het voertuig aangesloten met<br />
kabels.<br />
7. Gebruik de draadkniptang om<br />
de kabels zo dicht mogelijk bij<br />
de onderzijde van de servomotor<br />
met balg af te knippen.<br />
8. Verwijder de servomotor uit de<br />
motorruimte.<br />
9. Steek de kabels van het voertuig<br />
onder het scharnier om te<br />
voorkomen dat deze op de<br />
functies van de motorruimte<br />
stoort.<br />
WAARSCHUWING<br />
U of anderen kunnen gewond<br />
raken wanneer de motorkap<br />
omlaag komt of wordt<br />
vergrendeld.<br />
Houd uw vingers en andere<br />
lichaamsdelen uit de buurt van<br />
de rand van de motorkap en de<br />
spatschermen.<br />
10. Verwijder voorzichtig de hand<br />
waarmee u de motorkap<br />
omhoog houdt. De motorkapstangen<br />
houden de motorkap<br />
onder controle terwijl deze<br />
omlaag komt.<br />
Sluit de motorkap pas nadat beide<br />
servomotoren zijn<br />
verwijderd.<br />
11. Herhaal de vorige stappen om<br />
de tweede servomotor te<br />
verwijderen.<br />
12. Leg beide servomotoren in de<br />
bagageruimte. Geef ze af bij uw<br />
dealer of reparatiebedrijf.<br />
–<br />
251 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 252 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
13. Zorg dat er geen belemmeringen<br />
zijn aan beide zijden van<br />
het voertuig die kunnen voorkomen<br />
dat de motorkap stevig<br />
wordt gesloten.<br />
Opmerking:<br />
Sluit altijd eerst de rechterzijde<br />
van de motorkap.<br />
WAARSCHUWING<br />
U of anderen kunnen gewond<br />
raken wanneer de motorkap<br />
omlaag komt of wordt<br />
vergrendeld.<br />
Houd uw vingers en andere<br />
lichaamsdelen uit de buurt van<br />
de rand van de motorkap en de<br />
spatschermen.<br />
14. Plaats beide handen boven op<br />
de rechterhoek van de motorkap<br />
bij de voorruit en druk de<br />
motorkap snel naar beneden.<br />
Wanneer de motorkap niet sluit,<br />
moet u er nog een keer met<br />
meer kracht op drukken tot de<br />
motorkap goed is gesloten.<br />
15. Herhaal de vorige stappen om<br />
de linkerzijde van de motorkap<br />
te sluiten.<br />
16. Trek aan de achterste hoeken<br />
van de motorkap om te controleren<br />
of de motorkap goed is<br />
gesloten en niet omhoog kan<br />
komen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijd niet met het voertuig<br />
wanneer de motorkap niet goed<br />
in beide hoeken is gesloten.<br />
Wanneer u gaat rijden terwijl de<br />
motorkap niet goed is gesloten,<br />
kunt u een aanrijding veroorzaken<br />
met als gevolg schade aan<br />
uw voertuig of aan andere eigendommen<br />
en ernstig of zelfs<br />
dodelijk letsel.<br />
17. Rijd direct naar een dealer voor<br />
onderhoud. Wanneer u niet<br />
meteen kunt worden geholpen,<br />
moet u het voertuig laten<br />
wegslepen.<br />
Er kan wat geluid hoorbaar zijn<br />
wanneer u rijdt terwijl de motorkap<br />
tijdelijk op zijn plaats is<br />
teruggezet.<br />
. . . 252
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 253 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Wanneer het systeem niet wordt<br />
gerepareerd, treedt het voetgangersbeschermingssysteem<br />
niet in<br />
werking bij een andere botsing of<br />
frontale aanrijding waarbij een voetganger<br />
is betrokken.<br />
Neem meteen contact op met uw<br />
dealer voor onderhoud.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht worden<br />
genomen. Verwijdering mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
■ GEHEUGEN (INDIEN<br />
VAN TOEPASSING)<br />
Met de geheugenfunctie kunnen<br />
twee verschillende bestuurders<br />
(bestuurder 1 of bestuurder 2) de<br />
door hun gekozen instellingen in<br />
het geheugen van het systeem<br />
opslaan en weer oproepen voor de<br />
volgende functies:<br />
• bestuurdersstoel<br />
• buitenspiegels<br />
• elektrisch instelbaar, telescopisch<br />
stuurwiel (waar van<br />
toepassing)<br />
De toetsen bevinden zich op het<br />
bestuurdersportier.<br />
Invoeren van de zitpositie in het<br />
geheugen:<br />
1. Stel de volgende functies in de<br />
gewenste rijstand af.<br />
- bestuurdersstoel inclusief afstelling<br />
van de rugleuning en<br />
lendensteun (waar aanwezig)<br />
- Buitenspiegels<br />
- elektrisch instelbaar, telescopisch<br />
stuurwiel (waar van<br />
toepassing)<br />
2. Houdt de juiste bestuurdersgeheugentoets<br />
(1 of 2) ingedrukt<br />
tot u twee gonggeluiden hoort,<br />
die aangeven dat de instellingen<br />
zijn opgeslagen.<br />
–<br />
253 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 254 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Instrumenten en bedieningsorganen<br />
Wanneer u nu de automatische transmissie<br />
in P (parkeren) zet of wanneer<br />
de parkeerrem bij een voertuig met<br />
handgeschakelde transmissie wordt<br />
ingeschakeld en u op één van de<br />
geheugentoetsen 1 of 2 drukt, dan<br />
hoort u het geluidssignaal en bewegen<br />
de stoel, de telescopische stuurkolom<br />
met elektrische kantelfunctie<br />
(waar aanwezig) en de spiegels in de<br />
vooraf ingestelde standen.<br />
U kunt ook het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder gebruiken om de<br />
geheugenfunctie voor de stoel, telescopische<br />
stuurkolom met elektrische<br />
kantelfunctie (waar aanwezig) en<br />
spiegels te programmeren, zodat die<br />
in de door u gekozen stand gaan<br />
wanneer u de afstandsbediening voor<br />
de centrale portiervergrendeling of<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
gebruikt.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van centrale portiervergrendeling<br />
met afstandsbediening, dan<br />
kunnen de instellingen worden<br />
opgeroepen door de ontgrendeltoets<br />
op de afstandsbediening<br />
in te drukken.<br />
. . . 254<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
met<br />
afstandsbediening, dan kunnen<br />
deze instellingen worden opgeroepen<br />
als u het bestuurdersportier<br />
opent.<br />
Zie voor meer informatie over het<br />
gebruik van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder voor het aanpassen<br />
of uitschakelen van deze functie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />
U kunt het oproepen uit het geheugen<br />
afbreken door op één van de<br />
volgende toetsen te drukken:<br />
• Elektrisch verstelbare stoelen<br />
• bediening van de elektrisch<br />
bedienbare spiegels<br />
• geheugentoetsen<br />
• Elektrisch instelbare, telescopische<br />
stuurkolom (indien van<br />
toepassing)<br />
Als de stoel of stuurkolom wordt<br />
geblokkeerd terwijl er een geheugenstand<br />
wordt opgeroepen, dan<br />
kan de functie stoppen.<br />
1. Verwijder het obstakel.<br />
2. Druk twee seconden op de<br />
toets voor de stoel of stuurkolom<br />
om het systeem te<br />
resetten.<br />
3. Druk nog een keer op de<br />
geheugentoets.<br />
De stoel of stuurkolom moet<br />
naar de gewenste stand gaan.<br />
Wanneer het systeem daarna nog<br />
niet werkt zoals hierboven beschreven,<br />
ga dan naar uw dealer voor een<br />
onderhoudsbeurt.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 255 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 1<br />
Uitstappen:<br />
Om het in- en uitstappen te vergemakkelijken,<br />
kunt u gebruik maken<br />
van de uitstaptoets.<br />
De automatische transmissie moet<br />
in P (parkeren) staan en bij een<br />
handgeschakelde transmissie moet<br />
de parkeerrem zijn ingeschakeld.<br />
Wanneer u op deze toets drukt, dan<br />
wordt de uitstappositie uit het<br />
geheugen opgeroepen. U hoort een<br />
geluidssignaal en de stoel gaat helemaal<br />
naar achteren. Als uw voertuig<br />
is voorzien van een telescopisch<br />
stuurwiel met elektrische kantelfunctie,<br />
dan beweegt het stuurwiel<br />
omhoog en naar het<br />
instrumentenpaneel.<br />
U kunt ook het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder gebruiken om te<br />
selecteren wanneer de uitstapstand<br />
wordt opgeroepen.<br />
• Als uw voertuig is voorzien van<br />
centrale portiervergrendeling<br />
met afstandsbediening, dan kan<br />
de uitstapstand worden opgeroepen<br />
als de sleutel uit het contact<br />
wordt verwijderd.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
met<br />
afstandsbediening en het contact<br />
wordt uitgeschakeld, dan<br />
kan de uitstapstand worden<br />
opgeroepen als u het bestuurdersportier<br />
opent.<br />
Zie voor meer informatie over het<br />
gebruik van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder voor het aanpassen<br />
of uitschakelen van deze functie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" eerder in dit hoofdstuk.<br />
255 . . .<br />
–
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 256 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 257 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
––<br />
2<br />
Sto<br />
ele<br />
n<br />
en<br />
Bedieningsorganen voor de stoelen.................258<br />
Bediening van met de hand<br />
verstelbare stoelen ...........................................258<br />
Bediening van de elektrisch bediende stoelen ..260<br />
Elektrisch verwarmde voorstoelen .....................263<br />
Verwarmde en geventileerde voorstoelen .........264<br />
Hoofdsteunen ....................................................265<br />
Neerklapbare gedeelde achterbankleuning .......266<br />
Veiligheidsgordels ..............................................267<br />
Heup-/schoudergordel.......................................269<br />
Verlenger voor veiligheidsgordel........................273<br />
Veiligheidsgordels vervangen.............................274<br />
Gebruik van veiligheidsgordel tijdens<br />
zwangerschap...................................................275<br />
Waarschuwingslamp voor niet dragen<br />
veiligheidsgordel...............................................275<br />
Waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier ...............................276<br />
Hoofdstuk 2 - Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Extra inzittendenbeveiliging............................. 277<br />
Gordelspanners................................................. 277<br />
Airbagsysteem................................................... 278<br />
Passagiersdetectiesysteem................................. 284<br />
Veiligheid voor kinderen.................................... 293<br />
257 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 258 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Een stoel die niet goed is vergrendeld,<br />
kan bij een aanrijding of<br />
noodstop losschieten. Hierdoor<br />
kunnen de inzittenden gewond<br />
raken. Zorg dat de stoel is<br />
vergrendeld.<br />
■ BEDIENINGSORGANEN<br />
VOOR DE STOELEN<br />
Bediening van met de hand<br />
verstelbare stoelen (indien<br />
van toepassing)<br />
Trek de stang onder de voorstoel<br />
omhoog om de stoel naar achteren<br />
en naar voren te schuiven.<br />
Laat de stang los en controleer of de<br />
stoel goed op zijn plaats is vastgezet.<br />
Schakelaar voor de elektrisch verstelbare<br />
rugleuning van de voorstoel<br />
(waar aanwezig)<br />
Om de rugleuning te verstellen<br />
moet u de hendel oplichten en de<br />
rugleuning in de gewenste stand<br />
naar voren of naar achteren bewegen.<br />
Laat de hendel los en controleer<br />
of de rugleuning goed is<br />
vastgezet.<br />
Om de rugleuning rechtop te<br />
zetten, moet u de hendel omhoog<br />
trekken en geen druk uitoefenen op<br />
de rugleuning.<br />
Druk en trek aan de rugleuning om<br />
te controleren of deze goed is<br />
vergrendeld.<br />
. . . 258
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 259 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Een stoel die niet goed is vergrendeld,<br />
kan bij een aanrijding of<br />
noodstop losschieten. Hierdoor<br />
kunnen de inzittenden gewond<br />
raken. Zorg dat de stoel is<br />
vergrendeld.<br />
2. Druk op de ontgrendelknop<br />
terwijl u de stoel verstelt.<br />
Duw of trek aan de stoelverlenging<br />
om de stoel te verlengen of<br />
te verkorten.<br />
3. Laat de knop los om de stoelverlenging<br />
te vergrendelen.<br />
–<br />
Handmatige bediening voor<br />
stoelverlenging (waar aanwezig)<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
kan het met deze functie zijn<br />
uitgerust.<br />
U kunt de stoel als volgt verlengen<br />
of verkorten:<br />
1. Reik onder de stoelverlenging<br />
en zoek de ontgrendelknop in<br />
het vak.<br />
–<br />
259 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 260 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Bediening van de elektrisch<br />
bediende stoelen (indien van<br />
toepassing)<br />
De bedieningsorganen van de elektrisch<br />
bedienbare stoelen bevinden<br />
zich aan de buitenkanten van de<br />
voorstoelen.<br />
U kunt de zitting met de horizontale<br />
schakelaar verstellen.<br />
Druk op de voorzijde van de schakelaar<br />
om de voorzijde van de zitting<br />
omhoog of omlaag te laten<br />
bewegen.<br />
Druk op de achterzijde van de schakelaar<br />
om de achterzijde van de<br />
zitting omhoog of omlaag te laten<br />
bewegen.<br />
Schuif de complete schakelaar naar<br />
boven of beneden om de complete<br />
zitting omhoog of omlaag te laten<br />
bewegen.<br />
Beweeg de schakelaar naar voren of<br />
naar achteren om de stoel naar<br />
voren of naar achteren te laten<br />
bewegen.<br />
SCHAKELAAR VOOR ELEKTRISCH<br />
VERSTELBARE RUGLEUNING VAN<br />
VOORSTOELEN (INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
De rugleuning kan worden versteld<br />
met de verticale schakelaar.<br />
Druk de schakelaar naar voren of<br />
naar achteren om de rugleuning te<br />
verstellen.<br />
Zet de rugleuning niet naar achteren<br />
wanneer het voertuig rijdt.<br />
. . . 260
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 261 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met naar beneden gekantelde<br />
rugleuning kan gevaar<br />
opleveren. Ook al heeft u uw<br />
veiligheidsgordel goed sluitend<br />
omgedaan, dan nog kan de<br />
gordel geen volledige bescherming<br />
bieden wanneer de rugleuning<br />
te ver naar achteren is<br />
gekanteld.<br />
Een verkeerd geplaatste veiligheidsgordel<br />
kan nekletsel of letsel<br />
aan kwetsbare organen in de<br />
buik veroorzaken.<br />
Zet de rugleuning rechtop voor<br />
de juiste bescherming wanneer<br />
het voertuig rijdt.<br />
Ga daarna goed in de stoel zitten<br />
en draag uw veiligheidsgordel.<br />
LENDENSTEUN MET ELEKTRI-<br />
SCHE BEDIENING (INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
De schakelaar bevindt zich aan de<br />
zijkant van elke voorstoel.<br />
Druk op het voorstel deel van de<br />
schakelaar voor meer lendensteun<br />
of op het achterste deel van de schakelaar<br />
voor minder lendensteun.<br />
C<br />
B<br />
A<br />
BEDIENING ELEKTRISCH BEDIEN-<br />
DE LENDENSTEUN EN ZIJKUSSEN<br />
(WAAR AANWEZIG)<br />
Aan/uit-toets/Elektrische<br />
lendensteunverstelling<br />
Houd het bovenste deel van de<br />
bediening ingedrukt voor meer<br />
lendensteun boven in de rugleuning<br />
en minder lendensteun onder aan<br />
de rugleuning.<br />
Houd het onderste deel van de<br />
bediening ingedrukt voor minder<br />
lendensteun boven in de rugleuning<br />
en meer lendensteun onder aan de<br />
rugleuning.<br />
–<br />
–<br />
261 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 262 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
C<br />
B<br />
A<br />
Houd het voorste of achterste deel<br />
van de bediening ingedrukt voor<br />
minder of meer lendensteun in de<br />
volledige rugleuning.<br />
Bediening elektrisch bedienbaar<br />
zijkussen<br />
Druk op het bovenste of onderste<br />
deel van de bediening voor meer<br />
of minder ondersteuning van de<br />
zijkussens van de zitting.<br />
Druk op het bovenste of onderste<br />
deel van de bediening voor meer<br />
of minder ondersteuning van de<br />
zijkussens van de rugleuning.<br />
STOELEN, SPIEGELS EN STUUR-<br />
KOLOM MET GEHEUGEN (IN-<br />
DIEN VAN TOEPASSING)<br />
Met de geheugenfunctie kunnen<br />
twee verschillende bestuurders<br />
(bestuurder 1 of bestuurder 2) de<br />
door hun gekozen instellingen in<br />
het geheugen van het systeem<br />
opslaan en weer oproepen voor de<br />
volgende functies:<br />
• bestuurdersstoel<br />
• buitenspiegels<br />
• elektrisch instelbaar, telescopisch<br />
stuurwiel (waar van<br />
toepassing)<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie:<br />
• Geheugen<br />
• Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder<br />
- Bijzondere eigenschappen<br />
. . . 262
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 263 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
A<br />
Elektrisch verwarmde voorstoelen<br />
(indien van<br />
toepassing)<br />
Uw auto kan zijn uitgerust met de<br />
als extra leverbare stoelverwarming.<br />
Gebruik deze functie om zowel het<br />
zit- als het rugkussen te verwarmen.<br />
De verwarming werkt alleen bij<br />
aangezet contact.<br />
Druk op om de verwarmde-stoelfunctie<br />
in en uit te schakelen en om<br />
tussen de hoge, gemiddelde en lage<br />
verwarmingsinstellingen te<br />
schakelen.<br />
De toets het dichtst bij de bestuurder<br />
is voor de zitpositie van de<br />
bestuurder.<br />
De toets het dichtst bij de passagier<br />
is voor de zitpositie van de<br />
voorpassagier.<br />
A<br />
Wanneer deze functie ingeschakeld<br />
is, wordt op het klimaatregeldisplay<br />
het pictogram voor de verwarmde<br />
stoel weergegeven en wordt de<br />
geselecteerde verwarmingsinstelling<br />
aangegeven.<br />
Het uitschakelen van de stoelverwarming<br />
vindt automatisch plaats<br />
wanneer het contact wordt afgezet.<br />
–<br />
–<br />
263 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 264 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
A<br />
B<br />
A<br />
B<br />
Wanneer deze functie ingeschakeld<br />
is, wordt op het klimaatregeldisplay<br />
het pictogram voor de geventileerde<br />
stoel weergegeven en wordt de<br />
geselecteerde ventilatie-instelling<br />
aangegeven.<br />
Het uitschakelen van deze functie<br />
vindt automatisch plaats wanneer<br />
het contact wordt afgezet.<br />
Verwarmde en geventileerde<br />
voorstoelen (indien van<br />
toepassing)<br />
Gebruik deze functie om de rugleuning<br />
en het zitkussen te verwarmen<br />
of om de stoel te ventileren.<br />
De verwarming werkt alleen bij<br />
aangezet contact.<br />
De toets het dichtst bij de bestuurder<br />
is voor de zitpositie van de<br />
bestuurder.<br />
De toets het dichtst bij de passagier<br />
is voor de zitpositie van de<br />
voorpassagier.<br />
Druk op om de verwarmde-stoelfunctie<br />
in en uit te schakelen en om<br />
tussen de hoge, gemiddelde en lage<br />
verwarmingsinstellingen te<br />
schakelen.<br />
Wanneer deze functie ingeschakeld<br />
is, wordt op het klimaatregeldisplay<br />
het pictogram voor de verwarmde<br />
stoel weergegeven en wordt de<br />
geselecteerde verwarmingsinstelling<br />
aangegeven.<br />
Druk op om de geventileerdestoelfunctie<br />
in en uit te schakelen en<br />
om tussen de hoge, gemiddelde en<br />
lage ventilatie-instellingen te<br />
schakelen.<br />
. . . 264
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 265 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Verwijder de hoofdsteun niet.<br />
Hoofdsteunen zijn bedoeld om<br />
de kans op nek- of rugletsel bij<br />
een aanrijding te verkleinen.<br />
Hoofdsteunen<br />
De voorste hoofdsteunen kunnen<br />
worden afgesteld.<br />
U kunt de hoofdsteun van één van<br />
de voorstoelen op de juiste hoogte<br />
zetten door de hoofdsteun omhoog<br />
te schuiven.<br />
De bovenrand van de hoofdsteun<br />
moet zich ter hoogte van de bovenzijde<br />
van uw hoofd bevinden.<br />
De hoofdsteunen voor de voorstoelen<br />
kantelen automatisch naar voren<br />
voor extra ondersteuning van het<br />
hoofd en de nek bij een aanrijding<br />
van achteren.<br />
Zorg dat de hoofdsteun goed op<br />
de rugleuning is bevestigd en<br />
goed is ingesteld voordat u gaat<br />
rijden.<br />
Druk, om de hoofdsteun omlaag te<br />
zetten, op de knop onder de hoofdsteun<br />
en schuif de hoofdsteun<br />
omlaag.<br />
Beweeg de hoofdsteun omhoog om<br />
ervoor te zorgen dat hij goed wordt<br />
vergrendeld.<br />
De hoofdsteunen achterin kunnen<br />
niet worden versteld.<br />
De hoofdsteunen van de achterbank<br />
kunnen niet kantelen.<br />
–<br />
–<br />
265 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 266 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Neerklapbare gedeelde<br />
achterbankleuning<br />
Uw voertuig kan zijn voorzien van<br />
een tweedelige achterbank die kan<br />
worden neergeklapt voor meer<br />
laadruimte.<br />
Met deze functie kunt u de bagageruimte<br />
bereiken vanaf de<br />
achterbank.<br />
Beide zijden van de rugleuning van<br />
de achterbank kunnen worden<br />
neergeklapt voor meer<br />
bagageruimte.<br />
Haal voordat u een stoel neerklapt<br />
de veiligheidsgordels los en doe ze<br />
in de normale opbergstand.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de stoel wordt neergeklapt<br />
terwijl de veiligheidsgordels<br />
zijn bevestigd, kunnen de achterste<br />
stoelen en de veiligheidsgordels<br />
beschadigd raken.<br />
Klap de rugleuning naar voren door<br />
aan de lus aan de zijkant van de stoel<br />
te trekken.<br />
Om de rugleuning rechtop te zetten<br />
moet u hem oplichten en in de<br />
oorspronkelijke stand terugduwen.<br />
Zorg ervoor dat deze vergrendelt.<br />
Laat de stoel alleen neergeklapt<br />
wanneer dit nodig is.<br />
Plaats de veiligheidsgordels terug in<br />
hun oorspronkelijke posities, zodat<br />
ze beschikbaar zijn voor de<br />
achterpassagiers.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een rugleuning die niet goed is<br />
vergrendeld, kan bij een aanrijding<br />
of noodstop naar voren<br />
bewegen. Dat kan letsel toebrengen<br />
aan de persoon die erop zit.<br />
Druk en trek altijd aan de rugleuning<br />
om te controleren of deze<br />
vergrendeld is.<br />
. . . 266
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 267 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
■ VEILIGHEIDSGORDELS<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u uw veiligheidsgordel heeft<br />
bevestigd, is er een kleinere kans<br />
dat u gewond raakt. Bevestig<br />
altijd de veiligheidsgordel en<br />
controleer of alle passagiers ook<br />
hun veiligheidsgordel goed<br />
hebben bevestigd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is buitengewoon gevaarlijk<br />
om in een laadruimte te rijden,<br />
zowel binnen als buiten de auto.<br />
Tijdens een botsing is de kans<br />
groter dat mensen op deze plaatsen<br />
ernstig of fataal letsel ondervinden.<br />
Zorg ervoor dat iedereen<br />
in de auto in een stoel zit en de<br />
veiligheidsriem op de juiste wijze<br />
gebruikt.<br />
–<br />
–<br />
Vervoer geen personen in het<br />
voertuig op plaatsen waar een<br />
veiligheidsgordel niet goed kan<br />
worden gedragen. Als u geen<br />
veiligheidsgordel draagt, kunt u<br />
tijdens een aanrijding ernstig<br />
gewond raken of zelfs om het<br />
leven komen.<br />
Bij een aanrijding kan een inzittende<br />
die niet met de veiligheidsgordel<br />
vastzit een ander persoon<br />
in het voertuig raken en verwonden<br />
of uit het voertuig worden<br />
geworpen.<br />
267 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 268 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat niemand in een deel van het<br />
voertuig rijden waar geen stoelen<br />
en veiligheidsgordels zijn<br />
voorzien.<br />
OPMERKING<br />
Controleer, voordat u het portier<br />
sluit, dat de veiligheidsgordels<br />
niet ingeklemd kunnen raken.<br />
Beschadiging van de gordel en/<br />
of carrosserie wordt dan<br />
voorkomen.<br />
De veiligheidsgordelinformatie is<br />
bedoeld voor volwassen bestuurders/passagiers<br />
en voor oudere<br />
kinderen die kinderzitjes zijn<br />
ontgroeid.<br />
Oudere kinderen die te groot zijn<br />
geworden voor een zitverhoger,<br />
moeten op de achterbank zitten,<br />
met de veiligheidsgordel goed<br />
bevestigd.<br />
U kunt bepalen of een kind te groot<br />
is geworden voor een zitverhoger<br />
en op de achterbank kan zitten aan<br />
de hand van de informatie in<br />
"Oudere kinderen" onder "Kinderzitjes"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Zorg er voor dat kinderen die te<br />
klein zijn om van een gordel gebruik<br />
te maken goed worden beveiligd<br />
door een veiligheidssysteem voor<br />
kinderen. Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een veiligheidsgordel mag<br />
slechts door één persoon tegelijk<br />
worden gedragen. Laat nooit<br />
twee kinderen dezelfde gordel<br />
gebruiken.<br />
. . . 268
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 269 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Heup-/schoudergordel<br />
De heup/schoudergordel moet op<br />
de juiste manier worden gedragen,<br />
zoals hieronder is beschreven.<br />
Veiligheidsgordel vastmaken:<br />
1. Stel de stoel in en ga rechtop<br />
zitten.<br />
2. Pak de gordel bij de slottong<br />
vast.<br />
3. Trek de gordel over het<br />
lichaam. Zorg dat de riemen<br />
niet gedraaid zitten.<br />
De schouderriem kan blokkeren<br />
wanneer hij te snel wordt uitgetrokken.<br />
Om hem te ontgrendelen,<br />
laat de riem eerst iets weer<br />
oprollen en trek hem daarna<br />
langzamer naar buiten.<br />
Wanneer u de schouderriem<br />
van de heup-/schoudergordel<br />
van de passagier helemaal uittrekt,<br />
is de gordel geschikt voor<br />
het bevestigen van een kinderzitje.<br />
De gordel kan pas naar<br />
buiten worden getrokken als het<br />
volledig is opgerold.<br />
4. Druk de slottong in het gordelslot<br />
tot u een tikgeluid hoort.<br />
Overtuig u ervan dat de ontsluitknop<br />
op het gordelslot naar<br />
boven of naar buiten wijst.<br />
Trek aan de slottong om er zeker<br />
van te zijn dat deze stevig vast<br />
zit.<br />
WAARSCHUWING<br />
Ernstig lichamelijk letsel is mogelijk<br />
als u uw gordel in het verkeerde<br />
gordelslot vastzet. Druk de<br />
slottong steeds vast in het meest<br />
nabije gordelslot.<br />
–<br />
–<br />
5. Wanneer uw stoel is voorzien<br />
van een in hoogte verstelbare<br />
schoudergordel, kunt u de<br />
hoogte van de schoudergordel<br />
afstellen.<br />
Zie "In hoogte verstelbare<br />
schoudergordel" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
269 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 270 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
6. Trek aan de schouderriem om<br />
de heupriem af te stellen.<br />
Bij kleinere inzittenden kan het<br />
nodig zijn het stiksel op de<br />
heupgordel door de slottong te<br />
halen om de gordel volledig<br />
vast te zetten.<br />
De veiligheidsriem blokkeert als er<br />
een plotselinge stop of crash is, of als<br />
u de riem heel snel uit het oprolmechanisme<br />
trekt.<br />
Veiligheidsgordel losmaken:<br />
• Druk de knop op het slotmechanisme<br />
in.<br />
Controleer, voordat u het portier<br />
sluit, dat de veiligheidsgordels niet<br />
ingeklemd kunnen raken. Beschadiging<br />
van de gordel en/of carrosserie<br />
wordt dan voorkomen.<br />
De heup-/schoudergordel moet<br />
worden gedragen zoals hierboven is<br />
afgebeeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels moeten<br />
nauwsluitend om het lichaam<br />
worden gedragen. Laat de<br />
schoudergordel niet onder uw<br />
arm doorlopen. Zorg dat de<br />
gordelriemen niet gedraaid<br />
zitten.<br />
Zorg dat de riem onder de<br />
armleuningen door loopt.<br />
. . . 270
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 271 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Wanneer u een veiligheidsgordel<br />
gebruikt, moet u rechtop zitten met<br />
uw voeten op de vloer voor u.<br />
De schoudergordel moet over de<br />
schouder en diagonaal over de borst<br />
lopen. Deze lichaamsdelen zijn het<br />
beste in staat om grote krachten op<br />
te vangen.<br />
De schouderriem moet voor het<br />
gezicht of de nek lopen.<br />
Het heupgedeelte van de gordel<br />
moet laag en comfortabel op de<br />
heupen liggen, juist boven de dijen.<br />
Bij een botsing zullen stoten dan<br />
worden opgevangen door het sterke<br />
bekken en zult u minder gemakkelijk<br />
onder de heupgordel<br />
doorglijden. Als u wel onder de<br />
gordel door glijdt, moeten stoten<br />
worden opgevangen door de<br />
onderbuik. Daarbij kunt u ernstig en<br />
zelfs dodelijk letsel oplopen.<br />
A<br />
U kunt de hoogteafsteller omhoog<br />
zetten door de schoudergordelgeleider<br />
omhoog te schuiven.<br />
Nadat u de hoogteafsteller op de<br />
juiste hoogte ingesteld heeft, moet<br />
u deze iets omlaag trekken om te<br />
controleren of de hoogteafsteller op<br />
zijn plaats vergrendeld is.<br />
Wanneer de hoogte van de veiligheidsgordel<br />
niet goed is afgesteld,<br />
kan de effectiviteit van de veiligheidsgordel<br />
bij een aanrijding<br />
afnemen.<br />
In hoogte verstelbare<br />
schoudergordel<br />
Hiermee wordt de hoogte van de<br />
voorste schoudergordel aangepast.<br />
De hoogte moet zodanig worden<br />
afgesteld, dat de gordel over het<br />
midden van de schouder komt te<br />
liggen en zich niet in de omgeving<br />
bevindt van het gezicht of de hals.<br />
U kunt de hoogteafsteller omlaag<br />
zetten door de ontgrendelingsknop<br />
in te drukken en omlaag te schuiven<br />
tot de gewenste hoogte.<br />
–<br />
–<br />
271 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 272 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Comfortgeleiders voor<br />
schoudergordel<br />
Uw voertuig is uitgerust met achterste<br />
schoudergordelgeleiders voor<br />
het comfort en de veiligheid van<br />
kleine personen en kinderen. Deze<br />
geleiders werken door de schouderriem<br />
uit de buurt van de nek en het<br />
hoofd te trekken.<br />
Er is één geleider voor elke buitenste<br />
zitplaats op de achterbank.<br />
Comfortgeleiders aanbrengen:<br />
1. Trek het trekkoord tussen de<br />
zitting en de carrosserie uit<br />
en neem de geleider van de<br />
klem af.<br />
2. Plaats de geleider op de gordel<br />
door de randen van de gordel<br />
in de sleuven van de geleider te<br />
schuiven.<br />
. . . 272
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 273 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
3. Let erop dat de gordel niet is<br />
gedraaid en dat het trekkoord<br />
onder de gordel zit. De geleider<br />
moet zich aan de bovenkant<br />
bevinden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat de schoudergordel<br />
over het midden van de<br />
schouder en over de borst komt<br />
te liggen.<br />
Het verkeerd dragen van een<br />
veiligheidsgordel kan leiden tot<br />
ernstig lichamelijk letsel.<br />
Comfortgeleider verwijderen:<br />
1. Knijp de gordelranden samen<br />
en verwijder de gordel uit de<br />
comfortgeleider.<br />
2. Trek de comfortgeleider<br />
omhoog om de opbergklem<br />
bloot te leggen.<br />
3. Schuif de comfortgeleider terug<br />
in de opbergklem.<br />
4. Steek de opbergklem tussen de<br />
rugleuning van de stoel en de<br />
interieurbekleding.<br />
Zorg dat de lus van het elastische<br />
koord zichtbaar blijft.<br />
Verlenger voor<br />
veiligheidsgordel<br />
Indien de veiligheidsgordel niet lang<br />
genoeg is voor uw postuur, kan uw<br />
dealer een verlengstuk bestellen.<br />
Het verdient aanbeveling om de<br />
gordelverlengers tevoren met uw<br />
dikste jas aan te passen, zodat een<br />
voldoende lang exemplaar wordt<br />
besteld.<br />
Gebruik de gordelverlenger alleen<br />
op de stoel waarvoor hij is gemaakt.<br />
Laat niemand anders er gebruik van<br />
maken. De gordelverlengers kunnen<br />
aan de gebruikelijke veiligheidsgordels<br />
worden bevestigd.<br />
Gebruik de gordelverlenger nooit<br />
voor het vastmaken van een<br />
kinderzitje.<br />
–<br />
–<br />
273 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 274 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Veiligheidsgordels<br />
vervangen<br />
WAARSCHUWING<br />
Een botsing kan schade veroorzaken<br />
aan de inzittendenbeveiliging,<br />
zodat deze niet de juiste<br />
bescherming biedt. Dit kan<br />
tijdens een botsing resulteren in<br />
ernstig of zelfs fataal letsel. Om er<br />
zeker van te zijn dat de systemen<br />
voor inzittendenbeveiliging nog<br />
correct werken na een botsing,<br />
moet u deze zo snel mogelijk<br />
laten controleren en vervangen.<br />
Indien u bij een aanrijding betrokken<br />
bent geweest, kunnen de veiligheidsgordels<br />
zijn uitgerekt,<br />
ingesneden of anderszins beschadigd<br />
waardoor vervanging noodzakelijk<br />
is. Zelfs wanneer de<br />
veiligheidsgordel niet werd gebruikt<br />
ten tijde van de aanrijding kunnen<br />
reparaties nodig zijn. Laat na een<br />
aanrijding altijd de systemen voor<br />
inzittendenbeveiliging inspecteren.<br />
Wanneer u betrokken raakt bij een<br />
botsing die ernstig genoeg is om de<br />
airbags in te schakelen, dan moet<br />
alle gordels die tijdens de botsing<br />
werden gebruikt, worden<br />
vervangen.<br />
Uw voertuig is met gordelspanners<br />
uitgerust. Gordelspanners werken<br />
slechts éénmaal. Als de spanners bij<br />
een botsing werden geactiveerd,<br />
moeten ze worden vervangen. Als<br />
het airbaglampje blijft branden of<br />
gaat branden terwijl u rijdt, laat dan<br />
de gordelspanner controleren. Zie<br />
"Gordelspanners" onder "Extra inzittendenbeveiliging"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over deze functie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht worden<br />
genomen. Verwijdering mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
. . . 274
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 275 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Gebruik van veiligheidsgordel<br />
tijdens zwangerschap<br />
Veiligheidsgordels zijn nuttig voor<br />
iedereen, dus ook voor zwangere<br />
vrouwen. Ook bij hen is de kans op<br />
ernstig letsel groter indien geen<br />
veiligheidsgordel wordt gedragen.<br />
Een zwangere vrouw dient altijd een<br />
heup-/schoudergordel te dragen<br />
(zgn. driepuntsgordel). Daarbij<br />
moet de heupriem zo laag mogelijk<br />
over de heupen liggen.<br />
De beste manier om de foetus te<br />
beschermen, is het beschermen van<br />
de moeder. Wanneer een veiligheidsgordel<br />
goed wordt gedragen,<br />
is de kans groter dat de foetus ongedeerd<br />
blijft bij een aanrijding. Voor<br />
zwangere vrouwen geldt, net als<br />
voor iedereen, dat de effectiviteit<br />
van de veiligheidsgordels aanzienlijk<br />
wordt verhoogd indien ze goed<br />
worden gedragen.<br />
Waarschuwingslamp voor<br />
niet dragen<br />
veiligheidsgordel<br />
Wanneer het contact voor het eerst<br />
ingeschakeld wordt, hoort u enkele<br />
seconden een geluidssignaal om u<br />
eraan te herinneren de veiligheidsgordels<br />
te dragen.<br />
Het controlelampje voor de veiligheidsgordels<br />
gaat ook aan en blijft<br />
enkele seconden branden. Daarna<br />
knippert het nog enkele seconden.<br />
–<br />
–<br />
275 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 276 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
De gong en het lampje worden<br />
opnieuw geactiveerd als de bestuurder<br />
zijn veiligheidsgordel niet heeft<br />
vastgedaan terwijl het voertuig rijdt.<br />
Wanneer de veiligheidsgordel reeds<br />
is vastgegespt, zal noch het signaal<br />
noch het lampje worden<br />
geactiveerd.<br />
. . . 276<br />
Waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier<br />
U vindt het waarschuwingslampje<br />
voor de veiligheidsgordel van de<br />
passagier op het instrumentenpaneel.<br />
Wanneer de airbag aan de passagierszijde<br />
is ingeschakeld wanneer u het<br />
voertuig start, hoort u enkele seconden<br />
lang een geluidssignaal om de<br />
passagier op de voorstoel eraan te<br />
herinneren de veiligheidsgordel te<br />
bevestigen. Ook gaat het waarschuwingslampje<br />
voor de veiligheidsgordel<br />
van de passagier enkele seconden<br />
branden. Daarna blijft het lampje nog<br />
enkele seconden knipperen. Wanneer<br />
de passagier zijn gordel heeft vastgemaakt,<br />
gaat het lampje niet branden<br />
en hoort u geen geluidssignaal.<br />
De geluidssignaal en het lampje<br />
worden opnieuw geactiveerd als de<br />
passagier zijn veiligheidsgordel niet<br />
heeft bevestigd terwijl het voertuig<br />
rijdt.<br />
Het waarschuwingslampje en het<br />
geluidssignaal kunnen worden<br />
geactiveerd als er een voorwerp op<br />
de stoel wordt geplaatst, zoals een<br />
aktetas, handtas of boodschappentas.<br />
U kunt het waarschuwingslampje<br />
en/of geluidssignaal uitschakelen<br />
door het voorwerp van de stoel te<br />
verwijderen of de veiligheidsgordel<br />
te bevestigen.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 277 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
■ EXTRA INZITTENDEN-<br />
BEVEILIGING<br />
WAARSCHUWING<br />
Een botsing kan de inzittendenbeveiligingen<br />
van uw auto<br />
beschadigen. Een beschadigd<br />
inzittendenbeveiligingssysteem<br />
kan de persoon die het gebruikt<br />
niet goed beschermen, wat kan<br />
leiden tot ernstig en zelfs fataal<br />
letsel bij een botsing.<br />
Laat na een aanrijding altijd de<br />
systemen voor inzittendenbeveiliging<br />
inspecteren.<br />
Zorg er zo spoedig mogelijk voor<br />
dat de noodzakelijke vervangingen<br />
worden uitgevoerd.<br />
Gordelspanners<br />
Uw voertuig is uitgerust met gordelspanners.<br />
Deze gordelspanners<br />
zorgen dat de gordel wordt aangetrokken<br />
bij het begin van een<br />
gemiddelde tot ernstige frontale<br />
aanrijding wanneer er aan de drempelvoorwaarden<br />
voor de gordelspanners<br />
wordt voldaan.<br />
De gordelspanners helpen ook de<br />
veiligheidsgordels aan te spannen<br />
bij een aanrijding van opzij of van<br />
achteren.<br />
De gordelspanners bevinden zich in<br />
de veiligheidsgordeleenheden voor<br />
de bestuurder en de voorpassagier.<br />
Gordelspanners werken slechts<br />
éénmaal. Als de spanners bij een<br />
botsing werden geactiveerd,<br />
moeten ze worden vervangen.<br />
–<br />
–<br />
277 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 278 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht worden<br />
genomen. Verwijdering mag<br />
uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Airbagsysteem<br />
Uw voertuig is uitgerust met twee<br />
airbags in de stuurwielnaaf en aan<br />
de passagierszijde van het instrumentenpaneel.<br />
Bij een frontale<br />
aanrijding kunnen de airbags<br />
worden opgeblazen.<br />
Het voertuig is voorzien van tweetraps<br />
voorairbags waarvan het weerstandsniveau<br />
wordt aangepast aan<br />
de ernst van de aanrijding. Bij<br />
gemiddelde frontale botsingen<br />
worden de airbags niet volledig<br />
opgeblazen. Bij ernstigere frontale<br />
botsingen worden de airbags volledig<br />
opgeblazen.<br />
Airbags vóór in de auto treden helemaal<br />
niet in werking wanneer de<br />
auto om de lengteas rolt, bij aanrijdingen<br />
van achteren en bij veel zijaanrijdingen.<br />
. . . 278
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 279 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Zijairbags die in de stoelen zijn ingebouwd,<br />
worden niet geactiveerd<br />
wanneer het voertuig om de lengteas<br />
rolt, bij aanrijdingen van achteren<br />
of bij frontale botsingen.<br />
Zijairbags die in het dak zijn gemonteerd,<br />
worden niet geactiveerd bij<br />
een omslaand voertuig of bij aanrijdingen<br />
van achteren.<br />
Wanneer er accuvoeding is, kunnen<br />
de portieren automatisch worden<br />
ontgrendeld en wordt de interieurverlichting<br />
ingeschakeld wanneer er<br />
een airbag wordt geactiveerd.<br />
De waarschuwingsknipperlichten<br />
worden ook ingeschakeld als er een<br />
airbag wordt geactiveerd.<br />
U kunt de portieren vergrendelen,<br />
de interieurverlichting uitschakelen<br />
en de waarschuwingsknipperlichten<br />
uitschakelen met de knoppen voor<br />
die functies.<br />
–<br />
Uw voertuig is ook voorzien van<br />
twee in de stoel gemonteerde zijairbags<br />
en twee in het dak gemonteerde<br />
airbags.<br />
Bij een aanrijding van opzij kan de in<br />
de stoel gemonteerde airbag aan<br />
dezelfde zijde van het voertuig als<br />
de aanrijding worden geactiveerd<br />
vanaf de buitenzijde van de rugleuning<br />
van de voorstoel.<br />
De twee in het dak gemonteerde<br />
zijairbags kunnen bij een aanrijding<br />
van opzij of een ernstige frontale<br />
aanrijding worden geactiveerd om<br />
de bestuurder, de voorpassagier en<br />
de twee passagiers direct achter<br />
deze voorste zitplaatsen te<br />
beschermen.<br />
–<br />
279 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 280 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
De veiligheidsgordels en het<br />
airbagsysteem zijn ontworpen<br />
om volwassenen de best mogelijke<br />
bescherming te bieden.<br />
Personen die met het airbagsysteem<br />
in aanraking komen of die<br />
zich te dicht bij een airbag bevinden<br />
die wordt opgeblazen,<br />
kunnen ernstige verwondingen<br />
oplopen met mogelijk dodelijke<br />
gevolgen.<br />
Iedereen in het voertuig die te<br />
groot is voor een kinderzitje,<br />
moet een veiligheidsgordel op de<br />
juiste manier dragen. Het maakt<br />
daarbij niet uit of er een airbag<br />
voor die persoon aanwezig is.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg er voor dat kinderen die te<br />
klein zijn om van een gordel<br />
gebruik te maken goed worden<br />
beveiligd door een veiligheidssysteem<br />
voor kinderen. Zie "Veiligheid<br />
voor kinderen" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Daarom raden wij u aan kinderen in<br />
kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />
kinderen die groot genoeg zijn om<br />
een veiligheidsgordel te dragen op<br />
de achterbank te zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een achterwaarts<br />
gekeerd kinderzitje op de<br />
zitplaats voor de passagier voor<br />
in de auto kan ernstig worden<br />
gewond of de gevolgen kunnen<br />
fataal zijn indien de airbag voor<br />
de passagier in werking komt. De<br />
achterkant van het kinderzitje<br />
kan zich namelijk dichtbij de<br />
ontstoken airbag bevinden.<br />
Bevestig een naar achteren<br />
gericht kinderzitje nooit op de<br />
stoel voor de voorpassagier<br />
terwijl het airbagsysteem voor de<br />
passagier actief is.<br />
. . . 280
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 281 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Hoewel uw voertuig is voorzien<br />
van een uitschakelfunctie voor de<br />
airbag aan passagierszijde die is<br />
ontworpen om de airbag aan<br />
passagierszijde onder bepaalde<br />
omstandigheden uit te schakelen,<br />
is geen enkel systeem 100%<br />
storingvrij. Niemand kan garanderen<br />
dat een airbag onder<br />
ongebruikelijke omstandigheden<br />
niet kan worden ingeschakeld,<br />
zelfs als het systeem is<br />
uitgeschakeld.<br />
Omdat het risico bij een naar<br />
achteren gericht kinderzitje groot<br />
is als de airbag wordt geactiveerd,<br />
zit er een sticker op de<br />
zonneklep die u waarschuwt<br />
nooit een naar achteren gericht<br />
kinderzitje op de voorstoel te<br />
zetten.<br />
We raden u daarom aan kinderzitjes<br />
op een stoel achterin vast te<br />
maken, zelfs als de voorairbag is<br />
uitgeschakeld.<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
WAARSCHUWING<br />
Airbags worden niet bij elke<br />
aanrijding geactiveerd. Bij<br />
sommige aanrijdingen wordt u<br />
alleen beschermd door de<br />
veiligheidsgordels.<br />
Airbags bieden aanvullende<br />
bescherming bij het gebruik van<br />
veiligheidsgordels. Ook in een<br />
auto met airbags bestaat er<br />
grotere kans op letsel indien u bij<br />
een aanrijding geen veiligheidsgordel<br />
draagt.<br />
Wanneer u zich te dicht bevindt<br />
bij een airbag die wordt opgeblazen,<br />
kunt u ernstige verwondingen<br />
oplopen. Veiligheidsgordels<br />
houden u bij een aanrijding op<br />
uw plaats wanneer de airbag<br />
wordt opgeblazen. De bestuurder<br />
moet zo ver mogelijk naar<br />
achteren zitten maar toch de<br />
auto volledig onder controle<br />
hebben.<br />
Zijairbags die in de stoelen zijn<br />
ingebouwd, worden niet geactiveerd<br />
wanneer het voertuig om<br />
de lengteas rolt, bij aanrijdingen<br />
van achteren of bij frontale<br />
botsingen.<br />
Zijairbags die in het dak zijn<br />
gemonteerd, worden niet geactiveerd<br />
bij een omslaand voertuig<br />
of bij aanrijdingen van achteren.<br />
–<br />
–<br />
281 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 282 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Bevestig niets in de ruimte waar<br />
het opblazen van de airbag<br />
plaatsvindt.<br />
Als er zich iets tussen inzittende<br />
en een airbag bevindt, kan de<br />
airbag niet juist worden opgeblazen,<br />
of kan het voorwerp tegen<br />
de inzittende duwen, met ernstig<br />
of fataal letsel tot gevolg.<br />
Het gebied waarin een airbag<br />
zich vult, moet altijd worden<br />
vrijgehouden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bevestig niets op het dak van uw<br />
voertuig door touwen of spanbanden<br />
door portier- of raamopeningen<br />
te leiden. Hierdoor<br />
wordt de opblaaszone van de<br />
airbags geblokkeerd.<br />
Gebruik geen stoelaccessoires die<br />
zich in de opblaaszone van de in<br />
de stoel gemonteerde airbags<br />
kunnen bevinden.<br />
Inzittenden van de auto mogen<br />
niet tegen de portieren leunen of<br />
slapen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er een airbag wordt<br />
geactiveerd, kan er stof vrijkomen<br />
dat in de lucht blijft hangen.<br />
Dit kan de ademhaling bemoeilijken<br />
bij mensen die last hebben<br />
van astma of andere aandoeningen<br />
aan de luchtwegen. U kunt<br />
dit voorkomen door ervoor te<br />
zorgen dat iedereen meteen het<br />
voertuig verlaat zodra dat veilig<br />
is. Als uitstappen onmogelijk is,<br />
open dan een raam of portier.<br />
Als u ademhalingsproblemen<br />
ondervindt nadat een airbag is<br />
geactiveerd, moet u een arts<br />
raadplegen.<br />
De airbag treedt slechts eenmaal in<br />
werking. Na een botsing moet hij<br />
worden vervangen. Laat alleen<br />
speciaal opgeleid personeel aan het<br />
airbagsysteem werken.<br />
. . . 282
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 283 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer een airbag is geactiveerd,<br />
kunnen de onderdelen van de<br />
airbag heet zijn. Raak de onderdelen<br />
van de airbag niet aan.<br />
Bij vele ernstige botsingen barst de<br />
voorruit als gevolg van de vervorming<br />
van het voertuig. De voorruit<br />
kan ook beschadigen wanneer de<br />
airbag van de passagier rechtsvoor<br />
wordt geactiveerd.<br />
OPMERKING<br />
Voorkom beschadiging van de<br />
airbagbekleding.<br />
Wanneer de afdekkingen beschadigd<br />
raken, kan de airbag mogelijk<br />
niet goed werken.<br />
Wanneer een afdekking van een<br />
airbag beschadigd is, moet in<br />
sommige gevallen de airbagmodule<br />
of de module en afdekking<br />
van de airbag worden vervangen.<br />
De kappen van de airbags mogen<br />
niet worden geopend of<br />
gebroken.<br />
Een airbag kan bij onjuiste behandeling<br />
tot maximaal tien minuten<br />
na het afzetten van het contact en<br />
na het verbreken van de stroomverbinding<br />
alsnog worden<br />
geactiveerd.<br />
Wanneer u zich te dicht bij een<br />
geactiveerde airbag bevindt, kunt<br />
u ernstig gewond raken.<br />
Voorkom contact met gele<br />
connectors.<br />
Wees er zeker van dat u of de<br />
persoon die de werkzaamheden<br />
verricht goed is opgeleid en de<br />
voorgeschreven handelingen kan<br />
opvolgen.<br />
Bij het verwijderen (sloop) van<br />
het voertuig of voertuigonderdelen<br />
moeten altijd de veiligheidsprocedures<br />
in acht<br />
worden genomen. Verwijdering<br />
mag uitsluitend worden uitgevoerd<br />
door een erkend onderhoudsbedrijf<br />
om het milieu en<br />
uw gezondheid te beschermen.<br />
–<br />
–<br />
283 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 284 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Controlelamp airbag<br />
Bij het aanzetten van het contact<br />
knippert de controlelamp van de<br />
airbag om aan te geven dat het<br />
systeem operationeel is.<br />
Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat onmiddellijk onderhoud<br />
verrichten indien bij het aanzetten<br />
van het contact de controlelamp<br />
van de airbag niet aangaat<br />
of blijft branden, of als hij tijdens<br />
het rijden gaat branden.<br />
Passagiersdetectiesysteem<br />
Uw voertuig is uitgerust met het<br />
passagiersdetectiesysteem.<br />
Het inzittendendetectiesysteem<br />
schakelt de airbag voor de voorpassagier<br />
onder bepaalde omstandigheden<br />
uit.<br />
De airbag voor de bestuurder, de in<br />
de stoel gemonteerde zijairbags en<br />
de in het dak gemonteerde airbags<br />
behoren niet tot dit systeem.<br />
Wanneer u de contactsleutel naar<br />
ON of START draait, gaan de "aan"-<br />
en "uit"-lampjes van de airbag in de<br />
statusbalk van het passagiersdetectiesysteem<br />
(in het instrumentenpaneel)<br />
kort branden.<br />
Eén van de lampjes blijft branden<br />
om aan te geven of de voorairbags<br />
en de in de stoel gemonteerde zijairbags<br />
van de voorpassagier aan of uit<br />
zijn.<br />
Sensoren in de voorstoel rechts<br />
nemen waar of er een inzittende in<br />
de voorstoel zit. Deze sensoren<br />
bepalen of de airbag voor de voorpassagier<br />
moet worden in- of<br />
uitgeschakeld.<br />
. . . 284
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 285 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Het passagiersdetectiesysteem schakelt<br />
de airbag rechtsvoor onder de<br />
volgende omstandigheden uit:<br />
• Er is gedurende een bepaalde<br />
periode geen gewicht geplaatst<br />
op de voorstoel rechts.<br />
• Het systeem detecteert een kind<br />
in een naar achteren geplaatst<br />
kinderzitje.<br />
• Het systeem detecteert een kind<br />
in een naar voren geplaatst<br />
kinderzitje.<br />
• Het systeem detecteert een kind<br />
in een stoelverhoger.<br />
• Op de voorstoel rechts zit een<br />
kleine persoon, zoals een kind<br />
dat te groot is voor een kinderzitje<br />
of een hele kleine<br />
volwassene.<br />
Het is belangrijk hierbij op te<br />
merken dat bij sommige kinderen<br />
die te groot zijn geworden<br />
voor een kinderzitje en bij zeer<br />
kleine volwassenen het systeem<br />
de airbag niet altijd kan inschakelen,<br />
afhankelijk van de zithouding<br />
en lichaamsbouw van die<br />
persoon.<br />
Iedereen in het voertuig die te<br />
groot is voor een kinderzitje,<br />
moet een veiligheidsgordel op<br />
de juiste manier dragen. Het<br />
maakt daarbij niet uit of er een<br />
airbag voor die persoon aanwezig<br />
is.<br />
De airbag aan de passagierszijde<br />
wordt ook uitgeschakeld als er een<br />
kritiek probleem is met het voorairbagsysteem<br />
of met het<br />
passagiersdetectiesysteem.<br />
–<br />
–<br />
285 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 286 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Het lampje voor "uit" blijft branden<br />
wanneer de airbags voor de voorpassagier<br />
zijn uitgeschakeld.<br />
Wanneer het systeem een persoon<br />
met volwassen afmetingen waarneemt<br />
in de voorstoel aan de passagierszijde,<br />
worden de airbags voor<br />
de voorpassagier opnieuw ingeschakeld<br />
en gaat het lampje voor<br />
"aan" in de statusbalk van het passagiersdetectiesysteem<br />
branden.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Werking van het systeem met<br />
een kinderzitje<br />
• Werking van het systeem met<br />
volwassen passagiers<br />
Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld<br />
een deken) of later<br />
gemonteerde voorzieningen<br />
(zoals stoelhoezen, -verwarming<br />
of -massagesystemen) tussen het<br />
zitkussen en het kinderzitje of een<br />
kleine inzittende kan invloed<br />
hebben op de werking van het<br />
passagiersdetectiesysteem. Verwijder<br />
alle extra materiaal van het<br />
zitkussen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Houd het gebied onder de passagierstoel<br />
of tussen stoelkussen en<br />
rugleuning vrij van voorwerpen<br />
waardoor het passagiersdetectiesysteem<br />
op de juiste manier kan<br />
functioneren.<br />
. . . 286
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 287 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem.<br />
Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie.<br />
Als de passagiersstoel voor nat is,<br />
kan het passagiersdetectiesysteem<br />
mogelijk niet goed werken.<br />
Als de passagiersstoel voor nat<br />
wordt, moet u de stoel onmiddellijk<br />
drogen.<br />
• Als het materiaal van de stoel nat<br />
is, dan kan het passagiersdetectiesysteem<br />
de airbags voor de<br />
voorpassagier uitschakelen.<br />
Wanneer dit gebeurt, gaat het<br />
"uit"-lampje branden op de statusbalk<br />
en gaat het airbaglampje<br />
branden.<br />
• Als er een plas vloeistof op de<br />
stoel ligt, maar niet tot de stoel<br />
zelf doordringt, dan kan het passagiersdetectiesysteem<br />
de airbags<br />
voor de voorpassagier<br />
activeren als er een kinderstoeltje<br />
wordt geplaatst of als een kind<br />
op de stoel zit. Het "aan"-lampje<br />
in de statusbalk en het airbaglampje<br />
gaan branden.<br />
Bevestig geen kinderzitje op de<br />
passagiersstoel voor en laat<br />
niemand op de passagiersstoel voor<br />
zitten als het airbaglampje brandt.<br />
Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie.<br />
Het systeem gaat weer over op de<br />
normale werking als de stoel<br />
droog is.<br />
Wanneer het systeem daarna nog<br />
niet werkt zoals hierboven beschreven,<br />
ga dan naar uw dealer voor een<br />
onderhoudsbeurt.<br />
–<br />
–<br />
287 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 288 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Werking van het systeem met een<br />
kinderzitje<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Daarom raden wij u aan kinderen in<br />
kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />
kinderen die groot genoeg zijn om<br />
een veiligheidsgordel te dragen op<br />
de achterbank te zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een achterwaarts<br />
gekeerd kinderzitje op de<br />
zitplaats voor de passagier voor<br />
in de auto kan ernstig worden<br />
gewond of de gevolgen kunnen<br />
fataal zijn indien de airbag voor<br />
de passagier in werking komt. De<br />
achterkant van het kinderzitje<br />
kan zich namelijk dichtbij de<br />
ontstoken airbag bevinden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Hoewel uw voertuig is voorzien<br />
van een uitschakelfunctie voor de<br />
airbag aan passagierszijde die is<br />
ontworpen om de airbag aan<br />
passagierszijde onder bepaalde<br />
omstandigheden uit te schakelen,<br />
is geen enkel systeem 100%<br />
storingvrij. Niemand kan garanderen<br />
dat een airbag onder<br />
ongebruikelijke omstandigheden<br />
niet kan worden ingeschakeld,<br />
zelfs als het systeem is<br />
uitgeschakeld.<br />
. . . 288
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 289 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Daarom raden wij u aan kinderen<br />
in kinderzitjes te plaatsen en<br />
oudere kinderen die groot<br />
genoeg zijn om een veiligheidsgordel<br />
te dragen op de achterbank<br />
te zetten.<br />
Omdat het risico bij een naar<br />
achteren gericht kinderzitje groot<br />
is als de airbag wordt geactiveerd,<br />
zit er een sticker op de<br />
zonneklep die u waarschuwt<br />
nooit een naar achteren gericht<br />
kinderzitje op de voorstoel te<br />
zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
Wanneer het voertuig wordt gestart<br />
met een kinderzitje op de passagiersstoel<br />
voor, dan moet het lampje<br />
voor "uit" in de statusbalk van het<br />
passagiersdetectiesysteem (in de<br />
dakconsole) branden nadat het<br />
systeem de zelfcontrole heeft<br />
doorlopen.<br />
Wanneer er een kinderzitje is<br />
geplaatst en het passagiersdetectiesysteem<br />
de airbag niet heeft uitgeschakeld,<br />
schakel de motor dan uit.<br />
Verwijder het kinderzitje en plaats<br />
het opnieuw.<br />
Een dikke laag materiaal (bijvoorbeeld<br />
een deken) of later<br />
gemonteerde voorzieningen<br />
(zoals stoelhoezen, -verwarming<br />
of -massagesystemen) tussen het<br />
zitkussen en het kinderzitje of een<br />
kleine inzittende kan invloed<br />
hebben op de werking van het<br />
passagiersdetectiesysteem. Verwijder<br />
alle extra materiaal van het<br />
zitkussen voordat u een kinderzitje<br />
monteert of een kleine inzittende<br />
vastzet.<br />
Als na het opnieuw starten van het<br />
voertuig de "aan"-indicator nog<br />
altijd verschijnt, controleer dan of de<br />
rugleuning van het voertuig het<br />
kinderzitje niet in het zitkussen<br />
drukt. Als dit het geval is, kantelt u<br />
de rugleuning van het voertuig iets<br />
en stelt u indien mogelijk het zitkussen<br />
af.<br />
Controleer ook of het kinderzitje<br />
niet vastzit onder de hoofdsteun van<br />
het voertuig. Als dit wel het geval is,<br />
moet u de hoofdsteun afstellen.<br />
–<br />
–<br />
289 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 290 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Als de "aan"-indicator nog steeds<br />
verschijnt, kunt u het zitje beter<br />
op de achterbank plaatsen en uw<br />
auto zo snel mogelijk na laten<br />
kijken in de garage.<br />
Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Werking van het systeem met volwassen<br />
passagiers<br />
Wanneer het systeem een persoon<br />
met volwassen afmetingen waarneemt<br />
in de voorstoel rechts, wordt<br />
de airbag voor de voorstoel rechts<br />
opnieuw ingeschakeld en wordt de<br />
"aan"-indicator in de aan/uit-indicator<br />
voor de passagiersairbag<br />
weergegeven.<br />
Wanneer een persoon met volwassen<br />
afmetingen in de voorstoel aan<br />
de passagierszijde zit en de airbags<br />
voor de passagier blijven uitgeschakeld,<br />
kan het zijn dat de persoon<br />
niet goed op de stoel zit.<br />
De passagier moet de veiligheidsgordel<br />
dragen om in de juiste zitpositie<br />
te zitten, vooral bij manoeuvres<br />
van het voertuig en bij remmen.<br />
Zorg dat de veiligheidsgordel altijd<br />
goed is afgesteld.<br />
Als het passagiersdetectiesysteem<br />
niet kan waarnemen of er een<br />
persoon van volwassen afmetingen<br />
in de stoel zit, zet de motor dan uit.<br />
. . . 290
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 291 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Een dikke laag materiaal (zoals een<br />
deken) of optionele uitrusting (zoals<br />
stoelhoezen, verwarming of massagesystemen)<br />
kan effect op de<br />
werking van het passagiersdetectiesysteem<br />
hebben. Verwijder alle extra<br />
materiaal van de stoel.<br />
Plaats de rugleuning in rechtopstand.<br />
Zorg ervoor dat de passagier rechtop<br />
in het midden van de stoel op<br />
het stoelkussen zit met de benen<br />
comfortabel gestrekt.<br />
Laat de passagier in deze positie<br />
zitten terwijl u het voertuig opnieuw<br />
start. Het systeem moet de persoon<br />
nu kunnen waarnemen en de<br />
airbags voor de voorpassagier<br />
inschakelen.<br />
Het kan twee tot drie minuten duren<br />
voor het systeem de passagier heeft<br />
waargenomen en de voorairbags<br />
inschakelt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem.<br />
De volwassen passagier wordt<br />
dan niet beschermd door de<br />
airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />
repareren.<br />
Zie "Airbaglamp" in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
291 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 292 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
AAN/UIT-INDICATOR AIRBAG<br />
AAN PASSAGIERSZIJDE<br />
Wanneer u het voertuig start, voert<br />
het systeem een zelfcontrole uit.<br />
De lampjes voor airbag "aan" en<br />
"uit" branden kort in de aan/uit-indicator<br />
voor de airbag aan de passagierszijde<br />
(op het instrumentenpaneel).<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van de functie starten op afstand,<br />
dan kan het gebeuren dat u de zelfcontrole<br />
van het systeem niet altijd<br />
ziet wanneer u de functie starten op<br />
afstand gebruikt om de motor te<br />
starten.<br />
Wanneer de zelfcontrole van het<br />
systeem is voltooid, blijft één van de<br />
lampjes branden om aan te geven<br />
dat de airbag van de passagier<br />
rechtsvoor is in- of uitgeschakeld.<br />
Als de twee lampjes nooit gaan<br />
branden wanneer het voertuig voor<br />
het eerst wordt gestart of wanneer<br />
beide lampjes na een aantal seconden<br />
blijven branden, kan er een<br />
probleem zijn met het systeem.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de airbaglamp blijft branden,<br />
of tijdens het rijden gaat<br />
branden, kan dit duiden op een<br />
storing in het systeem.<br />
De volwassen passagier wordt<br />
dan niet beschermd door de<br />
airbag. Laat de auto onmiddellijk<br />
repareren.<br />
Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Zie ook "Waarschuwingslampje voor<br />
veiligheidsgordel passagier" eerder<br />
in dit hoofdstuk.<br />
. . . 292
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 293 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Veiligheid voor kinderen<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
Kinderen die zonder toezicht in<br />
het voertuig achterblijven<br />
kunnen met de veiligheidsgordels<br />
spelen. De gordel kan hierbij<br />
rond de nek van het kind worden<br />
gedraaid en vastklemmen. Het<br />
kind kan ernstig gewond raken of<br />
zelfs overlijden.<br />
Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />
spelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nadat u een kinderzitje heeft<br />
geplaatst, moet u de schoudergordel<br />
helemaal uit het oprolmechanisme<br />
trekken om de gordel<br />
vast te zetten.<br />
Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />
achter het kinderzitje vast<br />
zodat kinderen er niet bij<br />
kunnen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Kleine kinderen moeten altijd in<br />
een baby- of kinderzitje worden<br />
vervoerd. Houd in een rijdende<br />
auto nooit een baby in uw<br />
armen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een niet goed aangebracht<br />
kinderzitje kan tijdens een<br />
botsing of een noodstop door de<br />
auto worden geslingerd. U en uw<br />
passagiers kunnen daarbij<br />
gewond raken. Zorg ervoor dat<br />
het kinderzitje correct is bevestigd,<br />
ook als een kind geen<br />
gebruik maakt van het zitje.<br />
–<br />
–<br />
293 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 294 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
De meeste kinderzitjes zijn in<br />
verschillende modellen verkrijgbaar.<br />
Bij het kiezen van een veiligheidssysteem<br />
voor kinderen dient u niet<br />
alleen rekening te houden met het<br />
gewicht, de grootte en de leeftijd<br />
van het kind, maar ook met de<br />
geschiktheid van het systeem voor<br />
uw auto.<br />
In de aanwijzingen van de fabrikant<br />
van het veiligheidssysteem moeten<br />
het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />
voor het specifieke veiligheidssysteem<br />
staan vermeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Pasgeboren baby's hebben volledige<br />
ondersteuning nodig, inclusief<br />
ondersteuning van hoofd en<br />
nek. Tijdens een aanrijding wordt<br />
een kind in een naar achteren<br />
gericht kinderzitje in het stoeltje<br />
gedrukt, zodat de kracht van de<br />
botsing wordt verdeeld over de<br />
sterkste delen van het lichaam<br />
van de baby, de rug en de<br />
schouders.<br />
Baby's moeten altijd veilig<br />
worden bevestigd in geschikte,<br />
naar achteren gerichte<br />
kinderzitjes.<br />
. . . 294
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 295 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
De heupbeenderen van een jong<br />
kind zijn nog zo klein dat de<br />
normale veiligheidsgordel van<br />
een voertuig niet laag blijft zitten<br />
op de heupbotten, zoals het zou<br />
moeten. In plaats daarvan kan<br />
het opkruipen tot rond de ingewanden<br />
van het kind. Tijdens een<br />
botsing oefent de gordel een<br />
kracht uit op een lichaamsdeel<br />
dat helemaal niet wordt<br />
beschermd door een botstructuur.<br />
Dit alleen kan al ernstig en<br />
zelfs dodelijk letsel veroorzaken.<br />
Jonge kinderen moeten altijd<br />
veilig in geschikte kinderzitjes<br />
worden vastgezet om de kans op<br />
ernstig of dodelijk letsel te<br />
verkleinen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind kan ernstig gewond<br />
raken of overlijden bij een aanrijding<br />
wanneer het kind niet goed<br />
in het kinderzitje is geplaatst.<br />
Volg de instructies die bij het<br />
kinderzitje worden geleverd.<br />
Bij deze zitjes wordt het veiligheidsgordelsysteem<br />
of bevestigingssysteem<br />
van uw voertuig gebruikt,<br />
maar het kind moet echter ook de<br />
veiligheidsgordels van het zitje<br />
dragen om de kans op verwondingen<br />
te verminderen. Volg de<br />
gebruiksaanwijzing die bij het zitje<br />
wordt geleverd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer een kinderzitje niet<br />
goed met de veiligheidsgordels<br />
wordt bevestigd, kan het zitje het<br />
kind dat zich in het zitje bevindt<br />
niet beschermen. Tijdens een<br />
ongeluk kan het kind ernstig en<br />
zelfs fataal letsel oplopen.<br />
–<br />
–<br />
295 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 296 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Wanneer u een kinderzitje op de<br />
passagiersstoel voor plaatst, moet u<br />
eerst extra materiaal, zoals dekens,<br />
kussens, stoelhoezen, stoelverwarming<br />
of stoelmassagesystemen, van<br />
de stoel verwijderen.<br />
Raadpleeg "Passagiersdetectiesysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
Wanneer u de schouderriem van de<br />
heup-schoudergordel van bepaalde<br />
passagierszitplaatsen geheel naar<br />
buiten trekt, dan komt de vergrendelingsvoorziening<br />
voor het kinderveiligheidssysteem<br />
in werking. De<br />
gordel kan niet weer naar buiten<br />
worden getrokken voordat eerst het<br />
oprollen heeft plaatsgevonden.<br />
Wanneer u een veiligheidsgordel<br />
gebruikt die voorzien is van een<br />
vergrendelingsvoorziening voor het<br />
kinderzitje, zorg er dan voor dat u<br />
de schoudergordel uit het terugtrekmechanisme<br />
trekt om de gordelvergrendeling<br />
te activeren nadat u de<br />
gordel door het kinderzitje hebt<br />
geleid en de gordel hebt vastgegespt.<br />
Voer vervolgens de schoudergordel<br />
terug in het<br />
terugtrekmechanisme terwijl u het<br />
kinderzitje omlaag duwt.<br />
Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />
richtingen om er zeker van te<br />
zijn dat hij goed is bevestigd.<br />
Wanneer uw auto is uitgerust met<br />
verankeringspunten voor kinderzitjes<br />
en uw kinderzitje is voorzien<br />
van bevestigingspunten voor verankeringen,<br />
raadpleeg dan "Ankers<br />
voor kinderzitjes met lage bevestigingspunten<br />
en bovenriem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor de wijze<br />
waarop het kinderzitje moet worden<br />
bevestigd.<br />
. . . 296
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 297 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
In auto's met achterstoelen kunnen<br />
kinderzitjes met bovenriemen alleen<br />
worden gebruikt op de achterste<br />
zitplaatsen. Er zijn geen bevestigingssteunen<br />
beschikbaar op de<br />
voorstoelen.<br />
Zie "Bovenriem" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Daarom raden wij u aan kinderen in<br />
kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />
kinderen die groot genoeg zijn om<br />
een veiligheidsgordel te dragen op<br />
de achterbank te zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een achterwaarts<br />
gekeerd kinderzitje op de<br />
zitplaats voor de passagier voor<br />
in de auto kan ernstig of dodelijk<br />
letsel oplopen wanneer de voorairbag<br />
of de zijairbag in de stoel<br />
voor de passagier wordt geactiveerd.<br />
De achterkant van het<br />
kinderzitje kan zich namelijk<br />
dichtbij de geactiveerde airbag<br />
bevinden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een kind in een naar voren<br />
gericht kinderzitje op de zitplaats<br />
van de passagier voor in het voertuig<br />
kan ernstig of dodelijk<br />
gewond raken als de airbag voor<br />
de passagier in werking treedt en<br />
de passagiersstoel naar voren<br />
staat.<br />
Bevestig een naar achteren<br />
gericht kinderzitje nooit op de<br />
stoel voor de voorpassagier<br />
terwijl het airbagsysteem voor de<br />
passagier actief is.<br />
–<br />
–<br />
297 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 298 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
WAARSCHUWING<br />
Hoewel uw voertuig is voorzien<br />
van een uitschakelfunctie voor de<br />
airbag aan passagierszijde die is<br />
ontworpen om de airbag aan<br />
passagierszijde onder bepaalde<br />
omstandigheden uit te schakelen,<br />
is geen enkel systeem 100%<br />
storingvrij. Niemand kan garanderen<br />
dat een airbag onder<br />
ongebruikelijke omstandigheden<br />
niet kan worden ingeschakeld,<br />
zelfs als het systeem is<br />
uitgeschakeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Omdat het risico bij een naar<br />
achteren gericht kinderzitje groot<br />
is als de airbag wordt geactiveerd,<br />
zit er een sticker op de<br />
zonneklep die u waarschuwt<br />
nooit een naar achteren gericht<br />
kinderzitje op de voorstoel te<br />
zetten.<br />
We raden u daarom aan kinderzitjes<br />
op een stoel achterin vast te<br />
maken, zelfs als de voorairbag is<br />
uitgeschakeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u echter een voorwaarts<br />
geplaatst kinderzitje op de<br />
stoel voor de rechter passagier<br />
voorin vastzet, moet deze stoel<br />
zo ver mogelijk naar achteren<br />
worden geschoven.<br />
. . . 298
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 299 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer het voertuig wordt<br />
gestart met een kinderzitje op de<br />
passagiersstoel voor, dan moet<br />
het lampje voor "uit" in de statusbalk<br />
van het passagiersdetectiesysteem<br />
branden nadat het<br />
systeem de zelfcontrole heeft<br />
doorlopen.<br />
Wanneer het lampje voor "aan"<br />
gaat branden wanneer u een<br />
kinderzitje in de passagiersstoel<br />
voor heeft geplaatst, dan betekent<br />
dit dat de voorairbag voor<br />
de passagier nog steeds is<br />
ingeschakeld.<br />
Zie "Passagiersdetectiesysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Maak gebruik van de onderstaande grafiek om na te gaan welke stoelen in<br />
het voertuig geschikt zijn voor de bevestiging van kinderzitjes.<br />
Gewichtsklasse<br />
0<br />
(tot 10 kg)<br />
0+<br />
(tot 13 kg)<br />
I<br />
(9 tot 18 kg)<br />
II<br />
(15to 25 kg)<br />
III<br />
(22 tot 36 kg)<br />
Passagiersstoel<br />
voor<br />
Zitpositie<br />
Buitenste<br />
zitplaatsen<br />
achterin<br />
Middenachter<br />
X * *<br />
X * *<br />
X * *<br />
X * *<br />
X * *<br />
*: geschikt voor alle kinderzitjes die zijn goedgekeurd voor deze<br />
gewichtsgroep.<br />
X: stoelpositie niet geschikt voor kinderen in deze gewichts- en/of<br />
lengtegroep.<br />
–<br />
–<br />
299 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 300 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Gebruik het onderstaande schema om te bepalen welke stoelen in het voertuig geschikt zijn voor de bevestiging<br />
van ISOFIX-kinderzitjes:<br />
Gewichtsklasse Gewichtsklasse Bevestiging ISOFIX-posities in het voertuig<br />
Passagiersstoel<br />
voor<br />
Buitenste<br />
zitplaats<br />
rechtsachter<br />
Buitenste<br />
zitplaats<br />
linksachter<br />
Middenachter<br />
Kinderbedje<br />
F ISO/L1 X X X X<br />
(Carrycot)<br />
G ISO/L2 X X X X<br />
0 (tot 10 kg) E ISO/R1 X † † X<br />
0+ (tot 13 kg) E ISO/R1 X † † X<br />
D ISO/R2 X †4 †3 X<br />
C ISO/R3 X †2 †1 X<br />
D ISO/R2 X †4 †3 X<br />
C ISO/R3 X †2 †1 X<br />
I (9 tot 18 kg)<br />
B ISO/F2 X † † X<br />
B1 ISO/F2X X † † X<br />
A ISO/F3 X † † X<br />
II (15 tot 25 kg) X † † X<br />
III (22 tot 36 kg) X † † X<br />
. . . 300
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 301 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
†: Geschikt voor naar achteren<br />
gerichte kinderzitjes van de universele<br />
categorie met ISOFIX, goedgekeurd<br />
voor deze gewichtsgroep.<br />
X: stoelpositie niet geschikt voor<br />
ISOFIX-kinderzitjes in deze<br />
gewichts- en/of leeftijdsgroep.<br />
De lengtegroepen voor kinderzitjes<br />
en bevestigingen zijn als volgt:<br />
A - ISO/F3: hoge, naar voren gerichte<br />
kinderzitjes voor dreumesen/<br />
peuters<br />
B - ISO/F2: lage, naar voren gerichte<br />
kinderzitjes voor dreumesen/<br />
peuters<br />
B1 - ISO/F2X: lage, naar voren<br />
gerichte kinderzitjes voor<br />
dreumesen/peuters<br />
C - ISO/R3: hoge, naar achteren<br />
gerichte kinderzitjes voor<br />
dreumesen/peuters<br />
D - ISO/R2: lage, naar achteren<br />
gerichte kinderzitjes voor<br />
dreumesen/peuters<br />
E - ISO/R1: naar achteren gerichte<br />
kinderzitjes voor kleine kinderen<br />
1 = zitpositie voor ISOFIX-positie<br />
moet worden ingesteld op 188 mm<br />
naar voren van volledige uitslag van<br />
de achterbank met de bevestiging<br />
van de bovenriem afgesteld op de<br />
middelste of laagste stelpositie<br />
2 = zitpositie voor ISOFIX-positie<br />
moet worden ingesteld op 180 mm<br />
naar voren van volledige uitslag van<br />
de achterbank met de bevestiging<br />
van de bovenriem afgesteld op de<br />
middelste of laagste stelpositie<br />
3 = Zitpositie voor ISOFIX-positie<br />
moet worden afgesteld op 139 mm<br />
naar voren van volledige uitslag<br />
voor de achterbank<br />
4 = Zitpositie voor ISOFIX-positie<br />
moet worden afgesteld op 145 mm<br />
naar voren van volledige uitslag<br />
voor de achterbank<br />
–<br />
–<br />
301 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 302 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
OUDERE KINDEREN<br />
Oudere kinderen die te groot zijn<br />
geworden voor een zitverhoger,<br />
moeten op de achterbank zitten,<br />
met de veiligheidsgordel goed<br />
bevestigd.<br />
In de gebruiksaanwijzing van de<br />
fabrikant van het kinderzitje moeten<br />
het gewicht en de hoogtebeperkingen<br />
voor het specifieke kinderzitje<br />
staan vermeld.<br />
Bepaal aan de hand van de plaatselijke<br />
wetgeving of een kind te groot<br />
is geworden voor een zitverhoger<br />
en op de achterbank kan zitten.<br />
Controleer daarbij het volgende:<br />
• Laat het kind helemaal naar achteren<br />
op de achterbank zitten.<br />
Buigen de knieën van het kind<br />
bij de rand van de achterbank?<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, ga naar de<br />
volgende vraag.<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, dan moet<br />
het kind op een zitverhoger blijven<br />
zitten.<br />
. . . 302<br />
• Bevestig de veiligheidsgordel<br />
rond het kind terwijl het helemaal<br />
naar achteren op de achterbank<br />
zit, met de knieën<br />
gebogen bij de rand van de<br />
achterbank.<br />
Ligt de schouderriem op de<br />
schouder?<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, ga naar de<br />
volgende vraag.<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, probeer<br />
dan de comfortgeleiders voor de<br />
schouderriem op de achterbank.<br />
Zie "Comfortgeleiders voor<br />
schoudergordel" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Wanneer de schouderriem nog<br />
steeds niet op de schouder ligt,<br />
moet het kind op een zitverhoger<br />
zitten.<br />
• Past de heupriem laag en strak<br />
rond de heupen, waarbij de riem<br />
net de dijen raakt?<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, ga naar de<br />
volgende vraag.<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, dan moet<br />
het kind op een zitverhoger blijven<br />
zitten.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 303 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
• Blijft de veiligheidsgordel goed<br />
zitten tijdens de rit?<br />
Wanneer u "nee" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, dan moet<br />
het kind op een zitverhoger blijven<br />
zitten.<br />
Wanneer u "ja" heeft geantwoord<br />
op deze vraag, moet een<br />
ouder kind een heup-/schoudergordel<br />
dragen, waardoor het<br />
kind de extra bescherming krijgt<br />
die een schoudergordel kan<br />
bieden.<br />
De schouderriem moet voor het<br />
gezicht of de nek lopen.<br />
Het heupgedeelte van de riem moet<br />
laag en passend rond de heupen<br />
worden gedragen, waarbij de riem<br />
net de dijen moet raken. Bij een<br />
aanrijding oefent de riem dan druk<br />
uit op de sterke botten van het<br />
bekken.<br />
Wanneer dit niet het geval is, drukt<br />
de riem bij een aanrijding op de buik<br />
van het kind. Dit kan ernstig of zelfs<br />
dodelijk letsel veroorzaken.<br />
Uit ongevallenstatistieken is gebleken<br />
dat kinderen veiliger in een<br />
voertuig worden vervoerd wanneer<br />
ze in een kinderstoeltje op de<br />
achterbank zitten.<br />
Daarom raden wij u aan kinderen in<br />
kinderzitjes te plaatsen en oudere<br />
kinderen die groot genoeg zijn om<br />
een veiligheidsgordel te dragen op<br />
de achterbank te zetten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een aanrijding kan een inzittende<br />
die niet met de veiligheidsgordel<br />
vastzit een ander persoon<br />
in het voertuig raken en verwonden<br />
of uit het voertuig worden<br />
geworpen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Een veiligheidsgordel mag steeds<br />
slechts door 1 persoon tegelijk<br />
worden gedragen. Sta niet toe<br />
dat twee kinderen van dezelfde<br />
gordel gebruik maken.<br />
–<br />
–<br />
Zie "Veiligheidsgordels" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over veiligheidsgordels en<br />
veiligheid.<br />
303 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 304 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
A B A<br />
ANKERS VOOR KINDERZITJES<br />
MET LAGE BEVESTIGINGSPUN-<br />
TEN EN BOVENRIEM<br />
Dit systeem is bedoeld om het<br />
installeren van kinderzitjes te<br />
vergemakkelijken.<br />
Met deze voorziening beschikt u<br />
over ankerpunten waar de onderkant<br />
van de rugleuning samenkomt<br />
met de achterkant van de stoelzitting<br />
in de buitenste zitplaatsen van<br />
de zitbank.<br />
U kunt dit systeem gebruiken met<br />
een naar voren gericht kinderzitje<br />
met bevestigingspunten aan de<br />
onderzijde (en mogelijk bovenriem)<br />
of een naar achteren gericht kinderzitje<br />
met bevestigingspunten aan<br />
de onderzijde.<br />
Gebruik dit systeem in plaats van de<br />
veiligheidsgordels van het voertuig<br />
om het kinderzitje vast te zetten.<br />
Lees alle aanwijzingen die bij het<br />
kinderzitje worden geleverd en volg<br />
deze op.<br />
WAARSCHUWING<br />
Als een kinderzitje niet aan diens<br />
verankeringspunten is bevestigd,<br />
is het zitje niet in staat om het<br />
kind dat zich in het zitje bevindt,<br />
te beschermen. Tijdens een<br />
ongeluk kan het kind ernstig en<br />
zelfs fataal letsel oplopen.<br />
Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />
op de juiste manier is bevestigd<br />
met behulp van de ankerpunten,<br />
of gebruik de veiligheidsgordels<br />
van het voertuig om het zitje te<br />
bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />
die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />
vermeld.<br />
Zie "Een kinderzitje met onderste<br />
bevestigingspunten en bovenriem<br />
vastzetten" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 304
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 305 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
BOVENRIEM<br />
Kinderzitjes kunnen zijn uitgerust<br />
met een bovenriem.<br />
Sommige kinderzitjes met een<br />
bovenriem zijn ontworpen om met<br />
of zonder bovenriem te worden<br />
vastgezet. Voor andere zitjes is het<br />
bevestigen van de bovenriem<br />
vereist.<br />
Lees alle aanwijzingen die bij het<br />
kinderzitje worden geleverd en volg<br />
deze op.<br />
A<br />
B<br />
Een kinderzitje kan een enkele of<br />
een dubbele bovenriem hebben.<br />
Een enkele bevestiging aan het<br />
uiteinde van de bovenriem verbindt<br />
het kinderzitje met het verankeringspunt<br />
voor de bovenriem in uw<br />
voertuig.<br />
Als voor uw kinderzitje de bovenriem<br />
moet worden bevestigd,<br />
gebruik het zitje dan niet tenzij de<br />
bovenriem goed is bevestigd.<br />
C<br />
B<br />
WAARSCHUWING<br />
Bevestig een kinderzitje nooit<br />
alleen met het verankeringspunt<br />
voor de bovenriem.<br />
Zorg ervoor dat het kinderzitje<br />
op de juiste manier is bevestigd<br />
met behulp van de ankerpunten,<br />
of gebruik de veiligheidsgordels<br />
van het voertuig om het zitje te<br />
bevestigen. Volg de richtlijnen op<br />
die in de gebruiksaanwijzing zijn<br />
vermeld.<br />
Zie "Veiligheid voor kinderen"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Als de gebruiksaanwijzing of de<br />
plaatselijke wetgeving vereisen dat<br />
het kinderzitje met de bovenriem<br />
moet worden bevestigd, gebruik<br />
het zitje dan niet tenzij het goed is<br />
bevestigd.<br />
–<br />
–<br />
305 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 306 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
Kinderzitjes waarvoor de bovenriem<br />
moet worden bevestigd, mogen<br />
alleen op de achterste zitplaatsen<br />
worden gebruikt. Er zijn geen bevestigingssteunen<br />
beschikbaar voor<br />
kinderzitjes op de voorste stoelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Elk steunpunt is ontworpen om<br />
een kinderzitje aan te bevestigen.<br />
Het bevestigen van meer dan een<br />
kinderzitje aan een enkel bevestigingspunt<br />
kan ertoe leiden dat<br />
bij een botsing het bevestigingspunt<br />
loslaat of zelfs afbreekt. Een<br />
kind of andere personen kunnen<br />
gewond raken. Om verwonding<br />
van mensen en schade aan de<br />
auto te voorkomen, slechts een<br />
kinderzitje per steunpunt<br />
bevestigen.<br />
De bevestigingspunten voor de<br />
bovenriem van de zitposities op de<br />
achterbank bevinden zich achter de<br />
stoelen op het afwerkingspaneel.<br />
Open de bekledingsafdekking om<br />
bij de bevestigingspunten te<br />
komen.<br />
Zorg ervoor dat u een ankerpunt<br />
gebruikt dat zich aan dezelfde zijde<br />
van het voertuig bevindt als de<br />
zitpositie waar het kinderzitje wordt<br />
geplaatst.<br />
. . . 306
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 307 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Een kinderzitje met onderste bevestigingspunten<br />
en bovenriem<br />
vastzetten<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
Kinderen die zonder toezicht in<br />
het voertuig achterblijven<br />
kunnen met de veiligheidsgordels<br />
spelen. De gordel kan hierbij<br />
rond de nek van het kind worden<br />
gedraaid en vastklemmen. Het<br />
kind kan ernstig gewond raken of<br />
zelfs overlijden.<br />
Laat kinderen nooit met de veiligheidsgordels<br />
spelen.<br />
Nadat u een kinderzitje heeft<br />
geplaatst, moet u de schoudergordel<br />
helemaal uit het oprolmechanisme<br />
trekken om de gordel<br />
vast te zetten.<br />
Zet niet-gebruikte veiligheidsgordels<br />
achter het kinderzitje vast<br />
zodat kinderen er niet bij<br />
kunnen.<br />
Voor een naar voren gericht kinderzitje<br />
bevestigt u de bovenste riem<br />
aan het ankerpunt voor de bovenste<br />
riem.<br />
• Wanneer het kinderzitje een<br />
enkele bovenriem heeft, leid de<br />
bovenriem dan over de hoofdsteun<br />
heen.<br />
• Wanneer het kinderzitje een<br />
dubbele bovenriem heeft, leid<br />
de bovenriemen dan rond de<br />
hoofdsteun.<br />
Raadpleeg de instructies van de<br />
fabrikant van het kinderzitje om vast<br />
te stellen wanneer en hoe de bovenriem<br />
moet worden bevestigd.<br />
–<br />
–<br />
307 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 308 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Stoelen en inzittendenbeveiliging<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de onderste bevestigingsonderdelen<br />
van het kinderzitje<br />
en de veiligheidsgordel van<br />
het voertuig elkaar raken, kan dit<br />
beschadigingen veroorzaken.<br />
Verplaats eventueel de bevestigde<br />
veiligheidsgordel zodat de<br />
riem en de onderste bevestigingsonderdelen<br />
niet tegen<br />
elkaar aan wrijven.<br />
Wanneer een niet-gebruikte<br />
veiligheidsgordel achter het<br />
kinderzitje wordt bevestigd,<br />
controleer dan of het kinderzitje<br />
of de onderste bevestigingsonderdelen<br />
van het kinderzitje en<br />
de veiligheidsgordel elkaar niet<br />
raken.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer een lege achterbank<br />
wordt neergeklapt met de veiligheidsgordels<br />
bevestigd, kunnen<br />
de veiligheidsgordels of de stoel<br />
beschadigd raken.<br />
Vergeet nooit de veiligheidsgordels<br />
weer in de normale, opgeborgen<br />
stand te doen voordat u<br />
de achterbank neerklapt.<br />
Om een kinderzitje te bevestigen<br />
dat ontworpen is voor dit systeem,<br />
volgt u de volgende procedure:<br />
1. Zoek de ankerpunten waar de<br />
onderkant van de rugleuning<br />
samenkomt met het<br />
zittingkussen.<br />
. . . 308
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 309 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 2<br />
Zorg ervoor dat u een ankerpunt<br />
gebruikt dat zich aan dezelfde<br />
zijde van het voertuig<br />
bevindt als de zitpositie waar<br />
het kinderzitje wordt geplaatst.<br />
2. Plaats het kinderzitje op de<br />
stoel.<br />
3. Bevestig de bevestigingspunten<br />
van het kinderzitje in de<br />
ankerpunten in het voertuig en<br />
haal zo veel als nodig aan. Volg<br />
de instructies die bij het kinderzitje<br />
werden geleverd.<br />
WAARSCHUWING<br />
Elk verankeringspunt voor de<br />
bovenriem of stel bevestigingspunten<br />
is ontworpen om één<br />
kinderzitje te bevestigen. Het<br />
bevestigen van meer dan één<br />
kinderzitje aan een enkel verankeringspunt<br />
of bevestigingspunt kan<br />
ertoe leiden dat bij een botsing het<br />
verankeringspunt of het bevestigingspunt<br />
loslaat of zelfs afbreekt.<br />
Het kind of andere personen<br />
kunnen gewond raken. Bevestig<br />
om letsel bij mensen en schade<br />
aan de auto te voorkomen slechts<br />
een kinderzitje per verankerings- of<br />
bevestigingspunt.<br />
4. Voor een naar voren gericht kinderzitje<br />
bevestigt u de bovenste<br />
riem aan het ankerpunt voor de<br />
bovenste riem.<br />
Zie "Bovenste riem" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Raadpleeg de instructies van de<br />
fabrikant om vast te stellen wanneer<br />
en hoe de bovenriem moet<br />
worden bevestigd.<br />
5. Beweeg het kinderzitje in verschillende<br />
richtingen om er<br />
zeker van te zijn dat hij goed is<br />
bevestigd.<br />
Voor het verwijderen van het kinderzitje<br />
maakt u de bovenste riem (indien<br />
van toepassing) los van het ankerpunt<br />
voor de bovenste riem en vervolgens<br />
maakt u de ankerpunten los.<br />
Wanneer u bij een aanrijding betrokken<br />
bent geweest, kan het bevestigingssysteem<br />
zijn beschadigd.<br />
Hierdoor kan reparatie nodig zijn,<br />
ook al werd het bevestigingssysteem<br />
op het moment van de aanrijding<br />
niet gebruikt. Laat het<br />
bevestigingssysteem en kinderzitje<br />
na een aanrijding altijd nakijken.<br />
–<br />
–<br />
309 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 310 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 311 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
–––<br />
3<br />
Star<br />
ten<br />
en<br />
bed<br />
ienin<br />
gs-<br />
Inrijperiode bij nieuwe voertuigen....................313<br />
Sleutels ................................................................313<br />
Immobilisatie .....................................................315<br />
Anti-diefstalsysteem...........................................316<br />
Indringingssensor ...............................................318<br />
Uitschakelknop indringingssensor......................319<br />
De sensor van het systeem reinigen...................320<br />
Extra vergrendeling ............................................320<br />
Immobilisatie ......................................................320<br />
Immobilisatiesysteem (centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening)....................................321<br />
Immobilisatiesysteem<br />
(sleutelloos start- en vergrendelingssysteem) ...322<br />
Centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening ............................................324<br />
Werkingsprincipe ...............................................325<br />
Zendbereik.........................................................326<br />
Batterij vervangen..............................................327<br />
Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Aanpassen van zenders ..................................... 328<br />
Akkoordcode voor zenderfrequenties ............... 328<br />
Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem .. 329<br />
Werking van de afstandsbediening ................... 331<br />
Zendbereik........................................................ 332<br />
Batterij vervangen ............................................. 333<br />
Aanpassen van zenders ..................................... 335<br />
Immobilisatie..................................................... 335<br />
Voertuig starten op afstand .............................. 336<br />
Akkoordcode voor zenderfrequenties ............... 339<br />
Contactslot......................................................... 339<br />
Accessoirevoeding............................................. 342<br />
Instructies voor het starten............................... 342<br />
Motor starten .................................................... 342<br />
Startproblemen................................................. 344<br />
Verwarming motorblok .................................... 346<br />
Transmissie......................................................... 347<br />
Automatische transmissie ................................. 347<br />
Handgeschakelde transmissie ........................... 353<br />
311 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 312 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3: Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Allwheelaandrijving ...........................................356<br />
Parkeren..............................................................356<br />
Handgeschakelde transmissie ...........................356<br />
Automatische transmissie ..................................357<br />
Tractie..................................................................359<br />
Tractieregelsysteem............................................359<br />
Stabilitrak ® -systeem ...........................................360<br />
Limited-Slip differentieel ....................................360<br />
Stuurinrichting....................................................360<br />
Stuurbekrachtiging ............................................360<br />
Snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging ..........360<br />
Remmen..............................................................361<br />
Remblokslijtageindicators...................................361<br />
Remmen stellen .................................................362<br />
Slag van het rempedaal .....................................362<br />
Antiblokkeerremsysteem (ABS) ..........................362<br />
Rembekrachtiging .............................................362<br />
Parkeerrem.........................................................363<br />
Wielophanging .................................................. 370<br />
Magnetic Ride Control TM ................................ 371<br />
Snelheidsbegrenzer........................................... 372<br />
Begrenzer motortoerental................................. 372<br />
Voertuig beladen ............................................... 372<br />
Informatieplaatje voor banden en belasting...... 373<br />
Identificatieplaatje............................................. 374<br />
Een aanhanger slepen (alleen <strong>CTS</strong>-V).............. 375<br />
Een aanhanger slepen (alleen <strong>CTS</strong>) ................. 375<br />
Trekhaak............................................................ 378<br />
Veiligheidskettingen .......................................... 379<br />
Aanhangerremmen........................................... 379<br />
Richtingaanwijzers aanhanger........................... 379<br />
Parkeren op hellingen ....................................... 380<br />
Onderhoudswerkzaamheden bij het<br />
gebruik van een aanhanger ............................. 381<br />
Rijden met recreatieve voertuigen................... 381<br />
. . . 312
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 313 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
■ INRIJPERIODE BIJ<br />
NIEUWE VOERTUIGEN<br />
OPMERKING<br />
Uw voertuig behoeft niet uitvoerig<br />
te worden "ingereden". Let<br />
echter op de volgende aanwijzingen<br />
die het prestatievermogen<br />
op de lange duur ten goede<br />
komen:<br />
• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />
niet met constante snelheid -<br />
snel of langzaam.<br />
•Vermijd accelereren met vol<br />
gas gedurende de eerste<br />
800 km.<br />
• Rijd tijdens de eerste 800 km<br />
niet sneller dan 113 km/h.<br />
•Vermijd omlaagschakelen om<br />
te remmen of te vertragen.<br />
Als deze procedures niet worden<br />
opgevolgd, kunnen motor, as en<br />
andere onderdelen beschadigd<br />
raken.<br />
OPMERKING (vervolg)<br />
Voorkom hard remmen tijdens<br />
de eerste 320 km. Hard remmen<br />
met nieuwe remvoeringen kan<br />
voortijdige slijtage veroorzaken.<br />
Neem telkens nadat nieuwe<br />
remvoeringen en/of remblokken<br />
zijn gemonteerd deze richtlijnen<br />
in acht.<br />
• Rijd tijdens de inrijperiode niet<br />
met een aanhanger.<br />
Na het inrijden kunnen het<br />
toerental en de belasting langzaam<br />
worden verhoogd.<br />
■ SLEUTELS<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat kinderen niet alleen in het<br />
voertuig met de contactsleutel of<br />
een afstandsbediening.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en<br />
bedieningssysteem, kunnen de<br />
voertuigcontact- en startfuncties<br />
worden geactiveerd als de<br />
afstandsbediening in het voertuig<br />
ligt.<br />
De kinderen kunnen de elektrische<br />
ramen of andere regelaars<br />
bedienen en kunnen het voertuig<br />
zelfs starten en laten rijden.<br />
Een kind of anderen kunnen<br />
gewond raken of zelfs gedood.<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
313 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 314 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
informatie.<br />
• Contactknop<br />
Voertuigen met contactknop zijn<br />
ook uitgerust met het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem.<br />
Bij het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
zit er standaard<br />
een sleutel in de<br />
afstandsbediening van het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem.<br />
Deze sleutel kan worden<br />
gebruikt voor het bestuurdersportier<br />
en het handschoenen-<br />
Het contact van uw voertuig wordt<br />
gestart met een normale, verwijderbare<br />
sleutel of een geïntegreerde,<br />
niet-verwijderbare sleutel, de<br />
contactknop.<br />
• Verwijderbare contactsleutel<br />
Deze sleutel wordt gebruikt voor<br />
het bestuurdersportier, het contact<br />
en het handschoenenkastje.<br />
Wanneer u de contactsleutel uit<br />
het contactslot kunt verwijderen,<br />
is uw voertuig voorzien van centrale<br />
vergrendeling met<br />
afstandsbediening.<br />
Zie "Centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening" verderop in<br />
dit hoofdstuk voor meer<br />
. . . 314
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 315 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
A<br />
kastje.<br />
U kunt de sleutel uit afstandsbediening<br />
verwijderen door op de<br />
knop onder op de afstandsbediening<br />
te drukken en de sleutel<br />
naar buiten te trekken.<br />
Druk altijd eerst op de knop<br />
voordat de sleutel uit de<br />
afstandsbediening trekt.<br />
Zie "Sleutelloos start- en vergrendelingssysteem"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Let op: er is geen slotcilinder voor de<br />
kofferruimte of het passagiersportier.<br />
OPMERKING<br />
Anti-diefstalmaatregelen kunnen<br />
het lastig maken om in uw auto<br />
te komen als u uw zender en/of<br />
sleutel verliest. Wellicht moet u<br />
zelfs uw auto beschadigen om<br />
een portier te kunnen openen.<br />
Zorg ervoor dat u een reservezender<br />
en/of -sleutel hebt.<br />
Immobilisatie<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
passief antidiefstalsysteem.<br />
Wanneer uw voertuig een verwijderbare<br />
contactsleutel heeft, dan is de<br />
contactsleutel voorzien van een<br />
ingebouwde transponder. De transponder<br />
gebruikt een radiofrequentie<br />
die overeenkomt met de decoder<br />
in uw voertuig.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, maakt het<br />
immobilisatiesysteem deel uit van<br />
de afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem.<br />
Zie "Immobilisatiesysteem" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
315 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 316 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ ANTI-DIEFSTALSYS-<br />
TEEM<br />
OPMERKING<br />
Verander het immobilizer/antidiefstalsysteem<br />
of het alarmsysteem<br />
niet. Dit kan de prestatie<br />
van het systeem nadelig<br />
beïnvloeden.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
alarmsysteem.<br />
Naast de standaardfuncties van het<br />
antidiefstalsysteem beschikt dit<br />
systeem ook over een elektrische<br />
geluidsgenerator, een indringingssensor<br />
en een neigingshoeksensor.<br />
Wanneer het antidiefstalsysteem is<br />
ingeschakeld, wordt het alarm geactiveerd<br />
wanneer één van de portieren,<br />
de achterklep of de motorkap<br />
wordt geopend.<br />
De waarschuwingsknipperlichten<br />
knipperen maximaal 30 seconden.<br />
Het alarm kan ook afgaan door een<br />
wijziging in de positie van de auto<br />
(zoals wanneer de auto wordt opgetild)<br />
of door een onderbreking van<br />
het voedingsspanning van de auto.<br />
De indringersensor van de auto<br />
bewaakt tevens de passagiersruimte<br />
van de auto en zorgt voor een<br />
alarmsignaal naar de anti-diefstalmodule<br />
in het geval van ongeoorloofd<br />
binnendringen in de<br />
passagiersruimte.<br />
Om de waakfunctie te activeren:<br />
1. Wanneer er passagiers of huisdieren<br />
in het voertuig achterblijven,<br />
schakel dan de<br />
indringingssensor uit voor u het<br />
antidiefstalsysteem activeert.<br />
Zie 'Indringingssensor' verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
2. Vergrendel het voertuig.<br />
Gebruik één van de volgende<br />
methoden:<br />
- Open het bestuurdersportier<br />
en druk op de vergrendelknop<br />
voor de elektrisch bediende<br />
portieren.<br />
- Druk op de vergrendeltoets op<br />
de afstandsbediening van de<br />
centrale vergrendeling (waar<br />
van toepassing).<br />
- Druk op de vergrendeltoets op<br />
de afstandsbediening voor het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
(waar van<br />
toepassing).<br />
. . . 316
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 317 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
-Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met het sleutelloos starten<br />
vergrendelingssysteem, kan<br />
de passieve vergrendelingsfunctie<br />
van het voertuig automatisch<br />
het voertuig<br />
vergrendelen en het antidiefstalsysteem<br />
activeren wanneer<br />
u uit het voertuig stapt.<br />
Zie "Vergrendelen zonder sleutel"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in hoofdstuk<br />
1.<br />
3. Sluit alle portieren (ook het kofferdeksel<br />
en de motorkap).<br />
Het controlelampje voor het<br />
alarmsysteem begint te branden<br />
om aan te geven dat het<br />
systeem wordt geactiveerd.<br />
Het controlelampje van het<br />
alarmsysteem gaat binnen ongeveer<br />
30 seconden uit.<br />
Zodra de lamp gedoofd is, is het<br />
systeem ingeschakeld.<br />
Het antidiefstalsysteem wordt niet<br />
geactiveerd als u de portieren<br />
vergrendelt met een sleutel of via de<br />
handvergrendeling.<br />
U kunt het alarmsysteem als volgt<br />
deactiveren als u weer terug bent bij<br />
het voertuig:<br />
• Druk op de ontgrendeltoets op<br />
de afstandsbediening voor de<br />
centrale vergrendeling (waar van<br />
toepassing).<br />
• Druk op de ontgrendeltoets op<br />
de afstandsbediening voor het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
(waar van toepassing).<br />
• Start de motor.<br />
• Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem,<br />
kan de passieve<br />
ontgrendelingsfunctie van<br />
het voertuig automatisch het<br />
voertuig ontgrendelen en het<br />
antidiefstalsysteem deactiveren<br />
wanneer u het voertuig met de<br />
afstandsbediening nadert.<br />
Zie "Ontgrendelen zonder sleutel"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in hoofdstuk<br />
1.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
317 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 318 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
De vergrendelknop voor de elektrisch<br />
bediende portieren kan het<br />
voertuig niet ontgrendelen wanneer<br />
het alarm is geactiveerd.<br />
De elektrische geluidsgenerator<br />
heeft een interne batterij. Wanneer<br />
het voertuig geen stroom meer van<br />
de accu krijgt als het antidiefstalsysteem<br />
wordt geactiveerd, wordt de<br />
elektrische geluidsgenerator automatisch<br />
geactiveerd.<br />
Het systeem testen:<br />
1. Zorg dat de achterklep en de<br />
motorkap zijn gesloten.<br />
2. Doe het raam open en open<br />
het bestuurdersportier.<br />
3. Vergrendel de portieren met de<br />
elektrische portierschakelaar.<br />
4. Sluit het portier en wacht ongeveer<br />
30 seconden totdat het<br />
lampje voor het alarmsysteem<br />
uit gaat.<br />
5. Steek uw hand daarna door het<br />
open raam en ontgrendel het<br />
portier met de handmatige<br />
vergrendeling.<br />
6. Open het portier. Het alarm<br />
moet nu af gaan.<br />
U kunt het alarm uitschakelen door<br />
de motor te starten.<br />
Wanneer de koplampen niet knipperen,<br />
moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
INDRINGINGSSENSOR<br />
De indringingssensor van het voertuig<br />
(in de voorste dakconsole)<br />
bewaakt de passagiersruimte van<br />
het voertuig en zorgt voor een<br />
alarmsignaal naar de antidiefstalmodule<br />
in het geval van ongeoorloofd<br />
binnendringen in de<br />
passagiersruimte.<br />
Wanneer het antidiefstalsysteem is<br />
geactiveerd, wordt het alarm bij elke<br />
beweging in het voertuig<br />
geactiveerd.<br />
Laat geen passagiers of huisdieren<br />
achter in het voertuig wanneer de<br />
indringingssensor is geactiveerd.<br />
. . . 318
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 319 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Voordat u het antidiefstalsysteem<br />
inschakelt en de indringingssensor<br />
activeert, moet u het volgende<br />
doen:<br />
• Controleer of alle portieren,<br />
ramen en het zonnedak (waar<br />
van toepassing) volledig zijn<br />
gesloten.<br />
• Schakel alle aanjagers en ventilatoren<br />
uit. Bewegende lucht kan<br />
het alarm activeren.<br />
• Zorg dat alle losse voorwerpen<br />
goed vastzitten, zoals het zonnescherm<br />
en de raamschermen.<br />
• Zorg dat de sensoren niet worden<br />
gehinderd door obstakels.<br />
• Hang niets aan de<br />
achteruitkijkspiegel.<br />
Wanneer er passagiers in het voertuig<br />
achterblijven, moeten de<br />
portieren met de vergrendelingsschakelaar<br />
van binnenuit worden<br />
vergrendeld, nadat de portieren zijn<br />
gesloten.<br />
De indringingssensor wordt niet<br />
geactiveerd.<br />
Uitschakelknop<br />
indringingssensor<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ook worden<br />
gebruikt om het antidiefstalsysteem<br />
te activeren zonder de indringingssensor<br />
in te schakelen.<br />
Wanneer u de motor uitschakelt,<br />
wordt PRESS TO TURN OFF<br />
MOTION SENSOR (druk op om<br />
de bewegingssensor uit te schakelen)<br />
op het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder weergegeven.<br />
Druk de toets in.<br />
Het bericht MOTION SENSOR OFF<br />
(bewegingssensor uit) wordt op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
De indringingssensor wordt niet<br />
geactiveerd.<br />
Zie "Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
319 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 320 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
De sensor van het systeem<br />
reinigen<br />
U kunt de sensor reinigen door het<br />
reinigingsmiddel op een zachte,<br />
schone doek te spuiten en voorzichtig<br />
af te vegen.<br />
Zorg dat er geen resten van het<br />
reinigingsmiddel achterblijven.<br />
OPMERKING<br />
Spuit reinigingsmiddel niet<br />
rechtstreeks op de<br />
indringingssensor.<br />
Gebruik geen borstels. De haren<br />
van de borstel beschadigen de<br />
sensor.<br />
Raak de sensor niet aan met<br />
pennen of andere scherpe<br />
voorwerpen.<br />
EXTRA VERGRENDELING<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
extra vergrendeling, naast de gewone<br />
portiersloten.<br />
Zie "Extra vergrendeling" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer informatie.<br />
IMMOBILISATIE<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
passief antidiefstalsysteem.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
zie "Immobilisatiesysteem<br />
(centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening)" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een contactknop, zie "Immobilisatiesysteem<br />
(sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem)" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Wanneer aanpassingen aan dit<br />
systeem door personen buiten een<br />
erkend servicefaciliteit worden<br />
gedaan, kan de toestemming om<br />
het systeem te gebruiken komen te<br />
vervallen.<br />
. . . 320
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 321 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Immobilisatiesysteem (centrale<br />
vergrendeling met<br />
afstandsbediening)<br />
Wanneer uw voertuig een verwijderbare<br />
contactsleutel heeft, dan is de<br />
contactsleutel voorzien van een<br />
ingebouwde transponder. De transponder<br />
gebruikt een radiofrequentie<br />
die overeenkomt met de decoder<br />
in uw voertuig.<br />
Het systeem wordt geactiveerd<br />
wanneer de sleutel uit het contact<br />
wordt verwijderd.<br />
Het systeem wordt uitgeschakeld<br />
wanneer het contact wordt<br />
ingeschakeld.<br />
Alleen met de juiste sleutel kan de<br />
auto worden gestart.<br />
Indien een beschadigde of verkeerde<br />
sleutel is gebruikt, zal het<br />
systeem ervoor zorgen dat de motor<br />
niet kan worden gestart. Wanneer<br />
de motor niet start en de lamp van<br />
het alarmsysteem begint te branden,<br />
dan kan de sleutel een beschadigde<br />
transponder hebben. Zet het<br />
contact uit en probeer het opnieuw.<br />
Als de motor nog steeds niet wil<br />
starten, terwijl de sleutel onbeschadigd<br />
lijkt te zijn, moet u een andere<br />
sleutel proberen. Controleer eventueel<br />
ook de zekering. Laat de auto<br />
repareren wanneer de motor nog<br />
steeds niet gestart kan worden.<br />
Indien de motor wel start, is de<br />
eerste sleutel mogelijk defect.<br />
Verzoek uw dealer om een<br />
duplicaat-sleutel.<br />
Alle nieuwe sleutels moeten worden<br />
geprogrammeerd, anders kunt u uw<br />
voertuig er niet mee starten.<br />
Er kunnen maximaal tien sleutels<br />
voor uw voertuig worden<br />
geprogrammeerd.<br />
Extra sleutels programmeren<br />
U kunt maximaal acht extra sleutels<br />
naast de twee originele sleutels<br />
programmeren. Zo programmeert<br />
u een extra sleutel:<br />
1. Controleer of op de sleutel is<br />
gestanst.<br />
2. Start de motor met één van de<br />
eerder geprogrammeerde<br />
sleutels.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
als de motor niet wil starten.<br />
3. Zet het contact af en verwijder<br />
de sleutel.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
321 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 322 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
4. Steek binnen vijf seconden<br />
nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />
de eerder geprogrammeerde<br />
sleutel in het contact en<br />
start de motor.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
als de motor niet wil starten.<br />
5. Zet het contact af en verwijder<br />
de sleutel.<br />
6. Steek binnen vijf seconden<br />
nadat u het contact heeft uitgeschakeld<br />
de sleutel die u aan<br />
het programmeren bent in het<br />
contact en start de motor.<br />
Wanneer de sleutel is geprogrammeerd,<br />
gaat het controlelampje<br />
van het alarmsysteem<br />
uit.<br />
De sleutel kan zo snel worden<br />
geprogrammeerd dat u niet<br />
eens in de gaten heeft dat het<br />
lampje van het alarmsysteem is<br />
gaan branden.<br />
Wanneer er meer sleutels moeten<br />
worden geprogrammeerd, herhaalt<br />
u de vorige stappen.<br />
Wanneer u slechts één sleutel heeft<br />
waarmee u het voertuig kunt bedienen,<br />
neem dan contact op met uw<br />
dealer om extra sleutels te laten<br />
programmeren.<br />
Als de accu van uw auto spanning<br />
verliest of als de accuspanning naar<br />
het anti-diefstalsysteem van de auto<br />
onderbroken wordt, zal het antidiefstalsysteem<br />
het starten van de<br />
voertuig uitschakelen.<br />
Als het systeem vaststelt dat een<br />
ongeldige sleutel is gebruikt, wordt<br />
de controlelamp van het alarmsysteem<br />
ingeschakeld en gaat deze<br />
knipperen. Het systeem voorkomt<br />
dat de auto kan worden gestart.<br />
Laat de sleutel of afstandsbediening<br />
waarmee het antidiefstalsysteem<br />
kan worden uitgeschakeld niet<br />
achter in het voertuig.<br />
Immobilisatiesysteem (sleutelloos<br />
start- en<br />
vergrendelingssysteem)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
zie "Immobilisatiesysteem<br />
(centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening)" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
Het systeem is ingeschakeld<br />
wanneer de contactknop naar OFF<br />
wordt gedraaid.<br />
Het systeem wordt automatisch<br />
uitgeschakeld wanneer de contactknop<br />
wordt ingedrukt en er een<br />
geldige afstandsbediening voor het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
in het voertuig wordt<br />
waargenomen.<br />
De motor start alleen wanneer er<br />
een geldige afstandsbediening die<br />
aan het voertuig is gekoppeld wordt<br />
waargenomen.<br />
. . . 322
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 323 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Wanneer er een beschadigde of<br />
verkeerde sleutel is gebruikt, zorgt<br />
het systeem dat de motor niet kan<br />
starten. Wanneer de motor niet start<br />
en het controlelampje voor het<br />
alarmsysteem gaat branden, dan<br />
kan er een probleem met het immobilisatiesysteem<br />
zijn. Schakel het<br />
contact uit.<br />
Leg de afstandsbediening in het<br />
afstandsbedieningsvakje in het<br />
opbergvak met de toetsen naar de<br />
voorzijde van het voertuig gekeerd.<br />
Probeer daarna de motor nog eens<br />
te starten.<br />
Zie het volgende onder "Mededelingen<br />
van het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder" in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie:<br />
• ELECTRONIC KEY NOT<br />
DETECTED (elektronische sleutel<br />
niet waargenomen)<br />
Wanneer de contactknop niet draait<br />
en de afstandsbediening onbeschadigd<br />
lijkt, probeer dan een andere<br />
afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en<br />
vergrendelingssysteem.<br />
Controleer ook de zekering. Zie<br />
"Zekeringen en stroomonderbrekers"<br />
voor meer informatie.<br />
Wanneer de contactknop nog<br />
steeds niet draait, moet u het voertuig<br />
voor onderhoud naar de werkplaats<br />
brengen. Wanneer de<br />
contactknop wel draait, is de eerste<br />
afstandsbediening misschien defect.<br />
Neem contact op met de dealer<br />
voor onderhoud aan het immobilisatiesysteem<br />
en om een nieuwe<br />
afstandsbediening te kopen die voor<br />
uw voertuig kan worden<br />
geprogrammeerd.<br />
Als de accu van uw auto spanning<br />
verliest of als de accuspanning naar<br />
het anti-diefstalsysteem van de auto<br />
onderbroken wordt, zal het antidiefstalsysteem<br />
het starten van de<br />
voertuig uitschakelen.<br />
Laat de sleutel of afstandsbediening<br />
waarmee het antidiefstalsysteem<br />
kan worden uitgeschakeld niet<br />
achter in het voertuig.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
323 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 324 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ CENTRALE VERGRENDE-<br />
LING MET AFSTANDSBE-<br />
DIENING (WAAR VAN<br />
TOEPASSING)<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een contactknop, zie "Sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Met dit systeem kunt u de portieren<br />
vergrendelen en ontgrendelen en<br />
de achterklep openen tot op een<br />
afstand van 20 meter van het voertuig<br />
met een toets op de<br />
afstandsbediening.<br />
Met de afstandsbediening kunt u<br />
ook een voertuiglocator activeren of<br />
het alarm van het voertuig vanaf een<br />
afstand activeren.<br />
Het systeem voor sleutelloze<br />
toegang kan samen met het antidiefstalsysteem<br />
van het voertuig<br />
werken.<br />
Raadpleeg de rubriek "Anti-diefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
De nummers op de afstandsbedieningen<br />
komen overeen met geheugentoetsen<br />
1 en 2.<br />
De afstandsbediening van de<br />
centrale vergrendeling kan worden<br />
gebruikt om de geheugeninstellingen<br />
voor de stoelen en spiegels op<br />
te roepen voor maximaal twee<br />
bestuurders. Zie "Geheugen" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Wanneer aanpassingen aan dit<br />
systeem door personen buiten een<br />
erkend servicefaciliteit worden<br />
gedaan, kan de toestemming om<br />
het systeem te gebruiken komen te<br />
vervallen.<br />
. . . 324
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 325 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
A<br />
Werkingsprincipe<br />
B<br />
C<br />
D<br />
Vergrendelen<br />
Druk in om alle portieren op slot<br />
te doen.<br />
De brandstofvulklep wordt ook<br />
vergrendeld.<br />
Zie "Brandstofvulklep vergrendelen"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Voor de toetsen op de afstandsbediening<br />
kunnen verschillende feedbackopties<br />
worden gekozen. Zie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie.<br />
Het anti-diefstalsysteem wordt ook<br />
geactiveerd door de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening in te drukken.<br />
Raadpleeg de rubriek "Antidiefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
Ontgrendelen<br />
Druk op om het bestuurdersportier<br />
te ontgrendelen en de interieurverlichting<br />
in te schakelen. Druk<br />
tweemaal op de knop om alle<br />
portieren te ontgrendelen.<br />
Met deze functie wordt de interieurverlichting<br />
ingeschakeld. De verlichting<br />
blijft maximaal 20 seconden na<br />
het instappen in werking of totdat<br />
het contact wordt ingeschakeld.<br />
De brandstofvulklep wordt ook<br />
ontgrendeld.<br />
Zie "Brandstofvulklep vergrendelen"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Voor de knoppen op de afstandsbediening<br />
kunnen verschillende feedbackopties<br />
worden gekozen. Voor<br />
meer informatie, zie "Bijzondere<br />
eigenschappen" onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Door de ontgrendeltoets op de<br />
afstandsbediening in te drukken,<br />
wordt het anti-diefstalsysteem ook<br />
uitgeschakeld. Raadpleeg de rubriek<br />
"Anti-diefstalsysteem" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
325 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 326 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Ontgrendelen van kofferdeksel<br />
Houd ingedrukt gedurende één<br />
second om de kofferruimte te<br />
ontgrendelen.<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een automatische transmissie,<br />
dan moet de transmissie in de stand<br />
P (parkeren) staan, anders werkt de<br />
ontgrendeling niet. Bij voertuigen<br />
met een handgeschakelde transmissie<br />
moet de transmissie in Neutraal<br />
staan met de parkeerrem<br />
ingeschakeld.<br />
Voertuiglocator/paniekalarm<br />
Druk op en laat weer los om uw<br />
voertuig te lokaliseren.<br />
De claxon klinkt drie keer en de richtingaanwijzers<br />
knipperen drie keer.<br />
Wanneer het contact is uitgeschakeld,<br />
kunt u door 3 seconden in<br />
te drukken het alarm activeren.<br />
U kunt het alarm uitschakelen door<br />
nog een keer op de toets te drukken<br />
of het contact in te schakelen.<br />
Zendbereik<br />
Soms kan het bereik afnemen. Dit is<br />
normaal. Wanneer de afstandsbediening<br />
niet werkt of wanneer u<br />
dichter dan normaal bij uw voertuig<br />
moet staan om de afstandsbediening<br />
te kunnen gebruiken:<br />
• Kan de batterij van de afstandsbediening<br />
leeg zijn. Zie de aanwijzingen<br />
voor het vervangen<br />
van de batterij.<br />
• U staat misschien te ver verwijderd<br />
van uw auto. Controleer de<br />
afstand. Het kan nodig zijn om<br />
dichter bij uw auto te gaan staan<br />
bij regen of sneeuw.<br />
• Controleer de locatie. Andere<br />
voertuigen of voorwerpen kunnen<br />
het signaal blokkeren. Ga<br />
een paar stappen naar links of<br />
naar rechts.<br />
Wanneer geen van het bovenstaande<br />
van toepassing is, moet u contact<br />
opnemen met uw dealer of een<br />
gekwalificeerde technicus.<br />
. . . 326
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 327 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Batterij vervangen<br />
Als het systeem niet reageert op de<br />
afstandsbediening als u binnen het<br />
normale bereik bent, moet u waarschijnlijk<br />
de batterij in de zender<br />
vervangen.<br />
REPLACE BATTERY IN REMOTE<br />
KEY (vervang batterij in afstandsbediening)<br />
kan op het display van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
worden weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
OPMERKING<br />
Raak de bedrading niet aan<br />
wanneer een batterij wordt<br />
vervangen. Statische elektriciteit<br />
op deze bedrading kan beschadiging<br />
van de zender veroorzaken.<br />
Vervangen van een batterij:<br />
1. Steek een dun, plat, niet-metalen<br />
voorwerp naar binnen om<br />
de onderste helft en de bovenste<br />
helft van de afstandsbediening<br />
van elkaar te scheiden.<br />
2. Gebruik een potlood of een<br />
ander niet-metalen voorwerp<br />
om de oude batterij te<br />
verwijderen.<br />
3. Plaats de nieuwe batterij met de<br />
pluszijde (+) omhoog.<br />
Gebruik hetzelfde type batterij<br />
als de oude. Wanneer u een ander<br />
type batterij gebruikt, kan<br />
de afstandsbediening beschadigd<br />
raken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat u oude accu's in<br />
overeenstemming met de milieubeschermende<br />
voorschriften laat<br />
verwerken om het milieu en uw<br />
gezondheid te helpen<br />
beschermen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
327 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 328 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
4. Breng de afdekking weer aan.<br />
Druk de onderkant weer vast op<br />
de bovenkant.<br />
5. Controleer de werking van de<br />
zender bij uw voertuig.<br />
Aanpassen van zenders<br />
Soms moeten de afstandsbedieningen<br />
aan uw voertuig worden aangepast,<br />
bijvoorbeeld wanneer een<br />
afstandsbediening verloren is<br />
geraakt of wordt vervangen. Ook<br />
wanneer slechts één afstandsbediening<br />
wordt vervangen, moeten ook<br />
alle overige afstandsbedieningen<br />
opnieuw aan het voertuig worden<br />
aangepast. U kunt maximaal acht<br />
afstandsbedieningen aan uw voertuig<br />
aanpassen.<br />
Informeer bij uw dealer wanneer u<br />
een nieuwe zender wilt aanschaffen<br />
en zenders wilt voorbereiden om<br />
voor uw auto te worden gebruikt.<br />
Akkoordcode voor<br />
zenderfrequenties<br />
Hieronder volgt de <strong>Europe</strong>se certificatiecode<br />
voor de afstandsbedieningsfrequentie<br />
voor dit systeem:<br />
•<br />
. . . 328
■ SLEUTELLOOS START-<br />
EN VERGRENDELINGSSYS-<br />
TEEM (WAAR AANWEZIG)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
zie dan "Centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat kinderen niet alleen achter in<br />
het voertuig met de<br />
afstandsbediening.<br />
Voertuigcontact- en startfuncties<br />
kunnen worden geactiveerd als<br />
de zender in het voertuig is.<br />
De kinderen kunnen de elektrische<br />
ramen of andere regelaars<br />
bedienen en kunnen het voertuig<br />
zelfs starten en laten rijden.<br />
Een kind of anderen kunnen<br />
gewond raken of zelfs gedood.<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
Hoofdstuk 3<br />
Uw voertuig kan zijn voorzien van<br />
een passieve/actieve afstandsbediening<br />
voor het sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem.<br />
Met dit systeem kunt u de portieren<br />
vergrendelen en ontgrendelen en<br />
de achterklep openen tot op een<br />
afstand van 60 meter van het voertuig<br />
met een toets op de<br />
afstandsbediening.<br />
329 . . .<br />
–<br />
Met het passieve toegangssysteem<br />
kunt u de portieren passief ontgrendelen<br />
en de achterklep passief<br />
openen zonder dat u de afstandsbediening<br />
uit uw zak, tas, etc. hoeft te<br />
halen. U hoeft geen toets op de<br />
afstandsbediening in te drukken.<br />
–<br />
–<br />
Als u de afstandsbediening van het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
bij u heeft, dan kunt u alle<br />
portieren automatisch ontgrendelen<br />
door aan de handgreep van het<br />
bestuurdersportier te trekken.<br />
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 329 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 330 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
De passieve functies werken<br />
wanneer de afstandsbediening zich<br />
binnen 1 meter van het portier of de<br />
achterklep bevindt.<br />
De volgende passieve functies zijn<br />
ook beschikbaar als de afstandsbediening<br />
binnen bereik is:<br />
• Het voorportier wordt automatisch<br />
ontgrendeld als u aan de<br />
portierhandgreep trekt.<br />
• Trek één keer aan de handgreep<br />
van het achterportier om het<br />
portier te ontgrendelen. Trek<br />
nog een keer aan de handgreep<br />
om het portier te openen.<br />
• Druk op de ontgrendeltoets van<br />
de kofferruimte op de achterzijde<br />
van het kofferdeksel, boven<br />
het kenteken, om de kofferruimte<br />
te openen.<br />
Zie voor het in- en uitschakelen van<br />
deze functie "Bijzondere eigenschappen"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
U kunt ook het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder gebruiken om te<br />
programmeren dat de claxon moet<br />
klinken om er eraan te herinneren<br />
dat u de afstandsbediening voor het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
in het voertuig heeft laten<br />
liggen.<br />
Zie "ELECTRONIC KEY REMINDER<br />
(herinnering elektronische sleutel)"<br />
onder "informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Met de afstandsbediening kunt u<br />
ook een voertuiglocator activeren of<br />
het alarm van het voertuig vanaf een<br />
afstand activeren.<br />
Het systeem voor sleutelloze<br />
toegang kan samen met het antidiefstalsysteem<br />
van het voertuig<br />
werken.<br />
Raadpleeg de rubriek "Anti-diefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
De nummers op de afstandsbedieningen<br />
komen overeen met geheugentoetsen<br />
1 en 2.<br />
De afstandsbediening kan worden<br />
gebruikt om de geheugeninstellingen<br />
voor de stoelen en spiegels op<br />
te roepen voor maximaal twee<br />
bestuurders. Zie "Geheugen" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Wanneer aanpassingen aan dit<br />
systeem door personen buiten een<br />
erkend servicefaciliteit worden<br />
gedaan, kan de toestemming om<br />
het systeem te gebruiken komen te<br />
vervallen.<br />
. . . 330
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 331 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
A<br />
Werking van de<br />
afstandsbediening<br />
B<br />
C<br />
D<br />
E<br />
Vergrendelen<br />
Druk in om alle portieren op slot<br />
te doen.<br />
De brandstofvulklep wordt ook<br />
vergrendeld.<br />
Zie "Brandstofvulklep vergrendelen"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Voor de toetsen op de afstandsbediening<br />
kunnen verschillende feedbackopties<br />
worden gekozen. Zie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie.<br />
Het antidiefstalsysteem wordt ook<br />
geactiveerd door op de vergrendeltoets<br />
op de afstandsbediening in<br />
drukken. Zie "Antidiefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
Ontgrendelen<br />
Druk op om het bestuurdersportier<br />
te ontgrendelen.<br />
De brandstofvulklep wordt ook<br />
ontgrendeld.<br />
Zie "Brandstofvulklep vergrendelen"<br />
in hoofdstuk 4 voor meer<br />
informatie.<br />
Druk binnen vijf seconden twee keer<br />
op de knop om alle portieren te<br />
ontgrendelen.<br />
Als het buiten donker genoeg is, zal<br />
ook de interieurverlichting<br />
inschakelen.<br />
Voor de toetsen op de afstandsbediening<br />
kunnen verschillende feedbackopties<br />
worden gekozen. Zie<br />
"Bijzondere eigenschappen" onder<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1 voor<br />
meer informatie.<br />
Wanneer u op de ontgrendeltoets<br />
op de afstandsbediening drukt,<br />
wordt het antidiefstalsysteem ook<br />
uitgeschakeld. Zie "Antidiefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie.<br />
Starten op afstand (waar van<br />
toepassing)<br />
Deze functie is alleen beschikbaar bij<br />
voertuigen met een automatische<br />
transmissie.<br />
Druk op de vergrendeltoets en<br />
laat weer los, en houd daarna<br />
meteen de toets voor starten op<br />
afstand minstens 4 seconden ingedrukt<br />
of tot de richtingaanwijzers<br />
knipperen.<br />
Alle portieren worden vergrendeld.<br />
Raadpleeg "Voertuig starten op<br />
afstand" verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
331 . . .<br />
–<br />
–<br />
–
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 332 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Voertuiglocator/paniekalarm<br />
Druk op en laat weer los om uw<br />
voertuig te lokaliseren.<br />
De claxon klinkt drie keer en de richtingaanwijzers<br />
knipperen drie keer.<br />
Wanneer het contact is uitgeschakeld,<br />
kunt u door 3 seconden in<br />
te drukken het alarm activeren.<br />
U kunt het alarm uitschakelen door<br />
nog een keer op de toets te drukken<br />
of het contact in te schakelen.<br />
Ontgrendelen van kofferdeksel<br />
Houd ingedrukt gedurende één<br />
second om de kofferruimte te<br />
ontgrendelen.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische transmissie,<br />
dan moet de transmissie in P (parkeren)<br />
staan of moet de motor zijn<br />
uitgeschakeld, anders werkt de<br />
ontgrendeling niet.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een handgeschakelde transmissie,<br />
dan moet de transmissie in<br />
Neutraal staan met de parkeerrem<br />
ingeschakeld of moet de motor zijn<br />
uitgeschakeld, anders werkt de<br />
ontgrendeling niet.<br />
Zendbereik<br />
Soms kan het bereik afnemen. Dit is<br />
normaal. Wanneer de afstandsbediening<br />
niet werkt of wanneer u<br />
dichter dan normaal bij uw voertuig<br />
moet staan om de afstandsbediening<br />
te kunnen gebruiken:<br />
• Kan de batterij van de afstandsbediening<br />
leeg zijn. Zie de aanwijzingen<br />
voor het vervangen<br />
van de batterij.<br />
• U staat misschien te ver verwijderd<br />
van uw auto. Controleer de<br />
afstand. Het kan nodig zijn om<br />
dichter bij uw auto te gaan staan<br />
bij regen of sneeuw.<br />
. . . 332
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 333 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
• Controleer de locatie. Andere<br />
voertuigen of voorwerpen kunnen<br />
het signaal blokkeren. Ga<br />
een paar stappen naar links of<br />
naar rechts.<br />
• Een elektronische voorziening,<br />
zoals een mobiele telefoon of<br />
een lap-top computer zorgt voor<br />
storing.<br />
Wanneer geen van het bovenstaande<br />
van toepassing is, moet u contact<br />
opnemen met uw dealer of een<br />
gekwalificeerde technicus.<br />
Batterij vervangen<br />
Als het systeem niet reageert op de<br />
afstandsbediening als u binnen het<br />
normale bereik bent, moet u waarschijnlijk<br />
de batterij in de zender<br />
vervangen.<br />
REPLACE BATTERY IN REMOTE<br />
KEY (vervang batterij in afstandsbediening)<br />
kan op het display van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
worden weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Wanneer de batterij van de afstandsbediening<br />
bijna leeg is, kan<br />
ELECTRONIC KEY NOT DETECTED<br />
(elektronische sleutel niet waargenomen)<br />
op het informatiecentrum<br />
worden weergegeven wanneer u<br />
probeert het voertuig te starten.<br />
Als dit gebeurt, leg de afstandsbediening<br />
dan in het afstandsbedieningsvakje<br />
in het opbergvak in de<br />
middenconsole met de toetsen naar<br />
de voorzijde van het voertuig<br />
gekeerd.<br />
Druk dan op het rempedaal met het<br />
voertuig in P (parkeren) of N<br />
(neutraal) en draai de contactknop<br />
om de motor te starten.<br />
Vervang de batterij van de afstandsbediening<br />
zo snel mogelijk.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
333 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 334 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
OPMERKING<br />
Raak de bedrading niet aan<br />
wanneer een batterij wordt<br />
vervangen. Statische elektriciteit<br />
op deze bedrading kan beschadiging<br />
van de zender veroorzaken.<br />
3. Plaats de nieuwe batterij met de<br />
pluszijde (+) omlaag.<br />
Gebruik hetzelfde type batterij<br />
als de oude. Wanneer u een ander<br />
type batterij gebruikt, kan<br />
de afstandsbediening beschadigd<br />
raken.<br />
Vervangen van een batterij:<br />
1. Steek een dun, plat, niet-metalen<br />
voorwerp in de sleuf aan de<br />
zijkant of achterkant van de<br />
afstandsbediening om het<br />
onderste deel los te halen van<br />
het bovenste deel.<br />
2. Gebruik een potlood of een<br />
ander niet-metalen voorwerp<br />
om de oude batterij te<br />
verwijderen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat u oude accu's in<br />
overeenstemming met de milieubeschermende<br />
voorschriften laat<br />
verwerken om het milieu en uw<br />
gezondheid te helpen<br />
beschermen.<br />
. . . 334
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 335 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
4. Breng de afdekking weer aan.<br />
Druk de onderkant weer vast op<br />
de bovenkant.<br />
5. Controleer de werking van de<br />
zender bij uw voertuig.<br />
Aanpassen van zenders<br />
Het aanpassen van zenders aan uw<br />
auto kan nodig zijn wanneer een<br />
zender verloren is geraakt of wordt<br />
vervangen. Ook wanneer slechts 1<br />
zender vervangen wordt, moeten<br />
ook alle overige zenders opnieuw<br />
aan de auto worden aangepast.<br />
Maximaal kunnen vier zenders aan<br />
uw auto worden aangepast.<br />
Informeer bij uw dealer wanneer u<br />
een nieuwe zender wilt aanschaffen<br />
en zenders wilt voorbereiden om<br />
voor uw auto te worden gebruikt.<br />
Immobilisatie<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
passief antidiefstalsysteem.<br />
Wanneer aanpassingen aan dit<br />
systeem door personen buiten een<br />
erkend servicefaciliteit worden<br />
gedaan, kan de toestemming om<br />
het systeem te gebruiken komen te<br />
vervallen.<br />
Raadpleeg de rubriek "Anti-diefstalsysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
335 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 336 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Voertuig starten op afstand<br />
(waar van toepassing)<br />
Deze functie is alleen beschikbaar bij<br />
voertuigen met een automatische<br />
transmissie.<br />
Wanneer de functie is ingeschakeld,<br />
kunt u de motor starten terwijl u zelf<br />
buiten het voertuig staat.<br />
Zie voor het in- en uitschakelen van<br />
deze functie "Bijzondere eigenschappen"<br />
onder "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de motor niet in een afgesloten<br />
ruimte, zoals een garage,<br />
draaien. Koolmonoxide (CO) kan<br />
het interieur binnenstromen.<br />
U kunt het voertuig als volgt starten<br />
met de functie voor starten op<br />
afstand:<br />
1. Richt de afstandsbediening op<br />
het voertuig.<br />
A<br />
2. Druk op de vergrendeltoets <br />
en laat weer los, en houd<br />
daarna meteen de toets voor<br />
starten op afstand minstens 4<br />
seconden ingedrukt of tot de<br />
richtingaanwijzers knipperen.<br />
Alle portieren worden<br />
vergrendeld.<br />
Wanneer het voertuig start,<br />
worden de parkeerlichten ingeschakeld.<br />
De lichten blijven<br />
branden terwijl de motor draait.<br />
B<br />
. . . 336
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 337 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Deze functie activeert automatisch<br />
bepaalde klimaatregelfuncties<br />
wanneer u de afstandsbediening<br />
gebruikt om het voertuig te starten.<br />
Bij activering worden de instellingen<br />
van de klimaatregeling automatisch<br />
ingesteld op de stand die het laatst<br />
was ingesteld.<br />
De functie Voertuig op afstand starten<br />
kan de volgende functies activeren<br />
wanneer het buiten koud is:<br />
• De ontwaseming van de achterruit<br />
wordt ingeschakeld.<br />
• De voorruitverwarming wordt<br />
automatisch ingeschakeld.<br />
• De stoelverwarming (waar aanwezig)<br />
wordt ingeschakeld.<br />
Raadpleeg "Verwarmings- en airconditioningsysteem"<br />
in hoofdstuk 1.<br />
Wanneer het contact naar ON<br />
wordt gedraaid, gaat het klimaatregelsysteem<br />
weer over op de normale<br />
werking.<br />
De stoelverwarming (waar aanwezig)<br />
wordt ook uitgeschakeld.<br />
Wanneer de motor blijft ingeschakeld,<br />
wordt deze na 10 minuten<br />
uitgeschakeld tenzij u deze tijd<br />
verlengt door de procedure voor<br />
starten op afstand te herhalen.<br />
De motorlooptijd bij gebruik van de<br />
functie starten op afstand kan<br />
slechts één keer worden verlengd.<br />
Tijdens de motorlooptijd bij gebruik<br />
van de functie starten op afstand,<br />
moet u het volgende doen om het<br />
voertuig vanuit de functie starten op<br />
afstand over te schakelen naar de<br />
normale bediening:<br />
1. Ga in het voertuig zitten.<br />
2. Druk met uw voet op het rempedaal<br />
en draai het contact<br />
naar ON of RUN.<br />
Wanneer u niet overgaat op de<br />
normale bediening van het voertuig<br />
tijdens de opgegeven motorlooptijd<br />
(maximaal twee keer starten op<br />
afstand met een maximale motorlooptijd<br />
op afstand van 20 minuten),<br />
dan wordt de motor<br />
uitgeschakeld. Wanneer dit gebeurt,<br />
kan het voertuig alleen worden<br />
gestart door het contact naar ON<br />
(aan) te draaien.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
337 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 338 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
U kunt de motorlooptijd bij starten<br />
op afstand als volgt beëindigen<br />
zonder naar de normale voertuigbediening<br />
te gaan:<br />
• Richt de afstandsbediening op<br />
het voertuig en druk op de knop<br />
voor starten op afstand totdat de<br />
parkeerlichten worden<br />
uitgeschakeld.<br />
Het bereik van de afstandsbediening<br />
kan kleiner zijn als het voertuig<br />
rijdt.<br />
• Schakel de waarschuwingsknipperlichten<br />
in.<br />
• Schakel het contact in en daarna<br />
weer uit.<br />
Gebruik de functie voor starten op<br />
afstand niet wanneer de tank bijna<br />
leeg is.<br />
De tank kan dan helemaal leeg<br />
raken.<br />
Opmerking:<br />
In sommige regio's kan het starten<br />
op afstand door de wet<br />
verboden zijn.<br />
Controleer de plaatselijke en<br />
nationale wetgeving voor eventuele<br />
vereisten.<br />
De functie voor starten op afstand<br />
werkt niet onder de volgende<br />
omstandigheden:<br />
• Het contact staat niet in de uitstand.<br />
• De motorkap van het voertuig<br />
staat open.<br />
• De afstandsbediening bevindt<br />
zich in het voertuig.<br />
• Er is een storing in het<br />
emissieregelsysteem.<br />
• De temperatuur van de motorkoelvloeistof<br />
is te hoog.<br />
• De motoroliedruk is laag.<br />
• De functie voor starten op<br />
afstand is niet ingeschakeld.<br />
• Er is zonder toestemming geprobeerd<br />
het voertuig binnen te<br />
dringen of er is geprobeerd het<br />
voertuig te stelen.<br />
. . . 338
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 339 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Zie voor informatie over andere<br />
omstandigheden die invloed<br />
hebben op de prestaties van de<br />
afstandsbediening "Bereik van de<br />
afstandsbediening" onder "Sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem"<br />
eerder in dit hoofdstuk.<br />
Akkoordcode voor<br />
zenderfrequenties<br />
Hieronder volgt de <strong>Europe</strong>se certificatiecode<br />
voor de afstandsbedieningsfrequentie<br />
voor dit systeem:<br />
•<br />
■ CONTA<strong>CTS</strong>LOT<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat kinderen niet alleen in het<br />
voertuig met de contactsleutel of<br />
een afstandsbediening.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van het sleutelloos start- en<br />
bedieningssysteem, kunnen de<br />
voertuigcontact- en startfuncties<br />
worden geactiveerd als de<br />
afstandsbediening in het voertuig<br />
ligt.<br />
–<br />
–<br />
De kinderen kunnen de elektrische<br />
ramen of andere regelaars<br />
bedienen en kunnen het voertuig<br />
zelfs starten en laten rijden.<br />
–<br />
Een kind of anderen kunnen<br />
gewond raken of zelfs gedood.<br />
Laat geen kinderen in het voertuig<br />
zonder toezicht.<br />
339 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 340 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
A<br />
1<br />
2<br />
3<br />
Het contact van uw voertuig wordt<br />
bediend met een normale, verwijderbare<br />
sleutel of via een geïntegreerde,<br />
niet-verwijderbare sleutel<br />
.<br />
De geïntegreerde, niet-verwijderbare<br />
sleutel, de contactknop, is<br />
gemonteerd op voertuigen met<br />
sleutelloos start- en<br />
vergrendelingssysteem.<br />
4<br />
B<br />
1<br />
2<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, moet de<br />
afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
in het voertuig liggen, anders werkt<br />
het contact niet.<br />
Opmerking:<br />
De motor start alleen wanneer er<br />
een geldige afstandsbediening<br />
die aan het voertuig is gekoppeld<br />
wordt waargenomen.<br />
3<br />
4<br />
U kunt het contact in de volgende<br />
vier standen zetten:<br />
1. OFF (uit)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische<br />
transmissie, dan worden het<br />
contact en de transmissie vergrendeld<br />
wanneer u de sleutel<br />
in deze stand draait.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een handgeschakelde<br />
transmissie, worden het stuurwiel<br />
en het contact in deze<br />
stand vergrendeld.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
dan kunt u de sleutel<br />
in deze stand insteken of<br />
verwijderen.<br />
Wanneer het bestuurdersportier<br />
wordt geopend terwijl de sleutel<br />
zich in het contact bevindt,<br />
klinkt er een gongsignaal om u<br />
eraan te herinneren de sleutel<br />
uit het contact te nemen.<br />
. . . 340
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 341 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
OPMERKING<br />
Wanneer uw sleutel lijkt vast te<br />
zitten, controleer dan eerst of het<br />
de juiste sleutel is en of de sleutel<br />
volledig in het contactslot zit.<br />
Wanneer uw voertuig een handgeschakelde<br />
transmissie heeft,<br />
draait u het stuurwiel naar links<br />
en rechts terwijl u de sleutel<br />
stevig met de hand probeert te<br />
draaien. Gebruik geen gereedschap<br />
om de sleutel te forceren.<br />
Als dit niet werkt, moet u het<br />
voertuig naar de werkplaats<br />
brengen.<br />
OPMERKING<br />
Gebruik geen gereedschap om<br />
de contactknop uit de cilinder te<br />
werken.<br />
2. ACC (accessoire)<br />
In deze stand kunnen de elektrische<br />
accessoires worden ingeschakeld<br />
terwijl de motor is<br />
uitgeschakeld.<br />
In deze stand wordt de motor<br />
uitgeschakeld.<br />
Wanneer u functies zoals de radio<br />
langere tijd gebruikt terwijl<br />
de sleutel in de accessoirestand<br />
staat, dan kan de accu leeglopen,<br />
waardoor het voertuig niet<br />
meer start. Gebruik het voertuig<br />
niet langere tijd in de<br />
accessoirestand.<br />
3. ON (aan)<br />
Het contact gaat terug naar de<br />
stand ON nadat u de motor<br />
heeft gestart en de sleutel of<br />
contactknop heeft losgelaten.<br />
Wanneer uw voertuig is uitgerust<br />
met een automatische<br />
transmissie, moet de sleutel in<br />
de stand ACC of ON staan om<br />
de versnellingshendel uit de<br />
stand P (parkeren) te zetten.<br />
Wanneer de motor niet draait,<br />
loopt de accu leeg als u de sleutel<br />
langere tijd in de stand ON<br />
laat staan.<br />
4. START<br />
In deze stand wordt de motor<br />
gestart. Laat de sleutel of contactknop<br />
los zodra de motor<br />
aanslaat. De sleutel keert terug<br />
in de stand ON.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
341 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 342 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Accessoirevoeding<br />
Na het afzetten van het contact<br />
kunnen de volgende accessoires<br />
nog steeds worden gebruikt:<br />
• Audiosysteem<br />
• Elektrisch bediende portierramen<br />
• Zonnedak (indien van<br />
toepassing)<br />
U kunt de radio bedienen tot 10<br />
minuten nadat het contact is uitgeschakeld<br />
of totdat het bestuurdersportier<br />
wordt geopend.<br />
Wanneer u nog tien minuten langer<br />
gebruik wilt maken van deze<br />
voeding, moeten alle portieren<br />
worden gesloten en de contactsleutel<br />
of contactknop even in ON en<br />
dan weer terug in de stand OFF<br />
worden gedraaid.<br />
■ INSTRUCTIES VOOR<br />
HET STARTEN<br />
OPMERKING<br />
De werking van de motor is<br />
gebaseerd op de aanwezige elektronica<br />
in de auto. Wanneer u<br />
extra elektrische onderdelen of<br />
accessoires laat monteren, zal de<br />
motor mogelijk anders gaan<br />
functioneren. Informeer bij uw<br />
dealer alvorens extra elektrische<br />
apparatuur te monteren.<br />
Deze schade wordt niet door uw<br />
garantie gedekt.<br />
Motor starten<br />
Controleer voor het starten van de<br />
auto dat de parkeerrem in werking<br />
is.<br />
Wanneer u een voertuig met automatische<br />
transmissie start, moet de<br />
versnellingshendel in P (parkeren) of<br />
N (neutraal) staan.<br />
Kies stand N (neutraal) om de motor<br />
opnieuw te starten wanneer het<br />
voertuig al in beweging is.<br />
OPMERKING<br />
Schakel niet in de stand P (parkeren)<br />
terwijl het voertuig nog rijdt.<br />
Anders kan de transmissie<br />
beschadigd worden.<br />
Met een handgeschakelde versnellingsbak<br />
drukt u het koppelingspedaal<br />
geheel in en plaatst u de<br />
versnellingshendel in de neutrale<br />
stand. De motor zal niet aanslaan als<br />
het koppelingspedaal niet geheel is<br />
ingedrukt.<br />
. . . 342
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 343 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, moet u de<br />
normale remmen indrukken voor u<br />
de contactknop draait.<br />
Draai de contactsleutel of contactknop<br />
naar START. Druk het gaspedaal<br />
niet in.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, moet de<br />
afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
in het voertuig liggen, anders werkt<br />
het contact niet.<br />
Wanneer de afstandsbediening voor<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
niet in het voertuig<br />
wordt waargenomen, wordt op het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
het bericht ELECTRONIC KEY<br />
NOT DETECTED (elektronische<br />
sleutel niet waargenomen)<br />
weergegeven.<br />
Raadpleeg wanneer dit gebeurt<br />
"Afstandsbediening niet gedetecteerd"<br />
onder "Startproblemen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Laat de sleutel of contactknop los<br />
zodra de motor aanslaat.<br />
De motor start automatisch.<br />
Laat de motor niet meteen na het<br />
starten met een hoog motortoerental<br />
draaien.<br />
Geef de motor genoeg tijd om op te<br />
warmen en de olie naar de verschillende<br />
onderdelen van de motor die<br />
moeten worden gesmeerd te laten<br />
stromen.<br />
De stationaire snelheid gaat omlaag<br />
als de motor opwarmt.<br />
Wanneer REPLACE BATTERY IN<br />
REMOTE KEY (batterij in afstandsbediening<br />
vervangen) op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder wordt weergegeven,<br />
moet u de batterij in de<br />
afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
vervangen.<br />
Raadpleeg "Systeem voor sleutelloze<br />
toegang" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
343 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 344 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Computergestuurd startsysteem<br />
Deze functie helpt bij het starten van<br />
de motor en beschermt de onderdelen.<br />
Deze functie kan ervoor zorgen<br />
dat de motor start, zelfs als de<br />
contactsleutel of contactknop niet in<br />
START staat.<br />
Wanneer de motor niet binnen<br />
15 seconden start, stopt het<br />
systeem met het starten van de<br />
motor om schade aan de tandwielen<br />
van de startmotor te<br />
voorkomen.<br />
Draai het contact naar ACC of OFF<br />
om de startpoging te stoppen en de<br />
motor uit te schakelen.<br />
. . . 344<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u uw sleutel in START<br />
houdt meteen nadat de motor is<br />
aangeslagen, dan kan de startmotor<br />
oververhit en beschadigd<br />
raken en kan de accu leeglopen.<br />
Wacht ongeveer 15 seconden<br />
tussen elke startpoging om te<br />
voorkomen dat de accu leegloopt<br />
of de startmotor beschadigd<br />
raakt.<br />
Startproblemen<br />
Motor "verzopen"<br />
Als uw motor niet wil starten of start<br />
en slaat weer af, kan deze verzopen<br />
zijn.<br />
Druk bij een verzopen motor het<br />
gaspedaal langzaam volledig tot de<br />
bodem in en houd hem in deze<br />
stand terwijl u de motor start.<br />
Wanneer de motor even start, maar<br />
daarna weer stopt, herhaalt u dit<br />
nog een keer.<br />
Afstandsbediening niet gedetecteerd<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, moet de<br />
afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
in het voertuig liggen, anders werkt<br />
het contact niet.<br />
Wanneer de batterij van de afstandsbediening<br />
bijna leeg is of wanneer<br />
het systeem de afstandsbediening<br />
niet kan waarnemen omdat het<br />
voertuig zeer dicht bij een radio-/<br />
televisiemast staat, dan kan het zijn<br />
dat u het voertuig niet kunt starten.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 345 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Wanneer de afstandsbediening voor<br />
het sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
niet in het voertuig<br />
wordt waargenomen, wordt op het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
het bericht ELECTRONIC KEY<br />
NOT DETECTED (elektronische sleutel<br />
niet waargenomen) weergegeven.<br />
Dit bericht wordt ook weergegeven<br />
wanneer een oplader van een<br />
mobiele telefoon stoort op de<br />
werking van het sleutelloos starten<br />
vergrendelingssysteem.<br />
Ontkoppel alle accuopladers<br />
wanneer u de motor start of<br />
uitschakelt.<br />
Als dit gebeurt, leg de afstandsbediening<br />
dan in het afstandsbedieningsvakje<br />
in het opbergvak in de<br />
middenconsole met de toetsen naar<br />
de voorzijde van het voertuig<br />
gekeerd.<br />
Zet de versnellingshendel bij voertuigen<br />
met automatische transmissie<br />
in P (parkeren) of N (neutraal),<br />
druk het rempedaal in en draai de<br />
contactknop om het voertuig te<br />
starten.<br />
Met een handgeschakelde versnellingsbak<br />
drukt u het koppelingspedaal<br />
geheel in en plaatst u de<br />
versnellingshendel in de neutrale<br />
stand. De motor zal niet aanslaan als<br />
het koppelingspedaal niet geheel is<br />
ingedrukt.<br />
Wanneer REPLACE BATTERY IN<br />
REMOTE KEY (batterij in afstandsbediening<br />
vervangen) op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder wordt weergegeven,<br />
is de batterij in de afstandsbediening<br />
bijna leeg.<br />
U wordt aangeraden de zenderbatterij<br />
zo snel mogelijk te vervangen.<br />
Zie de volgende informatie:<br />
• Sleutelloos toegangssysteem<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
–<br />
–<br />
–<br />
345 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 346 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Motor slaat niet aan<br />
Wanneer de motor niet start en er<br />
geen bericht wordt weergegeven in<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder, wacht dan 15 seconden<br />
en probeer dan opnieuw.<br />
■ VERWARMING MOTOR-<br />
BLOK (INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
Deze optie kunt u gebruiken<br />
wanneer u het voertuig onder zeer<br />
koude omstandigheden moet stallen<br />
(temperaturen minder dan<br />
-18°C). Het voertuig zal beter starten<br />
en zal tijdens de warmdraaiperiode<br />
ook zuiniger rijden.<br />
Uw voertuig kan ook zijn voorzien<br />
van een interne thermostaat in het<br />
stekkeruiteinde van de kabel. Hierdoor<br />
wordt voorkomen dat de<br />
motorblokverwarming wordt ingeschakeld<br />
wanneer de temperatuur<br />
-18°C of hoger is.<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong> is, dan<br />
bevindt de kabel zich in de motorruimte<br />
vóór de zekeringhouder.<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is, dan<br />
bevindt de kabel zich linksboven in<br />
de motorruimte, naast de veerpoot.<br />
Om de motorblokverwarming te<br />
kunnen gebruiken, dient u eerst de<br />
motor af te zetten. Open dan de<br />
motorkap, rol het elektrische snoer<br />
af en sluit de stekker aan op een<br />
stopcontact. Het systeem gebruikt<br />
normale netspanning.<br />
U moet de kunststof dop verwijderen<br />
om bij het stopcontact te<br />
kunnen komen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het snoer aansluiten op een nietgeaard<br />
aansluitpunt kan een<br />
elektrische schok veroorzaken.<br />
Daarnaast kan een verkeerd<br />
verlengsnoer oververhit raken en<br />
een brand veroorzaken. U kunt<br />
ernstig gewond raken.<br />
Sluit het snoer aan op een stopcontact<br />
met randaarde. U kunt<br />
ook gebruikmaken van een<br />
verlengsnoer dat geschikt is voor<br />
grote belasting (minimaal goedgekeurd<br />
voor 15 A), aangesloten<br />
op een goed geaard stopcontact.<br />
. . . 346
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 347 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Houd de stekker van de verwarming<br />
minimaal vier uur in het contact<br />
voor u de motor start.<br />
Zorg ervoor dat u het snoer loskoppelt<br />
en opbergt voordat u de motor<br />
start. Anders kan het beschadigd<br />
raken door de draaiende<br />
motoronderdelen.<br />
Vraag uw dealer hoe lang de verwarming<br />
moet worden ingeschakeld.<br />
■ TRANSMISSIE<br />
Automatische transmissie<br />
(waar van toepassing)<br />
WAARSCHUWING<br />
Schakel bij een sneldraaiende<br />
motor niet vanuit P (parkeren) of<br />
N (neutraal).<br />
U kunt de macht over het stuur<br />
verliezen en uzelf en anderen in<br />
gevaar brengen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Overschakelen naar een rijstand<br />
terwijl de motor met verhoogd<br />
motortoerental draait, is gevaarlijk.<br />
Houdt uw voet op het<br />
rempedaal en raak het gaspedaal<br />
niet aan. Wacht een ogenblik na<br />
het schakelen en laat vervolgens<br />
het rempedaal langzaam los.<br />
Hierdoor wordt voorkomen dat<br />
de auto onverwachts in beweging<br />
komt.<br />
OPMERKING<br />
Schade aan de transmissie die is<br />
veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />
bij sneldraaiende motor<br />
vanuit P (parkeren) of N<br />
(neutraal) in een rijstand hebt<br />
geplaatst, wordt niet gedekt<br />
door de garantie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
347 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 348 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
SCHAKELSTANDEN<br />
De versnellingshendel bevindt zich<br />
op de middenconsole.<br />
De keuzehendel van de transmissie<br />
kent verschillende schakelstanden.<br />
P (parkeren)<br />
In deze stand zijn de achterwielen<br />
geblokkeerd. Gebruik deze stand<br />
voor het parkeren van de auto en<br />
tijdens het starten van de motor.<br />
Uw auto is voorzien van een<br />
vergrendelingssysteem voor de<br />
keuzehendel van de automatische<br />
transmissie. Terwijl de motor draait,<br />
moet u het rempedaal volledig<br />
intrappen voordat u uit de stand P<br />
(parkeren) kan schakelen.<br />
Raadpleeg "Voertuig parkeren"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zet bij het verlaten van de auto<br />
altijd de keuzehendel in de stand<br />
P (parkeren) en schakel de<br />
parkeerrem in.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stap niet uit terwijl de motor nog<br />
draait.<br />
Het voertuig kan plotseling<br />
bewegen waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
Parkeer de auto zodanig dat hij<br />
niet in beweging kan komen en<br />
stel de parkeerrem in werking.<br />
Zet de versnellingshendel in P<br />
(parkeren).<br />
. . . 348
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 349 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
R (achteruit)<br />
Deze stand dient voor het<br />
achteruitrijden.<br />
Bij lage snelheden kunt u R (achteruit)<br />
gebruiken om uw auto heen en<br />
weer te laten rollen, mocht uw auto<br />
vast komen te zitten in zand,<br />
modder, ijs of sneeuw. Zie "Als uw<br />
voertuig vast komt te zitten" in<br />
hoofdstuk 5.<br />
OPMERKING<br />
Schakel de stand R (achteruit)<br />
alleen in wanneer het voertuig<br />
niet in beweging is. Indien de<br />
achteruit bij rijdende auto wordt<br />
ingeschakeld, kan dit beschadiging<br />
van de transmissie tot<br />
gevolg hebben.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
N (neutraal)<br />
Met de keuzehendel in deze stand<br />
staat de motor niet met de wielen in<br />
verbinding. De stand N (neutraal)<br />
kan worden gekozen om een afgeslagen<br />
motor tijdens het rijden weer<br />
te starten. Kies de stand N (neutraal)<br />
tijdens het slepen van het voertuig.<br />
Zie "Rijden met een recreatief voertuig"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer informatie over het trekken<br />
van voertuigen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Schakel bij een sneldraaiende<br />
motor niet vanuit P (parkeren) of<br />
N (neutraal).<br />
U kunt de macht over het stuur<br />
verliezen en uzelf en anderen in<br />
gevaar brengen.<br />
OPMERKING<br />
Schade aan de transmissie die is<br />
veroorzaakt doordat u de keuzehendel<br />
bij sneldraaiende motor<br />
vanuit P (parkeren) of N<br />
(neutraal) in een rijstand hebt<br />
geplaatst, wordt niet gedekt<br />
door de garantie.<br />
D (normaal rijden)<br />
Deze stand biedt het voordeligste<br />
brandstofverbruik voor uw voertuig.<br />
Kies deze stand voor normaal rijden<br />
in de stad en op autowegen. Als u<br />
over meer motorvermogen wilt<br />
beschikken en:<br />
–<br />
–<br />
–<br />
349 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 350 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
• u langzamer dan 55 km/u rijdt,<br />
druk dan het gaspedaal ongeveer<br />
voor de helft in.<br />
• u sneller rijdt dan 55 km/u, druk<br />
dan het gaspedaal geheel in.<br />
Wanneer het wegdek glad is, kan<br />
terugschakelen ervoor zorgen dat<br />
het voertuig gaat slippen.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is<br />
en in D (rijstand) staat, dan wordt<br />
automatisch de eerste versnelling<br />
naar voren geselecteerd nadat het<br />
voertuig is gestart. Later start het<br />
voertuig altijd in de tweede versnelling.<br />
Wanneer M (handgeschakeld)<br />
is geselecteerd, dan start het voertuig<br />
in de eerste versnelling voor<br />
betere prestaties.<br />
M (handgeschakeld)<br />
Gebruik deze stand om handmatig<br />
de versnelling te kiezen die het beste<br />
bij de huidige rijomstandigheden<br />
past.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Handmatig schakelen bij automatische<br />
transmissie<br />
OPMERKING<br />
De wielen te snel laten doorslippen<br />
of het voertuig tegen een<br />
helling op zijn plaats houden<br />
door alleen het gaspedaal et<br />
gebruiken kan de transmissie<br />
beschadigen.<br />
Als de auto vast komt te zitten,<br />
moet u de wielen niet te snel<br />
laten doorslippen.<br />
Wanneer u de auto tot stilstand<br />
brengt tijdens het oprijden van<br />
een helling, houdt de auto dan<br />
op zijn plaats met behulp van de<br />
remmen.<br />
HANDMATIG SCHAKELEN BIJ AU-<br />
TOMATISCHE TRANSMISSIE<br />
(WAAR VAN TOEPASSING)<br />
OPMERKING<br />
Terwijl het voertuig in de handmatige<br />
schakelstand staat, moet<br />
u de motor niet bij hoge toerentallen<br />
gebruiken zonder op te<br />
schakelen.<br />
Beschadiging veroorzaakt door<br />
verkeerd rijgedrag valt niet onder<br />
de garantie van uw voertuig.<br />
. . . 350
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 351 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Deze functie geeft de bestuurder<br />
meer handmatige controle over de<br />
bediening van de transmissie.<br />
Gebruik de handmatige schakelstand<br />
om langer in een versnelling<br />
te blijven voor sportief rijden of bij<br />
heuvel op rijden, of om omlaag te<br />
schakelen voor meer vermogen of<br />
remmen op de motor.<br />
Het voertuig schakelt strakker en<br />
sneller, en levert betere prestaties.<br />
U kunt deze functie gebruiken door<br />
de versnellingshendel uit de stand D<br />
(rijden) naar rechts te zetten, in de<br />
stand M (handmatige<br />
schakelstand).<br />
Wanneer u de versnellingshendel<br />
niet naar voren of naar achteren zet,<br />
staat het voertuig in de sportieve<br />
stand.<br />
SPORT MODE (sportieve modus)<br />
wordt op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven.<br />
Zie "Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Wanneer het voertuig in de sportieve<br />
modus rijdt, schakelt de transmissie<br />
nog altijd automatisch.<br />
Het is normaal dat de transmissie<br />
langer in een versnelling blijft als de<br />
sportieve modus gekozen is.<br />
Zet de versnellingshendel naar<br />
voren om omhoog te schakelen.<br />
Zet de versnellingshendel naar<br />
achteren om omlaag te schakelen.<br />
De gevraagde wijziging in het schakelbereik<br />
wordt onder de toerenteller<br />
op het instrumentenpaneel<br />
weergegeven.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan geven de volglampjes rond de<br />
buitenlijn van de toerenteller aan<br />
wanneer u naar de volgende hogere<br />
versnelling moet schakelen voor<br />
betere prestaties en om te voorkomen<br />
dat de motor het maximale<br />
toerental bereikt. Zie "Toerenteller"<br />
in hoofdstuk 1.<br />
Om te hoge toerentallen te voorkomen<br />
heeft elk versnellingsbereik een<br />
maximaal ingestelde rijsnelheid.<br />
U mag alleen de versnellingen<br />
gebruiken die geschikt zijn voor de<br />
rijsnelheid en het motortoerental.<br />
De transmissie schakelt niet automatisch<br />
door naar de volgende lagere<br />
versnelling als het motortoerental te<br />
hoog is.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
351 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 352 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Wanneer de schakelbegrenzer van<br />
de transmissie actief is, gaat het<br />
lampje voor de geselecteerde<br />
versnelling knipperen.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong> is,<br />
dan schakelt de transmissie automatisch<br />
terug als het voertuig stilstaat.<br />
Er is meer vermogen beschikbaar als<br />
het voertuig vanuit stilstand optrekt.<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is, dan<br />
schakelt de transmissie niet automatisch<br />
terug wanneer het gaspedaal<br />
snel wordt ingedrukt om de snelheid<br />
te verhogen.<br />
Gebruik de tweede versnelling voor<br />
meer tractiecontrole wanneer u<br />
vanuit stilstand op een gladde weg<br />
start.<br />
SCHAKELFLIPPERS AUTOMATI-<br />
SCHE TRANSMISSIE (WAAR<br />
AANWEZIG)<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een automatische transmissie,<br />
dan is het voertuig voorzien van<br />
schakelflippers; u schakelt met de<br />
schakelaars op de achterkant van<br />
het stuurwiel.<br />
Gebruik de schakelflippers om<br />
langer in een versnelling te blijven<br />
voor sportief rijden of bij heuvel op<br />
rijden, of om terug te schakelen<br />
voor meer vermogen of remmen op<br />
de motor.<br />
Het voertuig schakelt strakker en<br />
sneller, en levert betere prestaties.<br />
Het toerentellerdisplay op het<br />
instrumentenpaneel geeft de huidige<br />
versnelling aan met een cijfer, dat<br />
de gevraagde verandering in schakelbereik<br />
aangeeft.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan geven de volglampjes rond de<br />
buitenlijn van de toerenteller aan<br />
wanneer u naar de volgende hogere<br />
versnelling moet schakelen voor<br />
betere prestaties en om te voorkomen<br />
dat de motor het maximale<br />
toerental bereikt. Zie "Toerenteller"<br />
in hoofdstuk 1.<br />
U kunt deze functie gebruiken door<br />
de versnellingshendel uit de stand D<br />
(rijden) naar rechts te zetten, in de<br />
stand M (handmatige<br />
schakelstand).<br />
Gebruik daarna de schakelaars<br />
achter op het stuurwiel: tik op de<br />
linkerschakelaar om terug te schakelen<br />
of de rechterschakelaar om op te<br />
schakelen.<br />
U mag alleen de versnellingen<br />
gebruiken die geschikt zijn voor de<br />
rijsnelheid en het motortoerental.<br />
. . . 352
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 353 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
De transmissie schakelt niet automatisch<br />
door naar de volgende lagere<br />
versnelling als het motortoerental te<br />
hoog is.<br />
R<br />
1 3 5<br />
Als u niet kunt schakelen, knippert<br />
de huidige versnelling op het<br />
display.<br />
Wanneer u handmatig naar de<br />
tweede versnelling schakelt, dan kan<br />
het voertuig vanuit stilstand in de<br />
tweede versnelling wegrijden, zodat<br />
u meer grip op een glad wegdek<br />
heeft.<br />
2 4 6<br />
Handgeschakelde transmissie<br />
(waar van toepassing)<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong> met<br />
handgeschakelde transmissie is, dan<br />
is dit het schakelpatroon van uw<br />
voertuig.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V<br />
met handgeschakelde transmissie is,<br />
dan is dit het schakelpatroon van uw<br />
voertuig.<br />
De versnellingshendel bevindt zich<br />
op de middenconsole.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
353 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 354 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Tijdens het schakelen moet het<br />
koppelingspedaal volledig worden<br />
ingedrukt om ervoor te zorgen dat<br />
de versnellingstandwielen goed<br />
aangrijpen.<br />
De versnellingshendel staat in de<br />
neutraalstand als de hendel in het<br />
midden van het schakelpatroon<br />
staat.<br />
Gebruik de neutraalstand als u de<br />
motor start of als de motor stationair<br />
draait.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong> is,<br />
schakel dan pas naar 1 (eerste<br />
versnelling) wanneer het voertuig<br />
langzamer dan 40 km/u rijdt.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
schakel dan pas naar 1 (eerste<br />
versnelling) wanneer het voertuig<br />
langzamer dan 64 km/u rijdt.<br />
Als u volledig tot stilstand bent<br />
gekomen en u kunt niet in 1 (eerste<br />
versnelling) schakelen, schakel dan<br />
in neutraal en laat het koppelingspedaal<br />
opkomen. Trap het koppelingspedaal<br />
opnieuw in en probeer<br />
opnieuw in 1 (eerste versnelling) te<br />
schakelen.<br />
Gebruik de stand R (achteruit) als u<br />
achteruit wilt rijden.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan voorkomt de transmissie dat u<br />
met de normale schakelkracht<br />
gemakkelijk in R (achteruit) kunt<br />
schakelen als het voertuig sneller<br />
dan 5 km/u rijdt of als het contact is<br />
uitgeschakeld.<br />
SCHAKELSNELHEDEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Sla geen versnellingen over<br />
tijdens het terugschakelen om te<br />
voorkomen dat u het voertuig<br />
niet meer onder controle kan<br />
houden. U kunt zo uzelf of anderen<br />
letsel toebrengen.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u meer dan één versnelling<br />
overslaat of de motor snel<br />
laat draaien tijdens het terugschakelen<br />
terwijl u de koppeling<br />
loslaat, dan kan de motor,<br />
koppeling, aandrijfas of transmissie<br />
beschadigd raken.<br />
Schakel terug naar de eerstvolgende<br />
lagere versnelling als de snelheid<br />
van de auto daalt tot beneden<br />
32 km/h of de motor niet soepel<br />
draait.<br />
. . . 354
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 355 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
SKIP SHIFT ÉÉN NAAR VIER<br />
(WAAR AANWEZIG)<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V<br />
met handgeschakelde transmissie is,<br />
dan verbetert deze functie het<br />
brandstofverbruik.<br />
Wanneer het voertuig licht accelereert,<br />
dan kunt u alleen van de<br />
eerste naar de vierde versnelling<br />
schakelen in plaats van eerste naar<br />
tweede versnelling of van eerste<br />
naar de derde versnelling.<br />
Bij hard accelereren wordt deze<br />
functie uitgeschakeld en kan de<br />
bestuurder elke versnelling<br />
selecteren.<br />
CONTROLELAMPJE SCHAKEL-<br />
STAND (WAAR VAN<br />
TOEPASSING)<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong> is, dan<br />
geeft dit lampje aan wanneer u het<br />
best kunt opschakelen naar de<br />
volgende versnelling voor het beste<br />
brandstofverbruik.<br />
Het lampje kan tijdens het accelereren<br />
knipperen. Dit is normaal.<br />
Negeer dit lampje wanneer u<br />
terugschakelt.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan geven de volglampjes rond de<br />
buitenlijn van de toerenteller aan<br />
wanneer u naar de volgende hogere<br />
versnelling moet schakelen voor<br />
betere prestaties en om te voorkomen<br />
dat de motor het maximale<br />
toerental bereikt. Zie "Toerenteller"<br />
in hoofdstuk 1.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
355 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 356 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ ALLWHEELAANDRIJ-<br />
VING (INDIEN VAN<br />
TOEPASSING)<br />
De vierwielaandrijving controleert<br />
het motorvermogen en past het<br />
motorvermogen naar de voor- en<br />
achterwielen automatisch aan voor<br />
de beste tractie en rijeigenschappen.<br />
Wanneer het elektronische stabiliteitssysteem<br />
merkt dat de tractie of<br />
stabiliteit afneemt, dan verhoogt de<br />
vierwielaandrijving waar nodig het<br />
vermogen naar de voorwielen.<br />
Wanneer u met reservewiel rijdt,<br />
dan kunnen de prestaties van het<br />
systeem voor de vierwielaandrijving<br />
aanzienlijk afnemen.<br />
In de display van het informatiecentrum<br />
kan een bericht verschijnen.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
■ PARKEREN<br />
Handgeschakelde transmissie<br />
(waar van toepassing)<br />
Zet de handgeschakelde transmissie<br />
in de achteruitversnelling en schakel<br />
de parkeerrem in.<br />
Zie "Parkeerrem" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over de juiste manier waarop de<br />
parkeerrem moet worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
Zet het contact af.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
verwijder dan de sleutel uit het<br />
contact.<br />
. . . 356
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 357 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, verwijder dan<br />
de afstandsbediening voor het sleutelloos<br />
start- en vergrendelingssysteem<br />
uit het voertuig.<br />
Parkeer een voertuig met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een<br />
helling. Wanneer dit echter beslist<br />
nodig is, zie dan 'Parkeren op hellingen'<br />
onder 'Rijden met een aanhanger'<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Automatische transmissie<br />
(waar van toepassing)<br />
OPMERKING<br />
Als u het voertuig niet correct<br />
parkeert, kan het gaan rollen. Als<br />
u de motor aanlaat, kan het snel<br />
gaan. U of andere personen<br />
kunnen gewond raken. Volg de<br />
stappen hieronder om er zeker<br />
van te zijn dat het voertuig niet<br />
meer beweegt.<br />
1. Trek de parkeerrem aan.<br />
Zie "Parkeerrem" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie<br />
over de juiste manier waarop de<br />
parkeerrem moet worden in- en<br />
uitgeschakeld.<br />
2. Druk op de knop op de versnellingshendel<br />
terwijl u de versnellingshendel<br />
helemaal in P<br />
(parkeren) zet.<br />
Laat de toets los.<br />
3. Zet het contact af.<br />
4. Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
verwijder dan de<br />
sleutel uit het contact.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een contactknop, verwijder<br />
dan de<br />
afstandsbediening voor het<br />
sleutelloos start- en vergrendelingssysteem<br />
uit het voertuig.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
357 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 358 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Stap niet uit terwijl de motor nog<br />
draait.<br />
Zet bij het verlaten van het voertuig<br />
altijd de schakelhendel in P<br />
(parkeren) en gebruik daarnaast<br />
de parkeerrem.<br />
Als u zich niet in een auto met<br />
stationair draaiende motor<br />
bevindt, kan de motor oververhit<br />
raken en zelfs in brand vliegen. U<br />
kunt zo uzelf of anderen letsel<br />
toebrengen. Laat de motor niet<br />
draaien terwijl u zich niet in de<br />
auto bevindt.<br />
Als u uw voertuig moet verlaten<br />
terwijl de motor draait, controleer<br />
dan of de versnellingshendel volledig<br />
in de stand P (parkeren) staat.<br />
Houd hiervoor het normale rempedaal<br />
ingedrukt nadat u de versnellingshendel<br />
in de stand P (parkeren)<br />
heeft gezet en probeer de versnellingshendel<br />
uit de parkeerstand te<br />
halen zonder eerst de knop in te<br />
drukken. Als dit mogelijk is, is de<br />
versnellingshendel niet in de<br />
parkeerstand vergrendeld.<br />
Torsievergrendeling<br />
Wanneer u uw voertuig op een<br />
heuvel parkeert, schakel dan de<br />
parkeerrem eerst in voordat naar P<br />
(parkeren) schakelt. Anders komt er<br />
teveel druk op het parkeermechanisme<br />
en wordt het moeilijk uit de<br />
stand P (parkeren) te schakelen.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• Uit de stand P (parkeren)<br />
schakelen<br />
Als u niet uit P (parkeren) kunt schakelen,<br />
hebt u wellicht een andere<br />
auto nodig die u een stukje<br />
heuvelop trekt. Hierdoor wordt de<br />
druk op het parkeermechanisme in<br />
de transmissie verminderd, zodat u<br />
de keuzehendel uit P (parkeren)<br />
kunt schakelen.<br />
. . . 358
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 359 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Uit de stand P (parkeren)<br />
schakelen<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
elektronisch ontgrendelsysteem<br />
voor de schakelvergrendeling.<br />
Wanneer het contact is ingeschakeld,<br />
moet u de normale remmen<br />
volledig intrappen voordat u uit de<br />
stand P (parkeren) kunt schakelen.<br />
Het systeem voor de schakelvergrendeling<br />
is ook bedoeld om te voorkomen<br />
dat de versnellingshendel uit P<br />
(parkeren) wordt gehaald terwijl het<br />
contact in de stand OFF staat.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien van<br />
een verwijderbare sleutel, dan is dit<br />
systeem bedoeld om ervoor te zorgen<br />
dat de contactsleutel niet kan worden<br />
verwijderd wanneer de versnellingshendel<br />
niet in P (parkeren) staat.<br />
Het vergrendelingssysteem voor de<br />
versnellingshendel kan mogelijk niet<br />
werken wanneer de accu leeg of<br />
bijna leeg is.<br />
Wanneer de accu leeg is, kunt u het<br />
voertuig starten met een hulpaccu.<br />
Raadpleeg "Starten met een hulpaccu"<br />
in hoofdstuk 5.<br />
Wanneer u de versnellingshendel<br />
niet uit de stand P (parkeren) kunt<br />
schakelen, houd de rem dan ingedrukt,<br />
terwijl u het volgende doet:<br />
1. Laat de knop op de versnellingshendel<br />
los.<br />
2. Druk nog een keer op de knop<br />
op de versnellingshendel.<br />
3. Probeer uit P (parkeren) en in<br />
de gewenste versnelling te<br />
schakelen.<br />
Wanneer het probleem blijft<br />
aanhouden, moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
Parkeer een voertuig met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een<br />
helling. Wanneer dit echter beslist<br />
nodig is, zie dan 'Parkeren op hellingen'<br />
onder 'Rijden met een aanhanger'<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
■ TRACTIE<br />
Er zijn drie hoofdsystemen voor het<br />
bedienen van de auto: stuurinrichting,<br />
remmen en gasmechanisme.<br />
Om het voertuig onder controle te<br />
houden, mag bij geen van deze<br />
systemen de limiet worden<br />
overschreden.<br />
Tractieregelsysteem<br />
Op een glad wegdek beperkt dit<br />
systeem het doordraaien van de<br />
wielen.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 1 voor aanvullende<br />
informatie over het<br />
tractieregelsysteem.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
359 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 360 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Stabilitrak ® -systeem<br />
Dit systeem helpt bij het behoud<br />
van de richtingscontrole onder gladde<br />
wegomstandigheden.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 1 voor meer<br />
informatie over het Stabilitrak ® -<br />
systeem.<br />
Limited-Slip differentieel<br />
De achteras kan extra trekkracht<br />
geven op sneeuw, ijs, e.d.. Onder<br />
normale omstandigheden werkt<br />
deze zelfblokkerende as als een<br />
gewone standaard achteras.<br />
Wanneer echter een achterwiel<br />
doorslipt en het andere wiel meer<br />
grip heeft, zorgt het limited slip<br />
differentieel toch voor voldoende<br />
aandrijving, ook al zal een van beide<br />
achterwielen aanvankelijk<br />
doorslippen.<br />
■ STUURINRICHTING<br />
Stuurbekrachtiging<br />
Wanneer de bekrachtiging wegvalt<br />
doordat de motor afslaat of het<br />
systeem niet goed functioneert, kan<br />
de auto nog wel worden bestuurd<br />
maar is hiervoor aanzienlijk meer<br />
kracht nodig.<br />
Snelheidsafhankelijke<br />
stuurbekrachtiging<br />
Dit systeem zorgt ervoor dat de<br />
mate van bekrachtiging wordt<br />
aangepast aan de rijsnelheid. Naarmate<br />
de snelheid toeneemt is meer<br />
kracht voor het sturen vereist.<br />
Wanneer uw auto moeilijker<br />
bestuurbaar is dan normaal tijdens<br />
parkeren of langzaam rijden, kan er<br />
een probleem zijn met het systeem.<br />
U beschikt nog wel over stuurbekrachtiging<br />
maar het kost wel veel<br />
meer inspanning bij lage snelheden.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
. . . 360
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 361 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
■ REMMEN<br />
Wanneer de motor tijdens het rijden<br />
afslaat, kunt u de auto normaal tot<br />
stilstand brengen, maar pomp de<br />
remmen niet. Als de motor afslaat, is<br />
er nog voldoende rembekrachtiging<br />
aanwezig, maar de bekrachtiging<br />
vermindert tijdens het remmen.<br />
Remblokslijtageindicators<br />
Uw voertuig is uitgerust met<br />
schijfremmen.<br />
De schijfremmen hebben ingebouwde<br />
slijtage-indicators, die een<br />
hoogtonig waarschuwingssignaal<br />
laten horen indien de remblokken<br />
versleten zijn en moeten worden<br />
vernieuwd.<br />
In sommige omstandigheden of in<br />
bepaalde klimaten kunnen de schijfremmen<br />
piepen wanneer ze voor de<br />
eerste keer of lichtjes worden ingedrukt.<br />
Dit duidt niet op een<br />
probleem met de remmen.<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn vastgezet,<br />
kunnen trillingen ontstaan<br />
tijdens het remmen en kan de<br />
remschijf worden beschadigd. Om<br />
kostbare reparaties aan het remsysteem<br />
te voorkomen, moeten de<br />
wielmoeren gelijkmatig en in de<br />
juiste volgorde met het voorgeschreven<br />
aanhaalmoment worden<br />
vastgezet.<br />
Zie "Specificaties en inhouden" in<br />
hoofdstuk 4 voor het juiste aanhaalmoment<br />
van de wielmoeren.<br />
Remvoeringen moeten altijd<br />
worden vervangen als complete<br />
assets.<br />
WAARSCHUWING<br />
Dit waarschuwingssignaal geeft<br />
aan dat binnen afzienbare tijd uw<br />
remmen niet meer goed zullen<br />
functioneren. Dit zou tot een<br />
ongeval kunnen leiden. Breng<br />
het voertuig naar de garage voor<br />
onderhoud, zodra u het waarschuwingssignaal<br />
voor de<br />
remblokken hoort.<br />
OPMERKING<br />
Door blijven rijden met versleten<br />
remblokken kan resulteren in<br />
dure reparaties aan de remmen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
361 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 362 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Remmen stellen<br />
Elke keer wanneer u remt, ongeacht<br />
of het voertuig wel of niet in beweging<br />
is, vindt het bijstellen van de<br />
remmen automatisch plaats.<br />
Slag van het rempedaal<br />
Neem contact op met uw dealer als<br />
het rempedaal niet meer geheel<br />
omhoog komt of als de slag van het<br />
pedaal plotseling groter wordt. Dit<br />
kan duiden op een defect in het<br />
remsysteem.<br />
Antiblokkeerremsysteem<br />
(ABS)<br />
Het antiblokkeerremsysteem (ABS)<br />
helpt de bestuurder om de auto<br />
onder controle te houden tijdens<br />
krachtig remmen op natte of gladde<br />
wegen. Het systeem regelt automatisch<br />
de remdruk tijdens het<br />
remmen.<br />
Terwijl u remt, ontvangt het systeem<br />
nieuwe informatie over wielsnelheid<br />
en regelt de remdruk bij elk wiel<br />
afzonderlijk om optimaal gebruik te<br />
maken van band- en<br />
wegomstandigheden.<br />
ABS treedt alleen in werking indien<br />
er tijdens het remmen gevaar<br />
bestaat dat een of meer wielen<br />
zullen blokkeren. U behoeft niet<br />
pompend te remmen. Druk het<br />
rempedaal normaal in. U kunt het<br />
voelen of horen pulseren, maar dat<br />
is normaal.<br />
Raadpleeg voor meer informatie het<br />
gedeelte "Controlelamp ABS" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Rembekrachtiging (waar<br />
aanwezig)<br />
Opmerking: deze functie is niet<br />
beschikbaar op de <strong>CTS</strong>-V.<br />
Uw voertuig is voorzien van rembekrachtiging.<br />
Bij hard remmen geeft<br />
het systeem automatisch extra<br />
remdruk op de wielen en wordt het<br />
ABS-systeem geactiveerd.<br />
U kunt wat trillingen voelen of een<br />
geluid horen als het systeem actief<br />
is. Dat is normaal.<br />
De remmen werken weer normaal<br />
zodra het rempedaal wordt losgelaten<br />
of de druk op het rempedaal<br />
afneemt.<br />
. . . 362
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 363 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Parkeerrem<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
handmatige of een elektrische<br />
parkeerrem.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een handmatige parkeerrem,<br />
dan heeft het voertuig een<br />
parkeerrempedaal links van de<br />
linkervoet van de bestuurder. Zie<br />
voor meer informatie "Handmatige<br />
parkeerrem" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
• Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een elektrische parkeerrem,<br />
dan heeft uw voertuig een schakelaar<br />
bij de schakelhendel in de<br />
middenconsole. Zie voor meer<br />
informatie "Elektrische parkeerrem"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Handmatige parkeerrem (waar<br />
aanwezig)<br />
Als uw voertuig een <strong>CTS</strong> is, dan<br />
bevindt het parkeerrempedaal zich<br />
links van de linkervoet van de<br />
bestuurder.<br />
De parkeerrem wordt in werking<br />
gesteld door het rempedaal met uw<br />
rechter voet ingedrukt te houden en<br />
vervolgens het parkeerrempedaal<br />
met uw linker voet in te drukken.<br />
Wanneer het contact ingeschakeld<br />
is, moet het waarschuwingslampje<br />
van het remsysteem gaan branden.<br />
Zie "Waarschuwingslampje van het<br />
remsysteem" in hoofdstuk 1.<br />
Druk, om de rem te ontgrendelen,<br />
het rempedaal met uw rechtervoet<br />
in en trek aan de parkeerremhendel<br />
op het instrumentenpaneel bij het<br />
bestuurdersportier.<br />
Wanneer u begint te rijden terwijl de<br />
parkeerrem nog niet gelost is, dan<br />
begint het waarschuwingslampje<br />
van het remsysteem te knipperen en<br />
hoort u een geluidssignaal om u te<br />
waarschuwen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
363 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 364 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
OPMERKING<br />
Rijd niet met aangetrokken<br />
parkeerrem.<br />
Het rijden met aangetrokken<br />
parkeerrem kan oververhitting<br />
van de remmen veroorzaken. De<br />
remmen of andere delen van de<br />
auto kunnen dan worden<br />
beschadigd.<br />
Parkeer een voertuig met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een<br />
helling. Wanneer dit echter beslist<br />
nodig is, zie dan 'Parkeren op hellingen'<br />
onder 'Rijden met een aanhanger'<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
Elektrische parkeerrem (waar<br />
aanwezig)<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij voertuigen met handgeschakelde<br />
transmissie wordt de elektrische<br />
parkeerrem uitgeschakeld<br />
door de koppeling los te laten en<br />
het gaspedaal in te drukken.<br />
Wanneer de handgeschakelde<br />
transmissie niet in een versnelling<br />
staat, kan het voertuig plotseling<br />
gaan rijden waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
Zorg dat de handgeschakelde<br />
transmissie in een versnelling<br />
staat voordat u probeert weg te<br />
rijden.<br />
U kunt voorkomen dat het voertuig<br />
plotseling gaat rijden door<br />
de koppeling niet deels los te<br />
laten of het gaspedaal in te drukken<br />
totdat u de parkeerrem wilt<br />
uitschakelen en weg wilt rijden.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan is uw voertuig voorzien van een<br />
elektrische parkeerrem.<br />
De schakelaar voor de elektrische<br />
parkeerrem bevindt zich op de<br />
middenconsole.<br />
De elektrische parkeerrem neemt de<br />
plaats in van het systeem voor de<br />
handmatige parkeerrem, het voetpedaal<br />
en de ontgrendelingshendel.<br />
. . . 364
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 365 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Het systeem heeft twee waarschuwingslampjes<br />
en vijf berichten van<br />
het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie:<br />
• Waarschuwingslampen<br />
- Controlelamp remsysteem<br />
- Lampje van de elektrische<br />
parkeerrem<br />
• Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder<br />
- Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de<br />
bestuurder<br />
Bij onvoldoende stroom kan de elektrische<br />
parkeerrem niet worden inof<br />
uitgeschakeld.<br />
De elektrische parkeerrem<br />
inschakelen<br />
De elektrische parkeerrem kan altijd<br />
worden ingeschakeld als het voertuig<br />
stilstaat.<br />
De elektrische parkeerrem wordt<br />
ingeschakeld door de schakelaar<br />
voor de elektrische parkeerrem even<br />
omhoog te houden.<br />
Als de elektrische parkeerrem volledig<br />
is ingeschakeld, dan gaat het<br />
waarschuwingslampje voor het<br />
remsysteem branden en wordt het<br />
volgende bericht op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder op het<br />
display weergegeven:<br />
• PARK BRAKE SET (parkeerrem<br />
ingeschakeld)<br />
Wanneer het waarschuwingslampje<br />
voor het remsysteem niet gaat branden<br />
of wanneer het knippert, dan<br />
moet het voertuig voor onderhoud<br />
naar de garage.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
365 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 366 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Rijd niet met het voertuig als het<br />
waarschuwingslampje voor het<br />
remsysteem knippert.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie:<br />
• Waarschuwingslampen<br />
Controlelamp remsysteem<br />
Wanneer de elektrische parkeerrem<br />
wordt ingeschakeld terwijl het voertuig<br />
rijdt, dan hoort u een geluidssignaal<br />
en wordt het volgende<br />
bericht op het display voor het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven:<br />
• RELEASE PARK BRAKE SWITCH<br />
(schakelaar uitschakelen<br />
parkeerrem)<br />
Het voertuig vertraagt zo lang de<br />
schakelaar omhoog wordt<br />
gehouden.<br />
Wanneer u de schakelaar voor de<br />
elektrische parkeerrem loslaat terwijl<br />
het voertuig vertraagt, dan wordt de<br />
parkeerrem uitgeschakeld.<br />
Wanneer de schakelaar omhoog<br />
wordt gehouden totdat het voertuig<br />
stilstaat, dan blijft de elektrische<br />
parkeerrem ingeschakeld.<br />
Wanneer het waarschuwingslampje<br />
van het remsysteem brandt, dan is<br />
de elektrische parkeerrem ingeschakeld<br />
of is er een storing in het<br />
hydraulisch remsysteem.<br />
. . . 366
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 367 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Wanneer het waarschuwingslampje<br />
voor het remsysteem knippert, dan<br />
is de elektrische parkeerrem slechts<br />
gedeeltelijk in- of uitgeschakeld, of<br />
zit er een storing in de elektrische<br />
parkeerrem.<br />
Het volgende bericht wordt op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven:<br />
• SERVICE PARK BRAKE (onderhoud<br />
parkeerrem)<br />
Wanneer het waarschuwingslampje<br />
knippert, zet u de elektrische<br />
parkeerrem vrij en kunt u opnieuw<br />
proberen de rem in te schakelen.<br />
Wanneer het waarschuwingslampje<br />
blijft knipperen, kunt u niet met het<br />
voertuig rijden.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
Wanneer het lampje voor de elektrische<br />
parkeerrem op het instrumentenpaneel<br />
brandt, dan heeft de<br />
elektrische parkeerrem een storing<br />
in een ander systeem waargenomen<br />
en werkt de rem minder goed.<br />
U kunt de elektrische parkeerrem<br />
inschakelen terwijl het lampje voor<br />
de elektrische parkeerrem brandt<br />
door de schakelaar voor de elektrische<br />
parkeerrem omhoog te<br />
houden.<br />
Wanneer het lampje voor de elektrische<br />
parkeerrem brandt, kan het<br />
langer dan normaal duren voordat<br />
de elektrische parkeerrem volledig is<br />
ingeschakeld.<br />
Blijf de schakelaar in vasthouden<br />
zolang het waarschuwingslampje<br />
voor het remsysteem blijft branden.<br />
Wanneer het lampje voor de elektrische<br />
parkeerrem brandt, moet u<br />
contact opnemen met uw dealer.<br />
Wanneer u de elektrische parkeerrem<br />
niet kunt inschakelen, dan<br />
moeten de achterwielen worden<br />
geblokkeerd om te voorkomen dat<br />
het voertuig gaat bewegen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
367 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 368 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
De elektrische parkeerrem<br />
uitschakelen<br />
U kunt de elektrische parkeerrem als<br />
volgt uitschakelen:<br />
1. Draai de contactsleutel in de<br />
stand "Aan".<br />
2. Houd het rempedaal ingedrukt.<br />
3. Druk de schakelaar voor de<br />
elektrische parkeerrem kort in.<br />
Wanneer u probeert de elektrische<br />
parkeerrem uit te schakelen zonder<br />
dat het rempedaal wordt ingedrukt,<br />
dan hoort u een geluidssignaal en<br />
wordt het volgende bericht op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven:<br />
• PRESS BRAKE PEDAL TO<br />
RELEASE PARK BRAKE (druk op<br />
rempedaal om parkeerrem uit te<br />
schakelen)<br />
De elektrische parkeerrem wordt<br />
uitgeschakeld als het waarschuwingslampje<br />
voor het remsysteem<br />
uit is en het volgende bericht op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder wordt<br />
weergegeven:<br />
• PARK BRAKE RELEASED (parkeerrem<br />
uitgeschakeld)<br />
Wanneer het lampje voor de elektrische<br />
parkeerrem brandt, dan heeft<br />
de elektrische parkeerrem een<br />
storing in een ander systeem waargenomen<br />
en werkt het systeem met<br />
verminderde functionaliteit.<br />
U kunt de elektrische parkeerrem<br />
uitschakelen terwijl het lampje voor<br />
de elektrische parkeerrem brandt<br />
door de schakelaar voor de elektrische<br />
parkeerrem omlaag te houden.<br />
Wanneer het lampje voor de elektrische<br />
parkeerrem brandt, dan kan<br />
het langer dan normaal duren voordat<br />
de elektrische parkeerrem is<br />
uitgeschakeld.<br />
Blijf de schakelaar vasthouden<br />
totdat het waarschuwingslampje<br />
voor het remsysteem uit gaat.<br />
Wanneer het lampje voor de elektrische<br />
parkeerrem brandt, moet u<br />
contact opnemen met uw dealer.<br />
. . . 368
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 369 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
OPMERKING<br />
Rijd niet met aangetrokken<br />
parkeerrem.<br />
Wanneer u rijdt met de elektrische<br />
parkeerrem ingeschakeld,<br />
dan kan het remsysteem oververhit<br />
raken en kan er voortijdige slijtage<br />
of schade aan de<br />
onderdelen van het remsysteem<br />
ontstaan.<br />
Zorg dat de parkeerrem volledig<br />
is uitgeschakeld en dat het waarschuwingslampje<br />
voor het<br />
remsysteem uit is voordat u gaat<br />
rijden.<br />
Automatische uitschakeling van<br />
de elektrische parkeerrem<br />
De elektrische parkeerrem wordt<br />
automatisch uitgeschakeld als het<br />
voertuig is gestart, er een versnelling<br />
wordt geselecteerd en er wordt<br />
geprobeerd weg te rijden.<br />
Vermijd te snel optrekken als de<br />
elektrische parkeerrem is ingeschakeld<br />
om de remvoering van de<br />
parkeerrem te sparen.<br />
Bij voertuigen met handgeschakelde<br />
transmissie kan de elektrische<br />
parkeerrem worden gebruikt om te<br />
voorkomen dat het voertuig omlaag<br />
rolt terwijl er vanuit stilstand op een<br />
heuvel wordt geaccelereerd.<br />
Wanneer het voertuig boven op een<br />
heuvel tot stilstand komt, schakel<br />
dan de elektrische parkeerrem in om<br />
het voertuig op zijn plaats te<br />
houden.<br />
Druk met beide voeten de koppelings-<br />
en gaspedalen in om het voertuig<br />
in de bedoelde richting weg te<br />
laten rijden.<br />
Voer de normale handelingen met<br />
koppelings- en gaspedaal uit om het<br />
voertuig in beweging te krijgen.<br />
U hoeft de schakelaar niet in te drukken<br />
om de elektrische parkeerrem<br />
uit te schakelen.<br />
De elektrische parkeerrem wordt<br />
automatisch uitgeschakeld.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
369 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 370 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij voertuigen met handgeschakelde<br />
transmissie wordt de elektrische<br />
parkeerrem uitgeschakeld<br />
door de koppeling los te laten en<br />
het gaspedaal in te drukken.<br />
Wanneer de handgeschakelde<br />
transmissie niet in een versnelling<br />
staat, kan het voertuig plotseling<br />
gaan rijden waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
Zorg dat de handgeschakelde<br />
transmissie in een versnelling<br />
staat voordat u probeert weg te<br />
rijden.<br />
U kunt voorkomen dat het voertuig<br />
plotseling gaat rijden door<br />
de koppeling niet deels los te<br />
laten of het gaspedaal in te drukken<br />
totdat u de parkeerrem wilt<br />
uitschakelen en weg wilt rijden.<br />
Wanneer u een aanhanger sleept en<br />
op een helling parkeert, zie dan het<br />
volgende in hoofdstuk 4:<br />
• Trekken van een aanhanger<br />
■ WIELOPHANGING<br />
De wielophanging van uw auto is<br />
ontworpen voor een soepele vering<br />
en stabiele wegligging.<br />
. . . 370
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 371 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Magnetic Ride Control<br />
(waar aanwezig)<br />
Opmerking: deze functie is alleen<br />
beschikbaar op de modellen <strong>CTS</strong>-V.<br />
Met deze functie kunt u een wielophangingsmodus<br />
kiezen op basis van<br />
verschillende rijomstandigheden.<br />
Druk op deze toets op de middenconsole<br />
om te wisselen tussen de<br />
modus SPORT (sport) en de modus<br />
TOUR (touring).<br />
De stand Touring is voor normaal<br />
rijden in de stad en op snelwegen. In<br />
deze stand is het voertuig soepel en<br />
zacht geveerd.<br />
De sportmodus wordt gebruikt<br />
wanneer de wegomstandigheden<br />
of persoonlijke voorkeur meer<br />
controle vereisen.<br />
U kunt altijd een instelling kiezen.<br />
Als de rijomstandigheden veranderen,<br />
dan past het systeem automatisch<br />
de rijeigenschappen aan op<br />
basis van de snelheid, stuurwielhoek<br />
en wegomstandigheden.<br />
Wanneer u de motor voor het eerst<br />
start of de wielophangingsmodus<br />
verandert, dan wordt één van de<br />
volgende berichten op het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
weergegeven:<br />
• SUSPENSION MODE TOUR<br />
(wielophangingsmodus Touring)<br />
• SUSPENSION MODE SPORT<br />
(wielophangingsmodus Sport)<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
371 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 372 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
■ SNELHEIDSBEGRENZER<br />
Begrenzer motortoerental<br />
Wanneer het motortoerental te<br />
hoog wordt, wordt de gasklep<br />
gesloten zodat het toerental kan<br />
afnemen.<br />
Wanneer het motortoerental niet<br />
afneemt, wordt de brandstoftoevoer<br />
naar de motor beperkt om<br />
schade aan de motor te voorkomen.<br />
Als het toerental weer binnen het<br />
normale bereik valt, gaat de brandstoftoevoer<br />
ook weer terug naar<br />
normaal.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan knipperen de volglampjes als de<br />
motor het maximale toerental<br />
bereikt.<br />
Raadpleeg "Toerenteller" in hoofdstuk<br />
1 voor meer informatie.<br />
■ VOERTUIG BELADEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Bij een noodstop, een botsing of<br />
een plotselinge ruk aan het stuur<br />
kunnen losse voorwerpen in het<br />
interieur in beweging komen en<br />
zo inzittenden letsel toebrengen.<br />
Berg losse voorwerpen op in de<br />
bagageruimte en verdeel het<br />
gewicht gelijkmatig. Stapel<br />
bagage nooit op tot boven de<br />
rugleuningen. Laat geen losse<br />
kinderzitjes achter in de auto.<br />
Tracht losse voorwerpen in de<br />
auto vast te zetten. Laat de<br />
rugleuning van een stoel niet<br />
neergeklapt tenzij dit noodzakelijk<br />
is.<br />
OPMERKING<br />
Uw garantie dekt geen onderdelen<br />
of componenten die defect<br />
raken als gevolg van<br />
overbelasting.<br />
Het is belangrijk dat u weet hoeveel<br />
gewicht uw auto kan dragen.<br />
Dit gewicht wordt het laadvermogen<br />
(Vehicle Capacity Weight)<br />
genoemd.<br />
Dit is inclusief het gewicht van alle<br />
inzittenden, bagage en alle optionele<br />
accessoires.<br />
Zie "Informatieplaatje voor banden"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
. . . 372
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 373 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Zie "Identificatieplaatje" voor meer<br />
informatie over de belasting.<br />
WAARSCHUWING<br />
De componenten van uw auto<br />
zijn zodanig ontworpen dat een<br />
lange levensduur is gewaarborgd,<br />
mits de toelaatbare vooren<br />
achterasbelasting niet worden<br />
overschreden. Ook de maximaal<br />
toelaatbare voor- en achterasbelasting<br />
mag niet worden<br />
overschreden.<br />
Overbelasting kan de besturing<br />
bemoeilijken en ongelukken tot<br />
gevolg hebben. Ook kan de<br />
levensduur van de auto worden<br />
bekort.<br />
TIRE<br />
FRONT<br />
REAR<br />
SPARE<br />
TIRE AND LOADING INFORMATION<br />
SEATING CAPACITY TOTAL FRONT REAR<br />
The combined weight of occupants and cargo should never exceed XXX kg or XXX lbs.<br />
ORIGINAL SIZE<br />
COLD TIRE PRESSURE<br />
SEE OWNER’S<br />
MANUAL FOR<br />
ADDITIONAL<br />
INFORMATION<br />
Informatieplaatje voor banden<br />
en belasting<br />
Op dit plaatje vindt u de gegevens<br />
over de juiste bandenmaat en de<br />
aanbevolen bandenspanning voor<br />
uw auto.<br />
Raadpleeg "Banden" in hoofdstuk 4<br />
voor meer informatie.<br />
Het plaatje bevindt zich onder het<br />
portierslotmechanisme op de<br />
achterste stijl van het portier<br />
linksvoor.<br />
Het vermeldt ook het maximum<br />
aantal inzittenden en het laadvermogen<br />
(Vehicle Capacity Weight)<br />
van de auto.<br />
Overschrijd het laadvermogen van<br />
uw auto niet.<br />
Zie "Identificatieplaatje" voor meer<br />
informatie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
373 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 374 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Identificatieplaatje<br />
Op dit plaatje staat het maximaal<br />
toelaatbaar totaalgewicht (GVWR)<br />
van het voertuig vermeld.<br />
Het identificatieplaatje is doorgaans<br />
aan uw auto bevestigd op een van<br />
de volgende plaatsen:<br />
• onder het portierslotmechanisme<br />
op de achterste stijl van<br />
het portier linksvoor.<br />
• de achterste rand van het voorportier<br />
links<br />
Merk op dat uw auto twee identificatieplaatjes<br />
kan hebben. Een<br />
Amerikaans identificatieplaatje en<br />
een <strong>Europe</strong>es identificatieplaatje.<br />
Overtuig u ervan dat u het <strong>Europe</strong>se<br />
plaatje gebruikt als informatiebron.<br />
Het GVWR is het maximaal toelaatbare<br />
gewicht van de auto in beladen<br />
toestand. Hierbij is inbegrepen het<br />
gewicht van de auto, alle inzittenden,<br />
de brandstof en de bagage<br />
plus het gewicht op de trekhaak als<br />
u een aanhanger trekt.<br />
Het gebruik van zwaardere onderdelen<br />
voor de wielophanging voor<br />
extra stevigheid hoeft niet van<br />
invloed te zijn op het toelaatbare<br />
gewicht. Vraag uw dealer voor assistentie<br />
bij het juist beladen van uw<br />
voertuig.<br />
Maximaal toegestane voor- en<br />
achterasbelasting<br />
Op de sticker staat verder ook<br />
vermeld het maximale gewicht op<br />
de vooras (de Maximaal Toelaatbare<br />
Asbelasting voor) en het maximale<br />
gewicht op de achteras (de Maximaal<br />
Toelaatbare Asbelasting<br />
achter).<br />
Het gewicht van de te vervoeren<br />
lading moet gelijkmatig worden<br />
verdeeld over de voor- en achteras.<br />
Als u twijfelt aan de gewichten aan<br />
de voorkant en achterkant van uw<br />
auto of het totaalgewicht, dan kan u<br />
de auto laten wegen op een weegbrug.<br />
Uw dealer kan u hierbij<br />
behulpzaam zijn.<br />
Overschrijd het maximaal toelaatbaar<br />
totaalgewicht of de maximaal<br />
toelaatbare asbelasting van het<br />
voertuig niet.<br />
. . . 374
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 375 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
■ EEN AANHANGER SLE-<br />
PEN (ALLEEN <strong>CTS</strong>-V)<br />
Uw voertuig is niet ontworpen en<br />
niet bestemd om een aanhanger te<br />
trekken.<br />
■ EEN AANHANGER SLE-<br />
PEN (ALLEEN <strong>CTS</strong>)<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u niet het juiste materieel<br />
gebruikt en op de juiste wijze<br />
rijdt, kunt u de macht over de<br />
auto verliezen wanneer u een<br />
aanhanger achter uw auto trekt.<br />
U kunt bij een ernstig ongeluk<br />
betrokken raken.<br />
Als bijvoorbeeld de aanhanger te<br />
zwaar is, kunnen de remmen niet<br />
goed of in het geheel niet<br />
werken.<br />
Hierdoor kunnen u en uw passagiers<br />
ernstig gewond raken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het niet juist trekken van een<br />
aanhanger kan uw auto beschadigen<br />
en dure reparaties tot<br />
gevolg hebben die niet gedekt<br />
worden door de garantie. Volg<br />
het onderstaande advies om uw<br />
aanhanger op juiste wijze te<br />
trekken.<br />
Vraag uw dealer wat het maximaal<br />
toelaatbare aanhangergewicht<br />
voor uw voertuig is.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
375 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 376 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
Het maximum totaalgewicht van<br />
een geladen aanhanger hangt af<br />
van het doel van de aanhanger en<br />
van de speciale aanhangeruitrusting.<br />
Uw dealer verstrekt u gaarne<br />
de gegevens over het aanhangergewicht,<br />
speciale uitrusting die is<br />
vereist en leverbare opties.<br />
Sleepuitrusting dient alleen door uw<br />
dealer te worden aangebracht. Uw<br />
dealer heeft de juiste specificaties<br />
voor het installeren en is op de<br />
hoogte van wijzigingen aan de auto<br />
die vereist kunnen zijn.<br />
. . . 376<br />
Hier volgen enkele belangrijke gegevens<br />
voor het rijden met een<br />
aanhanger:<br />
• De maximaal toelaatbare<br />
asbelastingen en het maximaal<br />
toelaatbare totaalgewicht<br />
(GVWR) mogen nooit worden<br />
overschreden.<br />
Het disselgewicht van een aanhanger<br />
moet worden opgeteld<br />
bij het totale gewicht van de<br />
auto.<br />
Zie "Voertuig beladen" eerder in<br />
dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• Het maximaal toelaatbaar treingewicht<br />
is het maximum toelaatbare<br />
totaalgewicht van de auto<br />
en de aanhanger in beladen toestand.<br />
Vergeet niet het gewicht<br />
van de personen in het interieur<br />
van de auto.<br />
Het totaal gewicht van de auto<br />
en het aanhangergewicht<br />
mogen niet groter zijn dan het<br />
maximaal toelaatbaar<br />
treingewicht.<br />
• Wanneer u een aanhanger sleept,<br />
houd dan rekening met de wettelijke<br />
snelheidslimiet, de snelheid<br />
van het verkeer om u heen en de<br />
weersomstandigheden.<br />
Rijd niet harder dan 90 km/u om<br />
voortijdige slijtage aan de voertuigonderdelen<br />
te voorkomen.<br />
• Met uw nieuwe auto mag gedurende<br />
de eerste 1.600 km helemaal<br />
geen aanhanger worden<br />
getrokken. De motor, assen en<br />
andere onderdelen kunnen dan<br />
worden beschadigd.<br />
• Gedurende de eerste 800 km dat<br />
u met een aanhanger rijdt, mag<br />
u niet sneller dan 80 km/u rijden<br />
en niet met volgas wegrijden.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 377 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
• Als u een aanhanger trekt met<br />
een auto met automatische<br />
transmissie, zet u de transmissie<br />
in stand D (normaal rijden).<br />
Wanneer u een aanhanger sleept<br />
met een handgeschakelde transmissie,<br />
kunt u beter niet de<br />
hoogste versnelling gebruiken.<br />
Schakel naar een lagere versnelling<br />
als de transmissie te vaak<br />
schakelt onder zware belastingen<br />
en/of op heuvelachtig<br />
terrein.<br />
• Controleer of de banden van uw<br />
auto in koude toestand de voorgeschreven<br />
spanning hebben.<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties<br />
van uw auto.<br />
Zie ook "Voertuig beladen" eerder<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
• Schakel terug wanneer u op een<br />
lange helling omhoog rijdt en<br />
verlaag uw snelheid tot ongeveer<br />
70 km/u om te voorkomen<br />
dat de motor en transmissie<br />
oververhit raken.<br />
• Verlaag de snelheid en schakel<br />
terug naar een lagere versnelling<br />
voordat u een steile helling<br />
omhoog of omlaag rijdt. Als u<br />
niet naar een lagere versnelling<br />
terugschakelt, dan kunnen de<br />
remmen oververhit raken en<br />
kunt u een ongeval krijgen.<br />
• Parkeer een auto met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een<br />
helling. Indien dit echter beslist<br />
nodig is dan moet iemand u helpen<br />
om blokken tegen de aanhangerwielen<br />
te plaatsen.<br />
Raadpleeg "Parkeren op hellingen"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer gegevens.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
377 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 378 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
• Uw voertuig kan tekenen van<br />
oververhitting vertonen wanneer<br />
u uw motor meteen uitschakelt<br />
nadat u uw voertuig op grote<br />
hoogte op steile hellingen<br />
omhoog heeft laten slepen.<br />
Parkeer waar mogelijk het voertuig<br />
op een vlakke ondergrond.<br />
Schakel de handrem stevig in.<br />
Zet de automatische transmissie<br />
in P (parkeren) of zet de handgeschakelde<br />
transmissie in neutraal.<br />
Laat de motor enkele minuten<br />
stationair draaien en schakel<br />
daarna pas de motor uit.<br />
Wanneer u een waarschuwing<br />
voor oververhitting krijgt, zie<br />
dan "Oververhitting van de<br />
motor" in hoofdstuk 5 voor<br />
aanwijzingen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Aanhangers met een gewicht<br />
van meer dan 450 beladen<br />
toestand moeten zijn voorzien<br />
van deugdelijke remmen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Overschrijd niet het maximum<br />
toelaatbare trekhaakgewicht<br />
voor uw auto.<br />
Trekhaak<br />
Het is van groot belang dat het juiste<br />
type trekuitrusting wordt gebruikt.<br />
Zijwind en slechte wegen zijn<br />
slechts enkele redenen hiervoor.<br />
Hierna volgen enkele tips:<br />
• De achterbumper van uw voertuig<br />
is niet bedoeld voor trekhaken.<br />
Bevestig geen tijdelijke<br />
trekhaken of andere sleepuitrusting<br />
van het bumper-type aan<br />
de bumper. Monteer uitsluitend<br />
trekhaken die aan het onderstel<br />
worden bevestigd.<br />
• Als u gaten in de carrosserie<br />
moet boren om een trekhaak te<br />
monteren, moeten deze na het<br />
monteren goed worden afgedicht.<br />
Anders kunnen vuil, water<br />
en zelfs het dodelijke koolmonoxide<br />
in uw voertuig<br />
binnendringen.<br />
. . . 378
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 379 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Veiligheidskettingen<br />
Breng altijd veiligheidskettingen aan<br />
tussen de auto en de aanhanger.<br />
Kruis de kettingen onder de aanhangerkoppeling,<br />
zodat wanneer de<br />
aanhangerkoppeling mocht losraken<br />
van de trekhaak, de koppeling<br />
niet in contact kan komen met het<br />
wegdek. Instructies over veiligheidskettingen<br />
worden verstrekt door de<br />
fabrikant van de trekhaak of van de<br />
aanhanger.<br />
Volg tijdens het bevestigen van de<br />
veiligheidskettingen de aanwijzingen<br />
op van de fabrikant.<br />
Bevestig geen veiligheidskettingen<br />
aan de bumper.<br />
Trek de kettingen niet strak, anders<br />
is het niet mogelijk met uw aanhanger<br />
door bochten te rijden. De<br />
kettingen mogen nooit de grond<br />
kunnen raken.<br />
Aanhangerremmen<br />
Aanhangers met een gewicht van<br />
meer dan 450 beladen toestand<br />
moeten zijn voorzien van deugdelijke<br />
remmen.<br />
Omdat uw voertuig is uitgerust met<br />
het Stabilitrak-systeem, kunt u niets<br />
aansluiten op het hydraulische<br />
remsysteem van het voertuig.<br />
Anders werken wellicht beide systemen<br />
niet goed. De remmen kunnen<br />
dan zelfs weigeren.<br />
Lees alle aanwijzingen die bij het<br />
aanhangerremmen worden geleverd<br />
en volg deze op.<br />
Richtingaanwijzers<br />
aanhanger<br />
OPMERKING<br />
Maak geen scherpe bochten<br />
terwijl u een aanhanger sleept<br />
omdat de aanhanger dan uw<br />
voertuig kan raken.<br />
Wanneer u een aanhanger sleept<br />
dan kan uw auto extra bedrading<br />
nodig hebben. Neem contact op<br />
met uw dealer.<br />
Wanneer een aanhanger wordt<br />
gesleept dan zullen de pijlen op het<br />
instrumentenpaneel knipperen<br />
wanneer de richtingaanwijzers in<br />
werking zijn, en dit vindt ook plaats<br />
indien de gloeilampen van de<br />
aanhanger defect zijn. U kan denken<br />
dat achter u rijdende weggebruikers<br />
uw richtingaanwijzersignalen<br />
kunnen zien, hoewel dat niet het<br />
geval is. Het is belangrijk om nu en<br />
dan te controleren of de gloeilampen<br />
van de aanhanger goed<br />
werken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
379 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 380 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
. . . 380<br />
Parkeren op hellingen<br />
WAARSCHUWING<br />
Voorkom het parkeren op een<br />
helling wanneer de auto een<br />
aanhanger trekt. Als er iets mis<br />
gaat, zou de combinatie in beweging<br />
kunnen komen. Mensen in<br />
de nabijheid kunnen zo letsel<br />
oplopen en zowel de auto als de<br />
aanhanger kunnen worden<br />
beschadigd.<br />
Parkeer een auto met aangekoppelde<br />
aanhanger niet op een helling.<br />
Wanneer het echter noodzakelijk is<br />
om op een helling te parkeren, let<br />
dan op het volgende:<br />
1. Druk het rempedaal in, maar<br />
zet de keuzehendel nog niet in<br />
P (parkeren) bij auto's met<br />
automatische transmissie of in<br />
de achteruit voor auto's met<br />
handgeschakelde<br />
versnellingsbak.<br />
2. Indien de auto in de afrijstand<br />
op de helling staat, draai de<br />
wielen dan in de richting van de<br />
trottoirband. Met de auto in de<br />
oprijstand dient u de wielen in<br />
de richting van het verkeer te<br />
draaien.<br />
3. Verzoek iemand om blokken<br />
tegen de aanhangerwielen te<br />
plaatsen.<br />
4. Wanneer de wielblokken zijn<br />
aangebracht moet u het rempedaal<br />
loslaten zodat de belasting<br />
door de wielblokken wordt<br />
opgenomen.<br />
5. Druk het rempedaal nogmaals<br />
in. Trek vervolgens de parkeerrem<br />
aan en plaats de keuzehendel<br />
in stand P (parkeren) bij<br />
auto's met automatische transmissie<br />
of in stand R (achteruit)<br />
bij auto's met een handgeschakelde<br />
versnellingsbak.<br />
6. Laat het rempedaal los.<br />
Wanneer u op een helling bent<br />
geparkeerd en gereed bent om weg<br />
te rijden, houd dan het rempedaal<br />
ingedrukt tijdens het starten van de<br />
motor, het inschakelen van een<br />
versnelling en het loszetten van de<br />
parkeerrem.<br />
Laat het rempedaal los.<br />
Rijd langzaam tot de aanhanger vrij<br />
is van de blokken.<br />
Breng de auto tot stilstand en vraag<br />
iemand om de wiggen op te rapen<br />
en op te bergen.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 381 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 3<br />
Onderhoudswerkzaamheden<br />
bij het gebruik van een<br />
aanhanger<br />
Wanneer met een aanhanger wordt<br />
gereden moeten de onderhoudswerkzaamheden<br />
met kortere<br />
intervallen worden uitgevoerd.<br />
Raadpleeg het onderhoudsoverzicht<br />
voor meer informatie.<br />
Controleer regelmatig of alle<br />
moeren en bouten van de trekhaak<br />
goed aangedraaid zijn.<br />
Wanneer u een aanhanger sleept,<br />
kan het motorkoelsysteem tijdelijk<br />
oververhit raken. Zie hoofdstuk 4 en<br />
5 voor meer informatie over het<br />
koelsysteem van uw voertuig.<br />
■ RIJDEN MET RECREA-<br />
TIEVE VOERTUIGEN<br />
Als u besluit uw auto achter een<br />
andere auto te slepen om op uw<br />
bestemming te worden gebruikt,<br />
dan is het belangrijk gebruik te<br />
maken van de juiste sleepuitrusting.<br />
Let op alle aanwijzingen die met de<br />
sleepuitrusting worden geleverd.<br />
De meest gebruikelijke methoden<br />
voor het trekken van recreatieve<br />
voertuigen zijn:<br />
• Uw auto vervoeren met alle vier<br />
wielen op de grond<br />
• Uw auto vervoeren met twee<br />
wielen op de grond en twee wielen<br />
in een dolly<br />
• Uw voertuig op een auto-ambulance<br />
slepen, met alle vier de<br />
wielen van de grond<br />
UW AUTO VERVOEREN MET ALLE<br />
VIER WIELEN OP DE GROND<br />
Uw auto is niet ontwikkeld om te<br />
worden gesleept met alle vier wielen<br />
op de grond.<br />
OPMERKING<br />
De componenten van de<br />
aandrijflijn zullen worden<br />
beschadigd wanneer het voertuig<br />
met alle vier wielen op de<br />
grond wordt gesleept.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
381 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 382 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Starten en bedieningsvoorschriften<br />
UW AUTO VERVOEREN MET<br />
TWEE WIELEN OP DE GROND EN<br />
TWEE WIELEN IN EEN DOLLY<br />
Voertuigen met<br />
achterwielaandrijving<br />
Het voertuig kan worden gesleept<br />
met de achterwielen op een dolly.<br />
Volg de onderstaande handelingen<br />
op:<br />
1. Monteer de dolly op het<br />
sleepvoertuig.<br />
Volg de instructies van de fabrikant<br />
op.<br />
2. Rijd de achterwielen op de<br />
dolly.<br />
3. Trek de parkeerrem stevig aan.<br />
4. Zet de versnellingshendel van<br />
een automatische transmissie in<br />
P (parkeren) of de versnellingshendel<br />
van de handgeschakelde<br />
versnellingsbak in 1<br />
(eerste versnelling).<br />
5. Zet het voertuig vast op de<br />
sleep-dolly.<br />
Volg de instructies van de fabrikant<br />
op.<br />
6. Zet het stuurwiel in de rechtuitstand<br />
vast. Gebruik een klem,<br />
die bedoeld is voor slepen.<br />
7. Zet het contact af.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een verwijderbare contactsleutel,<br />
verwijder dan de<br />
sleutel uit het contact.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de portieren vergrendeld<br />
zijn met het alarmsysteem,<br />
dan wordt het alarm geactiveerd<br />
als de auto tijdens het wegslepen<br />
schuin komt te staan.<br />
UW VOERTUIG OP EEN AUTO-<br />
AMBULANCE SLEPEN<br />
Auto's met allwheel-aandrijving<br />
Als uw auto is uitgerust met allwheel-aandrijving,<br />
kan deze alleen<br />
met alle vier wielen van de grond<br />
worden gesleept.<br />
Sleep het voertuig op een autoambulance.<br />
OPMERKING<br />
De onderdelen van de aandrijflijn<br />
zullen worden beschadigd<br />
wanneer het voertuig met de<br />
wielen op de grond wordt<br />
gesleept.<br />
Sleep een voertuig met vierwielaandrijving<br />
niet met de wielen op<br />
de grond.<br />
. . . 382
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 383 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
––––<br />
4<br />
Onderhou<br />
d en<br />
verz<br />
orging<br />
Onderhoudsrichtlijnen.......................................384<br />
Uw eigen onderhoud doen ...............................384<br />
Accessoires en aanpassingen.............................385<br />
Brandstof ............................................................385<br />
Brandstofverbruik en emissiegegevens ..............387<br />
Brandstofvulklep vergrendelen ..........................388<br />
Brandstof tanken................................................388<br />
Ontgrendeling van de motorkap ......................392<br />
Motorruimte.......................................................393<br />
Motorolie ...........................................................397<br />
Koelvloeistof.......................................................402<br />
Vloeistof voor automatische transmissie ...........406<br />
Vloeistof voor handgeschakelde transmissie .....407<br />
Hydraulische koppelingsvloeistof<br />
(handgeschakelde transmissie) .........................407<br />
Smeermiddel voor de verdeelbak<br />
(auto's met allwheel-aandrijving)......................408<br />
Smeermiddel achteras .......................................409<br />
Stuurbekrachtigingsvloeistof..............................409<br />
Remvloeistof ......................................................410<br />
Ruitensproeiervloeistof.......................................412<br />
Accu...................................................................413<br />
Luchtfilter/filterelement .....................................414<br />
Luchtfilter voor passagiersruimte .......................417<br />
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen....419<br />
Banden................................................................422<br />
Op spanning brengen .......................................423<br />
Controlesysteem bandenspanning ...................425<br />
Inspecteren en verwisselen van de banden........429<br />
Banden vervangen.............................................430<br />
Sneeuwkettingen of gelijkaardige<br />
tractiehulpmiddelen ..........................................432<br />
Hoofdstuk 4 - Onderhoud en verzorging<br />
Zomerbanden .................................................. 433<br />
Winterbanden ................................................... 433<br />
Wielsloten.......................................................... 434<br />
Reservewiel ....................................................... 434<br />
Wielen................................................................. 435<br />
Uitlijning van de wielen en uitbalancering<br />
van banden...................................................... 435<br />
Wiel vervangen ................................................. 435<br />
Voertuig Identificatie Nummer ........................ 437<br />
Identificatieplaatje voor onderdelen................ 438<br />
Zekeringen en stroomonderbrekers ................ 438<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte<br />
(alleen <strong>CTS</strong>)...................................................... 441<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V) .................................................. 445<br />
Zekeringenhouder in het achtercompartiment<br />
(alleen <strong>CTS</strong>)...................................................... 448<br />
Zekeringenhouder in het achtercompartiment<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V) .................................................. 450<br />
Gloeilampen vervangen.................................... 452<br />
Gloeilampentabel .............................................. 455<br />
Specificaties en inhouden ................................. 456<br />
Specificaties van de onderdelen........................ 456<br />
Inhouden (richtwaarden) .................................. 460<br />
Brandstofverbruik en emissiegegevens ........... 461<br />
2,8 l motor........................................................ 461<br />
3,6 l motor........................................................ 462<br />
3,6 l motor........................................................ 463<br />
6.2 L-motor....................................................... 465<br />
Zorg voor de buitenkant................................... 466<br />
383 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 384 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ ONDERHOUDSRICHT-<br />
LIJNEN<br />
Afhankelijk van de klimatologische<br />
omstandigheden, de geografische<br />
positie, het terrein en de<br />
gebruiksomstandigheden, kunnen<br />
de voorgeschreven onderhoudsintervallen<br />
aanzienlijk<br />
verschillen. In het onderhoudsboekje<br />
zijn de voorgeschreven intervallen<br />
en de diverse<br />
onderhoudswerkzaamheden<br />
voor uw gebied opgenomen. Let<br />
erop dat de in het Nederlandstalig<br />
onderhoudsboekje genoemde<br />
onderhoudsintervallen worden<br />
opgevolgd en niet die uit de Engelstalige<br />
uitgave die in uw auto<br />
aanwezig kan zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg ervoor dat alle materialen in<br />
overeenstemming met de milieubeschermende<br />
voorschriften<br />
worden verwerkt om het milieu<br />
en uw gezondheid te helpen<br />
beschermen.<br />
Sommige onderdelen kunnen<br />
niet worden gerecycled.<br />
■ UW EIGEN ONDER-<br />
HOUD DOEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u probeert zelf onderhoud<br />
aan een voertuig uit te<br />
voeren terwijl u er niet genoeg<br />
vanaf weet, dan kunt u gewond<br />
raken en kan het voertuig<br />
beschadigd raken.<br />
• Zorg dat u voldoende kennis<br />
en ervaring heeft en dat u de<br />
juiste vervangingsonderdelen<br />
en gereedschap heeft voordat<br />
u onderhoudswerkzaamheden<br />
aan een voertuig probeert uit<br />
te voeren.<br />
. . . 384
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 385 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
WAARSCHUWING<br />
• Zorg dat u over de juiste moeren,<br />
bouten en andere bevestigingsmiddelen<br />
beschikt.<br />
Engelse en metrische bevestigingen<br />
kunnen gemakkelijk<br />
door elkaar worden gehaald.<br />
Wanneer de verkeerde bevestigingen<br />
worden gebruikt, dan<br />
kunnen onderdelen later afbreken<br />
of van het voertuig vallen.<br />
U kunt hierbij gewond raken.<br />
Gebruik het juiste onderhoudsboekje<br />
wanneer u zelf het onderhoud<br />
uitvoert.<br />
■ ACCESSOIRES EN<br />
AANPASSINGEN<br />
Het toevoegen van accessoires aan<br />
uw voertuig kan de prestaties en<br />
veiligheid van uw voertuig<br />
beïnvloeden.<br />
Aanpassingen kunnen problemen of<br />
schade veroorzaken aan voertuigsystemen<br />
voor bijvoorbeeld airbags,<br />
remmen, stabiliteit, rij-eigenschappen,<br />
emissie, aërodynamica, duurzaamheid<br />
en elektronische<br />
systemen als ABS, tractieregeling en<br />
stabiliteitsregeling.<br />
Deze schade wordt niet door uw<br />
garantie gedekt.<br />
Wanneer er uitrusting aan de<br />
buitenzijde van het voertuig wordt<br />
toegevoegd, kan de mate van windruis<br />
toenemen. Bovendien kan dit<br />
invloed hebben op het brandstofverbruik<br />
en de prestaties van de<br />
ruitensproeier.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voordat u extra uitrusting toevoegt.<br />
■ BRANDSTOF<br />
WAARSCHUWING<br />
Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />
Vermijd vonken, open vuur<br />
en roken in de nabijheid van<br />
brandstof.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
385 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 386 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
OPMERKING<br />
Gebruik alleen schone brandstof.<br />
Verontreinigde benzine kan de<br />
levensduur van het brandstoftoevoersysteem<br />
en de motor<br />
bekorten.<br />
OPMERKING<br />
Tank geen brandstof met meer<br />
dan 10% ethanol voor uw<br />
voertuig.<br />
Brandstoffen met het octaanverhogende<br />
toevoegingsmiddel<br />
methylcyclopentadieenmangaan-tricarbonyl<br />
(MMT)<br />
worden niet aanbevolen.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor meer informatie over<br />
toevoegingsmiddelen.<br />
Uw voertuig is niet ontworpen<br />
voor brandstoffen die methanol<br />
bevatten. Methanol kan metalen<br />
delen in uw brandstofsysteem<br />
laten corroderen en tevens schade<br />
veroorzaken aan kunststof en<br />
rubberen onderdelen. Schade<br />
veroorzaakt door het gebruik van<br />
brandstoffen die methanol<br />
bevatten, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
De motor van uw auto is uitsluitend<br />
geschikt voor ongelode benzine.<br />
Het gebruik van gelode benzine kan<br />
de prestaties van uw auto beïnvloeden<br />
alsmede de garantie van de<br />
auto.<br />
Gebruik van de aanbevolen brandstof<br />
is een belangrijk onderdeel van<br />
het juiste onderhoud van uw auto.<br />
U moet brandstof van hoge kwaliteit<br />
gebruiken die voldoet aan het<br />
aanbevolen minimum<br />
octaangehalte.<br />
Gebruik voor de 2.8 l V6-motor of<br />
de 3.6 l V6-motor (code V) benzine<br />
met een octaangehalte van 91<br />
(researchmethode) of hoger.<br />
Gebruik voor de beste prestaties<br />
benzine van gemiddelde of bovengemiddelde<br />
kwaliteit.<br />
. . . 386
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 387 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Gebruik voor de 3.6 l V6-motor<br />
(code 7) benzine met een octaangehalte<br />
van 91 (researchmethode) of<br />
hoger. Gebruik voor de beste prestaties<br />
en wanneer u een aanhanger<br />
sleept benzine met een octaangehalte<br />
van 93.<br />
Gebruik voor de 6.2l V8-motor<br />
benzine met een octaangehalte van<br />
95 (researchmethode) of hoger.<br />
Gebruik voor de beste prestaties<br />
benzine met een octaangehalte van<br />
98. In noodgevallen kan er benzine<br />
van een gemiddelde kwaliteit met<br />
een octaangehalte van 91 of hoger<br />
worden gebruikt.<br />
Wanneer er benzine van een gemiddelde<br />
kwaliteit wordt gebruikt met<br />
een octaangehalte van 91 of hoger,<br />
rijd dan niet agressief of volgas. Vul<br />
de tank zo snel mogelijk bij met<br />
benzine van een hoge kwaliteit<br />
Wanneer benzine met een lager<br />
octaangetal dan voorgeschreven<br />
wordt gebruikt, kan dit tot gevolg<br />
hebben dat de motor gaat pingelen.<br />
Voortdurend gebruik van dergelijke<br />
brandstof kan beschadiging van de<br />
motor veroorzaken terwijl dan ook<br />
de garantie vervalt.<br />
Wanneer er zich toch ernstig pingelen<br />
voordoet wanneer u wel de juiste<br />
benzine heeft getankt, moet de<br />
motor worden nagekeken. Korte<br />
momenten van pingelen tijdens het<br />
oprijden van een helling of bij acceleratie<br />
zijn acceptabel.<br />
Ga naar uw dealer voor informatie<br />
over het voorkomen van problemen<br />
met afzettingen om de brandstofverstuivers<br />
en inlaatkleppen schoon<br />
te houden.<br />
Brandstofverbruik en<br />
emissiegegevens<br />
Zie "Brandstofverbruik en emissiegegevens"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor informatie met betrekking tot<br />
brandstofverbruik en kooldioxideemissies.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
387 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 388 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Brandstofvulklep<br />
vergrendelen<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
vergrendelbare brandstofvulklep.<br />
De brandstofvulklep wordt vergrendeld<br />
of ontgrendeld wanneer het<br />
bestuurdersportier wordt vergrendeld<br />
of ontgrendeld met de<br />
vergrendelknop voor de elektrisch<br />
bediende portieren of<br />
afstandsbediening.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie:<br />
• Centrale vergrendeling met<br />
afstandsbediening<br />
• Sleutelloos toegangssysteem<br />
Wanneer de brandstofvulklep niet<br />
met het elektrisch bediende slot<br />
wordt vergrendeld, kunt u de handmatige<br />
ontgrendelingslus in de<br />
bagageruimte gebruiken.<br />
Met de hand ontgrendelen van<br />
de brandstofvulklep<br />
Bij storingen aan het elektrische<br />
systeem kunt u de handmatige<br />
ontgrendelingslus rechts in de bagageruimte<br />
gebruiken.<br />
1. Open de bagageruimte en zoek<br />
het toegangspaneel aan de<br />
rechterzijde van het voertuig.<br />
2. Open het toegangspaneel en<br />
trek aan de lus om de brandstofvulklep<br />
te openen.<br />
De lus bevindt zich boven de<br />
accu.<br />
Wanneer het probleem blijft<br />
aanhouden, moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
Brandstof tanken<br />
De dop bevindt zich achter een<br />
vergrendelbare brandstofvulklep<br />
aan de rechterzijde van uw voertuig.<br />
De brandstofvulklep wordt vergrendeld<br />
of ontgrendeld wanneer het<br />
bestuurdersportier wordt vergrendeld<br />
of ontgrendeld met de<br />
vergrendelknop voor de elektrisch<br />
bediende portieren of<br />
afstandsbediening.<br />
. . . 388
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 389 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Ontgrendel de brandstofvulklep en<br />
druk op de achterste rand van de<br />
brandstofvulklep; de klep gaat dan<br />
open.<br />
Verwijder de vuldop door hem langzaam<br />
linksom te draaien. In de tankdop<br />
is een veer aanwezig. Indien de<br />
dop te snel wordt losgelaten, dan<br />
zal hij terugspringen naar rechts.<br />
Breng de vuldop weer aan door<br />
hem rechtsom te draaien. Voor het<br />
aanbrengen moet u de dop zover<br />
rechtsom draaien tot u een tikgeluid<br />
hoort.<br />
Zorg dat de brandstofdop goed is<br />
bevestigd.<br />
Als de brandstofdop niet goed is<br />
geplaatst, wordt de melding TIGH-<br />
TEN GAS CAP (benzinedop controleren)<br />
op het display van het<br />
informatiecentrum voor de bestuurder<br />
weergegeven. Zie "Berichten<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Wanneer de brandstofdop niet<br />
goed is bevestigd, kan er brandstof<br />
verdampen. Wanneer dit gebeurt,<br />
gaat het storingslampje branden.<br />
Zie "Storingslampje" onder "Controle-<br />
en waarschuwingslampjes" in<br />
hoofdstuk 1 voor meer informatie.<br />
Wanneer u de brandstofvulklep sluit,<br />
moet u controleren of de klep goed<br />
dicht is.<br />
Wanneer de brandstofvulklep niet<br />
goed dicht is, wordt de brandstofvulklep<br />
niet vergrendeld wanneer<br />
het bestuurdersportier wordt<br />
vergrendeld.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
389 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 390 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Benzinedampen zijn zeer brandbaar.<br />
Vermijd vonken, open vuur<br />
en roken in de nabijheid van<br />
brandstof.<br />
Wanneer benzine over u heen<br />
spat en dit wordt vervolgens<br />
ontstoken, dan kunt u ernstig<br />
verbranden.<br />
Om verwonding van uzelf en<br />
andere te voorkomen, alle<br />
instructies op de brandstofpomp<br />
lezen en opvolgen.<br />
Zet de motor af voordat u brandstof<br />
tankt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de dop snel losdraait<br />
terwijl overdruk in de tank<br />
aanwezig is, kan er brandstof<br />
naar buiten spatten. Draai daarom<br />
de dop altijd eerst gedeeltelijk<br />
los om de druk te laten<br />
ontsnappen.<br />
OPMERKING<br />
Indien u een nieuwe dop nodig<br />
heeft, dient u er voor te zorgen<br />
dat het juiste type wordt<br />
gekocht. Een dop van een<br />
verkeerd type is misschien niet<br />
voorzien van de juiste ventilatieopening,<br />
hetgeen kan leiden tot<br />
beschadiging van het brandstofsysteem<br />
en het uitlaatsysteem.<br />
Uw dealer weet welke dop voor<br />
uw auto geschikt is.<br />
WAARSCHUWING<br />
•Vul nooit een jerrycan met benzine<br />
terwijl deze zich in uw<br />
auto bevindt.<br />
• Benzine mag alleen worden<br />
afgetapt in goedgekeurde<br />
containers.<br />
• Laat de brandstofpomp tijdens<br />
het tanken niet onbeheerd<br />
achter.<br />
• Houdt kinderen uit de buurt<br />
van de brandstofpomp.<br />
• Laat het mondstuk voor het<br />
vullen in aanraking komen met<br />
de binnenkant van de vulhals<br />
voordat het mondstuk wordt<br />
bediend.<br />
•Voer geen gesprekken met uw<br />
mobiele telefoon.<br />
• Rook niet tijdens het tanken.<br />
. . . 390
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 391 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
WAARSCHUWING<br />
WAARSCHUWING<br />
OPMERKING<br />
Benzinedampen kunnen door<br />
statische elektriciteit ontsteken. U<br />
kunt hierdoor brandwonden<br />
oplopen en uw voertuig kan<br />
erdoor beschadigd raken.<br />
Wanneer u de tankdop wilt<br />
openen, raak dan eerst een metalen<br />
onderdeel van uw voertuig<br />
aan om de statische elektriciteit<br />
in uw lichaam te ontladen.<br />
Ga niet op uw stoel zitten tijdens<br />
het tanken. Wanneer u op uw<br />
stoel gaat zitten, kan uw lichaam<br />
zich weer opladen met statische<br />
elektriciteit.<br />
Vul de tank slechts tot het vulpistool<br />
van de brandstofpomp automatisch<br />
afsluit, waardoor er<br />
ruimte overblijft voor het uitzetten<br />
van de brandstof in de brandstoftank<br />
(veroorzaakt door<br />
warmte van de motor).<br />
WAARSCHUWING<br />
Als er brand ontstaat terwijl u<br />
tankt, neem dan niet het<br />
vulmondstuk uit de tankopening.<br />
Stop de brandstofstroom door<br />
de pomp uit te zetten. Waarschuw<br />
het personeer van het<br />
benzinestation en verlaat onmiddellijk<br />
het gebied.<br />
Lek geen brandstof op externe<br />
delen van de auto. Hierdoor kan<br />
de lak beschadigd raken. Mocht<br />
u brandstof lekken, maak het dan<br />
zo snel mogelijk schoon.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
391 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 392 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ ONTGRENDELING VAN<br />
DE MOTORKAP<br />
De motorkap kan worden geopend<br />
door eerst aan de handgreep in het<br />
voertuig te trekken, bij het portier<br />
aan de bestuurderszijde van het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Trek de veiligheidshaak onder de<br />
voorrand van de motorkap omhoog<br />
en til de motorkap op.<br />
WAARSCHUWING<br />
De koelventilator kan zelfs bij stilstaande<br />
motor worden ingeschakeld.<br />
Neem de nodige zorg in<br />
acht nabij een elektrische ventilator<br />
in de motorruimte.<br />
Laat geen brandbare vloeistoffen<br />
of materialen op een hete motor<br />
vallen. Hierdoor kan brand<br />
ontstaan, waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
motorkap die misschien moet<br />
worden verwijderd om bij sommige<br />
onderdelen in de motorruimte te<br />
komen.<br />
Zie "Motorkap" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Voordat u de motorkap sluit, moet u<br />
controleren of de vuldoppen goed<br />
gesloten zijn.<br />
. . . 392
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 393 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ MOTORRUIMTE<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat geen brandbare vloeistoffen<br />
of materialen op een hete motor<br />
vallen. Hierdoor kan brand<br />
ontstaan, waardoor u en anderen<br />
gewond kunnen raken.<br />
MOTORKAP<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
motorkap die misschien moet<br />
worden verwijderd om bij sommige<br />
onderdelen in de motorruimte te<br />
komen.<br />
C<br />
Motorkap (alleen <strong>CTS</strong>)<br />
Verwijder de motorkap als volgt:<br />
1. Verwijder de olievuldop .<br />
2. Zet de hoek rechtsvoor van de<br />
motorkap omhoog om de<br />
afdekking uit de kogeltap te<br />
halen.<br />
A<br />
B<br />
C<br />
3. Trek de motorkap naar voren<br />
totdat de achterste lipjes <br />
onder de houders vandaan<br />
schuiven.<br />
4. Til de motorkap omhoog om<br />
deze te verwijderen.<br />
Voer de stappen in omgekeerde<br />
volgorde uit om de afdekking weer<br />
terug te plaatsen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
393 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 394 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Motorkap (alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
U hoeft alleen het grote deel van de<br />
motorkap te verwijderen om bij de<br />
motoroliedop en de dop van de<br />
stuurbekrachtigingsvloeistof te<br />
komen.<br />
B<br />
A<br />
B<br />
2. Trek de motorkap naar voren<br />
totdat de twee delen van de<br />
motorkap los van elkaar komen.<br />
3. Til de motorkap omhoog om<br />
deze te verwijderen.<br />
Voer de stappen in omgekeerde<br />
volgorde uit om de afdekking weer<br />
terug te plaatsen.<br />
Verwijder de motorkap als volgt:<br />
1. Zet de voorkant van de motorkap<br />
omhoog om het grote<br />
deel van de motorkap uit de<br />
kogeltaps te verwijderen.<br />
. . . 394
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 395 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
V6-MOTOR VAN 3,6 LITER<br />
(GELIJKAARDIGE V6-MOTOR VAN<br />
2,8 LITER)<br />
Bij het openen van de motorkap ziet<br />
u het volgende:<br />
1. Ruitensproeierreservoir<br />
2. Zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment<br />
3. Externe positieve (+) accuklem<br />
4. Externe minpool van de accu<br />
5. Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
6. Motorkoelvin<br />
7. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />
8. Olievuldop<br />
9. Motoroliepeilstaaf<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
5 6<br />
7 8 9 10 11<br />
10. Reservoir voor de hydraulischekoppelingsvloeistof<br />
(handgeschakelde<br />
transmissie) (waar<br />
van toepassing)<br />
11. Remvloeistofreservoir<br />
12. Motorkoelvloeistofexpansietank<br />
en drukdop<br />
13. Luchtfilter/filterelement<br />
12<br />
13<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
395 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 396 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
6,2 L V8-MOTOR<br />
Bij het openen van de motorkap ziet<br />
u het volgende:<br />
1. Ruitensproeierreservoir<br />
2. Zekeringenhouder in<br />
motorruimte<br />
5<br />
6<br />
7 8 9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
3. Externe positieve (+) accuklem<br />
4. Externe minpool van de accu<br />
5. Olievuldop<br />
6. Motoroliepeilstaaf<br />
7. Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
4<br />
3<br />
2<br />
13<br />
14<br />
8. Drukdop interkoelersysteem<br />
9. Motorkoelvin<br />
1<br />
10. Reservoir voor de hydraulischekoppelingsvloeistof<br />
(handgeschakelde<br />
transmissie) (waar<br />
van toepassing)<br />
11. Remvloeistofreservoir<br />
12. Motorkoelvloeistofexpansietank<br />
en drukdop<br />
13. Stuurbekrachtigingsreservoir<br />
14. Luchtfilter/filterelement<br />
. . . 396
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 397 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Motorolie<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruikte oliefilters en lege olieblikken<br />
mogen niet met het<br />
reguliere huisvuil worden<br />
verwerkt.<br />
OPMERKING<br />
Het gebruik van een verkeerd<br />
type motorolie kan leiden tot<br />
motorschade die niet door de<br />
garantie wordt gedekt.<br />
Teneinde een goede smering van de<br />
motor te bewerkstelligen moet de<br />
motorolie op het juiste peil worden<br />
gehouden.<br />
Enig olieverbruik is normaal, maar<br />
sommige motoren gebruiken meer<br />
olie wanneer ze nieuw zijn. De eigenaar<br />
is verantwoordelijk voor het<br />
regelmatig controleren van het<br />
oliepeil.<br />
Als het waarschuwingslampje voor<br />
lage motoroliedruk gaat branden<br />
en/of het bericht OIL PRESSURE<br />
LOW -- STOP ENGINE (lage oliedruk<br />
-- stop motor) verschijnt, moet<br />
u het oliepeil meteen controleren.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie:<br />
• Waarschuwingslampen<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Laat olie en oliefilter door een<br />
erkend onderhoudscentrum<br />
vervangen, dat bekend is met<br />
wettelijke eisen met betrekking<br />
tot de verwerking van oude olie<br />
om het milieu en uw gezondheid<br />
te beschermen.<br />
–<br />
397 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 398 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Het motoroliepeil kan het beste als<br />
volgt worden gecontroleerd<br />
wanneer de olie warm is:<br />
1. Het voertuig moet op een<br />
vlakke grond staan.<br />
2. Zet de motor af en wacht<br />
enkele minuten zodat de olie<br />
terug kan stromen in het carter.<br />
3. Wanneer uw voertuig een<br />
<strong>CTS</strong>-V is, dan moet u de motorkap<br />
verwijderen zodat u bij de<br />
vuldop kunt komen.<br />
Zie "Motorkap" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
4. Trek de peilstaaf naar buiten en<br />
veeg deze af.<br />
5. Steek de peilstaaf weer geheel<br />
naar binnen.<br />
6. Trek de peilstaaf nogmaals naar<br />
buiten en controleer het<br />
oliepeil.<br />
Houd de peilstok omlaag om<br />
een juiste waarde te krijgen.<br />
A<br />
B<br />
Het oliepeil moet in het bedrijfsbereik<br />
van de peilstok staan.<br />
Als het oliepeil in het gearceerde<br />
gebied op het uiteinde van de<br />
oliepeilstok staat, vul dan minstens<br />
één liter motorolie bij. Vul niet te<br />
veel bij omdat hierdoor schade aan<br />
de motor kan ontstaan.<br />
OPMERKING<br />
Vul niet te veel olie bij. Waneer<br />
uw motor te veel olie bevat en<br />
het oliepeil boven het juiste<br />
bedrijfsbereik en in het bovenste<br />
gearceerde gebied staat, kan uw<br />
motor beschadigd raken.<br />
Plaats de peilstaaf weer terug.<br />
. . . 398
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 399 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u uw voertuig voor<br />
races gebruikt, kan het olieverbruik<br />
hierdoor toenemen. Een<br />
laag oliepeil kan de motor<br />
beschadigen. Controleer tijdens<br />
races regelmatig het oliepeil en<br />
houd het oliepeil bij of boven het<br />
bovenste merkteken op de<br />
oliepeilstok.<br />
Wanneer u wedstrijden rijdt, kan<br />
dit effect hebben op de garantie<br />
van het voertuig.<br />
FOR<br />
GASOLINE<br />
ENGINES<br />
C E R TIFIE D<br />
• AMERICAN PETROLEUM INSTITUTE •<br />
Kiezen van de juiste kwaliteit<br />
motorolie<br />
Gebruik in uw auto een synthetische<br />
olie die voldoet aan de GM norm<br />
GM4718M.<br />
Uw voertuig is in de fabriek voorzien<br />
van synthetische olie Mobil 1 ® , die<br />
voldoet aan alle specificaties voor<br />
uw voertuig.<br />
Olie die aan deze norm voldoet,<br />
heeft ook het Starburst-symbool van<br />
het American Petroleum Institute op<br />
de verpakking.<br />
Wanneer er geen olie die voldoet<br />
aan de GM-norm GM4718M<br />
beschikbaar is, gebruik dan olie die<br />
voldoet aan de Service SM- of GM-<br />
LL-A-025-servicevereisten van het<br />
American Petroleum Institute.<br />
OPMERKING<br />
Het gebruik van een verkeerd<br />
type motorolie kan leiden tot<br />
motorschade die niet door de<br />
garantie wordt gedekt.<br />
Vervangende olie die niet voldoet<br />
aan de GM-norm GM4718M mag<br />
niet worden gebruikt bij het verversen<br />
van de olie.<br />
Wanneer u de olie niet ververst,<br />
maar alleen bijvult om het motoroliepeil<br />
te handhaven, kan het zijn dat<br />
olie die aan de GM-norm GM<br />
4718M voldoet niet verkrijgbaar is.<br />
Bij alle temperaturen kunt u dan<br />
5W-30-olie met het Starburstsymbool<br />
op de verpakking als<br />
vervanger gebruiken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
399 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 400 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Kiezen van olie met de juiste<br />
viscositeit<br />
SAE 5W-30 is het beste voor uw<br />
voertuig.<br />
Gebruik in uw auto een synthetische<br />
olie die voldoet aan de GM norm<br />
GM4718M.<br />
Vervangende olie die niet voldoet<br />
aan de GM-norm GM4718M mag<br />
niet worden gebruikt bij het verversen<br />
van de olie.<br />
SAE 0W-30<br />
SAE 5W-30<br />
SAE 10W-30<br />
SAE 5W-40<br />
SAE 10W-40<br />
°C -30 -20 -10 0 10 20 30 40 50<br />
°F -22 -4 14 32 50 68 86 104 122<br />
Als u geen olie kunt vinden van de<br />
aanbevolen viscositeit, maak dan<br />
een inschatting van de temperatuur<br />
waaronder uw auto gebruikt zal<br />
worden tot aan de keer dat de olie<br />
ververst wordt en gebruik bovenstaande<br />
tabel om een alternatief te<br />
kiezen dat vodloet aan de<br />
kwaliteitsstandaarden.<br />
Gebruik geen SAE 20W-50 olie of<br />
olie met een andere viscositeit die<br />
niet wordt aanbevolen.<br />
. . . 400
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 401 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Wanneer er geen olie die voldoet<br />
aan de GM-norm GM4718M<br />
beschikbaar is, gebruik dan olie die<br />
voldoet aan de Service SM- of GM-<br />
LL-A-025-servicevereisten van het<br />
American Petroleum Institute.<br />
OPMERKING<br />
Het gebruik van motorolie met<br />
andere viscositeit dan aanbevolen<br />
kan schade veroorzaken aan<br />
de motor.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
Motorolieadditieven/Motorolie<br />
spoelen<br />
Wanneer u de aanbevolen kwaliteit<br />
olie gebruikt en de olie ververst met<br />
de aanbevolen tussenpozen, heeft<br />
uw motor geen extra additieven<br />
(doop) nodig.<br />
Spoel het motoroliesysteem niet.<br />
De motor kan beschadigd raken en<br />
deze reparaties vallen niet onder<br />
garantie.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
wanneer u een probleem denkt te<br />
hebben dat met de motorolie te<br />
maken heeft.<br />
Verversingstermijnen van<br />
motorolie<br />
Afhankelijk van de klimatologische<br />
omstandigheden, de geografische<br />
positie, het terrein en de rijomstandigheden<br />
kunnen de voorgeschreven<br />
intervallen voor het verversen<br />
van de olie en het vervangen van<br />
het oliefilter aanzienlijk verschillen.<br />
In het onderhoudsboekje zijn de<br />
voorgeschreven intervallen vermeld<br />
voor het verversen van de olie en<br />
vervangen van het oliefilter die in<br />
uw gebied van toepassing zijn. Let<br />
erop dat de in het Nederlandse<br />
onderhoudsboekje genoemde<br />
onderhoudsintervallen worden<br />
opgevolgd en niet die uit het Engelstalige<br />
boekje dat in uw auto aanwezig<br />
kan zijn.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
401 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 402 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
De in het onderhoudsoverzicht<br />
voorgeschreven intervallen voor het<br />
verversen van de olie en het vervangen<br />
van het oliefilter zijn gebaseerd<br />
op het gebruik van kwaliteitsolie en<br />
van filters van uitstekende kwaliteit.<br />
Het gebruik van andere olie dan<br />
wordt aanbevolen of het verversen<br />
van de olie en het vervangen van<br />
het oliefilter met langere intervallen<br />
dan aanbevolen, kan leiden tot<br />
kortere levensduur van de motor.<br />
Wanneer de levensduur van de olie<br />
laag is, verschijnt het bericht CHAN-<br />
GE ENGINE OIL SOON (binnenkort<br />
olie verversen) op het display.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Wanneer het lampje voor olie<br />
verversen gaat branden, moet u de<br />
motorolie zo snel mogelijk binnen<br />
1000 kilometer verversen.<br />
Zelfs als het systeem voor de levensduur<br />
van de olie niet aangeeft dat<br />
olie verversen noodzakelijk is,<br />
moeten motorolie en filter minimaal<br />
eenmaal per jaar worden<br />
vervangen.<br />
Wanneer u de olie heeft ververst,<br />
moet het controlesysteem voor de<br />
levensduur van de olie worden gereset.<br />
Ga naar uw dealer voor een<br />
onderhoudsbeurt.<br />
Beschadiging van de motor door<br />
het niet nakomen van de onderhoudsadviezen<br />
valt niet onder de<br />
garantie van het nieuwe voertuig.<br />
Koelvloeistof<br />
WAARSCHUWING<br />
Raadpleeg "Oververhitting van<br />
de motor" in hoofdstuk 5 als de<br />
motor te heet wordt. Door een<br />
oververhitte motor te laten<br />
draaien, zelfs gedurende korte<br />
tijd, kan brand ontstaan met de<br />
mogelijkheid van verwondingen<br />
en/of ernstig lichamelijk letsel en<br />
ernstige schade aan het voertuig.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het koelsysteem van uw auto<br />
staat onder druk. Vul alleen koelvloeistof<br />
bij wanneer het koelsysteem<br />
koud is.<br />
. . . 402
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 403 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Het koelsysteem van uw auto is<br />
ontworpen voor koelvloeistof (een<br />
mengsel van ethyleenglycol, anticorrosiemiddelen<br />
en water), in<br />
plaats van alleen water. Gebruik een<br />
50/50-mengsel van schoon water<br />
en DEX-COOL ® -koelvloeistof. Als u<br />
dit mengsel gebruikt, hoeft u niets<br />
anders bij te voegen.<br />
OPMERKING<br />
Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />
wel doet, kan voortijdige corrosie<br />
ontstaan en de koelvloeistof<br />
moet dan vaker worden ververst.<br />
Schade veroorzaakt doordat niet<br />
de aanbevolen koelvloeistof is<br />
gebruikt, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
OPMERKING<br />
Als u de juiste koelvloeistof<br />
gebruikt, hebt u geen extra<br />
toevoegingen of inhibitors<br />
nodig. Deze kunnen schadelijk<br />
zijn voor het voertuig.<br />
Gebruik alleen de aanbevolen<br />
vloeistof.<br />
Laat het koelsysteem controleren<br />
wanneer u meer dan één of twee<br />
keer per jaar koelvloeistof moet<br />
bijvullen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruikte koelvloeistof mag niet<br />
met het reguliere huisvuil<br />
worden verwerkt.<br />
Laat de koelvloeistof door een<br />
erkend onderhoudscentrum<br />
vervangen, dat bekend is met<br />
wettelijke eisen met betrekking<br />
tot de verwerking van oude koelvloeistof<br />
om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Raadpleeg het onderhoudsboekje<br />
om vast te stellen wanneer de koelvloeistof<br />
moet worden ververst.<br />
Plaats de auto op vlakke grond.<br />
Wanneer het motor- en koelsysteem<br />
koud zijn, kunt u het koelvloeistofpeil<br />
controleren door het peil in de<br />
doorzichtige expansietank te<br />
controleren. U hoeft de dop niet te<br />
verwijderen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
403 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 404 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Lokaliseer het expansievat en volg<br />
de pijl vanaf de bovenzijde van het<br />
vat en langs zijkant omlaag naar de<br />
horizontale markering.<br />
Wanneer de motorruimte koel is,<br />
moet het peil bij de markering<br />
FROID/FULL COLD staan.<br />
Indien het koelvloeistofpeil laag is,<br />
voeg dan een 50/50 mengsel<br />
bestaande uit water en DEX-<br />
COOL ® -koelvloeistof toe tot het<br />
voorgeschreven peil is bereikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
OPMERKING<br />
Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />
is, kan de vloeistof<br />
bevriezen en de motor en<br />
andere auto-onderdelen laten<br />
barsten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
Schroef de dop weer vast.<br />
OPMERKING<br />
De expansietankdop is een dop<br />
met een drukventiel en moet<br />
stevig worden vastgedraaid om<br />
verlies van koelvloeistof en<br />
mogelijke motorschade door<br />
oververhitting te voorkomen.<br />
Controleer dat de dop handvast<br />
is aangedraaid en volledig<br />
aansluit.<br />
. . . 404
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 405 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
INTERKOELERSYSTEEM (ALLEEN<br />
<strong>CTS</strong>-V-MODELLEN)<br />
OPMERKING<br />
Het interkoelersysteem op de<br />
6.2l V8-motor heeft een specifieke<br />
vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />
Wanneer u zich niet aan<br />
deze procedure houdt, dan kan<br />
de motor oververhitten waardoor<br />
de motor ernstig beschadigd<br />
kan raken.<br />
Zie "Interkoelersysteem" onder<br />
"Oververhitting van de motor" in<br />
hoofdstuk 5 voor de juiste<br />
vulprocedure.<br />
1. Plaats de auto op vlakke grond.<br />
2. Zet de motor af.<br />
3. Zoek de drukdop van het<br />
interkoelersysteem.<br />
Wanneer de motor koud is, dan<br />
moet het koelvloeistofpeil bij de lijn<br />
COLD FILL (koud vullen) op de<br />
zijkant van het koelvloeistofreservoir<br />
staan. Wanneer dit niet het geval is,<br />
zit er misschien een lek in het<br />
koelsysteem.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
Indien het koelvloeistofpeil laag is,<br />
voeg dan een 50/50 mengsel<br />
bestaande uit water en DEX-<br />
COOL ® -koelvloeistof toe tot het<br />
voorgeschreven peil is bereikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
405 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 406 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
4. Schroef de dop weer vast.<br />
Zorg dat de dop op de juiste<br />
manier is aangebracht en met<br />
de hand is vastgedraaid.<br />
Wanneer de koelvloeistof niet op het<br />
juiste niveau staat wanneer de<br />
motor is afgekoeld, ga dan naar uw<br />
dealer.<br />
OPMERKING<br />
De dop van het interkoelersysteem<br />
is een dop met een drukventiel<br />
en moet stevig worden<br />
vastgedraaid om verlies van koelvloeistof<br />
en mogelijke motorschade<br />
door oververhitting te<br />
voorkomen. Controleer of de<br />
dop handvast is aangedraaid en<br />
volledig aansluit.<br />
Vloeistof voor automatische<br />
transmissie (waar van<br />
toepassing)<br />
Het peil van de transmissievloeistof<br />
hoeft niet te worden gecontroleerd.<br />
Vloeistofverlies kan uitsluitend door<br />
lekkage worden veroorzaakt. Maak<br />
zo snel mogelijk een afspraak voor<br />
een onderhoudsbeurt wanneer er<br />
sprake is van lekkage.<br />
Er is een specifieke procedure voor<br />
het controleren en verversen van de<br />
automatische-transmissievloeistof.<br />
Aangezien het moeilijk is om de<br />
procedure zelf te verrichten, kunt u<br />
het controleren van het vloeistofpeil<br />
het beste overlaten aan uw dealer of<br />
servicecentrum.<br />
Ververs de vloeistof met de intervallen<br />
die zijn vermeld in het<br />
onderhoudsschema.<br />
. . . 406
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 407 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
OPMERKING<br />
Schade veroorzaakt doordat niet<br />
de aanbevolen koelvloeistof is<br />
gebruikt, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
Vloeistof voor handgeschakelde<br />
transmissie (waar van<br />
toepassing)<br />
Het peil van de transmissievloeistof<br />
hoeft niet te worden gecontroleerd.<br />
Vloeistofverlies kan uitsluitend door<br />
lekkage worden veroorzaakt. Maak<br />
zo snel mogelijk een afspraak voor<br />
een onderhoudsbeurt wanneer er<br />
sprake is van lekkage.<br />
Aangezien het moeilijk voor u kan<br />
zijn om de volgende werkzaamheden<br />
zelf te verrichten, kan u de voorkeur<br />
geven aan het laten<br />
controleren van het vloeistofpeil<br />
door uw dealer of servicecentrum.<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
Hydraulische koppelingsvloeistof<br />
(handgeschakelde<br />
transmissie)<br />
Het is niet nodig om de koppelingsvloeistof<br />
regelmatig te controleren,<br />
tenzij u denkt dat het systeem kan<br />
lekken.<br />
Vloeistof bijvullen verhelpt een<br />
eventuele lekkage niet.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
407 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 408 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Het systeem van de hydraulische<br />
koppelingsvloeistof moet gesloten<br />
en afgedicht blijven. Verwijder de<br />
dop niet om het vloeistofpeil te<br />
controleren of om de vloeistof bij te<br />
vullen.<br />
Controleer het peil van de hydraulische<br />
koppelingsvloeistof met de<br />
tussenpozen die zijn vermeld in het<br />
onderhoudsoverzicht. Het peil moet<br />
zich bij de peilstreep MIN staan.<br />
Als het peil laag is, vul dan voldoende<br />
vloeistof bij tot het merkteken<br />
MIN op de peilstaaf wordt bereikt.<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
Smeermiddel voor de verdeelbak<br />
(Auto's met<br />
allwheel-aandrijving)<br />
Het is niet nodig om de vloeistof<br />
regelmatig te controleren, tenzij u<br />
denkt dat het systeem kan lekken of<br />
u ongebruikelijke geluiden hoort.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
Het vloeistofpeil controleren:<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
2. Zet de motor af.<br />
3. Controleer het peil van het<br />
smeermiddel na het verwijderen<br />
van de plug.<br />
4. Voeg indien nodig smeermiddel<br />
toe tot het peil de onderkant<br />
van het vulpluggat bereikt .<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
Draai de plug tijdens het aanbrengen<br />
niet overmatig stevig vast.<br />
A<br />
. . . 408
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 409 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Smeermiddel achteras<br />
Het is niet nodig om de achterasvloeistof<br />
regelmatig te controleren,<br />
tenzij u denkt dat het systeem kan<br />
lekken of u ongebruikelijke geluiden<br />
hoort.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
–<br />
Het vloeistofpeil controleren:<br />
1. Plaats de auto op een vlakke<br />
ondergrond en trek de parkeerrem<br />
aan.<br />
2. Zet de motor af.<br />
3. Controleer het peil van het<br />
smeermiddel na het verwijderen<br />
van de plug.<br />
4. Voeg smeermiddel toe indien<br />
nodig tot het peil de onderkant<br />
van het vulpluggat bereikt.<br />
Zie het overzicht "Aanbevolen vloeistoffen<br />
en smeermiddelen" verderop<br />
in dit hoofdstuk om na te gaan<br />
wat voor soort vloeistof moet<br />
worden gebruikt.<br />
Stuurbekrachtigingsvloeistof<br />
Het is niet nodig om de stuurbekrachtigingsvloeistof<br />
regelmatig te<br />
controleren, tenzij u denkt dat het<br />
systeem kan lekken of u ongebruikelijke<br />
geluiden hoort.<br />
Vloeistofverlies in dit systeem kan<br />
duiden op een probleem. Laat het<br />
systeem controleren.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
409 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 410 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Het vloeistofpeil controleren:<br />
1. Zet het contact af en laat de<br />
motorruimte afkoelen.<br />
2. Wanneer uw voertuig een<br />
<strong>CTS</strong>-V is, dan moet u de motorkap<br />
verwijderen zodat u bij de<br />
vuldop kunt komen.<br />
Zie "Motorkap" eerder in dit<br />
hoofdstuk.<br />
3. Veeg de dop en de bovenzijde<br />
van het reservoir schoon.<br />
4. Draai de dop los en veeg de<br />
peilstaaf schoon. Plaats de dop<br />
terug en draai deze stevig vast.<br />
5. Verwijder de dop opnieuw en<br />
controleer het vloeistofniveau<br />
op de peilstaaf.<br />
Het peil moet tussen de markeringen<br />
HOT (heet) en COLD<br />
(koud) staan.<br />
Als het peil laag is, zie het overzicht<br />
"Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
om na te gaan wat voor soort vloeistof<br />
moet worden toegevoegd.<br />
OPMERKING<br />
Verkeerde remvloeistof kan de<br />
componenten van het systeem<br />
beschadigen en lekkages veroorzaken.<br />
Gebruik steeds de juiste<br />
remvloeistof.<br />
Remvloeistof<br />
Er zijn twee redenen waarom het<br />
remvloeistofpeil in de hoofdremcilinder<br />
lager kan worden. De eerste is<br />
dat het remvloeistofpeil aanvaardbaar<br />
lager wordt tijdens normale slijtage<br />
van de remvoeringen. Zodra<br />
nieuwe remvoeringen worden<br />
aangebracht, zal het vloeistofpeil<br />
weer hoger worden. De andere<br />
reden is dat er sprake kan zijn van<br />
lekkage in het remsysteem. Indien<br />
dit het geval is, moet u het remsysteem<br />
laten repareren.<br />
. . . 410
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 411 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Het is niet aan te bevelen steeds<br />
remvloeistof bij te vullen. Remvloeistof<br />
bijvullen zal lekkage niet verhelpen.<br />
Wanneer u vloeistof toevoegt<br />
wanneer de remvoeringen zijn<br />
gesleten, zal het vloeistofreservoir te<br />
vol raken na het monteren van nieuwe<br />
remvoeringen. Alleen bij werkzaamheden<br />
aan het hydraulische<br />
systeem van de remmen mag<br />
remvloeistof worden bijgevuld of<br />
afgetapt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Eventuele overtollige remvloeistof<br />
kan op de motor lekken. De<br />
vloeistof kan, wanneer de motor<br />
heet is, tot ontbranding komen.<br />
U, maar ook anderen, kunnen<br />
ernstige brandwonden oplopen<br />
en de auto kan worden beschadigd.<br />
Voeg alleen remvloeistof<br />
toe bij het uitvoeren van werkzaamheden<br />
aan het hydraulische<br />
remsysteem.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruikte remvloeistof mag niet<br />
met het reguliere huisvuil<br />
worden verwerkt.<br />
Laat de remvloeistof door een<br />
erkend onderhoudscentrum<br />
vervangen, dat bekend is met de<br />
wettelijke eisen met betrekking<br />
tot de verwerking van oude<br />
remvloeistof om het milieu en uw<br />
gezondheid te beschermen.<br />
Controleer het vloeistofpeil van<br />
de hoofdcilinder als het bericht<br />
SERVICE BRAKE SYSTEM (onderhoud<br />
remsysteem) op het display<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder wordt weergegeven.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Het waarschuwingslampje van het<br />
remsysteem wordt ook<br />
ingeschakeld.<br />
Zie "Waarschuwingslampje van het<br />
remsysteem" in hoofdstuk 1.<br />
Controleer het vloeistofpeil in het<br />
reservoir.<br />
Om verontreiniging van de<br />
remvloeistof te voorkomen, controleert<br />
u of het remreservoir en dop<br />
goed schoon zijn voordat u de dop<br />
verwijdert.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
411 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 412 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Het peil moet gelijkstaan met het<br />
juiste merkteken op het reservoir.<br />
Als het peil laag is, vult u het bij tot<br />
het juiste niveau met DOT-3-vloeistof<br />
uit een afgesloten verpakking.<br />
DOT-4-remvloeistof is ook compatibel<br />
met de onderdelen van uw<br />
remsysteem.<br />
Voordat u DOT-4-remvloeistof<br />
bijvult, moet u het hydraulische<br />
remsysteem spoelen.<br />
Vul het systeem met DOT-4-<br />
remvloeistof uit een afgesloten<br />
verpakking tijdens de regelmatige<br />
onderhoudsbeurten.<br />
Wanneer u ervoor kiest Dot-4-<br />
remvloeistof te gebruiken, spoel dan<br />
het remsysteem en vul het systeem<br />
elke twee jaar met nieuwe<br />
remvloeistof.<br />
Zie "Aanbevolen vloeistoffen en<br />
smeermiddelen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Met verkeerde vloeistof in het<br />
remsysteem kunnen de remmen<br />
niet goed of in het geheel niet<br />
werken. U kunt zo een botsing<br />
veroorzaken. Gebruik steeds de<br />
juiste remvloeistof.<br />
OPMERKING<br />
Verkeerde remvloeistof kan de<br />
componenten van het systeem<br />
ernstig beschadigen. Gebruik<br />
steeds de juiste remvloeistof.<br />
Lek geen brandstof op externe<br />
delen van de auto. Hierdoor kan<br />
de lak beschadigd raken. Mocht<br />
u brandstof lekken, maak het dan<br />
zo snel mogelijk schoon.<br />
Ruitensproeiervloeistof<br />
Gebruik ruitensproeiervloeistof zoals<br />
GM Optikleen ® in plaats van water<br />
om bevriezing te voorkomen en de<br />
ruiten beter te reinigen.<br />
Wanneer het ruitensproeierreservoir<br />
bijna leeg is, wordt op het display<br />
van het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder WASHER FLUID LOW --<br />
ADD FLUID (sproeiervloeistofpeil<br />
laag -- voleistof bijvullen)<br />
weergegeven.<br />
Vul ruitensproeiervloeistof bij, tot<br />
het reservoir vol is.<br />
. . . 412
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 413 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
OPMERKING<br />
•Voeg geen water toe aan<br />
gebruiksklare ruitensproeiervloeistof.<br />
De vloeistof kan<br />
bevriezen, waardoor het ruitensproeiersysteem<br />
wordt<br />
beschadigd.<br />
•Wanneer u een geconcentreerde<br />
sproeiervloeistof<br />
gebruikt, moet u de instructies<br />
van de fabrikant volgen.<br />
•Vul het reservoir van de ruitensproeiers<br />
bij zeer lage buitentemperaturen<br />
slechts 3/4,<br />
zodat de vloeistof kan<br />
uitzetten.<br />
• Gebruik geen koelvloeistof voor<br />
de ruitensproeiers. Het<br />
sproeiersysteem en de lak kunnen<br />
worden beschadigd door<br />
motorkoel vloeistof.<br />
Accu<br />
WAARSCHUWING<br />
Accu's bevatten zuur dat brandwonden<br />
kan veroorzaken en gas<br />
dat kan exploderen. Handel<br />
uiterst voorzichtig om ernstig<br />
letsel te voorkomen. Zie het<br />
hoofdstuk "Gebruik van dit<br />
instructieboekje" voor aanwijzingen<br />
hoe veilig nabij de accu kan<br />
worden gewerkt.<br />
Accupolen, aansluitklemmen en<br />
aanverwante accessoires bevatten<br />
lood en loodcomponenten<br />
die kanker en verminderde<br />
vruchtbaarheid kunnen veroorzaken.<br />
Was uw handen na de<br />
omgang.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
onderhoudsvrije accu.<br />
De accu bevindt zich in de bagageruimte,<br />
achter een paneel aan de<br />
rechterzijde.<br />
Wanneer het tijd is voor een nieuwe<br />
accu, koop dan één met hetzelfde<br />
vervangingsnummer als op het label<br />
van de oorspronkelijke accu.<br />
Het is niet nodig om toegang tot<br />
de accu te verkrijgen voor het starten<br />
met een hulpaccu. Raadpleeg<br />
"Starten met een hulpaccu" in<br />
hoofdstuk 5.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
413 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 414 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Na een stroomonderbreking, zoals<br />
het loskoppelen van de accu of het<br />
verwijderen van de maxizekeringen<br />
in de zekeringenhouder, moeten de<br />
volgende stappen worden uitgevoerd<br />
om de elektronische gasklepbediening<br />
te kalibreren. Als dit niet<br />
wordt gedaan, zal de motor niet<br />
goed draaien.<br />
1. Zet het contact aan maar start<br />
de motor nog niet.<br />
2. Laat het contact tenminste drie<br />
minuten ingeschakeld, zodat de<br />
elektronische gasklepbediening<br />
kan schakelen en diens basisstand<br />
opnieuw kan<br />
inprogrammeren.<br />
3. Zet het contact uit.<br />
4. Start de motor en laat deze tenminste<br />
30 seconden draaien.<br />
Opbergvakken in het voertuig<br />
Wanneer er weinig met het voertuig<br />
wordt gereden, koppel dan de kabel<br />
van de minpool ("-") van de accu los<br />
om te voorkomen dat de accu<br />
leegloopt.<br />
Wanneer het voertuig langere tijd<br />
niet wordt gebruikt, moet u de<br />
kabel van de minpool ("-") van de<br />
accu loskoppelen of een druppellader<br />
op de accu aansluiten om te<br />
voorkomen dat de accu leegloopt.<br />
Luchtfilter/filterelement<br />
Het motorluchtfilter bevindt zich<br />
links in de motorruimte aan de<br />
voorzijde.<br />
Het luchtfilter is voorzien van een<br />
wegwerpfilterelement.<br />
Vervang het filter met de tussenpozen<br />
die in het onderhoudsoverzicht<br />
zijn vermeld.<br />
. . . 414
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 415 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
–<br />
Ga als volgt te werk om bij het filter<br />
te komen:<br />
1. Zet het contact uit.<br />
2. Open de motorkap.<br />
3. Til de voorzijde van de zijafdekking<br />
van de luchtfilterbehuizing<br />
omhoog en verwijder<br />
deze.<br />
4. Haal de stekker los van de<br />
luchthapper.<br />
5. Draai de schroef los op de klem<br />
waarmee het luchtuitlaatkanaal<br />
is bevestigd.<br />
Verwijder de klem niet.<br />
6. Plaats het luchtuitlaatkanaal<br />
opzij.<br />
7. Verwijder de slang uit de bevestigingsarm<br />
van de<br />
luchtfilterbehuizing.<br />
8. Verwijder de schroeven waarmee<br />
het luchtfilterdeksel is<br />
bevestigd.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Plaats de slang opzij.<br />
415 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 416 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
9. Draai de afdekking van de<br />
behuizing en verwijder deze.<br />
10. Verwijder het luchtfilter uit de<br />
behuizing.<br />
Zorg dat er zo weinig mogelijk<br />
vuildeeltjes loskomen om te<br />
voorkomen dat stof of vuil in de<br />
basis van het luchtfilter komt.<br />
11. Weg van het motorcompartiment<br />
het filter zachtjes uitschudden<br />
om stof en vuil te<br />
verwijderen.<br />
Vervang het filter als er vuil aangekoekt<br />
blijft.<br />
Zie Specificaties van de onderdelen<br />
onder Specificaties en inhouden,<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk voor het filtertype.<br />
12. Monteer het nieuwe filter.<br />
13. Monteer het luchtfilter in de<br />
behuizing.<br />
Zorg dat de afdichting van het<br />
luchtfilter goed in de luchtfilterbehuizing<br />
is geplaatst.<br />
. . . 416
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 417 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
14. Nadat het filter is vervangen,<br />
moet u de lipjes op de afdekking<br />
uitlijnen met de sleuven op<br />
de behuizing.<br />
15. Plaats het deksel weer terug.<br />
Draai de schroeven vast.<br />
16. Monteer de slang op de<br />
luchtfilterbehuizing.<br />
Zorg ervoor dat de slang op de<br />
juiste manier wordt geleid.<br />
17. Monteer het uitlaatkanaal voor<br />
het luchtfilter.<br />
18. Haal de schroef in de klem aan.<br />
19. Zet de stekker vast op de<br />
luchthapper.<br />
20. Plaats de zijafdekking weer<br />
terug.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het luchtfilter moet goed zijn<br />
aangebracht, tenzij reparaties of<br />
onderhoudswerkzaamheden<br />
worden uitgevoerd.<br />
Indien de motor wordt gestart en<br />
het luchtfilter niet goed is aangebracht,<br />
kan de motor terugslaan<br />
en kan brand ontstaan.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u rijdt zonder dat het<br />
luchtfilter goed is gemonteerd,<br />
kan er vuil of andere troep in de<br />
motor komen.<br />
De motor kan hierdoor beschadigd<br />
raken.<br />
Luchtfilter voor<br />
passagiersruimte<br />
Een wegwerpluchtfilter voor het<br />
interieur filtert de meeste verontreinigingen<br />
uit de lucht die uw auto<br />
instroomt. Vervang het filter met de<br />
tussenpozen die in het onderhoudsboekje<br />
vermeld staan.<br />
Het toegangspaneel voor het filter<br />
bevindt zich aan de passagierszijde<br />
van de motorruimte, onder de<br />
motorkap aan de voet van de<br />
voorruit.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
417 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 418 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
OPMERKING<br />
Als u het verwarmings- en airconditioningssysteem<br />
zonder luchtfilter<br />
in de passagiersruimte<br />
gebruikt, kan er water of vuil in<br />
het systeem komen. Hierdoor<br />
kan lekkage of geluid ontstaan.<br />
Zorg dat er een nieuw luchtfilter<br />
wordt gemonteerd als het oude<br />
filter is verwijderd.<br />
Verwijderen en vervangen van<br />
het luchtfilter:<br />
1. Met ingeschakeld contact en<br />
uitgeschakelde motor schakelt<br />
u de ruitenwissers in. Schakel de<br />
ruitenwissers uit wanneer ze in<br />
de hoogste stand staan.<br />
2. Open de motorkap.<br />
3. Verwijder de drie schroeven<br />
waarmee het bladrooster is<br />
bevestigd. Verwijder het rooster<br />
door het omhoog te brengen<br />
en naar het midden van<br />
het voertuig te schuiven.<br />
4. Trek aan de twee nokken aan<br />
elk uiteinde van het filterdeksel.<br />
5. Licht het deksel op en verwijder<br />
het luchtfilter.<br />
6. Vervang het luchtfilter.<br />
7. Voer de stappen in omgekeerde<br />
volgorde uit om de afdekking<br />
weer terug te plaatsen.<br />
Zie Specificaties van de onderdelen<br />
onder Specificaties en inhouden,<br />
verderop in dit hoofdstuk voor het<br />
filtertype.<br />
. . . 418
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 419 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN<br />
GEBRUIK VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />
Motorolie<br />
Om de vereiste kwaliteit en viscositeit te bepalen van de olie voor de motor van uw<br />
auto, zie "Motorolie" eerder in dit hoofdstuk.<br />
Koelvloeistof<br />
50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL ® -koelvloeistof.<br />
Zie "Koelvloeistof" eerder in dit hoofdstuk.<br />
Interkoelersysteem<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-Vmodellen)<br />
Hydraulisch<br />
remsysteem<br />
Ruitensproeiervloeistof<br />
Hydraulisch<br />
koppelingssysteem<br />
Geleiders voor<br />
parkeerremkabel<br />
Stuurbekrachtigingssysteem<br />
50/50-mengsel van schoon drinkwater en gebruik uitsluitend DEX-COOL ® -koelvloeistof.<br />
Delco Supreme 11 ® remvloeistof of gelijkwaardige DOT-3 remvloeistof.<br />
GM Optikleen ® -ruitensproeiervloeistof.<br />
Hydraulische-koppelingsvloeistof (GM-onderdeelnummer 88958860, Super DOT-4-<br />
remvloeistof).<br />
Chassissmeermiddel dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB<br />
of GC-LB (GM onderdeelnummer 12377985 of gelijkwaardig)<br />
GM stuurbekrachtigingsvloeistof (GM onderdeelnummer 89021184).<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
419 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 420 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN (VERVOLG)<br />
GEBRUIK VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />
Handgeschakelde<br />
transmissie (alleen<br />
<strong>CTS</strong>)<br />
Handgeschakelde<br />
transmissie (alleen<br />
<strong>CTS</strong>-V)<br />
SAE 75W-90-GL5 tandwielolie (GM-onderdeelnr. 88862475).<br />
Vloeistof voor handgeschakelde transmissie (GM-onderdeelnr. 88861800).<br />
Automatische<br />
transmissie<br />
DEXRON ® -VI automatische-transmissievloeistof.<br />
Tussendifferentieel Verdeelbakvloeistof (GM-onderdeelnr. 88861950).<br />
(allwheel-aandrijving)<br />
Slotcilinders Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />
Vloerschakelpook<br />
Achteras<br />
Lubriplate ® spuitsmeermiddel (GM onderdeelnummer 12346293) of smeermiddel<br />
dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB of GC-LB.<br />
SAE 75W-90 synthetisch assmeermiddel (GM-onderdeelnummer 89021677 of gelijkwaardig)<br />
dat voldoet aan GM-specificatie 9986115.<br />
. . . 420
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 421 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ AANBEVOLEN VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN (VERVOLG)<br />
GEBRUIK VLOEISTOF/SMEERMIDDEL<br />
Achteras (sperdifferentieel)<br />
(alleen <strong>CTS</strong>)<br />
Achteras (sperdifferentieel)<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
Motorkapgrendel,<br />
veiligheidshaak, draaipunten,<br />
veerbevestigingspunt<br />
en<br />
ontgrendelingspal<br />
Motorkap- en<br />
portierscharnieren<br />
Onderhoud<br />
afdichtstrip<br />
SAE 75W-90 Synthetisch assmeermiddel (GM-onderdeelnr. 89021677) dat voldoet<br />
aan de vereisten van GM 9986115. Als het reservoir volledig moet worden afgetapt<br />
en bijgevuld, voegt u waar nodig 118 ml limited-slip assmeermiddel (GM-onderdeelnr.<br />
1052358) toe.<br />
DEXRON ® LS tandwielolie (GM-onderdeelnr. 88862624) volgens vereiste GM<br />
9986290.<br />
Lubriplate ® spuitsmeermiddel (GM onderdeelnummer 12346293) of smeermiddel<br />
dat aan de voorwaarden van NLGI-klasse 2 voldoet, categorie LB of GC-LB.<br />
Multi-purpose smeermiddel, Superlube ® (GM onderdeelnummer 12346241).<br />
Smeermiddel voor afdichtstrips (GM-onderdeelnummer 3634770) of diëlektrisch siliconenvet<br />
(GM-onderdeelnummer 12345579).<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
421 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 422 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ BANDEN<br />
Uw nieuwe auto wordt geleverd<br />
met banden van hoge kwaliteit,<br />
gemaakt door een gerenommeerde<br />
bandenfabrikant.<br />
Raadpleeg voor vragen over de<br />
garantie van uw banden het garantieboekje<br />
van de fabrikant dat bij de<br />
gebruikershandleiding van uw voertuig<br />
wordt geleverd of vraag uw<br />
dealer.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijden met slecht onderhouden<br />
of een verkeerd type banden is<br />
gevaarlijk.<br />
•Voorkom overbelasting van de<br />
banden. Overbelaste banden<br />
kunnen oververhit worden.<br />
Zo'n band kan klappen en een<br />
ernstig ongeval veroorzaken.<br />
• Zorg voor voldoende bandenspanning.<br />
Te lage bandenspanning<br />
kan oververhitting<br />
veroorzaken. Zo'n band kan<br />
klappen en een ernstig ongeval<br />
veroorzaken.<br />
• Controleer de bandenspanning<br />
regelmatig. De bandenspanning<br />
moet worden gecontroleerd<br />
terwijl de banden koud<br />
zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
•Voorkom te hoge bandenspanning.<br />
Banden met te hoge<br />
spanning raken gemakkelijker<br />
lek.<br />
•Versleten, oude banden kunnen<br />
ongevallen veroorzaken.<br />
Wanneer het loopvlak ernstig<br />
versleten is of de band beschadigd<br />
is, moet deze vervangen<br />
worden<br />
• Als u van plan bent met hogere<br />
snelheden te gaan rijden, zie<br />
dan "Bediening bij hogere snelheden"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor informatie over de<br />
bandenspanning.<br />
Uw voertuig is uitgerust met<br />
laagprofielbanden.<br />
Deze banden zorgen dat het voertuig<br />
zeer snel reageert op natte of<br />
droge wegen.<br />
. . . 422
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 423 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Deze banden geven wel meer<br />
geluid en het loopvlak heeft een<br />
kortere levensduur.<br />
OPMERKING<br />
Banden met laag profiel zijn<br />
gevoeliger voor schade door<br />
obstakels op de weg of stoepranden<br />
dan banden met een<br />
normaal profiel.<br />
De band- en/of wieleenheid kan<br />
beschadigd raken door obstakels<br />
op de weg te raken, zoals kuilen<br />
of scherpe voorwerpen, of als u<br />
tegen een trottoirband schuift.<br />
Dit type schade valt niet onder<br />
de garantie van het voertuig.<br />
Zorg dat de banden de juiste<br />
bandenspanning hebben en<br />
vermijd waar mogelijk trottoirbanden,<br />
kuilen en andere<br />
obstakels.<br />
Op spanning brengen<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties van<br />
uw auto.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />
Op de sticker worden de juiste<br />
bandenspanningen vermeld voor<br />
banden in koude toestand. Koud<br />
betekent dat de auto drie uur of<br />
langer heeft stilgestaan of - wanneer<br />
er toch mee is gereden - niet meer<br />
dan 1,6 km heeft afgelegd.<br />
Voor optimale prestaties van de<br />
banden moet de bandenspanning<br />
worden aangehouden die op het<br />
plaatje onder "cold" is vermeld.<br />
Voorkom echter overbelasting van<br />
uw auto. Zie Voertuig beladen in<br />
hoofdstuk 3.<br />
Het handhaven van de bandenspanning<br />
voor koude banden, zoals<br />
vermeld op het bandenplaatje, zal<br />
lager brandstofverbruik, langere<br />
levensduur van de banden, meer<br />
rijcomfort en beter algeheel rijgedrag<br />
tot gevolg hebben.<br />
Wanneer u de originele banden van<br />
uw voertuig vervangt door banden<br />
met andere afmetingen, kan de<br />
sticker met bandeninformatie niet<br />
juist zijn. Zorg dat u de juiste<br />
bandenspanning weet voor de<br />
banden op het voertuig.<br />
Controleer uw banden minstens<br />
eens per maand. Vergeet daarbij<br />
niet het reservewiel (indien<br />
aanwezig).<br />
Zie "Compact reservewiel" in hoofdstuk<br />
5 voor meer gegevens.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
423 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 424 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
OPMERKING<br />
Verkeerde bandenspanning heeft<br />
een negatieve invloed op de<br />
levensduur van de banden en de<br />
prestaties van de auto.<br />
Door te lage bandenspanning<br />
ontstaat overmatige doorbuiging<br />
en oververhitting van de band,<br />
waardoor de sterkte van de band<br />
vermindert en beschadiging kan<br />
ontstaan. Ook overbelasting,<br />
abnormale slijtage, slechte rijeigenschappen<br />
en een hoog<br />
brandstofverbruik zijn het<br />
gevolg.<br />
Te hoge bandenspanning<br />
veroorzaakt abnormale slijtage<br />
van de banden en slechte rijeigenschappen<br />
die kunnen leiden<br />
tot beschadiging van de auto<br />
door stootbelastingen tijdens het<br />
rijden.<br />
Om de bandenspanning te controleren<br />
en aan te passen:<br />
Met alleen een visuele inspectie<br />
van de banden kunt u niet nagaan<br />
of deze de correcte spanning<br />
hebben. Radiaalbanden kunnen<br />
eruit zien alsof ze de juiste spanning<br />
hebben, ook als de bandenspanning<br />
te laag is.<br />
Voor het controleren van de<br />
bandenspanning wordt het gebruik<br />
aanbevolen van een kleine bandenspanningmeter<br />
van goede kwaliteit.<br />
Verwijder het ventieldopje.<br />
Druk de meter stevig tegen het<br />
ventiel om de druk te meten.<br />
Als de druk laag is, voegt u lucht toe<br />
totdat de aanbevolen druk is bereikt.<br />
Als u te veel lucht toevoegt, laat de<br />
lucht dan weglopen door op het<br />
metalen staafje in het midden van<br />
het ventiel te drukken.<br />
Controleer de bandenspanning<br />
opnieuw.<br />
Zorg ervoor dat u de ventieldopjes<br />
terugplaatst op de ventielen. Ze<br />
helpen lekkages te voorkomen door<br />
vuil en vocht uit de band te weren.<br />
. . . 424
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 425 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
BEDIENING BIJ HOGERE<br />
SNELHEDEN<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u bij hoge snelheden van 160<br />
km/u of harder rijdt, komen de<br />
banden meer onder druk te<br />
staan. Langdurig bij hogere snelheden<br />
rijden zorgt dat de<br />
banden overmatig warm worden<br />
en zelfs beschadigd kunnen<br />
raken. Het voertuig kan bij een<br />
aanrijding betrokken raken,<br />
waarbij u of uw medepassagiers<br />
kunnen overlijden.<br />
Sommige banden die geschikt zijn<br />
voor hogere snelheden moeten<br />
worden aangepast als u er hard<br />
mee wilt rijden. Waar de maximale<br />
snelheid en de wegomstandigheden<br />
toelaten dat er hard met een<br />
voertuig wordt gereden, moet u<br />
ervoor zorgen dat de banden<br />
geschikt zijn voor hogere snelheden,<br />
in uitstekende conditie zijn en<br />
op de juiste koude bandenspanning<br />
voor de voertuigbelasting zijn<br />
ingesteld.<br />
U moet de bandenspanning<br />
aanpassen aan het rijden op hoge<br />
snelheid wanneer het voertuig is<br />
voorzien van de volgende bandafmetingen<br />
voor hoge prestaties:<br />
• 235/50ZR18<br />
• 255/40R19<br />
• 285/35R19<br />
Wanneer u 160 km/u of sneller wilt<br />
rijden, als dergelijke snelheden<br />
wettelijk zijn toegestaan, dan moet<br />
de spanning van de banden in<br />
koude toestand overeenkomen met<br />
de hoogste spanning voor koude<br />
banden die op de zijwand staat of<br />
worden ingesteld op 300 kPa, welke<br />
van de twee het laagst is. Zodra u<br />
weer minder snel gaat rijden, moet<br />
u de banden weer op de koude<br />
bandenspanning brengen zoals<br />
wordt vermeld op het informatieplaatje<br />
voor de bandenspanning.<br />
Zie "Auto beladen" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie.<br />
Controlesysteem bandenspanning<br />
(Indien van<br />
toepassing)<br />
OPMERKING<br />
Wanneer aanpassingen aan het<br />
controlesysteem voor bandenspanning<br />
door personen buiten<br />
een erkend servicefaciliteit<br />
worden gedaan, kan de toestemming<br />
om het systeem te gebruiken<br />
komen te vervallen.<br />
Dit systeem maakt gebruikt van<br />
radio- en sensortechnologie om de<br />
bandenspanning te bewaken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
425 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 426 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Op elk wiel (behalve het reservewiel)<br />
bevinden zich sensoren die de<br />
bandenspanningsmetingen naar<br />
een ontvanger in het voertuig<br />
zenden.<br />
Als het systeem een lage bandendruk<br />
in een of meer banden waarneemt,<br />
kan het<br />
waarschuwingslampje voor een lage<br />
bandenspanning gaan branden en<br />
kan de melding CHECK TIRE<br />
PRESSURE (controleer bandenspanning)<br />
op het display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
verschijnen.<br />
Wanneer u een waarschuwing krijgt<br />
dat de spanning van een band laag<br />
is, dan moet u zo snel mogelijk stoppen,<br />
alle banden controleren op<br />
beschadiging en ze daarna tot de<br />
juiste bandenspanning opblazen.<br />
De waarschuwingslamp voor te lage<br />
bandenspanning en/of het bericht<br />
CHECK TIRE PRESSURE verschijnt<br />
elke ontstekingscyclus tot de<br />
banden op de juiste spanning zijn<br />
gebracht.<br />
Zie het volgende in hoofdstuk 1<br />
voor meer informatie:<br />
• Lampje voor lage<br />
bandenspanning<br />
• Mededelingen van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder<br />
- CHECK TIRE PRESSURE (bandenspanning<br />
controleren)<br />
Wanneer u rijdt met banden die<br />
onvoldoende op spanning zijn, kan<br />
de band oververhit raken en kapot<br />
gaan. Banden die niet voldoende op<br />
spanning zijn zorgen voor een<br />
hoger brandstofverbruik, een kortere<br />
levensduur van het loopvlak van<br />
de band en kunnen de rijeigenschappen<br />
en het stopvermogen van<br />
het voertuig beïnvloeden. Controleer<br />
de bandenspanning<br />
regelmatig.<br />
Bij koelere weersomstandigheden<br />
kan bij het starten van de motor de<br />
waarschuwingslamp voor te lage<br />
bandenspanning gaan branden en/<br />
of het bericht CHECK TIRE PRESS-<br />
URE verschijnen. Dit bericht<br />
verdwijnt zodra u gaat rijden. Hiermee<br />
kan vroegtijdig worden aangegeven<br />
dat de bandenspanning te<br />
laag wordt en moet worden gecontroleerd<br />
of op de juiste spanning<br />
moet worden gebracht.<br />
. . . 426
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 427 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Wanneer het waarschuwingslampje<br />
of het bericht niet wordt weergegeven,<br />
controleer dan de bandenspanning<br />
en breng de banden naar de<br />
aanbevolen bandenspanning.<br />
Controleer uw banden minstens<br />
eens per maand. Vergeet daarbij<br />
niet het reservewiel (indien<br />
aanwezig).<br />
Gebruik het informatiecentrum voor<br />
de bestuurder om de bandenspanning<br />
te controleren. Zie "Informatiecentrum<br />
voor de bestuurder" in<br />
hoofdstuk 1.<br />
Zie het bandenplaatje voor de<br />
bandenspanningsspecificaties van<br />
uw auto.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />
Wanneer u de originele banden van<br />
uw voertuig vervangt door banden<br />
met andere afmetingen, kan de<br />
sticker met bandeninformatie niet<br />
juist zijn. Zorg dat u de juiste<br />
bandenspanning weet voor de<br />
banden op het voertuig.<br />
Zorg dat de vervangende band<br />
compatibel met uw controlesysteem<br />
voor de bandenspanning is.<br />
Als dat niet het geval is, kan het<br />
systeem verkeerde waarschuwingen<br />
voor lage bandenspanning geven.<br />
Het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning kan u waarschuwen<br />
voor een lage of een hoge<br />
spanningstoestand, maar het<br />
vervangt niet het normale<br />
bandenonderhoud.<br />
Het is de verantwoordelijkheid van<br />
de eigenaar ervoor te zorgen dat de<br />
banden op de juiste spanning zijn<br />
gebracht.<br />
Het waarschuwingslampje voor lage<br />
bandenspanning knippert 60 seconden<br />
en gaat daarna branden<br />
wanneer er een probleem is met het<br />
controlesysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
De waarschuwing wordt weergegeven<br />
telkens als het voertuig wordt<br />
gestart, totdat het probleem is<br />
verholpen.<br />
Het bericht SERVICE TIRE<br />
MONITOR (onderhoud bandencontrolesysteem)<br />
wordt weergegeven<br />
wanneer het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning niet<br />
correct werkt.<br />
Dit bericht en/of waarschuwingslampje<br />
voor lage bandenspanning<br />
kan onder de volgende omstandigheden<br />
worden geactiveerd:<br />
• Een of meer bandensensoren<br />
kunnen ontbreken of niet<br />
werken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
427 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 428 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
• Het reservewiel (waar aanwezig)<br />
is op het voertuig gemonteerd.<br />
Het reservewiel heeft geen bandenspanningssensor.<br />
Wanneer u<br />
het reservewiel onder het voertuig<br />
heeft gemonteerd, wordt<br />
het bericht SERVICE TIRE<br />
MONITOR (onderhoud aan<br />
bandencontrolesysteem) op het<br />
display van het informatiecentrum<br />
voor de bestuurder weergegeven.<br />
Het bericht verdwijnt<br />
als er opnieuw een band met<br />
een bandenspanningssensor<br />
wordt gemonteerd.<br />
• Het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning is niet goed<br />
gereset zodat de identificatiecode<br />
van de nieuwe sensor niet<br />
overeenkomt met de juiste positie<br />
voor de band.<br />
Neem contact op met uw dealer<br />
voor onderhoud.<br />
. . . 428<br />
• De oorspronkelijke banden of<br />
wielen van uw voertuig zijn vervangen<br />
door banden of wielen<br />
die niet compatibel zijn met het<br />
controlesysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
• Het voertuig bevindt zich bij een<br />
faciliteit of elektronisch apparaat<br />
dat radiogolffrequenties gebruikt<br />
die gelijkaardig zijn aan die van<br />
het controlesysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
Wanneer het probleem blijft<br />
aanhouden, moet het voertuig voor<br />
onderhoud naar de dealer.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u niet-goedgekeurde<br />
bandafdichtmiddelen gebruikt,<br />
dan kunnen de bandenspanningssensoren<br />
beschadigd raken.<br />
Deze schade wordt niet door uw<br />
garantie gedekt.<br />
Gebruik alleen door GM goedgekeurd<br />
bandafdichtmiddel. Raadpleeg<br />
uw dealer.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan werkt het afdichtmiddel in de<br />
reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor samen met het<br />
controlesysteem voor de<br />
bandenspanning.<br />
Andere vloeibare afdichtmiddelen<br />
kunnen de bandenspanningssensoren<br />
beschadigen.<br />
Zie "Reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor" in hoofdstuk<br />
5 voor meer informatie.<br />
Als er een band of sensor wordt<br />
vervangen, moet het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning<br />
worden gereset zodat de identificatiecode<br />
van de nieuwe sensor overeenkomt<br />
met de juiste positie voor<br />
het wiel/de band.<br />
Elke sensor heeft een unieke<br />
identificatiecode.<br />
Als u de banden onderling omwisselt<br />
of een willekeurige band<br />
vervangt, moet het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning worden<br />
teruggezet (gereset). Neem contact<br />
op met uw dealer voor onderhoud.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 429 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Inspecteren en verwisselen<br />
van de banden<br />
Controleer de banden en wielen<br />
regelmatig op abnormale slijtage of<br />
schade.<br />
Vergeet het reservewiel niet (waar<br />
aanwezig)<br />
Om de levensduur van de banden te<br />
verlengen, verdient het aanbeveling<br />
de banden met de in het onderhoudsboekje<br />
voorgeschreven intervallen<br />
te laten controleren.<br />
Roteer uw banden niet als de vooren<br />
achterbanden verschillende<br />
afmetingen hebben.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van vier banden met dezelfde<br />
maten, dan kunnen ze worden<br />
gerouleerd.<br />
Volg het bovenstaande schema voor<br />
het juiste rouleerpatroon.<br />
Bij het rouleren van de banden moet<br />
u het compacte reservewiel niet<br />
laten meedoen.<br />
Breng de voor- en achterbanden op<br />
de spanning die is vermeld op het<br />
informatieplaatje voor de banden<br />
nadat de wielen zijn verwisseld.<br />
Als u de banden onderling omwisselt<br />
of een willekeurige band<br />
vervangt, moet het controlesysteem<br />
voor de bandenspanning worden<br />
gereset.<br />
Zie "Controlesysteem bandenspanning"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
429 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 430 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />
wielmoeren kan het<br />
wiel losraken en zelfs van de auto<br />
lopen. Dit zou tot een ernstig<br />
ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />
u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />
gebruikt.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn<br />
vastgezet, kunnen trillingen<br />
ontstaan tijdens het remmen en<br />
kan de remschijf worden beschadigd.<br />
Om kostbare reparaties aan<br />
het remsysteem te voorkomen,<br />
moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />
en in de juiste volgorde met<br />
het voorgeschreven aanhaalmoment<br />
worden vastgezet.<br />
Zie "Specificaties en inhouden"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
het juiste aanhaalmoment van de<br />
wielmoeren.<br />
Banden vervangen<br />
Het rubber in de banden van uw<br />
voertuig neemt na verloop van tijd<br />
af in kwaliteit, zelfs als de banden<br />
niet worden gebruikt. Hoe snel dit<br />
gaat, is afhankelijk van een aantal<br />
factoren. Rijsnelheid, toestand van<br />
de weg, temperaturen, belasting<br />
van het voertuig en of de banden<br />
regelmatig worden opgepompt<br />
hebben invloed op de verouderingssnelheid<br />
van de banden.<br />
Wanneer de banden worden onderhouden<br />
volgens het onderhoudsschema,<br />
dan moeten de banden<br />
waarschijnlijk worden vervangen<br />
voordat ze door veroudering zijn<br />
afgeschreven.<br />
A<br />
Uw banden zijn voorzien van slijtageindicators<br />
. Deze geven aan<br />
wanneer de profieldiepte van het<br />
loopvlak tot 1,6 mm of minder is<br />
gesleten.<br />
Wanneer deze slijtage-indicators op<br />
drie plaatsen rondom de band zichtbaar<br />
worden, zoals is afgebeeld, is<br />
vervanging van de band vereist.<br />
Ook bij het constateren van de<br />
volgende afwijkingen moet de band<br />
worden vernieuwd:<br />
• Insnijdingen, scheuren of andere<br />
beschadigingen in het loopvlak<br />
of de zijkanten van de band, van<br />
een zodanige omvang dat de<br />
koordlagen zichtbaar zijn.<br />
. . . 430
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 431 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
• De band heeft een bult, uitstulping<br />
of inkeping.<br />
Op het informatieplaatje voor de<br />
banden is de juiste bandenmaat<br />
voor uw auto vermeld.<br />
Om de plaats te bepalen van het<br />
bandenplaatje van uw auto, zie<br />
"Voertuig beladen" in hoofdstuk 3.<br />
We raden u aan alle vier de banden<br />
tegelijkertijd te laten vervangen.<br />
Wanneer er minder dan vier banden<br />
worden vervangen, kan dit invloed<br />
hebben op de remprestaties en het<br />
weggedrag van uw voertuig.<br />
Nieuwe banden moeten altijd van<br />
dezelfde maat zijn, hetzelfde laadvermogen<br />
hebben en van dezelfde<br />
constructie zijn als de op de fabriek<br />
gemonteerde banden.<br />
Zorg dat de vervangende band<br />
compatibel met uw controlesysteem<br />
voor de bandenspanning is.<br />
Als dat niet het geval is, kan het<br />
systeem verkeerde waarschuwingen<br />
voor lage bandenspanning geven.<br />
Zie "Controlesysteem bandenspanning"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
meer gegevens.<br />
Winterbanden met dezelfde maximaal<br />
toegestane snelheid kunnen<br />
soms niet leverbaar zijn voor<br />
banden met een maximaal toegestane<br />
snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />
Als u sneeuwbanden met een lagere<br />
maximaal toegestane snelheid kiest,<br />
mag u nooit de maximaal toegestane<br />
snelheid van de band<br />
overschrijden.<br />
Raadpleeg "Winterbanden" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het gebruik van verschillende<br />
bandenmaten, -merken en -<br />
types kan ertoe leiden dat u<br />
tijdens het rijden de macht over<br />
het stuur verliest en kan tevens<br />
resulteren in schade aan de auto.<br />
Gebruik dezelfde bandenmaat<br />
en hetzelfde bandentype op alle<br />
wielen.<br />
Wanneer u band of een wiel<br />
monteert met een andere maat dan<br />
oorspronkelijk werd gebruikt, kan<br />
dit problemen of schade veroorzaken<br />
aan diverse voertuigsystemen,<br />
bijvoorbeeld aan remmen, rijkarakteristiek<br />
en -eigenschappen, en de<br />
weerstand tegen omrollen, en aan<br />
elektronische systemen zoals ABS,<br />
tractieregeling en<br />
stabiliteitsregeling.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
431 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 432 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u wielen met verschillende<br />
maten gebruikt en<br />
wanneer er banden worden<br />
geselecteerd die niet worden<br />
aanbevolen voor die wielen,<br />
kunnen de prestaties en veiligheid<br />
van uw voertuig niet<br />
aanvaardbaar zijn.<br />
De kans op aanrijdingen en<br />
ernstig letsel wordt hierdoor<br />
groter.<br />
Gebruik alleen specifieke GMwielen<br />
en -bandensystemen die<br />
voor uw voertuig zijn ontwikkeld<br />
en laat ze door een door GM<br />
gecertificeerde monteur<br />
aanbrengen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Rijdt niet sneller dan de maximumsnelheid<br />
waarvoor de<br />
banden zijn vervaardigd, ongeacht<br />
de wettelijk toegestane snelheid.<br />
Indien dikwijls en/of<br />
gedurende lange perioden zeer<br />
snel moet worden gereden dient<br />
u contact op te nemen met uw<br />
voertuig-/bandendealer betreffende<br />
banden van het juiste type<br />
voor uw doel en de weersomstandigheden<br />
in het gebied waar<br />
het voertuig wordt gebruikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Indien de auto is voorzien van<br />
diagonaalbanden, dan kunnen er<br />
in de velgflenzen na vele kilometers<br />
rijden scheurtjes ontstaan.<br />
Een band en/of wiel kan dan<br />
plotseling defect raken, met als<br />
gevolg een ongeluk. Gebruik<br />
alleen radiaalbanden voor de<br />
wielen van uw voertuig.<br />
SNEEUWKETTINGEN OF<br />
GELIJKAARDIGE<br />
TRACTIEHULPMIDDELEN<br />
Gebruik tractiehulpmiddelen alleen<br />
wanneer dit noodzakelijk is.<br />
Gebruik uitsluitend tractiekabels van<br />
11 mm die voldoen of beter zijn dan<br />
de vereisten van de SAE-klasse "S" en<br />
die de juiste maat hebben voor uw<br />
banden (285/35ZR19, P235/R18 of<br />
235/50ZR18). Monteer ze zo strak<br />
mogelijk om de achterbanden, met<br />
de uiteinden stevig bevestigd.<br />
OPMERKING<br />
Monteer geen tractiehulpmiddelen<br />
op de voorbanden.<br />
. . . 432
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 433 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Rijd langzaam en volg de aanwijzingen<br />
van de fabrikant van de kabels.<br />
Wanneer de kabels hoorbaar in<br />
aanraking komen met uw voertuig,<br />
stop dan en trek de kabels strakker<br />
aan. Rijd langzamer als de kabels<br />
nog steeds contact maken, tot u<br />
geen geluid meer hoort.<br />
OPMERKING<br />
Om beschadiging van uw auto te<br />
voorkomen, is het noodzakelijk<br />
langzaam te rijden, de wielen<br />
niet te laten doordraaien en het<br />
tractiehulpmiddel bij te stellen of<br />
te verwijderen indien het met de<br />
auto in aanraking komt.<br />
Zomerbanden (waar<br />
aanwezig)<br />
Uw voertuig kan zijn uitgerust met<br />
banden die zijn geoptimaliseerd<br />
voor maximale prestaties op droge<br />
en natte wegen terwijl het loopvlak<br />
een goede levensduur, een uitstekende<br />
duurzaamheid en een laag<br />
geluidsniveau heeft. Onder zware<br />
winterse omstandigheden waarbij<br />
veel sneeuw kan vallen kan het<br />
gebeuren dat deze banden minder<br />
grip hebben.<br />
Winterbanden<br />
Uw vierseizoenen- of zomerbanden<br />
bieden u misschien niet de grip of<br />
het prestatieniveau dat u nodig<br />
heeft op sneeuw of ijs. Wanneer u<br />
verwacht regelmatig op wegen met<br />
sneeuw en ijs te rijden, dan kunt u<br />
overwegen winterbanden aan te<br />
schaffen.<br />
Wanneer u winterbanden gebruikt,<br />
kan dit een negatieve invloed<br />
hebben op het rijgedrag. De tractie<br />
op droge wegen kan afnemen, het<br />
rijgeluid kan toenemen en de<br />
levensduur van de banden kan<br />
afnemen.<br />
Ga naar uw dealer voor meer informatie<br />
over de beschikbaarheid van<br />
winterbanden en voor de keuze van<br />
de juiste banden.<br />
Als u winterbanden gaat gebruiken,<br />
moet u altijd hetzelfde formaat,<br />
belastingbereik, dezelfde maximum<br />
toegestane snelheid en hetzelfde<br />
constructietype als de originele<br />
banden van de auto gebruiken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
433 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 434 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Wanneer winterbanden voor uw<br />
voertuig worden gebruikt, voorzie<br />
dan alle vier wielen van deze<br />
banden.<br />
Winterbanden met dezelfde maximaal<br />
toegestane snelheid kunnen<br />
soms niet leverbaar zijn voor<br />
banden met een maximaal toegestane<br />
snelheid van H, V, W, Y en ZR.<br />
Als u sneeuwbanden met een lagere<br />
maximaal toegestane snelheid kiest,<br />
mag u nooit de maximaal toegestane<br />
snelheid van de band<br />
overschrijden.<br />
Zie "Band verwisselen" eerder in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Wielsloten<br />
Uw auto is uitgerust met wielsloten.<br />
Het gereedschap voor de wielmoersloten<br />
bevindt zich in een kleine tas<br />
in de kofferruimte.<br />
De set omvat een dopsleutel voor<br />
antidiefstalbouten en voorschriften.<br />
Tevens vindt u in de set een kaartje<br />
waarop het registratienummer is<br />
gedrukt. Zorg ervoor dit kaartje niet<br />
te verliezen; u heeft het nodig<br />
wanneer de sleutel verloren is en<br />
een duplicaat moet worden besteld.<br />
Wanneer een wiel moet worden<br />
verwijderd, gebruik dan de antidiefstaldopsleutel.<br />
Reservewiel (waar<br />
aanwezig)<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong> is,<br />
dan is uw voertuig voorzien van een<br />
reservewiel en krikuitrusting.<br />
Zie "Lekke band verwisselen" in<br />
hoofdstuk 5.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan is uw voertuig niet voorzien van<br />
een reservewiel of krikuitrusting.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor.<br />
Zie "Reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor" in hoofdstuk<br />
5 voor meer informatie.<br />
. . . 434
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 435 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ WIELEN<br />
Uitlijning van de wielen en<br />
uitbalancering van banden<br />
Als er ongebruikelijke bandenslijtage<br />
optreedt of als het voertuig een kant<br />
optrekt, moet de uitlijning eventueel<br />
opnieuw worden ingesteld.<br />
Als het voertuig vibreert wanneer u<br />
rijdt op een gladde weg, moeten de<br />
wielen eventueel worden<br />
uitgebalanceerd.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
gebruik dan alleen klevende wielgewichten<br />
om de wielen uit te<br />
balanceren.<br />
Ga naar uw dealer of een bevoegde<br />
monteur voor onderhoud.<br />
Wiel vervangen<br />
Vervang een wiel waarvan de velg is<br />
vervormd, gescheurd, geroest of<br />
gecorrodeerd. Indien wielmoeren<br />
telkens opnieuw loslopen, moeten<br />
de wielmoeren en -bouten worden<br />
vervangen.<br />
Hoewel sommige aluminium wielen<br />
gerepareerd kunnen worden,<br />
moeten andere typen wielen<br />
worden vervangen indien luchtlekkage<br />
aanwezig is.<br />
Gebruik alleen nieuwe originele<br />
GM-onderdelen. Raadpleeg uw<br />
dealer.<br />
Wanneer u een wiel monteert met<br />
een andere maat dan oorspronkelijk<br />
werd gebruikt, kan dit problemen of<br />
schade veroorzaken aan diverse<br />
voertuigsystemen, bijvoorbeeld aan<br />
remmen, rijden en rijeigenschappen,<br />
en de weerstand tegen omrollen,<br />
en aan elektronische systemen<br />
zoals ABS, tractieregeling en<br />
stabiliteitsregeling.<br />
OPMERKING<br />
Het verkeerde wiel kan problemen<br />
veroorzaken voor de levensduur<br />
van de lagers, koeling van<br />
de remmen, kalibratie van snelheidsmeter<br />
en dagteller,<br />
koplampafstelling, bumperhoogte,<br />
bodemvrijheid van het voertuig<br />
en de vrije ruimte tussen<br />
band en carrosserie en chassis.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het gebruik van verkeerde<br />
onderdelen kan gevaarlijk zijn.<br />
Het kan invloed hebben op de<br />
werking van het remsysteem en<br />
het rijgedrag van de auto. U kunt<br />
de macht over het stuur verliezen<br />
en uzelf en anderen in gevaar<br />
brengen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
435 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 436 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
WAARSCHUWING<br />
Een gebruikt wiel op een voertuig<br />
doen is gevaarlijk.<br />
U weet dan niet hoe het wiel is<br />
gebruikt of hoeveel ermee is<br />
gereden.<br />
Het wiel kan plotseling kapot<br />
gaan en een ongeluk<br />
veroorzaken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop<br />
van tijd loslopen. Hierdoor kan<br />
het wiel geheel loskomen en een<br />
ongeval veroorzaken. Wanneer u<br />
een wiel verwisselt, maak dan de<br />
plaatsen schoon waar het wiel<br />
met de auto in aanraking komt.<br />
In noodgevallen kunt u daarvoor<br />
een doek of een stuk papier<br />
gebruiken. Zorg er echter voor<br />
dat u later, als dat nodig is, met<br />
behulp van een schraper of een<br />
staalborstel de contactvlakken<br />
goed reinigt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Smeer nooit olie of vet op de<br />
wielbouten of wielmoeren. Hierdoor<br />
zouden de moeren kunnen<br />
losraken. Wanneer als gevolg<br />
hiervan het wiel van de auto<br />
loopt, zou een ernstig ongeval<br />
kunnen ontstaan.<br />
WAARSCHUWING<br />
Door verkeerde of niet goed vastgedraaide<br />
wielmoeren kan het<br />
wiel losraken en zelfs van de auto<br />
lopen. Dit zou tot een ernstig<br />
ongeval kunnen leiden. Overtuig<br />
u ervan dat u de juiste wielmoeren<br />
gebruikt. Vooral bij een eventuele<br />
vervanging is het belangrijk<br />
om erop te letten dat u nieuwe<br />
wielmoeren van het juiste type<br />
krijgt.<br />
. . . 436
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 437 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn<br />
vastgezet, kunnen trillingen<br />
ontstaan tijdens het remmen en<br />
kan de remschijf worden beschadigd.<br />
Om kostbare reparaties aan<br />
het remsysteem te voorkomen,<br />
moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />
en in de juiste volgorde met<br />
het voorgeschreven aanhaalmoment<br />
worden vastgezet.<br />
Zie "Specificaties en inhouden"<br />
verderop in dit hoofdstuk voor<br />
het juiste aanhaalmoment van de<br />
wielmoeren.<br />
SAMPLE4UX1M072675<br />
■ VOERTUIG IDENTIFICA-<br />
TIE NUMMER<br />
• Het voertuigidentificatienummer<br />
kan aan de rechterzijde van<br />
het voertuig staan op de veerpootkolom<br />
in de motorruimte.<br />
• Het voertuigidentificatienummer<br />
staat ook op het identificatieplaatje<br />
voor onderdelen.<br />
Het achtste karakter van het VIN is<br />
de motorcode. Deze code heeft u<br />
nodig ter identificatie van de motor,<br />
voertuigspecificaties en<br />
reserveonderdelen.<br />
–<br />
–<br />
Dit nummer is het wettelijke identificatienummer<br />
voor uw voertuig.<br />
U kunt dit nummer op een van de<br />
volgende locaties vinden:<br />
• Het voertuigidentificatienummer<br />
staat vermeld op een plaatje<br />
op de voorste hoek van het<br />
instrumentenpaneel, aan de linkerzijde.<br />
Het plaatje is van buitenaf<br />
zichtbaar via de voorruit<br />
van het voertuig.<br />
–<br />
–<br />
437 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 438 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ IDENTIFICATIEPLAATJE<br />
VOOR ONDERDELEN<br />
Dit plaatje bevindt zich in de kofferruimte.<br />
Deze informatie is handig<br />
wanneer u onderdelen moet<br />
bestellen.<br />
Op dit plaatje treft u de volgende<br />
informatie aan:<br />
• het identificatienummer van de<br />
auto (VIN)<br />
• de modelaanduiding<br />
• informatie over carrosserielak<br />
• een lijst met alle fabrieksopties<br />
en speciale uitrustingen<br />
Verwijder dit informatieplaatje niet<br />
uit de auto.<br />
. . . 438<br />
■ ZEKERINGEN EN<br />
STROOMONDERBREKERS<br />
De circuits van de elektrische installatie<br />
in uw auto zijn tegen kortsluiting<br />
beveiligd door middel van een<br />
combinatie van zekeringen, stroomonderbrekers<br />
en thermische beveiligingen.<br />
De kans op brand door<br />
kortsluiting wordt hierdoor belangrijk<br />
verminderd.<br />
Wanneer u ooit pech onderweg<br />
krijgt en u heeft geen reservezekering,<br />
kunt u een zekering met dezelfde<br />
doorsmeltwaarde lenen van een<br />
ander circuit. Neem de zekering van<br />
een circuit waar u geen gebruik van<br />
behoeft te maken (bijvoorbeeld van<br />
de radio of de aansteker) en gebruik<br />
deze zekering als de doorsmeltwaarde<br />
overeenkomt met die van de<br />
doorgesmolten zekering. Vervang<br />
de zekering zo spoedig mogelijk.<br />
De zekeringenhouder bevindt zich<br />
in het motorcompartiment.<br />
Er bevindt zich ook een zekeringenhouder<br />
in de bagageruimte aan de<br />
rechterzijde van het voertuig.<br />
U kunt bij de zekeringenhouder<br />
komen door het toegangspaneel in<br />
de bagageruimte te openen.<br />
Zie "Zekeringenhouder in de bagageruimte"<br />
verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
OPMERKING<br />
Na een stroomonderbreking,<br />
zoals het loskoppelen van de<br />
accu of het verwijderen van de<br />
maxizekeringen in de zekeringenhouder,<br />
moet de elektronische<br />
gasklepbediening worden<br />
gekalibreerd. Als dit niet wordt<br />
gedaan, zal de motor niet goed<br />
draaien.<br />
Zie "Accu" eerder in dit hoofdstuk<br />
voor informatie over het kalibreren<br />
van de elektronische<br />
gasklepbediening.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 439 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
20<br />
U kunt de zekeringen verwijderen<br />
met de speciale zekeringtrekker.<br />
A<br />
Let op de zilverkleurige draad in de<br />
zekering. Vervang de zekering<br />
indien de draad is gesmolten of<br />
gebroken. De nieuwe zekering moet<br />
dezelfde afmeting en doorsmeltwaarde<br />
hebben als de oude.<br />
Als een zekering doorsmelt, moet u<br />
de auto onmiddellijk laten nakijken.<br />
OPMERKING<br />
Knoei geen vloeistoffen op de<br />
elektrische onderdelen van uw<br />
voertuig; dit kan schade<br />
veroorzaken.<br />
Plaats het deksel van de zekeringenhouder<br />
altijd weer terug<br />
wanneer u klaar bent.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
439 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 440 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
6 13<br />
7 14<br />
8 15<br />
9 16<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
33 40 43 44<br />
51 61<br />
52 62<br />
34<br />
45 53 63<br />
35<br />
36<br />
46 54 64<br />
67<br />
47 55 65<br />
56<br />
48<br />
66 68<br />
57<br />
69<br />
70<br />
71<br />
72<br />
73<br />
74<br />
75<br />
5<br />
17<br />
10 18<br />
29<br />
30<br />
37<br />
49<br />
58<br />
59<br />
11 19 31 38 41 50 60<br />
12 20 32 39 42<br />
. . . 440
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 441 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte (alleen <strong>CTS</strong>)<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
Stroomonderbrekers<br />
5 Koplampsproeiers<br />
Relais<br />
1 Ventilator 2<br />
2 Ventilator 1<br />
3 Startmotor<br />
4 Achterruitverwarming<br />
12 Claxon<br />
20 Motorpomp<br />
21 Koelventilator serieel/<br />
parallel<br />
32 Compressorkoppeling<br />
aircosysteem<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
39 Pomp ruitensproeiers<br />
42 Niet in gebruik<br />
44 Niet in gebruik<br />
45 Mistlampen<br />
48 Koplamp - Grootlicht<br />
49 Dimlicht koplamp<br />
53 Reserve<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
63 Ontsteking<br />
66 Ruitenwisser<br />
67 Aandrijflijn<br />
68 Ruitenwisser voorruit<br />
hoge snelheid<br />
J Cases<br />
6 Ventilator 2<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
441 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 442 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte (alleen <strong>CTS</strong>) (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
7 Ventilator 1<br />
8 Startmotor<br />
9 Verwarming<br />
ruitensproeiers<br />
10 Motor ABS-systeem<br />
13 Reserve<br />
14 Niet in gebruik<br />
15 Reserve<br />
16 Remvacuümpomp<br />
17 Aanjager<br />
18 Achterruitverwarming<br />
37 Reserve<br />
Minizekeringen<br />
11 Reserve<br />
19 ABS-systeem<br />
22 Display<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
23 Reserve<br />
24 Voertuigregeleenheid 1<br />
25 Systeem voor adaptieve<br />
voorverlichting<br />
26 Voertuigregeleenheid 5<br />
27 Voertuigregeleenheid 4<br />
28 Aansteker<br />
29 Vierwielaandrijving<br />
(Indien van toepassing)<br />
30 Transmissieregelmodule<br />
31 Claxon<br />
33 Niet in gebruik<br />
34 Voetgangersbeschermingssysteem<br />
35 Voertuigregeleenheid 3<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
36 Voertuigregeleenheid 2<br />
38 Motorpomp<br />
40 Niet in gebruik<br />
41 Compressorkoppeling<br />
aircosysteem<br />
43 Niet in gebruik<br />
46 Grootlicht koplamp,<br />
links<br />
47 Grootlicht koplamp,<br />
rechts<br />
50 Pomp ruitensproeiers<br />
51 Airbagschakelaar<br />
. . . 442
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 443 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte (alleen <strong>CTS</strong>) (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
52 Elektronische regelmodule;<br />
Transmissieregelmodule;<br />
Instrumentengroep;<br />
PASS-Key ® III+-module<br />
54 PASS-Key ® III+-module;<br />
Regelmodule<br />
carrosserie<br />
55 Motor navigatie<br />
56 Ruitenwisser<br />
57 Dimlicht koplamp,<br />
rechts<br />
58 Dimlicht koplamp, links<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
59 Niet in gebruik<br />
60 Bestuurdersmodule<br />
koplampsproeier<br />
61 Reserve<br />
62 Ontsteking<br />
64 Verlichting stuurwiel<br />
65 Mistlampen voor<br />
69 Voertuigregeleenheid<br />
6; Voertuigregeleenheid<br />
7<br />
70 Emissie 1<br />
71 Even bobines<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
72 Oneven bobines<br />
73 Emissie 2<br />
74 Elektronische<br />
regelmodule<br />
75 Toerentalsensor<br />
handgeschakeld<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
443 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 444 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
6 13<br />
7 14<br />
8 15<br />
9 16<br />
21<br />
22<br />
23<br />
24<br />
25<br />
26<br />
27<br />
28<br />
33 40 43 44<br />
51 61<br />
52 62<br />
34<br />
45 53 63<br />
35<br />
36<br />
46 54 64<br />
67<br />
47 55 65<br />
56<br />
48<br />
66 68<br />
57<br />
69<br />
70<br />
71<br />
72<br />
73<br />
74<br />
75<br />
17<br />
29<br />
49<br />
58<br />
5<br />
10 18<br />
30<br />
37<br />
59<br />
11 19 31 38 41 50 60<br />
12 20 32 39 42<br />
. . . 444
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 445 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte (alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
Stroomonderbrekers<br />
5 Koplampsproeiers<br />
Relais<br />
1 Ventilator 2<br />
2 Ventilator 1<br />
3 Startmotor<br />
4 Achterruitverwarming<br />
12 Claxon<br />
20 Interkoelerpomp<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
21 Koelventilator serieel/<br />
parallel<br />
32 Compressorkoppeling<br />
aircosysteem<br />
39 Pomp ruitensproeiers<br />
42 Niet in gebruik<br />
44 Niet in gebruik<br />
45 Mistlampen<br />
48 Koplamp - Grootlicht<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
49 Dimlicht koplamp<br />
53 Reserve<br />
63 Ontsteking<br />
66 Ruitenwisser<br />
67 Aandrijflijn<br />
68 Ruitenwisser voorruit<br />
hoge snelheid<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
445 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 446 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte (alleen <strong>CTS</strong>-V) (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
J Cases<br />
6 Ventilator 2<br />
7 Ventilator 1<br />
8 Startmotor<br />
9 Verwarming<br />
ruitensproeiers<br />
10 Motor ABS-systeem<br />
13 Reserve<br />
14 Elektrische parkeerrem<br />
15 Reserve<br />
16 Reserve<br />
17 Aanjager<br />
18 Achterruitverwarming<br />
37 Magnetische<br />
stabilisatieregeling/wielophangingsregeling<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
Minizekeringen<br />
11 Reserve<br />
19 ABS-systeem<br />
22 Display<br />
23 Reserve<br />
24 Voertuigregeleenheid 1<br />
25 Systeem voor adaptieve<br />
voorverlichting<br />
26 Voertuigregeleenheid 5<br />
27 Voertuigregeleenheid 4<br />
28 Aansteker<br />
29 Zonnedak<br />
30 Transmissieregelmodule<br />
31 Claxon<br />
33 Niet in gebruik<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
34 Voetgangersbeschermingssysteem<br />
35 Voertuigregeleenheid 3<br />
36 Voertuigregeleenheid 2<br />
38 Interkoelerpomp<br />
40 Niet in gebruik<br />
41 Compressorkoppeling<br />
aircosysteem<br />
43 Niet in gebruik<br />
46 Grootlicht koplamp,<br />
links<br />
47 Grootlicht koplamp,<br />
rechts<br />
50 Pomp ruitensproeiers<br />
51 Airbagschakelaar<br />
. . . 446
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 447 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in de motorruimte (alleen <strong>CTS</strong>-V) (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
52 Elektronische regelmodule;<br />
Transmissieregelmodule;<br />
Instrumentengroep;<br />
PASS-Key ® III+-module<br />
54 PASS-Key ® III+-module;<br />
Regelmodule<br />
carrosserie<br />
55 Motor navigatie<br />
56 Ruitenwisser<br />
57 Dimlicht koplamp,<br />
rechts<br />
58 Dimlicht koplamp, links<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
59 Niet in gebruik<br />
60 Bestuurdersmodule<br />
koplampsproeier<br />
61 Reserve<br />
62 Ontsteking<br />
64 Verlichting stuurwiel<br />
65 Mistlampen voor<br />
69 Voertuigregeleenheid<br />
6; Voertuigregeleenheid<br />
7<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
70 Emissie 1<br />
71 Even bobines<br />
72 Oneven bobines<br />
73 Emissie 2<br />
74 Elektronische<br />
regelmodule<br />
75 Reserve<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
447 . . .
Onderhoud en verzorging<br />
Zekeringenhouder in het<br />
achtercompartiment (alleen<br />
<strong>CTS</strong>)<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
. . . 448<br />
Stroomonderbrekers<br />
1 Elektrisch bediende<br />
stoel linksvoor<br />
31<br />
22<br />
14<br />
32<br />
23<br />
15<br />
33<br />
24<br />
16<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
2 Elektrisch bediende<br />
stoel rechtsvoor<br />
3 Elektrisch bediende<br />
portierramen<br />
4 Elektrisch bediende<br />
stuurkolom<br />
34<br />
25<br />
17<br />
35<br />
26<br />
18<br />
36<br />
27<br />
19<br />
37<br />
28<br />
4<br />
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 448 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
1<br />
2<br />
3<br />
6<br />
7<br />
8<br />
9<br />
5<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
20<br />
38<br />
29<br />
21<br />
30 39<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
32 Raam linksachter<br />
37 Raam rechtsachter<br />
Relais<br />
5 Ontgrendelen van<br />
kofferdeksel<br />
6 Vergrendelen<br />
7 Ontgrendelen<br />
8 Ontgrendeling<br />
brandstofvulklep<br />
9 Mistlampen achter<br />
10 Brandstofpomp<br />
11 Remlichten<br />
12 Lamp rechterpositie<br />
13 Lamp linkerpositie<br />
Minizekeringen<br />
14 Lamp linkerpositie<br />
15 Lamp rechterpositie<br />
16 Portiersloten<br />
17 Brandstofpomp<br />
18 Reserve
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 449 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in het achtercompartiment (alleen <strong>CTS</strong>) (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
19 Remlichten<br />
20 Lamp rechterpositie<br />
21 Zonnedak<br />
22 Mistlampen achter<br />
23 Sensor gereguleerde<br />
spanningsregeling<br />
24 Audio-installatie<br />
25 Airbagsysteem<br />
26 Centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening<br />
(Indien van toepassing);<br />
PASS-Key ® III+module<br />
met<br />
antidiefstalfunctie<br />
27 Luidsprekers audioinstallatie<br />
28 Televisietuner (Indien<br />
van toepassing)<br />
29 Elektronische<br />
regelmodule<br />
30 Magneetklep<br />
ventilatieklep<br />
31 Reserve<br />
33 Ontgrendelen van<br />
kofferdeksel<br />
34 Antidiefstalsysteem<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
449 . . .
Onderhoud en verzorging<br />
Nr.<br />
Zekeringenhouder in het<br />
achtercompartiment (alleen<br />
<strong>CTS</strong>-V)<br />
. . . 450<br />
Beveiligde circuits<br />
35 Stoel met geheugenmodule<br />
1<br />
36 Module<br />
2<br />
passagiersportier<br />
3<br />
38 Aansluitcontact<br />
5<br />
accessoires<br />
6<br />
39 Versterker<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
Stroomonderbrekers<br />
1 Elektrisch bediende<br />
stoel linksvoor<br />
31<br />
22<br />
14<br />
32<br />
23<br />
15<br />
33<br />
24<br />
16<br />
Nr. Beveiligde circuits<br />
2 Elektrisch bediende<br />
stoel rechtsvoor<br />
3 Elektrisch bediende<br />
portierramen<br />
4 Elektrisch bediende<br />
stuurkolom<br />
34<br />
25<br />
17<br />
35<br />
26<br />
18<br />
36<br />
27<br />
4<br />
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 450 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
7<br />
8<br />
9<br />
10<br />
11<br />
12<br />
13<br />
19<br />
37<br />
28<br />
20<br />
38<br />
29<br />
21<br />
30 39<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
32 Raam linksachter<br />
37 Raam rechtsachter<br />
Relais<br />
5 Ontgrendelen van<br />
kofferdeksel<br />
6 Vergrendelen<br />
7 Ontgrendelen<br />
8 Ontgrendeling<br />
brandstofvulklep<br />
9 Mistlampen achter<br />
10 Brandstofpomp<br />
11 Remlichten<br />
12 Lamp rechterpositie<br />
13 Lamp linkerpositie<br />
Minizekeringen<br />
14 Lamp linkerpositie<br />
15 Lamp rechterpositie<br />
16 Portiersloten
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 451 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Zekeringenhouder in het achtercompartiment (alleen <strong>CTS</strong>-V) (vervolg)<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
Nr.<br />
Beveiligde circuits<br />
17 Brandstofpomp<br />
18 Reserve<br />
19 Remlichten<br />
20 Lamp rechterpositie<br />
21 Regelmodule<br />
brandstofsysteem<br />
22 Mistlampen achter<br />
23 Sensor gereguleerde<br />
spanningsregeling<br />
24 Audio-installatie<br />
25 Airbagsysteem<br />
26 Centrale vergrendeling<br />
met afstandsbediening<br />
(Indien van toepassing);<br />
PASS-Key ® III+module<br />
met<br />
antidiefstalfunctie<br />
27 Luidsprekers audioinstallatie<br />
28 Televisietuner (Indien<br />
van toepassing)<br />
29 Elektronische<br />
regelmodule<br />
30 Magneetklep<br />
ventilatieklep<br />
31 Reserve<br />
33 Ontgrendelen van<br />
kofferdeksel<br />
34 Antidiefstalsysteem<br />
35 Stoel met geheugenmodule<br />
36 Module<br />
passagiersportier<br />
38 Aansluitcontact<br />
accessoires<br />
39 Versterker<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
451 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 452 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ GLOEILAMPEN<br />
VERVANGEN<br />
Informeer bij uw dealer voor de<br />
werkwijze bij het vervangen van<br />
gloeilampen die niet in dit hoofdstuk<br />
zijn vermeld.<br />
Het richten van de koplampen is<br />
nodig voor veilig rijden. Ga naar uw<br />
dealer voor onderhoud.<br />
Halogeenlampen<br />
WAARSCHUWING<br />
Halogeen gloeilampen bevatten<br />
onder druk staand gas en kunnen<br />
door een val of krassen barsten. U<br />
en anderen kan dan letsel<br />
worden toegebracht. Volg de<br />
instructies op, die op de verpakking<br />
van de gloeilamp staan.<br />
Hoge ontladingslampen (HID)<br />
(indien van toepassing)<br />
Uw voertuig kan met hoge-ontladingslampen<br />
zijn uitgerust. Als een<br />
gloeilamp van een koplamp is<br />
vervangen, zult u merken dat de<br />
straal iets anders is dan de oorspronkelijke<br />
gloeilamp. Dit is normaal.<br />
WAARSCHUWING<br />
De hoge-ontladingslampen<br />
werken onder zeer hoge spanning.<br />
Probeer de onderdelen van<br />
het systeem niet zelf te repareren.<br />
U kunt ernstig gewond<br />
raken. Neem contact op met uw<br />
dealer voor onderhoud.<br />
Mistlampen voor<br />
1. Trek de duwstiften waarmee de<br />
beschermplaat aan de achterzijde<br />
van het voorste deel van<br />
het dashboard is bevestigd naar<br />
buiten.<br />
De duwstiften bevinden zich iets<br />
voor de voorbanden.<br />
. . . 452
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 453 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
2. Trek de beschermplaat los van<br />
het voertuig zodat u bij de<br />
lampeenheid kunt komen.<br />
3. Reik door de opening om de<br />
stekker uit de oude gloeilamp te<br />
halen.<br />
4. Verwijder de lamphouder uit<br />
het lamphuis.<br />
Draai het gloeilampje een<br />
kwartslag naar links en verwijder<br />
het.<br />
5. Vervang de gloeilamp.<br />
6. Maak de stekker vast aan de<br />
nieuwe gloeilamp.<br />
7. Druk de gloeilampfitting in de<br />
lampbehuizing en draai de fitting<br />
een kwartslag naar rechts.<br />
Zijmarkeringslichten<br />
1. Schuif het voorste deel van de<br />
lampeenheid voorzichtig langs<br />
het spatscherm naar de achterzijde<br />
van het voertuig.<br />
2. Wanneer het lipje bij het voorste<br />
uiteinde van de eenheid loskomt<br />
uit het spatscherm, trekt u<br />
het voorste uiteinde van de<br />
lampeenheid weg van het<br />
spatscherm.<br />
3. Verwijder de lampeenheid uit<br />
het spatscherm.<br />
4. Draai de gloeilampfitting om<br />
deze te verwijderen en vervang<br />
het gloeilampje.<br />
5. Steek de fitting in de lampeenheid<br />
en draai deze vast.<br />
6. Monteer het lichteenheid.<br />
Wanneer u de lampeenheid terugplaatst,<br />
moet u het lipje op<br />
de voorzijde van de lampeenheid<br />
uitlijnen met de voorste<br />
rand van de spatschermopening<br />
en daarna het achterste<br />
deel van de eenheid in de opening<br />
in het spatscherm klikken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
453 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 454 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Kentekenverlichting<br />
1. Druk op het lipje om de kentekenverlichting<br />
te verwijderen.<br />
2. Draai de lampeenheid omlaag<br />
en verwijder deze.<br />
3. Draai de fitting linksom en verwijder<br />
de fitting.<br />
4. Verwijder de gloeilamp vervang<br />
hem door een nieuwe.<br />
Trek de gloeilamp recht uit de<br />
houder.<br />
5. Wanneer u de fitting terugplaatst,<br />
lijn dan de lipjes op de<br />
fitting uit met de lipjes in de<br />
lampeenheid en schuif deze<br />
daarna naar binnen.<br />
Draai de fitting rechtsom om<br />
deze te bevestigen.<br />
6. Monteer het lichteenheid.<br />
Lijn de twee knobbels op de buitenste<br />
rand van de lampbehuizing<br />
uit met de buitenste flens<br />
van de opening in het voertuig.<br />
7. Draai de binnenste zijde van de<br />
lampeenheid omhoog en klik<br />
de eenheid op zijn plaats.<br />
. . . 454
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 455 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ GLOEILAMPENTABEL<br />
Informeer bij uw dealer voor gloeilampen die niet in dit hoofdstuk zijn vermeld.<br />
Kentekenverlichting .......................................................................................................................... W5W LL<br />
Mistlampen voor..................................................................................................................................H11 LL<br />
Zijmarkeringslichten.............................................................................................................................WY5W<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
455 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 456 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ SPECIFICATIES EN INHOUDEN<br />
Specificaties van de onderdelen<br />
V6-motor van 2,8 l<br />
Motorcode ....................................................................................................................................................T<br />
Transmissie ...................................................................................................Automatisch of handgeschakeld<br />
Motorvermogen ................................................................................................................155 kW bij 6800 -1<br />
Motorkoppel ..................................................................................................................... 246 KW bij 3600 -1<br />
Luchtfilter in passagiersruimte.........................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />
Luchtfilter..................................................................................................................... 15875795 1 /A3096C 2<br />
Motoroliefilter ................................................................................................................25177917 1 /PF2129 2<br />
Bougie............................................................................................................................12597464 1 /41-990 2<br />
Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,1 mm<br />
Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 190 Nm<br />
1 GM-onderdeelnummer<br />
2 AC Delco-onderdelennummer<br />
. . . 456
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 457 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Specificaties van de onderdelen (vervolg)<br />
V6-motor van 3,6 l<br />
Motorcode ....................................................................................................................................................7<br />
Transmissie ......................................................................................................................................Automaat<br />
Motorvermogen ................................................................................................................199 kW bij 6400 -1<br />
Motorkoppel ..................................................................................................................... 347 KW bij 3100 -1<br />
Luchtfilter in passagiersruimte.........................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />
Luchtfilter..................................................................................................................... 15875795 1 /A3096C 2<br />
Motoroliefilter ................................................................................................................25177917 1 /PF2129 2<br />
Bougie............................................................................................................................12597464 1 /41-990 2<br />
Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,1 mm<br />
Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 190 Nm<br />
1 GM-onderdeelnummer<br />
2 AC Delco-onderdelennummer<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
457 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 458 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Specificaties van de onderdelen (vervolg)<br />
V6-motor van 3,6 l<br />
Motorcode ....................................................................................................................................................V<br />
Transmissie ...................................................................................................Automatisch of handgeschakeld<br />
Motorvermogen ................................................................................................................229 kW bij 6400 -1<br />
Motorkoppel ..................................................................................................................... 374 KW bij 5200 -1<br />
Luchtfilter in passagiersruimte.........................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />
Luchtfilter..................................................................................................................... 15875795 1 /A3096C 2<br />
Motoroliefilter ................................................................................................................25177917 1 /PF2129 2<br />
Bougie............................................................................................................................12597464 1 /41-990 2<br />
Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,1 mm<br />
Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 190 Nm<br />
1 GM-onderdeelnummer<br />
2 AC Delco-onderdelennummer<br />
. . . 458
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 459 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
Specificaties van de onderdelen (vervolg)<br />
6,2 L V8-motor<br />
Motorcode ....................................................................................................................................................P<br />
Transmissie ...................................................................................................Automatisch of handgeschakeld<br />
Motorvermogen .................................................................................................................415 kW @ 6100 -1<br />
Motorkoppel .......................................................................................................................747 kW @ 3800 -1<br />
Luchtfilter in passagiersruimte.........................................................................................19130403 1 /CF133 2<br />
Luchtfilter..................................................................................................................... 25898499 1 /A3105C 2<br />
Motoroliefilter ....................................................................................................................89017524 1 /PF48 2<br />
Bougie............................................................................................................................12571165 1 /41-104 2<br />
Elektrodenafstand...............................................................................................................................1,0 mm<br />
Aanhaalmoment wielmoeren............................................................................................................ 190 Nm<br />
1 GM-onderdeelnummer<br />
2 AC Delco-onderdelennummer<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
459 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 460 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
Inhouden* (richtwaarden)<br />
Brandstoftank........................................................................................................................................68,1 L<br />
Koelsysteem<br />
2,8L V6 motor....................................................................................................................................11,1 L<br />
3,6L V6 motor<br />
Motorcode 7 ....................................................................................................................................9,7 L<br />
Motorcode V ..................................................................................................................................10,0 L<br />
6,2L V8 motor....................................................................................................................................12,7 L<br />
6.2L V8-motor met interkoeler ............................................................................................................3,0 L<br />
Krukkast (met filter vervangen) ...............................................................................................................5,7 L<br />
Transmissie (Carter verwijderen en vervangen)<br />
Alleen <strong>CTS</strong><br />
Automaat .........................................................................................................................................6,3 L<br />
Handmatig .......................................................................................................................................1,8 L<br />
Alleen <strong>CTS</strong>-V<br />
Automaat .........................................................................................................................................6,3 L<br />
Handmatig .......................................................................................................................................3,8 L<br />
Airconditioningkoelmiddel (R-134a) ........................................................................................................‡ kg<br />
*Alle vloeistofpeilen na het vullen controleren.<br />
‡ Zie voor de hoeveelheid koelvloeistof van het airconditioningssysteem het waarschuwingslabel voor de<br />
koelvloeistof onder de motorkap. Ga voor meer informatie naar uw dealer.<br />
Zie "Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen" voor meer informatie.<br />
. . . 460
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 461 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
■ BRANDSTOFVERBRUIK EN EMISSIEGEGEVENS<br />
2,8 l motor<br />
Motorcode .........................................................................................................................................................T<br />
Brandstofverbruik<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
Stadsverkeer..........................................................................................................................17,7 l/100 km<br />
Snelweg .................................................................................................................................. 8,4 l/100 km<br />
Gecombineerd......................................................................................................................11,8 l/100 km<br />
Automatische transmissie<br />
Stadsverkeer..........................................................................................................................16,8 l/100 km<br />
Snelweg .................................................................................................................................. 7,7 l/100 km<br />
Gecombineerd......................................................................................................................11,0 l/100 km<br />
Uitstoot van CO 2<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
Stadsverkeer (werkelijk)................................................................................................................419 g/km<br />
Snelweg (werkelijk) ......................................................................................................................201 g/km<br />
Gecombineerd (gewogen) ..........................................................................................................281 g/km<br />
Automatische transmissie<br />
Stadsverkeer (werkelijk)................................................................................................................399 g/km<br />
Snelweg (werkelijk) ......................................................................................................................184 g/km<br />
Gecombineerd (gewogen) ..........................................................................................................263 g/km<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
461 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 462 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
3,6 l motor<br />
Motorcode .........................................................................................................................................................7<br />
Brandstofverbruik<br />
Automatische transmissie<br />
Stadsverkeer..........................................................................................................................16,1 l/100 km<br />
Snelweg .................................................................................................................................. 8,0 l/100 km<br />
Gecombineerd......................................................................................................................10,9 l/100 km<br />
Uitstoot van CO 2<br />
Automatische transmissie<br />
Stadsverkeer (werkelijk)................................................................................................................380 g/km<br />
Snelweg (werkelijk) ......................................................................................................................190 g/km<br />
Gecombineerd (gewogen) ..........................................................................................................260 g/km<br />
. . . 462
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 463 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
3,6 l motor<br />
Motorcode .........................................................................................................................................................V<br />
Brandstofverbruik<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
Stadsverkeer..........................................................................................................................18,1 l/100 km<br />
Snelweg .................................................................................................................................. 8,4 l/100 km<br />
Gecombineerd......................................................................................................................12,0 l/100 km<br />
Automatische transmissie<br />
Achterwielaandrijving<br />
Stadsverkeer ......................................................................................................................16,6 l/100 km<br />
Snelweg............................................................................................................................... 7,9 l/100 km<br />
Gecombineerd ..................................................................................................................11,1 l/100 km<br />
Automatische transmissie<br />
Allwheel-aandrijving<br />
Stadsverkeer ......................................................................................................................16,8 l/100 km<br />
Snelweg............................................................................................................................... 8,0 l/100 km<br />
Gecombineerd ..................................................................................................................11,2 l/100 km<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
463 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 464 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
3,6 l motor (vervolg)<br />
Uitstoot van CO 2<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
Stadsverkeer (werkelijk)................................................................................................................429 g/km<br />
Snelweg (werkelijk) ......................................................................................................................199 g/km<br />
Gecombineerd (gewogen) ..........................................................................................................285 g/km<br />
Automatische transmissie<br />
Achterwielaandrijving<br />
Stadsverkeer (werkelijk) ............................................................................................................395 g/km<br />
Snelweg (werkelijk)...................................................................................................................188 g/km<br />
Gecombineerd (gewogen).......................................................................................................264 g/km<br />
Automatische transmissie<br />
Allwheel-aandrijving<br />
Stadsverkeer (werkelijk) ............................................................................................................398 g/km<br />
Snelweg (werkelijk)...................................................................................................................191 g/km<br />
Gecombineerd (gewogen).......................................................................................................267 g/km<br />
. . . 464
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 465 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 4<br />
6.2 L-motor<br />
Motorcode .........................................................................................................................................................P<br />
Brandstofverbruik<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
Stadsverkeer.................................................................. Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Snelweg ........................................................................ Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Gecombineerd.............................................................. Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Automatische transmissie<br />
Stadsverkeer.................................................................. Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Snelweg ........................................................................ Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Gecombineerd.............................................................. Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Uitstoot van CO 2<br />
Handgeschakelde versnellingsbak<br />
Stadsverkeer (werkelijk)................................................. Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Snelweg (werkelijk) ....................................................... Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Gecombineerd (gewogen) ........................................... Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Automatische transmissie<br />
Stadsverkeer (werkelijk)................................................. Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Snelweg (werkelijk) ....................................................... Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
Gecombineerd (gewogen) ........................................... Informatie niet beschikbaar bij het ter perse gaan.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
465 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 466 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Onderhoud en verzorging<br />
■ ZORG VOOR DE<br />
BUITENKANT<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg dat de riem van de veiligheidsgordel<br />
niet wordt vervuild<br />
met poetsmiddel, olie, chemicalieen<br />
en vooral accuzuur. U kunt de<br />
riem reinigen met een milde<br />
zeep en water. De gordel moet<br />
worden vervangen als de riem<br />
rafelig, vuil of beschadigd is.<br />
General Motors heeft producten<br />
voor onderhoud van de buitenkant<br />
en zorg voor uw voertuig.<br />
Neem contact op met uw dealer als<br />
u nadere informatie wenst.<br />
. . . 466
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 467 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
––––<br />
–<br />
5<br />
Werk<br />
zaa<br />
mhe<br />
den<br />
in<br />
noo<br />
dgevallen<br />
Starten met een hulpaccu..................................468<br />
Slepen van de auto.............................................472<br />
Oververhitting van de motor ............................473<br />
Koelvloeistof controleren en bijvullen ................475<br />
Koelvloeistof van interkoelersysteem<br />
controleren en bijvullen (alleen <strong>CTS</strong>-V).............479<br />
Lekke band..........................................................481<br />
Lekke band verwisselen<br />
(alleen <strong>CTS</strong>) ......................................................481<br />
Wielsloten ..........................................................482<br />
Krik en reservewiel verwijderen..........................483<br />
Wiel verwisselen.................................................484<br />
Banden en krikuitrusting opbergen ...................489<br />
Compact reservewiel ........................................491<br />
Reparatieset met bandafdichtmiddel en<br />
compressor (alleen <strong>CTS</strong>-V) ................................492<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel en<br />
compressor verwijderen ...................................496<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel en<br />
compressor gebruiken ......................................497<br />
De luchtcompressor zonder afdichtmiddel<br />
gebruiken .........................................................502<br />
De bus afdichtmiddel loshalen en<br />
terugplaatsen....................................................505<br />
Hoofdstuk 5 - Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Als uw voertuig vast komt te zitten ................. 508<br />
Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ...... 509<br />
Sleepogen ......................................................... 509<br />
Wanneer u uw voertuig niet met de<br />
afstandsbediening kunt starten ...................... 510<br />
Gegevensverzameling en<br />
gegevensrecorders voor gebeurtenissen ....... 510<br />
467 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 468 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
■ STARTEN MET EEN<br />
HULPACCU<br />
Als de accu in het voertuig ontladen<br />
is kunnen een ander voertuig en<br />
hulpstartkabels worden gebruikt om<br />
de motor te starten.<br />
Het andere voertuig moet over een<br />
12 V-accu met een negatieve massa<br />
beschikken.<br />
OPMERKING<br />
Als het andere voertuig niet over<br />
een 12 V-accu met een negatieve<br />
massa beschikt, kunnen beide<br />
voertuigen beschadigd raken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Accu's bevatten zuur dat brandwonden<br />
kan veroorzaken en gas<br />
dat kan exploderen. Handel<br />
uiterst voorzichtig om ernstig<br />
letsel te voorkomen. Zie het<br />
hoofdstuk "Gebruik van dit<br />
instructieboekje" voor aanwijzingen<br />
hoe veilig nabij de accu kan<br />
worden gewerkt.<br />
Zorg er voor dat geen accuzuur<br />
met de huid in aanraking kan<br />
komen. Mocht u accuzuur in uw<br />
ogen of op uw huid krijgen, spoel<br />
de plek dan met water en consulteer<br />
onmiddellijk een arts.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruik nabij een accu nooit lucifers<br />
of open vuur. Gebruik een<br />
zaklantaarn als u moet bijlichten.<br />
WAARSCHUWING<br />
Nieuwe GM-auto's zijn altijd<br />
voorzien van een onderhoudsvrije<br />
accu. Wanneer echter toch<br />
een ander type accu met celdoppen<br />
gemonteerd is, controleer<br />
dan of de cellen voldoende vloeistof<br />
bevatten. Vul bij met water<br />
als het niveau laag staat, zodat er<br />
geen explosieve gassen aanwezig<br />
kunnen zijn.<br />
OPMERKING<br />
De motor zal niet starten door de<br />
auto aan te duwen of te slepen;<br />
hierdoor kan de auto zelfs<br />
worden beschadigd.<br />
. . . 468
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 469 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Verricht de volgende handelingen<br />
om uw auto met een hulpaccu te<br />
starten:<br />
OPMERKING<br />
Als deze aanwijzingen niet<br />
worden opgevolgd, kan ernstige<br />
schade aan uw auto tot gevolg<br />
hebben.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
1. Plaats de auto's voldoende<br />
dicht bij elkaar om de hulpstartkabels<br />
te kunnen aansluiten. De<br />
auto's mogen elkaar niet raken.<br />
WAARSCHUWING<br />
Voorkom dat de voertuigen gaan<br />
rijden als u een voertuig probeert<br />
te starten met een hulpaccu door<br />
de parkeerrem van beide voertuigen<br />
in te schakelen.<br />
Kies de stand P (parkeren) bij een<br />
voertuig met automatische transmissie<br />
en zet een handgeschakelde<br />
transmissie in N(neutraal)<br />
voordat u de parkeerrem<br />
aantrekt.<br />
2. Zet van beide auto's het contact<br />
uit. Zet de radio's af en schakel<br />
alle lampen uit die niet nodig<br />
zijn.<br />
OPMERKING<br />
Een ingeschakelde radio of andere<br />
accessoires kunnen ernstig<br />
worden beschadigd.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Verwijder alle accessoires die<br />
eventueel zijn aangesloten op<br />
de aansluiting van de aansteker<br />
of die voor elektrische<br />
accessoires.<br />
–<br />
–<br />
469 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 470 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
3. Open nu de motorkappen en<br />
zoek de positieve (+) en de<br />
negatieve (-) accupool op.<br />
WAARSCHUWING<br />
De koelventilator kan zelfs bij stilstaande<br />
motor worden ingeschakeld.<br />
Neem de nodige zorg in<br />
acht nabij een elektrische ventilator<br />
in de motorruimte.<br />
WAARSCHUWING<br />
Ventilatoren of andere bewegende<br />
motoronderdelen kunnen<br />
ernstig letsel veroorzaken. Houdt<br />
uw handen uit de buurt van<br />
bewegende onderdelen, zodra<br />
de motor draait.<br />
Uw auto heeft positieve (+) en<br />
negatieve (-) externe accuklem.<br />
De externe negatieve (-) accuklem<br />
bevindt zich achter de zekeringenhouder<br />
in de<br />
motorruimte.<br />
De externe positieve (+) accuklem<br />
bevindt zich aan de zijde<br />
van de zekeringenhouder in de<br />
motorruimte.<br />
Maak steeds gebruik van de positieve<br />
en negatieve accuklemmen<br />
op afstand in plaats van de<br />
accuklemmen op de accu van<br />
de auto.<br />
WAARSCHUWING<br />
Controleer dat de hulpstartkabels<br />
geen losse of ontbrekende isolatie<br />
hebben. Indien deze kabels<br />
zijn beschadigd, kunt u een elektrische<br />
schok oplopen en worden<br />
de auto's mogelijk beschadigd.<br />
. . . 470
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 471 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
OPMERKING<br />
Sluit positief (+) niet aan op<br />
negatief (-), hierdoor veroorzaakt<br />
u kortsluiting die de accu en<br />
mogelijk andere delen kan<br />
beschadigen.<br />
Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />
aan op de negatieve (-) pool van<br />
de ontladen accu, omdat hierdoor<br />
vonken kunnen ontstaan.<br />
7<br />
6 5<br />
4. Sluit de positieve (+) (rode)<br />
kabel aan op de positieve (+)<br />
pool van de ontladen accu.<br />
Gebruik de speciale, op afstand<br />
van de accu gemonteerde startaansluiting<br />
(+) indien uw auto<br />
hiermee is uitgerust.<br />
5. Laat het andere uiteinde niet in<br />
aanraking komen met metaal<br />
en sluit hem dan aan op de<br />
positieve klem (+) van een goed<br />
geladen accu.<br />
Gebruik de speciale, op afstand<br />
van de accu gemonteerde startaansluiting<br />
(+) indien uw auto<br />
hiermee is uitgerust.<br />
4<br />
6. Neem nu de negatieve (-)<br />
(zwarte) kabel. Sluit hem eerst<br />
aan op de negatieve (-) pool<br />
van de geladen accu. Gebruik<br />
de op afstand van de accu aanwezige<br />
accuklem (-) indien uw<br />
auto hiermee is uitgerust. Laat<br />
het andere einde nog niet met<br />
metaal in aanraking komen.<br />
OPMERKING<br />
Sluit de negatieve kabel niet aan<br />
op de elektronische regeleenheid,<br />
de bevestigingsbeugel van de elektronische<br />
regeleenheid of de<br />
kabels die aan de elektronische<br />
regeleenheid zijn aangesloten.<br />
Anders kan de motorcontroleeenheid<br />
worden beschadigd.<br />
Maak steeds gebruik van de externe<br />
negatieve accuklem in plaats<br />
van de accuklem op de accu van<br />
uw voertuig.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Sluit de negatieve (-) kabel niet<br />
aan op de negatieve (-) pool van<br />
de ontladen accu, omdat hierdoor<br />
vonken kunnen ontstaan.<br />
–<br />
–<br />
471 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 472 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
7. Bevestig het andere eind van de<br />
negatieve kabel op een zwaar<br />
metalen onderdeel op de<br />
motor van het voertuig met de<br />
ontladen accu of op een<br />
externe negatieve (-) accuklem<br />
indien het voertuig hiermee is<br />
uitgerust.<br />
De kabel moet op een afstand<br />
van tenminste 45 cm van de<br />
ontladen accu worden aangesloten,<br />
maar niet in de omgeving<br />
van bewegende<br />
motoronderdelen.<br />
8. Start de motor van de auto met<br />
de geladen accu. Laat de motor<br />
even draaien.<br />
9. Probeer de motor van het<br />
andere voertuig te starten.<br />
Als de motor na een aantal startpogingen<br />
niet kon worden gestart,<br />
kan onderhoud nodig zijn.<br />
10. Verwijder de startkabels in<br />
omgekeerde volgorde om kortsluiting<br />
te voorkomen.<br />
. . . 472<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de startkabels onjuist<br />
worden aangesloten of ontkoppeld,<br />
kan hierdoor kortsluiting<br />
ontstaan waardoor uw voertuig<br />
beschadigd kan raken. Zorg om<br />
kortsluiting te voorkomen dat de<br />
kabels niet met elkaar of andere<br />
metalen delen in aanraking<br />
komen.<br />
De reparaties worden niet gedekt<br />
door uw garantie.<br />
OPMERKING<br />
Na een stroomonderbreking, zoals<br />
het loskoppelen van de accu of het<br />
verwijderen van de maxizekeringen<br />
in de zekeringenhouder, moet<br />
de elektronische gasklepbediening<br />
worden gekalibreerd. Als dit niet<br />
wordt gedaan, zal de motor niet<br />
goed draaien.<br />
Zie "Accu" in hoofdstuk 4 voor<br />
informatie over het kalibreren van<br />
de elektronische<br />
gasklepbediening.<br />
■ SLEPEN VAN DE AUTO<br />
Neem contact op met uw dealer of<br />
een erkend sleepbedrijf als uw auto<br />
gesleept moet worden.<br />
Zie tevens "Rijden met recreatieve<br />
voertuigen" in hoofdstuk 3.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de portieren vergrendeld<br />
zijn met het alarmsysteem,<br />
dan wordt het alarm geactiveerd<br />
als de auto tijdens het wegslepen<br />
schuin komt te staan.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 473 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
■ OVERVERHITTING VAN<br />
DE MOTOR<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom van een oververhitte<br />
motor kan ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Blijf bij de<br />
motor vandaan wanneer u<br />
stoom hoort of ziet ontsnappen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Door een oververhitte motor te<br />
laten draaien, zelfs gedurende<br />
korte tijd, kan brand ontstaan<br />
met de mogelijkheid van<br />
verwondingen en/of ernstig<br />
lichamelijk letsel.<br />
Uiteindelijk kunnen kostbare<br />
reparaties nodig zijn die niet door<br />
de garantie worden gedekt.<br />
Zie onder "Bescherming tegen<br />
oververhitting" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
De meter voor de motorkoelvloeistoftemperatuur<br />
geeft de temperatuur<br />
van de motorkoelvloeistof aan.<br />
Wanneer de naald de bovenzijde<br />
van de meter bereikt, wordt de<br />
motor te heet!<br />
In het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan een oververhittingsmelding<br />
verschijnen.<br />
Raadpleeg voor meer informatie<br />
"Informatiecentrum voor de<br />
bestuurder" in hoofdstuk 1.<br />
Indien u ziet of hoort dat er stoom<br />
uit de motor komt, moet u onmiddellijk<br />
stoppen en de motor afzetten.<br />
Open de motorkap niet voordat<br />
de motor is afgekoeld.<br />
Als de controlelamp gaat branden<br />
zonder dat stoom zichtbaar is:<br />
1. Schakel de airconditioning uit<br />
en zet de verwarming aan<br />
(hoogste aanjagersnelheid).<br />
2. Raakt u in een file, plaats dan<br />
zodra u stilstaat de keuzehendel<br />
in de stand N (neutraal).<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
473 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 474 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Wanneer de waarschuwingslamp<br />
blijft branden of wanneer de temperatuurmeter<br />
nog steeds een te hoge<br />
koelwatertemperatuur aangeeft,<br />
parkeer het voertuig dan onmiddellijk<br />
aan de kant van de weg en zet de<br />
motor uit.<br />
Als er nog steeds geen stoom zichtbaar<br />
is, laat de motor dan gedurende<br />
ca. 3 minuten stationair draaien.<br />
Als de controlelamp blijft branden,<br />
zet u de motor uit en laat u meteen<br />
iedereen uit de auto stappen.<br />
Zie onder "Bescherming tegen oververhitting"<br />
verderop in dit hoofdstuk<br />
voor meer informatie.<br />
. . . 474<br />
WAARSCHUWING<br />
De elektrische ventilator kan ook<br />
in werking komen wanneer de<br />
motor niet loopt. Kom daarom<br />
niet te dicht in de buurt van de<br />
ventilator.<br />
Indien de koelvloeistof in de expansietank<br />
heeft gekookt, draai dan de<br />
dop niet los. Wacht tot de koelvloeistof<br />
is afgekoeld.<br />
De auto moet op een vlakke ondergrond<br />
worden geplaatst.<br />
Wanneer de motorruimte warm is,<br />
moet het peil op of boven de markering<br />
FROID/FULL COLD staan.<br />
Wanneer de motor koud is, moet<br />
het peil bij de markering FROID/<br />
FULL COLD staan.<br />
Als het peil van de koelvloeistof laag<br />
is, kan er een lek in het koelsysteem<br />
zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
Motoronderdelen kunnen zeer<br />
heet zijn. Raak deze niet aan.<br />
WAARSCHUWING<br />
Laat de motor niet lopen indien<br />
er lekkage is. Alle koelvloeistof<br />
kan naar buiten lekken en motorbrand<br />
veroorzaken. U zou brandwonden<br />
kunnen oplopen.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de motor zonder koelvloeistof<br />
draait, kan dit ernstige<br />
schade aan de motor tot gevolg<br />
hebben, die niet onder de garantie<br />
valt.<br />
Zie onder "Bescherming tegen<br />
oververhitting" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie.<br />
Wanneer koelvloeistof uit de motor of<br />
de radiator lekt, moet de oorzaak hiervan<br />
onmiddellijk worden verholpen.<br />
Wanneer er geen koelvloeistof lekt en<br />
het temperatuurlampje voor de<br />
motorkoelvloeistof brandt, dan<br />
moeten de koelventilators in werking<br />
zijn. Zoniet, dan moeten de ventilators<br />
voor onderhoud naar de dealer.
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 475 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Bescherming tegen<br />
oververhitting<br />
Als de waarschuwing tegen oververhitting<br />
aanhoudt, schakelt de motor<br />
over op een programma waarbij de<br />
verbranding beurtelings in cilindergroepen<br />
plaatsvindt, om zo motorschade<br />
te beperken en u in staat te<br />
stellen met de auto naar het dichtstbijzijnde<br />
servicecentrum te rijden. U<br />
zult wel een aanzienlijk verlies in<br />
motorprestaties opmerken.<br />
Voorkom het rijden van lange<br />
afstanden en/of het rijden met een<br />
aanhanger wanneer in deze stand<br />
wordt gereden.<br />
OPMERKING<br />
Koelvloeistof controleren en<br />
bijvullen<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
WAARSCHUWING<br />
•Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. De motor<br />
kan in brand vliegen en u of<br />
anderen verwonden.<br />
Onder sommige omstandigheden<br />
is ethyleenglycol in koelvloeistof<br />
ontvlambaar. Voorkom<br />
brandwonden en zorg dat nooit<br />
koelvloeistof wordt gemorst op<br />
het uitlaatsysteem of op hete<br />
motoronderdelen. Als u twijfelt,<br />
laat het bijvullen dan uitvoeren<br />
door een vakkundig<br />
automecanicien.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
Nadat u met deze functie heeft<br />
gereden, moet u de motor laten<br />
afkoelen alvorens reparaties uit te<br />
voeren. Repareer dan de oorzaak<br />
van het koelvloeistofverlies,<br />
ververs de olie.<br />
–<br />
–<br />
475 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 476 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
OPMERKING<br />
Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. Wanneer u dit<br />
wel doet, kan voortijdige corrosie<br />
ontstaan en de koelvloeistof<br />
moet dan vaker worden ververst.<br />
Schade veroorzaakt doordat niet<br />
de aanbevolen koelvloeistof is<br />
gebruikt, wordt niet gedekt door<br />
de garantie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het kan gevaar opleveren indien<br />
alleen water of andere vloeistof<br />
dan de aanbevolen koelvloeistof<br />
wordt toegevoegd. De motor<br />
kan oververhit raken, maar de<br />
waarschuwingslamp gaat niet<br />
branden. De motor kan in brand<br />
vliegen en u of anderen<br />
verwonden.<br />
OPMERKING<br />
Als er teveel water in het koelvloeistofmengsel<br />
is, kan de vloeistof<br />
bevriezen en de motor en<br />
andere auto-onderdelen laten<br />
barsten.<br />
Het controleren van het koelvloeistofpeil<br />
kan plaatsvinden op de<br />
doorzichtige expansietank zonder<br />
de dop te verwijderen.<br />
Wanneer de motorruimte warm is,<br />
moet het peil op of boven de markering<br />
FROID/FULL COLD staan.<br />
Wanneer de motor koud is, moet<br />
het peil bij de markering FROID/<br />
FULL COLD staan.<br />
. . . 476
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 477 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Als koelvloeistof zichtbaar is in het<br />
expansietank:<br />
Wanneer er koelvloeistof zichtbaar is<br />
in het reservoir, maar het peil niet<br />
tot de markering FROID/FULL<br />
COLD komt, wacht dan tot de<br />
motor is afgekoeld en voeg vervolgens<br />
een 50/50-mengsel van<br />
schoon water en DEX-COOL ® toe<br />
aan de expansietank. Zie "Koelvloeistof"<br />
in het hoofdstuk "Onderhoud<br />
en verzorging".<br />
Als er geen koelvloeistof zichtbaar<br />
is in de expansietank:<br />
Voeg een 50/50 mengsel van<br />
schoon water en DEX-COOL ® -koelvloeistof<br />
toe aan de expansietank.<br />
Zie onder "Koelvloeistof" in het<br />
hoofdstuk "Onderhoud en<br />
verzorging".<br />
Vul koelvloeistof op de volgende<br />
manier bij:<br />
1. De auto moet op een vlakke<br />
ondergrond worden geplaatst.<br />
2. Om de dop te verwijderen wanneer<br />
het koelsysteem is afgekoeld,<br />
moet u de dop langzaam<br />
een kwartslag linksom draaien<br />
tegen de aanslag.<br />
Indien u een sissend geluid<br />
hoort, moet u wachten tot dat<br />
niet meer hoorbaar is. Het sissende<br />
geluid betekent dat het<br />
systeem nog steeds onder druk<br />
staat. Verwijder vervolgens de<br />
dop.<br />
3. Vul het koelvloeistofreservoir<br />
met het juiste mengsel bij tot<br />
aan de markering FROID/FULL<br />
COLD.<br />
OPMERKING<br />
Dit voertuig heeft een specifieke<br />
vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />
Wanneer u deze procedure<br />
niet volgt, dan kan de motor<br />
oververhit raken en ernstig<br />
beschadigd raken.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
477 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 478 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
4. Start de motor en laat hem<br />
lopen tot de bovenste radiatorslang<br />
heet aanvoelt (let op de<br />
ventilatoren). De vloeistofspiegel<br />
in de koelvloeistoftank zal<br />
nu iets zijn gedaald.<br />
WAARSCHUWING<br />
De elektrische ventilator kan ook<br />
in werking komen wanneer de<br />
motor niet loopt. Kom daarom<br />
niet te dicht in de buurt van de<br />
ventilator.<br />
5. Giet meer koelvloeistof in de<br />
juiste mengverhouding in de<br />
expansietank tot het peil bij de<br />
markering FROID/FULL COLD<br />
staat.<br />
6. Breng de dop weer aan. Zet de<br />
dop stevig vast.<br />
OPMERKING<br />
De expansietankdop is een dop<br />
met een drukventiel en moet<br />
stevig worden vastgedraaid om<br />
verlies van koelvloeistof en<br />
mogelijke motorschade door<br />
oververhitting te voorkomen.<br />
Controleer dat de dop handvast<br />
is aangedraaid en volledig<br />
aansluit.<br />
De volgende keer dat u uw voertuig<br />
gebruikt, moet u het peil in de<br />
expansietank van de koelvloeistof<br />
controleren voordat u de motor<br />
start.<br />
Het peil moet gelijkstaan met het<br />
juiste merkteken op het reservoir.<br />
. . . 478
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 479 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Koelvloeistof van interkoelersysteem<br />
controleren en bijvullen<br />
(alleen <strong>CTS</strong>-V)<br />
OPMERKING<br />
Het interkoelersysteem op de<br />
6.2l V8-motor heeft een specifieke<br />
vulprocedure voor de koelvloeistof.<br />
Wanneer u zich niet aan<br />
deze procedure houdt, dan kan<br />
de motor oververhitten waardoor<br />
de motor ernstig beschadigd<br />
kan raken.<br />
Zet het contact af en laat de motorruimte<br />
afkoelen.<br />
Het reservoir voor de koelvloeistof<br />
van de interkoeler bevindt zich in de<br />
motorruimte aan de passagierszijde<br />
van het voertuig.<br />
Wanneer er koelvloeistof zichtbaar<br />
is, maar het peil niet tot de markering<br />
COLD FILL (koud vullen) komt,<br />
wacht dan tot de motor is afgekoeld<br />
en voeg vervolgens een 50/50-<br />
mengsel van schoon drinkwater en<br />
DEX-COOL ® toe aan de koelvloeistoftank.<br />
Zie "Motorkoelvloeistof" in<br />
het hoofdstuk "Onderhoud en<br />
verzorging".<br />
Wanneer de motorruimte warm of<br />
heet is, moet het koelvloeistofpeil<br />
boven de lijn COLD FILL (koud<br />
vullen) op de zijkant van het reservoir<br />
van de koelvloeistof staan.<br />
Wanneer de motor koud is, dan<br />
moet het koelvloeistofpeil bij de lijn<br />
COLD FILL (koud vullen) op de<br />
zijkant van het koelvloeistofreservoir<br />
staan. Wanneer dit niet het geval is,<br />
zit er misschien een lek in het<br />
koelsysteem.<br />
WAARSCHUWING<br />
Stoom en hete vloeistof kunnen<br />
uit een heet koelsysteem naar<br />
buiten spuiten en ernstige brandwonden<br />
veroorzaken. Draai de<br />
dop niet los wanneer de motor<br />
en het koelsysteem heet zijn.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
479 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 480 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
WAARSCHUWING<br />
•Vervang het correcte koelvloeistofmengsel<br />
niet door andere<br />
typen vloeistoffen. De motor<br />
kan in brand vliegen en u of<br />
anderen verwonden.<br />
• Mors geen koelvloeistof op<br />
hete motoronderdelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
De elektrische ventilator kan ook<br />
in werking komen wanneer de<br />
motor niet loopt. Kom daarom<br />
niet te dicht in de buurt van de<br />
ventilator.<br />
Zo vult u koelvloeistof bij in het<br />
interkoelersysteem:<br />
De auto moet op een vlakke ondergrond<br />
worden geplaatst.<br />
1. Om de dop te verwijderen wanneer<br />
het koelsysteem is afgekoeld,<br />
moet u de dop langzaam<br />
een kwartslag linksom draaien<br />
tegen de aanslag.<br />
Indien u een sissend geluid<br />
hoort, moet u wachten tot dat<br />
niet meer hoorbaar is. Het sissende<br />
geluid betekent dat het<br />
systeem nog steeds onder druk<br />
staat. Verwijder vervolgens de<br />
dop.<br />
2. Voeg het juiste koelvloeistofmengsel<br />
bij tot het niveau bij de<br />
peilstreep voor COLD FILL<br />
(koud vullen) op de vulpijp.<br />
3. Als de drukdop van het interkoelersysteem<br />
is verwijderd,<br />
start u de motor en laat u deze<br />
enkele minuten draaien.<br />
4. Zet de motor af.<br />
Het koelvloeistofniveau in de<br />
vulpijp kan dan lager zijn.<br />
5. Wanneer het niveau daalt en er<br />
geen koelvloeistof is te zien in<br />
het horizontale slanggedeelte<br />
van de vulpijp, voeg dan met<br />
de motor uitgeschakeld meer<br />
koelvloeistofmengsel toe totdat<br />
het niveau weer zichtbaar is in<br />
het horizontale slanggedeelte.<br />
6. Schroef de dop weer vast.<br />
. . . 480
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 481 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
OPMERKING<br />
De dop van het interkoelersysteem<br />
heeft een drukventiel en<br />
moet stevig worden vastgedraaid<br />
om lekken van koelvloeistof<br />
en mogelijke motorschade<br />
door oververhitting te voorkomen.<br />
Controleer of de dop handvast<br />
is aangedraaid en volledig<br />
aansluit. Wanneer het koelvloeistofpeil<br />
niet juist is als het<br />
systeem is afgekoeld, moet u<br />
contact opnemen met uw dealer.<br />
■ LEKKE BAND<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-V is,<br />
dan is uw voertuig niet voorzien van<br />
een reservewiel of krikuitrusting.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor.<br />
Zie "Reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor" verderop in<br />
dit hoofdstuk.<br />
LEKKE BAND VERWISSELEN<br />
(ALLEEN <strong>CTS</strong>)<br />
WAARSCHUWING<br />
• Het uivoeren van onderhoud of<br />
reparaties onder een opgekrikte<br />
auto is gevaarlijk zonder<br />
de vereiste veiligheidsapparatuur<br />
en opleiding.<br />
De bij uw auto geleverde krik is<br />
alleen bedoeld voor het vervangen<br />
van een lekke band en mag<br />
alleen voor dat doel gebruikt<br />
worden.<br />
Als de krik voor iets anders wordt<br />
gebruikt, dan kunnen u of anderen<br />
ernstig gewond raken of<br />
gedood worden als de auto van<br />
de krik af glijdt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
481 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 482 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Voorkom verdere beschadiging aan<br />
de band en het wiel door uiterst<br />
langzaam naar een vlakke parkeerplaats<br />
te rijden waar u het wiel kunt<br />
verwisselen. Schakel de waarschuwingsknipperlichten<br />
in.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het verwisselen van een wiel is<br />
niet zonder gevaar. De auto kan<br />
van de krik glijden en zo uzelf of<br />
andere mensen verwonden.<br />
WAARSCHUWING<br />
Zorg dat de auto bij het verwisselen<br />
van het wiel niet kan<br />
bewegen:<br />
• Parkeer op vlakke grond.<br />
•Trek de parkeerrem aan.<br />
• Plaats de keuzehendel in de<br />
stand P (parkeren) of schakel<br />
bij voertuigen met een handgeschakelde<br />
transmissie de eerste<br />
versnelling 1 of de achteruit<br />
R in.<br />
• Zet de motor af.<br />
• Alle passagiers moeten het<br />
voertuig verlaten voordat het<br />
voertuig omhoog wordt<br />
gekrikt.<br />
• Plaats blokken voor en achter<br />
het wiel dat zich schuin tegenover<br />
het te verwisselen wiel<br />
bevindt.<br />
Wielsloten<br />
Wanneer een wiel moet worden<br />
verwijderd, gebruik dan de antidiefstaldopsleutel.<br />
Zie "Wielsloten" onder "Banden" in<br />
hoofdstuk 4.<br />
. . . 482
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 483 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
A<br />
B<br />
C<br />
3. Verwijder het compacte reservewiel<br />
.<br />
Leg het compacte reservewiel<br />
op de grond bij de lekke band.<br />
4. Verwijder de krik , de wielmoersleutel<br />
en het verlengstuk<br />
.<br />
–<br />
D<br />
–<br />
E<br />
–<br />
Krik en reservewiel<br />
verwijderen<br />
1. Verwijder de afdekking van het<br />
reservewiel.<br />
2. Draai de vleugelmoer <br />
linksom en verwijder deze.<br />
–<br />
–<br />
483 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 484 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Wiel verwisselen<br />
1. Draai de wielmoersleutel<br />
linksom om de wielmoeren los<br />
te halen.<br />
Draai de wielmoeren los, maar<br />
verwijder ze nog niet.<br />
Voorkom dat u de wielmoersleutel<br />
verwijdert terwijl u de<br />
moeren loshaal door de handgreep<br />
van de wielmoersleutel<br />
180° te draaien en daarna de<br />
handgreep weer in de beginstand<br />
te zetten.<br />
2. Zoek het kriksteunpunt dat zich<br />
het dichtst bij het te vervangen<br />
wiel bevindt.<br />
Op de kunststof lijst staan pijlen<br />
die naar inkepingen wijzen, zodat<br />
u de kriksteunpunten gemakkelijker<br />
kunt vinden.<br />
3. Plaats de krik onder het kriksteunpunt<br />
dat zich het dichtst<br />
bij het te vervangen wiel<br />
bevindt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het is gevaarlijk onder de auto te<br />
werken wanneer deze is opgekrikt.<br />
U kunt zwaar gewond<br />
raken of zelfs omkomen,<br />
wanneer de auto van de krik valt.<br />
Werk nooit onder een auto die<br />
alleen wordt ondersteund door<br />
een krik.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer uw voertuig wordt<br />
opgekrikt terwijl de krik niet goed<br />
is geplaatst, kan de auto worden<br />
beschadigd of kan het voertuig<br />
van de krik vallen. Om persoonlijk<br />
letsel en beschadiging van de<br />
auto te voorkomen moet de krikkop<br />
op de juiste plaats zijn<br />
aangebracht voordat de auto<br />
wordt opgekrikt.<br />
. . . 484
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 485 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u het voertuig probeert<br />
op te krikken met de krik onder<br />
de onderbrekerarmlijst, kan de<br />
lijst breken en het voertuig<br />
beschadigd raken.<br />
Plaats de krik zodanig dat de krikkop<br />
omhoog komt tot de inkeping<br />
(aan de binnenzijde van de<br />
lijst van de onderbrekerarm) in<br />
het frame van het voertuig.<br />
4. Bevestig de wielmoersleutel aan<br />
de krik.<br />
Steek het haakuiteinde van de<br />
hendel van het verlengstuk in de<br />
krik.<br />
Steek het platte uiteinde van de<br />
hendel van het verlengstuk in de<br />
wielmoersleutel.<br />
5. Zorg dat het reservewiel bij de<br />
lekke band ligt.<br />
6. Plaats de krik en breng hem<br />
omhoog zodat de sleuven in de<br />
kop in de metalen flens achter<br />
het pijltje op de kunststof lijst<br />
past.<br />
Draai de wielmoersleutel naar<br />
rechts om de krik omhoog te<br />
brengen.<br />
7. Krik nu de kop van de krik<br />
omhoog tot hij secuur in het<br />
kriksteunpunt ligt. Krik vervolgens<br />
de auto op tot er voldoende<br />
ruimte is om het<br />
reservewiel aan te brengen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
485 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 486 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de portieren zijn<br />
vergrendeld met het alarmsysteem<br />
geactiveerd, dan wordt het<br />
alarm geactiveerd als het voertuig<br />
omhoog wordt gekrikt.<br />
8. Verwijder de wielmoeren en<br />
verwijder het wiel.<br />
9. Verwijder vuil en roest van de<br />
wielbouten, montagevlakken<br />
en reservewiel.<br />
. . . 486
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 487 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer er roest of vuil zit op het<br />
wiel of op die delen van de auto<br />
waarmee het wiel in aanraking<br />
komt, kan dat tot gevolg hebben<br />
dat de wielbouten na verloop van<br />
tijd loslopen. Hierdoor kan het wiel<br />
geheel loskomen en een ongeval<br />
veroorzaken. Wanneer u een wiel<br />
verwisselt, maak dan de plaatsen<br />
schoon waar het wiel met de auto<br />
in aanraking komt. In noodgevallen<br />
kunt u daarvoor een doek of<br />
een stuk papier gebruiken. Zorg er<br />
echter voor dat u later, als dat<br />
nodig is, met behulp van een<br />
schraper of een staalborstel de<br />
contactvlakken goed reinigt.<br />
10. Breng het reservewiel aan.<br />
11. Breng de wielmoeren aan met<br />
het afgeronde deel naar het<br />
wiel. Draai de moeren handvast<br />
tot het wiel aanligt tegen de<br />
naaf.<br />
12. Draai de wielmoersleutel<br />
linksom om de auto te laten<br />
zakken.<br />
Laat de krik geheel zakken.<br />
1<br />
3 4<br />
5 2<br />
13. Draai de wielbouten met de<br />
wielmoersleutel stevig vast in de<br />
hierboven aangegeven<br />
volgorde.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
WAARSCHUWING<br />
Smeer nooit olie of vet op de wielbouten<br />
of wielmoeren. Hierdoor<br />
zouden de moeren kunnen losraken.<br />
Wanneer als gevolg hiervan<br />
het wiel van de auto loopt, zou een<br />
ernstig ongeval kunnen ontstaan.<br />
–<br />
487 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 488 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer de wielmoeren<br />
verkeerd of niet goed worden<br />
vastgedraaid, kan het wiel loskomen<br />
en zelfs van het voertuig<br />
lopen. Hierdoor kan een aanrijding<br />
ontstaan.<br />
Wanneer u ze moet vervangen,<br />
zorg dan dat u ze door originele<br />
wielmoeren vervangt. Stop zo<br />
snel mogelijk en laat de moeren<br />
aanhalen met een momentsleutel<br />
tot het juiste aanhaalmoment.<br />
Zie "Specificaties en inhouden" in<br />
hoofdstuk 4 voor het juiste<br />
aanhaalmoment van de<br />
wielmoeren.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer de wielmoeren niet met<br />
het juiste aanhaalmoment zijn<br />
vastgezet, kunnen trillingen<br />
ontstaan tijdens het remmen en<br />
kan de remschijf worden beschadigd.<br />
Om kostbare reparaties aan<br />
het remsysteem te voorkomen,<br />
moeten de wielmoeren gelijkmatig<br />
en in de juiste volgorde met<br />
het voorgeschreven aanhaalmoment<br />
worden vastgezet.<br />
14. Berg alle gereedschappen op in<br />
de daartoe bestemde<br />
bergruimte.<br />
Zie "Banden- en krikuitrusting<br />
opbergen" verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer<br />
informatie.<br />
WAARSCHUWING<br />
Het in de passagiersruimte<br />
opbergen van de krik, een wiel of<br />
andere uitrusting kan lichamelijk<br />
letsel veroorzaken. Bij een noodstop<br />
of een ongeval kan losliggend<br />
gereedschap iemand<br />
raken. Berg het daarom op de<br />
daarvoor aangewezen plaatsen<br />
op.<br />
Na het installeren van het reservewiel,<br />
moet u zo snel mogelijk stoppen<br />
om na te gaan of de spanning<br />
van de band juist.<br />
Uiteraard is het beste wanneer u het<br />
compacte reservewiel zo snel mogelijk<br />
vervangt door een normaal wiel.<br />
Uw reservewiel gaat dan langer mee<br />
en is in goede conditie als u het<br />
opnieuw nodig heeft.<br />
Zie "Compact reservewiel" verderop<br />
in dit hoofdstuk voor meer<br />
gegevens.<br />
. . . 488
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 489 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Banden en krikuitrusting<br />
opbergen<br />
WAARSCHUWING<br />
Het in de passagiersruimte<br />
opbergen van de krik, een wiel of<br />
andere uitrusting kan lichamelijk<br />
letsel veroorzaken. Bij een noodstop<br />
of een ongeval kan losliggend<br />
gereedschap iemand<br />
raken. Berg het daarom op de<br />
daarvoor aangewezen plaatsen<br />
op.<br />
De lekke band opbergen<br />
Berg de lekke band en het gereedschap<br />
op in de kofferruimte.<br />
U kunt geen normale band in het<br />
vak voor het compacte reservewiel<br />
opbergen.<br />
Berg het wiel met de lekke band<br />
zover mogelijk voorin de kofferruimte<br />
op.<br />
1. Open de kofferruimte.<br />
2. Plaats de krik, de wielmoersleutel<br />
en het verlengstuk terug in<br />
de schuimrubberen<br />
ondersteuning.<br />
Berg alle gereedschappen op in<br />
de daartoe bestemde<br />
bergruimte.<br />
3. Verwijder de bevestigingsband.<br />
4. Draai de vleugelmoer rechtsom<br />
om de uitrusting vast te zetten.<br />
5. Monteer de afdekking van het<br />
reservewiel.<br />
6. Berg het wiel met de lekke<br />
band zover mogelijk voorin de<br />
kofferruimte op.<br />
Berg de band altijd op met het<br />
ventiel omhoog.<br />
7. Leid de bevestigingsband door<br />
de band.<br />
8. Zet de bevestigingsband vast.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
489 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 490 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
F<br />
C<br />
D<br />
A<br />
B<br />
4. Plaats het compacte reservewiel<br />
in het opbergvak<br />
boven op de schuimrubberen<br />
ondersteuning.<br />
Lijn het gat in het midden van<br />
het wiel uit met de bout in de<br />
vloer van het opbergvak.<br />
Berg de band altijd op met het<br />
ventiel omhoog.<br />
5. Draai de vleugelmoer <br />
rechtsom om de band vast te<br />
zetten.<br />
6. Monteer de afdekking van het<br />
reservewiel.<br />
E<br />
Compacte reservewiel opbergen<br />
Berg het reservewiel en het gereedschap<br />
op in het opbergvak in de<br />
vloer van de kofferruimte.<br />
1. Open de kofferruimte.<br />
2. Zorg dat de schuimrubber<br />
ondersteuning op de vloer van<br />
het opbergvak ligt.<br />
3. Plaats de krik , de wielmoersleutel<br />
en het verlengstuk <br />
terug.<br />
Plaats de bevestigingsband <br />
terug.<br />
Berg alle gereedschappen op in<br />
de daartoe bestemde<br />
bergruimte.<br />
. . . 490
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 491 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Compact reservewiel (indien<br />
van toepassing)<br />
Hoewel het compacte reservewiel<br />
op de juiste spanning is gebracht<br />
toen het voertuig nieuw was, kan de<br />
spanning na verloop van tijd afnemen.<br />
Controleer regelmatig de<br />
bandenspanning. De juiste spanning<br />
is 420 kPa. Met het compacte<br />
reservewiel mag niet harder dan<br />
80 km/u en langer dan 5000 km<br />
worden gereden. We raden u aan<br />
het compacte reservewiel zo snel<br />
mogelijk te vervangen door een wiel<br />
van normale grootte. Het reservewiel<br />
gaat dan langer mee en is in<br />
goede staat wanneer het weer moet<br />
worden gebruikt.<br />
WAARSCHUWING<br />
Monteer niet meer dan één<br />
compact reservewiel tegelijk op<br />
uw voertuig.<br />
Rij voorzichtig wanneer het<br />
compacte reservewiel op de auto<br />
gemonteerd is.<br />
OPMERKING<br />
Rijd nooit een wasstraat met<br />
beschermende wielrails binnen<br />
wanneer het compacte reservewiel<br />
is gemonteerd. Het compacte<br />
reservewiel kan dan klem<br />
komen te zitten. Dit kan beschadiging<br />
van de band, de velg en<br />
soms ook andere onderdelen van<br />
het voertuig tot gevolg hebben.<br />
OPMERKING<br />
Sneeuwkettingen passen niet op<br />
uw compacte reservewiel.<br />
Wanneer u ze toch gebruikt, kan<br />
er schade ontstaan aan zowel het<br />
voertuig als aan de ketting. Maak<br />
geen gebruik van sneeuwkettingen<br />
op uw compacte<br />
reservewiel.<br />
WAARSCHUWING<br />
Gebruik uw reservewiel niet voor<br />
andere voertuigen.<br />
Vervang de compacte reserveband<br />
of het wiel niet met andere<br />
wielen of banden. Deze zullen<br />
niet passen.<br />
Houd uw reserveband en de velg<br />
ervan bij elkaar.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
491 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 492 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
REPARATIESET MET BAND-<br />
AFDICHTMIDDEL EN COM-<br />
PRESSOR (ALLEEN <strong>CTS</strong>-V)<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de motor stationair<br />
laat draaien in een afgesloten<br />
ruimte zoals een garage en/of<br />
met uitgeschakeld klimaatregelsysteem,<br />
dan kunnen er gevaarlijke<br />
gassen in het interieur<br />
binnendringen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Let op dat u de voorwerpen niet<br />
te hard oppompt. Ze kunnen<br />
exploderen en daarbij u of anderen<br />
verwonden.<br />
Volg eventuele instructies die bij<br />
de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor worden<br />
meegeleverd.<br />
Pomp de band tot de voorgeschreven<br />
spanning op.<br />
Overschrijd de aanbevolen spanning<br />
niet.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de reparatieset met<br />
bandafdichtmiddel en compressor<br />
of andere uitrusting in de<br />
passagiersruimte opbergt, kan er<br />
lichamelijk letsel ontstaan. Bij een<br />
noodstop of ongeval kan losliggend<br />
gereedschap iemand<br />
raken. Berg ze daarom op de<br />
daarvoor aangewezen plaatsen<br />
op.<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor.<br />
Wanneer uw voertuig is voorzien<br />
van een reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor, heeft<br />
uw voertuig geen reservewiel of<br />
krikgereedschap.<br />
. . . 492
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 493 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor maakt<br />
gebruik van een vloeibaar afdichtmiddel<br />
dat gaatjes in het loopvlak<br />
van de band afdicht.<br />
Het afdichtmiddel voor banden kan<br />
geen beschadigingen repareren die<br />
zijn veroorzaakt door het doorrijden<br />
met een lekke band, een klapband<br />
of een band waarvan de wang is<br />
beschadigd.<br />
Wanneer u denkt dat u een lekke<br />
band heeft, voorkom dan verdere<br />
beschadiging aan de band en het<br />
wiel door heel langzaam naar een<br />
vlakke plek te rijden en te stoppen.<br />
Zet uw waarschuwingsknipperlichten<br />
aan.<br />
Trek de parkeerrem aan.<br />
Plaats de keuzehendel in de stand P<br />
(parkeren) of schakel bij voertuigen<br />
met een handgeschakelde transmissie<br />
de achteruit R.<br />
Schakel de motor uit en controleer<br />
de lekke band.<br />
Wanneer de lekke band wordt<br />
veroorzaakt door een gaatje kleiner<br />
dan 6 mm in het loopvlak van een<br />
band, dan kan er een reparatieset<br />
met bandafdichtmiddel en<br />
compressor worden gebruikt om de<br />
beschadigde band tijdelijk af te<br />
dichten en op te pompen.<br />
Verwijder geen kleine voorwerpen<br />
die in het loopvlak van de band<br />
zitten.<br />
Wanneer de band is losgeraakt van<br />
de velg, de bandwangen zijn<br />
beschadigd of er grote scheuren zijn<br />
waardoor de lucht snel kan ontsnappen,<br />
bel dan een bandenspecialist.<br />
De schade aan de band is aanzienlijk<br />
en het afdichtmiddel is hier niet<br />
voldoende.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor gebruiken<br />
Wanneer de band tot de aanbevolen<br />
bandenspanning is opgepompt,<br />
moet u 8 km met het voertuig rijden<br />
om het bandafdichtmiddel gelijkmatig<br />
te verdelen en het gaatje af te<br />
dichten.<br />
Breng het voertuig zo snel mogelijk<br />
naar de dealer om de beschadigde<br />
band te laten controleren en<br />
repareren.<br />
Wanneer het afdichtmiddel niet<br />
binnen 161 km van het beschadigde<br />
wiel wordt verwijderd, moet het<br />
wiel waarschijnlijk worden<br />
vervangen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
493 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 494 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Let op het volgende bij het gebruik<br />
van het afdichtmiddel voor banden:<br />
• Het afdichtmiddel is bedoeld als<br />
tijdelijke reparatie.<br />
• Het middel kan slechts eenmaal<br />
worden gebruikt en is bedoeld<br />
voor één band.<br />
• Het afdichtmiddel mag niet worden<br />
gebruikt wanneer de uiterste<br />
datum van gebruik is<br />
verstreken.<br />
Controleer de vervaldatum op<br />
het etiket van de bus met<br />
afdichtmiddel.<br />
Ga naar uw dealer voor een<br />
nieuwe bus met afdichtmiddel.<br />
OPMERKING<br />
Uw voertuig is voorzien van een<br />
systeem waarmee de bandenspanning<br />
kan worden<br />
gecontroleerd.<br />
Gebruik alleen door GM goedgekeurd<br />
bandafdichtmiddel. Raadpleeg<br />
uw dealer.<br />
Andere vloeibare afdichtmiddelen<br />
kunnen de bandenspanningssensoren<br />
beschadigen.<br />
Er zijn twee verschillende reparatiesets<br />
met bandafdichtmiddel en<br />
compressor; uw voertuig wordt<br />
geleverd met één van die sets.<br />
. . . 494
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 495 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
1<br />
2 3 4 5 6<br />
5. bus afdichtmiddel<br />
6. zwarte luchtslang<br />
1<br />
2<br />
7. transparante slang voor<br />
afdichtmiddel/lucht<br />
8. stekker van luchtcompressor<br />
4 5<br />
7<br />
7<br />
8<br />
3 6<br />
–<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor is voorzien<br />
van een keuzeschakelaar voor lucht<br />
of afdichtmiddel en heeft de volgende<br />
functies:<br />
1. keuzeschakelaar<br />
2. aan/uit-toets<br />
3. manometer<br />
4. knop voor leeglopen<br />
De andere reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor heeft de<br />
volgende functies:<br />
1. luchtcompressor<br />
2. bus afdichtmiddel<br />
3. stekker van luchtcompressor<br />
4. I/O-schakelaar (aan/uit)<br />
5. manometer<br />
6. slang van compressor<br />
7. vulslang afdichtmiddel<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
495 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 496 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
De set kan ook zonder afdichtmiddel<br />
worden gebruikt. Zie "De luchtcompressor<br />
zonder afdichtmiddel<br />
gebruiken" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
De compressorset kan zijn voorzien<br />
van een extra adapter in het vak<br />
onder in de compressor.<br />
Met deze functie kunt u dingen<br />
opblazen, zoals luchtbedden en<br />
ballen.<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
verwijderen<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor bevindt zich<br />
in de kofferruimte.<br />
Haal de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor als volgt<br />
uit het voertuig:<br />
1. Open de kofferruimte.<br />
2. Verwijder de afdekking van het<br />
reservewiel.<br />
3. Haal de set uit de ruimte voor<br />
het reservewiel.<br />
C<br />
- Compressorsets met<br />
keuzeschakelaar:<br />
Verwijder vleugelmoer .<br />
Haal de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
uit de schuimhouder .<br />
A<br />
B<br />
. . . 496
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 497 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
- Compressorsets zonder<br />
keuzeschakelaar:<br />
Knijp de lipjes op de gesp in<br />
om de band op de reparatieset<br />
met bandafdichtmiddel en<br />
compressor los te halen.<br />
4. Haal de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
uit het voertuig.<br />
De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
gebruiken<br />
WAARSCHUWING<br />
Lees de veiligheidsinstructies op<br />
het etiket van de bus met afdichtmiddel<br />
en volg deze instructies<br />
op.<br />
Als het buiten koud is, moet u de<br />
compressorset ongeveer vijf minuten<br />
in een verwarmde omgeving<br />
opwarmen voordat u de set<br />
gebruikt. Hierdoor wordt de band<br />
sneller opgepompt.<br />
Een lekke band afdichten en<br />
oppompen<br />
Lees voordat u met de procedure<br />
begint alle instructies.<br />
1. Schakel de waarschuwingsknipperlichten<br />
in.<br />
Stop het voertuig en parkeer het<br />
op een veilige plek.<br />
Verwijder geen kleine voorwerpen<br />
die in de band zitten.<br />
2. Plaats de keuzehendel in de<br />
stand P (parkeren) of schakel bij<br />
voertuigen met een handgeschakelde<br />
transmissie de achteruit<br />
R.<br />
3. Schakel de motor uit en schakel<br />
de parkeerrem in.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
497 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 498 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
4. Verwijder de reparatieset met<br />
bandafdichtmiddel en compressor<br />
en plaats de set bij de<br />
lekke band.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer<br />
informatie:<br />
- De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
verwijderen<br />
5. Haal de transparante vulslang<br />
voor afdichtmiddel/lucht en de<br />
accessoirestekker uit de<br />
compressor.<br />
Voor compressorsets met keuzeschakelaar:<br />
trek eerst het bovenste<br />
deel van snoer van de<br />
accessoirestekker naar buiten en<br />
daarna het onderste deel. Haal<br />
de stekker uit de compressor om<br />
deze los te halen.<br />
Steek de luchtcompressor nu<br />
nog niet in het<br />
accessoirecontact.<br />
6. Verwijder het ventieldopje.<br />
7. Controleer of de luchtcompressor<br />
is uitgeschakeld.<br />
8. Bevestig de vulslang van het<br />
afdichtmiddel goed op het<br />
ventieldopje.<br />
Draai vast door het uiteinde van<br />
de slang met de klok mee te<br />
draaien.<br />
9. Verwijder alle accessoires die<br />
eventueel op de accessoirecontacten<br />
zijn aangesloten.<br />
10. Steek de luchtcompressor in het<br />
accessoirecontact.<br />
- Opmerking:<br />
Gebruik alleen de aansteker<br />
voor de luchtcompressor als<br />
het voertuig niet is voorzien<br />
van accessoirecontact.<br />
Sluit de portieren of ramen op<br />
de elektrische kabel niet.<br />
11. Start de motor.<br />
De motor van het voertuig moet<br />
draaien om te voorkomen dat<br />
de accu door het gebruik van de<br />
luchtcompressor wordt<br />
ontladen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de motor stationair<br />
laat draaien in een afgesloten<br />
ruimte zoals een garage en/of<br />
met uitgeschakeld klimaatregelsysteem,<br />
dan kunnen er gevaarlijke<br />
gassen in het interieur<br />
binnendringen.<br />
12. Draai de keuzeschakelaar (waar<br />
aanwezig) linksom naar de<br />
afdichtmiddel- en luchtstand.<br />
. . . 498
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 499 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
13. Druk op I (aan) of op de aan-/<br />
uitknop om het systeem in te<br />
schakelen.<br />
De compressor perst afdichtmiddel<br />
en lucht in de band.<br />
Er kan afdichtmiddel uit het gat<br />
lopen totdat er met het voertuig<br />
wordt gereden en het gat wordt<br />
gedicht.<br />
De waarde van de drukmeter is<br />
eerst hoog terwijl de luchtcompressor<br />
het afdichtmiddel in de<br />
band perst. Wanneer de band<br />
vol lucht begint te lopen, dan<br />
daalt de drukwaarde snel en<br />
neemt weer toe wanneer de<br />
band wordt opgepompt.<br />
14. Gebruik de luchtcompressor<br />
om de band tot de juiste bandenspanning<br />
op te blazen,<br />
zoals wordt aangegeven op het<br />
informatieplaatje voor banden<br />
en belasting.<br />
Zie "Informatieplaatje voor banden<br />
en belasting" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie.<br />
15. Controleer de bandendruk met<br />
de luchtdrukmeter op de reparatieset<br />
met bandafdichtmiddel<br />
en compressor.<br />
Opmerking:<br />
De drukmeter geeft een iets<br />
hogere waarde aan terwijl de<br />
luchtcompressor is ingeschakeld.<br />
Schakel de compressor<br />
uit voor een juiste drukwaarde.<br />
OPMERKING<br />
Wanneer u de band niet binnen<br />
25 minuten op de juiste bandenspanning<br />
krijgt, mag u niet<br />
verder rijden. De beschadiging<br />
aan de band is ernstig en de<br />
band kan niet worden opgepompt<br />
of afgedicht met het<br />
afdichtmiddel en de compressor.<br />
WAARSCHUWING<br />
Let op dat u de voorwerpen niet<br />
te hard oppompt. Ze kunnen<br />
exploderen en daarbij u of anderen<br />
verwonden.<br />
Volg eventuele instructies die bij<br />
de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor worden<br />
meegeleverd.<br />
Pomp de band tot de voorgeschreven<br />
spanning op.<br />
Overschrijd de aanbevolen spanning<br />
niet.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
499 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 500 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
16. Druk op O (uit) of op de aan-/<br />
uitknop om de luchtcompressor<br />
uit te schakelen.<br />
Opmerking:<br />
Voer de volgende stappen snel<br />
uit.<br />
De band kan niet worden afgedicht<br />
en er kan lucht uit de<br />
band komen totdat er met het<br />
voertuig wordt gereden en het<br />
afdichtmiddel in de band is<br />
verdeeld.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wees voorzichtig als u de luchtcompressor<br />
loskoppelt. Sommige<br />
onderdelen kunnen zeer heet<br />
worden en brandwonden<br />
veroorzaken.<br />
17. Trek de stekker van de compressor<br />
uit het aansluitpunt voor<br />
elektrische accessoires.<br />
18. Draai het uiteinde van de slang<br />
linksom om deze los te halen uit<br />
het ventiel van de band.<br />
19. Plaats het ventieldopje terug op<br />
de klepsteel.<br />
20. Berg de slang weer op de oorspronkelijke<br />
plaats op.<br />
21. Berg de accessoirestekker van<br />
de luchtcompressor in de oorspronkelijke<br />
positie op.<br />
22. Wanneer de band is opgepompt,<br />
verwijdert u het label<br />
voor de maximaal toegestane<br />
snelheid (waar van toepassing)<br />
van de bus van het<br />
afdichtmiddel.<br />
Het etiket herinnert u eraan<br />
voorzichtig te rijden met een<br />
snelheid van maximaal 90 km/u<br />
tot u de beschadigde band hebt<br />
laten inspecteren en repareren.<br />
. . . 500
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 501 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
23. Bevestig de sticker met maximaal<br />
toegestane snelheid (waar<br />
aanwezig) op een goed zichtbare<br />
plek in het voertuig.<br />
24. Berg de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor in<br />
omgekeerde volgorde van het<br />
verwijderen op.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de reparatieset met<br />
bandafdichtmiddel en compressor<br />
of andere uitrusting in de<br />
passagiersruimte opbergt, kan er<br />
lichamelijk letsel ontstaan. Bij een<br />
noodstop of ongeval kan losliggend<br />
gereedschap iemand<br />
raken. Berg ze daarom op de<br />
daarvoor aangewezen plaatsen<br />
op.<br />
25. Rijd 8 km met het voertuig om<br />
het afdichtmiddel gelijkmatig in<br />
de band te verdelen.<br />
26. Stop het voertuig en parkeer<br />
het op een veilige plek.<br />
27. Controleer na het rijden de<br />
bandenspanning om te zien of<br />
het lek is gedicht.<br />
Controleer de bandendruk met<br />
de luchtdrukmeter op de<br />
luchtcompressor.<br />
Wanneer de bandenspanning niet<br />
meer dan 68 kPa onder de aanbevolen<br />
bandenspanning is gedaald,<br />
pomp dan de band op tot de<br />
normale waarde, zoals op het informatieplaatje<br />
voor de banden wordt<br />
aangegeven.<br />
Zie "De luchtcompressor zonder<br />
afdichtmiddel gebruiken" verderop<br />
in dit hoofdstuk.<br />
Wanneer de bandenspanning meer<br />
dan 68 kPa onder de aanbevolen<br />
bandenspanning afneemt, mag er<br />
niet langer met het voertuig worden<br />
gereden. De beschadiging van de<br />
band is ernstig en de band kan niet<br />
worden opgepompt of afgedicht<br />
met de reparatieset met afdichtmiddel<br />
en compressor.<br />
Gebruik een doek om resten afdichtmiddel<br />
aan de zijkanten van het<br />
voertuig, op de band en op de velg<br />
te verwijderen.<br />
Breng het voertuig zo snel mogelijk<br />
naar de dealer om de beschadigde<br />
band te laten controleren en<br />
repareren.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
501 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 502 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Zorg dat de gebruikte bus met<br />
afdichtmiddel volgens de plaatselijke<br />
voorschriften wordt verwijderd.<br />
Vraag uw dealer, een tankstation of<br />
een plaatselijke recyclebedrijf naar<br />
de voorschriften.<br />
Vervang het afdichtmiddel in de<br />
reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor nadat u het afdichtmiddel<br />
heeft gebruikt.<br />
Zie het volgende verderop in dit<br />
hoofdstuk voor meer informatie:<br />
• De bus afdichtmiddel loshalen<br />
en terugplaatsen<br />
De luchtcompressor zonder<br />
afdichtmiddel gebruiken<br />
1. Stop het voertuig en parkeer<br />
het op een veilige plek.<br />
2. Plaats de keuzehendel in de<br />
stand P (parkeren) of schakel bij<br />
voertuigen met een handgeschakelde<br />
transmissie de achteruit<br />
R.<br />
3. Schakel de motor uit en schakel<br />
de parkeerrem in.<br />
4. Haal de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
uit het voertuig.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer<br />
informatie:<br />
- De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
verwijderen<br />
5. Haal de zwarte luchtslang en de<br />
accessoirestekker uit de<br />
compressor.<br />
Voor compressorset zonder keuzeschakelaar:<br />
trek de hendel<br />
omhoog om de slang van de<br />
luchtcompressor uit de bus afdichtmiddel<br />
te halen.<br />
Trek eerst het bovenste deel van<br />
de kabel met accessoirestekker<br />
naar buiten en daarna het onderste<br />
deel. Haal de stekker uit<br />
de compressor om deze los te<br />
halen.<br />
Steek de luchtcompressor nu<br />
nog niet in het<br />
accessoirecontact.<br />
. . . 502
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 503 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
6. Verwijder het ventieldopje.<br />
Zorg dat het ventiel dicht bij de<br />
grond is geplaatst zodat de<br />
slang bij de band kan komen.<br />
7. Bevestig de luchtvulslang goed<br />
op het ventiel.<br />
- Compressorsets met<br />
keuzeschakelaar:<br />
Draai vast door het uiteinde<br />
van de slang met de klok mee<br />
te draaien.<br />
- Compressorsets zonder<br />
keuzeschakelaar:<br />
Druk de hendel omlaag om de<br />
slang stevig aan het ventiel te<br />
bevestigen.<br />
8. Verwijder alle accessoires die<br />
eventueel op de accessoirecontacten<br />
zijn aangesloten.<br />
9. Steek de luchtcompressor in<br />
een van de<br />
accessoirecontacten.<br />
- Opmerking:<br />
Gebruik alleen de aansteker<br />
voor de luchtcompressor als<br />
het voertuig niet is voorzien<br />
van accessoirecontact.<br />
Sluit de portieren of ramen op<br />
de elektrische kabel niet.<br />
10. Start de motor.<br />
De motor van het voertuig moet<br />
draaien om te voorkomen dat<br />
de accu door het gebruik van de<br />
luchtcompressor wordt<br />
ontladen.<br />
WAARSCHUWING<br />
Wanneer u de motor stationair<br />
laat draaien in een afgesloten<br />
ruimte zoals een garage en/of<br />
met uitgeschakeld klimaatregelsysteem,<br />
dan kunnen er gevaarlijke<br />
gassen in het interieur<br />
binnendringen.<br />
11. Draai de keuzeschakelaar (waar<br />
aanwezig) rechtsom naar de<br />
stand voor alleen lucht.<br />
12. Druk op I (aan) of op de aan-/<br />
uitknop om het systeem in te<br />
schakelen.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
503 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 504 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
13. Pomp de band op tot de aanbevolen<br />
bandenspanning zoals<br />
wordt aangegeven op het informatieplaatje<br />
voor de banden en<br />
belasting.<br />
Zie "Informatieplaatje voor banden<br />
en belasting" in hoofdstuk 3<br />
voor meer informatie.<br />
14. Controleer de bandendruk met<br />
de luchtdrukmeter op de reparatieset<br />
met bandafdichtmiddel<br />
en compressor.<br />
De drukmeter geeft een iets hogere<br />
waarde aan terwijl de<br />
luchtcompressor is ingeschakeld.<br />
Schakel de compressor uit<br />
voor een juiste drukwaarde.<br />
Als er lucht uit de band moet,<br />
drukt u op het metalen staafje in<br />
het midden van het ventiel of<br />
druk u op de knop voor leeglopen<br />
(waar aanwezig).<br />
WAARSCHUWING<br />
Let op dat u de voorwerpen niet<br />
te hard oppompt. Ze kunnen<br />
exploderen en daarbij u of anderen<br />
verwonden.<br />
Volg eventuele instructies die bij<br />
de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor worden<br />
meegeleverd.<br />
Pomp de band tot de voorgeschreven<br />
spanning op.<br />
Overschrijd de aanbevolen spanning<br />
niet.<br />
15. Druk op O (uit) of op de aan-/<br />
uitknop om de luchtcompressor<br />
uit te schakelen.<br />
WAARSCHUWING<br />
De luchtcompressor kan heet<br />
zijn. Raak de compressor niet aan<br />
totdat deze is afgekoeld.<br />
16. Trek de stekker van de compressor<br />
uit het aansluitpunt voor<br />
elektrische accessoires.<br />
. . . 504
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 505 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
17. Haal de slang los van het<br />
ventiel.<br />
- Compressorsets met<br />
keuzeschakelaar:<br />
Draai het uiteinde van de slang<br />
linksom om deze los te halen<br />
uit het ventiel van de band.<br />
- Compressorsets zonder<br />
keuzeschakelaar:<br />
Trek de hendel omhoog om<br />
de slang van de luchtcompressor<br />
uit het ventiel te halen.<br />
18. Plaats het ventieldopje terug op<br />
de klepsteel.<br />
19. Berg de slang weer op de oorspronkelijke<br />
plaats op.<br />
20. Berg de accessoirestekker van<br />
de luchtcompressor in de oorspronkelijke<br />
positie op.<br />
Berg de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor in<br />
omgekeerde volgorde van het<br />
verwijderen op.<br />
WAARSCHUWING<br />
De bus afdichtmiddel loshalen<br />
en terugplaatsen<br />
Het afdichtmiddel kan slechts<br />
eenmaal worden gebruikt en is<br />
bedoeld voor één band.<br />
Vervang het afdichtmiddel in de<br />
reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor nadat u het afdichtmiddel<br />
heeft gebruikt.<br />
–<br />
–<br />
Wanneer u de reparatieset met<br />
bandafdichtmiddel en compressor<br />
of andere uitrusting in de<br />
passagiersruimte opbergt, kan er<br />
lichamelijk letsel ontstaan. Bij een<br />
noodstop of ongeval kan losliggend<br />
gereedschap iemand<br />
raken. Berg ze daarom op de<br />
daarvoor aangewezen plaatsen<br />
op.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
505 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 506 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
Vervang de bus afdichtmiddel als<br />
volgt:<br />
1. Haal de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
uit het voertuig.<br />
Zie het volgende, eerder in dit<br />
hoofdstuk, voor meer<br />
informatie:<br />
- De reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor<br />
verwijderen<br />
2. Haal de slang uit de compressor<br />
en de bus afdichtmiddel.<br />
- Compressorsets met<br />
keuzeschakelaar:<br />
Haal de transparante vulslang<br />
voor het afdichtmiddel uit de<br />
compressor.<br />
De gele knop voor het loshalen<br />
van de bus afdichtmiddel is<br />
nu zichtbaar.<br />
- Compressorsets zonder<br />
keuzeschakelaar:<br />
Trek de hendel omhoog om<br />
de slang van de luchtcompressor<br />
uit de bus afdichtmiddel te<br />
halen.<br />
Haal de slang van de luchtcompressor<br />
los uit de bus<br />
afdichtmiddel.<br />
Haal de vulslang voor het afdichtmiddel<br />
van de<br />
compressor.<br />
. . . 506
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 507 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
3. Verwijder de bus afdichtmiddel<br />
uit de luchtcompressor.<br />
- Compressorsets met<br />
keuzeschakelaar:<br />
Druk op de gele knop om de<br />
bus afdichtmiddel los te halen.<br />
De bus afdichtmiddel plaatsen<br />
• Compressorsets met<br />
keuzeschakelaar:<br />
- Druk de nieuwe bus afdichtmiddel<br />
op zijn plaats.<br />
-Wikkel de vulslang voor het<br />
afdichtmiddel rond het kanaal<br />
van de luchtcompressor.<br />
–<br />
- Compressorsets zonder<br />
keuzeschakelaar:<br />
Draai de bus afdichtmiddel<br />
totdat de slang is uitgelijnd<br />
met de sleuf in de compressor.<br />
Trek de bus afdichtmiddel omhoog<br />
om deze uit de luchtcompressor<br />
te halen.<br />
Ga naar uw dealer voor een<br />
nieuwe bus met afdichtmiddel.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
507 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 508 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
• Compressorsets zonder<br />
keuzeschakelaar:<br />
- Draai de bus met afdichtmiddel<br />
zodanig dat de vulslang<br />
voor het afdichtmiddel is uitgelijnd<br />
met de sleuf in de<br />
compressor.<br />
- Druk de bus met afdichtmiddel<br />
omlaag en draai de bus<br />
linksom.<br />
-Wikkel de vulslang voor het<br />
afdichtmiddel rond het kanaal<br />
van de luchtcompressor.<br />
- Druk op de oppompslang van<br />
de luchtcompressor op de<br />
inlaat van de bus met afdichtmiddel<br />
en druk de hendel<br />
omlaag.<br />
Berg de reparatieset met bandafdichtmiddel<br />
en compressor op in<br />
het voertuig.<br />
Neem contact op met uw dealer als<br />
u nadere informatie wenst.<br />
■ ALS UW VOERTUIG<br />
VAST KOMT TE ZITTEN<br />
Als uw voertuig vast komt te zitten<br />
in zand, modder, ijs of sneeuw moet<br />
u de wielen laten doorslippen.<br />
U moet de wielen echter niet te snel<br />
laten doorslippen.<br />
Het tractieregelsysteem kan vaak<br />
helpen een vastgelopen voertuig los<br />
te krijgen.<br />
Het kan echter mogelijk zijn dat u<br />
het voertuig heen en weer moet<br />
laten rollen om het los te krijgen.<br />
Zie "Het voertuig voor- en achteruit<br />
laten rollen" verderop in dit<br />
hoofdstuk.<br />
WAARSCHUWING<br />
Als u uw wielen met een te hoge<br />
snelheid laat doorslippen,<br />
kunnen ze exploderen. U kunt zo<br />
uzelf of anderen letsel toebrengen.<br />
Daarnaast kunnen ook de<br />
transmissie of andere onderdelen<br />
van het voertuig oververhit raken<br />
en motorbrand of andere schade<br />
veroorzaken.<br />
Als het voertuig vast komt te<br />
zitten, moet u de wielen zo min<br />
mogelijk laten doorslippen. Laat<br />
de wielen niet doorslippen met<br />
snelheden van meer dan<br />
55 km/u, zoals op de snelheidsmeter<br />
wordt aangegeven.<br />
Voor informatie over het gebruik<br />
van sneeuwkettingen, zie "Sneeuwkettingen"<br />
onder "Banden" in<br />
hoofdstuk 4.<br />
. . . 508
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 509 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Het voertuig voor- en achteruit<br />
laten rollen<br />
Uw voertuig los krijgen als deze vast<br />
zit:<br />
1. Draai het stuurwiel naar links en<br />
naar rechts om het gebied rond<br />
de voorwielen vrij te maken.<br />
2. Druk op de toets TC om de<br />
tractieregel- en stabiliteitssystemen<br />
uit te schakelen.<br />
Wanneer uw voertuig een <strong>CTS</strong>-<br />
V is, dan bevindt de toets zich<br />
op het stuurwiel. Anders bevindt<br />
de toets zich op het<br />
instrumentenpaneel.<br />
Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie<br />
over het in- en uitschakelen<br />
van het tractieregel- en<br />
stabiliteitssysteem.<br />
3. Schakel de versnellingshendel<br />
heen en weer tussen R (achteruit)<br />
en een voorwaartse versnelling<br />
(eerste of tweede<br />
versnelling bij handgeschakelde<br />
versnellingsbakken),<br />
waarbij de wielen zo min<br />
mogelijk moeten doorslippen.<br />
Wacht tot de wielen stoppen<br />
met draaien en schakel daarna<br />
pas om slijtage aan de transmissie<br />
te voorkomen.<br />
Laat het gaspedaal los terwijl u<br />
schakelt en drukt het iets in<br />
wanneer u hebt geschakeld.<br />
Door de heen-en-weer-beweging<br />
komt het voertuig wellicht vrij.<br />
Als dit niet lukt, moet u het voertuig<br />
los laten trekken.<br />
Sleepogen<br />
Uw auto kan aan de voor- en achterzijde<br />
van sleepogen zijn voorzien.<br />
Het klepje van het sleepoog voor<br />
bevindt zich rechts aan de voorzijde<br />
van het voertuig.<br />
Het klepje van het sleepoog achter<br />
bevindt zich links aan de achterzijde<br />
van het voertuig.<br />
Wanneer u het sleepoog wilt gebruiken,<br />
moet u de oogbout monteren.<br />
1. Verwijder de oogbout uit de<br />
bagageruimte.<br />
2. Trek het klepje open en steek de<br />
oogbout naar binnen.<br />
3. Draai de oogbout met de klok<br />
mee om deze stevig vast te<br />
draaien.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
509 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 510 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Werkzaamheden in noodgevallen<br />
■ WANNEER U UW VOER-<br />
TUIG NIET MET DE<br />
AFSTANDSBEDIENING<br />
KUNT STARTEN<br />
Wanneer de batterij van de afstandsbediening<br />
bijna leeg is of wanneer<br />
het systeem de afstandsbediening<br />
niet kan waarnemen omdat het<br />
voertuig zeer dicht bij een radio-/<br />
televisiemast staat, dan kan het zijn<br />
dat u het voertuig niet kunt starten.<br />
Het informatiecentrum voor de<br />
bestuurder kan ELECTRONIC KEY<br />
NOT DETECTED (elektronische<br />
sleutel niet waargenomen) weergeven<br />
wanneer u het voertuig<br />
probeert te starten.<br />
Raadpleeg wanneer dit gebeurt<br />
"Afstandsbediening niet gedetecteerd"<br />
onder "Startproblemen"<br />
verderop in dit hoofdstuk.<br />
■ GEGEVENSVERZAME-<br />
LING EN GEGEVENSRE-<br />
CORDERS VOOR<br />
GEBEURTENISSEN<br />
Uw voertuig is voorzien van computermodules<br />
die de voertuigsystemen<br />
en prestaties volgen en regelen.<br />
Deze modules kunnen deze informatie<br />
voor later gebruik opslaan.<br />
De opgeslagen informatie kan<br />
worden gebruikt bij de diagnose en<br />
reparatie van storingen. De informatie<br />
kan ook worden gebruikt om de<br />
rijveiligheidheid en prestaties bij<br />
aanrijdingen te verbeteren.<br />
Sommige modules kunnen ook<br />
gegevens opslaan over hoe u met<br />
het voertuig omgaat, zoals het<br />
brandstofverbruik of de gemiddelde<br />
rijsnelheid.<br />
Deze modules kunnen ook persoonlijke<br />
voorkeuren van de eigenaar<br />
opslaan, zoals voorkeurinstellingen<br />
voor de radio, zitposities en<br />
temperatuurinstellingen.<br />
De gegevensrecorders voor gebeurtenissen<br />
in uw voertuig zijn bedoeld<br />
om gegevens over de voertuigdynamica<br />
en veiligheidssystemen op te<br />
slaan.<br />
Tijdens een aanrijding kan uw voertuig<br />
informatie opslaan over de<br />
toestand van het voertuig, hoe het<br />
voertuig werd gebruikt en wat de<br />
verschillende veiligheidssystemen<br />
deden.<br />
. . . 510
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 511 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Hoofdstuk 5<br />
Gegevens worden alleen opgeslagen<br />
wanneer er zich een ernstige<br />
aanrijding voordoet.<br />
In de meeste gevallen wordt er<br />
slechts 30 seconden informatie<br />
opgeslagen.<br />
Er is speciale apparatuur nodig om<br />
deze gegevens op te halen.<br />
Ordehandhavingsinstanties of anderen<br />
kunnen apparatuur hebben<br />
waarmee deze informatie kan<br />
worden opgevraagd wanneer zij<br />
toegang hebben tot het voertuig of<br />
het apparaat waarmee deze gegevens<br />
worden opgeslagen.<br />
Er worden geen persoonlijke gegevens<br />
opgeslagen door de gegevensrecorders<br />
voor gebeurtenissen,<br />
maar ordehandhavingsinstanties of<br />
anderen kunnen de gegevens opgeslagen<br />
in uw voertuig combineren<br />
met persoonlijk informatie die altijd<br />
bij een aanrijding wordt verzameld.<br />
GM kan alleen toegang tot deze<br />
informatie krijgen met toestemming<br />
van de eigenaar of huurder van het<br />
voertuig, in reactie op een officieel<br />
verzoek van de politie of andere<br />
autoriteiten, als onderdeel van de<br />
verdediging tijdens een proces of<br />
wanneer vereist door de wet.<br />
De gegevens die GM verzamelt of<br />
ontvangt kunnen ook worden<br />
gebruikt voor onderzoek door GM<br />
of kunnen aan anderen beschikbaar<br />
worden gesteld voor onderzoek,<br />
wanneer is aangetoond dat dit<br />
nodig is en de gegevens niet aan<br />
een specifiek voertuig of een specifieke<br />
eigenaar kunnen worden<br />
gekoppeld.<br />
Bij voertuigen met navigatiesysteem<br />
kan daarnaast de volgende informatie<br />
worden opgeslagen:<br />
• Adressen<br />
• Bestemmingen<br />
• Telefoonnummers<br />
• Andere reisinformatie<br />
Raadpleeg de afzonderlijke handleiding<br />
voor het navigatiesysteem voor<br />
instructies voor het verwijderen van<br />
de opgeslagen informatie.<br />
Sommige voertuigen gebruiken<br />
identificatietechnologie via radiofrequenties<br />
voor functies zoals het<br />
controlesysteem voor de bandenspanning<br />
en afstandsbedieningssystemen.<br />
Bij deze technologie wordt<br />
geen persoonlijke informatie<br />
gebruikt of opgeslagen of een<br />
koppeling naar andere systemen<br />
met dit soort informatie gemaakt.<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
–<br />
511 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 512 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 513 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
A<br />
Aanhanger - aanhanger parkeren op hellingen ......380<br />
Aanhanger - aanhangerremmen ............................379<br />
Aanhanger - rijden met een aanhanger ........ 370, 375<br />
Aanhanger - trekhaak .............................................378<br />
Aanhanger - veiligheidskettingen ...........................379<br />
Aanhanger trekken - onderhoud tijdens<br />
het rijden met een aanhanger .............................381<br />
Aanhanger trekken -<br />
richtingaanwijzers aanhanger ..............................379<br />
Aanpassingen .........................................................385<br />
Aansluiting - negatieve externe accuklem ..... 395, 396<br />
Aansluiting elektrische accessoires ..........................116<br />
Aansteker ...................................................... 242, 354<br />
ABS .........................................................................362<br />
ABS - waarschuwingslamp .......................................37<br />
Acceleratie - meter zijwaartse acceleratie .................56<br />
Accessoires .............................................................385<br />
Accessoires - accessoirevoeding .................... 243, 342<br />
Accu .......................................................................413<br />
Accu - afzonderlijke positieve accuklem ........ 395, 396<br />
Accu - beheer elektrisch vermogen ........................244<br />
Accu - bescherming tegen leeglopen accu ............243<br />
Accu - controlelamp laadstroom ..............................34<br />
Accu - negatieve externe accuklem ............... 395, 396<br />
Accu - spanning .......................................................54<br />
Accu - starten met hulpaccu ..................................468<br />
Accuklemmen -<br />
positieve externe accuklem ......................... 395, 396<br />
Achterruit - verwarming .........................................134<br />
Afstandsbediening -<br />
akkoordcode voor zenderfrequenties ......... 328, 339<br />
Afstandsbediening - batterij vervangen ......... 327, 333<br />
Afstandsbediening -<br />
bereik van de afstandsbediening .........................326<br />
Afstandsbediening -<br />
het voertuig starten op afstand ............................336<br />
Afstandsbediening -<br />
sleutelloos toegangssysteem ................................329<br />
Airbag ....................................................................278<br />
Airbag - aan/uit-indicator .......................................292<br />
Airbag - passagiersdetectiesysteem ................. 25, 284<br />
Airbag - waarschuwingslamp ............................ 42, 98<br />
Airbags - passagiersdetectiesysteem ................ 25, 284<br />
Airbagsysteem - aan/uit-indicator van ....................292<br />
513 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 514 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
A (vervolg)<br />
Airbagsysteem - passagiersdetectiesysteem .... 25, 284<br />
Airconditioning -<br />
airconditioning met temperatuurregeling .... 25, 126<br />
Airconditioning -<br />
airconditioning met twee zones ..........................126<br />
Airconditioning - koelmiddel ..................................460<br />
Airconditioning met twee zones ............................126<br />
Airconditioningsstand ............................................132<br />
Allwheel-aandrijving - verdeelbak-smeermiddel .....408<br />
Antenne .................................................................206<br />
Antidiefstal - indringingssensor ..............................318<br />
Antidiefstal - uitschakelknop indringingssensor ......319<br />
Anti-diefstalsysteem - anti-diefstalsysteem .............316<br />
Anti-diefstalsysteem - immobilisatiesysteem ...........320<br />
As - achteras met sperdifferentieel .........................360<br />
As - maximaal toegestane voor- en ........................374<br />
As - smeermiddel achteras .....................................409<br />
Asbak ............................................................ 242, 354<br />
Audio .............................................................. 25, 135<br />
Audio - antenne .....................................................206<br />
Audio - beveiliging tegen diefstal ...........................206<br />
Audio - cd-/dvd-audiospeler ..................................176<br />
Audio - CD-wisselaar ..............................................152<br />
Audio - Draagbaar muziekapparaat .......................200<br />
Audio -<br />
eigenschappen en bediening van het RDS ..........146<br />
Audio - radiotoetsen op het stuurwiel ............. 25, 204<br />
Audio - RDS-geluidsinstallatie met cd-wisselaar<br />
voor 6 cd's (geschikt voor MP3) ..........................138<br />
Audio -<br />
RDS-geluidsinstallatie met harde schijf ....... 162, 182<br />
Audio - toets omhoog/omlaag navigatiescherm ......25<br />
Audio - zorg voor uw cd's en dvd's ........................199<br />
Audio -<br />
zorg voor uw cd-speler of cd-/dvd-audiospeler ...198<br />
Auto - heen en weer rollen .....................................509<br />
Automatisch koplampsysteem ...............................119<br />
B<br />
Bagage - bagagenet ...............................................238<br />
Bagage - identificatieplaatje ...................................374<br />
Bagage - informatieplaatje voor banden ................373<br />
Bagage - kofferruimte ............................................236<br />
Bagage - maximaal toegestane voor- en ................374<br />
. . . 514
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 515 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
B (vervolg)<br />
Bagage - voertuig beladen .............................. 14, 372<br />
Banden ...................................................................422<br />
Banden - banden vervangen ..................................430<br />
Banden - compacte reservewiel .............................491<br />
Banden - controle bandenspanning .........................54<br />
Banden - controlesysteem bandenspanning ..........425<br />
Banden - de band opbergen ......................... 489, 490<br />
Banden - de lekke band opbergen .........................489<br />
Banden - displays controle bandenspanning ...........54<br />
Banden - het compacte reservewiel opbergen .......490<br />
Banden - hogere snelheden ...................................425<br />
Banden - informatieplaatje voor banden ................373<br />
Banden -<br />
inspecteren en verwisselen van de banden .........429<br />
Banden - krik en reservewiel verwijderen ...............483<br />
Banden - lampje lage bandenspanning ............ 45, 88<br />
Banden - lekke banden ..........................................481<br />
Banden - op spanning brengen .............................423<br />
Banden - opbergen van het wiel ........ 5, 18, 481, 484<br />
Banden - opslag van wiel .......................................489<br />
Banden - reparatieset met<br />
bandafdichtmiddel en compressor ......................492<br />
Banden - reservewiel ..................5, 18, 434, 481, 484<br />
Banden - Sneeuwkettingen of<br />
gelijkaardige tractiehulpmiddelen ........................432<br />
Banden - wiel met lekke band<br />
vervangen .................................5, 18, 456-459, 481<br />
Banden - wiel verwisselen ......................................484<br />
Banden - wieluitlijning en uitbalancering van<br />
de wielen .............................................................435<br />
Banden - winterbanden .........................................433<br />
Banden - zomerbanden .........................................433<br />
Bedieningsorganen - bedieningsorganen<br />
op dashboard en middenconsole ..........................25<br />
Bedieningsorganen - bedieningsorganen<br />
op stuurwiel/stuurkolom ......................................208<br />
Beheer elektrisch vermogen ...................................244<br />
Bekerhouders .........................................................242<br />
Beladen - identificatieplaatje ..................................374<br />
Beladen - maximaal toegestane voor- en ...............374<br />
Beladen - voertuig beladen ............................. 14, 372<br />
Belading - informatieplaatje voor banden ..............373<br />
Benzine - brandstof tanken ....................................388<br />
Bergruimte - handschoenenkastje ................... 25, 241<br />
Bergvak ..................................................................354<br />
Bergvakken .............................................................241<br />
515 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 516 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
B (vervolg)<br />
Bergvakken - bagagenet ........................................238<br />
Bergvakken - bekerhouders ....................................242<br />
Bergvakken - handschoenenkastje .................. 25, 241<br />
Bergvakken - kofferruimte ......................................236<br />
Beveiliging - anti-diefstalsysteem ............................316<br />
Beveiliging - immobilisatiesysteem .........................320<br />
Bougies .......................................................... 456-459<br />
Brandstof ................................................................385<br />
Brandstof - brandstofbereik ......................................50<br />
Brandstof - brandstofmeter ......................................29<br />
Brandstof - brandstoftank ......................................460<br />
Brandstof -<br />
brandstofverbruik en emissiegegevens ....... 387, 461<br />
Brandstof - brandstofverbruik op het moment ........51<br />
Brandstof - Brandstofvulklep vergrendelen ............388<br />
Brandstof - gemiddeld brandstofverbruik ................50<br />
Brandstof - tanken ..................................................388<br />
C<br />
Cd - cd-/dvd-audiospeler .......................................176<br />
CD - cd-wisselaar ...................................................152<br />
Cd - Zorg voor uw cd's en dvd's ............................199<br />
Cd-speler - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (cd-wisselaar voor 6 cd's) .......................156<br />
Cd-speler - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (radio met harde schijf) ..........................194<br />
Centrale portiervergrendeling - akkoordcode<br />
voor zenderfrequenties ...............................328, 339<br />
Claxon .............................................................25, 209<br />
Controlelamp - controlelamp ABS ............................37<br />
Controlelamp - controlelamp airbag ................. 42, 98<br />
Controlelamp - controlelamp alarmsysteem ............43<br />
Controlelamp - controlelamp cruise control ............45<br />
Controlelamp - controlelamp laadsysteem ..............34<br />
Controlelamp - controlelamp mistlampen ...............44<br />
Controlelamp - controlelamp mistlampen achter ....44<br />
Controlelamp - controlelamp voor voertuigstoring .38<br />
Controlelamp -<br />
waarschuwingslamp motoroliedruk .......................33<br />
Controlelamp -<br />
waarschuwingslamp remsysteem ........ 35, 365, 366<br />
Controlelamp - waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur .......................................35<br />
. . . 516
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 517 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
C (vervolg)<br />
Controlelamp - waarschuwingslamp voor niet<br />
dragen veiligheidsgordel .............................. 41, 275<br />
Controlelamp - waarschuwingssignaal<br />
ingeschakelde verlichting .......................................44<br />
Controlelamp alarmsysteem ....................................43<br />
Controlelamp remsysteem ......................35, 365, 366<br />
Controlelamp voor voertuigstoring ..........................38<br />
Cruise control .........................................................218<br />
Cruise control - controlelamp ..................................45<br />
Cruise control - Knoppen .........................................25<br />
D<br />
Dak - hoofdruimte en dak ......................................239<br />
Dak - zonnedak ............................................. 239, 240<br />
Dakconsole - hoofdruimte en dak ..........................239<br />
Dakconsole - zonnedak ................................. 239, 240<br />
Dashboard - instrumentengroep ....................... 25, 28<br />
Dimmer - dimmerknop navigatiescherm .................25<br />
Display - informatiecentrum voor de bestuurder .....28<br />
E<br />
Eenheden - Engels/Metrisch .....................................53<br />
Eigenschappen - bijzondere eigenschappen ... 57, 262<br />
Elektriciteit - accessoirevoeding ..................... 243, 342<br />
Elektriciteit - zekeringen en stroomonderbrekers ...438<br />
Elektriciteit - zekeringenhouder in het<br />
achtercompartiment ................................... 448, 450<br />
Elektriciteit - zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment ..................395, 396, 441, 445<br />
Elektrische aansluiting - elektrische accessoires ......116<br />
Elektrische accessoires - elektrische aansluiting ......116<br />
Emissies -<br />
brandstofverbruik en emissiegegevens ....... 387, 461<br />
Engelse eenheden ....................................................53<br />
Entertainmentsysteem voor achterpassagiers -<br />
televisiesysteem ...................................................207<br />
F<br />
Filter - luchtfilter voor luchttoevoer<br />
interieur .....................135, 395, 396, 417, 456-459<br />
Filter -<br />
luchtfilter/filterelement ...... 395, 396, 414, 456-459<br />
Filter - motorolie ............................................. 456-459<br />
Frequentie -<br />
akkoordcode voor zenderfrequenties ......... 328, 339<br />
517 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 518 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
G<br />
Gegevensrecorders voor gebeurtenissen ...............510<br />
Gegevensverzameling ............................................510<br />
Geheugen - geheugen ...........................................253<br />
Geheugen - stoelen, spiegels en<br />
stuurkolom met geheugen ..................................262<br />
Geluidsinstallatie ....................................................135<br />
Geluidsinstallatie - antenne ....................................206<br />
Geluidsinstallatie - anti-diefstalsysteem ..................206<br />
Geluidsinstallatie - bedieningsorganen op<br />
het stuurwiel ................................................. 25, 204<br />
Geluidsinstallatie - cd-/dvd-audiospeler .................176<br />
Geluidsinstallatie - cd-speler ...................................152<br />
Geluidsinstallatie - eigenschappen en<br />
bediening van het RDS ........................................146<br />
Geluidsinstallatie - RDS-geluidsinstallatie met<br />
cd-wisselaar voor 6 cd's (geschikt voor MP3) ......138<br />
Geluidsinstallatie - RDS-geluidsinstallatie<br />
met harde schijf .......................................... 162, 182<br />
Geluidsinstallatie - televisiesysteem ........................207<br />
Geluidsinstallatie - zorg voor uw cd's en dvd's .......199<br />
Geluidsinstallatie - zorg voor uw cd-speler of<br />
cd-/dvd-audiospeler .............................................198<br />
Geluidssysteem ........................................................25<br />
Gewicht - maximaal toegestane voor- en ..............374<br />
Gloeilampen - specificaties reservegloeilampen .....455<br />
Gloeilampen - vervangen .......................................452<br />
Gonggeluiden -<br />
geluidsvolume van de gong instellen ....................72<br />
Grootlicht - controlelamp ........................................28<br />
H<br />
Handschoenenkastje ....................................... 25, 241<br />
Harde schijf -<br />
RDS-geluidsinstallatie met harde schijf ....... 162, 182<br />
Hellingen - aanhanger parkeren op hellingen ........380<br />
Hendel - schakelhendel ............................................25<br />
Hendel - stuurkolomschakelaar ....................... 25, 212<br />
Hercirculatie ...........................................................131<br />
Het voertuig starten op afstand ..............................336<br />
Het voertuig voor- en achteruit laten rollen ...........509<br />
Hoofdsteunen - een kinderzitje bevestigen met<br />
lage bevestigingspunten en bovengordel ............307<br />
. . . 518
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 519 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
I<br />
Identificatie - Voertuig Identificatie Nummer .........437<br />
Immobilisatie - immobilisatiesysteem .....................320<br />
Indicator - aan/uit-indicator ...................................292<br />
Indicator - grootlicht ................................................28<br />
Indicator - richtingaanwijzers ...................................28<br />
Informatie - menu Voertuiginformatie .....................52<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder ........... 46, 365<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
brandstofbereik ......................................................50<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - display ......28<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
informatietoets ........................................... 144, 169<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
mededelingen ......................................84, 115, 365<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
menu reis-/brandstofinformatie .............................49<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - menu<br />
voertuiginformatie .................................................52<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder - timer ........51<br />
Informatiecentrum voor de bestuurder -<br />
toetsen ............................................................ 25, 47<br />
Inhouden ...................................................... 456, 460<br />
Inrijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen ..........313<br />
Instapverlichting .....................................................124<br />
Instelmode competitief rijden ................................112<br />
Instrumenten - instrumenten op<br />
dashboard en middenconsole ...............................25<br />
Instrumenten en bedieningsorganen op<br />
dashboard en middenconsole ...............................25<br />
Instrumentengroep ........................................... 25, 28<br />
Instrumentenpaneel - bediening lichtdimmer ..........25<br />
Instrumentenpaneel -<br />
regelbare instrumentenverlichting .......................125<br />
Interkoeler .....................................................396, 405<br />
Interkoeler -<br />
koelvloeistof controleren en bijvullen ...................479<br />
Inzittendenbeveiliging - aan/uit-indicator ..............292<br />
Inzittendenbeveiliging - airbag ..............................278<br />
Inzittendenbeveiliging - airbags .............................277<br />
Inzittendenbeveiliging - bevestigingspunten voor<br />
kinderzitjes met lage bevestigingspunten en .......304<br />
Inzittendenbeveiliging - bovenriem kinderzitjes .....305<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
comfortgeleiders voor schoudergordel ................272<br />
519 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 520 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
I (vervolg)<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
gebruik van veiligheidsgordel ..............................275<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
gordelspanner voor veiligheidsgordels ................277<br />
Inzittendenbeveiliging - heup-/schoudergordel .....269<br />
Inzittendenbeveiliging - hoofdsteunen ..................265<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
in hoogte verstelbare schoudergordel .................271<br />
Inzittendenbeveiliging - kinderzitjes .......................293<br />
Inzittendenbeveiliging - veiligheidsgordels ....... 6, 267<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
veiligheidsgordels vervangen ...............................274<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
verlenger voor veiligheidsgordel ..........................273<br />
Inzittendenbeveiliging -<br />
waarschuwingslamp ..................................... 41, 275<br />
Inzittendenbeveiliging - waarschuwingslampje .....276<br />
K<br />
Kettingen -<br />
aanhanger trekken met veiligheidskettingen .......379<br />
Kettingen - sneeuwkettingen of<br />
gelijkaardige tractiehulpmiddelen .......................432<br />
Kilometerteller ..........................................................49<br />
Kinderen - bevestigingspunten voor<br />
kinderzitjes met lage bevestigingspunten ............304<br />
Kinderen - bovenriem kinderzitjes ..........................305<br />
Kinderen - een kinderzitje bevestigen met<br />
lage bevestigingspunten en bovengordel ............307<br />
Kinderen - kinderzitjes ............................................293<br />
Kinderen - Oudere kinderen ...................................302<br />
Kinderzitjes - Oudere kinderen ...............................302<br />
Kleppen - zonnekleppen ........................................239<br />
Klimaatregeling - knop luchtroosters .....................129<br />
Klimaatregeling -<br />
regelaar voor ventilatorsnelheid ..........................129<br />
Klimaatregeling - tips bij het gebruik .....................134<br />
Klimaatregeling- airconditioningsstand ..................132<br />
Klimaatregelsysteem ....................................... 25, 126<br />
Klok ................................................................. 25, 108<br />
Koelmiddel .............................................................460<br />
Koelvloeistof ...........................................................402<br />
Koelvloeistof - drukdop interkoelersysteem ............396<br />
Koelvloeistof - expansietank ...........17, 395, 396, 460<br />
Koelvloeistof - interkoelersysteem ..........................405<br />
. . . 520
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 521 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
K (vervolg)<br />
Koelvloeistof -<br />
koelvloeistof controleren en bijvullen ...................475<br />
Koelvloeistof - koelvloeistof van interkoelersysteem<br />
controleren en bijvullen .......................................479<br />
Koelvloeistof - temperatuurmeter ..................... 28, 56<br />
Koelvloeistof - waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur .......................................35<br />
Kofferruimte - kofferruimte ....................................236<br />
Kofferruimte -<br />
ontgrendelingshendel kofferruimte .....................238<br />
Kofferruimte - slotontgrendeling kofferruimte .......236<br />
Kompas ....................................................................81<br />
Kompas - afwijking ...................................................83<br />
Kompas - kalibratie ...................................................82<br />
Kooldioxide - brandstofverbruik en<br />
emissiegegevens ......................................... 387, 461<br />
Koplampen -<br />
door wissers ingeschakeld koplampen ........ 122, 215<br />
Koplampen - grootlicht-/dimlichtschakelaar ..........213<br />
Koplampen - grootlichtcontrolelamp .......................28<br />
Koplampen -<br />
hoogteregelaar voor koplampen .................. 84, 121<br />
Koplampen - sproeier .................................... 122, 218<br />
Koplampen -<br />
systeem voor adaptieve voorverlichting ..............121<br />
Koppel - motorkoppel .................................... 456-459<br />
Koppeling - reservoir voor de<br />
koppelingsvloeistof ..................................... 395, 396<br />
Koppeling - vloeistof ..............................................407<br />
Krik en reservewiel verwijderen ..............................483<br />
Krikken ............................................... 5, 18, 481, 484<br />
Krikken - opslag van band- en krikuitrusting ..........489<br />
L<br />
Laadsysteem - waarschuwingslamp .........................34<br />
Lampje - controlelampje schakelstand ............ 40, 355<br />
Lampje - lampje elektrische parkeerrem .......... 37, 365<br />
Lampje - lampje lage bandenspanning ............. 45, 88<br />
Lampje -<br />
lampje Stabilitrak ® -/tractieregelsysteem ....... 41, 115<br />
Lampje - waarschuwingslam<br />
pje voor niet dragen veiligheidsgordel ................276<br />
Lendensteun -<br />
bediening elektrisch bedienbaar zijkussen ..........262<br />
Lendensteun - bediening elektrisch bediende<br />
lendensteun en zijkussen .....................................261<br />
521 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 522 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
L (vervolg)<br />
Lendensteun - elektrisch bediende lendensteun ....261<br />
Lichten - mistlampen voor ....................123, 452, 455<br />
Lucht - luchtfilter/<br />
luchtfilterelement ................395, 396, 414, 456-459<br />
Luchtfilter in<br />
passagiersruimte ........135, 395, 396, 417, 456-459<br />
Luchtroosters .................................................. 25, 133<br />
Luchtroosters - knop ..............................................129<br />
M<br />
Magnetische stabilisatieregeling ............................371<br />
Make-upspiegels ........................................... 226, 239<br />
Meldingen - informatiecentrum voor<br />
de bestuurder .......................................84, 115, 365<br />
Menu - menu Voertuiginformatie ............................52<br />
Meter - brandstofmeter ............................................29<br />
Meter - meter extra vermogen .................................32<br />
Meter - oliedrukmeter ..............................................31<br />
Meter - olietemperatuurmeter .................................56<br />
Meter - temperatuurmeter ................................ 28, 56<br />
Meter - temperatuurmeter voor<br />
de transmissievloeistof ...........................................56<br />
Meter - zijwaartse acceleratie ...................................56<br />
Meter extra vermogen .............................................32<br />
Metrische eenheden ................................................53<br />
Mist - controlelamp mistlampen ..............................44<br />
Mist - controlelamp mistlampen achter ...................44<br />
Mist - mistachterlichten ..........................................124<br />
Mist - mistlampen ..................................................123<br />
Mist - mistlampen voor ........................ 123, 452, 455<br />
Mistachterlichten ...................................................124<br />
Mistlampen ............................................................123<br />
Mistlampen voor .................................. 123, 452, 455<br />
Motor - begrenzer motortoerental .........................372<br />
Motor - bescherming tegen oververhitting ............475<br />
Motor - elektrische motorventilator .............. 395, 396<br />
Motor - expansietank ...................................... 17, 460<br />
Motor - expansietank koelvloeistof ................ 395, 396<br />
Motor - koelvloeistof ..............................................402<br />
Motor - koelvloeistof controleren en bijvullen ........475<br />
Motor - koelvloeistof van interkoelersysteem<br />
controleren en bijvullen .......................................479<br />
Motor - levensduur van de olie ................................52<br />
. . . 522
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 523 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
M (vervolg)<br />
Motor - motorcode ........................456-459, 461-465<br />
Motor - motorkap ..................................................393<br />
Motor - motorkoppel ..................................... 456-459<br />
Motor - motorolie ......................................... 397, 460<br />
Motor - motoroliefilter ................................... 456-459<br />
Motor - motorruimte ...................................... 17, 393<br />
Motor - motorvermogen ............................... 456-459<br />
Motor - oliepeilstaaf ...................................... 395, 396<br />
Motor - olievuldop ........................................ 395, 396<br />
Motor - oververhitting ...................................... 5, 473<br />
Motor - slaat niet aan .............................................346<br />
Motor - starten .......................................................342<br />
Motor - startproblemen ................................ 344, 510<br />
Motor - temperatuurmeter ............................... 28, 56<br />
Motor - verwarming motorblok .............................346<br />
Motor - verzopen ...................................................344<br />
Motor - waarschuwingslamp oliedruk ......................33<br />
Motor - waarschuwingslamp voor<br />
koelvloeistoftemperatuur .......................................35<br />
Motor- drukdop interkoelersysteem .......................396<br />
Motor- interkoelersysteem .....................................405<br />
Motorkap - ontgrendeling .............................. 25, 392<br />
MP3 - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (cd-wisselaar voor 6 cd's) .......................156<br />
MP3 - cd's met MP3- of WMA-bestanden<br />
afspelen (radio met harde schijf) ..........................194<br />
N<br />
Navigatie - dimmerknop navigatiescherm ...............25<br />
Navigatie - navigatiesysteem ........................... 25, 207<br />
Navigatie -<br />
toets omhoog/omlaag navigatiescherm ................25<br />
Net - bagagenet .....................................................238<br />
O<br />
Ogen - sleepogen ..................................................509<br />
Olie - levensduur van de motorolie ..........................52<br />
Olie - motorolie ............................................. 397, 460<br />
Olie - motoroliefilter ....................................... 456-459<br />
Olie - oliedrukmeter .................................................31<br />
Olie - oliepeilstaaf motorolie ......................... 395, 396<br />
Olie - olietemperatuurmeter ....................................56<br />
Olie - olievuldop ............................................ 395, 396<br />
523 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 524 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
O (vervolg)<br />
Olie - waarschuwingslamp oliedruk .........................33<br />
Onderdelen - identificatieplaatje voor onderdelen .438<br />
Onderdelen - specificaties van onderdelen ............456<br />
Onderhoud - aanbevolen vloeistoffen en<br />
smeermiddelen ....................................................419<br />
Onderhoud - accu ..................................................413<br />
Onderhoud -<br />
automatische transmissievloeistof ............... 406, 460<br />
Onderhoud - drukdop interkoelersysteem .............396<br />
Onderhoud -<br />
expansietank koelvloeistof ...........17, 395, 396, 460<br />
Onderhoud - hydraulische koppelingsvloeistof ......407<br />
Onderhoud - interkoelersysteem ............................405<br />
Onderhoud - koelvloeistof ......................................402<br />
Onderhoud -<br />
koelvloeistof controleren en bijvullen ...................475<br />
Onderhoud - luchtfilter/<br />
filterelement .......................395, 396, 414, 456-459<br />
Onderhoud - motorolie ................................. 397, 460<br />
Onderhoud - motoroliefilter ........................... 456-459<br />
Onderhoud - oliepeilstaaf motorolie ............. 395, 396<br />
Onderhoud - olievuldop motorolie ...............395, 396<br />
Onderhoud - onderhoud tijdens het rijden<br />
met een aanhanger .............................................381<br />
Onderhoud - onderhoudsrichtlijnen ......................384<br />
Onderhoud - remvloeistof ......................................410<br />
Onderhoud - remvloeistofreservoir ...............395, 396<br />
Onderhoud -<br />
reservoir ruitensproeiervloeistof ..................395, 396<br />
Onderhoud -<br />
reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof .........395, 396<br />
Onderhoud - ruitensproeiervloeistof ......................412<br />
Onderhoud - smeermiddel achteras ......................409<br />
Onderhoud - stuurbekrachtigingsvloeistof .............409<br />
Onderhoud - verdeelbak-smeermiddel ..................408<br />
Onderhoud -<br />
verwarmde sproeiervloeistof ................ 92, 132, 217<br />
Onderhoud -<br />
vloeistof voor handgeschakelde transmissie .........407<br />
Ontgrendelen zonder sleutel -<br />
akkoordcode voor zenderfrequenties ..........328, 339<br />
Ontsteking - contactslot .........................................339<br />
Op spanning brengen - banden ............................423<br />
. . . 524
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 525 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
O (vervolg)<br />
Op spanning brengen -<br />
bandenspanning voor hogere snelheden ............425<br />
Op spanning brengen -<br />
controlesysteem bandenspanning .......................425<br />
Op spanning brengen -<br />
informatieplaatje voor banden ............................373<br />
Op spanning brengen -<br />
lampje lage bandenspanning ......................... 45, 88<br />
opslag van band- en krikuitrusting .........................489<br />
Oververhitting -<br />
bescherming tegen oververhitting motor ............475<br />
Oververhitting - motor ...................................... 5, 473<br />
P<br />
Parkeerrem - ontgrendeling parkeerrem ..................25<br />
Parkeren - aanhanger parkeren op hellingen .........380<br />
Parkeren - elektrische parkeerrem ................... 25, 364<br />
Parkeren - lampje elektrische parkeerrem ........ 37, 365<br />
Parkeren - parkeerrem ............................................363<br />
Parkeren - ultrasoon parkeerhulpsysteem ........ 53, 245<br />
Parkeren - voertuig parkeren ..................................356<br />
Passagiersdetectiesysteem ............................... 25, 284<br />
Passagiersdetectiesysteem -<br />
werking van het systeem met een kinderzitje ......288<br />
Passagiersdetectiesysteem - werking van<br />
het systeem met volwassen passagiers ................290<br />
Pomp - reparatieset met<br />
bandafdichtmiddel en compressor ......................492<br />
Portieren .................................................................230<br />
Portieren - centraal ontgrendelingssysteem ...........231<br />
Portieren - centrale portiervergrendeling ......233, 320<br />
Portieren - elektrisch bediende portiersloten ..........231<br />
Portieren - handbediende portiersloten .................231<br />
Portieren -<br />
kinderveiligheidssloten op achterportieren ..........235<br />
Portieren -<br />
programmeerbare automatische portiersloten ....234<br />
Portieren -<br />
voorziening om buitensluiten te voorkomen .......235<br />
Programmeerbare functies - naderingslampen ........66<br />
Programmeerbare voorzieningen ................... 57, 262<br />
Programmeerbare voorzieningen -<br />
instellingen uitstapstand stoel ................................75<br />
Programmeerbare voorzieningen -<br />
oproepfunctie uitstapstand ....................................74<br />
525 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 526 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
P (vervolg)<br />
Programmeerbare voorzieningen - oproepfunctie<br />
zitplaatspositie - geheugenfunctie -<br />
oproepfunctie zitplaatspositie ................................77<br />
Programmeerbare voorzieningen - taalkeuze ...........59<br />
R<br />
Radio ............................................................... 25, 135<br />
Radio - antenne ......................................................206<br />
Radio - bedieningsorganen op het stuurwiel .. 25, 204<br />
Radio - beveiliging tegen diefstal ...........................206<br />
Radio - cd-/dvd-audiospeler ...................................176<br />
Radio - CD-wisselaar ..............................................152<br />
Radio - eigenschappen en bediening van RDS .......146<br />
Radio - RDS-geluidsinstallatie met cd-wisselaar<br />
voor 6 cd's (geschikt voor MP3) ..........................138<br />
Radio -<br />
RDS-geluidsinstallatie met harde schijf ....... 162, 182<br />
Radio - zorg voor uw cd's en dvd's .........................199<br />
Radio - zorg voor uw cd-speler of<br />
cd-/dvd-audiospeler .............................................198<br />
Radio Data System (RDS), eigenschappen en<br />
bediening van het ................................................146<br />
Ramen ....................................................................226<br />
Ramen - elektrisch bediende ..................................227<br />
Remmen .................................................................361<br />
Remmen - aanhangerremmen ...............................379<br />
Remmen - ABS .......................................................362<br />
Remmen - elektrische parkeerrem ................... 25, 364<br />
Remmen - lampje elektrische parkeerrem ....... 37, 365<br />
Remmen - ontgrendeling parkeerrem ......................25<br />
Remmen - parkeerrem ...........................................363<br />
Remmen - Rembekrachtiging ................................362<br />
Remmen - Remblokslijtage-indicators ....................361<br />
Remmen - remvloeistofreservoir ....................395, 396<br />
Remmen - slag van het rempedaal .........................362<br />
Remmen - stellen ...................................................362<br />
Remmen - vloeistof ................................................410<br />
Remmen - waarschuwingslamp ............. 35, 365, 366<br />
Remmen - waarschuwingslamp ABS ........................37<br />
Reserveband -<br />
opslag van band- en krikuitrusting .......................489<br />
Reservewiel .........................................5, 18, 481, 484<br />
Reservewiel - compacte reservewiel .......................491<br />
. . . 526
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 527 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
R (vervolg)<br />
Reservewiel - krik en reservewiel verwijderen .........483<br />
Reservewiel - reservewiel ........................................434<br />
Richtingaanwijzers ..................................................212<br />
Richtingaanwijzers - indicator ..................................28<br />
Richtingaanwijzers -<br />
richtingaanwijzers aanhanger ..............................379<br />
Rijden - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .............313<br />
Rijden - magnetische stabilisatieregeling ................371<br />
Rijden - terreinrijden op hellingen ............................14<br />
Ruiten - ruitvergrendeling ......................................229<br />
Ruitenwissers-/ruitensproeierschakelaar .......... 25, 213<br />
S<br />
Schakelaar - contactslot ..........................................339<br />
Schakelen - controlelampje ............................. 40, 355<br />
Schakelen - schakelhendel ........................................25<br />
Schakelstandaanwijzer .............................................32<br />
Sensor ....................................................................133<br />
Sensor - indringingssensor .....................................318<br />
Sensor - uitschakelknop indringingssensor .............319<br />
Service - identificatieplaatje voor onderdelen ........438<br />
Sleepogen ..............................................................509<br />
Slepen - Met alle vier wielen op de grond .............381<br />
Slepen -<br />
uw voertuig op een auto-ambulance slepen .......382<br />
Slepen van de auto .....................................5, 16, 472<br />
Slepen/trekken - aanhangerremmen .....................379<br />
Slepen/trekken - met twee wielen op de grond<br />
en twee wielen in een dolly .................................382<br />
Slepen/trekken -<br />
onderhoud tijdens het rijden met een<br />
aanhanger ...........................................................381<br />
Slepen/trekken - richtingaanwijzers aanhanger ......379<br />
Slepen/trekken - rijden met een aanhanger .. 370, 375<br />
Slepen/trekken - trekhaak voor aanhanger ............378<br />
Slepen/trekken - veiligheidskettingen voor<br />
het rijden met een aanhanger .............................379<br />
Sleutelloos toegangssysteem ..................................329<br />
Sleutelloos toegangssysteem -<br />
afstandsbediening ................................................329<br />
Sleutels ...................................................................313<br />
Sleutels - bereik van de afstandsbediening .............326<br />
Sleutels - immobilisatiesysteem ..............................320<br />
Sleutels - Sleutelloos toegangssysteem ...................329<br />
Sleutels - sloten met afstandsbediening .................324<br />
527 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 528 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
S (vervolg)<br />
Sloten - centraal ontgrendelingssysteem ...............231<br />
Sloten - centrale portiervergrendeling .......... 233, 320<br />
Sloten - elektrisch bediende sloten .........................231<br />
Sloten - extra vergrendeling .......................... 233, 320<br />
Sloten - handbediende portiersloten ......................231<br />
Sloten -<br />
kinderveiligheidssloten op achterportieren ..........235<br />
Sloten -<br />
programmeerbare automatische portiersloten ....234<br />
Sloten - slotontgrendeling kofferruimte .................236<br />
Sloten -<br />
voorziening om buitensluiten te voorkomen .......235<br />
Sloten met afstandsbediening ................................324<br />
Sloten met afstandsbediening - zender ..................324<br />
Smeermiddel - smeermiddel achteras ....................409<br />
Smeermiddel - verdeelbak-smeermiddel ................408<br />
Smeermiddelen -<br />
aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .........419<br />
Snelheid - gemiddelde snelheid ...............................51<br />
Snelheid - rijsnelheidsbegrenzer .............................372<br />
Snelheidsmeter ................................................. 29, 52<br />
Spanning - controle bandenspanning ......................54<br />
Spanning - displays controle bandenspanning ........54<br />
Specificaties ............................................................456<br />
Specificaties - gloeilampentabel .............................455<br />
Specificaties - specificaties van de onderdelen .......456<br />
Spiegels ..................................................................223<br />
Spiegels - achteruitkijkspiegel .................................225<br />
Spiegels -<br />
automatisch dimmende binnenspiegels ..............226<br />
Spiegels - buitenspiegel ..........................................223<br />
Spiegels - elektrisch bediende spiegels ...................223<br />
Spiegels - elektrisch inklapbare spiegels .................224<br />
Spiegels -<br />
spiegel voor het zien van de trottoirband ..... 72, 225<br />
Spiegels - spiegels kantelen bij parkeren ..................72<br />
Spiegels -<br />
stoelen, spiegels en stuurkolom met geheugen ...262<br />
Spiegels - verwarmde spiegel .................................224<br />
Sproeier - koplamp ........................................ 122, 218<br />
Sproeier - reservoir ruitensproeiervloeistof .... 395, 396<br />
. . . 528
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 529 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
S (vervolg)<br />
Sproeier - ruitensproeiervloeistof ............................412<br />
Sproeier - verwarmde sproeiervloeistof ...92, 132, 217<br />
Sproeier - voorruit ..................................................216<br />
Stabiliteit - Stabilitrak-systeem ................................114<br />
Stabilitrak - lampje Stabilitrak ® -/<br />
tractieregelsysteem ....................................... 41, 115<br />
Stabilitrak - Stabilitrak-systeem ...............................114<br />
Stabilitrak - toets Stabilitrak ® /knop<br />
tractieregelsysteem ....................................... 25, 210<br />
Stabilitrak - toets Stabilitrak ® /toets<br />
tractieregelsysteem ................................................25<br />
Starten - contactslot ...............................................339<br />
Starten - het voertuig starten op afstand ...............336<br />
Starten - instructies voor het starten ......................342<br />
Starten - motor slaat niet aan .................................346<br />
Starten -<br />
problemen bij het starten van de motor ..... 344, 510<br />
Starten - starten met een hulpaccu ........................468<br />
Starten - starten van de motor ...............................342<br />
Starten - verzuipen van de motor ..........................344<br />
Steunen - elektrisch bediende lendensteun ............261<br />
Sticker - identificatieplaatje .....................................374<br />
Sticker - identificatieplaatje voor onderdelen .........438<br />
Sticker - informatieplaatje voor banden .................373<br />
Sticker - maximaal toegestane voor- en .................374<br />
Sticker - voertuig identificatie nummer ..................437<br />
Stoelen -<br />
bediening elektrisch bedienbaar zijkussen ...........262<br />
Stoelen - bediening elektrisch bediende<br />
lendensteun en zijkussen .....................................261<br />
Stoelen - bedieningsorganen voor de stoel ............258<br />
Stoelen - elektrisch bediende lendensteun .............261<br />
Stoelen - elektrisch verstelbare rugleuning van<br />
de voorste stoel ....................................................260<br />
Stoelen - elektrisch verstelbare stoelen .......... 254, 260<br />
Stoelen -<br />
handmatige bediening voor stoelverlenging .......259<br />
Stoelen - hoofdsteunen ..........................................265<br />
Stoelen - instellingen uitstapstand stoel ...................75<br />
Stoelen - met de hand verstelbare rugleuning<br />
van de voorste stoel .............................................258<br />
Stoelen - met de hand verstelbare stoelen .............258<br />
Stoelen -<br />
neerklapbare gedeelde achterbankleuning ..........266<br />
529 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 530 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
S (vervolg)<br />
Stoelen - oproepfunctie uitstapstand .......................74<br />
Stoelen - oproepfunctie zitplaatspositie ...................77<br />
Stoelen - schakelaars voor stoelverwarming .............25<br />
Stoelen -<br />
stoelen, spiegels en stuurkolom met geheugen ...262<br />
Stoelen - verwarmd ................................................263<br />
Stoelen -<br />
verwarmde en geventileerde voorstoelen ............264<br />
Stroomonderbrekers ..............................................438<br />
Stuurinrichting .......................................................360<br />
Stuurinrichting -<br />
reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof ......... 395, 396<br />
Stuurinrichting - snelheidsafhankelijke<br />
stuurbekrachtiging ...............................................360<br />
Stuurinrichting - stuurbekrachtiging ......................360<br />
Stuurinrichting - stuurbekrachtigingsvloeistof ........409<br />
Stuurkolom - bediening van telescopisch,<br />
kantelbaar stuurwiel ...................................... 25, 209<br />
Stuurkolom - bedieningsorganen op<br />
stuurwiel/ stuurkolom ..........................................208<br />
Stuurkolom - elektrisch instelbare,<br />
telescopische stuurkolom ............................ 210, 254<br />
Stuurkolomschakelaar ..................................... 25, 212<br />
. . . 530<br />
Stuurwiel - bediening van telescopisch,<br />
kantelbaar stuurwiel ...................................... 25, 209<br />
Stuurwiel - bedieningsorganen<br />
op stuurwiel/stuurkolom ......................................208<br />
Stuurwiel - elektrisch instelbare,<br />
telescopische stuurkolom ............................ 210, 254<br />
Stuurwiel - hendel stuurwielverstelling ...................209<br />
Stuurwiel - radiotoetsen .................................. 25, 204<br />
Systeem voor adaptieve voorverlichting ................121<br />
T<br />
Taal - taalkeuze .........................................................59<br />
Tank - brandstoftank vullen ....................................388<br />
Televisiesysteem .....................................................207<br />
Temperatuur - temperatuurmeter ..................... 28, 56<br />
Temperatuur - temperatuurregeling ......................128<br />
Temperatuurregeling -<br />
airconditioning met twee zones ..........................126<br />
Temperatuurregeling - hercirculatie .......................131<br />
Temperatuursensor ................................................133<br />
Terreinrijden - rijden op hellingen ............................14<br />
Timer ........................................................................51<br />
Toerenteller ..............................................................30<br />
Toets magnetische stabilisatieregeling .....................25
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 531 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
T (vervolg)<br />
Tractie ....................................................................359<br />
Tractie - achteras met sperdifferentieel ...................360<br />
Tractie -<br />
lampje Stabilitrak ® -/tractieregelsysteem ....... 41, 115<br />
Tractie - sneeuwkettingen of gelijkaardige<br />
tractiehulpmiddelen ............................................432<br />
Tractie - Stabilitrak-systeem ....................................114<br />
Tractie - toets Stabilitrak ® /toets<br />
tractieregelsysteem ....................................... 25, 210<br />
Tractie - tractieregelsysteem .......................... 110, 210<br />
Trajectkilometerteller ................................................49<br />
Transmissie .............................................347, 456-459<br />
Transmissie - automatisch ..............11, 347, 357, 463<br />
Transmissie -<br />
automatische transmissievloeistof ............... 406, 460<br />
Transmissie - handmatig schakelen<br />
bij automatische transmissie ...................30, 40, 350<br />
Transmissie - reservoir voor de<br />
koppelingsvloeistof ..................................... 395, 396<br />
Transmissie - schakelflippers automatische<br />
transmissie ..................................... 30, 40, 211, 352<br />
Transmissie - temperatuurmeter voor<br />
transmissievloeistof ................................................56<br />
Trekhaak .................................................................378<br />
Trekken - recreatief voertuig trekken ......................381<br />
U<br />
Uitlaat - waarschuwingen uitlaat ..............................12<br />
Ultrasoon parkeerhulpsysteem ........................ 53, 245<br />
V<br />
Vastzitten - als uw voertuig vast komt te zitten ......508<br />
Vastzitten - sleepogen ............................................509<br />
Veiligheid - aan/uit-indicator ..................................292<br />
Veiligheid - airbag ..................................................278<br />
Veiligheid - airbags .................................................277<br />
Veiligheid - belangrijke veiligheidsvoorschriften ...6-20<br />
Veiligheid - bevestigingspunten voor kinderzitjes met<br />
lage bevestigingspunten ......................................304<br />
Veiligheid - bovenriem kinderzitjes .........................305<br />
Veiligheid -<br />
comfortgeleiders voor schoudergordel ................272<br />
Veiligheid - een kinderzitje bevestigen met<br />
lage bevestigingspunten en bovengordel ............307<br />
531 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 532 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
V (vervolg)<br />
Veiligheid - gebruik van veiligheidsgordel ..............275<br />
Veiligheid -<br />
gordelspanners voor veiligheidsgordels ...............277<br />
Veiligheid - heup-/schoudergordel .........................269<br />
Veiligheid -<br />
in hoogte verstelbare schoudergordel .................271<br />
Veiligheid - indringingssensor ................................318<br />
Veiligheid - kinderzitjes ...........................................293<br />
Veiligheid - oudere kinderen ..................................302<br />
veiligheid - passagiersdetectiesysteem ............ 25, 284<br />
Veiligheid - uitschakelknop indringingssensor ........319<br />
Veiligheid - veiligheidsgordels ........................... 6, 267<br />
Veiligheid - veiligheidsgordels vervangen ...............274<br />
Veiligheid - veiligheidskettingen voor het rijden<br />
met een aanhanger .............................................379<br />
Veiligheid - verlenger voor veiligheidsgordel ..........273<br />
Veiligheidsgordels -<br />
comfortgeleiders voor schoudergordel ................272<br />
Veiligheidsgordels - gebruik van veiligheidsgordel .275<br />
Veiligheidsgordels -<br />
gordelspanners voor veiligheidsgordels ...............277<br />
Veiligheidsgordels - heup-/schoudergordel ............269<br />
Veiligheidsgordels -<br />
in hoogte verstelbare schoudergordel .................271<br />
Veiligheidsgordels - veiligheidsgordels .............. 6, 267<br />
Veiligheidsgordels -<br />
veiligheidsgordels vervangen ...............................274<br />
Veiligheidsgordels -<br />
verlenger voor veiligheidsgordel ..........................273<br />
Veiligheidsgordels - waarschuwingslamp ........ 41, 275<br />
Veiligheidsgordels - waarschuwingslampje ............276<br />
Ventilatie - luchtroosters ...........................................25<br />
Ventilator - regelaar voor ventilatorsnelheid ...........129<br />
Verdeelbak - allwheel-aandrijving ......... 356, 463, 464<br />
Verdeelbak - verdeelbak-smeermiddel ...................408<br />
Verlichting ..............................................................118<br />
Verlichting - automatisch koplampsysteem ............119<br />
Verlichting -<br />
bediening lichtdimmer instrumentenpaneel .........25<br />
Verlichting - bedieningsorganen ............................118<br />
Verlichting - buitenverlichting ................................243<br />
Verlichting -<br />
controlelamp ingeschakelde verlichting ................44<br />
Verlichting - gloeilampen vervangen ......................452<br />
Verlichting - grootlicht-/dimlichtschakelaar ............213<br />
. . . 532
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 533 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
V (vervolg)<br />
Verlichting -<br />
hoogteregelaar voor koplampen .................. 84, 121<br />
Verlichting - instapverlichting .................................124<br />
Verlichting - interieurverlichting .............................243<br />
Verlichting - koplampsproeier ....................... 122, 218<br />
Verlichting - leeslampen .........................................125<br />
Verlichting - mistachterlichten ................................124<br />
Verlichting - mistlampen ........................................123<br />
Verlichting - naderingslampen .................................66<br />
Verlichting - parkeerlichten ....................................124<br />
Verlichting -<br />
regelbare verlichting instrumentenpaneel ...........125<br />
Verlichting -<br />
systeem voor adaptieve voorverlichting ..............121<br />
Verlichting - uitstapverlichting ..................................65<br />
Verlichting - waarschuwingsknipperlichten ..... 25, 110<br />
Verlichting - waarschuwingslampjes<br />
instrumentengroep ...............................32, 365, 366<br />
Vermogen - motorvermogen ......................... 456-459<br />
Versnellingbak - vloeistof voor handgeschakelde<br />
transmissie ...........................................................407<br />
Versnellingen - schakelhendel ..................................25<br />
Versnellingsbak -<br />
handgeschakelde ...........................30, 40, 353, 356<br />
Verstelbare rugleuning - elektrisch verstelbare<br />
rugleuning van de voorste stoel ...........................260<br />
Verstelbare rugleuning - met de hand verstelbare<br />
rugleuning van de voorste stoel ...........................258<br />
Verwarming - achterruit .........................................134<br />
Verwarming -<br />
airconditioning met temperatuurregeling .... 25, 126<br />
Verwarming - airconditioning met twee zones ......126<br />
Verwarming - motorblokverwarming .....................346<br />
Verzopen - motor verzopen ...................................344<br />
Video - televisiesysteem ..........................................207<br />
Vierwielaandrijving ............................... 356, 463, 464<br />
Vierwielaandrijving - terreinrijden op hellingen ........14<br />
Vloeistof -<br />
automatische transmissievloeistof ............... 406, 460<br />
Vloeistof - hydraulische koppelingsvloeistof ...........407<br />
Vloeistof - koelvloeistof ...........................................402<br />
Vloeistof - koelvloeistof controleren en bijvullen ....475<br />
Vloeistof - koelvloeistof van interkoelersysteem<br />
controleren en bijvullen .......................................479<br />
Vloeistof - motorolie ...............................................397<br />
533 . . .
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 534 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
V (vervolg)<br />
Vloeistof - remvloeistof ...........................................410<br />
Vloeistof -<br />
reservoir voor de koppelingsvloeistof .......... 395, 396<br />
Vloeistof - ruitensproeiervloeistof ...........................412<br />
Vloeistof - stuurbekrachtigingsvloeistof ..................409<br />
Vloeistof - verwarmde sproeiervloeistof ...92, 132, 217<br />
Vloeistof - vloeistof voor handgeschakelde<br />
transmissie ...........................................................407<br />
Vloeistoffen -<br />
aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .........419<br />
Voeding - accessoirevoeding ......................... 243, 342<br />
Voertuig - inrijperiode bij nieuwe voertuigen .........313<br />
Voertuig Identificatie Nummer ...............................437<br />
Voetgangersbeschermingssysteem ........................247<br />
Voorruit - ruitenwissers met regensensor ........ 96, 214<br />
Voorruit - sproeier ..................................................216<br />
Voorschriften - onderhoudsvoorschriften ...............384<br />
Voorwerp waarnemen -<br />
voetgangersbeschermingssysteem ......................247<br />
W<br />
Waarschuwingen -<br />
belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................6,-20<br />
Waarschuwingen - waarschuwingen uitlaat .............12<br />
Waarschuwingsknipperlichten ........................ 25, 110<br />
Waarschuwingslamp - controlelamp airbag ...... 42, 98<br />
Waarschuwingslamp -<br />
controlelamp voor voertuigstoring ........................38<br />
Waarschuwingslamp -<br />
waarschuwingslamp koelvloeistoftemperatuur ......35<br />
Waarschuwingslamp -<br />
waarschuwingslamp motoroliedruk .......................33<br />
Waarschuwingslamp - waarschuwingssignaal<br />
ingeschakelde verlichting .......................................44<br />
Waarschuwingslamp airbag .............................. 42, 98<br />
Waarschuwingslampen ...........................32, 365, 366<br />
Waarschuwingslampje -<br />
controlelamp alarminstallatie .................................43<br />
Waarschuwingslampje -<br />
lampje lage bandenspanning ......................... 45, 88<br />
Waarschuwingssignaal -<br />
ingeschakelde verlichting .....................................120<br />
Weergave - taalkeuze ...............................................59<br />
. . . 534
09eu<strong>CTS</strong>.dut Page 535 Wednesday, July 23, 2008 10:53 AM<br />
Index<br />
W (vervolg)<br />
Wielen ....................................................................435<br />
Wielen - aanhaalmoment wielmoeren ........... 456-459<br />
Wielen - vervangen ................................435, 456-459<br />
Wielen - Wielsloten .................................................434<br />
Wielen -<br />
wieluitlijning en uitbalancering van de wielen .....435<br />
Wielophanging ......................................................370<br />
Wielophanging - magnetische stabilisatieregeling .371<br />
Wielophanging -<br />
toets magnetische stabilisatieregeling ...................25<br />
Wissers -<br />
door wissers ingeschakelde koplampen ...... 122, 215<br />
Wissers - regenafhankelijke .............................. 96, 214<br />
WMA - cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen<br />
(cd-wisselaar voor 6 cd's) .....................................156<br />
WMA - cd's met MP3- of WMA-bestanden afspelen<br />
(radio met harde schijf) .......................................194<br />
Z<br />
Zekeringen .............................................................438<br />
Zekeringen - zekeringenhouder in het<br />
achtercompartiment ................................... 448, 450<br />
Zekeringen - zekeringenhouder in<br />
motorcompartiment ..................395, 396, 441, 445<br />
Zender - batterij vervangen ........................... 327, 333<br />
Zender - bereik van de afstandsbediening .............326<br />
Zender - het voertuig starten op afstand ...............336<br />
Zender - sloten met afstandsbediening ..................324<br />
Zijkussen -<br />
bediening elektrisch bedienbaar zijkussen ...........262<br />
Zijkussen - bediening elektrisch bediende<br />
lendensteun en zijkussen .....................................261<br />
Zon - zonnedak ............................................. 239, 240<br />
Zon - zonnekleppen ...............................................239<br />
Zonnescherm - zonnekleppen ...............................239<br />
Zonnesensor ..........................................................133<br />
Zorg voor de buitenkant ........................................466<br />
Zwangerschap - gebruik van veiligheidsgordel ......275<br />
535 . . .