24.04.2014 Views

Visiedoc VPRO Digitaal

Visiedoc VPRO Digitaal

Visiedoc VPRO Digitaal

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

We hebben samen een click<br />

<strong>Visiedoc</strong>ument <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

Erik van Heeswijk<br />

November 2008<br />

Versie 1.0


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord: <strong>Visiedoc</strong>ument, van grote lijnen naar concrete stappen<br />

Hoofdstuk 1. Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 4<br />

1.1 De veranderende mediaconsumptie<br />

1.2 De binding van het gelaagde verhaal<br />

Hoofdstuk 2. Crossmedialiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 7<br />

2.1 Communicatie<br />

2.2 Afrekenmodel<br />

2.3 Bereidheid en vaardigheden<br />

2.4 Multimediaal en crossmediaal<br />

2.5 Iedereen en alles crossmediaal?<br />

2.6 Crossmediaal en non-lineair<br />

2.7 De crossmediale organisatie<br />

Hoofdstuk 3. User Generated Content en community’s . . . . . . . . . . . . . .pagina 11<br />

3.1 Community en UGC<br />

3.2 De doelstellingen van interactie<br />

3.3 Aandacht<br />

3.4 De tijdfactor<br />

3.5 De Kwaliteit<br />

3.6 Koppelen aan de redactieleden<br />

3.7 Koppelen aan het medium<br />

Hoofdstuk 4. NPO en <strong>VPRO</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 16<br />

4.1 Crossmediale intekening: internet hoofdtaak<br />

4.2 Meer platforms<br />

4.3 Thematisch werken<br />

4.4 Flexibel blijven<br />

4.5 Identiteit<br />

Hoofdstuk 5. <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . pagina 20<br />

5.1 <strong>VPRO</strong> internet, centraal en decentraal<br />

5.2 Innovatief versus facilitair<br />

5.3 Beheer versus ontwikkeling<br />

5.4 De structuur van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

5.5 De intake van een project<br />

5.6 De inrichting van de ICT<br />

5.7 Sterkte/zwakte analyse<br />

Hoofdstuk 6. Kort jaarplan 2009, jaar van de connectie . . . . . . . . . . . . pagina 27<br />

6.1 Generiek ontwikkelen in 2009<br />

6.2 Strategie <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

6.3 Het jaar 2009


Voorwoord: Van grote lijnen naar concrete stappen<br />

Het essayrapport of visiedocument dat voorligt is slechts een eerste poging algemene<br />

mediaontwikkelingen te koppelen aan de ambities van de <strong>VPRO</strong> en de inrichting van <strong>VPRO</strong><br />

<strong>Digitaal</strong>.<br />

De structuur van het document is dan ook onkarakteristiek: het gaat van algemeen naar concreet,<br />

van het signaleren van de grote verschuivingen in de media en wat de randvoorwaarden daarvan<br />

zijn, tot de structuur van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> en het jaarplan 2009.<br />

Het is een echt visiedocument. De lezers die door het hele document willen gaan, zullen zich door<br />

twee uitgebreide hoofdstukken over User Generated Content en Crossmedialiteit moeten<br />

heenworstelen. Maar een paar pagina’s stil staan bij de twee grootste ontwikkelingen in de media<br />

was naar mijn smaak de enige manier om mijn visie helemaal in context te plaatsen.<br />

Om de snelle scanners toch tegemoet te komen zijn aan het einde van de hoofdstukken bulletboxen<br />

met maatregelen en aandachtspunten te vinden. Vanaf hoofdstuk 4 gaat het voor hen weer over<br />

omroepbeleid en – hoofdstuk 5 - de inrichting van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong>.<br />

Het document eindigt met een korte schets van de situatie van 3VOOR12 en Cinema.nl, en een kort<br />

jaarplan <strong>Digitaal</strong>.<br />

Het plan is in een aantal dagen geschreven na 10 weken <strong>VPRO</strong>. Ik ben me ervan bewust dat het<br />

document nog allerlei gebreken en omissies bevat die in de loop der jaren moeten worden<br />

gecorrigeerd. Uiteraard worden complimenten en met name kritiek zeer dankbaar aanvaard en<br />

expliciet in een update verwerkt.<br />

Erik van Heeswijk<br />

Hoofd <strong>Digitaal</strong> <strong>VPRO</strong><br />

e.van.heeswijk@vpro.nl<br />

November 2008


Hoofdstuk 1: Inleiding<br />

Waarom crossmediaal, waarom interactief?<br />

“Het moet helemaal crossmediaal! En iets met User Generated Content!” Het zijn veelgehoorde<br />

kreten op de congressen van het medialandschap en in bestuurskamers van omroepen en kranten.<br />

Maar zo kernachtig gesteld is het ook een onderschatting van de koppige Nederlandse volksaard.<br />

Immers, als we iets moeten, zoeken we eerst naar manieren om het juist niet te doen. En dat geldt<br />

dubbel voor mediamakers. We gaan ook te vaak voorbij aan de vragen die het nieuwe credo<br />

oproept: “Waarom dan? Moet alles crossmediaal interactief? En van wie? En wat gebeurt er als we<br />

het niet doen? En wat garandeert me dat het niet het zoveelste hypje is dat wel overwaait?”<br />

Vanuit de mediamaker bekeken zijn er externe en interne oorzaken om een verhaal anders te gaan<br />

vertellen dan 10 jaar geleden, en beiden zijn even relevant.<br />

1.1 Externe oorzaak van verandering: de veranderende mediaconsumptie<br />

Mediamakers vertellen een verhaal aan hun publiek. En om dat publiek optimaal te bereiken is het<br />

noodzakelijk dat je weet wie je doelgroep is en waar ze te vinden is. De mediaconsumptie van de<br />

Nederlander is de laatste jaren snel aan het schuiven, onder druk van het opkomende internet,<br />

gamesindustrie en de dalende krantenabonnementen. Er wordt vaak gedaan alsof die radicale<br />

verandering slechts de opgroeiende jeugd betreft, maar in feite is de transformatie veel<br />

ingewikkelder. En nieuwtje van het oude medium Teletekst:<br />

Als je naar de onderzoeken kijkt die de laatste jaren zijn gepubliceerd, kun je maar één conclusie<br />

trekken: de mediaconsumptie is de laatste jaren spectaculair veranderd. Er wordt iets minder TV<br />

gekeken en radio geluisterd, en veel meer tijd aan internet besteed. Tijdschriften blijven steken en<br />

betaalde kranten zijn behoorlijk in de problemen. Maar de wereld is complexer dan dat. Er is oude<br />

wijn in nieuwe zakken: op internet kijken veel mensen naar de TV of luisteren naar de radio. Ze<br />

bezoeken een krantensite, halen Vodcasts of Podcasts binnen en hebben daarmee feitelijk oud


gedrag naar een nieuw medium getild. Met één belangrijk verschil: consumenten kijken en luisteren<br />

wanneer zij willen.<br />

Daarnaast is er een meer fundamenteel verschil tussen de mediaconsument van 15 jaar geleden en<br />

die van vandaag: media gaat lijken op sport, het wordt een activiteit. In plaats van de ogen en oren<br />

op te zetten, en te wachten tot de verhalen, muziek en films binnenstromen, nemen we een steeds<br />

meer proactieve rol in de omgang met media, op een heleboel verschillende niveaus: we kiezen<br />

onze tijdstippen door de DVD-recorder in te stellen de reclame eruit te zappen, door Podcasts in<br />

onze iPhones binnen te laten stromen en uitgemist te bekijken. Media is door alle technische<br />

vooruitgang ook meer een doorlopende activiteit geworden, we worden omringd door de media die<br />

ons definiëren. We hebben internet op het werk, en de gameconsole in de trein en TomTom gaat ons<br />

in de auto commentaar leveren op het landschap. Maar ook: we houden een weblog bij, plaatsen<br />

Draadstaalfilmpjes op onze Hyves, discussiëren in de comments van onze favoriete sites en<br />

koppelen in een mashup onze MP3’s aan Youtubefilmpjes. Media wordt een grondstof voor<br />

manipulatie, en gevestigde media-organisaties leveren de ingrediënten voor het persoonlijke recept.<br />

Uiteraard zijn er veel mensen die aan de krant, de lineaire radio en TV genoeg hebben, en niet<br />

meedoen aan de vermoeiende ratrace van wat de goeroes de ‘ prosumer’ noemen, een samenballing<br />

van de ‘proactive consumer’. Maar hun aantal neemt af. Het individueel omgaan met media, hoe<br />

eenvoudig ook, wordt paradoxaal genoeg een massa-activiteit.<br />

Omroepen kunnen niet anders dan inspelen op de enorme gedragsverandering van ‘hun klanten’.<br />

Als zij hun verhaal nog aan grote groepen mensen willen slijten zullen zij daarin hun plek moeten<br />

vinden. Uiteraard gebeurt er al veel op dit gebied, de <strong>VPRO</strong> kent al VODcasts, mashups en<br />

community’s. Maar het wordt steeds belangrijker snel in te spelen op wat de ontvanger wil.<br />

1.2 Interne oorzaak van verandering: de binding van het gelaagde verhaal<br />

Er is meer dan externe druk. De vraag waarom het crossmediaal en interactief moet, kan vanuit de<br />

maker nog eenvoudiger worden beantwoord: ‘omdat het kan!” Er is simpelweg een behoefte om het<br />

verhaal dat we willen vertellen zo sterk mogelijk te maken, om er een gelaagdheid in aan te<br />

brengen, de luisteraar te verrassen met sterke inhoud in een zo doordringend mogelijke vorm.


De samenwerking tussen de verschillende platformen en de nieuwe technieken helpen ons daarbij.<br />

Door een TV-programma te maken als Zomergasten, dat te koppelen aan radio en de Gids, de<br />

fragmenten nog eens online te tonen verdiep je daadwerkelijk het concept van Zomergasten. En als<br />

je die verschillende elementen niet alleen naast elkaar laat bestaan, maar ook nog nadrukkelijk een<br />

eigen taak geeft en naar elkaar laat verwijzen (“Dit fragment ziet u langer online”, “Op de <strong>VPRO</strong><br />

radio hoort u wat andere wetenschappers daarvan vonden” etc...) , dan is het geheel ook inhoudelijk<br />

meer dan de som der delen.<br />

Dat geldt nog sterker voor het opbouwen van een community, waarin eventueel User Generated<br />

Content een rol speelt. Te vaak wordt een online<br />

gemeenschap gebouwd, omdat dat nu eenmaal de mode is. De video’s van Landroof.nl maken<br />

daadwerkelijk deel uit van de uitzending<br />

Maar gaan we naar die bevolking luisteren, echt luisteren?<br />

Geven we hen dan ook een plek in onze content? Wordt<br />

het gehele verhaal daar sterker van? Een community zoals<br />

bijvoorbeeld 3VOOR12 of Landroof kan een geweldige<br />

meerwaarde leveren. Het kan een trouw publiek<br />

opbouwen, het succes van alle delen vergroten en prachtige<br />

verhalen opleveren. Maar het kost ook geld, tijd, energie<br />

en de overtuiging van de <strong>VPRO</strong> dat het luisteren echt de<br />

moeite waard is.<br />

Als verhalen sterker worden, raken toehoorders geboeid. Ook letterlijk, ze worden gebonden. In de<br />

mediawereld is het gevecht om de aandacht van het publiek steeds bloediger geworden, en de<br />

behoefte om geïnteresseerden langer vast te houden dan een TV- of een radioprogramma van een<br />

uur is logisch. Daarin spelen crossmedialiteit, vervolgverhalen en community’s een steeds<br />

belangrijkere rol. Themagericht werken, een goed merkenbeleid, nadenken over de distributie van<br />

content en het kennen van je doelgroep, alles helpt om van consumenten <strong>VPRO</strong>-ers te maken.<br />

Media is van zelfstandig naamwoord een werkwoord geworden, media maken van produceren tot<br />

proces, een proces waarin alles moet kloppen. Waarin makers authentiek zijn en goed op elkaar<br />

ingespeeld. Dat vereist veel samenwerken, discipline en feeling voor waar de verschillende media<br />

goed in zijn. In veel gevallen moet het leiden tot een andere manier van werken, een andere manier<br />

van budgetteren, een andere manier van praten.<br />

Tussen mediamakers moet de click er zijn, niet alleen de taakverdeling.


Hoofdstuk 2: Crossmedialiteit<br />

Geen probleem!<br />

De neiging om media-uitingen van verschillende platforms thematisch aan elkaar te knopen, komt<br />

dus voort uit de steeds complexer wordende mediaconsumptie van de doelgroep en de behoefte om<br />

hen te binden met een langduriger en gelaagder verhaal.<br />

Vele congressen worden jaarlijks gewijd aan ‘crossmedia’ en daar wordt de één na de ander<br />

complex succesproject op de beamers vertoond. En toch... Het klinkt een beetje oneerbiedig, maar<br />

crossmedialiteit is geen fundamenteel of principieel probleem. De <strong>VPRO</strong> heeft in principe alle<br />

kennis in huis om prachtige crossmediale projecten vorm te geven en uit te werken. Print, radio, TV,<br />

internet, mobiel, van alle platforms zijn deskundige ontwikkelaars in het pand aanwezig. En als het<br />

idee goed is en de echte passie aanwezig, is een echt crossmediaal format niet vreselijk<br />

ingewikkeld.<br />

De <strong>VPRO</strong> kent al vele voorbeelden van crossmedialiteit. Van documentaireplatform HollandDoc tot<br />

de elfstedentocht 1963, Van In Europa tot Villa Achterwerk, in allerlei hoeken van het gebouw is<br />

samenwerking tussen de mediaplatforms te bespeuren.<br />

Maar het kan beter en de eventuele hindernissen om dat te realiseren zijn bedrijfscultureel en<br />

menselijk van aard. De <strong>VPRO</strong> wil nadrukkelijk een crossmediale organisatie zijn, aan de intenties<br />

ligt het niet. Maar crossmedialiteit draait om interne communicatie tussen mediamakers van de<br />

verschillende platformen, een goed afrekenmodel en de bereidheid en vaardigheden om op de<br />

wensen van de andere platforms in te spelen. De kunst van het mogen, het willen en het luisteren.<br />

En het vervolgens allemaal aan elkaar koppelen.<br />

2.1 Communicatie<br />

Samenwerken en inspringen op elkaars ideeën veronderstelt dat je weet welke ideeën er leven. Dat<br />

varieert van kleine gesprekken bij de koffie-automaat tot overleg op directieniveau. Het is van groot<br />

belang dat er een duidelijk beleid komt over de interne communicatie over media-ideeën.<br />

Intranetten en nieuwsbrieven, ideeëndatabases, interne weblogs en een omroepbreed<br />

discussieplatform als de Villa Sofa’s, alles kan een rol spelen om te weten waar de mediamakers<br />

van de <strong>VPRO</strong> mee bezig zijn, zonder dat het verzandt in een enorm vergadercircus of oeverloos<br />

koffiedrinken. Op hoofdniveau zou het innovatieoverleg, zoals dat nu gebeurt, een plek moeten<br />

blijven waarin op een vroeg niveau projecten worden aangekaart tussen TV, Radio, <strong>Digitaal</strong> en de<br />

Gids.<br />

2.2 Afrekenmodel<br />

Weten wat er leeft is niet voldoende, er zou vanuit de organisatie een drive moeten uitgaan om<br />

daadwerkelijk crossmediaal te produceren. Met name het produceren van televisie heeft een eigen<br />

dynamiek met eigen inhoudelijke en financiële belangen, en crossmedialiteit is vaak niet de eerste<br />

zorg. Dat betekent in eerste instantie dat NPO naar andere afrekenmodellen zou moeten kijken.<br />

Kijk- en bezoekcijfers zijn belangrijk, maar een eindredacteur TV of projectleider <strong>Digitaal</strong> slechts<br />

daarop afrekenen is natuurlijk geen suggestie om het vak breder te bekijken. In de financiering zou<br />

de crossmedialiteit een sterkere rol moeten spelen, de totale ‘binding’ van een doelgroep zou<br />

beloond moeten worden. In het verlengde daarvan zou dat ook in het evaluatiegesprek met<br />

eindredacteuren en producenten een belangrijke rol moeten spelen: waren er mogelijkheden het


verhaal crossmediaal te verdiepen en doelgroepen vast te houden en is dat ook daadwerkelijk<br />

gebeurt? En ten koste van wat?<br />

2.3 Bereidheid en vaardigheden<br />

Als je bekend bent met de formats die actueel zijn en crossmedialiteit loont, dan komt het op<br />

bereidheid en vaardigheden aan. Dat betekent dat je weet wat TV maken betekent, hoe radiomaken<br />

werkt, wat er bij internet te koop is om je doelen te bereiken. Je hoeft niet alle mediadisciplines te<br />

beheersen, maar een sterke affiniteit met alle platforms is voor iedereen belangrijk. Behalve<br />

enthousiasme is een goed opleidingsbudget en de prikkel om jezelf jaarlijks bij te schaven cruciaal.<br />

2.4 Multimediaal en crossmediaal<br />

Er is een belangrijk verschil tussen multimediale en crossmediale activiteiten. Veelal wordt een<br />

programma met een site ernaast of een radioprogramma met een tegenhanger op TV al als<br />

crossmediaal gezien. Het multimediale, het inzetten van verschillende media naast elkaar op één<br />

onderwerp is vaak nog een zeer beperkte manier van kijken naar de combinatie van platforms.<br />

Echt crossmediaal en echt effectief wordt een project pas echt als:<br />

- Het idee of het verhaal geheel platformonafhankelijk kan worden gedefinieerd. Als een medium<br />

leading is, kan het nog steeds goed worden, maar het risico van aanhakende anderen (en dus een<br />

wat schrale multimedialiteit) is groter. Holland Sport is, hoe je het ook wendt of keert, in de<br />

allereerste plaats een heel goed TV-programma met een presentator met uitstraling. Klagen dat<br />

Holland Sport niet volkomen crossmediaal is, zou daaraan voorbij gaan.<br />

- Een goede en intuïtief kloppende taakverdeling tussen de verschillende media. Vraag je vooraf aan<br />

het ontwikkelen van een geheel radio- of TVformat af wat internet kan bijdragen (of andersom).<br />

Radio en TV zijn bijvoorbeeld nu eenmaal meer geschikt om sfeer te brengen dan om ingewikkeld<br />

cijfermateriaal uit te leggen, terwijl radio online vaak beeldmateriaal ongelooflijk kan versterken.<br />

- Tot slot moeten de verschillende media op een<br />

indringende en logische wijze naar elkaar verwijzen.<br />

Een veel gemaakte fout is te denken dat een algemene<br />

verwijzing aan het eind van een TV-programma (“Deze<br />

uitzending en meer informatie vind u op onze website,<br />

www...) echt voldoende kijkers erheen zal lokken. Veel<br />

beter is het al om prikkelend concreet te zijn<br />

(“Uiteraard zijn er ook mensen die denken dat er geen<br />

klimaatcrisis is, zoals deze twee wetenschappers van de<br />

Radboud Universiteit. Hun bijdragen lees je nu op onze<br />

weblog, je kunt er reageren”). Je hebt ‘cliffhangers’<br />

nodig.<br />

Helaas is de koppeling tussen het filmprogramma<br />

Cinemania en Cinema.nl onvoldoende om van<br />

echte crossmedialiteit te spreken.<br />

Maar het wordt pas echt spannend als de inhoud van de site, de radio en TV een beetje door elkaar<br />

mengen (zie bijvoorbeeld Landroof, waarin ingestuurde video’s deel van de uitzending werden).<br />

2.5 Iedereen en alles crossmediaal?<br />

De grote vraag is of daarmee gewoon een mooie site of een mooi programma maken verleden tijd<br />

is. Is daarmee alles dat niet crossmediaal is, automatisch minder waard geworden? Nee. De <strong>VPRO</strong><br />

hangt sterk aan het thematisch werken, waarbij op het gebied van wetenschap, geschiedenis,


documentaires, film en popmuziek makers van de verschillende platforms bij elkaar zitten, zoals nu<br />

al gebeurt. Dat heeft als groot voordeel dat het veel gemakkelijker is om een doelgroep over langere<br />

tijd vast te houden, om de middelen efficiënt te verdelen en automatisch een sterke neiging tot<br />

crossmediaal werken te krijgen. Maar in elke mediaorganisatie zijn er programma’s en mensen die<br />

minder effectief worden als ze worden lastig gevallen met ‘de last van de crossmedialiteit of de<br />

interactiviteit’. Gewoon een goed programma maken is zeker ook een kwaliteit op zich, en daar kan<br />

het soms ook bij blijven. De uitzonderingen zijn alleen niet erg talrijk, de meeste projecten<br />

profiteren van soms maar een kleine vorm van contact met het publiek of met een ander platform.<br />

En het maken van ‘slechts een goed programma’ of ‘slechts een goede website’ wordt veel vaker als<br />

excuses gebruikt om de discussie over effectievere inzet van middelen te omzeilen en de controle te<br />

behouden door samenwerking te minimaliseren.<br />

Dat geldt ook voor mensen. Sommigen zijn erg gespecialiseerd of liggen wat verder af van de<br />

toekomstige praktijk zodat het soms onverstandig zou zijn in hun crossmediale eigenschappen te<br />

investeren. Maar wie bepaalt wie dat zijn? Het grootste – en reële - gevaar voor de <strong>VPRO</strong> is als een<br />

strategie voor de toekomst door te weinig mensen echt wordt gedragen en een kwestie blijft van<br />

trots wijzen naar de voorlopers of de unieke projecten.<br />

2.6 Crossmediaal versus non-lineair?<br />

Het moeilijkste probleem dat de komende jaren om een oplossing gaat vragen ligt in de trend dat de<br />

mediaconsumptie steeds persoonlijker, maar ook grilliger en contextlozer wordt. We downloaden<br />

Podcasts en Vodcasts, zetten de DVDrecorder aan, checken even de RSSfeed voor het nieuws, we<br />

consumeren media gefragmenteerd en geïsoleerd. Het lijkt er sterk op dat over een jaar of 10<br />

lineaire TV en radio minder belangrijk zal zijn dan nu.<br />

De widgets van 3VOOR12<br />

Door die onvoorspelbaarheid wordt het steeds ingewikkelder het publiek te vangen in een langdurig<br />

onderwerp. Om de mediaconsument tegemoet te komen is de verleiding groot alles op handzaam<br />

formaat (embedded video’s in Youtube, nieuwsbrieven, Podcasts en Vodcasts) naar het publiek te


engen in de hoop dat ze dat regelmatig en snel consumeren. Maar die vluchtigheid kan uiteraard<br />

ten koste gaan van de gelaagdheid van het verhaal en van de sfeer van de context. Een mogelijke<br />

oplossing is er in eerste instantie in gelegen dat niet alles los wordt gedistribueerd, maar dat het<br />

publiek wordt verleid de hele context binnen te treden voor minder op maat en meer verrassing.<br />

Concreet betekent dat bijvoorbeeld in nieuwsbrieven niet alles vermelden maar na een kort verhaal<br />

met een link verwijzen naar de site of expliciet naar de zender. De widgets van 3VOOR12 kunnen<br />

op de desktop van je computer verschijnen, en zo een dagelijkse band met de gebruiker creëren. Het<br />

nadeel: er is onvoldoende prikkel om naar de site door te klikken of 3VOOR12 op de radio te<br />

beluisteren.<br />

Het is belangrijk constant, ook in de afzonderlijke elementen (als een TV-uitzending) blijven<br />

vermelden wat er nog meer te halen is en de gebruiker te verleiden meer te consumeren.<br />

2.7 De crossmediale organisatie<br />

Platformonafhankelijk werken stelt niet alleen andere eisen aan mediamakers en –ontwikkelaars,<br />

maar ook hen die dat proces dagelijks ondersteunen. Een crossmediaal platform heeft van<br />

Marketing en Communicatie ook een crossmediale huisstijl nodig, en nog meer focus op<br />

merkenbeleid en interne communicatie. Het vraagt van de financiële afdelingen creatieve<br />

oplossingen voor het monitoren van het besteden van geld naar thema, en niet meer naar platform.<br />

P&O zal andere functieomschrijvingen moeten maken, andere mensen moeten werven en een goed<br />

opleidingsbeleid moeten formuleren. Voor elke professional heeft zo’n werkwijze consequenties,<br />

daarin staan de mediamakers niet alleen.<br />

AANDACHTSPUNTEN VOOR DE <strong>VPRO</strong>: CROSSMEDIA<br />

+ De verwijzingen tussen de verschillende elementen van een crossmediaal product<br />

moeten sterker. Een sitenaam in de aftiteling na het programma is onvoldoende om de<br />

elementen aan elkaar te knopen. Online moet door middel van een Electronische<br />

Programmagids (“wat komt er morgen op Tv over wetenschap?”) meer de relatie met<br />

TV en radio worden gelegd.<br />

+ De interne communicatie over de media-ideeën die leven kan beter. Uiteraard is er<br />

het innovatieoverleg, maar daar komen slechts een paar projecten aan bod.<br />

+ Crossmediaal werken zou standaard deel moeten uitmaken van de<br />

functioneringsgesprekken met alle siteontwikkelaars en programmamakers.<br />

+ Duidelijker benoemen welke programmamakers en siteontwikkelaars meer kennis<br />

moeten opdoen van elkaars processen en daar het opleidingsbudget op aanpassen<br />

(kleine cursussen radiomaken voor <strong>Digitaal</strong> of bloggen voor TVmakers).


Hoofdstuk 3: Community’s en UGC<br />

In theorie zijn de meeste mediamakers er van overtuigd dat de tijd van het volledige<br />

eenrichtingsverkeer voorbij is. Kijkers, bezoekers en luisteraars eisen hun plek op en een serieuze<br />

vorm van interactie is een probaat middel om publiek thematisch aan een omroep te binden.<br />

Maar de praktijk is anders: anno 2008 heerst nog steeds de vrees om het publiek meer stem te geven<br />

in hun site of programma. Een beeld van opengaande sluisdeuren en binnenstormende wilden die<br />

het interieur volkomen vernielen, beheerst het brein van de maker. En die angst is niet volledig<br />

ongegrond. Als User Generated Content (UGC) wordt gezien als een functie die je slechts aan en uit<br />

kunt zetten, en met repressie op zijn plaats moet houden (mensen weren, straffen uitdelen voor<br />

slechte content) lijkt het middel erger dan de kwaal.<br />

Bovendien is het toestaan van publiekscontent in de programma’s en sites niet slechts een<br />

bedrijfscultureel, maar ook een principieel probleem: in hoeverre kunnen we de controle uit handen<br />

geven? Is de informatie die ons wordt aangereikt te vertrouwen en kunnen we de gewenste kwaliteit<br />

van het eindproduct nog geheel controleren? UGC raakt de kern van wat mediamakers doen.<br />

Gelukkig kent de invloed van het publiek vele vormen en het is de kunst om daarin zeer bewuste<br />

keuzes te maken. En die keuzes zijn er. Een bijdragende community hoeft er niet te zijn omdat de<br />

mediagoeroes of de consumenten dat eisen, maar het moet daadwerkelijk een constructieve bijdrage<br />

leveren aan het mediaproduct dat wordt opgeleverd. Als het ten koste gaat van de kwaliteit die je<br />

hebt gedefinieerd (!), moet je een andere vorm kiezen of het in zijn geheel achterwege laten. En je<br />

hebt daadwerkelijk invloed op de kwaliteit die het publiek levert.<br />

Het organiseren van interactie is geen standaardopdracht en kan onmogelijk met een eenvoudig<br />

stappenplan worden volbracht. Daarvoor zijn mensen en ideeën te uniek en contexten te grillig.<br />

Maar het overwegen van een aantal elementen kan helpen de meest voorkomende valkuilen te<br />

ontwijken.<br />

3.1 Community en UGC<br />

In de dagelijkse praktijk worden de begrippen van ‘community’ en User Generated Content vaak<br />

door elkaar gebruikt. Dat is meestal niet terecht en om de discussie iets te vergemakkelijken, even<br />

wat begripsbepaling. Een community is een (online) gemeenschap waarin het publiek zelf tot<br />

onderwerp wordt. Cinema.nl is pas echt een community als filmkenners er met name voor elkaar<br />

komen, om te discussiëren over de nieuwste horrorfilms bijvoorbeeld. De redactie speelt daarbij de<br />

rol van aangever en discussieleider. Maar de content die de redactie van en community produceert<br />

is in eerste instantie bedoeld als de motor van de gemeenschap, en niet als een product op zichzelf.<br />

Vandaar dat die content vaak beter duidend of prikkelend van karakter is, zoals de sites Geenstijl en<br />

Vara’s Kassa laten zien.<br />

UGC is content die door het publiek wordt geproduceerd. Dat gebeurt vaak in de setting van een<br />

kleine online gemeenschap (denk aan Landroof.nl) maar dat hoeft niet persé. Een oproepje op de<br />

TV om foto’s in te sturen kan ook tot UGC leiden (“Feest voor de Geest”), zonder dat de leden van<br />

die actie op elkaar gericht zijn. UGC bestaat in vele soorten en maten. Bescheiden als de<br />

commentaren op de weblog van Villa<strong>VPRO</strong> en uitgebreid als de filmpjes van Café de Liefde en<br />

alles ertussen.


3.2 De doelstellingen van interactie<br />

De interactie aangaan met de doelgroep kan met verschillende motieven. Kwaliteit kent vele<br />

vormen. En in de keuze van de middelen en de inschatting van de haalbaarheid van de<br />

doelstellingen is het verstandig de opties kort te benoemen. Het maakt een heel verschil of men in<br />

het kader van de goede beeldvorming open wil staan voor kritiek, of daadwerkelijk hoogstaande<br />

content op de site, de radio, de gids of TV wil opnemen. In het eerste geval kunnen de (technische)<br />

middelen veel bescheidener worden (een ingezonden brievenrubriek, een weblog met<br />

commentaarfunctie, een mailadres) ingericht dan in de laatste, waarin een technische en<br />

crossmediale strategie moet worden bedacht.<br />

Ook kan de content veel verschillende bijdragen leveren. Moet de interactie in het geval van<br />

Tegenlicht bijdragen tot nog meer feitelijke berichtgeving, of in het geval van 3VOOR12 wellicht<br />

zorgen voor meer sfeer onder Hiphopliefhebbers? Wil je je tegenspraak of je geloofsgenoten<br />

organiseren? Gaat het je om massale ledenwerving en –binding onder <strong>VPRO</strong>ers of wil je de<br />

discussie onder een elite stimuleren? Kijkers in contact brengen met makers?<br />

Bij interactie met de doelgroep lijkt iedereen het<br />

over hetzelfde te hebben, maar het is allesbehalve<br />

een enkelvoudig begrip. Wat bij het ene<br />

programma heel goed bescheiden kan blijven,<br />

moet bij de ander fors worden ingezet om effect te<br />

sorteren. Een grote community waarin de kinderen<br />

van Villa Achterwerk langdurig met elkaar praten<br />

vraagt een grotere inspanning dan het opzetten van<br />

een quiz.<br />

Op Holland DocBlogs kunnen met makers in contact<br />

treden. Aan de rechterkant staan de laatste reacties.<br />

3.3 Aandacht<br />

Welk doel je als programmamaker en siteontwikkelaar hebt is niet het enige perspectief. De grootste<br />

fout die community-ontwikkelaars zichzelf stellen is het volstrekt vergeten van de allerbelangrijkste<br />

vraag: wat willen de potentiële leden? Waarom zouden mensen in de hectiek van hun leven, met al<br />

die dringende zaken die om aandacht vragen een deel van hun dag besteden aan de vragen die je<br />

hen stelt? Vaak wordt er zonder aarzelen van uitgegaan dat men zo verschrikkelijk interessant bezig<br />

is dat mensen automatisch daarvan deel willen uitmaken. Maar dat is precies de arrogantie die een<br />

community om ‘onverklaarbare redenen’ tot een mislukking kan maken.<br />

Mensen voelen het ogenblikkelijk als de intenties niet zuiver zijn, als ze ergens voor gebruikt<br />

worden (kijkcijfers, goedkope content) zonder dat ze er voldoende voor terug krijgen. Mensen de<br />

ruimte geven betekent hen ook serieus nemen.<br />

Veel mensen zijn bereid op vrijwillige basis een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van een<br />

mediaorganisatie, zeker als het hun passies betreft. Maar daar willen ze in de eerste plaats aandacht<br />

voor terug. Aandacht van de andere leden van de community, aandacht van de redactie. Hun mening<br />

serieus nemen betekent ook durven die mening centraal te stellen. Zo is het bijvoorbeeld<br />

tegenintuïtief om van een site als Cinema.nl of een programma als Tegenlicht een community te<br />

willen maken, maar in de nieuwsbrief slechts bijdragen van de redactie te plaatsen. Of om<br />

vrijwilligers te vragen voor 3VOOR12 lokaal stukken en foto’s te plaatsen, zonder dat hun namen<br />

vindbaar of prominent bij hun bijdragen aanwezig zijn. Mensen willen gezien worden en hoe groter<br />

hun bijdrage en tijdsinvestering, hoe groter de aandacht moet zijn. Als leden slechts als middel


worden gezien en niet tot doel zullen hun bijdragen op de lange termijn nooit de vereiste kwantiteit<br />

of kwaliteit behalen.<br />

3.4 De tijdfactor<br />

Voor een bloeiende community is een kritische massa van enkele honderden of duizenden actieve<br />

mensen nodig, afhankelijk van hun trouw en het onderwerp. Het kost een tijd om dat op te bouwen,<br />

en je kunt dat de mensen ook niet meer afnemen. Het is immers ook hun gemeenschap geworden.<br />

Dat betekent dat het weinig raadzaam is om een gemeenschap te bouwen rondom één programma of<br />

een kleine serie. Het kost simpelweg te veel energie en het duurt te lang voor dat wat oplevert.<br />

Bovendien is de interesse voor een programma te vluchtig en de overeenkomsten tussen de leden<br />

dan te klein om een echte gedachtewisseling op gang te brengen.<br />

Community’s kunnen beter rondom de langdurige<br />

thema’s worden gebouwd. Geschiedenis- freaks<br />

kunnen hun hart luchten bij /Geschiedenis terwijl<br />

de wetenschappelijke wereld haar liefhebbers moet<br />

ontmoeten bij Noorderlicht. Daarvoor leden<br />

werven is kostenefficiënt en er kan langdurig aan<br />

worden gewerkt om de bijdragen van het publiek<br />

op een hoger plan te brengen.<br />

Uiteraard kan ook een kort programma de<br />

interactie aangaan met het publiek, maar het is een goed idee om die interactie beperkt of heel<br />

gefocust te houden. Het ontwerpen van een cover van de Gids, het stellen van vragen in een<br />

talkshow, goed omschreven taken kan het publiek al op korte termijn vervullen. Maar verwacht<br />

geen stormloop of langdurige effecten.<br />

3.5 De kwaliteit<br />

De middelen die je nodig hebt om publieksinteractie te organiseren vloeien voort uit de gewenste<br />

interactie. Meestal is er online software (weblogsoftware zoals Wordpress, communitysoftware<br />

zoals Ning, of een geheel op maat gemaakte variant) nodig om de bijdragen te verzamelen en één of<br />

meer moderatoren. De technische middelen zijn nauwelijks meer het probleem, de echte uitdaging<br />

komt na het ontwikkelen van de site.<br />

Meestal wordt de kwaliteit van de UGC vervolgens als een gegeven beschouwd en vaak als<br />

onvoldoende beoordeeld. De onvermijdelijkheid daarvan is een misvatting. Er kunnen nog een<br />

heleboel maatregelen worden genomen om de standaarden te verhogen, de meeste komen neer op<br />

het simpele feit: “Hoe beter je luistert, hoe beter iemand praat. Hoe meer aandacht, hoe hoger de<br />

kwaliteit en hoe meer reacties.” Zo kun je bijvoorbeeld verschillende maatregelen overwegen om de<br />

reactiestandaard te verhogen, meer reacties te krijgen, voor grotere diversiteit en meer toegesneden:<br />

Betere reacties:<br />

- Sociale controle verhogen (prominenter neerzetten)<br />

- Het verkleinen van de doelgroepen<br />

- Mensen met deskundigheid uitnodigen mee te doen<br />

- Samenvattingen maken van de discussies<br />

- Bedankje terug als mensen iets goeds hebben bijgedragen<br />

- Modereren en filteren<br />

Op de Noorderlicht Blog is de interactie nog<br />

nagenoeg afwezig. Voor een thema een gemiste kans<br />

om wetenschap en publiek te verenigen.


Meer reacties:<br />

- Impulsen versterken (“reageer nu!” op hoofdpagina)<br />

- Via e-mail oproepen of bijdragen versturen<br />

- Meer omstreden of populaire artikelen schrijven<br />

- Meer promoten en adverteren<br />

- Beloningen<br />

Meer diversiteit in reacties<br />

- Bewust vragen om ander type interactie (“Stuur je filmpje naar...”)<br />

- Hulpmiddelen uitdelen (“Upload hier je cover van De Gids”)<br />

- Technische drempels verlagen<br />

Meer toegesneden:<br />

- Aparte hoekjes maken voor doelgroepen<br />

- Vragen om specifieke inhoudelijkheid<br />

Uiteraard zijn er voor elk concreet probleem andere oplossingen te bedenken en die hebben soms<br />

weer andere nadelen. Daar komt men soms alleen achter door te experimenteren. Het belangrijkste<br />

punt dat UGC niet als een natuurkracht wordt gezien, geheel onafhankelijk van de inspanningen van<br />

de redacties. En dat de analyse van wat goed gaat en wat beter kan, geduldig, logisch en zelfkritisch<br />

wordt gemaakt.<br />

3.6 Koppelen aan de redactieleden<br />

Om de dialoog tussen programamakers en publiek op gang te houden is het raadzaam de interactie<br />

over de volle breedte van een redactie te organiseren. Beter 4 programmamakers die een uur in de<br />

week grasduinen tussen de reacties, dan iemand er een dag voor vrijstellen. In de praktijk komt het<br />

bijhouden van de site ook vaak in handen van de stagiaire of de tijdelijke kracht. Dat betekent dat<br />

kennis ook regelmatig weer uit de redactie verdwijnt en dat het web niet een volwaardig element<br />

van een multimediale redactie uitmaakt. Als dat vaak en op grote schaal gebeurt, is dat een<br />

aanzienlijk risico voor de crossmediale toekomst van de <strong>VPRO</strong>.<br />

3.7 Koppelen aan het medium<br />

Er ontstaat natuurlijk een extra gelaagdheid in UGC als die aan een ander platform wordt<br />

gekoppeld. De meest interessante en prijswinnende <strong>VPRO</strong>-projecten zullen zowel crossmediaal als<br />

interactief zijn. Juist in de combinatie van beide uitdagingen ontstaat de innovatie en het imago van<br />

de <strong>VPRO</strong> (<strong>Digitaal</strong>) als voorloper. Voorbeelden hiervan zijn ook ‘de Grote Bruine Envelop’,<br />

3voor12 lokaal en de Elfstedentochtwiki.<br />

Tegelijkertijd stelt het meer eisen aan de welwillendheid van redacties. Om een community echt op<br />

te tuigen zullen de verwijzingen op TV en Radio stevig moeten zijn en niet slechts beperkt tot de<br />

domeinnaam op de aftiteling. Mensen een platform bieden betekent er in alle uitingen, van site en<br />

nieuwsbrief tot radio en TV, inhoudelijk aandacht aan besteden. Mensen willen hun videobijdragen<br />

terugzien in de wetenschapsquiz of hun eigen minuut radio terughoren op radio 1. Pas op het<br />

podium zijn ze bereid te dansen.


AANDACHTSPUNTEN VOOR DE <strong>VPRO</strong>: INTERACTIVITEIT<br />

+ De belangrijkste vormen van UGC en communitywerking moeten bij de thema’s<br />

plaatsvinden. Sommigen hebben daarin nog een belangrijke inhaalslag voor de boeg.<br />

+ Beter definiëren waar welke vorm van interactie mogelijk en wenselijk zou zijn.<br />

Redacties dienen dan in de volle breedte aandacht te hebben voor dat gesprek en <strong>VPRO</strong><br />

dient daarin duidelijke keuzes te maken.<br />

+ In de kwaliteitsverbetering en het stimuleren van meer reacties is veel te doen. Het<br />

trainen van redacties hierin kan zeker de binding ten goede komen.<br />

+ Je publiek echt aan het woord laten is soms eng omdat je als redactie de 100%<br />

controle loslaat. Maar als het met zorg gebeurt, levert het bijna altijd winst op. Gewoon<br />

doen!


Hoofdstuk 4: NPO en <strong>VPRO</strong><br />

Er zijn op omroepniveau een aantal strategische verschuivingen, die grote impact op het digitale<br />

beleid van de <strong>VPRO</strong> hebben. In het algemeen zal de hegemonie en de focus van lineaire TV en<br />

radio, het open net, langzaam (!) afnemen ten gunste van ‘on demand’. De digitale themakanalen<br />

zijn slechts een (noodzakelijke) tussenfase in het proces van totale modulaire distributie over een<br />

hele range van technische platformen; van gameconsole en PDA tot laptop en Home Cinemaset.<br />

Daarin zal het de kunst zijn het publiek met grote thema’s vast te houden en daarin zal internet<br />

steeds meer een prominente rol blijven spelen. Dat heeft consequenties voor het beleid:<br />

4.1 Crossmediale intekening: internet hoofdtaak<br />

De financiële toewijzingsprocedure van internet, TV en radio zullen in dezelfde periode<br />

plaatsvinden. Dat betekent waarschijnlijk – door meer afstemming - dat meer inhoudelijke<br />

samenwerking van de platforms een natuurlijk gegeven zal zijn. Dat is gunstig: het nieuwe stelsel<br />

zal zich ongetwijfeld beter lenen om echt crossmediale ideeën uit te werken. Het nadeel kan zijn dat<br />

juist internet door die meer gewenste samenwerking met de andere platforms een deel van zijn<br />

speelruimte verliest om te innoveren of eigen ideeën te ontwikkelen.<br />

Daar staat tegenover dat internet nu een hoofdtaak van de omroepen zal zijn. Dat betekent onder<br />

andere dat alternatieve financieringsmodellen mogelijk worden en dat daarin mogelijk een andere<br />

weg naar innovatie open ligt.<br />

Van NPO mag worden verwacht dat ze nadenken over andere manieren om de effectiviteit van hun<br />

beleid te meten. Immers, als innovatie en echte crossmedialiteit speerpunten worden, kan niet meer<br />

worden volstaan met het simpel meten van de bereikcijfers. Termen als ‘binding’, ‘trouw’ en<br />

‘interactie’ zullen onderdeel moeten gaan uit maken van de beoordelingssystematiek. Immers, hoe<br />

verhouden 50.000 communityleden zich tot 500.000 kijkers of luisteraars? Of mensen die echt<br />

houden van een programma als Holland Sport en de barricaden opgaan als het dreigt te verdwijnen<br />

versus een ‘tussendoortje’ met evenveel kijkers? Om die vragen te beantwoorden heeft de <strong>VPRO</strong><br />

een kwaliteitskaart ontwikkelt, een boekje waarin een eigen kwaliteitstaal werd ontwikkeld en die<br />

dat gesprek moet vergemakkelijken..<br />

4.2 Meer platforms<br />

De NPO en de afzonderlijke omroepen zien hun taak als distributeur<br />

van het publieke gedachtegoed steeds breder. De nieuwe mediawet<br />

biedt ook meer mogelijkheden. Naast de traditionele<br />

uitzendmiddelen gaan daardoor ook games, mobiele telefoons en<br />

tijdschriften tot de mogelijkheden behoren.<br />

De NPO ziet zichzelf nadrukkelijk als aanjager van die trends en<br />

probeert in de techniek een ondersteunende rol te spelen. Het wiel<br />

hoeft niet door elke omroep opnieuw uitgevonden te worden. Zo<br />

staat na een succesvolle proef met de NOS tijdens de Olympische<br />

Spelen een mobiel platform voor de andere omroepen klaar om op<br />

aan te haken. Dat is een uitstekende manier om efficiënt te<br />

innoveren.<br />

Maar de methode ‘content decentraal, techniek centraal’ heeft ook nadelen. Soms houdt techniek<br />

geenszins een neutrale keuze in (denk aan de digitale themakanalen, dat impliceert echt een manier


van werken), en als dan een verkeerde keuze wordt gemaakt remt het innovatie meer dan het<br />

stimuleert. Bovendien zorgt een dwingende keuze voor één techniek voor kokervisie.<br />

Daarom moet ook altijd voor omroepen de ruimte blijven bestaan om eigenwijs te zijn en zelf in<br />

techniek te investeren als zij dat nodig achten. Te sterke centralisatie van de NPO zorgt voor het<br />

opdrogen van experimentele projecten en ideeën van onderop en dat is gevaarlijk in een<br />

dynamische wereld als die van de media.<br />

4.3 Thematisch werken<br />

Het wordt steeds moeilijker om de versnipperde mens te vangen. De mediaconsumptie van de<br />

gemiddelde Nederlander gaat van aanbodgericht (lekker voor de buis hangen, radio in de auto<br />

aanzetten) naar vraaggericht (op elk gewenst tijdstip gedownloade iPods afluisteren, uitzending<br />

gemist aanzetten, door Youtube surfen). De omroep die in die verbrokkeling tegen de stroom in het<br />

beste publiek aan zich kan binden zal het meest effectief zijn. Dat kan door thematisch te werken,<br />

een praktijk waarin de <strong>VPRO</strong> nu al voorop loopt. Noorderlicht, /Geschiedenis, Cinema.nl,<br />

3VOOR12 of HollandDoc, het verzamelt liefhebbers en probeert hen voor langere tijd mooie<br />

content voor te schotelen. Door middel van het doorontwikkelen naar een redactionele community<br />

kan de relatie langzaam versterkt worden en wordt het innoveren van de <strong>VPRO</strong> een relatief<br />

overzichtelijke taak. Bovendien zorgt het bij elkaar zetten van de TV-, web- en radioredacties<br />

automatisch voor een sfeer wanneer crossmedialiteit tot een vanzelfsprekendheid wordt.<br />

4.4 Flexibel blijven<br />

Het vasthouden aan meerjarenplannen over inhoudelijke thema’s is belangrijk om mensen langdurig<br />

aan te spreken. Het geeft ook een organisatorisch en financieel kader om te innoveren. Maar in het<br />

(door)ontwikkelen ervan schuilt ook het gevaar van voorspelbaarheid en starheid. Bij elk waardevol<br />

onderwerp dat de <strong>VPRO</strong> kent (van jazz en boeken tot design en journalistiek) bestaat al snel de<br />

neiging om er ‘een thema van te maken’ waardoor men al snel opgescheept zit met 25 vaste<br />

onderwerpen en bijbehorende deskundige redacties, maar geen ruimte meer tot spontaniteit.<br />

Ook kan het probleem zich voordoen dat de thema’s zich van de omroep losweken waardoor de<br />

onderliggende samenhang afwezig raakt. Dan heeft men de onderliggende platforms samengebracht<br />

maar blijft een inhoudelijk verbrokkelde omroep over die men met een krampachtig merkenbeleid<br />

moet zien te lijmen.<br />

Het is belangrijk na te blijven denken over <strong>VPRO</strong> merk op de thema’s en er voor te zorgen dat de<br />

<strong>VPRO</strong> niet alleen maar thema’s blijft opbouwen zonder er ooit enkele af te stoten.<br />

4.5 Identiteit<br />

De centralisering van de NPO, de versnippering van de mediaconsumptie, de crossmedialiteit en de<br />

nadruk op thema’s zal tot gevolg hebben dat een vraag zich steeds nadrukkelijker zal aftekenen: wie<br />

is de <strong>VPRO</strong>? Welk verhaal wil zij vertellen? En in welke stijl?<br />

De vraag naar hoe alle programma’s, platforms en distributiekanalen samenhangen wordt wezenlijk<br />

en prangend in het medialandschap van de 21 e eeuw en is in feite de vraag naar identiteit van de<br />

<strong>VPRO</strong>. Daaraan zal expliciet aandacht moeten worden besteed en het vereist een sterk<br />

communicatiebeleid om die identiteit en het sterke imago aan programma’s te koppelen.


ANDACHTSPUNTEN VOOR DE <strong>VPRO</strong>: DIGITAAL OMROEPBELEID<br />

+ Voor zover de technische faciliteiten van de NPO een bijdrage kunnen leveren<br />

aan de voortgang van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> is het goed daarop aan te sluiten. Maar het is<br />

raadzaam die analyse elke keer weer te maken.<br />

+ Bij teveel thema’s slibt de ruimte voor <strong>VPRO</strong> (<strong>Digitaal</strong>) dicht. Het is ook de<br />

kunst om langdurige of succesvolle onderwerpen af te sluiten.


De eerste <strong>VPRO</strong>.nl in 1994<br />

De laatste <strong>VPRO</strong>.nl in 2008


Hoofdstuk 5: <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

Na het schetsen van de grote ontwikkelingen, ontstaat het decor waartegen heel concreet naar de<br />

inrichting <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> kan worden gekeken. Is die bestand tegen de digitale<br />

weersomstandigheden?<br />

5.1 <strong>VPRO</strong> internet, centraal en decentraal<br />

Eigenlijk bestaat <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> uit twee gedeelten: de afdeling van projectleiders en<br />

ontwikkelaars die internetsites en digitale ideeën ontwikkelt en de webredacteuren die huizen bij de<br />

verschillende programmaredacties. Deze verdeling van een centrale ontwikkelafdeling en een<br />

decentrale meer inhoudelijke gerichte groep webredacteurs staat terecht binnen de <strong>VPRO</strong> niet ter<br />

discussie. Het is de enige manier om de nadruk op strategische innovatie en programma-inhoud<br />

daar te leggen waar die hoort.<br />

Webredacteuren horen een inhoudelijke bijdrage te leveren, samen met de programmamakers zodat<br />

een eenheid ontstaat en de wensen ten aanzien van het web in een vroeg stadium aan het licht<br />

komen. De kennis die nodig is om complexe websites te ontwikkelen en de strategische keuzes die<br />

daaraan ten grondslag liggen kan het beste worden gebundeld in een afdeling, zoals <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong>.<br />

Maar de verbinding tussen deze twee groepen mag sterker; webredacteuren zijn vaak nagenoeg<br />

onbekend met de activiteiten van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> terwijl regelmatig inhoudelijk contact de<br />

ontwikkelaars in staat zou stellen beter te communiceren hoe de keuzes worden gemaakt en deze<br />

aan te scherpen.<br />

Behalve de onomstreden verdeling in centrale en decentrale internetactiviteiten bestaan er nog een<br />

aantal tegenstellingen die bij de natuur van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> horen, maar die wél de nodige<br />

hoofdbrekens opleveren: innovatief versus facilitair (5.1) en beheer versus ontwikkeling (5.2). Het<br />

zijn tevens de kwesties die direct bepalen hoe de structuur van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> eruit zou moeten<br />

zien (5.3) en de intake van een webidee (5.4). De manier waarop de ICT is ingericht is daarin ook<br />

een sterk bepalende factor (5.5). Een korte sterkte/zwakte analyse van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> (5.6) geeft<br />

een eerste aanzet tot een jaarplan (Hoofdstuk 6).<br />

5.2 Innovatief versus facilitair<br />

Op de afdeling <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> – zoals bij vele nieuwe media afdelingen - wordt een spanning<br />

gevoeld tussen facilitair zijn aan TV en radio (websites maken voor of bij een programma) en zelf<br />

ideeën starten en die tot uitvoer brengen. Theoretisch gesproken zou dat een valse tegenstelling<br />

moeten zijn; de meeste ideeën kunnen en moeten immers in samenwerking met TV en Radio tot<br />

stand komen en daarin zit voldoende ruimte. Maar <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> beschouwt zichzelf, met een<br />

(voor programmamakers nog te onzichtbaar) Kenniscentrum en de vele medewerkers die oog<br />

hebben voor de nieuwste ontwikkelingen, als de afdeling Innovatie of Research & Development<br />

van de digitale <strong>VPRO</strong>. Daaruit is onder meer 3VOOR12 voortgekomen.<br />

Die roep om ruimte is verstandig gezien het toenemende belang van de digitale media, maar de<br />

afgelopen jaren is <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> daarin soms iets te ver doorgeschoten. Eigenwijsheid en de durf<br />

om op eigen houtje een keuze te maken uit de trends van de toekomst blijven belangrijk, het web is<br />

niet slechts ondersteunend aan TV en radio. Maar crossmedialiteit betekent niet alleen een<br />

toenadering van de traditionele omroepmedia, maar vereist ook betrokkenheid van <strong>Digitaal</strong>. We<br />

ontmoeten elkaar op de helft en daarvoor is een goede balans nodig tussen voor de troepen uit lopen


en met de troepen oplopen. Een duidelijke strategie is nodig om die weegschaal in het midden te<br />

houden.<br />

Dat is geen scherpe poging tot correctie, zeker het laatste jaar is die houding ook duidelijk<br />

merkbaar. Met bijvoorbeeld Landroof en In Europa zijn prijswinnende samenwerkingsprojecten<br />

gestart, maar ook vooruitstrevende eigen initiatieven als de Lowlands Mashup.<br />

5.3 Beheer versus ontwikkeling<br />

Het belangrijkste probleem waarmee <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> worstelt, is de spanning tussen de<br />

ontwikkeling van nieuwe mediaprojecten en het zorgen voor het digitale erfgoed dat daarmee<br />

ontstaat.<br />

Op dit moment heeft <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> meer dan 170 ontwikkelde sites in beheer (zie bijlage 1). Die<br />

variëren van bescheiden of verouderd (Wintergasten of R.A.M), tot actueel of groots en meeslepend<br />

(Villa<strong>VPRO</strong> of InEuropa). Waar de collega’s van radio en TV zo’n project met genoegen kunnen<br />

afsluiten en doorgaan met het volgende idee, blijft de site bestaan en behoudt het in enkele gevallen<br />

nog een (nazorg)functie, zoals Café de Liefde.<br />

Naast de programmasites kent <strong>Digitaal</strong> nog meer kinderen. Themasites zoals Holland Doc, Boeken<br />

en /Geschiedenis, vaste programmasites zoals die van Tegenlicht blijven continue in de plannen<br />

voorkomen, terwijl bij de grote sites 3VOOR12 en Cinema.nl voor <strong>Digitaal</strong> een actieve<br />

ontwikkelrol is weggelegd.<br />

Het spreekt vanzelf dat het beheer van zo’n enorme kluwen de gehele afdeling een hoop tijd kost.<br />

Variërend van het aanmaken van logins van het redactiesysteem tot en met het updaten van de<br />

database, <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> is belast met veel technisch beheer. Projectleiders en ontwikkelaars<br />

blijven logischerwijs vaak aanspreekpunt voor redacties als een site eenmaal is opgeleverd en hun<br />

kennis en betrokkenheid staat daarbij een (soms noodzakelijke) formalistische lijn in de weg.<br />

Daardoor wordt de ruimte voor ontwikkeling ernstig belemmerd.<br />

De oplossing komt voort uit een duidelijke verdeling: relatief eenvoudige beheertaken of taken die<br />

weinig met media te maken hebben (hosting, emailadressen, loginproblemen) kunnen door <strong>VPRO</strong><br />

Automatisering worden opgepakt, die daarmee effectief de eerstelijns hulp vervult. Pas als zij het<br />

probleem niet kunnen oplossen komen de ontwikkelaars van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> weer in beeld.<br />

Dit levert ontwikkelaars en projectleiders alleen meer ruimte op als goede afspraken worden<br />

gemaakt over een aantal terugkomende vragen, zoals:<br />

>> Welke problemen komen er bij <strong>Digitaal</strong> terug en voor welke kennis dient automatisering extern<br />

kennis in te huren?<br />

>> Wat is een dringende vraag? En hoe worden issues op een minder voor de hand liggend tijdstip<br />

opgelost (bijvoorbeeld een belangrijke site plat in het weekend)?<br />

>> Uiteraard dient <strong>VPRO</strong> de projecten beter te documenteren. Maar hoe gedetailleerd doe je dat?<br />

>> In welke fase wordt automatisering in het proces betrokken?<br />

>> Hoe communiceren we deze eerste- en tweedelijns aanpak het beste naar de gehele <strong>VPRO</strong>?


De weg naar een dergelijke aanpak is al een tijdje geleden ingeslagen en het is belangrijk dat die zo<br />

ver mogelijk wordt afgelopen.<br />

5.4 De structuur van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

In de veelheid van projecten en de complexiteit van de vragen vanuit de gehele <strong>VPRO</strong> is het voor<br />

<strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> zeer belangrijk een structuur te hebben die werkt. Een structuur die overzicht biedt<br />

en die de verantwoordelijkheden helder en duidelijk neerlegt. Nu is soms het gebrek aan een<br />

duidelijk aanspreekpunt een bron van frustratie voor de verschillende redacties en dat geeft aan dat<br />

de taken te complex zijn om zich natuurlijk te laten organiseren.<br />

<strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> bestaat in de eerste plaats uit (5) projectleiders die het ontwikkelen van een nieuwe<br />

media product begeleiden en plannen. Daarnaast zij er (7) vaste ontwikkelaars - programmeurs en<br />

designers - die het technische gedeelte onder hun hoede hebben. Beiden groepen kennen straks een<br />

vaste coördinator aan de leiding. Daarnaast is er een coördinator die alle personele, organisatorische<br />

en financiële zaken onder de hoede heeft. Dit drietal wordt direct aangestuurd door het Hoofd<br />

<strong>Digitaal</strong>, onder meer in een wekelijks overleg dat alle lopende zaken afhandelt en het belangrijkste<br />

deel van de nieuwe projecten bekijkt (intakeprocedure, zie 5.5). In schema (met personen, situatie<br />

november 2008) ziet dat er als volgt uit:<br />

Hoofd <strong>Digitaal</strong><br />

(Erik van Heeswijk)<br />

Coördinator<br />

Projectleiders<br />

(GertJan Kuiper)<br />

Coördinator Personeel<br />

en Financien<br />

(Nicolette Nol)<br />

Coördinator<br />

Techniek<br />

(Vacant)<br />

Projectleiders<br />

Ondersteunend<br />

personeel<br />

Ontwikkelaars<br />

Voor redacties en externe partijen is het hiermee duidelijk voor welk dossier ze bij welk persoon<br />

kunnen aankloppen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling de intake of beheerissues neer te leggen<br />

bij projectleiders of ontwikkelaars, maar daarvoor dient men één van de coördinatoren aan te<br />

spreken. In concreto:<br />

Coördinator techniek - Voor technische beheerissues, updates, voortgang van een technisch traject,<br />

en technische noodscenario’s<br />

Coördinator projectleiders – Voor de intake, het starten van een project, en het doorontwikkelen van<br />

een website. Heeft totaaloverzicht over de lopende projecten.


Coördinator personeel en financiën – Voor personele en financiële vragen, aanspreekpunt voor<br />

afdeling Financiën, P&O en verantwoordelijk voor het inplannen van een project en de contracten<br />

met externe partijen.<br />

Hoofd <strong>Digitaal</strong>: Eindverantwoordelijk voor het hele proces, vertegenwoordigt <strong>Digitaal</strong> in alle<br />

interne en externe overlegorganen, zet strategische lijnen neer.<br />

5.5 De intake van een project<br />

Nu begint soms de vraag van de noodzaak van een <strong>Digitaal</strong>project (of dat nu en beheertaak is, een<br />

update of een compleet nieuwe site) soms tussen een redacteur en een projectleider of ontwikkelaar.<br />

Dat is ongewenst omdat het starten van een project dan begint zonder voldoende overzicht in de<br />

middelen, zonder toetsing aan het strategische plan van de <strong>Digitaal</strong> en zonder voldoende<br />

communicatie naar de rest van de afdeling.<br />

<strong>VPRO</strong> zit niet ruim in de budgetten, en daardoor is een harde afweging van wat noodzakelijk en<br />

wenselijk is, steeds belangrijker.<br />

De meest doeltreffende intakeprocedure<br />

- Een redactie (of <strong>Digitaal</strong> zelf, als het een eigen project betreft) kan zich het beste melden bij<br />

coördinator projectleiders; en als dat niet gaat Hoofd <strong>Digitaal</strong>.<br />

- Die wijst projectleider aan om samen met de redacties een kort (!) projectvoorstel, inclusief<br />

fasering en budget te schrijven.<br />

- Dat projectvoorstel gaat naar het stafoverleg <strong>Digitaal</strong> en die geeft een go of no go (op basis van<br />

budget, de prioriteitenlijst en de strategische overwegingen), een eerste indicatie van de tijd<br />

waarbinnen dat project gaat lopen, formuleert eventueel aanvullende eisen en wijst een projectleider<br />

voor het vervolg aan; dat kan uiteraard dezelfde persoon zijn.<br />

- Die projectleider maakt een meer gedetailleerd projectplan in samenwerking met de betrokken<br />

redacties.<br />

- De benoemde projectleider kijkt samen met de coördinator techniek naar een meer uitgebreide<br />

planning.<br />

- De coördinator personeel en financiën raamt en bewaakt het budget.<br />

- De bouw gaat beginnen.<br />

- De coördinator projectleiders bewaakt het inhoudelijke proces, de tijd en de communicatie tussen<br />

de coördinatoren.<br />

- De coördinator techniek bewaakt de technische realisatie.<br />

- Na oplevering en testen kleine evaluatie (inhoudelijk en financieel) in het stafoverleg <strong>Digitaal</strong>.<br />

Uiteraard volgen projecten die <strong>Digitaal</strong> zelf wil initiëren, of projecten die rechtstreeks uit het<br />

innovatieoverleg komen, dezelfde procedure.<br />

In <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> projecten is not done:<br />

- Projecten uitvoeren zonder vastgesteld en realistisch budget<br />

- Projecten uitvoeren zonder tijdsplanning<br />

- Uitgebreid schetsen/ontwerpen voordat het project een go heeft<br />

- Zonder autorisatie van een van de coördinatoren of Hoofd <strong>Digitaal</strong> externe ontwikkelaars inhuren.<br />

- Projectsoftware niet of gebrekkig bijhouden; iedereen van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> moet kunnen lezen in<br />

bijvoorbeeld Basecamp hoe het project ervoor staat, tenzij er zwaarwichtige redenen zijn het niet te<br />

doen.<br />

Handig voor redacties en afdelingen:


- Als je wil dat <strong>Digitaal</strong> een project uitvoert, maak dan niet te uitgebreide verwachtingsrondjes door<br />

het gebouw, maar zorg dat je bij de juiste mensen informatie inwint en kom eerst even naar <strong>Digitaal</strong><br />

(in casu de coördinator projectleiders) toe. Dat voorkomt teleurstellingen.<br />

- Kom op tijd, niet een week van tevoren.<br />

- Kom niet nadat het project is ontworpen tijdens de bouw nog met extra wensen.<br />

Handig voor ontwikkelaars en projectleiders:<br />

- Maak geen levenswerk van de eerste ontwikkeling en raming van een idee. Er is immers nog geen<br />

zekerheid of en wanneer het door kan gaan, hou je inspanningen zo zakelijk mogelijk. De grootste<br />

creativiteit moet zitten in de definitieve ontwikkeling van een plan na de go.<br />

- Hou je aan wat er in het project geformuleerd is en laat het project niet groeien tijdens het<br />

ontwikkelen. Koppel dat ook duidelijk terug aan de redacties.<br />

5.6 De inrichting van de ICT<br />

<strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> heeft een lange historie op het gebied van nieuwe media. Zo’n 15 jaar geleden ging<br />

de eerste <strong>VPRO</strong>.nl de lucht in en het grote project 3VOOR12 bestaat al meer dan 10 jaar. Dat heeft<br />

uiteraard grote consequenties voor de manier waarop de ICT van <strong>Digitaal</strong> is ingericht. Wat 10 jaar<br />

geleden een goed idee leek, is soms vandaag de dag ingehaald door de snel veranderende realiteit<br />

van het web. Nu kost het veel tijd en geld van externe ontwikkelaars om aanpassing aan het systeem<br />

van 3VOOR12 te maken.<br />

De flexibiliteit die nodig is stelt zeer hoge eisen aan de technische architectuur. Het komt er in het<br />

kort op neer dat de applicaties die <strong>Digitaal</strong> bouwt allemaal op dezelfde manier de onderliggende<br />

structuren en elementen aanroepen. Niet elk groot project moet als een compleet nieuwe kathedraal<br />

worden opgebouwd, maar dient een verzameling van goed samenwerkende applicaties te zijn die<br />

staat op hetzelfde fundament als alle andere projecten. Dat maakt niet alleen beheer eenvoudiger en<br />

minder kostbaar en tijdrovend, het inspelen op nieuwe platformen en nieuwe technieken wordt<br />

daardoor aanzienlijk vergemakkelijkt.<br />

Het is een toekomstbestendige manier om de creatieve ICT-projecten van de <strong>VPRO</strong> in te richten, en<br />

de overgang dient zeker in afzienbare tijd te worden gemaakt.<br />

De mogelijk wenselijke ICT-inrichting van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> (Dank aan Peter Maas)


5.7 Sterkte/zwakte analyse<br />

Hoe <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> op de veranderingen gaat reageren, hangt af van hoe ze ervoor staat. Een korte<br />

sterkte/zwakte analyse kan daarbij behulpzaam zijn.<br />

In schema:<br />

Sterkte:<br />

+ Deskundige, ervaren en betrokken<br />

mensen<br />

+ Goede teamgeest<br />

+ Durf om gewaagde ideeën te lanceren,<br />

zonder orthodoxie<br />

+ Duidelijke affiniteit met de gehele<br />

<strong>VPRO</strong><br />

+ Veel vertrouwen van de redacties en<br />

goed imago daarbuiten<br />

Zwakte:<br />

+ Weinig overzicht in<br />

projectmanagement<br />

+ Te weinig kostenbewustzijn<br />

+ Onduidelijke communicatielijnen met<br />

webredacteuren<br />

+ Weinig syndicatie tussen de sites<br />

+ Weinig zicht op bezoekcijfers<br />

+ Weinig interesse in wensen bezoekers<br />

+ Onduidelijk personeelsbeleid<br />

Sterke punten van <strong>VPRO</strong> digitaal zitten voornamelijk in de personen verpakt. Het is een geolied<br />

en gezellig team met deskundige en betrokken mensen. De projectleiders en ontwikkelaars zijn niet<br />

bang om risico’s te nemen om een echt goede site te ontwikkelen en zij genieten duidelijk het<br />

respect van de <strong>VPRO</strong> redacties en van de organisaties daarbuiten. Daarbij hebben zij duidelijk een<br />

affiniteit met de media die in huis wordt geproduceerd.<br />

De positieve punten van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> wegen zwaarder dan de negatieve, maar omdat dat zaken<br />

betreft die ‘dik in orde’ zijn hoeft daarover niet lang te worden uitgeweid. Bij de zwakten moet wat<br />

langer worden stilgestaan omdat ze maatregelen inhouden.<br />

Minder sterk zijn de organisatiestructuren. De toenemende professionalisering van Nieuwe Media<br />

binnen de <strong>VPRO</strong> en de NPO zorgt ervoor dat niet meer geheel kan worden vertrouwd op de<br />

deskundigheid van de mensen, zoals soms tot op heden gebeurde. Er is een meer heldere organisatie<br />

nodig. Dat is duidelijk te zien in het projectmanagement van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong>, er is onvoldoende<br />

overzicht in de beschikbaarheid van middelen en mensen.<br />

Dat vertaalt zich ook in een onvoldoende kostenbewustzijn, zodat dat door projectleiders niet kan<br />

worden gecommuniceerd aan externe partijen en opdrachtgevers. Redacties, zeker van de<br />

themasites, zijn zich helemaal niet bewust van wat hun site heeft gekost en hoe zich dat verhoudt tot<br />

de rest.<br />

De inhoudelijke communicatie met de webredacteuren is ook onvoldoende; daardoor is het<br />

bijvoorbeeld onmogelijk om een intensief gesprek te beginnen over de interactiviteit van sites.<br />

De sites van <strong>VPRO</strong> zijn prijswinnend, en over het algemeen goed tot zeer goed van kwaliteit. Toch<br />

is er te weinig interesse voor de wensen van bezoekers (eyetrackingonderzoek of<br />

tevredenheidsonderzoek gebeurt niet of nauwelijks) en er is te weinig gevoel voor urgentie als het<br />

om bezoekersaantallen gaat. Niet alleen moet het de bedoeling zijn een zo groot mogelijk deel van


de doelgroep te bereiken, maar ook de financiering vanuit NPO is ervan afhankelijk. Er moet meer<br />

oog zijn voor applicaties die daadwerkelijk mensen binnen de context van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> trekken<br />

(zoals de Cinema.nl widgets).<br />

Een element daarin is het gebrek aan samenhang tussen de verschillende sites. Dat elke <strong>VPRO</strong> een<br />

eigen identiteit heeft is een sterk punt, maar verbindingen door middel van contentsyndicatie en<br />

crosspromotie zouden meer gemeengoed moeten zijn.<br />

Tot slot is er te weinig structurele aandacht voor het feit dat de deskundigheid van het <strong>VPRO</strong><br />

<strong>Digitaal</strong> personeel op peil gehouden moet worden. Er is zeker het besef dat opleidingen en<br />

congressen aan de algemene kwaliteit kan bijdragen. Maar dat besef moet zich uitkristalliseren in<br />

gedegen ontwikkel- en evaluatiegesprekken met het personeel zodat daarin een beleid ontstaat.<br />

5.8 Structureren en behouden<br />

<strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> staat aan de Nederlandse top als het om het ontwikkelen van de nieuwe media in<br />

Nederland gaat. En hoewel de afdeling last heeft van de remmende voorsprong is er geen enkele<br />

reden waarom die plek niet kan worden vastgehouden. Het opnieuw structureren van de afdeling<br />

moet samen kunnen gaan met het vasthouden van de goede teamgeest en de creatieve<br />

betrokkenheid.<br />

AANDACHTSPUNTEN VOOR <strong>VPRO</strong> DIGITAAL:<br />

+ Keuze voor een stevige afdelingsstructuur met een heldere taakverdeling<br />

+ Er moet meer overzicht komen in mensen, tijd en middelen om een meer afgewogen<br />

keuze te maken tussen de verschillende projecten<br />

+ Meer aandacht voor onderzoek naar bezoekcijfers en wensen van bezoekers.<br />

+ De content van de <strong>VPRO</strong> kan beter worden gedistribueerd en worden gebruikt om<br />

meer bezoekers naar de sites toe te krijgen.


Hoofdstuk 6: Kort Jaarplan <strong>Digitaal</strong> 2009<br />

Jaar van de connectie<br />

Na het schetsen van de grote ontwikkelingen, ontstaat het decor waartegen heel concreet naar de<br />

inrichting van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> kan worden gekeken. Is die bestand tegen de digitale<br />

weersomstandigheden? En welke inhoudelijke projecten krijgen prioriteit?<br />

6.1 Generiek ontwikkelen in 2009<br />

Door een betere distributie, meer onderliggende siterelaties (het aantrekken en doorstromen van<br />

bezoekers) kan het aantal bezoekers worden omhooggestuwd.<br />

En dat is nodig, want in termen van bezoekersaantallen online heeft <strong>VPRO</strong> in 2008 schade<br />

opgelopen. Ten opzichte van de andere omroepen heeft de <strong>VPRO</strong> tussen de 5% en de 10% verloren.<br />

Dat is voor een belangrijk deel waarschijnlijk deel van het succes. Heel lang zijn de<br />

bezoekersaantallen van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> jaarlijks verdubbeld, en dat kan men nu eenmaal niet<br />

eeuwig volhouden. Een ander belangrijk aspect zijn de TV-hits (Boer Zoek Vrouw, Olympische<br />

Spelen) die andere omroepen soms op internet kunnen uitbaten, de content van de <strong>VPRO</strong> is veelal<br />

anders ingericht.<br />

Relatieve winst in bezoekersaantallen afgezet tegen andere omroepen (Dank aan GertJan Kuiper)<br />

Maar hoe je het ook wendt of keert, <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> heeft wat bereik betreft een nieuwe impuls<br />

nodig. Daar staat juist tegenover dat de nieuwe media afdeling met 10% minder budget toe moet.<br />

Dat vereist scherpe keuzes. Het is daarom belangrijk dat een groot gedeelte van de projecten die<br />

<strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> in 2009 doet ten goede komen aan alle sites die de <strong>VPRO</strong> kent, en met voorrang hen<br />

die een brug vormen naar het publiek. Met andere woorden, zoveel mogelijk generiek ontwikkelen<br />

in 2009 in plaats van speciale projecten draaien.


6.2 Inhoudelijke projecten: de connectie<br />

De prijzenkast van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> staat in 2008 weer vol. Maar hoe hoog de kwalitatieve output<br />

ook is, er zijn een aantal relaties die om herstelwerkzaamheden vragen. Het jaar 2009 kan men dan<br />

ook met gemak het jaar van de connectie noemen, in een aantal betekenissen:<br />

Connectie met het publiek: hoezeer <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> ook terecht pleitbezorger is van een moderne<br />

relatie met het publiek, in de praktijk kan ze zelf daarin wel een duwtje gebruiken. Op een heel<br />

aantal manieren: onderzoeken naar de usability van de <strong>VPRO</strong> sites zijn een verkenning naar ‘de<br />

wensen van de klant’ en komen te weinig voor. Eyetracking onderzoek kan helpen betere sites te<br />

bouwen. Daarnaast kan <strong>VPRO</strong> op het web wel wat hogere bezoekersaantallen gebruiken. Projecten<br />

die te maken hebben met distributie van content hebben daarom voorrang in 2009. Bovendien<br />

moeten themasites worden gestimuleerd een meer tweerichtingsrelatie met het publiek aan te gaan.<br />

Bijbehorende voorrangsprojecten:<br />

+ Widgets en embedded applets voor desktops, partnersites en sociale netwerken<br />

+ Mobiele platforms<br />

+ Onderzoek naar de sites, vanuit de optiek van usability<br />

Connectie tussen de sites: de sites van de <strong>VPRO</strong> staan vaak op zichzelf, of zijn streng gegroepeerd<br />

op thema. Maar tussen alle elementen zit vaak onvoldoende samenhang. Bij /Geschiedenis of in de<br />

radio-uitzending van Villa<strong>VPRO</strong> kan aandacht zijn voor popmuziek zodat een verwijzing naar de<br />

dossiers van 3VOOR12 voor de hand ligt. De nieuwsbrieven kunnen naar elkaar verwijzen om meer<br />

abonnees te maken. Op de achtergrond is door <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> een gezamenlijke weblogpagina<br />

gemaakt, die kan meer worden uitgevent. En niet te vergeten de Electronische Programmagids<br />

(EPG) kan, eventueel op thema, de komende TV- en radioprogramma’s van de <strong>VPRO</strong> op elke site<br />

laten zien, zodat meer samenhang ontstaat.<br />

Bijbehorende voorrangsprojecten:<br />

+ EPG, een applicatie op (nagenoeg) elke <strong>VPRO</strong> site<br />

+ Het crosspromoten van de nieuwsbrieven<br />

+ Het stimuleren van onderliggende verwijzingen op de themasites<br />

Connectie van <strong>Digitaal</strong> met TV, Radio en Gids: Het innovatieoverleg is de meest directe<br />

confrontatie tussen de platformen die de <strong>VPRO</strong> rijk is. In een crossmediale toekomst is het<br />

belangrijk dat deze media elkaar goed aanvoelen en dat betekent op elk niveau investeren en de<br />

onderliggende kennis en ideeën delen.<br />

Bijbehorende voorrangsprojecten:<br />

+ <strong>VPRO</strong> interne nieuwsbrief of database?<br />

Daarnaast staan natuurlijk een aantal grote en zichtbare projecten op de rol. De Beagle is een<br />

ongeëvenaard groot media-evenement waarin de verantwoordelijkheid van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

aanzienlijk is. Daarnaast staan een site voor Freek de Jonge 65 jaar en een crossmediaal project over<br />

De Stad in het ideeënlab en moet het communitydeel van Cinema.nl in samenwerking met de<br />

Volkskrant worden gerealiseerd. Updates van de themasites en Tegenlicht worden niet vergeten.


6.2 Strategie <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

Naast de inhoudelijke projecten moet het functioneren van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> verder worden<br />

gestroomlijnd. Alle maatregelen zijn reeds genoemd in Hoofdstuk 5, maar nu onderscheiden naar de<br />

looptijd:<br />

Strategie <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> eerste helft 2009<br />

+ Keuze voor een stevige afdelingsstructuur met een heldere taakverdeling<br />

+ Er moet meer overzicht komen in mensen, tijd en middelen om een meer afgewogen keuze te<br />

maken tussen de verschillende projecten<br />

+ Meer aandacht voor onderzoek naar bezoekcijfers en wensen van bezoekers<br />

+ Ontwikkelen financiële stuurmiddelen voor <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

+ Opzetten eerste- en tweedelijnshulp technische hulp ism afdeling automatisering<br />

+ Meer inhoudelijk contact met de webredacteuren bij de verschillende redacties<br />

+ Opzetten evaluatie- en ontwikkelgesprekken met medewerkers<br />

Strategie <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> tweede helft 2009<br />

+ Voorbereiden op een crossmediale intekening naar 2010<br />

+ Budget en exploitatie evalueren<br />

+ Omvorming ICT <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong><br />

6.3 Het jaar 2009<br />

Het jaar 2009 zal zeker niet als een gemakkelijk jaar in de boeken van <strong>VPRO</strong> <strong>Digitaal</strong> komen te<br />

staan, ook niet voor de onderliggende sites 3VOOR12 en Cinema.nl. Met een nieuw Hoofd <strong>Digitaal</strong><br />

moet op heel veel punten een inhaalslag worden gemaakt. Maar met het voortdurende enthousiasme<br />

en de kundigheid van de afdeling zal dat ongetwijfeld al snel zijn vruchten afwerpen!

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!