24.04.2014 Views

1 Hoofdstuk 10 Het lontje van Lumey. Klaartje Wentholt en Heinrich ...

1 Hoofdstuk 10 Het lontje van Lumey. Klaartje Wentholt en Heinrich ...

1 Hoofdstuk 10 Het lontje van Lumey. Klaartje Wentholt en Heinrich ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1<br />

<strong>Hoofdstuk</strong> <strong>10</strong><br />

<strong>Het</strong> <strong>lontje</strong> <strong>van</strong> <strong>Lumey</strong>.<br />

Slaat de C<strong>en</strong>trale Raad <strong>van</strong> Beroep e<strong>en</strong> bres in de Koppelingswet? 1<br />

<strong>Klaartje</strong> <strong>W<strong>en</strong>tholt</strong> <strong>en</strong> <strong>Heinrich</strong> Winter<br />

<strong>10</strong>.1 Inleiding: doelstelling<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Koppelingswet<br />

In deze beschouwing staan we stil bij de relatie tuss<strong>en</strong> het recht dat Frits Noordam het<br />

grootste deel <strong>van</strong> zijn werkzame lev<strong>en</strong> heeft bestudeerd <strong>en</strong> het vreemdeling<strong>en</strong>recht. Die relatie<br />

is sinds 1996 verankerd in artikel <strong>10</strong> <strong>van</strong> de Vreemdeling<strong>en</strong>wet, doorgaans aangeduid als de<br />

Koppelingswet. In deze bijdrage will<strong>en</strong> wij die relatie nader beschouw<strong>en</strong>. Daarbij bested<strong>en</strong><br />

we met name aandacht aan de vraag hoe – getuige literatuur <strong>en</strong> jurisprud<strong>en</strong>tie – het invoeg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> nieuw principe in e<strong>en</strong> bestaand rechtsstelsel uitwerkt. Dat werk<strong>en</strong> we nader uit voor<br />

het recht op bijstand, met name <strong>van</strong> minderjarig<strong>en</strong>.<br />

De zog<strong>en</strong>oemde Koppelingswet trad op 1 juli 1998 in werking 2 . De bedoeling <strong>van</strong> de<br />

Koppelingswet was om, in aansluiting op het voer<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> meer restrictief<br />

vreemdeling<strong>en</strong>beleid, aan vreemdeling<strong>en</strong> die niet legaal in Nederland verblijv<strong>en</strong>, géén<br />

aanspraak te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> op allerlei voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Aan het koppelingsbeginsel ligt de gedachte<br />

t<strong>en</strong> grondslag dat e<strong>en</strong> vreemdeling die zich toegang heeft verschaft tot Nederland, maar die<br />

niet is toegelat<strong>en</strong> <strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> rechtmatig verblijf heeft, het land uit eig<strong>en</strong> beweging di<strong>en</strong>t te<br />

verlat<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> zou met dat uitgangspunt op gespann<strong>en</strong> voet staan wanneer de vertrekplichtige<br />

vreemdeling niettemin e<strong>en</strong> uitkering of e<strong>en</strong> andere voorzi<strong>en</strong>ing zou kunn<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. <strong>Het</strong><br />

koppelingsbeginsel moet verder voorkom<strong>en</strong> dat de (nog) niet toegelat<strong>en</strong> vreemdeling e<strong>en</strong><br />

schijn <strong>van</strong> legaliteit zou kunn<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> <strong>en</strong> op basis daar<strong>van</strong> e<strong>en</strong> zodanige rechtspositie op<br />

kan bouw<strong>en</strong> dat hij uiteindelijk niet meer uitzetbaar blijkt te zijn. 3<br />

<strong>Het</strong> koppelingsbeginsel heeft vooral consequ<strong>en</strong>ties voor vreemdeling<strong>en</strong> die in Nederland<br />

verblijv<strong>en</strong> in afwachting op e<strong>en</strong> beslissing of e<strong>en</strong> rechterlijke uitspraak. Zij zijn afgeslot<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

verstrekking<strong>en</strong>, uitkering<strong>en</strong> of voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, terwijl er vaak ge<strong>en</strong> sprake is <strong>van</strong> illegaal<br />

verblijf.<br />

<strong>10</strong>.2 De Koppelingswet nader beschouwd<br />

In artikel <strong>10</strong> <strong>van</strong> de Vreemdeling<strong>en</strong>wet 2000 is het uitgangspunt neergelegd dat e<strong>en</strong><br />

vreemdeling die ge<strong>en</strong> rechtmatig verblijf heeft, ge<strong>en</strong> aanspraak kan mak<strong>en</strong> op verstrekking<strong>en</strong>,<br />

1 We hebb<strong>en</strong> onze beschouwing niet zomaar e<strong>en</strong> titel gegev<strong>en</strong>. We sluit<strong>en</strong> hiermee aan bij de rijke traditie die<br />

Frits heeft geïntroduceerd met semi-raadselachtige titels als “<strong>Het</strong> kontje <strong>van</strong> de wetgever”, of “We gaan iets<br />

nieuws do<strong>en</strong>, iets anders”. We begev<strong>en</strong> ons daarmee natuurlijk wel op glad ijs, of, om in stijl te blijv<strong>en</strong>, op het<br />

randje.<br />

2 Wet tot wijziging <strong>van</strong> de Vreemdeling<strong>en</strong>wet <strong>en</strong> <strong>en</strong>ige andere wett<strong>en</strong> t<strong>en</strong>einde de aanspraak <strong>van</strong> vreemdeling<strong>en</strong><br />

jeg<strong>en</strong>s bestuursorgan<strong>en</strong> op verstrekking<strong>en</strong>, voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, uitkering<strong>en</strong>, ontheffing<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergunning<strong>en</strong> te<br />

koppel<strong>en</strong> aan rechtmatig verblijf <strong>van</strong> de vreemdeling in Nederland. Stb 1998, 203.<br />

3 TK 1994/95, 24 233, nr. 3, p. 2 (memorie <strong>van</strong> toelichting).


2<br />

voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong>. Dat uitgangspunt is ook <strong>van</strong> toepassing op bij wet of algeme<strong>en</strong><br />

bestuur aangewez<strong>en</strong> ontheffing<strong>en</strong> of vergunning<strong>en</strong>. In de sociale zekerheidswetgeving komt<br />

dit uitgangspunt terug. Zo wordt de vreemdeling die ge<strong>en</strong> rechtmatig verblijf in Nederland<br />

heeft, niet beschouwd als werknemer voor de werknemersverzekering<strong>en</strong>. De wetgever heeft<br />

overig<strong>en</strong>s op dit uitgangspunt in artikel <strong>10</strong>, tweede lid, Vw 2000 <strong>en</strong>kele uitzondering<strong>en</strong><br />

gemaakt. Van het eerste lid kan word<strong>en</strong> afgewek<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> de aanspraak betrekking heeft op<br />

het onderwijs, de verl<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> medisch noodzakelijk zorg, de voorkoming <strong>van</strong> inbreuk<strong>en</strong> op<br />

de volksgezondheid, of de rechtsbijstand aan de vreemdeling. Zo is er voor medisch<br />

noodzakelijke zorg aan ‘illegal<strong>en</strong>’ e<strong>en</strong> budget, het Koppelingsfonds, beschikbaar gesteld om<br />

problem<strong>en</strong> in de zorg te voorkom<strong>en</strong>. Voorts hebb<strong>en</strong> ook onrechtmatig hier te lande<br />

verblijv<strong>en</strong>de vreemdeling<strong>en</strong> het recht op rechtsbijstand. Artikel 48 <strong>van</strong> de Wet op de<br />

rechtbijstand verklaart artikel <strong>10</strong>, eerste lid, Vw 2000 niet <strong>van</strong> toepassing op aansprak<strong>en</strong> op<br />

rechtsbijstand ingevolge die wet. Ook voor het onderwijs moest e<strong>en</strong> uitzondering word<strong>en</strong><br />

gemaakt omdat er, mede gelet op uit internationale verdrag<strong>en</strong> voortvloei<strong>en</strong>de verplichting<strong>en</strong>,<br />

e<strong>en</strong> leerplicht bestaat in Nederland <strong>en</strong> de Nederlandse onderwijswetgeving voorziet in e<strong>en</strong><br />

recht op toegang tot alle vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> onderwijs voor leerling<strong>en</strong> onder de 18 jaar. 4 Wel bepaalt<br />

artikel <strong>10</strong>, derde lid, Vw 2000 t<strong>en</strong> overvloede dat de toek<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> aansprak<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> recht op<br />

rechtmatig verblijf g<strong>en</strong>ereert.<br />

In artikel 11 <strong>van</strong> de Vw 2000 wordt e<strong>en</strong> nader onderscheid aangebracht tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> <strong>van</strong> rechtmatig verblijf. 5 Rechtmatig verblijf garandeert namelijk nog niet het recht op<br />

e<strong>en</strong> uitkering. De Vreemdeling<strong>en</strong>wet 2000 k<strong>en</strong>t verschill<strong>en</strong>de categorieën ‘rechtmatig<br />

verblijv<strong>en</strong>d<strong>en</strong>’. De ratio <strong>van</strong> dit begrip voor de vreemdeling<strong>en</strong>wetgeving houdt verband met<br />

de mogelijkheid tot gedwong<strong>en</strong> uitzetting. Zo verblijft e<strong>en</strong> vreemdeling die e<strong>en</strong> aanvraag<br />

heeft gedaan voor e<strong>en</strong> asielvergunning rechtmatig in Nederland <strong>en</strong> zal hang<strong>en</strong>de de aanvraag<br />

niet word<strong>en</strong> uitgezet. Uiteraard niet, omdat zolang nog niet op de asielaanvraag is beslist, niet<br />

duidelijk is of m<strong>en</strong> in het land <strong>van</strong> herkomst te vrez<strong>en</strong> heeft voor vervolging of voor e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>sonter<strong>en</strong>de behandeling als bedoeld in artikel 3 <strong>van</strong> het Europees Verdrag tot<br />

bescherming <strong>van</strong> de recht<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s (EVRM). Ook e<strong>en</strong> vreemdeling die in beroep gaat<br />

teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijzing <strong>van</strong> zijn asielaanvraag heeft rechtmatig verblijf <strong>en</strong> kan niet word<strong>en</strong><br />

uitgezet zolang er nog niet op het beroep is beslist. 6<br />

Artikel 11 <strong>van</strong> de Vw 2000 verwijst naar artikel 8 <strong>van</strong> de wet, waarin is neergelegd in welke<br />

gevall<strong>en</strong> de vreemdeling in Nederland rechtmatig verblijf houdt. Omdat in verschill<strong>en</strong>de<br />

regeling<strong>en</strong> op het terrein <strong>van</strong> sociale zekerheid 7 wordt verwez<strong>en</strong> naar artikel 8 <strong>van</strong> de Vw<br />

2000, wordt dit artikel hier integraal opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

4 “Niemand mag het recht op onderwijs word<strong>en</strong> ontzegd”, aldus artikel 2, Eerste Protocol, EVRM. Daarnaast kan<br />

gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op artikel 13, eerste <strong>en</strong> derde lid, IVESC <strong>en</strong> artikel 28 <strong>en</strong> 29 IVRK.<br />

5 De Koppelingswet is tot stand gekom<strong>en</strong> onder de oude Vreemdeling<strong>en</strong>wet (Vw (oud)). Dit beginsel is in de<br />

artikel<strong>en</strong> 1b, 8b <strong>en</strong> 8c, <strong>van</strong> de Vw (oud) neergelegd. Bij het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> de parlem<strong>en</strong>taire stukk<strong>en</strong> dan wel oudere<br />

jurisprud<strong>en</strong>tie zij de lezer dus gewaarschuwd dat naar oude Vw-bepaling<strong>en</strong> wordt verwez<strong>en</strong>. Inhoudelijk zijn de<br />

bepaling<strong>en</strong> met de inwerkingtreding <strong>van</strong> de Vw 2000 niet gewijzigd.<br />

6 In beginsel, want indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> vreemdeling in bewaringsdet<strong>en</strong>tie is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> met het doel hem uit te zett<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s de duur <strong>van</strong> die det<strong>en</strong>tie e<strong>en</strong> asielaanvraag indi<strong>en</strong>t, heeft het beroep teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>de beslissing géén<br />

schors<strong>en</strong>de werking <strong>en</strong> als gevolg daar<strong>van</strong> de vreemdeling géén rechtmatig verblijf in de zin <strong>van</strong> de Vw 2000.<br />

7 Zie bijvoorbeeld artikel 3, lid 3, Werkloosheidswet, artikel 11 Wet werk <strong>en</strong> bijstand.


3<br />

Artikel 8 Vreemdelingwet 2000<br />

De vreemdeling heeft in Nederland uitsluit<strong>en</strong>d rechtmatig verblijf:<br />

a. op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14;<br />

b. op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20;<br />

c. op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28;<br />

d. op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33;<br />

e. als geme<strong>en</strong>schapsonderdaan zolang deze onderdaan verblijf houdt op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> regeling kracht<strong>en</strong>s het<br />

Verdrag tot oprichting <strong>van</strong> de Europese Geme<strong>en</strong>schap dan wel de Overe<strong>en</strong>komst betreff<strong>en</strong>de de Europese<br />

Economische Ruimte;<br />

f. in afwachting <strong>van</strong> de beslissing op e<strong>en</strong> aanvraag tot het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> de verblijfsvergunning, bedoeld in de<br />

artikel<strong>en</strong> 14 <strong>en</strong> 28, terwijl bij of kracht<strong>en</strong>s deze wet dan wel op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> rechterlijke beslissing uitzetting<br />

<strong>van</strong> de aanvrager achterwege di<strong>en</strong>t te blijv<strong>en</strong> totdat op de aanvraag is beslist;<br />

g. in afwachting <strong>van</strong> de beslissing op e<strong>en</strong> aanvraag tot het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> de verblijfsvergunning, bedoeld in de<br />

artikel<strong>en</strong> 20 <strong>en</strong> 33, of tot het verl<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>van</strong> de geldigheidsduur <strong>van</strong> de verblijfsvergunning, bedoeld in de<br />

artikel<strong>en</strong> 14 <strong>en</strong> 28, of e<strong>en</strong> wijziging er<strong>van</strong>, terwijl bij of kracht<strong>en</strong>s deze wet of op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> rechterlijke<br />

beslissing uitzetting <strong>van</strong> de aanvrager achterwege di<strong>en</strong>t te blijv<strong>en</strong> totdat op de aanvraag is beslist;<br />

h. in afwachting <strong>van</strong> de beslissing op e<strong>en</strong> bezwaarschrift of e<strong>en</strong> beroepschrift, terwijl bij of kracht<strong>en</strong>s deze wet of<br />

op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> rechterlijke beslissing uitzetting <strong>van</strong> de aanvrager achterwege di<strong>en</strong>t te blijv<strong>en</strong> totdat op het<br />

bezwaarschrift of het beroepschrift is beslist;<br />

i. gedur<strong>en</strong>de de vrije termijn, bedoeld in artikel 12, zolang het verblijf <strong>van</strong> de vreemdeling bij of kracht<strong>en</strong>s artikel<br />

12 is toegestaan;<br />

j. indi<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de uitzetting beletsel<strong>en</strong> bestaan als bedoeld in artikel 64;<br />

k. gedur<strong>en</strong>de de periode waarin de vreemdeling door Onze Minister in de geleg<strong>en</strong>heid wordt gesteld aangifte te<br />

do<strong>en</strong> <strong>van</strong> overtreding <strong>van</strong> artikel 273a <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> Strafrecht;<br />

l. indi<strong>en</strong> de vreemdeling verblijfsrecht ontle<strong>en</strong>t aan het Associatiebesluit 1/80 <strong>van</strong> de Associatieraad EEG/Turkije.<br />

De categorieën a <strong>en</strong> b zi<strong>en</strong> op de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde (a) dan wel<br />

onbetaalde (b) tijd. Dit gaat om vreemdeling<strong>en</strong> die hier zijn in verband met bijvoorbeeld<br />

gezinsher<strong>en</strong>iging, studie, arbeid, medische behandeling. Deg<strong>en</strong><strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verblijfsvergunning<br />

op de c- (voor bepaalde tijd) of d-grond (onbepaalde tijd), verblijv<strong>en</strong> hier om asielgerelateerde<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> zoals e<strong>en</strong> individuele vervolgingsvrees of <strong>van</strong>wege de algem<strong>en</strong>e situatie in het land<br />

<strong>van</strong> herkomst. Onder f, g <strong>en</strong> h wordt de situatie geregeld <strong>van</strong> h<strong>en</strong> die of in afwachting zijn <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> beslissing op hun reguliere of asielaanvraag, dan wel in bezwaar of beroep zijn teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

afwijz<strong>en</strong>de beslissing, waarbij dit rechtmatig verblijf geeft als gedur<strong>en</strong>de de aanvraag-,<br />

bezwaar- of beroepsfase uitzetting achterwege di<strong>en</strong>t te blijv<strong>en</strong>. 8 In zijn algeme<strong>en</strong>heid geldt dat<br />

gedur<strong>en</strong>de het bezwaar teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijzing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aanvraag om e<strong>en</strong> reguliere<br />

verblijfsvergunning <strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de het beroep teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijzing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> asielvergunning de<br />

uitzetting wordt geschorst <strong>en</strong> er dus rechtmatig verblijf is. Hierop bestaan echter weer<br />

uitzondering<strong>en</strong>, bijvoorbeeld als het gaat om de afwijzing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> herhaalde asielaanvraag of<br />

de vreemdeling in bewaringsdet<strong>en</strong>tie is g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (resp. artt. 82, lid 2b <strong>en</strong> 73, lid 4, Vw 2000).<br />

Categorie i betreft de vreemdeling<strong>en</strong> die in de zog<strong>en</strong>aamde ‘vrije termijn’ <strong>van</strong> drie maand<strong>en</strong><br />

in Nederland verblijv<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gaat hierbij veelal om familiebezoek of vakantie. Onder j wordt<br />

de situatie geregeld <strong>van</strong> de vreemdeling aan wie ge<strong>en</strong> verblijf wordt toegestaan <strong>en</strong> die dus<br />

Nederland di<strong>en</strong>t te verlat<strong>en</strong>, maar die daartoe – tijdelijk – niet in staat is <strong>van</strong>wege zijn<br />

gezondheidssituatie. Zo word<strong>en</strong> hoogzwangere vrouw<strong>en</strong> niet uitgezet. Rechtmatig verblijf<br />

onder sub k, heeft de vreemdeling die aangifte wil do<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>handel. Tot slot word<strong>en</strong><br />

met de categorieën e <strong>en</strong> l, de vreemdeling<strong>en</strong> bedoeld die hun verblijf rechtstreeks ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan<br />

of via het Geme<strong>en</strong>schapsrecht. T<strong>en</strong> gevolge <strong>van</strong> de meeromvatt<strong>en</strong>de beschikking verblijft e<strong>en</strong><br />

vreemdeling niet langer rechtmatig in Nederland, wanneer zijn aanvraag voor asiel<br />

(on)bepaalde tijd is afgewez<strong>en</strong>. Dat is anders wanneer er e<strong>en</strong> vertrekmoratorium <strong>van</strong><br />

8 De hoofdlijn is dat teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijzing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aanvraag om e<strong>en</strong> reguliere verblijfsvergunning bezwaar <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s beroep op<strong>en</strong> staat. <strong>Het</strong> bezwaar heeft schors<strong>en</strong>de werking, het beroep niet. Teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijzing <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> aanvraag om e<strong>en</strong> verblijfsvergunning asiel staat beroep op<strong>en</strong>, dat schors<strong>en</strong>de werking heeft. Zowel in<br />

reguliere zak<strong>en</strong> als in asielzak<strong>en</strong> geldt dat het instell<strong>en</strong> <strong>van</strong> hoger beroep ge<strong>en</strong> schors<strong>en</strong>de werking heeft.


4<br />

toepassing is op grond <strong>van</strong> artikel 45, lid 4, Vw 2000. De vreemdeling op wie dat besluit <strong>van</strong><br />

toepassing is, wordt geacht rechtmatig verblijf in de zin <strong>van</strong> artikel 8, onder j, te hebb<strong>en</strong>. 9<br />

Voor het antwoord op de vraag of rechtmatig verblijf op grond <strong>van</strong> artikel 8 Vw 2000 ook het<br />

recht op e<strong>en</strong> sociale zekerheidsuitkering meebr<strong>en</strong>gt, is de aard <strong>van</strong> het rechtmatig verblijf <strong>van</strong><br />

belang. De Koppelingswet gaat er <strong>van</strong> uit dat vreemdeling<strong>en</strong> aan wie ge<strong>en</strong> (langdurig) verblijf<br />

in Nederland is toegestaan, ook ge<strong>en</strong> recht op collectieve voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> omdat dit e<strong>en</strong> ‘rechtmatig tintje’ aan hun verblijf hier te lande zou gev<strong>en</strong>. <strong>10</strong> De<br />

gedachte is dat e<strong>en</strong> vreemdeling die in afwachting is <strong>van</strong> de beslissing op zijn asielaanvraag<br />

tot het mom<strong>en</strong>t dat hij verzekerd is <strong>van</strong> toegestaan verblijf hier te lande, reeds de schijn <strong>van</strong><br />

‘volkom<strong>en</strong> legaliteit’ verwerft door, terwijl hier nog niet in Nederland is toegelat<strong>en</strong>, toch al<br />

uitkeringsrecht<strong>en</strong> zou hebb<strong>en</strong>. Zeker gelet op de gemiddelde duur <strong>van</strong> de behandeling <strong>van</strong><br />

asielaanvrag<strong>en</strong>, moet e<strong>en</strong> dergelijke situatie <strong>van</strong> ‘gedoogschijn’ word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. Dit geldt<br />

temeer indi<strong>en</strong> er beroep wordt ingesteld teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> afwijz<strong>en</strong>de beslissing: m<strong>en</strong> heeft dan al e<strong>en</strong><br />

negatieve uitkomst <strong>en</strong> hiermee strookt niet dat m<strong>en</strong> toch, op gelijke voet als e<strong>en</strong> Nederlander,<br />

recht<strong>en</strong> aan de socialezekerheidswetgeving kan ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Artikel 11 <strong>van</strong> de Vw 2000 bepaalt dat in beginsel alle<strong>en</strong> deg<strong>en</strong>e wi<strong>en</strong>s aanvraag om e<strong>en</strong><br />

reguliere of e<strong>en</strong> asielvergunning is ingewilligd, aansprak<strong>en</strong> op voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, verstrekking<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> uitkering<strong>en</strong> heeft. Voor het overige is het afhankelijk <strong>van</strong> de specifieke regeling welke<br />

aanspraak rechtmatig verblijf bijvoorbeeld in de aanvraagfase oplevert. Zo heeft e<strong>en</strong><br />

vreemdeling die in afwachting is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> beslissing op e<strong>en</strong> eerste asielaanvraag recht op<br />

op<strong>van</strong>gvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> verstrekking<strong>en</strong>.<br />

<strong>10</strong>.3 Rechtmatig verblijf <strong>en</strong> het recht op bijstand<br />

De hiervoor besprok<strong>en</strong> uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> de Koppelingswet zijn destijds ook – inhoudelijk<br />

ongewijzigd – neergelegd in de Algem<strong>en</strong>e bijstandswet (Abw). Op grond <strong>van</strong> artikel 11, lid 2<br />

<strong>van</strong> de op 1 januari 2004 in werking getred<strong>en</strong> Wet werk <strong>en</strong> bijstand (Wwb), heeft de houder<br />

<strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning <strong>van</strong> (on)bepaalde tijd asiel of regulier recht op bijstand.<br />

Artikel 11 Wwb<br />

1 Iedere Nederlander die hier te lande in zodanige omstandighed<strong>en</strong> verkeert of dreigt te gerak<strong>en</strong> dat hij niet over de<br />

middel<strong>en</strong> beschikt om in de noodzakelijke kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het bestaan te voorzi<strong>en</strong>, heeft recht op bijstand <strong>van</strong><br />

overheidswege.<br />

2 Met de Nederlander, bedoeld in het eerste lid, wordt gelijkgesteld de hier te lande verblijv<strong>en</strong>de vreemdeling die<br />

rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin <strong>van</strong> artikel 8, onderdel<strong>en</strong> a tot <strong>en</strong> met e <strong>en</strong> l, <strong>van</strong> de<br />

Vreemdeling<strong>en</strong>wet 2000.<br />

3 Bij algem<strong>en</strong>e maatregel <strong>van</strong> bestuur kunn<strong>en</strong> hier te lande verblijv<strong>en</strong>de vreemdeling<strong>en</strong>, anders dan die bedoeld in<br />

artikel 8, onderdel<strong>en</strong> a tot <strong>en</strong> met e <strong>en</strong> l, <strong>van</strong> de Vreemdeling<strong>en</strong>wet 2000, voor de toepassing <strong>van</strong> deze wet met e<strong>en</strong><br />

Nederlander gelijk word<strong>en</strong> gesteld:<br />

a<br />

b<br />

ter uitvoering <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verdrag dan wel e<strong>en</strong> besluit <strong>van</strong> e<strong>en</strong> volk<strong>en</strong>rechtelijke organisatie, of<br />

indi<strong>en</strong> zij, na rechtmatig verblijf te hebb<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> in de zin <strong>van</strong> artikel 8, onderdel<strong>en</strong> a tot <strong>en</strong> met e <strong>en</strong> l, <strong>van</strong> de<br />

Vreemdeling<strong>en</strong>wet 2000, rechtmatig in Nederland verblijf hebb<strong>en</strong> als bedoeld in artikel 8, onderdeel g of h, <strong>van</strong><br />

die wet <strong>en</strong> zij aan de in die algem<strong>en</strong>e maatregel <strong>van</strong> bestuur gestelde voorwaard<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.<br />

4. <strong>Het</strong> recht op bijstand komt de echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk toe, t<strong>en</strong>zij e<strong>en</strong> <strong>van</strong> de echtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> recht op bijstand<br />

heeft.<br />

9 In feite is daarmee e<strong>en</strong> derti<strong>en</strong>de categorie rechtmatig verblijf gecreëerd. Zie ook: P. Minderhoud,<br />

Vreemdeling<strong>en</strong> & Voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 2001, p. 16.<br />

<strong>10</strong> Vóór de inwerkingtreding <strong>van</strong> de Koppelingswet was de situatie overig<strong>en</strong>s niet dat vreemdeling<strong>en</strong> zonder<br />

verblijfsstatus zonder meer e<strong>en</strong> recht op uitkering hadd<strong>en</strong>; dit was afhankelijk <strong>van</strong> de specifieke regeling <strong>en</strong> de<br />

voor iedere<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de uitkeringsvoorwaard<strong>en</strong> waaraan e<strong>en</strong> ‘illegaal’ niet altijd kan voldo<strong>en</strong>. K. <strong>W<strong>en</strong>tholt</strong>, <strong>Het</strong><br />

sociale-zekerheidsrecht <strong>en</strong> de verblijfsstatus <strong>van</strong> vreemdeling<strong>en</strong>, SMA 1995, p. 562-577.


5<br />

Dit betek<strong>en</strong>t dat recht op bijstand hebb<strong>en</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die in het bezit zijn <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

verblijfsvergunning voor bepaalde of voor onbepaalde tijd (sub a t/m e), EU-onderdan<strong>en</strong> met<br />

uit di<strong>en</strong> hoofde EU-verblijfsrecht <strong>en</strong> deg<strong>en</strong>e die verblijfsrecht ontl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan het<br />

Associatiebesluit 1/80 <strong>van</strong> de Associatieraad EEG/Turkije. Vervolg<strong>en</strong>s (het derde lid), is er<br />

e<strong>en</strong> aantal vreemdeling<strong>en</strong> dat weliswaar ge<strong>en</strong> verblijfsvergunning heeft, maar toch recht op<br />

bijstand heeft op grond <strong>van</strong> het Besluit gelijkstelling vreemdeling<strong>en</strong> Wwb (<strong>en</strong> Ioaw, Ioaz,<br />

Wvg <strong>en</strong> WWIK). Dit gaat om de vreemdeling<strong>en</strong> die rechtmatig verblijf (als hiervoor bedoeld)<br />

hebb<strong>en</strong> gehad <strong>en</strong> tijdig hebb<strong>en</strong> verzocht om voortgezette toelating dan wel tijdig bezwaar of<br />

beroep hebb<strong>en</strong> ingesteld teg<strong>en</strong> intrekking <strong>van</strong> de verblijfsvergunning. Op grond hier<strong>van</strong><br />

kom<strong>en</strong> dus ook de vreemdeling<strong>en</strong> die hier e<strong>en</strong> tijdelijk verblijfsrecht hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de<br />

algem<strong>en</strong>e situatie in het land <strong>van</strong> herkomst of in verband met studie, stage, medische<br />

behandeling e.d., in beginsel voor e<strong>en</strong> bijstandsuitkering in aanmerking, zij het dat m<strong>en</strong> nog<br />

moet voldo<strong>en</strong> aan de ook in de Wwb neergelegde voorwaarde <strong>van</strong> het ingezet<strong>en</strong>schap (artikel<br />

40 Wwb). Blijk<strong>en</strong>s de Verzamelbrief Staatssecretaris SZW <strong>van</strong> 29 april 2005, wil de regering<br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander zo restrictief mogelijk invull<strong>en</strong>. In deze brief valt de red<strong>en</strong>ering te lez<strong>en</strong> dat<br />

iemand die hier slechts tijdelijk verblijf heeft, zijn woonstede in het buit<strong>en</strong>land heeft <strong>en</strong> dus<br />

niet voldoet aan het vereiste <strong>van</strong> het ingezet<strong>en</strong>schap. 11 Ook wil m<strong>en</strong> nader onderzoek<strong>en</strong> of het<br />

gelet op internationale wetgeving mogelijk is e<strong>en</strong> referte-eis voor vreemdeling<strong>en</strong> in de Wwb<br />

in te bouw<strong>en</strong> (recht<strong>en</strong> afhankelijk <strong>van</strong> de duur <strong>van</strong> het verblijf) <strong>en</strong> om hang<strong>en</strong>de bezwaar <strong>en</strong><br />

beroep teg<strong>en</strong> het ontzegg<strong>en</strong> <strong>van</strong> het recht op voortgezet verblijf het recht op bijstand te<br />

ontzegg<strong>en</strong>.<br />

Ook vóór inwerkingtreding <strong>van</strong> de Koppelingswet was de verblijfsstatus <strong>van</strong> belang voor het<br />

recht op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering. De vreemdeling zonder verblijfsvergunning kon ge<strong>en</strong><br />

aanspraak mak<strong>en</strong> op bijstand, t<strong>en</strong>zij zijn verblijf werd gedoogd <strong>en</strong> door de korpschef aan het<br />

college <strong>van</strong> Burgemeester <strong>en</strong> Wethouders e<strong>en</strong> schriftelijke verklaring was afgegev<strong>en</strong> dat er<br />

niet tot uitzetting zou word<strong>en</strong> overgaan. Ook in het geval tijdig e<strong>en</strong> verzoek tot verl<strong>en</strong>ging <strong>van</strong><br />

de verblijfsvergunning was gedaan, bestond er aanspraak op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering. Van groot<br />

belang is dat in de bijstandswetgeving sinds jaar <strong>en</strong> dag geregeld is dat aan e<strong>en</strong> persoon die<br />

géén recht op bijstand heeft, toch bijstand kan word<strong>en</strong> verstrekt indi<strong>en</strong> zeer dring<strong>en</strong>de<br />

red<strong>en</strong><strong>en</strong> dat nodig mak<strong>en</strong>. Hierop kon ook de vreemdeling zich beroep<strong>en</strong>. 12 De<br />

Koppelingswet veranderde dat. In artikel 16, tweede lid, Wwb is nu bepaald dat de<br />

mogelijkheid om in geval <strong>van</strong> dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> toch bijstand te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan iemand die<br />

ge<strong>en</strong> rechthebb<strong>en</strong>de daarop is, niet <strong>van</strong> toepassing op is op vreemdeling<strong>en</strong> die niet op grond<br />

<strong>van</strong> de hiervoor g<strong>en</strong>oemde regeling<strong>en</strong> rechthebb<strong>en</strong>de zijn op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering.<br />

Binn<strong>en</strong> de in artikel 8 <strong>van</strong> de Vw 2000 g<strong>en</strong>oemde categorieën rechtmatig verblijv<strong>en</strong>de<br />

vreemdeling<strong>en</strong>, kan aldus de volg<strong>en</strong>de onderverdeling word<strong>en</strong> aangebracht:<br />

1. Vreemdeling<strong>en</strong>, als bedoeld in artikel 8, sub a t/m d, e <strong>en</strong> l, die rechtmatig verblijf hebb<strong>en</strong><br />

én tev<strong>en</strong>s recht hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering;<br />

2. Vreemdeling<strong>en</strong>, als bedoeld in artikel 8, sub i, die rechtmatig verblijf hebb<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de<br />

de vrije termijn <strong>van</strong> drie maand<strong>en</strong>, maar die géén aanspraak hebb<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />

11 De vraag naar de verhouding tuss<strong>en</strong> het begrip ‘ingezet<strong>en</strong>schap’ <strong>en</strong> ‘hoofdverblijf’ is <strong>van</strong> belang in verband<br />

met de realiteitswaarde <strong>van</strong> deze w<strong>en</strong>s <strong>van</strong> de regering. Iemand die zijn hoofdverblijf niet in Nederland heeft, zal<br />

überhaupt ge<strong>en</strong> verblijfsvergunning alhier krijg<strong>en</strong>. Voorts is het vestig<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> hoofdverblijf buit<strong>en</strong> Nederland,<br />

zie de artikel<strong>en</strong> 22 <strong>en</strong> 32 <strong>van</strong> de Vw 2000, e<strong>en</strong> intrekkingrond. Overig<strong>en</strong>s kan zich nog e<strong>en</strong> complicatie voordo<strong>en</strong><br />

bij deg<strong>en</strong><strong>en</strong> met e<strong>en</strong> reguliere vergunning die e<strong>en</strong> bijstandsuitkering aanvraagt omdat m<strong>en</strong> hiermee niet langer<br />

voldoet aan de voorwaarde dat e<strong>en</strong> vreemdeling die in ons land verblijf wil de beschikking moet hebb<strong>en</strong> over<br />

voldo<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> <strong>van</strong> bestaan <strong>en</strong> geacht wordt ge<strong>en</strong> beroep op de publieke middel<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>.<br />

12 Zie: F.M. Noordam, Inleiding Sociale-zekerheidsrecht, tweede druk, Kluwer, Dev<strong>en</strong>ter: 1994, p. 271-272.


6<br />

bijstandsuitkering, hetge<strong>en</strong> – gelet op de ratio <strong>van</strong> de bijstandsuitkering – ook voor de<br />

hand ligt;<br />

3. Vreemdeling<strong>en</strong>, als bedoeld onder artikel 8, sub j <strong>en</strong> k, die ge<strong>en</strong> recht hebb<strong>en</strong> op bijstand,<br />

maar wel op e<strong>en</strong> voorligg<strong>en</strong>de voorzi<strong>en</strong>ing op grond e<strong>en</strong> regeling over op<strong>van</strong>g <strong>en</strong> overige<br />

verstrekking<strong>en</strong>;<br />

4. Vreemdeling<strong>en</strong>, als bedoeld in artikel 8, sub f, g <strong>en</strong> h, die zijn verwikkeld in e<strong>en</strong><br />

procedure over hun aanvraag tot verl<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning. Deze groep heeft<br />

wel rechtmatig verblijf, maar géén recht op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering.<br />

In deze bijdrage spits<strong>en</strong> wij ons vervolg<strong>en</strong>s toe op de jurisprud<strong>en</strong>tie die zich heeft ontwikkeld<br />

over de laatste groep, de vreemdeling<strong>en</strong> die wel rechtmatig verblijf hebb<strong>en</strong>, op grond <strong>van</strong><br />

artikel 8, sub f, g <strong>en</strong> h, maar die ge<strong>en</strong> recht kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering.<br />

<strong>10</strong>.4 Vreemdeling<strong>en</strong> in rechtsbeschermingsprocedures over verblijfsaansprak<strong>en</strong><br />

Over de positie <strong>van</strong> vreemdeling<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> rechtsbeschermingsprocedure over verl<strong>en</strong>ing of<br />

verl<strong>en</strong>ging <strong>van</strong> de verblijfsvergunning zijn verwikkeld <strong>en</strong> die e<strong>en</strong> aanvraag indi<strong>en</strong><strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

bijstandsuitkering, is inmiddels <strong>en</strong>ige jurisprud<strong>en</strong>tie versch<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Vreemdeling<strong>en</strong> die zijn verwikkeld in e<strong>en</strong> procedure over hun verblijfsaansprak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

géén recht op e<strong>en</strong> bijstandsuitkering. In de literatuur werd al voorafgaand aan de goedkeuring<br />

door de Tweede Kamer <strong>van</strong> het wetsvoorstel Koppelingswet ingegaan op de vraag hoe de<br />

Koppelingswet zich verhield tot het in verschill<strong>en</strong>de verdrag<strong>en</strong> neergelegde<br />

discriminatieverbod omdat het onderscheid naar verblijfsstatus onderscheid naar nationaliteit<br />

met zich meebr<strong>en</strong>gt. 13 Naar aanleiding <strong>van</strong> e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de Staat der Nederland<strong>en</strong> aangespann<strong>en</strong><br />

kort geding, oordeelde de Presid<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage op 7 oktober 1998 dat<br />

onderdan<strong>en</strong> <strong>van</strong> verdragspartij<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Europees Verdrag betreff<strong>en</strong>de sociale <strong>en</strong> medische<br />

bijstand (EVSMB) voor de bijstandsverl<strong>en</strong>ing di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong> gelijkgesteld met<br />

Nederlanders indi<strong>en</strong> zij rechtmatig in Nederland verblijv<strong>en</strong> omdat zij verwikkeld zijn in de<br />

procedure over hun aanvraag tot het verl<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfsvergunning. 14 <strong>Het</strong> Gerechtshof<br />

oordeelde echter in hoger beroep anders. Bij uitspraak <strong>van</strong> 20 januari 2000 werd geoordeeld<br />

dat het in effect optred<strong>en</strong>de onderscheid naar nationaliteit gerechtvaardigd werd door de w<strong>en</strong>s<br />

<strong>van</strong> de Staat e<strong>en</strong> effectief <strong>en</strong> restrictief vreemdeling<strong>en</strong>beleid te voer<strong>en</strong>. In cassatie is deze lijn<br />

bevestigd. 15<br />

In verschill<strong>en</strong>de bestuursrechtelijke procedures werd nam<strong>en</strong>s de vreemdeling in procedure<br />

over zijn verblijfsaansprak<strong>en</strong> aangevoerd dat de uitsluiting <strong>van</strong> in procedure zijnde<br />

13 Zie onder meer P. E. Minderhoud., De koppeling <strong>van</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> aan het verblijfsrecht <strong>van</strong> vreemdeling<strong>en</strong>,<br />

in: Migrant<strong>en</strong>recht 1994, p. 185 e.v.<br />

14 Presid<strong>en</strong>t rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage, 7 oktober 1998, JV 1998/198, m.nt. P.E. Minderhoud.<br />

15 Gerechtshof ’s-Grav<strong>en</strong>hage 20 januari 2000, JABW 2000/40; HR 1 februari 2002, JABW 2002/32; JV<br />

2002/118, m.nt. PEM. <strong>Het</strong> arrest <strong>van</strong> de Hoge Raad sluit aan bij e<strong>en</strong> uitspraak <strong>van</strong> de Afdeling die oordeelde dat<br />

rechtmatig verblijf in de zin <strong>van</strong> artikel 8, aanhef <strong>en</strong> onder f, Vw 2000 niet hetzelfde is als rechtmatig verblijf in<br />

artikel 11 EVSMB. Opmerkelijk is overig<strong>en</strong>s dat in e<strong>en</strong> zaak die sterk op deze zaak leek, de presid<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de<br />

rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage op 11 juli 2000 me<strong>en</strong>de dat mogelijk wel sprake was <strong>van</strong> rechtmatig verblijf in de zin<br />

<strong>van</strong> het EVSMB, Presid<strong>en</strong>t rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage 11 juli 2000, JV 2000/202, m.nt. PEM. In e<strong>en</strong> latere zaak<br />

week dezelfde rechtbank weer af <strong>van</strong> dat standpunt: rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage 26 maart 2001, JV 2001/127, m.nt.<br />

PEM. De Voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter <strong>van</strong> de CRvB oordeelde in e<strong>en</strong> vergelijkbaar geval dat het onderscheid naar<br />

nationaliteit als bedoeld in artikel 26 IVBPR gerechtvaardigd is, ook voor de categorie vreemdeling<strong>en</strong> als<br />

bedoeld in artikel 1b, aanhef <strong>en</strong> onder 3 Vw (oud): Vzngr CRvB 9 april 2002, USZ 2002/138.


7<br />

vreemdeling<strong>en</strong> strijd oplevert met het in artikel 14 <strong>van</strong> het Europees Verdrag tot bescherming<br />

<strong>van</strong> de recht<strong>en</strong> <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s (EVRM) <strong>en</strong> in artikel 26 <strong>van</strong> het Internationaal Verdrag inzake de<br />

Burgerrecht<strong>en</strong> <strong>en</strong> Politieke Recht<strong>en</strong> (IVBPR of BUPO) neergelegde discriminatieverbod. 16 In<br />

e<strong>en</strong> zaak die leidde tot e<strong>en</strong> uitspraak op 26 juni 2001 lag bij de C<strong>en</strong>trale Raad <strong>van</strong> Beroep<br />

(CRvB) de vraag voor of de w<strong>en</strong>s <strong>van</strong> de wetgever te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> restrictief<br />

vreemdeling<strong>en</strong>beleid voldo<strong>en</strong>de rechtvaardiging vormde voor het in de Koppelingswet<br />

gemaakte onderscheid naar nationaliteit. 17 De CRvB stelt allereerst dat het in de<br />

Koppelingswet aangebrachte onderscheid e<strong>en</strong> nationaliteitsgebond<strong>en</strong> karakter heeft, ook al<br />

vloeit uit de toepassing <strong>van</strong> de regelgeving voort dat bepaalde categorieën vreemdeling<strong>en</strong> niet<br />

anders word<strong>en</strong> behandeld dan Nederlanders. Voor deze vorm <strong>van</strong> onderscheid acht de Raad<br />

echter e<strong>en</strong> toereik<strong>en</strong>de rechtvaardiging aanwezig, waarbij wordt overwog<strong>en</strong> dat: “de<br />

doelstelling <strong>van</strong> de koppelingswetgeving (...), te wet<strong>en</strong> het wegnem<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mogelijkheid<br />

om ondanks het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verblijfstitel aanspraak te mak<strong>en</strong> op uitkering<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verstrekking<strong>en</strong>, hetge<strong>en</strong> immers e<strong>en</strong> aanzet kan vorm<strong>en</strong> tot de voortzetting <strong>van</strong>, in beginsel,<br />

wederrechtelijk verblijf <strong>en</strong> uiteindelijk kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> vorm <strong>van</strong> schijnlegaliteit wat de<br />

verblijfspositie betreft; dit mede ter ondersteuning <strong>van</strong> e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>t vreemdeling<strong>en</strong>beleid,<br />

dat onder meer tot doel heeft deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die ge<strong>en</strong> toelating verkrijg<strong>en</strong> het land te do<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong>.<br />

<strong>Het</strong> uitgangspunt <strong>van</strong> de koppelingswetgeving stuit wat zijn doelstelling <strong>en</strong> gehanteerd middel<br />

betreft bij de Raad dan ook in het algeme<strong>en</strong> niet op bed<strong>en</strong>king<strong>en</strong>.” Vervolg<strong>en</strong>s maakt de<br />

CRvB e<strong>en</strong> overgangsrechtelijk getinte opmerking door onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

vreemdeling<strong>en</strong> die vóór dan wel ná de inwerkingtreding <strong>van</strong> de Koppelingswet e<strong>en</strong><br />

verblijfsvergunning hadd<strong>en</strong> aangevraagd <strong>en</strong> aan wie bijstand werd verle<strong>en</strong>d omdat ze e<strong>en</strong><br />

verklaring <strong>van</strong> de korpschef hadd<strong>en</strong> dat ze niet werd<strong>en</strong> uitgezet <strong>en</strong> feitelijk niet over de<br />

middel<strong>en</strong> beschikt<strong>en</strong> om in de noodzakelijke kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het bestaan te voorzi<strong>en</strong>. Omdat<br />

hiermee aan deze categorie vreemdeling<strong>en</strong> dus al e<strong>en</strong> ‘schijnlegaliteit’ was gegev<strong>en</strong>, die de<br />

Koppelingswet wil voorkom<strong>en</strong>, acht de CRvB het niet opportuun op grond <strong>van</strong> de<br />

Koppelingswet hun uitkering te beëindig<strong>en</strong>: “<strong>van</strong> e<strong>en</strong> geschikt <strong>en</strong> noodzakelijk middel om het<br />

gestelde doel te bereik<strong>en</strong> kan naar het oordeel <strong>van</strong> de Raad voor deze groep niet word<strong>en</strong><br />

gesprok<strong>en</strong>, zodat het gemaakte onderscheid, leid<strong>en</strong>d tot het t<strong>en</strong>iet do<strong>en</strong> <strong>van</strong> de verworv<strong>en</strong><br />

rechtspositie, t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> deze gevall<strong>en</strong>, niet gerechtvaardigd kan word<strong>en</strong> geacht”.<br />

Sindsdi<strong>en</strong> komt in de jurisprud<strong>en</strong>tie waarin e<strong>en</strong> beroep wordt gedaan op het t<strong>en</strong> onrechte<br />

gemaakte onderscheid naar nationaliteit op grond <strong>van</strong> artikel 26 IVBPR voortdur<strong>en</strong>d de<br />

invoeringsdatum <strong>van</strong> 1 juli 1998 terug. Vreemdeling<strong>en</strong> die voor die datum reeds e<strong>en</strong> uitkering<br />

op grond <strong>van</strong> de Abw ontving<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> rechtsbeschermingsprocedure war<strong>en</strong><br />

verwikkeld over hun toelating, behoud<strong>en</strong> dat recht op bijstand ook na die datum. 18<br />

<strong>10</strong>.5 Kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> (rechtmatig verblijv<strong>en</strong>de) vreemdeling<strong>en</strong><br />

Ook over e<strong>en</strong> andere groep, vreemdeling<strong>en</strong> die op grond <strong>van</strong> zeer dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> recht op<br />

bijstand claim<strong>en</strong>, wordt het nodige geprocedeerd. De Koppelingswet bepaalt dat de<br />

mogelijkheid om in dring<strong>en</strong>de gevall<strong>en</strong> toch bijstand te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan niet-<br />

16 Aangetek<strong>en</strong>d zij dat artikel 14 EVRM e<strong>en</strong> accessoir karakter heeft: het discriminatieverbod heeft alle<strong>en</strong><br />

betek<strong>en</strong>is wanneer in e<strong>en</strong> geschil de sch<strong>en</strong>ding <strong>van</strong> e<strong>en</strong> andere norm, die ook in het verdrag zelf is geregeld,<br />

wordt ingeroep<strong>en</strong>. Uit de zaak-Gaygusuz (NJCM-Bulletin, 1997/4 p. 461, e.v.) blijkt dat het EHRM<br />

werkloosheidsbijstand in Oost<strong>en</strong>rijk kwalificeert als eig<strong>en</strong>dom in de zin <strong>van</strong> het Eerst Protocol bij het EVRM,<br />

waardoor terecht e<strong>en</strong> beroep werd gedaan op het discriminatieverbod <strong>van</strong> artikel 14 EVRM. Artikel 26 EVBPR<br />

werkt rechtstreeks <strong>en</strong> kan direct word<strong>en</strong> ingeroep<strong>en</strong>.<br />

17 CRvB 26 juni 2001, AB 2001, 277.<br />

18 <strong>Het</strong> ministerie moet derhalve ook de rijksvergoeding blijv<strong>en</strong> bekostig<strong>en</strong> voor de continuering <strong>van</strong><br />

bijstandsuitkering<strong>en</strong>. Zie: rechtbank Zutph<strong>en</strong>, 26 november 2003, JB 2004/39, m.nt. EvdL.


8<br />

bijstandsgerechtigd<strong>en</strong>, niet langer kan word<strong>en</strong> ingezet voor vreemdeling<strong>en</strong>. Dat uitgangspunt<br />

was overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in artikel 11 Abw <strong>en</strong> is nu opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de Wet werk <strong>en</strong> bijstand, in<br />

artikel 16.<br />

Artikel 16 Wwb<br />

1. Aan e<strong>en</strong> persoon die ge<strong>en</strong> recht op bijstand heeft, kan het college, gelet op alle omstandighed<strong>en</strong>, in afwijking <strong>van</strong> deze paragraaf,<br />

bijstand verl<strong>en</strong><strong>en</strong> indi<strong>en</strong> zeer dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> daartoe noodzak<strong>en</strong>.<br />

2. <strong>Het</strong> eerste lid is niet <strong>van</strong> toepassing op andere vreemdeling<strong>en</strong> dan die, bedoeld in artikel 11, tweede <strong>en</strong> derde lid.<br />

Artikel 11 Abw werd ev<strong>en</strong>wel niet toegepast in e<strong>en</strong> uitspraak <strong>van</strong> de Presid<strong>en</strong>t <strong>van</strong> de<br />

rechtbank ’s-Grav<strong>en</strong>hage, waarin deze tot de conclusie komt dat sprake is <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

uitzonderlijke situatie, waarbij strikte wetstoepassing zou leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> onredelijke<br />

uitkomst. 19 Inderdaad was sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bijzonder geval <strong>van</strong> e<strong>en</strong> vreemdelinge die<br />

gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> reeks <strong>van</strong> jar<strong>en</strong> als Nederlandse is beschouwd, maar dat niet bleek te zijn. De<br />

behandeling <strong>van</strong> e<strong>en</strong> verzoek tot vaststelling <strong>van</strong> het Nederlanderschap ingevolge artikel 17<br />

RWN mag zij op grond <strong>van</strong> e<strong>en</strong> beslissing <strong>van</strong> de Staatssecretaris <strong>van</strong> Justitie in Nederland<br />

afwacht<strong>en</strong>. Beëindiging <strong>van</strong> de bijstandsuitkering zou ook leid<strong>en</strong> tot stopzetting <strong>van</strong> de<br />

ziek<strong>en</strong>fondsverzekering, terwijl zij e<strong>en</strong> gehandicapt kind heeft dat op voortdur<strong>en</strong>de medische<br />

zorg is aangewez<strong>en</strong>.<br />

De meeste aandacht trekk<strong>en</strong> de geschill<strong>en</strong> waarin nam<strong>en</strong>s minderjarige vreemdeling<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

beroep op bijstand wordt gedaan. De meeste <strong>van</strong> die jurisprud<strong>en</strong>tie is <strong>van</strong> betrekkelijk rec<strong>en</strong>te<br />

datum. Dat heeft ongetwijfeld ook te mak<strong>en</strong> met het feit dat het Internationaal Verdrag inzake<br />

de recht<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kind (IVRK), waarop in deze rechtspraak e<strong>en</strong> beroep wordt gedaan, zich in<br />

de rechtspraktijk nog (verder) moet uitkristalliser<strong>en</strong>. 20 <strong>Het</strong> relatief jonge<br />

Kinderrecht<strong>en</strong>verdrag is in Nederland in 1995 in werking getred<strong>en</strong>. Rond verschill<strong>en</strong>de <strong>van</strong> de<br />

bepaling<strong>en</strong> <strong>van</strong> het IVRK wordt gediscussieerd over de rechtstreekse werking daar<strong>van</strong>. T<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> minderjarig kind <strong>van</strong> de Nederlandse nationaliteit bepaalde de CRvB dat – nu<br />

hij onder het bijstandniveau leeft <strong>en</strong> niet teg<strong>en</strong> ziektekost<strong>en</strong> is verzekerd – in het licht <strong>van</strong><br />

artikel 3, eerste <strong>en</strong> tweede lid <strong>en</strong> artikel 27, derde lid, <strong>van</strong> het IVRK sprake is <strong>van</strong> zeer<br />

dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> als bedoeld in artikel 11 Abw. 21 Maar in deze casus ging het om e<strong>en</strong><br />

minderjarig kind <strong>van</strong> de Nederlandse nationaliteit. 22 Artikel 11, tweede lid, Abw was daarom<br />

niet <strong>van</strong> toepassing. In zijn voorlopige voorzi<strong>en</strong>ingsuitspraak <strong>van</strong> 8 augustus 2005 oordeelde<br />

de Voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter <strong>van</strong> de C<strong>en</strong>trale Raad dat er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> is om het begrip ‘zeer<br />

dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong>’ <strong>van</strong> artikel 16, eerste lid, Wwb anders uit te legg<strong>en</strong> dan artikel 11, lid 1,<br />

Abw. 23 Belangrijker is echter of e<strong>en</strong> vergelijkbare conclusie zou moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> artikel 16, tweede lid, Wwb: hoe moet beslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> wanneer ouders, die<br />

zelf ge<strong>en</strong> recht hebb<strong>en</strong> op bijstand, verzoek<strong>en</strong> om de toepassing <strong>van</strong> artikel 16, eerste lid,<br />

Wwb voor hun kinder<strong>en</strong>? De ouders <strong>van</strong> verzoekers zijn ge<strong>en</strong> vreemdeling<strong>en</strong> in de zin <strong>van</strong><br />

19 Presid<strong>en</strong>t rechtbank ‘s-Grav<strong>en</strong>hage, 9 september 1998, JB 1998/267, m.nt. HJS.<br />

20 Zie G.C.A.M. Ruit<strong>en</strong>berg, <strong>Het</strong> Internationaal Kinderrecht<strong>en</strong>verdrag in de Nederlandse rechtspraak,<br />

Amsterdam: SWP 2003.<br />

21 CRvB 29 maart 2005, RSV 2005/161. In uitsprak<strong>en</strong> <strong>van</strong> 14 juni 2005 (LJN: AT 8038) <strong>en</strong> <strong>van</strong> 5 juli 2005<br />

(LJN: AT9963) komt de Raad tot dezelfde conclusie.<br />

22 Datzelfde geldt voor de casus in CRvB 21 maart 2006, JV 2006/205, waarin de geme<strong>en</strong>te Delfzijl aan de<br />

minderjarige Nederlandse kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> ouders met de Kaapverdische nationaliteit bijstand verl<strong>en</strong><strong>en</strong> met<br />

toepassing <strong>van</strong> artikel 11, lid 1, Abw. Overig<strong>en</strong>s was in deze casus ook sprake <strong>van</strong> e<strong>en</strong> niet-Nederlands<br />

minderjarig kind, maar wordt niet duidelijk of ook voor dat kind bijstand is verle<strong>en</strong>d. De moeder heeft in ieder<br />

geval ge<strong>en</strong> recht op bijstand, conform de lijn uit de uitsprak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de CRvB <strong>van</strong> 26 juli 2001.<br />

23 Vzngr CRvB 8 augustus 2005, JV 2005/368; Gst. 2005, 130, m.nt. P.E. Minderhoud.


9<br />

artikel 11, tweede <strong>en</strong> derde lid, Wwb; ev<strong>en</strong>min geldt dat voor de minderjarige verzoekers zelf.<br />

De verteg<strong>en</strong>woordiger <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te stelt ter zitting dat voor verzoekers geldt dat sprake is<br />

<strong>van</strong> zeer dring<strong>en</strong>de red<strong>en</strong><strong>en</strong> in de zin <strong>van</strong> artikel 16, eerste lid, Wwb. Maar het tweede lid <strong>van</strong><br />

dat artikel verzet zich naar het oordeel <strong>van</strong> de geme<strong>en</strong>te teg<strong>en</strong> bijstandsverl<strong>en</strong>ing. Maar, zo<br />

oordeelt de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter, er is “e<strong>en</strong> zekere mate <strong>van</strong> waarschijnlijkheid dat de Raad<br />

laatstg<strong>en</strong>oemde bepaling in de hier aan de orde zijnde bodemzak<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

verzoekers buit<strong>en</strong> toepassing zal moet<strong>en</strong> lat<strong>en</strong>. Hij baseert zich daarbij op de tekst <strong>van</strong> de<br />

artikel<strong>en</strong> 2, eerste <strong>en</strong> tweede lid, 3, eerste <strong>en</strong> tweede lid, <strong>en</strong> 27, derde lid, <strong>van</strong> het IVRK <strong>en</strong> de<br />

op deze artikel<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong> comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> <strong>van</strong> het Comité voor de recht<strong>en</strong> <strong>van</strong> het kind. De<br />

in de Engelse verdragstekst voorkom<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong> “without discrimination of any kind,<br />

irrespective of the child’s or his or her par<strong>en</strong>ts or legal guarians (…) status” in artikel 2, eerste<br />

lid, <strong>van</strong> het IVRK, bezi<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>hang met de andere zojuist g<strong>en</strong>oemde bepaling<strong>en</strong>, wijz<strong>en</strong><br />

er op dat het koppelingsbeginsel ge<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de rechtvaardiging kan vorm<strong>en</strong> voor het geheel<br />

uitsluit<strong>en</strong> <strong>van</strong> de mogelijkheid om uitsluit<strong>en</strong>d t<strong>en</strong> behoeve <strong>van</strong> de minderjarige kinder<strong>en</strong><br />

bijstand te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> in e<strong>en</strong> situatie dat hun om deze bijstand vrag<strong>en</strong>de niet-rechthebb<strong>en</strong>de<br />

ouders zelf niet in staat zijn de kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> voeding, kleding <strong>en</strong> andere ess<strong>en</strong>tiële, voor de<br />

minderjarige kinder<strong>en</strong> noodzakelijke kost<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong>”.<br />

Met e<strong>en</strong> beroep op artikel 2 IVRK – dat e<strong>en</strong> verbod op discriminatie <strong>van</strong>wege e<strong>en</strong> bepaald<br />

verblijfsrecht vastlegt – krijg<strong>en</strong> de uitgangspunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> artikel 3 <strong>en</strong> 27 IVRK betek<strong>en</strong>is voor<br />

alle kinder<strong>en</strong>, dus ook voor minderjarige vreemdeling<strong>en</strong>, <strong>van</strong> wie de ouders niet in staat zijn te<br />

voorzi<strong>en</strong> in de noodzakelijke kost<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> onderscheid, ingevolge artikel 16,<br />

tweede lid, Wwb is dan niet toegestaan. Omdat sprake is <strong>van</strong> strijdigheid met hogere<br />

rechtsregels di<strong>en</strong>t deze bepaling daarom buit<strong>en</strong> toepassing te word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong>. Door<br />

verschill<strong>en</strong>de rechtbank<strong>en</strong> is deze lijn inmiddels gevolgd. 24<br />

In de bodemzaak bevestigt de CRvB het oordeel <strong>van</strong> de voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>rechter. 25 Daarbij<br />

bepaalt de Raad dat artikel 2, eerste lid, IVRK rechtstreekse werking heeft aangezi<strong>en</strong> het gaat<br />

“om e<strong>en</strong> onvoorwaardelijk <strong>en</strong> nauwkeurig bepaalbaar subjectief recht op non-discriminatie,<br />

op één lijn te stell<strong>en</strong> met de in artikel 14 <strong>van</strong> het EVRM <strong>en</strong> artikel 26 <strong>van</strong> het IVBPR<br />

neergelegde non-dsicriminatiebepaling<strong>en</strong>, welke bepaling<strong>en</strong> rechtstreekse werking hebb<strong>en</strong>”.<br />

De Raad komt tot het oordeel dat maatregel<strong>en</strong> die in overe<strong>en</strong>stemming zijn te acht<strong>en</strong> met in<br />

internationale regelgeving neergelegde non-discriminatiebepaling<strong>en</strong> juist <strong>van</strong>wege de<br />

bijzondere beschermwaardigheid <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> in bepaalde situaties t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong><br />

in strijd kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> met artikel 2, eerste lid, IVRK. Daarbij maakt de CRvB onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ouders) die niet zijn toegelat<strong>en</strong>, maar wel rechtmatig in ons land<br />

verblijv<strong>en</strong>, <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ouders) die niet rechtmatig in de zin <strong>van</strong> artikel 8 Vw 2000<br />

verblijv<strong>en</strong>. In het laatste geval moet volg<strong>en</strong>s de Raad artikel 16, tweede lid, Wwb e<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>redig middel word<strong>en</strong> geacht ter verwez<strong>en</strong>lijking <strong>van</strong> het koppelingsbeginsel. Wanneer<br />

sprake is <strong>van</strong> rechtmatig verblijf – in casu op grond <strong>van</strong> artikel 8, sub f, Vw 2000 – is de<br />

CRvB echter <strong>van</strong> oordeel dat de toepassing <strong>van</strong> artikel 16, tweede lid, Wwb ge<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redig<br />

middel is. Deze bepaling di<strong>en</strong>t daarom weg<strong>en</strong>s strijd met artikel 2, eerste lid, IVRK buit<strong>en</strong><br />

toepassing te blijv<strong>en</strong>.<br />

24 Rechtbank Almelo 28 november 2005, LJN: AU7003; vzngr. rechtbank Leeuward<strong>en</strong> 28 november 2005, LJN:<br />

AU7449;<br />

25 CRvB 24 januari 2006, AB 2005, 420, m.nt. E. <strong>van</strong> Wolde; RSV 2006/84, m.nt. G.J. Vonk; JV 2006/116,<br />

m.nt. PEM; Gst. 2006, 35, m.nt. J.W.A. Fleur<strong>en</strong>. Zie ook: C.H. Sling<strong>en</strong>berg, Illegale kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> recht op<br />

bijstand in het licht <strong>van</strong> het IVRK, in: MR 2006/2, p. 54-57.


<strong>10</strong><br />

E<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander betek<strong>en</strong>t dat er wel e<strong>en</strong> bresje is geslag<strong>en</strong> in het koppelingsbeginsel, maar dat de<br />

op<strong>en</strong>ing maar heel klein is. Kinder<strong>en</strong> die hier illegaal zijn, hebb<strong>en</strong> dus nog steeds ge<strong>en</strong> recht<br />

op bijstand. De Raad acht de toepassing <strong>van</strong> artikel 16, lid 2, Wwb op kinder<strong>en</strong> die hier niet<br />

rechtmatig verblijv<strong>en</strong>, in beginsel e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>redig middel om de koppelingswetgeving te<br />

realiser<strong>en</strong>. Er is dus – aldus annotator Vonk – nog e<strong>en</strong> ontsnappingsmogelijkheid. Wellicht –<br />

zo schrijft hij – zou in concrete noodsituaties e<strong>en</strong> beroep op artikel 27 IVRK ook voor illegale<br />

kinder<strong>en</strong> uitkomst kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>. Inderdaad ligt het voor de hand uit de uitspraak te<br />

concluder<strong>en</strong> dat artikel 27 IVRK rechtstreekse werking heeft. Vonk me<strong>en</strong>t dat de Raad dat<br />

niet direct durft te zegg<strong>en</strong>, nu de Afdeling bestuursrechtspraak <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State me<strong>en</strong>t<br />

dat artikel 27 IVRK niet rechtstreeks werk<strong>en</strong>d is. 26 Maar met Minderhoud – zie zijn noot in de<br />

JV – m<strong>en</strong><strong>en</strong> wij dat de CRvB impliciet tot e<strong>en</strong> ander oordeel komt. Als dat zo is, dan biedt<br />

toetsing aan die bepaling uiteindelijk veel meer soelaas voor minderjarige, illegaal in ons land<br />

verblijv<strong>en</strong>de vreemdeling<strong>en</strong>. Artikel 27 IVRK gebiedt stat<strong>en</strong> immers ouders te ondersteun<strong>en</strong><br />

bij het verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het recht op lev<strong>en</strong>somstandighed<strong>en</strong> die nodig zijn voor de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> het kind. Daartoe behor<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het derde lid programma’s voor<br />

materiele bijstand <strong>en</strong> ondersteuning, met name wat betreft voeding, kleding <strong>en</strong> huisvesting.<br />

De rechtspraak op dit punt lijkt dan ook nog niet volledig uitgekristalliseerd. Anderzijds, zo<br />

zou m<strong>en</strong> op Vonk kunn<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>, functioneert de sociale rechtstaat ook wel zodanig dat<br />

dergelijke noodsituaties keurig word<strong>en</strong> opgelost (via geme<strong>en</strong>telijke noodfonds<strong>en</strong>,<br />

op<strong>van</strong>gvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>van</strong> kerkelijke instelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> wellicht af <strong>en</strong> toe het oprekk<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

geme<strong>en</strong>telijke bijstandsverstrekking).<br />

<strong>10</strong>.6 Conclusie<br />

Koppelingsbeginsel heeft de relatie tuss<strong>en</strong> het socialezekerheidsrecht <strong>en</strong> het<br />

vreemdeling<strong>en</strong>recht stevig veranderd. En eig<strong>en</strong>lijk kan de wetgever – als hij de gevolg<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

zijn acties nog e<strong>en</strong>s overd<strong>en</strong>kt – niet e<strong>en</strong>s ontevred<strong>en</strong> zijn. De rechtspraak heeft de bedoeling<br />

<strong>van</strong> de wetgever grosso modo keurig gevolgd. Pas rec<strong>en</strong>t is er e<strong>en</strong> kleine bres geslag<strong>en</strong> in de<br />

uitsluiting <strong>van</strong> minderjarige vreemdeling<strong>en</strong>, maar dan ook alle<strong>en</strong> nog maar in die gevall<strong>en</strong><br />

waarin ze, zonder dat ze tot ons land zijn toegelat<strong>en</strong>, rechtmatig in Nederland verblijv<strong>en</strong>.<br />

Bij het voorgaande speelt zeker e<strong>en</strong> rol dat het Kinderrecht<strong>en</strong>verdrag, e<strong>en</strong> nog rec<strong>en</strong>t verdrag<br />

is, waar<strong>van</strong> de toepassing in de rechtspraak nog niet lijkt te zijn uitgekristalliseerd. <strong>Het</strong> is niet<br />

zo vreemd dat de wetgever <strong>van</strong> de Koppelingswet zich niet heel int<strong>en</strong>sief heeft gebog<strong>en</strong> over<br />

de vraag hoe de introductie <strong>van</strong> zijn regeling op het bestaande stelsel zou uitwerk<strong>en</strong>, nu de<br />

recht<strong>en</strong> <strong>van</strong> kinder<strong>en</strong> pas sinds 1995 bijzondere aandacht krijg<strong>en</strong> via het<br />

Kinderrecht<strong>en</strong>verdrag. Nog steeds is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> aantal bepaling<strong>en</strong> in discussie of daaraan wel of<br />

niet rechtstreekse werking moet word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Zoals wel vaker, is de Afdeling<br />

bestuursrechtspraak <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> State daarin terughoud<strong>en</strong>der dan de C<strong>en</strong>trale Raad <strong>van</strong><br />

Beroep. Maar er lijk<strong>en</strong> goede red<strong>en</strong><strong>en</strong> te zijn om aan artikel 27, dat onder meer de plicht voor<br />

aangeslot<strong>en</strong> stat<strong>en</strong> vastlegt ouders <strong>en</strong> ander<strong>en</strong> te help<strong>en</strong> het kind te ondersteun<strong>en</strong> bij het<br />

verwez<strong>en</strong>lijk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het recht op e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sstandaard die toereik<strong>en</strong>d is voor e<strong>en</strong> goede<br />

lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke <strong>en</strong> sociale ontwikkeling, rechtstreekse<br />

werking toe te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

26 ABRvS 1 maart 2005, JV 2005/176, m.nt. Fleur<strong>en</strong>. Er zijn al wel verschill<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong> <strong>van</strong> rechtbank<strong>en</strong> die<br />

daar anders over d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: Vzngr. rechtbank Zwolle 17 februari 2003, LJN: AF4890; Vzngr. rechtbank Zwolle 19<br />

maart 2003, LJN: AF6351; Vzngr. rechtbank Zwolle 19 maart 2003, LJN: AF6354; rechtbank Groning<strong>en</strong> 24<br />

april 2002, JV 2002/334.


11<br />

Of artikel 27 IVRK nu wel of niet beschouwd moet word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> rechtstreeks werk<strong>en</strong>de<br />

verdragsbepaling, is in de uitspraak <strong>van</strong> de CRvB <strong>van</strong> januari 2006 niet rele<strong>van</strong>t, nu de Raad<br />

zijn red<strong>en</strong>ering baseert op het non-discriminatiebeginsel <strong>van</strong> artikel 2 IVRK. <strong>Het</strong> mak<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

onderscheid is wel gerechtvaardigd wanneer het gaat om illegaal verblijf, zo red<strong>en</strong>eert de<br />

Raad. Maar wanneer rechtstreeks aan artikel 27 IVRK wordt getoetst valt die red<strong>en</strong>ering weg<br />

<strong>en</strong> kan ook ruimte ontstaan bijstand te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> aan kinder<strong>en</strong> <strong>van</strong> illegal<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!