11 fietsen op nieuw materiaal - KU Leuven

12/39 Hasselt-1
22 april 1999 nr 6 * tiende jaargang
de kracht van het groepsgevoel
tentoonstelling demarches
chemicus wordt profvoetballer
11
fietsen op nieuw materiaal

F O R U M
C O L U M N
Deze pagina staat open voor uw meningen of reacties. De inhoud is voor rekening van de auteur. De redactie behoudt zich het
recht voor om stukken in te korten of te weigeren. Lezersbrieven worden gepubliceerd met naam en woonplaats van de auteur.
Bijdragen die ons na de d eadline bereiken, zullen niet worden opgenomen. Het adres van de redactie vindt u op de volgende
pagina, de deadlines van de volgende nummers vindt u hieronder.
Domweg
Aimé Desaegher
M.I.T. Issues Report Acknowledging
Sex Discrimination
Van op de zijlijn gee ft onze columnist zijn hoogstpersoonlijke
kijk op de dingen.
Dit
artikel is verschenen
in de
New York
Times, van 23
maart 1999.
By Carey Goldberg
Cambridge, Mass.-In an extraordinary admission, top officials
at the Massachusetts Institute of Technology, the most
prestigious science and engineering university in the country,
have issued a report acknowledging that female professors
here suffer from pervasive, if unintentional, discrimination.
“I have always believed that contemporary gender discrimination
within universities is part reality and part perception,”
the university’s president, Charles M. Vest, said
in comments to be published in the faculty newsletter within
days and already posted on the World Wide Web.
“True, but I now understand that reality is by far the greater
part of the balan ce.”
Dr. Vest’s comments introduced a report about discrimination
against women in the School of Science, one of
M.I.T.’s five schools. Five years in the making and initiated
by some female faculty members, the report documents a
pattern of sometimes subtle -but substantive and demoralizing-
discrimin ation in areas from hiring, awards, promotions
and inclusion on important committees to allocation
of valuable resources like laboratory space and
research money.
Such discrimin ation, national experts say, continues
and in some ways has worsened at institutions across the
country, despite the growing number of professors who
are women. In a report issued last month, the American
Association of University Professors found that though
women grew to 34 percent of faculty nationwide now
from 23 percent in 1975, the g ap between salaries for male
and female professors actually widened in that period.
Female faculty members involved with the M.I.T.
report, the findings of which were posted on the World
Wide Web on Friday and reported in The Boston Globe on
Sunday, say they do not believe that the institute discriminates
more than other top-flight universities; it is simply
more willing to admit it and address the problem. A hard
push to increase the number of tenured professors who are
women is well under way, the report says, along with
other efforts to redress inequities in the allocation of
resources. Efforts to perform similar
discrimination research universitywide
are also under discussion.
The administration’s comments
on the report “are the most forwardlooking
statements on gender discrimination
that I’ve read by a highranking
administrator in one of these
elite institutions in the 25 years I’ve
been a faculty member,” said Nancy
Hopkins, a prominent molecular
biologist and an initiator of the committee
that issued the report.
Robert J. Birgeneau, dean of the
School of Science, said today that he
believed the university was unique
in its willingness to make such a
document public. He also noted in
his written comments: “I believe
that in no case was this discrimination
conscious or deliberate. Indeed,
it was usually totally unconscious
and unknowing. Nevertheless, the
effects were real.”
Real, but hard to pin down until
three tenured female professors in
the School of Science started to compare
notes in the summer of 1994.
As the report describes, they quickly
decided to poll their other female
colleagues, which was not difficult
because in the entire School of
Science, there were only 15 tenured
women, compared with 194 men.
In fact, the report notes, the percentage
of the School of Science
faculty who are women, 8 percent,
has remained virtually unchanged
for perhaps 20 years. And that, too,
seemed a problem.
Desaegher breekt uit! Van pure nijd en jaloezie verword
ik voor één keer van columnist tot boekbespreker. Voor
mij grijnst De encyclopedie van de domheid en die is mij
een tot afgunst stemmende doorn in het oog. Kijk: zelf
zwoeg je je al decennia lang te pletter, je legt je hersenslierten
elke dag weer in duizend bochten om hooggestemde
argumentaties en hooggeleerde betogen tot de
jouwe te maken, je slalomt van onderwerp X naar redenatie
Y, ijlt van de ene lezing naar het andere artikel en
terug. Je bent kortom een duizendpoot om den brode.
Zo niet Matthijs van Boxsel, auteur van genoemde magistrale
‘encyclopedie’ en vooral van het idee, zo dom als
het groot is: deze man heeft zijn levenswerk gemaakt van
de domheid der mensheid. Die brengt hij in kaart en
beschrijft hij, in al haar facetten en verschijningsvormen.
Zo domweg eenvoudig kan het leven zijn: heb één succesvol
ideetje, één, maak er je levenswerk van en het zout
daalt uit de hemel neer. Recht op je patatten.
Als ik de achterflap mag geloven, trekt Van Boxsel al een
hele tijd door heel Nederland met voordrachten over de
domheid van de mens. Ach, het is prachtig natuurlijk:
mensen leerzaam onderhouden over hun eigen stupiditeit.
Van Boxsel is een soort eenmans anti-universiteit.
Maar hij stijgt voor mij verre uit boven al wie in zijn universitair
hokje humor- en relativeringsloos bezig is met
zijn atoomklein stukje vakdomein en elk jaar weer vijf
millimeter tot één centimeter toevoegt aan de Mount
Everest van academische publicaties.
En waar gaat deze encyclopedie dan wel over? Over de
Engelse ‘Blunderclub’ bijvoorbeeld, waar je lid van kon
worden als je bewees ergens niet goed in te zijn. Over
Epimetheus, de oliedomme broer van Prometheus en de
eigenlijke stamvader van de mensheid. Over de domheid
van de democratie, bij uitstek bij verkiezingsgektes. Etcetera.
Etcetera.
Domheid als serieus onderwerp van studie, homo homini
stultus. Als het van mij afhin g, werd de cretologie een
verplicht vak in al o nze academische studies. Als uitsmijter
slinger ik u gr aag deze definitie in het gezicht: ‘Intelligentie
en cultuur zijn niets dan de producten van een
reeks min of meer mislukte pogingen greep te krijgen op
de domheid’. Niet al te hard nad enken hierover, of u
slaapt slecht vannacht. Zalig de simpelen van geest!
vervolg op pagina 4
Lezersbrief
Beste Redactie,
Het is niet uw taak noch uw recht aan politiek te doen en
in een van de K.U.Leuven uitgaand tijdschrift politieke
partijen te laten aanvallen zoals uw columnist A. D e-
saegher het, zijn stem voegend bij het koor van alle “welmenenden”,
in nr 5 van de Campuskrant meent te mogen
doen.
Het “dierlijk gebrul” dat hij, in duidelijke kwade trouw,
aan “gelinte en gepette” leden van het NSV verwijt is
trouwens in niets verschillend van de sinds mensengeheugnis
in alle studentenmanifestaties voortgebrachte
geluiden. Het is uit democratisch standpunt trouwens
alleszins veruit te verkiezen boven de straatterreur die
uiterst links (medestanders van terreurregimes à la Lenin,
Stalin, Mao-ts e-Tung, Pol Pot e.a. Ulbrichts en kadars) tijdens
de koningskwestie, de eenheidswetprotesten,
de Clabecqmanifestaties
en bij talloze andere gelegenheden
aan de d ag heeft gelegd.
Misschien heeft uw columnist voor
dat soort “manifestaties” wel meer
sympathie?
Ik zou het erg betreuren, (samen met
veel anderen die niet de moeite
nemen in de pen te klimmen!)
mochten in de toekomst nog dergelijke
ontsporingen in uw -overigens
zeer gewaardeerd- tijdschrift worden
gepubliceerd.
Hoogachtend,
Jacques Van Beylen, Dr Iur.
Heidedreef 48, 2970 Schilde
Verschijningsdata Campuskrant 1999
AB= met alumnibijlage
Nr.
Verschijningsdatum
Teksten indienen vóór
7
6 mei (AB)
28 april
8
27 mei
19 mei
9
10 juni (AB)
2 juni
10
1 juli
23 juni
11
2 september (AB)
25 augustus
12
23 september (bijlage
eerstejaarsstudenten)
15 september
13
7 oktober (AB)
29 september
14
21 oktober
13 oktober
15
4 november (AB)
27 oktober
16
18 november
10 november
17
9 december (AB)
1 december
Bijdragen dienen ons de
dag van de d eadline te
bereiken, vóór 12 u. sti pt.
Suggesties voor artikels of
interviews zijn welkom op
het redactieadres, minstens
(liefst veel eerder)
één week voor de deadline.
De vaste bijdragen voor
kalenders en vacante
mandaten worden twee
dagen voor elke deadline
ingewacht bij de betrokken
diensten, niet bij de
redactie van Cam puskrant..
2 C A M P U S K R A N T 22.4.99

C O L U M N
22 april 1999
“In de politiek is gelijk hebben één zaak, en gelijk krijgen
een andere. Het gelijk in de politiek gebeurt altijd in confrontatie
met het gelijk van de anderen, dus is het een
zaak van overleg. Dat vergt tijd.”
Paul De Keersmaeker, oud-politicus actief in het bedrijfsleven,
in Knack 31/3/99
“De Eerste Wereldoorlog is niet als gevolg van etnische
conflicten op de Balkan begonnen, maar precies door het
omgekeerde: doordat mogendheden van buitenaf zich in
een lokaal conflict mengden.”
Henry Kissinger in Knack 14/4/99
Wetenschappers van de K.U.Leuven publiceerden gisteren
een nieuwe doorbraak in de strijd teg en Alzheimer in
het gezaghebbende vakblad Nature. Hun bevindingen
versterken de theorie dat de oorzaak van Alzheimer te
vinden is bij een biochemisch proces waarbij een welbepaald
eiwit verkeerd wordt doorgesneden. De toekomst
ligt in het verhinderen dat deze manke eiwitten ontstaan:
de farmaceutische industrie experimenteert al met
stoffen die Alzheimer straks een halt kunn en toeroepen.
(...) “Ik verwacht dat we op termijn tot een medicament
kunnen komen dat het voortschrijden van de ziekte kan
stoppen”, zegt professor Bart De Strooper van het
Departement Menselijke Erfelijkheid van het Vlaams
Interuniversitair Instit uut voor Biotechnologie (VIB) van
de K.U.L euven.
Het Nieuwsblad 8/4/99
De stad Leuven heeft vrijdag de NV Materialise, een succesvolle
K.U.L euven-spin-off die de stereolithografie
commercialiseerde voor de aanmaak van prototypes, uitgeroepen
tot onderneming van het jaar. Het is de eerste
keer dat Leuven deze prijs uitreikt. (...) Materialise startte
in 1990 als spin-off van de K.U.Leuven-afdeling productietechnieken,
machinebouw en Automatisering. Gestart
met 3 werknemers telt het er anno 1999 65.
Belga-bericht, 26/3/99
Het wereldrecord snelheid op één ski staat nog altijd op
naam van ene monsieur Naffes. Arnout Matthys, de eenbenige
skiër uit Aalst, slaagde er deze paaszondag niet in
om het record van 188 kilometer per uur scherper te stellen.
“Ik haalde 168 kilometer per uur, en kwam dus net
20 kilometer te kort, “ zegt de 21-jarige sportkot-student.
(...) Volgende week heb ik examens, waardoor mijn volgende
poging pas voor volgend jaar zal zijn. Maar dan wil
ik minstens een week kunnen gebruiken om te oefenen.
Dit was pas mijn eerste gechronometreerde afdaling. Ik
voel dat het volgende keer wel kan lukken.”
Het Belang van Limburg, 6/4/99
14
Demarches
Ambitieus tentoonstellingsproject op verschillende locaties
in Leuven.
2 Forum
M.I.T. geeft sekse-discriminatie toe
4 Springen over 1.35
Paardentrainster Muriel Dens
5 Onder sociaal psychologen
De kracht van het groepsgevoel
6 Niet allemaal tegelijk
Wonen in het Groot Begijnhof
7 Op uw gezondheid
Patent op aspirine bestaat honderd jaar
8 De holocaust op het Web
9 Universitair Centrum voor Statistiek bestaat tien jaar
10 25 jaar Werkgroep Gehandicapte Studenten
12 Nostalgia Lovaniensis
13 Leven na de universiteit
Neurochirurg Koen Goedseels
16 Ad Valvas
20 Sint-Truiden Chemie
Alumnus en profvoetballer Steven Nijs
Campuskrant
Veertiendaags tijdschrift van de K.U.Leuven
Redactie
Mirella Kimpen (hoofdredacteur), Ludo Meyvis,
Ine Van Houdenhove
Redactieadres
Dienst Communicatie
Oude Markt 13
3000 Leuven
t (016)32 40 13
f (016)32 40 1 4
e-mail
mirella kimpen@INF@HAL
mirella.kimpen@dcom.kuleuven.ac.be
Internetadres
http://www.kuleuven.ac.be/ck/
Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg
t (016)32 41 8 4
Aan dit nummer werkten mee
Karine Aert, Leen Bockaert, Koen Bouve, Aimé
Desaegher, Lieve Dillen, Geert Op de Beeck,
Lieve Quaegebeur, Raf Weverbergh, Jeroen
Wils.
Stuurgroep Campuskrant
Githa Roelans (voorzitter), Jan Bauwens, Jan D e
Vuyst, Jan Elen, Bernard Himpens, Jos Huypens,
Isabel Penne, Carlos Steel, Paul Thurman,
Jos Vaesen, Frans Van Nieuwenhove, Luc Vanquickenborne,
Jan Verhaeghe, Eddy Verhelst,
Poi Verwilt, Marc Waelkens
Vormgeving
Total Design Brussel
Foto’s
Rob Stevens, Johan Van Cutsem.
Coverfoto
Johan Van Cutsem
Met dank aan Fietsen Koen, Kessel-Lo.
Cartoon
Joris Snaet
Reclameregie
Dienst Communicatie K.U.Leuven, Mirella
Kimpen, t (016)32 40 13
Oplage
17.000
Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt
Verantwoordelijke uitgever
Githa Roelans, Oude Markt 13, 3000 L euven
Copyright artikels
Artikels uit deze editie -of delen ervan- kunnen
overgenomen worden mits toestemming van
de redactie.
HELP
KOSOVO
Abonnementen
300 fr. tot eind 1999. Afgestudeerden die lid
zijn van Alumni Lovanienses krijgen de nummers
met alumnibijlage 8 keer per jaar gratis
toegestuurd. Zij kunnen zich voor 150 fr. abonneren
op de nummers zonder alumnibijlage.
Een buitenlands abonnement kost voor alumni
300 fr. tot eind 1999 (anderen 600 fr.). Rekeningnr.:
431-0375 121-89 t.n.v. Dienst Communicatie,
Oude Markt 13, 3000 L euven, met vermelding
‘Thuisabonnement CK’.
000-0000012-12
22.4.99 C A M P U S K R A N T 3

N I E U W S
Paardentrainster en -handelaar Muriel Dens
“Het risico trekt me aan”
Ine Van Houdenhove
Ze traint en verhandelt paarden, geeft rijles en doet ook zelf aan springwedstrijden
mee. En het is haar ambitie om in elk van die domeinen nog beter te
worden. Licentiate L.O. Muriel Dens (25).
“Respect afdwingen in het wereldje van de paardenhandel, dat is al een sport
op zich,” zegt Jan, haar vriend. Want het blijft een mannenbastion. Maar
Muriel werkt al van haar zeventiende in het milieu, en ze zit v ast in het zadel.
Een beetje paardenfreak wordt vroeg door het virus gebeten, en Muriel is
geen uitzondering, ze was negen toen ze met rijlessen begon. Op haar
twaalfde kreeg ze haar eerste paard en een jaar later deed ze al mee aan wedstrijden:
“Tot mijn zestiende was dat vooral dressuur, maar daarna heb ik
voor jumping gekozen.”
Het stond vast dat ze later met paarden zou werken, maar eerst wilde ze
een diploma halen. “Als achterpoortje, en voor de algemene vorming.” Uiteindelijk
werd het L.O.: “Ik ben eerst nog aan far macie begonnen, maar vrij
snel overgeschakeld. Niet dat ik zo’n uitblinker was in sport, helemaal niet
zelfs. Ik heb dan ook behoorlijk gezwoegd op de praktijkvakken.” De theorie
ging moeiteloos, zelfs tijdens de examens kon ze blijven rijden. Daarnaast
gaf ze rijles, en werkte ze voor een paardenhandelaar. Inmiddels is ze mee in
de zaak gestapt: paarden kopen en weer verkopen, trainen en africhten: “Als
een paard een jaar of vier is, moet het worden aangereden. De eerste keer dat
zo’n dier wordt opgezadeld, gaat dat niet van een leien dakje, maar met veel
geduld kom je er wel. Western-toestanden moet je je daar echt niet bij voorstellen,
het zijn geen wilde paarden he?” Haar zakenpartner zit al dertig jaar
in het vak en hij zorgde ervoor dat ze geïntroduceerd raakte in de wereld van
de paardenhandel: “Op je eentje lukt dat niet, en zeker niet als vrouw.”
Sponsor gezocht
Ze is van ‘s m orgens vroeg tot ‘s avonds laat in de weer: “Maar ik ervaar het
niet als een dagtààk. Ik doe gr aag wat ik doe. Het boeiende aan de paardenhandel
is het risico dat ermee gepaard gaat: je kan veel geld verdienen, maar
ook veel verliezen. Dat trekt me aan.”
Tijdens de weekends doet ze mee aan wedstrijden. Maar professioneel jockey
worden zit er niet in: “Dat kan enkel als je eigenaar bent van een goed paard.
En wie niet gefortuneerd is, kan zich zo’n paard niet aanschaffen. Of je moet
een sponsor zien te vinden.”
Maar die komen dan
weer niet voor je jezelf
bewezen hebt. Een vicieuze
cirkel dus. Nu rijdt ze
op paarden uit de eigen
stal: “Als het paard waarmee
ik rijd, verkocht
wordt, moet ik dus v eranderen.”
Niet ideaal,maar
tegelijk boeiend: “Elk
paard is anders, heeft een
eigen karakter. Het is telkens
weer een ontdekking.”
Ze neemt regelmatig deel
aan nationale competities
-vandaag, tijdens de Flanders
International Horse
Show, heeft ze meegedaan
aan de zogenaamde 1.35 -
waarbij moet worden
gesprongen over een hindernis
van een meter vijfendertig:
“Het resultaat
was niet schitterend, ik
moet ook nog wat aan dit
paard wennen.” Maar over
enkele jaren hoopt ze in
ieder geval zo ver te staan
dat ze aan internationale
wedstrijden kan meedoen.
F O R U M
vervolg van pagina 2
By August 1994, the School of Science women proposed
creating an initiative to improve the status of
women in the school -to which Dean Birgeneau readily
agreed, and they began to collect data, on everything
from the allocation of laboratory space to the amount of
research money professors had to apply for themselves
instead of being handed by the university.
“It was data-driven,” Dean Birgeneau said of the
report, “and that’s avery M.I.T. thing.”
The report found, for example, that in 1994 in biology,
undergraduate women numbered 1 47, compared with
142 men, but the sex balance shifted as students advanced
through graduate school so that by the time the
report looked at the highest level, faculty, there were
only 7 women to 42 men.
In math, the numbers went from 53 women undergraduates
and 123 men to only 1 female professor compared
with 47 male professors.
Other studies at other schools have looked at
questions of salary and p romotion and found women
consistently paid and promoted less, said Martha S .
West, a professor of law at the University of California at
Davis and a member of the American Association of
University Professors’ committee on the status of
women. But, she said of the report, “what’s amazing
about this is the president’s acknowledging that there is a
‘scientific’ basis for our continual perception that things
are not good for us. And my perception is that things
have been getting worse, not better, for women over the
last 10 years.”
Mary Gibson, chairwoman of that committee on the
status of women, called the M.I.T. administr ation’s sup-
port for the report “absolutely remarkable.”
Dean Birgeneau said that participants in the report
had not examined its legal implications.
Laying the statistical basis for the report involved
fact-finding that uncovered some phenomena participants
found striking. For one, junior female faculty tended
to feel well taken care of and untouched by discrimination;
it was only as they became senior faculty that
they felt themselves increasingly marginalized and overlooked
by male-dominated networks; and that did not
seem to improve with time, the report found.
Report committee members, both men and women,
also described their dawning comprehension as they gathered
data that they really were seeing a pattern of discrimination,
not a set of individual cases involving special
circums tances.
Committee members say each little slight to a
woman might involve an assumption that did not seem
overtly discriminatory, say, that a single woman might
seem to need a raise less than a family man, or that a
woman might be less likely to seek an outside job offer
to propel her promotion, or that it might seem implausible
that a woman with children could work hard enough
for a given job. But they all added up.
Some aspects of discrimination, like the tendency of
men to overlook women’s comments in a meeting, can
also be somewhat intangible, said Jacqueline Hewitt, a
professor of physics and a committee member.
“These things, like how much of a voice you have in
the decision-making process, are not so easily quantified,”
she said.
The tenured women faculty and the dean, the report
says, “found that discrimination consists of a pattern of
powerful but unrecognized assumptions and attitudes
that work systematically against women faculty even in
the light of obvious good will. Like many discoveries, at
first it is startling and unexpected. Once you ‘get it,’ it
seems almost obvious.”
“Do other elite universities ‘get it’ better than
M.I.T.?” the report, which is posted on the Web
[http://web.mit.edu/fnl/women/women.html], continues.
“No, and indeed a common defense for M.I.T.’s
small number of women faculty is that ‘Cal Tech and
Harvard are doing just as badly.’ But to be as bad as these
unenlightened institutions is not a defense we should
take!”
M.I.T. officials and faculty members involved in the
report met Monday to consider their next steps. Lotte
Bailyn, the chairwoman of the faculty and an expert on
workplace equality, said the group had discussed trying
to spread similar initiatives to the rest of the university.
The report recommended continued vigilance, noting
that in the School of Science there had never been a
female department head or associate head. It made many
other recommendations, including a yearly collection of
“equity d ata” and the dismissal of administrators who
knowingly discriminated.
It also pointed out that there was still a long way to
go.
“I think what was accomplished here was extraordinary,”
Dr. Hopkins said.
“However, the number of people involved in this initiative
was tiny, and the number of years it took us to
understand it as well as we do is five years, and most of
the people at M.I.T. have still barely heard of it.
“The challenge now,” she said, “is what can you do so
that this wonderful thing that has happened can become
automatic and institutionalized?”
Meer info vindt u op http://web.mit.edu/faculty/
reports/
4 C A M P U S K R A N T 22.4.99

N I E U W S
Over intra- en intergroepsrelaties
Onder sociaal psychologen
Ine Van Houdenhove
Neem een willekeurige groep mensen, geef ze allemaal een rode of een groene
kaart en verdeel ze in t wee groepen: de ‘rode’ en de ‘groene’ groe p. Als je die
groepen vervolgens opdrachten laat uitvoeren en daarna zichzelf en elkaar
laat beoordelen, is de kans reëel dat alle deelnemers de prestaties van hun eigen
groep positiever zullen inschatten. Zo sterk is de neiging tot groepsgevoel, zelfs
bij zulke willekeurige, tijdelijke groepen.
Dergelijke experimenten worden er gehouden in het Labo voor Experimentele
Sociale Psychologie. Dat werd nog niet zo lang geleden volledig vernieuwd
en biedt nu de ideale omstandigheden om de relaties en de processen
binnen en tussen groepen te observeren. Het lokaal omvat tien kleine cabines,
die vijf aan vijf m et elkaar in verbinding staan, via intercom en door telkens
een aanpalende conferentieruimte. Hier wordt het gedrag bestudeerd
dat mensen vertonen als ze deel uitmaken van een groep, en als die groep in
contact komt met een andere groep. We spraken met een team sociale psychologen
(en oberveerden heimelijk het intragroepsgedrag...)
Professor Eddy Van Avermaet is hoofd van het Laboratorium voor Experimentele
Sociale Psychologie: “Als sociaal psychologen bestuderen wij het
gedrag van mensen in situaties waarin wat een persoon -of een groep- doet
niet alleen gevolgen heeft voor zichzelf, maar ook voor een andere persoon -
of groep. Gedragen ze zich coöperatief of individualistisch, competitief of
agressief? Dat observeren we, zowel in labo-omstandigheden, als in reële
situaties. Zo doen we bijvoorbeeld veldonderzoek in scholen: onder gecontroleerde
voorwaarden welteverstaan, want als je zomaar in het wilde weg
gaat observeren, weet je niet welke factoren er allemaal meespelen. En net
dat is een interessante vraag: waarom gedragen mensen zich op die of die
manier? Dat wordt niet enkel bepaald door de individuele karakters, maar
ook door de omgeving, door de groepsdynamiek. Als je daar meer over weet,
kun je dat ook proberen te beïnvloeden.”
Rotte appel
Een van de onderzoekslijnen richt zich op de vraag hoe discriminatie van
een andere groep ontstaat. Daarbij wordt vooral gewerkt met artificieel
gecreëerde groepen, zoals ‘rode’ en ‘groene’, maar soms ook met reëel
bestaande groepen, zoals Belgen en migranten.
Professor Norbert Vanbeselaere: “Over het algemeen is de relatie tussen
groepen moeilijker dan die tussen individuen. Als je twee groepen tegenover
elkaar zet, ontstaan er heel makkelijk conflicten, en de neiging tot het begunstigen
van de eigen groep. Uit onderzoek is gebleken dat die zogenaamde ingroup
bias vrijwel spontaan tevoorschijn komt. In een groepscontext beleven
we onszelf niet langer als individu, maar als lid van de groep. Wie altijd met
de fiets naar het werk komt, zal al eens een uitspraak doen in de trant van ‘die
automobilisten altijd’. Hoor je hoe er op een neg atieve manier over fietsers in
het algemeen gesproken wordt, dan zul je je persoonlijk aangesproken voelen.
Als mensen zich definiëren als lid van een groe p, dan willen ze ook dat
die groep zich positief onderscheidt. Ze zullen een positievere houding aannemen
tegenover de eigen groep dan tegenover een andere groep. Dat kan
een gevoel van competitie, wantrouwen en vrees tegenover andere groepen
verklaren.”
Dr. Herman Buelens: “In-group bias is ook afhankelijk van de ingesteldheid
van het individu. Mensen met een competitieve ingesteldheid zullen
veel sneller of sterker discrimineren dan mensen met een meer prosociale of
coöperatieve ingesteldheid. Daarnaast zijn er ook sterke aanwijzingen dat
één -sterk competitief- individu de rest kan meeslepen -een kwestie dus van
één rotte appel. In onze maatschappij spelen de media vaak die rol: het beeld
dat zij schetsen wordt makkelijk overgenomen. Zij zouden hun verantwoordelijkheid
moeten opnemen en op een objectieve manier berichten, ook bijvoorbeeld
over geslaagde pogingen tot integratie van migranten.”
Professor Norbert Vanbeselaere: “Ook de factor macht speelt een belangrijke
rol. Opmerkelijk is het wat wij noemen noblesse oblige-effect: wie totaal
géén macht heeft, die discrimineert niet. Wie een beperkte vorm van macht
heeft, discrimineert sterk, en wie totale macht heeft discrimineert dan weer
veel minder -die neemt een zodanig sterke positie in dat hij het zich kan veroorloven
om welwillend te zijn.”
“Van meet af aan h ebben we ook onderzoek gedaan naar “criss-cross”
categorieën: dat zijn groepen die gedeeltelijk onderscheiden zijn maar ook
gedeeltelijk overlappend -zoals mannelijke profs versus vrouwelijke profs.
Blijkt dat groepen veel sterker discrimineren tegenover groepen waarvan ze
volledig verschillen, dan tegenover groepen waarmee ze iets gemeen hebben.”
Discriminatie
Een andere onderzoekslijn concentreert zich op de vraag hoe mensen reageren
als zij het slachtoffer worden van discrimin atie. Dat onderzoeken doctoraatsstudenten
Filip Boen en Boris Snauwaert, de ene in een labo-situatie, de
andere via interviews met jonge migranten.
Boen: “We onderzoeken allereerst ook hoe mensen reageren als ze deel
uitmaken van een groep m et een lage status, van een groep d ie -al dan niet
terecht- negatief wordt geëvalueerd. De klassieke theorie gaat ervan uit dat
mensen als dat mogelijk is, altijd zullen proberen om individueel een hogere
status te bereiken en dus naar een andere groep over te stappen. Maar dat
blijkt niet altijd het geval. Zo bleek dat leerlingen uit klassen die op testen
zogenaamd slechter hadden gepresteerd dan andere klassen, verkozen om de
status van de hele groep te verbeteren: een strategie die sociale verandering
wordt genoemd. Mensen zijn loyaal aan een be staande groep, en verlaten die
groep niet zo makkelijk. Dat was een belangrijke correctie tegenover vroeger
onderzoek, dat zich concentreerde op toevallige groepen. Leden daarvan
identificeren zich inderdaad minder met de groep, en nemen sneller het initiatief
om de groep te verlaten.”
Snauwaert: “Die tendens tot individuele actie komt uit mijn onderzoek
zelfs nog minder naar voren. In experimenteel onderzoek dwingt men mensen
om slechts één bepaalde strategie te kiezen, maar in reële sit uaties worden
verschillende strategieën gelijktijdig gehanteerd: iemand zal bijvoorbeeld
studeren -en dus weggroeien uit de eigen groep- en tegelijkertijd geïnteresseerd
blijven in de eigen groep en streven naar sociale verandering voor de
hele groep.”
“Er kwam trouwens nog een derde strategie naar voren: die van de sociale
creativiteit. Als je niets aan de werkelijkheid kan veranderen, kun je die wel
op een andere manier proberen te bekijken. Zo kan een j onge Marokkaan
bedenken dat hij inderdaad wordt benadeeld, maar dat zijn situatie misschien
toch nog te verkiezen is boven die van een leeftijdsgenoot in Marokko.”
Vanbeselaere: “Bij groepen die echt worden gediscrimineerd zijn verschillende
reacties mogelijk. Men kan str even naar een positiever zelfbeeld
door zich terug plooien op de eigen groep: de interesse voor de eigen cult uur
gaat dan bijvoorbeeld toenemen. Of er wordt gereageerd tegen de discriminatie,
op een normatieve of niet-normatieve manier, bijvoorbeeld via rellen.
Uit onderzoek blijkt dat mensen in eerste instantie altijd proberen te reageren
op een normatieve manier en dat het lang duurt voor ze overgaan naar
niet-normatief gedrag. Bij de rijkswacht leeft de idee dat een paar aanstokers
de massa opzwepen en dat het dus zaak is van d ie te isoleren, maar dat klopt
niet. Er moet voldoende voedingsbodem zijn voor het zover kan komen,
voor je een hele groep mensen bereid krijgt in opstand te komen.”
Professor Van Avermaet benadrukt hoe belangrijk het is dat de onderzoekers
af en toe uit hun labo treden: “We gaan regelmatig in op concrete vragen
van rijkswacht of politie. We kunnen hen geen pasklare oplossing bieden
voor de problemen waarmee ze geconfronteerd worden, maar wel een kader
om een en ander beter te begrijpen. Zo hebben wij meegewerkt aan een
opleiding over massagedrag voor rijkswachtofficieren. En met ons team
maakten we vorige zomer op vraag van de politie en het gemeentebestuur
van Lokeren een evaluatie van het zero tolerance project, dat zij hadden opgezet
na incidenten met Marokkaanse jongeren. Zulke uitdagingen zouden
sociaal psychologen vaker moeten aangaan.”
V.l.n.r.: Filip Boen,
dr. Herman
Buelens, professor
Vanbeselaere,
Boris Snauwaert
en professor Van
Avermaet
22.4.99 C A M P U S K R A N T 5

N I E U W S
Wonen in het Groot Begijnhof of
Op kot in een stukje werelderfgoed
Ine Van Houdenhove
Wat hebben de Grand Canyon, de
piramides van Egypte en het
Groot Begijnhof met elkaar
gemeen? Allemaal zijn ze door de
Unesco erkend als werelderfgoed.
Het Groot Begijnhof viel deze eer
-samen met een tiental andere
Vlaamse begijnhoven- eind vorig
jaar te beurt. Uniek aan het L euvense
begijnhof is dat het geen
museum is, maar nog steeds een
springlevende woongemeenschap
huisvest.
Door de straten met kinderkopjes
waarop in een ver verleden
begijntjes en kwezeltjes rondhobbelden
en ikzelf in een iets
minder ver verleden mijn eerste
stapjes zette, lopen anno 1999
zowel studenten en personeelsleden
als buitenlandse onderzoekers.
In ‘62 werd het dertiendeeeuwse
begijnhof eigendom van
de universiteit, en na de nod ige
restauratiewerken kreeg het de
functie van universitaire woonwijk,
aanvankelijk vooral voor
studentenkoppels, maar hoe langer
hoe meer ook voor andere
doelgroepen. Professor Marc Vervenne
is er sinds begin dit jaar president, na de pensionering van directeur
Benard Denys. Tegelijkertijd werd Nicole Verhoeft aangesteld tot administratief
coördinator.
Volgens Vervenne is de woonfunctie van het begijnhof cruciaal, en was
dat ook één van de voorwaarden die door de Unesco werden gesteld: “Door
de jaren heen zijn een aantal woningen omgevormd tot kantoor, maar het is
de bedoeling dat op termijn weer te herstellen. Op dit moment beschikken
we over 91 woningen -huizen, appartementen en studentenkamers- die
samen ongeveer 500 mensen huisvesten. Een derde daarvan zijn studenten,
een ander derde gastprofessoren en nog een derde zijn personeelsleden. In
principe kunnen huurders maximaal drie jaar blijven, maar er is een kleine
kern bewoners met een contract van lange duur. Zij zorgen voor de nodige
continuïteit en stabiliteit, en houden een oogje in het zeil. De andere bewoners
kunnen bij hen ook terecht met vragen.” Zeker tussen de vaste bewoners
is er vrij veel co ntact: er is een be wonerscomité, een buurtkrantje en een
leesgroep, en jaarlijks wordt er een Lichtfeest georganiseerd.”
De vraag van personeelsleden en vooral studenten naar een contract van korte
duur overtreft ruim het aanbod, vertelt Nicole Verhoeft: “We hebben voor
volgend academiejaar ongeveer dertig plaatsen, en al meer dan honderd aanvragen.
Studenten kunnen niet langer dan twee jaar een kamer huren, zodat
zoveel mogelijk mensen de kans krijgen om hier te komen wonen. Het toekennen
van kamers gebeurt via een puntensysteem: je krijgt bijvoorbeeld een
punt als je een beurs hebt of als er andere sociale of familiale omstandigheden
zijn. Wat zeker niét werkt -integendeel- is de zogenaamde lange arm. Ook
voor personeelsleden hanteren we bepaalde criteria. Zo krijgen tijdelijke personeelsleden
voorrang, en we proberen ook te streven naar een evenwichtige
spreiding tussen de faculteiten. Af en toe zorgen we voor tijdelijke huisvesting,
wanneer een personeelslid bijvoorbeeld door verbouwingswerken niet
in de eigen woning kan blijven. Als er dan net een appartement vrijkomt,
kunnen we zo iemand uit de nood helpen.”
Daarnaast is het administratief secretariaat van het Begijnhof ook verantwoordelijk
voor de huisvesting van gastprofessoren. Vorig jaar ging het om
meer dan 240 gezinnen. Vervenne: “Ook dat maakt het Begijnhof uniek -dit
is een multiculturele gemeenschap, waarin meer dan dertig nationaliteiten
harmonieus samenleven. Dat is boeiend en verrijkend voor alle bewoners. En
de buitenlandse gasten van hun kant komen terecht in een doorsnede van het
universitaire milieu: professoren, assistenten, studenten, leden van het ATP,
gezinnen en alleenstaanden, jonge en oudere mensen -alle geledingen zijn
vertegenwoordigd. Dat willen we in de toekomst zeker zo houden.” Om het
specifieke karakter van het Begijnhof te bewaren, is er ook een huisreglement.
Zo zijn kotfuiven uit den boze, en is ook het autoverkeer sterk aan banden
gelegd.”
Zelf is professor Vervenne al zo’n dertien jaar één van de v aste bewoners:
“Nee, de vraag van personeelsleden om hier permanent te wonen is niet zo
groot. Uiteindelijk boet je toch w at comfort in. Wie hier woont, doet dat echt
uit liefde voor het Begijnhof, en omdat hij ervan houdt in een woongemeenschap
te leven.
6 C A M P U S K R A N T 22.4.99

N I E U W S
Aspirine honderd jaar geleden gepatenteerd
Op uw gezondheid!
Ine Van Houdenhove
“Aspirine is een van de meest wonderlijke
vindingen ooit,” aldus Professor Gert Laekeman,
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen,
“maar het is heel waarschijnlijk dat het
nu, anno ‘99, nooit z ou zijn goedgekeurd!”
Dit jaar is het honderd jaar geleden dat aspirine
door Bayer werd gepatenteerd, twee
jaar nadat het medicijn werd ontwikkeld.
Naar aanleiding daarvan gingen we praten
met professor Gert Laekeman en dr. Lies
Leemans, Dienst Geneesmiddelenkennis en
Geneesmiddelenvoorlichting van de Faculteit
Farmaceutische Wetenschappen. Het
patent op aspirine is inmiddels natuurlijk
allang verlopen. Laekeman: “Vroeger
gebeurde dat twintig jaar na het ontdekken
van de stof, nu is dat vijftien jaar na het
commercialiseren -omdat het zolang duurt
vooraleer een geneesmiddel goedgekeurd
wordt en de productiekosten enorm hoog
zijn. Het kost al gauw enkele miljarden om
een geneesmiddel te ontwikkelen! Sinds de
Softenon-affaire begin jaren ‘60 is men
namelijk ontzettend streng geworden en
moet er heel veel onderzoek worden gedaan
naar de mogelijke bijwerkingen van een
medicijn, ook op langere termijn -vroeger
lag dat allemaal veel gemakkelijker. Misschien
zou men nu redeneren dat er niets
valt te verdienen met een medicijn als aspirine
dat toch wel sterke bijwerkingen heeft.”
Leemans: “Bij wie daarvoor gevoelig is -
of in hoge dosissen-, kan aspirine namelijk behoorlijk wat maaglast veroorzaken
-tot zelfs maagbloedingen toe. Er zijn m ensen die zo gevoelig zijn dat
ze van een kinderaspirientje een maagperforatie krijgen! Het is daarom verstandig
aspirine altijd in te nemen bij de maaltijd, met een vol glas water, en
om daarna een tiental minuten rechtop te blijven zitten. Bruistabletten of
poeders zijn eigenlijk beter omdat ze minder belastend zijn voor de maag.
Die worden gemaakt met behulp van een zout of een aminozuur. Aspirine is
namelijk een van de weinige medicijnen waar heel makkelijk tabletten van te
maken zijn, maar het is niet in water oplosbaar.”
Opgeblazen
Maagproblemen zijn niet de enige mogelijke bijwerkingen van aspirine. Laekeman:
“Bij een k leine groep mensen -zo’n 5%- kan aspirine astma uitlokken.
Ook tijdens de zwangerschap is het niet aangewezen aspirine te gebruiken.
In het begin van de zwan gerschap kan dat namelijk de bloedtoevoer naar
de foetus beïnvloeden, en in de laatste fase kan het onder meer de geboorte
vertragen.”
“Dat neemt niet weg dat aspirine een geweldig geneesmiddel blijft. Vergeleken
met paracetamol biedt het als voordeel dat het in hoge dosis ook ontstekingsremmend
werkt. Daarom wordt het in de VS bijvoorbeeld voorgeschreven
aan mensen met reuma. En aspirine wordt ook toegepast in zalven
tegen zona.”
Per jaar gaan er wereldwijd tienduizend ton aspirine over de toonbank.
Toch is het in België niet de meest verkochte pijnstiller. Dat zijn de samengestelde
pijnstillers, die een stuk sterker zijn. L aekeman: “Maar er wordt aan
gedacht om die geneesmiddelen in de toekomst enkel nog op voorschrift af
te leveren. Dat zou het aspirientje weleens een nieuwe impuls kunnen
geven.”
Midden jaren ‘80 kwam aspirine in een slecht daglicht te staan doordat
een verband werd gelegd met het uiterst zeldzame syndroom van Reye. Dat
is een aandoening waarbij kinderen dodelijke complicaties doormaken wanneer
ze na een virale infectie aspirine krijgen toegediend. Laekeman: “Die
hele zaak is ontzettend opgeblazen, wellicht omdat men op dat moment
paracetamol wilde promoten.”
Kanker voorkomen?
Nadat eind jaren ‘60 eindelijk was achterhaald hoe de werking van aspirine
precies te verklaren is, kwamen er nieuwe toepassingen. Doordat aspirine
het bloed verdunt, kan het hartaanvallen en trombose helpen voorkomen.
Het wordt daarom in sommige gevallen preventief voorgeschreven
aan risicogroepen: patiënten die al eens eerder een hartinfarct hebben
gekregen, diabetici of mensen die erfelijk belast zijn. Laekeman: “Er is
nog steeds onenigheid over de vraag wat de optimale dosis is -in België
raden we een kinderaspirientje per dag aan, 100 mg dus. Ook over de
vraag of het wenselijk zou zijn om ook anderen preventief aspirine te
laten innemen bestaat veel discussie. Voorlopig is het antwoord negatief.
Doordat aspirine het bloed verdunt wordt namelijk het risico op hersenbloedingen
net verhoogd. Het is dus zeker af te raden op eigen houtje
preventief aspirine te g aan slikken, zeker als je al andere bloedverdunnen
de medicijnen neemt, want d at kan gevaarlijk zijn. Wel kan het nuttig
zijn om bij de eerste tekenen van een hartinfarct een bruistablet in te
nemen. Aspirine kan misschien verdere schade voorkomen, terwijl de
bloedklonter zich aan het vormen is. Het is dus geen slecht idee om wat
aspirine in huis te hebben. Maar het moet wel achter slot en grendel worden
bewaard. Aspirine is in hoge dosissen namelijk zeer toxisch voor kinderen.
Vroeger hadden kinderaspirientjes een sinaasappelsmaak, maar
die tijd is gelukkig voorbij.”
Leemans: “Vanwege de bloedverdunnende werking is het trouwens
ook geen goed idee om aspirine te nemen net voor je naar de tandarts g aat
om een tand te l aten trekken!”
“Recent is uit onderzoek gebleken dat aspirine wellicht ook zou kunnen
bijdragen tot het voorkomen van colonkanker. Over de precieze werking,
en over wat de optimale dosis zou zijn om preventief te werken, is
echter nog niet voldoende bekend. Het zou natuurlijk geweldig zijn 0als
het goede oude -en goedkope!- aspirientje zou kunnen worden ingeschakeld
in de strijd teg en kanker...”
Misschien toch maar goed dat Bayer destijds zonder veel problemen
dat patent verkregen heeft...
Op 29 april organiseert het Centrum voor Intellectuele Rechten een studiedag
over ‘Octrooirecht en geneesmiddelen’. Info: CIR, prof. Geertrui Van
Overwalle, Minderbroedersstraat 5, t (016) 32 37 32 .
22.4.99 C A M P U S K R A N T 7

@ K U L E U V E N . A C . B E
@kuleuven.ac.be
De schaamte voorbij
Japanse bevolkingsgroep na Pearl Harbour een relocatieprogramma oplegden.
Manzanar in Californië was het bekendste van de 10 Amerikaanse concentratiekampen,
waar in totaal zo’n 100.000 Japanners naartoe gestuurd
werden.
Ludo Meyvis
Op 13 april herdacht Israël de Holocaust, het historisch dieptepunt van de
mens. Hoewel, herdenken? De reportages over Kosovo tonen aan dat het verleden
niet achter ons ligt. ‘Etnische zuivering’ klinkt misschien wat klinischer
dan Endlösung, maar het verschil is slechts gradueel.
We gingen na wat voor materiaal het Web bevat over concentratiekampen,
waarin vernuft bewust en met administratieve onbewogenheid gebruikt
werd om mee te helpen aan uitroeiing. Onderstaand relaas schreef bijzonder
moeilijk, niet omdat er zoveel te vinden was, maar omdat het niet meevalt
een paar avonden door te brengen met wat alleen maar kwaad is.
Kampen
Een onvoorzichtige vraag aan AltaVista leert dat het een lange weg zal worden.
Concentration camp als zoekterm levert meer dan 20.000 hits op, holocaust
maar liefst 300.000. Het beste begint men de sombere zoektocht bij
een site als The Forgotten Camps, een pijnlijk volledig overzicht van Annick
De Waersegger, Mark Vadasz en Alger A. Salt. Hun site is ingedeeld in de
geschiedenis van de ‘echte’ uitroeiingskampen (Auschwitz-Birkenau, Belzec,
Chelmno, Majdanek, Sobibor en Treblinka), de ‘gewone’ concentratiekampen
en de ‘vergeten’ kampen, meestal onderafdelingen van meer bekende
namen. Of een kamp vergeten is of niet, is uiteraard subjectief: in ons land is
Breendonk dat uiteraard niet, evenmin als Vught in Nederland. Niettemin is
deze site een monument van waardigheid. Hier kan men ook terecht voor
informatie over Breendonk.
Wat minder uitvoerig, maar bijzonder lezenswaard, is de site van de Jewish
Students Online Research Center, met gedocumenteerde informatie over de
bekendste kampen.
De belangrijkste concentratiekampen hebben hun eigen site, gewoonlijk vrij
historisch ingedeeld, met een tijdslijn, informatie over de gezagsdragers en
getuigenissen van overlevenden. Voor de meeste kampen vindt men ook
herinneringssites, zoals die van de Dachau Gedenkstätte, die links naar
gelijksoortige sites bevat met betrekking tot Mauthausen, Auschwitz enzovoort.
De concentratiekampen waren een deel van de Endlösung, zoals die gefinaliseerd
werd in de bijeenkomst van Wannsee. De volledige tekst, genoteerd
door Eichmann en bewerkt door Heydrich, zijn luitenant, onthutst door zijn
helderheid en openheid. Tussen haakjes: biografisch materiaal over de Nazivoormannen
is er bij de vleet, bijvoorbeeld op de site van de Jewish Students
Online Research Center. De volledige tekst van Mein Kampf is te vinden op
de openlijk racistische site van The Occidental Crusader.
Bekende initiatieven om joden uit de klauwen van de Nazi’s te redden krijgen
op het Web uiteraard ook de nodige aandacht. Neem bijvoorbeeld Wallenberg,
een Zweedse diplomaat die tal van Nazi-slachtoffers hielp ontsnappen,
maar zelf spoorloos verdween. Researchers van de Universiteit van
Uppsala interviewden ongeveer 200 van degenen die door hem gered werden.
Heel anders is het relaas van Oscar Schindler, de man van d e List.
Documenten
Sites over concentratiekampen bevatten meestal getuigenissen van degenen
die de hel overleefd hebben, lest we forget. Dat is onder meer het geval bij de
Forgotten Camps. Meer dan 100 o rganisaties die de herinnering aan de Holocaust
levendig houden, vindt men op de rijke site van het Amerikaanse
Holocaust Memorial Museum. Soms gaat het om louter commemoratieve
instellingen, vaak ook om organisaties die het perfide gedachtengoed van de
Holocaust vertalen naar een moderne anti-racistische context. Meer dan
1.000 van dergelijke organisaties van over de hele wereld werden verzameld
op de site van de Task Force for International Cooperation on Holocaust Education,
Remembrance and Research, die in 1998 in Zweden opgericht werd.
In hetzelfde verband, maar heel wat bescheidener, past de site van het Anne
Frank-huis.
Een onmisbare collectie is die van het Museum of Tolerance, een onderdeel
van het Simon Wiesenthal Center. Hier werden onder andere 13.000
documenten bij elkaar gebracht, met betrekking tot de meest uiteenlopende
aspecten van en betrokkenen bij de Holocaust. Het Multimedia Learning
Center, een afdeling van het Museum, bevat heldere en uitvoerig gedocumenteerde
informatie over mensen, plaatsen en feiten. Zeer veel documentatie
kan men ook bereiken via het Ghetto Fighters’ House - Holocaust and
Jewish Resistance Heritage Museum. De search-optie mocht iets soepeler
werken, maar de rijkdom aan materiaal maakt deze lichte irritatie snel goed.
Nazi-Duitsland had geen monopolie op concentratiekampen. Japan had
er in de hele Oost- en Zuidoost-Aziatische regio. En wie Come see the Paradise
gezien heeft, heeft allicht onthouden dat ook de Verenigde Staten de
Revisionisme
Wie materiaal over concentratiekampen zoekt, komt onherroepelijk ook
terecht bij lieden die zichzelf revisionist noemen en de hele holocaust een
verzinsel vinden. Wie hun sites bezoekt, moet een s terke maag hebben. Een
heel rijke, praktisch ingedeelde site over de weerlegging van hun “argumenten”
is die van het Simon Wiesenthal Center uit Los Angeles, die gelukkig
niet al zijn energie besteedt aan het weerleggen van revisionistische onzin. Er
is onder andere een pagina met thematische bibliografieën (overlevers,
opsporing van Nazi’s, kampen...). De belangrijkste opwerpingen van de revisionisten
krijgen er een kort en zakelijk antwoord. Het Nizkor-project biedt
drie bekende vervalsingen aan, die door voorstanders van de Endlösung
gebruikt werden om hun bedoeling te verantwoorden. De revisionisten kennen
deze teksten uiteraard ook. Dat ze door historici tot op het bot ontkracht
zijn, raakt hen uiteraard niet. Het is niet onze bedoeling revisionistische
standpunten te helpen promoten, maar wie twee minuten zoekt, vindt ze
zelf, sites zoals die van de Stichting Vrij Historisch Onderzoek uit Berchem, of
het infame Institute for Historical Review, of het werk van Robert Faurisson.
We durven hopen dat de lezer zelf wel het beschamende niveau van het revisionistisch
discours kan inschatten.
Sites
Forgotten Camps: http://web.forgottencamps.by.net/~june/Vincent/Camps/
CampsEngl.html
Jewish Students Online Research Center: http://www.us-israel.org/
Dachau (foto’s): http://motlc.wiesenthal.com/albums/palbum/p00/a0048p2.html
Mauthausen: http://calgary.shaw.wave.ca/doulos/Gusen/index.htm
Mauthausen: http://www.mauthausen-memorial.gv.at
Auschwitz: http://www.spectacle.org/695/ausch.html
Auschwitz: http://www.wsg-hist.uni-linz.ac.at/Auschwitz/HTML/
Sete1.html
Dachau Gedenkstätte: http://www.infospace.de/gedenkstaette/
Wannsee: http://www.historyplace.com/worldwar2/timeline/wannsee2.htm
Biografie van Hitler: http://home.swipnet.se/worldwar2/ahlife.htm
Andere top-Nazi’s: http://www.us-israel.org/jsource/Holocaust/
perpetratorstoc.html
Occidental Crusader: http://www.crusader.net/texts/mk/index.html
Wallenberg Project: http://rwa.bibks.uu.se/rwa.html
Schindler: http://home8.inet.tele.dk/aaaa/Schindler2.htm
Holocaust Memorial Museum: http://www.ushmm.org/uia-bin/uia_list/sites.lst
Internationale lijst: http://ntdata.ushmm.org/ad/
The Anne Frank House: http://www.annefrank.nl/
Museum of Tolerance: http://motlc.wiesenthal.com/
Ghetto Fighters’ House: http://www.gfh.org.il/
Manzanar: http://members.aol.com/EARTHSUN/Manzanar.html
Weerlegging: http://www.wiesenthal.com/resource/revision.htm
Nizkor over vervalsingen: http://www.nizkor.org/hweb/documents/
Vrij Historisch Onderzoek: http://www.vho.org
Institute for Historical Review: http://www.ihr.org/index.html
Faurisson: http://www.abbc.com/aaargh/fran/archFaur/archFaur.html
8 C A M P U S K R A N T 22.4.99

N I E U W S
Universitair Centrum voor Statistiek
Tien jaar research, onderwijs en dienstverlening
Ludo Meyvis
Met statistiek krijgt (gemiddeld)
iedereen te maken tijdens de studie.
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor filosofie
en voor taalvakken. Maar terwijl
er voor die twee duidelijk herkenbare
koepels zijn - het HI W en het I LT -
was dat voor statistiek lange tijd niet
het geval. Het Uni versitair Centrum
voor Statistiek is immers pas 10 jaar
oud.
Met professor Luc Delbeke en professor
Jef Teugels, resp. de eerste en
de huidige voorzitter van het UCS,
spraken we over het ontstaan, de
bedoeling en de verwezenlijkingen
van dit niet zo algemeen bekende
centrum.
Koepel
“Het ergerde mij al heel lang dat er
op zoveel plaatsen statistiek gegeven
werd en dat er statistisch onderzoek
gedaan werd, zonder dat men van
elkaar afwist”, zegt professor Teugels.
“Bovendien was er in de meeste
jonge universiteiten een apart departement
Statistiek. Niet aan een eerbiedwaardige
instelling als de
K.U.Leuven. Ik heb dat aangekaart
bij de academische overheid, met het
verzoek om een overkoepelende
structuur op te r ichten, om de statistici
uit de diaspora te halen. Dat lukte
uiteindelijk, toen ik steun kreeg
van de toenmalige decaan van de Faculteit Wetenschappen, collega Dupré.
We hebben een informele werkgroep opgericht, die maandelijks vergaderde.
Collega Delbeke liet weten dat er ook bij de Humane Wetenschappen echt
behoefte was aan statistische inbreng.”
Delbeke: “Dat klopt. In mijn eigen vakgebied - ik doceer Methodologie
van de Psychologie en Mathematische Psychologie - maar ook bij heel wat
mensen uit Letteren, Sociale Wetenschappen enzovoort was nood aan statistische
expertise. Met de steun van professor Dupré hebben we de academische
overheid ertoe kunnen overhalen een afzonderlijk Universitair Centrum
voor Statistiek op te richten. Ik werd de eerste voorzitter. Wellicht was die
keuze ingegeven door het feit dat ikzelf niét afkomstig ben van Positieve
Wetenschappen, waar het draagvlak voor het UCS lag. Door iemand uit de
Humane te kiezen, werd een duidelijk signaal gegeven voor het overkoepelende
aspect van de statistiek en van het UCS. Met de onmisbare medewerking
van Dr. Magda Vuylsteke en van andere medewerkers van wat toen het
Rekencentrum heette, onder leiding van professor Florin, kon het UCS van
start g aan.”
Teugels: “De academische overheid was behoorlijk verbaasd toen ze vaststelde
hoevéél er eigenlijk aan statistiek gedaan werd. Een van de onderliggende
motieven om het centrum op te r ichten, was wellicht de hoop dat het
UCS dat grote aanbod aan cursussen en projecten wat zou rationaliseren en
dus verkleinen. Ik heb niet de indruk dat het aantal vakken verkleind is, maar
wel dat de beschikbare middelen en expertise optimaler ingezet worden.
Daardoor is de globale kwaliteit van het statistisch onderwijs en van de
research zeker toegenomen. Daarnaast was het ook belangrijk dat het UCS
duidelijk interdisciplinair van aanpak was. Dat heeft zeker de finale goedkeuring
mee helpen geven.”
Masters
“In de afgelopen 10 jaar is er heel wat gebeurd. We zijn vooral trots op het
succes van het International Study Program in Statistics, ons diploma Master
of Statistics, dat zes jaar geleden begon. Professor Jan Beirlant was inmiddels
voorzitter van het UCS geworden. Momenteel is ongeveer een derde van de
studenten van buitenlandse origine. We hebben de toelatingscriteria wat
moeten verstrengen om het nagestreefde kwaliteitsniveau te blijven halen,
waardoor we op dit ogenblik beschikken over een heuse troefkaart. Zeker als
je de concurrentie van de K.U.B. en van Diepenbeek bekijkt, waar óók zo’n
Masters bestaat, mag Leuven behoorlijk trots zijn op dit programma.”
Delbeke: “Een andere constante in het werk van het UCS is de statistische
dienstverlening, zowel binnen als buiten de universiteit. Dat kan gaan van
data-analyse over allerlei vormen van advies tot opleidingen. Hoe langer hoe
meer bedrijven doen trouwens beroep op specialisten van de K.U.Leuven om
voor een paar dagen heel toegespitste opleidingen te komen verzorgen. Het
UCS kan daardoor een deel van zijn eigen kosten terugverdienen. Dat is van
bij de aanvang een van de bedoelingen geweest, en dat is prima gelukt.”
Teugels: “Op dit ogenblik stelt het UCS een coördinator tewerk - Dr. Ann
Carbonez, die gepromoveerd is op een statistisch onderwerp - en verder een
halftijdse en twee voltijdse statistici. Zij zijn zowat de draaischijf van het
UCS, en zij zorgen ervoor dat een bepaalde vraag gekoppeld wordt aan de
gepaste expertise. Professor Jaak Billiet, de derde voorzitter van het UCS,
heeft die structuur zorgvuldig uitgekiend.”
Delbeke: “Statistiek is door zijn complexiteit niet meteen het meest
geliefde vak bij de studenten. Voeg daar nog bij dat statistiek in de media vaak
misbruikt wordt. Wat ‘statistisch bewezen’ heet, is vaak klinkklare nonsens.
Niet iedereen houdt zich aan de formele eisen van degelijk statistisch onderzoek.
Die twee factoren maken dat er rond ons vakgebied heel wat onterechte
denkbeelden bestaan. Het UCS stelt zich niet op als kruisvaarder die elke
onjuistheid meteen aan de schandpaal wil nagelen, maar het is duidelijk dat
er nog heel wat werk voor de boeg ligt. Eerst en vooral moeten we het goede
consolideren van wat tijdens de afgelopen tien jaar bereikt werd, en verder
kijken we uit naar nieuwe onderzoeks- en actieterreinen.”
Teugels: “Statistiek is een wiskundige discipline, met een eigen taal en
eigen formele spelregels. Er zijn mensen die zich met die taal en regels zelf
bezighouden, zoals ikzelf, en er zijn mensen die dat geheel toepassen op een
bepaalde discipline, eender of dat nu taalkunde of quantumfysica is. Het is
juist die brede toepasbaarheid die een overkoepelend centrum als het UCS zo
zinvol maakt. Tijd ens de viering van 10 jaar UCS kunnen de bezoekers een
poster-tentoonstelling bekijken met een veertigtal statistische projecten uit 7
faculteiten. Statistiek is dus duidelijk véél meer dan een bezigheid voor wiskundigen.”
Eredoctoraat voor Deense
statisticus Barndorff-Nielsen
Naar aanleiding van 10 jaar UCS verleent de K.U.Leuven in de Faculteit
Wetenschappen op 29 april om 18u in de Promotiezaal een eredoctoraat aan
professor Ole Eiler Barndorff-Nielsen. Deze in 1935 in Kopenhagen geboren
Deen werd in 1960 magister in de wetenschappen, specialisatie wiskundige
statistiek, aan de Aarhus Universiteit, waar hij sindsdien doceert. Hij specialiseerde
zich o.m. in Stanford. In 1973 behaalde hij zijn doctoraat aan de Universiteit
van Kopenhagen en werd kort daarna professor in het departement
Theoretische Statistiek in Aarhus.
Professor Barndorff-Nielsen werd voorzitter van de Bernoulli Society, de
enige wereldomvattende organisatie voor wiskundige statistiek en waarschijnlijkheidsrekening.
Hij lag aan de basis van een internationaal
statistisch tijdschrift, waarin zowel de grondigste theoretische uiteenzettingen
als de meest onverwachte toepassingen een plaats vinden.
Hij publiceerde theoretische tractaten, maar even goed leerboeken
of zeer uiteenlopende artikels over allerlei statistische toepassingen,
van demografie over riviernetwerken en hazenbevolking tot
chaostheorie. Hij is editor van acht internationale tijdschriften, was
herhaaldelijk visiting professor, en werd in 1993 eredoctor van de
Université Paul Sabatier uit Toulouse.
Info over de viering van 10 jaar UCS: http://www.kuleuven.
ac.be/ucs/UCS10/index.html
22.4.99 C A M P U S K R A N T 9

N I E U W S
25 jaar Werkgroep Gehandicapte Studenten
Moeilijk maar niet onmogelijk
Koen Bouve
Voor mensen met een handicap of een chronische ziekte behoort studeren
aan de universiteit steeds meer tot de mogelijkheden. De Werkgroep Gehandicapte
Studenten K.U.Leuven spant zich al vijfentwintig jaar in om de grootste
obstakels uit de weg te ruimen. Een gesprek met coördinator Myriam Van
Acker en met Joske Vettenburg, verantwoordelijk voor de huisvesting van
gehandicapte studenten.
Ook vóór het bestaan van de werkgroep telde de universiteit altijd wel een
aantal gehandicapte studenten. Die waren voor hulp en begeleiding aangewezen
op de good-will van kotgenoten en medestudenten. Vanaf het
moment dat er studenten naar de universiteit kwamen die zich in rolstoel
verplaatsten en dag en nacht begeleiding nodig hadden, werd het probleem
groter en diende er voor specifieke opvang gezorgd te worden. De eerste student
die daarop een beroep kon doen was een student van de KULAK -nu
professor aan de F aculteit Letteren. Hij kon worden overtuigd om zijn licenties
samen met een aantal vrienden aan de K.U.Leuven door te brengen. De
werkgroep zou zorgen voor de nodige begeleiding en voor aangepaste huisvesting.
Na een jaar waren de reacties onverdeeld positief zodat werd besloten
het systeem verder uit te werken. De werkgroep, opgericht in 1974, was
toen al enkele jaren actief. In die periode kwamen pas de eerste initiatieven
inzake gehandicaptenbeleid in Europa van de grond, zodat de universiteit op
zichzelf was aangewezen.
Het bericht dat gehandicapte studenten terecht konden aan de K.U.Leuven
raakte snel verspreid. Er kwamen steeds meer studenten met een handicap
naar onze universiteit zodat de K.U.L euven vandaag zo’n 140-tal gehandicapte
studenten telt die een beroep doen op diensten van de werkgroep.
Samenleven
Van bij het begin wil de werkgroep zowel aandacht besteden aan het leven
aan de universiteit als aan het studeren. Bedoeling is dat de gehandicapte studenten
volledig aan het universitaire leven kunnen participeren, dat ze
samenleven met niet-gehandicapte studenten, en dat ze niet in de marge
worden geplaatst. Grote groepen van medestudenten zijn bij de omkadering
betrokken. Wat toelichting over omgangsvormen en dienstverlening zorgt
ervoor dat het samen-studeren en samenleven voor beide partijen makkelijker
wordt gemaakt. Vaak moeten er ook nog praktische aanpassingen worden
doorgevoerd. Een student rolstoelgebruiker bijvoorbeeld wordt vaak gehandicapt
gemaakt door zijn omgeving: gebouwen die moeilijk of niet toegankelijk
zijn bijvoorbeeld. Daarom werd recent de Werkgroep ACCESS opgericht
die de toegankelijkheid van universitaire gebouwen bewaakt en bevordert.
Modelproject voor geïntegreerd wonen, is het in 1993 opgerichte Romerohuis.
De leefformule in die residentie werd voordien al in verschillende
studentenhuizen uitgebouwd. Specifiek aan Romero is evenwel dat het
gebouw volledig is afgestemd op de noden van studenten met een handicap.
Dit studentenhuis heeft inmiddels twee vleugels, respectievelijk in de Blijde-Inkomststraat
en de Tiensestraat, en huisvest een 20-tal gehandicapte
studenten. De overige 66 kamers worden bewoond door niet-gehandicapte
studenten diezorgen voor de dag-en-nacht omkadering Voor beide partijen
is dat een unieke ervaring. De gehandicapte studenten worden geïntegreerd
in een gewone studentensfeer, en de niet-gehandicapte studenten leren wat
zorg opnemen in teamverband en raken hun vooroordelen kwijt .
Dat Romero een uniek project is, wordt wel bewezen door een Europese
Helios-award -zilveren medaille- die de werkgroep daarvoor werd toegekend,
uit 300 inzendingen.
Vrij uniek zijn ook de examenfaciliteiten voor gehandicapte studenten.
Studenten die niet in de mogelijkheid verkeren hun examens gedurende één
korte periode af te leg gen, mogen hun examens spreiden tussen januari en
september, net als kunstenaars en topsporters trouwens. Een slechtziende
student bijvoorbeeld heeft veel meer tijd nodig om zijn cursussen door te
nemen en kan zijn examens onmogelijk op vier weken tijd afleggen. Het is
niet de bedoeling het gehandicapte studenten makkelijker te maken dan
andere studenten: de lat wordt gewoon gelijkgelegd. De lange examenperiode
maakt trouwens dat de studenten in kwestie negen maanden lang in een
relatieve stress-situatie leven.
Op dit moment is de grootste droom van de werkgroep het vinden van
oplossingen voor gehoorgestoorde studenten. Een doventolk biedt slechts
een tussenoplossing en het studeren met behulp van andermans notities is
ook niet altijd ideaal. Verder hoopt de werkgroep dat er in de toekomst meer
aandacht zal uitgaan naar tewerkstelling van gehandicapte personen. Vanuit
haar ervaring zou K.U.L euven een pilootproject kunnen opzetten. Verder
wordt er ook gewerkt aan de aanleg van een Europese databank rond de
xdienstverlening voor gehandicapte studenten in het hoger onderwijs, en
wordt er geprobeerd om de mogelijkheden tot deelnemen aan Erasmus-programma’s
te vergroten.
Op 23 april wordt 25 jaar werkgroep gevierd met een academische zitting,
15u, 8ste verdieping Erasmushuis, Blijde-Inkomststraat 21.
Info: Wie zich graag wil inzetten voor de gehandicaptenwerking aan de
K.U.Leuven kan contact opne men met de Werkgroep Gehandicapte Studenten
K.U.Leuven, Romerohuis, t (016)32 63 78.
Met dank aan Myriam Van Acker en Joske Vettenburg voor het interview.
10 C A M P U S K R A N T 2 2 .4.99

N I E U W S
Nieuwe leerstoel onderstreept geavanceerd karakter
Onderzoek bij MTM
Ludo Meyvis
Wat hebben autobanden, hoogovens en vloerbekleding met elkaar te maken?
Alvast dit: ze behoren tot de onderzoekswereld van het Department Metaalkunde
en Toegepaste Materiaalkunde (MTM).
Het gebouw aan de De Croylaan oogt een beetje oud, maar schijn bedriegt.
“Het dateert uit de jaren ‘20,” zegt de departementsvoorzitter, professor Paul
Van Houtte. “Maar het onderzoek dat hier gebeurt, is heel geavanceerd.” Hij
troont me mee naar complexe labs, raadselachtige toestellen en glanzende
elektronenmicroscopen. “Hoeveel die kosten? Sommige toch al gauw een
miljoen of 30, per stuk. L ogisch dat je die samen met andere onderzoeksgroepen
gebruikt. Veel van ons o nderzoek heeft te maken met de zogenaamde
nieuwe materialen, die ook in het dagelijks leven hun toepassing kennen.
Dat kan gaan van een lichtgewicht fiets (zie cover) over een kunstbeen t ot
helicopterbekleding. Of er worden nieuwe materialen ontwikkeld die zo
sterk zijn dat je met een draadje zonder problemen een hele auto kunt
ophangen. Het leuke aan die materialen is dat je in grote mate baas bent over
eigenschappen als sterkte, geleiding en slijtvastheid. Bij natuurlijke materialen
is dat veel minder het geval.”
“We houden ons met heel uiteenlopende zaken bezig. Dat zie je al aan de
naam van ons departement, die op het eerste gezicht wat vreemd aandoet.
Dat heeft historische redenen. Eerst was er alleen metaalkunde, maar zo’n 20
jaar geleden dekte die naam niet langer de volledige onderwijs- en onderzoeksactiviteiten
van het departement. De sterke toename in het gebruik en
de vele wetenschappelijke aspecten van de nieuwe materialen deden het
tweede deel van onze naam ontstaan. Beide takken hebben overigens meer
met elkaar te maken dan je op het eerste gezicht zou denken. Metaalkunde
heeft een invalshoek die wat meer zuiver wetenschappelijk is dan de toegepaste
materiaalkunde. Maar dat is een te eenvoudige veralgemening. Metaalkunde
heeft heel belangrijke toepassingsgebieden, en materiaalkunde heeft
even belangrijke zuiver wetenschappelijke aspecten. Het gaat trouwens om
ingenieursrichtingen, en dan heb je altijd te mak en met theorie én praktijk.”
“Ons onderzoek is heel interdisciplinair. Dat was trouwens de aanleiding
om aan onze universiteit een Materials Research Center op te richten, een
koepel waaronder iedereen samengebracht wordt die wat met materiaalkunde
te maken heeft. Het Departement Scheikunde is vertegenwoordigd, Fysica,
Interfasechemie, Chemische Ingenieurstechnieken, Werktuigkunde
enzovoort, en natuurlijk MTM. Er is een s cheiding tussen al die deelnemers,
maar ook bijzonder veel samenwerking. Dat is ook wel nodig, want ons
onderzoek is niet bepaald goedkoop.”
Zes onderzoeksgroepen
“Binnen de onderzoeksgroep Thermodynamica voor Materiaal- en Procesontwikkeling
varieert de research van de hoogovens tot werk op atomaire
schaal. Je vindt er mensen die procesmodellen opstellen voor de productie
van staal en non-ferrometalen. Of die chemische reacties bestuderen in
metallurgische systemen en thermodynamisch fasendiagrammen optimaliseren.
Even aanstippen dat hier ook opleidingssoftware ontwikkeld werd
voor de studie van fasendiagrammen. Een fasendiagram toont grafisch welke
fasen in een materiaal verwacht kunnen worden. Die fasenverdeling bepaalt
mee de eigenschappen van het materiaal. Men zegt d aarom wel eens dat
fasendiagrammen ‘wegenkaarten’ zijn voor de materiaalkundige.”
“Oppervlaktetechnologie gaat over de problematiek van multilagen en
deklagen. Dunne films worden aangebracht op een drager, die beschermd
moet worden tegen corrosie, of tegen allerlei vormen van slijt age, of tegen
elektrische invloeden. Zo heeft de groep zelfsmerende elektrolytisch bereide
deklagen ontwikkeld. Multilagen vind je o.a. terug in harde schijven van
computers. De groep onderzoekt de mogelijkheden van elektrolytisch bereide
multilagen in de micro-elektronica.”
“Ikzelf ben actief in de derde onderzoeksgroep, Vormgeving en Mechanisch
Gedrag van Materialen. Op basis van een structuuranalyse van materialen
kan je berekenen wat er gebeurt als je er druk op uitoefent, zoals bij het
walsen of het dieptrekken van platen. Dat is niet alleen louter wetenschappelijk
interessant, maar het heeft ook belangrijke consequenties. Neem bijvoorbeeld
de aanmaak van een blikje voor f risdrank. Als je op een metalen plaat
drukt, kan je die in de vorm van een blikje p ersen, maar je krijgt bovenaan
oorvorming, een ongelijke karteling, die uiteraard verwijderd moet worden.
In de Verenigde Staten leiden betwistingen tussen de besteller en de maker
van die blikjes over de omvang van d ie afval jaarlijks tot schadeclaims in de
orde van 800 miljoen dollar! Als wij daar één procentje van zouden kunnen
aantrekken voor onze berekeningen rond de meest optimale druk op het
meest optimale materiaal...”
“De onderzoeksgroep rond Legeringsontwikkeling werkt onder andere
mee aan experimenten in de ruimte. Hoe verloopt stolling in
afwezigheid van zwaartekracht? Wat is de invloed van de
oppervlaktespanning? Hoe zit het met het warmtetransport?
Dat onderzoek gebeurt in samenwerking met de ESA, wat
natuurlijk héél wat voorbereiding vergt: het prijskaartje van
zo’n experiment is te hoog om je vergissingen te permitteren. In
deze groep wordt ook belangrijk werk verricht rond stents,
draadnetjes die met een ballonnetje in een verstopte ader
gebracht worden en die de ader moeten openhouden. Of onderzoek
rond geheugenlegeringen, materiaal dat verandert onder
invloed van temperatuurswijzigingen en dat zijn vorm ‘onthoudt’”.
“Bij Materiaalgedrag en Niet-Destructief Onderzoek worden
technieken uitgetest om in een voorwerp te kijken. Met röntgenstralen
- of ultrasoongolven, of recent ook met een combinatie
van die laatste met laserstralen, wordt onderzocht hoe iets
(niet) werkt, zonder dat je het moet openen of stuk maken. In deze onderzoeksgroep
wordt ook veel aandacht besteed aan corrosie.”
“De zesde groep werkt rond Composieten en Keramieken. Hier vind je
onderzoek naar materialen die ook door buitenstaanders worden herkend als
nieuwe materialen. polymeermatrixcomposieten worden verkregen door
polymeren met vezels te versterken. Polymeren zijn lichte en laagsmeltende
materialen op basis van p etroleumderivaten. Hun sterkte kan enorm verhoogd
worden door er vezels in te brengen. Die composieten vind je in de
meest uiteenlopende gebieden van ons dagelijks leven terug, van de vloerbekleding
waarop je loopt tot de fiets waarop je rijdt. Keramieken zijn kristallijn
van aard, meestal vrij broos, maar met een zeer hoge temperatuurbestendigheid
en hardheid.”
Samenwerking
“De algemene filosofie van ons departement is dat iedereen samenwerkt.
Alleen onderlinge samenwerking - zowel intern als extern - kan tot resultaten
leiden in zo’n complex gebied als dat van de metaal- en materiaalkunde.
We hebben bijvoorbeeld een achttal Brite-Euram projecten lopen, gefinancierd
met Europees geld en met partners uit andere universiteiten en uit de
industrie.”
“Die samenwerking geldt niet alleen voor onderzoeksprojecten. De Res
Metallica Leerstoel wordt gesponsord door Sidmar, Union Minière en Bekaert,
die in februari 1998 een r aamakkoord met de K.U.L euven gesloten hebben.
Deze leerstoel werd opgezet om nieuwe wetenschappelijke technieken
en inzichten in het domein van de metaalkunde en toegepaste materiaalkunde
te belichten.”
Meer informatie over de activiteiten van het departement Metaalkunde en
Toegepaste Materiaalkunde: http://www.mtm.kuleuven.ac.be
Res Metallica Leerstoel
Professor Bart Blanpain is docent in het Departement MTM. Hij vertelt
ons over de Res Metallica Chair, die dit jaar voor de eerste keer ingesteld
wordt.
“De Res Metallica Leerstoel is een tastbaar resultaat van het raamakkoord
dat vorig jaar ondertekend werd tussen de K.U.Leuven, Union
Minière, Sidmar en Bekaert. De bedoeling van die leerstoel is om echte
topspecialisten naar Leuven te halen, waar ze gedurende een relatief
korte maar intensieve periode een wetenschapsdiscipline introduceren,
o.a. door het geven van lessenreeksen en een aantal voordrachten.”
“De eerste die de leerstoel bekleedt, is professor Gerbrand Ceder.
Dat is iemand uit eigen huis: hij studeerde in 1988 aan de K.U.Leuven
af als Burgerlijk Ingenieur Metaalkunde. Daarna trok hij naar Berkeley,
waar hij in 1991 zijn Ph.D. behaalde. Onmiddellijk daarna werd hij
assistant professor in MIT, en nu is hij daar Union Minière Associate Professor.
Hij is echt wel een van de ‘sterren’ van dit huis, en hij geldt op wereldvlak als
een autoriteit met betrekking tot het computergestuurd modelleren van hoofdzakelijk
keramische materialen. Met deze technieken is het mogelijk eigenschappen van materialen
te voorspellen voordat ze gesynthetiseerd worden. Materiaalonderzoek door
middel van simulatie, daarover gaat het eigenlijk.”
“Metaal- en materiaalkunde evolueren hoe langer hoe meer naar een geïnformatiseerde
wetenschap, waarbij je in vergelijking met vroeger omgekeerd te werk gaat.
Vroeger had je éérst het materiaal, waarvan je dan de eigenschappen ging bestuderen.
Nu heb je, of dat is toch de bedoeling, een computermodel, op basis waarvan je
een virtueel materiaal gaat testen en designen. De mogelijkheden zijn natuurlijk onbeperkt,
dat is duidelijk. De openingsles van professor Ceder zal precies daarover
gaan.”
Professor Ceder spreekt op 19 april om 16u. in het Auditorium Arenbergkasteel
over Designer Materials: an A ssessment of Computational Modelling in
Materials Science and engineering. Van 20 april tem 23 april loopt een lessenreeks
over ‘Atomistic Scale Modelling Techniques’ en op 10 en 11 mei worden
voordrachten gegeven over ‘Ceramics for Electronics’.
Meer informatie over de Res Metallica Chair bij professor Etienne Aernoudt,
t(016)32 13 02, Etienne.Aernoudt@mtm.kuleuven.ac.be, of professor Bart
Blanpain, t(016)32 12 16, Bart.Blanpain@mtm.kuleuven.ac.be.
Professor
Paul Van Houtte
Professor
Bart Blanpain
22. 4.99 C A M P U S K R A N T 11

N O S T A L G I A
L O V A N I E N S I S
Aflevering 53
Nostalgia Lovaniensis
Rik Uytterhoeven
In bijdrage 50 verwezen we reeds naar twee vorstelijke schenkingen (Lovenjoel
en Heverlee) uit het begin van d eze eeuw en het gebruik dat de Alma Mater
ervan maakte. Deze keer willen we onze aandacht toespitsen op Heverlee en
Arenberg.
In 1907 schonk hertog Engelbert-Marie (Salzburg 1872- Lausanne 1949), 9de
hertog van Arenberg en 15de hertog van Aarschot, in overleg met zijn moeder
Eleonore-Ursule aan de L euvense universiteit een bedrag van 200.000
goudfrank voor de oprichting van laboratoria voor scheikunde aan de
Naamsestraat 96. De bouw werd toevertrouwd aan Vincent Lenertz, die voor
een stijl koos die bij de art nouveau aanleunt. In het kader van de viering van
75 jaar (heropgerichte -red.) Katholieke Universiteit in mei 1909 werd het
gebouw als Minckelersinstituut ingehuldigd; pas later werd het naar Arenberg
genoemd (kaart nr. 1).
Er vond toen een grootse Constantin Meuniertentoonstelling plaats met
in de tuin een ontwerp voor het Monument van de Arbeid met beelden en
bas-reliëfs gerealiseerd door de kunstenaar tijdens zijn verblijf in Leuven
(kaart 2). Kopies van de bas-reliëfs blijven in Leuven bewaard in het Hoger
Instituut voor Wijsbegeerte.
Onder de indruk van de Duitse gewelddaden tegen Leuven bij de brandstichting
in augustus 1914 wenste dezelfde hertog in volle oorlog zijn kasteel
met 29 ha park af te staan aan de zo zw aar beproefde universiteit. Het Duits
beheer over bezet België verhinderde dat. Na de oorlog ging de overdracht
toch door onder de in 1916 afgesproken voorwaarden. Rector P. Ladeuze
beschouwde dat dan ook als een schenking. Graaf Eugène Hemricourt de
Grunne, stichter van de a sbl Cité universitaire d’Héverlé wist de rest van het
park te verwerven voor de Alma Mater en zo het gewezen hertogelijke
domein als één geheel te vrijwaren.
Kaart 3 toont de voorgevel zoals hij er omstreeks 1910 uitzag. De kapel
werd in 1908 als eetz aal gebruikt (kaart 4); let op de neogotische erker die de
familie van Arenberg-van Auersperg schonk bij het huwelijk van hun dochter
Eleonore-Ursule met hertog Engelbert-August in 1863. Toen de Britten in
mei 1940 de brug voor het kasteel opbliezen, gingen de glasramen verloren;
ze werden tijdens de zomer 1998 door nieuwe brandglasramen vervangen.
Het Salon des trois Villes (kaart 5) dankte zijn naam aan drie doeken met
panoramische zichten op Brussel, Antwerpen en Amsterdam uit de jaren
1650 door de Antwerpenaar J.B. B onnecroy. Deze schilderijen verhuisden
naar de villa van En car (van Arenberg) in Saint-Jean-Cap-Ferrat en vandaar
naar New-York, waar ze in 1990 opnieuw te koop kwamen. Ze keerden terug
naar de Nederlanden en prijken nu in de drie vermelde steden.
In het park staan nu de Speciale Scholen (1929), het Landbouwinstituut
(begonnen in 1928 en p as voltooid in 1939), het Sportinstituut (1939), en
sedert 1946 nog talloze andere gebouwen.
Rechts, onder
elkaar: afbeelding
1 tot en met
4, hiernaast
afbeelding 5.
12 C A M P U S K R A N T 22. 4.99

L E V E N N A D E U N I V E R S T E I T
Arts zonder vakantie
Koen Goedseels
Jeroen Wils
De beelden van de eindeloze stroom kapotgehuilde en leeggezogen vluchtelingen
aan de grenzen met Kosovo zijn op ieders netvlies gebrand. In de kampen is
medische hulp levensnoodzakelijk. Dokter Koen Goedseels wil niets liever dan
daar hulp te gaan bieden. Als lid van de vereniging Artsen zonder Vakantie
heeft hij kennis gemaakt met geneeskunde in probleemgebieden. Maar voor hij
over de grenzen hulp kan gaan bieden, moet zijn specialisatie als neurochirurg
afgerond zijn.
“Als ik op televisie de beelden zie van de vluchtelingenkampen aan de grenzen
met Kosovo, dan bekruipt mij de drang om d aar naartoe te gaan, hulp te
bieden. Ik zou zeker gaan als ik kon en als ze nog artsen nodig zouden hebben.
Noem het een naïef engagement, te vergelijken met de gemiddelde Vlaming
die spontaan geld inzamelt. Het is de plicht van een arts om te gaan
helpen waar er nood is. Je moet wel houden van een stuk avontuur. Dat is
wat veel mensen afschrikt. Dergelijke missies zijn niet altijd even comfortabel,
je reist soms in moeilijke omstandigheden. Maar ik vind dat niet zo erg,
ik ben zelf met de rugzak door Zuid-Amerika, Afrika, Rusland en Azië
getrokken.”
Koen Goedseels, nog maar 29 jaar jong, heeft het avontuur in het bloed.
Hij groeide op in Kessel-Lo, als derde kind uit een gezin van vier. “Mijn
ouders staan in het onderwijs: mijn moeder geeft lichamelijke opvoeding en
mijn vader is hoogleraar aan de landbouwfaculteit van de K.U. Leuven (en
algemeen beheerder van de universiteit -red.) Zij hebben mij niet in een
bepaalde richting willen duwen. Ik volgde de Latijn-Griekse afdeling in het
college van Haasrode. Een erg strenge school, maar waar ook veel aan sport
werd gedaan. Ik was in die periode al erg geïnteresseerd in vakken als biologie,
aardrijkskunde, fysica. Ik vond dat heel leuk om te doen.”
Ontwikkelingswerk
Dr. Goedseels zou graag in het buitenland willen werken. “Dat is ook een
van de redenen waarom ik voor geneeskunde heb gekozen: omdat het zo’n
universeel beroep is. Je kunt h et overal in de wereld uitoefenen. Ontwikkelingssamenwerking
trekt mij erg aan. Ik ben al eenmaal op missie geweest
met de organisatie Artsen zonder Vakantie, of officieel: Internationale Medische
Samenwerking. Die organisatie is in ‘81 gegroeid uit een initiatief van
twee artsen. De bedoeling is om korte missies te organiseren met een visie op
lange termijn. We willen niet de plaats innemen van de lokale dokters, maar
daar waar er nood is en in samenwerking met hen hulp bieden en hen onze
technieken bijbrengen. Na een korte opleiding moeten de plaatselijke hulpverleners
het daarna zelf kunnen redden. Het verschil met bijvoorbeeld Artsen
zonder Grenzen is dat die organisatie meer aan crisisgeneeskunde doet.
Ze gaat met al haar materiaal naar een crisissituatie en als de hoogste nood
gelenigd is, trekt ze weer weg.”
“Ik ben vorig jaar twee weken naar Kinsh asa gegaan. Ik besef nu hoe verwend
wij hier wel zijn wat onze geneeskunde betreft. Er is hier een overconsumptie:
wij kunnen kiezen tussen tien verschillende medicaties, hebben alle
mogelijke materiaal. In de ontwikkelingslanden moet je echt terug naar de
basis gaan. Voor Westerse dokters is dat moeilijk. Er is d aar een enorme
vraag naar accommodatie en naar opleiding van de medis che teams. De
plaatselijke dokters hebben ook een andere houding, zij zijn fatalistischer.
Als een bepaalde behandeling mislukt, tja, dan heeft het zo moeten zijn,
redeneren zij. Westerse dokters hebben het veel moeilijker om zoiets zomaar
Neurochirurgie
Na de humaniora twijfelde Koen tussen landbouwwetenschappen en
geneeskunde. Maar de drang om met mensen bezig te zijn, hee ft de doorslag
gegeven. “Ik wist nog niet wat ik er later mee wilde doen. Tijdens de basisopleiding
kom je nauwelijks met de praktijk in contact. De eerste jaren kregen
we nog weinig geneeskunde, wel vele andere wetenschappelijke vakken.
Maar daar moet je door. Wat mij wel erg interesseerde was fysiologie, de
manier waarop dat menselijk lichaam werkt. Na mijn basisjaren wist ik nog
steeds niet goed welke richting ik uit wi lde. De algemene richting, die leidt
naar de huisartsengeneeskunde, sprak mij wel aan, omd at je daar van alles
een beetje had. Als huisarts zou ik ook veel meer sociale contacten hebben,
dan bijvoorbeeld als chirurg. Anderzijds sprak heelkunde mij ook wel aan.
Vooral het gebied hals-hoofd, meer bepaald de neurochirurgie, vond ik erg
boeiend. Voor een stuk gaat het nog om onontgonnen gebied, en dat maakte
me wel nieuwsgierig. Er zijn nog heel wat horizonten te verkennen, bijvoorbeeld
de Parkinson-chirurgie. De neurochirurgie is wel niet de makkelijkste
richting, omdat de verschillende onderdelen van de hersenen niet zo goed
afgelijnd zijn en dus moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn.”
“Maar ook vandaag, na elf jaar opleiding, heb ik nog geen spijt van mijn
keuze, en het engagement om met mensen bezig te zijn is er nog steeds. Maar
je wordt wat realistischer. Geneeskunde is een beroep waar je wel eens in
kunt verdrinken. Je moet op tijd en stond tijd kunnen maken voor jezelf en
voor je familie.”
Vandaag is hij a ssistent in opleiding in het Imeldaziekenhuis in Bonheiden.
“Neurochirurgen hebben veel te maken met traumatologie, zware hersenletsels
na verkeersongevallen. Andere domeinen zijn de tumorchirurgie
en de ruggengraatchrirugie.”
te aanvaarden. Als ik de mogelijkheid krijg, zou ik nog wel aan een aantal van
die missies willen deelnemen.”
Over enkele jaren is Koen Goedseels rond met zijn specialisatie. Wat is
nu het interessante aan deze job? “De combinatie van de pure heelkunde en
de contacten met de patiënten. Wij zijn geen robotten, geen pure technici,
geen loodgieters van het menselijk lichaam. Het boeiende is dat er ook een
menselijk aspect is, dat we ook met de emoties van de mensen rekening
moeten houden. Meer dan mensen misschien wel denken is ook de chirur g
evenveel psycholoog als heelkundige. De intermenselijke relaties tussen chirurg
en patiënt zijn van levensbelang.”
Wijzigingen
Personeelsdienst ATP
Er zijn een paar verschuivingen bij de Personeelsdienst ATP. Afhankelijk van
de dienst waar u werkt, kunt u met vragen en problemen terecht bij:
Centrale en Gemeenschappelijke diensten:
consulent: Lut Crijns (2016)
dossierbeheerders: Bieke Penne (2620), Lies Vandam (2006)
Biomedische Wetenschappen en Kulak:
consulent: Monique Aelbrecht (2013)
dossierbeheerders: Patricia Lardaux (2015), Christiane Van de plas (2030)
Humane Wetenschappen, Studentendiensten, Kinderdagverblijven:
consulent: Ann Schillemans (2011)
dossierbeheerders: Lutgarde Dubois (2014), Marcella Bervoets (2022), Hilda
Van Opstal (2031)
Exacte Wetenschappen, Faculty Clu b:
consulent: Diane Serré (2027)
dossierbeheerders: Ilse Vanwezer (2621), Hilde Vermeulen (2634)
22. 4.99 C A M P U S K R A N T 13

C U L T U U R
Tentoonstellingsproject rond hedendaagse kunst
Demarches laat Ladeuze links liggen
Raf Weverbergh
Twee jaar geleden,
het Ladeuzeplein:
een kooi
met daarin een
juten constructie,
reptielenkoppen
bij nader inzien.
Later bleek er nog
gras op die koppen
te groeien
ook. Schitterend.
Dat het kuns t
was, daar maalde
niemand om,
maar het Ladeuzeplein
was tenminste
een paar
weken lang iets
meer dan een vertrekplaats voor skireizen of de megalomane voortuin van een
architectonische nachtmerrie-annex-bankgebouw.
Nature Morte ?? heette deze stad-meets-ecologietentoonstelling. Fabre was
van de partij, nog volop in zijn ‘ keverperiode’, die hij later met veel gevoel
voor theater -meer dan in zijn toneelstukken, beweren kwatongen- zou
‘afsluiten’ op de Biënnale van Venetië. Met de opvolger van Nature Morte??
heeft Leuven nu ook zijn biënnale: Demarches, van 24 april tot 20 juni.
Daarmee is de toon gezet natuurlijk. Een biënnale voor Leuven. Hoogmoed,
roepen sommigen dan al meteen. Nou ja, zeggen de organisatoren, het
is “een soort biënnale”, en het is vooral de bedoeling om in Leuven een traditie
op te bouwen rond het tentoonstellen van hedendaagse kunst. En natuurlijk
is het de bedoeling om Leuven meteen te profileren als een stad waarin
hedendaagse kunst kan leven. Twee jaar geleden, met Nature Morte?? is dat
in elk geval gelukt. In elke krant, tijdschrift, cultuurbijlage kon je lezen over
de maffe projecten die je zomaar in de stad kon tegenkomen: de kunststof
boomvoet die uit het parket van de Universiteitsbibliotheek groeide, de containers
van Deleu aan het station, ieder had zo z’n eigen favoriet -en het
leverde geweldige foto’s op. Demarches zal het als opvolger allicht moeilijk
krijgen om die overweldigende belangstelling opnieuw waar te maken.
Marge
Ook al omdat de spektakelwaarde van het hele gebeuren een flink stuk lager
belooft te liggen dan twee jaar geleden. Voor de titologen: de titel verwijst
naar het ‘weg van de markt liggen’, en daarmee de zijkanten van het marktplein,
wat zowel op de inhoud van de tentoongestelde kunst slaat als op de
locaties. Het enige werk dat echt in het stadsbeeld te zien zal zijn, is h et afficheproject
van Michel François, die zijn affiches ‘wild plakt’. Wie ze ziet, zal
ze niet noodzakelijk herkennen als kunstwerk, en wie ze wil zien, zal ze niet
noodzakelijk vinden: affiches hebben de neiging om zeer snel overplakt te
worden. Geen dino’s die je onverhoeds op pleinen overvallen dus, wat betekent
dat je het museum zal moeten binnenstappen. “Toch denk ik dat de statements
er zullen zijn, hoor,” zegt professor Lut Pil, die Johan Pas opvolgt als
curator. “Op een andere manier. Het is niet omdat ze niet op het plein staan,
dat ze er niet zijn.” Voor deze tentoonstelling werd geopteerd voor de kernbegrippen
‘ambiguïteit’ en ‘gelaagdheid’. Kunst wordt niet gepresenteerd als
illustratie van een bepaald discours -geen gemakkelijke leessleutels à la ‘we
zijn allemaal passanten in de passage’ deze keer. Met een ‘discours’ maak je
immers nog geen kunst, en het was net de bedoeling om de kunstenaars de
plaats te geven om hun éigen statements te ontwikkelen. En de ambitie van
de tentoonstelling is niets minder dan ‘het tonen van de complexe dynamiek
van hedendaagse kunst’. Het lijkt erop of professor Pil, een beetje diametraal
tegenover Nature Morte?? wil werken. Een blik op de negen verwachte projecten
doet alvast vermoeden dat ambiguïteit en complexiteit niet ver te zoeken
zullen zijn.
Boeiend
Om met een stukje ongrijpbare kunst in huis te vallen: het werk dat Jef Geys
bedacht kan meteen op onze sympathie rekenen. Het bestaat uit een aantal
boeken en een bijhorende bundel ‘beschouwingen’ over deze werken. Het
werk vertrekt vanuit het thema ‘gevangenschap’, zoals dat door zijn vriend
Jan Kenis ervaren werd in een reeks van 77 teksten. Zevenenzeventig mensen
mochten zich vervolgens laten ‘boeien’ door een werk op die lijst. Ze moesten
een titel trekken, en vervolgens het boek opsporen, kopen, en lezen, om
tenslotte hun idee over het werk op papier te zetten. De werken en de commentaren
kan je inkijken in de leeszaal van de Universiteitsbibliotheek. Dat is
meteen zowat het ‘toegankelijkste’ werk van allemaal. Of het moest The
Swing zijn, de video-installatie van Marie-Jo Lafontaine, waarin de kinderlijke
onschuld wordt geconfronteerd met de volwassen blik -of omgekeerd. Op
zeventien monitors zijn schommelende meisjes te zien, met de obligate wapperende
haren en opwaaiende jurkjes, terwijl zich in hetzelfde ritme twee
kinderbenen bloot schommelen. “De intimiteit waarin het kind-zijn en het
volwassen-zijn worden ontdekt is er een van spannin g, belofte en ongemak.
Schoonheid, zelfs een sublieme schoonheid, lijkt agressiviteit en dood te
raken.” Kijken mag...
Lectuur
Als we het dan over de perceptie hebben -en de ‘lectuur’: er zijn nogal wat
werken die daarmee te maken hebben. 11 000 nuits van Jean-Paul Marcheschi,
bijvoorbeeld, wiens zwartgeblakerde bladen geen totaalbeeld opleveren,
maar een samenhang van f ragmenten. Over samenhang heeft Philip Aguirre
Y Otegui zo zijn eigen ideeën. Hij gebruikt een montage en collage van
vervolg op pagina 15
A G E N D A
tentoonstelling
1/3 tot 30/4 J. Lefrançois, J. Meeuws en A.
Van Kerckhoven UZ Gasthuisberg,
inkomhal, Herestraat 49.
15/3 tot 14/5 Harwavida Majo Leemans,
Faculty Club, Groot Begijnhof
14, t (016)32 95 00.
25/4 tot 20/6 Demarches tentoonstellingsproject
met hedendaagse beeldende
kunsten, diverse locaties,
info: t (016)23 99 86. Zie ook
artikel op deze pagina.
3/5 tot 31/5 Jo Maes Bibliotheek Fac.
Economische en Toegepaste
Econ. Wetenschappen, Naamsestr.aat
69, t (016)32 57 23.
3/5 tot 30/6 Kathy Fobe en J. Roelants UZ
Gasthuisberg, inkomhal, Herestraat
49.
concert
22/4 20.30u Beethoven Academie o.l.v. J.
Caeyers, A. Sorokow (solist),
werk van Van Beethoven, Mendelssohn-Bartholdy,
Pieter De
Somer-aula, Deberiotstraat 24,
t (03)226 35 11.
23/4 19u Beiaardbespeling Luc Rombouts,
Universiteitsbibliotheek,
t (016)32 46 60.
22/4 20.30u Postmen STUCzaal, E. Van
Evenstraat 2d, t (016)20 81 33.
24/4 15u Jeugd en Muziek Leuven Muziek
en Multimedia: Van Sample tot
Hip hop door Fernand Buyls,
Pangaea, Vesaliusstraat 34,
t (016)32 33 96/40 08 41.
27/4 19u Beiaardbespeling Luc Rombouts,
Universiteitsbibliotheek,
t (016)32 46 60.
27/4 18u Blokrock: Gom Jabbar STUCbar,
E. Van Evenstraat 2d,
t (016)20 81 33.
28/4 18u Blokrock: Sparking Plugs, STUCbar,
E. Van Evenstraat 2d,
t (016)20 81 33.
28/4 13u Muziek in het Ziekenhuis Zolotoj
Pljos (Rusland), hal UZ Gasthuisberg,
Herestraat 49,
t (016)34 48 81.
28/4 en 29/4 Alain Platel Les Ballets C.
de la B.- Ensemble Explorations,
Iets op Bach, KLAPSTUK Schouwburg,
Bondgenotenlaan 21,
t (016)20 81 33.
30/4 19u Beiaardbespeling Luc Rombouts,
Universiteitsbibliotheek,
t (016)32 46 60.
4/5 19u Beiaardbespeling Luc Rombouts,
Universiteitsbibliotheek,
t (016)32.46.60.
7/5 19u Beiaardbespeling Luc Rombouts,
Universiteitsbibliotheek, t (016)32
46 60.
7/5 20u Leuvens Alumni Orkest o.l.v. P.
Devos, G. Claessens (solist),
werk van C. Debussy, G. Jacob,
J. Rodrigo, A. Dvorak, Pieter De
Somer-aula, Deberiotstraat 24,
t (016)20 77 41.
14 C A M P U S K R A N T 22.4.99

C U L T U U R
Strijktrio Berliner Philharmoniker en pianist Luc Devos
Benefietconcert opleidingsfonds UZ Leuven
Cultuur kort
Voortdurend worden er nieuwe therapeutische en diagnostische
medische doorbraken gerealiseerd. Om jonge
stafleden de kans te bieden om zich daarmee vertrouwd
te maken via klinische stages, werd een opleidingsfonds
opgericht.Dat beantwoordt aan een reële nood: t erwijl er
verschillende mogelijkheden bestaan om jongeren te
ondersteunen tijdens buitenlandse verblijven in het
domein van fundamenteel onderzoek, ontbreken vergelijkbare
initiatieven in het domein van de klinis che praktijk.
Ten voordele van het opleidingingsfonds brengen het
strijktrio van de Berliner Philharmoniker en pianist Luc
Devos een benefietconcert. Het Philharmonisch Strijktrio
Berlijn wordt gevormd door altviolist Wolfgang
Talirz, violist, Romano Tommasini, en cellist David
Riniker. Het trio treedt op sinds ‘94 en realiseerde reeds
meerdere plaatopnamen in de meeste Europese steden.
Pianist Luc Devos concerteerde in talloze recitals in
Europa, Japan en Canada, onder meer samen met
Sigiswald Kuijken en José Van Dam. Hij is tevens
pianist van het beroemde Grumiaux Trio. Samen
brengen zij het Divertimento (KV 563) en het Solmineur
kwar tet van W.A.Mozart, en het Strijktrio
in Bes van Schubert.
Het concert heeft plaats op dinsdag 11 mei om 20u,
in Aula Pieter De Somer, Deberiotstraat 2 4. Kaarten:
500-1.000 fr. Voorverkoop: U.Z.Gasthuisberg
(kassa, inkomhal), Campus, Bondgenotenlaan 30.
Reservaties: U.Z.Leuven, algemene directie, 34 48
40.
Sponsor worden van het opleidingsfonds kan door
uw giften te storten op KBC 432-0017221-01, op
naam van de U.Z.Leuven, met vermelding van
code ‘48634’.
Llibre23
23 april is enkele jaren geleden door de Unesco
uitgeroepen tot de werelddag van het Boek.
Overal in de wereld vinden op die specifieke
dag culturele manifestaties en commerciële acties
plaats om en rond boeken. Ook in Leuven wordt
er extra aandacht besteed aan het boek. Op 22 april wordt om
20 uur in de Gotische zaal van het Stadhuis de Provinciale Prijs
voor Letterkunde 1999 uitgereikt. Boekhandel Infodok/Davidsfonds
organiseert een lezing door Jan van Coillie over ‘Groeien
met kinderboeken. De kracht van (voor)lezen. En op vrijdag 23
april bekroont KBC in haar project Tijd de beste poëzie door
jongeren en volwassenen. Laureaat bij de volwassenen is Jos
Stroobants, van de Faculteit Economische en Toegepaste Economische
Wetenschappen. In het KBC-gebouw op de hoek van de
Diestsevest -aan het Station. Zaterdag reikt Boekhandel Infodok/Davidsfonds
de prijzen van de jeugdboekenweekactie uit.
Info: Llibre23, t (016)22 70 99.
Raqs Sharqi
Raqs Sharqi, letterlijk vertaald Oosterse dans, is de traditionele
dans uit Egypte. Een avond Raqs Sharqi in Pangaea introduceert
u in deze traditionele, gevoelige en mooie dansstijl.
7 mei, 20.30u, Pangaea, Vesaliusstraat 34, t (016)32 33
96.
vervolg van pagina 14
inhoudelijk en visueel stabiele beelden, die precies door
die montage onstabiel worden. Aan de toeschouwer om
zichzelf erop te betrappen dat hij ook totaal onlogische
elementen verbindt tot een narratieve structuur -of dat
toch probeert. Daarbij dicht aanleunend, lijkt Wendelien
van Oldenborgh, die in haar filmloops het thema van de
menselijke blik en de tijd-ruimt elijke gesitueerdheid
daarvan bespeelt. De beelden van de film zijn opg enomen
tijdens het zweven in een deltavlieger, en brengen
onrechtstreeks het relaas van de belevenissen van de
vlieger, en iets dat dicht bij diens visuele perceptie op dat
moment komt. Ook fotograaf Poitevin heeft het op de
toeschouwer gemunt. Hij vindt dat de essentie van zijn
foto’s niet in de gefotografeerde werkelijkheid, maar in
de foto’s zelf schuilt. Om Roland Barthes er dan toch bij
te betrekken -Poitevin is begonnen-: in plaats van een
betekenaar moet de foto zélf de referent worden, en een
relatie met de toeschouwer aangaan. Van die toeschouwer
wordt wel verwacht dat hij deelneemt aan ‘een
respectvolle ontmoeting’.
Twee werken die een beetje hors catégorie vallen, zijn
die van Ann Veronica Janssens en Frank Theys. Ann Veronica
Janssens heeft de gewoonte om door minimale
ingrepen het ruimtegevoel van bestaande ruimten te
transformeren. Voor Demarches geeft ze een zaal vorm
door de klanken van een pianoles, en verder niks. Frank
Theys deelt haar fascinatie voor ruimtelijkheid, maar
arrangeert die op een andere manier. Een op het moment
van de confrontatie stabiele ruimte en lichaam worden
geconfronteerd met, en in zekere zin overbodig gemaakt
door, hun virtuele pendant. De digitale wereld is een
omvattende context, die geen verband met de reële werkelijkheid
nodig lijkt te hebben om te kunnen bestaan.
“Technologie kan opgeslagen informatie vrij manipuleren
en construeert haar eigen vormen van leven.” Wordt
de subjectieve gewaarwording daarmee overbodig? Toeschouwers,
die bij enkele andere Demarches-kunstenaars
bevestigd worden in het besef dat ze vitaal zijn, worden
verplicht om zich daarbij vragen te stellen.
Demarches, een intitiatief van de Stad Leuven, van 24
april tot 20 juni op ‘ verspreide locaties’ zoals de Kapel en
de Predikherenkerk van het CC L euven, de Museumzaal
van de Universiteitshal, het Stadsmuseum, de leeszaal van
de Centrale Bibliotheek en het stadsbeeld. Geopend van 10
tot 17 uur, gesloten op maandagen en op 1, 1 3, en 23 mei.
Toegangsprijs: 200,- (kortingen voor groepen, jongeren,
derde leeftijd en kinderen). Meer informatie bij CC Leuven,
Sarah Mine, 23 84 2 7.
A G E N D A
film
22/4 19u Jan Vromman Zolang er
Scheepsbouwers Zingen.
25/4 20u Orbus Pictus Martin Sulik.
26/4 22.30u Orbus Pictus Martin Sulik.
26/4 20u Ingmar Bergman Jungfrukällan
(De maagdenbron).
27/4 22.30u Ingmar Bergman Jungfrukällan
(De maagdenbron).
27/4 20u Sharon Lockhart Goshogaoka.
28/4 20u Afrika Filmfestival Shady el Fakharany,
Look with the one beside
you en Jean-Marie Teno, Clando.
28/4 22.30u Afrika Filmfestival Sarah
Maldoror, Sambizanga.
29/4 20u Afrika Filmfestival Newton I.
Aduaka, On The Edge en Ziad
Doueiri, West-Beirouth.
29/4 22.30u Afrika Filmfestival S. Pierre
Yaméogo, Silmande.
30/4 20u Afrika Filmfestival Ngozi Unwurah,
I Bring you Frankincense en
Ramadan Suleman, Fools.
30/4 22.30u Afrika Filmfestival Les Blair,
Jump The Gun.
2/5 20u Daoud Aoulad Syad Adieu Forain
en Issiaka Konaté, Souko, Cinématographe
en Carton.
3/5 22.30u Daoud Aoulad Syad Adieu
Forain en Issiaka Konaté, Souko,
Cinématographe en Carton.
3/5 20u Yazujiro Ozu Ohayo (Goeiedag).
4/5 22.30u Yazujiro Ozu Ohayo (Goeiedag).
4/5 20u Philippe Grandrieux Sombre.
6/5 19u Dennis Potter The Singing
Detective.
STUCzaal, E. Van Evenstraat 2d,
t (016)20 81 33.
theater
22/4 en 23/4 20.30u De ONdERNEMING
Marius, Marcel Pagnol, STUC
Brandweerkazerne, Vaartstraat
12-14, t (016)20 81 33.
27/4 en 28,29/4 20.30u FACT, KORTOM,
FACT-avonden 99 Alexandra
Koch, Marije Gubbels en Ola
Mafalani, STUC Brandweerkazerne,
Vaartstraat 12-14, t (016)20
81 33.
4/5 en 5/5 20.30u. Dubbelspel Het
muziek Lod, Attention! Un train
peut en cacher un autre! Dick
Van der Harst, STUC Brandweerkazerne,
Vaartstraat 12-14, t
(016)20 81 33.
5/5 en 6/5 20.30u. Clare Coulter The
Fever, Wallace Shawn, STUC
Dansstudio, Naamsestraat 96, t
(016)20 81 33.
22. 4.99 C A M P U S K R A N T 15

A D
V A L V A S
Vormingsbericht
Computeromputercursussen AIV
De Dienst Administratieve informatieverwerking
(AIV) organiseert meerdere keren per jaar cursussen
voor computergebruikers. De opleidingen zijn
bedoeld voo ‘pc-gebruik voor administratieve doeleinden’
met voorbeelden uit de praktijk van secretariaten
en administratieve diensten van de universiteit.
Er wordt rekening gehouden met de huisstijl.
Deze opleidingen zijn toegankelijk voor al het personeel
van de: K.U.Leuven, Universitaire Ziekenhuizen
Leuven, aanverwante instellingen van de K.U.Leuven.
Pc-introductie
pc-introductie voor Windows 95 & 98, groep 1: 19
april (vm)
pc-introductie voor Windows 95 & 98, groep 2: 10
mei (vm)
CWIS (ook Internet) en Netscape: 29 april (nm)
CWIS (ook Internet) en Explorer: 25 mei (nm)
Windows 95 & 98
-basis, groep 1: 21-22 april (vm)
-basis, groep 2: 11-12 mei (vm)
-overschakeling Windows 3.11 naar 95 & 98, groep 1:
20 april (vm)
-overschakeling Windows 3.11 naar 95 & 98, groep 2:
17 mei (vm)
Word 97 (tekstverwerking)
basiscursussen
-basis, groep 1: 26-27-28-29 april (vm)
-basis, groep 2: 31 mei-1-2-3 juni (vm)
-basis versneld: 18-20 mei (nm)
vervolmakingscursus standaardbrieven, etiketten,
lijsten: 27-28 mei (vm)
Excel 97 (spreadsheets)
-basis, groep 1: 22-23-26-27 april (nm)
-basis, groep 2: 18-19-20-21 mei (vm)
-basis, groep 3: 8-9-10-11 juni (vm)
Access 97 (databanken)
-basis, groep 1: 3-4-5-6-7-10 m ei (vm)
-basis, groep 2: 14-15-16-17-18-22 juni (vm)
Powerpoint 97 (presentaties)
-basis, groep 1: 6 m ei (nm)
-basis, groep 2: 4 juni (vm)
CWIS-pagina’s maken met Frontpage 98
-initiatie, groep 1: 25-26 mei (vm)
-initiatie, groep 2: 1-3 juni (nm)
Outlook Express & Messenger (mailprogramma’s)
-Outlook Express (Internet Explorer): 20 april (nm)
-Messenger (Netscape): 19 april (nm)
Cursussen op aanvraag
-ProCite en Reference Manager (bibliografische databanken)
-Cubic (boekhoudpakket)
-groepsopleidingen bv. per dienst
Plaats: Opleidingslokaal 00.35 kantoorautomatisering,
de Croylaan 52 b, Heverlee
Meer informatie en inschrijvingsformulieren zijn
te verkrijgen op het secretariaat van de dienst AI V-
kantoorautomatisering, de Croylaan 52 b, Heverlee, t
(016)32 22 44 of via internet:
http://www.kuleuven.ac.be/admin/di/niv3p/kai12.htm
Vacature ATP
Voor de Centrale Bibliotheek zoeken wij een
stafmedewerker elektronische bestanden (m/v)
Doel van de functie
Het optimaliseren van het aanbod en het gebruik van
elektronische bestanden binnen de bibliotheken van de
K.U.Leuven.
Opdrachten
*Het opvolgen van het marktaanbod, het kritisch analyseren
van aanbiedingen van uitgevers en verdelers en het
evalueren van het elektronisch aanbod van de Uni versiteitsbibliotheek
en het gebruik ervan.
*Het organiseren van de voorlichting over het elektronisch
aanbod aan studenten, onderzoekers en andere
bibliotheekgebruikers en het coördineren van de gebruikersopleiding.
*Het coördineren van de webpagina’s van de diverse
bibliotheken van de K.U.Leuven.
*Leiding van een afdeling in de Centrale Bibliotheek.
Profiel
*Kandidaten hebben een universitair d iploma, bij voorkeur
aangevuld met studies in bibliotheek- en informatiekunde.
Een brede interdisciplinaire kennis en belangstelling
is essentieel.
*Ervaring in het bibliotheekwezen is noodzakelijk; vertrouwdheid
met de informatiebehoeften binnen onderwijs
en onderzoek is een voordeel.
*U bent vertrouwd met de moderne media en met de
informatie- en communicatie-technologie.
*U hebt uitstekende communicatieve en sociale vaardigheden
en beschikt over het nodige organisatietalent.
*U hebt minimum een goede talenkennis Engels en
Frans; eventuele andere talen zijn een pluspunt.
Wij bieden een voltijdse tewerkstelling voor onbepaalde
duur met een wedde op universitair niveau. De toekenning
van graad 7 of 8 wordt bepaald in functie van de
kwalificaties en de ervaring van de kandidaat.
Selectieproeven
Preselectie op basis van de elementen uit het profiel.
Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde
taken.
Interesse? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met
curriculum vitae naar de Personeelsdienst ATP ter attentie
van Lut Crijns, p ersoneelsconsulent, Willem de Croylaan
54, 3001 Heverlee, t (016)32 20 16, f (016)32 29 98;
Lut.Crijns@pers.kuleuven.ac.be
De kandidaturen moeten bij de Personeelsdienst binnen
zijn uiterlijk op 26 april 1999.
Studentenberichten
Beurzen
De Mexicaanse regering geeft dit jaar 5 beurzen aan
Vlaamse studenten, die gedurende 10 maanden in Mexico
willen studeren. Het is de bedoeling dat de studenten,
die een goede kennis van de Spaanse taal bezitten, zich
inschrijven voor 1 van de 54 geselecteerde aanvullende
opleidingen. Alle aanvraagdossiers moeten uiterlijk 31
mei worden ingediend bij de Mexicaanse ambassade én
bij de Vlaamse Gemeenschap.
Info: griet.peeraer
Doctoraten
1 febr.: Julio Léao da Silva, Toegepaste Wetenschappen, Systeemspecificatie
en virtueel geheugenbeheer voor dynamische gegevens-gedomineerde
toepassingen, promotor professor H. De Man en p rofessor F. Catthoor.
5 febr.: Marnix Surgeon, Toegepaste Wetenschappen, Continue schadedetectie
in gelamineerde koolstof/epoxy composieten, promotor professor
O. Van der Biest.
15 febr.: Walid Al-Ahmad, Wetenschappen, Inheritance in Object-Oriented
Langu ages: Towards an Integration of the Modeling and Reuse Perspectives,
promotor professor E. S teegmans.
19 febr.: Frank Hendrickx, Rechtsgeleerdheid, Privacy en arbeidsrecht.
Een analyse van een grondrecht in arbeidsverhoudingen, promotor professor
R. Blanpain.
19 febr.: Peter Vanoppen, Wetenschappen, Karakterisatie van organische
dunne filmen met nabijeveld optische microscopie, promotor professor
F.C. De Schryver.
23 febr.: Willy Coosemans, Geneeskunde, Renal Transplantation in High
Risk Patients, promotor professor Y. Vanrenterghem.
23 febr.: Oscar Ivan Rocabado Hinojosa, Toegepaste Wetenschappen, Het
modelleren van turbulente stromingen met hoge concentraties aan nietcohesieve
sedimenten, promotor professor J. Berlamont.
26 febr.: Frank Imans, Wetenschappen, Fotofysica van elektronenacceptor
en -donoren aan grensvlakken, promotor professor M. Van der Auweraer
en professor L. V iaene.
26 febr.: Bernard Wauters, Rechtsgeleerdheid, Aandelen en echtscheiding,
promotor professor L. Weyts.
1 maart: Johan Claes, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische
Wetenschappen, Optimale adaptieve regeling van de FED-Batch bakkersgistfermentatie,
promotor professor J. Van Impe.
1 maart: Wei Wu, Toegepaste Wetenschappen, Spanningstransfer via de
vezel-matrix interfase in axiaal belaste composietmonsters, promotor
professor I. Verpoest.
2 maart: Etienne Girault, Toegepaste Wetenschappen, Bainitische transformatie
in TRIP-stalen en de invloed hiervan op de mechanische eigenschappen,
promotor professor E. Aernoudt.
4 maart: José A. E ste, Geneeskunde, Mode of Action and Development of
Resistance to HIV Inhibitors that are Targeted at Early Stages of Infection,
promotor professor E. D eclercq.
4 maart: Goedele Heylen, Wetenschappen, Theoretical Analysis of
Exchange Interactions in Face-Sharing Bioctahedral Complexes of Ti(III),
Cr(III) and Co(II), promotor professor A. Ceulemans.
5 maart: Peter Cabus, Wetenschappen, De geografie van de ondernemingsstrategie,
promotor professor C. Kesteloot.
5 maart: Gunther Dreezen, Wetenschappen, Nano-gestructureerde partieel
mengbare polymeerblends. Studie van de morfologieontwikkeling
geïnduceerd door kristallisatie, promotor professor G. Groeninckx.
9 maart: Sigrid Hatse, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische
Wetenschappen, Mechanistic Study on the Cytostatic and Tumor Cell
Differentiation-Inducing Properties of 9-(2-
Phosphonylmethoxyethyl)adenine (PMEA, Adefovir), promotor professor
E. De Clercq.
9 maart: Peter Kravanja, Toegepaste Wetenschappen, Omtrent het berekenen
van nulpunten van analytische functies en aanverwante problemen
uit de gestructureerde numerieke lineaire algebra, promotor professor
A. H aegemans.
9 maart: Christiana Stefan, Geneeskunde, The Function and Regulation
of Nucleotide Pyrophosphatases/Phosphodiesterases in Rat Liver, promotor
professor M. B ollen.
15 maart: Pascal Merchiers, Geneeskunde, Transcriptional Regulation of
the Human Tissu e-Type Plasminogen Activator Gene, promotor professor
A. Belayew.
15 maart: Lieve Vleurick, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische
Wetenschappen, Interaction of Growth Hormone and Growth Hormone
Receptor in Chicken (Gallus domesticus) Liver, promotor professor E.
Decuypere en professor E. Kühn.
17 maart: Micheline Goedhuys, Economische en Toegepaste Economische
Wetenschappen, Industrial Organisation in Developing Countries,
Endence from Côte d’Ivoire, promotor professor L. S leuwaegen.
18 maart: René Westhovens, Geneeskunde, Prognostic Factors and Outcome
in Rheumatoid Arthritis, p romotor professor J. Dequeker.
16 C A M P U S K R A N T 22.4.99

A D
V A L V A S
Academische Raad 11.01.99
Beleidsnota Internationale Relaties
De raad bespreekt het voorstel van beleidsnota Internationale
Relaties waarin de voornaamste beleidsfacetten
voor Internationale Relaties ter sprake komen. Kernvraag
is hoe de internationale positionering van de universiteit
die op onderzoeksgebied zeer goed te noemen is, kan
verbeteren op andere terreinen.
Daartoe werden een aantal voorstellen geformuleerd
waarover de raad uitspraak deed. Zo zullen de voortgezette
opleidingen grondiger onderzocht worden om het
aanbod op internationaal niveau te verstevigen; daarnaast
wordt gestreefd naar een grotere aantrekking van
doctoraatsstudenten en wordt de eigen inspanning voor
ontwikkelingssamenwerking versterkt. De bestaande
bilaterale akkoorden zullen grondig worden gescreend.
De raad stemt in met het geheel van die voorstellen en
vraagt dat het bureau die met de Dienst Internationale
Relaties progressief doorvoert.
Samenstelling en opdracht Expertengroep Internationale
Relaties
De raad stemt in met de opdracht van de voorgestelde
Interfacultaire expertencommissie voor de evaluatie van
de voortgezette academische opleidingen. Deze commissie
is samengesteld uit twee Gebu-leden, vier ZAP -
leden, twee stafleden en één student.
In memoriam
De rector heeft de droeve plicht het overlijden te melden
van professor Nelson De Pril, gewoon hoogleraar aan de
Faculteit Economische en Toegepaste Wetenschappen. Hij was
directeur van de Postgraduaat-programma’s D.T.E.W., en voorzitter
van de Stuurgroep Actuariële Wetenschappen. Professor
De Pril werd geboren in Gent op 19 maart 1950, en hij overleed
in Leuven op 9 april 1999.
Op 30 maart overleed in Tervuren professor Albert Coppé,
emeritus buitengewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische
en Toegepaste Economische Wetenschappen. Hij werd
geboren in Brugge op 26 november 1911. Professor Coppé
was minister van Openbare Werken, Economische Zaken en
Wederopbouw van 1950 tot 1952. Daarna werd hij vice-voorzitter
van de EGKS. In 1967 werd hij lid van de Europese
Commissie. Van 1977 tot 1981 was hij voorzitter van de raad
van bestuur van de Generale Bankmaatschappij. Aan de
K.U.Leuven doceerde hij onder andere Economie en Statistiek.
Op 11 april overleed professor Jan Lindemans in Tervuren.
Hij werd geboren in Brussel op 5 november 1921. Hij studeerde
Klassieke Filologie en Rechten aan de K.U.Leuven, en
doceerde aan de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht, waar hij
ere-buitengewoon hoogleraar was. Hij was nauw betrokken bij
de uitwerking van het Schoolpact en behoorde tot de medestichters
van de Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius (de huidige
K.U.B.), waarvan hij van 1969 tot 1982 de eerste rector
was.
Toelagen Vlaamse
Leergangen
Vlaamse Leergangen Leuven v.z.w. ondersteunt het fundamenteel
wetenschappelijk onderzoek van jonge vorsers van de
K.U.Leuven en van de K.U.Brussel door het verlenen van congrestoelagen
en onderzoekstoelagen. Zowel onderzoekers op
pre- als op postdoctoraal niveau komen in aanmerking.
Kandidaatstellingsformulieren dienen schriftelijk te worden
aangevraagd bij het Secretariaat van Vlaamse Leergangen,
t.a.v. Margot Van Baelen, p/a Dept. Sociologie, E. Van Evenstraat
2B, 3000 Leuven.
Meer informatie vindt u op de nieuwe website:
http://www.kuleuven.ac.be/vl
Programmawijzigingen
De raad hecht zijn goedkeuring aan diverse programmawijzigingen
binnen de Faculteiten Economische en Toegepaste
Economische Wetenschappen, Sociale Wetenschappen,
Farmaceutische Wetenschappen, Lichamelijke
Opvoeding en Kinesitherapie en Letteren.
De nieuwe GGS-opleiding Master of Financial Economics,
het nieuwe programma in de eerste kandidatuur
Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie en het
nieuwe GGS-programma European Master in Sport
Management worden eveneens goedgekeurd.
Invoering licentie-keuzevak ‘Vrouwenstudies-capita
selecta’
Er wordt een vraag voorgelegd om een licentievak ‘Vrouwenstudies-capita
selecta’ te vacateren en als keuzevak
aan te bieden in alle t weedecyclusopleidingen. Een aantal
raadsleden zijn eerder terughoudend om een derde algemeen
keuzevak in te voeren. De studentenvertegenwoordigers
dringen aan om het voorstel aan te nemen.
Tenslotte beslist de raad om het vak als aanbevolen keuzevak
voor te stellen aan de f aculteiten. De POC van
Sociologie, aangevuld met vertegenwoordigers van de
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen,
moet de syllabus van het vak verder onderzoeken waarna
het vak kan gevacateerd worden.
Vervroegde opening eerste examenzittijd 1998-99
binnen de Faculteit Rechtsgeleerdheid
De raad stemt in met het voorstel van de Faculteit
Rechtsgeleerdheid om de eerste gewone examenperiode
te laten ingaan op vrijdag 28 mei 1999; die beslissing
wordt bovendien veralgemeend voor alle faculteiten.
Brugpensioen voor ATP-K.U.Leuven
De heer E. Verhelst verstrekt aan de raad toelichting over
de regeling voor conventioneel brugpensioen die recent
door de Raad van beheer werd goedgekeurd als addendum
aan de C AO voor het ATP. In essentie komen drie
categorieën voor deze regeling in aanmerking:
-alle personeelsleden van de graden 1, 2 en 3 die er om
verzoeken;
-personeelsleden met een behoorlijke staat van dienst
met ernstige functioneringsproblemen, met instemming
van de betrokkene en van het diensthoofd;
-personeelsleden met manifest gemis aan inzet en prestatie
door eigen gebrek aan inzet en houding, op gemotiveerd
voorstel van het diensthoofd, na grondige prestatiebeoordeling
en na advies van het Comité Personeelszaken.
Recrutering studenten
Mevrouw M. Van Acker geeft een overzicht van de acties
die in samenspel tussen de diensten Studie-Advies, Studentenvoorzieningen
en Communicatie gevoerd worden,
gericht op informatie voor en recrutering van abituriënten.
Academische raad 08.02.99
Opleidingen
-De raad keurt het voorstel goed van de F aculteit
Geneeskunde tot oprichting van een opleiding Biomedische
wetenschappen (eerste en tweede cyclus), waartoe
overeenkomstig art. 22 van het universiteitsdecreet, de
opleiding Voedings- en Dieetleer vanaf het academiejaar
1999-2000 progressief wordt opgeheven. In KULAK
wordt deze opleiding (eerste cyclus) opgericht mits inlevering
van de opleiding Letteren: Grieks en Latijn.
-Het programma en de toelatingsvoorwaarden van de
nieuwe GAS opleiding Aanvullende studies van culturen
en ontwikkeling worden door de raad goedgekeurd.
-De Faculteit Rechtsgeleerdheid stelt een nieuw programma
voor in het raam van de postacademische vorming
waaraan de graad van Master of European and
International Taxation zou verbonden worden. Dit programma
is in eerste orde bedoeld voor ‘tax-professionals’
die werkzaam zijn in de privé-sector en in belastingsad-
ministraties; er wordt ook een hoog inschrijvingsgeld
daarvoor vooropgesteld, men wil dit programma zelfbedruipend
maken zodat de faculteit hiervoor niet moet
putten uit haar gewone middelen voor de eerste en tweede
cyclus.
De studentenvertegenwoordigers hebben bezwaren
daartegen, inzonderheid omdat zij vrezen dat er in de
Faculteit nu onvoldoende mogelijkheden voor begeleiding
en mondelinge examens zijn in de gewone opleidingen.
Zij menen ook dat het hoge inschrijvingsgeld prohibitief
is voor studenten die dit programma zouden willen
volgen onmiddellijk na de t weede cyclus. Er wordt gewezen
op de mogelijkheid om vermindering van inschrijvingsgeld
toe te staan.
De raad keurt het programma goed en stemt er mee in
dat daaraan de titel van Master of Laws (LLM) wordt verbonden.
-De Faculteit Letteren legt een programmawijziging voor
van de kandidaatsopleiding Geschiedenis in KULAK
waar een optie filosofie wordt voorzien. De studentenvertegenwoordigers
wijzen dit voorstel met klem af: zij
achten dit voorstel strijdig met de logica van de voorstellen
van professor R. Dillemans en beschouwen het als
een aantasting van de rijkdom van de opleiding Geschiedenis.
Bovendien is er geen vervolg van deze oriëntatie in
de vervolgopleiding van Geschiedenis. Een decaan
bestrijdt deze argumentatie en vindt het integendeel creatief
om nieuwe accenten te leggen en bijkomende opties
toe te voegen. Men mag geen verstarde visie op de opleiding
hanteren.
Na stemming keurt de raad het programma goed .
Advies VLIR m.b.t. de inschrijvingsgelden voor 1999-
2000
De raad neemt kennis van het VLIR-advies m.b.t. de
inschrijvingsgelden waarbij voor 1999-2000 geen
indexaanpassing moet gebeuren. De voorgestelde bedragen
worden goedgekeurd.
Opvolgingsverslag visitatie opleiding rechten en
notariaat
Na bespreking in de betrokken POC’s werd het opvolgingsverslag
van de visit atie rechten en notariaat door de
faculteitsraad goedgekeurd. De facultair coördinator
geeft toelichting bij een aantal in de synthesenota vermelde
aandachtspunten.
-De onvoldoende maatschappijbetrokkenheid van de
opleiding is als klacht wellicht wat overtrokken; er worden
extra initiatieven genomen die jaarlijks door een bijzondere
werkgroep worden geëvalueerd
-Op vrijwillige basis via praktijkcolleges, zomerstages en
bezoeken van instellingen worden contactmogelijkheden
met de praktijk aangeboden; wegens de grote aantallen is
veralgemening tot iedereen onmogelijk.
-Er worden initiatieven genomen om vaardigheden in te
oefenen en voor het werken in werkvormen met kleinere
groepen; over het organiseren van meer mondelinge examens
bestaat binnen de faculteit geen eensgezindheid.
-De invulling van de praktijkoefeningen wordt als onvoldoende
ervaren, daarom wordt gevraagd dat de titularis -
sen er zelf aan participeren.
-Omdat de examens te weinig toetsen op inzicht poogt
men de invalshoek te zoeken in de werkcolleges: de
grondlijn is dat men inzicht in de basisbeginselen poogt
te geven met de bedoeling exemplarisch vaardigheden in
te oefenen waarmee transfer naar andere vakken mogelijk
is. Men werkt er naar toe om een deel van de examenvragen
te laten slaan op probleemoplossend werken wat
vanaf 2002 trouwens een verplichting wordt.
De rector meent dat de visitatie voor deze opleiding een
heilzaam gebeuren was. Hij dankt de f acultair coördinator
voor de inzet en vraagt de inspanningen verder te zetten.
Voorstelling en stand van zaken Anemoon-project
De algemene opzet van het project, de krachtlijnen van
de vernieuwing en de situering t.a.v. de gebruikers worden
toegelicht. De rector benadrukt dat de steun van de
decanen essentieel is voor het welslagen van de globale
operatie: men moet voldoende ruimte scheppen voor de
vorming van het ATP, ook in de faculteiten, om het
opzet te doen lukken.
22. 4.99 C A M P U S K R A N T 17

A D
V A L V A S
http://www.kuleuven.ac.be/doc/gedockal.htm
Onderzoekskalender
Overzicht indiendata
Vijfde Kaderprogramma
Milieu en Duurzame Ontwikkeling: Marie
Curie Ontwikkeling gastbeurzen en opleidingscentra
8/9/1999
Item
Trefwoord
Deadline
Japan Science & Techn. Corporation: STA
Fellowship Programme
Onderzoek in een Japans nationaal labo of
onderzoeksinstelling
30/4/1999
Kon. Acad. Wet., Letteren en Schone Kunsten
- Fondsprijzen
Diverse domeinen
30/4/1999
Comm. Educational Exchange - The Fulbright
Progr.
Fulbright grants-in-aid and private awards
30/4/1999
Vl. Gemeenschap - Bilaterale Wetenschappelijke
en Technologische Samenwerking
1999
Samenwerking met Polen, Hongarije, Roemenië,
Zuid-Afrika, Chili en China (alle disc i-
plines)
30/4/1999
The Japan Prize 2000
City planning: host defense and its medicinal
applications
30/4/1999
Istanbul University Awards
Sciences, health sciences and social sciences;
arts
30/4/1999
UNESCO - MCBN: short-term fellowships
Moleculaire biologie en celbiologie
30/4/1999 30/9/1999
OF - Fellowships (F)
Onderzoekers niet verbonden aan de
K.U.Leuven (niveau professor, postdoctoraat)
30/4/1999 30/9/1999
ESF - IMPACT: seed/exchange grants
Response of the earth s ystem to impact processes
1/5/1999 1/9/1999
SCK/CEN - Wetenschappelijk Medewerker
1999
Neutronica, materialen, safeguards, technologie,
afvalberging, stralingsbescherming
14/5/1999
Prijs Louis Paul Suetens
Beheer van bossen en landschappen in hun
ruimtelijke en maatschappelijke context
15/5/1999
ESF - Organisation of workshops for the
Asia Committee
Study of languages, cultures, societies and
economies of Asia
16/5/1999
European Information Society Technologies
Prize
Novel products with a high IT content and
evident market potential
18/5/1999
Wetenschappelijke uitwisselingen Vlaamse
Gemeenschap - Frankrijk
Tournesol, CNRS, I NSERM
21/5/1999
UFSIA - P.W. Segers Prijs 1999
Problemen van de arbeid of sociale voo rzieningen
in België, Europa of ontwikkelingslanden
30/5/1999
ESF - TBA: travel grants
Theoretical biology of adaptation
31/5/1999
King Faisal Prize for Science
Biologie
31/5/1999
Koninklijke Academie voor Geneeskunde
van België - Dr. Albert Dubois Prijs
Tropische pathologie
31/5/1999
Koninklijke Academie voor Geneeskunde
van België - Prijs Prof. Dr. M. Verstraete
Hemato-angiologie
31/5/1999
ESF - Awards for Exploratory Workshops in
the Humanities
Alle domeinen humane wetenschappen
31/5/1999
ESF - Awards for Exploratory Workshops in
the Social Sciences
Sociale wetenschappen
31/5/1999
Univ. de Liège - Prix de la Fondation Halkin-Williot
Geschiedenis
31/5/1999
ESF - European Latsis Prize 1999
Research and/or innovation in education
31/5/1999
Vlaamse Liga tegen Kanker: beurzen
Kanker
6/6/1999
FWO - Exxon Chemical European Science
and Engineering Award 1999
Onderzoek op het gebied van ‘Oxygenates
from carbon monoxide’
14/6/1999
Inst. Curie-Jeanne Loubaresse: Institut Curie
Prize 1999
Preventie, diagnose of behandeling van kanker
15/6/1999
Prijs Henny C. Dirven
Borstkankeronderzoek
16/6/1999
Smithkline Beecham Pharma - Sabin Prize
of Vaccine Research 1999
Vaccins of vaccinatie tegen infectieziekten
29/6/1999
OF - Geconcerteerde Onderzoeksacties
(GOA)
Voorafgaand gesprek
Voor 30/6/1999
Stimulering Vlaamse deelname aan EUonderzoeksprogramma’s
Cofinanciering EU-projecten; Projecten Verkennende
Internationale Samenwerking
30/6/1999
UNESCO - MIRCEN/BAC: short-term fel -
lowships
Biotechnologie
30/6/1999
NVSG: Studiebeurzen
Voorkomen en bestrijden van handicaps
30/6/1999
Rikkyo University: research fellowships
Wetenschappen en humane wetenschappen
30/6/1999
Prijs van de Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
1999
Realiseren of verbeteren van een ontwikkelingsactie
30/7/1999
FWO - Prijzen Belgian Aluminium Association
Studie en/of gebruik van aluminium
31/8/1999
Kon. Academie Geneeskunde van België -
Academische Wedstrijden
Prijsvragen 1999
Uiterste indiendata: voor een gedetailleerd
overzicht van alle indiendata per kernactiviteit
en per deelgebied verwijzen we naar
de roadmap die u vindt in het informatiepakket
op internet http://www.cordis.lu.
Kernactiviteit/deelgebied
Indiendata
Leefkwaliteit en beheer biologische
hulpbronnen
Kernactiviteit: Food, nutrition and health
1/6/1999 4/10/1999
Kernactiviteit: Control of infectious deseases
1/6/1999 1/10/1999
Kernactiviteit: The ‘cell factory’
1/6/1999 18/10/1999
Kernactiviteit: Environment and health
8/6/1999
Kernactiviteit: Sustainable agriculture
8/6/1999 11/10/1999
Kernactiviteit: The ageing population and
disabilities
31/8/1999
Kon. Academie Geneeskunde van België -
Prijs Dr. Karel Verleysen
Menselijke geneeskunde
31/8/1999
Prijs Belgische Afgevaardigden Internationale
Raad Jacht en Wildbehoud
Jacht en milieubeheer
1/9/1999
OF - Geconcerteerde Onderzoeksacties
(GOA)
Pre-aanvraag Definitief project
8/9/1999 30/9/1999
VDK Spaarbank - Prijs voor Duurzame Ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling
15/9/1999
Prijs Gezondheid en Onderneming 1999
Arbeidsrisico’s en middelen om ze kenbaar
te maken
29/9/1999
Samenwerking K.U.Leuven met buitenlandse
instellingen
Universiteiten van Pretoria, Stellenbosch en
die Oranje Vrystaat (Zuid-Afrika): diverse
domeinen
30/9/1999
Kon. Academie Geneeskunde van België -
Prijs Apotheker Frans Daels
Farmaceutische wet. of artsenijbereidkunde
30/9/1999
ESF - Immunogenetics of Allergy: short-term
study visits
Immunogenetics of allergy
Doorlopend tot 30/9/1999
MEDRC - Desalination Research
Desalination research
01/10/1999
OF - Interdisciplinaire Onderzoeksprog.
(IDO)
Intentie Definitief project
1/10/1999 15/12/1999
Samenwerking K.U.Leuven met buitenlandse
instellingen
University of Pennsylvania (Philadelphia,
USA): diverse domeinen
15/10/1999
Info: Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat
22, 3000 L euven, t (016)32 40 53.
15/6/1999
Generisch onderzoek (eerste ronde)
1/6/1999 11/10/1999
Begeleidende maatregelen (o.a. ‘euroconferences’,
workshops,...)
15/4/1999 11/10/1999
Stimulering deelname KMO’s
14/4/1999 15/9/1999
Steun voor onderzoeksinfrastructuur
1/6/1999 11/10/1999
Fellowships/beurzen (ook voor niet EU-kandidaten)
2/6/1999 3/11/1999
Beurzen voor opleiding in bedrijven
11/10/1999
IST - Gebruiksvriendelijke informatiemaatschappij
Kernactiviteit: deelprogramma 1.a (OTOprojecten)
16/6/1999
Kernactiviteit: deelprogramma 1.b (introductieactiviteiten):
bepaalde onderdelen
kernactiviteit IV (essentiÎle technologie en
infrastructuur)
16/6/1999
Ondersteunende maatregelen
15/9/1999
Beurzen voor jonge onderzoekers uit ontwikkelingslanden
toe te voegen aan de
aanvragen voor OTO-projecten
cfr. OTO-projecten
Concurrerende en duurzame groei
Kernactiviteiten
15/6/1999
Generieke activiteiten
15/6/1999
Begeleidende maatregelen
15/6/1999 15/11/1999
Gebruiksvriendelijke informatiemaatschappij
en Intelligent Manufacturing Systems
15/6/1999 5/12/1999
KMO-gerichte maatregelen
15/9/1999
Marie Curie beurzen
2/6/1999 19/11/1999
Kennisgevingen van belangstelling voor de
behoeften aan onderzoek en de behoeften
ter ondersteuning aan onderzoeksinfrastructuren
30/4/1999
Energie, milieu en duurzame ontwikkeling
Milieu en Duurzame Ontwikkeling: Kernactiviteiten
15/6/1999
Milieu en Duurzame Ontwikkeling: Generieke
activiteiten
15/6/1999
Milieu en Duurzame Ontwikkeling: Begeleidende
maatregelen
15/6/1999
Milieu en Duurzame Ontwikkeling: MKB
maatregelen
15/9/1999
Milieu en Duurzame Ontwikkeling: Opleidingsbeurzen
(behalve Marie Curie Ontwikkeling
gastbeurzen en opleidingscentra)
2/6/1999
Energie: Kernactiviteiten 5 en 6
15/6/1999 4/10/1999
Energie: Generieke activiteiten
15/6/1999
Energie: KMO maatregelen
15/9/1999
Opleidingsbeurzen (behalve Marie Curie
beurzen voor opleiding in bedrijven en
opleidingscentra)
2/6/1999
Opleidingsbeurzen: Marie Curie beurzen
voor opleiding in bedrijven en opleidingscentra
8/9/1999
Opleidingsbeurzen: Begeleidende maatregelen
15/6/1999
Kernenergie
Kernactiviteit: Kernsplijting: gebied 2.1 -
management ernstige ongevallen
17/6/1999
Kernactiviteit: Kernsplijting: gebieden 2.1 -
2.4
4/10/1999
Generieke activiteit: Stralingsbescherming
en gezondheid
17/6/1999
Generieke activiteit: Overbrenging van
radioactiviteit via het milieu
4/10/1999
Generieke activiteit: Industriële en medische
toepassingen en natuurlijke stralingsbronnen
4/10/1999
Generieke activiteit: Interne en externe
dosimetrie
4/10/1999
Steun voor onderzoekinfrastructuur: Kernactiviteit
2.1 en ‘stralingsbescherming en
gezondheid’
17/6/1999
Steun voor onderzoekinfrastructuur: Alle
andere gebieden
4/10/1999
Opleiding: Individuele beurzen (Marie
Curie)
17/6/1999
Opleiding: Specifieke opleidingscursussen
4/10/1999
Opleiding: Onderzoeksopleidingsnetwerken
4/10/1999
Opleiding: Samenwerking met derde landen
4/10/1999
Begeleidende maatregelen: Kernactiviteit
2.1 en ‘stralingsbescherming en gezondheid’
17/6/1999
Begeleidende maatregelen: Alle andere
gebieden
4/10/1999
Bevorderen van innovatie en stimulering
van deelname KMO’S
Innovation projects
24/6/1999
Accompanying measures: cluster support
measures, common promotional structure,
innovation policy interface
24/6/1999
18 C A M P U S K R A N T 22.4.99

A D
V A L V A S
Kenmerk: 99/18 - 13.12.00/10100
Functie: voltijds assistent, Departement Toegepaste
Economische Wetenschappen, vanhttp://www.kuleuven.ac.be/vacatures
Vacatures AAP
Vacante mandaten van assisterend en bijzonder
academisch personeel voor het academiejaar
1998-1999, 18de lijs t.
De rector van de K.U.L euven maakt bekend
dat de onderstaande mandaten vacant worden
gesteld.
Als u wil solliciteren voor één van deze functies,
dient u hiervoor C3-formulieren te
gebruiken. Die kan u aanvragen op de Dienst
Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000
Leuven, (016)32 40 88 of op het administr atief
secretariaat van de faculteit.
Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk,
moeten voor 6 mei 1999 teruggestuurd
worden naar de rector, per adres: Dienst Academisch
Personeel, Krakenstraat 3, 3000
Leuven.
Alleen kandidaten die zich tijdens hun universitaire
studies hebben onderscheiden,
komen in aanmerking.
Faculteit Economische en Toegepaste
Economische Wetenschappen
Kenmerk: 99/18 - 13.00.01/00131 - Cera-
Holding
Functie: halftijds wetenschappelijk medewerker
of bursaal, Centrum voor Economie en
Ethiek, voor een periode van twee jaar (te
starten tussen 1 mei en 1 augustus 1999)
Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste
economische wetenschappen,
handelsingenieur met filosofische
belangstelling; ofwel licentiaat filosofie of
andere sociale wetenschap met belangstelling
voor bedrijfsleven
Opdracht: literatuurstudie van het project
“Onderzoek naar de betekenis en de consequenties
van een aantal waardeconflicten bij
zelfstandige ondernemers”; enquête opstellen
en verwerken; organisatie colloquium
met voorbereiden publicatie; contacten met
opdrachtgevers en stuurgroep van het project.
A G E N D A
geloof
26/4 22u Taizégebed Jan Stasstraat 2.
28/4 18.15u Viering in de Sint-Jan-De-
Doperkerk, Groot Begijnhof,
gevolgd door een broodmaaltijd.
5/5 18.15u Viering in de Sint-Jan-De-
Doperkerk, Groot Begijnhof,
gevolgd door een broodmaaltijd.
10/5 22u Taizégebed Jan Stasstraat 2.
12/5 18.15u Viering in de Sint-Jan-De-
Doperkerk, Groot Begijnhof,
gevolgd door een broodmaaltijd
Elke maandag, dinsdag en donderdag
18.15u Psalmgebed, Begijnhofkerk.
Elke dinsdag, 19.45u Zenmeditatie,
Begijnhof 16.
Elke woensdag en zaterdag 18.15u en
zondag 11u Eucharistieviering,
Begijnhofkerk.
af heden voor twee jaar (hernieuwbaar)
Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste
economische wetenschappen,
handelsingenieur, GGS economische
wetenschappen/toegepaste economische
wetenschappen, MBA
Opdracht: assistentie verlenen bij onder -
wijs en onderzoek in de richting Bedrijfseconomie
en Strategie; hulp bij begeleiden
van eindverhandelingen in deze richting;
supervisie van examens; waarnemen van
ombudsfuncties.
Faculteit Wetenschappen
Kenmerk: 99/18 - 22.18.13/00132 - EUproject
Functie: voltijds wetenschappelijk medewerker
(post-doctoraal), Departement Biologie,
Afdeling Fysiologie en Biochemie van Planten
en Micro-Organismen
Diploma: doctor in de wetenschappen,
liefst met ervaring in de moleculaire biologie
of de biochemie
Opdracht: moleculair biologisch onderzoek
op het trehalosemetabolisme in de opportunistisch-pathogene
gist Candida albicans
(i.s.m. Janssens Pharmaceutica)
Fac. Toegepaste Wetenschappen
Kenmerk: 99/18 - 24.15.00/10572
Functie: voltijds assistent, Departement
Elektrotechniek - ESAT, vanaf 1 juni 1999
voor twee jaar (hernieuwbaar)
Diploma: burgerlijk ingenieur elektronica
Opdracht: voorbereiding doctoraat; didactische
taken; dienstverlening.
Kenmerk: 99/18 - 24.19.00/10606
Functie: voltijds assistent, Departement Burgerlijke
Bouwkunde, vanaf heden voor
twee jaar (hernieuwbaar)
Diploma: burgerlijk ingenieur bouwkunde
of burgerlijk ingenieur architect
Opdracht: begeleiding van oefeningen,
practica en seminaries inzake bouwmaterialen,
consumptiecomponenten, vernieuwbouw;
onderzoek inzake cement- en betontechnologie.
vorming
-30/5 tentoonstelling De Nobelprijzen
voor Wetenschappen: een Eeuwfeest
nieuwe tentoonstellingszaal
van het Koninklijk Belgisch
Instituut voor Natuurwetenschappen,
Museum voor
Natuurwetenschappen, Vautierstraat
29, 1000 Brussel, t
(02)627 42 11.
27/4 17-19u Seminarie Kunstbeleid en
management Geert Opsomer
(Theaterwetenschapper, Instituut
voor Culturele Studies,
K.U.Leuven) ‘Verzakelijking,
pretendenten en malcontenten’,
Justus Lipsiuszaal,
08.16, Blijde-Inkomststraat
21, t (016)32 48 44.
29/4 20.15u lezing: Socratic Autonomy
and Protagorean Enlightenment
Charles Grisworld (Boston
University), Kard. Mercierzaal,
Hoger Instituut voor
Publicaties
Humane wetenschappen
F. Abraham, Regional competition in the
European Union, March 1999, Centrum
voor Economische Studiën, Departement
Economie, K.U.Leuven.
H. Baert, N. Biddeloo en M. Vanhees, Kwaliteitsvolle
intake. Een praktijkmodel voor
aanmelding tot hulptoewijzing in het algemeen
welzijnswerk, ISBN 90-334-4254-X,
Leuven, Acco, 1998, 142 p.
Mensen met allerlei vragen en moeilijkheden
inzake hun sociale integratie kunnen
terecht bij de Centra Algemeen Welzijnswerk
(CAW). Een methodisch verantwoorde
intake en kwaliteitsvol begin van de
hulpverlening zijn onmisbaar. Gedurende
ruim drie jaar werd met elf nieuw gevormde
centra en met een stuurgroep van deskundigen
uit de praktijk gewerkt aan het
opstellen en het testen van een kwaliteitsvolle,
efficiënte intakemethode die in elk
CAW kan worden gebruikt.
Deze uitgave biedt een praktijkmodel aan,
met verslagformulieren en checklists. Deze
checklists zijn op gebruiksvriendelijke
manier ook op diskette gebracht. Dit boek
is een soepele en praktijkgerichte gids voor
maatschappelijk werkers, psychologen,
pedagogen, juristen, criminologen, sociaal
verpleegkundigen e.a.
D. Bigman, S. D ercon, D. Guill aume en M.
Lambotte, Community targeting for poverty
reduction in Burkina Faso, March 1999,
Centrum voor Economische Studiën,
Departement Economie, K.U.Leuven.
M. Delaere, Contemporain, avec insistance:
l’ensemble “Ictus”, Septentrion, Arts, lettres
et culture de F landre et des Pays-Bas,
28ste jg., nr. 1., 96 p.
G. De Meyer, K. Roe (eds.), Het zijn maar
liedjes. Handboek populaire muziekstudies,
ISBN 90-5350-639-X, L euven, Garant,
1999, reeks Cult uurstudies 3, 287 p., 690 fr.
In dit boek komen een aantal invalshoeken
voor de studie van populaire muziek aan
Wijsbegeerte, Kard. Mercierplein
2, t (016)32 63 28.
4/5 17-19u Seminarie Kunstbeleid en -
management Hugo Vanden
Driessche (Algemeen directeur
Kaaitheater) en Peter Van
Kraaij (Theater- en filmmaker)
‘CAO van de kunstenaar’,
MSI 00.14, t (016)32 48
44.
4/5 20u, Leuvense lessen op de drempel
van een nieuwe eeuw Drie werelden
op één aardbol: de politieke
ontwikkelingen in de
20ste eeuw, professor Emiel
Lamberts, Saaihalle, Vlamingenstraat
33, 8000 Brugge,
Postuniversitair Centrum West-
Vlaanderen, t (050)33 94
16.
bod, zoals populaire muziek in relatie tot
sociale klasse, schoolprestaties, zelfwaardering
of andere sociale of psychologische
variabelen, populaire muziek als culturee l
product in relatie tot de industrie die ze op
de markt brengt of tot nieuwe technieken
als Internet, populaire muziek in relatie tot
het onderwijssysteem, grensoverschrijdingen
tussen klassieke muziek en populaire
muziek of binnen de popmuziek zelf...
S. Dercon en B. Van Campenhout, Dynamic
price adjustment in spatially separated
food markets with transaction costs, March
1999, Centrum voor Economische Studiën,
Departement Economie, K.U.Leuven.
E. Dirix, Beslagrecht. Kort begrip van het
beslag- en e xecutierecht, ISBN 90-334-
421 4-0, Leuven, Acco, 1999, 1 16 p.
Wanneer een schuldenaar niet vrijwillig
zijn verbintenissen nakomt, dan kan hij
daartoe door zijn schuldeiser worden
gedwongen. In een rechtsstaat mag een
schuldeiser echter niet op eigen gezag zijn
aanspraken realiseren. Hij mag uitsluitend
zijn toevlucht nemen tot de machtsmiddelen
die door de overheid ter beschikking
worden gesteld. In dit boek wordt een
overzicht gegeven van het geheel van
rechtsregels die betrekking hebben op het
realiseren van privaatrechtelijke aanspraken.
In beginsel heeft een schuldeiser recht op
de rechtstreekse uitvoering. Deze uitvoering
kan ook onrechtstreeks worden afgedwongen
door middel van het opleggen
van een dwangsom. Is zo’n reële executie
niet mogelijk, dan zal de s chuldeiser zijn
toevlucht moeten nemen tot de uitwinning
van het vermogen van de schuldenaar. Dit
gebeurt door het leggen van besl ag.
Deze verschillende vormen van tenuitvoerlegging
worden nader onderzocht.
Tevens wordt op overzichtelijke wijze een
beeld geschetst van de diverse soorten
bewarende en uit voerende beslagen.
D. Guillaume en D. Stasavage, Improving
policy credibility: Is there a case for African
monetary unions?, March 1999, C entrum
voor Economische Studiën, Departement
Economie, K.U.L euven.
J. Haers en T. Merrigan (red.), Christus in
veelvoud. Pluraliteit en de vraag naar eenheid
in de hedendaagse christologie, ISBN
90-334-4289-2, L euven, Acco, 1999, 256 p.
Naar aanleiding van een internationaal
wetenschappelijk congres over de vele
interpretaties die thans gangbaar zijn o ver
Jezus Christus, organiseerde de faculteit
Godgeleerdheid van de K.U.Leuven een
Vlaamse Dag over dit onderwerp. Dit boek
is de neerslag van de voordrachten en
werkateliers die daarbij plaatsvonden. De
lezer zal er denkpistes vinden over klassieke
begrippen als menswording of verlossing,
kan er terecht voor informatie over
gnostische Christusbeelden of spirituele en
mystieke ervaringen, en komt er in contact
met hedendaagse denkstromingen als postmoderne
theologie of vrouwenstudies
theologie.
I. Hajnal en B. Maddens, A SAS macro for
testing models of issuevoting, Leuven,
K.U.Leuven, Departement Sociologie,
ISPO, ISPO Bulletin 1999/32, 1999, 25 p.,
100 fr.
Onderzoek toont aan dat de kiezers minder
dan vroeger uit gewoonte stemmen, maar
hun keuze steeds meer op actuele beleidskwesties
afstemmen. Voor de manier waarop
ze die kwesties in rekening brengen in
het stemhokje bestaan uiteenlopende
modellen. De SAS-macro die in deze paper
wordt voorgesteld laat toe om een aantal
daarvan op een gemakkelijke manier tegen
elkaar af te wegen.
Kultuurleven, Tijdschrift voor cultuur en
samenleving, Over geloof en ongeloof.
Vlaamse kunst van daag. Bestraffing, vergeving,
verzoening. Wonderen?. Een Vlaamse
Matteüspassie, maart 1999, 108 p .
M. Michielsen, La gestion des conflits après
la guerre froide, ISBN 90-75376-22-7, Leuven,
Centrum voor VredesOnderzoek &
Strategische Studies, vol. 57, jg. 16, nr. 3-4,
3de en 4de kwartaal 1998.
Het einde van de Koude Oorlog heeft een
nieuw tijdperk ingeluid, waarin andere
types van conflicten ontstaan. Dit vergt
meteen ook een volledig andere aanpak van
deze conflicten door de internationale
gemeenschap. De auteur gaat in dit Cahi er
na in hoeverre de internationale gemeenschap
succesvol geweest is in het bedwingen
van conflicten overal ter wereld gedurende
het laatste decennium. Zijn sp eciale
aandacht richt zich hierbij precies op de
vraag of deze aanpak zich voldoende heeft
aangepast aan het gewijzigd internationaal
politiek klimaat, en aan de g eheel nieuwe
aard van de conflicten die uitgebroken zijn
na de Koude Oorlog.
A. Peeters, Ranking and temporary jobs in
an equilibrium matching model, March
1999, Centrum voor Economische Studiën,
Departement Economie, K.U.L euven.
Als bedrijven en werknemers niet zeker
zijn over het eigenlijke productiviteitsniveau
van de werknemer op het ogenblik
van aanwerving, en wanneer lange werkloosheidsperioden
de waarschijnlijkheid
van een lage productiviteit van de werknemer
doen toenemen, zullen bedrijven weigerachtig
zijn om langdurige werklozen
aan te werven. Maar deze situatie kan veranderen
als bedrijv en de werknemer eerst
een tijdelijk contract mogen geven. Een
noodzakelijke en voldoende voorwaarde
zal afgeleid worden om te bepalen wat de
voorkeur is van een bedrijf voor ee n
bepaald contract.
B. Raymaekers en A. van de P utte, De Mens
en zijn wereld morgen. Lessen voor de eenentwintigste
eeuw,, Leuven, Universitaire
Pers Leuven, ISBN 90-6186-934-X ,
Davidsfonds, ISBN 90-5826-003-8, v ol. 5,
304 p., 980 f r.
Deze nieuwe editie van Lessen voor de
eenentwintigste eeuw denkt na over de
grote uitdagingen waar mens en samenleving
nu voor staan. Van brutale klimaatsveranderingen
en alternatieve geneesmiddelen
tot verzoening-na-Auschwitz en vragen
bij de multiculturele samenleving. Van
de toekomst van de stad tot de orgaantransplantatie
van dieren naar mensen. Van
water als dure grondstof tot ‘de craquelures
van Lady P ictura. Over onbegrepen vrouwen
en onderschatte modellen’ ... De professoren
H. van der Wee, N. Vandenberghe,
W. d’Haeseleer, M. Waer, G. L aekeman,
D. Pollefeyt, E. Roo ssens, R. Laermans,
A. Loeckx, C. Kesteloot, K. van d er
Stighelen, J. B erlamont en E. Lambe rts
staan in het brandpunt van wat leeft in de
wereld van de wetenschap. Zij brengen nu
de resultaten van hun onderzoek naar het
brede publiek. Ze sporen nieuwe tendensen
op en blikken vooruit naar het derde
millennium. Lessen voor de eenentwintigste
eeuw brengt een overzicht van de
recentste ontwikkelingen en de nieuwste
visies in belangrijke takken van de wetenschap.
22. 4.99 C A M P U S K R A N T 19

S T U D E N T E N
De Denktank
In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen (van
technische, socio-economische, politieke, ethische en
filosofische aard) voor aan een denktank van Bijzonder
Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel
niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar
De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, Leuven.
Onlangs stuurde trouwe lezer Arnold Chuffart ons de volgende
vraag: “Hoe staat De Denktank tegenover het plan
om studenten bij de verkiezingen te laten stemmen in de
stad waar ze les volgen?”
Wij komen zo meteen tot ons antwoord op deze interessante
vraag, maar vooraf zouden wij toch nog even kort
op iets anders willen ingaan: procrastinatie.
We zullen eerlijk zijn: tot voor enkele weken kenden ook
wij, academici, die ingewikkelde term niet. Gelukkig
werd ons in een vorige editie van Campuskrant haarfijn
uitgelegd wat er precies mee bedoeld wordt: procrastinatie
komt neer op het pathologisch uitstellen van iets. En
in kringen van universitairen blijkt dat iets doorgaans
studeren te zijn.
Uit het boeiende artikel konden we ook leren dat onze
Alma Mater over een centrum beschikt dat de procrastinatie-probleemgevallen
vakkundig behandelt, al krijg t
dat maar weinig mensen over de vloer: “Pathologische
uitstellers stellen nu eenmaal àlles uit, ook het zoeken
van hulp,” zo legde de behandelende psycholoog ons de
onweerlegbare uitstel-logica uit. Als een o ngelukkige
patiënt ooit van zijn procrastinatie wil afgeraken, vindt
hij dus maar beter een bereidwillige derde die hem tot bij
de psycholoog wil slepen, daar komt de kern van het
ingewikkelde probleem zo ongeveer op neer.
Wij van De Denktank prezen ons na het lezen van dit
artikel dan ook gelukkig dat we van de symptomen
geheel verstoken blijven. Bij ons betekent uitstel immers
afstel: telkens als wij een brief met één of andere boeiende
vraag binnenkrijgen, tijgen wij met zijn allen stante
pede aan het werk en beginnen wij na te d enken. Meteen
nadat wij een wetenschappelijk verantwoorde oplossing
voor de ons voorgelegde problematiek uitgedokterd hebben,
tikt onze secretaris alles in een ijltempo uit, waarna
hij met zijn tekst naar de redactielokalen van Campuskrant
snelt. Gewoonlijk ligt onze bijdrage daar dan ook
al twee weken voor de deadline drukklaar, terwijl wij op
dat moment alweer over de oplossing van het volgende
probleem aan het tobben zijn. Zelf hebben de leden van
De Denktank dan ook a bsoluut geen praktische ervaring
met procrastinatie. Nu hoeft dat voor wetenschappers
geen probleem te zijn: men hoeft immers zelf geen politicus
te zijn om zich in de politologie te bekwamen, laat
staan een kalf om veearts te kunnen worden.
Maar toch leek deze specifieke afwijking ons boeiend
genoeg om eens een uitzondering te maken. En dus stelden
wij de afgelopen weken, bij wijze van p raktisch pro-
crastinatie-experiment, al onze taken systematisch uit.
Wij hielden ons met vanalles en nog wat onledig, zolang
het maar niet met een vraag voor De Denktank te maken
had: de Ronde van Vlaanderen van start tot finish volgen,
Het Laatste Nieuws lezen, Hugo Claus een verjaardagskaartje
schrijven, Tetris en Space Invaders spelen,
meedoen aan de televoting voor Miss België, drankgelegenheden
op de Oude Markt bezoeken, enfin, allerlei
dingen waar Denktank-leden zich anders nooit mee
bezighouden, tenzij dan uit puur wetenschappelijk oogpunt.
En wat bleek uit dit experiment? Procrastineren valt te
leren.
Het valt zelfs zeer goed te l eren, wij genoten met volle
teugen van het rondlummelen en maakten met plezier
onze tijd zoek door een album van De Rode Ridder te
lezen, of Voor en Na, in de Flair. Op enkele weken tijd
bekwaamden wij ons zelfs zo goed in het procrastineren
dat u deze bijdrage eigenlijk al in de vorige editie van de
Campuskrant had moeten lezen én dat we het antwoord
op de vraag van deze week naar een volgende editie uitgesteld
hebben.
Overigens hebben wij sinds dit geslaagde experiment het
sterke vermoeden dat zich onder onze lezers ook enkele
studenten met procrastinatieproblemen bevinden. Inderdaad,
het lezen van De D enktank aangrijp en om het studeren
toch maar te kunnen uitstellen, het zou ons tegenwoordig
niks meer verbazen.
Wat natuurlijk niet betekent dat we het ook zomaar kunnen
tolereren.
Daarom: vort! Meteen aan het werk, gij onverbeterlijke
procrastinatoren!
Namens De Denktank, Prof. T. De Staercke (voorzitter vakgroep
Gedragspsychologie) en G. Op de Beeck (secretarisklerk).
Sint-Truiden Chemie
Raf Weverbergh
Steven Nijs ziet er heel beminnelijk uit, maar als ik hem o p
het einde van het gesprek vraag wat hij doet als hij de keuze
heeft tussen een aanvaller doorlaten en hem mogelijk
laten scoren, of hem geheel non-conform de regels van de
FIFA ‘neer te halen’, moet hij geen s econde nadenken. Hij
knippert zelfs niet met z’n ogen als hij met een glimlachje
zegt: “Nee rhalen.”
En als het dan iemand is die hij nog kent van vroeger?
“Tijdens een match speel je altijd om te winnen. Of je
nog met die gast samen gespeeld hebt of niet, dat vergeet
je gewoon. Daar ben je ook niet mee bezig, omdat je te
geconcentreerd bent. Maar kom, ik ga ook nooit iemand
op zo’n vuile manier neermaaien dat je op voorhand
weet dat hij er iets aan overhoudt.” Kan je d at dan vooraf
inschatten? “Hmm. Niet écht natuurlijk.”
Chemie
Steven Nijs is een chemicus, die eigenlijk profvoetballer
is -libero, vandaar dat hij af en toe iemand moet neerhalen-
bij Sint-Truiden. Voor mensen die niets van voetbal
weten: Sint-Truiden (soms met prefix ‘STVV’, soms
gewoon afgekort als dat prefix) speelt in de eerste klasse
van de nationale competitie, en bezet daar de zevende
plaats op de ranglijst. Dat is erg goed, volgens
Steven:”Twee jaar geleden ging het allemaal wat moeilijk,
en moesten we nog tot op het einde knokken voor
behoud. Vorig jaar hadden we dan een goed seizoen, dat
we erg vroeg gered hadden, en nu dit jaar op de zevende
plaats, dat is toch een succes.” Ik knik. Over voetbal praten
is niet makkelijk als je alleen Anderlecht en Club
Brugge kent. Over zijn studies dan maar. Twee jaar geleden
studeerde hij af als chemicus, terwijl hij toch al sinds
zijn eenentwintigste in de kernploeg staat. Of hij nooit
problemen had om die te combineren met een profvoetballerscarrière.
“Niet echt, nee. De eerste t wee jaar studeerde
ik in Diepenbeek, omdat dat dicht bij huis was. In
de licenties ging het wat moeilijker, omdat ik toen hier in
Leuven zat. Maar ik heb wel goede regelingen kunnen
treffen, zowel met de ploeg als met de universiteit. Ik
moest maar één training per dag volgen, in plaats van
twee. En hier aan de K.U.Leuven had ik d at befaamde
‘topsportersstatuut’. Ik had een brief van professor Boutmans
van het Sportinstituut en als ik d ie toonde aan een
prof, mocht die niet lastig doen als ik eens een uur of
twee vroeger uit het practicum wilde weggaan. Niet dat
ik die brief ooit heb moeten gebruiken trouwens, de
proffen waren nogal meegaand. En mijn examens kon ik
in principe spreiden over de twee zittijden, maar in de
praktijk was dat ook overbodig. In mei is het voetbalseizoen
afgelopen, en aangezien de practica dan ook afgelopen
waren, had ik opeens een zéé van tijd, alleen maar
om te studeren. Op het einde van mijn studies kreeg ik
dan opeens een profcontract, en dat was eigenlijk net op
tijd. Anders was ik g aan doctoreren, en dan zou het veel
lastiger geworden zijn om op dat niveau te blijven spelen.
Ik zou wel blijven voetballen zijn, maar de combinatie
van eerste klasse-voetbal en een doctoraat lijkt me
nauwelijks haalbaar.”
Auto’s en vrouwen
Zijn collega’s zijn natuurlijk in vele gevallen mensen die
niét gestudeerd hebben. Is het contact daardoor moeilijker?
“Dat kan ik niet zeggen. Toen ik nog studeerde, was
het soms wel raar om van het labo op de training aan te
komen. Van de organische scheikunde naar een omgeving
waar alleen over vrouwen en auto’s wordt gepraat.
Bij wijze van spreken dan, hé. Van een moeilijker contact
kan je toch niet echt spreken. Ik ben gewoon één van
hen, denk ik.”
Aan wat hij na zijn voetbalcarrière nog gaat doen,
daar wil hij liever nog niet aan denken. “Ik ben toch van
plan om nog zo’n tien tot twaalf jaar prof te blijven -tot
m’n vijfendertigste. Als ik gespaard blijf van blessures
tenminste, daar moet je wat geluk mee hebben. En daarna,
tja -het is nog wat vroeg om het daar al over te hebben.
Trainer worden? Dat weet ik niet. Ik denk niet dat ik
daar zo geschikt voor ben. Toch nog gaan doctoreren?
Misschien, maar de aanpassing zou moeilijk zijn. Uiteindelijk
heb ik nu een job waar veel mensen van dromen.”
Nummer zes
De avond van ons gesprek heeft hij een wedstrijd tegen
Genk - Strupar, Gouden Schoen - voor de Ligabeker, en
zaterdag moet hij alweer het veld op tegen Standard -de
M’Penza’s, deadly duo. Bang? “Nooit. Je mag niet bangzijn
van een aanvaller, al is hij nog zo goed.” Ik zeg hem
dat ik naar hem zal uitkijken bij de wedstrijdverslagen.
“Ik heb rugnummer zes,” zegt hij. “ Maar ik zou liever
niet in beeld zijn, want als een verdediger in beeld is, is
het meestal omdat hij een fout heeft gemaakt. En als i k
hem laat lopen, scoort hij acht kansen op tien.” Waarna
hij dus met de glimlach verklaart dat hij hem in uiterste
nood wel neermaait.
20 C A M P U S K R A N T 22.4.99