04.05.2014 Views

Agendapunt: 17 Nota verbonden partijen - Gemeente Arnhem

Agendapunt: 17 Nota verbonden partijen - Gemeente Arnhem

Agendapunt: 17 Nota verbonden partijen - Gemeente Arnhem

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Agendapunt</strong>: <strong>17</strong><br />

<strong>Nota</strong> <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong><br />

Voor de gemeenteraadsvergadering d.d.: 31 januari 2005<br />

Registratienummer:<br />

CS/CTR/2004/59<br />

Portefeuillehouder:<br />

R. Gast<br />

Raadscommissie advies: Financiën en publieke dienstverlening<br />

Aan de gemeenteraad, <strong>Arnhem</strong>, 10 januari 2005<br />

De commissie adviseert de gemeenteraad unaniem voor het voorstel te besluiten.<br />

De commissiegriffier,<br />

De voorzitter,<br />

Yvonne Hazelaar<br />

Nico Wiggers


Raadsvoorstel<br />

Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 13 december 2004<br />

Registratienummer :<br />

CS/CTR/04/59<br />

Advies van de raadscommissie:<br />

Raadscommissie Financiën en Publieke Dienstverlening<br />

Onderwerp:<br />

Beleidskader Verbonden Partijen<br />

Aan de gemeenteraad. <strong>Arnhem</strong>, 9 november 2004<br />

1. KORTE INHOUD VAN HET VOORSTEL<br />

Verbonden <strong>partijen</strong> zijn <strong>partijen</strong> waarmee de gemeente zowel financieel als bestuurlijk een relatie heeft.<br />

Voorgesteld wordt om t.a.v. privaatrechtelijke samenwerkingen erg terughoudend te zijn. Bij stichtingen en<br />

verenigingen, moet de gemeente geen bestuurlijke relatie willen hebben en uitsluitend door middel van<br />

subsidievoorwaarden invloed uitoefenen. Bij vennootschappen moet de regiefunctie van de gemeente vooral<br />

vorm krijgen d.m.v.de aandeelhoudersrol. <strong>Gemeente</strong>lijke bestuurders kunnen alleen bij uitzondering<br />

commissaris bij een vennootschap zijn, namelijk alleen voor de periode dat dit noodzakelijk is om de<br />

regiefunctie van de gemeente inhoud te geven. Ambtenaren moeten überhaupt geen commissaris of<br />

bestuurslid namens de gemeente zijn. Aansturing, beheer en verantwoording moeten worden vastgelegd in<br />

een zogenoemd toezichtarrangement. De basis hiervoor is een risico-analyse. Voorgesteld wordt het<br />

instrument van het toezichtarrangement samen met een delegatie uit de raad en de expertise van de<br />

rekenkamer te ontwikkelen. In de eerste helft van 2005 moeten de meest risicovolle, bestaande deelnemingen<br />

worden voorzien van een toezichtarrangement.<br />

2. INLEIDING EN ACHTERGRONDEN<br />

Verbonden <strong>partijen</strong> staan volop in de belangstelling. De risico's, verstrengeling van belangen en de wet<br />

Dualisering zijn aanleiding voor een beleidskader.<br />

3. BEOOGD EFFECT<br />

Een kader waaraan zowel de nieuwe als de bestaande <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> kunnen worden getoetst.<br />

4. ARGUMENTEN (ONDERBOUWING)<br />

Voor het aangaan van samenwerkingen, alsmede toetsing van bestaande samenwerkingen is een<br />

beleidskader gewenst.<br />

5. DRAAGVLAK<br />

Bij raad bestaat grote behoefte aan een beleidskader voor de <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong>. Ook ambtelijk wordt hierop<br />

aangedrongen.<br />

6. COMMUNICATIE<br />

Zowel intern als extern via geëigende kanalen. Geen bijzondere communicatie vereist.<br />

7. AANPAK/REALISATIE<br />

Na vaststelling kader eind 2004, de eerste helft van 2005 de meest risicovolle <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> toetsen en de<br />

tweede helft van 2005 de rest.


8. KOSTEN, BATEN EN DEKKING<br />

Capaciteit die benodigd is om de risico-analyses te maken en de toezichtarrangementen samen te stellen.<br />

Kosten zijn deels, incidenteel gedekt.<br />

9. RISICOPARAGRAAF (financieel, juridisch en milieu)<br />

N.v.t.<br />

10. VERVOLGPROCEDURE/VOORTGANG<br />

Zie onder 7.<br />

11. VOORSTEL/AANBEVELINGEN<br />

Het kader voor het college van burgemeester en wethouders vast te stellen conform de nota “Kader<br />

Verbonden Partijen”.<br />

De Raadscommissie Financiën en Publieke Dienstverlening zal over dit voorstel advies uitbrengen.<br />

Het advies van deze commissie wordt u separaat voorgelegd.<br />

Wij geven U in overweging bijgaand ontwerp-besluit vast te stellen.<br />

Hoogachtend<br />

het college van burgemeester en wethouders van <strong>Arnhem</strong>,<br />

de secretaris,<br />

de burgemeester,<br />

i.a.a. Div


Besluit van: 13 december 2004<br />

Registratienummer<br />

CS/CTR/2004/59<br />

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM<br />

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2004, concernstaf nummer<br />

CS/CTR/2004/59 ;<br />

besluit:<br />

Het kader voor het college van burgemeester en wethouders vast te stellen conform de nota “Kader<br />

Verbonden Partijen”.<br />

De griffier,<br />

De voorzitter,


KADER VERBONDEN PARTIJEN<br />

Een kader voor het college van burgemeester en wethouders<br />

voor de aansturing, het beheer en het toezicht van/op de<br />

<strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong><br />

21-1-2005 M.Witjes 1


INHOUD<br />

1. INLEIDING.................................................................................................................................. 3<br />

1.1. Leeswijzer .............................................................................................................................. 3<br />

1.2. Aanleiding............................................................................................................................... 3<br />

1.3. Onderscheid en afbakening ................................................................................................... 4<br />

2. KADERSTELLING ..................................................................................................................... 5<br />

2.1. Inleiding .................................................................................................................................. 5<br />

2.2. Besturingsfilosofie .................................................................................................................. 5<br />

2.3. Attitude: wel of niet deelnemen.............................................................................................. 5<br />

2.4. Publiekrechtelijke samenwerking........................................................................................... 5<br />

2.5. Privaatrechtelijke samenwerking............................................................................................ 5<br />

2.6. Richtlijnen............................................................................................................................... 7<br />

2.7. Instrumentarium ..................................................................................................................... 8<br />

2.8. Moraal van het verhaal........................................................................................................... 9<br />

3. TOETSING BESTAANDE VERBONDEN PARTIJEN............................................................. 10<br />

1.1. Prioritering ............................................................................................................................ 10<br />

BIJLAGE 1 Aandachtspunten toezichtsarrangement........................................................................... 11<br />

21-1-2005 M.Witjes 2


1. INLEIDING<br />

1.1. Leeswijzer<br />

Deze notitie geeft het kader van de gemeenteraad voor het college van burgemeester en wethouders<br />

betreffende samenwerkingen die worden aangeduid als <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong>.<br />

In deze notitie zal in hoofdstuk 1 de aanleiding en de afbakening van de notitie worden beschreven.<br />

In hoofdstuk 2 is de kaderstelling opgenomen, onderverdeeld in een paragraaf over de<br />

besturingsfilosofie, de attitudes voor samenwerking met onderscheid in publiek- en privaatrechtelijke<br />

samenwerkingen, een opsomming van een aantal richtlijnen en tot slot van dit hoofdstuk het te<br />

hanteren instrumentarium.<br />

In hoofdstuk 3 wordt voorgesteld de bestaande <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> in een bepaalde prioriteitsvolgorde<br />

te voorzien van een risicoanalyse en een toezichtarrangement.<br />

1.2. Aanleiding<br />

De gemeente <strong>Arnhem</strong> heeft in veel organisaties bestuurlijke bevoegdheden. Deze bestuurlijke<br />

zeggenschap brengt verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid met zich mee. Door te participeren in<br />

een onderneming, stichting of openbaar lichaam – hoe licht of zwaar dan ook – verbindt de gemeente<br />

zich aan de andere organisatie. Naast de mogelijkheden die deze zogenoemde bestuurlijke<br />

participaties bieden, zijn hieraan risico’s <strong>verbonden</strong>, zoals beleidsmatige (verlies van eigen<br />

beleidsruimte; doelen worden niet gerealiseerd), financiële (opdraaien voor tekorten), of onduidelijke<br />

afbakening van verantwoordelijkheden (functievermenging). Een transparante, efficiënte en effectieve<br />

aansturing, beheer en toezicht van bestuurlijke relaties is daarom noodzakelijk.<br />

De <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> staan momenteel in de belangstelling. Hoe is in de praktijk de aansturing, het<br />

beheer en toezicht vorm gegeven? Voor deze aandacht bestaat een aantal concrete aanleidingen:<br />

In januari 2004 is een van de <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> van de gemeente <strong>Arnhem</strong>, de Regionale<br />

Stichting Werk en Scholing (SWS) failliet gegaan. De Rekenkamer <strong>Arnhem</strong> heeft in opdracht<br />

van de gemeenteraad vervolgens een onderzoek gedaan naar de oorzaken en de rol van de<br />

gemeente <strong>Arnhem</strong>. Dit onderzoek heeft geresulteerd in de volgende aanbevelingen:<br />

o Het is van belang dat bij “externe”organisaties waarbij de uitvoering van publieke taken in<br />

het geding is en waarin de gemeente bestuurlijk en financieel participeert, de rollen<br />

rondom sturing, beheersing en toezicht houden helder zijn vastgelegd (statuten,<br />

directiestatuut) en regelmatig worden herijkt. Ook kan worden gedacht aan het<br />

ontwikkelen van een zogenaamd toezichtarrangement waarin de gemeente als<br />

belanghebbende in het kader van de jaarcontrole door de externe accountant bij de<br />

“externe” organisatie inzicht krijgt in de toekomstige financiële situatie van de “externe”<br />

organisatie. Dit uit oogpunt van het zekerstellen van de publieke prestaties.<br />

o Indien “externe” organisaties door de gemeente opgedragen én gefinancierde publieke<br />

activiteiten uitvoeren dient expliciet te worden overwogen in hoeverre wethouders zitting<br />

nemen in het bestuur van deze organisatie (geen qualitate qua benoemingen). Maak met<br />

andere woorden een afwegingskader voor de organisatie van overheidssturing.<br />

o Indien sprake is van een combinatie van publieke en private werkzaamheden in een<br />

‘externe” organisatie(hybride organisatie), dient maximale transparantie in acht te worden<br />

genomen bij de scheiding vaanpublieke en private werkzaamheden. Dit vereist een goed<br />

ontwikkeld systeem van kostentoerekening en prestatiemeting.<br />

o Indien de “externe” organisatie onder meer een uitvoerder is van publieke taken c.q.<br />

gefinancierd wordt met publiek geld, dient ter borging van een maatschappelijke<br />

verantwoorde besteding van gemeenschapsgeld, periodiek aan de toezichthouder (raad,<br />

via paragraaf <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong>) inzicht te worden geboden van de doeltreffendheid en<br />

doelmatigheid van de uitvoeringsorganisatie.<br />

o<br />

Investeer in het sturend vermogen van de gemeentelijke organisatie in geval van het<br />

gebruiken van marktwerking voor overheidsdoelen (opdrachtgeverschap, marktmeesters<br />

ofwel het bewaken van affectieve en eerlijke concurrentieverhoudingen, toezichtfunctie).<br />

Een onderzoek van de gezamenlijke rekenkamers van de gemeente Apeldoorn, <strong>Arnhem</strong>,<br />

Nijmegen waaruit onder meer blijkt dat de programmabegrotingen van de voornoemde gemeenten<br />

nog niet voldoen aan de doelstellingen van de raad om adequate en integrale informatie te bieden<br />

over de uitgangspunten van beheer. Een verdere uitbouw van de paragraaf <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong><br />

21-1-2005 M.Witjes 3


zou vooral moeten op de onderdelen beleidsvoornemens, vertegenwoordiging en<br />

informatievoorziening. Een aanbeveling die past bij de behoefte van de gemeenteraad aan<br />

kaderstelling op basis van de Meerjaren Programma Begroting.<br />

Het Besluit Begroting en Verantwoording stelt eisen aan de wijze waarop <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong><br />

moeten worden gemonitord.<br />

En tot slot kan ook in de Wet Dualisering <strong>Gemeente</strong> een aanleiding worden gevonden om naar de<br />

bestuurlijke vertegenwoordigingen in de bestaande <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> te kijken. Landelijk heeft<br />

het kabinet de maatregel genomen om bij vennootschappen waarin zijzelf deelneemt geen<br />

zogenoemde overheidscommissarissen meer te benoemen. Dit is echter geen dwingend recht en<br />

de gemeente heeft dan ook de vrijheid om zijn eigen afweging te maken.<br />

Kortom meer dan voldoende aanleiding om een en ander eens nader te belichten.<br />

1.3. Onderscheid en afbakening<br />

Alvorens op deze vraag in te gaan is het goed onderscheid te maken en te verduidelijken wat de<br />

reikwijdte is van deze notitie.<br />

Vastgesteld kan worden dat de vormen waarin de overheid haar belangen samen met andere <strong>partijen</strong><br />

wil behartigen divers zijn. We kennen de overheid zelf als uitvoerend orgaan en we kennen allerlei<br />

vormen van aan- en uitbestedingen en participaties. Dit laatste krijgt gestalte in publiekrechtelijke en<br />

privaatrechtelijke vorm. In sommige gevallen zelfs in een combinatie daarvan.<br />

In deze notitie gaat het om de zogenoemde <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong>. Hieronder wordt aan de hand van de<br />

memorie van toelichting op het Besluit BBV Besluit Begroting en Verantwoording uitgelegd wat<br />

hieronder moet worden verstaan.<br />

Verbonden <strong>partijen</strong> zijn gedefinieerd als die <strong>partijen</strong> waarin gemeenten zowel een bestuurlijk als<br />

financieel belang hebben. Aan beide voorwaarden moet tegelijkertijd worden voldaan.<br />

Heeft de gemeente alleen een financieel belang en geen bestuurlijke zeggenschap dan is er dus geen<br />

sprake van een <strong>verbonden</strong> partij. Evenmin indien de gemeente wel bestuurlijke zeggenschap, maar<br />

geen financiële relatie heeft.<br />

Een financieel belang houdt in dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is<br />

in geval van faillissement. Voorts heeft de gemeente een financieel belang indien financiële<br />

problemen bij de <strong>verbonden</strong> partij kunnen worden verhaald op de gemeente.<br />

Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente op enigerlei wijze zeggenschap heeft. De gemeente<br />

heeft een zetel in het bestuur en/of ze kan stemmen.<br />

Deze definities houden in dat participaties in NV’s, BV’s, VOFs, commanditaire vennootschappen en<br />

gemeenschappelijke regelingen <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> zijn. Ook stichtingen en verenigingen kunnen<br />

onder de <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> vallen, indien de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële<br />

risico’s loopt.<br />

Nadrukkelijk niet onder <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> vallen de gesubsidieerde instellingen. Weliswaar hebben<br />

die een financiële relatie met de gemeente <strong>Arnhem</strong>, maar hier ontbreekt de bestuurlijke participatie.<br />

De relatie heeft het karakter van opdrachtgever, opdrachtnemer.<br />

Buiten de reikwijdte van deze nota vallen ook de verenigingen van eigenaren. Ingeval van aankoop<br />

door de gemeente van appartementen van individuele eigenaren participeert de gemeente verplicht in<br />

de vereniging van eigenaren. Feitelijk is hier sprake van <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong>.<br />

21-1-2005 M.Witjes 4


2. KADERSTELLING<br />

2.1. Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt het kader van de gemeenteraad voor het college van burgemeester en<br />

wethouders gegeven. Allereerst wordt er vanuit de besturingsfilosofie een attitude beschreven,<br />

gesplitst naar publiekrechtelijke en privaatrechtelijke samenwerkingsvormen. Daarna komt er een<br />

aantal expliciete richtlijnen. Tot slot wordt het voorgestane instrumentarium beschreven.<br />

De attitude, de richtlijnen en het instrumentarium vormen samen het kader van de gemeenteraad voor<br />

het college van burgemeester en wethouders.<br />

Hieronder nu eerst aandacht voor de besturingsfilosofie.<br />

2.2. Besturingsfilosofie<br />

Het aangaan van samenwerking is een middel om beleidsdoeleinden te realiseren. Of en in hoeverre<br />

van dit middel gebruik gemaakt wordt is een keuze die samenhangt met een besturingsfilosofie en<br />

politieke keuzes.<br />

In toenemende mate heeft er in de gemeente <strong>Arnhem</strong> de afgelopen jaren een verschuiving<br />

plaatsgevonden van een uitvoerende overheid naar een regisserende overheid. Dit is de basis van de<br />

besturingsfilosofie. Ook bij samenwerkingsverbanden is dit de te volgen benadering. De overheid dus<br />

vooral in de regie- en minder in de directierol.<br />

Zodra de overheid niet zelf de uitvoering ter hand neemt, moet de verdeling van zeggenschap, de<br />

verdeling van risico’s en de te hanteren verantwoordingsystemen aan de orde komen.<br />

Kijkend naar de huidige vormen van samenwerking valt op dat de gemeente in een aantal gevallen in<br />

besturen participeert. Zij heeft daarmee invloed op de bedrijfsvoering, maar draagt daar dan ook<br />

verantwoordelijkheid voor.<br />

2.3. Attitude: wel of niet deelnemen<br />

Deze notitie bevat geen eensluidend antwoord op de vraag of deelgenomen kan worden aan een<br />

samenwerking. De ervaring leert dat ieder geval een specifieke afweging vraagt. Centraal daarbij staat<br />

telkens het antwoord op de vraag: is dit de geëigende vorm om de doelstellingen van de gemeente te<br />

realiseren?<br />

Het voorgaande laat onverlet dat er wel een benaderingswijze kan worden bepaald ten aanzien van<br />

de verschillende samenwerkingsvormen. Een attitude die richting geeft bij de afweging wel of niet deel<br />

te nemen aan een samenwerking met een partij.<br />

Hiervoor werd al een onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke<br />

samenwerkingsvormen. Bij het beantwoorden van de vraag of aan een samenwerking moet worden<br />

deelgenomen speelt dit onderscheid een belangrijke rol.<br />

2.4. Publiekrechtelijke samenwerking<br />

Afhankelijk van de aard van samenwerking kan wel of geen rechtspersoon worden gecreëerd. Wordt<br />

er geen rechtspersoon gecreëerd dan bestaat de samenwerking vooral uit overleg. Wordt er wel een<br />

rechtspersoon in het leven geroepen, dan hebben we te maken met de zwaardere vorm van verlengd<br />

lokaal bestuur. In dat geval zullen bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden overgedragen en<br />

zullen hogere eisen moeten worden gesteld aan de democratische controle. De Wet<br />

Gemeenschappelijke Regelingen is hiervoor het geschikte kader. In algemene zin kan worden gesteld<br />

dat aan publiekrechtelijke samenwerkingsvormen kan worden deelgenomen. Het betreft dus een<br />

positieve grondhouding die kan worden geduid als “ja, mits” aan een aantal voorwaarden op het<br />

terrein van aansturing, beheer en verantwoording is voldaan.<br />

2.5. Privaatrechtelijke samenwerking<br />

De benadering voor privaatrechtelijke samenwerkingsvormen is omgekeerd. In algemene zin kan<br />

worden gesteld dat dit een vorm is waaraan niet moet worden deelgenomen, tenzij er bijzondere<br />

redenen zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. Belangrijkste reden om hier<br />

terughoudend in te zijn is de vermenging van functies die zowel in persoon als qua belang optreden.<br />

Er is immers veelal sprake van vermenging van publieke en particuliere belangen. Daarnaast zijn de<br />

21-1-2005 M.Witjes 5


mogelijkheden van borging van publieke belangen en democratische controle beperkter dan bij<br />

publiekrechtelijke samenwerking. Hier past dus een grote mate van terughoudendheid die is te duiden<br />

als een grondhouding van: “nee, tenzij” er bijzondere redenen zijn om van de regel af te wijken.<br />

In het verlengde van het laatste is het goed te onderkennen dat er nogal wat verschillende soorten<br />

privaatrechtelijke samenwerkingsvormen zijn. Het is goed daarbij even stil te staan. Ze hebben ieder<br />

zo hun eigen dynamiek. Reden om de hiervoor vermelde algemene grondhouding nog iets te<br />

verbijzonderen.<br />

Allereerst kennen we de zogenoemde Privaatrechtelijke Publiekrechtelijke Samenwerking (PPS) bij<br />

grote (infrastructurele) projecten. Hier wil de overheid samen met ondernemers (projectontwikkelaars)<br />

of bijvoorbeeld woningbouwcoöperaties een concreet project realiseren en wordt de samenwerking<br />

veelal door middel van het participeren in commanditaire, besloten of naamloze vennootschappen<br />

gerealiseerd. Op die manier wordt zowel de verdeling van zeggenschap als van risico’s vastgelegd.<br />

Publiekrechtelijke rechtsvormen bieden voor deze samenwerkingsverbanden geen soulaas. Als er<br />

zwaarwegende argumenten zijn om een dergelijk publiek-/privaatrechtelijke samenwerking aan te<br />

gaan, zal dit dus in een privaatrechtelijke vorm moeten worden gegoten.<br />

Vooraf zal kritisch nagegaan moeten worden of de gemeente haar doelen het beste kan realiseren<br />

met de beoogde samenwerking. Wordt daarop bevestigend geantwoord dan is het vooral van belang<br />

met alle daarvoor noodzakelijke expertises de samenwerking zo duidelijk mogelijk vorm te geven.<br />

Doeleinden, belangen, zeggenschap, inbreng, risico’s en verantwoording dienen door en voor alle<br />

<strong>partijen</strong> helder te zijn geformuleerd.<br />

Een andere categorie van privaatrechtelijke samenwerking betreft de participatie in stichtingen en<br />

verenigingen. Hierbij participeert de gemeente soms in besturen met daaronder functionerende<br />

directies en werkapparaten.<br />

In algemene zin geldt hiervoor: bij voorkeur niet doen. Het zijn vormen die de gemeente en<br />

bestuurders in problemen kan brengen. Ze zijn veelal ontstaan door te hinken op twee gedachten:<br />

enerzijds zoveel mogelijk zeggenschap willen hebben, anderzijds zo min mogelijk risico’s. Een<br />

combinatie die niet samen gaat.<br />

Voor deze vormen geldt dat veel beter naar alternatieven kan worden gekeken. Bijvoorbeeld: de<br />

centrumgemeente de uitvoering laten verzorgen door middel van dienstverleningovereenkomsten.<br />

Uiteraard dient bij de opstelling van deze dienstverleningsovereenkomsten stil te worden gestaan bij<br />

de risico’s van (voortijdige) beëindiging.<br />

Een ander alternatief is de gesubsidieerde instelling. De subsidie wordt onder voorwaarden verstrekt.<br />

In de voorwaarden worden prestaties, prestatiemetingen en gevolgen van behaalde prestaties<br />

opgenomen. Indien dit op een goede wijze gebeurt, is bestuurlijke participatie onnodig. Veel taken<br />

kunnen met behulp van deze prestatiesubsidies door andere organisaties worden uitgevoerd.<br />

Tot slot kennen we de deelnemingen in vennootschappen met min of meer een structureel karakter,<br />

althans er is geen duidelijk einde bepaald.<br />

Het gaat hierbij meestal om door de overheid genomen initiatieven die moeten gedijen in een<br />

marktomgeving. Zoals eigenlijk altijd, gaat het om initiatieven waar in eerste instantie de markt geen<br />

brood in ziet. Zou dat laatste wel het geval zijn, dan behoeft de overheid zich niet actief op de markt te<br />

begeven en kan de uitvoering worden overgelaten aan het particulier initiatief.<br />

In dit soort gevallen is het van belang onderscheid te maken tussen enerzijds de aandeelhouders- en<br />

anderzijds de commissarisrol.<br />

Wanneer kan het raadzaam zijn de gemeente door een bestuurder te laten vertegenwoordigen in de<br />

functie van commissaris?<br />

Vooropgesteld blijft de gedragslijn zo min mogelijk van deze zogenoemde overheidscommissarissen<br />

te hebben. Niettemin kan het van belang zijn dat de gemeente de eerste tijd door middel van een<br />

commissaris wordt vertegenwoordigd. Het bedrijf zit dan in een opstartfase waarin doelstellingen<br />

moeten worden vastgelegd, een positie in de markt moet worden verworven en de gemeente belang<br />

heeft de regie op dit soort ontwikkelingen zoveel mogelijk in de hand te hebben. Indien het daarbij<br />

gaat om zaken die van strategisch belang zijn, past daarbij een zware, politieke vertegenwoordiging.<br />

Betreft het zaken die niet van strategisch belang zijn en puur op uitvoering zijn gericht, dan komt de<br />

figuur wel voor dat ambtenaren als commissaris in een vennootschap zitten.<br />

Maar ook voor de bestuurder als commissaris geldt dat zodra de regie op een andere manier vorm<br />

kan worden gegeven, vervanging door een niet-bestuurder aan de orde moet zijn. Zowel de gemeente<br />

21-1-2005 M.Witjes 6


als het bedrijf moeten dan behoefte hebben aan andersoortige commissarissen. Het bedrijf moet<br />

commissarissen aantrekken die goed in staat zijn om hun toezichthoudende functie te kunnen<br />

uitvoeren. De belangen die de gemeente heeft (en dat zijn dus andere belangen dan alleen zoveel<br />

mogelijk winst te behalen) dienen in de doelstellingen van het bedrijf te worden vastgelegd. De<br />

commissarissen zien er op toe dat de uitvoering in overeenstemming met de specifieke (door de<br />

gemeente ingebrachte en vastgelegde) doelstellingen van de vennootschap geschiedt. De gemeente<br />

blijft als aandeelhouder haar invloed uitoefenen op het handhaven en zonodig bijstellen van de<br />

doelstellingen. Daarnaast heeft de gemeente vanuit haar (preferente) aandeelhoudersrol invloed op<br />

de benoeming van commissarissen. Deze worden door de aandeelhouders benoemd. Zonodig kan<br />

deze bevoegdheid nog worden verzwaard door middel van het recht van een (bindende) voordracht.<br />

2.6. Richtlijnen<br />

De attitudes van hiervoor zijn hieronder nader vertaald in een aantal richtlijnen.<br />

1. Samenwerking tussen de gemeente <strong>Arnhem</strong> en andere overheidslichamen met overdracht van<br />

verantwoordelijkheden en bevoegdheden en financiële participatie vindt uitsluitend plaats als dit<br />

het geëigende middel is om de beleidsdoelstellingen te realiseren. De Wet Gemeenschappelijke<br />

Regelingen is hiervoor het enige kader.<br />

2. Samenwerking tussen de gemeente <strong>Arnhem</strong> en privaatrechtelijke <strong>partijen</strong> vindt alleen plaats als<br />

een bijzonder en benoemd openbaar belang dit rechtvaardigt. Hiervan is sprake als er onderzocht<br />

en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleidsvoornemens niet in een publiekrechtelijke<br />

rechtsvorm kan plaatsvinden.<br />

3. In alle gevallen waarbij overdracht van bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan derden aan<br />

de orde is, wordt een risicoanalyse bij de afweging voor het aangaan van de samenwerking<br />

betrokken. in het toezichtarrangement wordt geregeld wanneer er weer een actualisatie van die<br />

risicoanalyse plaatsvindt.<br />

4. De gemeente <strong>Arnhem</strong> participeert uitsluitend in een privaatrechtelijke rechtsvorm door middel van<br />

het bekleden van bestuurs- of commissariaatfuncties indien dit noodzakelijk is om de regierol van<br />

de gemeente vorm en inhoud te geven. In dat geval vindt de vertegenwoordiging van de<br />

gemeente plaats door een bestuurder.<br />

Zodra de regierol vorm en inhoud heeft gekregen trekt de gemeentelijke bestuurder zich uit de<br />

bestuurs- of commissariaatfunctie terug. De regie van de gemeente bij vennootschappen wordt<br />

dan uitsluitend nog vorm gegeven door middel van het aandeelhoudersschap en bij andere<br />

privaatrechtelijke rechtsvormen door prestatieafspraken in de vorm van subsidievoorwaarden.<br />

5. Ambtenaren hebben namens de gemeente geen zitting in besturen en zijn namens de gemeente<br />

<strong>Arnhem</strong> geen commissaris in een vennootschap.<br />

6. Het college van burgemeester en wethouders is het bestuursorgaan dat verantwoordelijk is voor<br />

het aandeelhoudersschap. De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente <strong>Arnhem</strong> in de<br />

aandeelhoudersvergadering of laat zich op basis van een daartoe strekkende machtiging<br />

vertegenwoordigen.<br />

7. De effectiviteit en efficiëntie van de relatie tussen de gemeente <strong>Arnhem</strong> en haar <strong>verbonden</strong><br />

<strong>partijen</strong> wordt periodiek doorgelicht. De verordening op basis van het Besluit Begroting en<br />

Verantwoording (BBV) voorziet in de frequentie en planning hiervan.<br />

8. Participatie in een <strong>verbonden</strong> partij vindt alleen plaats nadat door burgemeester en wethouders,<br />

de raad geïnformeerd, een toezichtarrangement is vastgesteld. In het toezichtarrangement krijgt<br />

de aansturing, het beheer en het toezicht vorm en inhoud. Daarbij dient aandacht te worden<br />

gegeven aan:<br />

duidelijkheid van de doelstelling en taakomschrijving en de meetbaarheid van prestaties van<br />

de <strong>verbonden</strong> partij<br />

financiële, maar ook maatschappelijke risico’s en de wijze waarop de risico’s worden beheerd<br />

en beheerst. Een risicoanalyse zal hiervoor de basis moeten zijn<br />

de sturingsvisie (het geheel van regels en afspraken over de verdeling van bevoegdheden en<br />

verantwoordelijkheden tussen bestuursorganen, waaronder de bestuurlijke verhoudingen,<br />

vertegenwoordiging, benoeming bestuurders, functiescheiding)<br />

de wijze waarop de publieke belangen zijn geborgd en op welke wijze de democratische<br />

controle plaatsvindt (bekostigingsvoorwaarden, vaststellen tarieven/heffingen, goedkeuring<br />

begroting, goedkeuren/vaststellen van regelingen van het uitvoeringsorgaan)<br />

de wijze van verantwoording (informatieplicht, controlerechten, verplichtingen tot het indienen<br />

van verantwoordingsinformatie)en de bevoegdheden om zonodig in te grijpen (aanwijzingen,<br />

richtlijnen)<br />

21-1-2005 M.Witjes 7


de wijze (inhoud en tijdstippen) waarop er wordt geëvalueerd inclusief doorlichtingen op<br />

effectiviteit en efficiency.<br />

9. De paragraaf “Verbonden <strong>partijen</strong>” van de Meerjaren Programma Begroting bevat de visie op<br />

deze <strong>partijen</strong> in relatie tot de realisatie van doelstellingen die zijn opgenomen in het<br />

programmadeel. De lijst “Verbonden <strong>partijen</strong>” omvat in overeenstemming met het bepaalde in het<br />

Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) ten minste<br />

De naam en de vestigingsplaats<br />

Het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd<br />

De veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende het begrotingsjaar in het belang<br />

dat de gemeente in de <strong>verbonden</strong> partij heeft<br />

Het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de <strong>verbonden</strong> partij aan het begin en aan<br />

het eind van het begrotingsjaar<br />

Het resultaat van de <strong>verbonden</strong> partij<br />

2.7. Instrumentarium<br />

Na het meer inhoudelijke deel van het kader, wordt in deze paragraaf een procedureel kader<br />

beschreven. Het te hanteren instrumentarium is hiervoor de basis.<br />

Het realiseren van beleidsdoelstellingen en de verantwoording daarover vereist samenhang in sturen,<br />

beheersen, toezicht en verantwoorden. De gemeente stelt de kaders en laat de uitvoering over aan<br />

andere organisaties. Deze andere organisaties leggen verantwoording af over de uitvoering en<br />

verzorgen informatie die van belang is voor het evalueren van beleidsdoelstellingen. De activiteiten op<br />

het gebied van sturen, beheersen, toezicht en verantwoording dienen onderling in balans te zijn en<br />

aan te sluiten bij de doelstellingen van een programma.<br />

Er moet een adequaat instrumentarium worden ontwikkeld om de regierol naar behoren te kunnen<br />

vervullen. Daarbij wordt vooral gekeken naar de wijze waarop middelen worden ingezet om doelen te<br />

bereiken.<br />

Deze systemen behoeven niet van nul af aan te worden opgebouwd. Er is al veel beschikbaar, zowel<br />

bij de gemeente <strong>Arnhem</strong> als bij andere organisaties.<br />

Het instrumentarium voor het aansturen, beheer en toezicht is vorm gegeven in twee documenten die<br />

ieder een te onderscheiden besluitvormingsfase voeden:<br />

De risicoanalyse, die inzicht moet verschaffen in de voor- en nadelen van de voorgestane<br />

samenwerking door de maatschappelijke en financiële risico’s te benoemen en aan te geven hoe<br />

deze kunnen worden beheerd en beheerst. Dit document staat centraal bij de besluitvorming over<br />

deelname (wat gaan we doen?). Als daarop bevestigend wordt besloten, is de risicoanalyse input<br />

voor het toezichtarrangement.<br />

Het toezichtarrangement, dat op basis van de risicoanalyse de bestuurlijke relatie inhoud geeft<br />

door de aansturing, het beheer en het toezicht vorm en inhoud te geven. Het toezichtarrangement<br />

is vooral een procesbeschrijving. Wanneer moet wat door wie worden aangeleverd en waarover<br />

moet worden gerapporteerd. De inhoud en de beoordeling van een en ander wordt zoveel<br />

mogelijk in de documenten van de reguliere beleidscyclus opgenomen. Voorkomen moet worden<br />

dat er een aparte beleidscyclus gaat ontstaan. Het toezichtarrangement staat centraal bij de<br />

besluitvorming over de wijze waarop wordt deelgenomen (hoe gaan we het doen?). Om de<br />

gedachten te bepalen ten aanzien van de inhoud van een toezichtarrangement is een bijlage<br />

opgenomen, waarin een overzicht van aandachtspunten is gegeven. Gaandeweg zal dit aan de<br />

hand van praktijkervaringen moeten worden uitgewerkt in een checklist.<br />

Bij de ontwikkeling van het instrumentarium is het aan te bevelen de gemeenteraad en de rekenkamer<br />

te betrekken. Het is immers de gemeenteraad die de controle over de uitvoering van het beleid<br />

uitoefent en dus ook het beste kan aangeven wat voor het uitoefenen van die controle gewenst is.<br />

Op basis van de wet Dualisering is het aangaan van samenwerkingsverbanden voor de uitvoering van<br />

gemeentelijk beleid een aangelegenheid waarvoor het college van burgemeester en wethouders<br />

bevoegd is. Voorheen lag dit anders. In het monistische stelsel was dit een bevoegdheid van de<br />

gemeenteraad.<br />

21-1-2005 M.Witjes 8


De aansturing, het beheer en het toezicht van/op de <strong>verbonden</strong> <strong>partijen</strong> is te allen tijde maatwerk.<br />

Daarom zal elk toezichtarrangement ter informatie aan de gemeenteraad(scommissie) worden<br />

voorgelegd. Zo gewenst kan de gemeenteraad dan zijn wensen en ideeën kenbaar maken. Deze<br />

kunnen vervolgens worden betrokken bij de finale afweging om de samenwerking wel of niet op een<br />

bepaalde wijze aan te gaan. Door deze inbreng van de gemeenteraad wordt helder wat de<br />

gemeenteraad van het college van burgemeester en wethouders en andersom mag verwachten. De<br />

democratische controle is hiermee gebaat.<br />

2.8. Moraal van het verhaal<br />

Het voorgaande laat onverlet dat het inzichtelijk maken van risico’s en adequaat uitoefenen van<br />

toezicht niet betekent dat er geen tegenvallers kunnen ontstaan. Dat geldt in zijn algemeenheid en<br />

zeker in het bijzonder daar waar de overheid zich manifesteert in een marktomgeving. Beleid, kader<br />

en richtlijnen moeten vooral worden gezien als een hulpmiddel. Een hulpmiddel om in de beeld- en<br />

oordeelsvormingsfase op alle niveaus en op allerlei momenten meer bewust tegen de achtergrond<br />

van mogelijke risico’s en gevolgen te komen tot besluitvorming.<br />

21-1-2005 M.Witjes 9


3. TOETSING BESTAANDE VERBONDEN PARTIJEN<br />

1.1. Prioritering<br />

Wanneer het gaat om de wijze waarop thans de aansturing, het beheer en het toezicht inhoud krijgt,<br />

kan worden vastgesteld dat dit niet voldoet aan het hierboven geformuleerde kader. In veel gevallen<br />

zal dit anders moeten.<br />

Per <strong>verbonden</strong> partij zal eerst een risicoanalyse en daarna een toezichtarrangement worden<br />

opgesteld. Het opstellen van deze risicoanalyses en toezichtarrangementen en de evaluatie van het<br />

bestaan van de samenwerking kost tijd en energie. Het is daarom van belang om prioriteiten te<br />

bepalen. Hieronder zijn op basis van bekende risico’s, financiële inbreng en zeggenschap van de<br />

gemeente <strong>Arnhem</strong> de prioriteiten bepaalt.<br />

1 e prioriteit (1 e helft 2005)<br />

o Presikhaaf Bedrijven<br />

o Holding Parkeervoorzieningen <strong>Arnhem</strong> BV<br />

o Knooppunt <strong>Arnhem</strong> Nijmegen<br />

o Hulpverleningsdienst Gelderland Midden<br />

o Participatie Maatschappij Schuytgraaf, GEM Schuytgraaf Beheer, GEM Schuytgraaf CV<br />

o Stichting Gelredome<br />

o Stichting Horeca Musis Schouwburg<br />

2 e prioriteit (2 e helft 2005)<br />

o Regionaal Historisch Centrum Gelders Archief<br />

o Regionaal Bureau Toerisme KAN<br />

o Grondbank Midden Gelderland<br />

o Facilitypoint <strong>Arnhem</strong><br />

o Stichting Stedenlink – het netwerk van kennissteden<br />

o Stichting Samenwerkingsverband Glasvezelnetwerk<br />

o Eskan<br />

o Bedrijfschap <strong>Arnhem</strong> Liemers<br />

o Volwasseneneducatie regio <strong>Arnhem</strong><br />

o Technocentrum<br />

o Stichting Duurzame Ontwikeling Bedrijventerreinen <strong>Arnhem</strong> Noord (DOBAN)<br />

o Bank Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n<br />

o Dataland<br />

o Samenwerking in handhaving provincie Gelderland in regio <strong>Arnhem</strong><br />

o Milieusamenwerking Regio <strong>Arnhem</strong> (MRA)<br />

o Onderwijsvoorziening Regio <strong>Arnhem</strong><br />

o Euregio Rijn-Waal<br />

3 e prioriteit (1e helft 2006)<br />

o Recreatieschap Veluwe<br />

o Recreatieschap Over Betuwe<br />

Recent afgevoerd:<br />

o OMT (wordt geliquideerd)<br />

o Stichting Werk en Scholing (wordt geliquideerd)<br />

o Stichting KAN plus Personeel Services (wordt geliquideerd)<br />

o Ontmoetingscentrum HST<br />

21-1-2005 M.Witjes 10


BIJLAGE 1 Aandachtspunten toezichtarrangement<br />

TOEZICHTARRANGEMENT<br />

AANDACHTSPUNTEN<br />

BASISGEGEVENS<br />

Naam<br />

Vestigingsplaats<br />

Rechtsvorm<br />

Oprichtingsbesluit<br />

Goedkeuringsbesluit<br />

Portefeuillehouder<br />

Deelnemers<br />

Adres<br />

Postcode<br />

Telefoonnummer<br />

Faxnummer<br />

E-mail adres<br />

Website<br />

RISICO’S<br />

Maatschappelijke<br />

Financiële<br />

o Rentestijging<br />

o Doorlooptijd<br />

o Verborgen kosten<br />

Beheer<br />

BESTUURLIJKE RELATIE<br />

Vertegenwoordiging<br />

o Wie<br />

o Wat<br />

o Hoe<br />

Zeggenschap<br />

o Wie<br />

o Wat<br />

o Hoe<br />

Aansturing<br />

o Wie<br />

o Wat<br />

o Hoe<br />

Beheer<br />

o Wie<br />

o Wat<br />

o Hoe<br />

Verantwoording<br />

o Wie<br />

o Wat<br />

o Hoe<br />

BELEIDSPRESTATIES<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Doelstellingen beleid<br />

Uitvoeringsmodaliteiten en Instrumenten om doelstellingen te realiseren<br />

Organisatorische vormgeving<br />

Actoren, indeling en taakverdeling<br />

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden<br />

Informatievoorziening<br />

FINANCIËLE GEGEVENS<br />

Incidentele participatie<br />

o Investeringsubsidie<br />

o Aandelen<br />

Structurele participatie<br />

o Exploitatiesubsidie<br />

o Financiering door gemeente<br />

o Onvolledige kostendekking<br />

EVALUATIE<br />

Relatie gemeente <strong>Arnhem</strong> met <strong>verbonden</strong> partij<br />

o Planning<br />

o Onderwerpen<br />

Functioneren <strong>verbonden</strong> partij<br />

o Planning<br />

o Onderwerpen<br />

21-1-2005 M.Witjes 11

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!