Raadsonderzoek Arnhem-Vitesse - Gemeente Arnhem
Raadsonderzoek Arnhem-Vitesse - Gemeente Arnhem
Raadsonderzoek Arnhem-Vitesse - Gemeente Arnhem
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong><br />
Een analyse van het bestuurlijk handelen van de gemeente <strong>Arnhem</strong> in<br />
relatie tot voetbalclub <strong>Vitesse</strong> in 2000-2008<br />
Februari 2009
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong><br />
Een analyse van het bestuurlijk handelen van de gemeente <strong>Arnhem</strong> in<br />
relatie tot voetbalclub <strong>Vitesse</strong> in 2000-2008<br />
Voorwoord 1<br />
1. Inleiding 3<br />
1.1 Werkwijze 3<br />
1.2 Perspectief 4<br />
1.3 Leeswijzer 7<br />
2. Van aanloop tot vermeende oplossing 9<br />
2.1 De aanloop 9<br />
2.2 De problemen ontstaan, oplossingen worden gezocht 9<br />
2.3 De gemeente raakt betrokken bij <strong>Vitesse</strong> 12<br />
2.4 De gemeente bepaalt haar inzet 13<br />
2.5 Grotere problemen bij <strong>Vitesse</strong> nopen tot alternatief voor herfinanciering 15<br />
2.6 De weging van de uitkomsten 19<br />
3. Situatie opgelost, of uitgestelde problemen? 23<br />
3.1 Bestuur van <strong>Vitesse</strong> 23<br />
3.2 De financiële situatie bij <strong>Vitesse</strong> 24<br />
3.3 <strong>Vitesse</strong> op de politieke agenda tussen 2004 en de verkoop stadion 32<br />
3.4 De verkoop van het Gelredome 34<br />
3.5 Bestuurlijke verhoudingen met exploitatiemaatschappij en provincie Gelderland 35<br />
4. Oplopende achterstanden, gebrouilleerde verhoudingen 39<br />
4.1 Eindspel? 39<br />
4.2 Richting surseance 41<br />
5. Conclusies en aanbevelingen rond de beoordelingscriteria 45<br />
5.1 Informatievoorziening aan de raad 45<br />
5.2 Beleid 46<br />
5.3 Plannen 48<br />
5.4 Overeenkomsten 48<br />
5.5 Uitvoering 49<br />
5.6 Doelbereiking 50
6. Slotwoord 53<br />
Bijlagen 57<br />
Bijlage 1: Beschouwing over de geheimhouding 59<br />
Bijlage 2: Geïnterviewde personen 61<br />
Bijlage 3: Feitenreconstructie en tijdlijn <strong>Vitesse</strong> 63
Voorwoord<br />
Op 17 maart 2008 kleurde de Stadhuishal geel-zwart door de aanwezige supporters van de<br />
<strong>Arnhem</strong>se voetbalclub, terwijl de gemeenteraad debatteerde over het raadsvoorstel inzake de<br />
surseance van <strong>Vitesse</strong>. Na een roerig debat werd besloten om een bedrag van circa € 12 miljoen af<br />
te boeken op de aan <strong>Vitesse</strong> verstrekte lening, waardoor de voetbalclub van een faillissement werd<br />
gered. Omdat er veel vragen leefden nam de gemeenteraad tijdens deze emotionele vergadering<br />
de motie “<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Vitesse</strong>” aan. Daarmee werd besloten om “een raadsonderzoek over het<br />
totale reddingsplan <strong>Vitesse</strong> uit te voeren, ondersteund door een extern bureau, begeleid door een<br />
klankbordgroep uit de gemeenteraad”. De strekking van de motie was om een breed onderzoek uit<br />
te voeren met als doel om inzicht te krijgen in de gang van zaken rond (de uitvoering van-) het<br />
reddingsplan <strong>Vitesse</strong> vanaf mei 2003 tot aan het raadsbesluit over de surseance.<br />
Ruim één maand later stelde de raad de begeleidingsgroep raadsonderzoek <strong>Vitesse</strong> in bestaande<br />
uit een brede vertegenwoordiging uit de raad:<br />
• De heer A. Sietsma (ChristenUnie)<br />
• De heer A.D.J. Buisman (SP)<br />
• De heer J.B.M. Tilman (VVD)<br />
• Mevrouw D.B.J. Kok (PvdA)<br />
• Mevrouw E.L. Kappert (GroenLinks) 1<br />
• De heer A.G.M. van Beers (Pro <strong>Arnhem</strong>).<br />
Nadat zes bureaus om offerte was gevraagd heeft de begeleidingsgroep bureau Berenschot de<br />
opdracht gegeven om het onderzoek uit te voeren. Wij danken het team van de heer R. Berndsen<br />
voor het vele -vaak noeste- werk dat zij de afgelopen maanden hebben verricht en de gedegen en<br />
zorgvuldige wijze waarop zij hebben gerapporteerd.<br />
Een woord van dank past in de richting van al degenen die hielpen bij de totstandkoming van dit<br />
onderzoeksrapport. Hierbij denk ik niet alleen aan de mensen die hun medewerking verleenden aan<br />
de interviews, maar ook aan het college van burgemeester en wethouders en de medewerkers van<br />
de gemeente <strong>Arnhem</strong>, die veel werk hebben verricht aan het bij dit raadsonderzoek behorende<br />
dossier.<br />
1 Mw. Kappert heeft 27-10-2008 haar lidmaatschap van de gemeenteraad en daarmee van de begeleidingsgroep<br />
raadsonderzoek beëindigd<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 1
Bij de leden van de begeleidingsgroep heeft vanaf de start van het onderzoek voor ogen gestaan<br />
om een onderzoeksrapportage uit te brengen, waarin op transparante wijze informatie aan de Raad<br />
wordt verschaft en verantwoording wordt afgelegd naar de inwoners van <strong>Arnhem</strong>. Daarom vonden<br />
wij het belangrijk dat het College de geheimhouding, die het op het merendeel van de<br />
dossierstukken had gelegd, zoveel mogelijk zou opheffen. Op ons verzoek heeft het college alle<br />
dossierstukken afzonderlijk beoordeeld en gesprekken gevoerd met <strong>Vitesse</strong> en Gelredome over<br />
documenten met informatie, die onder een geheimhoudingsclausule was verkregen. Omdat het<br />
dossier complex en omvangrijk is kostte dit oordeel meer tijd dan voorzien. Daardoor is de<br />
onderzoeksrapportage uiteindelijk later dan gepland afgerond.<br />
Uiteindelijk heeft het college op basis van de Wet openbaarheid bestuur slechts van een beperkt<br />
aantal documenten de geheimhouding opgeheven. Daarom wordt het feitenrelaas, dat als bijlage bij<br />
het onderzoeksrapport is gevoegd, onder geheimhouding aan de raad overhandigd. Met de<br />
aanbieding van dit eindrapport aan de gemeenteraad is de begeleidingsgroep klaar met haar werk.<br />
Bernard Tilman<br />
Voorzitter begeleidingsgroep raadsonderzoek <strong>Vitesse</strong><br />
Februari 2009<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 2
1. Inleiding<br />
Voor u ligt de analyse en de feitenreconstructie die wij gemaakt hebben ten behoeve van het<br />
raadsonderzoek van de gemeente <strong>Arnhem</strong> naar de gang van zaken rondom <strong>Vitesse</strong> vanaf april 2002<br />
tot aan het raadsbesluit van 17 maart 2008. Doel van dit onderzoek is om lessen te kunnen trekken voor<br />
de toekomst over de juiste handelwijze van de gemeente bij het omgaan met partijen als voetbalclub<br />
<strong>Vitesse</strong>. De onderzoeksperiode start vanaf het moment dat de gemeente een eerste geldlening aan<br />
<strong>Vitesse</strong> verstrekt, tot aan het raadsbesluit van 17 maart 2008 over het afboeken van de lening naar<br />
aanleiding van de surseance van <strong>Vitesse</strong>.<br />
De vragen die centraal hebben gestaan in het onderzoek zijn de volgende:<br />
• Wat is er precies gebeurd? Geef inzicht in de feiten en gebeurtenissen.<br />
• Hoe is de sturing en controle op de uitvoering van het reddingsplan verlopen?<br />
• Welke actoren hebben wanneer en hoe welke rol gespeeld?<br />
1.1 Werkwijze<br />
Het onderzoek is begonnen met het opstellen van een toetsingskader (zie de volgende paragraaf).<br />
Daarin is een aantal criteria geformuleerd op basis waarvan we de gang van zaken rondom <strong>Vitesse</strong><br />
zouden willen gaan analyseren.<br />
Vervolgens is een uitvoerig documentenonderzoek verricht. Daartoe is ons door het college van de<br />
gemeente <strong>Arnhem</strong> een uitgebreid dossier van officiële vergaderstukken, correspondentie en e-mail<br />
berichten aangeleverd. Op basis van dit dossier hebben wij een chronologische feitenreconstructie<br />
opgesteld. Dit dossier was echter niet volledig en niet geordend aangeleverd. Dit kwam deels omdat<br />
het dossier zich concentreerde op <strong>Vitesse</strong> en documenten rondom Gelredome alleen in het dossier<br />
waren vervat als deze sterk verbonden waren met de gang van zaken rond <strong>Vitesse</strong>. Dat betekende<br />
dat werkenderweg duidelijk zou worden welke stukken nog misten. De gemeente heeft vervolgens<br />
volledige medewerking verleend aan het verschaffen van nadere stukken. Er is veel discussie<br />
geweest over hoe om te gaan met de vertrouwelijkheid van de stukken. In de bijlagen op dit<br />
onderzoek is hieraan een aparte beschouwing gewijd.<br />
Tevens zijn 40 gesprekken gevoerd met betrokkenen vanuit het bestuur van <strong>Vitesse</strong>, Gelredome,<br />
het gemeentebestuur, de gemeenteraad, de provincie en externe adviseurs. Deze gesprekken<br />
hebben in een sfeer van vertrouwelijkheid plaatsgevonden. Deze interviews hebben de<br />
onderzoekers achtergrondinformatie verschaft die als aanvulling en illustratie diende op de<br />
informatie die we reeds uit de documentenstudie hadden opgehaald. In de rapportage wordt niet<br />
herleidbaar geciteerd uit deze gesprekken.<br />
Vervolgens is op basis van de feitenreconstructie en de gesprekken aan de hand van het<br />
toetsingskader een analyse opgesteld. Deze analyse ligt nu voor u. Wij menen dat wij met respect<br />
voor de belangen van alle partijen een betekenisvolle analyse van de gebeurtenissen hebben<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 3
gemaakt. In deze analyse wordt antwoord gegeven op de tweede en derde vraag, namelijk hoe de<br />
sturing en controle op het reddingsplan is verlopen en welke actoren wanneer welke rol hebben<br />
gespeeld. Daartoe bevat deze analyse ten eerste een samenvattende reconstructie van de gang<br />
van zaken rondom <strong>Vitesse</strong> in de betreffende periode. Hierin wordt bondig antwoord gegeven op de<br />
eerste vraag (wat is er precies gebeurd). Ten tweede wordt in de analyse een aantal conclusies<br />
getrokken. Ten derde is op grond van deze analyse een aantal aanbevelingen gedaan voor de<br />
toekomst.<br />
Benadrukt moet worden dat de onderzoekers zich geconcentreerd hebben op de relatie tussen de<br />
gemeente <strong>Arnhem</strong> en voetbalclub <strong>Vitesse</strong>. Echter, de dossiers van <strong>Vitesse</strong> en het Gelredome zijn<br />
dusdanig met elkaar, en daarmee weer met de provincie Gelderland, verweven dat daar waar nodig<br />
de onderzoekers zich tevens hebben gebogen over stukken gerelateerd aan het dossier Gelredome<br />
en de rol van de provincie. Het is zaak hier te onderstrepen dat de partijen <strong>Vitesse</strong>, Gelredome en<br />
provincie Gelderland zelf geen opdrachtgever, noch subject zijn van dit raadsonderzoek. Het<br />
onderzoeksonderwerp betreft de bestuurlijk handelen van de gemeente <strong>Arnhem</strong> inzake haar relatie<br />
met de voetbalclub.<br />
De gemeenteraad zal op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn eigen afweging maken of<br />
en hoe het gemeentebestuur aangesproken moet worden. De onderzoekers hebben de<br />
vraagstelling zo geïnterpreteerd dat eerst en vooral een goed inzicht moest worden geboden in<br />
hetgeen zich feitelijk heeft afgespeeld in dit dossier, maar dat daarnaast ook een beoordeling moet<br />
plaatsvinden van de uitgevoerde sturing en controle en van de wijze waarop actoren hebben<br />
gehandeld. Dit aan de hand van zo objectief mogelijke criteria. Vervolgens zijn enkele conclusies<br />
getrokken op basis waarvan lessen getrokken kunnen worden voor toekomstig handelen. Daar zijn<br />
dan ook enkele aanbevelingen voor aangereikt.<br />
Bij de uitvoering van dit onderzoek heeft Berenschot nauw samengewerkt met verschillende<br />
ambtenaren van de gemeente <strong>Arnhem</strong>. Wij willen hen via deze weg graag dankzeggen voor de<br />
prettige ondersteuning en hulp. We kunnen hen hier niet allemaal noemen, maar twee mensen van<br />
de griffie verdienen hier een speciale vermelding: Y. Hazelaar, die zich als ambtelijk secretaris van<br />
de commissie van begin tot eind gecommitteerd heeft aan dit onderzoek, en C. Schuring die ons<br />
uitstekend heeft ondersteund.<br />
1.2 Perspectief<br />
De onderzoekers hebben gebruik gemaakt van een toetsingskader (zie onder) dat ook bij<br />
beleidsevaluaties gehanteerd wordt. Daarbij worden achtereenvolgens het gekozen beleid, de<br />
plannen, overeenkomsten, uitvoering en de doelbereiking beoordeeld. Vele invalshoeken komen in<br />
de analyse aan de orde, zoals de juridische, financiële, politieke, de planvorming en de governance.<br />
Het is echter niet mogelijk alle perspectieven tegelijkertijd goed te belichten, zeker niet binnen de tijd<br />
en de mogelijkheden die voor dit onderzoek ter beschikking zijn gesteld. De onderzoekers hebben<br />
zich daarom bij het beantwoorden te geconcentreerd op het in de vraagstelling centraal staande<br />
bestuurlijk perspectief van het gemeentebestuur, en dat van de gemeenteraad.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 4
Ten eerste het bestuurlijk perspectief van het gemeentebestuur (hier opgevat als het dagelijks<br />
bestuur van de gemeente zoals dat door het college van burgemeesters en wethouders wordt<br />
gevoerd). De onderzoekers zijn zich er zeer bewust van geweest dat de bestuurlijke werkelijkheid<br />
meeromvattend is dan de ideale projectmanager zich zou voorstellen. De bestuurlijke realiteit is<br />
grillig en de publieke zaak vraagt om een handelingsperspectief waarin naast het zakelijke ook het<br />
publieke belang gediend wordt. Daarbij zijn vaak geen pasklare oplossingen voorhanden.<br />
Simpelweg achteraf constateren dat de snelste weg van A naar B niet bewandeld is, zou hier dan<br />
ook tekortschieten.<br />
Ten tweede het perspectief van de gemeenteraad. Om te kunnen beoordelen of de raad op een<br />
juiste manier heeft kunnen beslissen is het relevant te onderzoeken of de gemeenteraad over<br />
voldoende en tijdige informatie beschikte om tot goede beslissingen te komen. De<br />
informatievoorziening van de gemeente naar de raad heeft dan ook de bijzondere aandacht gehad<br />
van de onderzoekers.<br />
Toetsingskader<br />
In dit onderzoek is een toetsingskader gehanteerd waarop de analyse over het bestuurlijk handelen<br />
van de gemeente <strong>Arnhem</strong> in het dossier <strong>Vitesse</strong> gebaseerd is. Dit toetsingskader vindt zijn<br />
grondslag in de wijze waarop doorgaans beleidsprocessen worden geëvalueerd.<br />
Informatievoorziening college<br />
Bovenstaand schema geeft de stappen in het toetsingskader weer, die hieronder nader besproken<br />
zullen worden. Vanwege het gekozen onderzoeksperspectief en de eraan verbonden centrale<br />
elementen in de vraagstelling gaat de aandacht in het toetsingskader specifiek uit naar de<br />
informatievoorziening tussen college en raad. De norm die daarbij gehanteerd is, is of de<br />
gemeenteraad voldoende op de hoogte is gehouden over genomen besluiten, over de<br />
ontwikkelingen rondom <strong>Vitesse</strong> en Gelredome en over door de gemeente aangegane transacties,<br />
zoals beschreven in artikel 169 lid 4 <strong>Gemeente</strong>wet. Uiteraard is er ook gekeken of de gemeenteraad<br />
zich binnen dit dossier zelf ook actief heeft opgesteld richting het college als hier aanleiding toe<br />
was.<br />
De verschillende onderdelen van het toetsingskader worden hieronder één voor één beschreven<br />
inclusief de normen die daarbij gehanteerd zijn (welke ten grondslag hebben gelegen aan de<br />
analyse). Een dergelijk toetsingskader legt de nadruk op een bepaalde ‘beleidsrationaliteit’ die<br />
idealiter leidend zou moeten zijn voor het handelen van de gemeente. Hoe belangrijk en wezenlijk<br />
ook, deze rationaliteit is voor bestuurders en politici zeker niet de enige die speelt, al helemaal niet<br />
in de relatievorming tussen gemeente en een betaald voetbalorganisatie. In deze verhoudingen<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 5
spelen opportuniteit en de onderlinge relaties ook een belangrijke rol. Daarmee is rekening<br />
gehouden bij de weging van factoren in de analyse hierna. Hieronder worden de onderdelen van het<br />
toetsingskader toegelicht.<br />
Beleid<br />
Rondom het formuleren van beleid is onderzocht of de gemeenteraad actief, tijdig en inhoudelijk<br />
geïnformeerd is rondom kernmomenten van gemeentelijke besluitvorming, zoals de wet beoogt.<br />
Daarbij is niet alleen gekeken naar de vraag of er daadwerkelijk informatie is gegeven, maar ook<br />
naar de beleving van de volledigheid en tijdigheid van die informatie door de raadsleden. Daarnaast<br />
is er gekeken naar de helderheid waarmee de gemeente beleidsdoelstellingen heeft geformuleerd<br />
aangaande betaald voetbal in de stad en de relatie met de voetbalclub.<br />
Plannen<br />
Rondom de verschillende plannen die het gemeentebestuur heeft gemaakt ten aanzien van <strong>Vitesse</strong><br />
vallen twee belangrijke plannen uiteraard in het oog. Dat is ten eerste het reddingsplan en de<br />
daaruit voortvloeiende raamovereenkomst, en ten tweede de verkoop van het stadion. Waar het<br />
gaat om de uiteindelijke schuldsanering en het afboeken van de lening in 2007/2008 kan men niet<br />
echt spreken van een voorgenomen plan.<br />
Bij de planvorming is belangrijk dat een gemeentebestuur een transparante en weloverwegen keuze<br />
heeft gemaakt. Daarbij hoort bijvoorbeeld het navolgbaar overdenken van alternatieve strategieën,<br />
waarbij een afweging is gemaakt tussen de kosten, baten en risico’s die gemoeid waren met de<br />
alternatieven. Als laatste is daarbij van belang om te controleren of de gemeente zich voldoende<br />
heeft laten informeren en adviseren over de consequenties van haar keuzes. Criterium daarvoor is<br />
of de gemeente voldoende gebruik heeft gemaakt van deskundigen en op basis daarvan een<br />
correcte inhoudelijke of procedurele keuze gemaakt.<br />
De financiële onderbouwing en uitwerking van met name het reddingsplan heeft speciale aandacht<br />
verkregen. Wij hebben expliciet gewogen of de uitgangspunten van het (financiële) beleid van de<br />
gemeente consistent waren en tenens of dat in lijn was met hetgeen de gemeente hierover heeft<br />
gecommuniceerd met de raad.<br />
Overeenkomsten<br />
Met betrekking tot de overeenkomsten die zijn gesloten is bezien of de afspraken die de gemeente<br />
heeft gemaakt met partijen (waaronder <strong>Vitesse</strong> en Gelredome) naar redelijkheid in het rechtsverkeer<br />
ook gemaakt konden worden. Ook hier geldt de vraag of de gemeente zich op een deskundige wijze<br />
heeft voorbereid en laten adviseren over de overeenkomsten. Tevens zijn de overeenkomsten<br />
getoetst op normen zoals redelijkheid en billijkheid, zoals die van openbare bestuurders en publieke<br />
partijen verwacht mogen worden. Specifieker is de verdeling van risico’s en zekerheden,<br />
contractuele voorwaarden en het beginsel van goed koopmanschap in het handelen van de<br />
gemeente onderzocht.<br />
Daarnaast is er gekeken naar de afspraken die de gemeente al dan niet is aangegaan naast de op<br />
schrift gestelde afspraken, zoals mondelinge toezeggingen. De mate waarin de gemeente daarin<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 6
verwachtingen heeft gewekt en de redelijkheid daarvan zijn eveneens onderwerp van toetsing<br />
geweest. Bovendien is in de analyse de vraag meegenomen of de gemeente de raad heeft<br />
geïnformeerd over de risico’s van haar bestuurlijke keuzes zoals vastgelegd in de overeenkomsten.<br />
Specifieke aandacht is uitgegaan naar het bestuurlijk handelen van de gemeente inzake de<br />
verstrekking van de lening en de schuldsanering in het licht van staatsteun. Daarbij is als norm<br />
gehanteerd dat de gemeente het risico op ongeoorloofde staatssteun van tevoren heeft onderzocht<br />
en afgewogen.<br />
Uitvoering<br />
Er is geanalyseerd of de gemeente op een juiste manier uitvoering van de getekende<br />
overeenkomsten heeft bevorderd. Dat is gedaan door het bestuurlijk handelen van de gemeente -<br />
daar waar relevant- te vergelijken met het handelen van een bank (inzake de lening) of een andere<br />
zakelijke instelling cq verkopende private partij. Instrumenten die dergelijke partijen hanteren om te<br />
zorgen dat de overeenkomsten ook daadwerkelijk worden uitgevoerd dient de gemeente dus ook te<br />
gebruiken. Zowel als het gaat om sturing en control, maar ook als het gaat om transparantie en<br />
governance.<br />
Zo is nagegaan of de partijen hun informatieverplichting zijn nagekomen en of de gemeente daarop<br />
heeft gestuurd. Of de gemeente de sturingsinstrumenten die zij tot haar beschikking had op een<br />
juiste manier heeft aangewend, zoals het invullen van bestuursfuncties. En of de gemeente de<br />
verschillende belangen en risico’s van de verschillende partijen heeft meegewogen in haar<br />
beslissingen. Voor bestuurders die namens de gemeente een functie bekleden geldt dat deze een<br />
transparante werkwijze dienen te hebben en dat dubbele belangen zoveel mogelijk voorkomen<br />
dienen te worden. De gemeente dient haar eigen bestuurders daar aan te houden vanwege de<br />
voorbeeldfunctie die zij namens de gemeente bekleden.<br />
Doelbereiking<br />
Als laatste waren vragen aan de orde in de analyse die teruggrijpen op de vraag of de in het beleid<br />
rondom <strong>Vitesse</strong> en Gelredome aangeduide doelen ook daadwerkelijk zijn behaald, en wat de<br />
waarde daarvan was. Daarbij is vooral bezien of de gemeente zich gehouden heeft aan de<br />
beleidsvoornemens die zij voor zichzelf gesteld had.<br />
1.3 Leeswijzer<br />
Dit rapport is op hoofdlijnen chronologisch opgebouwd. In de hierna volgende hoofdstukken wordt<br />
steeds een periode beschreven op basis van de informatie die voor dit rapport is verzameld. Een<br />
reconstructie van feiten en gebeurtenissen op basis van stukken is vervat in bijlage 3. De<br />
chronologische opbouw gebruiken we als kapstok om een analyse te geven van de gebeurtenissen.<br />
Een complete analyse en daaraan verbonden aanbevelingen op basis van het hiervoor beschreven<br />
kader volgt in het laatste hoofdstuk.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 7
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 8
2. Van aanloop tot vermeende oplossing<br />
2.1 De aanloop<br />
In de jaren ’90 speelt <strong>Vitesse</strong> succesvol in de eredivisie. <strong>Vitesse</strong> heeft echter grotere ambities, die<br />
alleen gerealiseerd kunnen worden als er in een mooier en groter stadion gevoetbald wordt.<br />
Immers, alleen dan kunnen de exploitatiemogelijkheden toenemen. Ziedaar de motivatie om te<br />
komen tot de bouw van het Gelredome. De bouw daarvan is in de ogen van velen ook een<br />
fantastische mogelijkheid om de provincie Gelderland op de kaart te zetten.<br />
Bij de opening van het stadion op 25 maart 1998 is de stemming in <strong>Arnhem</strong> uitstekend, zowel bij de<br />
voetbalclub als bij de provincie en de bedrijven die als founders optraden. <strong>Vitesse</strong> speelt behoorlijk<br />
voetbal, zij heeft een gezonde financiële positie, en er is een mooi stadion: zowel <strong>Vitesse</strong> als<br />
Gelredome zien de toekomst zonnig in.<br />
Eind jaren ’90 draaien Gelredome en <strong>Vitesse</strong> zowel financieel als sportief goed. Het Gelredome is<br />
geen goedkoop stadion geweest: het is gefinancierd met leningen van onder meer een<br />
bankenconsortium, de GOM (later bekend als Oost NV), de provincie en met subsidiegelden. Vanaf<br />
de start heeft Gelredome dus te maken met een aanzienlijke schuldenlast en is zij voor haar<br />
exploitatie afhankelijk van de inkomsten van <strong>Vitesse</strong>. Van de omzet komt in die jaren een groot deel<br />
van <strong>Vitesse</strong>. De partijen zijn behoorlijk vervlochten. Niet alleen werkt de betaalde voorzitter van<br />
<strong>Vitesse</strong> ook bij het Gelredome, tevens mag de club twee van de zes commissarissen van het<br />
Gelredome aanwijzen. En bovendien heeft <strong>Vitesse</strong> een flink bedrag aan Gelredome geleend via de<br />
Stichting Kredietverschaffing Gelredome 2 .<br />
Ook <strong>Vitesse</strong> kampt met een schuldenlast. Zij wordt flink gefinancierd door het energiebedrijf Nuon,<br />
maar ook de stichting Vrienden van <strong>Vitesse</strong> en ‘De Drie’ hebben geïnvesteerd in de club. ‘De Drie’<br />
zijn particuliere investeerders in <strong>Vitesse</strong> die in de periode tot 2003 ook in het bestuur van de club<br />
zitting hebben. De Vrienden van <strong>Vitesse</strong> zijn tevens private investeerders in de club, maar omvatten<br />
een grote groep van kleinere investeerders. Waar het gaat om ‘De Drie’ danwel de Vrienden wordt<br />
in de tekst hierna gesproken over private financiers.<br />
2.2 De problemen ontstaan, oplossingen worden gezocht<br />
In het jaar 2000 begroet het Gelredome zijn miljoenste bezoeker en functioneert zij als gaststadion<br />
voor drie EK-wedstrijden. En omdat <strong>Vitesse</strong> in 1999 als vierde is geëindigd in de Nederlandse<br />
competitie speelt ze in de UEFA-cup, bijvoorbeeld tegen een club als Inter Milaan. Ondanks deze<br />
positieve ontwikkelingen verslechtert het gesternte voor <strong>Vitesse</strong> en Gelredome dat jaar behoorlijk.<br />
2 Deze SKG is in 1998 speciaal opgericht door Nuon, <strong>Vitesse</strong>, de bouwcombinatie Gelderland Stadion en<br />
Gelredome NV ter financiering van het Gelredome<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 9
Begin 2000 haakt Nuon namelijk af als financier van het succes van <strong>Vitesse</strong> en vertrekt ook de<br />
voorzitter van <strong>Vitesse</strong>, de drijvende kracht achter de ontwikkelingen in de jaren ‘90. Dat heeft als<br />
gevolg dat het zowel financieel als in de verhoudingen tussen Gelredome en <strong>Vitesse</strong> snel slechter<br />
gaat. De inkomsten van Gelredome uit <strong>Vitesse</strong> vallen grotendeels weg, waardoor de exploitatie van<br />
het Gelredome problematisch wordt. De twee partijen trekken elkaar het slop in. Daarnaast komt<br />
een spanning naar boven die de relatie tussen beide partijen vanaf het begin af aan overschaduwt,<br />
namelijk over de vraag of het Gelredome een voetbalstadion met bijkomende functies is, of<br />
andersom juist een multifunctioneel complex dat ook geschikt is voor voetbal. Dit verschil in<br />
zienswijze vormt niet alleen een twistpunt tussen de exploitatiemaatschappij Gelredome en <strong>Vitesse</strong>,<br />
maar ook tussen de provincie Gelderland en de voetbalclub <strong>Vitesse</strong>.<br />
De financiële problemen van Gelredome worden in de eerste helft van 2001 steeds nijpender. De<br />
bestaande financieringslasten kunnen onmogelijk uit de lopende exploitatie worden opgebracht. Dat<br />
leidt er toe dat de betaling aan diverse schuldeisers gestopt wordt. Voldoende reden voor<br />
Gelredome om zich met haar problemen bij de provincie te melden en op zoek te gaan naar een<br />
oplossing. Deze wordt onder meer gezocht in betrokkenheid van private financiers, die bereid zijn<br />
op zachte voorwaarden te financieren.<br />
Medio 2001 wordt echter ook bij de KNVB duidelijk dat er bij <strong>Vitesse</strong> problemen zijn, als deze de<br />
licentieaanvraag voor het seizoen 2001-2002 moet beoordelen. De KNVB constateert een groot<br />
exploitatietekort en een grote schuld aan Nuon. De KNVB maakt de licentie onder meer afhankelijk<br />
van het afdekken van het exploitatietekort. Daartoe stellen de private investeerders een plan op dat<br />
inhoudt (a) het realiseren van bezuinigingen bij <strong>Vitesse</strong> (b) de herfinanciering van <strong>Vitesse</strong> door de<br />
private financiers van de club en (c) een huurverlaging van het stadion. De laatste twee zaken<br />
dienen vrijwel het volledige exploitatietekort te dekken. In deze periode wordt tevens de grote<br />
schuld van <strong>Vitesse</strong> aan Nuon met behulp van de private financiers afgekocht.<br />
Veel betrokkenen stellen dat de gegroeide situatie te wijten is aan het feit dat <strong>Vitesse</strong> en Gelredome<br />
op te grote voet leven. Dat is begonnen in de jaren ’90 en beschreven in het boek ‘Verspeelde<br />
energie’ van de journalist Joost van Mierlo. Hoewel de ambities om mee te spelen op het hoogste<br />
Europese niveau nog wel bewaarheid worden – zo verslaat <strong>Vitesse</strong> in november 2002 nog Werder<br />
Bremen in de UEFA-cup – raakt de club en daarmee het Gelredome in steeds zwaarder weer. Een<br />
belangrijke pijler van het vertrouwen in <strong>Vitesse</strong> in die jaren bestaat uit de gedachte dat de club<br />
enorme bedragen kan binnenhalen uit transferinkomsten. Die gedachte blijkt in later jaren maar zeer<br />
beperkt gerealiseerd te kunnen worden.<br />
De gemeente maakt zich door de ontwikkelingen ondertussen niet alleen zorgen over de financiële<br />
positie van het Gelredome, maar ook over <strong>Vitesse</strong>. Langzaam wordt ook bij de gemeente bekend<br />
dat de club diep in de rode cijfers staat sinds het afhaken van Nuon als hoofdsponsor en het vertrek<br />
van de voorzitter. Ze laat daarom een onderzoek doen naar de exploitatiemogelijkheden van<br />
<strong>Vitesse</strong> en Gelredome. De conclusie daarvan luidt, dat een nauwe samenwerking tussen club en<br />
stadion nodig is voor een goede toekomstige exploitatie. De exploitatie is alleen sluitend te maken<br />
in een scenario waarin <strong>Vitesse</strong> permanent in de top zes van de Nederlandse eredivisie eindigt en<br />
Europees voetbal speelt.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 10
In die context vindt –zonder de gemeente- op zondag 1 juli 2001, tijdens de<br />
(paarden)sportmanifestatie Champion <strong>Arnhem</strong>, een informele bespreking plaats tussen een viertal<br />
gedeputeerden van de provincie Gelderland, enkele private financiers van <strong>Vitesse</strong>,<br />
vertegenwoordigers van Nuon en twee projectontwikkelaars. In vervolg daarop vindt op 2 juli 2001<br />
een bespreking plaats op het provinciehuis tussen dezelfde personen. Tijdens deze bespreking is<br />
over allerlei oplossingen gesproken, onder meer ook over de noodzaak van een huurverlaging voor<br />
<strong>Vitesse</strong>. Uiteindelijk zijn er, zo heeft de rechter in juli 2008 3 bepaald, afspraken gemaakt over het<br />
verlagen van de huur van het Gelredome voor <strong>Vitesse</strong> door de provincie Gelderland en het in ruil<br />
daarvoor doen van investeringen in <strong>Vitesse</strong> door de private financiers. De hardheid van die afspraak<br />
is in de volgende jaren onderwerp geweest van de hierboven aangehaalde rechtszaak. Uiteindelijk<br />
is een huurverlaging voor <strong>Vitesse</strong> uitgebleven. De private financiers hebben echter wel behoorlijk<br />
geïnvesteerd in <strong>Vitesse</strong>.<br />
De interesse van projectontwikkelaars om betrokken te zijn bij een oplossing komt regelmatig aan<br />
de orde vanaf 2000. Hun belangstelling wordt niet alleen gewekt vanwege Gelredome zelf, maar<br />
vooral door de mogelijkheden die de ontwikkeling van het gebied rondom het stadion hen biedt. Om<br />
deze te kunnen realiseren is uiteraard betrokkenheid van de gemeente noodzakelijk, alleen al als<br />
het gaat om de vaststelling van bestemmingsplannen en het verlenen van vergunningen voor<br />
mogelijke ontwikkelingen. De gemeente is op die manier ook verbonden met het oplossen van de<br />
problematiek rondom het Gelredome. Aangezien de gemeente grote ambities met de<br />
stadsontwikkeling heeft (zij is in deze jaren bezig met de ontwikkeling van een aantal grote<br />
projecten in het centrum van de stad: zoals het Rijnbooggebied en het gebied rondom het centraal<br />
station), is voor de gemeente de ontwikkeling van <strong>Arnhem</strong>-Zuid – waaronder het gebied rond<br />
Gelredome - pas op langere termijn aan de orde. Het college van B&W heeft deze strategie helder<br />
voor ogen. Mede daarom is zij terughoudend met het betrekken van deze private partijen.<br />
Als in september 2001 blijkt dat Provinciale Staten van Gelderland niet bereid zijn om een<br />
herfinanciering van Gelredome eigenstandig te steunen, gaat Gelredome daarom praten met haar<br />
schuldeisers, waaronder het bankenconsortium, over mogelijke sanering. Dat leidt uiteindelijk in<br />
februari van 2002 tot een concept “Reddingsplan Gelredome”. Hierin wordt de schuldenlast van<br />
Gelredome teruggebracht van NLG 93 miljoen (middels betaling van NLG 38 miljoen aan<br />
schuldeisers) tot een schuld van NLG 31 miljoen. Dat laatste bedrag bestaat voor NLG 26 miljoen<br />
uit een achtergestelde lening van de provincie. Zowel de gemeente als de provincie geven in 2002<br />
aan bereid te zijn een deel van de benodigde herfinancieringmiddelen voor hun rekening te nemen.<br />
Voor de motivatie van betrokkenheid van de gemeente zijn in deze periode nog weinig in<br />
beleidsstukken aanwijsbare argumenten te vinden. Van sport-inhoudelijke beleidsuitgangspunten<br />
die de financiële betrokkenheid van de gemeente bij de redding van het Gelredome en <strong>Vitesse</strong><br />
rechtvaardigen is in ieder geval geen sprake.<br />
3 Uitspraak 3 juni 2008, derde civiele Kamer rechtbank <strong>Arnhem</strong>, zaaknummer 104.002.410, rolnummer<br />
2006/720<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 11
2.3 De gemeente raakt betrokken bij <strong>Vitesse</strong><br />
Begin 2002 is dus een rijk palet aan belangen en partijen ontstaan. Daar is, om te beginnen, <strong>Vitesse</strong><br />
met in het bestuur een aantal investeerders. Tegelijkertijd is daar het Gelredome met een aantal<br />
grotere en kleinere schuldeisers waaronder zowel marktpartijen als de provincie en de GOM.<br />
Verschillende partijen hebben belang bij zelfstandig voortbestaan van het Gelredome. Zij achten de<br />
multifunctionaliteit van het stadion voor de toekomstige exploitatie essentieel. De provincie, maar<br />
ook het Gelredome zelf en de GOM voelen er dus niets voor om Gelredome en <strong>Vitesse</strong> samen te<br />
voegen, bijvoorbeeld in een holding. Zij pleiten juist voor het uit elkaar halen van beide partijen. Er<br />
ligt een door Gelredome zelf geïnitieerd reddingsplan voor het Gelredome waarin de provincie<br />
achterblijft als schuldeiser, samen met een private partij.<br />
De gemeente raakt in deze periode daadwerkelijk betrokken bij de situatie: voor haar is het<br />
belangrijk dat het Gelredome blijft bestaan, en dat kan alleen als <strong>Vitesse</strong> overeind blijft. Maar ook<br />
los daarvan ziet de gemeente natuurlijk het belang in van de club voor de stad. Het aanwezige<br />
reddingsplan voor het Gelredome biedt echter geen direct soelaas voor <strong>Vitesse</strong>. Het college besluit<br />
dan ook op 12 maart 2002 tot het verlenen van een kredietfaciliteit aan <strong>Vitesse</strong> waaruit de club op<br />
basis van behoefte kan putten. Deze kredietfaciliteit heeft een tijdelijk karakter en dient voor 1 juli<br />
2003 volledig te zijn afgelost. Dit besluit wordt vervolgens in maart 2002 besproken met het<br />
seniorenconvent en in de gemeenteraad. Het algemene gevoel in de raad is dat enerzijds het<br />
voortbestaan van <strong>Vitesse</strong> voor de gemeente van evident belang is, maar dat er anderzijds aan het<br />
verstrekken van een geldlening grote financiële risico’s voor gemeente zijn verbonden.<br />
De gemeente laat zich om drie redenen in met de financiële problemen van <strong>Vitesse</strong> en Gelredome.<br />
Ten eerste wil zij op langere termijn de grond rondom het stadion zelf kunnen ontwikkelen. Ten<br />
tweede zou het faillissement van Gelredome niet goed zijn voor de uitstraling van de stad. Het<br />
Gelredome kan alleen openblijven als <strong>Vitesse</strong> er succesvol in blijft spelen. De derde reden is dat<br />
een deel van de raad wil aansluiten bij de gevoelens die leven in de stad over de onwenselijkheid<br />
van een faillissement van <strong>Vitesse</strong>. De gemeente moet dus iets doen.<br />
Voor het besluit heeft het college zich geïnformeerd over de situatie bij <strong>Vitesse</strong> en dan met name<br />
over de exploitatiemogelijkheden. Om de risico’s voor de gemeente te beperken heeft de gemeente<br />
bij de verstrekking van de kredietfaciliteit zekerheden bedongen, in de vorm van pandrechten. De<br />
gemeente en <strong>Vitesse</strong> komen overeen dat de gemeente een pandrecht heeft op onder meer de<br />
aandelen <strong>Vitesse</strong>, de televisierechten van <strong>Vitesse</strong>, de KNVB licentie en de transfersommen. Verder<br />
wordt een <strong>Gemeente</strong>lijke Budgetcommissie ingesteld die toezicht houdt op de uitgaven van de club.<br />
Het krediet wordt verstrekt tegen marktconforme voorwaarden (met een rente van 9,7 %).<br />
Afgesproken wordt dat <strong>Vitesse</strong> toewerkt naar een sluitende begroting in 2005 – 2006. In de maand<br />
april krijgt <strong>Vitesse</strong> al voor het eerst enkele malen daadwerkelijk geld uit de kredietfaciliteit.<br />
De situatie die op dat moment ontstaat kan als volgt schematisch worden weergegeven (zie het<br />
volgende schema). De gemeente leent geld aan <strong>Vitesse</strong> BV (waarvan de stichting Betaald Voetbal<br />
de eigenaar is). Daarnaast staat het Gelredome, dat nog steeds te maken heeft met diverse<br />
schuldeisers, waaronder de provincie. Het voorstel voor sanering van de schulden van het<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 12
Gelredome uit februari ligt er nog en wacht op medewerking van de provincie en de gemeente.<br />
Zowel de gemeente als de provincie heeft relaties met enkele van de schuldeisers. Het gaat<br />
bijvoorbeeld dan om OHRA en de GOM.<br />
In deze situatie bestaat opnieuw interesse van een projectontwikkelaar om te participeren in een<br />
oplossing. De ontwikkelaar in kwestie stuurt in juni 2002 een concreet voorstel voor een oplossing<br />
naar het college van B&W. Het college besluit deze oplossing af te keuren op grond van de<br />
ontwikkelambities die de ontwikkelaar zou hebben met de gebieden rondom het Gelredome. Ook<br />
andere ontwikkelaars tonen met een zekere frequentie interesse om te participeren in een<br />
oplossing.<br />
Op het moment dat de gemeente financiering gaat verstrekken aan <strong>Vitesse</strong>, middels de<br />
kredietfaciliteit, worden inzichten opgesteld over de exploitatiemogelijkheden van <strong>Vitesse</strong>. Wat<br />
echter ontbreekt is een compleet overzicht van de kasstromen en verplichtingen van <strong>Vitesse</strong>, onder<br />
meer richting de private financiers. Dit overzicht is in latere maanden ook niet tot stand gekomen.<br />
Het is achteraf bezien ongelukkig dat dit overzicht niet is gemaakt, omdat het beeld van de situatie<br />
van <strong>Vitesse</strong> voor de gemeente en andere betrokken partijen onvolledig blijft.<br />
2.4 De gemeente bepaalt haar inzet<br />
In de eerste helft van 2002 laat het college van <strong>Arnhem</strong> onderzoek doen naar de financiële situatie<br />
van <strong>Vitesse</strong> en Gelredome. In juni begint het college van <strong>Arnhem</strong> met het bepalen van haar positie<br />
in de herfinanciering van Gelredome. Gedurende de zomer wordt hieraan, in samenspraak met de<br />
provincie Gelderland, gewerkt. De gemeente en provincie staan immers gezamenlijk voor de vraag<br />
of zij mee zullen werken aan een sanering, terwijl de instemming van overige schuldeisers al in<br />
vergevorderd stadium is.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 13
Al vroeg in die zomer bepaalt het college haar primaire inzet, namelijk voor publieke regie op de<br />
ontwikkelingen rondom Gelredome en daarmee ook op de schuldsanering. De gemeente kiest<br />
hiervoor, om grip te behouden op de (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen rondom het<br />
Gelredome. Hiermee kiest de gemeente ook voor een verdere gemeentelijke betrokkenheid bij het<br />
dossier <strong>Vitesse</strong>/Gelredome. De keuze voor “geregisseerde schuldsanering” zoals die door het<br />
college wordt besproken staat nog in het licht van een mogelijke betrokkenheid van een<br />
projectontwikkelaar bij de oplossing. Deze optie wordt, gelet op de hiervoor genoemde<br />
overwegingen, snel losgelaten.<br />
Een belangrijk geschilpunt wordt dan de verhouding tussen de provincie en de gemeente in de<br />
schuldsanering. Tot begin september stelt de gemeente zich op het standpunt dat zij alleen bereid<br />
is mee te werken aan een schuldsanering indien de provincie haar achtergestelde lening op het<br />
Gelredome schrapt. Via deze lening heeft de provincie een positie in het bestuur van het<br />
Gelredome. Duidelijk wordt dan echter dat Provinciale Staten van Gelderland geen afstand willen<br />
doen van de achtergestelde lening. De gemeente <strong>Arnhem</strong> stemt dan toch in met participatie in de<br />
herfinanciering, ook al houdt de provincie vast aan deze lening.<br />
Het college doet, op basis van al het werk van die zomer, dan een voorstel aan de raad tot het<br />
kopen van gronden rondom het stadion en het verstrekken van een lening aan het Gelredome. Ook<br />
de provincie zal participeren in de schuldsanering. <strong>Gemeente</strong> en provincie zullen beiden<br />
bestuurders van Gelredome aanwijzen. Het debat in de raad op 12 september 2002 gaat niet over<br />
één nacht ijs: het gaat immers om veel geld, maar ook om grote belangen en risico’s. Veel partijen<br />
vinden dat zij voor een moeilijke afweging worden gesteld. In de raad wordt gevraagd om<br />
verduidelijking van de positie van <strong>Vitesse</strong> in het geheel. Het sluitend zijn van de exploitatie van<br />
Gelredome is namelijk mede afhankelijk van de realisatie van de vanuit <strong>Vitesse</strong> afkomstige<br />
huurinkomsten. Inzage in de financiële positie van <strong>Vitesse</strong> wordt echter niet gegeven. Uiteindelijk<br />
stemt de raad in met de schuldsanering van Gelredome, die bekend is als de ‘herfinanciering<br />
Gelredome’.<br />
Resumerend verandert de positie van de gemeente in de periode 2000 – september 2002<br />
aanzienlijk. Had de gemeente in 2000 geen noemenswaardige betrokkenheid bij<br />
<strong>Vitesse</strong>/Gelredome; in september 2002 neemt zij het grootste deel van de herfinanciering van<br />
Gelredome voor haar rekening. Daarbij heeft het college, ondersteund door de gemeenteraad,<br />
duidelijk positie gekozen om grip te krijgen en houden op de ruimtelijke ontwikkelingen rondom<br />
Gelredome. Een ‘stadshart Zuid’ is ook voor enkele politieke partijen een aantrekkelijk perspectief,<br />
waarbij het college overigens het standpunt huldigt dat ontwikkeling pas op langere termijn plaats<br />
dient te vinden.<br />
De gemeente kiest in eerste aanleg voor een oplossing waarin ook de provincie haar achtergestelde<br />
lening- en daarmee haar zeggenschap - inbrengt in de herfinanciering (en dus opzegt), om zo te<br />
zorgen dat de gemeente zelfstandig grip krijgt op het Gelredome en de provincie geen financiële<br />
belangen meer heeft in het stadion. Als duidelijk wordt dat de provincie haar lening niet in wil<br />
brengen, neemt de gemeente daar genoegen mee.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 14
2.5 Grotere problemen bij <strong>Vitesse</strong> nopen tot alternatief voor herfinanciering<br />
In de uitvoering van de vastgestelde herfinanciering<br />
van Gelredome blijkt al snel dat de financiële<br />
problemen van <strong>Vitesse</strong> dusdanig omvangrijk zijn, dat<br />
de benodigde huurinkomsten voor Gelredome niet<br />
door <strong>Vitesse</strong> opgebracht kunnen worden. Hiermee<br />
komt de gehele herfinanciering op losse schroeven<br />
te staan. Niet alleen geeft de gemeentelijke<br />
budgetcommissie hierover een signaal richting het<br />
college af, ook een projectontwikkelaar komt op<br />
verzoek van <strong>Vitesse</strong> met een nieuw businessplan<br />
voor de club.<br />
Voor het college en <strong>Vitesse</strong> is dit voldoende reden om in november 2002 voor het eerst bij elkaar te<br />
komen in een ‘bestuurlijk overleg’. Duidelijk is, dat de begroting van <strong>Vitesse</strong> voor het seizoen<br />
2002/2003 een omvangrijk tekort laat zien. <strong>Vitesse</strong> heeft aangegeven op korte termijn aanspraak te<br />
moeten maken op het nog resterende deel van de eerder door de gemeente <strong>Arnhem</strong> verstrekte<br />
kredietfaciliteit. Aangezien het college er niet gerust op is dat <strong>Vitesse</strong> daarmee gered is, wil zij van<br />
<strong>Vitesse</strong> duidelijkheid krijgen over haar (toekomstige) financiële situatie. In december van 2002 krijgt<br />
een adviesbureau in dat licht de opdracht om onderzoek te doen naar de huidige en toekomstige<br />
exploitatie van Gelredome en <strong>Vitesse</strong>. Dit onderzoek zal uiteindelijk als het project ‘De Verlenging’<br />
bekend komen te staan.<br />
Werken aan een nieuwe oplossing<br />
Tijdlijn gebeurtenissen eind 2002 – eind 2003<br />
• September 2002 – besluit<br />
herfinanciering Gelredome<br />
Grotere problemen bij <strong>Vitesse</strong> nopen<br />
gemeente tot wijziging plannen<br />
• Mei/juni 2003 – besluit<br />
reddingsplan <strong>Vitesse</strong> – Gelredome<br />
Gebrek aan overeenstemming met<br />
partijen noopt tot nieuwe uitwerking plan<br />
• Oktober 2003 – besluit<br />
uitwerking reddingsplan in<br />
Raamovereenkomst<br />
In de maanden die volgen wordt door gemeente en <strong>Vitesse</strong> intensief samengewerkt aan een<br />
oplossing. De bemoeienis van de gemeente met <strong>Vitesse</strong> wordt intensiever. Het bestuurlijk overleg,<br />
waarin twee wethouders, enkele ambtenaren en vertegenwoordigers van directie en bestuur van<br />
<strong>Vitesse</strong> participeren, komt zeer regelmatig bij elkaar en daarin wordt ook op zeer operationeel<br />
niveau gesproken over oplossingen voor <strong>Vitesse</strong>. Door de partijen wordt bepaald dat de tijdelijke<br />
lening voor <strong>Vitesse</strong> omgezet zal moeten worden naar een permanente lening en dat gekeken moet<br />
worden naar de hoogte van de huur die <strong>Vitesse</strong> aan Gelredome betaalt. Gedacht wordt aan een<br />
herfinancieringconstructie waarbij club en stadion onder een holding worden gebracht.<br />
Het proces naar deze oplossing verloopt stroef en het bereiken van consensus met andere<br />
betrokken partijen blijkt lastig. Opvallend is bijvoorbeeld dat het Gelredome blijft aandringen op<br />
uitvoering van de herfinanciering van eind 2002 - terwijl binnen de gemeente al duidelijk is dat dit<br />
onvoldoende soelaas zal bieden - en dat er onenigheid is over eigendom- en<br />
zeggenschapsverhoudingen tussen gemeente en provincie. Tevens spreekt het college uit dat er in<br />
het bestuur van <strong>Vitesse</strong> en Gelredome schoon schip dient te worden gemaakt. In april 2003<br />
bevestigt het bestuur van Gelredome haar medewerking hierin. Bij <strong>Vitesse</strong> vormt vooral de positie<br />
van private financiers van de club in het bestuur een heikel punt voor de gemeente. Ook het bestuur<br />
van <strong>Vitesse</strong> stemt in april 2003 in met de eis van de gemeente om hun bestuursposities ter<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 15
eschikking te stellen, mede omdat zij geen andere optie ziet om de continuïteit van <strong>Vitesse</strong> te<br />
verzekeren.<br />
De gemeente heeft in 2002 en 2003 een heldere lijn als het gaat om de positie van zittende<br />
bestuurders van zowel <strong>Vitesse</strong> als Gelredome. Deze dienen van het toneel te verdwijnen bij het<br />
bereiken van een oplossing. Vanuit het oogpunt van het scheiden van belangen en<br />
verantwoordelijkheden is die lijn (in ieder geval voor de positie van de investeerders-bestuursleden<br />
van <strong>Vitesse</strong>) achteraf bezien begrijpelijk. Minder begrijpelijk is het gewicht dat aan deze<br />
schoonmaak wordt toegekend door de gemeente. Het heeft in ieder geval geleid tot een ‘bezwaard’<br />
proces, omdat betrokkenen zich gebruuskeerd voelen door deze opstelling terwijl zij toch betrokken<br />
blijven. Achteraf gezien kan getwijfeld worden over de proportionaliteit van deze randvoorwaarde.<br />
Medio april poogt het college voor het eerst om het ‘Reddingsplan’ te laten vaststellen in de<br />
gemeenteraad. Een zeer tumultueuze, maar korte vergadering leidt uiteindelijk tot uitstel van<br />
behandeling tot 12 juni 2003. Half april stuurt de gemeente dan het definitieve Reddingsplan naar<br />
de gemeenteraad. Het voorstel behelst:<br />
• Aankoop van het stadion, de grond rondom het stadion inclusief de vier hoeken.<br />
• Een lening aan <strong>Vitesse</strong> van € 5,4 miljoen (zoals al eerder toegezegd via kredietfaciliteit) en<br />
voorfinanciering van huur loges <strong>Vitesse</strong> voor 20 jaar, kosten: € 4,6 miljoen. Deze bedragen<br />
tellen samen op tot de € 10 miljoen aan liquiditeiten waar <strong>Vitesse</strong> het volgende seizoen over kan<br />
beschikken.<br />
• In totaal wordt een bedrag van € 27,5 miljoen beschikbaar gesteld.<br />
Op 12 juni stemt de raad dan, na uitgebreide beraadslagingen, in met het reddingsplan.<br />
Onmiddellijk wordt een stuurgroep opgezet (met daarin wethouders, ambtenaren, en een<br />
ingehuurde procesmanager) die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het reddingsplan. Een<br />
van de eerste constateringen die de stuurgroep moet doen is haar opdracht niet zonder meer is uit<br />
te voeren, omdat instemming van een aantal kernpartijen (de provincie en het Gelredome)<br />
ontbreekt. Omdat bovendien in de ogen van leden van de stuurgroep de financiële onderbouwing<br />
van het reddingsplan onvoldoende is, staat de stuurgroep al snel voor de taak om een nieuwe<br />
oplossing te bedenken. Dat is lastig, want de raad volgt het proces in die periode zeer kritisch. Het<br />
proces dient snel en vooral binnen de door de raad gestelde kaders te worden uitgevoerd.<br />
Het bestuur van <strong>Vitesse</strong> staat in deze periode onder behoorlijke druk van de KNVB, vooral in het<br />
licht van het verkrijgen van de KNVB-licentie voor het nieuwe seizoen. In eerste instantie geeft de<br />
KNVB deze licentie af onder opschortende voorwaarden, die onder meer inhouden dat <strong>Vitesse</strong> moet<br />
laten zien dat zij voldoende liquiditeit tot haar beschikking heeft. In juni trekt de KNVB de licentie<br />
weer in omdat <strong>Vitesse</strong> onvoldoende onderbouwing van de liquiditeit heeft gegeven. De gemeente<br />
bevestigt aan het einde van juni aan de KNVB dat het reddingsplan binnen de gemeente is<br />
aangenomen en dat <strong>Vitesse</strong> voor komend seizoen de beschikking heeft over voldoende financiële<br />
middelen. Begin juli maakt zij dit concreter door de KNVB te bevestigen dat <strong>Vitesse</strong>, indien het<br />
gemeentelijk reddingsplan wordt uitgevoerd, de beschikking krijgt over € 10 miljoen liquide<br />
middelen. Door negatieve berichtgeving in de Gelderlander over de haalbaarheid van het<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 16
eddingsplan vraagt de KNVB dan nogmaals een garantie van de gemeente dat zij € 10 miljoen aan<br />
<strong>Vitesse</strong> ter beschikking zal stellen. Die geeft de gemeente, en dat is voor de KNVB voldoende<br />
zekerheid: zij geeft dan ook per omgaande de licentie af.<br />
Tot het raadsbesluit op 12 juni 2003 is de gemeente al ruim een jaar betrokken bij de problemen<br />
van Gelredome en <strong>Vitesse</strong>. Het is dan ook vreemd, dat een uitgebreid raadsvoorstel voor het<br />
Reddingsplan door het college aan de raad is voorgelegd en goedgekeurd, terwijl over de<br />
medewerking hieraan met cruciale partijen nog geen overeenstemming is bereikt. De verwachtingen<br />
van de gemeente enerzijds en de provincie en Gelredome anderzijds over de realiteitszin van de<br />
voorgestelde oplossing lagen onverantwoord ver uit elkaar.<br />
Uitwerking van het reddingsplan<br />
Vooral de onderhandelingen die volgen met het Gelredome staan in de stuurgroep centraal en<br />
verlopen moeizaam. De positie van <strong>Vitesse</strong> is in die onderhandelingen een afhankelijke. Het<br />
Gelredome concentreert zich op haar eigen belangen en zet de onderhandelingen hard in. Zo keert<br />
zij zich fel tegen de door de gemeente voorgestelde holding constructie. Deze principe<br />
overeenkomst wordt door het Gelredome tijdens de onderhandelingen van tafel geveegd. De<br />
spanningen lopen hoog op. De onderhandelingen vinden plaats onder grote tijdsdruk: de gemeente<br />
moet met de uitkomsten van het overleg diezelfde week nog naar de raad, die zeer kritisch is over<br />
de uitvoerbaarheid van het plan. De burgemeester heeft daarin geïntervenieerd en weet hierin<br />
voortgang te bewerkstelligen. Daarnaast bereikt Gelredome dat de gemeente het risico van het<br />
uitblijven van de huurbetaling door <strong>Vitesse</strong> op zich neemt. Voor de eigen exploitatiemaatschappij<br />
bedingt zij een flexibele huur, en bovendien laat zij een beheersvergoeding voor het stadion<br />
vastleggen. Op 18 juli 2003 wordt daardoor principeovereenstemming met het Gelredome bereikt.<br />
De contracten hiervoor zijn voorbereid door de advocaten van het Gelredome. Deze<br />
principeovereenkomst wordt in de loop van de zomer verder uitgewerkt en krijgt zijn definitieve<br />
beslag in de raamovereenkomst van 22 september 2003.<br />
Naast de onderhandelingen met Gelredome heeft de stuurgroep ook een taak in de richting van<br />
<strong>Vitesse</strong>, die immers onderdeel is van het reddingsplan. Voor het zittende bestuur van <strong>Vitesse</strong> is de<br />
boodschap van de gemeente dat er schoon schip gemaakt moet worden hard aangekomen. Niet in<br />
het minst omdat er al een beoogd voorzitter door de gemeente is aangewezen. Zodra de<br />
toezegging voor de KNVB-licentie definitief binnen is, vertrekt dan ook een groot deel van het<br />
<strong>Vitesse</strong>-bestuur. Begin juli zijn er dan nog slechts interim-bestuurders –leden van het oude bestuurover<br />
bij <strong>Vitesse</strong>. De zoektocht naar nieuwe leden van het bestuur van de Stichting Betaald Voetbal<br />
<strong>Vitesse</strong> en de Raad van Commissarissen van <strong>Vitesse</strong> B.V. leidt lange tijd niet tot resultaten. Wel<br />
vindt de stuurgroep die zomer een interim-manager die verantwoordelijk is voor het inzetten van de<br />
sanering bij de club.<br />
In alle overleggen die in de zomer nog volgen en waarin <strong>Vitesse</strong> aan de orde is, wordt duidelijk dat<br />
het bereiken van een definitieve oplossing voor de club niet eenvoudig is. Daarbij zijn de<br />
informatiebronnen bovendien summier, want gebaseerd op het rapport De Verlenging, waaruit blijkt<br />
dat het verantwoordelijke bureau niet over alle relevante juridische overeenkomsten tussen <strong>Vitesse</strong><br />
en andere partijen heeft kunnen beschikken. Uit de overzichten van die zomer blijkt bijvoorbeeld dat<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 17
tot seizoen 2005/2006 een veel groter tekort bestaat dan door de herfinanciering kan worden<br />
goedgemaakt. Tijdens een stuurgroepbijeenkomst in de tweede helft van juli 2003 wordt al<br />
opgemerkt dat “Op basis van de thans beschikbare gegevens en inzichten het financiële beeld niet<br />
sluitend [is] te maken”. Als de gemeenteraad op 1 oktober instemt met de definitieve overeenkomst<br />
die hoort bij het reddingsplan (de zogenaamde Raamovereenkomst) zijn nog vele notities gevolgd<br />
over de stand van zaken bij <strong>Vitesse</strong>. Dat deze herfinanciering onvoldoende was en dat hiermee<br />
<strong>Vitesse</strong> niet structureel geholpen kon worden was dus bekend. Of de gemeenteraad hier ook<br />
voldoende van op de hoogte was kunnen wij uit de beschikbare documentatie niet herleiden.<br />
Uiteindelijk stemt de gemeenteraad op 1 oktober 2003 in met de die zomer gerealiseerde oplossing,<br />
door middel van de Raamovereenkomst reddingsplan Gelredome-<strong>Vitesse</strong> (hierna: de<br />
Raamovereenkomst). Belangrijke overweging is het feit dat er een ontwikkelingsvisie klaarligt voor<br />
<strong>Arnhem</strong>-Zuid en dat er nu daadwerkelijk met marktpartijen kan worden gepraat over de ontwikkeling<br />
van de gronden rondom Gelredome. Dit is voor enkele partijen reden om in te stemmen met de<br />
participatie van de gemeente in de oplossing rondom <strong>Vitesse</strong> en Gelredome.<br />
De raad en het college van de gemeente <strong>Arnhem</strong> hebben zich in 2003, niet zelden in een<br />
emotionele zeer geladen sfeer in de stad, intensief bemoeid met de situatie rondom Gelredome en<br />
<strong>Vitesse</strong>. In alle overwegingen binnen de gemeente heeft dominant een tweetal motieven centraal<br />
gestaan. Enerzijds ging het met name om het verkrijgen en houden van controle over de<br />
ontwikkelingen van het gebied rondom Gelredome. Anderzijds stond de ‘budgetneutraliteit’ – in<br />
andere bewoordingen mocht de redding de gemeente uiteindelijk niets kosten - hoog in het vaandel.<br />
Opgemerkt dient te worden dat deze, ook in de raad breed gesteunde belangen,weliswaar helder<br />
zijn, maar ook zeer weinig affiniteit met het ‘voetbal’ in de stad verraden, hoewel sommige<br />
betrokkenen wel degelijk het gevoel hebben het voor <strong>Vitesse</strong> te doen.<br />
De relatie tussen Betaald Voetbal Organisaties en gemeenten is in Nederland een gecompliceerde.<br />
Dat wordt bevorderd doordat de gemeente voor veel voetbalclubs als laatste redder in nood wordt<br />
gezien. Uit die positie kunnen gemeenten moeilijk ontsnappen, vanwege het maatschappelijke<br />
belang dat aan voetbal wordt toegekend en omdat een faillissement van een club onherroepelijk<br />
leidt tot een ‘lege, lelijke betonnen bak’ in de stad. <strong>Gemeente</strong>n staan daarom – in verschillende<br />
mate van vrijwilligheid - vrijwel altijd aan de lat bij het oplossen van problemen. Hoewel gemeenten<br />
in beginsel kunnen weigeren in te gaan op hulpverzoeken, blijkt dat zij zich in de praktijk vrijwel altijd<br />
genoodzaakt zien om de helpende hand toe te steken. Het is daardoor, met andere woorden, voor<br />
gemeenten formeel zeer wel mogelijk maar in praktijk vaak zeer lastig om géén financiële relatie<br />
met een betaald voetbal club te hebben. Daar komt bij, dat een gemeente met het oog op veiligheid<br />
en sportbeleid hoe dan ook een relatie met een voetbalclub moet onderhouden.<br />
In dat licht valt des te meer op dat een visie op het belang en de wijze van omgang met de club<br />
<strong>Vitesse</strong> in <strong>Arnhem</strong> ontbreekt. Er is wel een visie op Gelredome en de ontwikkeling van de grond,<br />
maar geen visie op wat de gemeente wil met <strong>Vitesse</strong> voor de stad <strong>Arnhem</strong>. Voorafgaand aan 2003,<br />
en ook daarna, is geen sprake van een coherente visie op de wijze waarop de gemeente om wil<br />
gaan met het betaald voetbal. Ook in de debatten in de gemeenteraad wordt hieraan vrijwel geen<br />
aandacht besteed. Het ontbreken van een duidelijke visie is zowel het college als de raad aan te<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 18
ekenen. Het afwegingskader voor het al dan niet steunen van <strong>Vitesse</strong> heeft zich daardoor beperkt<br />
tot de eerder genoemde belangen rondom Gelredome en de beoogde budgetneutraliteit.<br />
De gemeenteraad is door het college in 2003 frequent geïnformeerd en de raad heeft veel van de<br />
informatie gekregen waarom zij heeft verzocht. Dit geldt met name rondom de belangrijke<br />
momenten van besluitvorming in juni en oktober van 2003. In de periode daartussen is de raad<br />
bovendien regelmatig bijgepraat. Over de frequentie van de informatievoorziening is dan ook een<br />
positief oordeel te vellen. Tevens constateren we dat het college gepoogd heeft de alle bij haar<br />
beschikbare informatie met de raad te delen Bij de volledigheid en de grondigheid van die informatie<br />
is echter wel een aantal kanttekeningen te plaatsen.<br />
De gemeente kon er namelijk in twee opzichten van op de hoogte zijn dat haar plannen niet de<br />
totaaloplossing boden die ze op het eerste gezicht wel beloofden. Dat inzicht is door het college<br />
onvoldoende gedeeld met de gemeenteraad. Ten eerste geldt dit rond het vaststellen van het<br />
reddingsplan in juni 2003. De onderhandelingen met Gelredome en provincie Gelderland hadden<br />
duidelijk gemaakt dat deze partijen grote moeite hadden met de voorgestelde oplossing (en dan<br />
vooral met de voorgestelde holding boven <strong>Vitesse</strong> en Gelredome). Bovendien had de gemeente<br />
zowel de bestuurders van <strong>Vitesse</strong> als van Gelredome de wacht aangezegd. Daardoor waren de<br />
verhoudingen tussen gemeente en andere partijen bezwaard geraakt. Het had in de lijn der<br />
verwachtingen gelegen als het college meer informatie hierover met de raad had gedeeld, zodat zij<br />
zich bewust zou zijn geweest van de precaire verhoudingen waarbinnen het reddingsplan zou<br />
moeten worden uitgevoerd.<br />
Ook rondom een tweede aspect hadden inzichten beter gedeeld kunnen worden. Dit geldt rondom<br />
de vraag in hoeverre met het reddingsplan en de raamovereenkomst een duurzame redding voor<br />
<strong>Vitesse</strong> werd geboden. Vooral gedurende de zomer en in september werd duidelijk dat alle<br />
problemen van <strong>Vitesse</strong> niet met de beschikbare financiële middelen waren op te lossen én dat geen<br />
compleet inzicht bestond in de situatie bij <strong>Vitesse</strong>. Bij de raad werd de indruk gewekt alsof het<br />
reddingsplan echt de financiële redding van <strong>Vitesse</strong> betekende.<br />
Deze kanttekeningen hadden op een intensievere wijze aan de raad kunnen worden<br />
voorgehouden.<br />
2.6 De weging van de uitkomsten<br />
De raamovereenkomst waarmee de gemeenteraad op 1 oktober 2003 instemt, omvat op hoofdlijnen<br />
de volgende afspraken:<br />
• De overeenkomst voorziet in verkoop van het stadion en de grond door Gelredome NV aan de<br />
gemeente en in herfinanciering van <strong>Vitesse</strong> door de gemeente en medewerking van de<br />
Provincie aan de overdracht van stadion en de gronden;<br />
• Huur- en gebruiksovereenkomsten tussen de gemeente en BV Gelredome en tussen BV<br />
Gelredome en <strong>Vitesse</strong>, inclusief cessie aan de gemeente door BV Gelredome van de<br />
vorderingen op <strong>Vitesse</strong> inzake de huurpenningen;<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 19
• Verplichting voor BV Gelredome en <strong>Vitesse</strong> om de gemeente ieder kwartaal te informeren over<br />
financiële stand van zaken. Daarnaast is de gemeente gerechtigd twee bestuursleden van de<br />
stichting Gelredome (die eigenaar is van de in positie blijvende Exploitatiemaatschappij<br />
Gelredome; de provincie Gelderland mag de andere twee leden inclusief de voorzitter<br />
benoemen) te benoemen en 1 lid van de raad van commissarissen van <strong>Vitesse</strong>.<br />
• Aanwending van een deel van de koopsom door BV Gelredome voor huur van <strong>Vitesse</strong> van 15<br />
businessloges met vooruitbetaling van de volledige huursom. Deze constructie leidt tot<br />
teleurstelling bij <strong>Vitesse</strong>. Kort gezegd komt het er op neer dat Gelredome de huur voor het<br />
gebruik van 15 business loges in een keer vooruitbetaalt aan <strong>Vitesse</strong>. Bijzonder aan de<br />
constructie is dat <strong>Vitesse</strong> over deze vooruitbetaling moet aflossen waardoor de vooruitbetaling<br />
het karakter van een lening krijgt.<br />
• Herfinanciering van <strong>Vitesse</strong> door de gemeente, waarbij de lopende leningen van <strong>Vitesse</strong> worden<br />
omgezet in een annuïteitenlening voor de duur van 40 jaar, tegen een marktconforme jaarrente.<br />
In een aparte geldleningsovereenkomst verleent <strong>Vitesse</strong> de gemeente daarom een pandrecht<br />
op bestaande en toekomstige vorderingen van <strong>Vitesse</strong> op derden.<br />
De weging van de uitkomsten van het onderhandelingsproces van die zomer leidt bij velen tot de<br />
indruk dat bij het Gelredome (en dan met name bij de apart blijvende exploitatiemaatschappij) met<br />
name zekerheden zijn terechtgekomen en dat vooral verantwoordelijkheden en risico’s bij de<br />
gemeente zijn beland. De partij <strong>Vitesse</strong> ervaart de uitkomst als teleurstellend. Onduidelijk is of het<br />
college van B&W en de raad zich ten tijde van het sluiten van de Raamovereenkomst en de<br />
geldleningovereenkomst bewust zijn geweest van het inherente risico dat het pandrecht in de<br />
praktijk mogelijk onvoldoende zekerheid zou bieden voor de terugbetaling van de geldlening 4 .<br />
Het risico dat het pandrecht geen volledige zekerheid voor de vordering op <strong>Vitesse</strong> zou kunnen<br />
bieden, is een factor die de raad en het college bij de bestuurlijke beoordeling van de inhoud,<br />
haalbaarheid en wenselijkheid van de raamovereenkomst redelijkerwijs hadden moeten betrekken.<br />
Dat is op dat moment niet zichtbaar gebeurd.<br />
De gemeente heeft zich bij de voorbereiding van het Reddingsplan en de daaropvolgende<br />
Raamovereenkomst juridisch laten informeren over de vraag of er met dit plan eventuele sprake zou<br />
zijn van ongeoorloofde staatssteun. Dat bleek - vanwege het publieke belang - niet het geval.<br />
Duidelijk was dat er geen financiële steun zou worden verleend zonder tegenprestaties. Immers,<br />
tegenover de lening stond een (meer dan) marktconforme rente en tegenover de vooruitbetaling<br />
4 Het pandrecht werd op 14 oktober 2003 gevestigd op bestaande en toekomstige vorderingen van <strong>Vitesse</strong> op<br />
derden (kaartverkoopgelden, sponsorgelden, etc.). De hoogte van zulke vorderingen fluctueert van moment tot<br />
moment omdat een onderneming telkens nieuwe vorderingen kan verkrijgen en debiteuren telkens bestaande<br />
vorderingen kunnen inlossen. Om die reden kan nooit van tevoren een uitspraak worden gedaan over de<br />
hoogte van deze zekerheid. Het is bovendien onaannemelijk dat de waarde van het pandrecht op enig moment<br />
de hoogte van de vordering van de gemeente op <strong>Vitesse</strong> zou kunnen evenaren.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 20
stond de huur van de loges voor de komende 20 jaar. In de discussie in de raad werden<br />
staatssteunaspecten echter steeds naar voren gehaald om de principiële onwenselijkheid van<br />
ondersteuning van de club en het stadion te onderstrepen.<br />
Al voor de definitieve goedkeuring door de gemeenteraad op 1 oktober is begonnen met de<br />
voorbereiding van de uitwerking van de raamovereenkomst in deelovereenkomsten. Hierbij wordt al<br />
snel duidelijk dat men met een complex dossier te maken heeft. Er blijken maar liefst 50<br />
overeenkomsten tussen partijen te bestaan, waardoor de nieuw te tekenen overeenkomsten<br />
juridisch mogelijk niet deugdelijk en niet duidelijk zijn op te stellen. Tussen de gemeente, Gelredome<br />
en <strong>Vitesse</strong> wordt over deze 50 overeenkomsten afgesproken, dat ze pas zullen worden aangepast<br />
nadat de raamovereenkomst is ondertekend aangezien het vaststellen daarvan anders teveel<br />
vertraging zou oplopen.<br />
De uitkomsten van het proces van de zomer van 2003 en de weerslag daarvan in de<br />
raamovereenkomst hebben bij vele betrokkenen tot onvrede geleid. De uitkomsten lijken echter ook<br />
een zekere mate van onvermijdelijkheid te hebben. Daaraan dragen twee factoren bij. De eerste is,<br />
dat de gemeente vanaf 2002 een duidelijke positie had gekozen, namelijk dat zij controle over het<br />
Gelredome wilde en daarmee grip op de ruimtelijke ontwikkeling. Het redden van <strong>Vitesse</strong> was<br />
daarin een afgeleide. Vanwege die positionering is het verklaarbaar dat het Gelredome in de<br />
onderhandelingen een sterke positie verwierf en dat <strong>Vitesse</strong> teleurgesteld achter bleef.<br />
Een tweede factor die aan de uitkomsten heeft bijgedragen was de onduidelijkheid over de<br />
bestaande afspraken tussen partijen voorafgaand aan besluitvorming in de gemeenteraad. Deze<br />
ongelukkige omstandigheid heeft ertoe geleid dat in de raamovereenkomsten in feite niet alle<br />
bestaande verhoudingen tussen partijen werden verdisconteerd. Gezien de dan al enige tijd<br />
durende betrokkenheid van de gemeente had hierbij meer overzicht mogen worden verwacht. Het is<br />
ongelukkig te noemen dat op dat ogenblik nog steeds geen totaaloverzicht bestond van de<br />
verplichtingen waaraan <strong>Vitesse</strong> zich had gecommitteerd.<br />
De rest van de herfst wordt dan besteed aan het uitwerken van de raamovereenkomst. In dat<br />
proces is van belang dat er nog geen nieuw bestuur van <strong>Vitesse</strong> is aangesteld. Daardoor ontstaat<br />
de situatie dat bij de club in feite een aantal bestuurders uit het voorgaande bestuur op interimbasis,<br />
aan het bewind blijven.<br />
2.6.1 De zoektocht naar nieuwe bestuursleden en de betekenis voor het vervolg<br />
Het duurt tot 29 november 2003 voordat de nieuwe leden van het Stichtingsbestuur en de Raad van<br />
Commissarissen van <strong>Vitesse</strong> B.V., aangezocht in opdracht en met medewerking van het<br />
gemeentebestuur, samen met enkele wethouders bij elkaar zijn. Op die dag komt het gezelschap bij<br />
elkaar in wat door sommigen wel is omschreven als een ‘constituerend beraad’. De nieuwe leden<br />
zijn, doelbewust, geselecteerd uit de groep mensen met een vooraanstaande maatschappelijke<br />
positie in en rondom <strong>Arnhem</strong>. Het selecteren van deze mensen is niet eenvoudig geweest. Het<br />
vertrouwen in de groep is echter zo groot, dat de gemeente besluit geen gebruik te maken van haar<br />
contractueel recht om een commissaris bij <strong>Vitesse</strong> B.V. te benoemen.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 21
Op die eerste bijeenkomst van 29 november 2003 hebben de meeste betrokkenen echter nog niet<br />
definitief toegezegd om hun nieuwe functie te aanvaarden. Een belangrijke factor bij die<br />
terughoudendheid is dat er voor <strong>Vitesse</strong> in hun ogen bepaald nog geen definitieve oplossing is<br />
gevonden. De financieringspositie van de club zou dusdanig problematisch zijn (gesproken wordt<br />
over een groot negatief eigen vermogen), dat er op termijn nieuwe handreikingen nodig zijn om de<br />
club in leven te houden. Van deze bijeenkomst is geen verslag gemaakt. Betrokkenen hebben<br />
aangegeven dat dit vanwege het karakter van het gesprek - een kennismaking in goed vertrouwen -<br />
niet is gebeurd.<br />
Dat er geen verslag is van hetgeen in deze bijeenkomst is besproken, is achteraf bezien te<br />
betreuren. Over het gewisselde is namelijk later behoorlijke onenigheid ontstaan. Met name<br />
vanwege de verwachting die de nieuwe bestuurders van <strong>Vitesse</strong> hadden, dat opbrengsten uit de<br />
verkoop van het stadion en de ontwikkeling van de gebieden rondom Gelredome door de gemeente<br />
zouden worden gebruikt om <strong>Vitesse</strong> definitief uit de financiële problemen te helpen. De redelijkheid<br />
van deze verwachting is later ontkend door de gemeente.<br />
Voorafgaand aan de bijeenkomst van 29 november 2003 had zich gedurende een jaar een gevoelig<br />
en vaak moeizaam proces afgespeeld. De gemeente had zich dan ook moeten realiseren dat de<br />
bijeenkomst op 29 november 2003 niet zozeer een afsluiting kon zijn als wel het begin van een<br />
nieuwe fase in de relatie met <strong>Vitesse</strong>. Daarvan had, alleen al om de wederzijdse verwachtingen<br />
helder te maken, een verslag dienen te worden gemaakt.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 22
3. Situatie opgelost, of uitgestelde problemen?<br />
3.1 Bestuur van <strong>Vitesse</strong><br />
Nadat de gemeente het stadion heeft aangekocht in 2003, de raad met de plannen heeft ingestemd<br />
en er een nieuw bestuur bij <strong>Vitesse</strong> aan de slag is gegaan, lijkt er een rustiger fase aan te breken.<br />
De gemeente benoemt twee bestuursleden van de stichting Gelredome en heeft ervoor gekozen om<br />
niet zelf een commissaris af te vaardigen naar de Raad van Commissarissen van <strong>Vitesse</strong> BV. Zij is<br />
van mening dat door zelf invloed te hebben uitgeoefend op de samenstelling van het bestuur van de<br />
Stichting Betaald Voetbal <strong>Vitesse</strong>-<strong>Arnhem</strong>, zij voldoende kan vertrouwen op het bestuur van<br />
<strong>Vitesse</strong>. Bovendien wil zij niet meegetrokken worden in beslissingen die over het voetbal-technisch<br />
beleid van de club gaan, zoals de aan- en verkoop van spelers.<br />
Door het niet benoemen van een commissaris bij <strong>Vitesse</strong> B.V. laat de gemeente een kans liggen om<br />
beter inzicht te krijgen in de gang van zaken bij de club, zowel financieel als bestuurlijk. Door de<br />
commissarispositie wel in te vullen had zij zichzelf een betere informatiepositie kunnen verschaffen,<br />
zonder dat daarmee overigens invloed op het bestuur van de club mogelijk zou zijn geweest. Het is<br />
begrijpelijk dat de gemeente niet mede verantwoordelijk gehouden wilde worden voor het aankoopen<br />
technisch beleid van <strong>Vitesse</strong>, maar zij diende zich wel op de best mogelijke manier te informeren<br />
over de gang van zaken bij <strong>Vitesse</strong>. Door een commissaris te benoemen had de gemeente de<br />
mogelijkheid om vanuit eerste hand geïnformeerd te worden.<br />
Het voorgaande wordt nog eens versterkt doordat de gemeente de <strong>Gemeente</strong>lijke<br />
Budgetcommissie, die in 2002 was ingesteld naar aanleiding van de geopende kredietfaciliteit<br />
richting <strong>Vitesse</strong>, eind 2003 werd opgeheven, nadat de kredietfaciliteit was omgezet in een lening.<br />
De facto kiest de gemeente ervoor om na 1 oktober in de richting van <strong>Vitesse</strong> minder<br />
toezichtinstrumenten in te zetten dan daarvoor. Een aantal pandrechten en de verplichting tot<br />
informatievoorziening van de club bleven over, maar de budgetcommissie werd niet vervangen door<br />
een nieuw toezichtinstrument. Alhoewel dat bij een standaard leenverhouding ook voor de hand ligt,<br />
had in het licht van de toegenomen risico’s voor de gemeente –het Gelredome is voor haar<br />
voortbestaan immers mede afhankelijk van het bestaan van <strong>Vitesse</strong>-, de wetenschap dat <strong>Vitesse</strong><br />
nog in zwaar weer verkeerde en de blijvende financiële band tussen gemeente en club, hier beter<br />
gekozen kunnen worden voor een continuering of intensivering van het toezicht.<br />
De gemeente heeft er bovendien op aangedrongen dat geen mensen meer een bestuursfunctie<br />
bekleden bij de club die ook financiële belangen hebben. Dat betekende in de praktijk vooral dat de<br />
private financiers niet langer bestuursfuncties mogen bekleden bij <strong>Vitesse</strong>. Ook de directeur van<br />
Gelredome moest zijn functie neerleggen, wat ook is geschied. Zowel de bestuurders van <strong>Vitesse</strong><br />
als die van Gelredome hebben zich door deze beslissing gebruuskeerd gevoeld. Echter: volledig<br />
van het toneel verdwenen deze personen niet. De directeur van Gelredome nam namens de<br />
provincie plaats in het bestuur van de stichting Gelredome. De private financiers werden betrokken<br />
in een Raad van Advies voor het bestuur van <strong>Vitesse</strong>, en bovendien hebben zij een<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 23
prioriteitsaandeel in de BV <strong>Vitesse</strong>, waarmee zij een bindende voordracht kunnen doen bij de<br />
vervulling van vacatures in het bestuur van <strong>Vitesse</strong>.<br />
Het uitsluiten van de private financiers van de club en van de directeur van Gelredome lijkt een<br />
begrijpelijke ingreep van de gemeente. Immers, het voorkomen van dubbele petten en het helder<br />
houden van de governance verhoudingen is vanuit bestuurlijk oogpunt een zinvolle interventie. Wel<br />
kunnen er vragen gesteld worden in hoeverre de gemeente daarmee de bestaande verhoudingen<br />
tussen de gemeente en <strong>Vitesse</strong> en de gemeente en Gelredome onnodig verslechterd heeft.<br />
De betrokkenheid van de private financiers bij <strong>Vitesse</strong> blijft ook aanwezig middels het zogenaamde<br />
Spelersfonds. Over de transferinkomsten afkomstig uit dit Spelersfonds zijn tussen de private<br />
financiers en <strong>Vitesse</strong> eind 2003 afspraken gemaakt, waar de gemeente niet bij aanwezig was.<br />
Zonder medeweten van de gemeente is afgesproken dat de financiers recht hebben op een<br />
belangrijk deel van de transferopbrengsten van spelers om hun vordering te kunnen innen.<br />
Afspraken die mogelijk strijdig waren met de geldleningovereenkomst die al eerder tussen <strong>Vitesse</strong>,<br />
de private financiers en de gemeente <strong>Arnhem</strong> was gesloten. Daarin was immers afgesproken dat de<br />
rechten van de financiers beperkt waren tot vijf (met naam genoemde) spelers.<br />
Het gemeentebestuur wordt voor het eerst op de hierboven genoemde afspraak van eind 2003 in<br />
begin 2004. Er volgt een juridische strijd die zal duren tot medio 2005 over de vestiging van<br />
pandrechten op de inkomsten van <strong>Vitesse</strong> uit het spelersfonds. De gemeente is niet blij met het<br />
oprekken van de belangen van de financiers en het eenzijdig aanpassen van de afspraken buiten<br />
de gemeente om. De gemeente besluit uiteindelijk om af te zien van juridische stappen jegens BV<br />
<strong>Vitesse</strong> en de private financiers van de club omdat daar veel tijd en geld mee gemoeid zal zijn.<br />
Bovendien wordt de gemeente er feitelijk niet mee benadeeld en zouden juridische stappen de<br />
verhoudingen tussen de gemeente en <strong>Vitesse</strong> schade berokkenen, zo geeft de gemeente aan.<br />
Omdat de gemeente tegen die tijd voornemens is het stadion op korte termijn te verkopen hecht zij<br />
aan een goede verhouding met de club. De gemeenteraad stemt hiermee in op 31 mei 2005.<br />
Vastgesteld moet worden dat het de gemeente niet gelukt is de invloed van personen met een<br />
financieel belang op het bestuur van de club te elimineren, zoals wel haar bedoeling was.<br />
Bovendien blijken de verhoudingen met de club precair. Buiten het zicht van de gemeente zijn<br />
immers afspraken gemaakt die strijdig zijn met de intenties van de gemeente, maar de gemeente<br />
besluit uiteindelijk om deze te laten voortbestaan om de verhoudingen niet te laten verslechteren.<br />
3.2 De financiële situatie bij <strong>Vitesse</strong><br />
Terwijl de gemeenteraad en de buitenwereld in de veronderstelling leven dat met het reddingsplan<br />
van € 27,5 miljoen <strong>Vitesse</strong> letterlijk en figuurlijk gered is door de gemeente, leeft er binnen de<br />
bestuursmuren een ander idee. De bestuurders van <strong>Vitesse</strong> hebben voor hun gevoel eind 2003 al<br />
aangegeven dat het reddingsplan onvoldoende is om echt van de financiële problemen af te komen.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 24
Sommigen zeggen dat het gat dat Nuon heeft achtergelaten hiermee nog niet is opgevuld: <strong>Vitesse</strong><br />
heeft nog steeds langlopende schulden 5 : bij de gemeente, maar ook bij de private financiers.<br />
In de ogen van betrokkenen beweegt de interpretatie van wat het reddingsplan betekent voor de<br />
sanering van <strong>Vitesse</strong>, zich in de bandbreedte van: ‘volstrekt geen redding’ tot: ‘net gered, maar wel<br />
zeer krap’ .<br />
Er zijn betrokkenen die er van overtuigd zijn dat het beperkte oplossend vermogen van het<br />
reddingsplan voor iedereen volstrekt duidelijk was. Zij zagen in 2003 al aankomen dat er zich in<br />
2005 nieuwe liquiditeitsproblemen zouden aandienen. Politiek gezien zou er in 2003 niet meer<br />
inzitten dan dit, en dus namen de betrokkenen hiermee genoegen, al wist men al dat dit<br />
reddingsplan geen echte redding betekende. Maar net zo goed zijn er stemmen die zeggen dat de<br />
gemeente onvoldoende inzicht had in de businesscase van <strong>Vitesse</strong> om een inschatting te kunnen<br />
maken van de haalbaarheid van het reddingsplan voor <strong>Vitesse</strong>, en de gevolgen die dat had voor de<br />
financiële positie van <strong>Vitesse</strong> in de jaren daarna. Om hier beter inzicht in te krijgen is het zaak nader<br />
naar de financiële situatie van <strong>Vitesse</strong> te kijken.<br />
3.2.1 Weging van de financiële situatie van <strong>Vitesse</strong><br />
Een analyse van de openbare jaarcijfers 6 en andere gegevens laat zien dat de continuïteit van<br />
<strong>Vitesse</strong> vanaf de periode 2001 - 2002 daadwerkelijk in gevaar was en bleef. In een jaarrekening van<br />
<strong>Vitesse</strong> is het volgende vermeld:<br />
“Op grond van onze beoordeling is, met uitzondering van de voornoemde effecten van de<br />
realisatie van de prognoses voor het komende seizoen, de transferresultaten, de televisiebaten,<br />
de sponsorbaten, de verhuurbaten en de reorganisatiekosten, ons niets gebleken op basis<br />
waarvan wij zouden moeten concluderen dat de bijgaande, door ons gewaarmerkte prognose<br />
niet voldoet aan de bovenvermelde eisen. Indien deze veronderstellingen niet in voldoende<br />
mate worden gerealiseerd en in dergelijke situatie geen aanvullende financiering kan worden<br />
verkregen is de continuïteit van <strong>Vitesse</strong> niet meer gewaarborgd.”<br />
5 De langlopende schuld bij de private financiers van de club is in 2003/2004 in eerste instantie als eigen<br />
vermogen (agio reserve) opgenomen. Het betreft een verplichting die zowel kenmerken heeft van eigen<br />
vermogen als van vreemd vermogen. De interest wordt namelijk pas betaalbaar gesteld nadat de gehele lening<br />
is afgelost en er voldoende liquiditeit beschikbaar is. De terugbetaling is in belangrijke mate afhankelijk gesteld<br />
van nog te realiseren positieve resultaten op transfers van spelers. Later is de schuld in de boeken<br />
verantwoord onder het vreemd vermogen.<br />
6 De voor deze paragraaf gebruikte gegevens zijn verkregen uit openbare gegevens, beschikbaar via<br />
www.company.info<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 25
Dit geeft al aan dat de realisatie van de prognose afhankelijk was van vele, niet op realiteitswaarde<br />
te beoordelen, verschillende factoren. Aangezien de continuïteit van <strong>Vitesse</strong> sterk samenhangt met<br />
de aanname dat deze baten worden gerealiseerd, is de is de genoemde tekst in de jaarrekening<br />
hierover boterzacht te noemen en kan als aanwijzing worden opgevat dat ook onafhankelijke<br />
partijen van mening zijn dat de gang van zaken bij <strong>Vitesse</strong> zeer zorgelijk is. Onderstaande grafiek<br />
toont op basis van openbare gegevens de door <strong>Vitesse</strong> gerealiseerde omzet en bedrijfslasten.<br />
Geconcludeerd kan worden dat de tegenvallende omzet over 2001-2002 reden is dat <strong>Vitesse</strong> aan<br />
moet kloppen bij de gemeente <strong>Arnhem</strong> om acute liquiditeitsproblemen op te lossen. De<br />
teruglopende omzet kan niet direct worden gecompenseerd door in de lasten te snijden, wat zich<br />
vertaalt in een acute kredietbehoefte. In de periode tot seizoen 2004-2005 zien we dat er aan de<br />
kostenkant gesneden wordt waarmee langzaamaan een sluitende exploitatie wordt gerealiseerd.<br />
Vast staat eveneens dat voor <strong>Vitesse</strong> de raamovereenkomst een belangrijke bijdrage aan het doel<br />
leverde om te komen tot een levensvatbare exploitatie van het voetbalbedrijf. Om met de<br />
tegenvallende omzet toch een sluitende exploitatie te krijgen diende de huurprijs verlaagd te worden<br />
en daarnaast diende voor het seizoen 2001-2002 het liquiditeitstekort te worden gefinancierd. De<br />
financiële maatregelen uit het reddingsplan boden in 2002-2003 wel degelijk soelaas. De<br />
herfinanciering bood echter geen permanente oplossing voor de verslechterende vermogenspositie<br />
van <strong>Vitesse</strong>.<br />
Ten tijde van het tekenen van het reddingsplan in de nazomer van 2003 was de continuïteit van<br />
<strong>Vitesse</strong> dan ook in gevaar. Er was conform de jaarrekening 2002-2003 sprake van een zeer<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 26
negatief bedrijfsresultaat en een zeer fors negatief eigen vermogen van. De club was daardoor<br />
bancair niet meer financierbaar en er moest dus heil worden gezocht in financiering door externe<br />
participanten. Met de herfinanciering in 2003 kreeg <strong>Vitesse</strong> tijdelijk lucht om aan de<br />
betalingsverplichtingen te voldoen. De club dacht naar een positieve exploitatie toe te groeien.<br />
Duidelijk is wel dat dit niet van de een op andere dag kon gebeuren. Voor het seizoen 2003-2004<br />
werd wederom een behoorlijk negatief bedrijfsresultaat voorzien. Opgemerkt kan worden dat<br />
<strong>Vitesse</strong> haar begrotingen tussen 2003 en 2007 in belangrijke mate heeft gerealiseerd. De<br />
prognoses van inkomsten en uitgaven waren dus realistisch.<br />
Door de cumulatie van verliezen uit het verleden vertoont de balans echter bij voortduring een slecht<br />
beeld. Uitstel van enkele grote rente- en aflossingsverplichtingen bood enkele jaren soelaas, maar<br />
anno 2006 leggen de verliezen uit het verleden een permanente druk op de liquiditeitspositie. De<br />
onderstaande grafiek laat goed zien hoe de vermogenspositie gedurende de jaren na 2003<br />
verslechtert. Ondanks dat de club dus in deze periode wel toewerkt naar een sluitende begroting, is<br />
er geen ruimte om substantieel toe te werken naar een gezonde financieringspositie.<br />
<strong>Vitesse</strong> is, kortom, volledig met vreemd vermogen gefinancierd en heeft daarnaast een negatief<br />
eigen vermogen. Dat maakt dat de financieringspositie van de club, ondanks de sluitende begroting,<br />
niet verbetert. De vermogenspositie is in 2006-2007 verder verslechterd omdat de schulden aan de<br />
private financiers gezien het voorwaardelijke karakter van de leningsbepalingen, zijn opgenomen<br />
onder de langlopende schulden.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 27
Op basis van bovenstaande financiële analyse kan geconcludeerd worden dat het reddingsplan<br />
2003 in feite meer een noodkrediet voor <strong>Vitesse</strong> vormde dan een reddingsplan. De<br />
vermogenspositie was fors negatief en ook het lopende seizoen (2003-2004) gaf een pessimistisch<br />
financieel beeld te zien. Het reddingsplan maakte overleven mogelijk, maar bood nauwelijks<br />
bouwstenen voor een gezonde financiële structuur. De negatieve vermogenspositie werd niet<br />
opgelost. Zeker niet nadat de accountant in 2007 oordeelt dat de lening van de private financiers<br />
van de club, die eerder was aangemerkt als eigen vermogen, onderdeel uitmaakt van het vreemd<br />
vermogen. Het eigen vermogen ontwikkelt zich daarna tot een omvangrijk negatief vermogen.<br />
In het licht van deze cijfers wordt duidelijk, dat <strong>Vitesse</strong> met de rug tegen de muur heeft gestaan.<br />
Immers, het reddingsplan had onvoldoende structureel soelaas geboden, maar tegelijkertijd wenste<br />
het gemeentebestuur dat afstand werd genomen van de bestaande private financiers van <strong>Vitesse</strong>.<br />
Deze hadden echter nog steeds belangen in de club. Door het karakter van de ‘oplossing’ in 2003 is<br />
het verklaarbaar dat de club verbonden bleef aan de private financiers, hoe onwenselijk de<br />
gemeente dit ook vond.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 28
3.2.2 De gemeente als schuldeiser<br />
Daarnaast kan bekeken worden in hoeverre de gemeente zich bij de verstrekking van de<br />
financiering heeft opgesteld als professioneel schuldeiser. De gemeente heeft in het kader van het<br />
reddingsplan 2003 een herfinanciering verstrekt. Het was op dat moment duidelijk dat er sprake was<br />
van een zeer risicovol krediet. De gemeente heeft indertijd ook enkele voorwaarden gesteld omdat<br />
er sprake was van een krediet dat bijzonder beheer vereist. Zo wil zij invloed hebben op het nieuw<br />
te benoemen bestuur, vestigt zij pandrechten en verplicht zij <strong>Vitesse</strong> kwartaalrapportages in te<br />
leveren bij de <strong>Gemeente</strong>. Om te beoordelen of de gemeente adequaat gehandeld heeft kan het<br />
handelen van de gemeente worden afgezet tegen dat van een bank in een vergelijkbare situatie.<br />
Een bank zou grofweg de volgende dingen doen:<br />
1. intensief gesprekken voeren met onder andere bestuurders, directie en aandeelhouders;<br />
2. haar zekerheden bevestigen en de actuele waarde ervan bepalen. Dat gebeurt overigens op<br />
reguliere basis (ook zonder dat de schuldenaar daar specifieke aanleiding toe geeft) bij de<br />
jaarlijkse kredietrevisie;<br />
3. verhogen van de frequentie van de gevraagde financiële verslaggeving (begrotingen,<br />
liquiditeitsprognoses). Afhankelijk van de ernst van de situatie wordt die frequentie op<br />
kwartaalbasis of maandbasis gesteld;<br />
4. zich oriënteren op verschillende scenario’s, door middel van ‘what if?’ analyses.<br />
Als wij het handelen van de gemeente toetsen aan bovenstaande bancaire normen concluderen wij<br />
dat de gemeente vooral tekort geschoten is in het jaarlijks reviseren van haar zekerheden. Ook<br />
heeft de gemeente vanaf 2003 geen volledig beeld gehad van de financiële situatie van <strong>Vitesse</strong><br />
want er werden niet consequent kwartaalrapportages van <strong>Vitesse</strong> naar de gemeente gestuurd (zie<br />
volgende paragraaf). Bovendien heeft de gemeente geen commissaris benoemd in de raad van<br />
commissarissen van <strong>Vitesse</strong> B.V., wat de informatiepositie van de gemeente ten opzichte van<br />
<strong>Vitesse</strong> had kunnen versterken. Ook vanuit haar positie als schuldeiser. Voor wat betreft de overige<br />
voorwaarden neemt de gemeente haar beheertaak serieus, hoewel niet van alle gesprekken tussen<br />
<strong>Vitesse</strong> en de gemeente <strong>Arnhem</strong> een verslag is gemaakt.<br />
3.2.3 De communicatie tussen gemeente en <strong>Vitesse</strong> van 2003 tot aan de verkoop stadion<br />
Na het op 1 oktober 2003 vastgestelde reddingsplan blijkt dat er naast verschil van inzicht over de<br />
financiële situatie van <strong>Vitesse</strong>, ook verschil van inzicht bestaat over de intentie rondom de<br />
voorgenomen verkoop van het stadion. Zo zijn enkele nieuwe bestuurders ervan overtuigd dat de<br />
gemeente bereid is om de winst die de gemeente zal behalen bij verkoop van het stadion, aan<br />
<strong>Vitesse</strong> te doen toekomen. Een en ander wordt besproken in de –eerder beschrevenconstituerende<br />
vergadering van 29 november 2003 waarin het bestuur van <strong>Vitesse</strong> aantreedt.<br />
Bij <strong>Vitesse</strong> leeft in ieder geval de gedachte dat de gemeente snel tot verkoop van het stadion wil<br />
overgaan en zij zoekt dan ook hard mee om geschikte ontwikkelaars aan te dragen. <strong>Vitesse</strong> ziet in<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 29
de snelle verkoop van het stadion een concrete mogelijkheid om haar schuldenlast te verbeteren.<br />
De gemeente daarentegen geeft verschillende signalen af. Enerzijds erkent zij het belang van<br />
<strong>Vitesse</strong> en ziet zij zeker kansen in het ontwikkelen van het gebied rondom Gelredome in <strong>Arnhem</strong>,<br />
anderzijds geeft zij voorrang aan twee lopende projecten te weten het Rijnbooggebied en het<br />
stationsgebied. Voor het college staat echter vast dat de ontwikkeling van de grond op de lange<br />
baan geschoven wordt.<br />
Begin 2004 vinden de gesprekken tussen de gemeente en <strong>Vitesse</strong> voornamelijk plaats op initiatief<br />
van <strong>Vitesse</strong> omdat al snel blijkt dat <strong>Vitesse</strong> onvoldoende liquide middelen heeft om de huurbetaling<br />
en de betalingen van rente- en aflossingen te kunnen voldoen. In deze gesprekken wordt naast de<br />
financiële gang van zaken ook gesproken over de ontwikkeling van het terrein en het stadion,<br />
waarbij <strong>Vitesse</strong> in ieder geval in de veronderstelling leeft dat de gemeente druk doende is om<br />
marktpartijen te vinden voor de ontwikkeling. In juni komen er ook vragen met betrekking tot die<br />
zoektocht naar marktpartijen vanuit diverse fracties. Ondertussen staat het water <strong>Vitesse</strong> weer aan<br />
de lippen en in juni verzoekt <strong>Vitesse</strong> de gemeente om opschorting van de rente- en<br />
aflossingsverplichtingen van de gemeentelijke lening. Eind juni bevestigt het college dat zij haar<br />
leningsvoorwaarden zal aanpassen. Deze aanpassing door het college zal later leiden tot de “Motie<br />
Carambole”, waarop we later verder ingaan.<br />
Na deze aanpassing van de leningsvoorwaarden is er geruime tijd nauwelijks communicatie over de<br />
realisatie van de begroting tussen de gemeente en <strong>Vitesse</strong>. Ook over de stand van zaken met<br />
betrekking tot de verkoop van het Gelredome wordt niet met <strong>Vitesse</strong> gesproken. Wel informeert het<br />
college de raad in september 2004 over de stand van zaken met betrekking tot het vinden van een<br />
marktpartij ten behoeve van Gelredome. Het college geeft aan in gesprek te zijn met marktpartijen<br />
die interesse hebben getoond in de exploitatie en de aankoop van Gelredome. Het betreft volgens<br />
het college verkennende gesprekken.<br />
Begin 2005 besluit het college serieus werk te gaan maken van de verkoop van het stadion. Het<br />
jaar staat dan ook in het teken van het zoeken naar marktpartijen ten behoeve van de verkoop van<br />
het Gelredome en het organiseren van een biedingsproces. In juli is hierover weer communicatie<br />
met <strong>Vitesse</strong>. <strong>Vitesse</strong> geeft aan dat zij samen met de gemeente en de aanstaande koper willen<br />
bezien hoe <strong>Vitesse</strong> via de overwaarde van de verkoop haar leningen van de gemeente en de<br />
private financiers van de club kan aflossen.<br />
Het blijft behoorlijk stil tot begin 2006. Dan levert <strong>Vitesse</strong> op verzoek van het college een plan van<br />
aanpak aan hoe zij de huurachterstanden denkt in te lopen en de rente- en aflossingsverplichtingen<br />
kan gaan voldoen. In het voorjaar van 2006 geeft <strong>Vitesse</strong> dan aan dat er bij de toekomstige verkoop<br />
van het Gelredome wel twee financiële kwesties moeten worden opgelost. Het gaat om de lening<br />
van de gemeente aan <strong>Vitesse</strong> en de huurachterstand van <strong>Vitesse</strong> bij de gemeente. <strong>Vitesse</strong> heeft de<br />
lening van de gemeente aan <strong>Vitesse</strong> laten taxeren en ziet in de lage uitkomst daarvan een<br />
mogelijke oplossingsrichting. Dit luidt een periode in van veel discussie over hoe enerzijds <strong>Vitesse</strong><br />
overeind te houden en anderzijds het gemeentelijk belang te bewaken.<br />
Nadat meer zicht ontstaat op een daadwerkelijke verkoop van het stadion, maant het college<br />
<strong>Vitesse</strong> meermalen om haar huurachterstand te voldoen. Vanaf het voorjaar van 2006 gaat de<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 30
gemeente dan ook echt druk zetten op de uitblijvende huurbetalingen. De gemeente dreigt met<br />
gerechtelijke maatregelen. <strong>Vitesse</strong> geeft vervolgens aan dat voor het seizoen 2006/2007 een<br />
liquiditeitstekort resteert en dat zij de aflossingen ingaand per juli 2006 niet kan betalen. <strong>Vitesse</strong> wil<br />
graag op de meest korte termijn komen tot een totaaloplossing waarbij <strong>Vitesse</strong> los komt te staan<br />
van de gemeente <strong>Arnhem</strong>. <strong>Vitesse</strong> doet een voorstel om de totale financiering van de gemeente<br />
<strong>Arnhem</strong> af te kopen. Het college gaat niet akkoord met dit voorstel en sommeert vervolgens <strong>Vitesse</strong><br />
om de huurachterstand per omgaande te voldoen.<br />
Binnen de gemeente is wel verder gesproken over het ondersteunen van <strong>Vitesse</strong>. Dit heeft nooit<br />
geleid tot een voorstel aan de raad. In het najaar doet <strong>Vitesse</strong> dan wederom een voorstel om te<br />
komen tot een totaaloplossing. De club wijst erop dat het uitgangspunt van de gemeente om<br />
Gelredome te verkopen een lange doorlooptijd kent en dat de oorspronkelijk beoogde verkoop per<br />
juli 2005 niet gerealiseerd is. <strong>Vitesse</strong> geeft aan dat het uitblijven van de verkoop voor haar<br />
aanzienlijk financiële nadelen met zich meebrengt en dat herfinanciering van de bestaande<br />
gemeentelijke lening noodzakelijk is om <strong>Vitesse</strong> financieel weer gezond te maken. <strong>Vitesse</strong> geeft nog<br />
eens aan dat verkoopwinst van Gelredome toe dient te vloeien aan de totaaloplossing. Op dit<br />
voorstel is geen inhoudelijke reactie terug te vinden.<br />
De gesprekken over het verbreken van de financiële banden tussen <strong>Vitesse</strong> en de gemeente<br />
<strong>Arnhem</strong> gaan nog steeds door, ook als de verkoop van het stadion begin 2007 geëffectueerd wordt.<br />
In het voorjaar van 2007 geeft de gemeente <strong>Arnhem</strong> aan alleen door te willen praten als <strong>Vitesse</strong><br />
haar betalingsachterstanden inloopt. <strong>Vitesse</strong> geeft aan hiertoe zeker bereid te zijn en hiervoor op<br />
zoek te moeten naar een private financier. De club vindt uiteindelijk een aantal private financiers<br />
bereid om haar hierin te assisteren wat ertoe leidt dat <strong>Vitesse</strong> per juli 2007 haar achterstanden<br />
inloopt.<br />
Bij <strong>Vitesse</strong> is dan de verwachting gewekt dat er nu dan gesproken kan worden over een<br />
totaaloplossing. Vooral omdat aan de eis van de gemeente dat alle betalingsachterstanden betaald<br />
zijn, is voldaan. Deze totaaloplossing wordt door veel betrokkenen geïnterpreteerd als een<br />
oplossing waarbij de schuldpositie van <strong>Vitesse</strong> substantieel zou worden verminderd door ofwel<br />
boekwinsten uit de verkoop ofwel toekomstige opbrengsten uit de ontwikkeling van het gebied<br />
rondom Gelredome aan <strong>Vitesse</strong> beschikbaar te stellen.<br />
Concrete afspraken blijven echter ook na juli 2007 uit, omdat gemeente en <strong>Vitesse</strong> geen<br />
overeenstemming over de voorwaarden van de totaaloplossing kunnen bereiken. Voor <strong>Vitesse</strong> loopt<br />
de frustratie steeds hoger op, aangezien de gemeente in haar perspectief keer op keer weigert<br />
uitvoering te geven aan de toezegging uit 2003 dat de winst uit de verkoop van het stadion zou<br />
toevloeien naar <strong>Vitesse</strong>.<br />
Vastgesteld kan worden dat de gemeente het heeft laten gebeuren dat er verschillende<br />
interpretaties van haar intenties bestonden, zowel over de welwillendheid om <strong>Vitesse</strong> met haar<br />
financiële positie te helpen, als over de termijn waarop zij voornemens is eigenaar van het stadion<br />
te blijven. Bij <strong>Vitesse</strong> leeft de verwachting dat de verkoop van het Gelredome haar enige kans is om<br />
te komen tot een totaaloplossing voor haar schuldenpositie. De gemeente heeft deze verwachting<br />
bij <strong>Vitesse</strong> niet weggenomen, ook niet toen duidelijk werd dat er vanuit de gemeenteraad geen<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 31
meerderheid was om <strong>Vitesse</strong> verder te assisteren. De geboden oplossingen vanuit de gemeente<br />
zaten in de lijn van het geven van uitstel van betaling van rente, aflossingen en huur terwijl volgens<br />
<strong>Vitesse</strong> de oplossing alleen gevonden kon worden in het stelselmatig terugbrengen van de<br />
schuldpositie. Door dit verschil van inzicht valt het achteraf te verklaren dat de gemeente van<br />
mening is geweest <strong>Vitesse</strong> meermalen de helpende hand te hebben toegestoken, terwijl de<br />
beleving bij <strong>Vitesse</strong> is dat de gemeente nooit met een goede totaaloplossing is gekomen.<br />
Het college heeft in de jaren 2003-2007 niet voldoende duidelijk naar <strong>Vitesse</strong> gecommuniceerd dat<br />
de door <strong>Vitesse</strong> voorgestelde totaaloplossingen nooit door de gemeenteraad zouden worden<br />
goedgekeurd omdat hiervoor het politieke draagvlak ontbrak. Hierdoor zijn bij <strong>Vitesse</strong> verwachtingen<br />
in stand gebleven, die niet realistisch waren. <strong>Vitesse</strong> heeft zich lange tijd verlaten op de informatie<br />
die zij hierover via het college verkreeg.<br />
3.3 <strong>Vitesse</strong> op de politieke agenda tussen 2004 en de verkoop stadion<br />
Na de vaststelling van de raamovereenkomst op 1 oktober 2003 wordt in de gemeenteraad nog<br />
steeds gesproken over de gang van zaken bij <strong>Vitesse</strong>/Gelredome. Hierbij dient te worden<br />
opgemerkt dat in de jaren vanaf 2003 Gelredome de zaken prima op orde lijkt te hebben en dat de<br />
zorgen zich meer toespitsen over de gang van zaken bij de voetbalclub. De rapportages van college<br />
aan de gemeenteraad over de stand van zaken bij <strong>Vitesse</strong> en Gelredome komen steeds rond de<br />
jaarwisseling.<br />
Daarnaast heeft de raad in oktober 2004 besloten een raadsonderzoek naar <strong>Vitesse</strong> uit te voeren.<br />
Dat staat in de eerste helft van 2004 prominent op de politieke agenda. Hierover wordt in de raad<br />
diverse malen gediscussieerd. In eerste instantie wordt lang gesproken over de juiste<br />
onderzoeksvraag. Vervolgens bemoeilijkt de vertrouwelijkheid van de stukken het doen van een<br />
gedegen onderzoek. Deze poging strandt dan ook voortijdig.<br />
Dat ook na de uitvoering van het reddingsplan de financiële situatie van <strong>Vitesse</strong> zeer penibel is,<br />
blijkt voor het college al in het voorjaar van 2004 bij de publicatie van de kwartaalcijfers, een half<br />
jaar na het tekenen van de raamovereenkomst. <strong>Vitesse</strong> kan niet aan haar betalingsverplichtingen<br />
voldoen: noch van de huur noch van de afbetaling van de annuïteiten van de lening. De wethouder<br />
erkent deze situatie en verandert de betalingsvoorwaarden. Deze informeert de raad hier dezelfde<br />
dag over. De eigenstandige beslissing van het college leidt tot de “Motie Carambole” (19 juli 2004),<br />
waarin het college gesommeerd wordt niets te veranderen aan het door de raad aangenomen<br />
reddingsplan zonder daar voorafgaand toestemming over te vragen aan de raad.<br />
De discussies in de raad spitsen zich in de eerste helft van 2004 verder toe op de vraag of het<br />
dossier <strong>Vitesse</strong>/Gelredome met de vaststelling van de raamovereenkomst nu is afgesloten. Vooral<br />
de SP stelt hierover kritische vragen in de raadsvergaderingen van 3 mei 2004 en 1 juli 2004. Uit de<br />
beantwoording blijkt, dat het college het niet eens is met de stelling van de SP dat het dossier<br />
“reddingsplan <strong>Vitesse</strong>/Gelredome” niet als afgesloten kan worden bestempeld. Het college is van<br />
mening dat het door de raad vastgestelde reddingsplan nu gewoonweg ten uitvoer wordt gebracht.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 32
In de raadvergadering van 4 oktober 2004 worden dan vragen gesteld over de capaciteiten van het<br />
college om een volwaardig onderhandelingspartner in het dossier Gelredome/<strong>Vitesse</strong> te zijn.<br />
De slechte stand van zaken bij met name <strong>Vitesse</strong> leidt er in de tweede helft van 2004 toe dat vanuit<br />
de gemeenteraad vragen gesteld worden over de mogelijke bemoeienis van de gemeente bij<br />
<strong>Vitesse</strong>/Gelredome. Het college geeft hierover medio december 2004 aan dat “de gemeente<br />
<strong>Arnhem</strong> weliswaar door de aangegane overeenkomst van geldlening een juridische relatie met<br />
<strong>Vitesse</strong> heeft maar dat zij verder op geen enkele wijze bemoeienis heeft met de besturing dan wel<br />
bedrijfsvoering van <strong>Vitesse</strong>.” Het college merkt hetzelfde op over de besturing en de bedrijfsvoering<br />
van het Gelredome.<br />
Begin 2005 verschuift de aandacht van de gemeenteraad nog meer richting de gang van zaken bij<br />
<strong>Vitesse</strong> en Gelredome. Zo wordt op 10 januari 2005 door de raad meer informatie over het<br />
meerjarenperspectief <strong>Vitesse</strong>/Gelredome gevraagd. De toelichting die het college op 9 februari<br />
geeft, gaat in op de kaders van de raamovereenkomst maar geeft geen additionele<br />
meerjareninformatie. Het college geeft vooral aan dat de gehele operatie voor de gemeente<br />
budgettair neutraal zal verlopen en herhaalt daarmee de kaders van de raamovereenkomst.<br />
De raad is weliswaar kritisch ten opzichte van het college, maar in de meeste gevallen ook volgend.<br />
Zo steunt de raad in mei 2005 het college in haar standpunt om af te zien van (juridische) stappen<br />
jegens BV <strong>Vitesse</strong>, de private financiers van de club en de Stichting Betaald Voetbal <strong>Vitesse</strong> in het<br />
kader van de overeenkomst van 3 december 2003 (zie paragraaf 2.1).<br />
Deze gang van zaken geeft weer hoe het college naar externe stakeholders en de gemeenteraad,<br />
de indruk wekt dat met het reddingsplan het dossier <strong>Vitesse</strong> gesloten is, terwijl het in het overleg<br />
met <strong>Vitesse</strong> laat doorschemeren dat het zich ook bewust is van het feit dat de financiële problemen<br />
van <strong>Vitesse</strong> nog niet voorbij zijn. De gemeente liet de financiële problemen van <strong>Vitesse</strong> lang op hun<br />
beloop.<br />
Zij gaf zelf ook te kennen dat voor haar de budgetneutraliteit en de ontwikkeling van de grond<br />
rondom het stadion een grotere prioriteit hadden dan het belang van de voetbalclub voor de stad.<br />
De gemeente was zich wel bewust van het feit dat faillissement van de club tevens Gelredome in<br />
ernstige problemen zou brengen en dat deze ernstige imagoschade zouden veroorzaken. In dat<br />
licht valt ook op dat in de raad weliswaar kritische vragen worden gesteld, maar dat met afwerende<br />
antwoorden uiteindelijk genoegen wordt genomen.<br />
3.3.1 2005 - begin 2006: de informatievoorziening aan de gemeenteraad<br />
Tijdens de collegevorming na de verkiezingen begin 2006 staat ook <strong>Vitesse</strong> op de agenda. Volgens<br />
diverse betrokkenen groeit de stemming dat nog meer geld aan <strong>Vitesse</strong> geven uitgesloten is. In het<br />
voorjaar van 2006 krijgen de media dan lucht van mogelijke huurachterstanden van <strong>Vitesse</strong>. Daarop<br />
ontstaat een stevige discussie tussen raad en college over het openbaar maken van stukken. Het<br />
college is echter niet bereid tot openbaarmaking. Hierop volgen vragen van diverse fracties die<br />
uiteindelijk uitmonden in een besloten bijeenkomst van de gemeenteraad in juli 2006 waarin de<br />
betalingsachterstand van <strong>Vitesse</strong> en het biedingsproces inzake het Gelredome besproken worden.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 33
De inhoud van deze bijeenkomst is niet vastgelegd. Na nieuwe vragen van de VVD-fractie geeft het<br />
college daarna aan afspraken met partijen te hebben gemaakt om te zorgen dat informatie niet<br />
meer via de media wordt verspreid. Hoewel de raad vervolgens op 19 juli verder wordt geïnformeerd<br />
over betalingsachterstanden van <strong>Vitesse</strong>, verweert het college zich op 29 augustus 2006 tegen<br />
aantijgingen dat het college zijn informatieplicht betreffende dit dossier niet juist zou hebben<br />
toegepast en dat zij buiten de kaders van eerdere besluitvorming is getreden en heeft verzuimd<br />
hiervoor vooraf toestemming aan de gemeenteraad te vragen.<br />
Vanaf de 2 e helft van 2006 gaat de communicatie met de raad vooral over de verkoop van het<br />
stadion aan een serieus geïnteresseerde partij.<br />
Vanaf begin 2004 is er nog steeds een behoorlijk intensieve informatie-uitwisseling tussen raad en<br />
college. Daarbij valt op dat de raad zich behoorlijk kritisch opstelt. Niet alleen blijft de raad werken<br />
aan het raadsonderzoek naar <strong>Vitesse</strong>, maar met name controleert hij het college op de voortgang<br />
van de uitvoering van de raamovereenkomst (denk aan de druk om binnen de kaders blijven die<br />
leidt tot de motie Carambole en de aandrang uit de raad om over te gaan tot verkoop Gelredome).<br />
Wat opvalt is dat de raad op een aantal belangrijke punten weinig voortgang boekt en dat het<br />
vertrouwen tussen college en raad onder druk lijkt te staan. Zo krijgt de raad maar beperkt zicht op<br />
bedrijfsvoering van Gelredome en <strong>Vitesse</strong> –iets wat hij ook steeds accepteert. Vooral de steeds<br />
weer opspelende betalingsachterstanden leiden tot weerstand en frustraties jegens het college, en<br />
overigens ook jegens <strong>Vitesse</strong>. Daar tussendoor speelt continu de discussie over het al dan niet<br />
vertrouwelijk maken en houden van informatie. De gemeenteraad wordt vooral via vertrouwelijke<br />
stukken en debatten geïnformeerd. Dit tot haar eigen frustratie, maar wederom geldt dat hij deze<br />
vertrouwelijkheid de facto ook telkenmale gesteund heeft.<br />
Deze periode overziend, geldt dat raad en college zich richten op uitvoering van de<br />
raamovereenkomst en daarmee tevens op zoveel mogelijk afscheid nemen van het dossier<br />
<strong>Vitesse</strong>/Gelredome. Mede daardoor zijn het vooral incidentele berichten –de<br />
betalingsachterstanden- die de beeldvorming van de partij <strong>Vitesse</strong> bepalen. Gezien de gang van<br />
zaken is dat begrijpelijk, tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat de gemeenteraad zich niet lijkt<br />
te realiseren in welk een precaire positie <strong>Vitesse</strong> zich bevindt.<br />
3.4 De verkoop van het Gelredome<br />
Na 2003 loopt de bedrijfsvoering van het Gelredome (de exploitatiemaatschappij) in beginsel goed.<br />
De huurafdrachten aan de gemeente komen tot stand. Het uitgangspunt van de ‘budgetneutraliteit’<br />
is voor gemeente een primair motief om op niet al te lange termijn weer over te gaan tot verkoop<br />
van het stadion. Overigens geldt dat deze intentie niet bij alle betrokken partijen bekend was.<br />
Sommigen geven aan zich overvallen te hebben gevoeld door de aankondiging van de verkoop.<br />
Door de verkoop heen speelt ook de ontwikkeling van <strong>Arnhem</strong>-Zuid, waarop enkele<br />
gemeenteraadsfracties bij de behandeling van het reddingsplan hebben aangedrongen en waarover<br />
zij op 12 juni 2003 een motie indienden waarin gevraagd werd om direct met private partijen in<br />
contact te treden voor de ontwikkeling van de grond. Ook <strong>Vitesse</strong> leeft in de verwachting dat de<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 34
grond snel ontwikkeld kan worden en zij zoekt daarom hard mee om geschikte ontwikkelaars aan te<br />
dragen. Bij de provincie heeft men daarentegen het idee dat de gemeente voornemens was om het<br />
grondgebied en het stadion lange tijd zelf in eigendom te houden. De gemeente laat de raad in een<br />
brief in september 2004 weten dat zij eind 2003 wel contact heeft gehad met allerlei private partijen<br />
die geïnteresseerd waren in ontwikkeling van de grond, maar dat zij deze gesprekken heeft<br />
opgeschort omdat deze partijen alleen wilden investeren wanneer de gemeente garant zou komen<br />
te staan voor de financiering daarvan. Tegelijkertijd blijkt uit gesprekken voor dit onderzoek, dat de<br />
gemeente <strong>Arnhem</strong>-Zuid wel wil ontwikkelen, maar dat zij voorrang geeft aan de ontwikkeling van het<br />
Rijnbooggebied en de ontwikkeling van het stationsgebied. Dat wil dus zeggen dat voor haar de<br />
ontwikkeling van Zuid op langere baan wordt geschoven.<br />
Vastgesteld kan worden dat de gemeente heeft laten gebeuren dat er zulke verschillende<br />
interpretaties van haar intenties zijn, zowel over haar welwillendheid om <strong>Vitesse</strong> tegemoet te komen<br />
in haar financiële situatie, als over de termijn waarop zij voornemens is eigenaar van het stadion te<br />
blijven.<br />
In najaar van 2004 bespreekt het college de risico’s die het eigenaarschap van het Gelredome met<br />
zich meebrengt, met name in de zin van het mogelijk uitblijven van de huurbetalingen en annuïteiten<br />
in het licht van de verschuldigde rentelasten van het stadion. De gemeente besluit onderzoek te<br />
doen naar mogelijke verkoop van het stadion. In de rapportage over de uitvoering van het<br />
reddingsplan die zij op 15 december 2004 naar de raad stuurt maakt het college een risicoanalyse<br />
van het reddingsplan: daarbij worden als risico’s omschreven het niet ontvangen van aflossingen<br />
van en rente op de lening en het niet ontvangen van huurtermijnen.<br />
In februari 2005 besluit de gemeente, deels gemotiveerd door het feit dat <strong>Vitesse</strong> geen betrouwbare<br />
huurder is, maar ook omdat zij het beheren van een multifunctioneel stadion niet tot haar taken<br />
rekent, het stadion op korte termijn te verkopen. Overigens behoudt zij zelf de grond rondom het<br />
stadion. De raad stemt hiermee in tijdens een commissievergadering in februari 2005. De gemeente<br />
stelt voor zichzelf de uitgangspunten bij de zoektocht naar een marktpartij vast.<br />
3.5 Bestuurlijke verhoudingen met exploitatiemaatschappij en provincie Gelderland<br />
Het lag in de bedoeling en het belang van de gemeente om voorafgaand aan de verkoop van het<br />
stadion zeggenschap te verkrijgen over de Exploitatiemaatschappij 7 , zodat deze betrokken kon<br />
worden bij de verkoop. Daartoe heeft de gemeente intensief overleg gevoerd met de provincie over<br />
het afkopen van de achtergestelde lening van de provincie aan Gelredome. De provincie wilde<br />
zeker weten dat haar belangen, in de zin van het zekerstellen van het gebruik van de naam<br />
‘Gelredome’, de garantie dat het complex niet aan een BVO verkocht zou worden en het behoud<br />
7 De Exploitatiemaatschappij is in 2003 niet door de gemeente gekocht – zie ook schema op pagina 12 – en<br />
staat vanaf dat moment apart van het eigendom van het stadion zelf<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 35
van het multifunctionele karakter van het stadion, geborgd werden. <strong>Gemeente</strong> en provincie komen<br />
er niet uit en dus behoudt de provincie haar achtergestelde lening. En dit terwijl er in de tweede helft<br />
van 2005 een concrete afsprakenlijst bij de provincie circuleert waarin concept-afspraken tussen<br />
provincie en gemeente over de zeggenschap in de Exploitatiemaatschappij worden beschreven.<br />
Veel van deze overleggen werden geïnitieerd door de gemeente zonder de exploitatiemaatschappij<br />
zelf hierin te betrekken of te informeren. Dat is mede ingegeven doordat de gemeente zich sterk<br />
richtte op het bewerkstelligen van personele wisselingen in het bestuur van Gelredome, net als in<br />
2003. Dit leidde tot verbazing en frustratie bij de provincie. De Exploitatiemaatschappij Gelredome<br />
zelf had er ook geen oren naar om mee te worden verkocht met het stadion; zij wilde een<br />
zelfstandige private onderneming blijven en kwam ook in die lijn voor haar eigen belang op. In de<br />
loop van 2006 verslechteren de verhoudingen tussen Gelredome en de gemeente verder. De<br />
wethouder meldt eind 2006 aan de raad dat er sprake is van ‘gegroeid wantrouwen afgelopen<br />
zomer’. In het bestuur van het Gelredome lopen de spanningen hoog op tussen de bestuurders die<br />
zijn aangewezen door de provincie en de door de gemeente aangewezen bestuurders.<br />
De gemeente diende bij de verkoop van het stadion verschillende belangen te bewaken; niet alleen<br />
moest zij zorgen dat eerder geïnvesteerd publiek geld weer terug zou vloeien in de gemeentekas,<br />
tegelijkertijd diende zij te zorgen dat de continuïteit van <strong>Vitesse</strong> en Gelredome niet in gevaar zou<br />
komen. De provincie liet met haar houding, waarin zij misschien begrijpelijkerwijs vooral haar eigen<br />
belangen voorop zette, een kans lopen om het voor de gemeente gemakkelijker te maken het<br />
publieke belang zo goed mogelijk te dienen. De gemeente op haar beurt echter had Gelredome<br />
verrast met haar advertentie in een bouwkrant met het aanbod om het stadion te verkopen, evenals<br />
de gedachte dat ook de exploitatiemaatschappij zelf betrokken zou worden in de verkoop. Het had,<br />
ware de verstandhoudingen daarnaar geweest, voor de hand gelegen Gelredome hierover op<br />
voorhand te informeren.<br />
Geconstateerd kan worden dat de bestuurlijke relatie tussen de provincie en de gemeente<br />
gedurende de gehele periode niet ’normaal’ was. Er zijn vanuit de gemeente verschillende pogingen<br />
ondernomen om tot een totaaloplossing te komen voor zowel het Gelredome als <strong>Vitesse</strong> die steeds<br />
op tegenstand in Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten zijn gestuit. De provincie heeft<br />
namelijk steeds de insteek gehanteerd om zich niet bezig te willen houden met de redding van een<br />
voetbalclub. Maar de tegenstand van de provincie is mogelijk ook te verklaren uit de harde<br />
randvoorwaarde die de gemeente meerdere malen stelde dat de personele invulling van bestuur- en<br />
directiefuncties ingrijpend bij Gelredome moest worden aangepast. Een randvoorwaarde die<br />
vergelijkbaar was met de randvoorwaarde die de gemeente heeft gesteld bij het verstrekken van de<br />
lening aan <strong>Vitesse</strong> en die wij eerder als disproportioneel hebben bestempeld.<br />
Duidelijk is dat er grote spanningen bestonden in de persoonlijke relaties tussen bestuursleden van<br />
<strong>Vitesse</strong> en die van Gelredome (mede op basis van het verleden) maar de gemeente kon, in onze<br />
opvatting, in alle redelijkheid niet verwachten dat de problemen bij Gelredome zich zouden oplossen<br />
door het vervangen van personen. Daartegen over staat dat de bestuurders van Gelredome grote<br />
vrijheid hebben genoten bij het bepalen van hun opstelling in relatie met <strong>Vitesse</strong> en de gemeente.<br />
Dat zij daarbij het belang van de onderneming steeds voorop hebben gesteld is duidelijk maar we<br />
hebben geen duidelijke provinciale kaderstelling aangetroffen waarbinnen het bestuurlijk optreden<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 36
van de aan haar gelieerde partij Gelredome meer publieke betekenis kon krijgen. De reguliere<br />
relaties tussen de leden van GS en de leden van het college van B&W en tussen de Commissaris<br />
van de Koningin en de burgemeester zijn onvoldoende ondersteunend gebleken om impasses te<br />
doorbreken.<br />
3.5.1 Het formele verkoopproces<br />
De gemeente start eind 2005 een uitgebreid biedingsproces, van de vier partijen die reageren op de<br />
advertentie blijven er aan het eind van het jaar twee serieuze partijen over. Uiteindelijk beslist de<br />
gemeente begin 2006 om het stadion, inclusief de vier hoeken en al dan niet met de Oost-tribune,<br />
aan een ontwikkelingsbedrijf- te verkopen. Overigens is later het formele verkoopproces<br />
geëvalueerd. De conclusie van de evaluatie luidt dat het verkoopproces goed is verlopen. Het<br />
ontwikkelingsbedrijf heeft daarnaast zelf contact gezocht met <strong>Vitesse</strong> en heeft met de club<br />
sponsorafspraken gemaakt, waar tegenover een huurverlaging stond. Omdat de overdracht<br />
uiteindelijk pas begini 2007 plaatsvindt, profiteert <strong>Vitesse</strong> pas daarna van deze constructie.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 37
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 38
4. Oplopende achterstanden, gebrouilleerde verhoudingen<br />
4.1 Eindspel?<br />
In de eerste helft van 2006 heeft het nieuwe college zich voorgenomen de financiële relatie met<br />
<strong>Vitesse</strong> echt te beëindigen en spreekt als strategie af dat het reddingsplan volledig uitgevoerd dient<br />
te worden, en dat zij daarnaast bereid is om <strong>Vitesse</strong> nog één keer een helpende hand toe te steken,<br />
als zij zich tenminste ook aan de afspraken uit het reddingsplan houdt. De verantwoordelijke<br />
wethouder neemt de uitvoering hiervan stevig ter hand en gaat in gesprek met <strong>Vitesse</strong>: hij gebruikt<br />
de pressiemiddelen die hij heeft om <strong>Vitesse</strong> er toe te bewegen zich aan haar betalingsverplichtingen<br />
te houden en hanteert de regel dat alleen afspraken die op papier staan geldende afspraken zijn.<br />
In deze context blijkt dat de verkoop van het Gelredome voor <strong>Vitesse</strong> in feite niets oplevert, terwijl zij<br />
dit wel verwachtte: <strong>Vitesse</strong> rekent op een zogenaamde totaaloplossing voor haar financiële<br />
problemen. Gedurende de periode van het verkoopproces, de eerste helft van 2006, loopt <strong>Vitesse</strong><br />
opnieuw betalingachterstanden in de huur op. Vanaf de zomer van 2006 is <strong>Vitesse</strong> bovendien<br />
verplicht om annuïteiten te gaan betalen over de gemeentelijke lening.<br />
Tal van gesprekken tussen de gemeente en het bestuur van <strong>Vitesse</strong> volgen. Echter, ondanks de<br />
vele vergaderuren en suggesties van beide partijen om met een ‘totaaloplossing’ te komen, komt<br />
deze er niet. Zo doet <strong>Vitesse</strong> in het najaar van 2006 een uitgebreid voorstel aan de gemeente voor<br />
een totaaloplossing kiest. Zij spreekt over de ‘revitalisering <strong>Vitesse</strong> II”, als een logisch vervolg op het<br />
reddingsplan. <strong>Vitesse</strong> geeft aan dat haar liquiditeitspositie nog steeds aanleiding geeft tot grote<br />
zorg. <strong>Vitesse</strong> dringt er op aan dat de winst uit de verkoop van het Gelredome aan <strong>Vitesse</strong> toekomt.<br />
En daarnaast dat de lasten die voortvloeien uit de gemeentelijke lening worden teruggedrongen<br />
door de leningsvoorwaarden verder aan te passen.<br />
De wethouder informeert de raad regelmatig over de huurachterstand. Voor de volledigheid hier een<br />
opsomming van alle informatiemomenten tussen eind 2006 en 17 maart 2008, om zo een beeld te<br />
krijgen van de mate waarin het college de raad op de hoogte heeft gehouden van de<br />
ontwikkelingen.<br />
• 29 juni 2006 vertrouwelijke brief<br />
• 10 juli 2006 besloten bijeenkomst<br />
• 22 augustus 2006 brief dossier <strong>Vitesse</strong>- Gelredome<br />
• 29 augustus 2006 commissievergadering VFAB<br />
• 18 september 2006 commissievergadering VFAB stand van zaken <strong>Vitesse</strong><br />
• 24 november 2006 brief aan seniorenconvent over betalingsregeling<br />
• 11 december 2006 besloten bijeenkomst commissie VFAB<br />
• 30 mei 2007 brief over voortgang stand van zaken<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 39
• 4 juni 2007 commissie VFAB op verzoek wethouder<br />
• 25 juni 2007 commissievergadering VFAB<br />
• 2 juli 2007 commissie VFAB<br />
• 10 september 2007 commissie VFAB<br />
• 30 november 2007 brief wethouder aan commissie VFAB<br />
• 10 december 2007 commissie VFAB<br />
• 13 december 2007 informatiememorandum college aan VFAB<br />
• 24 januari 2008 brief college aan seniorenconvent<br />
• 25 januari 2008 seniorenconvent vergadering<br />
• 29 januari 2008 brief college aan seniorenconvent<br />
• 7 februari 2008 brief van wethouder aan seniorenconvent<br />
• 14 februari 2008 memo voorfinanciering loges<br />
• 15 februari 2008 beantwoording schriftelijke vragen VVD-fractie<br />
• 17 maart 2008 raadsvergadering<br />
In de periode van maart 2006 tot aan de zomer van 2007 lopen de betalingsachterstanden<br />
behoorlijk op. De verhoudingen tussen <strong>Vitesse</strong> en de gemeente zijn op dat moment al behoorlijk<br />
bekoeld. De wethouder stippelt in nauw overleg met het seniorenconvent en de commissie VFAB<br />
een strategie af om <strong>Vitesse</strong> aan haar afspraken te houden, bijvoorbeeld tijdens een<br />
commissievergadering VFAB op 4 juni 2007. Zowel bij het college als bij de raad is het gevoel<br />
ontstaan dat <strong>Vitesse</strong> niet genoeg haar best heeft gedaan om haar financiële situatie gezond te<br />
maken. De sfeer in de gemeente, die zowel door de college als door de raad wordt gezet is er<br />
ondertussen één van: ‘we laten niet langer met ons sollen’ en ‘we zijn het traineren van <strong>Vitesse</strong> zat’,<br />
waardoor vaststaat dat er geen geld meer aan <strong>Vitesse</strong> mag worden uitgegeven. De wethouder krijgt<br />
spreekwoordelijk toestemming van de raad om de club het mes op de keel te zetten om deze aan<br />
haar betalingsverplichtingen te houden. Dat doet zij door te dreigen gebruik te maken van de<br />
pandrechten die zij heeft.<br />
In de media verschijnen berichten over financiële problemen, terwijl tegelijkertijd de aankoop van<br />
dure spelers opvalt. <strong>Vitesse</strong> beroept zich daarentegen telkens op de verwachtingen die bij haar<br />
gewekt zijn, die door haar worden opgevat als gemaakte afspraken tijdens het constituerend beraad<br />
van 29 november 2003, waarin de gemeente toegezegd zou hebben de meeropbrengsten uit de<br />
verkoop van het stadion naar <strong>Vitesse</strong> te doen toekomen, zolang de gemeente er maar<br />
budgetneutraal uit zou komen.<br />
Het college heeft de raad in deze zeer regelmatig ingelicht over de stand van zaken rondom<br />
<strong>Vitesse</strong>. Daarbij is de vraag relevant of het daarbij naar de raad als naar <strong>Vitesse</strong> dezelfde houding<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 40
aannam. Het politieke klimaat in de raad leek weinig ruimte te laten voor onderhandelingen met<br />
<strong>Vitesse</strong>, terwijl de wethouder wel op regelmatige basis aan de onderhandelingstafel zat met <strong>Vitesse</strong>.<br />
In de zomer van 2007 loopt <strong>Vitesse</strong> de bestaande schulden in: zowel voor wat betreft de<br />
huurachterstand als de verschuldigde annuïteiten. Daarvoor is het bestuur van <strong>Vitesse</strong> echter wel<br />
tot het uiterste gegaan. Bij haar geldschieters, waaronder opnieuw de private financiers, heeft de<br />
directie van <strong>Vitesse</strong> het beeld geschetst dat als niet aan de directe betalingsverplichting wordt<br />
voldaan <strong>Vitesse</strong> direct zal failleren. Maar net zo goed dat de gemeente ook daadwerkelijk<br />
toegezegd zou hebben om na de zomer van 2007 een significante stap in de richting van <strong>Vitesse</strong> te<br />
doen. Zo krijgt de directie het voor elkaar om toch op de betalingsachterstanden aan de gemeente<br />
te voldoen.<br />
De dreiging van het inzetten van de pandrechten heeft medio 2007 een zeker effect gehad; i medio<br />
2007 had <strong>Vitesse</strong> de betalingsachterstand inzake de huur van Gelredome en de annuïteit immers<br />
weer ingelopen met behulp van een lening van een aantal private financiers. Voor het inlopen op<br />
de hoofdschuld had dit gebruik van het pandrecht derhalve een beperkt effect. Dit – op zich<br />
effectieve – gebruik van het pandrecht kan ertoe hebben bijgedragen dat leden van de raad en het<br />
college van B&W de indruk kregen dat de financiële positie van <strong>Vitesse</strong> beter was dan <strong>Vitesse</strong> deed<br />
voorkomen. Op basis daarvan kon de gedachte post vatten, dat het pandrecht zekerheid bood voor<br />
de hele schuld, althans een substantieel deel daarvan. Tegelijkertijd kan ook niet worden<br />
uitgesloten dat er onder voorwaarde dat alle achterstanden zouden zijn ingelopen in de zomer vani<br />
2008, ook opnieuw verwachtingen zijn gewekt bij <strong>Vitesse</strong> over de bereidheid van de gemeente om<br />
daarna ook concreet over de brug te komen met financiële middelen in het licht van een<br />
totaaloplossing.<br />
4.2 Richting surseance<br />
Na de zomer van 2007 gaan de gemeente en <strong>Vitesse</strong> opnieuw met elkaar om tafel. Opnieuw<br />
worden verschillende oplossingsrichtingen besproken, maar komt men er niet uit. De gemeente doet<br />
een voorstel om de logegelden kwijt te schelden dat het niet haalt, naar men zeggen omdat dit<br />
voorstel de financiële problemen van <strong>Vitesse</strong> niet oplost vanwege financiële afspraken die <strong>Vitesse</strong><br />
bijvoorbeeld met de private financiers gemaakt heeft. Door <strong>Vitesse</strong> worden de gesprekken nu als<br />
frustrerend ervaren. Vanaf het najaar van 2007 staakt <strong>Vitesse</strong> wederom het afdragen van de<br />
verschuldigde huur en annuïteiten. Opnieuw sommeert de gemeente <strong>Vitesse</strong> om haar<br />
achterstanden spoedig te voldoen, onder de dreiging de pandlijsten op te vragen en haar pandrecht<br />
uit te winnen.<br />
<strong>Vitesse</strong> is ondertussen echter op een andere strategie over gegaan; zij ziet geen andere uitweg dan<br />
een schuldsanering. Deze strategie is bij andere Nederlandse voetbalclubs succesvol gebleken.<br />
Wanneer deze niet vrijwillig plaats kan vinden, dan zou deze desnoods gerechtelijk moeten worden<br />
afgedwongen. Eind 2007 licht zij het college in over dit voornemen. Het college is hierdoor<br />
onaangenaam verrast. <strong>Vitesse</strong> heeft op dat moment een omvangrijk negatief vermogen en een<br />
groot aantal schuldeisers, waarvan de gemeente met een vordering van bijna € 12 miljoen de<br />
grootste is. Door <strong>Vitesse</strong> wordt, ondersteund door adviseurs, aangegeven zij zeer hoge kosten<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 41
heeft voor de huisvesting in relatie tot haar opbrengsten, welke zij niet kan beïnvloeden noch<br />
volledig kan compenseren via exploitatie. Daarnaast heeft <strong>Vitesse</strong> hoge rentelasten en aflossingen<br />
van langlopende leningen. <strong>Vitesse</strong> zal niet in staat zal zijn zich verder te ontwikkelen voordat deze<br />
‘historische’ problemen zijn opgelost.<br />
<strong>Vitesse</strong> vraagt de gemeente om vrijwillig mee te gaan met de schuldsanering en doet eind 2007 een<br />
voorstel voor de staffel die zij daarbij hanteert. Voor de gemeente zou dat betekenen dat er slechts<br />
een bedrag van circa € 600 duizend terug zou vloeien in de gemeentekas, maar dat de financiële<br />
banden tussen de gemeente en de club daarna direct verbroken zouden zijn. Wanneer de sanering<br />
daarentegen niet zou slagen zou <strong>Vitesse</strong> direct failliet gaan, en zal de gemeente waarschijnlijk<br />
helemaal niets terugzien van haar vorderingen.<br />
De gemeente is niet geneigd in te stemmen met de vrijwillige schuldsanering. Argumenten die<br />
daarvoor over tafel gaan is het feit dat <strong>Vitesse</strong> de gemeente niet volledig heeft willen informeren, en<br />
door deze gebrekkige informatiepositie geen gefundeerd oordeel kan vormen en dus niet kan en wil<br />
meewerken aan de schuldsanering. Daarnaast speelt ook een rol dat de gemeente simpelweg niet<br />
om de schuldsanering gevraagd heeft en de relatie tussen de gemeente en de club met de dag<br />
slechter wordt. Overigens vraagt het college zich ook af of <strong>Vitesse</strong> daadwerkelijk zo ernstig in de<br />
financiële problemen zit dat het surseance zou aanvragen, met het risico dat de club zou gaan<br />
failleren. Het college betrekt de raad in haar afweging, die deze lijn volgt. De club heeft overigens<br />
zelf ook veel initiatieven genomen om met raadsfracties te communiceren. Deze krijgen –<br />
individueel- uitnodigingen om van gedachten te wisselen met bestuur en directie van <strong>Vitesse</strong>. Niet<br />
alle fracties gaan daarop in, maar degenen die dat wel doen geven in sommige gevallen aan<br />
welwillend te staan ten opzichte van alternatieve oplossingen voor de problemen van <strong>Vitesse</strong>, zoals<br />
het verruimen van de leenvoorwaarden, het achtergesteld maken van de lening of het<br />
onderbrengen van de lening in het grondbedrijf. Deze bereiken echter nooit de discussies in de<br />
raad. Dit mede, omdat men bij de gemeente overtuigd was van het feit dat <strong>Vitesse</strong> het nooit op een<br />
surseance van betaling aan zou laten komen.<br />
De wereld van het openbaar bestuur en de voetbalwereld liggen ver uit elkaar. Waar het in het<br />
publieke bestuur niet voor te stellen is dat een publieke dienst failleert of van de aardbodem<br />
verdwijnt, kan dat in het bedrijfsleven de uiterste zakelijke consequentie zijn van een situatie. Dat<br />
verklaart misschien voor een deel waar de inschatting van de gemeente, dat <strong>Vitesse</strong> waarschijnlijk<br />
niet echt bereid zou zijn surseance aan te vragen, op gebaseerd is.<br />
Het is te prijzen dat gemeenteraadsleden zich zelfstandig een beeld trachten te vormen van de<br />
problematiek van de club. In een situatie waarin club en gemeente met elkaar in discussie zijn, is<br />
het echter zaak dat raadsleden zich bewust zijn van hun rol. De wethouder dient immers in positie te<br />
zijn om te besturen, waarbij de raad controleert.<br />
Daarbij dient opgemerkt te worden dat veel informatie-uitwisseling tussen raad en college in<br />
vertrouwelijkheid heeft plaatsgevonden. Dit is zeker verklaarbaar in een situatie waarin vaak<br />
gevoelige informatie over de positie van <strong>Vitesse</strong> en de gemeente aan de orde was. Tegelijkertijd<br />
zorgde deze vertrouwelijkheid er ook voor dat de gemeenteraad machteloos was en sterk gebonden<br />
bleef aan de gevolgde koers. Raad en college volgden eensgezind de koers dat <strong>Vitesse</strong> haar<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 42
etalingsachterstanden in moest lopen. Dat heeft er mede aan bijgedragen dat alternatieve<br />
oplossingen, die in de wandelgangen wel degelijk zijn besproken, nooit het plenaire debat hebben<br />
bereikt.<br />
Met de gemeenteraad wordt in januari nog een strategie besproken om te dreigen met een kort<br />
geding om de pandlijsten op te vragen en om alsnog een pandrecht te vestigen op het<br />
Spelersfonds. Daarnaast verkeert de gemeente in de veronderstelling dat zij een stevige juridische<br />
positie heeft: zij meent via haar reeds gevestigde pandrechten aanspraak te kunnen maken op alle<br />
bestaande maar ook toekomstige vorderingen van <strong>Vitesse</strong>. En tevens dat zij op basis van haar<br />
pandrecht een separatistenpositie heeft, waardoor de publieke gelden bij een eventueel<br />
faillissement als het ware veilig gesteld zouden zijn.<br />
De gemeente bereidt zich daarentegen ook voor op een eventueel faillissement. Dat is begrijpelijk<br />
vanuit het oogpunt dat zij de publieke gelden veilig wil stellen. Tegelijkertijd is het opmerkelijk dat zij<br />
zichzelf in de positie plaatst tussen het veilig stellen van het publieke geld enerzijds en het<br />
voortbestaan van de club anderzijds. Natuurlijk is de gemeente zich bewust van de imagoschade<br />
van een faillissement, maar zij aanvaardt het risico. Vastgesteld kan worden dat de verhoudingen<br />
tussen beide partijen ondertussen zo verslechterd waren dat andere oplossingen, zoals het<br />
verruimen van de leenvoorwaarden niet meer aan de orde waren of niet tot een oplossing konden<br />
bijdragen die voor beide partijen aanvaardbaar was. Dat de relatie tussen deze twee zo heeft<br />
kunnen verslechteren is vanuit het belang van het openbaar bestuur wel zorgelijk: immers de twee<br />
partijen zullen ook in de toekomst met elkaar te maken hebben. Bijvoorbeeld vanwege de veiligheid,<br />
het gemeentelijk sportbeleid en de publieke belangstelling voor de club .<br />
Iets anders is dat er kennelijk bij de raad en het college verschillende beelden en verwachtingen zijn<br />
ontstaan over de mate waarin de gemeente feitelijk voldoende zekerheden had om de vordering op<br />
<strong>Vitesse</strong> volledig, althans in aanzienlijke mate, te dekken. In juridische zin had de gemeente geen<br />
andere middelen dan het pandrecht om zekerheid te krijgen. Dat dit pandrecht feitelijk maar weinig<br />
zekerheid bood is kennelijk onvoldoende duidelijk geweest.<br />
Begin 2008 kondigt <strong>Vitesse</strong> aan dat zij overeenstemming heeft met een meerderheid van de<br />
schuldeisers. De gemeente en <strong>Vitesse</strong> gaan opnieuw met elkaar in gesprek, maar tevergeefs.<br />
Opnieuw spelen de interpretatieverschillen over hetgeen gezegd is op 29 november 2003 een rol.<br />
<strong>Vitesse</strong> heeft eind 2007 zelfs een tweetal gemeentelijke vertegenwoordigers bereid gevonden te<br />
kennen te geven dat er door de gemeente toezeggingen zouden zijn gedaan over de besteding van<br />
de meeropbrengsten van het stadion aan <strong>Vitesse</strong>. De gemeente vraagt op haar beurt twee andere<br />
van haar vertegenwoordigers naar hun visie op die bijeenkomst. Zij geven enkele maanden later<br />
aan dat zij zich totaal niet herkennen in de interpretatie van de twee andere vertegenwoordigers. De<br />
posities komen wel iets dichter bij elkaar, maar uiteindelijk blijft de gemeente bij haar standpunt dat<br />
zij niet bereid is mee te gaan met een buitenrechtelijke sanering. Overigens waren hiervoor juridisch<br />
geen (onoverkomelijke) belemmeringen. <strong>Vitesse</strong> en de gemeente blijven met elkaar in gesprek,<br />
maar komen er toch niet uit, terwijl de financiële situatie bij <strong>Vitesse</strong> alsmaar nijpender wordt. Op 3<br />
maart 2008 vraagt <strong>Vitesse</strong> vervolgens surseance van betaling aan. Dit heeft als gevolg dat <strong>Vitesse</strong><br />
twee bewindvoerders krijgt toegewezen.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 43
De bewindvoerders dringen kort daarna aan op een gesprek tussen <strong>Vitesse</strong> en de gemeente, over<br />
de separatistenpositie die de gemeente claimt. Uiteindelijk blijkt deze positie van de gemeente<br />
moeilijk vol te houden en wordt tussen bewindvoerders en gemeente een schikking getroffen over<br />
haar schuldpositie. Alles bij elkaar krijgt de gemeente circa € 800 duizend terug. Op 17 maart 2008<br />
legt het college dit voorstel aan de raad voor. Afwijzing van het voorstel zou het faillissement van<br />
<strong>Vitesse</strong> betekenen. Het college adviseert de raad in te stemmen met het voorstel, omdat als <strong>Vitesse</strong><br />
failliet zou gaan, de gemeente al het geld kwijt zou zijn. Het college noemt het voorstel van de<br />
bewindvoerder een ‘slikken of stikken voorstel’, wat het gevoel belichaamt dat het college zich voor<br />
het blok gesteld voelt. Ook de raad stemt vanuit dit gevoel in met participatie in de sanering.<br />
Achteraf bezien is –ook onder raadsleden- veel onvrede gegroeid over de kwaliteit van de juridische<br />
informatie die beschikbaar was, vooral over de pandrechten. Deze heeft een belangrijke rol<br />
gespeeld in de positie-keuze van raad en college in de gesprekken en onderhandelingen met<br />
<strong>Vitesse</strong> gedurende 2006 en 2007. Het is begrijpelijk dat deze onvrede is gegroeid, maar uiteindelijk<br />
is het aspect van de pandrechten toch een ondergeschikte geweest in het bepalen van de<br />
uitkomsten. Veel meer gewicht heeft gehad dat raad en college zich richting <strong>Vitesse</strong> zo sterk<br />
hebben gefocust op het terugkrijgen van het geld.<br />
Deze focus was onder meer een gevolg van de gegroeide frustraties over de<br />
betalingsachterstanden die <strong>Vitesse</strong> steeds liet ontstaan. Een focus die in 2006 bij de collegevorming<br />
werd bevestigd en samen te vatten is als: ‘het geld moet terug en de banden doorgesneden’. Het is<br />
deze houding die, samen met verstoorde verhoudingen met Gelredome en de provincie, hebben<br />
gezorgd voor de uitkomst waar we nu in 2008 staan. Andere elementen, zoals het moeizame inzicht<br />
in de verplichtingen van <strong>Vitesse</strong> en de moeilijkheid om met deze partij afspraken te maken, hebben<br />
daaraan bijgedragen.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 44
5. Conclusies en aanbevelingen rond de beoordelingscriteria<br />
In dit concluderende hoofdstuk worden de beoordelingscriteria uit de inleiding nader beschouwd. De<br />
loop van de geschiedenis rondom het dossier <strong>Vitesse</strong> wordt geanalyseerd aan de hand van de<br />
normen zoals geformuleerd in het toetsingskader. De conclusies richten zich op het bestuurlijk<br />
handelen van het gemeentebestuur (college en gemeenteraad). Aan de orde komen conclusies op<br />
het gebied van de informatievoorziening tussen college en raad, de visie en strategie van het<br />
gemeentebestuur op betaald voetbal. de aandacht voor governance in de verhouding tussen de<br />
voetbalclub en andere partijen en de sturing op financiële en juridische aspecten van het dossier.<br />
De informatievoorziening tussen college en raad verdient bijzondere aandacht, en daarom wordt<br />
deze als eerste aan de orde gesteld.<br />
5.1 Informatievoorziening aan de raad<br />
Rondom de informatievoorziening is het goed om een onderscheid aan te brengen tussen periodes<br />
waarin de raad en college intensief met het dossier bezig waren (in 2003 en 2007/ 2008) en de<br />
tussenliggende periode. In de periodes 2003 en 2007/2008 concluderen we dat het college zich<br />
heeft ingespannen om de raad zeer frequent te informeren over de stand van zaken van het<br />
dossier. In de andere periodes is de frequentie van de informatievoorziening op een lager pitje<br />
gekomen. Het college heeft de raad in deze periodes minder frequent geïnformeerd, de raad heeft<br />
hier echter in deze periodes ook niet regelmatig, noch indringend om gevraagd. Er is een viertal<br />
kanttekeningen te plaatsen bij de informatievoorziening tussen college en raad.<br />
Ten eerste is een groot deel van de informatie die het college aan de raad heeft verschaft op basis<br />
van vertrouwelijkheid geschied. Dit is zeker verklaarbaar in een situatie waarin vaak gevoelige<br />
informatie over de positie van <strong>Vitesse</strong> en de gemeente aan de orde was. Bovendien heeft de raad<br />
hiermee ingestemd. Toch bemoeilijkt die vertrouwelijkheid de controle van de gemeenteraad op het<br />
handelen van het college. Want door in vertrouwen met elkaar te debatteren, raakte de<br />
gemeenteraad zelf ook sterk gebonden aan de door het college uitgezette koers. Zo volgden raad<br />
en college vanaf 2007 eensgezind de koers dat <strong>Vitesse</strong> haar betalingsachterstanden in moest<br />
lopen. Dat heeft er mede aan bijgedragen dat alternatieve oplossingen, die in de wandelgangen wel<br />
degelijk zijn besproken, nooit het plenaire debat hebben bereikt.<br />
Ten tweede stellen wij vast dat het college de raad vanaf 2006 geen totaaloverzicht heeft gegeven<br />
van de financiële situatie van <strong>Vitesse</strong>. Het college had weliswaar zelf ook geen volledig beeld, maar<br />
beschikte wel degelijk over veel informatie. Het lijkt erop dat de raad niet de informatie heeft<br />
gekregen die zij nodig had om haar controlerende taak goed te kunnen vervullen. Zo heeft het<br />
college de raad niet duidelijk op de hoogte gesteld dat de financiële situatie van <strong>Vitesse</strong>, ook na de<br />
aanname van het reddingsplan in 2003, zeer precair was.<br />
Daarmee komen we ook naar de derde kanttekening, namelijk dat de raad zich ook weinig moeite<br />
heeft getroost om een volledig beeld te krijgen, zodanig, dat zij een eigenstandig oordeel zou<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 45
kunnen vormen. De raad heeft niet aangegeven moeite te hebben met de vertrouwelijkheid van het<br />
dossier, noch met het gebrek aan volledigheid van de beschikbare (financiële) informatie.<br />
Een vierde kanttekening betreft de kwaliteit van de informatie. In de periodes waarin het college de<br />
raad op regelmatige basis van informatie voorziet over <strong>Vitesse</strong>, informeert zij de raad onvoldoende<br />
toereikend over de mogelijke gevolgen van haar bestuurlijk handelen jegens de club. Het college<br />
geeft veelvuldig technische informatie aan de raad over de manier waarop de financiering geregeld<br />
wordt, maar besteedt bijvoorbeeld veel minder aandacht aan de impact van het Reddingsplan van<br />
2003. Zo is achteraf vast te stellen dat het college kon weten dat het reddingsplan onvoldoende<br />
ondersteuning bood om <strong>Vitesse</strong> er daadwerkelijk en structureel bovenop te helpen. Zij heeft de raad<br />
echter niet actief meegenomen in deze gedachtegang. Ook moet worden opgemerkt dat het college<br />
in de laatste jaren naar <strong>Vitesse</strong> soms een andere houding heeft aangenomen dan in de raad. En<br />
wel een houding waarin richting <strong>Vitesse</strong> de boodschap werd geuit dat onderhandelen over een<br />
totaaloplossing nog mogelijk zou zijn, terwijl het politiek draagvlak daarvoor in de raad ontbrak.<br />
Daarnaast lijkt het erop dat raad en college gedurende de jaren steeds meer onlosmakelijk<br />
verbonden zijn opgetreden in hun behandeling van het dossier <strong>Vitesse</strong>-Gelredome, onverlet het feit<br />
dat er binnen de raad verschillende politieke opvattingen waren. Vastgesteld kan worden dat het<br />
college haar oorspronkelijke uitgangspunten in het dossier, op het gebied van budgetneutraliteit en<br />
het belang van het behoud van de gronden rondom het stadion voor de stedelijke ontwikkeling,<br />
steeds heeft vastgehouden en dat de raad, mede door het aspect van vertrouwelijkheid, daaraan<br />
geen eigen toegespitste invulling heeft kunnen geven.<br />
De in de raad gegroeide onvrede over de handelswijze in het dossier <strong>Vitesse</strong> is enerzijds<br />
veroorzaakt door het onvolkomen beeld van de problematische situatie van <strong>Vitesse</strong>. Anderzijds<br />
hebben raad en college zich in de laatste periode sterk inhoudelijk bemoeid met het dossier en is de<br />
raad zich gaan richten op technische aspecten, zoals de pandrechten. Deze focus had echter<br />
sterker moeten liggen op de inhoudelijke doelstellingen (op het gebied van stedelijke ontwikkeling<br />
en budgetneutraliteit) die met het dossier <strong>Vitesse</strong> en Gelredome gemoeid waren.<br />
5.2 Beleid<br />
De gemeente is sinds 2003 intensief betrokken geraakt bij de problemen rond Gelredome en<br />
<strong>Vitesse</strong> op grond van een aantal verschillende overwegingen. De belangrijkste overweging was dat<br />
de gemeente het gebied rondom Gelredome beschouwde als een belangrijk speerpunt voor de<br />
ruimtelijke ontwikkeling van <strong>Arnhem</strong>, maar dat het voor een succesvolle stedelijke ontwikkeling zaak<br />
was dat het gebied voorlopig nog niet zou moeten worden geëxploiteerd. Mede daarom heeft zij<br />
steeds invloed willen uitoefenen op het Gelredome. Pas op de tweede plaats speelde de<br />
overweging, dat <strong>Vitesse</strong> als voetbalclub een publiek belang diende voor de stad. Mede onder druk<br />
van de omstandigheden (licentieverlies), de publieke opinie en opvattingen in de raad heeft de<br />
gemeente er voor gekozen om voetbalclub <strong>Vitesse</strong> financieel te ondersteunen. Daarvoor werd een<br />
geheel van strenge financiële randvoorwaarden vastgesteld (op basis van het principe van<br />
budgettaire neutraliteit) maar een visie op (de door de gemeente gewenste relatie met) het stadion<br />
en de voetbalclub ontbrak.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 46
In het dossier <strong>Vitesse</strong> en Gelredome wordt als uitgangspunt voor (financieel) beleid<br />
budgetneutraliteit gehanteerd. Dit begrip is in de loop der jaren van steeds groter belang geworden<br />
in het dossier <strong>Vitesse</strong>, zowel in het politieke debat als in de relatie tussen gemeente en met name<br />
<strong>Vitesse</strong>. De eerste keer komt het begrip ter sprake in een concept van het eerste reddingsplan van<br />
2003. Daar wordt met budgetneutraliteit bedoeld, dat <strong>Vitesse</strong> en Gelredome alle kosten moeten<br />
dekken die de gemeente maakt rondom de aankoop van het Gelredome en het steunen van<br />
<strong>Vitesse</strong>. Ofwel het gaat om: een complete verevening van alle met Gelredome en <strong>Vitesse</strong> gemoeide<br />
kosten. Bij de behandeling van het uiteindelijke reddingsplan in de raad wordt via een motie van de<br />
VVD nogmaals bevestigd dat het reddingsplan geen extra kosten ten behoeve van de algemene<br />
begroting met zich mee mag brengen. Deze door de raad opgelegde randvoorwaarde (‘de glazen<br />
stolp’) kent dus een andere uitleg van het uitgangspunt. Dit is tevens het uitgangspunt dat in de<br />
jaarrapportages wordt gebruikt. Een derde en laatste invulling van het uitgangspunt<br />
budgetneutraliteit krijgt zijn betekenis in de periode rondom het aantreden van het nieuwe bestuur<br />
van <strong>Vitesse</strong> in 2004. Het bestuur van <strong>Vitesse</strong> interpreteert het begrip vanaf dat moment namelijk zo<br />
dat ook de kosten en baten binnen het dossier verevend moeten worden. Dat betekent ook dat,<br />
volgens <strong>Vitesse</strong>, eventuele meeropbrengsten (bijvoorbeeld uit de verkoop van het stadion) terug<br />
zouden moeten vloeien naar <strong>Vitesse</strong> (of Gelredome).<br />
Deze verscheidenheid aan betekenissen van het uitgangspunt budgetneutraliteit zorgt voor<br />
verwarring in het dossier en laat meerdere interpretaties over de intenties van de gemeente naast<br />
elkaar bestaan.<br />
Uit het totaal van de documenten en gesprekken komt een beeld van de gemeente naar voren als<br />
overheidpartij die de belangen van stedelijke ontwikkeling laat prevaleren ten opzichte van het<br />
behoud van voetbalsport op topniveau. Ook op dit punt heeft het college laten gebeuren dat er<br />
langdurig verschillende interpretaties van haar intenties bestonden, ook bij de raad. Zij heeft naar<br />
externe partijen niet duidelijk genoeg gecommuniceerd over het doel en de consequenties van haar<br />
betrokkenheid bij de voetbalclub en het stadion. Het college had er goed aan gedaan een duidelijker<br />
beeld te geven van haar intenties en op basis daarvan een duidelijke beleidsvisie neer te leggen bij<br />
de gemeenteraad. Niet alleen over haar visie ten aanzien van de gebiedsontwikkeling, maar ook<br />
over haar ambities met topvoetbal in de stad. De gemeenteraad heeft echter niet om een dergelijke<br />
visie verzocht.<br />
Wij raden het college en de raad aan om in de toekomst duidelijke beleidskaders vast te<br />
stellen ten aanzien van betaald voetbal, net zoals dat voor andere beleidsonderwerpen<br />
gewoon is. Hierin zouden de doelstellingen en ambities van de gemeente - onder meer ten<br />
aanzien van sportfaciliteiten en de sportclubs – aangaande voetbal, maar ook andere<br />
topsporten zijn vastgelegd. Kaders waarover intern en extern kan worden gecommuniceerd<br />
en waaraan bij de vormgeving en uitvoering van het beleid steeds kan worden gerefereerd.<br />
Deze kaders bewijzen vooral hun nut in tijden van problemen. Op dat moment kan het<br />
college terugvallen op doordachte en consistente uitgangspunten en die gebruiken om de<br />
problemen van betrokken partijen het hoofd te bieden.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 47
5.3 Plannen<br />
Wij concluderen dat de voorbereiding van verschillende plannen onvoldoende was vanwege het<br />
ontbreken van een duidelijk totaaloverzicht van reeds bestaande afspraken in de complexe<br />
verhoudingen tussen de gemeente, het stadion, de voetbalclub, de provincie en private<br />
investeerders. Dit heeft vooral te maken met een gebrekkige gemeentelijke contract- en<br />
afsprakenregistratie, waarin in de loop van de jaren wel verbeteringen zijn aangebracht. Dit kwam<br />
onder andere naar voren bij de uitwerking van het raamcontract in het reddingsplan. Tevens ontbrak<br />
bij de gemeente een volledig inzicht in financiële kasstromen en verplichtingen van <strong>Vitesse</strong><br />
waardoor het niet mogelijk was om de consequenties van financiële ondersteuning (vanuit de<br />
overheid of van private zijde) vooraf op een juiste wijze te beoordelen.<br />
Wij zijn van mening dat de strenge governance voorwaarden die bij de uitwerking van de plannen<br />
werden gesteld, weliswaar begrijpelijk waren, maar zeker achteraf bezien niet proportioneel waren<br />
omdat zij de verhoudingen zodanig verstoord hebben dat een goede planuitvoering werd<br />
belemmerd. Deze mening is gebaseerd op de vaststelling dat de gevolgen van het voornemen van<br />
de gemeente om bij het reddingsplan de bestuurders van <strong>Vitesse</strong> en Gelredome (met financiële<br />
belangen in de club) volledig te vervangen aanzienlijk zijn geweest.<br />
De argumenten op het gebied van ongeoorloofde staatsteun zijn gebruikt om de ondersteuning van<br />
de voetbalclub en het stadion zo beperkt mogelijk te houden en op marktconforme wijze vorm te<br />
geven.<br />
Wij raden de gemeente aan om bij het tot stand brengen van een financiële relatie met<br />
vennootschappen of stichtingen, anders dan door middel van een subsidierelatie, een<br />
objectdossier aan te leggen met gedetailleerde informatie over reeds bestaande rechten en<br />
verplichtingen, financiële kasstromen, liquiditeitsontwikkeling, vermogensverhoudingen en<br />
andere kenmerken, als ware het een kredietdossier van een geldverstrekkende instelling.<br />
Ten aanzien van toekomstige financieringsvoorwaarden raden wij aan om maatregelen op<br />
het gebied van governance af te stemmen op de aard, omvang en duur van de financiële<br />
relatie.<br />
Daarnaast raden wij de gemeente aan haar informatiepositie ten opzichte van belangrijke<br />
private partijen in haar gemeente, zoals voetbalclub <strong>Vitesse</strong>, zo sterk mogelijk te maken.<br />
Wanneer de gemeente goed op de hoogte is van het reilen en zeilen zal zij minder snel<br />
overvallen worden door financiële problemen bij deze partijen, waarvoor zij zo dikwijls<br />
benaderd wordt om te helpen oplossen. Er zijn tal van vormen te bedenken waarin een<br />
goede informatiepositie niet direct leidt tot het meedragen van (financiële)<br />
verantwoordelijkheid voor het bestuur van zo’n private partij.<br />
5.4 Overeenkomsten<br />
Wij concluderen dat een aantal belangrijke overeenkomsten tussen de gemeente en betrokken<br />
partijen onder grote druk van tijd en omstandigheden tot stand zijn gekomen. Dit heeft in sommige<br />
gevallen geleid tot een verslechterde onderhandelingspositie van de gemeente. Sommige beoogde<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 48
overeenkomsten zijn niet tot stand gekomen. De gemeente heeft (terecht) haar belangen steeds<br />
stevig in het oog willen houden, ook door het stellen van harde voorwaarden. De eerder genoemde<br />
governance voorwaarden hebben echter bijgedragen aan een verstoring van verhoudingen en aan<br />
moeizame procedures om tot overeenstemming te geraken. De burgemeester heeft op een aantal<br />
momenten een belangrijke regierol vervuld om toch tot resultaten te komen. Ten onrechte heeft de<br />
gemeente gedacht dat zij over voldoende sturingsmiddelen beschikte om de voetbalclub tot<br />
volledige en tijdige terugbetaling van de verstrekte lening aan te zetten. Zij heeft zich niet voldoende<br />
ontvankelijk getoond voor de problematische situatie waarin de voetbalclub zich bevond en werd<br />
verrast door de juridische stappen die genomen werden om een faillissement af te wenden. De<br />
gemeente (college en raad) had al bij het aannemen van het reddingsplan kunnen weten dat de<br />
financiële ondersteuning van de voetbalclub eerder een noodoplossing was dan een echte redding<br />
en had daardoor de noodzaak van verdere betrokkenheid kunnen voorzien.<br />
Wij raden de gemeente aan om in de toekomst goed na te denken over de exacte keuze<br />
van de vorm van financiële ondersteuning aan stichtingen of vennootschappen die<br />
maatschappelijk relevante activiteiten verrichten. Duidelijk is dat de vormgeving van een<br />
financiële relatie met een voetbalclub per definitie lastig is vanwege de eigen aard van het<br />
voetbalbedrijf en het gebrek aan mogelijkheden om volwaardige zekerheden te stellen.<br />
Duidelijk is ook dat de gemeentelijke behoefte aan sturing niet verward moet worden met de<br />
meer technische uitwerking van de voorwaarden die kleven aan bepaalde<br />
financieringsvormen. Indien sprake is van een groot maatschappelijk belang met veel<br />
publieke en politieke aandacht, dient de relatie met de rechtspersoon in kwestie per definitie<br />
intensief te zijn, zonder de verschillende rollen uit het oog te verliezen. Als die relatie een<br />
financiële component krijgt is, kan tevens overwogen worden om hiervoor een<br />
subsidierelatie in te zetten (zoals in het cultuurbeleid) in plaats van door middel van een<br />
lening-, garantie- of aandelenconstructie.<br />
Het vraagstuk van het risico op het verlenen van ongeoorloofde staatssteun aan een<br />
voetbalvereniging dient daarbij door de gemeente steeds te worden onderzocht, met dien<br />
verstande dat dit risico aanwezig is in iedere vorm van een financiële relatie tussen<br />
gemeente en club. Door de geldende praktijk, namelijk dat de Europese Commissie<br />
buitengewoon terughoudend is in haar optreden jegens de relatie tussen overheden en<br />
clubs, is er weinig duidelijkheid over de juridische kaders waarbinnen steun aan een club<br />
plaats kan vinden.<br />
5.5 Uitvoering<br />
Ten aanzien van het toezicht en de controle van de gemeente op de uitvoering van<br />
overeengekomen afspraken komen wij tot de conclusie dat de gemeente teveel vertrouwde op de<br />
werking van de voorwaarden die zij vooraf had gesteld, zonder zich er van te vergewissen of en hoe<br />
die voorwaarden in de praktijk konden uitwerken.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 49
De gemeente heeft ten onrechte gedacht dat de door haar aangezochte nieuwe bestuurders van<br />
<strong>Vitesse</strong> de problemen van de club binnen afzienbare termijn onder controle zouden kunnen krijgen.<br />
Het vertrouwen en optimisme van de gemeente weerspiegelt zich in de beslissing om geen<br />
gemeentelijke vertegenwoordiger te benoemen in de raad van commissarissen van <strong>Vitesse</strong>.<br />
Overigens komen wij tot de conclusie dat de gemeente bij het toezien op het naleven van de<br />
gemaakte afspraken behoorlijk klem zat tussen de (politieke) noodzaak om de verstrekte gelden<br />
terug te krijgen en de wens om zowel het stadion als de club levensvatbaar te laten zijn. Het is de<br />
gemeente niet gelukt om andere betrokken partijen (zoals de provincie en private investeerders)<br />
aan zich te binden bij het helpen realiseren van die doelstellingen.<br />
Ook heeft de gemeente ten onrechte gedacht dat het overeengekomen pandrecht voldoende<br />
zekerheid bood om het gewenste betaalgedrag te waarborgen. Die verwachting is onterecht<br />
gebleken. Dat het pandrecht (ook voor banken) een juridisch ingewikkeld instrument is dat<br />
onderhoud vergt en geen zekerheid met een vaste waarde vertegenwoordigt, is kennelijk<br />
onvoldoende duidelijk onder de aandacht van de gemeenteraad gebracht. Voor de raad heeft er<br />
gedurende 2006 en 2007 blijvende onduidelijkheid bestaan over de omvang van de zekerheid die<br />
de pandrechten boden, terwijl zij wel gevraagd werd om op basis daarvan het handelen van het<br />
college te controleren.<br />
De overgang van doorlopend krediet naar lening met pandrecht is in onze ogen, gegeven de<br />
risico’s, ten onrechte gebruikt om de aard en intensiteit van het toezicht (eerder in handen van de<br />
gemeentelijke Budgetcommissie) te wijzigen. Aangezien het niet gelukt is om <strong>Vitesse</strong> te houden aan<br />
de afspraak om financiële kwartaalrapportages aan te leveren, en de kennis van de gemeenteraad<br />
vooral werd gevoed door berichten over groeiende betalingsachterstanden, is er binnen de<br />
gemeenteraad in onze ogen een begrijpelijk wantrouwen ontstaan jegens de financiële degelijkheid<br />
van de voetbalclub. De gemeenteraad kreeg onvoldoende inzicht in de financiële situatie van<br />
<strong>Vitesse</strong> om een juiste inschatting te kunnen maken van de positie van de gemeente. Terwijl zij wel<br />
gevraagd werd om de bestuurlijke keuzes van het college op dat front te controleren en accorderen.<br />
Wij raden het gemeentebestuur aan om, in vergelijkbare toekomstige situaties, bij het toezien op<br />
de naleving van complexe en hard bevochten afspraken gebruik te maken van alle beschikbare<br />
(publiek- en privaatrechtelijke) middelen om dat toezien mogelijk te maken. En om steeds veel<br />
energie te steken in de relaties met vertegenwoordigers van alle (ook op afstand) betrokken<br />
partijen teneinde het commitment van die partijen aan de naleving te waarborgen. En ook in het<br />
voortdurend verzamelen van alle informatie die relevant kan zijn voor het verkrijgen van inzicht<br />
in de actuele omstandigheden waaronder de afspraken nagekomen moeten worden.<br />
5.6 Doelbereiking<br />
Voor de doelbereiking kijken we terug op de door de gemeente geformuleerde doelen in het kader<br />
van haar betrokkenheid bij <strong>Vitesse</strong> en Gelredome. Al eerder concludeerden we dat een expliciete<br />
visie op de gewenste relatie tussen de gemeente en de voetbalclub heeft ontbroken. Het gestelde<br />
doel van grip op het gebied rondom Gelredome is naar onze mening in grote lijnen bereikt. De<br />
ontwikkeling van <strong>Arnhem</strong>-Zuid is immers nog niet van de grond gekomen en heeft daarmee andere<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 50
ontwikkelingen niet gehinderd. Ten aanzien van het uitgangspunt van budgetneutraliteit merken wij<br />
op dat het zeer gecompliceerd is om daarover een definitieve uitspraak te doen omdat in de<br />
benodigde berekening veel aspecten kunnen worden meegewogen, zoals de rentewinst van de<br />
gemeente op haar leningen aan <strong>Vitesse</strong>, de kosten van de externe adviseurs door de jaren heen,<br />
het saldo van de exploitatie van Gelredome en een waardering zou moeten worden gegeven van de<br />
toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen rondom het Gelredome. De berekening zou daarmee een<br />
omstreden karakter krijgen en die maken wij dan ook niet. Feit blijft echter dat de gemeente een<br />
substantieel bedrag in het voorjaar van 2008 heeft moeten afschrijven.<br />
Wij raden de gemeente aan om, bij het vaststellen van doelen in een complex dossier,<br />
duidelijker aan te geven hoe deze doelen moeten worden uitgewerkt. Door dat te doen<br />
wordt niet alleen een evaluatie van de doelbereiking bevorderd, maar ontstaat tevens een<br />
beter inzicht in de (publieke) belangen die na worden gestreefd.<br />
De bereidheid van de gemeente om vast te houden aan haar oorspronkelijke doelen, namelijk dat<br />
van de stedelijke ontwikkeling en het uitgangspunt van budgetneutraliteit, boven de doelstelling om<br />
<strong>Vitesse</strong> overeind te houden, is groot geweest. In het slottraject heeft de gemeente zich een harde<br />
onderhandelaar getoond. Tegelijkertijd moet geconstateerd worden dat de relaties tussen partijen<br />
geleden hebben onder de ontwikkelingen. Een en ander had een andere uitkomst kunnen hebben,<br />
indien doelen vanaf het begin duidelijk waren geformuleerd.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 51
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 52
6. Slotwoord<br />
Emotie was in alle vezels voelbaar toen de raad op 17 maart 2008 bij meerderheid besloot om circa<br />
twaalf miljoen af te boeken op de lening aan <strong>Vitesse</strong>. In deze vergadering besloot de gemeenteraad<br />
van <strong>Arnhem</strong> ook om een van de zwaardere raadsinstrumenten in te zetten, namelijk het uitvoeren<br />
van een raadsonderzoek met als doel om inzicht te krijgen in de gang van zaken rond (de uitvoering<br />
van-) het reddingsplan <strong>Vitesse</strong>.<br />
Van de emotie die voetbal met zich brengt is de begeleidingsgroep is zich terdege bewust geweest<br />
tijdens het uitvoeren van het raadsonderzoek, dat zich heeft toegespitst op het bestuurlijk handelen<br />
van de gemeente. De begeleidingsgroep vindt dat uit het rapport lessen getrokken kunnen worden<br />
voor de toekomst. Ook liggen in het rapport kansen en mogelijkheden om de relatie van de<br />
gemeente met een betaald voetbalorganisatie vorm te gaan geven.<br />
De onderzoeksrapportage overziend onderkent de begeleidingsgroep een viertal kernthema’s:<br />
1. Kaderstelling;<br />
2. Uitvoering van de kaders;<br />
3. Informatievoorziening aan de raad;<br />
4. Externe bestuurlijke verhoudingen.<br />
Onderstaand worden deze vier kernthema’s puntsgewijs toegelicht:<br />
1. Kaderstelling: gebrek aan visie<br />
• Bij de start van de betrokkenheid bij dit dossier was er geen visie op de betekenis van een<br />
betaald voetbalorganisatie in een stad zoals <strong>Arnhem</strong>;<br />
• De stedelijke ontwikkeling is de belangrijkste overweging geweest voor de bemoeienis van de<br />
gemeente bij dit dossier. Dit is niet expliciet kenbaar gemaakt, waardoor onduidelijk was dat om<br />
die reden Gelredome en niet <strong>Vitesse</strong> de eerste prioriteit had;<br />
• Budgetneutraliteit is in het dossier <strong>Vitesse</strong> en Gelredome als uitgangspunt voor het (financiële)<br />
beleid genomen. Er blijken echter verschillende betekenissen aan dit uitgangspunt te zijn<br />
toegekend, die naast elkaar zijn blijven bestaan en tot verwarring hebben geleid. Het college<br />
heeft geen initiatieven ondernomen om op dit punt klaarheid te brengen;<br />
• Na het raadsbesluit in juni 2003 kwam de verantwoordelijkheid voor het reddingsplan –vanuit de<br />
uitvoerende rol- bij het college te liggen, waardoor de inhoudelijke doelstellingen (gericht op<br />
stedelijke ontwikkeling en budgetneutraliteit) voor de raad niet meer in het vizier waren;<br />
• Bij de start van de nieuwe raadsperiode (voorjaar 2006) is geen gebruik gemaakt van het<br />
moment om het dossier tegen het licht te houden en desgewenst te voorzien van (nieuwe)<br />
inhoudelijke kaders.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 53
2. Uitvoering van de kaders: steken laten vallen<br />
De begeleidingsgroep heeft vastgesteld dat er in de onderzochte periode meerdere steken zijn laten<br />
vallen bij de concrete uitwerking en uitvoering van de door de raad gestelde kaders:<br />
• Er ontbrak van een compleet overzicht van de kasstromen en verplichtingen van <strong>Vitesse</strong> in<br />
2002;<br />
• <strong>Vitesse</strong> kwam zijn verplichting om de gemeente ieder kwartaal te informeren over de financiële<br />
stand van zaken onvoldoende na;<br />
• Er ontbrak een verslag van een cruciale bijeenkomst, namelijk de eerste vergadering met de<br />
nieuwe leden van het Stichtingsbestuur en de Raad van Commissarissen van <strong>Vitesse</strong> B.V. in<br />
2003;<br />
• De gemeente had vanaf 2003 geen volledig beeld van de financiële situatie van de voetbalclub<br />
en reviseerde haar zekerheden niet jaarlijks;<br />
• De gemeente heeft ervoor gekozen om niet zelf een commissaris af te vaardigen naar de Raad<br />
van Commissarissen van <strong>Vitesse</strong> B.V., waardoor zij een kans heeft laten liggen om zowel<br />
financieel als bestuurlijk inzicht te hebben in de ontwikkelingen van de voetbalclub.<br />
3. Informatievoorziening aan de Raad: kwalitatief onvoldoende en geheim<br />
Het college heeft de raad, met name op momenten dat er veel in dit dossier gebeurde, frequent van<br />
veel informatie voorzien. Maar op de aan de raad geleverde informatie is echter wel het een en<br />
ander aan te merken.<br />
• Zo heeft het college in 2003 de raad onvoldoende geïnformeerd dat het reddingsplan en de<br />
raamovereenkomst niet de totaaloplossing voor <strong>Vitesse</strong> boden die wel werd beoogd. Het<br />
reddingsplan was in 2003 in feite meer een noodkrediet dan een structurele oplossing;<br />
• De raad kreeg te weinig informatie over de totale financiële positie van de voetbalorganisatie;<br />
• Ook interpretatie van de daadwerkelijke zekerheid die het door de gemeente gevestigde<br />
pandrecht bood is onduidelijk geweest;<br />
• In het kader van de relatie tussen college en raad heeft de geheimhouding een grote rol<br />
gespeeld. Het college informeerde de raad vooral via stukken en in vergaderingen waarop<br />
steeds geheimhouding werd gelegd. Hierdoor kwamen raad en college zo tot elkaar te staan dat<br />
de raad onvoldoende zijn controlerende taken kon uitvoeren en niet in de positie was om in<br />
openbaarheid verantwoording naar de <strong>Arnhem</strong>se samenleving af te leggen over een dossier dat<br />
in de stad veel emotie opriep.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 54
4. Externe bestuurlijke verhoudingen: niet functioneel en gebrouilleerd<br />
• De gemeente heeft gedurende nagenoeg de gehele looptijd van het dossier een slechte relatie<br />
met zowel <strong>Vitesse</strong>, Gelredome als de provincie gehad. Vanuit oogpunt van openbaar bestuur is<br />
de verslechtering van de verhoudingen van de gemeente zoals genoemd zorgelijk. De partijen<br />
komen elkaar nu en in de toekomst op allerlei terreinen immers nog tegen;<br />
• Het op aandringen van de gemeente vervangen van de bestuurders van <strong>Vitesse</strong> en Gelredome<br />
heeft de verhoudingen en samenwerking verstoord;<br />
• De verwachtingen bij <strong>Vitesse</strong> over een totaaloplossing voor haar financiële situatie, die niet<br />
realistisch waren, zijn door het college niet weggenomen.<br />
Tot slot<br />
<strong>Arnhem</strong> is niet de enige gemeente in Nederland, die een complexe relatie heeft met een betaald<br />
voetbalorganisatie. Maar hoe deze relatietotale financiële positie ook is gedefinieerd: een<br />
professionele voetbalclub en zijn thuisplaats zijn op elkaar aangewezen.<br />
Het ontbreken van een volwassen visie op betaald voetbal in <strong>Arnhem</strong> heeft in belangrijke mate<br />
geleid tot onduidelijke en gebrekkige kaders, rommelige uitvoering, gebrouilleerde bestuurlijke<br />
verhoudingen en weinig transparante verantwoording aan de raad en aan de inwoners van <strong>Arnhem</strong><br />
in het bijzonder.<br />
De aanwezigheid van een professionele voetbalclub is voor een grote stad zoals <strong>Arnhem</strong> van groot<br />
belang. Niet voor niets constateert G. Marlet in zijn rapport “Leefbaarheid doorgrond” 8 dat <strong>Vitesse</strong><br />
een belangrijke bijdrage levert aan de aantrekkelijkheid van <strong>Arnhem</strong>. De prestaties van een topclub<br />
stralen af op de stad. Het is belangrijk dat professioneel voetbal duurzaam wordt ingebed in de stad<br />
en dat er gestreefd wordt naar een volwassen verhouding tussen de voetbalorganisatie en het<br />
gemeentebestuur.<br />
Daarom zou de gemeente vanuit haar bestuurlijke verantwoordelijkheid de verplichting moeten<br />
opnemen om de uitgangspunten van de onderlinge verhouding vast te leggen. Daarbij hoeft juist<br />
niet gedacht te worden aan financiële steun, die door Europese regelgeving is verboden. Maar<br />
bijvoorbeeld aan het imago van de stad, de duurzame exploitatie van het stadion en de betaald<br />
voetbalorganisatie, veiligheid, leefbaarheid, (top-)sport en jeugdbeleid.<br />
De begeleidingsgroep raadsonderzoek <strong>Vitesse</strong><br />
Februari 2009<br />
8 Atlas Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n, december 2007<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 55
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 56
Bijlagen<br />
Hierna volgen drie bijlagen. De eerste bevat een beschouwing over de geheimhouding, de tweede<br />
betreft een lijst met geïnterviewde personen en de derde richt zich op de feitenreconstructie en<br />
tijdlijn die voor dit onderzoek is opgesteld.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 57
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 58
Bijlage 1: Beschouwing over de geheimhouding<br />
De hiervoor geformuleerde conclusies en aanbevelingen zijn voor een belangrijk deel het resultaat<br />
van een onderzoek van het dossier van documenten zoals dat door het college van B&W, op<br />
verzoek van de begeleidingsgroep, beschikbaar is gesteld. Bij de overhandiging van het dossier<br />
bleek dat het allergrootste gedeelte van de stukken door het college als ‘vertrouwelijk’ was<br />
bestempeld. Vanaf het begin van haar werkzaamheden heeft de begeleidingsgroep bij het college<br />
aangedrongen op het wegnemen van de vertrouwelijkheid van stukken, aangezien zij in haar<br />
onderzoeksplan het voornemen had vastgelegd om een feitenrelaas over de periode van 2001 tot<br />
en met 2008 te construeren en dit relaas op te nemen in de (openbare) eindrapportage over haar<br />
onderzoek.<br />
Wij constateren nu, aan het einde van dit onderzoek, dat het college bij het merendeel van de<br />
geraadpleegde documenten niet in staat is gebleken om de opgelegde vertrouwelijkheid, weg te<br />
nemen. De begeleidingsgroep is daarom, in weerwil van haar voornemen, genoodzaakt het<br />
opgestelde feitenrelaas als vertrouwelijke bijlage van haar eindrapportage, ter inzage van de<br />
gemeenteraad te geven. Wij denken dat deze procedure van beperkte openbaarmaking mogelijk bij<br />
het publiek en de media een vertekend beeld oplevert van de resultaten van het uitgevoerde<br />
onderzoek en (daardoor) een belemmering levert voor een volwaardige behandeling van die<br />
resultaten in de gemeenteraad.<br />
Ten principale erkennen wij de mogelijkheid dat er redenen kunnen zijn van algemeen belang of<br />
van specifiek bedrijfsbelang, die verhinderen dat bepaalde gegevens, die bij de gemeente berusten,<br />
openbaar worden gemaakt. Dat geldt zeker wanneer het openbaar maken omvangrijke schade voor<br />
de gemeente of een ernstige benadeling van personen of rechtspersonen tot gevolg heeft. Of<br />
wanneer een document een verslag bevat van opvattingen van personen die zijn geuit tijdens een<br />
intern beraad. Een en ander zoals in de Wet Openbaarheid van Bestuur is vastgelegd. Wij achten<br />
het de taak van het college van B&W, en niet van de begeleidingsgroep, om voor ieder in het<br />
dossier opgenomen document met redenen aan te geven of er op enig moment (zo ook op dit<br />
moment) aanleiding is om bepaalde documenten als vertrouwelijk of geheim te bestempelen. Het is<br />
krachtens de <strong>Gemeente</strong>wet aan de gemeenteraad om, op basis van een eigen beoordeling, een<br />
daadwerkelijke geheimhouding te bekrachtigen.<br />
Wij zien dat er in het verloop van de gebeurtenissen in dit dossier door het college in haar relatie<br />
met externe partijen een handelwijze is gekozen waarbij veel informatie erg snel als ‘vertrouwelijk’ of<br />
‘geheim’ is bestempeld. Vaak is dit op verzoek van die partijen of onder uitdrukkelijke voorwaarde<br />
van die partijen gebeurd. Alhoewel wij, zoals hiervoor aangegeven, erkennen dat er situaties<br />
denkbaar zijn die geheimhouding van informatie rechtvaardigen en wij het in het algemeen normaal<br />
vinden dat onderhandelingen tussen partijen tot aan momenten van contractvorming geheim blijven,<br />
kunnen wij ons niet voorstellen dat er in dit dossier, na verloop van een flink aantal jaren, nog<br />
voldoende reden is om het overgrote deel daarvan geheim te verklaren. Wij noemen als<br />
voorbeelden een document waarin een liquiditeitsprognose van <strong>Vitesse</strong> uit 2003 is vastgelegd en<br />
een schriftelijk advies van een advocatenkantoor over het stellen van zekerheden bij het<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 59
verstrekken van de gemeentelijke lening aan <strong>Vitesse</strong> in 2003. Voorbeelden van documenten,<br />
waarvan wij het niet ‘normaal’ vinden dat die geheim blijven. Kennelijk is het aan een aantal externe<br />
partijen onvoldoende duidelijk gemaakt dat het aangaan van relaties met de gemeente <strong>Arnhem</strong> als<br />
orgaan van openbaar bestuur, in principe tot gevolg heeft dat gegevens over die relaties openbaar<br />
worden.<br />
Wij vinden het een zaak van de gemeenteraad om in overleg met het college van B&W te bepalen<br />
of en zo ja, in welke gevallen, de verschillende documenten in dit dossier geheim moeten blijven.<br />
Ook omdat het openbaar maken van documenten kan bijdragen aan een beter begrip van de<br />
gebeurtenissen. Omdat wij menen dat het probleem van geheimhouding geen struikelblok mag zijn<br />
voor de bespreking van een aantal belangrijke conclusies en aanbevelingen in de gemeenteraad,<br />
bieden wij onze onderzoeksrapportage op de beschreven wijze aan. Wij zijn van mening dat onze<br />
conclusies en aanbevelingen op een verantwoorde wijze zijn geformuleerd en op adequate wijze<br />
zijn gebaseerd op de uitgevoerde onderzoeksactiviteiten.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 60
Bijlage 2: Geïnterviewde personen<br />
Naam<br />
Dhr. B. de Bruyn en mw. S. Evers<br />
Dhr. J. Haverkort<br />
Dhr. J. Vaessen<br />
Dhr. C. Bakker<br />
Dhr. C. Guijt en dhr. J. Snellenburg<br />
Betrokkenheid bij dossier<br />
Advocaten bij Nysingh (stadsadvocaat)<br />
UNO (onderzoeksbureau)<br />
<strong>Vitesse</strong><br />
<strong>Vitesse</strong><br />
<strong>Vitesse</strong><br />
Dhr. C. Klomp en dhr. J. Thielen<br />
Bierman advocaten (bewindvoerders <strong>Vitesse</strong> tijdens<br />
surseance)<br />
Dhr. D. Smit<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. E. ter Meulen<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie CDA <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. G. Elfrink<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie SP <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. G. Visser<br />
Eurocommerce<br />
Dhr. H. de Vries<br />
<strong>Vitesse</strong><br />
Dhr. H. de Vries Lid gedeputeerde staten Gelderland tot 2007<br />
Dhr. H. Lenferink Wethouder gemeente <strong>Arnhem</strong> tot 2004<br />
Dhr. H. Ramautar<br />
<strong>Vitesse</strong><br />
Dhr. H.J. Janssen<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. J. Kamminga Commissaris van de Koningin Gelderland tot 2004<br />
Dhr. J. Reusen<br />
Aestate (extern adviseur)<br />
Dhr. J. van Amstel<br />
Gelredome<br />
Dhr. P. van der Kraan<br />
<strong>Vitesse</strong><br />
Dhr. P. van Sliedrecht en dhr. M. Prins Gelredome<br />
Dhr. Th. Peters<br />
Gedeputeerde provincie Gelderland<br />
Dhr. R. Gast Wethouder gemeente <strong>Arnhem</strong> tot 2006<br />
Dhr. R. Rikken<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie PvdA <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. R. Stroink<br />
TCN Property Projects<br />
Dhr. S. Gerritsen<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. S. Kunkels<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. S. van Bodegraven Wethouder gemeente <strong>Arnhem</strong> tot 2008<br />
Dhr. T. Mommers en dhr. J. Tijssen<br />
<strong>Vitesse</strong><br />
Dhr. T. van Beers<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie Pro-<strong>Arnhem</strong><br />
Dhr. W. Pardijs en dhr. J. Donselaar<br />
Provincie Gelderland<br />
Dhr. L. Paulus<br />
Advocaat bij Nysingh (stadsadvocaat)<br />
Mw. A. Plieger<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie ChristenUnie <strong>Arnhem</strong><br />
Mw. L. Manders<br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie Zuid Centraal<br />
Mw. M. van Gastel en dhr. J. Schuilenburg <strong>Gemeente</strong>raadsfractie VVD <strong>Arnhem</strong><br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 61
Mw. P. Krikke<br />
Mw. W. de Waard<br />
Dhr. W. Hoeffnagel<br />
Burgemeester <strong>Arnhem</strong><br />
<strong>Gemeente</strong>raadsfractie GroenLinks <strong>Arnhem</strong><br />
Wethouder gemeente <strong>Arnhem</strong><br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 62
Bijlage 3: Feitenreconstructie en tijdlijn <strong>Vitesse</strong><br />
Separaat document.<br />
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 63
<strong>Raadsonderzoek</strong> <strong>Arnhem</strong>-<strong>Vitesse</strong> 64
Colofon<br />
Bureau Berenschot heeft onder verantwoordelijkheid van de begeleidingsgroep raadsonderzoek<br />
<strong>Vitesse</strong> dit onderzoek uitgevoerd.<br />
Contact:<br />
Griffie gemeenteraad <strong>Arnhem</strong><br />
Postbus 9029<br />
6800 EL <strong>Arnhem</strong><br />
026-3773851<br />
griffie@arnhem.nl<br />
Oplage: 250<br />
Februari 2009