11.05.2014 Views

Toename computergebaseerde toetsing - Open Universiteit Nederland

Toename computergebaseerde toetsing - Open Universiteit Nederland

Toename computergebaseerde toetsing - Open Universiteit Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

p tentamen<br />

'In het hoger onderwijs lopen we in veel opzichten onverminderd voorop'<br />

<strong>Toename</strong> <strong>computergebaseerde</strong> <strong>toetsing</strong><br />

Is de toets het visitekaartje van elke OU-opleiding? Wat kan<br />

anders of beter? Modulair vroeg het aan dr. Desirée Joosten<br />

ten Brinke (op foto) en drs. Fred de Roode, alle twee<br />

onderwijstechnoloog bij het Centre for Learning Sciences and<br />

Technologies (CELSTEC). Het interview met beiden, die een<br />

langjarig verleden als fulltime toetsdeskundige delen, leverde<br />

verrassende eye-openers en een boeiend tijdsdocument op.<br />

Tentaminering, certificering en diplomering behoren tot de primaire<br />

processen binnen elke instelling voor hoger onderwijs. Wat<br />

dat betreft is het goed om weet te hebben van de verschillende<br />

verantwoordelijkheden binnen de OU. Welnu: de Commissie<br />

voor de examens (CvE) is<br />

formeel verantwoordelijk<br />

voor de goede gang van<br />

zaken rond tentamens.<br />

Maar de CvE bemoeit zich<br />

niet met de wijze waarop<br />

deze worden afgenomen,<br />

en evenmin met de inhoud<br />

ervan. Voor de inhoud en<br />

het type tentamen zijn de<br />

faculteit, respectievelijk de<br />

decaan en de examinator<br />

verantwoordelijk. De onderwijs-<br />

en toetsdeskundigen<br />

van CELSTEC zijn verantwoordelijk<br />

voor advies,<br />

ontwerp en vernieuwing.<br />

De afdeling Tentaminering<br />

en certificering is belast<br />

met zaken als praktische<br />

organisatie, uitvoering en<br />

beheer. En tot slot is er ook<br />

nog de OU-brede werkgroep<br />

Kwaliteitszorg onderwijs.<br />

Studenten vinden dat de nadruk teveel ligt op<br />

MC-tentamens en detailkennis …<br />

‘Als leerdoelen gericht zijn op "kennis verwerven over" of "inzicht<br />

hebben in" dan zijn meerkeuzevragen gewoon een heel goede en<br />

efficiënte manier van tentamineren. Dat geldt zeker voor de basiscursussen.<br />

Soms is detailkennis ook noodzakelijk. Van de ongeveer<br />

350 cursussen van de OU hebben 130 cursussen toetsen met<br />

meerkeuzevragen, waarvan 103 in sys/CBI (zie verderop; red.). De<br />

andere cursussen worden afgesloten met bijzondere verplichtingen,<br />

mondelinge tentamens (21) of open vragen. De verhouding<br />

van (gesloten) meerkeuzevragen naar meer bijzondere verplichtingen<br />

is de laatste jaren overigens duidelijk verschoven. Neem de<br />

masteropleiding Onderwijswetenschappen, die vanuit CELSTEC<br />

wordt geregisseerd: de gehele opleiding wordt afgesloten met<br />

bijzondere verplichtingen in de vorm van werkstukken tot en met<br />

de scriptie.’<br />

Hoe zit dat bij andere onderwijsinstellingen?<br />

‘Het beleid van examineren met gesloten vragen is ingegeven door<br />

de hang naar objectivering. Ook in de rest van het onderwijs zag en<br />

zie je dat. Daarbij speelt de financiële beheersbaarheid van de, zeker<br />

bij de OU zeer flexibele tentaminering, nadrukkelijk op de achtergrond<br />

mee. Een cursus moet wél betaalbaar blijven. In de rest van<br />

het hoger onderwijs zie je nu een steeds verdergaande ontwikkeling<br />

van digitale toetsen, met daarbij het gebruik van gesloten vragen.’<br />

Doet de OU het slechter of beter dan andere<br />

onderwijsinstellingen?<br />

‘In vergelijking met de rest van het hoger onderwijs lopen we in veel<br />

opzichten onverminderd voorop. We zijn de enige onderwijsinstelling<br />

die al twintig jaar lang een geautomatiseerd systeem kent in<br />

de vorm van sys. En dit systeem wordt in de nabije toekomst verder<br />

gedigitaliseerd. Nergens anders in het hoger onderwijs worden ook<br />

consequent statistische analyses van alle tentamens gemaakt.’<br />

Kunnen jullie in het kort iets vertellen over de inbreng<br />

van toetsdeskundigen?<br />

‘Vijf full time toetsdeskundigen vervulden lange tijd – ongeveer tot<br />

1997 – een cruciale spilfunctie in het tentamentraject. In die periode<br />

was er een heel intensieve band tussen de toetsdeskundigen en de<br />

examinator. Geen enkele examinator kon om de toetsdeskundige<br />

heen. Elk schriftelijk tentamen, elk sys-bestand, moest ons passeren.<br />

We bekeken elk item en elke vraag voordat die bij de student<br />

terechtkwam. Wij screenden alleen op toetsdeskundige aspecten.<br />

Dan moet je denken aan relevantie, leesbaarheid en objectiviteit<br />

van vragen. Ook maakten wij de analyse. Daaruit blijkt bijvoorbeeld<br />

dat een toets betrouwbaar is geweest of dat een vraag toch wel erg<br />

slecht gemaakt was. Pas nadat de analyse was besproken met de<br />

examinator en eventuele fouten hersteld waren, kon de uitslag worden<br />

vrijgegeven.’<br />

Daar blijkt later verandering in gekomen …<br />

‘Dat vloeide voort uit een bestuurswisseling halverwege de jaren<br />

negentig. De nieuwe collegevoorzitter oordeelde dat alle toetsdeskundigen<br />

naar het OTEC (nu CELSTEC; red.) moesten. Het standpunt<br />

was toen: als examinatoren advies willen of steun, dan kunnen ze<br />

aankloppen bij jullie. Dat vonden we niet onlogisch, maar het betekende<br />

voor ons wél een breuk met de tentamenpraktijk. In zekere zin<br />

is de stringente bewaking toen toch wat meer losgelaten.’<br />

Daarmee is een belangrijk element in de kwaliteitsbewaking<br />

verloren gegaan?<br />

‘De examinatoren hebben uiteraard nog altijd de beschikking<br />

over de analyses na het tentamen. En deze worden ook nog altijd<br />

gebruikt voor een interpretatie van de resultaten. Hoe dan ook konden<br />

wij er toen voor zorgen dat de tentamens aan alle toetskundige<br />

eisen voldeden. Om dat te waarborgen, hebben we in het verleden<br />

ook heel veel docenten getraind. Je merkt dat deze docenten hun<br />

kennis weer deels doorgeven aan nieuwe docenten. Maar nieuwe<br />

docenten weten gewoon niet alle zaken van <strong>toetsing</strong>. Helaas zien we<br />

dat sommige vragen minder goed van kwaliteit zijn.’<br />

20 <strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Modulair 10 september 2010


Dat hebben studenten ook gemerkt?<br />

‘Als je kijkt naar de vragen, dan zit er een blijvende basiskwaliteit<br />

in door de ervaring van de oudere docenten. Maar er zitten soms<br />

ook vragen bij die wij zouden herzien of verbeteren. Die variatie in<br />

kwaliteit zullen studenten waarschijnlijk ook merken.’<br />

En dus?<br />

‘Er moet gezocht worden naar een juiste balans van toets- en<br />

vraagvormen over de opleiding heen. Je merkt overigens dat faculteiten<br />

langzaam terug willen naar de good practices van goede<br />

en beschikbare ondersteuning. De vraag van de faculteiten naar<br />

<strong>toetsing</strong>sdeskundigheid heeft inmiddels geleid tot het opnieuw<br />

aanstellen van een universitair docent bij CELSTEC, met als primaire<br />

taak toetskundige ondersteuning van de faculteiten. Verder draagt<br />

het zogeheten BKO-traject – (bij)scholing in didactische bekwaamheid<br />

– ook bij tot kwaliteit.’<br />

Uit welke tentamenmogelijkheden kan de docent kiezen?<br />

‘We kennen vier hoofdcategorieën: de schriftelijke tentamens, in<br />

jargon reguliere tentamens, die drie keer per jaar in gesloten of<br />

open vorm of combinatie daarvan, worden afgenomen in studiecentra,<br />

en soms ook in het buitenland. Verder kennen we de<br />

sys-tentamens. Deze schriftelijke variant wordt langzaam vervangen<br />

door individuele computerafnamen, de zogenaamde<br />

CBI-tentamens. Dat zijn tentamens die samengesteld worden uit<br />

vragen uit een vragenbank. Studenten krijgen bij deze tentamenvormen<br />

direct na het afleggen van de toets hun uitslag. Ook kennen<br />

we bijzondere verplichtingen, dat zijn opdrachten tot de scriptie<br />

aan toe. Meestal zijn dat schriftelijke werkstukken. En in heel<br />

bescheiden mate mondeling tentamens. De examinatoren maken<br />

uiteraard de vragen, wij combineren die tot een itembank.’<br />

Hangt de manier van tentamineren niet af van de<br />

leerdoelen?<br />

‘Ja, natuurlijk! Bij een masteropleiding mag je meer reflectieve<br />

vaardigheden, schrijfvaardigheid en argumenterend vermogen verwachten.<br />

Dat kun je minder gemakkelijk toetsen met meerkeuzevragen.<br />

Ook het aantal studenten weegt mee. En, wederom spelen<br />

de beheersbaarheid van het systeem, financieel en organisatorisch,<br />

natuurlijk ook een rol. Leerdoelen gericht op kennisverwerving en<br />

inzicht zijn, zoals gezegd, zeer geschikt voor toetsen met gesloten<br />

vragen. Kritiek is vaak dat die vragen dan te veel op details gericht<br />

zijn. Soms is detailkennis echter ook noodzakelijk, maar indien dat<br />

niet gewenst is, kan dat voorkomen worden.’<br />

Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen?<br />

‘We zitten momenteel in de overgang naar computergebaseerd<br />

toetsen (CBT), waarbij het hele tentamentraject verder wordt<br />

gedigitaliseerd. Studenten leggen direct vanachter de computer<br />

de toets af. Bij de CBT-tentaminering maken we gebruik van<br />

Questionmark Perception (QMP). Daarmee zijn meerdere soorten<br />

vragen mogelijk: open vragen, standaard vierkeuzevragen, aanvulvragen,<br />

kort-antwoord-vragen en combineervragen. Studenten<br />

kunnen dan, net zoals bij sys nu, op flexibelere tijden tentamen<br />

doen. Een nieuw aspect is dat QMP onthoudt welke vragen een<br />

student al heeft gehad. Bij een hertentamen krijgt een student dan<br />

nooit meer exact dezelfde vragen. Uiteindelijk willen we ook een<br />

kwaliteitsslag maken in het schrijven van items die bij casussen<br />

horen.’<br />

Vergroot het CBT-systeem ook anderszins de flexibiliteit?<br />

‘Ja, met name ten aanzien van de tentamens die nu nog niet in sys<br />

zitten. Er kunnen nu ook itembanken ontwikkeld worden voor open<br />

vragen, waardoor ook die flexibel afgenomen kunnen worden.<br />

Daarnaast zijn bij CBT ook andere toepassingen mogelijk. We kunnen<br />

bijvoorbeeld met videobeelden en audio werken. Daarmee kun<br />

je de <strong>toetsing</strong> nog verder laten aansluiten bij de praktijk, casusgericht<br />

dus. De student krijgt ook meteen na afloop van zijn/haar<br />

tentamen feedback. En, op het beeldscherm ziet hij/zij direct de<br />

voorlopige uitslag.’<br />

Wat is de actuele stand van zaken?<br />

‘De sys-tentaminering loopt nog tot 1 september 2011. Het overzetten<br />

van de sys-banken naar CBI (individueel) moet eind dit<br />

jaar voor alle faculteiten gerealiseerd zijn. De overgang van de<br />

schriftelijke groepstentamens naar <strong>computergebaseerde</strong> tentamens<br />

zal ook in 2011 verder worden uitgewerkt. We willen minder<br />

groepstentamens en meer individuele tentamens gaan tentamineren.<br />

Overigens worden studenten hierover altijd tijdig geïnformeerd.’<br />

Hoe reageren studenten op de vernieuwing?<br />

‘We hebben nu 44 cursussen in CBI en 4 cursussen in CBG (groep).<br />

Ruim 90 procent van de reacties is positief: fijne manier van<br />

afname, het systeem werkt goed, fijn dat uitslag meteen bekend is.<br />

Overigens vinden de meeste studenten het ook heel fijn om hun<br />

antwoorden te typen, want ze zijn tegenwoordig niet meer echt<br />

gewend om te schrijven.’<br />

Wat leren jullie van de projectgroep Struikelvakken, in het<br />

bijzonder waar het gaat om de bredere toepassing van de<br />

voorgestelde oplossingen?<br />

‘Het probleem van struikelvakken los je niet op door iets te doen<br />

aan de tentamens. De eisen blijven dezelfde, daar moet je ook niet<br />

mee willen sjoemelen. Tentamens veranderen niet qua inhoud en<br />

vorm. Het is wél zaak om voortijdig te signaleren, om te voorkomen<br />

dat mensen halverwege stuklopen en een hoop tijd en geld kwijt<br />

zijn. De oplossingen bij struikelvakken liggen in de opleidingsrichting,<br />

voorkennis en voortgangstoetsen. Je moet dus een scherp<br />

onderscheid maken tussen voortgangstoetsen, en tentamens<br />

die het eindniveau meten. Als je een item-bank hebt, kun je met<br />

behulp van voortgangstoetsen studenten tijdens de cursus al na<br />

30 uur studie een toets voorleggen. Studenten hoeven dan niet te<br />

wachten tot ze 200 uur gestudeerd hebben, om te zien waar ze staan.’<br />

In de reeks ‘Op tentamen’ worden diverse onderwerpen<br />

belicht uit het algehele proces van de OU-tentaminering, van<br />

inschrijving tot certificering. De volgende onderwerpen passeerden<br />

reeds de revue: Tentamen doen in het buitenland<br />

(Modulair 8, juli 2010); Struikelvakken (Nummer 7, juni 2010);<br />

Administratie en beheer (Nummer 6, mei 2010). In e-Modulair<br />

kunt u de artikelen raadplegen via het speciale dossier.<br />

Tekst: Ton Reijnaerts<br />

Foto: Chris Peeters<br />

<strong>Open</strong> <strong>Universiteit</strong><br />

Modulair 10 september 2010<br />

21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!