Modulair 1 (jaargang 21, 7 september 2005) - Open Universiteit ...

8 Bekendheid Open Universiteit kan beter
maandblad voor studenten van de Open Universiteit Nederland
10 Decaan Natuurwetenschappen Pérez:
‘Dynamiek en duurzaamheid troef’
12 Interview met College van bestuur: Forse toekomstagenda
16 Scriptiestudent Peter den Hertog: ‘Hitler was paranoïde’
Inschrijvingsperiode ‘jaar’ en ‘kennismaking’ verlengd!
modulair
nummer 1 jaargang 21 7 september 2005
Psychologiestudente Margreet van Geijn
‘Als je maar in jezelf gelooft’

BATTLE OF THE
UN VERSITIES
100.000 euro
14 universiteiten
1 winnaar
Wat is de
Academische
Jaarprijs?
De Academische
Jaarprijs is bestemd
voor de beste vertaling
van wetenschappelijk
onderzoek naar een breed
publiek. De strijd start op
3 september 2005 met de opening
van het acadmisch jaar. Op 1 juni 2006 wordt de winnaar
bekendgemaakt.
Voor wie?
Teams van de 14 landelijke universiteiten aangesloten bij de
VSNU kunnen meedingen naar de hoofdprijs van 100.000 euro.
Doe mee!
Heeft jouw universiteit afgelopen academisch jaar onderzoek
gepubliceerd dat bredere aandacht verdient? Maak dan
een plan dat laat zien hoe jullie team de resultaten van dat
onderzoek denkt te ‘vertalen’ naar een breed publiek.
Schrijf je in en ontvang een kwartaal lang
gratis NRC Handelsblad
Je vormt een team en levert uiterlijk 11 november 2005 een
voorstel in waarin je in maximaal 400 woorden het plan
van aanpak beschrijft en je team voorstelt. Het gepubliceerde
onderzoek voeg je bij. Mooi meegenomen is dat alle
teamleden bij inschrijving een gratis kwartaalabonnement
op NRC Handelsblad ontvangen.
Hoe gaat het verder?
Een onafhankelijke jury beoordeelt de ingezonden voorstellen
op communicatieve kracht, originaliteit en haalbaarheid.
Op 1 december 2005 maakt de jury bekend welke
14 teams zijn genomineerd voor de Academische Jaarprijs
2005/2006. De ‘Battle of the Universities’ begint!
Comité van aanbeveling
Prof. dr. C.W.P.M. Blom, Rector Magnificus Radbout Universiteit Nijmegen
Prof. dr. D.D. Breimer, Rector Magnificus Universiteit Leiden
Prof. dr. F.A. van der Duyn Schouten, Rector Magnificus Universiteit van Tilburg
Prof. dr. ir. C.J. van Duijn, Rector Magnificus Technische Universiteit Eindhoven
Prof. dr. ir. J.T. Fokkema, Rector Magnificus Technische Universiteit Delft
Prof. dr. W.H. Gispen, Rector Magnificus Universiteit Utrecht
Prof. mr. P.F. van der Heijden, Rector Magnificus Universiteit van Amsterdam
Prof. dr. M.J. Kropff, Rector Magnificus Wageningen Universiteit
Prof. dr. S.W.J. Lamberts, Rector Magnificus Erasmus Universiteit Rotterdam
Prof. mr. G.P.M.F. Mols, Rector Magnificus Universiteit Maastricht
Prof. dr. ir. F. Mulder, Rector Magnificus Open Universiteit Nederland
Prof. dr. P. Nijkamp, Voorzitter Algemeen Bestuur NWO
Prof. dr. F. P. van Oostrom, President KNAW
Prof. dr. T. Sminia, Rector Magnificus Vrije Universiteit Amsterdam
Prof. dr. F. Zwarts, Rector Magnificus Rijksuniversiteit Groningen
Prof. dr. W.H.M. Zijm, Rector Magnificus Universiteit Twente
KIJK VOOR WEDSTRIJDREGLEMENT
EN INSCHRIJVING
OP WWW.ACADEMISCHEJAARPRIJS.NL
Een initiatief van:
In samenwerking met:

6
Inhoud modulair 1
De student
Psychologiestudente Margreet van Geijn
‘Als je maar in jezelf gelooft’
10 Faculteit en Kwaliteit
Decaan Natuurwetenschappen
prof. Paquita Pérez
‘Dynamiek en duurzaamheid troef’
12
College van bestuur
Nieuwe CvB-voorzitter Theo Bovens en
rector magnificus Fred Mulder
Forse toekomstagenda voor College
16 De tot boek omgewerkte
scriptie van
Peter den Hertog
‘Hitler was paranoïde’
4 Kort nieuws
5 Column
6 De student
8 OUNL op locatie
10 Faculteit en Kwaliteit
12 College van bestuur
15 Studentenraad
16 De scriptie
18 Activiteitenagenda
19 Uit de communities
20 Berichten van Service
en informatie
22 Onderwijs
29 Studiebegeleiding
Colofon
30 Tentameninfo
31 Sys-tentamentijden
32 Afgestudeerden

4 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
kort nieuws
21e Dies natalis
Op vrijdag 23 september 2005 viert de Open Universiteit Nederland
haar 21e dies natalis. Externe relaties hebben een persoonlijke
uitnodiging ontvangen. Om 15.00 uur begint de academische
zitting. Rector magnificus prof. dr. ir. Fred Mulder (op foto) opent de
feestelijke bijeenkomst en leidt de gastsprekers in: prof. dr. Paul
Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, en
prof. dr. Casper van Ewijk, onderdirecteur van het Centraal Planbureau.
Beiden schetsen een toekomstscenario met betrekking tot
het Dies-thema ‘leven-lang-leren’. Schnabel zal dit doen op basis
van de sociaal-culturele dimensie; Van Ewijk neemt het sociaaleconomische
belang als uitgangspunt. Na de redes wordt een
korte impressie getoond van een debat van studenten (zie op
pagina 5 hiernaast; red.). Dit debat gaat over hetzelfde thema en
heeft dan al plaatsgevonden, voorafgaand aan de academische
zitting. Aansluitend geven Schnabel en Van Ewijk hun reactie.
Rond 16.45 uur is er een afsluitende borrel.
2e Plaats tevredenheidsonderzoek
De Open Universiteit Nederland heeft de tweede plaats behaald als
het om de algemene tevredenheid van studenten gaat. Dit blijkt
uit een onderzoek dat het Centrum Hoger Onderwijs Informatie
(CHOICE) onder studenten van alle universiteiten in Nederland
heeft uitgevoerd. De Open Universiteit krijgt van alle universiteiten
de hoogste score als het om inhoud van het onderwijs, studeerbaarheid,
docenten en communicatie gaat. Daarnaast is onder
meer op criteria als samenhang, werkvormen en faciliteiten beoordeeld.
Met een gemiddelde score van 7,11 eindigt de Open
Universiteit achter de universiteit van Wageningen, die met een
cijfer van 7,15 de eerste plaats bezet. In de volgende Modulair(s)
meer hierover.
Europese mediaprijs
De Duitse Geselschaft für Pädagogik und Information heeft in juni
2005 verschillende didactische multimediaproducten die in Europa
zijn ontwikkeld, onderscheiden met Europese mediaprijzen. De
producten ‘Juridische gespreksvaardigheden’ en ‘Toolbox Personnel
Assessment’ zijn bekroond met de Euromedia Siegel 2005. Beide
producten zijn door de Open Universiteit met partners binnen de
Digitale Universiteit ontwikkeld. Het eerstgenoemde programma is
ontwikkeld voor bachelor- en masterstudenten (professional en
universitair) en afgestudeerde juristen. Zij leren er juridische
gesprekken mee te voeren. De Toolbox Personnel Assessment is
bedoeld voor de opleidingen wo Arbeids- en organisatiepsychologie,
Managementwetenschappen, HBO Personeel en Arbeid en
andere studies waarin het beoordelen van personeel aan de orde
komt. De toolbox bevat generieke tools die ingezet kunnen
worden voor het aanleren van noodzakelijke competenties om
personen in arbeidssituaties te beoordelen. Kijk voor meer informatie
op de DU-website: http://www.du.nl.
Rector magnificus prof. Mulder
MW-student op IMP-congres
MW-student Herman Laeven heeft zijn tot congrespaper herschreven
scriptie mogen presenteren tijdens het 21e IMP-congres
(Industrial Marketing & Purchasing) van 1 tot en met 3 september
in Rotterdam. De belangrijke vraag ‘Waarom kiezen bedrijven voor
samenwerking en wanneer voor concurrentiestelling?’ heeft
Herman Laeven in zijn afstudeeronderzoek proberen te beantwoorden.
Nadat scriptiebegeleider dr. Kees Gelderman de scriptie
met het cijfer 8 had beloond, stelde hij voor om over het aangeraden
onderzoek samen een congrespaper te schrijven. De scriptie
werd ingedikt tot een pakkend, Engelstalig onderzoeksverslag van
een kleine 6.000 woorden. Na een stevige review ronde kwam het
heuglijke bericht dat de paper was geaccepteerd. Op dinsdag
4 oktober zal Laeven zijn verhaal (vermoedelijk in het Nederlands)
opnieuw vertellen in het kader van de colloquium-reeks van de
faculteit Managementwetenschappen, waarin docenten presentaties
verzorgen over hun onderzoek. Iedereen is van harte
uitgenodigd. Kijk voor meer informatie:
– over het colloquium op: http://www.open.ou.nl//ebb-colloq
– over de onderzoeksagenda van Supply Chain Management op:
http://scm.ou.nl.
NRC stelt Academische Jaarprijs in
De Academische Jaarprijs is een nieuw initiatief van NRC Handelsblad
en zal vanaf nu jaarlijks samenvallen met de opening van het
academisch jaar. Gemengde teams van studenten en wetenschappelijke
staf van de 14 universiteiten kunnen meedingen naar de
hoofdprijs van € 100.000,-. De opdracht bestaat eruit een plan te
maken om ‘excellent’of anderszins wetenschappelijk onderzoek te
‘vertalen’ voor een breed publiek. Het gaat om onderzoek van het
afgelopen academisch jaar: een doctoraalscriptie, een boek, proefschrift
of (een) artikel(en) in een vaktijdschrift. Het plan kan
bestaan uit: het ontwerp voor een tentoonstelling over een fundamenteel
onderzoek; een opzet voor een lesprogramma voor het
basisonderwijs inclusief een zelfbouwpakket; een scriptie voor een
soap die gaat over het leven van een onderzoeksgroep op een universiteit;
een ‘outline’ voor een boek. Universiteiten kunnen deelnemen
met teams van minimaal twee personen, waarvan minimaal
de helft student is, de overige personen wetenschappelijke staf.

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
5
Tot 14 november kunnen ‘proposals’ worden ingediend. Het streven
is dat er gestreden wordt door minimaal 1 team van elke universiteit.
De jury bestaat uit gerenommeerde specialisten op allerlei gebied.
Tot 1 juni 2006 kunnen de teams hun voorstel uitwerken en een presentatie
voorbereiden. De bekendmaking is medio juni. Er is een
comité van aanbeveling, dat bestaat uit de rectoren van de Nederlandse
universiteiten onder wie ook de rector van de OUNL. Het CvB
acht het van belang dat de Open Universiteit deelneemt en heeft
dan ook de faculteiten, het Onderwijstechnologisch expertisecentrum
én het Ruud de Moor Centrum uitgenodigd om met voorstellen
met het oog op deelname te komen.
Debat over leven-lang-leren
Studenten en cursisten van de Open Universiteit zijn leven-lang-leerders
avant la lettre. Ze hebben er immers voor gekozen om later in
hun loopbaan nog een keer de draad op te pakken van het studeren:
uit loopbaanoverwegingen, uit hobby, omdat kinderen met steeds
moeilijkere vragen thuiskomen en om tal van andere redenen. De
Open Universiteit profileert zich als de universiteit voor een leven
lang leren. Op vrijdag 23 september zal dit thema centraal staan
tijdens de diesviering.‘s Ochtends organiseren we een rondetafelgesprek
met studenten en cursisten over zin en onzin van een leven
Chagrijnig
kort nieuws
lang leren. We gaan in op de vraag wat mensen drijft om later in de
loopbaan te gaan studeren, welke belemmeringen zij ervaren, welk
plezier ze eraan beleven en welke manieren van leren het beste passen.
In de middag zullen Paul Schnabel en Casper van Ewijk reageren
(zie item Diesviering op pagina 4 hiernaast; red.) Ook zal tijdens de
diesviering een audiovisuele impressie van het studentendebat
gegeven worden. Hebt u belangstelling om in Heerlen de diesviering
bij te wonen en ‘s morgens actief deel te nemen aan het debat met
andere studenten en cursisten? Wilt u uw eigen motieven om te
studeren toelichten? Neemt u dan snel contact op met Henny Schut
(henny.schut@ou.nl) of met Marc Vermeulen, de voorzitter van het
studentendebat (marc.vermeulen@ou.nl; tel.045-5762961). Met name
losse cursusstudenten willen we graag uitnodigen te reageren.
Uiteraard zorgen we voor een warme ontvangst, bent u ook bij het
middaggedeelte van harte welkom en zijn de gemaakte kosten voor
onze rekening.
column
Het miezert buiten en binnen lees ik Modulair. Hé, collegevoorzitter Thijs Wöltgens gaat weg.
Is hij werkelijk al vijf jaar voorzitter? Het lijkt nog maar zo kort geleden dat hij aantrad. Ik zie ‘m
nog komen in het nieuwe studiecentrum in Utrecht. In zijn maidenspeech kondigde hij aan
dat het aantal en de kwaliteit van de studiecentra ‘onderzocht ‘ zou worden. Het onderzoek is
er gekomen en het einde van liedje was dat mijn studiecentrum sloot. Van de beloofde
upgrade van de andere studiecentra heb ik weinig gemerkt behalve dat de computer voor de
sys-tentamens regelmatig haperde...Bedankt, meneer Wöltgens! Hij zal bij zijn afscheid wel
overladen worden met complimenten, deze kritische noot mag wel even gekraakt worden.
Als ik verder lees in Modulair blijkt het einde van de ellende nog niet in zicht. Professor Van
Hezewijk kondigt bezuinigingen aan bij ‘mijn’ faculteit Psychologie. En ja hoor, dat moet ook
weer samengaan met een onderzoek: er dient een ‘kwaliteitsplan’ opgesteld te worden om de
kwaliteit te verbeteren. Het blijft verbazingwekkend dat zelfs academici blijken te geloven in
sprookjes als bezuinigen en de kwaliteit verbeteren. Zou hij ook geloven in slapend rijk
kunnen worden en de mogelijkheid om af te vallen zonder minder te eten? Of gelooft hij het
zelf niet maar hoopt hij dat zijn medewerkers en de studenten wel in deze worst happen?
Gezien de eerdere ervaring kunnen we de afloop echter met zekerheid voorspellen: er wordt
wel bezuinigd, de kwaliteit verbetert niet. De aanbevelingen van student Cock van der Kaay
even verderop in Modulair, om zich te concentreren op de core business en de Open
Universiteit te benchmarken lijken me een stuk reëler (misschien kan hij aan deze simpele
psychologiestudent nog even uitleggen wat het precies is...).
De kwaliteitsverbetering schijnt, aldus opnieuw Van Hezewijk, overigens nodig te zijn doordat
‘de aandacht voor kwaliteit verslapt was’. Laat ik dáár nou gelukkig ook nooit iets van gemerkt
hebben! Ik vond vanaf het begin van mijn studie de kwaliteit prima. Zo goed zelfs dat ik recent
een kennis heb aangeraden ook aan de Open Universiteit te gaan studeren. Ik had hem mijn
boeken laten zien en uitgelegd hoe het bestuderen werkt aan de hand van het werkboek.
Enthousiast had hij zich ingeschreven voor het kennismakingstraject. Word ik op een avond
gebeld:‘Mijn boeken zien er heel anders uit én ik heb een elektronisch werkboek. Oeps, de
aanvang van mijn studie is langer geleden dan ik mij realiseerde. Alles verandert....
Ik klaag tegen mijn partner:‘Ik word oud...’.‘Laten we ‘t hopen’, antwoordt hij.
Stuutje van Vulpen

‘Als je maar in
jezelf gelooft’
FOTOGRAFIE: PETER STRELITSKI
De Open Universiteit wil (ook) nog steeds een aanbieder van tweedekansonderwijs zijn. Dat is ze
ook, vindt Margreet van Geijn. Met slechts een mulo-zonder-wiskunde als middelbare schoolopleiding
studeerde ze in zeven jaar af in de psychologie. Haar studie gaf een totaal andere
wending aan haar carrière. ‘Ik wil andere studenten laten zien wat je met een opleiding aan de
Open Universiteit kunt bereiken. Als je maar in jezelf gelooft.’

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
7
Margreet van Geijn was vierenveertig toen ze in 1995 de
stap naar de Open Universiteit waagde. Haar kinderen
zaten toen alledrie op de middelbare school, zodat ze wat
ruimer in haar tijd zat, en ze had op dat moment geen werk
– hoewel ze vrij snel een leidinggevende functie in de
ouderenzorg kreeg. Ze vond ook dat ze aan een studie toe
was.
Psychologie had altijd al haar belangstelling gehad. Dat vak
ligt volgens haar een beetje in het verlengde van de verpleegkunde,
het beroep waarin ze twee decennia gewerkt
had.‘Als verpleegkundige heb je behalve met de fysieke
zorg ook met de mentale problemen van patiënten te
maken. Je werkt aan de basis doordat je rechtstreeks contact
met mensen hebt en dat ligt me wel. Van de psychologie
verwachtte ik hetzelfde.’
Toen ze voor het eerst bij het studiecentrum in Breda
binnenstapte om informatie in te winnen, zag het er niet
naar uit dat ze in betrekkelijk korte tijd haar bul zou halen.
Ze twijfelde nogal of ze wel de juiste beslissing had
genomen. Zou een academische opleiding niet te hoog
gegrepen zijn? ‘Ik heb na mijn mulo wel een inserviceopleiding
in de verpleegkunde en een docentenopleiding
aan de sociale academie gedaan, maar dat waren specifieke
beroepsopleidingen.’ Ze had nog een probleem: ze vroeg
zich af of ze niet te oud was om nog te gaan studeren.
‘Toen ik dat tegen de studieadviseur zei, keek hij me aan of
ik gek was. Voor studeren ben je nooit te oud en de Open
Universiteit is er juist voor tweedekansers, kreeg ik te
horen. Die reactie heeft me over de drempel geholpen.’
Wiskunde
Toch was haar ontzag voor de universiteit niet helemaal
weggenomen. Statistiek zag ze als haar grote ‘angstgegner’.
‘Op de mulo had ik een minimum aan wiskunde gehad en
ik begreep nooit wat ik ermee aan moest. Ik was bang dat
statistiek een onoverkomelijke barrière zou worden.’
Daarom schreef ze zich in voor een cursus wiskunde bij de
LOI. Maar ze maakte die niet af, omdat ze er weinig zin in
had. Ze besloot de begeleidingsbijeenkomsten op het
studiecentrum te volgen en maar te zien waar het schip
zou stranden. Die bijeenkomsten waren een uitkomst, want
de docente wist de statistiek zo te brengen ‘dat zelfs ik het
begreep’. Uiteindelijk viel het allemaal reuze mee, hoewel
het eerste statistiektentamen het enige vak is dat ze twee
keer heeft moeten doen.‘Bij de tweede statistiekmodule
kreeg ik er zelfs plezier in. Mijn gebrek aan voorkennis
bleek dus mee te vallen, maar ik heb wel hard aan die twee
modules moeten trekken.’
Ze was ook een trouw bezoekster van de begeleidingsbijeenkomsten
van andere modules. Ze adviseert andere
studenten om van die ondersteuning gebruik te maken.‘Je
krijgt opdrachten die je samen moet maken, de stof wordt
er nog eens uitgelegd en je ontmoet collega-studenten.
En dat is belangrijk, want zo kom je een beetje uit je isolement.
Studeren aan de Open Universiteit kan anders een
eenzame weg zijn.’
Toch heeft ze gemerkt dat er ook een schaduwkant aan de
bijeenkomsten kan zitten.‘Op een gegeven moment bleven
enkele studenten maar klagen dat het allemaal zo moeilijk
was. Ik begon toen ook aan mijn eigen kunnen te twijfelen.
Onze begeleider maakte toen een einde aan dat doemdenken
met de opmerking “Als je het niet weet, gebruik
dan je gezonde verstand”. Die woorden zijn altijd in mijn
geheugen blijven hangen en in mijn huidige functie pas ik
ze nog wel eens toe.’
‘Als ik kijk waar ik begon en waar ik nu sta,
dan vind ik dat fantastisch’
Mazzel
Ondanks het plezier dat Margreet van Geijn al gauw in de
studie kreeg, had ze een trage start. Pas na een kleine drie
jaar haalde ze haar propedeuse.‘Het kostte tijd om in het
studieritme te komen. Ik had een parttime baan en drie kinderen.
Maar toen ik de terminologie doorhad en niet zoveel
meer hoefde op te zoeken, kwam ik op stoom. Ik had de
gewoonte om elke dag een paar uur te studeren, wat neerkwam
op zo’n zestien uur per week.’ Ze had ook de nodige
mazzel. Stage kon ze via haar werk regelen en voor haar
scriptie over mantelzorg kreeg ze de nodige medewerking
van haar werkgever.
Margreet had nóg een geweldige opsteker. Ze ontmoette
bij toeval een oud-collega die een psychologenpraktijk was
begonnen. Hij bood haar de kans om onder zijn supervisie
bij hem te werken. Het gevolg was dat ze al vóór haar
doctoraal ervaring opdeed in de klinische praktijk. Toen ze
eind 2002 afstudeerde en haar curriculum vitae op de website
van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP)
plaatste, kon ze uit verschillende banen kiezen. Ze werkt nu
als psycholoog in de geestelijke gezondheidszorg.
Hoewel Margreet nu meer dan twee jaar geleden is afgestudeerd
– met gemiddeld een acht – verbaast het haar
de student
nog steeds hoe het gelopen is.‘Als ik kijk waar ik begon en
waar ik nu sta, dan vind ik dat fantastisch.’ Daarom was ze
graag bereid om door Modulair geïnterviewd te worden:
om anderen te stimuleren de kansen te pakken die tweedekansonderwijs
ze biedt.‘Ik had heel wat twijfels en had
zeker niet de pretentie om in de psychologie werk te vinden.
Door mijn studie ben ik een heel andere weg ingeslagen.
Als tweedekanser voel ik me redelijk representatief
voor de Open Universiteit.’
Paul Troost

8
www.ou.nl/modulair 7 september 2005
Open Universiteit Nederland op locatie
Ook dit jaar weer diverse promotie- en voorlichtingsactiviteiten in het land!
Bekendheid Open Universiteit
kan beter
De oplettende student zal het niet zijn ontgaan dat de Open Universiteit Nederland zich de laatste tijd
nadrukkelijker extern profileert. Het is belangrijk dat de naamsbekendheid en klantgerichtheid wordt
vergroot. Om dit te bereiken is een intensivering nodig van de wervings- en voorlichtingsactiviteiten
in de regio. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de kennis en netwerken die regionaal voorlichters en
medewerkers in de studiecentra hebben. Uiteindelijk doel is toename (en behoud) van het aantal studenten.
Tegelijk wil de Open Universiteit Nederland zich steviger in de Nederlandse samenleving verankeren.
En dat is nodig, want de bekendheid met de Open Universiteit in het land is nog niet zoals
die wezen moet.
De afdeling Voorlichting heeft in januari 2005 een on-line onderzoek laten verrichten
onder 3000 respondenten. Eén van de resultaten is dat de bekendheid met de Open
Universiteit Nederland in de regio niet groot is. Van de ondervraagden kent 75% de
Open Universiteit Nederland van naam. Van deze groep zegt 56% de OUNL slecht te
kennen en 34% matig. Men weet veelal niet (72%) dat de OUNL studiecentra in het
land heeft. Hoe ouder de respondent, hoe meer bekend hij is met de OUNL. Hoe
jonger hoe minder bekend met de OUNL en hoe minder groot de associatie met een
universitaire opleiding wordt gemaakt.
De wijze waarop respondenten zich oriënteren op een opleiding is via internet (80%),
e-mail met onderwijsinstellingen (30%), of via vrienden, familie of kennissen (29%).
Doorslaggevende factoren om voor een bepaalde instelling te kiezen zijn: kosten, duur
van een opleiding, tijdsinvestering, niveau en bereikbaarheid van de instelling.
Opvallend detail is wel dat 24 procent van de respondenten aangeeft dat ze na het
invullen van de enquête geïnteresseerd is in het onderwijsaanbod van de Open
Universiteit Nederland.
Coördinator sc Breda, Peter Honig, druk in touw met het oplaten van
de luchtballon in het kader van de publiciteitsactie ‘Breda Ballon Fiësta’
(augustus 2005)
De verkregen resultaten uit de enquête zijn voor de afdelingen Marketing en communicatie
en Voorlichting reden om voor 2005-2006 het regionale wervingsbeleid voort te zetten.
We zullen als instelling ons gezicht naar buiten moeten keren. Landelijk gezien worden nieuwe
activiteiten opgepakt. Zo zal een enthousiast team van voorlichters grote onderwijs-, en
bedrijfsbeurzen bezoeken om de markt te informeren over ons studieaanbod. Grote regionale
evenementen zullen worden bezocht vanwege de geboden promotieruimte met als doel de
naamsbekendheid te vergroten. De afdeling Voorlichting stelt thema-ansichtkaarten ter
beschikking die tijdens evenementen worden uitgereikt. Hiermee wordt de naamsbekendheid
vergroot en maakt men tevens kennis met de informatieavonden in de studiecentra die op de
kaart vermeld staan.
Wetenschappelijk medewerkers van de OUNL staan belangstellenden te
woord tijdens de Utrechtse Masterbeurs (februari 2005)

www.ou.nl/modulair 7 26 september april 2005 2005 9 9
Nieuwe activiteiten
Er worden ook nieuwe activiteiten ontplooid. Zo wordt in cluster Noord een pilot georganiseerd waarbij de 3e week van januari
geheel in het teken staat van ‘Een leven lang leren’. Samen met de bibliotheken Noord-Nederland organiseert de OUNL een week
waarin lezingen en workshops door OUNL-docenten en hoogleraren worden gehouden om zo de kennis van volwassenen over de
mogelijkheden om te (blijven) leren te vergroten. Daaraan voorafgaand zal een grote mailingactie plaatsvinden. De ‘Week van het
leven lang leren’ maakt integraal onderdeel uit van de zogeheten WVR-activiteiten: werving en voorlichting in de regio. Het doel is
om in 2006 alle landelijke studiecentra, steunpunten en bibliotheken gezamenlijk bij dit project te betrekken.
Jongere doelgroep
De jongere doelgroep (18 t/m 29 jaar) zal in het voorlichtingsplan 2005/2006 een prominentere rol spelen. Hier ligt een potentiële
markt voor de OUNL. Ondanks het feit dat de jongeren minder bekend zijn met de OUNL, heeft 84% van de jongeren ooit de website
van de OUNL bezocht. Geconstateerd mag worden dat deze doelgroep interesse heeft in de opleidingsformule. Daarom gaat de
Open Universiteit Nederland de contactmomenten met deze doelgroep opvoeren en zullen laatstejaarsstudenten van hbo-instellingen
bezocht worden. Middels een voorlichtingspresentatie worden de masteropleidingen van de Open Universiteit onder de
aandacht gebracht van de studenten. Wanneer hogescholen in een jaarlijkse cyclus bezocht worden zal de naamsbekendheid
structureel stijgen en kan tevens de samenwerking met hogescholen geoptimaliseerd worden.
Zittende studenten
Naast extern gerichte activiteiten zullen er meer acties worden ontwikkeld om zittende studenten bij ons te houden. Studenten worden
steeds kritischer. In het voorlichtingsjaar 2005/2006 staat de tevredenheid van de huidige student daarom op de eerste plaats.
De instelling zal meer oog krijgen voor wat de student wil en daar professioneel op inspelen. Dat betekent dat we het studieproces
van de student duidelijk zullen volgen. We zullen de student vaker benaderen en meer activiteiten in het studiecentrum organiseren.
Zo zullen er meetingpoints worden georganiseerd voor specifieke groepen studenten die zo laagdrempelig mogelijk onder het
genot van een drankje en een hapje met elkaar in contact kunnen komen en studiezaken kunnen bespreken. De eerste meetingpoints
zullen in het najaar worden georganiseerd. De afdeling Voorlichting organiseert medio oktober workshops voor studenten die
dreigen uit te vallen, waarin men kennismaakt met de succesfactoren die tot gewenste studieresultaten leiden. Geheel in het teken
van avonturierster Lara Croft, leidt drs. Albert Kampermann, docent Managementwetenschappen, de bezoeker door het oerwoud van
studiestruikelblokken. Geen ijzeren discipline of doorzettingsvermogen, maar passie en verbeelding zijn de sleutelwoorden tot succes
op deze avond. Daarnaast zal ook gewerkt worden aan meer activiteiten en voorzieningen voor alumni, een speerpunt waarvan
deze groep afgestudeerden al komend jaar iets van moet gaan merken.
De uitkomsten van het onderzoek vragen om een intensieve vorm van voorlichting. Een zo groot mogelijk publiek moet structureel
geïnformeerd worden over de opleidingsformule van de Open Universiteit Nederland. Herhaling betekent meer en grotere bekendheid.
Daarom stemmen de afdelingen Marketing en communicatie en Voorlichting hun activiteiten zorgvuldig op elkaar af. Zodoende
blijft de OUNL gestructureerd onder de aandacht en worden ook onze studenten optimaal bediend.
Lisette Meijrink en Suzanne Geurts
De enige officiële mastersite van de 14 Nederlandse
universiteiten met informatie over alle universitaire
masteropleidingen en voorlichtingsdagen.
www.universitairemasters.nl

10 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
Binnen de Open Universiteit Nederland is Natuurwetenschappen de kleinste faculteit. Haar
daden zijn echter groot. Met ca. 500 studenten en een kleine 2000 cursisten is zij in haar vakgebied
namelijk wel de grootste milieu-natuurwetenschappelijke opleiding in het land. Ook
slaat de faculteit steeds meer haar vleugels over de grens uit. Met de bezuinigingen wordt op
een eigenzinnige en creatieve manier omgegaan. Een enthousiaste groep medewerkers werkt
binnen een informele organisatie aan het ontwikkelen en geven van goed natuurwetenschappelijk
onderwijs. Duurzaamheid vormt daarbij een in velerlei opzicht verbindende schakel.
Faculteit en Kwaliteit
Prof. dr. Paquita Pérez (op foto p. 11) voelt zich als decaan van de faculteit
veelal manager en bestuurder.‘Van origine ben ik fysisch chemicus
en mijn hele wetenschappelijke loopbaan al gefascineerd door de relatie
tussen natuurwetenschappen en de maatschappij en ontwikkelingen die
zich daarbinnen afspelen. Ik ben al bij een aantal universiteiten werkzaam
geweest en heb altijd veel te doen gehad met onderwijsontwikkeling.
Nu ben ik meer bezig met het aansturen en organiseren van deze
faculteit. Heel interessant’.
In haar voorwoord in de studiegids 2005-2006 wijst zij op het kenmerkende
aspect van de integratie van de natuurwetenschappen met de
gamma- en alfawetenschappen.‘We verkeren daarmee als faculteit niet
in een unieke maar wel in een bijzondere positie. Die integratie zie je
duidelijk in de opbouw van ons opleidingsprogramma. Een brede
natuurwetenschappelijke opleiding met “links” naar bijvoorbeeld sociale,
bestuurlijke, gezondheidskundige en juridische aspecten.’
Pluim van Rutte
Als kleine faculteit timmert Natuurwetenschappen aardig aan de weg.
Zo beschikt zij in haar curriculum over een aantal uitstekende voorbeelden
van competentiegericht onderwijs. Eén daarvan is het VMAB, het virtueel
milieuadviesbureau (zie artikel in Modulair van 10 november 2004,
red.) waarover staatssecretaris Mark Rutte van OCW zich onlangs zeer
lovend uitliet.‘Een ander voorbeeld is het European Virtual Seminar
(EVS). Een door onszelf ontwikkelde cursus waar twintig internationale
onderwijsinstellingen aan meedoen en die een vast onderdeel vormt
van de masteropleiding. Bij EVS gaat het om internationaal en multidisciplinair
samenwerkend leren aan duurzaamheidsvraagstukken in
een Europese context. Overkoepelend coördinator is onze eigen hoofddocent
dr. Ron Cörvers.’ Daarnaast heeft de faculteit met het boekje
Aarde, mens en milieu een heel aantrekkelijke kennismakingscursus in
huis om studenten warm te maken voor een studie in de milieu- en
natuurwetenschappen. Uitgangspunt vormt het Biosphere-2 project in
Arizona waar in 1991 acht personen in een nagebouwd ecosysteem hebben
getracht te overleven. Als laatste voorbeeld noemt Pérez de Virtual
Masterclass Scientific Writing and Publishing. In deze module - tot stand
gekomen in samenwerking met drie andere Nederlandse universiteiten -
doen studenten via taakgericht onderwijs in een authentieke situatie
ervaring op met wetenschappelijk publiceren. Zij krijgen feedback op
publicaties van zowel docenten als collega-studenten met als uiteindelijk
resultaat een wetenschappelijk artikel in het elektronisch studententijdschrift
Journal of Environment and Sustainability.
‘Nadeel ombuigen in voordeel’
Paquita Pérez praat zichtbaar trots over de resultaten die de afgelopen
jaren zijn geboekt.‘Wij zijn de kleinste faculteit binnen deze universiteit
en stonden in 1999 op het punt opgeheven te worden. Er zijn toen ook
veel medewerkers vertrokken. Onze huidige staf bestaat uit echte
“survivors” die tegen een stootje kunnen. Dat zie je ook nu weer op het
moment dat bezuinigingen spelen. Wij laten ons niet gek maken en hebben
duidelijk onze focus bepaald. Die is vooral gericht op de accreditatie
en in het verlengde daarvan op het goed in orde krijgen van het onderzoek.
Als Open Universiteit hebben wij geen echte onderzoekstaak, maar
dat aspect hebben wij wel nodig voor onze accreditatie. Op het punt van
onderzoek kunnen wij absoluut niet concurreren met het reguliere
mono-disciplinaire onderzoek van de andere Nederlandse universiteiten.
We moeten het zoeken in samenwerking - dat doen we overigens steeds
vaker en intensiever - en daarnaast ook iets slims bedenken.Wij zien een
unieke kans voor onze faculteit en de Open Universiteit in de maatschappelijke
valorisatie van het onderzoek. Onderzoek voor en met de
FOTOGRAFIE: LEON SMEETS

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
11
samenleving. Duurzame ontwikkeling leent zich daar uitstekend voor. Zo
buigen wij een nadeel in een voordeel om.’ Trots is Pérez duidelijk ook
op de kwaliteit van de wetenschappelijke staf.‘Met de hoogleraren Rietje
van Dam, Lucas Reijnders, Piet Glasbergen en recentelijk Pim Martens
hebben we natuurlijk wel een paar namen in huis.’
Audit
Duurzame ontwikkeling is een belangrijk thema in het kennisdomein
van de milieu- en natuurwetenschappen. De faculteitsleiding hecht echter
ook veel waarde aan de kwaliteit van duurzame ontwikkeling van het
onderwijs zelf. Vandaar dat begin dit jaar binnen de faculteit een zogeheten
AISHE-audit is gehouden. AISHE staat daarbij voor Auditing
Instrument for Sustainability in Higher Education. De volgens het EFQMmodel
(European Foundation for Quality Management, red.) uitgevoerde
audit levert een keurmerk op voor de kwaliteit van het hoger onderwijs.
De Open Universiteit heeft dat keurmerk nu als eerste Nederlandse universiteit
ontvangen. De audit legt een expliciete koppeling tussen organisatie
en inhoud. De resultaten en aanbevelingen vormen een interessante
opmaat voor het proces van accreditatie.
Cock van der Kaay, student natuur- en milieuwetenschappen, is voorzitter
van de faculteitsvereniging NouW en loopt al zo’n dertien jaar bij de
Open Universiteit mee.‘Zelfdiscipline is de sleutel tot succes als we het
over studeren bij de Open Universiteit hebben. En dat geldt ook voor de
kwaliteit. Zo kan je bij cursussen met een opdracht de kwaliteit zelf verbeteren.
Door je via internet breder te verdiepen dan eigenlijk nodig is
kom je bij actuelere kennis en inzichten terecht. Gelukkig wordt dit verbreden
de laatste jaren ook door de faculteit gestimuleerd. Mijn beleving
van de kwaliteit is in het algemeen goed, zeker waar het gaat om de constant
hoge kwaliteit van het cursusmateriaal. De kwaliteit van de docenten
ervaar ik als schommelend met uitschieters naar boven, zoals bij het
VMAB, maar ook naar beneden. Door verdringing herinner ik me daar
geen voorbeelden meer van, maar de grote werkdruk zal zeker een rol
hebben gespeeld. Wat mij verder van het hart moet, is de vraag welke
lange-termijnvisie de Open Universiteit heeft voor met name de NWfaculteit.
Mist zij daarbij geen kansen? De overheid zegt te streven naar
meer bèta-studenten en naar meer permanente hogere educatie. De
NW-faculteit is naar mijn mening één van de weinige spelers die daaraan
een substantiële bijdrage kan leveren. Maar dat moet het College van
bestuur wel aan Den Haag duidelijk maken. Denken, durven en doen is
de uitdaging die het bestuur dan ook aan moet gaan.’
Chester Bogaardt
Dynamiek en duurzaamheid troef bij NW

12 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
College van bestuur
De nieuwe CvB-voorzitter Theo Bovens (links) en
rector magnificus prof. Fred Mulder (rechts)
Forse toekomstagenda voor CvB
FOTOGRAFIE: THE IMAGE HOUSE
Per 1 september jongstleden is drs. Theo Bovens aangetreden als nieuwe voorzitter van het College van
bestuur. Tegelijk is prof. dr. ir. Fred Mulder aan zijn tweede termijn als rector magnificus begonnen. Een
geschikt moment dus om met beiden eens van gedachten te wisselen over een aantal actuele thema’s.
Bij zijn benoeming tot collegelid in 2003 is
de voormalige Maastrichtse wethouder
Bovens neergezet als een politiek dier en als
een doener pur sang. Enthousiast, communicatief
sterk en iemand die weloverwogen
beslissingen neemt. Anno 2006 kwalificeert
Bovens zich zeker niet als een alleskunner:‘Ik
ben wel een echte generalist en iemand met
een flinke dosis bestuurlijke ervaring. Ook
ben ik een persoon die gericht is op harmonie
en goede persoonlijke verhoudingen.
Meer een people- dan een proceduremanager.
Maar vooral ben ik iemand die enorm in
de klus bij deze instelling gelooft.’ Dat de
nieuwe collegevoorzitter ook maatschappelijk
zeer betrokken is, blijkt uit een aantal
niet onbelangrijke nevenfuncties. Zo is hij
voorzitter van de Landelijke Toetsingscommissie
Wet Werk en Bijstand, lid Landelijke
Adviescommissie Technocentra Nederland,
vice-voorzitter Stichting StimulanSZ, voorzitter
Stichting Limburgs Symphonie Orkest, lid
Raad van Toezicht Theatergezelschap ‘Het
Vervolg’, lid landelijk CDA Partijbestuur en
voorzitter CDA Limburg.
Bij uw aantreden heeft u gezegd sturing te
willen geven aan het transformatieproces
om van de OUNL een flexibele, bedrijfsmatige
en samenlevingsgerichte kennisorganisatie
te maken. Bent u daaraan toegekomen?
Bovens:‘Criticasters zullen het eerder hebben
over wat de afgelopen jaren is afgebouwd
in plaats van wat is opgebouwd.
We hebben de laatste jaren natuurlijk financieel
in heel zwaar weer gezeten. Er ging
gewoon meer geld uit dan er binnenkwam.
De focus van het CvB én het management –
het ging immers wel om een gezamenlijke
inspanning – was gericht op het beheersbaar
houden van de organisatie en het leggen
van een goede basis voor een gezonde
toekomst. We hebben onze begroting met
10% omgebogen en we hebben helaas ook
ons personeelsbestand navenant moeten
inkrimpen. Het ging overigens niet alleen
om de financiële problematiek. Ook politiek
lag de OUNL niet goed en haar voortbestaan
is serieus in gevaar geweest met als
dieptepunt de door Den Haag opgelegde
bezuiniging van € 6,9 mln. Ondertussen zijn

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
13
de verhoudingen met het Ministerie van OCW
een stuk beter en hebben we duidelijk aan vertrouwen
gewonnen. Er is nu weer zicht op enig
groeiperspectief en als het even meezit, komen
we misschien zelfs dit jaar voor het eerst na
enkele jaren weer in de zwarte cijfers. Voor
2006 wordt daar in ieder geval op begroot. We
hebben dus ontzettend veel energie moeten
steken in het behoud en het gezond maken
van onze organisatie.’
Bij binnenkomst heeft u zich afgevraagd of de
OUNL wel veel binding heeft met studenten en
cursisten. Wat is daar nu over te zeggen?
Bovens:‘Ik vind dat de binding met al die
mensen die een studie of cursus aan de OUNL
volgen, absoluut verbeterd moet worden. We
hebben nog onvoldoende kennis van onze
doelgroepen, niet alleen van onze BaMa-studenten,
maar zeker ook van onze cursisten.
Deze laatste groep draagt zelfs meer aan ons
financieel resultaat bij dan de studenten. Een
van onze speerpunten is dan ook om meer
contact met onze “losse” cursisten te krijgen.’
Scheidend CvB-voorzitter Wöltgens noemt de
upgrading van de studiecentra een belofte die
het CvB is nagekomen. Toch horen we ook
signalen van onvrede uit de provincie...
Bovens:‘De upgrading van de twaalf studiecentra
en drie provinciale steunpunten is nu
bijna afgerond. In 2006 zullen we de steunpunten
evalueren. We merken dat er – vooral
voor begeleidingssessies – minder gebruik van
de faciliteiten van de studiecentra wordt
gemaakt. Alleen voor tentaminering en KMT’s
worden ze nog allemaal gebruikt en natuurlijk
ook als voorlichtingscentrum. Er ligt dus een
strategische vraag met betrekking tot onze
decentrale aanwezigheid. Er zijn enkele scenario’s
denkbaar. Je kunt in studiecentra ook
diensten voor anderen gaan aanbieden of ze,
nog meer dan nu, het karakter van toetsingsen
examencentra geven. Dat laatste zou je dan
ook aan andere onderwijsinstellingen kunnen
aanbieden. Wat in ieder geval blijft, is dat wij
het ook uit commercieel oogpunt belangrijk
vinden in de regio vertegenwoordigd te blijven.’
Hoe gaat u alle ambities oppakken en wat zal
het profiel van het derde, nieuw aan te trekken
collegelid moeten zijn?
Bovens:‘Om met de laatste vraag te beginnen,
we zullen op korte termijn een enorme marketinginspanning
moeten plegen met een fors
accent op onze externe profilering. Vandaar dat
wij een collega zoeken met vooral een zakelijke
en ondernemende achtergrond. Qua beleid
zullen we een goede balans moeten vinden
tussen wat op centraal en wat op decentraal
niveau moet worden gedaan. Verder zullen
wij als College vooral de uitvoering van vastgesteld
beleid goed moeten monitoren.’
Rector magnificus Fred Mulder is een OU’er in
hart en nieren. Hij zat in 1983 – als auteur en
cursusteamleider informatica – bij de eerste
lichting wetenschappers van de OUNL. Later
werd hij hoogleraar Informatica-onderwijs en
decaan van de faculteit Technische Wetenschappen.
In december 1998 vertrok hij naar
TSM – de business school op de campus van de
Universiteit Twente – om in september 2000
weer bij de OUNL terug te keren, in het CvB. Hij
ziet zichzelf als een inhoudelijk en maatschappelijk
gedreven doorzetter, gericht op het verkennen
en inpassen van nieuwe ontwikkelingen
en activiteiten. Nevenfuncties heeft hij
alleen in directe relatie tot het werk. Zo is
Mulder voorzitter van het nationaal initiatief
“Lang Leve Leren!” en Executive Committee
member van de EADTU (European Association
of Distance Teaching Universities).
Kan de OUNL wel uit de voeten met de
strengere accreditatie (zie kadertje, red.)?
Mulder:‘Het protocol voor accreditatie accentueert
het binaire model, waarin hbo en wo als
twee aparte werelden worden gezien. Daarin
is voor wo-opleidingen de noodzaak van verwevenheid
van onderwijs en onderzoek onderstreept.
Met die verandering moeten wij dus
ook voort. Welnu, in vergelijking met onze dertien
zusteruniversiteiten is onze onderzoekinspanning
zeer beperkt en heel specifiek. En we
worden er ook niet door OCW op bekostigd.
Willen we in volume en kwaliteit mee kunnen,
dan zul je de link met onderzoek elders moeten
zoeken en wel in een samenwerking met
andere universiteiten. Wat wíj daarbij inbrengen
is onze expertise op het terrein van levenlang-leren:“open”
leerconcepten, flexibele leertrajecten,
onderwijstechnologische innovaties,
multimedialiteit en specifieke doelgroepcondities.
De samenwerkingspartners zouden daarvoor
hun onderzoeksomgeving kunnen bieden.
Die universiteiten moeten wel het belang van
een leven-lang- leren onderkennen opdat je
start vanuit een gelijkwaardige relatie.’
Komt die samenwerking al van de grond?
Mulder:’Het voorbije jaar hebben we hier fors
in geïnvesteerd. Er vinden op diverse niveaus
gesprekken plaats. Bestuurlijk vanuit het CvB
en meer inhoudelijk door de decanen van de
faculteiten. Informatica en Natuurwetenschappen
zijn goed op weg naar een wederzijds
profijtelijke samenwerking met een beperkt
aantal zusterfaculteiten. Bij Psychologie vindt
Wat is accreditatie?
Een belangrijke kwestie voor de universiteiten
vormt op dit moment het accreditatiestelsel. Dat
stelt zwaardere eisen dan voorheen in het zogenoemde
visitatiestelsel en heeft ook verdergaande
consequenties. Voor de Open
Universiteit als ‘onderwijzende universiteit’ knelt
de aanscherping ten aanzien van de verwevenheid
van onderwijs met onderzoek, met name in
de masteropleidingen. De visitaties blijven
plaatsvinden als periodieke (zesjaarlijkse)
beoordelingen van de academische opleidingen,
maar nu door onafhankelijke visiterende en
beoordelende instanties (vbi’s). De in 2004 uit
de VSNU voortgekomen stichting Quality
Assurance Netherlands Universities (QANU) is
zo’n vbi. Die onafhankelijkheid is een eis van de
in 2003 ingestelde Nederlands Vlaamse
Accreditatie Organisatie (NVAO). Ofschoon de
referentiekaders van QANU en NVAO in elkaars
verlengde liggen, komt de accreditatie bovenop
de visitatie. Waar de visitatie zich buigt over
(voorgestelde) verbeteringen van alle opleidingen
binnen één discipline en deze onderling
vergelijkt, gaat het bij de accreditatie om de
daadwerkelijke uitvoering en de integrale kwaliteit
van één opleiding. Accreditatie is in die zin
strenger doordat op elk van de zes punten –
doelstelling, programma, staf, voorzieningen,
interne kwaliteitszorg, resultaten – voldoende
moet worden gescoord. Accreditatie is van
belang omdat hiervan niet alleen de bekostiging
door de overheid afhangt maar tevens het
recht om gewaarmerkte diploma’s af te geven.
al behoorlijk wat interfacultaire onderzoeksuitwisseling
plaats. En ook de andere faculteiten
maken goede vorderingen. Overigens hebben
we formeel nog zo’n vier jaar de tijd
doordat de afgelopen visitaties min of meer
geruisloos zijn overgegaan in voorlopige
accreditaties.’
U heeft zich persoonlijk sterk gemaakt voor
instellingsaccreditatie, met welke argumenten?
Mulder:‘Accreditatie is een dure aangelegenheid.
Daarbij moeten we bedenken dat als
gevolg van BaMa het aantal academische
opleidingen alleen maar groter is geworden,
nog los van de toenemende diversiteit. Je zou
dus alleen al uit overwegingen van efficiëntie
voor een hoger aggregatieniveau moeten
opteren. Meer in het bijzonder zou de OUNL
met haar eigensoortig onderwijsmodel
middels een instellingsaccreditatie beter tot
haar recht komen. Naast de absolute kwaliteit
van alle opleidingen zouden vooral ook het
instellingsbrede systeem van kwaliteitszorg, de
onderwijsvorm en de specifieke doelgroepen

14 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
in het juiste perspectief beoordeeld kunnen
worden. Ons pleidooi voor het hogere aggregatieniveau
wordt inmiddels ook gedeeld door de
VSNU, die daarover onderhandelt met OCW. We
hebben het ministerie laten weten dat we graag
als pilot in die mogelijke vernieuwing willen
fungeren. Een team onder leiding van prof. René
van Hezewijk – decaan van de faculteit
Psychologie – heeft eind 2004 een uitvoerig
plan voor de interne kwaliteitszorg opgeleverd.
Dat krijgt nu zijn beslag in de organisatie. Zo
zullen studenten vanaf september met behulp
van het programma SEIN worden gevraagd naar
hun oordeel over de cursussen.’
Onlangs presenteerde het CvB haar visie op
de OUNL als “Lifelong Learners’ University”.
Wat bedoelt u met de term “back-to-basics”?
Mulder:‘Vanaf de start in 1984 werd de OUNL
beschouwd als de universitaire completering
van de volwasseneneducatie: een tweede kans
op en tweede weg door hoger onderwijs in een
open model. Dit “open” werd breed neergezet:
open toelating en open programmering, maar
ook de vrijheden van plaats, tijd en tempo
rekende men ertoe. Zo bezien is de moderne
term “leven-lang-leren” een label dat toen eigenlijk
al opgeld deed. In ons twintigjarig bestaan
hebben we ons ontwikkeld tot een volwaardige
BaMa-universiteit. Deze positie is verworven
dankzij hoogwaardig en innovatief ontwikkelwerk,
met oog voor de noodzakelijke erkenning
in de Nederlandse academische gemeenschap.
Tegelijkertijd echter is in dat proces de oorspronkelijke
nadruk op grootschaligheid bij
afstandsonderwijs wat op de achtergrond
geraakt, evenals de modulaire opzet waardoor
ook losse cursussen en korte programma’s tot
de kern van het onderwijsaanbod behoren.’
Welke OUNL, met nieuw elan, ziet u voor u?
Mulder:‘De consequentie van de analyse van
daarnet is dat we verhoogde aandacht gaan
schenken aan losse cursussen en korte hoger
onderwijsprogramma’s. Maar ook aan de introductie
van, wat we voorlopig aanduiden als
“hoger onderwijs voor velen”. Hierbij denken we
aan echt korte cursussen van niet meer dan 1
ECTS, circa 25 uur, van inleidend niveau, multimediaal,
en met een aantrekkelijke en populariserende
aanpak. We mikken daarmee op grote
aantallen studenten bij wie zo’n kennismaking
hopelijk naar meer smaakt. Op internationaal
terrein trekken wij een project met de zeven
Europese universiteiten voor open afstandsonderwijs,
dat moet leiden tot een nieuwe gezamenlijke
productlijn van (Engelstalige) zogeheten
“Flash Courses”, het equivalent van onze
eigen korte cursussen. Binnen dat internationaal
netwerk kunnen we inhoud uitwisselen waarmee
we de reductie van modulen in de voorbije
jaren – keuzevakken bijvoorbeeld – kunnen
compenseren. Ook vrije programma’s worden
nieuw leven ingeblazen. Doordat studenten dan
de mogelijkheid krijgen nóg meer vanuit hun
persoonlijke belangstelling invulling aan hun
studie te geven, is dat bijzonder interessant voor
ooit afgehaakte studenten, zeker ook uit het
reguliere onderwijs.’
De BaMa-universiteit blijft toch zeker hét
universitaire kwaliteitslabel?
Mulder:‘We zullen om de accreditatie van
masteropleidingen veilig te stellen, intensieve
samenwerking zoeken met zusterfaculteiten. De
eerlijkheid gebiedt echter ook te erkennen dat
alleen de BaMa-opleidingen – ook gezien de te
beperkte “harde” aantallen wo-studenten – een
te smalle economische basis vormen voor de
OUNL. We gaan ons dan ook, zoals gezegd,
intensief richten op grote groepen mensen die
een vorm van hoger onderwijs willen volgen.
Vooral op inleidend niveau willen we ons onderwijsaanbod
gaan diversificeren zonder daarbij
overigens afbreuk te willen doen aan de kwaliteit
en met behoud van ons BaMa-aanbod.
Onze universitaire vlag blijft wat ons betreft fier
wapperen!’
U vindt ook de decanen aan uw zijde...
Mulder:‘Het draagvlak voor het door ons
geschetste profiel en voor de beoogde aanpak is
groot bij het management, zo is gebleken in de
strategische sessies waar we verschillende scenario’s
hebben besproken. Ook de Ondernemingsraad
heeft zich constructief opgesteld.
Het komt er nu op aan dat we dit gezamenlijk
en met kracht, stap-voor-stap, de komende vijf
jaar gaan verwezenlijken.’
Tijdens de opening van het academisch jaar
in september zal officieel een ‘Nationaal
Expertisecentrum’ worden gestart. Kunt u daarover
iets meer vertellen?
Bovens:‘Het kan niet anders dan dat de “Lifelong
Learners’ University” zich manifesteert met een
Nationaal Expertisecentrum Leven-Lang-Leren
dat zich in dienst stelt van lerend Nederland,
ook regionaal overigens. Voor de OUNL zelf is
dat een bijna natuurlijk samenwerken tussen
het Onderwijstechnologisch expertisecentrum
(OTEC), het Ruud de Moor Centrum (RdMC) en
de faculteiten. Zo vindt bij het OTEC al research
en development plaats gericht op leven-langleren.
Het RdMC start met een sterk op toepassing
en ontwikkeling gerichte onderzoeksagenda,
waar de “leven-lang-lerende docent”
centraal staat en zo voorbeeld kan zijn voor
andere groepen “lerende professionals”. En de
faculteiten staan als geen ander met hun onder
wijs middenin de wereld van leven-lang-leren.
Ten slotte, niet onbelangrijk in het kader van ons
onderzoeksbeleid, is dit een unieke kans tot een
algehele bundeling van krachten en expertise.’
Er gebeurt nóg meer. Zo is het Nationaal
Initiatief “Lang Leve Leren!” opgestart, waarbinnen
de OUNL een prominente rol speelt.
Mulder:‘Ons lustrummotto “Lang leve leren” is
geadopteerd door dit nationaal initiatief dat wij
genomen hebben samen met Teleac/NOT,
Surf/Surfnet en Kennisnet. Doel is grote doelgroepen
(weer) plezier te laten ervaren en het
belang laten inzien van leren. Daarmee wil het
samenwerkingsverband bijdragen aan het substantieel
verhogen van het gemiddelde opleidingsniveau
van de werkende bevolking. Dit
past prima bij recente actieplannen van de
Nederlandse overheid over een leven-langleren.
Ook sluit het goed aan bij eenzelfde prioritering
van de Europese Commissie, bedoeld
om de ‘Lissabon-doelen’ te bereiken. Overigens
richt het samenwerkingsverband zich op álle
onderwijsniveaus en vindt het een onorthodoxe
aanpak noodzakelijk. Centraal staat het inrichten
van een nationaal, multimediaal portaal van de
“verleiding tot leren”, waarachter de gehele
onderwijswereld – waaronder de OUNL – haar
flexibele trajecten voor leven-lang-leren aanbiedt.’
Dit offensief lijkt het alerte vervolg op de
Lissabon-rede én de diesrede vorig jaar over
massa-individualisering...
Mulder:‘Vanuit een meer partijen tellend
samenwerkingsverband krijg je een “zwaankleef-aan-effect”
over een groot deel van het
maatschappelijk veld en uiteindelijk onderkenning
daarvan door politiek en overheid. Dus
eigenlijk is het – ook in ideële zin – het veranderen
van een nationale mentaliteit waarbij leren
als gewoon en economisch noodzakelijk ervaren
wordt. Over ons eigen belang daarbij hoeven we
evenmin krampachtig te doen. De OUNL zal, net
als andere onderwijsinstellingen, met haar aanbod
een goed antwoord kunnen bieden op de
dan duidelijk groeiende maar gevarieerde
onderwijsvraag.’
Nu de politiek en de overheid nog....
Mulder:‘Het Nationaal Initiatief “Lang Leve
Leren!” weet zich gesteund door een stevige
achterban vanuit het maatschappelijk veld: de
verenigingen van werkgevers, VNO-NCW en MKB
Nederland, en van werknemers, FNV, CNV en
MHP, en de onderwijskoepels, VSNU, HBO-raad
en BVE-raad. De overheid kan er eigenlijk niet
om heen. Er ligt een werkplan, waar deels op
eigen kracht invulling aan kan worden gegeven.
Maar met doelgerichte steun van de overheid

15
studentenraad
De vakantie is nog maar net achter de rug, dus alles moet nog echt op gang komen. Voorzitter
van de Studenten-raad, Rikki Dijksman (foto boven), blikt terug op het eerste zittingsjaar van
het vernieuwde bestuur. Ze vraagt zich af of het de stilte na of vóór de storm is...
Stilte na of vóór de storm...
We zitten een beetje in de periode van stilte na de storm, maar het kan
ook de stilte vóór de storm zijn. Het eerste jaar van de huidige SR zit er
bijna op en een kleine terugblik is dus op zijn plaats. Het BaMa drama, de
studiecentra (nu verkorte openingstijden) en de nieuwe WHW zijn onze
aandachtspunten geweest. Wij zijn nog steeds druk doende onze
bevoegdheden uit te breiden terwijl het CvB probeert toch weer onze
beperkte bevoegdheden in de wet te krijgen. Het laatste woord is in deze
aan de wetgever. Gelukkig is een delegatie van de SR uitgenodigd voor
een lunch met staatssecretaris Marc Rutte (kennismaking met alle nieuwe
studentenraden van de Nederlandse universiteiten) zodat wij dit ook nog
eens persoonlijk kunnen aankaarten.
Wat dit jaar wel bereikt is, is dat we nu toegang hebben tot het Huisnet
van de Open Universiteit kunnen, de besloten site voor de eigen medewerkers.
Hier is veel actuele informatie te vinden. Tevreden zijn we nog
niet doordat veel achtergrondinformatie toch weer niet toegankelijk is,
maar we weten nu wel nog beter waarover we informatie moeten vragen.
Ook zijn er afspraken gemaakt met het nieuwe CvB over betere informatievoorziening.
Rector magnificus Fred Mulder zal ons aanspreekpunt worden
en met hem is de afspraak gemaakt dat hij alle vergadertijden van
ons vrij houdt in zijn agenda zodat hij, indien nodig, bij de vergadering
aanwezig kan zijn. Een andere afspraak is dat Harry Ummels, bestuurssecretaris
voor het CvB, samen met onze ambtelijk secretaris, Bernadette
Kop, weer een landelijke dag zal organiseren waar het CvB studenten op
de hoogte zal brengen van de ontwikkelingen bij de Open Universiteit.
Ook komt er overleg met de Raad van Decanen.
Volgend voorjaar zijn er ook weer nieuwe verkiezingen voor de SR. Gezien
de teleurstellende kandidaatstelling bij de vorige verkiezingen gaan wij
dit jaar eerder beginnen met hierop jullie aandacht te vestigen. Als je interesse
hebt, schroom niet om je aan te melden voor het bijwonen van een
vergadering, zodat je ziet wat er speelt. Er is wel een behoorlijke tijdsinspanning
vereist, want buiten de maandelijkse vergaderingen zijn wij
ook vertegenwoordigd bij diverse landelijke studentenoverlegorganen.
Het is dé manier om inspraak te krijgen en je leert er veel van. Je krijgt je
onkosten vergoed trouwens. De regels om je aan te melden zijn te vinden
op de website.
Rikki Dijksman, voorzitter Studentenraad
zou nog veel meer bereikt kunnen worden. Er is
een open, op synergie gerichte werkrelatie met
de interdepartementale projectdirectie Leren en
Werken die is ingesteld door de ministeries OCW
en SZW. Financiële ondersteuning uit de extra
aardgasbaten was en is nog steeds een reële
optie.’ Bovens vult aan:‘En met het Nationaal
Expertisecentrum Leven-Lang-Leren hopen we
niet alleen onze reputatie te versterken, maar
eveneens additionele tweede- en derdegeldstromen
binnen te halen, mogelijk ook van fondsen
uit Brussel. Het thema Life Long Learning staat
vanaf 2007 hoog op de EU-agenda. En ten slotte:
in de vaste onderwijscommissie in de Tweede
Kamer worden regelmatig kritische vragen
gesteld over het uitblijven van fiscale voordelen,
wordt de noodzaak tot het vergroten van instapmogelijkheden
door het erkennen van eerder
verworven competenties onderschreven, en
wordt het kabinet opgeroepen om meer in
leven-lang-leren te investeren.’
De agenda is bepaald fors...
Bovens:‘Kijk, ook daar ligt natuurlijk een subtiel
verschil met andere universiteiten. Niet alleen
doordat we toch relatief klein zijn maar ook
doordat traditionele universiteiten selectiever
kunnen – en willen – zijn, en ook in hun jaarcycli
werken met vaste cohorten. Onze populatie – al
in een verder stadium van hun leven – zullen we
echt moeten aanspreken, prikkelen en op hún
wenken bedienen. We zullen daarbij de voordelen
van een kleine, overzichtelijke universiteit
optimaal moeten benutten. Dat maakt het aansturen
gemakkelijker.’
Wat wilt u beiden – niet gevraagd – nog graag
kwijt aan de lezers van Modulair?
Bovens:‘Ik wil heel graag van de gelegenheid
gebruik maken om ook nog eens het belang van
Vlaanderen voor onze universiteit te onderstrepen.
We hebben daar zes studiecentra en een
sterk gemotiveerd team dat permanent op zoek
is naar nieuwe kansen en mogelijkheden.’
Mulder wil de academische statuur van de OUNL
nog eens benadrukken:‘Die hebben we hoog in
het vaandel staan. We willen ook laten zien dat
we inderdaad een universiteit zijn. Dat wordt bijvoorbeeld
zichtbaar bij onze academische
plechtigheden zoals promoties en oraties en
natuurlijk bij onze jaarlijkse diesvieringen. De
student krijgt een steeds belangrijker plaats bij
deze vieringen. Dit jaar zal er voorafgaand aan
de eigenlijke diesviering – met SCP-directeur
prof. Paul Schnabel en CPB-onderdirecteur prof.
Casper van Ewijk over de sociaal- culturele en
sociaal-economische dimensies van leven-langleren
– een studentendebat plaatsvinden. En
ook aan bul- en diploma-uitreikingen hechten
wij veel waarde. Zo creëer je ook de binding,
met studenten, cursisten en alumni, die wij zo
graag nastreven.’
Chester Bogaardt en Frans Bogaert

16
www.ou.nl/modulair 7 september 2005
Hitler was paranoïde
Radio-interviews en recensies in dagbladen kleuren op dit moment zijn leven.
Peter den Hertog (1951) is door zijn onlangs verschenen boek niet onopgemerkt
gebleven. Het boek behandelt dan ook een in het oog springend subject: Hitler,
en dan vooral de vraag naar de oorsprong van zijn antisemitisme. Het boek is
een uitwerking van zijn cultuurwetenschappelijke scriptie. ‘Ik heb geprobeerd
een spannend én wetenschappelijk verantwoord verhaal te schrijven.’
FOTOGRAFIE REINA DE VRIES
de scriptie
van Peter den Hertog
Hij krijgt wel eens vreemde telefoontjes.
Onlangs nog belde een man die vond dat
zijn zoon raar deed.‘Jij hebt toch verstand
van abnormaal gedrag, kun je me niet
helpen’, vroeg de beller. Ook krijgt hij wel
eens spontaan bezoek van mensen die
met allerlei materiaal uit de Tweede
Wereldoorlog komen aanzetten, van
affiches tot krantenartikelen en speldjes.
Zijn boek Hitlers schutkleur is opgevallen.
Een tijdje terug was hij nog te gast in het
radioprogramma Desmet-live en maakte
hij zijn opwachting bij een publieke radiozender
in België. In enkele studiecentra
zoals Groningen en Emmen gaat hij lezingen
geven. Ook verschenen er in verschillende
kranten kritieken, alle lovend.‘Mijn
uitgever is nu in onderhandeling over een
Duitse en Engelstalige editie.’
‘Het onderwerp spreekt blijkbaar nog
steeds aan’, zegt Den Hertog trots. Je zou
inderdaad denken dat het onderwerp
Hitler zo langzamerhand wel uitputtend
genoeg beschreven en onderzocht is, maar
Den Hertog stootte al lezend toch nog op
een lacune.‘Na meer dan 60 jaar Hitleronderzoek
zijn nog niet alle raadselen
rond Hitlers drijfveren opgelost.
Vooraanstaande onderzoekers, zoals
Joachim Fest en Ian Kershaw, kunnen geen
afdoende antwoord geven over de oorsprong
van het virulente antisemitisme
van Hitler. Dat verbaasde mij enorm en ik
vond het een geweldige uitdaging om die
Peter den Hertog:‘De Examencommissie vreesde dat ik vast zou lopen’
vraag te beantwoorden.’ Op dat moment studeerde Den Hertog Cultuurwetenschappen aan de
Open Universiteit en zo was meteen een onderwerp voor zijn scriptie geboren.‘Tot mijn grote
frustratie keurde de Examencommissie het onderzoeksvoorstel in eerste instantie af. Ze vreesden
dat ik vast zou lopen, zeker omdat gerenommeerde onderzoekers er niet in geslaagd waren dit
raadsel op te lossen. Ze stelden me voor onderzoek te doen naar hoe andere historici getracht

www.ou.nl/modulair 7 september 2005 17
hebben het ontstaan van zijn antisemitisme te verklaren. Dat wilde ik wel doen,
maar ik eiste wel een hoofdstuk voor een eigen interpretatie. Dat vonden ze goed.
Toen ik aan de scriptie begon wist ik al dat ik er uiteindelijk ook een boek van wilde
maken.’
Abnormaal gedrag
Den Hertog genoot al langer enige bekendheid bij boekminnend Nederland. Hij
had al twee misdaadromans op zijn naam staan, de Baron (1999) en Doodduo’s
(2002), waarvan de eerste redelijk succesvol was. Den Hertog is geïntrigeerd door
de psyche van de mens.‘Zodra gedrag buiten mijn inlevingsvermogen valt wil ik
het begrijpen. Abnormaal gedrag boeit me. Waarom vertoont iemand zo’n gedrag,
dat wil ik graag weten. En ik vind het leuk om plots te bedenken.’ Als klein jongetje
stelde Den Hertog al graag de waaromvraag en was hij zeer leergierig. Na de havo
– ‘wegens spijbelen werd ik van de hbs getrapt’ – ging hij MO-geschiedenis studeren.
Was tijdens die studie beveiligingbeambte, werd daarna ambtenaar en jongerenwerker
om er in 1989 achter te komen dat zijn intellectuele belangstelling bij
lange na nog niet gestild was. Gevoed door een grote interesse in filosofie schreef
hij zich in voor de studie Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Een
goede keuze, zo bleek al snel.‘Het leek wel een intellectuele snoepwinkel. De cursussen
waren van hoog niveau; het studiemateriaal was prachtig en zeer uitgebreid.
Ik vond het geweldig.’ Na de module Tekst en Effect kreeg hij de smaak van
schrijven te pakken en begon hij met korte verhalen en novelles die hij liet beoordelen
door het bureau Script + in Amsterdam.‘Daar waren ze zo positief dat ze me
uitnodigden voor een masterclass. Daar beoordeelde je de schrijfsels van medecursisten.
Mijn kritieken en adviezen vielen zo goed dat ik er uiteindelijk zelfs mijn
beroep van heb kunnen maken. Ik beoordeel nu het werk van aankomende,
ambitieuze schrijvers. Dat gaat goed. Binnenkort maakt er waarschijnlijk een zijn
debuut.’
‘Ik wist dat ik
van de scriptie
een boek
zou maken’
Paranoïde persoonlijkheid
In zijn scriptie en boek stelt Den Hertog dat Hitler een paranoïcus was die pas in de
zomer van 1919, tijdens een anticommunistische redenaarscursus, tot radicaal antisemitisme
werd bekeerd. Deze conclusie gaat in tegen de aanname van veel historici
dat de oorsprong voor zijn jodenhaat gezocht moet worden in Hitlers’ adolescentiejaren,
die hij doorbracht in het overheersend antisemitische Wenen en hij gaat
ook in tegen Ian Kershaw, de vooraanstaande Hitler-biograaf, die stelt dat Hitler in
1918 antisemiet werd. Den Hertog:‘De vraag waarom Hitler zo’n rabiate jodenhater
was probeer ik met behulp van psychiatrische literatuur én nauwgezet bronnenonderzoek
te beantwoorden. Alles wijst erop dat Hitler een paranoïde persoonlijkheid
was. Hierdoor had hij een extreme neiging tot zwart-witdenken en zag hij
potentiële tegenstanders als doodsvijanden. Door zijn paranoia was zijn antisemitisme
veel virulenter dan dat van ‘doorsnee’ antisemieten en zo kon het ook uitgroeien
tot het verlangen alle joden uit te roeien.’ Vier jaar is Den Hertog al met al
met zijn onderzoek bezig geweest. Eerst een jaar voor zijn scriptie, daarna nog
enkele jaren om er een boek van te maken.‘Professor Leo Wessels, de examinator,
vond de scriptie zo goed dat hij er een negen voor gaf. Dat was de eerste keer dat
hij zo’n hoog cijfer gaf. Hierdoor voelde ik me bevestigd in mijn onderzoek en conclusies
en het gaf me het vertrouwen om er een boek van te maken, een spannend
boek voor een breed publiek met een hoog wetenschappelijk gehalte. Als promotieonderzoek
zag ik het niet zo zitten. Dan ben je toch gebonden aan allerlei regels,
zoals citaten in vreemde talen, en dat schrikt een doorsneelezer waarschijnlijk af.’
Den Hertog heeft nog geen reactie op zijn onderzoek gehad van andere ‘Hitlerdeskundigen’.
Daarvoor is het noodzakelijk dat het boek vertaald zal worden.‘Laten
we hopen dat dat gaat gebeuren, want ik ben natuurlijk zeer geïnteresseerd in de
reacties van andere onderzoekers. Wellicht heb ik dingen over het hoofd gezien en
wordt mijn conclusie verworpen. Dat kan. De waarde van mijn onderzoek blijkt pas
in de discussies die er zullen volgen.’
Fred Meeuwsen

18
www.ou.nl/modulair 7 september 2005
activiteitendata
Hier staan activiteiten* vermeld zoals lezingen, symposia, bijeenkomsten van
studentenverenigingen en landelijke dagen, georganiseerd door Nederlandse en
Vlaamse studiecentra, faculteiten of studentenverenigingen. Het gaat om activiteiten
die (in principe) door alle studenten kunnen worden bijgewoond. Voor integrale
informatie over de activiteiten verwijzen we u naar: http://www.ou.nl/smartsite.dws?id=13759
of het Vlaamse studiecentrum.
SEPTEMBER
wo 7 – Lezing door Toos Schoutsen:‘Getijdenboeken’ (sc Alkmaar)
za 10 – Rondleiding en Studienet-practicum UB Groningen
(sc Groningen)
– Nationale Monumentendag Kelderrondleidingen om 11.00 uur
en om 13.00 uur door de stadsarcheoloog van de Gemeente
Groningen (sc Groningen)
– Masterdag Technical informatics, sc Eindhoven (faculteit)
wo 14 – Lezing door drs. Trudy van Halderen over de onbekende
Nederlandse roman “d’Edele Sandastra” (psp Friesland)
do 15 – Lezing door prof. dr. Carsten K.W. de Dreu:‘Bang voor conflict?
(sc Utrecht)
di 20 – Opening academisch jaar Cultuurwetenschappen en mentoraatsavond
o.l.v. van dr. Toon Bosch (sc Nijmegen)
do 22 – Mentoraatsavond cultuurwetenschappen en CW-buluitreiking
om 19.30 uur (sc Groningen)
vrij 23 – 21e Dies natalis, Pretoriagebouw campus Heerlen (CvB)
za 24 – Rondleiding en Studienet-practicum om 10.00 uur UB
Groningen (sc Groningen)
– Landelijke dag Stedebouw, Amsterdam (faculteit)
zo 25 – Rondleiding in het vakbondsmuseum De Burcht (Homo Ludens,
sc Amsterdam)
ma 26 – Bijeenkomst studiegroep NW Den Haag ‘Ecotoxicologische
effecten van atmosferische industriële emissie’. Lezing over het
afstudeeronderzoek van Marlouce Noest (sc Den Haag)
wo 28 – Permanente Vorming/Lezing ‘Belgische politiek op ramkoers?’
door prof. C. Devos (sc Gent)
OKTOBER
za 1
ma 3
di 4
wo 5
– Landelijke dag cultuurwetenschappen ‘In andermans ogen,
in eigen ogen’, sc Nijmegen (faculteit)
– NW-Majordag over fijnstofproblematiek, sc Utrecht (faculteit)
– Gezamenlijke mosselmaaltijd Studentenvereniging Utile Dulci
te Den Bosch
– ‘Kreutzersonate’ (1889) van Tolstoi, Suster Bertken (sc Utrecht)
– ‘Gelijkgestemde zielen en de leeskring’, lezing door dr. Lizette
Duyvendak (sc Alkmaar)
za 8 – Opening academisch jaar Suster Bertken
ma 10 – Luistergroep Muziek Suster Bertken
di 11 – Diploma-uitreiking Amsterdam (sc Amsterdam)
– Poëziewerkgroep Suster Bertken
wo 12 – Mentoraatsavond Homo Ludens, Wouter Steffelaar bespreekt
boek en film ‘Turks fruit’ (sc Amsterdam)
wo 26 – Lezing ‘De heiligverklaring van de Amerikaanse vlag’ door
prof. Ben Sloot (sc Nijmegen)
– Permanente Vorming/Lezing ‘e-Learning: uitdagingen en
kansen’ door prof. M. Valcke (sc Gent)
NOVEMBER
do 1 – ‘Republiek van Rivaliteiten’ voorbereiding aan de hand van
een bespreking van het lezen van het gelijknamige boek
(sc Nijmegen)
wo 2 – Filmvertoning voor psychologiestudenten om 19.00 uur
(sc Groningen)
vrij 4 – Miniconferentie ‘Succes- en faalfactoren onderwijsinnovaties’
sc Utrecht (faculteit)
ma 7 – Lezing Hans Hageman ‘Franciscus van Assisi’, Utile Dulci,
Den Bosch
wo 9 – Operaclub Suster Bertken (sc Utrecht)
do 10 – Lezing ‘Hersenafwijkingen bij schizofrenie’ (sc Utrecht)
do 10 – Officiële opening studiecentrum Zwolle
za 12 – NW-symposium ‘Duurzaam ondernemen’ sc Utrecht (faculteit)
ma 14 – Lezing over de Vlaamse Primitieven door Jeanne van der
Stappen, Homo Ludens (sc Amsterdam)
do 17 – Poëziewerkgroep Suster Bertken (sc Utrecht)
wo 30 – Permanente Vorming/Lezing ‘Gendergelijkheid en culturele
diversiteit’ door dr. C. Longman (sc Gent)
* Deze rubriek wordt samengesteld op basis van de in het intro genoemde centrale
webpagina Activiteiten in de Nederlandse studiecentra/steunpunten én op basis van op de
redactie ontvangen kopij. Het centrale aanleveradres voor studentenverenigingen is:
modulair.studiecentra@ou.nl. Het aanleveradres voor faculteiten is: modulair.redactie@ou.nl.
Als gevolg van de recente invoering van de vernieuwde website kan de activiteitenagenda
onvolledigheden vertonen.

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
19
Uit de communities
Binnen het afstandsonderwijs worden steeds meer communities gevormd, niet alleen door faculteiten ook door
studenten zelf, niet alleen fysiek ook via web, niet alleen binnen maar ook buiten de Open Universiteit. Deze keer
de tot voor kort ‘slapende’ Vereniging van Financial Controllers die, naar uit recent onderzoek blijkt, opnieuw een
krachtige rol zou kunnen vervullen als belangenbehartiger voor student en (aankomende) beroepsgroep.
Vereniging van Financial Controllers
De Open Universiteit Nederland beheert het Register FC. Hierin worden
de personen geregistreerd welke het diploma Financial Controller ® hebben
behaald (thans circa 1.000). In 1998 is de Vereniging van Financial
Controllers (VFC) opgericht. Een lang leven was de VFC echter niet
gegund. Als afgestudeerd Financial Controllers zijn wij in het kader van
onze vervolgopleiding Master of Science in Accounting and Finance in
een (beperkt) onderzoek onder (een deel van) de in het Register FC
ingeschreven personen nagegaan of zij de (her)oprichting van de
Vereniging van Financial Controllers relevant achten. Hierbij hebben wij
de doelstellingen van de Vereniging van Financial Controllers als volgt
geherformuleerd:
1 het (mede) zorgdragen voor het vergroten van de marktwaarde van
de Financial Controller ®
2 het (mede) bewaken van de kwaliteit van de opleiding Financial
Controller ® en
3 het beheren van het Register FC.
Het onderzoek, in de vorm van een enquête, werd uitgezet onder 360
afgestudeerde Financial Controllers. Er werden 103 enquêteformulieren
retourontvangen waardoor de respons komt op 28,6%. De enquête
bestond uit 15 algemene vragen en 31 stellingen. Ten behoeve van ons
onderzoek waren de stellingen onderverdeeld in stellingen met betrekking
tot de kwaliteit van de opleiding en stellingen met betrekking tot
de marktwaarde van de Vereniging van Financial Controllers. Hierna
volgen de belangrijkste conclusies van ons onderzoek.
VFC bevordert marktwaarde
De vraag of men bereid is om lid te worden van de VFC beantwoordt
71% van de respondenten positief. Het mag ook wat kosten. Zo’n 72%
van diegenen die bereid zijn om lid te worden van de VFC is dat lidmaatschap
maximaal € 50,- waard, voor 25% vormt zelfs € 100,- geen
probleem. Daarentegen zijn de meningen verdeeld over de rol die de
VFC zou moeten spelen als belangenbehartiger. Van de respondenten is
52% het in mindere of meerdere mate eens met de stelling ‘De VFC is
onmisbaar als belangenbehartiger’. Hier staat tegenover dat men de VFC
weer wel grotendeels (84%) beschouwt als een beroepsorganisatie voor
de afgestudeerde Financial Controller ® . Ook is een ruime meerderheid
(82%) de mening toegedaan dat de VFC via haar activiteiten de bekendheid
en de marktwaarde van de Financial Controller ® bevordert.
Wat verder opvalt, is dat de afgestudeerde FC-ers zeer tevreden zijn over
de opleiding Financial Controller ® . Maar liefst 83% van de respondenten
geeft aan, dat, als ze nogmaals voor de keuze stond om een post-hbo
controllersopleiding te gaan volgen, ze wederom zou kiezen voor de
opleiding Financial Controller ® van het samenwerkingsverband tussen
de Open Universiteit en hogescholen. Wat betreft de nascholing c.q.
bijscholing zien de respondenten overwegend (77%) wel een rol weggelegd
voor de VFC, maar de verplichte permanente educatie ziet de
helft (48%) niet zitten. Zo’n 18% geeft aan dat zij in aanmerking wil
komen voor het vervullen van een bestuursfunctie bij de VFC.
Nieuw leven inblazen
Op basis van bovenstaande cijfers kan worden geconcludeerd dat er voldoende
animo is om de Vereniging van Financial Controllers nieuw leven
in te blazen. Naar aanleiding van ons onderzoek hebben wij gesprekken
gevoerd met Open Universiteit Nederland om te bezien hoe de impasse
waarin de oprichting van de VFC thans is terechtgekomen, kan worden
doorbroken. Op ons initiatief is door Open Universiteit zeer positief
gereageerd hetgeen er inmiddels toe heeft geleid dat op korte termijn
de eerste oriënterende gesprekken zullen worden gevoerd tussen vertegenwoordigers
van de opleiding Financial Controller ® (universiteit en
hogescholen) en een aantal afgestudeerde FC-ers. Dit overleg moet er
toe leiden dat alle afgestudeerde FC-ers in de loop van september/
oktober van dit jaar nader zullen worden geïnformeerd over de (her)op
te richten Vereniging van Financial Controllers.
Wij voorzien dat de VFC in de toekomst een krachtige rol als katalysator
zou kunnen vervullen om de door ons geconstateerde positieve samenhang
tussen kwaliteit van de opleiding Financial Controller(r) en de
marktwaarde van de Vereniging van Financial Controllers te maximaliseren
hetgeen het interessante en dynamische beroep van financial controller
qua imago en uitstraling alleen maar ten goede zal kunnen
komen! FC-ers die geïnteresseerd zijn in de resultaten van onze enquete,
kunnen dit kenbaar maken door een mailtje te sturen naar:
rob.rikers@ou.nl. De enquête zal per ommegaande worden toegestuurd.
Roger Hochstenbach FC
Rob Rikers FC

Berichten van Service en informatie
Nieuw diplomeringssysteem: wijziging aanvraag getuigschriften
De Open Universiteit Nederland heeft deze zomer het project ‘automatisch
diplomeringssignaal uit SRS’ afgerond en daarmee een nieuw diplomeringssysteem
in gebruik genomen. Hieronder kunt u in het kort lezen wat de procedure is voor
de afgifte van getuigschriften. De volledige tekst vindt u op:
www.studieaanbod.ou.nl/getuigschrift.htm.
Indien u een bachelor- of masteropleiding
volgt, krijgt de Commissie voor de examens
op grond van uw studiepad in SRS een
signaal zodra u alle onderdelen van de
propedeuse of van uw totale opleiding met
goed gevolg heeft afgelegd. Dit kan ook
inhouden dat aan u vrijstellingen zijn verleend
en/of dat de compensatorische regeling
is toegepast. Hetzelfde geldt indien u
nog studeert in een ongedeelde opleiding,
met dien verstande dat getuigschriften van
de ongedeelde opleidingen worden afgegeven
tot 1 september 2007, de datum
waarop deze opleidingen expireren.
Voldaan aan diploma-eisen? Wij nemen
contact met u op!
Als de Commissie voor de examens constateert
dat u inderdaad aan de diplomaeisen
heeft voldaan, stelt zij de uitslag vast.
Vervolgens neemt de Open Universiteit
contact met u op om nadere afspraken te
maken over de afgifte van uw getuigschrift.
Dit gebeurt per e-mail. Indien wij niet
Het projectteam ‘automatisch diplomeringssignaal uit
SRS’, vlnr: Miel Gordijn, Ron Helwig, Peter Pelzer, Maddy
Rothkranz, Jan Burgers, Leny Verstappen, Yvo Bindels,
Bart van Geffen en Hans Quaedvlieg
beschikken over uw e-mailadres, krijgt u
schriftelijk bericht. Wij vragen u daarbij of
u het getuigschrift wenst te ontvangen (het
kan immers zo zijn dat u dit om een bepaalde
reden nog wilt uitstellen, bijvoorbeeld
omdat u een compensatorische 5 wilt
ophalen). En ook informeren wij of u deel
wenst te nemen aan een uitreiking. De
Open Universiteit Nederland organiseert
namelijk voor studenten die een volledige
wo-opleiding (bachelor, master of ongedeeld)
hebben afgerond, regelmatig feestelijke
persoonlijke uitreikingen in de studiecentra.
Indien u daar geen prijs op stelt, is
toezending van het getuigschrift uiteraard
ook mogelijk. Een propedeutisch getuigschrift
wordt niet uitgereikt, maar altijd per
post toegezonden.
Let op: uw getuigschrift wordt slechts één
keer verstrekt en wordt afgegeven op uw
geboortenaam, dat wil zeggen de naam die
vermeld staat op de in ons bezit zijnde
kopie van uw paspoort. Kortom, een getuigschrift
van de propedeuse, bachelor, master
of ongedeelde opleiding) hoeft u niet meer
expliciet zelf aan te vragen.
Uitzonderingen
De getuigschriften van de faculteit
Natuurwetenschappen en het propedeutisch
getuigschrift van de wo-bacheloropleiding
Management, organisatie en
bestuur dient u daarentegen wèl zelf aan te
vragen. De reden hiervoor is dat de opleidingsstructuur
een volledig automatische
verwerking van uw studiepad inclusief
automatische check op de diplomeringseisen
(nog) niet mogelijk maakt. Een verzoek
tot afgifte van een getuigschrift blijft u
in dit geval doen via het aanvraagformulier
dat u kunt downloaden via het webadres
www.studieaanbod.ou.nl/getuigschrift.htm.
Uw aanvraag tot afgifte van een getuigschrift
wordt pas in behandeling genomen
nadat u alle relevante certificaten en eventuele
vrijstellingsbewijzen van de Open
Universiteit Nederland hebt ontvangen.
Verder dienen ook focusdiploma’s van de
faculteit Managementwetenschappen en
dossierverklaringen schriftelijk aangevraagd
te worden met het genoemde aanvraagformulier.
Raadpleeg voor nadere
informatie onze bovengenoemde internetsite.
Maddy Rothkranz,
hoofd afdeling Intake, onderwijsondersteuning
en diplomering
Aanbod voor alle
bachelorstudenten
Wilt u met Prinsjesdag meer begrijpen van
de miljoenennota en wilt u de uitleg van
minister Zalm kunnen volgen? Tot eind september
kunnen bachelorstudenten van de
Open Universiteit de cursus Economie voor
niet-economen (E34112) tegen een gereduceerd
tarief aanschaffen. In deze cursus ontleden
deskundigen op een begrijpelijke en
boeiende manier de Nederlandse economie.
De cursus van 200 studie-uren kan in
de vrije ruimte van alle bacheloropleidingen
worden gebruikt. Als u vóór 1 oktober
2005 voor deze cursus inschrijft, geldt een
speciaal all-in tarief van € 275, in plaats van
€ 454. Kijk voor dit unieke, tijdelijke aanbod
op onze website: www.ou.nl/ene.

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
21
Alle cursussen voortaan permanent
geëvalueerd
SEIN op groen
Deze zomer was het zover en is SEIN
(Signalerend Evaluatie Instrument) instellingsbreed
ingevoerd. SEIN is een instrument
om informatie te verzamelen over de
kwaliteit van cursussen en cursusonderdelen.
Docenten kunnen met SEIN op eenvoudige
wijze elektronische vragenlijsten ontwikkelen.
De vragen gaan onder andere
over de begrijpelijkheid en studielast van
de verschillende cursusonderdelen, de
begeleiding, het tentamen enzovoorts
(zie ook de Modulair van februari 2005).
Studenten ontvangen binnen een week
nadat zij tentamen hebben gedaan per
e-mail het verzoek om de vragenlijst in te
vullen. Met de antwoorden kan de docent
zijn cursus bijstellen en verder verbeteren.
Rapportcijfer
SEIN heeft vooral een signaalfunctie: het
geeft een algemene evaluatie van de cursus.
Elke faculteit bepaalt zelf hoe ze met
de signalen uit SEIN omgaat. De opleiding
Actief Leren heeft meegedaan met de pilot
van SEIN en het instrument al volledig ingevoerd.
Deze opleiding hanteert voor zichzelf
als vuistregel dat per stelling 75% van
de respondenten een positief oordeel moet
geven. Rapportcijfers, als uiting van algemene
waardering, dienen gemiddeld minimaal
7 te zijn. Als een onderdeel van een
cursus lager scoort, neemt de opleiding
maatregelen. Bij een waardering tussen 6
en 7 wordt aanvullend onderzoek gedaan.
Bij een waardering lager dan 6 is een herontwerp
van de inhoud en/of van de begeleiding
noodzakelijk en wordt de analyse
daarop gericht.
Uitnodiging
Elke student, maakt niet uit of hij/zij
geslaagd is of niet, ontvangt dus na een
tentamen een e-mail met het verzoek om
een vragenlijst over de cursus in te vullen.
De Open Universiteit nodigt hierbij iedereen
uit om die vragenlijst in te vullen zodat
de kwaliteit van het onderwijs steeds beter
wordt.
Nieuwe website in de lucht
Na een lange voorbereidingstijd was 18 juli de nieuwe website van de Open Universiteit
Nederland gereed voor publicatie. De website is geheel vernieuwd. Het meest opvallend zijn
een ander uiterlijk en een duidelijke navigatiestructuur. Via de nieuwe website kunnen bezoekers
sneller informatie zoeken en gemakkelijker langs de webpagina’s ‘surfen’. Alle informatie,
die voorheen op Infonet werd gepubliceerd, is gescreend en herschreven. Nieuw is de ingang
voor doelgroepen, zoals studenten, alumni, onderwijsorganisaties en journalisten. Verder is de
toegang tot het studieaanbod prominenter aanwezig op de homepage. Dit zijn de veranderingen
die zichtbaar zijn voor de bezoekers van ‘www.ou.nl’. Maar ‘onder water’ is er ook veel
vernieuwd. Zo is er een content management systeem ingevoerd, is de redactionele organisatie
opnieuw gestructureerd en is de ict-infrastructuur vernieuwd.
In de komende maanden zullen nieuwe toepassingen worden toegevoegd, zoals een
activiteitenkalender en een geavanceerde zoekmachine. Daarnaast zal de wijze waarop we de
opleidingen en cursussen presenteren onder ‘Studeren’ worden verbeterd.
Nieuwe ingang voor studenten
Voor studenten is een nieuwe ingang op de startpagina gecrëeerd. Via deze ingang – Voor
Studenten – zijn alle voor studenten belangrijke faciliteiten toegankelijk. Zo kunnen studenten
via deze webpagina cursussen bestellen, inloggen op Studienet, de studiewegwijzer of de
vraagbaak maar ook e-Modulair raadplegen en nog veel meer.
Op veler verzoek
Inschrijvingsperiode KMT en Jaarinschrijving verlengd
De formele inschrijvingsperiode voor het kennismakingstraject (KMT) en de jaarinschrijving
(JIN) is inmiddels verstreken. Omdat bij de Open Universiteit echter nog dagelijks verzoeken
binnenkomen van studenten die hiervoor alsnog willen inschrijven, heeft het College van
bestuur besloten hieraan tegemoet te komen en de inschrijvingsperiode voor KMT en JIN te
verlengen tot 1 oktober aanstaande.
Indien ook u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, kunt u uw inschrijfformulier downloaden
van www.studieaanbod.ou.nl/inschrijven.htm. Een JIN-formulier dient u altijd per post
op te sturen. Een KMT kunt u echter ook direct online bestellen via www.studieaanbod.ou.nl/
bestellen.htm.
Belangrijke aanvullende informatie
– De einddatum van de inschrijfrechten KMT en JIN 2005-2006 is 31 augustus 2006.
– Houd bij uw cursuskeuze voor de JIN rekening met geplande tentamendata en eventuele
inhoudelijke ingangseisen (zie www.ou.nl, bij de betreffende cursus).
– Indien bij de bestelde cursus(sen) in het eerste semester begeleidingsbijeenkomsten worden
georganiseerd waaraan u wilt deelnemen, is het mogelijk dat deze al zijn gestart voordat u uw
cursusmateriaal in huis heeft; houd ook hiermee rekening.
– Bij een eerste inschrijving dient u een kopie van een geldig legitimatiebewijs in te leveren.
Alle inschrijvingen voor KMT en JIN die uiterlijk maandag 3 oktober 2005 door de Open
Universiteit zijn ontvangen, worden verwerkt. Een losse inschrijving voor een cursus is op elk
gewenst moment mogelijk. Dit kan ook online. Raadpleeg ook voor de uitgebreide informatie
over inschrijfvormen en regelgeving: www.ou.nl.

22 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
onderwijs – Cultuurwetenschappen
Landelijke dag Stedebouw
Voor de landelijke dag Stedebouw is ook dit jaar Amsterdam
onveranderd als plaats van handeling verkozen. Plaats van
handeling dient zo letterlijk mogelijk te worden genomen: in
twee stadswandelingen wordt respectievelijk het zeventiende-eeuwse
en het zestiende-eeuwse Amsterdam onderzocht,
ofwel de geplande en de historisch gegroeide stad. Dankzij
deze practica laat niet alleen Amsterdam zich beter kennen,
maar wordt tegelijk ook veel van de studiestof aan de orde
gesteld en kunnen eindelijk termen als dubbelhuis en stoep
worden gevisualiseerd. De landelijke studiedag (C08311)
vindt plaats op zaterdag 24 september en begint in de
Bakkerswinkel in de Warmoesstraat 69 te Amsterdam (nog
geen 10 minuten lopen van station Amsterdam CS) en duurt
van 10.45 tot uiterlijk 16.00 uur.
De geplande stad
Mede door zijn uitleg van 1613 en 1663 verwierf
Amsterdam een unieke positie in de westerse
wereld. De toen ontstane grachtengordel was
een destijds ongekend voorbeeld van overheidsplanning
waarin stedelijke instellingen, markten
en kerken een centrale plaats innemen. Deze,
eerste wandeling leidt via de Dam met oorspronkelijk
Stadhuis, Singel, Keizers- en
Herengracht naar de Noordermarkt. Vanuit de
Jordaan wordt via de Westermarkt teruggekeerd
naar de Warmoesstraat. Waar in de Jordaan nog
rekening werd gehouden met de oorspronkelijk
landelijke percellering en waterlopen, regeerde
elders in deze uitleg (Heren- en Keizersgracht)
de strakke hand van de landmeters. Voor- en
achterstraten, dubbele grachtenpanden en de
architectuur van Hendrick de Keyser (Noorderen
Westerkerk, Huis met de Hoofden en
Bartolottihuis) passeren de revue. Bij deze eerste
wandeling fungeert de kaart van Balthasar
Florisz. van Berckenrode uit 1625 als uitgangspunt.
Waar mogelijk zal worden onderzocht
waar dit Amsterdam hetzelfde is gebleven en/of
gewijzigd.
De gegroeide stad
Voor de tweede stadswandeling is de kaart van
Cornelis Anthonisz uit 1544 (zie afb. Nieuwe Kerk
en omgeving) de leidraad, nu evenwel om vanuit
de huidige situatie het vroeg-zestiende-eeuwse
en middeleeuwse Amsterdam te reconstrueren -
een reconstructie die opvallend makkelijk te
maken is dankzij aanwezige hoogteverschillen,
de structuur van voor- en achterburgwallen, de
breedte en diepte van percelen, Amsterdams
oudste stenen getuigen als de Oude Kerk en de
Muiderpoort (thans Waag), de Zeedijk en Oude
Waal. Benamingen van straten en waterlopen
zullen daarbij een handzame bron blijken om
(oorspronkelijke) functies te achterhalen van dit
in meer dan een opzicht ‘warme’ Amsterdam.
Programma
De dag start met een ontvangst met koffie en
thee vanaf 10.45 uur in De Bakkerswinkel. Na
een inleiding door de begeleider en examinator
van de cursus, drs. Irmin Visser, is er gelegenheid
tot het stellen van vragen over de cursusstof.
Vervolgens vindt vanaf 11.45 uur de eerste
stadswandeling plaats door de zeventiendeeeuwse
uitleg. Vanaf 13.15 tot 14.00 uur krijgt u
een goede lunch aangeboden, waarna de tweede
stadswandeling door Amsterdams oudste
historische kern wordt ondernomen. Om uiterlijk
16.00 uur eindigt de landelijke dag.
Inschrijving
U kunt zich tot uiterlijk 20 september
aanmelden voor deelname.
– Schriftelijk:
Open Universiteit Nederland, Secretariaat
Cultuurwetenschappen, o.v.v. landelijke dag
Stedebouw, Postbus 2960, 6401 DL Heerlen.
– Per e-mail:
secretariaat.cultuurwetenschappen@ou.nl.
(vermeld in de onderwerpregel ‘landelijke dag
Stedebouw’).
Vermeld altijd uw naam, adres, postcode, woonplaats,
studentnummer, telefoonnummer én of u
staat ingeschreven voor desbetreffende cursus.
Uiterlijk een week voor de studiedag ontvangt
u een bevestiging van uw inschrijving, het
programma en informatie over de te betalen
deelnamekosten van € 20,-.

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
23
Panelleden gezocht
Praktijkgerichte managementleergang
onderwijs – Managementwetenschappen
De faculteit Managementwetenschappen
ontwikkelt op dit moment een
nieuwe, praktijkgerichte managementleergang.
Zij is op zoek naar mensen
die tijdens vier bijeenkomsten in
Heerlen feedback willen geven op de
opzet en bepaalde onderdelen van dit
nieuwe programma.
De leergang is bedoeld voor werkende volwassenen
die ontdekken dat zij behoefte hebben
aan meer vaardigheden en kennis op het vlak
van management. Het programma is opgebouwd
rond drie hoofdthema’s: managing
people, managing finance en managing the
market. Studenten doorlopen het studiemateriaal
in een afwisseling van trainingsdagen (residentials)
en webondersteunde zelfstudie, aangepast
aan hun voorkennis. Het programma duurt
ongeveer een jaar (september 2005 t/m juni/juli
2006) en heeft een belasting van ongeveer 600
uur (afhankelijk van voorkennis).
Om de leergang zo goed mogelijk af te stemmen
op de wensen en behoeften van toekomstige
studenten, is de faculteit op zoek naar enkele
potentiële deelnemers aan het programma, die
bereid zijn feedback te geven op voorstellen en
vragen van docenten. Hiertoe worden van september
tot maart vier bijeenkomsten van twee
uur georganiseerd bij de hoofdvestiging van de
Open Universiteit Nederland in Heerlen. De eerste
bijeenkomst zal plaatsvinden op donderdag
15 september van 16.00-18.00 uur in Heerlen.
Tijdens de eerste bijeenkomst zullen de ontwikkelaars
een korte presentatie geven over de
opzet van het programma en daarna bevragen
zij het ‘testpanel’ hierover.
Lijkt dit programma u interessant? En lijkt het u
boeiend om door het geven van uw mening bij
de ontwikkeling betrokken te worden? De
faculteit wil graag haar waardering tonen voor
de tijd die u wilt investeren. Zij heeft daarom
besloten dat degenen die deelnemen aan dit
testtraject gratis mogen deelnemen aan het
Programma inleiding management (werktitel)
wanneer dit in het aanbod van de faculteit
wordt opgenomen (naar verwachting per
september 2006). Bent u enthousiast geworden?
Laat u ons dan zo snel mogelijk weten dat u wilt
meedoen, dan kunnen we nadere afspraken
maken. Neem telefonisch contact op met
Max van Luik, telefoon 045-5762608 (bgg. 045-
5762465) of via e-mail: max.vanluik@ou.nl.
Verplichte bijeenkomst
scriptiestudenten
Strategie en Organisatie
Masterstudenten Strategy & Organization en
studenten Bedrijfswetenschappen, afstudeerrichting
Strategie en Organisatie, die tussen nu
en januari 2006 een start mogen maken met
hun afstudeeronderzoek, dienen vanwege de
voorbereiding met afstudeerkringen verplicht
deel te nemen aan een scriptie-oriëntatiedag.
Indien u tot deze groep behoort, moet u zich
(met opgave van studentnummer) vóór 1 oktober
via e-mail aanmelden bij:
susan.meyer@ou.nl. Bellen kan ook naar:
045-5762465. Na aanmelding ontvangen alle
deelnemers voor half oktober een bevestiging.
Wie een oriëntatiedag niet bijwoont, kan geen
begeleider krijgen voor zijn of haar scriptie en
kan derhalve niet voor de scriptie ingeschreven
worden. De tweede keer dat de faculteit deze
dag organiseert is op zaterdag 29 oktober aanstaande
in het studiecentrum Utrecht vanaf
10.30 uur. Een gratis lunch is inbegrepen.
Tijdens deze scriptiedag zijn alle hoogleraren en
docenten van de betreffende vakgroepen
Veranderingsmanagement en Strategisch HRM
aanwezig en geven zij startende scriptiestudenten
een indruk van de thema’s en onderwerpen
waarop het afstudeeronderzoek zich moet concentreren.
Bovendien worden op die dag zover
mogelijk de afstudeerkringen samengesteld. Bij
een te groot aantal aanmeldingen zullen de
ingangseisen voor de scriptie streng toepgepast
worden. In januari 2006 zal de volgende scriptieoriëntatiedag
worden georganiseerd voor
studenten die tussen 1 januari en 1 juli 2006
met hun scriptie mogen beginnen.
onderwijs – Actief Leren
Miniconferentie voor studenten
en belangstellenden
Succes- en faalfactoren van
onderwijsinnovaties
De masteropleiding Actief Leren organiseert
twee keer per jaar een miniconferentie over een
actueel thema. De komende miniconferentie gaat
in op de succes- en faalfactoren van innovatieprojecten.
Wetenschappers, vertegenwoordigers
van het onderwijswerkveld, innovatieprojectmanagers
en opdrachtgevers geven hun visies en
delen hun ervaringen over dit onderwerp en wel
op 4 november in studiecentrum Utrecht
(Vondellaan 202). De conferentie kan worden
bijgewoond door masterstudenten Actief leren
en belangstellenden.
In het onderwijs zijn mensen voortdurend bezig
met innovatie. Vaak wachten we als onderwijsmaker
of als onderwijsgever de resultaten van die
innovatie niet af. Veranderen we dan om het
(modieuze) veranderen of om te verbeteren?
Grote investeringen in tijd, menskracht en geld
leveren echter weinig ‘return on investment’,
maar leiden veeleer tot een fikse dosis innovatiemoeheid
bij staf en docenten in het veld. Het
managen van onderwijsinnovatieprojecten is dan
ook heel iets anders dan het managen van het
onderwijs zelf. Het eerste is gericht op verandering,
het tweede op stabiliteit/continuïteit.
Wat nu bepaalt of een project een succes wordt
en wat bepaalt of dat succesvolle project ook
leidt tot succesvolle implementatie? Wat zijn succes-
en faalfactoren in onderwijsinnovatie? Die
vragen aldus zijn inzet van de miniconferentie.
Bent u geïnteresseerd in de miniconferentie en
wilt u zich inschrijven, kijk dan voor een inschrijfformulier
en routebeschrijving op:
www.ou.nl/miniconferentie, of raadpleeg de
contactpersoon van de masteropleiding Actief
Leren: Marion Timmermans, telefonisch 045-
5762316 of per e-mail: actiefleren@ou.nl.
Informatie over de masteropleiding vindt u op:
www.ou.nl/actiefleren.

24 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
onderwijs – Informatica
Vernieuwde cursus
Inleiding informatica
De zoekmachine Google gebruiken velen bijna
dagelijks. Menigeen zal zich erover verbazen
dat Google zo snel zoveel verwijzingen naar
webpagina’s over de hele wereld kan geven.
Hoe wordt de gigantische hoeveelheid informatie
die daarvoor nodig is, verzameld en
opgeslagen, hoe werken programma’s die een
vraag omzetten naar een reeks verwijzingen,
waarbij de meeste relevante pagina bovenaan
staat? Hoeveel (kunstmatige) intelligentie is
daarvoor nodig? Welke ethische aspecten
zitten er aan het geven van verwijzingen?
Toont Google bijvoorbeeld alles, of is er een
filter? Aan Google is goed te zien hoe breed
het vakgebied informatica is. Om die reden
start de nieuwe cursus Inleiding informatica
met een bespreking van Google, wat leidt tot
antwoorden op vragen over wat informatica
inhoudt en wat het vakgebied informatica zoal
omvat. De cursus is dus niet enkel interessant
voor informaticastudenten.
De breedte van informatica komt terug in het
vervolg van de cursus. Uit het hele scala aan
deelgebieden is een aantal representatieve
onderwerpen gekozen. Sommige daarvan zijn
inmiddels bijna klassiek, zoals databases, logica
en besturingssystemen. Maar informatica is niet
alleen een breed vakgebied, maar ook een vakgebied
dat zich in een hoog tempo vernieuwt.
De cursus bevat dan ook diverse moderne
onderwerpen zoals objectgeoriënteerde analyse
en ontwerp, met UML als ‘diagramtaal’ en
Java als programmeertaal. Modern zijn ook
inleidingen in neurale netwerken en genetische
algoritmen, die beide gebaseerd zijn op
modellen die in de biologie worden gebruikt.
Uiteraard komt internet uitgebreid aan de orde,
met speciale aandacht voor de beveiliging
ervan. Ten slotte wordt de toekomst verkend,
waarbij ook de persoonlijke en maatschappelijke
gevolgen in kaart worden gebracht via het
onderwerp ambient intelligence: het verschijnsel
dat we in toenemende mate worden
omringd door allerlei apparaten die steeds
meer onzichtbaar worden en in de omgeving
opgaan.
Diepgang
Om de cursus aantrekkelijk te maken, is ervoor
gekozen de behandelde onderwerpen met
enige diepgang aan te bieden. Op die manier
‘proeft’ u op een realistische manier iets van
het vakgebied. Zo kunt u zelf vragen stellen aan
een gegeven database en een eenvoudige
webpagina schrijven in HTML. Verder schrijft u
zelf programma’s in Java. Daarbij is een opzet
gekozen waardoor beginners in de beperkte
tijd die daarvoor beschikbaar is, in staat zijn
direct relatief interessante toepassingen te
schrijven, Dit wordt mogelijk gemaakt door
gebruik te maken van een voor dit doel ontwikkelde
omgeving: JavaLogo. Verder worden de
gekozen onderwerpen zoveel mogelijk gekoppeld
aan problemen en toepassingen die
iedereen herkent. Internet wordt bijvoorbeeld
besproken aan de hand van de bekende
toepassingen e-mail en het world wide web.
Daarbij komen vragen aan de orde als: wat
gebeurt er precies als u een mail verstuurt,
waar bevindt zich uw mailbox en wat houdt
het beheren daarvan in; waarom wordt een
webpagina op uw beeldscherm vaak in onderdelen
opgebouwd. Dergelijke vragen dienen als
motivatie om centrale concepten als protocollen
en client-server-model te bespreken. Een
ander voorbeeld is het onderwerp beveiliging
van netwerken. Daarbij worden vragen besproken
als: wat gebeurt er precies als u op een
beveiligde website komt (u herkent dat aan de
‘s’ van https:// in het adres van de betreffende
website) en hoe veilig zijn transacties eigenlijk
die u via zo’n website uitvoert. Op een inleidende
manier wordt uitgelegd dat de beveiliging
van dergelijke transacties gebaseerd is op
recente ontwikkelingen in de wiskunde.
Doelgroep en voorkennis
De cursus Inleiding informatica is de begincursus
van de opleiding Technische informatica.
De cursus is in de eerste plaats bedoeld om
potentiële opleidingsstudenten in staat te stellen
te beoordelen of het vakgebied hen aanspreekt
en of ze de opleiding willen vervolgen.
Daarnaast is de cursus ook geschikt voor studenten
van andere opleidingen die een beeld
willen krijgen van wat het vakgebied informatica
inhoudt of hun al eerder opgedane kennis
van informatica willen actualiseren. Voorkennis
op het gebied van informatica wordt niet
verondersteld. Wel verwachten we dat u
beschikt over elementaire computervaardigheden
zoals het kunnen omgaan met Windows
en toepassingen als een webbrowser en een
e-mailprogramma. Op een beperkt aantal plaatsen
komt enige wiskunde voor; daartoe is voorkennis
op het niveau van de onderbouw van
havo-vwo voldoende. Geïnteresseerd? Neem
dan ook eens kijkje op: www.ou.nl/inlinf.
Herman Koppelman, universitair docent

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
25
Nieuwe cursus
XML en webservices
De nieuwe cursus XML en webservices van de
faculteit Informatica is uit. Al sinds dit voorjaar
voor opleidingsstudenten en vanaf nu ook voor
cursisten. XML en webservices zijn in een paar
jaar tijd belangrijke informaticaonderwerpen
geworden. De cursus heeft daarom een vooraanstaande
plaats in het curriculum gekregen
en is tevens geschikt voor mensen uit de
beroepspraktijk die via een losse cursus hun
kennis op peil willen brengen.
XML is een basistechnologie en webservices
vormen een van de vele toepassingen van XML.
Je hoort soms zeggen dat XML de opvolger is
van HTML, de bekende taal om webpagina’s te
maken. Helemaal waar is dat echter niet: XML is
niet één taal, zoals HTML, maar een hele familie
van talen. Duizenden XML-talen zijn inmiddels
ontwikkeld, waaronder gespecialiseerde uitwisselingstalen
voor elektronisch zakendoen.
Elke taal betekent een scala aan toepassingen.
De nieuwste HTML-versie (XHTML) is één van al
die XML-talen. XML is ontworpen om wereldwijde
gegevensuitwisseling tussen computersystemen
mogelijk te maken, los van specifieke
besturingssystemen en programmeertalen.
Zodoende kan men computertoepassingen, bijvoorbeeld
een moderne Java-toepassing onder
Windows of een ouderwetse mainframetoepassing,
als het ware inpakken in een ‘schil’, waarbij
die schillen onderling in XML communiceren.
En dat allemaal op basis van dezelfde onderliggende
internettechnologie waar ook het world
wide web gebruik van maakt. Laten we eens
een klein XML-voorbeeld bekijken.
Dit XML-documentje bevat gegevens over een
weerstation: het station heeft een naam en een
land. Hoe klein ook, het toont enkele fundamentele
aspecten: XML-code is leesbaar voor
mensen en bevat behalve gegevens
(‘Amundsen-scott’,‘Antarctica’) ook hun betekenissen
(‘Amundsen-scott’ is een naam en
‘Antartica’ is een land). In feite staan betekenissen
bij XML centraal en zijn deze (een groot
verschil met HTML) volledig gescheiden van
eventuele weergave. En dat is pure noodzaak
in deze tijd, waarin computerdata worden
getoond op de meest uiteenlopende media,
van pc tot internettelefoon. En vaak is weergave
niet eens aan de orde, zoals bij geautomatiseerde,
elektronische zakentransacties met
XML-communicatie.
Wat zijn webservices?
Laten we aannemen dat er een bedrijf
GlobalMeteo bestaat, dat via een wereldwijd
netwerk van weerstations een enorme database
onderhoudt met actuele weersinformatie.
Andere bedrijven zoals reisbureaus kunnen
(in de rol van aanvrager) weersinformatie in
XML-vorm betrekken van GlobalMeteo (in de
rol van ‘provider’) en deze gebruiken in hun
eigen webapplicaties voor eindgebruikers.
De internetdienst van GlobalMeteo communiceert
via een specifiek internetadres (bijvoorbeeld
http://GlobalMeteo.com:8080/wheatherinfo).
Wanneer een webtoepassing van het
reisbureau contact maakt met dat adres en er
het voorgaande XML-documentje heenstuurt,
stuurt de webservice van GlobalMeteo een
actueel XML-weerbericht terug, zoals hierna
weergegeven.
Om het niet te complex te maken, hebben we
zowel de gegevens als de betekenissen in het
Nederlands weergegeven en laten we de taalproblematiek
die eigen is aan wereldwijde
communicatie, hier buiten beschouwing.
Verder zal zo’n XML-antwoord in werkelijkheid
vaak groter en complexer zijn, met bijvoorbeeld
ook weersvooruitzichten voor de komende
week of informatie over meegestuurde
onderwijs – Informatica
webcamfoto’s. Het reisbureau gebruikt de
XML-informatie om de webpagina’s van haar
vakantiebestemmingen aan te kleden met de
actuele weerssituatie en voorspellingen. De
dienst van GlobalMeteo heet een webservice
indien nog aan bepaalde technische specificaties
is voldaan. Zo moet het XML-bericht nog
worden ‘verpakt’ in een extra ‘envelop’ met
verwerkingsinformatie (geschreven in SOAP,
wat óók een XML-taal is). Deze envelop wordt
op zijn beurt via het welbekende internetprotocol
HTTP verstuurd. In de figuur beneden is
dat verduidelijkt.
Omdat de achterliggende programma’s van
aanvrager en provider volledig worden afgeschermd,
zijn webservices erg krachtig. Ze ‘zien’
van elkaar slechts gegevens in XML-formaat.
Belangrijke webtoepassingen als Amazon en
Google maken van deze technologie gebruik,
waardoor andere internetbedrijven toepassingen
kunnen bouwen met daarin Amazon- of
Google-functies.
Samenvattend geeft de cursus een beeld van
de huidige mogelijkheden en het belang van
XML-technologie:
– XML als uitwisselingsstandaard
– wereldwijd ondubbelzinnige taal:
XML-namespaces
– hoe met XML vele talen zijn te definiëren
(DTD’s en XML Schema)
– Java-bewerkingen op XML (DOM, SAX, JDOM
en XML-binding)
– XML en databases (XQuery)
– XML en het world wide web (cascading style
sheets en XHTML)
– de XML-programmeertaal XSLT
– webservices (SOAP, WSDL en UDDI).
Naast de theorie bevat de cursus veel praktische
oefeningen met Borland’s geïntegreerde
programmeer- en XML-omgeving JBuilder.
Geïnteresserd? Kijk voor (nog) meer informatie
op: http://www.ou.nl/xml.
Leo Wiegerink, universitair docent

26 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
onderwijs – Informatica
Oefen academische competenties
in gereviseerde cursus
Methodologie van informatiesysteemontwikkeling
De gereviseerde cursus Methodologie van informatiesysteemontwikkeling,
opgenomen in de masteropleiding Technical informatics en de
bacheloropleiding Technische informatica, bedrijfskundige afstudeerrichting
is in september verschenen. De theorie wordt helderder en compacter
gepresenteerd, waardoor u deze stof in veel minder tijd beheerst.
De ruimte die zo is ontstaan, wordt nu benut voor een belangrijk praktisch
onderwerp: metamodelleren. U wordt ingewijd in de wetenschappelijke
literatuur over dit thema. Technieken uit deze cursus zijn essentieel
voor informatici die complexe praktische vraagstukken als ontwerper
willen oplossen. Tijdens het Academische informaticacompetentiestraject
in de masteropleiding kunt u deze vaardigheid verder uitbouwen
door metamodellen zelf te maken en in de praktijk toe te passen.
De eye-opener van de cursus is dat u de weg leert kennen in het doolhof
van modelleermethoden die de informatica rijk is. Metamodellen zijn
een krachtig gereedschap om eigenschappen van methoden expliciet te
maken. Hierdoor is de cursus veel praktischer geworden. Degenen die in
hun beroep met modellen werken, hebben hier direct profijt van, ongeacht
of het gaat over procesmodellen, datamodellen, requirementsmodellen,
UML-modellen of anderszins.
Het abstraheren over modelleertechnieken is een oefening in abstractie;
één van de voornaamste academische vaardigheden. In de cursus leert
u om iets wat ‘vaag’ is, namelijk een modelleermethode, tastbaar en
concreet te maken. Gevolg is dat het eenvoudiger wordt om kritisch met
modellen om te gaan. Vragen zoals ‘waarom helpt dit model mij om
vraagstuk X op te lossen?’ of ‘waarom zou ik een Petrinet gebruiken in
plaats van een state diagram? zijn niet langer ‘gevoelskwesties’, maar
objectief beantwoordbaar in de eigen praktijkomgeving.
Er wordt niet alleen geoefend met abstractie. In het tweede deel van
deze cursus lost u een onderzoeksvraagstuk op met betrekking tot de
techniek van metamodelleren, aan de hand van wetenschappelijke literatuur.
Dit is een voorbeeld van het soort vraagstukken dat u tijdens het
afstuderen of in de beroepspraktijk kunt tegenkomen.
Meer informatie over deze cursus voor opleidingsstudenten en de versie
voor cursisten is te vinden op de volgende webpagina’s:
– http://www.studieaanbod.ou.nl/T08321.htm
– http://www.studieaanbod.ou.nl/T08821.htm.
Karel Lemmen, universitair hoofddocent
FOC Informatica wil contact verbeteren
De opleidingscommissie (FOC) is een bij de wet verplichte commissie
die – gevraagd of ongevraagd – advies uitbrengt over de Onderwijs- en
examenregeling (OER) alvorens het instellingsbestuur de regeling vaststelt.
Verder beoordeelt de commissie jaarlijks de wijze van uitvoeren
van de OER. De commissie bestaat uit een aantal stafleden en studentleden.
In de commissie bespreken docenten en studenten gezamenlijk het
geboden onderwijs. Als zodanig is de commissie een onmisbaar instrument
in het proces van kwaliteitsbewaking en -bevordering, wat één van
de belangrijkste aandachtspunten is voor de eerstkomende jaren. Met
name met het oog op de komende accreditatie van de opleiding door
de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).
Tot op heden hebben wij, student-leden, vooral contact gehad met
medestudenten via TouW (studievereniging OUNL-informaticastudenten),
begeleidingsbijeenkomsten en nieuwsgroepen. Wij beseffen dat we
daarmee maar een heel klein deel bereiken van de hele studentenpopulatie
die de faculteit Informatica rijk is. We vinden communicatie met
onze achterban belangrijk om onze taak zo goed mogelijk uit te voeren.
Een eerste stap is een informatieplek op Studienet, waar de agenda en
verslagen van de FOC-vergaderingen gepubliceerd zullen worden:
http://www.extranet.ou.nl/studie-alg-wo-technische_informatica/
opleidingscie.htm.
Hebt u - bachelor- of masterstudent - een voorstel ter verbetering
van de opleiding of vragen over zaken die met de opleiding te maken
hebben? Neem dan gerust contact met ons op via e-mail:
Astrid.Nijs@UGent.be of via de secretaris henk.frederiks@ou.nl.
Maak wel kenbaar dat uw opmerkingen aan de FOC Informatica zijn
gericht.
Student-leden Astrid Nijs, Erwin Lauwerijsen, Netty Stoelinga,
Rikki Dijksman
Gewijzigde tentaminering
Communicatietechnologie
De manier van tentamineren van de cursus Communicatietechnologie
(T36121) gaat begin 2006 veranderen. Momenteel gebeurt dit nog via
een regulier schriftelijk tentamen bestaande uit 40 meerkeuzevragen
(mc). Per 1 februari 2006 wordt deze cursus via sys getentamineerd.
Het aantal vragen per tentamen blijft gelijk. De oorpronkelijk reguliere
tentamens in 2006 (25-1-2006, 10-4-2006, 29-8-2006) komen daarmee
te vervallen.

www.ou.nl/modulair 7 september 2005
27
onderwijs – Natuurwetenschappen
drs. Kees Vendrik
prof. dr. Jacqueline Cramer
NW-symposium
‘Duurzaam ondernemen’
De faculteit Natuurwetenschappen organiseert op zaterdag 12 november
2005 in studiecentrum Utrecht van 09.30-16.30 uur het jaarlijkse NWsymposium
met dit jaar als thema:‘Duurzaam ondernemen’, een hot item.
Wie niet duurzaam of maatschappelijk verantwoord onderneemt, kan
rekenen op negatieve reacties uit de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan
het onheil dat Shell over zichzelf afriep toen het - tien jaar geleden - de
Brent Spar wilde laten afzinken.
Veel grote en middelgrote bedrijven maken daarom jaarlijks een duurzaamheidsverslag.
Het thema wordt van drie kanten belicht. De volgende
sprekers zullen aanwezig zijn:
– Prof. dr. Jacqueline Cramer, o.a. hoogleraar milieumanagement
Erasmus Universiteit Rotterdam,voor de wetenschappelijke invalshoek
– Een expert van het energiebedrijf Essent, Arnhem voor de bedrijfsmatige
invalshoek
– Drs. Kees Vendrik, lid van de Tweede Kamer voor Groen Links, voor
de bestuurlijke invalshoek.
Tijdens het symposium zullen alle studenten die het afgelopen studiejaar
hun verplichtingen voor een doctoraal-, bachelor- of masterdiploma hebben
afgerond, worden gehuldigd. Wilt u deelnemen aan dit symposium,
vul dan het deelnameformulier in. Dat, en meer informatie over het NWsymposium
vindt u op de website van de faculteit Natuurwetenschappen:
http://www.ou.nl/smartsite.dws?id=14999.
Afstudeerprijzen gasindustrie 2006
De Nederlandse gasindustrie stelt zes prijzen ter beschikking voor afstudeerscripties
over gas en/of de gasindustrie. U moet zijn afgestudeerd
tussen 1 maart 2004 en 1 februari 2006. Sluitingsdatum indiening van voordrachten
door faculteiten is 1 februari 2006. Kijk voor meer informatie op:
www.hollmij.nl. Als u qua onderwerp in aanmerking denkt te komen, maak
dan uw deelname ook even kenbaar bij de afstudeercoördinator,
Pieter Geluk, pieter.geluk@ou.nl.
spelen zodra je MVO serieus wilt invoeren. Hoe zorg je dat MVO in het gehele
bedrijfsproces geïntegreerd raakt? Uitgangspunt voor het programma,
ontwikkeld op initiatief van prof. dr. Rietje van Dam van de eigen faculteit,
is het uitwisselen van kennis en ervaring, gericht op de praktijk. Tijdens het
programma zullen belangrijke voorlopers uit het bedrijfsleven op het
gebied van MVO hun verhaal met ons delen. Directeuren, ondernemers en
MVO-managers die op een strategische positie in de organisatie zitten en
op basis van eigen ervaring kunnen deelnemen. Kijk voor meer informatie
en aanmelden op: www.debaak.nl.
Virtuele campus over duurzame
ontwikkeling
De faculteit Natuurwetenschappen is een van de partners in het project
Virtual Copernicus Campus: elearning for sustainability. Doel van dit door de
EU gesubsidieerde project is het bevorderen van de virtuele mobiliteit van
studenten door middel van elearning. Naast de Open Universiteit Nederland
participeren in het project de Universität Lüneburg (Duitsland), de Karl-
Franzens-Universität te Graz (Oostenrijk), de Univerzita Karlova v Praza of
Charles University in Praag (Tsjechië) en de University of Macedonia in
Thessaloniki (Griekenland). Als onderdeel van de virtuele campus stelt onze
faculteit het European Virtual Seminar on Sustainable Development (EVS)
open voor studenten van de partnerinstellingen, terwijl NW-studenten
toegang krijgen tot de Engelstalige elearningcursussen van de partners
die onderwerpen behandelen als globalisering, Global Change, duurzame
regio’s, de interdisciplinaire benadering van duurzaamheidsvraagstukken,
enz. De cursussen van de partners kunnen als aanschuifonderwijs worden
ingebracht in de opleiding Milieu-natuurwetenschappen. Studenten die
belangstelling hebben voor het EVS (zie ook op pagina 28) of andere
cursussen binnen de Virtual Campus kunnen contact opnemen met
Ron Cörvers: ron.corvers@ou.nl/045-5762809.
Majordag over fijnstofproblematiek
Op 1 oktober 2005 vindt vanaf 10.00 uur, in studiecentrum Utrecht een
Majordag Milieu-natuurwetenschappen plaats voor studenten die hebben
gekozen voor een van de volgende majors: Milieubeleid, Natuurwetenschappen,
Gezondheid. Er zal een lezing en discussie worden gehouden
over ‘fijnstofproblematiek’. Tevens zal er aandacht worden besteed aan
cursusbegeleiding en AVM-activiteiten. Aanmelden via: info@ou.nl
(vermeld in de onderwerpregel ‘Majordag NW’).
Nieuw programma Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen
In samenwerking met het managementcentrum VNO-NCW de Baak en
MVO-Nederland biedt de faculteit Natuurwetenschappen een nieuw programma
van vijf dagdelen aan. Het programma MVO Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen is gericht op ondernemers. Dat maatschappelijk
verantwoord ondernemen belangrijk is, weten we allemaal. Maar hoe doe je
dat nu als ondernemer of manager? Belangrijke dilemma’s gaan een rol
Aanmelden voor bijzondere N-cursussen
In de bachelor-opleiding Milieu-natuurwetenschappen zijn cursussen opgenomen
waarvoor u zich vóór inschrijving moet aanmelden. Dit is het geval
als de faculteit bepaalt of een student kan worden toegelaten, of als er een
minimum aantal deelnemers is vereist, of als er bijvoorbeeld groepen worden
gevormd. Per cursus staat hierna aangegeven hoe u zich moet aanmelden.
Zie de studiegids voor cursusinformatie. Inlichtingen bij de afdeling
Service en informatie: info@ou.nl of 045-5762888.

28 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
onderwijs – Natuurwetenschappen
Milieubeleid en samenleving (N15231)
Aanmelden tot 23 september 2005 vanwege verplichte
startbijeenkomst met samenstelling
groepen op de Majordag zaterdag 1 oktober
2005 in sc Utrecht. Vermeld: 1) voor- en achternaam;
2) het e-mailadres dat u tijdens de cursus
gebruikt; 3) uw studiecentrum. Aanmelding met
als onderwerp ‘N15231 aanmelding en studentnummer’
sturen naar: info@ou.nl. De examinator
Ron Cörvers neemt contact met u op.
European Virtual Seminar on Sustainable
Development (N31211)
Aanmelden tot 1 oktober 2005 vanwege samenstelling
internationaal en multidisciplinair
samengestelde groepen. Cursusperiode oktober
2005 tot februari 2006. Aanmelding met als
onderwerp ‘N31211 aanmelding en
studentnummer’ sturen naar: info@ou.nl.
De examinator Ron Cörvers neemt contact
met u op.
Academische vaardigheden milieuwetenschappen
(N61311)
Vroegtijdig inschrijven en aanmelden vanwege
de veertien opdrachten, verspreid over een aantal
jaren. Inschrijven voor de cursus: direct na het
behalen van de propedeuse. Advies voor studenten
met vrijstellingen om met deze cursus te
beginnen. Naast formele inschrijving aanmelden
voor opdrachten bij: lily.fredrix@ou.nl óf
cobi.deblecourt-maas@ou.nl.
onderwijs – Rechtswetenschappen
Begeleiding Inleiding staatsrecht
Zoals bij vrijwel alle groepsbegeleiding van de
faculteit RW is het aantal bijeenkomsten in verband
met bezuiniging en bezinning op de begeleiding
gehalveerd (2 bijeenkomsten in plaats
van tot nu toe 4; doel is tentamen van 9 november
2005). Mede in verband hiermee wordt er in
de eerste groepsbijeenkomst voor Inleiding
staatsrecht ((R05141) van uitgegaan dat studenten
al geruime tijd vóór die bijeenkomst met de
bestudering van de cursus zijn begonnen. Verder
worden er bij deze cursus dit studiejaar twee min
of meer experimentele extra begeleidingsinstrumenten
ingezet: een digitale ‘vraagbaak’ waarin
op vaak door studenten over de cursus gestelde
vragen wordt ingegaan, en een digitale ‘speciale
discussiegroep voor tentamentraining’. Zowel de
vraagbaak als de digitale tentamentrainingsgroep
is toegankelijk via Studienet. In nieuwsberichten
op de cursussite R05141 van Studienet
wordt de belangstellende student op deze begeleidingsinstrumenten
geattendeerd en ernaar
toe geleid. Studenten die moeite hebben met de
toegang tot Studienet en/of tot de aan Studienet
verbonden discussiegroepen, kunnen via de
onderstaande internetpagina’s worden ondersteund.
– Voor studenten die in het geheel geen
toegang tot Studienet krijgen:
http://www.extranet.ou.nl/inter-studie-algindex/toegang/problemen.htm
(deze internetpagina is openbaar toegankelijk).
– Voor studenten die wel toegang tot Studienet
hebben, maar problemen ondervinden met het
krijgen van toegang tot discussiegroepen:
http://www.extranet.ou.nl/studie%2Dalg%2Dhu
lp%2Dindex/FAQ.htm.
Beide internetpagina’s bevatten een ‘knop’ waarmee
zo nodig om direct telefonisch contact kan
worden gevraagd. Let op: deze knop, met het
opschrift ‘Bel mij terug’, bevindt zich geheel
rechts op de internetpagina’s. Wellicht moet het
rechtergedeelte van de pagina alsnog zichtbaar
worden gemaakt om de knop te kunnen bereiken.
Dit zichtbaar maken is mogelijk met de
‘sleepbalk’ onderaan het venster.
onderwijs – Psychologie
Studenten gezocht voor Facultaire opleidingscommissie
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek (WHW) bevat een bepaling dat
het College van bestuur voor elke opleiding een
opleidingscommissie moet instellen. De taken
van zo’n facultaire opleidingscommissie (FOC)
zijn: advies geven over de onderwijs- en examenregeling
(OER), jaarlijkse beoordeling van de uitvoering
van die regeling en verder gevraagd en
ongevraagd advies geven over het onderwijs.
De FOC van de faculteit Psychologie is samengesteld
uit een voorzitter, drie student-leden, drie
stafleden en plaatsvervangers. Zij komt drie tot
vier maal per jaar bijeen, meestal in Utrecht. De
onderwijscoördinator is aan de commissie toegevoegd
als ambtelijk secretaris. De decaan maakt
per definitie geen deel uit van de FOC.
Studenten psychologie die willen meedenken
over hun opleiding worden opgeroepen zich kandidaat
te stellen. Er is ruimte voor drie nieuwe
student-leden. Omdat de faculteit ernaar streeft
dat de leden alle studiefasen vertegenwoordigen,
stelt zij wel als eis dat studenten tien (of meer)
modulen hebben afgerond en tenminste het
bachelordiploma willen halen.
Aanmelden kan door een e-mail te sturen naar:
marjan.specker@ou.nl met als onderwerp ‘kandidaat
FOC’. In uw e-mail geeft u uw motivatie aan
en uw bereikbaarheidsgegevens. Na de eerste
selectie volgt een gesprek met een afvaardiging
van de commissie, bestaande uit de voorzitter, de
secretaris en een student-lid. Mochten er meer
kandidaten zijn dan het aantal ‘vacatures’ dan
wordt door loting bepaald wie zitting neemt.
Student-leden krijgen voor elke vergadering hun
reiskosten vergoed op basis van openbaar vervoer
tweede klas.

29 www.ou.nl/modulair 26 april 2005
www.ou.nl/modulair 7 september 2005
COLOFON
29 29
tentameninfo
studiebegeleiding
Modulair verschijnt in een oplage van 30.000
exemplaren en wordt uitgegeven door de afdeling
Voorlichting, Service en Informatie van de Open
Universiteit Nederland ISSN 0920-2560. Studenten
en alumni krijgen het blad toegestuurd. Voor personeel
wordt het verspreid via de secretariaten.
Raadpleeg altijd deze rubriek!
In de planning en organisatie van begeleidingsbijeenkomsten
kunnen op een later tijdstip altijd veranderingen of aanvullingen
optreden. Ook kan de standaardbegeleider van een
cursus wijzigen of de bereikbaarheid van een studiebegeleider.
Waar mogelijk zal de studiebegeleider of het studiecentrum
u hiervan op de hoogte stellen. Wijzigingen of
aanvullingen op de begeleidingsinformatie in het Rooster
bijeenkomsten groepsbegeleiding en de studiegids worden
in deze rubriek gepubliceerd en één keer herhaald. Mocht u
desondanks een bericht gemist hebben, raadpleeg dan
dezelfde rubriek ‘Studiebegeleiding’ op e-Modulair
(www.ou.nl/modulair) alwaar alle berichten afhankelijk van
de actualiteit blijven staan tot aan de verschijning van een
nieuwe versie van genoemde media. Berichten die nieuw zijn
ten opzichte van de vorige Modulair staan in rood.
Cultuurwetenschappen
Bereikbaarheid
Dhr. drs. W. Steffelaar: di (in sc Amsterdam) en do
(in sc Alkmaar) 14.00-16.00 uur.
Managementwetenschappen
Bereikbaarheid
Dhr. prof. dr. H. Aardema is bereikbaar via e-mail:
harrie.aardema@ou.nl.
Natuurwetenschappen
Bereikbaarheid
Mw. dr. I Holtkamp: ma en wo 14.00-17.00 uur in sc Den Haag.
Psychologie
Begeleiding
– S05251 Onderzoekspracticum inleiding psychologisch
experiment, in sc Den Haag. De bijeenkomsten worden
gehouden op ma en wo 19.00-21.00 uur: ma 13-2, ma 13-3,
wo 19-4.
– S11121 Inleiding in de arbeids- en organisatiepsychologie
Standaardbegeleider is dhr. dr. A. Brouwers.
– S70311 Patiëntenvoorlichting en chronische ziekten
Standaardbegeleider is mw. dr. C. Bolman.
Bereikbaarheid
Mw. drs. I. Stevelmans: ma, di en do tijdens kantooruren
in Heerlen, telefoon 045-5762349; e-mail:
inez.stevelmans@ou.nl.
Rechtswetenschappen
Begeleiding
– R01152 Basiscursus recht
sc Alkmaar, standaardbegeleider is mw. mr. T. Zwalve.
– R01271 Overeenkomstenrecht
Studiecentra Eindhoven en Parkstad Limburg
Standaardbegeleider is dhr. mr. J. Ebbinga.
– R02132 Inleiding privaatrecht
Studiecentrum Parkstad Limburg
Standaardbegeleider is mw. dr. mr. A. Ernes.
– R10171 Inleiding strafrecht
Provinciaal steunpunt Friesland
Standaardbegeleider is dhr. mr. B. Schurink.
– R16241 Constitutioneel recht
• Studiecentra Breda, Eindhoven, Nijmegen, Rotterdam en
Utrecht, standaardbegeleider is mw. mr. C. Delnooz.
• Provinciaal steunpunt Zeeland, standaardbegeleider is
mw. mr. C. Delnooz.
• Studiecentrum Parkstad Limburg, standaardbegeleider is
dhr. mr. M. van Oosterzee.
– R28221 Rechtsfilosofie
Standaardbegeleider is dhr. prof. dr. mr. B. Sloot.
– R68312 Keuzevak staats- en bestuursrecht 2
Standaardbegeleider voor de optie Capita selecta
Ruimtelijke ordening is dhr. dr. mr. J. Teunissen.
Bereikbaarheid
Mw. mr. H. Feth: di 15.00-16.00 uur, telefoon 020-4823524.
Redactieraad
Modulair en e-Modulair worden redactioneel
bewaakt binnen de uitgangspunten zoals
geformuleerd door de Redactieraad Modulair.
Leden: voorzitter Koos Baas, ing. (Informatica);
drs. Nanda Boers (Psychologie); drs. Max van Luik
(Managementwetenschappen); ir. Angelique Lansu
(Natuurwetenschappen); drs. John Dohmen
(Rechtswetenschappen); drs. Dick Disselkoen
(Cultuurwetenschappen); Natasja Peet (Marketing
en communicatie); drs. Maaike Hendriks (OTEC);
drs. Nelleke Eelman (studiecentra/steunpunten);
Bernadette Kop (Ondernemingsraad/Studentenraad);
Frans Bogaert (Voorlichting, service en informatie)
Redactieadres
Valkenburgerweg 177
Postbus 2960, 6401 DL Heerlen
telefoon: 045-5762670
fax: 045-5762766
e-mail: modulair.redactie@ou.nl,
internet: www.ou.nl/modulair
Hoofd- en eindredactie
Frans Bogaert
Bureauredactie
Nicolle Delnoy, Romy Ewoldt
Redactiesecretariaat
Nicolle Delnoy
Teksten
Marijke te Hennepe, Fred Meeuwsen, Chester
Bogaardt, Frans Bogaert, Paul Troost, Maddy
Rothkranz, Herman Koppelman, Leo Wiegerink,
Karel Lemmen, Lisette Meijrink, Suzanne Geurts,
Roger Hochstenbach, Rob Rikers
Basisontwerp
Judith Schlechtriem
Grafische vormgeving
Vivian Rompelberg
Fotografie
Peter Strelitski (cover), Chris Peeters, Reina de
Vries, Leon Smeets, The Image House
Druk
OBT bv, Den Haag
Papier
Terrapress mat 80gr
GEBOEID DOOR TAAL?
In werk én studie speelt taal vaak
onvermijdelijk een cruciale rol.
Onderhoud daarom uw taalvaardigheid
en taalgevoeligheid en lees het tijdschrift
Onze Taal. Boeiende artikelen, nuttige
adviezen en leerzame
taalkronkels, elke maand
weer. Voor € 22,- bent u
een jaar lang abonnee
(10 nummers).
AANBOD
2 nummers
GRATIS
Zie ook www.onzetaal.nl of bel 070 - 356 12 20
✂
MO
Ja, ik abonneer me op Onze
Taal en krijg 2 nummers gratis.
naam
adres
postcode/plaats
Stuur de bon (zonder postzegel) naar
Genootschap Onze Taal,
Antwoordnummer 18496,
2501 WK Den Haag
Opfriscursussen wiskunde
Dit najaar wordt in het studiecentrum
Zwolle wederom een
cyclus Opfriscursussen wiskunde
georganiseerd, op acht dinsdagavonden:
18-10, 1/11, 15/11, 29/11,
13/12, 10/1, 24/1 en 7/2. Elke bijeenkomst
duurt van 19.00 tot 21.30
uur. Tarief: € 120,- (exclusief boek,
circa €50,-). Aanmelden tot 15
september. Vraag inschrijfformulier
aan bij sc Zwolle (038-4658333).
Advertenties
Jetvertising
Laan van Zuidhoorn 37
2289 DC Rijswijk
telefoon: 070-3990000
fax: 070-3902488
e-mail: rob@jetvertising.nl
Algemene inlichtingen
Service en informatie
telefoon: 045-5762888
dagelijks van 09.00-16.30 uur
e-mail: info@ou.nl

30 www.ou.nl/modulair 7 september 2005
tentameninfo
In deze rubriek staan wijzigingen van tentamendata,
tentamenvorm en toegestane hulpmiddelen.
Deze wijzigingen kunnen het gevolg zijn van nieuwe cursussen,
uit roulatie genomen cursussen of cursussen die in/uit
sys zijn gegaan. De aanvullingen en wijzigingen borduren
voort op cursus- en/of tentameninformatie die is opgenomen
in de studiegids en/of de cursussite. De nieuwe informatie
wordt telkens één keer herhaald, dus noteer belangrijke
wijzigingen in uw agenda! Sys-tentamens worden altijd in
het studiecentrum afgenomen. Een aanmelding voor een
sys-tentamen kunt u sturen naar het studiecentrum waar u dit
sys-tentamen wilt afleggen.
Alleen studenten die in het buitenland een sys-tentamen
maken of studenten die behoren tot speciale categorieën
(handicap of detentie) kunnen hun sys-aanmelding sturen
naar de afdeling Tentaminering en certificering in Heerlen.
Hetzelfde geldt voor sys-inzages. Ook de verzoeken tot inzage
moeten worden gezonden naar het studiecentrum waar de
student inzage wil plegen. Deze verzoeken moeten binnen
twee weken na de datum van de voorlopige tentamenuitslag
bij het studiecentrum zijn ontvangen. Verzoeken die na afloop
van deze termijn worden ontvangen, worden niet meer
behandeld. De daadwerkelijke inzage vindt daarna plaats.
Actuele wijzigingen met betrekking tot cursussen worden
tevens vermeld op de cursussite van Studienet. Raadpleegt u
deze site bij twijfel! Heeft u toch nog vragen dan kunt u contact
opnemen met Service en informatie.
Aanmeldtermijnen Reguliere tentamens en
sluitingsdata
De aanmeldtermijnen voor reguliere tentamens zijn langer
dan voor sys-tentamens. U vindt deze op de website studieaanbod.ou.nl/tentamens.htm.
Sluitingsdata van de tentamenperiode:
- 7-11 t/m 9-11-2005, sluitingsdatum 12-10-2005,
- 23-1 t/m 25-1-2006, sluitingsdatum 21-12-2005. Let op: de
sluitingsdatum is 1 week vervroegd i.v.m. de kerstvakantie!
- 10-4 t/m 12-4-2006, sluitingsdatum 15-3-2006,
- 26-6 t/m 28-6-2006, sluitingsdatum 31-5-2006,
- 28-8 t/m 30-8-2006, sluitingsdatum 2-8-2006.
Aantal tentamendagen/-avonden in studiejaar 2005-2006
ongewijzigd
De Commissie voor de examens is in het tentamenrooster van
het nieuwe studiejaar 2005-2006 wederom uitgegaan van
drie tentamenavonden per tentamenronde en heeft besloten
om het aantal van drie tentamenavonden te handhaven. Bij
dit besluit hebben de volgende overwegingen o.a. een rol
gespeeld:
1. Het terugbrengen van het aantal openingsuren van de
studiecentra.
2. Het aantal reguliere tentamens per tentamenavond was bij
vijf tentamenavonden laag. Naar verwachting zal het aantal
regulier schriftelijke tentamens nog verder afnemen door het
beperken van het aantal cursussen en door het feit dat steeds
meer cursussen via sys dan wel met een opdracht afgenomen
worden.
3. Er zijn formeel bij de Commissie voor de examens resp.
Service en informatie tot op heden weinig klachten binnengekomen.
Gebleken is dat deze klachten pas tot problemen
leiden als een student voor twee cursussen twee keer zakt.
4. Ook is naar voren gekomen dat de problemen zich voordoen
bij die faculteiten, waar relatief weinig tentamens via sys
getentamineerd worden.
5. De Commissie voor de examens hanteert een hardheidsclausule
voor die studenten die gehinderd worden in hun
studievoortgang door het hanteren van drie tentamenavonden.
Hier wordt per geval nagegaan of er een en zo ja welke
oplossing mogelijk is. Het gaat dan om klachten van studenten
die aantoonbaar in de problemen komen door de teruggang
naar drie tentamenavonden en die dus niet te wijten
zijn aan de eigen planning.
Afgesproken is dat deze klachten via Service en informatie
lopen. Daar wordt eerst nagegaan welke andere mogelijkheden
de student kan benutten.
Uitzondering op besluit inzake zakrekenmachines
Alle typen zakrekenmachines zijn op tentamens toegestaan.
Dit betekent dat het onderscheid in programmeerbare en
niet-programmeerbare zakrekenmachines is vervallen.
Inmiddels is gebleken dat bij een aantal cursussen de tentaminering
nog niet aan dit besluit is aangepast. Daarom is
besloten om voor de volgende cursussen een uitzondering te
maken en uitsluitend geen programmeerbare zakrekenmachine
toe te staan totdat de tentamens zijn aangepast en dit in
Modulair of anderszins medegedeeld is. Omdat het merendeel
van de studenten wellicht reeds beschikt over een nietprogrammeerbare
zakrekenmachine (in de cursus geadviseerd)
verwacht de Commissie voor de examens op dit punt
geen problemen.
De uitzondering geldt voor de cursussen:
E08121 Wiskunde in (het) bedrijf 1
E12221 Wiskunde in (het) bedrijf 2
T07121 Discrete wiskunde A
T08121 Continue wiskunde 1
T33121 Discrete wiskunde B.
Tentamendata uitlopende cursussen
Met klem adviseren wij studenten kennis te nemen van de
nadere informatie omtrent cursussen die uit het onderwijsaanbod
zijn genomen (dan wel gereviseerd) en waarvan de
laatste tentamenmogelijkheid plaatsvindt in het academisch
jaar 2005-2006. Deze vindt u achterin de studiegids onder het
hoofdstuk Tentamendata uitlopende cursussen en niet in
Modulair. Alleen aanvullingen hierop worden vermeld in de
rubriek van de Commissie voor de examens in Modulair.
Deze informatie vindt u ook op Studienet.
Cultuurwetenschappen
C44121 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, deel 1
Sinds 1 november 2004 in sys. Dit betekent dat u zich sinds
1 november kunt aanmelden voor een sys-tentamen.
C45121 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, deel 2
In tegenstelling tot eerdere meldingen wordt deze cursus ook
in het academisch jaar 2005-2006 getentamineerd.
C44112 Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
In de studiegids 2005-2006 zijn onjuiste tentamendata gepubliceerd
voor deze cursus. Op pagina 33 staat genoemd dat
de data 18 november 2005, 24 januari, 11 april, 27 juni en
28 augustus 2006 zijn. Dat is niet juist. De juiste data zijn:
8 november 2005 en 29 augustus 2006. De overige data zijn
correct.
Managementwetenschappen
B22321 Kwaliteitsmanagement
Sinds 1 juni 2005 in sys.
E34112 Economie voor niet-economen
Er is een extra tentamen gepland op 23 januari 2006.
Natuurwetenschappen
N06211 Fysiologie, adaptatie en milieu
Sinds 1 augustus 2005 is het tentamen een open-boektentamen.
Met andere woorden m.i.v. die datum mag u tijdens het
tentamen naast een zakrekenmachine gebruikmaken van
willekeurig welk cursusmateriaal van de Open Universiteit
Nederland (desgewenst voorzien van aantekeningen en
opmerkingen), en dat men ander dan OUNL-materiaal mag
meenemen zoals losse aantekeningen en samenvattingen.
U moet er rekening mee houden dat de antwoorden op de
tentamenvragen in overeenstemming moeten zijn met de
inhoud van de OUNL-cursus die getentamineerd wordt.
N13311 Modern biotechnology in food production
De laatste tentamenmogelijkheid voor deze cursus stond
gepland voor 8 november 2005. Deze mogelijkheid is komen
te vervallen. Het tentamen wordt per direct mondeling afgenomen.
U maakt hiertoe zelf een afspraak met de examinator
van de cursus. De laatste mogelijkheid om het mondeling
tentamen af te leggen is donderdag 15 december 2005.
Psychologie
S13111 Onderzoekspracticum kwantitatieve data-analyse
Sinds juni 2005 is het tentamen een open-boektentamen. Met
andere woorden m.i.v. van het tentamen van 27 juni 2005
mag u tijdens het tentamen naast een zakrekenmachine en
de SPSS-uitdraai gebruikmaken van willekeurig welk cursusmateriaal
van de Open Universiteit Nederland (desgewenst
voorzien van aantekeningen en opmerkingen), en dat men
ander dan OUNL-materiaal mag meenemen zoals losse aantekeningen
en samenvattingen. U moet er rekening mee houden
dat de antwoorden op de tentamenvragen in overeenstemming
moeten zijn met de inhoud van de OUNL-cursus
die getentamineerd wordt.

www.ou.nl/modulair 7 september 26 april 2005
31
COLOFON
studiebegeleiding
Sys-tentamentijden studiecentra
Sys-tentamentijden studiecentra
Nederland
Studiecentrum Alkmaar
telefoon alg.: 072-5155114
di 18.00-21.00 uur, wo 14.00-17.00 uur,
do 18.00-21.00 uur, za 09.30-12.30 uur.
Studiecentrum Amsterdam
telefoon alg.: 020-5788411, telefoon sys:
020-5788429, ma 18.30-21.30 uur,
di 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
do 18.30-21.30 uur (even weken),
vr 10.30-13.30 uur, za 10.00-13.0 0 uur.
Studiecentrum Breda
telefoon alg.: 076-5711608, ma 18.00-21.00
uur, do 13.30-16.30/18.00-21.00 uur,
za 10.00-13.00 uur (oneven weken).
Studiecentrum Den Haag
telefoon: 070-3614701, ma 17.30-20.30 uur,
di 14.30-17.30 uur, wo 17.30-20.30 uur,
do 14.30-17.30, za 09.30-12.30 uur.
Provinciaal steunpunt Drenthe
telefoon: 0591-853265, di 14.00-17.00/
18.00-21.00 uur, wo 14.00-17.00/
18.00-21.00 uur, do 09.30-12.30 uur,
vr 09.30-12.30 uur.
Studiecentrum Eindhoven
telefoon: 040-2472901, di 13.30-16.30 uur,
do 18.15-21.15 uur, za 09.15-12.15 uur. Let
op: in tegenstelling tot eerdere berichten
blijft de sys-sessie op donderdagavond
gehandhaafd.
Studiecentrum Enschede
telefoon: 053-4871680, do 18.30-21.30 uur,
vr 09.30-12.30.
Provinciaal steunpunt Friesland
telefoon: 058-2159019, wo 18.00-21.00 uur,
do 14.00-17.00/18.00-21.00 uur, za 09.30-
12.30 uur.
Studiecentrum Groningen
telefoon: 050-3138300, di 18.30-21.30 uur,
do 14.30-17.30 uur, za 10.30-13.30 uur.
Studiecentrum Nijmegen
telefoon: 024-3612000, di 18.30-21.30 uur,
wo 18.30-21.30 uur, do 18.30-21.30 uur,
vr 09.30-12.30 uur.
Studiecentrum Parkstad Limburg Nederland Vervolg Afgestudeerden Studiecentrum Enschede p32 dhr. W.F.L. Studiecentrum van Leeuwen Zwolle (mr.), Warmond,
telefoon: 045-5762100, di 13.30-16.30/
telefoon: 053-4871680
Scriptie:
telefoon
De afgeleide
alg.: 038-4658333
ministeriële verantwoordelijkheid
voor leden van het
mw. C.J.G. Dehing-Oberije (drs.), Brunssum,
18.30-21.30 uur, wo 13.30-16.30/ Studiecentrum Alkmaar
Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
do 18.30-21.30 uur,
Koninklijk
telefoon
Huis
sys:
of hoe
038-4654635
elke regeling weer
18.30-21.30 uur, vr 09.30-12.30 uur. telefoon alg.: 072-5155114 Waarom geven Mensen vr 09.30-12.30. geen Bloed? Een een nieuw wo 14.00-17.00/19.00-22.00 grijs gebied creëert. uur,
di 18.00-21.00 uur,
Onderzoek naar de Determinanten van
za 10.00-13.00 uur.
Bloeddonatie.
dhr. D. Polak (mr.), Zevenbergen,
Studiecentrum Rotterdam wo 14.00-17.00 uur,
Provinciaal steunpunt Friesland
Scriptie: Vereenvoudigde afwikkeling van
telefoon: 010-2771480, ma 18.00-21.00 do 18.00-21.00 uur, uur, mw. A.M.H. van Droffelaar-Morsch telefoon: 058-2159019 (drs.), faillissementen Vlaanderen onnodig ingewikkeld!
di 18.00-21.00 uur, wo 14.00-17.00 za uur, 9.30-12.30 uur.
Arnhem, Empirisch
wo
afstudeeronderzoek/
18.00-21.00 uur,
scriptie: Onderzoek naar de Bijdrage van dhr. P.R. van der Smitte (mr.), Belfeld,
do 14.00-17.00 uur, za 09.00-12.00 uur
Werkkenmerken,
do
Emotieregulatie
14.00-17.00/18.00-21.00
en Thuiskenmerken
uur,
Scriptie:
Studiecentrum
Valt de civiele
Antwerpen
vordering van de
(oneven weken).
Studiecentrum Utrecht
aan za de 09.30-12.30 Predictie van uur. Burnout
Studiecentrum Amsterdam
telefoon alg.: 020-5788411
bij Verpleegkundigen.
telefoon sys: 020-5788429
dhr. C.A. Lockefeer
Studiecentrum
(drs.), Middelburg,
Groningen
ontvanger telefoon: onder 032-204771 de materiële werkingssfeer
van
di 13.00-16.00
de EEX-Vo?
uur,
dhr. M.J.
wo
Vernooij
09.30-12.30
(mr.),
uur,
Alkmaar,
telefoon: 030-2511827, ma 14.00-17.00/ ma 18.30-21.30 uur, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
telefoon: 050-3138300 Scriptie: do To 18.00-21.00 be, or not uur. to be. Historiografie
18.30-21.30 uur, di 14.00-17.00 uur, di 14.00-17.00/18.30-21.30
Rugklachten
uur,
en
di
Passieve
18.30-21.30
Vormen
uur,
van
van artikel 14 UVRM.
Coping in Relatie tot Emotionele Uitputting
do 14.00-17.00/18.30-21.30 uur, do 18.30-21.30 uur (even weken),
bij Patiëntgebonden
do 14.30-17.30
Personeel
uur,
in een Vrij wo
Studiecentrum Brussel
vr 09.30-12.30 uur.
vr 10.30-13.30 uur, Organisatie voor za Geestelijke 10.30-13.30 Gezondheidszorg.
uur.
telefoon 026-292439
mw. O.J.M.
za 10.00-13.0 0 uur.
do 13.00-16.00
Creusen (drs.),
uur.
Berg en Terblijt,
vrije wetenschappelijke opleiding
Provinciaal steunpunt Zeeland
mw. L. Vansteenkiste
Studiecentrum
(drs.), Brugge,
Nijmegen
Personeelsmanagement, Empirisch afstudeeronderzoek/Scriptie:
telefoon: 0118-489714, vr 09.00-12.00 Studiecentrum uur. Breda Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
telefoon: 024-3612000
Studiecentrum Diepenbeek De gemeentelijke
telefoon alg.: 076-5711608
De Dynamiek van
di
Familiegeheimen
18.30-21.30 uur,
en personeelsfunctionaris
telefoon: 011-268162
uit ‘de mottenballen’.
Een onderzoek naar Human Resource
de Impact op de Ervaren Fysische en
Studiecentrum Zwolle
telefoon sys: 076-5715288
Psychische Gezondheid
wo 18.30-21.30
van de Geheimdrager.
uur,
rollen
wo
binnen
13.30-16.30
organisaties
uur,
van Nederland-
telefoon alg.: 038-4658333, wo 14.00- ma 18.00-21.00 uur,
do 18.30-21.30 uur,
se gemeenten. za 9.30-12.30 uur.
17.00/19.00-22.00 uur, za 10.00-13.00 do 13.30-16.30/18.00-21.00 uur.
uur vr 09.30-12.30 uur.
Geen sys-tentamens op za 26-3
dhr. C.P. van Wilgen (drs.), Groningen,
mw. J.M. Jeursen (drs.),‘s Hertogenbosch,
Let op: sinds 8 juli gevestigd op een za 10.00-13.00 uur (oneven
Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie: vrije wetenschappelijke
en za 7-5-2005.
opleiding
andere locatie.
weken).
Cognities en emoties Studiecentrum van hulpverleners Parkstad Limburg bij Personeelsmanagement, Empirisch afstudeeronderzoek/Scriptie:
lastige somatiserende
telefoon:
patiënten.
045-5762100
Studiecentrum Gent
Leiderschaps-ontwikkeling
bij Weir Netherlands b.v. Een
Vlaanderen
Studiecentrum Den Haag Rechtswetenschappen
di 13.30-16.30/18.30-21.30 uur,
onderzoek
telefoon:
naar
09-2648564
de relatie tussen leiderschap,
Studiecentrum Antwerpen telefoon: 070-3614701
ma leiderschapsontwikkeling, 18.00-21.00 uur, strategie
wo 13.30-16.30/18.30-21.30 uur
telefoon: 032-204771, di 13.00-16.00 ma uur, 17.30-20.30 uur,
Wo-bacheloropleiding
vr 09.30-12.30
Nederlands
uur.
Recht en bedrijfscultuur
wo 13.30-16.30
en
uur,
hoe Weir haar ontwikkelprogramma
voor leiderschap kan
wo 09.30-12.30 uur, do 18.00-21.00 di uur. 14.30-17.30 uur,
mw. H. Blekkenhorst (LLB), Zwolle
verbeteren.
vr 09.30-12.30 uur
wo 17.30-20.30 uur,
Studiecentrum Rotterdam
Geen sys-tentamens op vrij 18-3
Studiecentrum Brussel
do 14.30-17.30 uur,
dhr. W. Pelt (LLB),
telefoon:
Rijswijk
010-2771480.
dhr. A.C.J.
en ma
Oomen
28-3 en
(drs.),
vrij
Twello,
6-5-2005.
vrije wetenschappelijke opleiding
telefoon 026-292439, do 13.00-16.00 za 09.30-12.30 uur. uur.
dhr. M. Petsch (LLB),
ma 18.00-21.00
Rosmalen
uur,
Personeelsmanagement, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
di 18.00-21.00 uur,
Studiecentrum Kortrijk Competenties van
Studiecentrum Diepenbeek Provinciaal steunpunt
mw.
Drenthe
V.V. Tsjebanova
wo 14.00-17.00
(BA), Haelen
uur,
medisch
telefoon:
specialisten
056-246139
bij onderlinge
samenwerking. Een onderzoek naar huidig
telefoon: 011-268162, wo 13.30-16.30 telefoon: uur, 0591-853265
dhr. P.G. Wouters,
do
(BA),
14.00-17.00
Oostkapelle
uur,
en gewenst
di 18.15-21.15
gedrag en
uur.
inzet van competentiemanagement
za 09.30-12.30 uur. Beperkte sys-tentaminering
di 14.00-17.00 /18.00-21.00 uur, za 09.00-12.00 uur (oneven
in het Ziekenhuis.
in de maand september: wo 14.00-17.00/18.00-21.00
Wo-opleiding
uur,
Nederlands
weken).
recht
Studiecentrum Leuven
dhr. C. Pronk (drs.), Den Haag, vrije
woe 13.30 uur en vrij 9.30 uur. do 14.00-17.00 /18.00-21.00
dhr. H.V.
uur,
Hooplot (mr.), Vlaardingen,
wetenschappelijke
telefoon: 016-327737
opleiding
vr 09.30-12.30 uur. Scriptie: Opnemen Studiecentrum van milieukwaliteitsnormen
Utrecht Personeelsmanagement, do 18.00-21.00 uur. Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
in bestemmingsplannen:
Invloed van vroe-
Studiecentrum Gent
telefoon: 030-2511827
Biedt het
ontwerp van de nWro daartoe inderdaad ge communicatie op de beleving van
telefoon: 09-2648564, ma 18.00-21.00 Studiecentrum uur, Eindhoven
méér mogelijkheden
ma 14.00-17.00/18.30-21.30
dan de (huidige)
uur,
Medewerkers
In alle studiecentra
in een proces
géén
van
wo 13.30-16.30 uur, vr 09.30-12.30 telefoon: uur. 040-2472901WRO?
di 14.00-17.00 uur,
Strategieverandering.
sys-tentamens tijdens feestdagen.
Geen sys-tentamen op ma 31 oktober, di 13.30-16.30 uur,
do 14.00-17.00/18.30-21.30 uur,
dhr. M. de Jong (mr.), Akranes, IJsland,
mw. W.L.M. Steegh (drs.), Breda,
wo 2 en vr 11 november. do 18.15-21.15 uur,
Scriptie: Schuld Tijd
vr 9.30-12.30
en Hart. Een
uur.
rechtsfilosofisch
vrije wetenschappelijke opleiding
za 09.15-12.15 uur.
onderzoek naar de toepasbaarheid Personeelsmanagement, Empirisch afstu-
Studiecentrum Kortrijk
van H.L.A. Hart’s
Provinciaal
methode van
steunpunt
analyseren
Zeeland
deeronderzoek/Scriptie: Onderzoek naar
op abstracte begrippen.
de Essentiële Competenties van de
telefoon: 056-246139, di 18.15-21.15 uur.
telefoon: 0118-489714
Manager van een Shared Services Center.
vr 09.00-12.00 uur.
Studiecentrum Leuven
telefoon: 016-327737, do 18.00-21.00 uur.

www.ou.nl/modulair 26 april 2005
32
afgestudeerden
Cultuurwetenschappen
Wo-opleiding Algemene
cultuurwetenschappen
dhr. C.M.W. van Hooff (drs.)
Sliedrecht, Scriptie: De buitenafwerkers
en hun gezinnen. De
afwezigheid van de kostwinner en
de invloed daarvan op het gezinsleven
in Sliedrecht 1900-1950.
mw. D. Lootsma (drs.) Almere,
Scriptie: Homo Ludens. Een
casestudy uit de vrijetijdswetenschappen.
mw. C.M. Mulder (drs.) Hengelo,
Scriptie: Geschokt en verbijsterd,
geamuseerd en ontroerd. Een vergelijkend
receptieonderzoek naar
de roman Turks fruit, geschreven
door jan Wolkers (1969) en de op
deze roman gebaseerde film Turks
fruit, geregisseerd door Paul
Verhoeven (1973).
mw. M.G.G. Veldhuijzen (drs.)
Krimpen aan den IJssel, Scriptie:
Licht en Lucht en Zonneschijn zijn
het beste medicijn. Kindervakantiekolonies
in het perspectief van de
verzorgingsstaat 1945-1970.
mw. drs. P. Verhoeven-Struijk (drs.)
Herkenbosch, Scriptie: De rol van
De Bazuin bij de culturele modernisering
van katholiek Nederland.
Informatica
Wo bacheloropleiding Technische
informatica
dhr. K. Hulsbosch (BSc), Eindhoven,
technische afstudeerrichting
mw. R.J.H.L. Janssen (BSc),
Maastricht, technische afstudeerrichting
dhr. J.H.P. Kwisthout (BSc), Breda,
technische afstudeerrichting)
mw. E.M. van der Meulen (BSc),
Oenkerk, technische afstudeerrichting
dhr. N.G. Tielkes, Delden (BSc),
bedrijfskundige afstudeerrichting
Wo masteropleiding Technical
informatics
dhr. B.M.F. de Winter (MSc), Bevel,
België. Afstudeeropdracht: Reuse
of thesauri by means of Semantic
Web technology.
Managementwetenschappen
Wo-masteropleiding Strategy and
Organization
dhr. D.M. Koppes (MSc), Heiloo,
Afstudeeropdracht: Oversturing.
Niet minder, maar anders. Nieuwe
vormen van sturing voor de
beleidsorganisatie binnen de overheid.
dhr. A. Tange (MSc), Yerseke,
Afstudeeropdracht: Beïnvloeding
veranderingsbereidheid medewerkers
door management.
dhr. R.J.F. ter Beek (MSc),
Rotterdam,
Afstudeeropdracht: Teams leiden
naar Teamprestatie. Een onderzoek
naar de invloed van leiderschap en
communicatie op team performance
bij de Koninklijke Luchtmacht.
Wo-masteropleiding Supply Chain
Management
dhr. A. van Ammelrooij (MSc),
Tilburg, Afstudeeropdracht: Klantgerichte
logistiek ‘Van samenwerking
tot performance’
dhr. M.J.K. van Vliet (MSc), Almere,
Afstudeeropdracht: De opbrengst
van Klantenloyaliteit: Een Onderzoek
in de Grafische Branche.
Wo-opleiding Bedrijfswetenschappen
mw. A.E. van Beek, Erp, marketing
en logistiek (drs.)
Afstudeeropdracht: Dienstkwaliteit
en loyaliteit in de grootzakelijke
bancaire sector.
dhr. K. Bos, Sittard, marketing en
logistiek (drs.) Afstudeeropdracht:
Supply Chain Management for
Business Service Firms Validation
of a Research Framework.
Op 21 juni werd in studiecentrum
Zwolle aan vijf studenten de
drs.-bul uitgereikt, respectievelijk
psychologie (4) en Management en
informatietechnologie (MIT). Op de
foto staat mevrouw Guusta Zuurbier
– nu drs. in de Gezondheidspsychologie
– met haar kinderen.
Op de website van studiecentrum
Zwolle staat een uitgebreide fotoreportage
met alle afgestudeerden:
http://www.ou.nl/info-alg-sczwolle/agenda.htm.
dhr. J.P. Drion, Zaandam, strategie
en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht:
Informatievoorziening
bij de nautische sector van het
Gemeentelijk Havenbedrijf
Amsterdam. Onderzoek naar
knelpunten in de informatievoorziening
binnen het GHA.
mw. J.M. Heynens, Rijswijk, strategie
en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht:
Nooit geschoten, altijd
mis. Kansen voor het Nederlandse
MKB in voormalige conflictgebieden
in ontwikkelingslanden.
mw. C.H.C. van den Hurk,
Eindhoven, strategie en organisatie
(drs.) Afstudeeropdracht:
Voorschrijvende strategieën en
succes in kleine IT-ondernemingen.
Denken om te doen, of doen
om te denken?
dhr. P.C.W.P. Joosten,‘s Gravenhage,
strategie en organisatie (drs.)
Afstudeeropdracht: Van elementen
uit de concurrentiestrategie naar
elementen voor een aanbestedingstrategie.
Onderzoek naar de
concurrentiemogelijkheden in het
openbaar vervoer.
dhr. A. van der Kamp, Alkmaar,
strategie en organisatie (drs.)
Afstudeeropdracht: De tussenorganisatie
en haar karakteristieken;
Een vergelijkend onderzoek tussen
de theorie van de tussenorganisatie
en de casus “Opleidingen
Koninklijke Marine”
dhr. J.A.M. Kramer, Middenbeemster,
strategie en organisatie (drs.)
Afstudeeropdracht: Van moeten
naar willen! Een empirisch onderzoek
naar veranderingsbereidheid
en persoonskenmerken in organisaties,
specifiek binnen KPN
Planning & Regie.
mw. J.E Moeke*, Zwolle, strategie
en organisatie (drs.) Afstudeeropdracht:
De situatie de baas?
Een onderzoek naar leiderschap als
determinant van ziekteverzuim.
dhr. D.F.B. Robben,‘s Gravenhage,
strategie en organisatie (drs.)
Afstudeeropdracht: Kennis voor
innovatie. Ontwerp en toepassing
van een diagnosemodel.
* In Modulair 9 werd mevrouw Moeke ten
onrechte aangeduid als ‘heer’. Ter rectificatie
hebben wij de scriptie opnieuw opgenomen
met de juiste vermelding.
mw. J. van Uffelen, Rozenburg,
overheidsmanagement (drs.)
Afstudeeropdracht: Op weg naar
Checkpoint C? Een probleeminventariserend
onderzoek naar samenwerking
bij overheidsinterventie in
de Rotterdamse haven.
dhr. P. van Velsen, Linschoten, marketing
en logistiek (drs.) Afstudeeropdracht:
Post-alliantie marketing.
Onderzoek naar de blijvende
gevolgen van beëindigde marketing-allianties.
dhr. M.B.L.E. Wyman, Amersfoort,
marketing en logistiek (drs.)
Afstudeeropdracht: Military Supply
Chains. A study to the possibilities
of a conceptual management
model.
Wo-opleiding Bestuurskunde
dhr. P. van Strien (drs.) Kruiningen,
Afstudeeropdracht: De staat van
dualisering in Tholen en Borsele.
Een onderzoek in twee relatief kleine
gemeenten naar de staat van
dualisering, afgemeten aan de
positie van de gemeenteraad en
met name aan de uitoefening van
zijn kerntaken.
Natuurwetenschappen
Wo bacheloropleiding Milieunatuurwetenschappen
dhr. J.J. Loones (BSc), Krombeke,
België, major Milieu-natuurwetenschappen.
Virtueel milieuadviesbureau:
Uitwisseling tussen hoofd- en
regionaal watersysteem:
Aandachtspunten voor de beheerstaken
van Rijkswaterstaat Directie
Limburg.
Wo-opleiding Milieunatuurwetenschappen
dhr. H. de Heer (drs.), Elburg,
beleidsgerichte specialisatie.
Afstudeeropdracht: Omputten in
de uiterwaarden kansen en
bedreigingen.
Psychologie
Wo-bacheloropleiding Psychologie
mw. H.C.M. Jonk (BSc), Volendam,
afstudeerrichting gezondheidspsychologie.
mw. L.M. Nooij (BSc), Amstelveen,
afstudeerrichting arbeids- en
organisatiepsychologie.
mw. P.J.M.C. de Ridder (BSc),
Haarlem, afstudeerrichting arbeidsen
organisatiepsychologie.
mw. J.C. Verwer-Hallo (BSc),
Wassenaar, afstudeerrichting
arbeids- en organisatiepsychologie.
Wo-masteropleiding Psychology
mw. A.M. Fahner (MSc), Lemele,
afstudeerrichting gezondheidspsychologie.Empirisch
afstudeeronderzoek/Scriptie:
De Invloed van
Persoonlijkheidsstoornissen op
Eetstoornissen en Lichaamsbeeld.
Wo-opleiding Psychologie, afstudeerrichting
arbeids- en organisatiepsychologie.
mw. A.T. Deelen (drs.), IJsselmuiden,
Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
Productieafspraken
in de Geestelijke Gezondheidszorg.
mw. M.C. van Hoogevest (drs.),
Nieuwolda, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
De relatie
tussen Self-efficacy, het Demand-
Control-Support-Model en Burnout
bij leerkrachten in het Basisonderwijs.
mw. M.M. van Laarhoven (drs.),
Veenendaal, Empirisch afstudeeronderzoek/scriptie:
De Relatie tussen
Goal Setting en Vermindering
van Wegloopgedrag bij Jongeren
in een Rijksinrichting: Samenhang
met Motivatie, Bekwaamheden,
Prestaties en Satisfactie.
mw. C.E. Waterham-Bronkhorst
(drs.), Eindhoven, Empirisch
afstudeeronderzoek/scriptie: Lange
termijn effecten van voorspellers
van “Academic Performance” van
Psychologiestudenten aan de
Open Universiteit Nederland
(OUNL).Een replicatiestudie.
Wo-opleiding Psychologie, afstudeerrichting
gezondheidspsychologie
dhr. P.P.S. Buckens (drs.), Kruisland,
Empirisch afstudeeronderzoek/
scriptie: Invloed van vraaggericht
werken op arbeidsmotivatie van
medewerkers.
mw. A.M. van Dalen (drs.), Geleen,
Empirisch afstudeeronderzoek/
scriptie: Copingstijl en Sociale
Steun in Relatie tot het Rouwproces
bij Definitieve Ongewenste
kinderloosheid.
Lees verder op pagina 31
5005181